Docentenhandleiding Homo in de klas behoort bij de lesbrief voor klas 3/ 4 vmbo, uitgegeven door GRIP en ContrariO 2010 Onderdeel van de lesbrief homo in de klas is een gastles van een homo of lesbienne. In verband met de planning van deze lessen verzoeken we je om minimaal drie weken van te voren contact op te nemen met de GRIPvertegenwoordiger van jouw school. Voorafgaand aan het geven van de lessen vindt een teamvoorlichting plaats over het onderwerp homo in de klas. Ook over deze voorlichting graag minimaal drie weken van te voren contact opnemen met de GRIP-vertegenwoordiger op jouw school. In deze docentenhandleiding volgen we de inhoud van de lesbrief. Aan het eind van deze handleiding vind je nog een aantal (creatieve) extra opdrachten.
Woord vooraf
In opdracht van de centrale directies van de vier gereformeerde scholengemeenschappen heeft GRIP in samenwerking met ContrariO een lesbrief over het thema homofilie/ homoseksualiteit gemaakt. In november 2009 is de havo/ vwo-versie klaargekomen. Voor u ligt nu de vmbo-versie. Doelstelling van het project is dat leerlingen in de leeftijd 15/ 16 jaar oog krijgen voor onze medemens die homo of lesbienne is, begrip kweken voor de persoonlijke problematiek die deze mensen meemaken en leren om respectvol over dit onderwerp te spreken. Verder willen we binnen de scholen voortdurend werken aan het doen ontstaan van een klimaat waarin het ook voor homo’s en lesbiennes veilig en plezierig is, waar zij met respect bejegend worden en waar zij een volwaardige plek hebben, als leerling of als medewerker. Het kader waarbinnen ons lesmateriaal een plek krijgt, is Gods Woord. Dat is de basis van waaruit op onze gereformeerde scholen gewerkt en geleerd wordt. In de bijbel zien we Gods scheppingsorde: de mens is geschapen als man en vrouw. Om één te worden en elkaar aan te vullen. Daarbij geeft God man en vrouw de mogelijkheid tot nieuw leven. Tegelijkertijd lezen we in de bijbel van de door de mens veroorzaakte gebrokenheid in deze wereld. Een gebrokenheid die je overal tegenkomt, ook op onze scholen. Deze gebrokenheid maakt dat we allemaal afhankelijk zijn van het verzoenend werk van Jezus Christus. Alleen vanuit dat geloof kunnen we op een liefdevolle, respectvolle manier met onze naaste (homo én hetero) omgaan. En we streven naar een veilige school. Met veilige school bedoelen we een veilige leefgemeenschap voor leerlingen én personeel. Bij beide groepen moet gewerkt worden aan bewustwording van het feit dat er dwars door de hele school heen homo-naasten zijn en aan de houding die we innemen ten opzichte van hen. Uit gesprekken met homo’s blijkt dat een onveilig klimaat in belangrijke mate veroorzaakt wordt door gebrek aan bewustzijn. Tenslotte leren we de leerlingen , vanuit Gods liefde voor ons, respect te hebben voor het anders-zijn van sommige leerlingen, maken we hen bewust van hun taalgebruik en blijven we de hele schoolloopbaan werken aan bewustwording en een respectvolle houding ten opzichte van de naaste die anders is. Voor meer achtergrond over het onderwerp homoseksualiteit: zie de “Tien vragen over homoseksualiteit” aan de achterkant van de lesbrief. Over homoseksualiteit heerst veel onbekendheid en onbegrip. Allerlei definitiekwesties zijn door jongeren nooit overdacht. In de “Tien vragen” wordt hieraan kort aandacht aan besteed. In de introductieregels hiervan wordt het aspect benoemd van ‘hoe vaak komt het eigenlijk voor?’ Misschien wel vaker dan je denkt: ongeveer 5%; dus in elke klas (gemiddeld!) wel een! Dat is een uitspraak met een bepaald risico. Er moet geen sfeer ontstaan van ‘we zullen eens even bepalen
| Homo in de klas
wie in deze klas de homo is’. De bedoeling is wel om meer bewustzijn en begrip te ontwikkelen bij (misschien wel vooral) de hetero’s. Andere informatie is te vinden op: www.contrario.nl, www.movisie.nl, www.chjc.nl, www.vrijeliefde.nl
Opzet lesbrief
Dit lesmateriaal is gemaakt om behandeld te worden in 4 lessen. De organisatie ervan wordt door de school zelf bepaald. Je kunt er in vier achtereenvolgende weken een les aan besteden; het is ook denkbaar dat de lesbrief behandeld wordt in kortere tijd, bijvoorbeeld in een projectweek. Een goede voorbereiding is essentieel. Praten over homoseksualiteit is niet iets dat je even op de automatische piloot doet. Een wezenlijk onderdeel van de lessenserie is ook dat een homo in de klas zijn verhaal komt doen. Het is bijna ondenkbaar dat je die les niet samen voorbespreekt. Een belangrijk voordeel daarvan is dat je als docent en als voorlichter de gelegenheid hebt om vooraf kennis te maken. Bij voorbereiding hoort ook informatie vooraf. Denk aan informatie aan de klas en mogelijk ook aan de ouders. Aan het eind van deze toelichting vind je een brief die aan ouders gestuurd kan worden. Daarbij is het belangrijk om een verstandig evenwicht te vinden tussen informatie geven omdat het een gevoelig onderwerp is dat aan de orde gesteld gaat worden en tussen rust omdat je weet dat er een goed programma ligt waar je mee uit de voeten kunt. Bij de voorbereiding hoort ook nadenken over nazorg. • Is er een vorm van nazorg voor leerlingen? Iemand bij wie ze terecht kunnen wanneer ze naar aanleiding van deze lessen verder willen praten? Er zijn mogelijkheden binnen en buiten de school. Noem concrete namen en adressen en informeer zo mogelijk mensen vooraf dat er vragen te verwachten zijn. Intern kun je in elk geval denken aan de mentor, de counselor, een vertrouwenspersoon. En extern natuurlijk de ouders; binnen de kerkelijke structuur de catecheet of jeugdleider, ambtsdragers, vertrouwenspersoon. Meer algemeen kun je verwijzen naar instanties als Eleos, Chris en dergelijke hulpverleners. • Overweeg ook nazorg voor ouders. Dat kan in een verslag van het project in bijvoorbeeld het school blad. Je kunt het ook steviger organiseren door een ouderavond rond deze lessenserie te beleggen.
Homo in de klas |
Les 1: Introductie
Per school wordt 1 kopie van de dvd Flikker op bijgeleverd. Deze dvd is gemaakt in opdracht van Stichting De Overkant, gefinancierd vanuit de in 2002 gewonnen Utrechtse Tolerantieprijs. Stichting De Overkant is de organisator van het jaarlijkse Midzomergracht festival dat zich richt op zichtbaarheid, emancipatie en openheid inzake seksuele diversiteit. Zie www.midzomergracht.nl Doel is het bespreekbaar maken van homoseksualiteit onder vmbo-leerlingen. Het project is gericht op deze leerlingen, omdat uit recent onderzoek is gebleken dat het onderwerp homoseksualiteit in vmboklassen het moeilijkst bespreekbaar is. Omdat het voor leerlingen moeilijk is om een goede discussie te voeren over dit gevoelige onderwerp, is ervoor gekozen om ze eerst kennis te laten maken met concrete personages. Niet alle leerlingen weten genoeg van dit onderwerp af om er over te kunnen discussiëren. Door ze een verhaal te laten zien, ontmoeten ze personen met wie ze zich kunnen identificeren. Ook komen ze op een lichtvoetige manier in gesprek over de vooroordelen bij henzelf en bij anderen, zodat verschillende kanten van dit onderwerp kunnen worden belicht. Hoewel het taalgebruik hier en daar wat ruw is, biedt de film voor vmbo-jongeren een zeer herkenbare verhaallijn. Het is een goede manier om leerlingen te laten nadenken over hoe het is als iemand uit je eigen kring homo is. Het is wel verstandig om iets over het taalgebruik in de film te zeggen met daarbij de argumentatie waarom je de film draait. Het is absoluut noodzakelijk om de film zelf vooraf gezien te hebben.
Bespreking van de film
Met behulp van onderstaande vragen kun je leerlingen een kijkwijzer geven. Voordat je de dvd ziet: • Als jij zou denken dat je homo/lesbienne bent, aan wie zou je dat vertellen? • Als jouw beste vriend/vriendin je zou vertellen dat hij homo of zij lesbienne is , hoe zou je dat vinden, wat zou je zeggen? Zou je nog vrienden blijven? Na twee minuten stop zetten : vraag de leerlingen: • Wie zou in dit filmpje de homo/lesbienne zijn? Als de dvd is afgelopen • Wat vind je van die jongen die de foto’s doorstuurt? Heb je een idee waarom hij dat doet? • Hoe reageert de vriend? • Zeg in je eigen woorden hoe de vader reageert en wat vind je daarvan. • Denk je dat jouw vader (ouders) ook zo zou(den) reageren?
Begrippenbijlage
Rondom homoseksualiteit worden allerlei begrippen gebruikt. Voor veel jongeren geldt: ze hebben wel de klok horen luiden maar weten niet waar de klepel hangt. Het helpt hen om uit te zoeken wat al die woorden betekenen. Achterin de lesbrief vinden de jongeren de antwoorden.
| Homo in de klas
Les 2: Ontmoeting met een homo
We willen het niet alleen over homo’s hebben, maar er ook met homo’s over praten. De voornaamste bedoeling is om meer te begrijpen van wat er met je gebeurt wanneer je ontdekt dat je ‘anders’ bent dan je misschien zou willen of wat als normaal gezien wordt. Hoe gaat dat in het gezin waarvan je deel uitmaakt? Wat gebeurt er met je plek in de klas (als je nog op school zit tenminste)? Wat zijn de gevolgen voor je relatie met God, en voor je plek binnen de kerk? De homo die zijn verhaal komt doen, zal zelf ook het nodige initiatief nemen om leerlingen naar hun reacties te vragen. Stem vooraf met elkaar af hoe de regie ligt tijdens deze les.
Respect voor homo’s
Respect lijkt een toverwoord van deze tijd. Iedereen heeft er de mond vol van. Maar hoe respectvol zijn we eigenlijk? In deze opdracht worden leerlingen zelf geprikkeld om met ideeën te komen om homo als scheldwoord voortaan op school uit te bannen. Afhankelijk van de resultaten en de tijd die je hebt kunnen ze hun (misschien creatieve) ideeën ook daadwerkelijk ten uitvoer brengen. (zie ook extra opdrachten op pagina 7)
Les 3: De bijbel en homoseksualiteit
In het laatste deel van de lesbrief gaan we met leerlingen op zoek naar wat de Bijbel zegt over homoseksualiteit. We pakken hiervoor twee Bijbelgedeelten. Hieronder vind je over deze gedeelten achtergrondinformatie. Vooraf: Binnen de gereformeerde kerken gaat men op grond van Gods Woord ervan uit dat homoseksuele relaties (met gemeenschap) niet kunnen. Dat toch veel plaatselijke kerken met dit vraagstuk worstelen, komt niet doordat ze overwegen of zulke homorelaties misschien toch geen probleem vormen. Het gaat er steeds om of we desondanks tolerant moeten zijn als homo’s die weg niet opbrengen en toch een relatie aangaan. Vanuit dat licht kun je ook de casuïstiek bekijken. Juist omdat er onder gelovige christenen verschillende meningen bestaan hebben we er voor gekozen verschillende portretten te schilderen van christenhomo’s. Met de vraag: hoe ga jij als christen met christenhomo’s om? gaat het vooral om het antwoord dat Jezus houdt van mensen die afwijken van Gods bedoelingen. Hij betaalt die liefde met de prijs van zijn eigen leven. Dankzij Jezus’ verlossingswerk maakt hij ons nieuw zodat we weer gaan passen in Gods bedoelingen. Daar moet ons leven op gericht zijn, dat geldt voor homo’s en hetero’s. Daarin sta je zondig naast elkaar.
Leviticus
In Leviticus is de afwijzing van homoseksueel verkeer mogelijk verbonden met een scherpe afwijzing van een heidense cultus, en ingebed in Mozaïsche bepalingen die in Christus hun tijd gehad hebben. In Leviticus 18 staat vlak voor de bepaling tegen omgang met iemand van hetzelfde geslacht een even strenge bepaling tegen omgang met een vrouw tijdens haar ongesteldheid. Dit gegeven maakt een rechtstreeks gebruik in onze situatie (waarin de vraag vooral gesteld wordt of homoseksueel verkeer in een relatie van liefde en trouw aanvaardbaar is) moeizaam. Tegelijk kunnen we vaststellen dat Gods afkeer van homoseksueel verkeer, die uit deze teksten blijkt, in de Schrift zijn achtergrond vindt in de schepping van man en vrouw als voor elkaar bestemd. De héftigheid waarmee homoseksueel verkeer wordt afgewezen is mogelijk te verklaren uit zijn verbondenheid met een zeer bedreigende heidense cultus. Het is bekend dat bij de verering van Astarte in Kanaän zowel heteroseksuele als homoseksuele tempelprostitutie plaatsvond. Deze cultus kennen we vandaag niet meer in die specifieke zin. Ondertussen komen we ook in onze tijd een brutale en uitdagende verheerlijking van zowel hetero- als homoseksuele seksualiteit tegen die cultische vormen aanneemt.
Homo in de klas |
Romeinen 1
De belangrijkste plaats in de bijbel die expliciet spreekt over homoseksuele praxis is ongetwijfeld Romeinen 1. Voor homo’s die in Christus geloven en Hem willen volgen, kan het lezen van Romeinen 1 een stuitende ervaring zijn. Een christenhomo die God als zijn Schepper aanbidt en Christus als zijn Verlosser wil navolgen kan zich door het inbrengen van dit hoofdstuk in de bezinning erg in de hoek gezet voelen. Maar we vinden het niet juist dit hoofdstuk daarom buiten de bezinning te houden. Want ook al is de situatie die hier allereerst wordt geanalyseerd anders dan die van een christenhomo, we leren ook uit dit gedeelte God en zijn bedoelingen met ons beter kennen. We vinden het belangrijk dit hoofdstuk in het grote geheel te plaatsen en niet de stukjes over homoseksueel gedrag eruit te halen en uit te vergroten. Dit hoofdstuk stelt niet als thema ‘de homoseksualiteit’ aan de orde maar klaagt een samenleving aan waarin men in alle opzichten lak heeft aan God en zijn geboden. Romeinen 1 geeft een uitvoerig requisitoir tegen een samenleving die God niet langer als Schepper vereert, met alle gevolgen van dien. Homoseksueel geslachtsverkeer is een van de uitingen en gevolgen van deze vervreemding van de ware God. In Romeinen 1 is sprake van de toorn van God over zo’n samenleving. Paulus belicht twee kanten van deze zaak. Aan de ene kant is er sprake van toorn van God over homoseksuele omgang als ongehoorzaamheid aan de Schepper. Aan de andere kant noemt Romeinen 1 het ook een oordeel van God dat Hij afgodendienaars die de Schepper uit hun leven hebben gebannen aan de homoseksuele omgang overgeeft. God kan de weigering Hem te vereren bestraffen door mensen aan een verkeerde manier van denken en doen over te geven. Deze vervreemding van God op seksueel gebied is ook een oordeel van God, waaraan hij afgodendienaars die de Schepper uit hun leven gebannen hebben, overlevert. Homoseksueel geslachtsverkeer wordt veroordeeld als schandelijk en tegennatuurlijk, als een omkering en een opgeven van de natuurlijke geslachtelijke omgang, Romeinen 1:26-27. In eerste instantie kunnen we hierbij denken aan mensen die, zelf hetero, zich aan homoseksueel gedrag te buiten gaan. Maar de bredere context die spreekt over de Schepper en de schepping rechtvaardigt de gedachte dat homoseksueel gedrag ook op zichzelf als een omkering van de natuurlijke orde veroordeeld wordt. Bij ‘natuurlijk’ denkt Romeinen 1 niet aan de persoonlijke aanleg, maar aan de door God bedoelde opzet bij zijn schepping in het begin. De scherpe veroordeling van Paulus mogen we niet afdoen als enkel een uiting van de toenmalige maatschappelijke afkeer tegen homoseksueel gedrag. Zeker, hij sluit aan bij wat zich aan de gewetens van mensen zelf ook opdringt, maar tegelijk is duidelijk dat Paulus met het evangelie en de wet van God een krachtige en strijdbare contrapositie inneemt in de toenmalige wereld waarin homoseksueel verkeer in brede kringen geaccepteerd werd. ‘Hoewel ze het vonnis van God kennen en weten dat mensen die dergelijke dingen doen de dood verdienen, doen ze dit alles toch. Sterker nog, ze juichen het zelfs toe dat anderen het ook doen. ’ (Romeinen 1:32). Romeinen 1 geeft een maatschappijkritiek, waarin een complete samenleving aan de kaak wordt gesteld. Het beoefenen van homoseksueel geslachtsverkeer is een teken van Gods oordeel over een wereld die van Hem en zijn paradijselijke bedoelingen vervreemd is. Voor alle mensen houdt deze aanwezigheid van homoseksualiteit een oproep in om zich voor God te verootmoedigen, hun redding in Christus te zoeken voordat het laatste oordeel komt over alle zonden. Ook in Romeinen 1 lezen we dat homoseksueel geslachtsverkeer (hoewel het hier uitvoeriger dan andere zonden aan de orde komt) deel uitmaakt van een groter geheel van verwerpelijk denken en verwerpelijk gedrag. In Romeinen 2:1-2 volgt meteen de waarschuwing dat geen mens zichzelf als toeschouwer mag gedragen wanneer dit felle oordeel over deze en andere zonden wordt uitgesproken. ‘Natuurlijk, u veroordeelt dit alles. Maar u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. Wij weten dat God hen die dergelijke dingen doen terecht veroordeelt.’
| Homo in de klas
Op deze manier is dit hoofdstuk de opmaat voor hoofdstuk 3 dat het evangelie van de genade en de vrijspraak door-geloof-alleen kernachtig onder woorden brengt en voor hoofdstuk 6 dat het nieuwe leven in verbondenheid met Christus tekent.
Extra informatie
Hierboven vind je een uitleg die in de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt gehanteerd wordt. Tegelijkertijd worden hier ook binnen de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt kanttekeningen bij geplaatst onder andere door prof. dr. A. L. Th. de Bruijne “achter Paulus’ woorden in Romeinen 1 ligt onder meer Leviticus 18 en 20. Er staat veel in de wet van Mozes wat voor vandaag niet meer geldt. Betekent dit dat we de dingen die er ook tussenin staan die wel gelden allemaal zouden kunnen schrappen? Het is nu eenmaal zo dat in de wet datgene wat nog wel en wat niet geldt dwars door elkaar heen staat.” In Leviticus wordt volgens hem vrij nuchter gesproken over het verbod om als man het bed te delen met een man. De Bruijne tekent hierbij aan: “ Ik geloof niet in de verwijzing naar tempelprostitutie als achtergrond bij deze tekst. Oudoosterse geschriften laten zien dat homoseksueel verkeer ook breed voorkwam buiten de context van de tempelprostitutie. Leveticus 18 wijst het als geheel af en kent geen speciale nadruk op de cultus.”
Naslagwerken
B. Luiten Homofilie en christen zijn (pag. 18) H. van Wijngaarden, Hete hangijzers (pag. 269, 270) Studiebijbel Leviticus 18 Mark S. Th. Westergraaf, Hand in hand over homoseksualiteit, geloof en kerk. Verschillende websites: www.homoindekerk.nl; www.nd.nl; www.gkv.nl etc. etc
Homo in de klas |
Les 4 Casuïstiek
Je kunt, afhankelijk van de tijd en van de klas die je voor je hebt, ervoor kiezen de casussen een voor een plenair te bespreken. Je kunt er ook voor kiezen de klas in groepen te delen. Elke groep een casus te laten bespreken en dan terug te laten rapporteren.
Pagina 9: Bij casus Antonie :
Bij deze casus zijn er kansen om een uitwerking te geven aan de doelstelling om respect en begrip bij te brengen. Algemeenheden als “om hem heen staan” of “gastvrij zijn” zijn niet verkeerd, maar probeer het daarbij niet te laten. Er is hopelijk ruimte ontstaan om meer te zeggen, meer expliciete voorbeelden van hoe je daar dan invulling aan geeft. Je kunt het trouwens ook mooi veralgemeniseren naar anderen in de gemeente die alleen gaan (vrijwillig ongehuwd, gescheiden, weduwe/weduwnaar). Ook naar hen moeten we omzien, niet altijd even gemakkelijk. Dit is een kans om de homo’s een beetje uit het hoekje van de uitzonderingen te halen: er zijn er meer die met soortgelijke vragen zitten (met alle ongelijkwaardigheid die er ook is). Een tip voor leerlingen zou kunnen zijn: ga in gesprek met een homojongere die je kent. Probeer je eens bewust te worden van je eigen manier van reageren, eventueel een lichamelijke afweer.
Extra opdrachten: - Respect voor homo’s
De laatste opdracht onder het kopje respect voor homo’s, kun je goed gebruiken als creatieve opdracht. Eventueel in samenwerking met andere vakgebieden. Voorbeelden daarvan zijn: -laat leerlingen een filmpje maken - een poster ontwerpen - een kunstwerk lassen/ timmeren dat je voortdurend herinnert aan het niet gebruiken van het H-woord - een gedicht/ rap maken - een verbodsbord maken
- Interviewvragen
Maak (twee aan twee) ongeveer acht interviewvragen die gaan over het onderwerp homo’s en lesbiennes. Je kunt denken aan: acceptatie van homo’s in de maatschappij, omgaan met homo’s in de kerk, hoe kun je homo-zijn en christen-zijn verbinden, hoe denken je leeftijdgenoten over homo’s? Probeer open vragen op te stellen (vragen waar je niet alleen ja of nee op kunt antwoorden, bv. Wat vindt u van…, Hoe denkt u over …). - Stel deze vragen aan ten minste vijf mensen in je omgeving, liefst aan ouderen en jongeren. - Schrijf de antwoorden op. -
Probeer hiervan een samenvatting te maken.
- Voeg jullie eigen mening hierbij. - Presenteer de conclusie aan de klas. Neem bij de presentatie een voorwerp, foto of tekening mee die bij je mening past of dat je gebruikt om iets duidelijk te maken (bijvoorbeeld: homo’s worden niet begrepen: dichte deur, een vinger die nawijst, gebroken hart).
| Homo in de klas
Brief aan ouders
Geachte ouders,
Zoals al aangekondigd in de …… starten we deze week in klas .. en klas .. met de behandeling van de lesbrief Homo in de klas. Deze lesbrief is op verzoek van de directies van de Gereformeerde scholen voor voorgezet onderwijs in Nederland door GRIP in samenwerking met ContrariO gemaakt. Zoals u weet staat binnen
onze scholen een veilig klimaat hoog op de prioriteitenlijst. Een veilige school voor alle leerlingen. Uit talloze gesprekken met oud-leerlingen van onze scholen die homo* zijn, blijkt dat een heel aantal de middelbare schoolperiode niet als veilig heeft ervaren.
Daarom is het doel van de lesbrief dat leerlingen in de leeftijd van 15/ 16 jaar oog krijgen voor onze mede-
mens die homo is, begrip hebben voor de persoonlijke problematiek van homo’s, dat ze respectvol over homo’s spreken en dat ze leren om vanuit Gods liefde naast de homo te staan die op hun weg komt.
Wat nodig is, is bewustwording van het feit dat je homo’s overal kunt tegenkomen: in je kerk, in je familie, op je school, je sportclub etc. Hier gaat het eerste deel van de lesbrief over. In de tweede les komt een homo op
school die zijn/ haar levensverhaal vertelt. Over hoe het is om homo te zijn, hoe het is om christen en homo te zijn en over hoe het was toen hij/ zij op school zat. In de derde les staan de leerlingen stil bij een aantal
verschillende situaties zoals ze die in hun christelijke omgeving tegen kunnen komen. Bij elke les zitten op-
drachten. Voor het beantwoorden van een aantal vragen wordt de suggestie gedaan om de opdracht thuis te bespreken.
Uw kind zit in de derde klas. Juist deze klassen kenmerken zich vaak door “onverschillige, stoere” kinderen. We vinden het dan ook best spannend. Daarom doen we het ook in deze periode van het jaar. De docenten die de
lessen geven, hebben een goede band met de klas waarin uw kind zit zodat in een veilige sfeer dit onderwerp besproken kan worden. Daarnaast hebben zij ook zelf, samen met het hele team, hetzelfde traject doorlopen. Wij vinden het belangrijk dat op een gereformeerde school iedereen op een respectvolle, liefdevolle manier benaderd wordt. Met deze lesbrief willen we dat ook aan uw kind meegeven. Ik hoop dat u op dit moment voldoende geïnformeerd bent.
Met vriendelijke groet,
GRIP: Gereformeerd Identiteitsplatform www.grip-g4.nl
ContrariO: gereformeerde vereniging voor gereformeerde homo’s en lesbiennes www.contrario.nl
* in deze brief spreken we over homo. Homoseksuele mannen noemen zich meestal homo. Homoseksuele vrouwen noemen zichzelf lesbisch. In deze brief spreken we over homo voor beide groepen.
Homo in de klas |