Do It!
Gebruiksaanwijzing Gebruiksaanwijzing voor poppodia
1 Doe het helemaal 2 Vind geld voor DO IT! 3 Vind een geschikte DO IT!-projectleider 4 Maak de CKV docent tot bondgenoot 5 Zorg dat DO IT! in de agenda van de leerlingen past 6 DO IT! in de klas 7 Kies de ideeën met de meeste potentie 8 Maak er een DO IT! avond van 9 Wees een goede gastvrouw/heer
colofon Uitgave Vereniging Nederlandse Poppodia in samenwerking met poppodium Het Burgerweeshuis, Deventer oktober 2002 Oplage 500 Redactie Rob Kramer & Loes Wagenmaker Concept & tekst Karin Schaafsma, dsp-groep Amsterdam Grafisch ontwerp John Patrick & Esther, Mikser Deventer Druk Drukkerij Robine Twello Concept & uitvoering Do It! poppodium Het Burgerweeshuis Deventer Subsidiënten Provincie Overijssel Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Gemeente Deventer
Do It!
Vereniging Nederlandse Poppodia Johannes Vermeerstraat 55 1071 DM Amsterdam t 020-4215005 f 020-4214937 e
[email protected] w www.vnp.nl
Gebruiksaanwijzing voor poppodia
inhoudsopgave
pag. 03
Voor u begint
pag. 04
Hoe het begon
pag. 06
stap 1
Doe het helemaal
pag. 08
stap 2
Vind geld voor do it!
pag. 10
stap 3
Vind een geschikte do it! projectleider
pag. 12
stap 4
Maak de ckv-docenten bondgenoot
pag. 14
stap 5
Zorg dat do it! in de agenda van de leerlingen past
pag. 16
stap 6
do it! in de klas
pag. 18
stap 7
Kies de ideeën met de meeste potentie
pag. 20
stap 8
Maak er een do it! avond van
pag. 22
stap 9
Wees een goede gastvrouw/-heer
pag. 24
Modelplanning Het Burgerweeshuis
pag. 26
Modelbegroting Het Burgerweeshuis
pag. 28
Hiphop meets classic – interview
pag. 32
Je kop boven het maaiveld uitsteken – interview
Voor u begint do it! is een initiatief dat tot samenwerking leidt, een project waarmee een poppodium de scholen in gaat. Met do it! nodigt u als poppodium middelbare scholieren uit om hun favoriete culturele uitgaansavond te verzinnen en helpt u vervolgens de bedenkers van de beste ideeën om die avond ook daadwerkelijk te realiseren binnen uw eigen muren. Met do it! heeft u een heldere formule in handen waarmee u een jong publiek bereikt en opbouwt, feeling houdt met de jongerencultuur en in sommige gevallen ook uw vrijwilligersbestand kunt aanvullen. Om goed te kunnen werken met do it! en om zicht te krijgen op wat het project behelst, is deze gebruiksaanwijzing ontwikkeld. Gebruik deze gebruiksaanwijzing zoals andere gebruiksaanwijzingen: pas hem aan op uw eigen situatie. Tenslotte nog een opmerking bij de teksten: Overal waar hij geschreven staat kan natuurlijk ook zij gelezen worden.
02
03
do it! heeft voor iedereen die erbij betrokken is voordelen. Scholieren kunnen een avond bezoeken die aan hun idealen voldoet. do it! is een welkome invulling van en aanvulling op het ckv onderwijs en ook het Burgerweeshuis zelf vaart er wel bij. Met do it! krijgt en houdt het poppodium contact met jong publiek. Jongeren komen makkelijker over de drempel en hun ideeën vertellen veel over wat er in de jongerencultuur leeft. Daar kan het poppodium vervolgens ook in de reguliere programmering rekening mee houden. Door do it! werd het Burgerweeshuis bovendien een aantal vrijwilligers rijker.
Hoe het begon In 1999 verscheen een gemeentelijk onderzoek waarin jongeren het uitgaansleven in Deventer kort en bondig samenvatten in de woorden: ‘Er valt geen reet te beleven!’. Poppodium Het Burgerweeshuis in Deventer had daarop een antwoord dat net zo kort en bondig was: Doe er zelf wat aan! Bedenk en organiseer zelf je favoriete uitgaansavond: do it! En doe het hier, in het Burgerweeshuis.
Het project zou heel goed op andere plekken dan in Deventer kunnen werken. Dat vonden tenminste het Burgerweeshuis en de vnp (vereniging Nederlandse poppodia). De provincie Overijssel stelde een beschrijving van de werkwijze van do it! als voorwaarde bij meerjarige subsidiëring. Gezamenlijk besloten ze het project te laten beschrijven op zo’n manier dat anderen er hun voordeel mee kunnen doen.
do it! groeide in snel tempo uit van idee tot project. Het had zo’n heldere opzet dat iedereen het meteen begreep: iemand van het Burgerweeshuis (de projectleider) zoekt de jongeren op in school. Via de ckv-docenten legt hij contact. In de klas vertelt hij over do it! Hij legt uit dat de scholieren hun eigen, favoriete uitgaansavond mogen verzinnen, dat ze hun ideeën op papier kunnen zetten en dat er uit alle ideeën een aantal gekozen worden om daadwerkelijk te realiseren.
In Deventer groeide het project organisch. Een aantal intuïtieve keuzes bleek zeer effectief. Om te beginnen de keuze om de jonge stagiair Mano tot projectleider te benoemen. Hij bleek goed overweg te kunnen met zowel docenten als leerlingen. Hij was in staat om ideeën te laten ontstaan in de klas en ze vervolgens verder te brengen. Ook de keuze om de scholen via de ckvdocenten te benaderen – dus niet via de directeur – bleek effectief. Docenten bepalen immers zelf hun lessen en hebben het meest directe contact met de klassen. De keuzes en strategieën van het Burgerweeshuis zijn nu geobjectiveerd, gebundeld en beschreven in een praktische vorm: die van een gebruiksaanwijzing.
Het project startte in 2000 met geld van de gemeente Deventer (afdeling welzijn, budget jeugdparticipatie). Mano Scherpbier (18 jaar) werd projectleider vanuit het Burgerweeshuis. Er kwamen maar liefst rond de 30 ideeën los. Samen met directeur Rob Kramer koos hij er een viertal uit, combineerde ze en bedacht mogelijkheden om ze te verbreden en te verrijken. De bedenkers van de ideeën draaiden mee in het productieproces. Ze stortten zich op de publiciteit, regelden decorontwerp, boekten acts en organiseerden workshops. De ckv-docenten bleven op afstand betrokken.
De formule van do it! is helder en eenvoudig, maar qua uitvoering is het project tamelijk gecompliceerd. De gebruiksaanwijzing beschrijft in negen stappen hoe je do it! doet en geeft en passant een aantal tips.
De eerste do it! avond was een Hiphop/R&B avond (o.a. met een optreden van de hiphop band waar de bedenkers van het idee deel van uitmaken als voorprogramma van hun favoriete, professionele hiphop band). De tweede avond was rondom de Tilburgse band Krezip. Daarna kwam InDaCity (een Dance Party in alle vier zalen van het Burgerweeshuis, met verschillende stijlen dance en dj’s). De lokale pers besteedde uitgebreid aandacht aan deze evenementen.
Naast de gebruiksaanwijzing presenteert het Burgerweeshuis hier een modelbegroting en een modelplanning – gebaseerd op een bereik van 40 schoolklassen. Dit om een idee te geven van wat een project als do it! aan geld en tijd vraagt. Twee interviews tenslotte illustreren hoe do it! in de praktijk werkt. Het interview met twee ckv-docenten laat zien hoe het project op school functioneert, het andere beschrijft – in retrospectief – de ontmoeting tussen hiphop en classic tijdens de voorbereidingen van één van de do it! avonden.
De ervaringen uit 2000 werden gebruikt om de aanpak te verbeteren. De twee belangrijkste aanpassingen waren: do it! beter op de roosters van scholieren laten aansluiten en in plaats van één, twee keer de klassen bezoeken. De tweede keer om de ideeën persoonlijk op te halen. Dat jaar bezocht Mano in totaal zo’n 40 klassen, voornamelijk havo- en vwo-klassen (voor vmbo wordt in de nabije toekomst een aparte aanpak ontwikkeld). De oogst: 120 bruikbare ideeën. Vijf ideeën werden er geselecteerd. Die leidden – in combinatie – tot drie programma’s: een LAN-party (lan is local area network; een netwerkfeest waar iedereen zijn computer en spelletjes meebrengt en tegen elkaar speelt), VJ forever (compleet met vj workshop), Hiphop meets Classic (waarvoor de hiphop band van de bedenkers o.a. een nummer met jonge, klassieke musici van de muziekschool maakte) en een do it! All Times Party. Opnieuw was de belangstelling – ook in de plaatselijke pers – groot. do it! 2001 werd mede gefinancierd door de provincie Overijssel met geld van het ‘Actieplan Cultuurbereik’ en de gemeente Deventer. De kans is groot dat provincie het project tot en met 2004 (het actieplan loopt tot 2004) financieel gaat ondersteunen. 04
05
Doe het helemaal Doe Do It! helemaal – of helemaal niet. Doe het alléén als u er warm voor loopt, want do it! drijft op enthousiasme. Het project er even bij doen is onmogelijk vanwege de extra kennis, tijd en inventiviteit die het vraagt. Waarschijnlijk vraagt het project om een heel andere manier van werken dan u gewend bent. U moet meedraaien op school (contact leggen met docenten, samen met docenten een planning maken, voor een klas met jongeren staan en ideeën op gang helpen), ideeën selecteren en leerlingen begeleiden bij het ontwikkelen en realiseren van hun idee. Onderschat dit niet. Het normale programmeren – het boeken van bandjes en andere acts – is bij do it! maar een klein onderdeel van het gehele project. Als u Do It! als project in huis haalt, zorg dan dat het goed in de organisatie wordt ingebed. Alle medewerkers – van programmeur tot publiciteit – moeten weten wat het behelst. Zij krijgen er namelijk allemaal mee te maken. De procesmatige aanpak van do it! vraagt veel onderling overleg, onderlinge afstemming en flexibiliteit.
FORM: DO001ITP007.A
stap 1
1 Doe Do It! 2 Helemaal 3 Helemaal niet 4 Andere manier van werken, onderschat dit niet! 5 DO IT! goed in de organisatie inbedden 06
07
stap 2
Vind geld voor Do It! Het project heeft geld nodig. Een model voor de begroting van Do It! vind u aan het eind van deze gebruiksaanwijzing. Onderzoek om te beginnen de subsidiemogelijkheden binnen uw gemeente. Welke subsidiebudgetten zijn er en waar zijn ze te vinden? Beleidsmatig bevindt do it! zich op het snijvlak van onderwijs, welzijn en cultuur. Bij de meeste gemeenten zijn deze drie beleidsterreinen in één afdeling samengevoegd. Richt de subsidieaanvraag op een van de drie, afhankelijk van de subsidiebudgetten en afhankelijk van uw contacten, maar blijf de andere twee erbij betrekken. Maak vooral ook afspraken met ambtenaren om te zorgen dat ze het project persoonlijk leren kennen.
FORM: DO002ITP008.B
Let bij het schrijven van een subsidie aanvraag voor Do It! op de volgende dingen: 1. Leg nadruk op de nieuwe aanpak van do it!, maak duidelijk dat het project vraaggericht werkt en echt over de bestaande grenzen heen gaat: het poppodium gaat de scholen in, de scholen treden buiten hun muren (richting poppodium) en samenwerking met andere culturele instellingen (filmhuizen, muziekscholen en dergelijke) is een reële mogelijkheid; 2. leg nadruk op het multidisciplinaire karakter van de do it! avonden; 3. zet in op meerjarige financiële ondersteuning: bij een meerjarige aanpak maakt u gebruik van het rendement van de (naar verhouding grote) investeringen van het eerste jaar: contact leggen met docenten en leerlingen, afstemmen op de roosters van de leerlingen, etc. Het project betaalt zich terug als het langer loopt, hoewel het waarschijnlijk nooit zonder subsidie zal kunnen draaien. Het wordt bovendien sterker als het zich het binnen scholen kan vestigen als een regelmatig terugkerend evenement;
1 Onderzoek subsidiemogelijkheden binnen eigen gemeente 2 Leg bij subsidieverzoek nadruk op: a. nieuwe aanpak b. multidisciplinair karakter c. meerjarige financiële ondersteuning d. inbreng eigen middelen 3 Kijk vervolgens verder dan eigen gemeente 4 Onderzoek mogelijkheden landelijke fondsen 08
09
4. maak expliciet wat u zelf aan geld en/of andere middelen in het project stopt: u maakt daarmee het belang duidelijk dat u zelf in Do It! ziet. Kijk vervolgens verder dan gemeente. De provincie beschikt ook over middelen om een project als do it! te ondersteunen. Als uw gemeente kleiner is dan 90.000 inwoners, heeft de provincie bijvoorbeeld een budget in het kader van Actieplan Cultuurbereik. Onderzoek tenslotte de mogelijkheden die landelijke fondsen bieden.
Vind een geschikte Do It! projectleider De Do It!-projectleider is de belangrijkste schakel in het geheel. In de verschillende fasen van het project worden verschillende kwaliteiten van hem of haar gevraagd. De Do It!-projectleider voldoet aan het volgende: 1. Hij legt makkelijk contact met ckv-docenten op scholen, kan hen enthousiast maken en in goed overleg met hen een planning opzetten. Wanneer bezoek aan de klassen, wanneer selectie ideeën, periode van werken aan de Do It! avond. 2. Hij kan gemakkelijk feedback van de docenten vragen en daar vervolgens zijn voordeel mee doen; 3. Hij heeft feeling met de scholieren en staat qua leeftijd niet ver van hen af. Het is belangrijk dat hij weet waar ze het over hebben, hun favoriete bandjes en hun (sub)cultuurtjes kent; 4. Hij kan leerlingen ertoe bewegen om ideeën over hun favoriete culturele uitgaansavond naar voren te brengen. Dus ook als ze verlegen of afwachtend zijn, ook als ze melige opmerkingen en flauwe grappen maken (een pornoshow!). Die kan hij opvatten als het begin van ideevorming; 5. Hij ziet de potentie van de – meestal vrij eendimensionale – ingeleverde ideeën en kan op basis daarvan een aantal ideeën selecteren. Deze ideeën kan de projectleider (in samen spraak met zijn collega’s) naar de breedte trekken en/of combineren met andere ideeën; 6. Hij is de verbindende schakel tussen poppodium en school. De projectleider is het gezicht van het poppodium op school en later, tijdens de Do It! avonden, een vertrouwd gezicht voor scholieren;
7. Hij heeft er plezier in de bedenkers te coachen in het verder ontwikkelen van hun idee. De projectleider is in staat om samen met hen van dat idee een Do It! avond te maken, met alles wat daarbij komt kijken (programmeren van een band, organiseren van een workshop, ontwerpen van een decor/uitkiezen van een ontwerper, flyer ontwerpen en verspreiden, interviews geven, etc.). Hij heeft dus al enige ervaring met het programmeren van avonden; 8. Hij is in staat het project te evalueren en doet dit apart met de scholieren, de docenten en in eigen huis; 9. Hij kan do it! van begin tot einde zelf doen en daarbij de scholieren, de docenten, de medewerkers in eigen huis en eventuele andere samenwerkingspartners betrokken houden.
Deze eerste drie stappen van de gebruiksaanwijzing zet de directeur van het poppodium – niet noodzakelijkerwijs in deze volgorde overigens. De volgende stappen zijn voor de Do It!-projectleider.
FORM: DO003ITP0011.C
stap 3
1 De DO IT!-projectleider: a. legt makkelijk contact met CKV-docenten en zet planning met hun op b. weet feedback van docenten te krijgen en te gebruiken c. heeft feeling met scholieren d. weet ideeën los te peuteren bij leerlingen e. doorziet kwaliteit van ideeën f. is de schakel tussen poppodium en school g. vindt coachen leuk h. kan het project evalueren i. is in staat DO IT! van begin tot einde – zelfstandig – te doen 10
11
Maak de CKV-docent tot bondgenoot Benader de CKV-docenten bij voorkeur direct, dus zonder tussenkomst van de directie, dan kunt u meteen ter zake komen. CKV-docenten hebben de vrijheid om hun onderwijs zelf in te richten en zij hebben direct contact met hun klassen. Het aantal klassen dat u als projectleider kunt bezoeken volgens ‘model Burgerweeshuis’ is ongeveer 40 (zie begroting en planning ‘model Burgerweeshuis’). Praat met de CKV-docenten en vind uit welke enthousiast over Do It! zijn. Kies een aantal gemotiveerde docenten die het project op school kunnen promoten en die het leuk vinden om bij do it! betrokken te blijven, o.a. door feedback te geven aan u als do it!-projectleider. Met deze houdt u goed contact. Maak ze tot uw bondgenoot. Weet dat Do It! voor docenten om veel redenen interessant kan zijn: 1. Het project past goed binnen het CKV onderwijs. Al was het alleen al omdat het leerlingen laat nadenken over wat zij op het gebied van cultuur belangrijk vinden op een manier die heel dicht bij henzelf ligt; 2. do it! heeft als extra dat leerlingen zelf actief aan de slag kunnen. Het heeft een (inter)actieve vorm die meer behelst dan het bezoeken van een voorstelling, concert of expositie. Leerlingen krijgen al doende een behoorlijke kijk in de keuken van het poppodium; 3. Docenten hoeven zelf niet veel extra energie te steken in het project. Het poppodium levert het CKV pakket voor Do It! 4. Leerlingen komen op een makkelijke manier in contact met het poppodium. En soms ook met andere culturele instellingen die bij het realiseren van een Do It! avond betrokken worden. Dat is iets wat CKV-docenten in het algemeen erg waarderen.
! Belangrijk: · Koester de docenten, geef ze bijvoorbeeld pasjes of vrijkaarten – niet alleen voor de de Do It! avonden maar ook voor de reguliere programma’s. Houd ze op de hoogte van de programma’s in het poppodium; · Check regelmatig of de informatie die u de docenten geeft voldoende is, of ze er iets aan hebben en of ze er iets mee doen.
FORM: DO004ITP0013.D
stap 4
1 Benader de CKV-docenten direct 2 Vind uit welke CKV-docenten enthousiast zijn 3 DO IT! is om veel redenen interessant: a. past goed binnen CKV b. leerlingen zijn zelf actief c. docent hoeft zelf niet veel te doen d. makkelijk contact met culturele instellingen Belangrijk *1 Koester de docenten *2 Check regelmatig of de informatie bij docenten in orde is 12
13
stap 5
Zorg dat Do It! in de agenda van de leerlingen past Als Do It! in een tentamenperiode valt, komt er niet veel van terecht. Het is belangrijk om Do It! te laten stroken met de roosters van de leerlingen.
FORM: DO005ITP0014.E
Checklist Plan om vakanties, schoolreisjes en tentamens heen. Plan samen met de ckv-docent die goed zicht heeft op de agenda van de leerlingen. Hij kan u vertellen dat havo 4 maar een half jaar ckv heeft en welke helft dat is. Maak een planning vanaf het eerste bezoek aan de klas tot en met de do it! avonden. Laat de do it! avonden bij voorkeur in juni en december vallen. September is ook een mogelijkheid. Het nadeel van september is dat tussen voorbereiding en do it! avond de zomervakantie ligt. Laat de docenten uw bezoek aan de klas aankondigen, dan kunnen de leerlingen zich er alvast op voorbereiden. Vraag feedback op uw planning en presentatie in de klas van de docent.
a. plan om andere activiteiten heen b. plan samen CKV-docenten c. maak planning van eerste bezoek tot aan DO IT! avond d. plan DO IT! bij voorkeur in juni en december (evt. september) e. kom aangekondigd f. vraag feedback op planning en presentatie 14
15
Do It! in de klas
Het kost twee weken om ideeën van de klassen te krijgen. De eerste week één lesuur om over Do It! te vertellen, leerlingen op het spoor te zetten en formulieren uit te delen waarop ze hun idee kunnen noteren. De tweede week één lesuur om de ideeën met de leerlingen af te checken en de formulieren op te halen. Gebruik de aandacht die u aan het begin krijgt. Tijdens het eerste bezoek aan de klas maakt u kennis. U bent het gezicht van het poppodium, geen docent – dat is een deel van uw aantrekkingskracht. Maak duidelijk wat Do It! is. Vertel over do it! en hoe het werkt: dat de leerlingen hun favoriete uitgaansavond mogen verzinnen, hun droomavond. Vertel dat een paar van die dromen uitkomen. Forceer een begin. Het ligt erg aan de klas hoe de les verloopt. Meestal moet u iets doorbreken. Het is niet altijd gemakkelijk om de aandacht van leerlingen te krijgen. Soms hangen ze achterover en geloven totaal niet dat u iets leuks komt vertellen. Soms is het handig om de grote bekken in de klas serieus aan de praat te krijgen en dan volgt de rest vanzelf. Zorg in ieder geval dat het gesprek los komt. Ga op alle ideeën in, ook op de flauwe. Daaruit kunnen weer nieuwe ideeën geboren worden. Kap de leerlingen niet af – alles kan een vertrekpunt zijn. Noem eventueel voorbeelden van do it! avonden om de fantasie in beweging te zetten. Vul uw tijd slim in. Een les duurt 50 minuten. Besteed de laatste 20 minuten om alvast wat ideeën op te schrijven. Deel de formulieren uit en laat de leerlingen er hun naam, klas en email adres op zetten. Ze mogen in hun eentje maar ook met anderen een plan verzinnen. Nodig ze uit om eventueel in groepjes bij elkaar te gaan zitten.
Geef ruimte om ideeën op papier te zetten. Vertel dat u de volgende week de formulieren komt ophalen en dat ze dus nog een week de tijd hebben om erover na te denken en hun plan op papier te zetten. Maak duidelijk dat ze hun idee in een of twee zinnen mogen opschrijven, dat het niet per se noodzakelijk is om een hele verhandeling op te schrijven. Besteed tijd aan het verhaal van leerlingen. Begin de week daarop met te vragen wie over zijn idee wil vertellen. Door schaamte of verlegenheid vinden leerlingen dat soms moeilijk, maar soms zijn ze zo trots op hun plan dat ze er graag over willen vertellen. Leg uit hoe het vervolg traject eruit ziet. Laat iedereen zijn formulier inleveren en leg uit hoe het verder gaat. Vertel dat u samen met de directeur en/of programmeur van het poppodium alle ideeën goed gaat bekijken en dat er dan een aantal worden uitgekozen. Vertel wanneer dat zal zijn en dat u de uitslag per email aan iedereen (dus ook aan diegenen van wie het idee niet geselecteerd is) laat weten. Zeg wanneer u aan de gang gaat met de bedenkers van de geselecteerde ideeën.
! Belangrijk: · Blijf uzelf. Het is goed om dicht bij de leerlingen te staan, maar ga niet ‘populair’ doen. Daar kijken ze dwars doorheen; · Leg niet teveel nadruk op het culturele karakter van Do It! Dat heeft in de klas meestal een averechts effect; · Maak duidelijk dat Do It! geen verplicht nummer is. Niets moet. Het minste vermoeden dat er dwang achter Do It! zit, kan de ideeënstroom stoppen. 16
FORM: DO006ITP0017.F
stap 6
1 Gebruik de aandacht die u aan het begin krijgt 2 Maak duidelijk wat Do It! is 3 Forceer een begin 4 Ga op alle ideeën in 5 Vul uw tijd slim in 6 Geef ruimte om ideeën op papier te zetten 7 Besteed tijd aan het verhaal van leerlingen 8 Leg uit hoe het vervolg traject eruit ziet 17
Kies de ideeën met de meeste potentie De ideeën die de scholieren leveren, laten zich – tot nu toe – in grofweg zeven categorieën indelen: 1. themafeesten (van schuimparty tot lan party, van bacardi night tot latin party) 2. hiphop/r&b (meestal het idee om zelf achter de microfoon te gaan staan) 3. dance party’s (favoriete dj’s) 4. favoriete bands 5. cabaret 6. overige ideeën (niet in te delen) 7. niet serieus ingeleverde ideeën. Aandachtspunten bij de beoordeling Voor het beoordelen en selecteren van de ideeën valt geen blauwdruk te geven. Het is voor een groot deel vingertoppengevoel. 1. Spreek met collega’s van het poppodium af en laat de ideeën rondzingen. 2. Tast met diezelfde vingertoppen af wat de potentie van de ideeën is. Dus kijk meer naar wat ze kunnen wórden dan naar wat ze zijn. 3. In hun aangeleverde vorm zijn ze vaak ruw en ééndimensionaal. Zoek naar mogelijkheden om de ideeën een draai te geven of met elkaar te verbinden. Zoek ook naar mogelijkheden om anderen erbij te betrekken, zoals een muziekschool, een kunstenaarscollectief of een filmhuis. Kijk of er workshops aan verbonden kunnen worden of andere ingrediënten aan toegevoegd. 4. De potentie van het idee is één van de selectiecriteria. Originaliteit is dat ook. Het idee moet nieuw zijn, want als het al op andere plekken (in de disco bijvoorbeeld) bestaat, hoeft het poppodium het niet dunnetjes over te doen. 5. Verder – ook heel essentieel – moet het idee praktisch en financieel realiseerbaar zijn, passen bij het imago van het poppodium en voldoen aan de subsidievoorwaarden.
6. Let bij de selectie van de ideeën op een goede verdeling tussen HAVO en VWO ideeën, op de diversiteit van de ideeën (dus niet drie do it! avonden uit de categorie je favoriete bandje) en op het multiculturele karakter ervan. De avonden moeten voor een breed publiek toegankelijk zijn. En verder... 1. Het wedstrijdelement is weliswaar een motiverende factor, maar maak er niet een te groot punt van. Er zijn geen verliezers. 2. Het is belangrijk om de uitslag goed terug te koppelen aan degenen van wie het idee geen do it! avond wordt. Dat zijn er veel. Stuur een mailtje waarin u hen bedankt voor hun inzet en hun idee. Beschrijf de ideeën die het wel geworden zijn en kondig aan dat u iedereen op de hoogte houdt.
! Belangrijk: · Zet geen zware commissie op de selectie van de ideeën. Dan komt er teveel nadruk op winnen of verliezen en daar gaat Do It! helemaal niet over; · Niet geselecteerde ideeën zijn een bruikbare informatiebron voor eventueel latere programmering van het poppodium. Ze vertellen veel over wat er onder scholieren leeft.
FORM: DO007ITP0019.G
stap 7
Belangrijk: 1 Zet geen zware commissie op de selectie van de ideeën 2 Niet geselecteerde ideeën zijn een bruikbare informatiebron voor eventueel latere programmering 18
19
stap 8
Maak er een Do It! avond van Blijf samenwerken met de bedenkers van Do It! avonden. 1. Werk het idee samen met de bedenker(s) uit. Zoek eventueel extra samenwerking of koppel het idee aan een bestaande formule van het poppodium (samenwerking met beeldend kunstenaar, avond in bepaalde stijl of iets dergelijks) en begin met de productie. 2. Zorg bij dit alles dat het idee van de bedenker(s) blijft. Pak het niet af, ga er niet mee aan de haal. 3. Houd de bedenker(s) betrokken, sla geen stap van de productiefase over. Haal ze erbij als een bandje boeken niet lukt, als het decor veranderd wordt, als er een interview gegeven moet worden, als de flyer ontworpen wordt, als de flyer binnen is. Maak gebruik van de mogelijkheden voor extra publiciteit. 1. De bedenkers van de do it! avonden zijn de beste reclamemakers die er te vinden zijn. 2. Vaak zijn kranten en andere media geïnteresseerd in het verhaal achter de do it! avond, de jongeren die de avond bedacht hebben en het maakproces. En de bedenker(s) vinden het natuurlijk erg leuk om even beroemd in eigen stad te zijn. 3. Extra mogelijkheden voor publiciteit zijn er ook via de scholen: daar worden posters opgehangen, flyers verspreid en niet te vergeten: informatie via de email adressen verstuurd.
FORM: DO008ITP0020.H
Blijf in contact met de CKV-docenten Tijdens de productiefase van een do it! avond is er weinig direct contact met de ckvdocenten. Blijf die wel op de hoogt houden (via email, krantjes en andere informatie).
1 Blijf samenwerken met de bedenkers van Do It! avonden 2 Maak gebruik van de mogelijkheden voor extra publiciteit 3 Blijf in contact met de CKV-docenten 20
21
! Belangrijk: · beloof de ideeënbedenkers nooit dingen die u niet waar kunt maken, bijvoorbeeld een bandje beloven dat u vervolgens niet kunt boeken; · zet uw expertise als programmeur in, bijvoorbeeld wat betreft de grootte van de programma’s. Niet in drie zalen programmeren als je weet dat er publiek voor ongeveer een zaal vol komt; · vergeet nooit de (potentieel) betrokken subsidiegevers uit te nodigen voor programma’s, zeker als de programma’s succesvol en druk bezocht zijn.
Wees een goede gastvrouw/-heer Blijf in uw rol als ‘gezicht van het Do It! project’. 1. De do it! avond is een feest waar de do it!-projectleider als gastvrouw of gastheer rondloopt, samen met de bedenker(s) van die avond. 2. Voor veel publiek dat van school komt kijken ben u de vertrouwde factor, het bekende gezicht – want ze hebben u tenslotte vaak genoeg op school zien rondlopen en verhalen over do it! gehoord. U bent de bindende factor, gebruik dit. 3. Houd gedurende de avond goed contact met de bedenker(s). Het is hun avond, het is hun feest. Rond het project af met zowel de ideeënbedenkers als de CKV-docenten. 1. Er zijn verschillende manieren om te evalueren. Kies een passende manier. 2. In ieder geval is het goed om de ideeënbedenker(s) apart te laten langskomen, ook al heb je ze op de do it! avond uitgebreid gesproken. Vraag hen naar de reacties die ze gehad hebben, hoe ze het zelf gevonden hebben, of ze nog optredens aangeboden hebben gekregen etc. 3. Neem voor de evaluatie met de ckv-docenten ook tijd. Vraag en geef feedback op hoe het hele proces is verlopen.
! Belangrijk: · zorg voor goed beeldmateriaal van de Do It! avonden en gebruik dit bij de volgende presentatie van Do It! op scholen. Zet dit beeldmateriaal eventueel ook op de website van het poppodium en link het met de website van de scholen.
FORM: DO009ITP0023.I
stap 9
1 Blijf in uw rol als ‘gezicht van het Do It! project’ 2 Rond het project af met zowel de ideeënbedenkers als de CKV-docenten Belangrijk: *1 zorg voor goed beeldmateriaal van de Do It! avonden en gebruik dit bij de volgende presentaties van Do It! 22
23
Modelplanning Het Burgerweeshuis Een goede planning is sterk afhankelijk van de lokale situatie en wordt voor een deel bepaald door het schoolvakantie schema en zaken als tentamenweken. De tijd die je hebt om acts te regelen bij ideeën is soms nogal aan de krappe kant, maar als je dit zou willen veranderen komt er veel tijd te zitten tussen het indienen van de ideeën en de realisatie ervan. De modelplanning geeft niet meer dan een grove indeling van tijdsinvestering.
AUG
do. 01 – za. 31
· Planning maken met ckvdocenten · do it! avonden alvast reserveren in de eigen programmering
SEP
zo. 01 – ma. 30
· Ideeën werven in de klas · Tussentijdse selectie maken van de goede ideeën
OKT
di. 01 – do. 31
· Definitieve ideeën kiezen en waar nodig verbreden/ combineren · Bedenkers uitnodigen · Programmeren
NOV
vr. 01 – za. 30
· Begin november programma rond · In overleg met bedenkers grafisch ontwerper opdracht geven ontwerpen flyer / poster
DEC
zo. 01 – di. 31
· Persberichten versturen + interviews regelen met ideeënbedenkers · Half december 2 do it! avonden
JAN
wo. 01 – vr. 31
· 1 do it! avond · Start werven overige klassen · Evaluatie met bedenkers
· Half november flyer ontwerp + poster ontwerp klaar, naar drukker · Eind november verspreiding flyers + posters
FEB
za. 01 – vr. 28
· Begin februari werven ideeën
MRT
za. 01 – ma. 31
APR
di. 01 – wo. 30
· Ideeën uitkiezen.
· Eind april programma rond
· Bedenkers uitnodigen
· Eind april start flyer en poster ontwerp
· Starten met programmeren
MEI
do. 01 – za. 31
· Eind mei flyers + poster klaar · Eind mei persberichten klaar
JUN
zo. 01 – ma. 30
· Begin juni versturen persberichten + interviews ideeënbedenkers regelen · Begin juni verspreiding flyers en posters · Laatste vrijdag of zaterdag van juni 1 do it! avond
24
25
JUL
di. 01 – do. 31
vakantie!
Modelbegroting Het Burgerweeshuis Uitgaven
2002
2003
2004
Inkomsten
1.134,81 181,81 409,00 3.109,00 68,00 454,50 227,30 1.023,00
Entree: 4 avonden x 250 x € 5,50
2002
2003
2004
1. Voorbereidingskosten Ontwerpkosten Drukkosten flyers Drukkosten posters Personeelsuren: 152 x € 20,42 Domeinnaam hosting Begeleidingskosten Reiskosten Overheadkosten
€
1.134,81 181,81 409,00 3.109,00 68,00 454,50 227,30 1.023,00
€
1.134,81 181,81 409,00 3.109,00 68,00 454,50 227,30 1.023,00
€
Bijdrage gemeente1
€ 6.607,42
€ 6.607,42
€ 6.607,42
Budget programma 4 producties Drukkosten flyers 4 maal Drukkosten posters 4 maal Personeelsuren: 228 x € 20,42 Productiekosten 4 avonden Kosten Do It! internetsite Reiskosten Kosten artistieke begeleider Overheadkosten
€ 10.909,00 727,30 1.500,00 4.663,60 4.545,45 681,80 222,30 454,50 3.548,74
€ 10.909,00 727,30 1.500,00 4.663,60 4.545,45 681,80 222,30 454,50 3.548,74
€ 10.909,00 727,30 1.500,00 4.663,60 4.545,45 681,80 222,30 454,50 3.548,74
Totale kosten uitvoering
€ 27.252,69
€ 27.252,69
€ 27.252,69
Personeelsuren: 76 x € 20,42 Website onderhoud + updaten Methodiek ontwikkeling1 Reiskosten Overheadkosten
€
€
€
Totale kosten evaluatie
€ 3.404,50
€ 3.404,50
€ 3.404,50
Totaal uit:
€ 37.264,61
€ 37.264,61
€ 37.264,61
5.500,00
€
5.500,00 11.344,51
15.882,31
15.882,31
15.882,31
Bijdrage Burgerweeshuis
4.537,80
4.537,80
4.537,80
Bijdrage VNP
4.537,80 € 37.264,61
€ 37.264,61
Totale inkomsten
€ 37.264,61
De originele deelname van de gemeente Deventer was € 11.344,51. Door vermindering van de toekenning in 2002 met € 4537,80 is er een tekort op de begroting ontstaan. Hiervoor wordt ook een aanvraag ingediend bij het stimuleringsfonds CKV van de VNP. Er wordt vanuit gegaan dat de gemeente Deventer in de periode 2003/2004 weer volledig mee subsidieert.
2. Evaluatiefase 1.554,50 227,30 909,00 227,30 486,40
€
11.344,51
Bijdrage provincie Overijssel
1. Uitvoeringsfase
1.554,50 227,30 909,00 227,30 486,40
5.500,00 6.806,70
1
Totale kosten voorbereiding
€
1.554,50 227,30 909,00 227,30 486,40
1
Deze post betreft zowel de methodiek ontwikkeling als de presentatie ervan. Doordat nog onzeker is op welk moment de realisering ervan plaatsvindt en het een continu proces is, is deze post over meerdere jaren opgenomen.
26
27
Hiphop meets Classic
interview Joost (16 jaar) zit op een barkruk van het Burgerweeshuis café. Hij is lang – 1 meter 90 – en zal nog wel een stukje doorgroeien. Wijde broek, wijd shirt en strakke wollen muts op zijn hoofd. Even later komt Nikita (15 jaar) binnen. Haar hakken klakken op de houten vloer. Ze heeft een lange roodleren jas aan, haar ogen zijn donker van de mascara en eyeliner. Joost is rapper en zit in een band die DnV heet. Deze heeft hijzelf opgericht. Nikita speelt al bijna 7 jaar viool. Ze krijgt les op de muziekschool. Afgelopen december – nu zo’n 5 maanden geleden – stonden ze samen op het podium van het Burgerweeshuis met een hiphop nummer. Onder de titel ‘hiphop meets classic’ was er die avond een hiphopparty met optredens van DnV en de professionele formaties Most High Brotherz en Cilvaringz. Joost is een groot fan van Cilvaringz en die avond was zijn droomavond. Hij bedacht en organiseerde hem samen met medescholier Tijn als onderdeel van het project do it! We vertrekken van het café naar een rustig zaaltje boven het poppodium. Beneden is een receptie aan de gang van een wethouder die afscheid neemt. Geroezemoes in de gang. Dames en heren bij de garderobe. Het ruikt naar eten. Joost en twee jongens van zijn band gaan er straks optreden. Boven schuiven we aan een grote lege tafel en vertellen Joost en Nikita hoe hiphop classic heeft ontmoet. Het begon toen Mano van het Burgerweeshuis in de klas van Joost kwam tijdens een CKV les. Joost vertelt hoe dat ging. “Mano legde uit dat we allemaal onze droomavond mochten opschrijven en inleveren. Als jouw idee gekozen werd, omdat het het beste was of de meeste motivatie had, dan werd het uitgewerkt. Ik had al een idee. Een vriend van mij had met zijn hiphopband in het voorprogramma van zijn favoriete band gestaan. Dat leek me ook wel wat. Ik wou de Most High Brotherz en Cilvaringz uitnodigen en dan wijzelf in het voorprogramma. Misschien nog breakdancers erbij en graffiti.”
29
In de klas heeft hij meteen over zijn idee verteld. “In het begin is iedereen een beetje verlegen,” zegt Joost. “maar toen ging Mano de boel een beetje uitdagen. Hij ging iedereen één voor één confronteren. Wat zou jij willen? Wat zou jij willen? Zo het rijtje af.” Joost heeft zijn idee in zijn eentje opgeschreven. Tijn, in een andere klas, had ongeveer hetzelfde idee. Tijn is de broer van iemand in Joost zijn band, dus vandaar. Hun idee werd uitgekozen. Wanneer kreeg hij het te horen? “Mano belde me op, drie weken daarna of zo. Hij zei: je bent uitgekozen, je mag wel blij zijn.” En was hij blij? “Ja! Cilvaringz kwam!” Ze hadden regelmatig afspraken met Mano. Om de boel door te nemen. Om af te spreken wie wat zou doen. Willem, de andere rapper van DnV, had al contact met Cilvaringz. Hij kende ze persoonlijk. Dus daar hoefde niet zo’n bureau tussen te komen. Wat later kwam Mano met het idee om samen met mensen van de muziekschool iets te doen. “In het begin was ik niet zo enthousiast,” zegt Joost. “De muziekschool… dan denk ik aan blokfluit en piano.” Ze hebben toch ‘ja’ gezegd, want uiteindelijk leek het ze wel leuk om iets met live muziek te doen.
Hoe ging het ondertussen op de muziekschool? “Mijn vioolleraar zei op een gegeven moment dat er een violist nodig was voor een hiphop nummer,” vertelt Nikita. “Dat ging via de popdocent van de muziekschool. Ik dacht gelijk: hartstikke leuk.” Wat stelde ze zich daarbij voor? “Gewoon, op het podium staan. Vroeger had ik daar niet zoveel mee. Ik was nogal bang om op te treden. Maar nu zou ik wel veel vaker voor een publiek willen staan.” En wat vindt ze van rap? Daar is ze nooit zo mee bezig geweest. Ze houdt er niet van, van hardrock ook niet trouwens. Haar smaak gaat meer in de richting van Shakira. Maar dat verschillende muziekstijlen met elkaar worden gecombineerd, vindt ze wel erg leuk. Het plan was om een muzieksample van de film Rambo te nemen. Joost en zijn band hebben twee maten van die muziek op een bandje gezet en afgegeven bij de muziekschool. Mano had inmiddels al contact gelegd met de popdocent daar. De popdocent schreef de muziek uit. “Het was niet zo moeilijk om te spelen,” zegt Nikita. “Ik speelde het samen met een trompettist. Om de beurten en dan weer gelijk. Heel soms variaties erop.” De telefoon van Joost begint te zingen. Zo’n deuntje dat maar niet ophoudt. Joost neemt hem op. Het is één van de jongens van de band. “Je moet kwart voor zes hier zijn... OK… zie je dan.”
“De muziekschool… dan denk ik aan blokfluit en piano.”
Wat zijn dat? “Beelden geven. Niet over het getto, maar over het leven.” In een decor van tien grote platen met graffiti – zelf gemaakt, Mano had voor de spuitbussen gezorgd – begon de avond met de Most High Brotherz. Toen kwam DnV. Cilvaringz zou de avond afsluiten. “DnV speelde acht nummers,” vertelt Joost. “Het laatste nummer was met hun.” Hij kijkt even naar Nikita. “Iedereen was super enthousiast over die muziekschool. Eerst kondigden wij aan: nu komt er een nummer met de muziekschool. Het publiek was helemaal stil. Je zag ze zo een beetje rondkijken van, wat muziekschool… dat is helemaal niet cool en zo. Toen begon de beat en je zag die mensen kijken… oookeeee. Ja, dat was wel leuk.” Nikita zegt: “Ik hoorde later van mijn moeder – die was ook gekomen – dat toen ik opkwam, gelijk iedereen zei: viool, een viool. Ik had eigenlijk niet gedacht dat het zo goed zou zijn. Ik had echt niet gedacht dat ze het leuk zouden vinden.”
In de muziekschool speelden Nikita en de trompettist het stukje Rambomuziek voor Joost, Tijn en een paar bandleden. Het was de eerste ontmoeting. “Toen wij dat hoorden vonden wij het mooi,” zegt Joost met een lachje. “Heel mooi.” Ze hebben maar twee keer met elkaar geoefend. De eerste keer ging nogal chaotisch. Van de muziekschool waren er – naast Nikita’s viool en de trompet – een drum, een basgitaar en een elektrische gitaar. En de popdocent. “Eerst nam niemand het initiatief. Het ging echt heel rommelig en door elkaar,” zegt Nikita. “Het werd zo’n beetje geleid door die popleraar,” vertelt Joost. “Maar die wist ook niet echt wat hij moest doen, hè?” zegt Nikita. “Nee,” antwoordt Joost. “Toen hebben wij op een gegeven moment gezegd: dat kan zo of zo. En als wij rappen moet daar niet die trompet of die viool doorheen.” Ze hadden al een beat gekozen om eronder door te laten lopen. “Het begon met de basgitaar en dan het ritme erdoor heen,” zegt Joost. “Zo’n soort opbouw.” “We hebben geprobeerd hoe het zou kunnen gaan,” vult Nikita aan. “Ja,” zegt Joost. “En dan zou ik een stukje rap doen en dan Willem en dan kwam de melodie. Het fragment, zeg maar. De viool was de melodie, samen met de trompet. Daartussen zaten de basgitaar, de drum en de elektrische gitaar. En op het einde, als wij klaar waren met rappen, dan zou de trompet overblijven. Heel mooi. Alleen die trompet. A capella.”
Weer het deuntje van Joost zijn telefoon. Weer een van de jongens van de band. Joost en Nikita kenden elkaar niet. Ze zitten op verschillende locaties op school, Joost in vijf HAVO en Nikita in drie VWO. Ze hebben geen gemeenschappelijke vrienden, gaan op andere plaatsen uit in Deventer en hebben ook een heel verschillende smaak wat betreft muziek. De ontmoeting heeft niet echt geleid tot een verandering van die smaak. Nikita hield niet van hiphop en is dat ook niet gaan doen na haar optreden met DnV. Van klassieke muziek houdt ze trouwens ook niet zo. Ze stopt binnenkort met haar klassieke vioollessen. Joost valt ook niet op klassiek. Hij luistert er wel eens naar, maar dat is omdat zijn ouders dat soms
Waar de tekst over ging, kan hij echt niet vertellen. “Niet belangrijk,” zegt hij. “Metaphorical lyrics.” 30
31
“Het plan was om een sample van muziek van de film ‘Rambo’ te nemen.” doen. Die hebben de klassieke muziek trouwens pas sinds kort ontdekt. “Ze zijn eindelijk tot rust gekomen,” verklaart hij. Allebei willen ze de muziek in, later. Nikita heeft afgelopen vrijdag opgetreden in het Burgerweeshuis met haar vader, die popmuzikant is en docent Nederlands. Hij heeft een schoolbandje met veel zangeressen en Nikita wil wel vaker mee gaan doen. Ze droomt niet echt van een carrière in de popmuziek, maar wil het optreden er wel graag bij gaan doen. Joost weet nog niet zeker of hij later rapper wil worden. Hij zou er graag van willen leven, maar denkt dat dat wel moeilijk zal worden. Anderhalf uur later staat Joost met twee van zijn vrienden te rappen op het podium ter ere van het afscheid van de wethouder. De wethouder had jeugdbeleid onder zijn hoede, vandaar. De jongens rappen hun tekst, ritmisch komen de woorden voorbij. De dames en heren op de receptie luisteren met verschillende aandacht. Sommigen vrij beleefd, een enkeling staat geamuseerd wat op de beat mee te bewegen en er zijn ook mensen die hun schouders ophalen en duidelijk maken dat ze dit toch echt niet volgen. Voor mensen van 15 lijkt alle klassiek muziek op elkaar. Ze snappen niet waar die muziek over gaat. Mensen van 40 jaar en ouder hebben dat met hiphop. Hoewel er natuurlijk altijd uitzonderingen zijn.
Je kop boven het maaiveld uitsteken
interview Gré (35 jaar) en Ron (36 jaar) zijn allebei CKV-docent aan het Etty Hillesum Lyceum in Deventer, allebei beeldend kunstenaar. Allebei hebben ze ervoor gekozen het leraarschap ‘erbij’ te doen. Inmiddels zijn ze tamelijk diep dat vak ingezogen. Leraar zijn kan bijna niet half. Ron geeft zelfs meer dan full time les. Gré zit ruim 10 jaar in het vak. Ze geeft tegenwoordig alleen nog les aan de bovenbouw van HAVO/VWO. Ron staat nu 11 jaar voor de klassen van lbo, vmbo, havo en vwo.
Ze hebben allebei de invoering van het vak CKV (culturele en kunstzinnige vorming) meegemaakt. En allebei zijn ze erg enthousiast over Do It! “Ja,” lachen ze, “we hebben veel overeenkomsten.” “Op een gegeven moment kwam Mano van het Burgerweeshuis naar me toe,” vertelt Gré. “Ik kende hem al. Hij vroeg of hij iets over Do It! in de klas mocht komen vertellen. Dat vond ik prima. Sindsdien komt hij steeds weer terug.” Zij en Ron waren benieuwd hoeveel reacties erop zouden komen, die eerste keer. “Het leek natuurlijk een heel mooi plan,” zegt Ron. “En vanuit je ervaring in het onderwijs weet je dat mooie plannen soms heel snel kunnen stranden.” “Het is heel belangrijk hoe je het aanpakt,” beaamt Gré. “Leerlingen zijn op zich wel enthousiast,” zegt Ron. “maar er is een drempel. Je moet je kop in zo’n klas niet al te veel boven het maaiveld uitsteken, want dan wordt hij afgehakt. Als je een klas binnengaat en zegt: nou jongens, Do It! Wie heeft er een leuk idee? – dan zul je weinig leerlingen zien die hun hand opsteken.” Mano pakt het anders aan. “Hij komt binnen als mister Do It!, niet als leraar.” zegt Gré. “Hij is nog maar 22 en dat zegt hij ook altijd. Dat vinden leerlingen heel leuk.”
33
Wat ook scheelt: Do It! is geen verplichting. “Het is iets waar je aan mee mág doen,” zegt Ron. “Je hoeft niet. Eén van de standaard openingsvragen van Mano is: wat is je favoriete feestavond? Wat vind jij dat we hier in Deventer niet hebben en wat zou je hier wel graag willen? Dan zie je een gesprek op gang komen.” Mede op aanraden van Gré en Ron is na de eerste ronde Do It! besloten om het volgende jaar twee keer in plaats van maar één keer naar de klas te komen. “Als je leerlingen een formulier geeft en zegt: zie maar of je het invult, wordt het niets.” zegt Gré. “Maar als je zegt: ik kom de volgende week terug om die formulieren op te halen, wordt het een ander verhaal. Ze zijn heel plichtsgetrouw, die leerlingen.” “Ja, dat huiswerk is er ingeslagen!” lacht Ron. “Je zou soms bijna respect hebben voor leerlingen die het een keer niet doen, ware het niet dat het je eigen taak weer lastig maakt.” Wat betekent de samenwerking met een culturele instelling als het Burgerweeshuis voor de school? “Ik vind eigenlijk dat je elk initiatief van welke culturele instelling in Deventer dan ook moet toejuichen,” zegt Ron. “Omdat die klik tussen culturele instellingen en school zo belangrijk is. Jarenlang was er eigenlijk niets. Je ging wel eens met een groepje leerlingen naar een museum of deed de beeldenroute, maar dat was het
wel. Laatst had ik een vergadering met de culturele raad. Ik heb gezegd dat ik graag een website op school wil waar de culturele instellingen hun actuele aanbod presenteren. Niet alleen exposities of concerten, maar ook andere dingen. Stel dat er een kunstenaar is – er zijn hier in Deventer behoorlijk wat ateliers – die het leuk vindt om een groep van vier leerlingen iets te vertellen over zijn werk. Stel dat er drie of vier kunstenaars zijn die dat willen. Dan kan je zo’n aanbod op de website zetten zodat leerlingen zich erop kunnen inschrijven. De kunstuitleen zou zoiets wel kunnen coördineren.” Dat de uitvoering van Do It! bij het Burgerweeshuis ligt, kan in hun ogen niet anders. De begeleiding kost veel tijd, dat zouden ze nooit naast hun reguliere baan kunnen hebben. Dat het project met geld van buitenaf wordt gesteund, zien ze als een noodzakelijk kwaad. De school zelf heeft het geld er gewoon niet voor. Maar ze zouden Do It! niet willen missen. “Je ziet ze gewoon groeien,” zegt Gré over de leerlingen van wie het idee is uitgekozen. “Het is een behoorlijk leerproces voor ze,” vult Ron aan. “Ze zien wat er allemaal bij de organisatie van zo’n feest komt kijken. Met flyers en reclame, wat vraag je voor entree, wat doe je met decors… Ze gaan zich er belangrijker door voelen. Leerlingen die ze op de gang tegenkomen, zeggen: kijk dat is die van het feest. Dat werkt motiverend. Hadden wij ook wel gewild, zie je
“Hij komt binnen als ‘mister Do It’ niet als leraar en hij is nog maar 22 jaar.”
“Je ziet ze gewoon groeien, die leerlingen van wie het idee is uitgekozen.”
ze denken. En als Mano dan het volgende jaar weer komt, zijn er nieuwe ronden en nieuwe kansen.” “Het is goed als het een traditie binnen de school wordt,” vult Gré aan. “iets dat jaarlijks terugkomt, zodat het een bepaalde status krijgt.” Gaat Do It! over kunst of cultuur? Ron antwoordt onmiddellijk. “Ik vind het in eerste instantie niet eens zo belangrijk of je het woord cultuur er aan kunt hangen of niet. Want leerlingen komen daarna nog wel terug, zeker de leerlingen die er rechtstreeks bij betrokken waren. Die gaan daarna kijken naar dingen waar een iets grotere c van cultuur aan vast zit.” “Je kunt je wel afvragen of het allemaal zo origineel is wat ze verzinnen.” zegt Gré. “Van die jongens die het alleen maar over bier drinken hebben bijvoorbeeld. Ik snap wel dat dat stoer is, maar zo kom je niet verder natuurlijk. Je moet ze wel een beetje sturen.” “Als ik bij Mano in de klas zit, steek ik wel eens mijn vinger op,” zegt Ron. “En als leerlingen aan het brainstormen zijn, ga ik er even bij zitten. Soms heb ik een aanvulling, soms geef ik ze een duwtje, soms geef ik er misschien een wat meer culturele draai aan. Maar je moet het woord cultuur niet teveel op de voorgrond zetten. Dan krijgen leerlingen snel een verplicht gevoel.”
de betekenis van ‘verantwoord’.” “Cultuur is voor hen meestal klassieke kunst, klassiek muziek, klassieke schilderkunst.” zegt Ron. “Dat beeld moet je doorprikken. Cultuur kan ook anders zijn. Als je dat zegt, komen ze soms opeens met onzinnige vragen. Of een dorpsfeest in Havelte ook mag als culturele activiteit.” Hoe reageert hij in zo’n geval? “Ik ga daar altijd serieus op in. Kap het nooit af. Ik kijk of ik er iets uit kan peuteren waardoor ik het idee heb dat het verantwoord is.” “Ik zeg altijd: een culturele activiteit, daar ga je naar toe. Daar moet je moeite voor doen.” zegt Gré. “Je gaat niet thuis je katten beschrijven. Je doet iets wat je anders niet doet, iets bijzonders.” Hoe zouden ze Do It! verkopen aan collega CKV-docenten? Gré somt de voordelen in een lange adem op. “Het is leuk, voor leerlingen verlaagt het drempels naar de culturele instelling, ze leren er veel van, je krijgt een totaalpakket binnen de school waar je als docent verder niet veel aan hoeft te doen, het contact tussen school en culturele instelling wordt verbeterd en verder is Do It! heel handig. Je mag achter de schermen meedraaien. Zo’n kans krijg je bijna nooit. Er was een meisje dat wel eens de flyer van het Burgerweeshuis wilde ontwerpen en dat gaat ze nu doen. Dat is uniek. Zelf actief
Wat voor beeld hebben leerlingen eigenlijk van cultuur? “Ik laat ze de eerste les altijd een kunst autobiografie schrijven.” vertelt Gré. “Ze schrijven op wat ze hebben gezien of gelezen. Vervolgens vraag ik of ze kunnen omschrijven wat cultuur volgens hen is. Vaak associëren ze cultuur met de normen en waarden van de samenleving. Met alles wat aangeleerd is. Cultuur heeft voor hen 34
35
iets maken en organiseren komt nauwelijks voor binnen CKV. Ik zou daar in de toekomst wel veel meer mee willen.” Ron kan niets meer aanvullen. Hij moet er als een speer vandoor, anders komt hij te laat voor de les.