Dit bestek is opgesteld met de STABU-systematiek, uitgave: onder licentienummer: E

BESTEKSOMSCHRIJVING Ten behoeve van: Clubhuis R.C. The Dukes Besteknummer: 79.074

Datum: 25-09-2012

Dit bestek is opgesteld met de STABU-systematiek, uitgave: 2012-1 onder licentienummer: 89.10.01.E

Opdrachtgever: Stichting Sportakk. R.C. The Dukes Limietlaan 7 5216 JJ 's-Hertogenbosch Postbus 1583 5200 BP s-Hertogenbosch tel.: 073 - 613 60 61 Algemene omschrijving van het werk: Het gehele werk bestaat uit de nieuwbouw van een sportakkomodatie aan de Limietlaan te 's-Hertogenbosch. Dit bestek bestaat enkel uit de beschrijving van het bouwkundig gedeelte. Besteknummer: 79.074 Datum: 25-09-2012 Kadastrale gegevens perceel: Gemeente: 's-Hertogenbosch Sectie: N. Nummer: 2030 Directie: Architektenburo Becker b.v. Oude Vlijmenseweg 116 5223 GS 's-Hertogenbosch tel.: 073 - 614 77 03 fax.: 073 - 614 58 29 contactpersoon: Dhr. ir. A.L. Becker tel.: 0628 - 84 35 95 E-mail: [email protected] Architect: Architektenburo Becker b.v. Oude Vlijmenseweg 116 5223 GS 's-Hertogenbosch tel.: 073 - 614 77 03 fax.: 073 - 614 58 29 contactpersoon: Dhr. ir. A.L. Becker tel.: 0628 - 84 35 95 E-mail: [email protected] Adviseur: Adviseur constructies: Wijcon Waalwijk B.V. Van Liemptstraat 10 5145 RB Waalwijk Postbus 210 5140 AE Waalwijk tel.: 0416 - 78 48 90 fax.: 0418 - 65 12 50 contactpersoon: Dhr. ir. F.A.M. Verzantvoort E-mail: [email protected]

Adviseur: Adviseur installaties: Sweegers en de Bruijn BV Goudsbloemvallei 31 5237 MH 's-Hertogenbosch Postbus 417 5201 AK 's-Hertogenbosch tel.: 073 - 641 13 00 fax.: 073 - 642 43 16 contactpersoon: Dhr. ing. C.J.M. Reinieren E-mail: [email protected]

Inhoudsopgave:

00 05 10 12 14 15 17 20 21 22 23 24 25 30 31 32 33 34 35 36 38 40 41 42 43 44 45 46 47 48 50 51 52 53 54 55 60 61 68 70 75 78

BESTEKOMSLAG TITELPAGINA OVERZICHT BIJLAGEN EINDPAGINA VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN UAV 2012 BOUWPLAATSVOORZIENINGEN STUT- EN SLOOPWERK GRONDWERK BUITENRIOLERING EN DRAINAGE TERREINVERHARDINGEN TERREININRICHTING FUNDERINGSPALEN EN DAMWANDEN BETONWERK METSELWERK VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN RUWBOUWTIMMERWERK METAALCONSTRUCTIEWERK KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN SYSTEEMBEKLEDINGEN TRAPPEN EN BALUSTRADEN DAKBEDEKKINGEN BEGLAZING NATUUR- EN KUNSTSTEEN VOEGVULLING GEVELSCHERMEN STUKADOORWERK TEGELWERK DEKVLOEREN EN VLOERSYSTEMEN METAAL- EN KUNSTSTOFWERK PLAFOND- EN WANDSYSTEMEN AFBOUWTIMMERWERK SCHILDERWERK BINNENINRICHTING BEHANGWERK, VLOERBEDEKKING EN STOFFERING DAKGOTEN EN HEMELWATERAFVOEREN BINNENRIOLERING WATERINSTALLATIES SANITAIR BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIES GASINSTALLATIES VERWARMINGSINSTALLATIES VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIES REGELINSTALLATIES ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES COMMUNICATIE- EN BEVEILIGINGSINSTALLATIES GEBOUWENBEHEERSYSTEMEN

1 22 31 32 35 41 43 45 49 63 72 78 82 90 100 101 104 110 113 114 117 120 122 127 129 131 136 140 141 143 146 149 159 176 189 193 201 218 237 260 281 285

Bij de beschrijving van het werk behorende tekeningen: Bij de beschrijving van het werk behorende bijlagen: - volgens documentenlijst, bijlage bij dit bestek. Overige bijlagen: - model garantieverklaring model II - model coördinatie-overeenkomst met schadevergoedingsregeling - model bankgarantie model I - veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) ontwerpfase - veiligheids- en gezondheidsdossier (V&G-dossier) - rapportage bodemgesteldheid - grondonderzoeksrapport met grondwaterstandsgegevens - rapport funderingsadvies - rapport bouwfysica - rapport archeologisch onderzoek - afwerkstaat - materialenstaat - kleurenstaat - hangen sluitwerkstaat Destil - verfbestek Sikkens ST0157-1-2012 dd. 20-08-2012 - F1 norm kleedaccomodaties - Hygiënecode sportkantines - omgevingsvergunning - bestek E-installaties van Swebru - bestek W-installaties van Swebru

Aldus opgemaakt en ondertekend: Datum: 25-09-2012 Plaats: 's-Hertogenbosch

Clubhuis R.C. The Dukes Architektenburo Becker b.v.

Besteksnummer: 79.074 Datum: 25-09-2012

00

VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN UAV 2012

00.01

VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN EN VOORSCHRIFTEN

00.01.10

VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN 01 VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN Van toepassing zijn de standaard technische bepalingen in de STABU-Standaard 2012, alsmede, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk is afgeweken in het bestek, de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken (UAV 2012), vastgesteld bij beschikking van 19 januari 2012 nr. 2012-2000541953 van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, zoals deze zijn opgenomen in de STABU-Standaard 2012 als bijlage II, uitgegeven door Stichting STABU te Ede.

00.02

AANVULLENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN UAV 2012

00.02.01

AANDUIDINGEN, BEGRIPSBEPALINGEN 01 WERKTERREIN Onder werkterrein wordt verstaan het terrein of het water dat door de opdrachtgever aan de aannemer voor de uitvoering van het werk ter beschikking wordt gesteld, het terrein of het water waarop en waarin het werk wordt uitgevoerd daarin begrepen. 93 DOCUMENTEN Onder document wordt verstaan alle informatie ongeacht de aard van de informatiedrager waarop of waarin deze informatie is vastgelegd.

00.02.02

VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORSCHRIFTEN 01 GELDIGHEID Daar waar een publicatie zonder datum is vermeld, is deze publicatie van toepassing zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding luidt. 02 PUBLICATIES Daar waar een technisch normvoorschrift, praktijkrichtlijn, beoordelingsrichtlijn of een andere publicatie is vermeld, is deze van toepassing. Daar waar bij een publicatie een correctie (c) of een aanvulling (a) of een wijziging (w) is vermeld, is deze publicatie inclusief die correctie, aanvulling of wijziging van toepassing. 90 TEGENSTRIJDIGE BEPALINGEN Indien de algemene (leverings-)voorwaarden van de aannemer tegenstrijdig zijn met de bepalingen in deze besteksomschrijving, prevaleert de besteksomschrijving. 91 STRIJDIGHEDEN In afwijking van de UAV, paragraaf 2, lid 4, vullen contractstukken elkaar aan. Bij strijdigheden de duurste vorm aanhouden voor prijsbepaling. Indien na de opdrachtverstrekking klaarblijkelijke strijdigheden worden geconstateerd, waarvoor de opdrachtgever niet was gewaarschuwd door de aannemer, terwijl de aannemer redelijkerwijs wel op de hoogte had kunnen zijn van deze tegenstrijdigheden, dan zal door de opdrachtgever worden gehandeld alsof de aannemer bij zijn prijsaanbieding de

89.10.01.E

Blad:

1



duurste vorm heeft aangehouden. 92 TEGENSTRIJDIGHEDEN TIJDENS DE UITVOERING Bij tegenstrijdigheden in de op het werk betrekking hebbende stukken dient in principe onderstaande prioriteitsvolgorde te worden aangehouden: 1. bepalingen, voorschriften, verordeningen, voorwaarden en aanwijzigingen door of vanwege de overheid; 2. normbladen, -voorschriften, attesten e.d.; 3. de bij de levering door fabrikant/leverancier te verstrekken verwerkingsvoorschriften; 4. in goedgekeurde notulen van bouw en/of tijdens de werkvergaderingen vastgelegde besluiten; 5. bestekswijzigingen; 6. constructie- en installatiewerktekeningen, voor zover betrekking hebbend op constructie- en installatieonderdelen; 7. bouwkundige werken detailtekeningen; 8. de nota('s) van inlichtingen; 9. dit bestek; 10. de bij dit bestek behorende bestekstekeningen; 11. de STABU Standaardbepalingen 2007. Voor tekeningen geldt in de eerste plaats de tekening met de grootste schaal. 93 SIGNALERING TEGENSTRIJDIGHEDEN Het in 91 en 92 bepaalde laat onverlet de verplichting van de aannemer om de opdrachtgever te waarschuwen in geval van een klaarblijkelijke tegenstrijdigheid tussen onderdelen van het bestek. 00.02.05

VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER 01 BOUWBESPREKING De bouwbespreking zoals bedoeld in paragraaf 5, lid 1 van de UAV 2012 zal worden gehouden. 03 AFLEVERING BOUWSTOFFEN OPDRACHTGEVER Door de opdrachtgever beschikbaar gestelde bouwstoffen worden kosteloos op of in het vervoermiddel bij het werkterrein afgeleverd. 90 INLICHTINGEN De opdrachtgever zorgt voor het verstrekken van de benodigde inlichtingen ten aanzien van de bouwwerkzaamheden aan de directe omgeving en gebruikers van het complex. 92 VERGADERRUIMTE De opdrachtgever stelt ruimte beschikbaar ten behoeve van het houden van bouwvergaderingen en directieoverleg. - in bestaande kantine op ca. 60m afstand

00.02.06

VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER 01 ONDERGRONDSE KABELS EN LEIDINGEN De aannemer meldt de aanvang van de uitvoering van de (graaf)werkzaamheden, waarbij mogelijk in de grond aanwezige kabels en leidingen betrokken zijn, conform de grondroerdersregeling (Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten; WION) aan het daarvoor bestemde digitaal loket van het Kadaster (Klic-online). Vóór de aanvang van de (graaf)werkzaamheden waarbij in de grond aanwezige kabels en leidingen betrokken zijn, traceert de aannemer de ligging hiervan en draagt hij er zorg voor dat tijdens de uitvoering van de (graaf)werkzaamheden daaraan geen schade

89.10.01.E

Blad:

2



ontstaat. De aannemer draagt er zorg voor dat de ontvangen gegevens over in de grond aanwezige kabels en leidingen op de bouwplaats aanwezig zijn en instrueert uitvoerend en machinebedienend personeel. 02 VRIJWARING De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen alle eventuele aanspraken die door de belastingdienst in het kader van de ketenaansprakelijkheidsregeling worden gemaakt, alsmede tegen eventuele hierop gebaseerde verhaalsaanspraken van onderaannemers die met (een deel van) het werk zullen worden belast. De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten (onderaannemings)overeenkomsten opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen. 04 NALEVEN WET ARBEID VREEMDELINGEN Onder verwijzing naar paragraaf 6, lid 11 van de UAV 2012 wordt de aannemer geacht bekend te zijn met hetgeen in de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) bepaald is omtrent het verbod om vreemdelingen in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. De aannemer leeft de bepalingen van de Wav na, alsmede deze besteksbepaling. Bij elke bouwvergadering zorgt de aannemer ervoor dat "de naleving van de Wav" wordt geagendeerd, besproken en opgenomen in het verslag. De aannemer wijst iedere door hem bij de uitvoering van het werk gecontracteerde onderaannemer schriftelijk op de bepalingen van de Wav en verplicht de onderaannemer de bepalingen van de Wav na te leven en deze besteksbepaling op te nemen in door hem te sluiten (onderaannemings)overeenkomsten. Alle aan de (niet)naleving verbonden gevolgen en kosten zijn voor rekening van de aannemer. De aannemer stelt mede namens de opdrachtgever de identiteit vast van alle op het werk aanwezige vreemdelingen als bedoeld in artikel 15 Wav en controleert de identiteitsbewijzen en de tewerkstellingsvergunningen van deze vreemdelingen op echtheid en geldigheid. De aannemer bewaart mede namens de opdrachtgever kopieën van deze documenten in zijn administratie als bedoeld in artikel 15 Wav tot tenminste 5 (vijf) jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de oplevering plaatsvindt. De aannemer kan hierbij gebruikmaken van elektronische middelen. De opdrachtgever, dan wel de door hem aangewezen persoon, kan op ieder willekeurig moment de naleving door de aannemer van de Wav en deze besteksbepaling controleren. Op eerste verzoek van de opdrachtgever, dan wel de door hem aangewezen persoon, zal de aannemer onverwijld de betreffende administratie en (opgeslagen) documenten overleggen. Bij welke overtreding van de Wav dan ook, geconstateerd door de Arbeidsinspectie of enig ander 89.10.01.E

Blad:

3


05

10

12

13

90

93

89.10.01.E


orgaan, komen boetes die daaruit voor de opdrachtgever voortvloeien, voor rekening van de aannemer en vrijwaart de aannemer de opdrachtgever ter zake. De opdrachtgever zal deze boetes aan de aannemer doorbelasten en de aannemer zal deze op eerste verzoek aan de opdrachtgever vergoeden dan wel zal de opdrachtgever deze boetes verrekenen met de eerstvolgende (termijn)betaling(en) door de opdrachtgever aan de aannemer te doen, zonder dat deswege een ingebrekestelling nodig is en ongeacht een eventueel bezwaar of beroep van de aannemer tegen de opgelegde boete. Het voorgaande laat alle overige rechten en aanspraken van de opdrachtgever onverlet. ONGEVALLEN De aannemer moet de directie terstond op de hoogte stellen van alle ongevallen op het werkterrein, met verstrekking van alle ter zake doende inlichtingen. WERKZAAMHEDEN BUITEN OVEREENGEKOMEN WERKTIJDEN Indien de aannemer voornemens is werkzaamheden op het werkterrein te verrichten buiten de werktijden zoals deze zijn overeengekomen met de directie dient hij bij de directie hiertoe tijdig een verzoek in. BEPERKINGEN M.B.T. GELUIDNIVEAU Ten aanzien van het geluidniveau, veroorzaakt door materieel op het werk, gelden de volgende beperkingen: - het geluidsniveau tengevolge van het werk mag tegen de gevels van de belendingen niet meer bedragen dan 60 dB(A). BEPERKINGEN M.B.T. TRILLINGEN Ten aanzien van trillingen, veroorzaakt door materieel op het werk, gelden de volgende beperkingen: - het trillingsniveau ter plaatse van nabij gelegen panden mag de grenswaarde categorie B volgens SBR publicatie "Schade aan gebouwen, meeten beoordelingsrichtlijn deel A" (oktober 2003) niet overschrijden. De trillingsniveau's worden, overeenkomstig de genoemde publicaties, door de aannemer tijdens de uitvoering van werkzaamheden permanent digitaal geregistreerd en vastgelegd. De gemeten waarden worden dagelijks aan de opdrachtgever gerapporteerd. Bij overschrijding van een overeengekomen waarde dient de aannemer de werkzaamheden onmiddellijk te staken en daarvan melding te doen aan de directie. VREEMDE VOORWERPEN OF -STOFFEN Wanneer bij de uitvoering van het werk voorwerpen of stoffen worden aangetroffen, waarvan de aanwezigheid niet in het bestek is vermeld en waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze schade kunnen toebrengen aan personen, goederen of het milieu, brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de directie. Hij neemt terstond, zo mogelijk in overleg met de directie, de door de omstandigheden vereiste veiligheidsmaatregelen. BEGAANBAARHEID De aannemer zorgt ervoor dat het terrein steeds Blad:

4



begaanbaar is. Hij treft hiertoe alle maatregelen nodig voor een onbelemmerde aanvoer, verplaatsing en verwerking van alle (hulp)materialen en/of (hulp)materieel, ook die van derden. 94 VEILIGHEID OP DE BOUW In aanvulling op par. 6 lid 16 van de UAV 2012. zorgt de aannemer in elke fase van de bouw voor de benodigde maatregelen t.b.v. veilig werken op vloeren, daken, in bouwputten, etc., ook ten behoeve van derden. 95 INSTALLATEURS (aanvulling § 6 lid 26 UAV 2012) De door de aannemer voor dit werk ingeschakelde onderaannemers voor uitvoering van installatiewerk, moeten KOMO-INSTAL zijn gecertificeerd conform BRL 6001, PROCESCERTIFICATIE INSTALLEREN VAN GAS-, WATER- EN ELEKTRICITEITSINSTALLATIES 96 NUTSVOORZIENINGEN De aannemer overlegt indien nodig met de Nutsbedrijven t.b.v. het eventueel afkoppelen, verleggen of veranderen van diensleidingen t.b.v. de door hem te verrichten werkzaamheden. 00.02.07

DATUM VAN AANVANG 01 DATUM VAN AANVANG In uitdrukkelijke afwijking van paragraaf 7, lid 1 van de UAV 2012 zal als datum van aanvang worden aangemerkt : zoals genoemd in aannemingsovereenkomst 02 AANVANG WERKZAAMHEDEN Het is de aannemer niet toegestaan met het werk aan te vangen voor de datum van aanvang, als bedoeld in paragraaf 7, lid 1 van de UAV 2012.

00.02.08

UITVOERINGSDUUR, UITSTEL VAN OPLEVERING BEPROEVING 01 OPLEVERINGSTERMIJN De termijn waarbinnen het werk moet worden opgeleverd bedraagt in werkbare werkdagen: 200 20 WERK IN PLAATS VAN TECHNISCHE INSTALLATIEWERK In uitdrukkelijke afwijking van paragraaf 8a van de UAV 2012, dient waar staat, "technische installatiewerk" te worden gelezen, "werk". 21 BEPROEVING Alvorens het werk of onderdelen daarvan in bedrijf worden gesteld of in gebruik worden genomen, moeten zijn beproefd: technisch(e) installatiewerk(en): De methode van beproeven is omschreven bij desbetreffend hoofdstuk Bij de beproeving moeten de volgende voorzorgsmaatregelen zijn getroffen: - veiligheidsmaatregelen conform voorschriften Arbeidsinspectie

00.02.10

OPLEVERING 90 OPLEVERINGSDOCUMENTEN DOOR AANNEMER - de garantieverklaringen conform bijgevoegd "model garantieverklaring" voor alle in het bestek gevraagde onderdelen. - revisiegegevens van alle in het bestek gevraagde onderdelen

89.10.01.E

Blad:

5



- revisietekeningen in dwg-formaat, AutoCad versie 2002 of later op CD-rom/DVD van alle in het bestek gevraagde onderdelen - materialenlijst met bijbehorende specificaties en/of certificaten. - sluitplan - certificaat Politie Keurmerk Veilige Woning - overzicht hangen sluitwerk - overzicht leveranciers en onderaannemers - meetrapporten van alle in het bestek gevraagde onderdelen - beproevings- en keuringsdocumenten en certificaten van alle in het bestek gevraagde onderdelen en/of installaties. - een meerjaren-onderhoudsplan met een overzicht van de bouwdelen, de onderhoudscycli en de eenheidsprijzen De documenten samenvoegen in een (set) map(pen) met ringband voorzien van inhoudsopgave. Aantal (sets) mappen (st.): 2. Taal: Nederlands Tijdstip: bij de oplevering van het project. 91 OPLEVERING In aanvulling op par. 10, lid 1 van de UAV 2012 wordt het werk als opgeleverd beschouwd, als alle opleveringsdocumenten volgens 00.02.10-90 in het bezit zijn van de opdrachtgever. 00.02.11

ONDERHOUDSTERMIJN 01 ONDERHOUDSTERMIJN De onderhoudstermijn bedraagt in maanden: - 6; (zes) voor de onderdelen als beschreven in de werksoorthoofdstukken 10 t/m 12 en 15 t/m 48. - 12 (twaalf) maanden; voor de onderdelen als beschreven in de werksoorthoofdstukken 14 en 50 t/m 84. 90 STORINGEN Na melding van een storing aan een installatie moet binnen een halve dag een monteur ter plaatse zijn om de storing op te heffen. Indien de storing wordt gemeld na 16.00 uur moet de monteur de volgende kalenderdag voor 9.00 uur ter plaatse zijn. De aannemer geeft twee telefoonnummers op van werknemers die goed bekend zijn met de installaties.

00.02.12

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANNEMER NA DE OPLEVERING 90 AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANNEMER NA DE OPLEVERING In afwijking van het gestelde in par. 12 lid 1 van de UAV 2012, blijft de aannemer aansprakelijk voor de juistheid en volledigheid van de door of namens hem vervaardigde revisiebescheiden, onderhouds- bedrijfs- en bedieningsvoorschriften.

00.02.14

SCHORSING VAN HET WERK/BEEINDIGING IN ONVOLTOOIDE STAAT 01 VEILIGHEIDSMAATREGELEN De aannemer moet in overleg met de directie naast de gepaste maatregelen de nodige veiligheidsmaatregelen nemen.

00.02.15

WERKTERREIN 01 AANDUIDING WERKTERREIN Het oppervlak van het werkterrein is aangegeven op

89.10.01.E

Blad:

6



een door de directie te verstrekken tekening 90 WERKTERREIN De aannemer wordt geacht op de hoogte te zijn van de staat, de situering en de hoogteligging van, alsmede de toegangsmogelijkheden tot het werkterrein op de dag van aanbesteding. De aannemer aanvaardt het terrein in deze staat. 00.02.16

AFSLUITING, RECLAME 01 FOTOGRAFEREN EN FILMEN Voor het maken van foto's, films of video-opnamen en dergelijke van het werk, het verlenen van medewerking daaraan en het geven van publiciteit inzake het werk, is toestemming van de opdrachtgever noodzakelijk.

00.02.17

VERWERKING VAN BOUWSTOFFEN 90 TOESTEMMING ANDERE BOUWSTOFFEN De in paragraaf 17, lid 5 van de UAV 2012 vereiste toestemming van de directie wordt zo tijdig schriftelijk bij de directie aangevraagd, dat voldoende tijd beschikbaar is om de overeenkomstige hoedanigheid van de bedoelde andere bouwstoffen te kunnen beoordelen. De aannemer zal de overeenkomstige hoedanigheid aantonen op zijn kosten. 91 KWALITEIT De in het bestek met name genoemde bouwstoffen, dienen als leidraad voor de beoogde kwaliteit c.q. afwerkingsniveau. 92 HOEDANIGHEID VAN BOUWSTOFFEN Tenzij in het bestek anders is bepaald moeten de te verwerken bouwstoffen nieuw zijn en van de eerste soort c.q. kwaliteit. 93 TOEPASSEN HOUT EN HOUTPRODUCTEN Voor de levering, verwerking en toepassing van hout gelden de navolgende voorwaarden: - Hout of houtproducten toepassen met FSC-keurmerk (Forrest Stewardship Council). - De aannemer dient in het bezit te zijn van een geldig Chain of Custody certificaat dat betrekking heeft op de aard van het werk. Dit certificaat moet zijn afgegeven door een certificatie-instelling, die daartoe is erkend door de Accredition Services International GmbH. - Indien de aannemer niet in het bezit is van een COC-certificaat, dient deze een verklaring af te geven het project te zullen laten certificeren volgens de standaard FSC-STD-40-006 (version 1-0; projectcertificering.) - De aannemer zal aan de hand van facturen aan de opdrachtgever aantonen dat FSC hout is toegepast. - Op deze factuur moet staan: * Naam en adres van de koper * Datum uitgifte * Productbeschrijving, waarbij aangegeven of product FSC pure, FSC Mixed dan wel FSC recycled is * Hoeveelheid product * Chain Of Custody certificaatcode * FSC-productgroep * Drempel percentage of statement: 'FSC krediet materiaal'

89.10.01.E

Blad:

7


00.02.18

89.10.01.E


KEURING VAN BOUWSTOFFEN 01 GOEDKEURING VAN BOUWSTOFFEN De door de directie goed te keuren bouwstoffen als bedoeld in paragraaf 17, lid 2 en paragraaf 18, lid 1 van de UAV 2012 zijn de volgende: alle bouwstoffen. 02 BOUWSTOFFEN MET KWALITEITSVERKLARING Een gebrek dat zich na deze goedkeuring in de bouwstoffen met kwaliteitsverklaring openbaart en dat bij uitwendige visuele beoordeling redelijkerwijs niet onderkend had kunnen worden, wordt aangemerkt als een gebrek in de zin van de paragrafen 12 en 17, lid 3 van de UAV 2012. 03 BESLUIT BODEMKWALITEIT De aannemer overlegt van de door hem te leveren bouwstof, die op of in de bodem of in het oppervlaktewater moet worden aangebracht, een door het Besluit Bodemkwaliteit toegelaten bewijsmiddel, waaruit blijkt dat de desbetreffende bouwstof aan de eisen van dit besluit voldoet. Een ander bewijsmiddel dan een erkende kwaliteitsverklaring of een partijkeuring volgens de regels van het Besluit Bodemkwaliteit is, tenzij dit bestek anders vermeldt, niet toegestaan. De aannemer verstrekt het bewijsmiddel schriftelijk aan de directie binnen een met de directie afgesproken termijn, waarbij met het gestelde in het Besluit Bodemkwaliteit rekening wordt gehouden. 04 MONSTERS TER BEOORDELING Voordat onderstaande bouwstoffen door de aannemer worden besteld dient hiervan een monster ter beoordeling aan de directie te worden voorgelegd: Voor zover in het bestek voorgeschreven: - metselsteen voor schoon metselwerk - gevelbekledingsmateriaal - dakpannen - gefigureerde beglazing - natuursteen producten - zonweringsdoek - wandtegels - vloertegels - keramische raamdorpelstenen - kunststof vloerafwerkingssysteem - systeem plafondplaten - afbouwmaterialen, voor zover niet nader af te werken - vloerbedekking - sanitair en -accessoires - in het zicht zittende componenten - brandslanghaspel en -kast - radiatoren - ruimte-opnemers; - ruimtebedienunits; - overwerktimers. - luchtverdeelcomponenten - schakelmateriaal - hangen sluitwerk Voor zover van de in het bestek genoemd fabrikaat en type wordt afgeweken: - alle betreffende materialen

Blad:

8



00.02.19

EIGENDOM VAN BOUWSTOFFEN 01 OVERGEBLEVEN BOUWSTOFFEN Het bepaalde in paragraaf 19, lid 3 van de UAV 2012 is niet van toepassing op de door de opdrachtgever ter beschikking gestelde bouwstoffen. 90 EIGENDOM VAN BOUWSTOFFEN De aannemer mag bij de levering van materialen geen eigendomsvoorbehoud van derden aanvaarden, noch overeenkomsten sluiten, waarbij enig recht op de materialen als zekerheid dient voor de verplichtingen van de aannemer jegens derden.

00.02.20

ZORG VOOR BOUWSTOFFEN 01 ZORG VOOR BOUWSTOFFEN De aannemer draagt er zorg voor dat: - gebruik wordt gemaakt van statiegeldpallets. - gebruik wordt gemaakt van containers en dispensers. - gebruik wordt gemaakt van 'paardedekens'. - gebruik wordt gemaakt van statiegeldpatronen. - radiatoren worden aangevoerd in containers. - het transport, de opslag en de verwerking van bouwstoffen die onder een productcertificaat, voorzien van het keurmerk van een door de Raad voor Accreditatie erkende certificatie-instelling, worden geleverd, mede plaatsvinden overeenkomstig de richtlijnen zoals deze zijn vermeld in deze documenten. - het transport, de opslag en de verwerking van de overige bouwstoffen mede plaatsvinden overeenkomstig de bijbehorende verwerkingsrichtlijnen.

00.02.22

GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: - de wind- en waterdichtheid van kelders, putten, vloeren, gevels, gevelvullingen, dakopeningen en daken. - de stabiliteit en sterkte van funderingen, kolommen, gevels, wanden, gevelvullingen, liggers, daken, etc. - de bestandheid tegen optrekkend vocht in de funderingen tot bovenzijde begane grondvloer. - de bestandheid tegen houtrot van timmerwerken en houten (stel)- kozijnen. - de bestandheid tegen scheurvorming en onthechting van gevels, vloeren, vloer-, wanden plafondafwerkingen. - te garanderen door: aannemer - periode: 10 jaar 02 GARANTIEVERKLARING Met betrekking tot onderdelen waarvoor een garantie wordt verlangd van een onderaannemer of leverancier, dient een garantieverklaring volgens het bij dit bestek gevoegde model overlegd te worden aan de opdrachtgever. De garantieverklaring dient te worden overlegd bij de levering van het gegarandeerde onderdeel. 90 GARANTIEVERKLARINGEN AANNEMER De garantie houdt tevens in dat de aannemer aansprakelijk is voor alle (gevolg-) schade die ontstaat door, dan wel

89.10.01.E

Blad:

9



het gevolg is van gebreken aan de gegarandeerde onderdelen en bouwstoffen. Alle door de aannemer te verstrekken garanties gelden eveneens voor diens rechtsopvolgers 91 ONDERHOUDSADVIEZEN/-AANBIEDINGEN Voor zover gevraagd c.q. nodig of wenselijk geacht door de fabrikant/leverancier dienen aan de garantieverklaringen aanbiedingen voor onderhoudscontracten en/of onderhoudsadviezen te worden toegevoegd. 00.02.26

89.10.01.E

ALGEMEEN TIJDSCHEMA, WERKPLAN 01 ALGEMEEN TIJDSCHEMA Het algemeen tijdschema moet zijn gebaseerd op het door of namens de opdrachtgever opgestelde tijdschema welke aan het bestek is gehecht als bijlage. werkbare werkdagen. 02 INPASSING WERKZAAMHEDEN DERDEN De door derden uit te voeren werkzaamheden dienen te worden opgenomen en ingepast in het verlangde algemene tijdschema. In de verlangde documenten dient een zo volledig mogelijk inzicht te worden gegeven in de hoedanigheid, de volgorde en de uitvoering van de werkzaamheden. De betrokken derden zullen het algemene tijdschema, na goedkeuring hunnerzijds, voor akkoord tekenen. Indien de derden nog niet bekend zijn, zal de directie, na goedkeuring, voor akkoord tekenen en zal de opdrachtgever de hierbij bedoelde derden binden aan het algemene tijdschema. 04 ONDERTEKENING ALGEMEEN TIJDSCHEMA, WERKPLAN De aannemer zal het algemene tijdschema waarin zijn werkzaamheden zijn opgenomen en ingepast, na goedkeuring zijnerzijds, voor akkoord tekenen. 05 GEDETAILLEERD WERKPLAN Een gedetailleerd werkplan zoals bedoeld in paragraaf 26, lid 6 van de UAV 2012 wordt verlangd voor: - de afbouwfase. Eisen werkplan: - de volgorde van alle werkzaamheden. - afgestemd op schema van bouwkundig aannemer. De indeling van de tijdsduur op het gedetailleerd werkplan moet worden aangegeven in werkbare werkdagen. Tijdstip waarop het werkplan moet worden ingediend: - 2 weken voor aanvang betreffende werkzaamheden Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2 - goedgekeurde: 2 De werkzaamheden niet eerder aanvangen dan na goedkeuring van het gedetailleerde werkplan. De aannemer blijft ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor het gedetailleerde werkplan. Wijzigingen in het gedetailleerde werkplan op het origineel op het voorblad aangeven door middel van een nummer- en datumwijziging. De aannemer registreert en distribueert dit plan. Voorgaande plannen komen te vervallen. Blad: 10



00.02.27

DAGBOEK, LIJSTEN, RAPPORTEN BOUWVERGADERINGEN 01 BESTEKPOSTEN OP BASIS VAN DE STABU-BESTEKSSYSTEMATIEK Het meer en minder werk moet door de aannemer worden verwerkt in bestekposten volgens de STABU-bestekssystematiek en worden gebundeld in volgorde en codering overeenkomstig het bestek. Aantal: - ter goedkeuring (st): 2 - de goedgekeurde (st): 2 Tijdstip: bij elke volgende bouwvergadering 02 TE VERSTREKKEN LIJSTEN De in paragraaf 27, lid 7 van de UAV 2012 genoemde lijsten worden verlangd. 03 TE VERSTREKKEN RAPPORTEN De in paragraaf 27, lid 8 van de UAV 2012 genoemde rapporten worden verlangd. In tegenstelling tot paragraaf 27, lid 1 van de UAV 2012 worden de weekrapporten door de aannemer opgesteld. 04 BOUWVERGADERINGEN De bouwvergaderingen zoals bedoeld in paragraaf 27, lid 9 van de UAV 2012 zullen worden gehouden: één keer per vier weken. De notulen worden de eerstvolgende vergadering vastgesteld en maken vervolgens deel uit van dit bestek. 90 COÖRDINATIEBESPREKINGEN Coördinatiebesprekingen worden door de bouwkundig aannemer georganiseerd en voorgezeten. De verslagen van het coördinatieoverleg tussen aannemer, adviseurs en derden, worden door de aannemer opgesteld en binnen 5 werkdagen ter goedkeuring aan de directie verstrekt.

00.02.28

AFBAKENING, PEILINGEN EN OPMETINGEN 01 ROOILIJN De plaats van de rooilijn(en) wordt (worden) vanwege de directie in het werk aangegeven. 02 PEIL Als peil P geldt: - de bovenkant van de afgewerkte vloer van kantine, ruimte 1.03 De hoogte van P bedraagt ten opzichte van N.A.P. (m): 5

00.02.29

VERSCHILLEN IN AFMETINGEN OF TOESTAND 00 VERSCHILLEN IN AFMETING OF TOESTAND In uitdrukkelijke afwijking van par. 29, leden 1, 2 en 3 van de UAV 2012 vindt er géén verrekening plaats, indien er verschillen mochten bestaan tussen het bestek enerzijds en de werkelijke toestand of afmeting anderzijds. De aannemer moet daarom de werkelijke toestand of afmeting vooraf opnemen.

00.02.30

VOORZIENINGEN IN WATERKERING WATERDOORLAAT EN VERKEER 90 VOORZIENING IN WATERKERING, WATERDOORLAAT EN VERKEER In afwijking van §30 lid 4 van de UAV 2012 geldt dat de in de lid 1 t/m 3 bedoelde voorzieningen in alle gevallen voor rekening zijn van de aannemer.

89.10.01.E

Blad: 11



De aannemer brengt alle benodigde voorzieningen aan, in overleg en ter goedkeuring van de betreffende overheidsinstanties. 00.02.31

89.10.01.E

VERBAND MET ANDERE WERKEN 01 WERKZAAMHEDEN DOOR DERDEN Door derden worden uitgevoerd: - de gemeenschappelijke bestrating, zoals is aangegeven op de situatietekening - de aansluiting op het openbaar riool - de aansluiting op de openbare infrastructuur van de telefoon- en de antenne-installatie (kabeltelevisie) - de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de waterleiding op het leidingnet van het waterleverend bedrijf. - de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de gasleiding op het leidingnet van het gasleverend bedrijf. - de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de elektrotechnische installatie op het leidingnet van het elektriciteitleverend bedrijf. - de "losse" inrichting - de technische inrichting - de reclamevoorzieningen - de vloerafwerkingen, voor zover niet in dit bestek genoemd - de wandafwerkingen voor zover niet in dit bestek genoemd - de plafonds en plafondafwerkingen, voor zover niet in het bestek genoemd - de keuken- kantine- en barinrichtingen en -installaties - de koelcelinrichtingen en -installaties - de archiefstellingen en -schappen - de kastenwanden - de terreininrichtingen en -installaties - het mos-sedumdak 02 GEGEVENS VOOR DOOR DERDEN TE TREFFEN VOORZIENINGEN De aannemer verstrekt tijdig aan de directie de gegevens van de door derden ten behoeve van hem te treffen voorzieningen. 03 VANWEGE DE OPDRACHTGEVER GETROFFEN VOORZIENINGEN De aannemer moet de voorzieningen die vanwege de opdrachtgever zijn uitgevoerd zo spoedig mogelijk controleren, nadat hij door of namens de opdrachtgever van de voltooiing van die voorziening in kennis is gesteld. Van eventuele tekortkomingen stelt hij de directie terstond in kennis. De hogere kosten die een gevolg kunnen zijn van het niet ter kennis brengen van vorenbedoelde tekortkomingen, komen voor rekening van de aannemer, indien en voor zover hij deze tekortkomingen redelijkerwijze had behoren op te merken. 04 COÖRDINATIE Dit bestek betreft een onderdeel van een project. De coördinatie van het project zal worden verzorgd door de bouwkundig aannemer 06 MEETPUNTEN T.B.V. DERDEN Door de aannemer aan te brengen meetpunten of -lijnen ten behoeve van door derden in het werk te brengen onderdelen: Blad: 12



- op elke bouwlaag, het niveau op 1.000mm boven het te realiseren afgewerkte vloerniveau van de betreffende bouwlaag. De meetpunten of -lijnen dienen gedurende het werk onderhouden te worden 90 MEDEWERKING AANNEMER De aannemer is gehouden zodanig medewerking te verlenen, dat de door derden te verrichten werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd, zonder dat hij deswege op verlenging van zijn opleveringstermijn aanspraak kan maken. Indien de aannemer meent dat stagnatie in zijn werkzaamheden zal ontstaan als gevolg van vertragingen in de door derden uit te voeren werkzaamheden, zal hij dit tijdig en schriftelijk aan de directie kenbaar maken. 00.02.32

GEVONDEN VOORWERPEN 01 ONDERBREKING VAN HET WERK Indien de uitvoering van het werk of een deel daarvan door het vinden van voorwerpen zoals bedoeld in paragraaf 32 van de UAV 2012 moet worden onderbroken, wordt de schade die de aannemer lijdt als gevolg van deze onderbreking, vergoed.

00.02.34

WIJZIGINGEN IN DE UITVOERING 90 WIJZIGINGEN IN DE UITVOERING Wijziging in de uitvoering, betreffende personeelsbezetting, materieel, werkmethode, noodzakelijk in het kader van het volgens tijdschema voltooien of opleveren van het werk, of delen daarvan moeten op eigen initiatief, met voorafgaande goedkeuring dan wel op aanzeggen van de directie worden uitgevoerd. Door de aannemer gewenste wijzigingen in constructies en/of uitvoeringswijzen moeten vooraf ter goedkeuring aan de directie worden voorgelegd. Door de aannemer gewenste wijzigingen in constructies en/of uitvoeringswijzen, met de daaruit voortvloeiende aanpassing van andere werken en werkzaamheden, geven in geen geval recht tot het verlengen van de bouwtijd en/of vergoeden van meerwerk. De directie aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de deugdelijkheid van de betreffende voorstellen van de aannemer. De kosten voor het vervaardigen of aanpassen van tekeningen en berekeningen en de eventuele kosten van adviseurs als gevolg van de voorstellen zijn voor rekening van de aannemer.

00.02.35

VERREKENING VAN MEER EN MINDER WERK 90 VERREKENING VAN MEER EN MINDERWERK Verrekening van meer- en minderwerk vindt slechts plaats als voor dat werk van tevoren schriftelijk opdracht is verstrekt. De prijzen, genoemd in de opdracht, zijn inclusief alle rechtstreeks of zijdelings aan de uitvoering van het werk verbonden kosten. 91 VERREKENING OP BASIS VAN AANNEMINGSBEGROTING Als basis voor de verrekeningen van meer en minder werken zullen de gegevens uit de gespecificeerde aannemingsbegroting(en) worden gebruikt. In deze begroting(en) geconstateerde fouten geven de aannemer geen recht op verrekening van die fouten. Bij verrekening van het meer en minder werk op basis

89.10.01.E

Blad: 13



van aan deze begroting(en) ontleende gegevens zullen de in deze begroting(en) geconstateerde fouten in principe worden uitgelegd in het voordeel van de partij die zou worden benadeeld indien bij de verrekening deze onmiskenbaar onjuiste begrotingsgegevens zouden worden gebruikt. N.B. Onder 'onmiskenbaar onjuiste begrotingsgegevens' dienen te worden verstaan in de begroting opgenomen verwerkingstijden en onderdeelsprijzen, welke zodanig afwijken van wat normaal gebruikelijk is, dat naar het oordeel van de directie kennelijk sprake is van een vergissing. Bij de verrekening van meer en minder werk zal echter op geen enkele wijze rekening worden gehouden met in een begroting geconstateerde onjuistheden in de hoeveelheden. 00.02.36

BESTEKSWIJZIGINGEN 01 BEVOEGDHEID AANBRENGEN BESTEKSWIJZIGINGEN De bevoegdheid tot aanbrengen van bestekswijzigingen als bedoeld in paragraaf 36, lid 2 van de UAV 2012 is voorbehouden aan de opdrachtgever. 90 SPECIFICATIE BESTEKSWIJZIGINGEN De bedragen van meer en minder werk voortvloeiend uit bestekswijzigingen dienen samengesteld te zijn uit: a. de nettokosten van de bouwstoffen; b. de nettokosten van de arbeid, gebaseerd op het gemiddelde uurloon, voorzover deze rechtstreeks op het verwerken van de onder a. bedoelde bouwstoffen betrekking heeft; c. een aannemersvergoeding van 10% over de onder a. en b. bedoelde netto kosten. In het onder c. bedoelde percentage wordt een vergoeding voor de bouwplaatskosten, de algemene bedrijfskosten en de winst van de aannemer geacht te zijn begrepen. De aannemer moet bij zijn prijsaanbieding het gemiddelde CAO-uurloon, inclusief toeslagen, sociale lasten, verlet- en reiskosten opgeven. 91 KOSTEN PRIJSAANBIEDINGEN In afwijking van hetgeen gesteld is in paragraaf 36, lid 4 van de UAV 2012, vindt geen vergoeding plaats van kosten, die verbonden zijn aan het tot stand brengen van een prijsaanbieding voor een bestekswijziging.

00.02.38

HOEVEELHEDEN 01 METING HOEVEELHEDEN Meting van hoeveelheden vindt plaats overeenkomstig de Standaardmeetmethode NEN 3699+c94.

00.02.40

BETALING 01 BETALING IN TERMIJNEN De betaling van de aannemingssom geschiedt in termijnen. De termijnen gebaseerd op de stand van het werk. Het in onderdelen geanalyseerde werk moet, nadat het tijdschema door de directie is goedgekeurd, in een betalingsschema worden weergegeven door opgave van de verschijningsdata van de termijndeclaraties. Het betalingsschema conform onderstaande schema te bepalen:

89.10.01.E

Blad: 14



Aannemingssom tot 50.000: 4 termijnen van 20% waarna 1 termijn van 15% Aannemingssom 50.000 tot 500.000: 9 termijnen van 10% waarna 1 termijn van 5% Aannemingssom 500.000 en hoger 19 termijnen van 5% (- Het totaal aan termijnen omvat de aannemingssom exclusief stelposten). Indien de oplevering van het buitenschilderwerk (zie 01.02.08) wordt uitgesteld, zal een evenredig deel van de aannemingssom worden ingehouden tot aan de oplevering van het buitenschilderwerk. Het in onderdelen geanalyseerde werk moet, nadat het tijdschema door de directie is goedgekeurd, in een betalingsschema worden weergegeven. Indien het tijdschema tijdens de uitvoering van het werk wordt gewijzigd, of het verzoek van de aannemer om overdracht van in de zin van paragraaf 19, lid 1 van de UAV 2012 bedoelde eigendomsrechten wordt ingewilligd, moet het betalingsschema in overleg met de directie worden bijgesteld. Er dient een onderhoudstermijn te worden opgenomen van 5% van de aanneemsom minus stelposten. Ten behoeve van de eindafrekening dienen de benodigde stukken voor de eindafrekening uiterlijk binnen 2 weken na het verstrijken van de opleveringsdatum in het bezit te zijn van de directie. De opleveringstermijn wordt betaald nadat de in dit bestek verlangde bescheiden, zoals certificaten, garantieverklaringen, logboeken, revisietekeningen, onderhoudsvoorschriften etc., alsmede administratie en eindoverzichten zijn ingeleverd. 02 DECLARATIES De betaling zal geschieden nadat de aannemer een declaratie heeft ingediend. De aannemer moet de declaratie op naam van de opdrachtgever indienen bij de directie. Aantal: 3 90 DECLARATIES MEER- EN MINDERWERK De declaraties voor meer- en minderwerk op naam van de opdrachtgever bij de directie indienen in 3-voud. Zonder termijnbetalingsregeling mogen verzamelrekeningen uitsluitend betrekking hebben op meer- en minderwerk van één vakgebied. De rekeningen specificeren naar aard van de werkzaamheden en eventueel naar de wijze waarop het risico wordt verrekend 91 TRADITIONELE GEBRUIKEN Eventuele geldelijke uitkeringen dan wel verstrekkingen in natura in verband met traditionele gebruiken e.d. mogen niet ten laste van de opdrachtgever worden gebracht. 00.02.42

KORTINGEN 01 KORTINGSBEDRAG De korting, bedoeld in paragraaf 42, lid 2 van de UAV 2012, bedraagt per dag: - € 500,-.

00.02.43

VERPANDING OF CESSIE/ZEKERHEIDSSTELLING/VERZEKERING 01 BANKGARANTIE De aannemer moet zo spoedig mogelijk nadat het werk

89.10.01.E

Blad: 15



aan hem is opgedragen, doch uiterlijk voor het verschijnen van de eerste termijn, een door een bank of verzekeringsmaatschappij afgegeven bankgarantie ten behoeve van de opdrachtgever stellen. De bankgarantie moet worden opgesteld volgens het model dat als bijlage bij dit bestek is opgenomen. Indien de bedoelde bankgarantie niet voor het verschijnen van de eerste termijn is ontvangen en goedgekeurd, wordt een bedrag ingehouden op de eerste en zo nodig de daarop volgende termijnen totdat de som van deze inhouding(en) het bedrag van de bankgarantie zal hebben bereikt. Het ingehouden bedrag zal worden verrekend nadat de bovenbedoelde bankgarantie zal zijn ontvangen en goedgekeurd. Binnen 14 dagen na afloop van de bankgarantie worden de ten behoeve van de bankgarantie overlegde bescheiden aan de aannemer geretourneerd. De bankgarantie in stand houden tot en met het einde van de onderhoudstermijn. 00.02.44

SCHADE AAN HET WERK 90 SCHADE AAN HET WERK De aannemer is verantwoordelijk voor de schade(s) in de meest ruime zin, direct of indirect ontstaan, t.g.v. het gebruik van t.b.v het werk door de opdrachtgever verstrekte energie en water 91 SCHADE AAN BESTAAND WERK T.G.V. WERKZAAMHEDEN AANNEMER De aannemer is volledig aansprakelijk voor beschadigingen veroorzaakt ten gevolge van zijn werkzaamheden, daarin tevens begrepen transportwerkzaamheden, aan het bestaand bestratingswerk, plantsoenen, hekwerken, poorten e.d. De aannemer is volledig aansprakelijk voor beschadigingen veroorzaakt ten gevolge van zijn werkzaamheden, daarin tevens begrepen transportwerkzaamheden, aan bestaande constructies, wanden, plafonds, vloeren, meubilair, schoolmateriaal e.d. in of aan het gebouw. Indien beschadigingen ontstaan, moeten deze beschadigingen zonder nadere verrekening en naar goedkeuring van de directie, worden hersteld.

00.02.49

BESLECHTING VAN GESCHILLEN 01 MEDIATION Indien partijen zulks overeenkomen, zullen in afwijking van het gestelde in paragraaf 49, lid 2 van de UAV 2012, alle geschillen, welke ook - daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd - die naar aanleiding van de overeenkomst of van overeenkomsten, die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen opdrachtgever en aannemer mochten ontstaan ter beslechting worden onderworpen aan een mediationprocedure overeenkomstig het reglement van de Stichting Nederlands Mediation Instituut (NMI) te Rotterdam, zoals dat luidt op de dag waarop de overeenkomst waarop het geschil betrekking heeft, in werking trad. Indien mediation is geëindigd zonder dat door partijen overeenstemming is bereikt, zal het geschil worden beslecht door arbitrage als bedoeld in paragraaf 49, lid 2 van de UAV 2012. 02 BUITENGEWONE LEDEN SCHEIDSGERECHT Indien een der partijen zulks verlangt, wordt een der

89.10.01.E

Blad: 16



leden van het scheidsgerecht uit de buitengewone leden van de Raad van Arbitrage voor de Bouw gekozen dan wel door de voorzitter van die Raad benoemd. In dit geval bestaat het scheidsgerecht steeds uit drie leden. 03 RAAD VAN ARBITRAGE De tekst "Raad van Arbitrage voor de Bouw" in paragraaf 43a, lid 4, paragraaf 48, lid 2 en paragraaf 49, lid 2 van de UAV 2012 wordt vervangen door "Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en -Handel". 04 BEVOEGDHEID SCHEIDSLIEDEN In paragraaf 49, lid 5 van de UAV 2012 komt de tekst "met dien verstande dat in aanvulling dezer regelen de bepaling geldt, dat scheidslieden niet bevoegd zijn het tussen partijen overeengekomene te wijzigen" te vervallen.

00.03

VERZEKERINGEN

00.03.10

VERZEKERINGEN DOOR DE AANNEMER 01 CAR-VERZEKERING DOOR DE AANNEMER/SECTIES Onverminderd zijn aansprakelijkheid, sluit de aannemer een Constructie All-Risks (CAR-)verzekering af waarin gedekt dient te zijn: alle materiële schade en of verlies of vernietiging onverschillig de oorzaak daarvan, zulks met terzijdestelling van het bepaalde in artikel 7:951 Burgerlijk Wetboek. De kredietwaardigheid van de verzekeraar(s) dient gewaarborgd te zijn met minimaal een A minus rating overeenkomstig Standard & Poor's. De keuze van verzekeraar(s) en de inhoud van de polis behoeven de goedkeuring van de directie. De duur van de verzekering loopt van aanvang van het (de) werk(en) tot en met de dag waarop het (de) werk(en) overeenkomstig paragraaf 10, lid 1 of 2 van de UAV 2012 als opgeleverd wordt (worden) beschouwd en in geval van (een) overeengekomen onderhoudstermijn(en), in aansluiting daarop gedurende de overeengekomen onderhoudstermijn(en). De dekking omvat de volgende rubrieken met het daarbij genoemde eigen risico. Sectie Het Werk, waaronder te verstaan: - het in dit bestek beschreven werk inclusief meer en minder werk. met een eigen risico per evenement/gebeurtenis van: - 1.250 Euro. Sectie Aansprakelijkheid, waaronder te verstaan: - aansprakelijkheid voor zaak- en letselschade (inclusief de hieruit voortvloeiende gevolgschade) als gevolg van de werkzaamheden met een verzekerde som per evenement/gebeurtenis van minimaal: - 1.000.000 Euro. met een eigen risico per evenement/gebeurtenis van: - 1.250 Euro. Er moet een bepaling zijn opgenomen, waaruit blijkt dat de verzekerden en hun werknemers, ondergeschikten en personen voor wie verzekerden aansprakelijk zijn, onderling en ten opzichte van elkaar als derden worden beschouwd. Sectie Eigendommen van de opdrachtgever, waaronder

89.10.01.E

Blad: 17



te verstaan: - alle materiële schade en/of verlies en/of vernietiging van de eigendommen van de opdrachtgever en zaken waarvoor hij verantwoordelijk is, indien en voor zover ontstaan door en/of verband houdende met de uitvoering van het (de) werk(en), met een verzekerde som per evenement/gebeurtenis van minimaal: - 500.000 Euro. met een eigen risico per evenement/gebeurtenis van: - 1.250 Euro. 02 CAR-VERZEKERING PARTIJEN/DEKKING/BEWIJSSTUK/OPZEGGING De polis vermeldt de aannemer als verzekerde. Als mede-verzekerden moeten worden vermeld: - de opdrachtgever. - de architect(en) en adviseur(s). - de directie. - onderaannemer(s). De verzekering moet een volledige primaire werking/dekking hebben voor de Sectie Het Werk. Inzake de Sectie Aansprakelijkheid, dient de polis bij samenloop minimaal te voorzien in een renteloze lening. Inzake de Sectie Eigendommen van de opdrachtgever, dient de polis bij samenloop minimaal te voorzien in een renteloze lening. De eventuele verschuldigde afmakingscourtage bij schade-uitkering moet in de verzekering zijn opgenomen. Onverzekerde schade(n) en eigen risico('s) komen ten laste van voor de schade verantwoordelijke partij of anders voor de partij die voor het werk verantwoordelijk is. De eigen risico's gelden per evenement/gebeurtenis of reeks van evenementen/gebeurtenissen voortvloeiende uit dezelfde oorzaak en cumuleren niet. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd overeenkomstig paragraaf 10, lid 1 of lid 2 van de UAV 2012 tot en met de dag waarop de onderhoudstermijn(en) eindigt (eindigen), is dekking beperkt tot materiële schade aan het (de) werk(en) en verlies of vernietiging ontstaan door het uitvoeren van de verplichtingen die voortvloeien uit de onderhoudstermijn(en) en materiële schade aan het (de) werk(en) en verlies of vernietiging welke zich openbaart na de dag van oplevering waarvan de oorzaak ligt: - in de uitvoeringsduur van het werk op het werkterrein (extended maintenance). De aannemer overlegt het bewijsstuk, waaruit het sluiten van de verzekering blijkt, ten spoedigste, in elk geval binnen één week, na de dag waarop de aannemer het werk is opgedragen, aan de opdrachtgever. De aannemer zal bedingen dat, ingeval van opzegging van de polis, de desbetreffende verzekeraar, makelaar of tussenpersoon hiervan per aangetekende brief aan de opdrachtgever mededeling zal doen en dat de verzekering na verzending van bedoelde brief nog veertien dagen zal doorlopen, gedurende welke periode de opdrachtgever het recht heeft om op kosten van de 89.10.01.E

Blad: 18



aannemer een nieuwe verzekering op dezelfde voorwaarden te sluiten. De uit dien hoofde betaalde premie en kosten worden op de aannemingssom ingehouden. 03 CAR-VERZEKERING DUUR BIJ OPLEVERING IN DELEN Voor de delen van het werk die, overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 1, lid 2 van de UAV 2012 als afzonderlijk werk worden beschouwd, geldt dat de verzekering voor dat deel eindigt op het moment dat de onderhoudstermijn van het laatst opgeleverde deel is verstreken.

00.04

VERREKENING WIJZIGING KOSTEN EN PRIJZEN

00.04.10

VERREKENING WIJZIGING KOSTEN EN PRIJZEN 01 WIJZIGING KOSTEN EN PRIJZEN NIET VERREKENBAAR Niet verrekenbaar zijn wijzigingen van: - loonkosten. - materiaalprijzen. - brandstofprijzen. - huren. - vrachten. - stortkosten

00.05

TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

00.05.10

TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 02 VERANTWOORDELIJKHEID VOOR TEKENINGEN De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte tekeningen betreffende de constructies, werkwijze, maatvoering en dergelijke. 03 WIJZIGINGEN IN TEKENINGEN Wanneer door de aannemer wijzigingen in de door hem gemaakte tekeningen worden aangebracht wordt dit op het origineel bij het onderschrift aangegeven door middel van een nummer- en datumwijziging. De aannemer registreert en distribueert deze tekeningen. Oudere versies van tekeningen komen daardoor te vervallen. Indien de aannemer zich niet met door de directie gewenste wijzigingen kan verenigen, deelt hij dit de directie schriftelijk mede. 04 VERANTWOORDELIJKHEID VOOR BEREKENINGEN De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte berekeningen. 05 DOOR DE AANNEMER TE VERVAARDIGEN TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekening. Tekeningen leveren van de in de betreffende hoofdstukken genoemde onderdelen op basis van door de directie verstrekte gegevens. De tekeningen dienen te voldoen aan NEN 2302-83, NPR 2570-86, en NEN 2574-93. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 1, tevens 1 exemplaar in witdruk Indien de aannemer de ter goedkeuring aangeboden tekeningen niet in witdruk aanlevert, komen de drukkosten hiervan voor zijn rekening. - goedgekeurde (st.): 1 - gereviseerde (st.): 1 - verstrekkingsvorm: PDF-formaat

89.10.01.E

Blad: 19



- tijdstip: 14 dagen voor aanvang productie of betreffende werkzaamheden. De goedgekeurde tekeningen worden door de directie doorgezonden naar de Dienst Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente 06 DOOR DE AANNEMER TE VERVAARDIGEN BEREKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen berekening. Berekeningen leveren van de in de betreffende hoofdstukken genoemde onderdelen op basis van door de directie verstrekte gegevens. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 2 - goedgekeurde (st.): 5 - gereviseerde (st.): 2, bovendien in pdf-formaat op CD-rom/DVD - verstrekkingsvorm: witdruk - tijdstip: 14 dagen voor aanvang productie of betreffende werkzaamheden De goedgekeurde berekeningen worden door de directie doorgezonden naar de Dienst Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente 91 AANTALLEN De tekeningen en andere gegevens benodigd voor de uitvoering van het werk worden aan de aannemer eenmalig kosteloos digitaal verstrekt. Verstrekkingsvorm: PDF, tevens 1 exemplaar in witdruk Indien de aannemer meermalen dezelfde digitale bestanden wenst, komen de kosten hiervan voor zijn rekening. Indien de aannemer meerdere gedrukte exemplaren wenst, komen de kosten hiervan voor zijn rekening. Waar op tekeningen staat vermeld "constructeur" worden bedoeld de aan de aannemer ter beschikking gestelde constructietekeningen en -berekeningen. Waar op tekeningen wordt verwezen naar (voorschriften van) "fabrikant en/of leverancier", worden bedoeld de bij het betreffende product bijbehorende verwerkingsvoorschriften en/of specificaties.

00.06

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

00.06.10

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 01 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Het veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) als bedoeld in artikel 2.28 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb 1999.451) maakt deel uit van dit bestek. 02 AANSTELLING V&G-COÖRDINATOR VOOR DE UITVOERINGSFASE Ingevolge het bepaalde in artikel 2.29 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb 1999.451) stelt de aannemer één of meer coördinatoren (V&G-coördinatoren) voor de uitvoeringsfase aan. Deze coördinator(en) geeft (geven) uitvoering aan de coördinatietaken genoemd in artikel 2.31 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. 90 TAKEN V&G-COÖRDINATOR UITVOERING De V&G-coördinator voor de uitvoeringsfase draagt zorg voor het bijhouden van het (gezamenlijk) V&G-plan. Tevens draagt hij zorg voor het inpassen van de V&G-plannen van neven-aannemers in een gezamenlijk V&G-plan.

89.10.01.E

Blad: 20



De aannemer levert het V&G-plan voor de uitvoeringsfase aan voor aanvang van de bouwen/of onderhoudswerkzaamheden.

00.09

AUTEURS- EN OCTROOIRECHTEN

00.09.01

AUTEURS- EN OCTROOIRECHTEN 00 AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANNEMER De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen alle aanspraken en eisen tot schadevergoeding van derden wegens door de uitvoering van het werk gepleegde inbreuk op auteurs- en octrooirechten van deze derden, tenzij de inbreuk voortvloeit uit door of namens de opdrachtgever voorgeschreven constructies en werkwijzen.

Einde hoofdstuk 00

89.10.01.E

Blad: 21



05

BOUWPLAATSVOORZIENINGEN

05.00

ALGEMEEN

05.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 LAWAAIBEPERKINGEN Het gebruik van muziekinstrumenten, radio's, e.d. is alleen toegestaan in overleg met de opdrachtgever. 91 VEILIGHEID EN GEZONDHEID Het gebruik en/of onder invloed zijn van alcoholhoudende dranken, drugs en andere hallucigene of stimulerende middelen op het bouwterrein is verboden. Het roken is verboden in- of op de aldus aangegeven plaatsen. 92 PARKEREN Het parkeren t.b.v. het zich op de bouwplaats bevindende personeel in de Limietlaan, moet gebeuren in overleg met de gemeente. 93 WATERAFVOER De aannemer draagt zorg voor deugdelijke afvoer van hemelwater gedurende de gehele bouwperiode, zowel van het in aanbouw zijnde gebouw, inclusief kelder, als het werkterrein 94 MAXIMALE TOEGESTANE HOOGTE GRONDWATERSTAND De hoogte van het grondwater mag tijdens de uitvoering van funderingsconstructies niet hoger zijn dan 500mm onder de aan te leggen funderingsconstructies. Indien het grondwaterpeil een hoger niveau heeft bereikt, zonder verrekening een doelmatige bemaling toepassen. 95 AANWEZIGE BOMEN De aannemer draagt er zorg voor, dat de aanwezige, te behouden monumentale bomen gespaard blijven. Hiervoor moeten de benodigde afschermende maatregelen getroffen worden, in overleg met de gemeente. 96 AANWEZIGE TENNISBANEN De aannemer draagt er zorg voor, dat de aanwezige tennisbanen ongeschonden blijven. Hiervoor moeten de benodigde afschermende maatregelen getroffen worden.

05.00.24

EISEN EN UITVOERING: BOUWPLAATSINRICHTING 01 INDELING EN GEBRUIK WERKTERREIN Ten aanzien van de indeling en het gebruik van het werkterrein gelden de volgende beperkingen: - het bouwterrein in principe inrichten volgens een door de directie te verstrekken bouwplaatstekening - Indien en voorzover de opdrachtgever zulks verlangt, geschieden werkzaamheden in of nabij ruimten welke in gebruik zijn, buiten de uren van het eigenlijke gebruik van deze ruimten. - De normale gang van zaken in voor gebruikers toegankelijke ruimten mag gedurende de uitvoering van het werk niet worden belemmerd. In overleg met de directie de werkzaamheden zodanig regelen dat daarvan door de gebruikers zo weinig mogelijk hinder wordt ondervonden. - de wegen naar en toegangen van de bouwplaats alsmede het doorgaand verkeer vanaf het parkeerterrein "Vonk en Vlam" moeten ten alle tijde bereikbaar zijn en blijven voor hulpdiensten, personeel van de opdrachtgever, leveranciers, e.d. - de aannemer zorgt ervoor dat het terrein steeds begaanbaar is. Hij treft hiertoe alle voorzieningen nodig voor een onbelemmerde aanvoer, verplaatsing en verwerking van

89.10.01.E

Blad: 22



alle (hulp)materialen en/of (hulp)materieel, ook die van derden. - de aannemer treft afdoende voorzieningen ter bescherming van de bestaande bestratingen bij gebruik van (zware) bouwmachines en -transportmiddelen. - de aannemer treft afdoende voorzieningen ten behoeve van bescherming van aanwezige vloeren wandafwerkingen, vloerbedekkingen, vensterbanken, inventaris, beplanting, etc. in en om de ten behoeve van het werk in gebruik gegeven ruimten. - geen bewaking met honden. 02 AFVOER VAN AFVAL Bouwplaatsafval scheiden in: - (gevaarlijke) afvalstoffen, als bedoeld in de Eural (2000/532/EG) en (2001/118/EG). - steenwol. - glaswol. - overig afval. - metalen. - massief hout zonder verduurzamingsmiddelen. - vlak glas. - papier en karton (emballage). - PVC- en PE-leidingen. - gips(houdende) producten. Bouwplaatsafval afvoeren van het werkterrein. Frequentie van afvoer: naar inzicht aannemer Voor iedere feest-, verlof-, of andere vrije dag(en) moeten vuilcontainers van het werk worden afgevoerd. Te verstrekken gegevens: - stortingsbewijs per lading van een door de overheid erkende stortplaats. 03 VERBRANDEN VUIL EN ANDERE MATERIALEN Het verbranden van vuil en andere materialen op het werkterrein is niet toegestaan. 04 AFVOER PUIN, AFVAL EN VERPAKKINGSMATERIAAL Het afvoeren van puin, afval en verpakkingsmateriaal van derden behoort niet tot de verplichtingen van de aannemer. Voor het verzamelen van puin, afval en verpakkingsmateriaal moeten op nader aan te wijzen plaatsen vuilcontainers worden geplaatst. Het puin, afval en verpakkingsmateriaal moet regelmatig door de aannemer van het werkterrein worden afgevoerd. Hiertoe overeenkomstig de milieu-eisen afsluitbare containers beschikbaar stellen. 05.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 01 TER BESCHIKKING STELLEN ENERGIE DOOR DE OPDRACHTGEVER Door de opdrachtgever wordt op verzoek van de aannemer ter beschikking van de aannemer gesteld: - elektrische energie - aardgas - vanaf bestaande kantine op ca. 60m afstand De controle op de capaciteit van de installaties berust bij de aannemer. De kosten voor het verbruik zijn voor rekening van de opdrachtgever. 02 TER BESCHIKKING STELLEN WATER DOOR DE OPDRACHTGEVER Door de opdrachtgever wordt op verzoek van de aannemer drinkwater ter beschikking van de aannemer

89.10.01.E

Blad: 23



gesteld. De kosten voor het gebruik van drinkwater zijn voor rekening van de opdrachtgever. - vanaf bestaande kantine op ca. 60m afstand De controle op de capaciteit van de installaties berust bij de aannemer. 03 RECLAME VAN DE AANNEMER Het ontwerp van de reclame en de plaats van borden moet voor de plaatsing ervan de goedkeuring van de directie hebben. 04 KOSTEN ONTTREKKING GRONDWATER, AANNEMER Voor rekening van de aannemer zijn: - de kosten van de vergunning en de heffing wegens het onttrekken en lozen van grondwater en van de aanslag wegens de geloosde hoeveelheid grondwater. - de aanvraag voor de benodigde vergunningen en ontheffingen 05.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 91 DIENSTLEIDINGEN EN -KABELS Schade en eventuele gevolgschade t.g.v. (graaf)werkzaamheden, zijn voor rekening van de aannemer. Schades aan leidingen kabels aan de directie melden. Herstel van kabels en leidingen is voor rekening van aannemer en moet op eigen initiatief worden uitgevoerd. 92 TEKENINGEN ONDERGRONDSE LEIDINGEN EN -KABELS Indien ondergrondse leidingen en -kabels zijn aangegeven op een door de directie verstrekte tekening, geldt hiervoor, dat de ligging en de diepte van de leidingen en kabels indicatief zijn. De aannemer moet door middel van proefgravingen de juiste ligging en diepte vaststellen.

05.31

LOODSEN EN KETEN

05.31.10-a BOUWKEET 0. BOUWKEET Ruimte(n): - verblijfsruimte van voldoende omvang voor eigen personeel Alle verblijfsruimten moeten aan de ARBO-wet voldoen. Aanduidingsbord: - "Verboden te roken" Toebehoren: - voldoende schoonhouden - stabiele ondergrond Inrichting: voldoende meubilair. Tijdstip van verwijderen: vóór oplevering 01 TIJDELIJKE VOORZIENING - de schaftkeet t.b.v. personeel zoals op inrichtingsplan door aannemer is aangegeven. 02 TIJDELIJKE VOORZIENING - de uitvoerderskeet zoals op inrichtingsplan door aannemer is aangegeven. 05.31.20-a BOUWLOODS 0. BOUWLOODS De aannemer dient t.b.v. materialen afsluitbare bouwcontainers c.q. loodsen te plaatsen. Tijdstip van verwijderen: voor oplevering 01 TIJDELIJKE VOORZIENING

89.10.01.E

Blad: 24



- de bouwcontainers c.q. loodsen t.b.v. materiaal zoals op inrichtingsplan door aannemer is aangegeven.

05.33

BESCHIKBAARSTELLING PERSONEEL

05.33.10-a BESCHIKBAARSTELLING PERSONEEL 0. BESCHIKBAARSTELLING PERSONEEL Het verrichten van incidentele controlemetingen en inspecties aan bouwdelen en/of installaties. Uitvoeren door: - directie 01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN - personeel met de bij de betreffende werkzaamheden behorende gereedschappen, materieel, etc.

05.34

SCHOONMAKEN EN PREVENTIEF ONDERHOUD

05.34.10-a VERWIJDEREN VERONTREINIGINGEN NIEUW WERK 0. VERWIJDEREN STICKERS/MERKTEKENS Voor de eerste oplevering. 01 GEBOUW - van alle onderdelen voor zover in het zicht blijvend. 05.34.10-b VERWIJDEREN VERONTREINIGINGEN NIEUW WERK 0. VERWIJDEREN VLEKKEN Zonodig direct na het ontstaan daarvan maar in elk geval voor de eerste oplevering. 01 GEBOUW - van alle onderdelen voor zover in het zicht blijvend. 05.34.20-a DROOG REINIGEN NIEUW WERK 0. DROOG REINIGEN Het voltooide werk (inclusief eventuele verborgen ruimten, kruipruimtes, kanalen, kokers, putten, de in gebruik gegeven ruimten en de tengevolge van de uitvoering van het werk verontreinigde eigendommen en werken van de opdrachtgever en van derden, enz.) moet geheel "bezemschoon " worden opgeleverd en ontdaan van bouwafval, cement, papier, lijmresten, verf- en mortelspatten en andere verontreinigingen. Het werk en het werkterrein dient vrij te zijn van bouwafval en andere verontreinigingen; aanvegen verhard terrein, onverhard terrein vlak en strak afharken. 01 VLOEREN - alle vloeren van ruimten waarin werkzaamheden zijn gedaan. 02 WANDEN - alle wanden van ruimten waarin werkzaamheden zijn gedaan. 03 PLAFONDS - alle plafonds van ruimten waarin werkzaamheden zijn gedaan. 04 VERBORGEN RUIMTEN - alle kruipruimtes, kanalen, kokers, putten, etc. waarin werkzaamheden zijn verricht. 05 GEVELS - alle gevels waaraan werkzaamheden zijn verricht 06 PLATTE DAK

89.10.01.E

Blad: 25



- alle daken waarop werkzaamheden zijn verricht 07 TERREIN - het gehele in gebruik gegeven terrein 05.34.20-b DROOG REINIGEN NIEUW WERK 0. DROOG REINIGEN Voordat het plafond gesloten wordt moeten alle bovenliggende constructieonderdelen en installaties stofvrij worden gemaakt en ontdaan van afval. 01 SYSTEEMPLAFONDS - het stofvrij maken van onderdelen boven de verlaagde systeemplafonds. 05.34.30-a NAT REINIGEN NIEUW WERK 0. NAT REINIGEN NIEUW WERK wassen, ontdoen van verontreinigingen/cementsluier (zonodig schrobben) en dweilen en huishoud-schoon opleveren. 01 BUITENKOZIJN/-PUI - alle nieuwe buitenkozijnen, - puien, -ramen en -deuren, inclusief beglazing 02 BINNENKOZIJN/-PUI - alle nieuwe binnenkozijnen, - puien en -deuren, inclusief beglazing 03 BALUSTRADES - alle nieuwe balustrades, inclusief eventuele paneelvullingen 04 NATUUR- EN KUNSTSTEEN - alle natuur- en kunststeen onderdelen

05.41

INRICHTING WERKTERREIN

05.41.11-a WERKTERREININRICHTINGSPLAN 0. WERKTERREININRICHTINGSPLAN Te verstrekken door de aannemer. Het moet de volgende gegevens bevatten: - de situering en de grenzen van het (toekomstige) bouwwerk. - de plaats van bouwliften, bouwkranen en kraanbanen - de plaats van de diverse keten. - de plaats van de toiletten. - de plaats van de opslagloods voor bouwmaterialen. - de plaats voor de overige bouwmaterialen (steentassen). - de reservering voorzieningen voor derden. - de plaats van de gereedschapcontainer. - de parkeerplaatsen. - de plaats van bouwwegen en/of rijplaten. - de plaats van de inen uitritten, alsmede de wegen op het werkterrein. - de plaats van de aan- en afvoerwegen. - de laad-, los-, en hijszones. - de plaats voor de aansluitpunten van bouwstroom-, water, riool en telefoon. - de plaats van de tijdelijke watermeterput. - de bestaande en nieuwe leidingentrace's. - de plaats van de beschermingsvoorzieningen van de bestaande opstallen en de belendende percelen. - de plaats van de bouwafrastering en poorten. - de plaats van de naamsaanduiding/bouwbord. - de plaats van de bewegwijzering en gevarenpictogrammen. - de plaats van het gronddepot. 89.10.01.E

Blad: 26



-

de plaats van de afvalcontainers. de plaats van te handhaven bomen en struiken. de plaats van de bouwverlichting. de plaats van gevaarlijke stoffen (gastanks, licht ontvlambare en explosieve stoffen). - de plaats van EHBO benodigdheden en brandblusmiddelen (geschikt voor brandklasse A, B en C volgens NEN-EN 2-94). - de plaats van tijdelijke voorzieningen ten behoeve van de omwonenden (parkeergelegenheid). - de plaats van eventuele damwanden. - de plaats van de bemaling. - de plaats van silo's voor vooraf vervaardigde mortels. - de plaats van groot bouwmaterieel als steigers. - de plaats van verklikkers. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 3 - goedgekeurde (st.): 4 - verstrekkingsvorm: papier - tijdstip: voor aanvang werkzaamheden Het plan moet de goedkeuring hebben van de opdrachtgever, directie, dienst Bouw- en Woningtoezicht. 01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN - het terreinplan volgens goedkeuring van de directie. 05.41.12-a VERKEERSCIRCULATIEPLAN 0. VERKEERSCIRCULATIEPLAN Te verstrekken door de aannemer. Het moet de volgende gegevens bevatten: - een overzichtelijke situatietekening - routes voor verkeer en voetgangers tijdens uitvoering van werkzaamheden. - te nemen verkeerstechnische maatregelen, zoals borden, belijning, etc. voor het verkeer vanaf de bouwplaats naar de hoofdweg en omgekeerd. - parkeergelegenheden - beschermende maatregelen t.b.v. passanten en personeel - de maximale belasting voor de wegen en bruggen - de beschikbare wegbreedte - overige voor het verkeer van belang zijnde maatregelen Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 3 - goedgekeurde (st.): 3 - verstrekkingsvorm: witdruk - tijdstip: 14 dagen voor aanvang werkzaamheden Het verkeerscirculatieplan ter goedkeuring voorleggen aan betreffende gemeente. 01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN - het verkeerscirculatieplan voor het verkeer in de omgeving van het werkterrein.

05.42

AFSLUITINGEN EN RECLAME

05.42.11-a BOUWAFRASTERING 0. BOUWAFRASTERING Hoogte (m): 2 Openingen: - 1 toegangspoort. Functionele eis: inbraakwerend Aanduidingsborden: - "Verboden Toegang voor Onbevoegden" artikel 461 Wetboek 89.10.01.E

Blad: 27



van Strafrecht, aangebracht om de 50m1. - "Bezoekers melden bij de uitvoerder" - helmen verplicht - veiligheidsschoenen verplicht - hesjes met bedrijfnaam verplicht Tijdstip van verwijderen: in overleg met directie. De aannemer draagt zorg voor levering bouwhekken, de bepaling van de hoeveelheid, de tijdige aanvraag, plaatsing, onderhoud, etc.. 01 TIJDELIJKE VOORZIENING - de bouwafrastering op het werkterrein

05.52

UITZETTEN

05.52.10-a UITZETTEN 0. UITZETTEN Tijdstip van uitzetten: - voordat met het grondwerk is aangevangen. 01 TIJDELIJKE VOORZIENINGEN - het uit te voeren grondwerk 05.52.10-b UITZETTEN 0. UITZETTEN Tijdstip van uitzetten: - voordat de damwand wordt aangebracht 01 TIJDELIJKE VOORZIENINGEN - de damwanden, globaal volgens tekeningen 05.52.10-c UITZETTEN 0. UITZETTEN Tijdstip van uitzetten: - voordat met het heiwerk is aangevangen. 01 TIJDELIJKE VOORZIENINGEN - het te bouwen object. 05.52.11-a BOUWRAAM 0. BOUWRAAM Het bouwraam tot aan het tijdstip van verwijderen onderhouden. Bovenzijde waterpas. Standzekerheid gewaarborgd. Op het bouwraam vastleggen: - hoofdmaten. Tijdstip van verwijderen: in overleg met directie. 01 TIJDELIJKE VOORZIENING - het bouwraam.

05.62

TIJDELIJKE BEMALING

05.62.20-a BRONBEMALING 0. TIJDELIJKE BRONBEMALING Bronbemaling: met horizontale filters. Energievoorziening: aggregaat Elke pomp moet zijn voorzien van een direct bereikbare schakelaar en een beveiliging tegen overbelasting. Bewaking: - een bewaker moet op of in de directe nabijheid van het werk aanwezig zijn, ook buiten de normale werktijden. Het opgepompte water lozen in overleg met en ter 89.10.01.E

Blad: 28



goedkeuring van de bevoegde instanties. De bemaling in stand houden tot een door de aannemer te bepalen en door de directie goed te keuren tijdstip. Na het beëindigen van de bemaling moeten alle onderdelen van de installatie worden verwijderd. Het peil dient controleerbaar te zijn met behulp van peilbuizen. 4. BEMALINGSPLAN Door de aannemer te verstrekken bemalingsplan. Het bemalingsplan moet de volgende gegevens bevatten: - tijdsduren, benodigd voor het bereiken van de voorgeschreven verlaging van de grondwaterstand en voor het handhaven van deze verlaging. - aantal en situering van de bemalingsputten. - capaciteit van de pompen en het te verwachten waterbezwaar. - wijze van aanbrengen en opbouw van de bemalingsputten en eventuele drainreeksen. - situering van de afvoerleidingen en de minimale diameters van de hoofdafvoerleiding(en). - volumestroommeting in de afvoerleiding. - wijze en plaats van meting van de af te voeren hoeveelheden water. - beschrijving van het geschikt maken van de voorzieningen voor lozing op het oppervlaktewater. - situering van afsluiters (uitgezonderd afsluiters ten behoeve van het aan- en afkoppelen van pompen) in het leidingsysteem. - situering van het (de) voedingspunt(en) van de energievoorziening en een globale aanduiding van het kabelverloop. - wijze van bewaking. - specificatie van de door de aannemer te gebruiken hulpmiddelen (materieel), voorzover hieraan door de opdrachtgever nadere eisen worden gesteld in verband met de kwaliteit en de samenstelling van het op te pompen water. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 2 - goedgekeurde (st.): 2 Tijdstip: minimaal 14 dagen voor aanvang van de bemalingswerkzaamheden 01 TIJDELIJKE VOORZIENING - de tijdelijke bronbemaling globaal volgens constructietekening.

05.71

TIJDELIJKE DAMWANDEN

05.71.13-a DRUKKEN DAMWAND, STALEN DAMWANDPROFIEL 0. DRUKKEN DAMWAND Uitvoering: gestaffeld. Richting: verticaal. Diepte (m): volgens damwandadvies Spuiten is niet toegestaan Toelaatbare maatafwijking (mm): 50 De damwand, na gereedkomen en voldoende verharding van kelder, voor zover mogelijk, verwijderen. 1. STALEN DAMWANDPROFIEL (CUR-AANBEV. 69-99) Staalsoort (NEN-EN 10248-1-95): S240GP. Hulpstukken: - aansluitplank 89.10.01.E

Blad: 29



- aftakplank - pasplank - spieplank Hulpstukken moeten van overeenkomstige hoedanigheid en kwaliteit zijn als de stalen damwandprofielen. 4. TEKENING DAMWAND Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - plaats damwand - hulpconstructies, inclusief bevestigingen - diepte damwand 5. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekening: - van de hulpconstructies t.b.v. damwand Berekeningsgrondslagen: volgens damwandadvies Belastingen: volgens constructietekeningen en -berekeningen 01 TIJDELIJKE VOORZIENING - de damwand, globaal volgens constructietekening Einde hoofdstuk 05

89.10.01.E

Blad: 30


10

STUT- EN SLOOPWERK

10.50

HAK- EN BREEKWERK


10.50.10-a HAK- EN BREEKWERK 0. HAK- EN BREEKWERK De hak- en breekwerken t.b.v. een goede en deugdelijke uitvoering van bouwkundige werkzaamheden, behoren bij dit bestek. 01 CONSTRUCTIE - hak- en breekwerkzaamheden in beton-, staal-, metselwerken houtconstructies. 10.50.11-a HAK- EN BREEKWERK, GATEN 0. HAK- EN BREEKWERK, GATEN Diameter (mm): afgestemd op betreffend onderdeel Diepte (mm): afgestemd op betreffend onderdeel Aantal (st.): af te leiden uit tekeningen - zie "Bestekken E- en W- installaties" 01 CONSTRUCTIE - de gaten in beton-, staal-, metselwerken houtconstructies, ten behoeve van installatie-onderdelen. 10.50.12-a HAK- EN BREEKWERK, SLEUVEN 0. HAK- EN BREEKWERK, SLEUVEN Breedte (mm): afgestemd op betreffend onderdeel Diepte (mm): afgestemd op betreffend onderdeel Lengte (m): af te leiden uit tekeningen - zie "Bestekken E- en W- installaties" 01 CONSTRUCTIE - de sleuven in beton-, staal-, metselwerken houtconstructies, ten behoeve van installatie-onderdelen. Einde hoofdstuk 10

89.10.01.E

Blad: 31



12

GRONDWERK

12.00

ALGEMEEN

12.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 TIJDELIJKE OPSLAG De plaats van de tijdelijke opslag in depot van ontgraven grond wordt volgens voorstel van de aannemer bepaald binnen de terreingrenzen van het beschikbare werkterrein en moet aangegeven zijn op het terreinplan. 91 UITKOMENDE GROND De overtollige uitkomende grond moet door de aannemer afgevoerd worden naar de Kloosterdonk (gemeentelijk depot).

12.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90 GESCHIKTHEIDSVERKLARING De opdrachtgever verstrekt, voor aanvang van de ontgravingswerkzaamheden, aan de aannemer een "schone grond" verklaring. 91 BOUWRIJP Het bouwterrein wordt de aannemer bouwrijp (STABU Standaard) ter beschikking gesteld. 93 FUNDERINGSADVIES Voor ontgravingen, aanvullingen en verdichtingen van grond en zand moeten de volgende voorschriften worden aangehouden, bijlage bij dit bestek: - funderingsadvies Koops en Romeijn.

12.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 90 HOOGTELIGGING De hoogteligging moet door de aannemer worden opgenomen. Aanduidingen in het bestek zijn niet maatgevend; afwijkingen zullen geen aanleiding tot verrekening geven.

12.40

ONTGRAVEN VAN GROND

12.40.10-a ONTGRAVEN VAN GROND 0. ONTGRAVEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Ontgraven van grond (STABU Standaard, hfst. 12). Grondsoorten gescheiden ontgraven: - voor hergebruik geschikte aanvulgrond, teelgrond, zand en voor hergebruik ongeschikte grond. De sondeerwaarde op het ontgravingniveau moet zijn: - als aangegeven in het funderingsadvies. In meerdere etappes ontgraven afhankelijk van de grootte en diepte van de ontgraving(en). Handmatig ontgraven t.p.v. eventueel te behouden kabels, leidingen e.d. in het terrein en t.p.v. voor machines moeilijk toegankelijke plaatsen, alsmede daar waar gevaar voor beschadiging van reeds uitgevoerd werk bestaat. Vlakheid van de bodem van de ontgraving: normaal vlak, zonder ophogingen en profielen. Bestemming uitkomende grond: grond voor hergebruik in tijdelijk depot opslaan en overtollige grond afvoeren naar de Kloosterdonk. Maximum hoogte depot (m): 3. Te verstrekken gegevens: - een bewijs van storting of een bewijs van afgifte van de afgevoerde grond. 01 FUNDERING 89.10.01.E

Blad: 32



- de ontgravingen van de bouwput tot onderzijde funderingsconstructies en keldervloer zoals op tekening is aangegeven. 02 VERHARD TERREIN - ontgravingen t.b.v. de terreinverhardingen tot onderkant aan te brengen zandpakket.

12.50

VERWERKEN VAN GROND EN GRONDVERVANGENDE MATERIALEN

12.50.10-a VERWERKEN VAN GROND, GROND 0. VERWERKEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Verwerken van grond (STABU Standaard, hfst. 12). Laagdikte (m): - tot onderzijde aan te brengen teelgrondpakket; - tot onderzijde aan te brengen zandpakket. De bij het ontgraven gescheiden gehouden grondsoorten zoveel mogelijk op hun oorspronkelijke plaats terug brengen. Vlakheid: variabel. Maximum gronddruk machines t.p.v. leidingen niet groter dan 80 kN/m2. De grond aanstampen in lagen van ten hoogste 0,3m 1. GROND (BRL 9309+w06) Milieuhygiënische kwaliteit: te leveren grond moet zijn "schone grond" met AP04 keuring. Te leveren grond, voor zover deze niet aan het werk kan worden ontleend. Grond leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. VERDICHTEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Verdichten van grond (STABU Standaard, hfst.12). Laagdikte(n) (m): 0,30. Indringingsweerstand per laag: - gemiddeld (MPa): 2,5. - minimaal (MPa): 2. De indringingsweerstand moet aanwezig zijn juist voor de aanvang van de daarop volgende werkzaamheden. De aannemer dient middels een meetrapport aan te tonen dat vereiste indringingsweerstand is behaald. 01 CONSTRUCTIE - aanvullen met uitkomende grond rondom de kelder en tegen de funderingsconstructies. 02 VERHARD TERREIN - aanvullen t.b.v. de terreinverhardingen tot onderkant aan te brengen zandpakket. 12.50.11-a VERWERKEN VAN GROND, ZAND 0. VERWERKEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Verwerken van grond (STABU Standaard, hfst. 12). Laagdikte (m): 0,10. Profiel: vlak. 1. ZAND IN ZANDBED (STABU STANDAARD) Zand in zandbed (STABU Standaard, hfst. 12). Te leveren zand, voorzover dit niet aan het werk kan worden ontleend. 4. VERDICHTEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Verdichten van grond (STABU Standaard, hfst.12). Laagdikte(n) (m): 0,2. 01 TERREINVERHARDING

89.10.01.E

Blad: 33



Opbouw: - zandpakket onder de terreinverhardingen zoals op tekening is aangegeven. Einde hoofdstuk 12

89.10.01.E

Blad: 34


14

BUITENRIOLERING EN DRAINAGE

14.00

ALGEMEEN

14.00.29

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 01 ISSO PUBLICATIES Door ISSO is technische kennis en normen eenduidig vastgelegd in publicaties. De installaties dienen aan de volgende publicaties, indien van toepassing, te voldoen: - ISSO 70.1 Omgaan met hemelwater binnen de perceelsgrens - ISSO 70.2 Aanleg van IBA-systemen - ISSO 70.3 Grijswater binnen de perceelgrens 02 KEUR Alle te verwerken materialen met KOMO-keur. 03 AANLEGWIJZE Voordat met het leggen van de leiding wordt begonnen, de hoogte-ligging nagaan van kabels en leidingen en obstakels van welke aard ook, die moeten worden gekruist.


Indien blijkt dat de leidingen niet kunnen worden gelegd en aangesloten overeenkomstig de daaraan gestelde eisen, in overleg treden met de directie aangaande de uitvoering c.q. te nemen maatregelen. De aannemer moet, in overleg met de toezicht houdende, het aantal gelegde buizen opnemen, met aantekening waar en hoeveel inlaten zijn gesteld. De buizen direct leggen in de juiste richting en op de juiste hoogte, dragend over de gehele lengte van het rechte buisgedeelte. Tijdens het leggen van de buizen en het maken van de verbindingen zorgdragen voor ongehinderd zicht op richten hoogte bakens. Bij het aanduwen de buis beschermen met een houten balk. De gelegde riolering steeds vrij van vuil en losse voorwerpen houden. Bij het onderbreken van de werkzaamheden aan de leidingen, deze afsluiten, zodat daarin geen verontreinigingen of losse voorwerpen kunnen komen. 04 TIJDELIJKE VOORZIENINGEN Tijdens de werkzaamheden tijdelijke voorzieningen treffen, opdat de afvoer van de bestaande riolering niet ontoelaatbaar wordt belemmerd of gestremd. 05 AFDICHTINGSRINGEN De ringen voor de buisverbindingen en de afdichtingselementen van de (inlaat)-moffen van de boven-inlaten moeten zijn van styreenbutadieenrubber en worden geleverd met KOMO-certificaat + KOMO-keurmerk. 06 BOVENINLATEN De inlaten afsluiten met een PVC combi-kap. De inlaten maken door middel van knevel-inlaten 89.10.01.E

Blad: 35


08 09 90

91

14.00.30

89.10.01.E


voorzien van manchet met drievoudige afdichting, twee knevels en zettingsconstructie. Inlaten die niet direct worden gebruikt voor aansluitingen, afsluiten met een combi-kap. De inlaten ter plaatse boren met een fraisboor van de juiste maat. De bramen verwijderen met een staalspons. De inlaten moeten minimaal 1 meter van elkaar en van het mof of spie-eind zitten. INSTORTMOFFEN De aansluiting van PVC-riolen op betonconstructies tot stand brengen met behulp van PVC instortmoffen. GRONDDEKKING De dekking op de leidingen tenminste 0,70 m. BEDIENING EN ONDERHOUDSINSTRUCTIE Direct na de oplevering het door de opdrachtgever aangewezen personeel van de gebruiker van het project instrueren in de bediening, de regeling en het onderhoud van de opgeleverde installaties. De instructietijd is minimaal 1 uren De instructietijd is maximaal 2 uren GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: technische installaties - te garanderen door: aannemer - periode: 12 maanden Met de volgende aanvullingen: - riolering 36 maanden op goede werking - terreinleidingen, te garanderen door de leverancier, periode 36 maanden verzekerde garantie inclusief gevolgschade De aanvullende garanties dienen te worden overgedragen aan het bedrijf dat het onderhoud uitvoert.

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 01 AANSLUITING OP OPENBAAR RIOOL De aansluiting van de hemelwaterafvoeren en de riolering op het openbaar riool wordt door derden verzorgd. Plaats van aansluiting : riolering aansluiten op gemeente riool. 02 GOEDKEURING INSTALLATIES De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: - Dienst Gemeentelijk Bouwtoezicht van betreffende gemeente. De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. 03 AANSLUITKOSTEN Voor rekening van de aannemer zijn de aansluitkosten van: - geen Voor rekening van de opdrachtgever zijn de aansluitkosten van: Blad: 36



- de riolering. De aannemer verzorgt de aanvraag en coördineert de werkzaamheden. 14.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 01 REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Van de complete buitenrioleringsinstallatie tot aan gemeentelijk riool De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager: witdruk en CD-rom (tekeningen in Autocad). Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Tijdstip van levering: - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 02 REVISIEGEGEVENS Door de aannemer te verstrekken gegevens: Van de complete buitenrioleringsinstallatie tot aan gemeentelijk riool De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tijdstip van verstrekking: - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 03 REVISIEBESCHEIDEN De aannemer verstrekt de directie de benodigde gegevens ten behoeve van de revisiebescheiden. De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen: - Van de complete buitenrioleringsinstallatie tot aan gemeentelijk riool Aantal te verstrekken revisiebescheiden: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Taal: Nederlandse Vorm van verstrekking- witdruk - CD-rom 04 REVISIETEKENING BUITENRIOLERING/DRAINAGE Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters - het materiaal van de leiding - plaats en type van hulpstukken/appendages - de plaats van vuilwaterpompunits - plaats, type en capaciteit van putten en afscheiders - de maatvoering - delen voorzien van isolatie

14.11

FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

14.11.11-a VRIJ-VERVAL BUITENRIOLERING 0. VRIJ-VERVAL BUITENRIOLERING Rioleringssysteem: gescheiden systeem Hemelwaterafvoer: gescheiden systeem Uitvoering: - overeenkomstig NPR 3218-84 89.10.01.E

Blad: 37



- overeenkomstig NEN-EN 1610-98 Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van de volgende installaties: - het complete rioleringssysteem in het terrein vanaf 1 meter buiten de gevels tot het openbare riool. Voordat de terreininstallatie wordt aangesloten op het gemeente riool dient deze te worden voorzien van een inspectieput. - in het terrein komt een vetvangput ten behoeve van de keuken. Deze leiding separaat richting minigemaal aanbrengen. - de hemelwaterafvoeren worden door de bouwkundig aannemer aangebracht, deze zorgt ook voor de aansluiting van de hemelwaterafvoeren op het openbare riool. - het aanbrengen van twee afvoerpunten in de koekoek welke worden aangesloten op het vuilwater afvoersysteem. Alle met deze werkzaamheden gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aannemer en worden geacht in de aanneemsom te zijn verrekend. 14.11.12-a RIOOLPERSLEIDING 0. RIOOLPERSLEIDING De persleiding moet bestand zijn tegen een druk van 1,5 maal de pompdruk. Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van de volgende installaties: Persleiding vanaf minigemaal welke in het terrein wordt aangebracht. Op het minigemaal is de complete vuilwaterriolering van kelder en begane grond aangesloten. 14.11.20-a VUILWATERPOMPPUT 0. VUILWATERPOMPPUT Gebaseerd op de nuttige inhoud van de vuilwaterpompput, het debiet van de vuilwaterpomp en het aantal schakelingen moet de vuilwaterpompput in 10 min. zijn leeggepompt. Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van de volgende installaties: Minigemaal voor de complete vuilwaterriolering in het gebouw.

14.12


14.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de gehele buitenriolering. Op de buitenriolering moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters 89.10.01.E

Blad: 38



- het materiaal van de leiding - plaats en type van hulpstukken/appendages - plaats, type en capaciteit van putten en afscheiders. 14.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. INSTALLATIE-BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen berekening: Van: - rioleringssysteem in het terrein Berekeningsmethode: - conform de voorschriften Uitgangspunten: - afschot streven naar 1 : 300 - afschot minimaal 1 : 500

14.51

PUTTEN

14.51.50-a VUILWATERPOMPPUT 0. VUILWATERPOMPPUTINSTALLATIE Fabrikaat: Flygt, o.g. Constructie: pompput: beton Medium: vuilwater Inhoud (dm3): volgens berekening leverancier Opzetstuk: - te rekenen tot aan maaiveld Deksel: - te rekenen met gemiddeld gewicht Pomp: - aantal (st.): 2 - debiet (m3/h): zie tekening voor gebruikte aansluitingen - aansluitspanning (V): volgens selectie leverancier - opgenomen vermogen (kW): volgens selectie leverancier Signalering/regeling: - met storingsmelding Toebehoren: - opzetstuk - deksel - regeling 4. STELWERK PUT Stelwijze: - na het stellen hijsgaten van betonnen putten afdichten met plastisch blijvende kit. Peil/ligging: - putten, afscheiders e.d. moeten met de bovenkant waterpas zijn gesteld. - putafdekkingen moeten gelijk liggen met de wegverharding, of max. 5 mm lager liggen dan de wegverharding. - de put uitvoeren met een open ontspanningsvoorziening. 01 MINIGEMAAL - een stuks opnemen voor het verpompen van het vuilwater van het gehele gebouw richting openbare riolering.

89.10.01.E

Blad: 39


14.52


AFSCHEIDERS

14.52.40-a VETAFSCHEIDER 0. VETAFSCHEIDER, SLIBVANGPUT (BRL 5252+w08) Fabrikaat: Nering B”gel. Type: 4. - NeBo kunststof vetafscheider HDPE 932002/800 t/m 932025/800 Toebehoren: - systeemgebonden opzetstuk. - optisch-akoestisch waarschuwingssysteem GreaseSet 1000 - vergrootte bodemplaat tegen opdrijven. - leegzuigleidingen voor lediging op afstand. Vetafscheiders en slibvangputten leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 01 VRIJ-VERVAL BUITENRIOLERING - vetafscheider ten behoeve van keuken Einde hoofdstuk 14

89.10.01.E

Blad: 40


15

TERREINVERHARDINGEN

15.00

ALGEMEEN

15.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 ONKRUIDBESTRIJDINGSMIDDELEN Het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen is niet toegestaan. 91 ONKRUIDVRIJ HOUDEN Het straatwerk tot aan de oplevering vrijhouden van onkruid. 92 BESTRATINGSNIVEAU - Afschot bestrating minimaal 1% naar de afvoeren c.q. het groenblijvend terrein. - De bovenkant van de bestrating bij deuren maximaal 20mm min. peil. 93 HERSTRATEN Bij het einde van de onderhoudstermijn herstraten, voor zover de directie dit nodig acht. Herstraten omvat mede de levering van tekort komend zand, tot een hoeveelheid van ten hoogste 1 m3 per 50 m2 straatwerk.

15.31

KANTOPSLUITINGEN MET BANDEN


15.31.12-b KANTOPSLUITING IN ZAND, BETONBAND 0. KANTOPSLUITING IN ZAND 1. OPSLUITBAND, BETON (BRL 2314+w08) Type: opsluitband Afmetingen (mm): 100x200. Kleur: grijs Opsluitbanden leveren onder KOMO attest-met-productcertificaat. 4. STRAATZAND (STABU STANDAARD) Straatzand (STABU Standaard, hfst. 15). Te leveren zand, voorzover dit niet aan het werk kan worden ontleend. 01 KANTOPSLUITING - de kantopsluitingen van de vrije zijden van de bestratingen zoals op tekening(en) is aangegeven.

15.42

TEGELBESTRATING

15.42.30-a TEGELBESTRATING, BETONTEGEL 0. TEGELBESTRATING Patroon: rechthoekig Kantstrook: pastegels Afwijking langs- en dwarsprofiel: ten hoogste 10 mm. De dagproduktie ingeveegd met straatzand. Voltooid straatwerk ingeveegd met straatzand onder toevoeging van water. 1. BETONTEGEL (BRL 2313+w08) Type: vierkant. Vellingkant. Dikte (mm): 50. Lengte x breedte (mm): 300x300. Kleur: grijs Slijtbestandheid (klasse): 3, markering H. Buigsterkte (klasse): 3, markering U. Betontegels leveren onder KOMO 89.10.01.E

Blad: 41



attest-met-productcertificaat. 4. STRAATZAND (STABU STANDAARD) Straatzand (STABU Standaard, hfst. 15). Te leveren zand, voorzover dit niet aan het werk kan worden ontleend. 01 TERREINVERHARDING - de tegelbestratingen aan Oostgevel volgens tekening 02 TERREINVERHARDING - de tegelbestratingen in fietsenstalling volgens tekening 15.42.30-b TEGELBESTRATING, BETONTEGEL 0. TEGELBESTRATING Patroon: rechthoekig Kantstrook: pastegels Afwijking langs- en dwarsprofiel: ten hoogste 10 mm. De dagproduktie ingeveegd met straatzand. Voltooid straatwerk ingeveegd met straatzand onder toevoeging van water. Te rekenen op 50m2 1. BETONTEGEL (BRL 2313+w08) Type: vierkant. Vellingkant. Dikte (mm): 70. Lengte x breedte (mm): 500x500. Kleur: grijs Slijtbestandheid (klasse): 3, markering H. Buigsterkte (klasse): 3, markering U. Betontegels leveren onder KOMO attest-met-productcertificaat. 4. STRAATZAND (STABU STANDAARD) Straatzand (STABU Standaard, hfst. 15). Te leveren zand, voorzover dit niet aan het werk kan worden ontleend. 01 TERREINVERHARDING - de tegelbestratingen aan Noord-Westgevel volgens tekening Einde hoofdstuk 15

89.10.01.E

Blad: 42


17

TERREININRICHTING

17.00

ALGEMEEN

17.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: hekwerken en poorten. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 5 jaar, afbouwend met 20% per jaar.

17.12

WERKBESCHEIDEN


17.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van - de hekwerken en/of poorten.

17.41

AFRASTERINGEN, VOORAF VERVAARDIGD

17.41.21-m METALEN AFRASTERINGSPAAL/-FRAME METALEN AFRASTERINGSVULELEMENT 0. METALEN AFRASTERINGSPAAL Fabrikaat: HERAS. Type: Pallas Light PALL200. Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: verzinkt. Afwerking: coating mosgroen, RAL 6005. Lengte (mm): 3.000. Doorsnede (mm): ø60x1,75. Toebehoren: - hoekpaal. - eindpaal. 1. METALEN AFRASTERINGSVULELEMENT Fabrikaat: HERAS. Type: Pallas Light PALL200, staalmatelement. Materiaal: staaldraden, - vertikaal: enkele draden ø6 mm (draad doorstekend aan bovenzijde). - horizontaal: dubbele draden ø8 mm. Oppervlaktebehandeling: verzinkt. Afwerking: coating mosgroen, RAL 6005. Afmeting: - breedte (mm): 2.510. - hoogte (mm): 2.030. - maaswijdte (mm): 50x200. - lengte (m): ca. 40 Toebehoren: - langlipbeugels. 4. IN DE GROND GESTELD WERK Diepte (mm): 1.000 Plaatsingstechniek: - palen in de grond geheid. - afstand staanders h.o.h. (mm): 2.580. 01 TERREINAFRASTERING - de terreinafrastering tussen tennisbanen en rugby-clubhuis 89.10.01.E

Blad: 43


17.42


POORTEN EN HEKKEN, VOORAF VERVAARDIGD

17.42.11-a METALEN POORT/HEK 0. METALEN DRAAIPOORT Model: volgens tekening Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: - thermisch verzinkt, overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Afwerking: poedercoating, laagdikte gemiddeld 80µm. Kleur (RAL): 7016. Afwerking: met gelaserde rugbybal uit staalplaat 3mm dik Onderdelen: - frame: - boven-/onderligger: kokerprofiel (mm): 60x60x2. - stijlen: kokerprofiel (mm): 60x40x2. - spijlen -afmetingen (mm): 30x30x1,2 mm. - afstand h.o.h. (mm): 140. - pilasters: - buisprofiel, doorsnede (mm): 108. - voorzien van vooraf vervaardigd fundatieblok, beton B45, te plaatsen in gegraven gat, afmetingen (mm): 700x700x400. Toebehoren: - hangen sluitwerk: - SKG-veiligheidsslot (met eurocilinder) - verstelbare verzwaarde scharnieren (aan de staanders). - bevestigingsmiddelen: - muurbevestigingsprofiel t.b.v. bevestiging poortvleugel aan muur. - aanslagblok beton B15 t.b.v. borging grondgrendel. 4. IN DE GROND GESTELD WERK Palen voorzien van aangelaste voetplaat en prefab betonnen fundatieblok. 01 TERREINAFRASTERING - de metalen draaipoort als aangegeven op tekening(en). Einde hoofdstuk 17

89.10.01.E

Blad: 44



20

FUNDERINGSPALEN EN DAMWANDEN

20.00

ALGEMEEN

20.00.10

BEGRIPPEN: ALGEMEEN 91 WERKNIVEAU Onder het werkniveau het niveau van waar de funderingspalen worden aangebracht. 92 BASISNIVEAU Onder basisniveau wordt verstaan het niveau van de paalpunt. 93 FUNDERINGSMACHINE Onder een funderingsmachine wordt verstaan, al het materieel waarmee door middel van boren, slaan, trillen, graven, trekken, drukken of enige andere wijze funderingselementen kunnen worden aangebracht of verwijderd.

20.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 GEBRUIK VAN MEERDERE WERKTUIGEN Indien voor de uitvoering van gelijksoortige werkzaamheden meerdere heiwerktuigen tegelijk worden gebruikt, moeten deze van hetzelfde type zijn en dezelfde energie leveren. 91 BEPALING VAN DE TE LEVEREN ENERGIE De door de heiwerktuigen te leveren energie voor het in de grond brengen van funderingspalen en damwanden moet in overleg met de directie worden bepaald. 92 PALENPLAN Het palenplan en de plaats van de gemaakte sonderingen d.m.v. gemerkte piketten uitzetten. 93 START FUNDERINGSPALEN Met de uitvoering van het vervaardigen van de funderingspalen mag niet worden begonnen, alvorens de tekeningen en berekeningen van de funderingspalen door de directie en de Gemeentelijke Dienst Bouwen Woningtoezicht zijn goedgekeurd 94 OBSTAKELS Alvorens een funderingspaal wordt geplaatst, moeten eventuele aanwezige obstakels als puin, funderingsresten e.d. zijn verwijderd. 95 UITVOERING: ALGEMEEN De aannemer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de funderingswerkzaamheden. Voor de aanvang van de werkzaamheden dient de aannemer zich te overtuigen van de ligging van kabels, riolering, drains en aanwezige meetputten in het terrein. 96 VOLGORDE INBRENGEN PALEN De volgorde van het inbrengen van de funderingspalen dient i.o.m. de directie te worden bepaald. Uit vergelijking van de heiresultaten met de sonderingen zal het vereiste stuitcijfer voor de overige funderingspalen door de Gemeentelijke Dienst Bouw- en Woningtoezicht en de directie worden bepaald.

20.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90 GRONDONDERZOEK EN FUNDERINGSADVIES De resultaten van het grondonderzoek en een eventueel funderingsadvies worden de aannemer voordat hem het werk wordt opgedragen ter beschikking gesteld. 91 KAPSTATEN

89.10.01.E

Blad: 45



Door de directie worden geen kapstaten vervaardigd. De aannemer moet de paalhoogten ontlenen aan de tekeningen. 20.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: paalfundering en damwanden - te garanderen door: aannemer - periode: 10 jaar 91 AANVULLEND GRONDONDERZOEK Indien de directie het noodzakelijk acht aanvullend grondonderzoek te laten verrichten, verleent de aannemer begeleiding en hulp, zonder verrekening. 92 PAALAFWIJKINGEN Aanpassingen aan de fundering, beton-, staal- en/of houtconstructies t.g.v. verkeerd ingebrachte en/of beschadigde palen, inclusief het benodigde rekenen tekenwerk zijn voor rekening van de aannemer.

20.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90 INMETEN Nadat de funderingspalen zijn aangebracht en voordat het materieel het werk verlaat, de plaats en de hellingshoek in het bijzijn van de directie inmeten en de afwijking van elke paal ten opzichte van de opgegeven plaats, helling e.d. op de tekening van het palenplan aangegeven aan de directie verstrekken. Door of namens de directie worden deze gegevens vastgelegd in een revisietekening. 92 PERSONEEL Machinisten van funderingsmachine's moeten in het bezit zijn van een bewijs van deskundigheid voor het bedienen van funderingsmachine's, afgegeven door de Stichting Beroepsopleidingen Weg- en Waterbouw (SBW) te Gouda of een gelijkwaardig instituut. 93 KEURING FUNDERINGSMACHINES Een funderingsmachine moet zijn voorzien van een keuringscertificaat afgegeven door een door de Raad voor de Certificatie op basis van NEN-EN 45011 erkende instelling.

20.00.70

MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN 91 NIET VERREKENBAAR De wapening van de funderingspalen is in afwijking van de U.A.V. niet verrekenbaar.

20.31

PAALFUNDERINGEN VAN VOORAF VERVAARDIGDE PALEN

20.31.13-a HEIEN FUNDERINGSPAAL BETONNEN FUNDERINGSPAAL 0. HEIEN FUNDERINGSPAAL Slagenergie - in overeenstemming met het funderingsadvies en het verwerkingsvoorschrift van de palen Richting: verticaal. Puntdiepte (m): volgens het palenplan. Diepte paalkop (m): volgens het palenplan. 89.10.01.E

Blad: 46


1.

4.

5.

6.

89.10.01.E


Spuiten is niet toegestaan Toleranties (mm): 50 Alle palen moeten worden gekalenderd. Voordat de te kalenderen paal in de grond wordt gebracht, moet deze zijn voorzien van een schaalverdeling, over een lengte te bepalen door Het gebruik van een opzetter is niet toegestaan. De directie behoudt zich het recht voor om palen af te keuren indien: - die meer dan 10 graden uit het lood staan, wanneer het een afzonderlijke paal betreft. - die meer dan 5 graden uit het lood staan, wanneer het een paalgroep betreft en waarbij de palen allen dezelfde afwijking hebben. - die meer dan 50 mm t.o.v. de op tekening aangegeven plaats staan - die meer dan 50 mm t.o.v. de op tekening aangegeven plaats staan, wanneer de palen allen dezelfde afwijking hebben. - waarbij de paalkop over een grotere lengte dan 0,5 m gerekend vanaf de kop beschadigd is BETONNEN FUNDERINGSPAAL Type: prefab gladde palen Afmetingen (mm): volgens constructietekening Paallengte (m): volgens constructietekening Sterkteklasse (NEN-EN 206-1+w05): volgens constructietekening Milieuklasse (NEN 8005+w11): XC4 Wapening (NEN 6008-08): volgens berekening aannemer Wapeningsstaaf voor aarding Met onuitwisbare merktekens voor: - oplegpunten voor opslag - aanwezigheid wapeningsstaaf voor aarding. TEKENING FUNDERINGSPAAL Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de vooraf vervaardigde betonpalen. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - vorm en afmetingen van de funderingspaal. - plaats, ligging en afmetingen van de wapening. - betonsterkteklasse. - milieuklasse. - hijsvoorziening (hijsogen niet toegestaan) STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990-11/NB-11). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-1-11/NB-11, NEN-EN 1991-1-2-11/NB-11, NEN-EN 1991-1-3-11/NB-11, NEN-EN 1991-1-4-11/NB-11, NEN-EN 1991-1-5-11/NB-11 en NEN-EN 1991-1-7-11/NB-11). Belastingen - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - betonconstructies overeenkomstig Eurocode 2 (NEN-EN 1992-1-1-11/NB-11, NEN-EN 1992-1-2-11/ NB-11). - geotechniek overeenkomstig Eurocode 7 (NEN-EN 1997-1+c09/NB-08). Te vervaardigen berekening van: - de funderingspalen HEIPLAN Te verstrekken door de aannemer. Het moet de volgende gegevens bevatten: - definitieve startdatum. Blad: 47



-

locatie eerste paal. locatie te kalenderen palen. werkniveau. te gebruiken heiblok (inclusief gegevens). wijze van aanvoer en eventueel tussenopslag van de palen. - wijze van lossen van de palen. - bijzondere uitvoeringsaspecten (zoals voorboren, voorspuiten, gebruik opzetstuk). - heivolgorde. - specifieke veiligheidsaspecten, voor zover niet vastgelegd in V&G-plan. - materieelinzet. - eventuele hulpconstructies. - planningsindicatie. - contactpersonen. - verantwoordelijke voor maatvoering en kalenderen. - afspraken m.b.t. ligging bestaande kabels en leidingen of andere onder- of bovengrondse obstakels. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 2 - goedgekeurde (st.): 3 - verstrekkingsvorm: witdruk - tijdstip: 14 dagen voor aanvang werkzaamheden 01 PAALFUNDERING - de funderingspalen volgens het palenplan.

20.37

BEWERKINGEN FUNDERINGSPALEN

20.37.11-a SNELLEN PAALKOP 0. SNELLEN PAALKOP Min. af te hakken (mm): 300. Minimum vereiste vrije lengte onbeschadigde langswapening (mm): 300. Afhakhoogte boven de onderkant van de aansluitende betonconstructie (mm): 20. Indien de paalkop ingevolge bovenstaande bepalingen over een grotere dan de geprojecteerde hoogte moet worden weggehakt, moet de onderkant van de aansluitende betonconstructie evenveel worden verlaagd. Afvoer paalkoppen en afkomend materiaal: door aannemer naar stortplaats. Te verstrekken gegevens: - stortingsbewijs. 01 PAALFUNDERING - van de vooraf vervaardigde funderingspalen. Einde hoofdstuk 20

89.10.01.E

Blad: 48



21

BETONWERK

21.00

ALGEMEEN

21.00.10

BEGRIPPEN: ALGEMEEN 90 SAMENGESTELDE BOUWDELEN Bouwdelen die zijn samengesteld uit onderdelen van in het werk gestorte en/of geprefabriceerde beton met hun wapening, bevestigingen en verbindingen. 91 OMVANG HOOFDSTUK BETONWERK In aanvulling op Stabu Standaard 2012 betreft het geheel van de werkzaamheden tevens het samenvoegen van prefab beton bouwdelen en in het werk gestorte beton, d.m.v. ankers, stekken, lassen, gaine's, e.d.

21.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN - CUR rapport 66 "Toleranties voor betonwerk" alsmede de bijlagen A, B, C en D. - CUR aanbeveling 100 "Schoon beton criteria voor de specificatie en beoordeling van betonoppervlakken inclusief bijlage A "CUR grijsschaal beton". 91 BETONDEKKING De vereiste minimale betondekking op de buitenste wapeningsstaven staat aangegeven op de constructietekening. Voor het verkrijgen van de vereiste betondekking worden dekkingsblokjes en ringen toegepast, e.e.a. ter goedkeuring van de directie. De dekking op de in de beton achterblijvende onderdelen zoals centreerpennen moet tenminste zo groot zijn als de vereiste betondekking. 93 ONDERSTEUNINGSCONSTRUCTIE VAN DE BEKISTINGEN. - Bekisting zodanig samenstellen dat voldoende compensatie aanwezig is voor vervormingen welke optreden tijdens de uitvoering, door belastingen en door krimp en kruip na verharding, zodat de juiste maten bereikt worden. - De bekisting c.q. onderstempeling niet eerder wegnemen dan na goedkeuring van de directie. - De vloeren waarop scheidingswanden worden aangebracht moeten zijn ontkist en alle stempels verwijderd. - Indien de directie zulks oordeelt, moeten ontkiste onderdelen worden onderstempeld, alvorens hierop belasting wordt toegelaten. 94 IN TE BETONNEREN ONDERDELEN - bevestigingsmiddelen voor onderdelen zoals: 1. in het werk te storten betonconstructies. 2. prefab betonelementen 3. staalconstructies 4. balustrades 5. installaties, doorvoeren van leidingen enz. zoals mantelbuizen, doorvoerhulzen e.d. - vloerveren, vloerpotten, taatsscharnieren, e.d. - zoals op constructietekening is aangegeven 95 GRINDNESTEN EN SCHEUREN Grindnesten en scheuren moeten ten genoegen van de directie worden hersteld. 96 AANBRENGEN IN TE BETONNEREN ONDERDELEN De in te betonneren onderdelen zodanig aanbrengen,

89.10.01.E

Blad: 49



dat deze tijdens het storten niet van hun plaats raken. Buizen moeten daarbij volledig open zijn. De in te betonneren stalen onderdelen voorzien van ankers van de juiste afmetingen en in het juiste aantal. Schroefdraad, afdekplaten, e.d. beschermen tegen aanhechting betonspecie en beschadigingen. 97 OP TE NEMEN ONDERDELEN Latten voor het formeren van waterhollen, loodsponningen, stortvoegen, profileringen, dilatatievoorzieningen, enz. zoals op constructietekening is aangegeven De in het zicht komende uitwendige hoeken te voorzien van vellingkanten, tenzij specifiek anders op tekening(en) is aangegeven. 98 HULPSTOFFEN Naast de in het bestek genoemde hulpstoffen mogen in principe geen hulpstoffen worden toegepast, tenzij de directie daar uitdrukkelijk toestemming voor geeft. Indien de aannemer van plan is hulpstoffen in de zin van NEN-EN 934 aan de betonspecie toe te voegen, behoeft de aannemer goedkeuring van de directie te hebben. 21.00.30

89.10.01.E

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 91 MELDING GESCHIKTHEIDS-/CONTROLEPROEVEN Ten minste twee werkdagen voordat geschiktheids- of controleproeven worden verricht, moet de directie hierover worden ingelicht. 92 MEETRESULTATEN BEPROEVINGEN De meetresultaten en uitslagen van proeven moeten ten hoogste twee werkdagen na de beproeving aan de directie worden verstrekt. 93 KOSTEN CONTROLEPROEVEN De kosten voor het verrichten van controleproeven zijn voor rekening van de aannemer 94 KEURING WAPENING Met het storten van enig onderdeel mag niet worden begonnen voordat de directie het aangebrachte betonstaal en de op te nemen onderdelen heeft goedgekeurd. 95 TEKENINGEN Door de directie worden verstrekt: - vormtekeningen van alle in het werk te storten betonconstructies; - de wapeningstekening van alle in het werk te storten betonconstructies. De aannemer vervaardigt tekeningen van de volgende onderdelen: - sparingstekeningen, welke tenminste moeten bevatten: - alle benodigde sparingen; - in te storten leidingen e.d.; - maatvoering en afmetingen van sparingen en leidingen. De aannemer verzorgt de onderlinge afstemming en coördinatie van de sparingen De goedgekeurde sparingstekeningen moeten 4 weken

Blad: 50



voor aanvang van het wapeningswerk in het bezit zijn van de directie t.b.v. het intekenen van de wapening. 21.00.31

INFORMATIE-OVERDRACHT: WERKPLAN 01 GEDETAILLEERD WERKPLAN Een gedetailleerd werkplan zoals bedoeld in paragraaf 26 lid 6 van de U.A.V wordt verlangd voor: - de volgorde van het storten; - de plaats van de stortnaden; - de data waarop de diverse detailtekeningen door de directie moeten worden verstrekt. Eisen werkplan: De indeling van de tijdsduur op het gedetailleerd werkplan moet worden aangegeven in werkbare werkdagen. Tijdstip waarop het werkplan moet worden ingediend: - 5 weken voor aanvang van betreffende werkzaamheden. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2; - goedgekeurde: 3.

21.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 03 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de in het werk gestorte beton en/of betonconstructies. - te garanderen door: aannemer - periode: 10 jaar Omvang garantie: - de goede kwaliteit en goede functionele hoedanigheid; - het vrijblijven van afschilfering van beton ten gevolge van corrosie van betonstaal; - de waterdichtheid van de vloeren en wanden van alle betonconstructies onder maaiveldniveau.

21.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 01 REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): - van alle betonconstructies, wapeningen en dergelijke, voorzover deze afwijken ten opzichte van de constructietekening(en). De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. 91 CONTROLE MAATVOERING De maatvoering van alle in te betonneren onderdelen moeten worden gecontroleerd door de aannemer Dit ontheft de aannemer niet van zijn verantwoording voor de maatvoering. 92 BUITENTEMPERATUUR Voor het controleren van de buitentemperatuur moet een maximum-minimum temperatuurmeter worden opgesteld, volgens voorschrift van de Stichting Verletbestrijding Bouwnijverheid. 93 OPSTORTINGEN: Opstortingen aanbranden met cementpap zodanig dat er een goede aanhechting ontstaat.

89.10.01.E

Blad: 51



94 CONTROLE BETONCONSTRUCTIES EN WAPENING De controle van betonconstructies en wapening berust bij de directie. 95 REPARATIES Eventueel noodzakelijke reparaties te verrichten met speciaal daarvoor vervaardigde reparatiemortels. De directie bepaalt wanneer reparatie nog mogelijk, resp. toelaatbaar is. Reparatie methode vooraf ter goedkeuring aan de directie voorleggen. 96 BESCHERMING IN HET ZICHT BLIJVENDE BETON In het zicht blijvende betonwerk vanaf het ontkisten tegen beschadigingen beschermen. 97 BETONSTAAL Als naar oordeel van de directie de dekking op de wapening van ontkiste beton onvoldoende is, alle maatregelen treffen die de directie voor een doelmatige bescherming van de wapening nodig acht, waartoe onder andere gerekend wordt door de directie te kiezen spuitprocedure. 21.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90 BINDDRAAD Binddraad moet uitgegloeid ijzerdraad zijn. 91 STALEN BEKISTINGEN Stalen bekistingen moeten volkomen gladde vlakken opleveren. Dwarsnaden mogen hierin niet voorkomen. De bekisting tegen roestvorming prepareren.Dit preparaat mag na het ontkisten geen verkleuring op het beton veroorzaken. 92 BEKISTINGEN VAN GELAAGD PLAATMATERIAAL Gelaagd plaatmateriaal voor bekistingen mag, ook onder de meest ongunstige weersomstandigheden, geen merkbare vormveranderingen vertonen en lijmnaden mogen niet loslaten. De zaagkanten, van met een waterdichte laag voorziene platen, zodanig nabehandelen dat indringen van vocht is uitgesloten. 93 BETONSTAAL Aarding van elektrische- en/of bliksemafleiders installaties, ter goedkeuring van de directie aanbrengen. 94 MAATREGELEN BIJ SCHADE Een door vorst of t.g.v. bouwactiviteiten beschadigd onderdeel moet worden gesloopt, verwijderd en vervangen alvorens de werkzaamheden aan het betreffend constructiedeel worden voortgezet. De bepaling of een onderdeel al dan niet is beschadigd berust bij de directie. 95 MAATREGELEN TEGEN UITDROGING Niet-bekiste beton moet in de verhardingsperiode voortdurend worden beschermd tegen uitdroging. Een en ander in overleg met de directie. 96 BETONMORTELBEDRIJVEN (BRL 1801/06) Betonmortelbedrijven die ten behoeve van het werk betonspecie leveren, moeten zijn goedgekeurd door en onder controle staan van de Stichting BMC.

21.00.70

MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN 90 VERREKENING BETON Alle uit te voeren in het werk te maken betonwerken, zijn NIET verrekenbaar. 91 VERREKENING WAPENINGSSTAAL

89.10.01.E

Blad: 52



Voor alle uit te voeren werkzaamheden en hoeveelheden volgens dit hoofdstuk, zal geen verrekening plaatsvinden. 92 VERREKENING STEKKENPLANKEN Het gebruik van meer stekkenplanken/-bakken dan aangegeven op tekening, wordt niet als meerwerk vergoed. 21.00.90

89.10.01.E

EISEN EN UITVOERING BEKISTING 90 BEKISTINGSMATERIALEN Bekistingsmateriaal mag het betonoppervlak van in het zicht blijvende vlakken niet verkleuren. 91 AFSCHUINEN Alle in het zicht blijvende, uitwendige hoeken van wanden, kolommen en balken afschuinen d.m.v. driehoekige latjes, afmeting 15x15mm, in de bekisting. 92 AFSTANDHOUDERS EN BETONBLOKJES Afstandhouders voor het verkrijgen van de gewenste betondekking behoeven de goedkeuring van de directie. het aantal afstandhouders tussen onderen bovennet van de vloerwapening mag niet kleiner zijn dan twee per m2, indien de kernmiddellijn van de bovenstaaf kleiner of gelijk aan 10mm is. Betonblokjes moeten zijn vervaardigd van mechanisch verdicht beton Bolvormige betonblokjes toepassen voor vloeren die aan de onderzijde in het zicht blijven. Afstandhouders tussen ondernet en bovennet van vloerwapening moeten van wapeningsstaal zijn. 94 NADEN EN STORTNADEN Bij schoonwerk, de plaats van de naden van de bekistingsplaten op aanwijzing van de directie. De uitvoering van de stortnaden bij schoonwerk volgens voorstel van de aannemer, ter goedkeuring van de directie. 95 BEKISTING Het tijdstip van ontkisten, conform VBU 2002, NEN 6722 art. 8.5: - x3 moet tenminste 3,5 N/mm2 zijn voor de volgende onderdelen: - niet dragende constructiedelen. - x3 moet tenminste 25,0 N/mm2 zijn voor de volgende onderdelen: - dragende constructiedelen, m.u.v. kolommen. - x3 moet tenminste 35,0 N/mm2 zijn voor de volgende onderdelen: - kolommen 96 BEKISTINGSOLIE Bekistingsolie ter goedkeuring van de directie. De bekistingsolie mag geen invloed hebben op de aan te brengen afwerkingen. 97 KRUIPSTEMPELS Kruipstempels moeten tenminste gedurende een verhardingstermijn van 28 dagen worden gehandhaafd. 98 CENTERPENNEN Centerpennen voor gronden waterkerend werk moeten zijn voorzien van een waterkering en uitschroefbare einden. 99 DILATATIES Dilatatievoorzieningen, indien nodig, in bekisting opnemen.

Blad: 53



21.00.91

EISEN EN UITVOERING: STAAL 90 BUIGEN VAN STAAL Wapeningsstaal mag na het buigen niet worden teruggebogen. Evenmin mag dit staal na gedeeltelijk te zijn ingestort worden verbogen, tenzij dit in de constructie zo is bepaald en op tekening is aangegeven. Indien dit toch geschiedt dient de aannemer al die maatregelen op te volgen die de directie nodig acht. 91 STALEN ONDERDELEN In de beton achterblijvende stalen onderdelen moeten de voor wapeningsstaal vereiste betondekking hebben. 92 CEMENTEREN Wapening die gedurende langere tijd aan weersinvloeden wordt blootgesteld en waar roestwater langs in het zicht blijvend werk kan stromen, cementeren. Voordat de wapening wordt ingestort, de cementlaag verwijderen.

21.00.92

EISEN EN UITVOERING: BETON 90 TOLERANTIES Vervaardigingstoleranties: - vloeren: dikte +8mm en -5mm; - balken: breedte +5mm en -5mm. Plaatstoleranties volgens bijlage NEN 2889-90. 91 VERSCHUIVINGEN EN LUCHTINSLUITINGEN Maatregelen moeten zijn getroffen om verschuivingen van en luchtinsluitingen bij op te nemen onderdelen te voorkomen. 92 KRIMPSCHEUREN In overleg met de directie betontechnologische en uitvoeringtechnische maatregelen nemen, die het optreden van krimpscheuren beperken. 93 CURING COMPOUND Curing compound als nabehandelingsmiddel moet een droogtijd hebben van ten hoogste 3 uur en gifvrij zijn. 94 STORTNADEN De cementhuid ter plaatse van de oppervlakken van stortnaden verwijderen, of stortnaden formeren met behulp van ongelakt haringgraatstaal. Ter plaatse van stortnaden geen curing compound aanbrengen. 95 AFWERKING Betonoppervlakken die blijvend met de grond of met water in aanraking zijn, ter plaatse van stortnaden, conusgaten, herstellingen van gebreken e.d., afplakken met twee lagen asfaltbitumenweefsel met glasvezelkern. 96 DILATATIES Dilataties in kelderwanden en -vloeren, ook aansluitend aan bestaande gedeelten, waterdicht uitvoeren.

21.31

VERLOREN BEKISTING

21.31.30-a VERLOREN BEKISTING, KUNSTSTOFFOLIE 0. VERLOREN BEKISTING - kunststoffolie. 1. KUNSTSTOFFOLIE Materiaal: polyetheen. Dikte (µm): 200. Overlap (mm): 200. 89.10.01.E

Blad: 54



Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: tape. 01 WERKVLOER OP ZAND - onder de isolatie van alle nieuwe niet vrijdragende begane grondvloeren 21.31.41-a VERLOREN BEKISTING HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT 0. VERLOREN BEKISTING - PS elementen 1. EPS FUNDERINGSBEKISTINGSELEMENT Fabrikaat: VBI. Type: PS-funderingsbekisting. Materiaal: geëxpandeerd polystyreen EPS, brandvertragend gemodificeerd. Bijdrage brandvoortplanting (NEN 6065+w97): klasse 1. Warmtegeleidingscoëfficiënt (lambda gedeclareerd) (W/(m.K)): 0,045. Inwendige breedte (mm): volgens tekening Inwendige hoogte (mm): volgens tekening Toebehoren: - beugels voor onderen bovenkransen - hoekprofielen - koppelprofielen - pennen - in verstek gezaagde hoekelementen 01 FUNDERINGSBALK - de bekisting t.b.v. funderingsbalken.

21.32

TIJDELIJKE BEKISTING

21.32.10-a BEKISTING 0. BEKISTING (NEN 6722-02) Centerpennen: niet toegestaan. Oppervlak bekisting afgestemd op vereiste klasse betonoppervlak: A Tijdstip van ontkisten bepaald aan de hand van de gemiddelde kubusdruksterkte. 4. BEKISTINGSTEKENING Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van bekistingen van de kelder. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de vorm en maatvoering van de bekisting. - de wijze van ondersteuning van de bekisting. - de plaatsen, vormen en afmetingen van sparingen, inkassingen, doorvoeren, bevestigingsmiddelen e.d. - de plaatsen van in de bekisting op te nemen isolatiemateriaal. - type systeembekisting - type contactbeplating - de profilering van de bekisting - plaatnadenpatroon - detail plaatnaden - detail sluitnaden - detail stortnaden - afstandhouders - type coating bekisting - type coating zaagsneden - spijkerpatroon - dilatatievoegen 89.10.01.E

Blad: 55



5. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekening: - van de bekistingen van de kelder. 01 CONSTRUCTIE - de bekisting van alle in het zicht blijvende te storten betononderdelen. 21.32.10-b BEKISTING 0. BEKISTING (NEN 6722-02) Centerpennen: niet toegestaan. Oppervlak bekisting afgestemd op vereiste klasse betonoppervlak: C 4. BEKISTINGSTEKENING Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van bekistingen van de kelder. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de vorm en maatvoering van de bekisting. - de wijze van ondersteuning van de bekisting. - de plaatsen, vormen en afmetingen van sparingen, inkassingen, doorvoeren, bevestigingsmiddelen e.d. - de plaatsen van in de bekisting op te nemen isolatiemateriaal. - type systeembekisting - type contactbeplating - de profilering van de bekisting - type coating bekisting - type coating zaagsneden 5. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekening: - van de bekistingen van de kelder. 01 CONSTRUCTIE - de bekisting van alle niet in het zicht blijvende te storten betononderdelen. 21.32.54-a BEKISTING, KARTONNEN KOKER 0. BEKISTING (NEN 6722-02) Oppervlak bekisting afgestemd op vereiste klasse betonoppervlak 1. KARTONNEN KOKER Materiaal: volledig watervast karton, tweezijdig PE-gecoat. Type: Monotube DD kartonnen kolombekisting. Fabrikaat: Van Antwerpen Cartonnage B.V. Uitvoering: glad. Diameter (mm): volgens tekening. Toebehoren: - kransen - spanbanden - schoren 01 KOLOM - de ronde betonkolommen volgens constructietekening

21.40

WAPENINGSWERK

21.40.10-a WAPENINGSWERK, BETONSTAAL 0. WAPENINGSWERK Buigvorm(en): volgens constructietekeningen Ondersteuning: cementgebonden afstandhouders overeenkomstig BRL 2817+w06, leveren onder KOMO 89.10.01.E

Blad: 56



attest-met-productcertificaat. 1. BETONSTAAL (NEN 6008-08) Wapeningsstaven, -beugels en bijlegwapening van in het werk te storten onderdelen Betonstaalsoort: voor diameter tot 16mm: B500A voor diameter vanaf 16mm: B500B Oppervlakte: geribd. Nominale middellijn: volgens constructietekening Toebehoren: - lijnvormige afstandhouder - dekkingsblok - supporten - binddraad, etc. 4. WAPENINGSTEKENING Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van wapeningskorven Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - plaats, ligging, soort en hoeveelheid wapening. - plaats, soort en vorm beugels. 6. BUIGSTATEN Door de aannemer te vervaardigen buigstaten. Van de wapeningskorven. 01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN - de aanstortingen van de systeemvloeren zoals op tekening is aangegeven. 02 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN - de wapeningsstaven in cannelures van staalplaatbetonvloeren i.v.m. brandveiligheid. 03 FUNDERINGSBALK - de funderingsbalken, met opstortingen 04 LIGGER - balken 21.40.10-b WAPENINGSWERK, BETONSTAAL 0. WAPENINGSWERK Maaswijdte(n): volgens constructietekeningen Ondersteuning: cementgebonden afstandhouders overeenkomstig BRL 2817+w06, leveren onder KOMO attest-met-productcertificaat. 1. GEPUNTLAST WAPENINGSNET (NEN 6008-08) Wapeningsnetten van in het werk te storten onderdelen Type: kruisnet. Betonstaalsoort: B500B. Nominale middellijn: volgens constructietekeningen Oppervlakte: geribd. Maaswijdte (mm): volgens constructietekeningen Toebehoren: - lijnvormige afstandhouder - dekkingsblok - supporten - binddraad, etc. 4. WAPENINGSTEKENING Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. - bijlegwapening prefab betonvloeren. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - plaats, ligging, soort en hoeveelheid wapening. 01 BINNENVLOER OP ZAND - wapeningsnetten t.b.v. de ter plaatse gestorte begane grondvloeren op zand, al of niet geïsoleerd. 02 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN 89.10.01.E

Blad: 57



- wapeningsnetten in de druklaag van de systeemvloeren 03 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN - de voegwapening van breedplaatvloeren

21.50

IN HET WERK GESTORT BETON

21.50.10-a IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL 0. IN HET WERK GESTORT BETON Toleranties betonoppervlakken (NEN 6722-02): klasse A. Oppervlaktestructuur zichtvlakken: onbewerkt Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming. 1. BETONMORTEL (NEN 8005+w11) Fabrikaat: ter keuze van aannemer Sterkteklasse: C20/25. Milieuklasse: XC1. Beton gewapend. - overeenkomstig CUR-Aanbeveling 89 - fijn toeslagmateriaal: zand - grof toeslagmateriaal: grind Te verstrekken gegevens: - van de cement een bewijs van oorsprong. 01 KOLOM - de betonkolommen in de kelder. 21.50.10-b IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL 0. IN HET WERK GESTORT BETON Toleranties betonoppervlakken (NEN 6722-02): klasse C. Oppervlaktestructuur zichtvlakken: onbewerkt Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming. 1. BETONMORTEL (NEN 8005+w11) Fabrikaat: ter keuze van aannemer Sterkteklasse: C20/25. Milieuklasse: XC1. Beton gewapend. - overeenkomstig CUR-Aanbeveling 89 - fijn toeslagmateriaal: zand - grof toeslagmateriaal (V/V): 80% grind + 20% betongranulaat. Te verstrekken gegevens: - van de cement een bewijs van oorsprong. 01 CONSTRUCTIE - de betonconstructie binnen, niet in het zicht (kolommen, balken, nokken, wanden, vrijdragende vloeren, daken). 02 VLOEREN - de betonvulling, aanstortingen en druklaag van de in hoofdstuk 23 omschreven systeemvloeren 03 KOLOM - de betonvulling van stalen kolommen volgens tekening 21.50.10-c IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL 0. IN HET WERK GESTORT BETON Toleranties betonoppervlakken (NEN 6722-02): klasse C. Oppervlaktestructuur zichtvlakken: onbewerkt Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming. 89.10.01.E

Blad: 58



1. BETONMORTEL (NEN 8005+w11) Fabrikaat: ter keuze van aannemer Sterkteklasse: C20/25. Milieuklasse: XC4 + XF1 Beton gewapend. - overeenkomstig CUR-Aanbeveling 89 - fijn toeslagmateriaal: zand - grof toeslagmateriaal (V/V): 80% grind + 20% betongranulaat. Te verstrekken gegevens: - van de cement een bewijs van oorsprong. 01 CONSTRUCTIE - de funderingsconstructie (balken, poeren) 02 BINNENVLOER OP ZAND - niet vrijdragende begane grondvloeren. 21.50.10-d IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL 0. IN HET WERK GESTORT BETON Toleranties betonoppervlakken (NEN 6722-02): klasse A. Oppervlaktestructuur zichtvlakken: onbewerkt Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming. 1. BETONMORTEL (NEN 8005+w11) Fabrikaat: ter keuze van aannemer Sterkteklasse: C28/35 Milieuklasse: XC4 + XF1 Beton gewapend. - overeenkomstig CUR-Aanbeveling 89 - fijn toeslagmateriaal: zand - grof toeslagmateriaal: grind Te verstrekken gegevens: - van de cement een bewijs van oorsprong. 01 CONSTRUCTIE - de betonconstructies van kelders en putten 21.50.10-e IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL 0. IN HET WERK GESTORT BETON Toleranties betonoppervlakken (NEN 6722-02): klasse C. Oppervlaktestructuur zichtvlakken: onbewerkt Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming. 1. BETONMORTEL (NEN 8005+w11) Fabrikaat: ter keuze van aannemer Sterkteklasse: C28/35 Milieuklasse: XC2. Beton gewapend. - overeenkomstig CUR-Aanbeveling 89 - fijn toeslagmateriaal: zand - grof toeslagmateriaal: grind Te verstrekken gegevens: - van de cement een bewijs van oorsprong. 01 CONSTRUCTIE - de druklaag van systeemvloer van kelderdek

21.52

IN HET WERK GESTORT SCHUIMBETON

21.52.10-a IN HET WERK GESTORT SCHUIMBETON, BETONMORTEL LICHTBETON 0. IN HET WERK GESTORT SCHUIMBETON 89.10.01.E

Blad: 59



Niet-bekiste oppervlakken vlak onder de rei afgewerkt. Vlakheidstolerantie niet-bekiste oppervlakken (mm/m): 20 Het schuimbeton moet zijn vervaardigd en beproefd overeenkomstig CUR-aanbeveling 59-98. 1. SCHUIMBETON (CUR-AANB.59-98) Sterkteklasse: SB 2,0. Volumieke massa (kg/m3): 1100 Aard van de constructie: ongewapend. Toeslagmateriaal: fijn zand Vulstof: vliegas-steenmeel Hulpstof: schuimmiddel (biologisch) Wateropname (kg/m2): 5 Warmtegeleidingscoëfficiënt (W/(m.K)): 0,3 Waterdampdiffusieweerstandsgetal (µ): 6 Te verstrekken gegevens: - volumieke massa van het schuimbeton. - sterkte van het schuimbeton. - samenstelling van het schuimbeton. - capillaire wateropname. 01 SECUNDAIRE VLOER, BINNEN - de uitvulling van de begane grondvloer volgens tekening

21.71

NABEHANDELING

21.71.10-a NABEHANDELING BETONOPPERVLAK 0. NABEHANDELING NIET-BEKIST BETONOPPERVLAK De betonoppervlakken moeten tenminste gedurende een week na het storten worden beschermd tegen directe zoninstraling en uitdroging. 01 CONSTRUCTIE - alle niet bekiste betonoppervlakten

21.81

ISOLATIE

21.81.11-a ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT 0. ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN Los gelegd. 1. EPS-SCHUIMPLAAT (NEN-EN 13163-09) Materiaal: EPS, geëxpandeerd polystyreenschuim. Drukvastheid (N/mm2): 30 Rd-waarde ((m2.K)/W): 3,5 01 BINNENVLOER OP ZAND - de isolatie onder de begane grondvloeren 02 BINNENVLOER OP ZAND - de isolatie onder de keldervloer 21.81.11-b ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT 0. ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN Volledig gehecht. 1. GE-EXTRUDEERDE XPS KELDERWANDPLAAT (BRL 1301+w06) Fabrikaat: Dow Benelux BV. Type: ROOFMATE SL-X. Materiaal: blauw geëxtrudeerd polystyreen hardschuim. Dikte (mm): 100. Breedte x lengte (mm): 600 x 1.250. Randafwerking: sponning rondom. Drukvastheid (kPa): 300. 89.10.01.E

Blad: 60



Warmtegeleidingscoëfficiënt (lambda gedeclareerd) (W/(m.K)): 0,023. Dampdiffusieweerstandsgetal (µ): 180-90. Toebehoren: - lijm: oplosmiddelvrije Plastikol UDM 2S. Geëxtrudeerd polystyreen hardschuimplaten leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 01 BUITENWAND - de kelderwanden 02 KOEKOEK - de wanden van de koekoeks

21.82

ANKERS EN BEVESTIGINGSMIDDELEN

21.82.11-a STEKEIND 0. STEKEIND (BRL 0504-06 Fabrikaat: ter keuze aannemer Materiaal (NEN 6008-08): B 500B Toebehoren: - montagehulpstuk Stekeinden leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 CONSTRUCTIE - de stekeinden volgens constructietekeningen 21.82.12-a STEKANKER 0. STEKANKER (BRL 0504+w03) Type: ankerstaven met draadeind, soort, diameter en plaats volgens opgave/berekening aannemer Materiaal:(NEN 6008-08): B 500B Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt. Toebehoren: - ringen en moeren. Stekeinden leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 SKELET Stekanker ten behoeve van de verankering van: - de in hoofdstuk 23 omschreven prefab betonconstructies - de in hoofdstuk 24 omschreven houtconstructies. - de in hoofdstuk 25 omschreven staalconstructies.

21.83

PROFIELEN

21.83.10-a KUNSTSTOF/RUBBER PROFIEL 0. STORTVOEGENBAND Fabrikaat: Schrumpf Bouwstoffen BV. Type: SFA-10. Materiaal: PVC. Breedte (mm): volgens constructietekening Toebehoren: - koppelset KS-125/150 01 STORTVOEGENBAND - stortvoegenband volgens constructietekening

21.85

DOORVOERINGEN EN SPARINGEN

21.85.12-b LEIDINGDOORVOERHULPSTUK MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK Materiaal: kunststof buis. Vorm: i.n.o. bepalen. 89.10.01.E

Blad: 61



Afmetingen (mm): : i.n.o. bepalen. Toebehoren: De doorvoeren na het aanbrengen van leidingen e.d. aanwerken: - in vloeren, met spramex beton. - in wanden: - grote openingen met metselwerk en PUR-schuim; - kleine openingen met PUR-schuim. 1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK Montagewijze: - in het werk te bepalen 01 VLOEREN/WANDEN - de benodigde leidingdoorvoeren in vloeren en/of wanden 21.85.13-a SPARING/INKASSING 0. SPARING Vorm: bepalen op basis van nadere informatie en/of tekeningen Afmeting (mm): in nader overleg bepalen. 01 INSTALLATIES E.D. - de benodigde sparingen in betonvloeren, plaats(en) 02 KOZIJNEN E.D. - de kozijnen doorloopsparingen in betonwanden, plaats(en) zoals volgt uit de tekeningen. 03 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN - de benodigde sparingen voor trappen, kanalen, luiken, etc.

21.86

VOCHTKERINGEN

21.86.21-a ISOLATIEWERK, TER PLAATSE GEVORMDE ISOLATIE BITUMENOPLOSSING 0. VOCHTWERENDE BITUMINEUZE LAAG, TER PLAATSE GEVORMD - grondering, afdichtingslaag en beschermingsmat aangebracht. 1. BITUMENEMULSIE Fabrikaat: Remmers Bouwchemie B.V. Type: Remmers Prof-Afdichting. Materiaal: in water emulgeerbare bitumen. Bindmiddeltype: kunstharsdispersie. Kleur: zwart. Waterdichtheid (DIN 4108-3+w02): 70 m waterkolom. Bestand tegen wortelgroei, verdunde anorganische zuren, logen, strooizout en algen. Toebehoren: - hydrofobeermidddel: Remmers Kiesol. - weefsel: Remmers DS Beschermingsmat. 01 OPGAAND FUNDERINGSWERK - de vochtwerende behandeling van de kelderwand. 02 OPGAAND FUNDERINGSWERK - de vochtwerende behandeling van de funderingsbalken Einde hoofdstuk 21

89.10.01.E

Blad: 62



22

METSELWERK

22.00

ALGEMEEN

22.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 91 VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn tevens van toepassing: - CUR-Aanbeveling 71: Constructieve aspecten bij ontwerp, berekening en detaillering van gevels in metselwerk. - CUR-Aanbeveling 82: Beheersing van scheurvorming in steenconstructies. - "Ontwerp- en Uitvoeringsrichtlijnen voor de toepassing van baksteen in metselwerk", d.d. februari 1998, uitgegeven door het KNB - "Uitvoering van baksteen in buitengevels", d.d. april 1999, van het KNB. - Uitslag op baksteen metselwerk, preventie en behandeling" d.d. d.d. juni 1996, van het KNB 94 INKASSINGEN/UITTANDINGEN Slechts met goedkeuring van de directie inkassingen i.p.v. uittandingen maken. Inkassingen niet meer dan 4 lagen hoog. De bedoelde diepte is halfsteens. T.p.v. nieuw te maken opleggingen t.b.v. constructies van beton, steen, staal en hout het bestaande metselwerk minstens drie lagen naar onderen verwijderen. 95 NIET DRAGEND METSELWERK Niet dragend metselwerk loshouden van onderzijde bovenliggende vloer. 96 GLIJANKERS Binnenwanden aan andere bouwdelen verankeren d.m.v. gegalvaniseerde stalen glijankers diameter 6mm, lang 400mm, h.o.h. ± 0,5m. Het in te metselen gedeelte ter lengte van één steen omwikkelen met kunststoffolie. Bij dilatatievoegen dezelfde verankeringen toepassen.

22.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: metselwerk van baksteen. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 10 jaar. Onderdeel: metselwerk van kalkzandsteen. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 10 jaar. Onderdeel: de spouwisolatie. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 10 jaar. Onderdeel: het binnen- en buitenvoegwerk. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 5 jaar.

89.10.01.E

Blad: 63


22.31


BAKSTEEN MET MORTEL

22.31.12-a METSELWERK MET MORTEL BAKSTEEN METSELSTEEN 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: halfsteens. Toepassing: zoals op tekening aangegeven. Lagenmaat: in overleg, te bepalen door directie Rollagen in buitenwerk moeten naar buiten afwaterend zijn gelegd, helling Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1. Sparing houden t.b.v. luchtrooster in wand tussen fietsenstalling en serviceruimte. Dagkanten van roostersparing aan de binnenzijde afwerken met geschilderde multiplex stroken. Sparing hopuden t.b.v. brievenbus in gevel stramien A Voegen "doorstrijken" 3mm terug t.o.v. gevelvlak. 1. BAKSTEEN METSELSTEEN (NEN-EN 771-1-11) Fabrikaat: Petersen Type: DNF D71 Uitvoering: vol. Begrenzing afwijkingen opgegeven waarden druksterkte (NEN-EN 1996-1-1+c09): categorie I. Genormaliseerde druksterkte (N/mm2): 12-15 Bruto volumieke massa (kg/m3): 1.700 - tolerantie: D1. Kleur: volgens afwerkstaat Oppervlak: volgens afwerkstaat Afmetingen (lxbxh) (mm): 228x108x54 Maattolerantie (categorie): T2. Wateropneming (% m/m): 12-14 Gehalte actief oplosbare zouten (categorie): S 2. Vorstbestandheid (NEN 2872-89) (klasse): F2/C. 4. CEMENTGEBONDEN METSELMORTEL (BRL 1905-11) Leverancier: MegaMix. Type: MC10, cementmortel. Morteltype: A, buitentoepassing. Mortelkwaliteit: M10. Mortel moet geschikt zijn voor "doorstrijken" van voegen Bindmiddel: - metselcement overeenkomstig NEN-EN 413-1-11. - luchtkalk. Toeslagmateriaal: metselzand. Metselmortel leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - het gevelmetselwerk vanaf 3 lagen minus Peil. 02 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - het gevelmetselwerk vanaf keldervloer t.p.v. penant tussen kozijnen merk BU-07. 22.31.12-c METSELWERK MET MORTEL BAKSTEEN METSELSTEEN 0. VUIL METSELWERK Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 4. 1. BAKSTEEN METSELSTEEN (BRL 1007-10) Overeenkomstig het te verstrekken tegenmonster, overeenkomend met het getoonde monster. Type: klinker 89.10.01.E

Blad: 64



Uitvoering: vol. Dichtheid: HD. Oppervlak: glad. Bakstenen leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. CEMENTGEBONDEN METSELMORTEL (BRL 1905-11) Leverancier: MegaMix. Type: MC10, cementmortel. Morteltype: A, buitentoepassing. Mortelkwaliteit: M15. Bindmiddel: - metselcement overeenkomstig NEN-EN 413-1-11. - luchtkalk. Toeslagmateriaal: metselzand. Metselmortel leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - het metselwerk vanaf fundering tot 3 lagen onder Peil 02 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - het metselwerk vanaf console kelderwand tot 3 lagen onder Peil

22.32

KALKZANDSTEEN MET MORTEL

22.32.11-b METSELWERK MET MORTEL KALKZANDSTEEN METSELSTEEN 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: halfsteens. Lagen- en koppenmaat: in overleg, te bepalen door de directie Metselmortel uitgekrabd, vorm voegruimte vierkant. Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1. Metselwerk moet zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert overeenkomstig BRL 2826+w08. 1. KALKZANDSTEEN METSELSTEEN (BRL 1004+w08) Fabrikaat: Xella Nederland B.V. Type: Silka metselsteen. Afmetingen: waalformaat. Uitvoering: speciaal. Toebehoren: - ankers Kalkzandstenen leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. METSELMORTEL KALKZANDSTEEN (NEN 3836-78) Mortelsamenstelling overeenkomstig bijlage B, tabel 6. 01 BINNENWAND - schoonmetselwerken volgens afwerkstaat 02 BINNENWAND, SPOUWBLAD - schoonmetselwerken volgens afwerkstaat 22.32.12-b METSELWERK MET MORTEL KALKZANDSTEEN METSELBLOK 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: halfsteens. Toepassing: metselwerk met hoge vochtbelasting. Lagenmaat: in overleg, te bepalen door Metselmortel uitgekrabd, vorm voegruimte vierkant. Rollagen in buitenwerk moeten naar buiten afwaterend zijn gelegd, helling Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig 89.10.01.E

Blad: 65



STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1. 1. KALKZANDSTEEN METSELBLOK (BRL 1004+w08) Fabrikaat: Xella Nederland B.V. Type: Silka metselblok. Kwaliteit: gewoon. Afmetingen: M100/240. Uitvoering: vellingblok Toebehoren: - ankers Kalkzandsteen metselblokken leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. METSELMORTEL KALKZANDSTEEN (NEN 3836-78) Mortelsamenstelling overeenkomstig bijlage B, tabel 6. 01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD - schoonmetselwerk volgens afwerkstaat 02 BINNENWAND - schoonmetselwerk volgens afwerkstaat

22.42

KALKZANDSTEEN, GELIJMD

22.42.10-a GELIJMD METSELWERK KALKZANDSTEEN LIJMBLOK/-ELEMENT 0. GELIJMD METSELWERK, KALKZANDSTEEN Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 5. Lijmwerk moet zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert overeenkomstig BRL 2826+w08. 1. KALKZANDSTEEN LIJMBLOK (BRL 1004+w08) Fabrikaat: Xella Nederland B.V. Type: Silka lijmblok. Kwaliteit: CS 12. Dikte (mm): volgens tekeningen Toebehoren: - kimblok, hoogte (mm): 70. - lijmveerankers. - lijmspouwankers. - lijmwandankers. Kalkzandsteen lijmblokken leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. LIJMMORTEL VOOR KALKZANDSTEEN (BRL 1905-11) Leverancier: Xella Nederland B.V. Type: Silkafix lijmmortel. Lijmmortel leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD - alle nader af te werken binnenspouwbladen volgens afwerkstaat 02 BINNENWAND - alle nader af te werken binnenwanden volgens afwerkstaat

22.43

BETONSTEEN, GELIJMD

22.43.10-a GELIJMD METSELWERK, CELLENBETON LIJMBLOK 0. GELIJMD METSELWERK, CELLENBETON Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 5. Lijmwerk moet zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert overeenkomstig BRL 2826+w08. 1. CELLENBETON LIJMBLOK (BRL 1001+w06) Fabrikaat: Xella Nederland B.V. 89.10.01.E

Blad: 66



Type: G4/600. Dikte (mm): volgens tekening. Lengte x hoogte (mm): 600x250. Toebehoren: - haakse veerankers. - vloeraansluitprofiel - plafondaansluitprofiel - wandaansluitprofiel - vulmortel: YTONG-fill vulmortel. - voorstrijkmiddel: YTONG-vast hechtprimer. - egalisatiemateriaal: YTONG-skin met YTONG-kote. Cellenbetonblokken leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. LIJMMORTEL (BRL 1905-11) Fabrikaat: Omnicol Nederland B.V. Type: Omnifix GK 60 voor cellenbeton. Lijmmortel leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 01 BUITENWAND, SPOUWMUUR - t.p.v. aansluiting met daken als koudebrugonderbreking

22.60

VOORZIENINGEN IN METSELWERK

22.60.10-a SPARING 0. SPARING In het metselwerk de nodige sleuven, sparingen en doorvoeringen aanbrengen overeenkomstig de door de aannemer te vervaardigen sparingstekeningen. Na het aanbrengen van de onderdelen de metselwerken aanwerken resp. repareren overeenkomstig de aan de wand gestelde eisen. 9. DOORVOERBUIZEN T.b.v. de doorvoeringen van leidingen van technische installaties. Doorvoerbuizen afdichten overeenkomstig de eisen in de NPR 5070:2005. Doorvoeren in brandschermen (60 min en/of 30 min) in dezelfde brandwerendheid uitvoeren als voor de betreffende wand geëist is. 01 BINNENWAND - de sleuven, sparingen en doorvoeringen t.b.v. elektra, water, rioleringen, ventilatie e.d. 22.60.20-a DILATATIE 0. DILATATIE Voegbreedte (mm): 10-15mm Ankers, indien van toepassing, van corrosievast staal. Uitvoering en afmetingen volgens advies. E.e.a. volgens CUR-Aanbeveling 71 en volgens een door de aannemer op te laten stellen dilatatieadvies. De op de bouwvoorbereidingstekening(en) aangegeven dilataties zijn ter indicatie en dienen dus nog exact bepaald te worden. 01 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - de dilatatievoegen in het gevelmetselwerk. 02 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD - de dilatatievoegen in binnenspouwbladen 03 BINNENWAND - de dilatatievoegen in binnenwanden. 04 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - de "stompe hoeken" in het gevelmetselwerk.

89.10.01.E

Blad: 67



22.60.30-a OPEN VOEG 0. OPEN VOEG Open stootvoegen t.b.v. ontwatering en spouwventilatie, volgens de "Uitvoeringsrichtlijnen metselwerkconstructies" publikatienr. PBL035798 d.d.01-08-1998 van het BKB. 01 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - boven de funderingsconstructies en boven vochtkeringsstroken, per twee strekken, ten behoeve van de ontwatering van de spouw. 02 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - boven het maaiveld, onder de dakranden, onder de buitenkozijnen, per 3 strekken, ten behoeve van de ventilatie van de spouw.

22.72

VOEGWERK

22.72.10-b VOEGWERK 0. VOEGWERK (BRL 2826+w08) Het metselwerk moet voor het voegen met schoon water zijn gereinigd. Voeghardheidsklasse: VH25. Voegtype: platvol geborsteld. Overeenkomstig een in het werk op te zetten proefvlak, afmetingen (m2): 1,0. Voegwerk moet zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert. 4. VOEGMORTEL, CEMENTGEBONDEN Samenstelling: zand en cement Bindmiddel, cement (NEN-EN 197-1-11): CEM I 42,5R, Dyckerhoff FACE 01 BINNENWAND - het voegwerk van schoonmetselwerken. 22.72.10-c VOEGWERK 0. DOORGESTREKEN VOEGWERK Voegtype: verdiept. Overeenkomstig een in het werk op te zetten proefvlak, afmetingen (m2): 1,0. 01 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - de gevelmetselwerken

22.81

WAPENING

22.81.11-a STALEN STAAF 0. STALEN STAAF Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): S235JR Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-09. 01 KOLOM - ten behoeve van de bevestiging van metselwerk aan de stalen kolommen volgens constructietekeningen 22.81.13-a STAALDRAAD 0. STAALDRAAD Type: dilatatie-glijanker. Materiaal: draadstaal. Oppervlaktebehandeling (NEN 915-77): normaal verzinkt. Diameter (mm): rond 6 mm, lengte ca. 300 mm verankering om de 4 lagen. 01 BUITENWAND - in de dilataties van de gemetselde buitenwanden, conform een 89.10.01.E

Blad: 68



door de aannemer op te stellen dilatatieadvies 02 BINNENWAND - in de dilataties van de gemetselde binnenwanden, conform een door de aannemer op te stellen dilatatieadvies

22.82

VERANKERINGEN EN OPVANGCONSTRUCTIES

22.82.21-a SPOUWANKER 0. SPOUWANKER (NEN-EN 845-1-03) Fabrikaat: GB Type: Prik-spouwanker voor gelijmd binnenspouwblad. Uni-L spouwanker voor gemetseld binnenspouwblad. Materiaal: corrosievast staal AISI 316. Profiel: - symmetrisch. - vorm: - lijmankers t.p.v. gelijmde binnenspouwblad - met hol. - verankering buitenspouwblad: ingebed in voegmortel. Lengte (mm): afgestemd op spouwbreedte Aantal(st/m2): 6 Toebehoren: - isolatiebevestiging 01 BUITENWAND, SPOUWMUUR - spouwankers aanbrengen in het gevelmetselwerk.

22.83

ISOLATIE

22.83.11-a ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN MINERALE WOLPLAAT 0. VERWERKING SPOUWISOLATIEPLATEN Mechanisch bevestigd met spouwankers. - bevestigingspunten (st./plaat): volgens bevestigingsvoorschrift - patroon: platen horizontaal verwerkt, verticale naden verspringend. 1. GLASWOL SPOUWISOLATIEPLAAT (BRL 1304+w06) Fabrikaat: Saint Gobain Isover. Type: Isover Mupan Plus, gecacheerde spouwisolatieplaat extra persing. Materiaal: glaswol (MWG). Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-09) (klasse): A1. Warmteweerstand Rd ((m².K)/W): 3,60. Dikte (mm): 120. Breedte (mm): 800. Lengte (mm): 1.200. Cachering: tweezijdige glasvliesbekleding. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: verzinkt stalen spouwankers met klemschijven Glaswolplaten leveren onder KOMO-attest-metproductcertificaat. 01 BUITENWAND, SPOUW - de gedeeltelijk met isolatie gevulde spouw, tegen de binnenspouwbladen.

89.10.01.E

Blad: 69



22.83.13-c ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT 0. VERWERKING SPOUWISOLATIEPLATEN Mechanisch bevestigd met spouwankers. - bevestigingspunten (st./plaat): 4. - patroon: platen horizontaal verwerkt, verticale naden verspringend. - naadafwerking met PUR-schuim 1. PF-SCHUIMPLAAT (NEN-EN 13166+c06) Fabrikaat: Kingspan Insulation B.V Type: Kooltherm K8 spouwplaat Materiaal: PF, hard fenolschuim. Dikte (mm): 64 Breedte (mm): 600 Lengte (mm): 1.200 Cachering: samengesteld aluminiumfolie, tweezijdig Kanten: recht met sponning. Dampdiffusieweerstandsgetal (µ): 110 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BUITENWAND, SPOUW - de gedeeltelijk met isolatie gevulde spouw, tegen de kelderwand/kelderdek

22.84

VOCHTKERINGEN

22.84.30-a KUNSTSTOF VOCHTKERINGSSTROOK KUNSTSTOFFOLIE 0. KUNSTSTOF VOCHTKERINGSSTROOK Bevestiging: t.p.v. metselwerk inmetselen of in een klemprofiel. Strooklengte: volgens kozijntekening. Overlap: bij lassen minimaal 100 mm. 1. KUNSTSTOFFOLIE (BRL 4708-1-03) Fabrikaat: Comprifalt b.v. Type (WDO): slabbe 15-22G Materiaal: PVC folie met versterkt kunststof hoekprofiel Kleur: grijs Dikte (µm): 450 Breedte (mm): kozijnbreedte vermeerderd met 2x150mm Toebehoren: - naadafdichtingsmateriaal Kunststoffolies leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de vochtkeringsstrook t.p.v. bovendorpels van kozijnen. 22.84.30-b KUNSTSTOF VOCHTKERINGSSTROOK KUNSTSTOFFOLIE 0. KUNSTSTOF VOCHTKERINGSSTROOK Bevestiging: t.p.v. metselwerk inmetselen of inklemmen. Overlap: bij lassen minimaal 100 mm. 1. KUNSTSTOFFOLIE (NEN-EN 13859-2-10) Materiaal: DPC. Dikte (mm): 0,32 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BUITENWAND, SPOUWMUUR - de vochtkeringsstrook in de spouw t.p.v. dakranden, muurafdekkingen, etc.

89.10.01.E

Blad: 70



02 BUITENWAND, SPOUW - de vochtkeringstrook toepassen daar waar dit voor een goede vochtkering noodzakelijk is en volgens details. 22.84.30-c KUNSTSTOF VOCHTKERINGSSTROOK KUNSTSTOFFOLIE 0. KUNSTSTOF VOCHTKERINGSSTROOK Bevestiging: inmetselen of bevestigen met klemprofiel. Strooklengte: volgens tekening. Overlap (mm): tenminste 100. Naden verlijmen of aftapen met tweezijde kleefband. 1. KUNSTSTOFFOLIE (NEN-EN 13859-2-10) Materiaal: DPC. Dikte (mm): 0,32 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BUITENWAND, SPOUWMUUR - de vochtkerende strook vanaf de funderingsbalk, opgezet tegen het binnenspouwblad. Einde hoofdstuk 22

89.10.01.E

Blad: 71



23

VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN

23.00

ALGEMEEN

23.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN CUR 84-5 Gietbare mortelspecie voor constructieve voegen 91 SPARINGEN Alle sparingen volgens verwerkingsvoorschriften van de betreffende steenachtige elementen. 92 SPARINGEN DERDEN De coördinatie van de sparingen en het maken van een totaaloverzicht daarvan, is voor rekening van de aannemer. 93 PRODUKTIE Met de productie van vooraf vervaardigde betonnen onderdelen mag niet worden begonnen alvorens de directie de tekeningen voor "gezien" heeft getekend. 94 ONDERSTEMPELING Onderstempeling van vrijdragende vloeren ter goedkeuring van de directie 95 DOORBUIGING De maximale bijkomende doorbuiging van systeemvloeren waarop zich scheidingswanden bevinden, mag in elk geval niet meer bedragen dan ten hoogste 15mm. 96 VRIJDRAGENDE VLOEREN, TOOG De vrijdragende vloeren voorzien van een toog van 1/400 van de overspanning

23.00.29

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 90 MERKEN Onderdelen zodanig merken dat de juiste wijze van transport en in het werk brengen is gegarandeerd. 91 AFWIJKINGEN VAN MAATVOERING EN/OF WAPENING Indien vooraf vervaardigde steenachtige elementen afwijkingen vertonen t.o.v. de opgegeven afmetingen en/of wapening zullen deze, na een verzoek van de directie, door de aannemer op zijn kosten worden vervangen. De maximale maatafwijking bedraagt in alle gevallen + of - 3mm 92 GATEN EN SPARINGEN Waar nodig is moeten gaten worden gespaard t.b.v. o.a. technische installaties. Zonder toestemming van de directie mogen in elementen achteraf geen sparingen worden aangebracht of opgehakt en geen gaten worden geboord. 93 SCHADE AAN VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN Onderdelen welke naar het oordeel van de directie zodanig beschadigd zijn dat zij niet op deugdelijke wijze hersteld kunnen worden, onmiddellijk van het werk afvoeren en betreffend onderdeel vervangen. Beschadigingen ontstaan na montage van het betreffend onderdeel, voor zover dat onderdeel naar het oordeel van de directie niet kan worden vervangen, vakkundig bijwerken ten genoege van de directie, waarbij het gerepareerde onderdeel niet in kwaliteit achteruitgaat, ook niet ten gevolge van atmosferische invloeden.

89.10.01.E

Blad: 72



23.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: vooraf vervaardigde steenachtige elementen, inclusief de verwerking. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 10 jaar.

23.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90 CONTROLE VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN De controle van vooraf vervaardigde steenachtige elementen berust bij de directie 91 REVISIETEKENINGEN De aannemer vervaardigt revisietekeningen van het tot zijn verantwoordelijkheid behorende tekenwerk. De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de betreffende onderdelen aan het zicht zijn onttrokken.

23.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90 MONTAGE MATERIALEN In het werk blijvende montagematerialen en bevestigingsmiddelen moeten van corrosievast staal AISI 316 zijn. Indien in gelaste uitvoering van corrosievast staal AISI 316TI. 91 STALEN ONDERDELEN Niet in te storten (delen van) bevestigingsmiddelen e.d. ten minste in thermisch verzinkte uitvoering. Alle bouten en moeren ten minste in kwaliteit 8.8. 92 HIJSVOORZIENINGEN Hijsvoorzieningen beschermen tegen corrosie en afwerken met krimpvrije mortel op cementbasis.

23.00.70

MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN 90 WAPENINGSWERK De toe te passen hoeveelheden wapening c.q. voorspanstaal in de vooraf vervaardigde steenachtige elementen is NIET verrekenbaar. 91 WAPENING De levering en het aanbrengen van koppelwapening, bijlegwapening, druklaagwapening, etc. in de meest ruime zin, behoort eveneens tot het werk van de aannemer. Deze wapening is NIET verrekenbaar.

23.30

CONSTRUCTIEVE ELEMENTEN

23.30.52-a BETONNEN LATEI 0. BETONNEN LATEI ZELFDRAGEND (BRL 2813+w08) Fabrikaat: Prefab Beton Vebo B.V. Type: ZV, zelfdragende vuilwerk latei. Vorm: - zonder waterhol. - zonder wegmetselbare oplegging Uitvoering: standaard. Hoogte x breedte (mm): - volgens tekening - volkgens berekening aannemer Lengte (mm): - af te leiden van tekening - af te leiden van situatie ter plaatse Sterkteklasse: C45/55. 89.10.01.E

Blad: 73



Milieuklasse: XC1 Oppervlak vuilwerkzijdes (NEN 6722-02) (klasse): C. Toebehoren: - in te storten onderdelen - oplegvoorziening - hijsvoorziening. Betonnen lateien leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. RUWBOUW STELWERK STEENACHTIGE ELEMENTEN Ondersabeling met mortel 5. TEKENING VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de prefab beton lateien Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de vorm van het element met maatvoering. - de wapening van het element. - de aansluitdetails 6. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: NEN 6700+a08. Bepaling van belastingen: NEN 6702+a08. Belastingen: - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - betonconstructies overeenkomstig NEN 6720+a07. Te vervaardigen berekening van: - betonlateien 01 BINNENWAND - de vuilwerk prefab betonlatei boven de wandopeningen in kalkzandsteen wanden zoals op constructietekening aangegeven. 02 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD - de vuilwerk prefab betonlatei boven de wandopeningen in kalkzandsteenwanden zoals op constructietekening aangegeven. 23.30.52-b BETONNEN LATEI 0. BETONNEN LATEI ZELFDRAGEND (BRL 2813+w08) Fabrikaat: Prefab Beton Vebo B.V. Type: ZS, zelfdragende schoonwerk latei. Vorm: - met waterhol. - met wegmetselbare oplegging Uitvoering: standaard. Hoogte x breedte (mm): - volgens tekening - volkgens berekening aannemer Lengte (mm): - af te leiden van tekening - af te leiden van situatie ter plaatse Sterkteklasse: C45/55. Milieuklasse: XC3 Oppervlak schoonwerkzijdes (NEN 6722-02) (klasse): A. Toebehoren: - verstekken - in te storten onderdelen - oplegvoorziening - hijsvoorziening. Betonnen lateien leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 89.10.01.E

Blad: 74



4. RUWBOUW STELWERK STEENACHTIGE ELEMENTEN Ondersabeling met mortel 5. TEKENING VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de prefab beton lateien Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de vorm van het element met maatvoering. - de wapening van het element. - de aansluitdetails 6. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: NEN 6700+a08. Bepaling van belastingen: NEN 6702+a08. Belastingen: - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - betonconstructies overeenkomstig NEN 6720+a07. Te vervaardigen berekening van: - betonlateien 01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD - de schoonwerk prefab betonlatei boven de wandopeningen in kalkzandsteenwanden zoals op constructietekening aangegeven. 02 BINNENWAND - de schoonwerk prefab betonlatei boven de wandopeningen in kalkzandsteen wanden zoals op constructietekening aangegeven.

23.42

VRIJDRAGENDE VLOERELEMENTEN

23.42.41-b BETONNEN BREEDPLAATVLOER 0. BETONNEN BREEDPLAATVLOER (BRL 0203+w08) Fabrikaat: Dycore BV. Type: Dycore ongeïsoleerde breedplaatvloer. Dikte (mm): 50. Breedte (mm): 3.000. Lengte (mm): Betonsterkteklasse: volgens berekening aannemer Milieuklasse: XC1. Wapening: plaat en tralieliggers FeB 500. Randafwerking: vellingkant aan onderzijde. Toebehoren: - versterkte strook/balk geïntegreerd in vloer, volgens constructietekening - centraaldozen - inbouwdozen - sparingen t.b.v. leidingen - sparingen t.b.v. inbouw-verlichtingsarmaturen Breedplaatvloeren leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. STELWERK PLAATVLOER Verankering: volgens verankeringsvoorschriften Gewapende druklaag (mm): volgens tekening. Betonsterkteklasse B 25. Totale vloerdikte (mm): volgens tekening. Wapening in druklaag: - wapeningsnet B500B. Toebehoren: - raveelvoorzieningen - onderstempeling 5. TEKENING VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. 89.10.01.E

Blad: 75



Van de bekistingplaatvloeren Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de vorm van het element met maatvoering. - de wapening van het element. - de aansluitdetail 6. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990+a06/NB-07). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-1-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-2-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-3-03/NB-07, NEN-EN 1991-1-4-05/NB-07, NEN-EN 1991-1-5-03/NB-07 en NEN-EN 1991-1-7-06/NB-07). Belastingen: - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - betonconstructies overeenkomstig Eurocode 2 (NEN-EN 1992-1-1-05/NB-07, NEN-EN 1992-1-2+c08/NB-07). Te vervaardigen berekening van - de prefab beton vloerelementen 7. MONTAGEPLAN Door de aannemer te verstrekken montageplan. Van de bekistingplaatvloeren Het montageplan moet de volgende gegevens bevatten: - de montage volgorde - de hulpconstructies Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 2 - goedgekeurde (st.): 5 - verstrekkingsvorm: papier - tijdstip: 14 dagen voor aanvang werkzaamheden 01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN - het kelderdek vol;gens tekeningen

23.85

DOORVOERINGEN EN SPARINGEN

23.85.11-a LEIDINGINVOERPUT, MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. METERKASTINVOERPUT Materiaal: prefab beton Inwendige afmetingen (NEN 2768-05) (hxbxd) (mm): > 650x500x310. Doorvoering mantelbuis: - elektriciteit (mm): 50 - gas (mm): 63 - water (mm): 50 - telecom (mm): 50 - CAI (mm): 50 Toebehoren: - meterkastvloerplaat volgens 70.43.11-a 1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK Montagewijze: - montage/opstelling: - invoerputten moeten met de bovenkant waterpas zijn gesteld - na het stellen hijsgaten van betonnen invoerputten afdichten met plastisch blijvende kit - montagehoogte: - putafdekkingen moeten gelijk liggen met de bovenkant van de dekvloeren Aansluitwijze: - op door Nutsbedrijven te leveren mantelbuizen

89.10.01.E

Blad: 76



01 INVOERPUT - de vooraf vervaardigde invoerput, als aangegeven op tekening(en). Einde hoofdstuk 23

89.10.01.E

Blad: 77


24

RUWBOUWTIMMERWERK

24.00

ALGEMEEN

24.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 ZICHTWERK Blank blijvende onderdelen tot aan het aanbrengen in het werk beschermen tegen zonlicht zodat geen onregelmatige verkleuring optreedt. 91 BESCHERMING/DROOGTEKLASSE Waar in het zicht blijvende vlakken met cement- of kalkwater in aanraking kunnen komen, deze met bouwfolie beschermen. Houten onderdelen afdoende beschermen zodat het vochtgehalte niet groter wordt dan het maximale vochtgehalte, behorende bij de in het bestek voorgeschreven droogteklasse. 92 BESCHERMING/GRONDEN Niet in het zicht blijvende delen van aan te brengen timmerwerken die met de buitenlucht in aanraking komen, moeten behandeld zijn met grondverf volgens 46.31.12-e. 94 CONTROLE MACHINAAL TIMMERWERK Ten minste 3 maal 24 uur voordat de machinale timmerwerken worden geschilderd zal de aannemer de directie verzoeken deze te inspecteren (zater-, zonen feestdagen hierin niet begrepen). Een dergelijk verzoek moet in het weekrapport en/of dagboek worden vastgelegd.

24.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: - onderdelen en constructies van hout - verbindingen in houtconstructies - te garanderen door: de aannemer. - periode: 10 jaar. Onderdeel: bekledingen met Rockpanel panelen. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 10 jaar.

24.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90 CONTROLE RUWBOUWTIMMERWERK De controle van ruwbouwtimmerwerken, houtconstructies e.d. berust bij de directie. 91 REVISIETEKENINGEN De aannemer vervaardigt revisietekeningen van het tot zijn verantwoordelijkheid behorende tekenwerk. De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de betreffende onderdelen aan het zicht zijn onttrokken.

24.31

BALKCONSTRUCTIES


24.31.12-a TIMMERWERK, BALKLAGEN/PLAFONDHANGERS GELAMINEERD HOUT 0. TIMMERWERK BALKLAGEN Verankeringswijze, verbindingswijze en balkafstand 89.10.01.E

Blad: 78



volgens constructietekeningen. 1. GELAMINEERD HOUT (NEN 6763+w10) Fabrikaat: Metsä Wood Kerto geproduceerd volgens EN14374:2004 en voorzien van CE markering (controle klasse 1+) Houtsoort: duurzaam geproduceerd Europees vuren (PEFC-certificering). Lamelrichting: horizontaal gelamineerd, overeenkomstig NPR 7071-84. Klimaatklasse (NPR 7070-84): 1a. Afmetingen: zoals aangegeven op tekeningen Verduurzaming: gedompeld gevolgd door diffusie overeenkomstig NEN 2911-85. Oppervlaktebehandeling: transparant schilderwerk, voor zover in het zicht. Toebehoren: - ankers - verbindingsmiddelen - bevestigingsmiddelen - vulstukken volgens details in gelijke uitvoering - sparing t.b.v. rooster t.p.v. kantine Hout leveren met FSC-keurmerk, (Forest Stewardship Council). 4. TEKENING CONSTRUCTIES Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de gelamineerde liggers Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - een overzicht met maatvoering. - de vorm van het element met maatvoering. - de aansluitdetail 5. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990+a06/NB-07). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-1-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-2-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-3-03/NB-07, NEN-EN 1991-1-4-05/NB-07, NEN-EN 1991-1-5-03/NB-07 en NEN-EN 1991-1-7-06/NB-07). Belastingen: - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - houtconstructies overeenkomstig Eurocode 5 (NEN-EN 1995-1-1+c06/NB-07 en NEN-EN 1995-1-2+c06/NB-07). Te vervaardigen berekening van: - de gelamineerde liggers - de verbindingen van de gelamineerde liggers 01 PLAT DAK - de gelamineerde liggers van het platte dak

24.32

REGEL-, TENGEL- EN RACHELWERK

24.32.10-a TIMMERWERK, REGELWERK, GEZAAGD HOUT 0. TIMMERWERK REGELWERK Regelwerk: - horizontaal regelwerk Bevestiging: met RVS schroeven. 1. GEZAAGD EUROPEES NAALDHOUT (NEN 5466-10) Houtsoort: Europees vuren. Kwaliteitsklasse: C. Dikte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Breedte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Vochtgehalte (%): 20. Bewerking: geschaafd. 89.10.01.E

Blad: 79



Verduurzaming: gedompeld gevolgd door diffusie overeenkomstig NEN 2911-85. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, corrosiewerend 01 BUITENPLAFOND - het achterhout t.b.v. de bekleding van luifel, als aangegeven op tekening. 02 KOEKOEK - het achterhout t.b.v. de bekleding van koekoek, als aangegeven op tekening. 24.32.10-b TIMMERWERK, REGELWERK, GEZAAGD HOUT 0. TIMMERWERK REGELWERK Regelwerk: - horizontaal regelwerk Bevestiging: met verzinkte schroeven. 1. GEZAAGD EUROPEES NAALDHOUT (NEN 5466-10) Houtsoort: Europees vuren. Kwaliteitsklasse: C. Dikte (mm): 46 Breedte (mm): 71 Vochtgehalte (%): 20. Bewerking: geschaafd. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, corrosiewerend 01 PLAT DAK - de aansluitlatten tussen dakplaten en binnenspouwblad

24.41

BESCHIETINGEN

24.41.51-a TIMMERWERK, BESCHIETING, MULTIPLEX 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestigingen geschroefd Patroon: halfsteensverband. 1. TRIPLEX (BRL 1705-05) Houtsoort dekfineer: vuren Houtsoort binnenfineer: vuren Oppervlakte-afwerkingsklasse: A. Dikte (mm): 18 Oppervlaktebehandeling: geschuurd Afwerking voorzijde: grondlaag Afwerking achterzijde: grondlaag Kanten: gezaagd en voorzien van grondlaag Verlijming: WBP op basis van fenol Toebehoren: - bevestigingsmiddelen Triplex platen leveren onder KOMO-productcertificaat. Triplex leveren met FSC-keurmerk, (Forest Stewardship Council). 01 PLAT DAK - de strook op metselwerk/stijlen regelwerk t.b.v. bevestiging van dakrandafdekking. 24.41.51-b TIMMERWERK, BESCHIETING, MULTIPLEX 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestigingen: geschroefd Patroon: "halfsteens" verband met langsnaden op de gelamineerde liggers. 1. MULTIPLEX (BRL 1705-05) Leverancier: Fetim Professional. Type Jumbo: 89.10.01.E

Blad: 80



Kwaliteit dekfineer: klasse A/A. Lijmverbinding: Exterieur 1 Houtsoort deklaag: berken Houtsoort tussenlaag: okoumé fineer. Dikte (mm): 22. Lengte x breedte (mm): 2.115x930. Oppervlaktebehandeling: geschuurd, tweezijdig. Afwerking voorzijde: met primer behandeld Afwerking achterzijde: één laag, niet-vochtregulerend gelakt. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: schroeven Triplex leveren onder KOMO-productcertificaat. Triplex leveren met FSC-keurmerk (Forest Stewardship Council). 01 PLAT DAK - de platen op de gelamineerde liggers

24.83

DAMPREMMENDE/DAMPDOORLATENDE LAGEN

24.83.20-a DAMPDOORLATENDE LAAG, KUNSTSTOFFOLIE 0. DAMPDOORLATENDE LAAG Bevestigingswijze: mechanisch Overlap naden: 100mm. De dampdoorlatende laag moet een strak en gesloten geheel vormen. 1. KUNSTSTOFFOLIE Type: waterkerend Materiaal: polyetheen. 01 BUITENWAND - de folie over houten stijlen regelwerk van de gevelbekleding in de koekoeks Einde hoofdstuk 24

89.10.01.E

Blad: 81


25

METAALCONSTRUCTIEWERK

25.00

ALGEMEEN

25.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN - AVVS (2000) Administratieve Voorwaarden voor de levering Van Staalconstructies. - NEN-EN-ISO 8501-1:2007, Voorbehandeling van staal voor het aanbrengen van verven en aanverwante producten; Visuele beoordeling van oppervlaktereinheid; Deel 1: Voorbehandeling voor roest van niet-bekleed staal en van staal na verwijdering van voorgaande deklagen. - Doordacht construeren voor thermisch verzinken, uitgegeven door Stichting doelmatig verzinken 91 METALLIEKE DEKLAGEN, TIJDSTIP VAN AANBRENGEN Metallieke deklagen aanbrengen nadat het betreffende onderdeel de nodige bewerkingen heeft ondergaan. 92 VOORBEHANDELING STAAL Oppervlakken ontdoen van roest, vuil, vet en walshuid Alle niet verzinkte stalen onderdelen reinigen door middel van stralen. Ruwheid na stralen max. 60 micron Scherpe puntjes zijn niet toegestaan Voorbehandelingen beschermen bij transport en opslag 93 UITVOERINGSEISEN AANVULLEND De staalconstructies dienen geheel pasklaar op het werk aangevoerd te worden; Indien en voorzover de directie toestemming geeft tot lassen op het werk, moet de aannemer maatregelen nemen dat tijdens het lassen en gedurende de afkoelingsperiode de verbindingen tegen tocht en vocht zijn beschermd; Alle bouten voorzien van volgringen, sluitringen en zonodig vulplaatjes, hellingplaatjes e.d.; Bij het richten van verzinkte constructiedelen voorzieningen treffen om beschadigingen van de zinklaag te voorkomen; Beschadigingen door bewerkingen plaatselijk reinigen en bijwerken. Onderdelen waarin water kan blijven staan, voorzien van voldoende gaten voor waterafvoer. Kopplaten aan buisprofielen in buitenluchtcondities luchtdicht aflassen. 94 EISEN T.A.V. STELLEN AANVULLEND Alle ankers voorzien van dubbele moeren (de onderste moer ten behoeve van het stellen); onder de moer en boven de stelmoer zware sluitringen aanbrengen; Alvorens de staalconstructie wordt belast moeten de voetplaten van kolommen zijn onderkauwd met krimpvrije mortel en moet deze mortel de vereiste tijd hebben gehad om te verharden; De aannemer dient deugdelijke stelmallen te leveren en aan te brengen t.b.v. de in te storten ankers en naderhand te verwijderen; de stelmallen moeten tevens zijn voorzien van spijkergaten en openingen t.b.v. het betonstorten; bij de mallen voldoende moeren leveren om elk anker met twee moeren te kunnen vastzetten.

89.10.01.E


Blad: 82



95 EISEN T.A.V. OPSLAG Op het werk moeten de constructies vrij van de grond worden opgeslagen; Het staalwerk met stophout tegen beschadiging beschermen; De opslag moet ordelijk en net geschieden; Niet juist opgeslagen constructiedelen kunnen worden afgekeurd en moeten in dat geval door de aannemer voor zijn rekening van het terrein worden verwijderd en vervangen. 25.00.29

89.10.01.E

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 90 EISEN T.A.V. BRANDWERENDHEID Staalconstructies deel uitmakend van de hoofddraagconstructie, brandwerend aftimmeren met Promatect H, dan wel voorzien van brandwerende coating, zodanig dat de minimale geëiste brandwerendheid volgens constructietekening wordt gewaarborgd. E.e.a. als omschreven in hoofdstuk 45 en 46 91 MONTAGEHULPMIDDELEN Montagehulpmiddelen moeten na montage worden verwijderd. De staalconstructie moet op elk moment van de montage de nodige stabiliteit bezitten. 92 PORRING/ZEEG Zeeg aanbrengen d.m.v. rollenbank of koud vervormen. 94 VERBINDINGEN De verbindingen die op het werk worden uitgevoerd, moeten door bouten worden samengesteld, tenzij anders aangegeven. Ankerbouten uitvoeren met dubbele moeren en stellen met mallen. Het draadgedeelte van ankerbouten invetten. 95 LASWERK ALGEMEEN a. Tijdstip laswerk. Het laswerk moet gereed zijn voordat het staal wordt gereinigd. b. 'Controlas'. Lastoevoegmateriaal moet voorkomen in de laatste uitgave van de "Lijst van goedgekeurde elektroden" van de Vereniging Controlas. c. Uiterlijk. Laswerk moet vrij zijn van poriën, eindkraters, randinkartelingen, scheuren en lasspatten. Aan de visuele eisen van de in het zicht blijvende lassen worden hoge eisen gesteld, zoals strakke doorlopende lassen zonder aanzetten en rondom aflassen. d. Verzinkte onderdelen. Gelaste verbindingen bij thermisch verzinkte onderdelen moeten rondom zijn dichtgelast. e. Lasnaadvoorbewerking. Staal dikker dan 20 mm aansluiten met een lasnaadvoorbewerking volgens NEN 2063-88. f. Lasdikte/inbranddiepte Voor materiaaldikten gelijk aan of groter dan 6 mm moet de dikte van enkele hoeklassen ten minste 6 mm zijn. voor materiaaldikten kleiner dan 6 mm moet de dikte van enkele hoeklassen ten minste 1,2 maal de materiaaldikte zijn. De inbranddiepte van hoeklassen moet ten minste 2mm zijn. Blad: 83



g. Uitvoering laswerk. Alle lasverbindingen rondom aflassen. Lassen minimaal a=4. h. Zonder toestemming van de directie mag op de bouwplaats niet worden gelast. 25.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: - de onderdelen en constructies van metaal; - thermisch verzinkte onderdelen. - te garanderen door: de aannemer - periode: 10 jaar.

25.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90 INSPECTIE UITVOERING / FABRIKAGE de directie dient te allen tijde toegang te verkrijgen tot de fabriek c.q. productieruimte(n) waar voor het werk betreffende onderdelen worden gemaakt, voor het inspecteren van de productie en producten. 91 AANSPRAKELIJKHEID Door of namens de directie uitgevoerde controle / inspectie op de productie en/of producten, ontheft de producent op geen enkele wijze, in elke vorm dan ook, van zijn aansprakelijkheid met betrekking tot de kwaliteit van die producten. 92 CONTROLE METAALCONSTRUCTIEWERK De controle van metaalconstructies berust bij de directie 93 REVISIETEKENINGEN De aannemer vervaardigt revisietekeningen van het tot zijn verantwoordelijkheid behorende tekenwerk. De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de betreffende onderdelen aan het zicht zijn onttrokken.

25.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90 STAAL ALGEMEEN De staalconstructies moeten worden vervaardigd van nieuw, ongebruikt staal. 91 KWALITEIT ANKERBOUTEN De kwaliteitsaanduiding van de ankerbouten in ruime gaten is kwaliteit 4.6. 92 KWALITEIT SCHROEFBOUTEN De kwaliteitsaanduiding van de schroefbouten in ruime gaten is kwaliteit 8.8.

25.00.70

MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN 90 HOEVEELHEDEN De totale staalconstructie is niet verrekenbaar. De aannemer moet rekening houden met kop- en voetplaten, verstijvingen, schetsplaten e.d. Tot staalconstructies moeten tevens gerekend worden, het maken van gaten, aanbrengen van ankers, laswerk e.d. voor de bevestiging en/of doorvoeren van de tot het werk behorende bouwkundige onderdelen en installaties.

89.10.01.E

Blad: 84



91 MAATVOERING De op tekeningen aangegeven maatvoering moet door de aannemer in het werk worden gecontroleerd. Bij afwijkingen de maatvoering van de stalen constructie-onderdelen in overleg met de directie indien nodig aanpassen.

25.32

CONSTRUCTIE-ONDERDELEN

25.32.20-b STALEN KOLOM 0. STALEN KOLOM (NEN-EN 1090-2+w11) Fabrikaat: VERZINKT STAAL Kolomonderdelen: - profiel - verbindingen - kop- en voetplaat Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): - kokerprofielen S355JR - profielstaal: S235JR Oppervlaktebehandeling (NEN-EN-ISO 1461-09): thermisch verzinkt. Toebehoren: - bouten en moeren - ankers, met stelplaat - oplegvoorzieningen, ondersabelingsmortel - bevestigingsmiddelen - betonvulling 4. STELWERK STAALCONSTRUCTIE (NEN-EN 1090-2+w11) Vervaardigingsklasse: EXC 1. In het werk te maken verbindingen: - schroefverbindingen 5. TEKENING STAALCONSTRUCTIE Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de stalen kolommen Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - een overzicht van de staalconstructie, met maatvoering. - van elk onderdeel de maatvoering, nodig voor de productie van dat onderdeel. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van verbindingen in en tussen de onderdelen. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van ankers, strippen, gaten e.d. 6. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990-11/NB-11). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-1-11/NB-11, NEN-EN 1991-1-2-11/NB-11, NEN-EN 1991-1-3-11/NB-11, NEN-EN 1991-1-4-11/NB-11, NEN-EN 1991-1-5-11/NB-11 en NEN-EN 1991-1-7-11/NB-11). Belastingen: - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - staalconstructies overeenkomstig Eurocode 3 (NEN-EN 1993-1-1-11/NB-11, NEN-EN 1993-1-2-11/NB-11, NEN-EN 1993-1-8-11/NB-11 en NEN-EN 1993-1-10+c06/NB-07). Te vervaardigen berekening van: - van de verbindingen

89.10.01.E

Blad: 85



01 KOLOM - de stalen kolommen onder luifel (worden later omkleed met RVS. 25.32.20-c STALEN KOLOM 0. STALEN KOLOM (NEN-EN 1090-2+w11) Fabrikaat: VERZINKT STAAL + POEDERCOATING Kolomonderdelen: - profiel: volgens constructietekening - verbindingen - kop- en voetplaat Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): - kokerprofielen S355JR - profielstaal: S235JR Oppervlaktebehandeling (NEN-EN-ISO 1461-09): thermisch verzinkt. Afwerking: poedercoating Laagdikte (µm): 2x60 Kleur (RAL): standaard Toebehoren: - bouten en moeren - ankers, met stelplaat - oplegvoorzieningen, ondersabelingsmortel - bevestigingsmiddelen - vulbeton en wapening in ronde kolommen - brandwerende bekleding voor overige 4. STELWERK STAALCONSTRUCTIE (NEN-EN 1090-2+w11) Vervaardigingsklasse: EXC 1. In het werk te maken verbindingen: - schroefverbindingen 5. TEKENING STAALCONSTRUCTIE Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de stalen kolommen Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - een overzicht van de staalconstructie, met maatvoering. - van elk onderdeel de maatvoering, nodig voor de productie van dat onderdeel. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van verbindingen in en tussen de onderdelen. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van ankers, strippen, gaten e.d. 6. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990+a06/NB-07). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-1-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-2-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-3-03/NB-07, NEN-EN 1991-1-4-05/NB-07, NEN-EN 1991-1-5-03/NB-07 en NEN-EN 1991-1-7-06/NB-07). Belastingen: - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - staalconstructies overeenkomstig Eurocode 3 (NEN-EN 1993-1-1+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-2+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-8+c06/NB-07 en NEN-EN 1993-1-10+c06/NB-07). Te vervaardigen berekening van - van de verbindingen 01 KOLOM - de stalen kolommen in spouwconstructies zoals aangegeven op tekeningen 89.10.01.E

Blad: 86



25.32.30-b STALEN LIGGER 0. STALEN LIGGER (NEN-EN 1090-2+w11) VERZINKT STAAL Liggeropbouw: - profiel - verbinding - de zeeg van de stalen ligger(s) wordt in overleg met de directie vastgesteld. - kop- en voetplaat Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): - kokerprofielen S355JR - profielstaal: S235JR Oppervlaktebehandeling (NEN-EN-ISO 1461-09): thermisch verzinkt. Toebehoren: - bouten en moeren - anker - oplegvoorzieningen, ondersabelingsmortel - bevestigingsmiddelen - brandwerende bekleding 4. STELWERK STAALCONSTRUCTIE (NEN-EN 1090-2+w11) Vervaardigingsklasse: EXC 1. In het werk te maken verbindingen: - schroefverbindingen 5. TEKENING STAALCONSTRUCTIE Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de stalen liggers Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - een overzicht van de staalconstructie, met maatvoering. - van elk onderdeel de maatvoering, nodig voor de productie van dat onderdeel. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van verbindingen in en tussen de onderdelen. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van ankers, strippen, gaten e.d. 6. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990+a06/NB-07). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-1-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-2-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-3-03/NB-07, NEN-EN 1991-1-4-05/NB-07, NEN-EN 1991-1-5-03/NB-07 en NEN-EN 1991-1-7-06/NB-07). Belastingen: - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - staalconstructies overeenkomstig Eurocode 3 (NEN-EN 1993-1-1+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-2+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-8+c06/NB-07 en NEN-EN 1993-1-10+c06/NB-07). Te vervaardigen berekening van - van de verbindingen 01 LIGGER - de stalen liggers onder luifel zoals aangegeven op tekeningen 25.32.31-a STALEN LATEI 0. STALEN LATEI (NEN-EN 1090-2+w11) VERZINKT STAAL +POEDERCOATING Type: L-profielen Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): S235JR Material coating reference (NEN-EN 845-2-03): 89.10.01.E

Blad: 87



L16.2. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-09. Polyester poedercoat (µm): 100 (in twee lagen) Kleur (RAL): 7016 Toebehoren: - ankers - oplegvoorziening, ondersabelingsmortel 4. STELWERK STAALCONSTRUCTIE (NEN-EN 1090-2+w11) Verankering: zoals aangegeven op tekeningen Bij in het zicht blijvende onderdelen bramen en scherpe kanten wegslijpen. 6. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990+a06/NB-07). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-1-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-2-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-3-03/NB-07, NEN-EN 1991-1-4-05/NB-07, NEN-EN 1991-1-5-03/NB-07 en NEN-EN 1991-1-7-06/NB-07). Belastingen: - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - staalconstructies overeenkomstig Eurocode 3 (NEN-EN 1993-1-1+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-2+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-8+c06/NB-07 en NEN-EN 1993-1-10+c06/NB-07). Te vervaardigen berekening van - de lateien 01 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD - de stalen lateien/geveldragers boven gevelopeningen

25.33

PLATEN, PROFIELEN EN KABELS

25.33.31-b STAALPROFIEL 0. WARMGEWALST STAALPROFIEL VERZINKT STAAL Type: koker-, strip-, T-, U-, en L-profielen Profielafmetingen (mm): zoals aangegeven op tekeningen Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): S235JR Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-09. Toebehoren: - bouten en moeren - bevestigingsmiddelen 01 HULPCONSTRUCTIES - de hulp- en bevestigingsconstructies, niet behorend tot de hoofdconstructie volgens constructietekening in spouwconstructies en buiten het gebouw

25.82

OPLEGGINGEN

25.82.10-a VOEGMORTEL VOEGVULLING MET HARDE VOEGVULLINGSMASSA 0. ONDERSABELINGSMORTEL, KRIMPARM (BRL 1904+w08) Leverancier: Cugla B.V. Type: Cuglaton Ondersabelingsmortel, 2 mm. Sterkteklasse: K 70. Milieuklasse: klasse X0 t/m XA3. Cementgebonden krimparme ondersabelingsmortel leveren onder KOMO-productcertificaat. 1. VOEGVULLING MET MORTEL Methode: ondersabeld. 89.10.01.E

Blad: 88



Metaalconstructies moeten ter plaatse van opleggingen zo spoedig mogelijk na het stellen volledig zijn ondersabeld. 01 KOLOM - de ondersabeling van de stalen kolommen. 02 LIGGER - de ondersabeling van de stalen liggers Einde hoofdstuk 25

89.10.01.E

Blad: 89



30

KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN

30.00

ALGEMEEN

30.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 ZICHTWERK Blank blijvende onderdelen beschermen tegen zonlicht zodat geen onregelmatige verkleuring optreedt. 91 CONSERVERING VERZINKT STAAL Na het verzinken aangebrachte wijzigingen met zinkstofcompound tegen corrosie beschermen. 92 BEVESTIGINGSMIDDELEN EN VERBINDINGEN Bij aluminium onderdelen zichtbaar blijvende bevestigingsmiddelen vermijden, schroefverbindingen in materiaal dunner dan 2 mm zijn niet toegestaan. Contactvlakken tussen aluminium en (verzinkt) staal zijn niet toegestaan. Bevestigingsmiddelen moeten corrosiebestendig zijn en mogen geen aanleiding geven tot contactcorrosie. Bij verzinkt werk roestvast stalen bevestigingsmiddelen gebruiken. 93 BRANDWERENDE VOORZIENINGEN De voorgeschreven brandvertraging van brandwerende puien, kozijnen en deuren geldt inclusief beglazing, paneelvullingen en draaiende delen respectievelijk de aansluitingen rondom. 94 BINNENDEUREN Te rekenen op 28mm speling tussen de onderzijden van binnendeuren met vloeraansluitingen of onderdorpels, t.b.v. mechanisch geventileerde ruimten en meterkasten. 95 POLITIE KEURMERK VEILIGE WONING Alle gevelkozijnen moeten voldoen aan de eisen zoals gesteld in Politie Keurmerk Veilige Woning.

30.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: kozijnen, ramen, deuren en gevelvullende elementen van hout dienen te worden geleverd met het KOMO-certificaat Timmerwerk, resp. KOMO-attest met certificaat gevelvullende elementen en onder garantie van het Garantiefonds Timmerwerk. - te garanderen door: aannemer - periode: 10 jaar. Onderdeel: aluminium en/of stalen gevelelementen dienen te voldoen aan de vigerende VMRG-Kwaliteitseisen en Adviezen®, aan te tonen door middel van een geldig VMRG-Keurmerk® certificaat. - te garanderen door: aannemer. - periode: 5 jaar. Onderdeel: binnendeuren betreffende het niet meer kromtrekken dan 5mm ter weerszijden van de deurkernlijn. - te garanderen door: de aannemer - periode: 2 jaar.

89.10.01.E

Blad: 90



Onderdeel: de goede werking van hangen sluitwerk, deurdrangers en vloerveren. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 5 jaar. 90 AANTALLEN EN DRAAIRICHTING De aannemer moet de aantallen en de draairichtingen van de kozijnen, ramen en deuren, zoals deze zijn aangegeven op de kozijnstaat (-staten) controleren aan de hand van de plattegrondtekeningen/bestaande situatie. In afwijking van par. 2, lid 4 van de UAV gaat de plattegrondtekening vóór de kozijnstaat. 30.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90 SLUITPLAN Voor het hele project moet de aannemer een sluitplan (sleutelplan) opstellen, ter goedkeuring van de directie. 91 INMETEN Alle kozijnen in het werk in te meten door aannemer

30.12


30.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENING GEVEL- BINNENWAND- EN DAKELEMENTEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van kozijnen, ramen en deuren. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de indeling en afmetingen; - de detaillering van de kozijnprofielen en de kozijnvullingen - de aansluitingen met de direct omliggende constructies. - de ramen - de deuren - het hangen sluitwerk - de vaste vulling - de roosters - de beglazing - de verankering - verstevigingsprofielen bij aluminium kozijnen. - de vereiste brandwerendheid. (30, 60 min.) - integratie / bevestiging zonwering. - integratie veiligheidsvoorzieningen. - de oppervlakte-afwerkingen. - merken en merkenoverzicht. 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de buitenkozijnen zoals uit tekening is af te leiden. 02 BINNENKOZIJN/-PUI - de binnenkozijnen zoals uit tekening is af te leiden. 30.12.20-a STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekening: - van de nieuwe buitenkozijnen en/of gevelelementen. Belastingen: volgens berekening aannemer 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de berekeningen van de kozijnen/puien.

89.10.01.E

Blad: 91


30.31


STELKOZIJNEN

30.31.11-a HOUTEN STELKOZIJN/STELLAT 0. HOUTEN STELKOZIJN/STELLAT Afmetingen: zoals aangegeven op tekeningen Houtsoort: - Europees vuren, kwalteitsklasse B (NEN 5466-10). - stroken multiplex, klasse Exterieur I, kwaliteit A/B. - stroken MDF-plaat, type MDF.H Verduurzaming: - Europees vuren: dompelen gevolgd door diffusie, onder certificaat. Oppervlaktebehandeling: fabrieksmatig aangebrachte grondlaag, droge laagdikte minimaal dik 80µm. Toebehoren: - ankers - afdichtings-/aansluitingsvoorziening: PE-rolband. - bevestigingsmiddelen Hout leveren met FSC-keurmerk, (Forest Stewardship Council). 3. MONTAGE KOZIJNEN Detaillering, afdichtings- en aansluitvoorzieningen: - volgens de principes zoals op tekening aangegeven. 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de stelkozijnen t.b.v. de metalen kozijnen volgens details

30.32

KOZIJNEN

30.32.11-a HOUTEN PUI/KOZIJN 0. HOUTEN KOZIJN (BRL 0801-05) Inbraakwerendheid (weerstandsklasse): 2. Indeling: volgens tekening Afmeting: volgens tekening Stijl- en dorpelprofielen: volgens detaillering. Dorpelafdekkers aangebracht. Houtsoort: rode meranti, kwaliteitsklasse: B (NEN 5483+c90), volumieke massa minimaal 450 kg/m3 Oppervlaktebehandeling: voorzien van een fabrieksmatig aangebrachte grondlaag, droge laagdikte minimaal 80 micrometer en dekkend afgewerkt Beglazing: - isolerend dubbelglas HR++ Raam: zoals aangegeven op tekeningen Deur: zoals aangegeven op tekeningen Toebehoren: - ankers: kozijnankers, thermisch verzinkt. - dorpelondersteuningen: hoekstaal, thermisch verzinkt - hangen sluitwerk (BRL 3104-10): klasse 2-ster, leveren onder KOMO-productcertificaat. - afdichtings-/aansluitingsvoorziening: lood- of EPDMslabbe, DPC-folie, cellenband en/of kitvoeg - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig - spouwlatten samengesteld van Europees vuren, kwalteitsklasse B (NEN 5466-99) en multiplex volgens details - anti-inbraak strippen Houten kozijnen leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 3. MONTAGE KOZIJNEN Detaillering, randaansluitingen en verankeringen volgens nader te bepalen detailtekeningen en technische uitwerking aannemer. 89.10.01.E

Blad: 92



01 BUITENKOZIJN/-PUI - de houten buitenkozijnen zoals op tekening aangegeven. 30.32.11-c HOUTEN PUI/KOZIJN 0. HOUTEN KOZIJN (BRL 0801-05) Indeling: volgens kozijntekening Afmeting: volgens kozijntekening Stijl- en dorpelprofielen: volgens detaillering Houtsoort: rode meranti, kwaliteitsklasse: B (NEN 5483+c90), volumieke massa minimaal 450 kg/m3 Oppervlaktebehandeling: voorzien van een fabrieksmatig aangebrachte grondlaag, droge laagdikte minimaal 80 micrometer en dekkend afgewerkt Beglazing: - enkelglas, gelaagd Deur: zoals aangegeven op tekeningen Toebehoren: - ankers: kozijnankers, thermisch verzinkt. - hangen sluitwerk (BRL 3104-10): klasse 2-ster, leveren onder KOMO-productcertificaat. - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig Houten kozijnen leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 3. MONTAGE KOZIJNEN Detaillering, randaansluitingen en verankeringen volgens nader te bepalen detailtekeningen en technische uitwerking aannemer. 01 BINNENKOZIJN/-PUI - de houten binnenkozijnen en -puien zoals op tekening aangegeven. 30.32.12-a METALEN PUI/KOZIJN 0. ALUMINIUM KOZIJN (BRL 2701-10) Fabrikaat: Reynaers Aluminium Systemen. Type: Eco System 50. Luchtdoorlatendheid (NEN-EN 12207-99) (klasse): 4. Waterdichtheid (NEN-EN 12208-99) (klasse): E750. Inbraakwerendheid: klasse 2. U-waarde (W/(m2.K)): > of = 2,25. Stijl- en dorpelprofielen: - inbouwdiepte kader (mm): 50. - inbouwdiepte vleugel (mm): 59. - materiaal: aluminiumlegering EN AW 6060 T66. - isolator: glasvezelversterkte polyamidestrippen. Oppervlaktebehandeling: elektrostatisch gepoederlakt volgens Qualicoat laagdikte 60 µm. Kleur (RAL): 7016 Beglazing: HR++-glas Beglazingssysteem: droog (EPDM). Deur: zoals aangegeven op tekeningen Paneel: zoals aangegeven op tekeningen Toebehoren: - ankers: corrosievast staal - kit: zuurvrij. - stelblokjes - afdichtings-/aansluitvoorzieningen: EPDM profielen. - bevestigingsmiddelen - raam- en deurbeslag, inbraakveiligheid overeenkomstig NEN 5088+c96, kwaliteitscategorie zwaar 89.10.01.E

Blad: 93



Aluminium kozijnen leveren onder KOMO-kwaliteitssysteemcertificaat. 3. MONTAGE KOZIJNEN De aansluitingen van de kozijnen moeten aan de volgende functionele eisen voldoen: - waterdichtheid (NEN 2778+w04) (Pa): 650 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de buitenkozijnen en -deuren merk BU-01, BU-02 en BU-05

30.33

DEUREN

30.33.11-b HOUTEN DEUR 0. HOUTEN BUITENDEUR, BALKON-TUINDEUR (BRL 0803+w09) Fabrikaat: Kegro Deuren B.V. Type: KegaWood 7627. Houtsoort: meranti. Draairichting: zoals aangegeven op tekeningen Dubbele deuren met tongstijl. Breedte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Hoogte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Dikte (mm): 54. Kantuitvoering: stomp met kaderprofiel rondom. Kantafwerking: scherpe kanten afgerond 3 mm. Oppervlaktebehandeling: - grondlaag: dekkend watergedragen - aflaklaag: dekkend watergedragen - kleur aflaklaag (RAL): 7016 Beglazing: - isolerend dubbelglas - beglazingssysteem: celband met topafdichting, overschilderbaar. - houten glaslat. Toebehoren: - deurgarnituur: inbraakwerendheid klasse 2. - meerpuntsluiting inkrozing - patentboutboring - scharnierinkrozingen, 4 stuks - deurvastzetter - rondgaand rubber tochtwerend profiel Houten buitendeuren leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 3. AFHANGEN HOUTEN DEUR (BRL 0808-03) Vooraf inmeten en monteren met alle benodigde hangen sluitwerk. Houten deuren moeten zijn afgehangen door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert. 4. RUBBER KIERAFDICHTINGSPROFIEL Fabrikaat: Deventer 01 BUITENDEUR - de deuren in kozijn merk BU-06 30.33.11-c HOUTEN DEUR 0. HOUTEN BUITENDEUR, VLAKKE VOORDEUR (BRL 0803+w09) Fabrikaat: Kegro Deuren B.V. Type: KegaPro. Model: 9101 Vulling: PUR-schuim. Deklaag aan beide zijden: sandwichpaneel, HDF plaat, aluminiumplaat en HDF plaat, totale dikte 5,5 mm. Rc-waarde (m2.K/W): 0,74. Draairichting: zoals aangegeven op tekeningen 89.10.01.E

Blad: 94



Breedte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Hoogte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Dikte (mm): 54. Kantuitvoering: stomp met kaderprofiel rondom. Kantafwerking: scherpe kanten afgerond met een radius van 3 mm. Oppervlaktebehandeling: - grondlaag - voorlaklaag - kleur voorlaklaag (RAL): 7016 - aflaklaag - kleur aflaklaag (RAL): 7016 Toebehoren: - deurgarnituur: inbraakwerendheid klasse 2. - meerpuntsluiting inkrozing - patentboutboring - scharnierinkrozing - rondgaand rubber tochtwerend profiel Houten buitendeuren leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. Houten buitendeuren leveren met FSC-keurmerk (Forest Stewardship Council). 3. AFHANGEN HOUTEN DEUR (BRL 0808-03) Vooraf inmeten en monteren met alle benodigde hangen sluitwerk. Houten deuren moeten zijn afgehangen door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert. 4. RUBBER KIERAFDICHTINGSPROFIEL Fabrikaat: Deventer 01 BUITENDEUR - de deuren in kozijn merk BU-08, BU-09, BU-10 en BU-11 02 BINNENDEUR - de deur tussen 1.07 en 1.08 30.33.11-g HOUTEN DEUR 0. HOUTEN BINNENDEUR (BRL 2211-06) Fabrikaat: Theuma. Type: utiliteitsdeur Brucoral. Categorie gebruik: intensief. Deurbreedte (mm): 930. Deurhoogte (mm): 2.315. Deurdikte (mm): 38. Kantuitvoering: stomp. Oppervlaktebehandeling: hardkunststof deklaag, Formica Kleur: standaard Beglazing: enkel, gelaagd Beglazingsysteem: profiel 1 Scharnierkommen Draaipunten (aantal): 4. Slotbewerking Kantafwerking: - scharnieren slotzijde transparant afschilderen. Toebehoren: - hangen sluitwerk - scharnieren - deurgarnituur: Hoppe - slot: Lips 2400 - deurdranger, waar aangegeven - schopplaat waar aangegeven Binnendeuren leveren onder KOMO 89.10.01.E

Blad: 95



attest-met-productcertificaat. 3. AFHANGEN DEUR In het werk pasmaken en monteren met alle benodigde hangen sluitwerk. - in het werk afhangen 01 BINNENDEUR - de binnendeuren met glasopening volgens tekening 30.33.11-h HOUTEN DEUR 0. HOUTEN BINNENDEUR (BRL 2211-06) Fabrikaat: Theuma. Type: utiliteitsdeur Brucoral. Categorie gebruik: intensief. Deurbreedte (mm): 930. Deurhoogte (mm): 2.315. Deurdikte (mm): 38. Kantuitvoering: stomp. Oppervlaktebehandeling: hardkunststof deklaag, Formica Kleur: standaard Scharnierkommen Draaipunten (aantal): 4. Slotbewerking Kantafwerking: - scharnieren slotzijde transparant afschilderen. Toebehoren: - hangen sluitwerk - scharnieren - deurgarnituur: Hoppe - slot: Lips 2400 - deurdranger, waar aangegeven - schopplaat waar aangegeven Binnendeuren leveren onder KOMO attest-met-productcertificaat. 3. AFHANGEN DEUR In het werk pasmaken en monteren met alle benodigde hangen sluitwerk. De deur in kozijn merk Bi-08 als "boerendeur" uitvoeren (twee-delig) elk voorzien van slot en scharnieren - in het werk afhangen 01 BINNENDEUR - de dichte binnendeuren volgens tekening 30.33.12-a METALEN DEUR 0. ALUMINIUM SCHUIFDEUR (BRL 2701-10) Fabrikaat: Reynaers Aluminium Systemen. Type: Concept Patio CP 50. Luchtdoorlatendheid (NEN-EN 12207-99) (klasse): 3 Waterdichtheid (NEN-EN 12208-99) (klasse): 5A Inbraakwerendheid: klasse 2 Stijl- en dorpelprofielen: - inbouwdiepte kader (mm): 110 (monorail). - materiaal: aluminiumlegering EN AW 6060 T66. - isolator: glasvezelversterkte polyamidestrippen. Oppervlaktebehandeling: elektrostatisch gepoederlakt volgens Qualicoat laagdikte 60 µm. Kleur (RAL): 7016 Beglazing: HR++-glas, gelaagd Beglazingssysteem: droog (EPDM). Toebehoren: 89.10.01.E

Blad: 96



-

hangen sluitwerk: meerpuntsluiting. ankers: corrosievast staal kit: zuurvrij. stelblokjes afdichtings-/aansluitvoorzieningen: EPDM profielen en borstels. - bevestigingsmiddelen, RVS Aluminium schuifdeuren leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 01 BUITENKOZIJN/-PUI - buitenkozijn merk BU-07

30.38

TOEBEHOREN KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN

30.38.22-a KIERAFDICHTINGSPROFIEL 0. ALUMINIUM KIERAFDICHTINGSPROFIEL Fabrikaat: Ellen Type: - AIB3-N voor binnendeuren Oppervlaktebehandeling: geanodiseerd Afdichtingsmateriaal: rubber strook Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BINNENDEUR - de inpandige deuren 30.38.25-a BESCHERMPLAAT/-PROFIEL 0. BESCHERMPLAAT Leverancier: STORAX B.V. Type: ACROVYN® stootplaat Afmetingen (mm): - hoogte: 600. - breedte: deurbreedte minus 50. - dikte: 2. Materiaal: acryl/vinyl. Kleur: standaard. Dikte (mm): 2,6. Toebehoren: - lijm: Storax sealer 302. 01 BINNENDEUR Tweezijdig: - kleedkamers - toiletten - deur tussen 1.07 en 1.05 - deur tussen 1.05 en 1.06 - deur tussen 1.07 en 1.08 Enkelzijdig: - binnenzijde buitendeur 1.08 30.38.25-b BESCHERMPLAAT/-PROFIEL 0. BESCHERMPROFIEL Type: hoekbeschermer Afmeting(mm): 20x20 Materiaal: RVS Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BUITENKOZIJN/-PUI - merk BU-11 (ruimte 1.08)

89.10.01.E

Blad: 97


30.43


DAKLICHTKOEPELS EN DAKLICHTKAPPEN

30.43.10-e DAKLICHTKOEPEL 0. DAGLICHTBUIS/-KOKER Leverancier: Techcomlight B.V. Type: Solatube Brighten Up® Series 290 DS, ø350 mm, U-waarde 1,3 W/m2.K en LTA-waarde 57%, g-waarde 62% en geluidsisolatie 38 dB. Dakdoorvoer plat dak: staal, gepoedercoat, enkelwandig. Koepel: polycarbonaat met Raybender® 3000 systeem. Koepelreflector: LightTracker aluminium spiegel met Spectralight® Infinity, reflectie 99,7%. Flashing insulator: voorgevormde foam-mat voor isolatie van de dakopstand. Lichttransportbuis, binnenzijde met Spectralight® Infinity, reflectie 99,7%: - A-tube + B-tube, voorgemonteerde aluminium buizen voor boven- en onderaansluiting, beide voorzien van instelbare 0° tot 30° bocht, netto lengte 380 mm. Verlengstuk, binnenzijde met Spectralight® Infinity, reflectie 99,7%: - C-tube: aluminium buis, netto lengte 350 mm. - D-tube: aluminium buis, netto lengte 560 mm. - bochtstuk: 0 tot 90°, aluminium buis, netto lengte 500 mm. Plafondplaat: OptiView®, wit. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 4. STELWERK RUWBOUW Bevestiging op dakconstructie 01 DAKLICHTKOEPEL - de daglichtkoepels volgens tekening

30.51

VLIESGEVELSYSTEMEN

30.51.11-a HOUT/METALEN VLIESGEVELPROFIEL 0. HOUT/METALEN VLIESGEVELPROFIEL Fabrikaat: TGM Asten Type: HV60 713-2 Kwaliteit: C24 Aanzichtbreedte stijl (mm): 60 Aanzichtbreedte dorpel (mm): 60 Binnenprofiel: - houtsoort: meranti, gevingerlast en gelamineerd - oppervlaktebehandeling: dekkend geschilderd Buitenprofiel: - houtsoort: meranti - oppervlaktebehandeling: dekkend geschilderd Deuren: - schuifdeuren met geleidingssysteem Beglazing: - isolerend, gelaagd dubbelglas HR++ - beglazingssysteem: binnenbeglazing Hulpstukken - aluminium glasopsluitingsprofiel Toebehoren: - ankers: kozijnankers, thermisch verzinkt - afdichtings-/aansluitingsvoorziening - bevestigingsmiddelen - aansluitstukken (o.a detail 10) 89.10.01.E

Blad: 98



- hangen sluitwerk De vliesgevelkozijnen leveren en monteren met KOMO-certificaat op verlijming, wind- en waterdichtheid 3. MONTAGE VLIESGEVELSYSTEEM De vliesgevel gemonteerd zoals aangegeven in het project-gebonden montagebestek De aansluitingen van de vliesgevelelementen moeten voldoen aan de volgende eisen: - luchtdoorlatendheid: (Pa): 650 - waterdichtheid (NEN 2778+w04) (Pa): 650 01 VLIESGEVEL - de vliesgevelkozijnen merk BU-03 en BU-04

30.80

HANG- EN SLUITWERK

30.80.19-a HANG- EN SLUITWERK 0. HANG- EN SLUITWERK Hang- en sluitwerk volgens lijst, bijlage bij dit bestek 01 BUITENDEUR - de houten buitendeuren 02 BINNENDEUR - de houten binnendeuren Einde hoofdstuk 30

89.10.01.E

Blad: 99


31

SYSTEEMBEKLEDINGEN

31.31

ENKELVOUDIGE PANEELBEKLEDINGEN


31.31.60-d PANEELBEKLEDING, MINERALE WOLPANEEL 0. PANEELBEKLEDING Onderconstructie: houten stijlen regelwerk conform verwerkingsrichtlijnen Rockwool Rockpanel, h.o.h. afstand afhankelijk van de dikte van de gevelplaat. Bevestigingswijze: onzichtbaar d.m.v. verlijming. Als gevolg van bevestiging mogen op de in het zicht blijvende panelen geen onregelmatigheden of vervormingen zichtbaar zijn. Uitvoering: dichte gevel horizontale voeg: gesloten. De binnenconstructie luchtdicht uitvoeren. 1. MINERALE WOLPANEEL Fabrikaat: Rockwool Rockpanel B.V. Type: Rockpanel Colours. Uitvoering: Durable. Dikte (mm): 6. Breedte (mm): 1.200. Lengte (mm): 2.500. Kleur (RAL): 7016 donker grijs. Materiaal: - kern: onder hoge druk geperste minerale wolvlokken met een kleine hoeveelheid bindmiddel. - toplaag: gecoat met hoge temperatuuruitharding, voorzien van watergedragen primers en eenzijdig afgelakt met een zeer duurzame kleurlaag. Finishlaag: standaard. Folie:dampdoorlatende diffusie-folie, Sd =< 0,3 m, bij overschrijding technische goedkeuring raadplegen. Isolatie: PIR Damprem: const. aan warme zijde isolatie Sd >= 7 m. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: - Rockpanel-Tack lijmsysteem volgens voorschrift van Rockpanel/Bostik. - Hybrid Top kitvoeg t.p.v. de voegen tussen de platen onderling. Randen voorzien van een MSPTransparent primerlaag. Een rugvulling van schuimband met schutfolie toepassen. 01 KOEKOEK - de wandbekleding t.p.v. koekoeks 02 DAKOVERSTEK - de onderzijde van de luifel Einde hoofdstuk 31

89.10.01.E

Blad: 100



32

TRAPPEN EN BALUSTRADEN

32.00

ALGEMEEN

32.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 NABEHANDELING CORROSIEVAST STAAL Aanloopkleuren als gevolg van lassen aan corrosievast staal, verwijderen d.m.v. borstelen en/of polijsten. Niet in zicht komende corrosievast stalen onderdelen na alle bewerkingen beitsen en passiveren. 91 MONTAGE / ASSEMBLAGE - waar materialen met een verschillend elektrogalvanisch potentiaal bij elkaar komen, deze onderdelen van elkaar isoleren door toevoeging en/of tussenvoeging van kunststof scheidingsfolie/plaat. - persroosters e.d. zodanig indelen dat de mazen van de verschillende onderdelen in elkaars verlengde liggen.

32.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: trappen, traphekken - te garanderen door: de aannemer. - periode: 10 jaar.

32.12

WERKBESCHEIDEN

32.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENING STAALCONSTRUCTIE Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de stalen trappen, -bordessen en balustrades Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - een overzicht van de staalconstructie, met maatvoering. - van elk onderdeel de maatvoering, nodig voor de productie van dat onderdeel. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van verbindingen in en tussen de onderdelen. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van ankers, strippen, gaten e.d. 01 VASTE TRAP - de stalen trappen zoals aangegeven op tekeningen 32.12.12-a STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990+a06/NB-07). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-1-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-2-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-3-03/NB-07, NEN-EN 1991-1-4-05/NB-07, NEN-EN 1991-1-5-03/NB-07 en NEN-EN 1991-1-7-06/NB-07). Belastingen: - volgens constructietekeningen en -berekeningen Berekening: - staalconstructies overeenkomstig Eurocode 3 (NEN-EN 1993-1-1+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-2+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-8+c06/NB-07 en 89.10.01.E

Blad: 101



NEN-EN 1993-1-10+c06/NB-07). Te vervaardigen berekening van: - de stalen trappen, -bordessen en -balustrades 01 VASTE TRAP - de stalen trappen zoals aangegeven op tekeningen 02 TRAPBALUSTRADE - de stalen balustrades volgens tekenning 03 BORDESBALUSTRADE - de stalen balustrades volgens tekenning

32.31

VASTE TRAPPEN

32.31.11-b METALEN TRAP 0. METALEN TRAP Type: steektrap met bordes. Uitvoering: open. Verdiepingshoogte: zoals aangegeven op tekeningen Trapbreedte: zoals aangegeven op tekeningen Optrede: zoals aangegeven op tekeningen Aantrede: zoals aangegeven op tekeningen Tredebreedte: zoals aangegeven op tekeningen Wel: zoals aangegeven op tekeningen Aantal optreden (st.): zoals aangegeven op tekeningen Aantal aantreden (st.): zoals aangegeven op tekeningen Materiaal: staal (NEN-EN 10025-1:2004): S235JR Oppervlaktebehandeling: duplex-systeem thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-09 en gepoedercoat, kleur (RAL): 7016 Traponderdelen: - trapboom - traptrede: staal met omgezette randen en voorzien van perforatie - bordesafmetingen (lxb) (mm): volgens tekening nuttige belasting bordes (kN/m2): 5. - hoofdleuning: stalen koker 60x30mm. - baluster traphek: stripstaal 45x10mm - paneel: strekmetaal in omranding - anti-slip rubber doppen in perforatie gedrukt Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig 4. STELWERK TRAPPEN Bovenkant bovenste trede gelijk gesteld met bovenkant afgewerkte vloer. Bevestiging en verankering volgens montagerichtlijnen 01 VASTE TRAP - de stalen trappen zoals aangegeven op tekeningen - de bijbehorende balustrades langs trappen, bordessen en vloerranden

32.52

LEUNINGEN

32.52.10-b LEUNINGPROFIEL 0. LEUNINGPROFIEL Type: muurleuning. Profiel: kokerprofiel, uiteinden dichtgelast. Materiaal: staal. Afmetingen (mm): 60x30. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-09. Afwerking: gepoedercoat. Kleur (RAL): 7016 89.10.01.E

Blad: 102



Toebehoren: - leuningdragers: aangelast, ø12 mm, met rozet ø80mm, dik 8 mm, h.o.h. max. 1200 mm. - bevestigingsmiddelen: per rozet 2 keilbouten. 01 LEUNING - langs de muurzijde van de stalen trappen. Einde hoofdstuk 32

89.10.01.E

Blad: 103



33

DAKBEDEKKINGEN

33.00

ALGEMEEN

33.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 AFSCHOT EN HEMELWATERAFVOEREN Oppervlakken die water moeten afvoeren moeten een zodanig afschot hebben dat ook bij doorbuiging in de eindtoestand elk punt van het oppervlak water kan blijven afvoeren naar de in het dakvlak aanwezige afvoerpunten. 91 UITVOERING Er moet voldaan worden aan NEN 1068-12 en NPR 2068-05, incl. de correctie op invloed van koudebruggen en bevestigingsmiddelen. 92 UITVOERING Alle dakbedekkingen uitvoeren volgens de uitvoeringsrichtlijnen van BDA Dakadvies. Alle detailleringen uitvoeren volgens de geharmoniseerde details van BDA Dakadvies en de verwerkingsvoorschriften. 94 BRANDVEILIGHEID Voor brandveiligheid moet voldaan worden aan NEN 6063-08 of de Europese brandweerstandsnorm NVN-ENV 1187-03/A1-05. Voor detailleringen moet worden voldaan aan NVN 6050-06 . 95 VERWERKEN BAANVORMIGE DAKBEDEKKING De dakbedekkingsmaterialen uitsluitend droog en tijdens droog weer verwerken. 96 WORTELDOORGROEI Voor eisen van bestendigheid tegen worteldoorgroei en de opbouw c.q. verwerking van de dakbegroeiing van de vegetatiedaken, moet voldaan worden aan NEN-EN 13948-07 97 VERWERKING MATERIALEN Verwerking van materialen en uitvoering van detailleringen moet geschieden overeenkomstig verwerkingsrichtlijnen specificaties als opgenomen het KOMO attest-met-productcertificaat van het betreffende dakbedekkingsmateriaal

33.00.31

INFORMATIE-OVERDRACHT: WERKPLAN 90 VOORTGANG EN AFSTEMMING De voortgang van de werkzaamheden zodanig plannen dat geen transport van goederen en materialen hoeft plaats te vinden over gereed werk. De werkzaamheden zodanig op elkaar afstemmen dat geen schade wordt toegebracht aan onderliggende constructiedelen en ruimten.

33.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: baanvormige dakbedekkingen. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 10 jaar. - soort garantie: premievrije, geïndexeerde verzekerde all-in projectgarantie. Onderdeel: dakisolatie - te garanderen door: de aannemer.

89.10.01.E

Blad: 104



- periode: 10 jaar. - soort garantie: premievrije, geïndexeerde verzekerde all-in projectgarantie. 90 UITVOERINGSCONDITIES De garantie dekt gebreken in de waterdichtheid van de dakhuid ten gevolge van fouten in advies, ontwerp, bestek of technische omschrijving, het geleverde dakbedekkingsmateriaal en de uitvoering. - De dekking van de verzekerde som bedraagt maximaal 100 % van de aanneemsom van de uitvoering van de dakbedekkingswerkzaamheden en is geïndexeerd met een door de overheid vastgestelde inflatie-index, zonder afschrijving gedurende de looptijd van de verzekering 33.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90 DAKBEDEKKINGSADVIES Wanneer wordt afgeweken van de in dit bestek omschreven materialen en dakbedekkingssystemen, is de aannemer verplicht tot het opstellen en overleggen van een dakbedekkingsadvies, op basis van en/of tenminste gelijkwaardig aan de in dit bestek omschreven materialen en systemen. - In geval van hiaten en/of onjuiste toepassingen in het bestek, dient de aannemer dit voor de aanvang van de werkzaamheden te melden aan de directie en dit te corrigeren in zijn dakbedekkingsadvies. - Er mag niet met de dakbedekkingswerkzaamheden worden begonnen voordat het dakbedekkingsadvies door de directie is goedgekeurd.

33.12


33.12.20-a STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990+a06/NB-07). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-1-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-2-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-3-03/NB-07, NEN-EN 1991-1-4-05/NB-07, NEN-EN 1991-1-5-03/NB-07 en NEN-EN 1991-1-7-06/NB-07). Berekening: - betonconstructies overeenkomstig Eurocode 2 (NEN-EN 1992-1-1-05/NB-07, NEN-EN 1992-1-2+c08/NB-07). - staalconstructies overeenkomstig Eurocode 3 (NEN-EN 1993-1-1+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-2+c06/NB-07, NEN-EN 1993-1-8+c06/NB-07 en NEN-EN 1993-1-10+c06/NB-07). - houtconstructies overeenkomstig Eurocode 5 (NEN-EN 1995-1-1+c06/NB-07 en NEN-EN 1995-1-2+c06/NB-07). 01 PLAT DAK - de berekening van de benodigde noodafvoeren 33.12.20-b STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREK. BEVEST. DAKBEDEKKING (NEN 6707-11) Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990-11/NB-11). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1-4-11/NB-11) Belastingen op constructies. Windbelasting: - windgebied: 3

89.10.01.E

Blad: 105



01 PLAT DAK - de berekening van de bevestiging c.q. benodigde ballastlaag voor dakbedekkingen.

33.31

VOORBEHANDELING ONDERGROND, BAANVORMIGE DAKBEDEKKINGEN

33.31.20-a NAADAFWERKING/DAMPREMMENDE LAAG 0. DAMPREMMENDE LAAG Los gelegd. 4. POLYESTERMAT GEWAPENDE DAKBAAN (BRL 1511-2+w11) Fabrikaat: Wédéflex. Type: Wédémec Materiaal: - Met polyestermat gewapende dakbaan, samenstelling: 460P14. Onderlaag van APP gemodificeerde bitumendakbaan met een inlage, bestaande uit een polyestermat. Dikte (mm): 2,5 Met polyestermat gewapende dakbanen leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 PLAT DAK - de losliggende dampremmende laag onder de isolatie volgens 33.32.14-a

33.32

ISOLATIE/AFSCHOTLAAG

33.32.14-a ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT 0. VERWERKING DAKISOLATIEPLATEN Mechanisch bevestigd. - bevestigingspunten (st./plaat): 6 - afschot: d.m.v. extra afschotlaag - naadafwerking: het overlappende deel van de cachering loshouden. - dakranden/dakdoorbrekingen strak aansluiten 1. DAKISOLATIEPLAAT, PIR-SCHUIM, (BRL 1309+w07) Leverancier: Nebiprofa B.V. Type: IKO Enertherm® PIR ALU. Uitvoering: afschotplaat. Materiaal: polyisocyanuraat. Cachering: aluminium stucoblad, dik 50 µm, aan beide zijden. Kanten: met sponning. Dikte: volgens bouwfysische berekening met een minimale Rc>3,30 m² K/W en een gemiddelde Rc=4,25 m² K/W Afschot (mm/m): 1:60 (20 mm/1.200 mm). Afmetingen (mm): 600x1.200. Warmtegeleidingscoëfficiënt (W/(m.K)): 0,023. Warmteweerstand (Rd) ( m2.K/W): Volumieke massa (kg/m3): 30. Drukvastheid (kPa): > 120. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07) (klasse): B-s3, d0. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen overeenkomstig de bevestiging van de dakbedekking PIR-schuimplaten leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 01 PLAT VEGETATIEDAK - het platte dak volgens tekening 02 KELDERDEK 89.10.01.E

Blad: 106



- het kelderdek t.p.v. luifel volgens tekening 03 KOEKOEK - de koekoeks volgens tekening

33.33

BITUMINEUZE DAKBEDEKKINGEN

33.33.19-i

BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, LOSLIGGEND DAKTUIN 0. WD-TU01: OP GEISOLEERD DAK (PIR), TWEE LAGEN DAKBEDEKKING Ondergrond:beton Begaanbaarheidsklasse dak (BRL 1511-1+w07):R2 bestaande uit: - A. Wédéflex WD-TUIN-dakbedekkingssysteem; - B. Extensief daktuinsysteem, (door derden) voorzien van een verzekerde garantie van 10 jaar op de waterdichtheid. --- ad. A --OPBOUW WÉDÉFLEX-DAKBEDEKKINGSSYSTEEM - dampremmende laag, losgelegd. voorzien van dakvlakcompartimentering overeenkomstig de DuBo-maatregelen. - isolatie, indirect mechanisch bevestigd, patroon: verspringende naden. - bitumineuze onderlaag, mechanisch bevestigd (metaalbesparend overeenkomstig DuBo-maatregelen). aantal bevestigingen overeenkomstig NEN 6702, NEN 6707 en NPR 6708. - bitumineuze toplaag, volledig gebrand Het integrale dakbedekkingssysteem moet aangebracht worden door een Wédéflex Established dealer overeenkomstig de Wédéflex Established systematiekr. Na uitvoering verstrekt deze het Wédéflex Established verzekerde garantiecertificaat (GSN-MVGD-02). --- ad. B --- (door derden) OPBOUW EXTENSIEF DAKTUINSYSTEEM - waterregulerende mat; - substraatlaag; - vegetatiemat. totale dikte (mm.): ..... Bevestiging: losliggend. Langs dakrand en onderbrekingen een grindrand aanbrengen, breedte (mm.): 300. Na het aanbrengen van de vegetatie, deze ruim inwateren. 3. BITUMINEUZE DAKBAAN Fabrikaat: Wédéflex. Type: Wédébase 446. Materiaal: - onderlaag van APP gemodificeerde gebitumineerde glasvlies, aan de onderzijde gecacheerd met een polyestermat. Code: 446P60. Drager materiaal: polyestermat. Afwerking onderzijde: polyestermat. Afwerking bovenzijde: polyethyleenfolie. Dikte (mm): 2. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: mech. bevestigingsmiddelen. De bitumineuze dakbanen leveren onder KOMO attestmet-productcertificaat en KOMO-keurmerk (BRL 1511). 4. BITUMINEUZE DAKBAAN

89.10.01.E

Blad: 107



Fabrikaat: Wédéflex. Type: Wédéflex D4 No Roots. Materiaal: - wortelwerende APP gemodificeerde bitumendakbaan met twee inlagen, bestaande uit een glasvlies en een polyestermat. Code: 446K14. Drager materiaal: glasvlies met polyestermat. Afwerking onderzijde: extra coating en unifolie. Afwerking bovenzijde: afgestrooid met antikleefmiddel. Dikte (mm): 4. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: gebrand. 01 PLAT DAK - de dakbedekking op de isolatie volgens 33.32.14-a

33.35

DAKDETAILS

33.35.11-a BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, DAKDETAIL 0. BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, DAKRAND Systeemopbouw: - detail volgens de geharmoniseerde VB-details van VEBIDAK/BDA. - dakbedekkingsdetail (code): DR 02 M Dakranddetail met haakse opstand en aluminium daktrim 01 DAKRAND - de dakranden van platte daken 33.35.11-g BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, DAKDETAIL 0. BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, DAKRAND Systeemopbouw: - detail volgens de geharmoniseerde VB-details van VEBIDAK/BDA. - dakbedekkingsdetail (code): DR 12 M Dakranddetail met haakse opstand en zinken afdekkap 01 DAKRAND - de dakranden van platte daken 33.35.11-w BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, DAKDETAIL 0. BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEN, HEMELWATERAFVOER Systeemopbouw: - detail volgens de geharmoniseerde VB-details van VEBIDAK/BDA. - dakbedekkingsdetail (code): HWA 05 M Verdiepte afvoer met onderuitloop 01 PLAT DAK - de dakafvoer van platte daken 33.35.11-x BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, DAKDETAIL 0. BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEN, HEMELWATERAFVOER Systeemopbouw: - detail volgens de geharmoniseerde VB-details van VEBIDAK/BDA. - dakbedekkingsdetail (code): HWA 08 M Noodafvoer door dakrand 01 SPUWER - de noodafvoer van platte daken en luifel

89.10.01.E

Blad: 108



33.35.11-y BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, DAKDETAIL 0. BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, DOORVOER Systeemopbouw: - detail volgens de geharmoniseerde VB-details van VEBIDAK/BDA. - dakbedekkingsdetail (code): DV 01 M Dubbelwandige dakdoorvoer 01 PLAT DAK - de dakdoorvoeren van platte daken

33.38

OP TE NEMEN ONDERDELEN, BAANVORMIGE DAKBEDEKKINGEN

33.38.12-a METALEN GESOLDEERDE BEDEKKING DAKRANDPROFIEL 0. METALEN GESOLDEERDE BEDEKKING Bevestigd met klangen Klangafstand (mm): 650 Expansiestukken moeten zijn aangebracht om de 9m 1. DAKRANDPROFIEL, ZINK Fabrikaat: NedZink B.V. Type: deklijst met kraalrand. Uitvoering: schuin aflopend. Materiaal: NTZ op basis van zuiver zink (99,995 %), leveren onder KOMO-productcertificaat overeenkomstig BRL 2034+w04. Oppervlaktebehandeling: walsblank NedZink NTZ. Dikte (mm): 0,80. Toebehoren: - bevestigingsklangen: thermisch verzinkt staal. 01 DAKRAND - op de vrije dakranden van de platte daken zoals aangegeven op tekeningen 02 MUUR - de muurafdekking volgens tekening 33.38.21-a BALLAST/DAKAANKLEDING, BETONTEGEL 0. BALLAST/DAKAANKLEDING, TEGELS Tegelgewicht (kg/m2): overeenkomstig NEN 6707:2011 Op tegeldragers aangebracht. 1. BETONTEGEL (BRL 2313+w08) Type: rechthoekig. Vellingkant. Dikte (mm): 50. Lengte x breedte (mm): 500x500. Slijtbestandheid (klasse): 3, markering H. Buigsterkte (klasse): 3, markering U. Toebehoren: - tegeldragers Betontegels leveren onder KOMO attest-met-productcertificaat. 01 KELDERDEK - het kelderdek t.p.v. luifel volgens tekening 02 KOEKOEK - de koekoeks volgens tekening Einde hoofdstuk 33

89.10.01.E

Blad: 109



34

BEGLAZING

34.00

ALGEMEEN

34.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgende voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - "Kwaliteitsvoorschriften en adviezen voor kunststof gevelelementen", uitgegeven door de Vereniging van Kunststof Gevelelementenfabrikanten (VKG). - "VMRG-Kwaliteitseisen en Adviezen®", aan te tonen door middel van een geldig VMRG-Keurmerk® certificaat. 91 DUURZAME VERVORMING - De toelaatbare totale duurzame vervorming van elastische kitten moet minimaal 25% bedragen van de voegbreedte. - De toelaatbare totale duurzame vervorming van elastisch-plastische kitten moet minimaal 15% bedragen van de voegbreedte. - De toelaatbare totale duurzame vervorming van plastische kitten moet minimaal 5% bedragen van de voegbreedte. 93 BEGLAZINGSKITTEN Beglazingskitten moeten, indien noodzakelijk overschilderbaar zijn met minder milieubelastende verfsystemen. Beglazingskitten moeten UV-bestendig zijn. 94 SYSTEEMKEUZE Als kaders niet voldoen aan de eisen gesteld in de NEN 3576:2009, dan de beglazingsmethode in overleg met de directie vaststellen. 95 FLEXIBELE- EN SLEUTELPROFIELEN De rubber flexibele- en sleutelprofielen dienen geen nadelige invloeden te geven in combinatie met minder milieubelastende verfsystemen.

34.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: isolerende beglazing, inclusief het plaatsen - te garanderen door: aannemer - periode: 10 jaar Onderdeel: gelaagde beglazing, inclusief het plaatsen - te garanderen door: de aannemer - periode: 5 jaar

34.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90 KWALITEIT VAN GLAS Het toe te passen glas moet nieuw zijn en vrij van gebreken.

34.12

WERKBESCHEIDEN

34.12.20-a STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREKENING CONSTRUCTIES Grondslagen: Eurocode 0 (NEN-EN 1990+a06/NB-07). Bepaling van belastingen: Eurocode 1 (NEN-EN 89.10.01.E

Blad: 110



1991-1-1-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-2-02/NB-07, NEN-EN 1991-1-3-03/NB-07, NEN-EN 1991-1-4-05/NB-07, NEN-EN 1991-1-5-03/NB-07 en NEN-EN 1991-1-7-06/NB-07). Belastingen: - statische - dynamische - windbelasting en -trillingen Berekening: - glasconstructies overeenkomstig NEN 2608-11 en NEN 5096-07+c11 Te vervaardigen berekening van: - voor de bepaling van minimale dikten van beglazing - voor de bepaling van type veiligheidsbeglazing - voor de bepaling van type inbraakwerende beglazing 01 BEGLAZING - de veiligheidsbeglazing in de gevels - de veiligheidsbeglazing in binnenkozijnen

34.32

GELAAGD GLAS

34.32.10-a GELAAGD GLAS BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN 0. VEILIGHEIDSGLAS Fabrikaat: SAINT-GOBAIN GLASS. Type: STADIP PROTECT®. Hoofdbewerking zijkanten (NEN 1303-88): gesneden. Nabewerking zijkanten (NEN 1303-88): geslepen. Bewerken gaten (NEN 1303-88): recht. Inbraakvertragend (NEN-EN 356-99) (weerstandcategorie): 2B 1. BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN Beglazingssysteem: afhankelijk van sponningzijde Beglaasd met kit, rugvullingsmateriaal en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd. 4. BEGLAZINGSKIT (NEN-EN-ISO 11600-03) Fabrikaat: SABA Dinxperlo BV Type: G klasse 25LM. Materiaal: elastische kit op basis van MS-polymeer Kleur: n.t.b. Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel: SABA Cleaner 48 - rugvullingsmateriaal - steun-/stel- en spatieblokjes 01 BINNENKOZIJN/-PUI - de binnenkozijnen en -deuren

34.33

MEERBLADIG ISOLEREND GLAS

34.33.10-a MEERBLADIG ISOLEREND GLAS BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN 0. ISOLEREND DUBBELGLAS (BRL 2201+w08) Type: HR++ veiligheidsglas U-waarde (W/(m2.K)): 1,1 Spouwbreedte (mm): 15 Kleur: blank ZTA waarde (%): 0,60 Veiligheidsklasse (NEN 3569-11): 2B Isolerend dubbelglas leveren onder KOMO-productcertificaat. 89.10.01.E

Blad: 111



1. BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN Beglazingssysteem: afhankelijk van sponningzijde Beglaasd met kit, rugvullingsmateriaal en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd. 4. BEGLAZINGSKIT (NEN-EN-ISO 11600-03) Fabrikaat: SABA Dinxperlo BV Type: G klasse 25LM. Materiaal: elastische kit op basis van MS-polymeer In brandwerende kozijnen brandvertragende kit toepassen. Kleur: n.t.b. Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel: SABA Cleaner 48 - rugvullingsmateriaal - steun-/stel- en spatieblokjes 01 BUITENKOZIJN/-PUI - in de vaste delen van de houten buitenkozijnen 02 BUITENDEUR - in de houten buitendeuren 34.33.20-a MEERBLADIG ISOLEREND GLAS BEGLAZING MET BEGLAZINGSPROFIELEN 0. ISOLEREND DUBBELGLAS (BRL 2201+w08) Type: HR++ veiligheidsglas U-waarde (W/(m2.K)): 1,1 Spouwbreedte (mm): 15 Kleur: blank ZTA waarde (%): 0.60 Veiligheidsklasse (NEN 3569-11): 2B Isolerend dubbelglas leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. BEGLAZINGS-/PANEELVATTINGSPROFIEL Type: behorend bij kozijn Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de vaste en draaiende delen van aluminium buitenkozijnen 02 BUITENKOZIJN/-PUI - de vaste en schuivende delen van vliesgevelkozijnen

34.37

GLASPANEEL

34.37.20-a GLASPANEEL BEGLAZING MET BEGLAZINGSPROFIELEN 0. GLASPANEEL Type: Colorbel Dikte (mm): 10 Kleur (RAL): 7016 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 3. BEGLAZINGS-/PANEELVATTINGSPROFIEL Type: behorend bij kozijn Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de buitenkozijnen merk BU-01/BU-07 zoals aangegeven op tekeningen Einde hoofdstuk 34

89.10.01.E

Blad: 112


35

NATUUR- EN KUNSTSTEEN

35.00

ALGEMEEN

35.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: kunststeen onderdelen - te garanderen door: aannemer - periode: 2 jaar

35.45

KUNSTSTEEN DORPELS EN NEUTEN


35.45.10-a KUNSTSTENEN DORPEL/NEUT 0. KUNSTSTEEN BINNENDEURDORPEL Fabrikaat: Holonite B.V. Type: Rolstoeldorpel Dikte (mm): volgens details Breedte (mm): afgestemd op kozijnstijl Lengte (mm): afgestemd op kozijnbreedte Materiaal: gegoten composietsteen. Kleur: 7 antraciet. Uitvoering: - zichtzijde strak en glad. Toebehoren: - Holonite lijm/kit, zwart - Holonite ontvetter - Holonite primer 01 BINNENKOZIJN/-PUI - de binnendeurdorpels t.p.v. overgang verschillende vloerafwerkingen. 35.45.10-c KUNSTSTENEN DORPEL/NEUT 0. KUNSTSTEEN BUITENDEURDORPEL Fabrikaat: Holonite B.V. Type: Buitendeurdorpel met plakneut. Inbraakwerendheid: weerstandsklasse 2. Breedte x dikte - dambreedte (mm): 114x70-47. Materiaal: gegoten composietsteen. Kleur: 7 antraciet. Uitvoering: - zichtzijde strak en glad. Toebehoren: - Tenax lijm - doken - bevestigingsmiddelen 4. STELWERK KUNSTSTEEN Bevestigingsmiddelen en ankers geheel aangewerkt met mortel. Opgenomen onderdelen geheel aangewerkt met mortel 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de dorpels onder buitenkozijnen zoals aangegeven op tekeningen Einde hoofdstuk 35

89.10.01.E

Blad: 113


36

VOEGVULLING

36.00

ALGEMEEN

36.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 DUURZAME VERVORMING - De toelaatbare totale duurzame vervorming van elastische kitten moet minimaal 25% bedragen van de voegbreedte. - De toelaatbare totale duurzame vervorming van elastisch-plastische kitten moet minimaal 15% bedragen van de voegbreedte. - De toelaatbare totale duurzame vervorming van plastische kitten moet minimaal 5% bedragen van de voegbreedte.

36.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de kitwerken en voegvullingen - te garanderen door: aannemer - periode: 5 jaar Omvang: - behoud van samenstelling en vorm; - behoud van plasticiteit c.q. elasticiteit; - geen barstvorming of scheurvorming; - goede hechting aan de voegwanden

36.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90 RUBBER VOEGPROFIELEN/VERFSYSTEMEN De rubber voegen afdichtingsprofielen dienen geen nadelige invloeden te geven in combinatie met minder milieubelastende verf- en coatingsystemen. 91 VOEGKITTEN De voegkitten moeten indien noodzakelijk verdraagzaam en overschilderbaar zijn voor de voor dit werk van toepassing zijnde verf- en coatingsystemen. 92 KITTEN Bij de verwerking en uitharding van kitten mogen geen stoffen en gassen vrijkomen welke toxisch zijn dan wel waarvan het vermoeden bestaat dat zij deze eigenschappen bezitten. De directie kan bij twijfel over de voorgestelde producten een keuringsrapport van een hiertoe bevoegde instantie verlangen.

36.30

VOEGVULLINGEN MET KIT


36.30.10-c VOEGVULLING MET KIT 0. VOEGVULLING MET KIT Voegranden: - voorbehandeling hechtvlakken met SABA cleaner 48 - voegoppervlak terugliggend De temperatuur van de hechtingsvlakken moet min. 3º Celcius boven het dauwpunt zijn. 4. VOEGAFDICHTINGSKIT Fabrikaat: SABA Dinxperlo BV. Type: SABA Construseal Plus. Kleur: wit (RAL 9010). 89.10.01.E

Blad: 114



Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel: SABA Primer 9002. 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de aansluiting van kozijnen op aangrenzende bouwdelen aan de binnen- en buitenzijde 02 DORPEL/NEUT - de aansluiting tussen dorpels en houten vloeren 36.30.10-d VOEGVULLING MET KIT 0. VOEGVULLING MET KIT Voegranden: - voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd en voorgestreken. - voegoppervlak terugliggend De vochtigheid van de hechtingsvlakken waarop kit moet zijn aangebracht mag niet meer zijn dan: - voor hout 17 %. - voor beton 6 %. De temperatuur van de hechtingsvlakken moet min. 3º Celcius boven het dauwpunt zijn. 4. VOEGAFDICHTINGSKIT Fabrikaat: SABA Dinxperlo BV. Type: SABA Construseal Plus. Kleur: wit (RAL 9010). Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel: SABA Primer 9002. - rugvullingsmateriaal: SABA Rolyfoam PU. 01 BUITENWAND, SPOUWMUUR - de dilatatievoegen en aansluitvoegen van metselwerk 36.30.10-e VOEGVULLING MET KIT 0. VOEGVULLING MET KIT Voegranden: - voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd. - voegoppervlak terugliggend De vochtigheid van de hechtingsvlakken waarop kit moet zijn aangebracht mag niet meer zijn dan: - voor hout 17 %. - voor beton 6 %. De temperatuur van de hechtingsvlakken moet min. 3º Celcius boven het dauwpunt zijn. 4. VOEGAFDICHTINGSKIT Fabrikaat: SABA Dinxperlo BV. Type: SABA Sanitair. Kleur: wit (RAL 9003). Toebehoren: - voorstrijkmiddel: SABA Cleaner 48. 01 VOEGVULLINGEN de kitnaden bij: - aanrechtblad; - de inwendige hoeken van wandtegelwerken; - de aansluiting van wandtegels aan kozijnen; - de aansluitingen van handwasbak, toilet, op tegels. - de leidingdoorvoeren in wanden vloertegelwerk 02 DORPEL/NEUT - de aansluiting tussen dorpels en tegelvloeren

89.10.01.E

Blad: 115


36.40


VOEGVULLINGEN MET SCHUIMBAND

36.40.10-a VOEGVULLING MET SCHUIMBAND 0. VOEGVULLING MET SCHUIMBAND Voegranden: - voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd en voorgestreken. - voegoppervlak terugliggend. 4. SCHUIMBAND Fabrikaat: Comprifalt B.V. Type: Airexband. Materiaal: een gesloten cellen polyvinylchloride band. Afmetingen (bxd) (mm): passend bij de af te dichten voeg en/of stelruimte, volgens bijbehorend verwerkingsadvies Kleur: grijs. Eenzijdig belijmd. 01 VULLING WANDOPENING, BUITEN - de dichting tussen spouwlat en/of stelkozijn en het binnenspouwblad en/of beton. 36.40.10-b VOEGVULLING MET SCHUIMBAND 0. VOEGVULLING MET SCHUIMBAND Voegranden: - voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd. - voegoppervlak terugliggend. 4. SCHUIMBAND Fabrikaat: Comprfalt B.V. Type: Compriband-G/Compriband-G Super. Materiaalpolyurethaan schuimband, geïmpregneerd met een acrylaatpolymer met additieven. Afmetingen (bxd) (mm): afhankelijk van detaillering Compressiefactor: 5 Kleur: grijs 01 VULLING WANDOPENING, BUITEN - de dichting tussen de aansluitingen buiten, tussen kozijnen en gevels en tussen gevelelementen. Einde hoofdstuk 36

89.10.01.E

Blad: 116


38

GEVELSCHERMEN

38.00

ALGEMEEN

38.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: zonweringen, rolluiken, windschermen e.d.. Mede t.a.v.: constructie, stormvast tot en met windkracht 7, en probleemloze werking van de bediening. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 2 jaren, overeenkomstig Romazo-garantie certificaat. - periode: 1 jaar op motoren en schakelaars en schakelmateriaal.

38.12

TEKENINGEN


38.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. - productietekeningen van de gevelschermen/zonweringen. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de indeling en maatvoering van de elementen. - de detaillering van de profielen en de vullingen. - de aansluitingen met de direct omringende constructies. - de plaats en type van de verankeringen en doorvoeringen. - de toebehoren 01 BUITENZONWERING/GEVELSCHERM - van vaste en beweegbare schermen, volgens tekening

38.50

GEVELHEKKEN, LUIKEN EN HORDEUREN

38.50.10-a ROLLUIK 0. ROLLUIK, TRANSPARANT KUNSTSTOF, INBRAAKWEREND Fabrikaat: Eurolook B.V. Type: Eurolook® transparant deur-rolluik Standaard. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1+a09) (klasse): A1. Testresultaat uitstoot rook c.q giftige gassen bij brand (Airbus Standard ABD0031-95): issue A. Inbraakwerendheid (NEN 5096+w07): weerstandsklasse 3. U-waarde (NEN 1068+w08) (W/(m2.K)): < 4,1. Dagmaat (breedte x hoogte) (mm): in het werk te bepalen Montage op de dag aan de binnenzijde Materiaal schalmen: EL polycarbonaat, UV stabiel. Schalmafmeting: 299 x 108 mm, plaatdikte 3 mm. Uitvoering schalmen: helder. Kleur schalmen: standaard Oppervlaktebehandeling schalmen: krasvaste chemisch resistente kunststof laag. Koppelbuis: blank geanodiseerd aluminium ø 17 mm, wanddikte 2 mm. Bovenrol: stalen buis, gegalvaniseerd. 89.10.01.E

Blad: 117



Onderlijst: blank geanodiseerde aluminium kokerprofiel 76 x 27 mm, wanddikte 2 mm, profilering bovenzijde voor inlating schalm, onderzijde voorzien van rubber afsluitstrip. Zijgeleiding: aluminium U-profiel met inwendige koker, wanddikte 4 mm, oppervlaktebehandeling brut, voorzien van PVC protectieprofiel. Aandrijving: elektromotor, buismotor Bediening: - elektrische bediening van binnenuit voor kozijnen merk BU-02 en BU-05. - elektrische bediening van buitenuit voor kozijn merk BU-06 - op-stop en neer-stop: sleutelschakelaar Toebehoren: - noodhandbediening - vergrendeling: sloten - bevestigingsmiddelen: bouten M10 h.o.h. 500 mm. 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze, geheel volgens verwerkingsvoorschriften 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de rolluiken achter gevelkozijnen merk BU-01, BU-02, BU-06 en BU-12volgens tekening 38.50.10-b ROLLUIK 0. ROLLUIK (NEN-EN 13659+a08) Type: deur-rolluik Inbraakwerendheid (NEN 5096+w07): weerstandsklasse 2 Dagmaat (mm): in het werk bepalen Montage in de dag aan de keukenzijde Pantser: - materiaal: staal - oppervlaktebehandeling: poedercoating Kleur(RAL): 9010 Omkasting: - materiaal: staal - oppervlaktebehandeling: poedercoating Kleur(RAL): 9010 Bovenrol: - materiaal: staal - oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt Onderlat: - materiaal: staal - oppervlaktebehandeling: poedercoating Kleur(RAL): 9010 Zijgeleiding: - materiaal: staal - oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt Bediening: - elektrische bediening met handschakelaar, met sleutel Toebehoren: - elektromotor - beveiliging - vergrendeling - bevestigingsmiddelen 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze, geheel volgens verwerkingsvoorschriften 01 BINNENKOZIJN/-PUI - het rolluik t.p.v. uitgiftebalie 89.10.01.E

Blad: 118



38.50.30-a VOUWHEK 0. VOUWHEK Fabrikaat: Protector Type: dubbele vleugel Wegdraaibaar pakket Afmetingen (mm): in het werk te bepalen Hekwerk: - materiaal: staal, verzinkt - oppervlaktebehandeling: poedercoating Kleur(RAL): 9010 Omranding: - materiaal: staal, verzinkt - oppervlaktebehandeling: poedercoating Kleur(RAL): 9010 Rail: staal, verzinkt Bediening: handmatig Toebehoren: - vergrendeling: schaarhekslot met cilinder - bevestigingsmiddelen 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: aan bovenliggende balkenconstructie 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de schaarhekken achter de vliesgevel volgens tekening Einde hoofdstuk 38

89.10.01.E

Blad: 119



40

STUKADOORWERK

40.00

ALGEMEEN

40.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 STELLEN PLEISTERPROFIELEN Pleisterprofielen zuiver vlak en te lood, dan wel in de juiste richting stellen in specie. De profielen afwerken nadat de stelspecie is verhard. 91 REINIGEN PLEISTERPROFIELEN Pleisterprofielen grondig reinigen, direct nadat de afwerklaag is aangebracht. 92 VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN Voordat met het stukadoorswerk mag worden begonnen moeten alle in de wanden c.q. plafonds op te nemen leidingen en dozen van technische installatie zijn aangebracht en aangewerkt. 93 AFSCHERMEN Tijdens het aanbrengen van stucwerk, omliggende materialen beschermen tegen vuil worden. 94 AANSLUITINGEN Waar het stukadoorswerk aansluit tegen schoonmetselwerk, hout, staal of beton, de stuclaag lossnijden c.q. loshouden d.m.v. het inwerken van stucstopprofielen. 95 PROFIELRONDING Pleisterwerk boven hoekbeschermingsprofielen in de ronding van het profiel afwerken. 96 INSNIJDINGEN De inwendige hoeken van stucwerk ter plaatse van wanden en plafonds insnijden.

40.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: stukadoorwerken - te garanderen door: de aannemer - periode: 5 jaar - voor wat betreft de hechting, scheurvorming en vlekvorming.

40.22

VOORBEHANDELING ONDERGROND

40.22.10-b PLEISTERWERK, VOORBEHANDELING ONDERGROND 0. PLEISTERWERK, ONDERGRONDCORRECTIES Behandeling: - opruwen - aanwerken sleuven - afmessen - naden dichten 01 BINNENWAND - de nieuwe metselwerk binnenwanden 02 BINNENPLAFOND - de betonplafonds in het zicht 03 BINNENPLAFOND - de gipsplaatplafonds

89.10.01.E

Blad: 120


40.81


PROFIELEN

40.81.11-a RANDAFWERKINGSPROFIEL 0. HOEKBESCHERMINGSPROFIEL Fabrikaat: ter keuze van de aannemer. Type: stucprofiel. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BINNENWAND - de binnenwandafwerking van de uitwendige hoeken in stukadoorswerk. 40.81.11-b RANDAFWERKINGSPROFIEL 0. BEEINDIGINGSPROFIEL Fabrikaat: ter keuze van de aannemer. Type: stucstop. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BINNENWAND - t.p.v. de beëndiging van het stukadoorswerk als aangegeven op principedetails. Einde hoofdstuk 40

89.10.01.E

Blad: 121



41

TEGELWERK

41.00

ALGEMEEN

41.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 UITVOERING TEGELWERK De verdeling van de wanden vloertegels vanuit het midden van betreffende wand of vloer. 92 LEIDINGWERK Ten behoeve van de installatie-delen zoals schakelaars, contactdozen, kranen e.d., moeten in de bekleding passende ronde openingen worden gemaakt c.q. gehouden; deze openingen moeten gemaakt c.q. gehouden worden op voegkruisingen.

41.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90 VOORZIENINGEN De plaats van kranen, afvoeren, contactdozen armaturen en schakelaars enz. in tegelpatroon vaststellen i.o.m. directie. 91 LIJMADVIES Voor aanvang van het verlijmen van wanden vloertegels moet een door de aannemer opgesteld lijmadvies worden verstrekt aan de directie.

41.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: tegels en tegellijmen - hechting tegelwerken. - waterdichtheid tegelwerken. - te garanderen door: de aannemer - periode: 5 jaar Onderdeel: nalevering tegels - te garanderen door: de aannemer - periode: 20 jaar

41.22


41.22.10-a TEGELWERK, ONDERGROND VOORSTRIJKEN 0. TEGELWERK, ONDERGROND VOORSTRIJKEN Ondergrond: zand-cementvloer/beton 4. VOORSTRIJKMIDDEL Fabrikaat: Omnicol Nederland BV. Type: Omnibind TP. Hechting bevorderende primer. 01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN - de ruimten op begane grond volgens afwerkstaat 02 BINNENVLOER OP ZAND - de ruimten in kelder volgens afwerkstaat 41.22.20-c TEGELWERK, ONDERGROND EGALISEREN 0. TEGELWERK, ONDERGROND EGALISEREN Ondergrond: kalkzandsteen. Toelaatbare onvlakheid: oppervlakgroep tabel 8, klasse A (NEN 6722-02). Laagdikte (mm): 2 (maximaal 15). Verbruik (kg/m²): 1,5 per mm laagdikte. 89.10.01.E

Blad: 122



4. EGALISEERMIDDEL, CEMENTGEBONDEN Fabrikaat: Omnicol Nederland BV. Type: Omnimix 90. Toebehoren: - voorstrijkmiddel, Omnibind TP. 01 BINNENWAND - de egalisatie van de te betegelen oppervlakken 41.22.40-a TEGELWERK, ONDERGROND WATERDICHTE LAAG 0. TEGELWERK, ONDERGROND WATERDICHTE LAAG Ondergrond: beton. Voorbehandelen met waterdichte pasta (g/m2): 1,5. De hoeken tussen wanden en tussen vloeren en wanden en rondom doorvoeringen over een breedte van 100 mm nogmaals bestrijken met onverdunde waterdichte lijm en 24 uur laten drogen. 4. WATERDICHTE PASTA, TEGELWERK Fabrikaat: Omnicol Nederland B.V. Type: Omnibind coat. Materiaal: in water gedispergeerde acrylpolymeer. Toebehoren: - Omnibind MB vlies, breedte 150 mm. 01 GEBOUW - de voorbehandeling van de te betegelen oppervlakken t.p.v. douches

41.32

WANDTEGELWERK

41.32.12-a WANDTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. WANDTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: kalkzandsteen/beton Vlakheid ondergrond Beddikte (mm): 3-5. Inwendige hoeken vrijhouden t.b.v kit. Patroon: vertikaal met 3 horizontale banden, rood-geel-rood Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1. Hoogte tegelwerk (mm): plafondhoog Boven de wastafels een sparing houden van 600x450mm t.b.v. spiegels. 1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010-08) Fabrikaat: Koninklijke Mosa bv. Type: keramische wandtegel Global Collection. Groep: BIa. Afmetingen (lxbxd) (mm): 197x247x7,4. Uitvoering: glanzend. Kleur: standaard wit Tegels leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. TEGELLIJM, PASTA (BRL 1011-99) Fabrikaat: Omnicol Nederland BV. Type: Stabicol TP 2 XF. Tegellijm leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 BINNENWAND - de ruimten op begane grond volgens afwerkstaat 02 BINNENWAND - de ruimten in kelder volgens afwerkstaat

89.10.01.E

Blad: 123



41.32.12-b WANDTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. WANDTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: kalkzandsteen/beton Vlakheid ondergrond Beddikte (mm): 3-5. Inwendige hoeken vrijhouden t.b.v kit. Patroon: 3 horizontale banden, rood-geel-rood elk hoog 3 tegels, over de volledige wandlengten Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1. Hoogte tegelwerk (mm): plafondhoog 1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010-08) Fabrikaat: Koninklijke Mosa bv. Type: keramische wandtegel Global Collection. Groep: BIa. Afmetingen (lxbxd) (mm): 97x97x7,8. Uitvoering: glanzend. Kleur: standaard rood en geel Tegels leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. TEGELLIJM, PASTA (BRL 1011-99) Fabrikaat: Omnicol Nederland BV. Type: Stabicol TP 2 XF. Tegellijm leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 BINNENWAND - de ruimten op begane grond volgens afwerkstaat 02 BINNENWAND - de ruimten in kelder volgens afwerkstaat

41.42

VLOERTEGELWERK

41.42.12-a VLOERTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. VLOERTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: zand-cement dekvloer Vlakheid ondergrond: rechthoekig met doorgaande voegen. Symmetrisch tegelwerk. Beddikte (mm): 4. Patroon: doorlopende voeg. Voegbreedte(n) (mm): 4 Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1. Afschot (mm/m): 1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010-08) Fabrikaat: Koninklijke Mosa bv. Type: keramische vloertegel antislip Softgrip. Groep: BIa. Afmetingen (lxbxd) (mm): 146x146x8. Oppervlak: ongeglazuurd. Uitvoering: mat. Kleur: 2 standaard kleuren Stroefheidsklasse (DIN 51130-04): R11/A+B+C. Hulpstukken: - reservetegels, 1 doos per toegepaste kleur/formaat - bijpassende plint 70x300mm Tegels leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. TEGELLIJM, GEMODIFICEERDE POEDER Fabrikaat: Omnicol Nederland B.V. Type: Omnicem PL 85 Prof. 89.10.01.E

Blad: 124



Elastische lijm in poedervorm. Classificatie (NEN-EN 12004:2007+A1:2012): C2TE 01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN - de ruimten op begane grond volgens afwerkstaat 02 BINNENVLOER OP ZAND - de ruimten in kelder volgens afwerkstaat

41.62

PLINTTEGELWERK

41.62.12-a PLINTTEGELWERK MET MORTEL KERAMISCHE VORMTEGEL 0. PLINTTEGELWERK MET MORTEL Ondergrond: metselwerk Voegbreedte (mm): 3 De voorzijde van de plinttegels moeten gelijkwerken met de voorzijde van het aansluitend schoonwerk. 1. KERAMISCHE PLINTTEGEL Fabrikaat: : Koninklijke Mosa B.V. Type: bijpassend bij vloertegel Afmetingen (lxbxd) (mm): 297x70x5,5 Kleur: standaard Ongeglazuurd. Speciale tegels: - reservetegels, 1 doos per toegepaste kleur/formaat 4. CEMENTGEBONDEN TEGELMORTEL (BRL 1904+c08) Leverancier: MegaMix. Type: Tegelmortel TC 4. Bindmiddel: cement: CEM I. Toeslagmateriaal: - vloerenzand, korrelopbouw (mm): 0-4. - hechtmiddel - waterkerende emulsie Consistentie: aardvochtig. Tegelmortel leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 BINNENWAND - de niet te betegelen binnenwanden op vloertegels

41.71

VOEGWERK

41.71.10-a TEGELWERK, VOEGAFWERKING 0. TEGELWERK, VOEGAFWERKING Dilataties, wanden vloeraansluitingen en inwendige hoeken afkitten. 4. TEGELVOEGMORTEL, CEMENT-/KUNSTHARS GEBONDEN Fabrikaat: Omnicol Nederland BV. Type: Omnifill 102. Kleur: standaard Classificatie conform PR EN 13888: CG1 01 BINNENWAND - de ruimten op begane grond volgens afwerkstaat 02 BINNENWAND - de ruimten in kelder volgens afwerkstaat 41.71.10-d TEGELWERK, VOEGAFWERKING 0. TEGELWERK, VOEGAFWERKING Dilataties, wanden vloeraansluitingen en inwendige hoeken afkitten. 4. TEGELVOEGMORTEL, CEMENT-/KUNSTHARS GEBONDEN Fabrikaat: Omnicol Nederland BV. Type: Omnifill B 100WD Kleur: standaard. 89.10.01.E

Blad: 125



Classificatie conform PR EN 13888: CG2W 01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN - de ruimten op begane grond volgens afwerkstaat 02 BINNENVLOER OP ZAND - de ruimten in kelder volgens afwerkstaat

41.83

PROFIELEN

41.83.13-a STUC-/TEGELPROFIEL 0. TEGELPROFIEL Fabrikaat: Schlüter Systems KG. Type: Rondec-DB. Materiaal: E (corrosievast staal). Uitvoering: EB, geborsteld. Breedte (mm): 15. Inbouwhoogte (mm): 8. Toebehoren - bevestigingsmiddelen 01 BINNENWAND - de uitwendige hoeken van wandtegelwerk Einde hoofdstuk 41

89.10.01.E

Blad: 126


42

DEKVLOEREN EN VLOERSYSTEMEN

42.00

ALGEMEEN

42.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN De aangrenzende constructie-onderdelen, zoals kozijnen, ramen en deuren en schoonmetselwerk e.d. tijdens het aanbrengen van de vloeren beschermen ter voorkoming van smetvorming. De betonoppervlakken moeten schoon zijn. 91 OP TE NEMEN ONDERDELEN In de constructievloer voorkomende dilatatievoegen moeten in de dekvloeren worden doorgezet. 92 GEHECHTE MORTELDEKVLOEREN Gehechte morteldekvloeren mogen na het aanbrengen gedurende een periode van 48 uur niet worden betreden.

42.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: dekvloeren - te garanderen door: aannemer - periode: 10 jaar - garantie: - hechting op ondergrond - slijtvastheid - drukvastheid

42.23



42.23.10-a DEKVLOER, VOORBEHANDELING ONDERGROND 0. DEKVLOER, VOORBEHANDELING ONDERGROND Behandeling: - reinigen en aanbranden met cementpap. 01 SECUNDAIRE VLOER, BINNEN - de voorbehandeling van de betonnen vloeren waarop een cementdekvloer wordt aangebracht.

42.31

GEHECHTE MORTELDEKVLOEREN

42.31.10-b GEHECHTE MORTELDEKVLOER 0. GEHECHTE CEMENTDEKVLOER ZONDER STROOILAAG Draagvloer: gestorte beton. Dekvloerdikte (mm): 70 Gewapend i.v.m. vloerverwarming Dekvloerklasse (NEN 2741+a08): Cw30. Vlakheidsklasse (NEN 2747-01): 1. Afgewerkt met een vlindermachine. Temperatuurbestendigheid i.v.m. vloerverwarming 4. CEMENTGEBONDEN VLOERMORTEL (BRL 1904+w08) Leverancier: MegaMix. Type: Vloermortel C20. Bindmiddel: cement CEM I, corrosiviteit CT. Buigtreksterkte: F1. Toeslagmateriaal: - vloerenzand, korrelopbouw (mm): 0-4. 89.10.01.E

Blad: 127



Consistentie: aardvochtig. Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel - wapeningsmat t.b.v. vloerverwarming - scheidingsfolie - randisolatie Vloermortels leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN - de dekvloeren van de vloeren zoals op tekening aangegeven. 02 BINNENVLOER OP ZAND - de dekvloeren van de vloeren zoals op tekening aangegeven. 42.31.10-c GEHECHTE MORTELDEKVLOER 0. GEHECHTE CEMENTDEKVLOER MET STROOILAAG Draagvloer: gestorte beton. Dekvloerdikte (mm): 70 Gewapend i.v.m. vloerverwarming Dekvloerklasse (NEN 2741+a08): Cw60. Slijtvastheidklasse toeslagmateriaal: N, normaal. Vlakheidsklasse (NEN 2747-01): 1. Afgewerkt met een vlindermachine. Temperatuurbestendigheid i.v.m. vloerverwarming 4. DEKVLOERMORTEL (NEN-EN 13813-02) Bindmiddel: cement (CT). Druksterkte (klasse): C60. Buigsterkte (klasse): F1. Toeslagmateriaal Fijnheidsmodulus toeslagmateriaal Slijtvast toeslagmateriaal: carborundum Te verstrekken gegevens: - van de cement een bewijs van oorsprong. 01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN - de dekvloeren van de vloeren volgens afwerkstaat 02 BINNENVLOER OP ZAND - de dekvloeren van de vloeren volgens afwerkstaat Einde hoofdstuk 42

89.10.01.E

Blad: 128


43

METAAL- EN KUNSTSTOFWERK

43.00

ALGEMEEN

43.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: vloerluiken - te garanderen door: aannemer - periode: 2 jaar

43.32

ROOSTERS


43.32.10-a VLOERROOSTER 0. STALEN VLOERROOSTER Fabrikaat: Bazo Staalbeheer B.V. Type: vloerrooster/zwaar-verkeerrooster: R-A dubbel antislip. Materiaal: corrosievast staal. Staafhoogte (mm): 50. Staafdikte (mm): 4. Maaswijdte (mm): 33x33. Lengte x breedte (mm): in het werk te bepalen Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-09. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: zodanig, dat deze alleen vanaf de onderzijde te verwijderen zijn. (inbraakveilig) 01 VLOERROOSTER, BUITEN - de roosters op de koekoeks volgens tekening

43.33

OMRANDINGEN

43.33.10-a OMRANDING 0. OMRANDING Materiaal: RVS staal AISI 304 30x30x3mm. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: in de afwerkvloer. 01 MATRAND - de matranden zoals op tekening aangegeven. 43.33.10-b OMRANDING 0. OMRANDING Materiaal: staal Afmetingen (mm): volgens tekeningen Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: tegen wand van koekoek 01 VLOERLUIK, BUITEN - de roosterranden zoals op tekening aangegeven

89.10.01.E

Blad: 129


43.42


METAALPROFIELEN

43.42.20-a CORROSIEVAST-STALEN PROFIEL 0. CORROSIEVAST-STALEN PROFIEL Fabrikaat: STORAX B.V Profielen: STORAX hoekbeschermingsprofiel, E5023-AKE Afmetingen (mm): - dikte: 1,5 (mm). - standaardlengte: 3000 (mm). - standaard afmetingen: 50x50 (mm). Staalsoort: RVS kwaliteit AiSi 304 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: lijm STORAX Sealer 302 - beschermfolie 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: gelijmd op kalkzandsteen t.p.v. tegelen glasvliesafwerking, volgens details. 01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD - op de uitwendige hoeken volgens afwerkstaat 02 BINNENWAND - op de uitwendige hoeken volgens afwerkstaat 43.42.20-b CORROSIEVAST-STALEN PROFIEL 0. CORROSIEVAST-STALEN PROFIEL Fabrikaat: STORAX B.V Profielen: STORAX plintprofiel, STX - E - 501 Afmetingen (mm): - dikte: 1,5 (mm). - standaardlengte: 3000 (mm). - standaard hoogte (mm): 50. Staalsoort: RVS kwaliteit AiSi 304 Oppervlaktebehandeling: mat geslepen (korrel 320) Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: lijm STORAX Sealer 302 - beschermfolie 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: gelijmd op kalkzandsteen t.p.v. tegelen glasvliesafwerking, volgens details. 01 BINNENWAND - kantine en bestuurskamer Einde hoofdstuk 43

89.10.01.E

Blad: 130


44

PLAFOND- EN WANDSYSTEMEN

44.00

ALGEMEEN

44.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 MONTAGE SYSTEEM PLAFONDS De montage van de systeemplafonds mag niet eerder aanvangen dan nadat de ruimte waarin zij worden gemonteerd droog, wind- en waterdicht is. Metalen onderdelen die in contact met de buitenlucht blijven moeten corrosiebestendig zijn. Plafonds niet bevestigen aan W- en/of Einstallatieonderdelen.

44.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de plafondsystemen. - te garanderen door: de aannemer. - periode: vijf jaar.

44.12

WERKBESCHEIDEN


44.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de systeemplafonds. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de indeling en maatvoering van de systeemplafonds. - de detaillering van het plafonddraagsysteem en de plafondvullingen. - de aansluitdetails. - de plafondkoven. - de samenhang van de bouwfysische aspekten. - op te nemen voorzieningen in de plafonds (sparingen, elektrotechnische- en werktuigkundige voorzieningen e.d.). - plaats en type van de verankering. 01 BINNENPLAFOND - van de systeemplafonds als genoemd in dit hoofdstuk.

44.31

PANELENPLAFONDS

44.31.10-c PANELENPLAFOND MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL 0. PANELENPLAFOND Zichtbare draagconstructie. Moduulmaat (mm): 600x600 Hoofdliggers: - richting zoals aangegeven op tekeningen - afstand (h.o.h.) (mm): Draagconstructie opgelegd op randprofielen. Dwarsliggers Verdeelliggers Randprofielen ter plaatse van de inwendige hoeken stuikend. Randprofielen ter plaatse van de uitwendige hoeken 89.10.01.E

Blad: 131



in verstek. Randprofielen Kantlatten Panelen: - legpatroon zoals aangegeven op tekeningen - minimum oplegging paspanelen op randprofielen op 2/3 van de oplegging. - paspanelen kleiner dan een halve paneel zijn niet toegestaan. - paspanelen van doorzaktegels met sponning op de randprofielen opgelegd. Voorzieningen: - sparingen t.b.v. armaturen - lichtlijn - inbouwcomponent - sparingen t.b.v. ventilatievoorzieningen De toegestane afwijking van het plafondsysteem bij een onderlinge afstand tussen de meetpunten is gelijk of kleiner dan 2 mm/m1 met een maximum van 5 mm/5 m1. Haaksheid plafondsysteem (NEN-EN 13964+a07): Annex A.5.3 (Squareness). Plafonds moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. STEENWOL PLAFONDPANEEL MET AKOESTISCH OPEN COATING Fabrikaat: Rockfon. Type: Rockfon Hydroclean 565.N12. Materiaal: steenwol. Volumieke massa (kg/m3): ca. 80. Kanten: recht. Geluidsabsorptie (alpha w): 0,90. Euroklasse brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07) (class): A1. Cleanroomclassificatie (klasse): 10. Dikte (mm): 20. Moduulmaat (lxb) (mm): 600x600. Oppervlaktebehandeling: - zichtzijde: extra sterk waterafstotende afwerklaag voorzien van een hygiënische, akoestisch open coating met biociden. kleur: wit. - rugzijde: naturel mineraalvlies. - kanten: onbehandeld 565.N12. Toebehoren: - multiplex verstevigingsplaten dik 9mm t.p.v. sparingen - reservepanelen 5 stuks 4. METALEN PLAFONDDRAAG-/RANDPROFIEL Materiaal: staal, gewalst. Oppervlaktebehandeling: gegalvaniseerd. Afwerking: zichtzijde in kleur gemoffeld, standaard RAL-kleur 9010. Hoofdligger: - profiel: T-profiel, flensbreedte 24 mm; profielhoogte 38 mm. Dwars-/verdeelligger: - profiel: T-profiel, flensbreedte 24 mm; profielhoogte 38 mm. Randprofiel: - profiel: L-profiel, flensbreedte 24 mm. Toebehoren: - kantlatten: - houtsoort: Europees vuren. 89.10.01.E

Blad: 132



- afmetingen (mm): 19x38 mm. - afwerking: zichtzijde dekkend geschilderd, kleur: matzwart. - ophangconstructie: snelhangers, in hoogte verstelbare ophangstangen van gegalvaniseerd staal, met bijbehorende V-spanner. - klemmiddelen vulelementen. - bevestigingsmiddelen. 01 BINNENPLAFOND - de afwasbare systeemplafonds in de ruimten, als aangegeven op de ruimteafwerkstaat. 44.31.20-a PANELENPLAFOND, GIPS PLAFONDPANEEL 0. PANELENPLAFOND Zichtbare draagconstructie. Moduulmaat (mm): 1.200x600 Hoofdliggers: - afstand (h.o.h.) (mm): 1.200 Draagconstructie opgelegd op randprofielen. Dwarsliggers Verdeelliggers Randprofielen ter plaatse van de inwendige hoeken stuikend. Randprofielen ter plaatse van de uitwendige hoeken in verstek. Randprofielen Kantlatten Panelen: - legpatroon - minimum oplegging paspanelen op randprofielen op 2/3 van de oplegging. - paspanelen kleiner dan een halve paneel zijn niet toegestaan. - paspanelen van doorzaktegels met sponning op de randprofielen opgelegd. Voorzieningen: - sparingen t.b.v. armaturen - inbouwcomponent - sparingen t.b.v. ventilatievoorzieningen De toegestane afwijking van het plafondsysteem bij een onderlinge afstand tussen de meetpunten is gelijk of kleiner dan 2 mm/m1 met een maximum van 5 mm/5 m1. Haaksheid plafondsysteem (NEN-EN 13964+a07): Annex A.5.3 (Squareness). Plafonds moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. GIPSKARTON PLAFONDTEGEL MET AFWERKING Fabrikaat: Saint-Gobain Gyproc Nederland. Type: Gyprex-Atenea. Kanten: recht. Dikte (mm): 9,5. Lengte x breedte (mm): 1.195 x 595. Afwerking zichtzijde: vinyl glad. Kleur wit. Afwerking achterzijde: geen. Toebehoren: - multiplex verstevigingsplaten dik 9mm t.p.v. sparingen - reservepanelen 5 stuks 4. METALEN PLAFONDDRAAG-/RANDPROFIEL Materiaal: staal, gewalst. 89.10.01.E

Blad: 133



Oppervlaktebehandeling: gegalvaniseerd. Afwerking: zichtzijde in kleur gemoffeld, standaard RAL-kleur 9010. Hoofdligger: - profiel:T-profiel, flensbreedte 15 of 24 mm; profielhoogte 38 mm. Dwars-/verdeelligger: - profiel: T-profiel, flensbreedte 15 of 24 mm; profielhoogte 38 mm. Randprofiel: - profiel: L-profiel, flensbreedte 19 mm; profielhoogte 45 mm. Toebehoren: - kantlatten: - houtsoort: Europees vuren. - afmetingen (mm) 19x38 mm. - afwerking: zichtzijde dekkend geschilderd, kleur: matzwart. - ophangconstructie: snelhangers, in hoogte verstelbare ophangstangen van gegalvaniseerd staal, met bijbehorende veer. - bevestigingsmiddelen. 01 BINNENPLAFOND - de systeemplafonds in toiletruimten volgens de ruimteafwerkstaat. 44.31.21-a PANELENPLAFOND, GIPSPLAAT 0. PANELENPLAFOND Montage van in het werk af te werken Gyproc afgehangen designplafond. Type: Rigitone 8/18 plafond (PD 68 RT 8/18 P/55.1). Skelet: - dubbel regelwerk - afstand hoofdprofielen (h.o.h.) (mm): 1000 - afstand plaatdragende profielen (h.o.h.) (mm): 320. Beplating: enkel laags. Beplating: haaks op de plaatdragende profielen Bevestigingswijze: geschroefd. Afwerkingniveau overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage B: niveau B. 1. GIPSKARTONPLAAT MET PERFORATIE Fabrikaat: Saint-Gobain Gyproc Nederland. Type: Rigitone 6/18. Kanten: scherpgezaagd, 4 SK. Dikte (mm): 12,5. Lengte x breedte: 1.998 x 1.188 (Rigitone 6/18). Afwerking zichtzijde: ongeverfd. Afwerking rugzijde: zwart akoestisch vezeldoek. Toebehoren: - voegwapeningsmateriaal: Gyproc diepgrond, Gyproc JointFiller Vario met als toplaag Gyproc JointFinisher Premium. - Bevestigingsmiddelen: Gyproc Rigitone schroeven of Gyproc-snelbouwschroeven. - Voorstrijkmiddel:Gyproc Diepgrond. 4. METALEN PLAFONDDRAAG-/RANDPROFIEL Fabrikaat: Saint-Gobain Gyproc Nederland. Type: Gyproc PlaGyp plafond- en randprofielen. Materiaal: koudgewalst sendzimir verzinkt staal. Materiaaldikte (mm): 0,6 Profielen: 89.10.01.E

Blad: 134



Hoofdprofiel: PlaGyp CD-profiel PC 60/27 NLPlaatdragend profiel: PlaGyp CD-profiel PC 60/27 NLRandprofiel: PlaGyp U-profiel PU27/27 NL. - C-profiel, type PlaGyp CD-profiel PC 60/27NL. Toebehoren: - ophangconstructie: PlaGyp Nonius afhanger met PlaGyp Nonius bovendeel en 2 PlaGyp borgpennen per PlaGyp Nonius afhanger. 01 BINNENPLAFOND - de plafonds in kelder volgens tekening Einde hoofdstuk 44

89.10.01.E

Blad: 135


45

AFBOUWTIMMERWERK

45.00

ALGEMEEN

45.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 ZICHTWERK Blank blijvende onderdelen beschermen tegen zonlicht zodat geen onregelmatige verkleuring optreedt. 91 BESCHERMING Waar in het zicht blijvende vlakken met cement- of kalkwater in aanraking kunnen komen, deze met bouwfolie beschermen. 92 BETIMMERING Loofhout of Amerikaans naaldhout, bestemd voor plafond- en binnenbetimmeringen, moeten voldoen aan de eisen gesteld voor "geselecteerd", droogteklasse II. 93 PATROON BEVESTIGINGSMIDDELEN In het zicht blijvende bevestigingsmiddelen moeten volgens een regelmatig patroon zijn aangebracht.

45.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: aftimmerwerken - te garanderen door: aannemer - periode: 5 jaar

45.31

REGELWERK


45.31.10-a TIMMERWERK, REGELWERK, GEZAAGD HOUT 0. TIMMERWERK REGELWERK Regelwerk: - stijlen regelwerk. Regelafstand volgens verwerkingsrichtlijnen van de plaatmaterialen. 1. GEZAAGD NAALDHOUT (BRL 2301-10) Houtsoort: Europees vuren. Kwaliteitsklasse: C. Dikte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Breedte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Bewerking: geschaafd Toebehoren: - bevestigingsmiddelen Gezaagd naaldhout leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 BINNENWAND - het achterhout t.b.v. de binnenaftimmeringen (zoals kantschotten, koven, aftimmeringen e.d.). 02 BINNENPLAFOND - het achterhout t.b.v. plafondafwerkingen.

45.32

TENGEL- EN RACHELWERK

45.32.10-a TIMMERWERK, TENGEL- EN RACHELWERK GEZAAGD HOUT 0. TIMMERWERK, RACHELWERK Bevestigingswijze: tegen metselwerk en/of hout. 89.10.01.E

Blad: 136



1. GEZAAGD NAALDHOUT (BRL 2301-10) Houtsoort: Europees vuren. Kwaliteitsklasse: C. Bewerking: geschaafd Toebehoren: - bevestigingsmiddelen Gezaagd naaldhout leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 BINNENWAND - het achterhout ten behoeve van binnenaftimmeringen (zoals dagkant omtimmeringen, trapgatafwerkingen, wandbekleding e.d.). 02 BINNENPLAFOND - het achterhout ten behoeve van plafondafwerkingen. 03 BINNENWAND - het achterhout ten behoeve van de meterborden in de meterkasten en/of montageborden in de technische kasten.

45.41

BESCHIETINGEN

45.41.51-d TIMMERWERK, BESCHIETING, MULTIPLEX 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestiging: geschroefd 1. MULTIPLEX (BRL 1705-05) Fabrikaat: Bruynzeel Multipanel Int. BV. Type: Hechthout multiplexplaat. Kwaliteit dekfineer: A/A. Houtsoort: - dekfineer: Okoumé, dikte (mm): 1,5. - binnenfineer: Okoumé. Dikte (mm): 15. Lengte x breedte (mm): 2.500x1.220. Oppervlaktebehandeling: geschuurd, klasse A. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen Multiplexplaten leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 VOORZETWAND, BINNEN - de achterwand van meterkasten 02 VOORZETWAND, BINNEN - de achterwand van technische kasten 45.41.63-a TIMMERWERK, BESCHIETING, MDF PLAAT 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestiging tegen houten achterconstructie. Patroon: halfsteensverband. 1. MDF-PLAAT (NEN-EN 622-5-09) Fabrikaat: Medite Type: MDF, Medite Plus Brandgedrag (NEN-EN 13501-1+a09) (klasse): D-s2 Dikte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Oppervlaktebehandeling: geschuurd Afwerking: éénzijdig gelakt Kanten: recht. - bevestigingsmiddelen 01 BINNENKOZIJN/-PUI - de binnenwandafwerkingen van zij- en bovenkanten van kozijnen, als aangegeven op detaillering/tekening. 02 BINNENWAND - de overige binnenbetimmeringen, als aangegeven op detaillering/tekening.

89.10.01.E

Blad: 137


45.43


GEPROFILEERDE-PLAATBEKLEDINGEN

45.43.21-a GEPROFILEERDE-PLAATBEKLEDING GEPROFILEERDE STAALPLAAT 0. GEPROFILEERDE-PLAATBEKLEDING Profielrichting: verticaal Bevestigingswijze: onzichtbaar Als gevolg van bevestiging mogen op de in het zicht blijvende platen geen onregelmatigheden of vervormingen zichtbaar zijn. De platen moeten zodanig zijn bevestigd dat geen hinderlijke geluiden als gevolg van optredende vormveranderingen optreden. 1. GEPROFILEERDE STAALPLAAT Type: kolombekleding Profiel: rond Staalsoort en -kwaliteit: RVS AISI 304 Oppervlaktebehandeling: geborsteld Dikte (mm): 1,0 Randen: geslepen Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - afdichtingsmateriaal 01 KOLOM - de bekleding van de kolommen onder luifel.

45.45

PANEELBEKLEDINGEN

45.45.11-a PANEELBEKLEDING MULTIPLEX BEKLEDINGSPANEEL 0. PANEELBEKLEDING Onderconstructie: ventilatievoorzieningen Bevestigingswijze: onzichtbaar Hoeken niet in verstek 1. MULTIPLEX BEKLEDINGSPANEEL (BRL 1705-05) Oppervlakte-afwerkingsklasse: J. Houtsoort: - hout moet duurzaam zijn geproduceerd. - dekfineer: okoume Oppervlak dekfineer: glad. Kanten: geschaafd Dikte (mm): 15 Breedte (mm): volgens details Toebehoren: - bevestigingsmiddelen Multiplex bekledingspanelen leveren onder KOMO-produktcertificaat. 01 BUITENKOZIJN/-PUI - de dagkantbetimmering van de houten buitenkozijnen 45.45.21-a PANEELBEKLEDING, STALEN BEKLEDINGSPANEEL 0. PANEELBEKLEDING Bevestigingswijze: onzichtbaar Als gevolg van bevestiging mogen op de in het zicht blijvende panelen geen onregelmatigheden of vervormingen zichtbaar zijn. De panelen moeten zodanig zijn bevestigd dat geen hinderlijke geluiden als gevolg van optredende vormveranderingen optreden. Onderrand: omgezet 1. STALEN BEKLEDINGSPANEEL 89.10.01.E

Blad: 138



Oppervlaktebehandeling: duplex-systeem thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461:2009 en gepoedercoat, kleur (RAL): standaard Dikte (mm): 1,5 Breedte (mm): in het werk te bepalen Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 VASTE TRAP - de dagkantafwerking van trapgaten

45.46

AFTIMMERINGEN

45.46.11-c AFTIMMERING, GEPROFILEERD HOUT 0. AFTIMMERING Aftimmerlatten volgens (principe)details. 1. GEPROFILEERD HOUT Houtsoort: loofhout, meranti (NEN 5483+c90) Kwaliteitsklasse: A Dikte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Breedte (mm): zoals aangegeven op tekeningen Oppervlaktebehandeling: schilderwerk Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 BUITENKOZIJN/-PUI - als aftimmeringen rondom/langs de buitenkozijnen, als aangegeven op detaillering/tekening. 02 BINNENKOZIJN/-PUI - als aftimmeringen rondom/langs de binnenkozijnen, als aangegeven op detaillering/tekening. Einde hoofdstuk 45

89.10.01.E

Blad: 139


46

SCHILDERWERK

46.00

ALGEMEEN

46.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 TOTAAL SCHILDERWERK Het schilderwerk conform verfbestek Sikkens, bijlage bij dit bestek 91 NADERE UITVOERINGSBEPALINGEN Het totale schilderwerk uitvoeren volgens een door de aannemr op te vragen schilderwerkadvies van Sikkens


Einde hoofdstuk 46

89.10.01.E

Blad: 140



47

BINNENINRICHTING

47.00

ALGEMEEN

47.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 BESCHERMING BOUWSTOFFEN T.B.V. BINNENINRICHTING De beschermingsfolie o.d. van aangevoerde bouwstoffen t.b.v. binneninrichting zo kort mogelijk voor de oplevering verwijderen.

47.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: Horende bij de diverse inrichtingen.

47.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de omschreven inrichtingselementen. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 1 jaar. Onderdeel: onderbouwkasten in de keukens. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. Onderdeel: aanrechtbladen in de keukens. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 1 jaar.

47.31

KASTEN

47.31.41-a KLUIS 0. KLUIS Fabrikaat: Nemef B.V. Type: 1014, sleutelkluis Materiaal: RVS Afmetingen: slotcilinder 5866 KM Toebehoren: - bevestigingsmiddelen- sleutels (st.): 2 4. STELWERK AFBOUW Inmetselen naast hoofdtoegangsdeur 01 SLEUTELKLUIS - de sleutelkluis zoals aangegeven op tekeningen

47.44

ZITMEUBELS

47.44.10-b ZITMEUBEL 0. ZITBANK Type: zitbank met jashaken Lengte (mm): volgens tekening Consoles: - materiaal: staal 60x40mm tegen de wand bevestigd - oppervlaktebehandeling: poedercoating - kleur (RAL): 7016 - consoleafstand h.o.h. (mm): 1.000 Zitregels: - materiaal: beuken 89.10.01.E

Blad: 141



- oppervlaktebehandeling: transparant gelakt - afmetingen(bxd) (mm): 150x25 - aantal zitregels (st.): 3 - zithoogte t.o.v. vloer (mm): 400 Bovenzijde van de consoles gekoppeld met een hoekstaal 30x30x4mm, waaraan jashaken h.o.h. 100mm aan de achterzijde. - hanghoogte t.o.v. vloer (mm): 1.600 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen RVS 01 MEUBILAIR - de zitbanken in kleedruimten Einde hoofdstuk 47

89.10.01.E

Blad: 142



48

BEHANGWERK, VLOERBEDEKKING EN STOFFERING

48.00

ALGEMEEN

48.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: - de vloerbedekkingen

48.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de vloerbedekking. - te garanderen door: de aannemer. - periode: drie jaar.

48.41

VLOERBEDEKKING, VOORBEHANDELING ONDERGROND

48.41.10-a VLOERBEDEKKING, VOORBEHANDELING ONDERGROND EGALISEERMIDDEL 0. EGALISEREN ONDERGROND Ondergrond: zand-cement/beton Vlakheidseisen: - volgens verwerkingsvoorschriften vloerbedekking. 1. EGALISEERMIDDEL, CEMENTGEBONDEN Fabrikaat: Omnicol Nederland BV. Type: Omnimix 90. Toebehoren: - voorstrijkmiddel, Omnibind TP. 01 SECUNDAIRE VLOER, BINNEN - de nader af te werken vloeren met linoleum

48.43

ELASTISCHE VLOERBEDEKKINGEN

48.43.10-a ELASTISCHE VLOERBEDEKKING ELASTISCHE VLOERBEDEKKING 0. ELASTISCHE VLOERBEDEKKING Bevestigingswijze: geplakt. Naadverdeling: zoals aangegeven op tekeningen Naadafwerking: gelast. Kantafwerking: alle naden met omliggende constructies, plinten, dorpels etc. afkitten. Per rechthoekig vertrek mag bij banen vloerbedekking niet meer dan 1 passtrook zijn aangebracht. In ruimten met een lengte van minder dan 15 m zijn stuiknaden in banen linoleum niet toegestaan. Geplakte elastische vloerbedekking moet over het volle oppervlak aan de ondergrond zijn gehecht. 1. LINOLEUM VLOERBEDEKKING Fabrikaat: Forbo Flooring. Type: Marmoleum real. Vorm: banen. Samenstelling: geoxideerde lijnolie en harsen, vermengd met natuurlijke droge stoffen, zoals houtmeel en/of kurk en pigmenten, gekalanderd op een juteweefsel. Dessin/kleur volgens monster 89.10.01.E

Blad: 143



Oppervlaktebehandeling: Topshield beschermingslaag. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-09) (klasse): Cfl-s1. Antistatisch, overeenkomstig NEN-EN 1815-97. Kleurechtheid bij kunstlicht (NEN-EN-ISO 105-B02+a02) (grijsschaal): gelijk of groter dan 6. Bacteriostatisch. Dikte (mm): 2. Breedte (mm): 2.000. Toebehoren: - plinthoeken, inen uitwendig: Marmoform-S. - overgangsprofiel - trapneusprofiel - lijm: Forbo Eurocol, 514 Eurosafe Lino Plus. - lasdraad: Marmoweld, effen. 5. LIJM VOOR VLOERBEDEKKING, OPLOSMIDDELVRIJ Type: volgens verwerkingsvoorschriften vloerbedekking 7. LEGPLAN Te verstrekken door de aannemer. Het moet de volgende gegevens bevatten: - de plaats van de toe te passen vloerbedekkingen - de plaats van de naden. - de aansluitingen met overige vloerafwerkingen - de aansluitingen met wanden. 01 SECUNDAIRE VLOER, BINNEN - de vloerbedekkingen in ruimten 0.16 en 0.17

48.44

ZACHTE VLOERBEDEKKINGEN

48.44.10-a ZACHTE VLOERBEDEKKING ZACHTE VLOERBEDEKKING 0. ZACHTE VLOERBEDEKKING Bevestiginsgwijze: losliggend. Naadverdeling volgens tekening. 1. ENTREE VLOERMAT, GETUFT Fabrikaat: Forbo Flooring. Type: Coral Classic FR, brandvertragende schoonloop. Uitvoering: mat samengesteld uit banen. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1+a09) (klasse): Cfl-s1. Gebruiksklasse (NEN-EN 1307-08): 33, Heavy commercial use. Additionele eigenschappen gebruiksklasse (NEN-EN 1307-08): - toepasbaar bij stoelen met zwenkwielen, overeenkomstig NEN-EN 985-01. - antistatisch, overeenkomstig NEN-EN 1815-98. - isolatie van contactgeluid (NEN-EN-ISO 140-8-97) (dB): 36. - kleurechtheid bij kunstlicht (NEN-EN-ISO 105-B02-a02) (referentiestaal): 7-8. - kleurechtheid tegen water (NEN-EN-ISO 105-E01+c02) (grijsschaal): 4-5. - kleurechtheid bij wrijven (NEN-EN-ISO 105-X12-02) (grijsschaal): 4-5. Materiaal: getuft. - gebruikslaag: 100% polyamide-BCF, pigmentgekleurd. - tuftdrager: non-woven polyester. - rug: 3 mm Everfort vinyl. Pool: gesneden. - hoogte (mm): 6 - 7. - poolinzetgewicht (gram/m2): 870-900. Totaalgewicht (NEN-EN-ISO 8543-98) (gram/m²): 89.10.01.E

Blad: 144



3.400-3.600. Kleur: 4701. Dikte (mm): 8,5 - 10. Baanbreedte (mm): 1.000. Toebehoren: - randprofiel: vinyl. - lasband: vinyl. - koudlaspasta, type C. 01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN - de vloermat losliggend in de matrand in het entreeportaal. 02 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN - de vloermat losliggend in de matrand t.p.v. spelersuitgang

48.45

PARKET

48.45.10-b PARKET, HOUTPARKET 0. PARKET Ondergrond: steenachtig Bevestigingswijze: losliggend Legpatroon: stroken. Randstroken Kantafwerking Oppervlaktebehandeling: in de was gezet. 1. HOUTPARKET, MASSIEF (NEN-EN 14342+a08) Type: massief houtparket. Houtsoort: gelamineerd Europees eiken Oppervlaktebehandeling: gelakt Dikte (mm): Breedte (mm): 200 Kanten: messing en groef. Toebehoren: - losse veren - plint: RVS - lijm - bevestigingsmiddelen 01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN - de vloeren in kantine en bestuurskamer Einde hoofdstuk 48

89.10.01.E

Blad: 145



50

DAKGOTEN EN HEMELWATERAFVOEREN

50.00

ALGEMEEN

50.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: goten en hemelwaterafvoeren - te garanderen door: aannemer - periode: 10 jaar

50.11


50.11.10-a HEMELWATERAFVOER 0. HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE Gescheiden systeem Uitvoering: - overeenkomstig NEN 3215-07 - overeenkomstig NTR 3216-08 01 HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE aansluitingen: - aansluiting op buitenriolering - aansluiting op infiltratie-installatie 50.11.10-b HEMELWATERAFVOER 0. HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE Gescheiden systeem Uitvoering: - overeenkomstig NEN 3215-07 - overeenkomstig NTR 3216-08 01 HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE - het noodafvoersysteem, zoals aangegeven op tekeningen

50.12


50.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. DAKGOTEN EN HEMELWATERAFVOEREN Door de aannemer te vervaardigen berekening. Van de dakafvoeren Berekeningsmethode overeenkomstig NEN 3215-07 Berekeningsmethode overeenkomstig NTR 3216-08 01 HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE - de hemelwaterafvoeren zoals op tekening aangegeven.

50.41

METALEN BUISLEIDINGEN

50.41.10-a AANLEG METALEN BUISLEIDING, STALEN BUIS 0. AANLEG METALEN HEMELWATERAFVOERLEIDING Aanlegwijze: - voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen. - overeenkomstig NTR 3216-08 - overeenkomstig NEN 3215-11 Verbindingswijze: - manchetverbinding met rubber Bevestigingswijze: 89.10.01.E

Blad: 146



- gebeugeld met thermisch verzinkte beugels 1. STALEN BUIS Fabrikaat: Loromeij Goor B.V Type: verzinkt stalen buisleiding voor hemelwaterafvoer . Uitvoering LORO-X enkelwandig, CEN gecertificeerd Materiaal: stalen gelaste precisiepijp Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt volgens NEN 1332 Oppervlaktebehandeling binnenbekleding: tweecomponenten kunststof coating Buitenmiddellijn (mm): 80. Hulpstukken: - gelast staal, prefab Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - anti-klimbeugel 01 HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE - de ondereinden van de h.w.a. standleidingen aan gevels. - aansluiting op buitenriolering met kunststof hulpstukken

50.42

KUNSTSTOF BUISLEIDINGEN

50.42.10-b AANLEG KUNSTSTOF BUISLEIDING KUNSTSTOF BUIS 0. AANLEG KUNSTSTOF HEMELWATERAFVOERLEIDING Aanlegwijze: - voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen. - overeenkomstig NTR 3216-08 - overeenkomstig NEN 3215-07 Verbindingswijze: - met mof- en spieeind Bevestigingswijze: - gebeugeld - beugelafstand PVC-hemelwaterafvoeren: max. 1,5 m. - ondersteund d.m.v. multiplex stroken - vastpunt PVC-hemelwaterafvoeren: de pijpbeugel die zich nabij het midden bevindt. Aansluitingen: - aansluitpunten zoals aangegeven op tekeningen 1. KUNSTSTOF BUIS, PVC-U (BRL 2023+w04) Fabrikaat: Dyka B.V. Type: Ultra-3 voor binnenriolering. Materiaal: gerecycled PVC. Nominale buitenmiddellijn (mm): 90. Hulpstukken - verloopstukken Toebehoren: - multiplex stroken in grondverf volgens detail - bevestigingsmiddelen Kunststof buizen leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE - de hemelwaterafvoerleidingen in de spouw zoals op tekening aangegeven. aansluitingen: - aansluiting op dakafvoer - aansluiting op buitenriolering - aansluiting op infiltratie-installatie 89.10.01.E

Blad: 147


50.50


APPENDAGES

50.50.10-b DAKAFVOER 0. DAKAFVOER MET ONDERUITLAAT Vorm: met plakplaat en kiezelrand Materiaal: lood NHL 25 Oppervlaktebehandeling: - behandeld met bitumenoplossing Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - afvoerleidingen 01 PLAT DAK - de dakafvoer van platte daken zoals aangegeven op tekeningen 50.50.10-c DAKAFVOER 0. DAKAFVOER MET ZIJUITLAAT Vorm: met plakplaat en kiezelrand Materiaal: lood NHL 25 Oppervlaktebehandeling - behandeld met bitumenoplossing 01 PLAT DAK - de dakafvoer van platte daken zoals aangegeven op tekeningen 50.50.40-a SPUWER 0. SPUWER Vorm: rechthoekig. Afmetingen (mm): volgens constructietekening/-berekening. Materiaal: zink Oppervlaktebehandeling - behandeld met bitumenoplossing Toebehoren: - voorzieningen voor inplakken in dakbedekking; - bevestigingsmiddelen van corrosievast staal. 01 SPUWER - de overstortbeveiliging in de dakranden zoals op tekening aangegeven. 50.50.50-a ANTI-KLIMVOORZIENING 0. ANTI-KLIMVOORZIENING Fabrikaat: DYKA b.v. Materiaal: staal Oppervlaktebehandeling: verzinkt Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE - op de hemelwaterafvoerbuizen aan de gevel Einde hoofdstuk 50

89.10.01.E

Blad: 148


51

BINNENRIOLERING

51.00

ALGEMEEN

51.00.09

ONTWERPEISEN 01 GELUIDNIVEAU DOOR INSTALLATIES Het A-gewogen equivalente geluiddrukniveau ten gevolge van installaties binnen verschillende gebouwsoorten mag de in de tabel genoemde maximale waarde niet overschrijden. Sportaccommodaties Kantine 40 dB(A) Bestuurskamer 35 dB(A) Toiletten en natte ruimten 35 dB(A)


Berekeningswijze: ISSO-publicatie 24 Te rekenen met een referentienagalmtijd van - 0,5 seconden voor woon- en verblijfsruimten. - 0,5 seconden voor isoleercellen - 1,0 tot 2,0 seconden voor sporthallen, afhankelijk van de ruimteinhoud. - 0,8 seconden voor alle overige ruimten Meetmethode: NEN5077 Voor het geluid naar de omgeving als gevolg van de technische installaties, activiteiten en werkzaamheden geldt het bouwbesluit aangevuld met eventuele gemeentelijke voorschriften. dagperiode : 07.00 - 19.00 uur 50 dB(A) avondperiode : 19.00 - 23.00 uur 45 dB(A) nachtperiode : 23.00 - 07.00 uur 40 dB(A) 51.00.29

89.10.01.E

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 01 ISSO PUBLICATIES Door ISSO is technische kennis en normen eenduidig vastgelegd in publicaties. De installaties dienen aan de volgende publicaties, indien van toepassing, te voldoen: - ISSO 64 Kwaliteitseisen Isolatie - ISSO/SBR 809 Brandveilige Doorvoeringen 02 BEVESTIGINGSMATERIALEN Bevestiging van de installaties op een deugdelijke wijze. De materiaaltoepassing van de bevestigingsmaterialen dient afgestemd te zijn op de leidingsoort (staal, koper, kunststof) en de plaats (binnen, kruipruimte, buiten). 03 INSTALLATIEUITVOERING Tijdens de bouw dienen maatregelen te worden getroffen om aangelegde binnenriolering tegen invallend puin en bouwstoffen te beschermen. De leidingen en/of leidinggedeelten afdoende met deksels afgedichten. 04 STANDLEIDINGEN Alle standleidingen of overige vertikale leidingen te verlengen tot buitendaks voor de ont- en beluchting. De ont- en beluchtingsleidingen tot aan het dak in dezelfde diameters en materiaalsoort als voor de riolering worden gebruikt uitvoeren. De dak doorvoeringen ten behoeve van de Blad: 149



standleidingen van de riolering uitvoeren door middel van een dubbelwandige steekpijp, passend in de standleiding en afgedekt met kapje. Bij meerdere in het zicht komende verticale leidingen in dezelfde ruimte moeten de beugels ten opzichte van elkaar op gelijke hoogte worden aangebracht. 05 KEUR Alle te verwerken materialen met KOMO-keur. 90 BEDIENING EN ONDERHOUDSINSTRUCTIE Direct na de oplevering het door de opdrachtgever aangewezen personeel van de gebruiker van het project instrueren in de bediening, de regeling en het onderhoud van de opgeleverde installaties. De instructietijd is minimaal 1 uren De instructietijd is maximaal 2 uren 91 GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: technische installaties - te garanderen door: aannemer - periode: 12 maanden Met de volgende aanvullingen: - riolering 36 maanden op goede werking - terreinleidingen, te garanderen door de leverancier, periode 36 maanden verzekerde garantie inclusief gevolgschade De aanvullende garanties dienen te worden overgedragen aan het bedrijf dat het onderhoud uitvoert. 51.00.30

89.10.01.E

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 01 AANSLUITING OP OPENBAAR RIOOL De aansluiting van de riolering op het openbaar riool wordt door derden verzorgd. Plaats van aansluiting riolering aansluiten op gemeente riool. 02 GOEDKEURING INSTALLATIES De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: - Dienst Gemeentelijk Bouwtoezicht van betreffende Gemeente. - de fabrikant, leverancier. De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. 03 AANSLUITKOSTEN Voor rekening van de aannemer zijn de aansluitkosten van: - geen Voor rekening van de opdrachtgever zijn de aansluitkosten van: - de riolering. De aannemer verzorgt de aanvraag en co”rdineert de werkzaamheden.

Blad: 150



51.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 01 REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Van de complete binnenrioleringsinstallatie De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager: witdruk en CD-rom (tekeningen in Autocad). Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Tijdstip van levering - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 02 REVISIEGEGEVENS Door de aannemer te verstrekken gegevens: Van de complete binnenrioleringsinstallatie De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tijdstip van verstrekking - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 03 REVISIETEKENING BINNENRIOLERING Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters - het materiaal van de leiding - plaats en type van hulpstukken/appendages - de plaats van vuilwaterpompunits - plaats, type en capaciteit van putten en afscheiders - de maatvoering - delen voorzien van isolatie 04 REVISIEBESCHEIDEN De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen: - Van de complete binnenrioleringsinstallatie Aantal te verstrekken revisiebescheiden: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Taal: Nederlandse Vorm van verstrekking - witdruk - CD-rom

51.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: Van: de complete binnenriolering Taal: Nederlands. 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van: de complete binnenriolering Taal: Nederlands.

89.10.01.E

Blad: 151


51.11



51.11.10-a BINNENRIOLERING 0. BINNENRIOLERING Gescheiden systeem Vrij verval Uitvoering: - overeenkomstig NEN 3215-07 - overeenkomstig NTR 3216-08 Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van de volgende installaties: - het complete rioleringssysteem voor alle nieuw te bouwen bouwdelen tot 1 meter buiten de gevel. - De riolering aanbrengen in de souterrain vloer (ingestort), onder de begane grond vloer, in schachten, in verlaagde plafonds en in het zicht zoals op tekening aangegeven. - leidingen welke de afvoer van de koekoeken regelen voorzien van een keerklep om zodoende geen water terug in de koekoek te laten lopen. - leidingen dienen worden opgehangen aan de begane grond vloer. - leidingen ook beschermen tegen opdrijven - riolerings leidingen welke boven gebruikersruimten lopen dienen akoestisch te worden ge‹soleerd. - het aansluiten van de getekende sanitaire toestellen zoals aangegeven op de tekeningen. - de installatie voorzien van voldoende ontstoppingsstukken. Rioleringssystemen compleet met de ont- en beluchtingsleidingen, de dakdoorvoeren etcetera. Te rekenen op alle voor de complete installatie en installatie-onderdelen benodigde aansluitingen, pijpen, hulpstukken, bevestigingsmiddelen etc. zonder enige verrekening.

51.12


51.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENING BINNENRIOLERING Door de aannemer te vervaardigen tekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met leidingdiameters. - het materiaal van de leiding. - de plaats van appendages. - plaats, type en capaciteit van putten en afscheiders. - maatvoering. - te isoleren delen. 51.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. BINNENRIOLERINGSINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen berekening. Van: - de gehele binnenriolering Berekeningsmethode overeenkomstig NEN 3215-07 Berekeningsmethode overeenkomstig NTR 3216-08

89.10.01.E

Blad: 152



Uitgangspunten - streven naar afschot 1:100 - minimaal afschot 1:200

51.13

BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

51.13.30-a CONTROLEREN 0. BINNENRIOLERING, CONTROLE DICHTHEID Controle binnenriolering: Onderdelen: - de totale binnenriolering installatie Methode: - overeenkomstig NEN 3215-07 - overeenkomstig NTR 3216-08 - De controle van dichtheid van het leidingsysteem volgens NEN 3215-07 is alleen bedoeld voor die gevallen dat er aanleiding bestaat om de lucht- en waterdichtheid te beproeven. Aanleiding bestaat ingeval van klachten door hinder door stank en/of lekkage. - controle visueel - controle op waterdichtheid van de binnenleidingen moet geschieden door het volzetten van de leidingen met water met een overdruk van (kPa): 40 (0,4 bar) gedurende 60 minuten. Het op een overdruk brengen van de afvoerleidingen dient te geschieden door een vulbuis van de juiste lengte. In deze vulbuis mogen geen afsluitorganen voorkomen. Het te beproeven leidingdeel dient te worden afgesloten. - Delen van het afvoerstelsel die geheel worden weggewerkt of die na voltooiing van bouwkundige werkzaamheden niet meer bereikbaar zijn, moeten vooraf worden afgeperst. - Het leidingsysteem wordt geacht waterdicht te zijn indien geen zichtbare lekkages bij bovengenoemde beproevingsmethode optreden. 4. MEETRAPPORT Te verstrekken meetrapport(en) van: - de totale binnenriolering installatie Door de aannemer.

51.32


51.32.10-a AANLEG KUNSTSTOF BUISLEIDING KUNSTSTOF BUIS 0. AANLEG KUNSTSTOF BINNENRIOLERINGSLEIDING Aanlegwijze: - ligging: volgens tekening - afschot: streven naar 1:100 minimaal 1:200 - het afschot van de afvoerleiding van vetafscheiders bedraagt 1:50. - leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten - overeenkomstig NTR 3216-08 - overeenkomstig NEN 3215-07 Verbindingswijze: - elektro-moflasverbinding - stuiklasverbinding 89.10.01.E

Blad: 153



Bevestigingswijze: - gebeugeld - beugelafstand liggende PE-leidingen met ondersteuningschalen: veelvoud van buitenmiddellijn Beschermingswijze: - beschermbuis - beschermbuis bij doorvoer bouwkundige constructie: lengte ten minste dikte afgewerkte constructie. Aansluitingen: - aansluitpunten De leidingen dienen minstens 4 cm. door de afgewerkte muur of vloer gebracht te worden, vlak in de nabijheid van het ontvangtoestel of sifon. Na het aanbrengen van alle afvoeren dienen deze tijdelijk gedicht te worden. 1. KUNSTSTOF BUIS, PE (BRL 2005+w04) Fabrikaat: Dyka B.V. Type: PE buis voor binnenriolering. Buitenmiddellijn (mm): conform berekeningen en tekeningen Hulpstukken - t-stukken - bochten - moffen Toebehoren: - bevestigingsmateriaal - isolatie tegen geluid of condens Kunststofbuizen leveren onder KOMO-productcertificaat. 01 TOEPASSING - de gehele binnenriolering - de ingestorte riolering

51.42

PUTTEN

51.42.10-a VLOERAFVOERPUT 0. VLOERAFVOERPUT Fabrikaat: Van de Berg B.V. Constructie: emmerput Type: 15316 Afmetingen (mm): 200x200 Aansluitingen (mm): 75 Materiaal: abs Rooster: - afmetingen (mm): 49 x rond 8mm - materiaal : rooster en rand rvs 316 Toebehoren: - aansluitmaterialen 01 TOEPASSING - aantal en plaats volgens tekeningen.

51.61

APPENDAGES IN LEIDINGEN

51.61.19-a AFVOER AANSLUITINGEN 0. AFVOER AANSLUITINGEN Naast de sanitaire toestellen tevens te rekenen op het leveren en monteren van de volgende aansluitingen (ook indien niet als zodanig op tekening aangegeven): 2 stuks afvoer aansluitingen ten behoeve van 89.10.01.E

Blad: 154



condensafvoer in elke technische ruimte, elk bestaande uit: - een PE buissifon • 50 mm, met bijbehorende trechter en afvoerleiding. 3 stuks afvoer aansluitingen ten behoeve van condensafvoer luchtbehandelingskast, bestaande uit: - een PE buissifon • 50 mm, met bijbehorende trechter en afvoerleiding. 01 TOEPASSING - aansluitingen voor afvoeren zoals genoemd en aangegeven op tekening. 51.61.31-a EXPANSIE-/ZETTINGSTUK 0. EXPANSIESTUK BINNENRIOLERING (BRL 2007+w04) Fabrikaat: Dyka Type: Flexibel rioolexpansiestuk, lang. Materiaal: PVC. Nominale buitenmiddellijn (mm): 40. - conform leidingdiameter Expansiestukken leveren onder KOMO certificaat met KOMO-keurmerk. 01 TOEPASSING - bij elke uit het gebouw komende rioleringsleiding. 51.61.33-a ONTSTOPPINGSSTUK 0. ONTSTOPPINGSSTUK Fabrikaat: AVK Materiaal: HDPE Type: Pura nr. 80/40 Toebehoren: voorzien van opschrift: riolering betontegel 'AVK', afmeting 450 x 450 mm met gat 190 x 190 mm (indien bestrating afwezig) 01 TOEPASSING - bij elke uit het gebouw komende rioleringsleiding op 1 meter uit de gevel. 51.61.33-b ONTSTOPPINGSSTUK 0. ONTSTOPPINGSSTUK Fabrikaat: Wavin Nederland B.V. Materiaal: PVC. Diameter (mm): conform leidingdiameter Aansluitingen: schroefdeksel, mof/spie lijmverbinding. Kleur (RAL): 7037. 9. MONTAGE - in liggende leidingen om de 10 meter. - op bereikbare plaatsen aanbrengen. 01 TOEPASSING - in het rioleringssysteem binnen het gebouw.

51.62

APPENDAGES AAN LEIDINGEN

51.62.10-a DAKKAP 0. BE-/ONTLUCHTINGS DAKKAP Fabrikaat: Wavin, Dyka, Anjo Type: be-/ontluchtingskap plat dak Dakbedekking: plakplaat geschikt voor betreffende toe te passen dakbedekking (volgens opgave architect) Constructie: standpijp, kap, plakplaat Afmetingen (mm): diameter standleiding 89.10.01.E

Blad: 155



Aansluitingen: standleiding Materiaal: PVC Hulpstukken: - dakdoorvoerhulpstuk Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - ontluchting riolering. - aantal en plaats volgens leidingverloop of waar nodig voor een goede werking. 51.62.30-a BELUCHTER 0. BELUCHTER Fabrikaat: Wavin, Dyka Vorm: binnenhuisbeluchter Afmetingen (mm): leidingdiameter Materiaal: PVC Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - waar noodzakelijk voor aanvullende beluchting van afvoerleidingen binnenshuis bovenop de geprojecteerde ontluchtingsleidingen.

51.63

APPENDAGES OM LEIDINGEN

51.63.10-a LEIDINGDOORVOERHULPSTUK MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK UNIVERSEEL Fabrikaat: CSD Type: Slipsil Materiaal: nofirno Afdichting: brandwerend, gasdicht, waterdicht en geluidwerend 1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 01 TOEPASSING - voor het afdichten van alle stalen, koperen en kunststof leiding doorvoeren. 51.63.10-b LEIDINGDOORVOERHULPSTUK MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK, BRANDMANCHET Fabrikaat: Promat B.V. Brandmanchet. Type: Promastop A Vulling: bij brand opschuimende massa. Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): 30. Afmetingen (mm): conform leidingdiameter Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - certificaat: getest volgens inbouwsituatie waarin deze wordt toegepast 1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK Montagewijze: - montage/opstelling conform voorschriften fabrikant/leverancier 01 TOEPASSING. - in alle leidingen door branden rookscheidingen. - branden rookscheidingen volgens bouwkundige

89.10.01.E

Blad: 156



tekeningen. - de brandmachetten staan niet op tekeningen weergegeven. 51.63.22-a VERWARMINGSBAND, ELEKTRISCH 0. VERWARMINGSBAND, ELEKTRISCH Fabrikaat: Raychem Type: FS-B-2X Aansluitspanning (V): 230. Elektrisch vermogen (W): 26 (per meter) Toebehoren: - begin- en eindafwerkingsset - bevestigingsmateriaal - terugmelding naar GBS 01 TOEPASSING - verwarmingsband ten behoeve van afvoerleidingen in de grond tussen gebouw en vetvangput om stolling te voorkomen. - verwarmingsband aanbrengen op afvoeren van de koekoeken ter voorkoming van bevriezing. 51.63.30-a NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT Fabrikaat: Resopal, Verver-Best Type: rechthoekig Materiaal: kunststof Afwerking: wit met zwarte tekst Opschrift: nader te bepalen Afmeting 100x50 mm Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - ten behoeve van binnenriolering, apparaten en appendages. - te rekenen op ca. 20 stuks 51.63.30-b NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. BENAMINGSSTICKERS Fabrikaat: Verver-Best Type: VB stromingssticker Materiaal: Vinyl - witte stickers met zwarte opdruk en aan ieder eind een kleurcode en een witte pijl met een zwarte omranding. Kleurcode volgens NEN 3050. De stroomrichting dient te worden aangegeven door een pijl. Oppervlaktebehandeling: ondergrond vetvrij maken. 01 TOEPASSING - op het leidingsysteem voor binnenriolering.

51.81

ISOLATIE

51.81.12-a ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN, SCHAAL MINERALE WOL 0. ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN Verwerkingswijze: - patroon verspringend - bevestiging: Asbiprotape en 3 binddraden per meter. Afdichtingswijze: 89.10.01.E

Blad: 157



- naadafwerking afgetapet - kopeindafwerking afgetapet 1. SCHAAL, MINERALE WOL Fabrikaat: Asbipro Type Mass/alu schaal Materiaal: steenwol Cachering: 1-zijde met mass/versterkte alu-folie Binnendiameter (mm): leidingdiameter Dikte (mm): 25 Brandklasse: (NEN 6064+w01) onbrandbaar. Rookdichtheid: (NEN 6066) verwaarloosbaar Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - Asbipro Tape 01 TOEPASSING - de afvoerleidingen en standleidingen in/nabij verblijfsgebieden en volgens berekening installateur. - het rioleringssysteem in verlaagde plafonds. Einde hoofdstuk 51

89.10.01.E

Blad: 158


52

WATERINSTALLATIES

52.00

ALGEMEEN

52.00.09

ONTWERPEISEN 01 GELUIDNIVEAU DOOR INSTALLATIES Het A-gewogen equivalente geluiddrukniveau ten gevolge van installaties binnen verschillende gebouwsoorten mag de in de tabel genoemde maximale waarde niet overschrijden. Sportaccommodaties Kantine: 40 dB(A) Bestuurskamer: 35 dB(A) Toiletten en natte ruimten: 35 dB(A)



89.10.01.E

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 01 ISSO PUBLICATIES Door ISSO is technische kennis en normen eenduidig vastgelegd in publicaties. De installaties dienen aan de volgende publicaties, indien van toepassing, te voldoen: - ISSO 55 Tapwaterinstallaties in woon- en utiliteitsgebouwen - ISSO 55.1 Praktijkhandleiding Legionellapreventie in leidingwater - ISSO 55.2 Handleiding Zorgplicht Legionellapreventie Collectieve Leidingwaterinstallaties - ISSO 55.4 Alternatieve technieken voor Legionellapreventie in collectieve leidingwaterinstallaties - ISSO 64 Kwaliteitseisen Isolatie - ISSO/SBR 809 Brandveilige doorvoeringen - ISSO/SBR 811 Hotspotvrij ontwerpen, bouwen en installeren 02 UITVOERINGSPLAN In verband met de beperking van het risico van de legionella besmetting, dient de aannemer vooraf een uitvoeringsplan te maken van de in dit bestek te vervaardigen installaties. In het uitvoeringsplan moet de aannemer er voor Blad: 159



zorgen dat: - koudwaterleidingen niet opgewarmd kunnen worden door omgeving of nabij gelegen warmwaterleiding. - leidingnet geen delen bevat zonder doorstroming. - lange leidingen met weinig doorstroming worden vermeden. - de temperatuur bij het verste tappunt en bij het retour water direct nabij de boiler, minimaal 60øC bedraagt. - alle waterleidingen in de vloer en/of afwerkvloer worden ge‹soleerd, om warmte overdracht te beperken (krimpkous is niet voldoende). - De circulatie leidingen te voorzien van voldoende afsluiters, thermostatische afsluiters en regelafsluiter om een juiste inregeling van de installatie te verkrijgen, (ook indien niet als zodanig op tekening aangegeven).

03

04

05

06 07

89.10.01.E

Tijdens de uitvoering van het werk, moet de aannemer van dit bestek een isometrische tekening (koud-, warm-, en recirculatie waterleidingen) vervaardigen waarop aangegeven: - codering van hoofd, sub, en aftapleidingen; - alle leidingen met diameters en lengtes; - alle materiaal specificaties; - alle tappunten; - alle appendages; - overzicht en totaal van de tapeenheden; - plaats en uitvoering isolatie; - plaats en uitvoering van warmwater bereiding. RISICO ANALYSE De aannemer dient zorg te dragen voor een risicoanalyse. De risico-analyse dient uitgevoerd te worden door een BRL6010 gecertificeerd bedrijf. De risico-analyse conform ISSO publicaties. MONSTERNAME De aannemer dient zorg te dragen voor watermonstername van de onderhanden zijnde installatie. Aantallen en werkwijze conform hoofdstuk 5 van ISSO 55.1. Nemen en analyseren van legionellamonsters overeenkomstig NEN 6265. BEHEERSPLAN Na een beoordeling van de risico analyse moet de aannemer: - een Legionella beheersplan laten opstellen door een BRL6010 gecertificeerd bedrijf; - de maatregelen uit het Legionella beheersplan uitvoeren. Gestreefd moet worden, dat v¢¢r de opneming, de installaties legionella-veilig zijn uitgevoerd. Een en ander om te voldoen aan de laatste ISSOpublicaties. KEUR Alle te verwerken materialen met KIWA-keur. MONTAGE - De installatie waterslag vrij uit te voeren, waartoe de benodigde vastpuntconstructies moeten worden opgenomen, en te worden uitgevoerd met Blad: 160



voorzieningen ten behoeve van aftappen, spuien en ontluchten. - Leidingsystemen mogen geen delen bevatten zonder doorstroming, ruime overdimensionering van leidingen is niet toegestaan. - De uitzetting van de diverse warmwaterleidingen dient opgevangen te worden door expansie-bochten van voldoende lengte. - De complete warm- en koudtapwaterinstallatie dient bestand te zijn tegen tenminste 80/85 øC i.v.m.. desinfecteren. - Ten behoeve van het afsluiten van gedeelten van de installatie dienen er zogenaamde sectie-afsluiters gemonteerd te worden. 08 BEVESTIGINGSMATERIALEN Bevestiging van de installaties op een deugdelijke wijze. De materiaaltoepassing van de bevestigingsmaterialen dient afgestemd te zijn op de leidingsoort (staal, koper, kunststof) en de plaats (binnen, kruipruimte, buiten). 90 BEDIENING EN ONDERHOUDSINSTRUCTIE Direct na de oplevering het door de opdrachtgever aangewezen personeel van de gebruiker van het project instrueren in de bediening, de regeling en het onderhoud van de opgeleverde installaties. De instructietijd is minimaal 1 uren De instructietijd is maximaal 2 uren 91 GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: technische installaties - te garanderen door: aannemer - periode: 12 maanden De aanvullende garanties dienen te worden overgedragen aan het bedrijf dat het onderhoud uitvoert. 52.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 01 DIENSTLEIDING WATERLEVEREND BEDRIJF De dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de waterleiding op het leidingnet van het waterleverend bedrijf wordt door derden aangelegd. De aanleg vindt plaats tot en met de hoofdafsluiter De mantelbuis ten behoeve van de invoer dienstleiding moet door de aannemer worden geleverd en aangebracht volgens de voorschriften van het waterleidingbedrijf. 02 GOEDKEURING INSTALLATIES De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: - installateur met KOMO-instal procescertificaat volgens BRL6000 - het waterleverend bedrijf De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. 03 AANSLUITKOSTEN

89.10.01.E

Blad: 161



Voor rekening van de aannemer zijn de aansluitkosten van: - geen De aansluitkosten zijn voor rekening van de opdrachtgever. De aannemer verzorgt de aanvraag en co”rdineert de werkzaamheden. 52.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 01 REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Van de complete waterinstallatie De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager: witdruk en CD-rom (tekeningen in Autocad). Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Tijdstip van levering - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 02 REVISIEGEGEVENS Door de aannemer te verstrekken gegevens: Van de complete waterinstallatie De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tijdstip van verstrekking - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 03 REVISIETEKENINGEN WATERINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters - de materialen - de plaats van appendages - de plaats van de drukverhogingsinstallatie - de maatvoering - de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen 04 REVISIEBESCHEIDEN De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen: - Van de complete waterinstallatie Aantal te verstrekken revisiebescheiden: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Taal; Nederlandse Vorm van verstrekking - witdruk - CD-rom

52.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: Van: Tapwaterinstallatie Taal: Nederlands. 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en):

89.10.01.E

Blad: 162



Van: - warmtapwater opwekking Taal: Nederlands.

52.11


52.11.10-a KOUD-WATERTAPINSTALLATIE 0. KOUD-WATERTAPINSTALLATIE Uitvoering: - volgens de leverings- en aansluitvoorwaarden van het drinkwaterleverendbedrijf. - volgens VEWIN Werkbladen- volgens NEN 1006 Gebruik: Door de eigenaar dient de collectieve drinkwaterinstallatie beheerd te kunnen worden: - volgens waterleidingbesluit Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van een complete koudtapwater installatie voor: Vanaf de watermeterruimte dient er ‚‚n groepswaterleidingsysteem te worden aangelegd met de volgende hoofdcomponenten: - watermeter (zie tekening) - sanitaire toestellen - brandslanghaspels Bij de watermeter dient een temperatuuropnemer te worden gemonteerd om de temperatuur op te nemen welke wordt ingebracht door het waterleidingmaatschappij. Deze opnemer opnemen in de regeltechniek. De brandslanghaspels worden opgenomen in het leidingnet. De leidingen dienen te worden aangebracht in vloeren, wanden en verlaagde plafonds. Leidingen komen niet in het zicht uitgezonderd de technische ruimten. De koudwaterleidingen zo aanbrengen in ruimten zodat er geen opwarming kan ontstaan van de koudwaterleidingen. De diverse sanitaire groepen zijn door middel van kogelafsluiters boven het verlaagde plafond afsluitbaar. Individuele tappunten worden voorzien van een toestel stopkraan. Alle leidingen worden uitgevoerd in koper en ingestorte leidingen voorzien van een mantelbuis. Alle niet ingestorte leidingen worden dampdicht ge‹soleerd. Te rekenen op alle voor de complete installatie en installatie-onderdelen benodigde aansluitingen, pijpen, hulpstukken, bevestigingsmiddelen etc. zonder enige verrekening. 52.11.20-a WARM-WATERTAPINSTALLATIE 0. WARM-WATERTAPINSTALLATIE Uitvoering: - volgens de leverings- en aansluitvoorwaarden van het drinkwaterleverendbedrijf. - volgens VEWIN Werkbladen - volgens NEN 1006 Gebruik: Door de eigenaar dient de collectieve drinkwaterinstallatie beheerd te kunnen worden: 89.10.01.E

Blad: 163



- volgens waterleidingbesluit Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van een complete warmtapwaterinstallatie volgens: De douches, wastafels en keuken voorzieningen worden aangesloten op de gasgestookte boiler welke op de begane grond wordt opgesteld nabij de verwarmingsketel. De gasboiler wordt opgesteld in een stookruimte. Voor lokale opwekking van warmtapwater wordt gebruik gemaakt van close-in of close-up boilers zoals aangegeven op tekening. Te rekenen op alle voor de complete installatie en installatie-onderdelen benodigde aansluitingen, pijpen, hulpstukken, bevestigingsmiddelen etc. zonder enige verrekening.

52.12


52.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENINGEN WATERINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen tekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters - het materiaal - de plaats van appendages - de plaats van de drukverhogingsinstallatie - de maatvoering - de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen 52.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. WATERINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen berekening: Van: - koud-watertapinstallatie - warm-watertapinstallatie Berekeningsmethode volgens Q wortel (n) Uitgangspunten:NEN 1006 / NEN 3678 en VEWIN werkbladen. - leidingberekeningen. - capaciteitsberekeningen (afname, bereiding, voorraad) warmtapwater installatie. 01 OMVANG KOUD-EN WARMTAPINSTALLATIE - volgens bovenstaande uitgangspunten de berekeningen van de koud- en warm tapwater installatie te maken.

52.13


52.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN 0. WATERINSTALLATIE Beproeven/inregelen. Onderdelen: - koud-tapwater installatie - warm-tapwater installatie Methode: - overeenkomstig NEN 1006-09 - Na het gereedkomen van de montage moeten de leidingen, alsmede alle in de leidingnetten opgenomen appendages en apparaten onder toezicht 89.10.01.E

Blad: 164



van de directie onderworpen aan een persproef. - nemen en onderzoeken van watermonsters Uitgangspunten: - het voldoen aan de (wettelijk) gestelde voorschriften - aan het waterleidingbedrijf dienen de gevraagde gegevens ter controle overlegd te worden. Uitvoering door: - de aannemer 5. BEPROEVINGS-/TESTRAPPORT Het rapport omvat de beproeving van de/het complete waterleidingnet(ten) In het beproevingsrapport moeten ten minste zijn vermeld dat de installatie voldoet aan de gestelde eisen. Bij het rapport moeten tenminste de schema's bijgevoegd zijn van de/het complete waterleidingnet(ten). Beproevingsrapport van de genomen watermonsters. 01 TOEPASSING - de koud- en warmtapwater installatie.

52.31


52.31.10-a AANLEG METALEN BUISLEIDING, KOPEREN BUIS 0. AANLEG METALEN WATERLEIDING Aanlegwijze: - voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen. - ligging: volgens tekening - leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten - De leidingen zodanig te monteren dat zich geen lucht opeenhopingen kunnen vormen en tevens zodanig dat de leidingen te allen tijde en geheel afgetapt kunnen worden. - De leidingen na de montage deugdelijk door te spoelen. Verbindingswijze: - zacht soldeerverbinding - hard soldeerverbinding: capillaire soldering volgens NEN 2200. - persverbinding Bevestigingswijze: - gebeugeld- beugels voor warmwaterleidingen voorzien van isolatie - vastpuntconstructie Beschermingswijze: - beschermbuis waterleidingen, welke ingestort of in wanden ingemetseld moeten worden, voorzien van een mantelbuis. - beschermbuis bij doorvoer bouwkundige constructie: lengte ten minste dikte afgewerkte constructie. - beschermbuis bij doorvoer steenachtige vloer: bovenkant ten minste 50 mm boven afgewerkte vloer. Aansluitingen: aansluitpunten - aansluitpunten: afdoppen op 0,10 m uit de bouwkundige constructie. 1. KOPEREN BUIS, NAADLOOS (BRL K760/03) 89.10.01.E

Blad: 165



Buitenmiddellijn (mm): volgens tekening en berekening aannemer Leveringstoestand: halfhard. Hulpstukken: Alle leidingen te eindigen in muurplaten onder of nabij alle sanitaire toestellen. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - kunststof invoerbochten - mantelbuizen Koperen buizen leveren met KIWA-keur. 01 TOEPASSING - de koud- en warm-tapwaterleidingen met uitzondering van de ingestorte leidingen en de leidingen in wanden. 02 TOEPASSING - de koudwaterleiding die wordt gebruikt ten behoeve van brandbestrijdingsinstallaties. Zie hoofdstuk 54. 52.31.10-b AANLEG METALEN BUISLEIDING, KOPEREN BUIS 0. AANLEG METALEN WATERLEIDING Aanlegwijze: - voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen. - ligging: volgens tekening - leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten - De leidingen zodanig te monteren dat zich geen lucht opeenhopingen kunnen vormen en tevens zodanig dat de leidingen te allen tijde en geheel afgetapt kunnen worden. - De leidingen na de montage deugdelijk door te spoelen. Verbindingswijze: - zacht soldeerverbinding - hard soldeerverbinding: capillaire soldering volgens NEN 2200. Bevestigingswijze: - op ruwe vloer - op wapeningsnet - in lichte bouwwand - in gefreesde leidingsleuf Beschermingswijze: - beschermbuis bij doorvoer bouwkundige constructie: lengte ten minste dikte afgewerkte constructie. Aansluitingen: aansluitpunten - aansluitpunten: afdoppen op 0,10 m uit de bouwkundige constructie. 1. KOPEREN BUIS, NAADLOOS , GE+SOLEERD (NEN-EN 1057-06) Leverancier: KME Germany AG & Co. KG. WICU®. Type: flex, geïsoleerd. Materiaal: zacht. Nominale diameter (mm): 12, 15, 22 Wanddikte (mm): 1. Isolatie: - materiaal: PU-schuim. Mantel: 89.10.01.E

Blad: 166



- materiaal: PVC. Hulpstukken: - Alle leidingen te eindigen in muurplaten onder of nabij alle sanitaire toestellen. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - de koud- en warm-tapwaterleidingen in gestorte vloeren en afwerklagen. - de koud- en warm-tapwaterleidingen in wanden en gefreesde leidingsleuven.

52.38

VERBINDINGEN

52.38.21-a VASTE VERBINDING LEIDINGVERBINDINGS-/AANSLUITSTUK 0. PERSVERBINDING Verbinding: Verbindingsprincipe: - plastisch vervormde verbinding, handmatig Voorbewerkingswijze: - reinigen, ontvetten Verbindingswijze: - vorm persvlak: rond 1. LEIDINGVERBINDINGS-/AANSLUITSTUK Fabrikaat: Viega Type: Profipress KIWA-keur Certificaatnr. K 6312/03 en DVGWgecertificeerde en gepatenteerde lekcontrole "SC- Contur" (safety connection), dubbelzijdige persing en cilindrische insteek. - nominale doorlaat (DN): - verbinding: plastisch vervormde verbinding, aan beide zijde van de o-ring t/m 108 mm. Nominale diameter (in mm): 12, 15, 18, 22, 28 , 35, 42, 54, 64, 76,1 , 88,9 en 108mm Materiaal- "gewone"fittingen van roodkoper - draadfittingen van brons 01 TOEPASSING - waterleidingsystemen.

52.40

POMPEN EN APPARATEN

52.40.10-a TAPWATERPOMP 0. TAPWATERPOMP Fabrikaat: Grundfos. Pakkingbusloze tapwaterpomp. Type: Alpha2 Debiet (m3/h): volgens berekening Opvoerhoogte (kPa): volgens berekening Druktrap (PN): 6. Materiaal huis: brons. Medium: tapwater Aansluitingen: - diameter: Rp 1/2". Elektromotor: - aansluitspanning (V): 230. - toerentalregeling - voorkeur voor pomptype met ge‹ntegreerde thermostaat voor retourwatertemperatuurregeling. Toebehoren: 89.10.01.E

Blad: 167



- warmteisolatie 01 TOEPASSING - recirculatiepomp warmtapwater. - als alternatief mag ook Wilo, Biral, o.g.

52.51

VOORRAADTOESTELLEN

52.51.10-a ELEKTRISCHE BOILER 0. ELEKTRISCHE BOILER Fabrikaat: Daaldrop B.V. Keukenboiler Close-in Type: 10. Constructie: drukboiler. Inhoud (dm3): 10. Temperatuur (°C): instelbaar tot 80 Opwarmtijd (h): 17. Vermogen (kW): 2,2 Druk (kPa): 800. Verwarmingselement: - aansluitspanning (V): 230. - regeling/beveiliging: thermostaat. Toebehoren: - inlaatcombinatie 01 WARM-WATERTAPINSTALLATIE systeem: eengroeps warm-waterleiding..... - warmwaterboiler in ruimte 1.18. 52.51.20-a GASBOILER 0. GASBOILER Fabrikaat: A.O. Smith, o.g. Type: Twister, condenserende HR RVS boiler Constructie: gesloten Inhoud (dm3): volgens berekening Temperatuur (°C): 65 Nominaal vermogen (kW): volgens berekening Rendement (%): 106 Druk (kPa): 800 Materiaal: tank rvs Toevoer/afvoer lucht/rookgasvoorziening: - gesloten Brander: - brandstof: aardgas - aansluitdruk (mbar): 25 - regeling/beveiliging: ge‹ntegreerd 4. MONTAGE WARM-WATERTOESTEL Montage-/opstellingswijze: - montagewijze: volgens voorschrift leverancier Verbinding/aansluiting: - op leidingen losneembaar Instelling/inregeling: - tapwatertemperatuur (°C): >=65 Toebehoren: - luchtaanzuig en rookgasafvoermaterialen - aansluitmaterialen 01 TOEPASSING - centrale bereiding van het warme tapwater.

89.10.01.E

Blad: 168


52.61



52.61.12-a STOPKRAAN 0. STOPKRAAN Fabrikaat: ter keuze van de aannemer Uitvoering: KIWA/ NENORM Materiaal: messing Aansluitdiameter: volgens tekening Nominale maat (DN): 15 t/m 25 Nominale maat ("): Type: A-A. Aansluitingen: S. - aftap 1/4" met messing aftapkraan 1/4" en pakkingringen Toebehoren: - soldeerkoppelingen 01 TOEPASSING - afsluiter in de koud- en warm-tapwaterleidingen. 52.61.13-a REGELAFSLUITER 0. REGELAFSLUITER, KLEP Fabrikaat: TA Type: STA-D Nominale doorlaat (DN): 15 t/m 40 Druktrap (PN): 16 Vorm: recht Aansluitingen: schroefdraad Materiaal: AMETAL Bediening: handmatig Toebehoren: - koppelingen - meetnippels (STADA) 01 TOEPASSING - regelafsluiter in koud- en warm-tapwaterleiding. 52.61.21-c TERUGSLAGKLEP 0. TERUGSLAGKLEP, SCHOTEL Fabrikaat: Watts Ocean BV. Beveiligingsklasse EA controleerbaar Type: PS, KF, 55.1, CC55.1 Nominale doorlaat (DN): leidingdiameter Druktrap (PN): 10 Temperatuur (°C): maximaal 100 øC. Vorm: recht Aansluitingen: capillair, koppelingen Materiaal: messing Bediening: controleerbaar Toebehoren: - Beproevingskraantje ¬ - KIWA-keur. 01 TOEPASSING - terugslagklep voor beveiligingsklasse EA. - voor brandslanghaspel, cv-vulkraan, gevelkraan, slangwartelkraan, vaatwasser huishoudelijk 52.61.21-d TERUGSLAGKLEP 0. TERUGSLAGKLEP, SCHOTEL Fabrikaat: Watts Ocean BV. Beveiligingsklasse BA met drukverschilzone controleerbaar Type: BA BM, 909 89.10.01.E

Blad: 169



Nominale doorlaat (DN): leidingdiameter Druktrap (PN): 10 Temperatuur (°C): maximaal 100 øC. Vorm: recht Aansluitingen: capillair, koppelingen Materiaal: messing Bediening: controleerbaar Toebehoren: -afsluiter -filter -trechterset 01 TOEPASSING - terugslagklep voor beveiligingsklasse BA. - voor waterontharder, expansie-automaat voor cv > 45 kW 52.61.21-e TERUGSLAGKLEP 0. TERUGSLAGKLEP, SCHOTEL Fabrikaat: Watts Ocean BV. Beveiligingsklasse CA Type: CA 9C Nominale doorlaat (DN): leidingdiameter Druktrap (PN): 10 Temperatuur (°C): maximaal 100 øC. Vorm: recht Aansluitingen: capillair, koppelingen Materiaal: messing 01 TOEPASSING - terugslagklep voor beveiligingsklasse CA. - voor vaatwasser industrieel 52.61.21-f TERUGSLAGKLEP 0. TERUGSLAGKLEP, SCHOTEL Fabrikaat: VSH. Beveiligingsklasse EA controleerbaar Type: VSH EA Protect. Keerklep met geïntegreerde kogelkraan. Nominale doorlaat (DN): leidingdiameter Druktrap (PN): 10 Temperatuur (°C): maximaal 100 øC. Vorm: recht Aansluitingen: capillair, koppelingen Materiaal: messing Bediening: controleerbaar Toebehoren: - Beproevingskraantje ¬ - KIWA-keur. 01 TOEPASSING - terugslagklep (beveiligingsklasse EA) met geïntegreerde kogelkraan voor aansluiting van brandslanghaspels vanaf de waterleiding (korte afstand). 52.61.41-a WATERMETER 0. WATERMETER Fabrikaat: Wordt geplaatst door het waterleverend bedrijf. Toebehoren: Montagebeugel watermeter dient door aannemer bij waterleverend bedrijf besteld te worden en geplaatst te 89.10.01.E

Blad: 170



worden. 01 WATERLEIDINGNET - hoofd watermeter.

52.62

APPENDAGES AAN LEIDINGEN

52.62.12-a INLAATCOMBINATIE 0. INLAATCOMBINATIE Fabrikaat: Flamco Model Prescor Nominale doorlaat (DN): volgens berekening Druk (kPa): volgens berekening Oppervlaktebehandeling Afwerking Toebehoren: - aansluitmaterialen - trechter - afvoerleiding 01 TOEPASSING - in de koudwater voedingsleiding van de warmtapwaterbereiders. 52.62.13-a VUL-/AFTAPKRAAN 0. VUL-/AFTAPKRAAN Fabrikaat: Econosto Type: figuur 449 Nominale doorlaat (DN): 1/2" Aansluitingen: schroefdraad Materiaal: Brons Toebehoren: - afsluitdop met ketting - slang/-wartel - sleutel 01 TOEPASSING - voldoende voor een goede en volledige aftapbaarheid. 52.62.31-a MANOMETER 0. MANOMETER Fabrikaat: Econosto Type: figuur 330 Constructie: buisveer Soort druk: absoluut Bereik (bar): 0 tot 6,0 Aflezing: analoog Meetwijze Afmetingen (mm): kast 100 Aansluitingen: G1/2'' bu Materiaal: - overbrengmechanisme: messing - kast: rvs Toebehoren: - aansluitmateriaal 4. MONTAGE AANWIJSINSTRUMENT Montagewijze: - montage - montage zodanig dat vervanging zonder het aftappen van de installatie mogelijk is. 01 TOEPASSING

89.10.01.E

Blad: 171



- in centrale koudwater, warmwater- en warmwatercirculatieleidingen. - aanbrengen op relevante plaatsen. 52.62.32-a THERMOMETER 0. THERMOMETER Fabrikaat: Econosto Type: figuur 661 Bereik (°C): 0-120 Nauwkeurigheid (°C): +/- 2% Aflezing: analoog Afmetingen (mm): kast 100 mm - voelerlengte: afhankelijk van de pijpdiameter Aansluitingen: G1/2" bu Toebehoren: - dompelbuis 4. MONTAGE AANWIJSINSTRUMENT Montagewijze: - montage zodanig dat vervanging zonder het aftappen van de installatie mogelijk is. 01 TOEPASSING - in centrale koudwater, warmwater- en warmwatercirculatieleidingen. - aanbrengen op relevante plaatsen. 52.62.41-a WATERSLAGDEMPER 0. WATERSLAGDEMPER Fabrikaat: Watts 150A Constructie Nominale doorlaat (DN): 15 Vorm: recht Aansluitingen: schroefdraad Toebehoren: - Watts AdapterT-stuk 01 TOEPASSING - in de wateraansluiting naar de wasmachine.

52.63


52.63.10-a LEIDINGDOORVOERHULPSTUK MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK, BRANDWEREND Fabrikaat: Beele Engineering B.V. Afdichtingssysteem voor: buizen, kabels. Systeem: NOFIRNO® Constructie: - inbouw. - vorm: rond. Afdichting: - brandwerendheid minimaal gelijkwaardig aan bouwkundige constructie - gasdicht - waterdicht - geluiddicht Hulpstukken: Vulmateriaal: - vulslang type: NOFIRNO® - multi-vulslang type: NOFIRNO® - slangdeel: RISE® Toebehoren: - afwerkkit type: NOFIRNO® 89.10.01.E

Blad: 172



1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK Montagewijze: - montage/opstelling: volgens voorschriften van fabrikant/leverancier 01 TOEPASSING - voor alle leidingdoorvoeren ten behoeve van het afdichten van stalen, koperen en kunststof leidingen. - branden rookscheidingen volgens bouwkundige tekeningen. 52.63.30-a NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT Fabrikaat: Resopal, Verver-Best Type: rechthoekig Materiaal: kunststof Afwerking: witte plaat, zwarte letters Opschrift: nader te bepalen Afmeting 100x50mm Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, boven de isolatie uitstekend - staander - bij koperen leidingen, worden koperen strippen en afstandhouders toegepast. 01 TOEPASSING - ten behoeve van de koud- en warmwaterleidingen, groepen, apparaten en appendages. - aantal en plaats in overleg met de opdrachtgever. - te rekenen op ca. 20 stuks 52.63.30-b NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. LEIDINGSTICKER Fabrikaat: Verver-Best Type: VB stromingssticker Materiaal: Vinyl - witte stickers met zwarte opdruk en aan ieder eind een kleurcode en een witte pijl met een zwarte omranding. Kleurcode volgens NEN 3050. De stroomrichting dient te worden aangegeven door een pijl. Oppervlaktebehandeling: ondergrond vetvrij maken. 01 TOEPASSING - op het leidingsysteem van koud- en warm-tapwater.

52.81

ISOLATIE

52.81.11-a ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN KUNSTSTOFSCHUIM SCHAAL 0. ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN Verwerkingswijze: - patroon - patroon verspringend - aantal lagen (st.): 1 - bevestiging: gelijmd Afdichtingswijze: - naadafwerking - kopeindafwerking 1. SCHUIMRUBBER SCHAAL Fabrikaat: Armacell. Schuimrubber slang. 89.10.01.E

Blad: 173



Type: AF/Armaflex. Materiaal: flexibel geslotencellig synthetisch schuimrubber, CFK-vrij, met anti-bacteriele Microban bescherming. Slangcode: AF-3. Temperatuur (°C): -200 t/m +105. Warmtegeleidingscoëfficiënt (NEN-EN-ISO 8497-97) (W/(m.K)): <=0,033 bij 0 °C. Waterdampdiffusieweerstandsfactor (NEN-EN 13469-01): Brandklasse (NEN-EN 13501-1+a09): B-s3,d0. Brandgedrag: zelfdovend, niet afdruipend, niet vuurgeleidend. Brandwerendheid leidingdoorvoeringen (NEN 6069+a05) (min): >=60. Geluiddemping (NEN-EN-ISO 3822-1+a09): reductie van contactgeluidvoortplanting tot 28 (dB(A)). Toebehoren: - Armaflex lijm 520 en reiniger - Armafinish 99 voor buiten toepassingen - Armafix (AF) leidingdrager Isolatie volgens Armaflex systeem garantplan. 01 TOEPASSING - de koud-tapwaterleidingen met uitzondering van de ingestorte/ingefreesde leidingen.. 52.81.11-b ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN KUNSTSTOFSCHUIM SCHAAL 0. ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN Verwerkingswijze: - patroon - patroon verspringend - aantal lagen (st.): 1 - bevestiging: zelfklevende aluminium tape en 3 binddraden per m. Afdichtingswijze: - naadafwerking: afgetapet - kopeindafwerking: afgetapet 1. KUNSTSTOFSCHUIM SCHAAL Fabrikaat: Kingspan Tarec Industrial Insulation NV. Kooltherm isolatieschalen- en segmenten. Materiaal: hard, geslotencellig resolschuim, CFK en HCFK vrij. Kleur schuim: roze. Cachering: aluminium vezelversterkt. Dikte (mm): 25. Lengte (mm): 1.000. Gehalte gesloten cellen (%): >= 95. Temperatuur (°C): min. -50 tot max. 120. Brandklasse (NEN-EN 13501-1+a09): Bl-s1, d0. Warmtegeleidingscoëfficiënt (NEN-EN 12667-01) (W/(m.K)): 0,021. Waterdampdiffusieweerstandsfactor (NEN-EN 13469-01): >=30.000. Drukvastheid bij 23°C (NEN-EN 826-96) (kPa): >=90. Toebehoren: - ring voor leidingdragers: Kooltherm 60- bochten, t-stukken - appendageschalen - bevestigingsmaterialen 01 TOEPASSING

89.10.01.E

Blad: 174



- de warmtapwaterleidingen met uitzondering van de ingestorte/ingefreesde leidingen. - de warmtapwaterappendages.

52.82

ISOLATIE-AFWERKINGEN

52.82.22-b ISOLATIE-AFWERKING, MANTEL KUNSTSTOF MANTEL 0. ISOLATIE-AFWERKING, MANTEL Verwerkingswijze: - patroon - bevestiging Afdichtingswijze: - naadafwerking: afgetapet 1. KUNSTSTOF MANTEL Fabrikaat: Isogenopak type: SE Materiaal: kunststof Cachering Diameter (mm): leidingdiameter Bevestiging: d.m.v. klikons Dikte (mm): 0,35 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - de koud- en warmtapwaterleidingen in het zicht en in de technische ruimten. Einde hoofdstuk 52

89.10.01.E

Blad: 175



53

SANITAIR

53.00

ALGEMEEN

53.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 01 BEPROEVING OP WATERDICHTHEID De aansluitingen van het sanitair op de binnenriolering moeten op waterdichtheid worden beproefd.

53.00.29

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 01 UITVOERING SANITAIR De sanitaire toestellen moeten allen 1e keus zijn, haarscheurvrij met rechte randen. Het risico voor breuk, afkeuring en dergelijke is tot aan de oplevering voor rekening van de installateur, alsmede het uit herstel bij afkeuring of beschadiging voorkomende bouwkundig werk. 02 SCHOONMAKEN Zelfklevers en beschermingsmiddelen moeten voor de oplevering zijn verwijderd. Na montage alle toestellen schoonmaken, in bedrijf stellen en prima functionerend op te leveren. 03 BEVESTIGING Bevestiging van sanitaire toestellen, kranen, handgrepen etc. in systeemwanden moet plaatsvinden op zogenaamd achterhout (door aannemer op te geven), om de puntlasten over een groter oppervlak te verdelen. De bevestigingsmiddelen voor zover deze niet behoren bij de sanitaire artikelen moeten zonder enige verrekening worden verwerkt evenals het pasmaken van de onderdelen, opboren van gaten in ijzer, koperwerk enzovoorts. Alle bevestigingsmiddelen dienen trillings isolerend te zijn en uitgevoerd te worden in RVS. 04 AFWERKING NADEN Naden tussen wastafel en wand, bad en wand en de naden tussen wand en closetpot aan achterzijde voorzien van zelfhechtend sanitair strip fabrikaat M•pro. Ten behoeve van de afwerking de naden tussen wastafel en wand, bad en wand, en de naden tussen vloer en closetpot voorbehandelen met primer en volledige rand aan achterzijde afkitten met witte plastische ‚‚ncomponenten siliconenkit. 05 AANSLUITINGEN Voor aansluitingen en verchroomde bekersifons moeten zogenaamde verchroomde verbindingen met rubberring worden gebruikt. Alle sanitaire toestellen en de door derden te leveren apparatuur aan te sluiten op koud- en warmwater leidingen en afvoerleidingen met mede levering van de benodigde aansluitmaterialen. De installateur dient er op toe te zien, dat zich in de staande afvoerleidingen geen enkele verstopping bevindt, voordat de toestellen hierop worden aangesloten. 06 VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN FABRIKANT/LEVERANCIER De verwerking moet plaats vinden overeenkomstig de door de fabrikant/leverancier bij de levering te verstrekken verwerkingsvoorschriften. Sanitaire toestellen moeten spanningsvrij zijn gemonteerd.

89.10.01.E

Blad: 176



90 GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: technische installaties - te garanderen door: aannemer - periode: 12 maanden De aanvullende garanties dienen te worden overgedragen aan het bedrijf dat het onderhoud uitvoert. 53.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 01 REVISIEBESCHEIDEN De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen: - Van het geplaatste sanitair Aantal te verstrekken revisiebescheiden: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Taal: Nederlandse Tijdstip van verstrekking- ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen Vorm van verstrekking - witdruk - CD-rom

53.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: Van: sanitaire installaties Taal: Nederlands. 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van: sanitaire installaties Taal: Nederlands.

53.00.70

MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN 01 BEPROEVINGSMETHODE WATERDICHTHEID Beproeving op waterdichtheid door: - het volzetten met water

53.11


53.11.10-a SANITAIR 0. SANITAIR Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren alle sanitaire toestellen. De codering is aangegeven op de plattegrond tekeningen. Uitvoering: - overeenkomstig NEN 1006+w05 - Toegestane geluidniveaus voor alle toestellen conform: - NEN 1070 - NPR 5075 Te rekenen op alle voor de complete installatie en installatie-onderdelen benodigde aansluitingen, pijpen, hulpstukken, bevestigingsmiddelen etc. 89.10.01.E

Blad: 177



zonder enige verrekening. 01 TOEPASSING - alle sanitaire toestellen zoals aangegeven in de sanitairtekeningen en op de plattegrondtekeningen.

53.30

SANITAIRCOMBINATIES

53.30.09-a OMSCHRIJVING SANITAIRE TOESTELLEN 0. OMSCHRIJVING SANITAIRE TOESTELLEN De aannemer dient sanitairtekeningen met wanden bovenaanzichten op schaal te maken waarin de dimensionering en plaatsing van de sanitaire componenten zijn aangegeven inclusief afstanden tot vloeren, wanden en onderlinge componenten. 01 TOEPASSING - alle sanitaire toestellen. - aantal en plaats zoals aangegeven op de plattegrondtekeningen van de architect.

53.31

CLOSET- EN URINOIRCOMBINATIES

53.31.11-a CLOSETPOT, SPOELWATERRESERVOIR 0. WANDCLOSET Fabrikaat: Sphinx. Type: Sphinx 300 22, diepspoel. Materiaal: kristalporselein. Spoeling (dm3): 6. Afmetingen: - hoogte (mm): 400. - lengte (mm): 530. - breedte (mm): 355. Uitlaat: muur. Aansluitdiameter (mm): 102. Kleur: wit. Toebehoren: - bevestigingsset 1. SPOELWATERRESERVOIR, INBOUW Fabrikaat: Geberit. Inbouwreservoir in metaalframe, model Duofix. Type: frontbediening, voorzetwandelement. Inhoud (dm3): 7,5. Spoeling (dm3): 6-7,5, instelbaar. 6 Bediening: - vorm: druktoets, spoel/stopfunctie. - type plaat: Mambo. - kleur: corrosievast staal. Vlotterkraan: - aansluiting ("): 3/8. Hoekstopkraan: - aansluiting ("): 1/2. Toebehoren: - geluidsisolatiemat - Duofix staander, voorzetwand Spoelwaterreservoirs leveren met KIWA-keur. 4. CLOSETZITTING Fabrikaat: Presalit Type: Objecta zonder deksel Materiaal: kunststof Kleur: wit 89.10.01.E

Blad: 178



Bevestigingsgarnituur: - rvs Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 5. STOPKRAAN Fabrikaat: Schell, o.g. Type Hoekregelkraan Aansluitingen: - aanvoer: knel 12mm - toestel: schroefdraad 1/2" Materiaal: messing Oppervlaktebehandeling: verchroomd Bediening - knop Toebehoren: - klem schroefkoppelingen - schuifrozet 6. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening/afspraak met gebruiker Bevestigingswijze: - opbouw: wandcloset bedieningsplaat closetbril - inbouw: stopkraan spoelwaterreservoir Aansluitingen: - aansluitingen met leidingen 01 CLOSET - alle toiletten zoals aangegeven op tekening, code T. 53.31.11-b CLOSETPOT, SPOELWATERRESERVOIR 0. WANDCLOSET Fabrikaat: Sphinx. Type: Sphinx 300 ERGO Materiaal: kristalporselein. Spoeling (dm3): 6. Afmetingen: - hoogte (mm): 400. - breedte (mm): 355. - lengte (mm): 700 Uitlaat: muur. Aansluitdiameter (mm): 102. Kleur: wit. 1. SPOELWATERRESERVOIR, INBOUW Fabrikaat: Geberit. Inbouwreservoir in metaalframe, model Duofix. Type: frontbediening, voorzetwandelement. Inhoud (dm3): 7,5. Spoeling (dm3): 3-4/6-7,5, instelbaar. Bediening: - vorm: twee druktoetsen met hand. - type plaat: Rumba. - kleur: metaalchroom. Vlotterkraan: - aansluiting ("): 3/8. Hoekstopkraan: - aansluiting ("): 1/2.

89.10.01.E

Blad: 179



Toebehoren: - geluidsisolatiemat - Duofix staander, voorzetwand- Armsteunbevestiging Spoelwaterreservoirs leveren met KIWA-keur. 4. CLOSETZITTING Fabrikaat: Presalit Type: Objecta met deksel Materiaal: kunststof Kleur: wit Deksel: geen Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 5. STOPKRAAN Fabrikaat: Schell, o.g. Type Hoekregelkraan Aansluitingen: - aanvoer: knel 12mm - toestel: schroefdraad 1/2" Materiaal: messing Oppervlaktebehandeling: verchroomd Bediening - knop Toebehoren: - klem schroefkoppelingen - schuifrozet 6. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening/afspraak met gebruiker Bevestigingswijze: - opbouw: wandcloset bedieningsplaat closetbril - inbouw: stopkraan spoelwaterreservoir Aansluitingen: - aansluitingen met leidingen 01 CLOSET - miva-toilet, code T1. 53.31.21-a URINOIR, SPOELWATERRESERVOIR 0. WANDURINOIR Fabrikaat: Sphinx. Type: Sphinx 300. Wandinlaat. Materiaal: kristalporselein. Decor: vlieg. Kleur: wit. Uitlaat diameter (mm): 50. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: ophanghaak. 1. SPOELWATERRESERVOIR, INBOUW Fabrikaat: Geberit. Inbouwreservoir in metaalframe, model Duofix. Type: frontbediening, voorzetwandelement. Inhoud (dm3): 7,5. Spoeling (dm3): 3-4/6-7,5, instelbaar. Bediening: - vorm: druktoets, spoelfunctie - type plaat: Sigma 10. 89.10.01.E

Blad: 180



- kleur: wit. Vlotterkraan: - aansluiting ("): 3/8. Hoekstopkraan: - aansluiting ("): 1/2. Toebehoren: - geluidsisolatiemat Spoelwaterreservoirs leveren met KIWA-keur. 4. STOPKRAAN Fabrikaat: Schell, o.g. Type Hoekregelkraan Aansluitingen- aanvoer: knel 12mm - toestel: schroefdraad 1/2" Materiaal: messing Oppervlaktebehandeling: verchroomd Bediening- knop Toebehoren: - klem schroefkoppelingen - schuifrozet 5. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening/afspraak met gebruiker Bevestigingswijze: - opbouw: urinoir bedieningsplaat - inbouw: stopkraan spoelwaterreservoir Aansluitingen: - aansluitingen met leidingen 01 URINOIR - de urinoirs, code U.

53.32

DOUCHE-, BAD- EN BIDETCOMBINATIES

53.32.22-a VLOERAFVOERPUT, DOUCHEMENGKRAAN 0. VLOERAFVOERPUT 1. DOUCHEMENGKRAAN Zie paragraaf 53.32.29-a 3. DOUCHEKOP Zie paragraaf 53.32.29-a 5. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montage-/opstelling volgens leverancier - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens tekening 01 DOUCHE Douches kleedruimten (D2) 53.32.29-a ELEKTRONISCH GESTUURDE MENGKRAAN 1. ELEKTRONISCH GESTUURDE MENGKRAAN Fabrikaat: de Melker Type Rada Sense Douche Uitvoering: thermostatisch Materiaal: - Bedieningspaneel: verchroomd ABS - behuizing: ABS Bediening: - Non-touch bedien paneel, temperatuur binnen ingestelde grenzen regelbaar. Kabellengte 89.10.01.E

Blad: 181



afhankelijk van afstand tot bedien paneel (max. 6 m.) Elektrisch: - Spanning (V, Hz): 240, 50 - Vermogen: (W): 20 bij 12 V= Instellingen: - Douche aanvangstemperatuur (øC): 38 - Douche min/max (øC): 35 / 42 - Douche tijd (sec): 30 - Cyclus spoeltijd: (sec): 60 - Wachttijd cyclus spoeling (h): 24 Voorzien van: - De-activering sleutel - Software voor PDA - Ingebouwde keerkleppen Toebehoren: - 1/2" magneetventiel (12 V AC), inclusief de benodigde bekabeling - Douchekop fabr. Rada, type VR106 - Rada Sense "Meltronic" besturingskast 4. STOPKRAAN Model: E‚n-hendel kogelkraan (Kiwa) voorzien van aftap kraantje 1/4" (t.b.v. controle keerklep). 01 AANTAL/PLAATS - douches kleedruimten, code D

53.33

WASTAFEL- EN WASTROGCOMBINATIES

53.33.11-a WASTAFEL/FONTEINBAK, WASTAFELKRAAN 0. WASTAFEL Fabrikaat: Sphinx. Type: Sphinx 300 60. Materiaal: kristalporselein. Kleur: wit. Afmetingen (bxdxh) (mm): 600x470x180. Kraangat: middenin, diameter 35 mm. Overloop: - overlooprozet: verchroomd kunststof. - overloopkanaal: keramisch. Toebehoren: - plugbouten - Viega plugbekersifon 366681 - spiegel 1. WASTAFELKRAAN Fabrikaat: Grohe Nederland B.V. Toiletkraan. Type: Costa L Model: tafel hoog. Aansluitdiameter ("): 1/2. Afdichting: klep. Materiaal: messing. Oppervlaktebehandeling: verchroomd. Volumestroomklasse (NEN-EN 200-08): Z. Bediening: - vorm: knop. - materiaal: messing. - oppervlaktebehandeling: verchroomd. Uitloop: - draaibaar. - vorm: gebogen. - lengte (mm): 136 89.10.01.E

Blad: 182



- spaarmousseur. 4. STOPKRAAN Fabrikaat: Schell, o.g. Type: Hoekstopkraan Aansluitingen: - aanvoer: knel 12mm - toestel: knel 12mm Materiaal: messing Oppervlaktebehandeling: verchroomd Bediening - knop Toebehoren: - klemschroef koppelingen - schuifrozet 5. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening/afspraak gebruiker Bevestigingswijze: - opbouw - wastafel - toiletkraan - hoekstopkraan Aansluitingen: - aansluitingen met leidingen 01 WASTAFEL/FONTEIN - wastafels in voorruimten toiletten (enkel koud water), code WT 53.33.12-a WASTAFEL/FONTEINBAK, WASTAFELMENGKRAAN 0. WASTAFEL Fabrikaat: Sphinx, o.g. Type: 300 Ergo Materiaal: kristalporselein Kleur: wit Afmetingen (mm): 650x560x145 Kraangat: middenin, diameter 35mm Overloop: - overlooprozet: verchroomd kunststof - overloop kanaal: keramisch Afvoergarnituur: - plugbekersifon Viega art.nr.104337+148355 Toebehoren: - stop met ketting- plugbout bevestigingsset - spiegel 1. WASTAFELMENGKRAAN Fabrikaat: Gustavsberg. Serie: Type: SK01. Aansluitdiameter (mm): 10. Water- en energiespaarstand met anti-waterslag. Afdichting: keramische schijf. Materiaal: messing. Oppervlaktebehandeling: verchroomd. Bediening: - vorm: hendel. Uitloop: - vast. 4. STOPKRAAN Fabrikaat: Schell, o.g. 89.10.01.E

Blad: 183



Type: Hoekstopkraan Aansluitingen: - aanvoer: knel 12mm - toestel: knel 10mm Materiaal: messing Oppervlaktebehandeling: verchroomd Bediening - knop Toebehoren: - klemschroef koppelingen - schuifrozet 5. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening/afspraak gebruiker Bevestigingswijze: - opbouw - wastafel - wastafelkraan - hoekstopkraan Aansluitingen: - aansluitingen met leidingen 01 WASTAFEL/FONTEIN - miva-wastafel, code WT1. 53.33.12-b WASTAFEL/FONTEINBAK, WASTAFELMENGKRAAN 0. WASTAFEL Fabrikaat: Sphinx. Type: Sphinx 300 60. Met consolegaten. Materiaal: kristalporselein. Kleur: wit. Afmetingen (bxdxh) (mm): 600x470x180. Kraangat: middenin, diameter 35 mm. Overloop: - overlooprozet: verchroomd kunststof. - overloopkanaal: keramisch. Toebehoren: - Viega plugbekersifon 5/4 chroom nr. 366681 1. WASTAFELMENGKRAAN Fabrikaat: Grohe Nederland B.V. Type: Costa L, max. 6 liter/min Model: tafel ééngats met ketting. Aansluitdiameter ("): 3/8. Afdichting: klep. Materiaal: messing. Oppervlaktebehandeling: verchroomd. Volumestroomklasse (NEN-EN 200-08): Z. Bediening: - vorm: knoppen. - materiaal: messing. - oppervlaktebehandeling: verchroomd. Uitloop: - draaibaar. - vorm: gebogen. - sprong (mm): 137 - spaarmousseur. Toebehoren: - stop - flexibele aansluitslangen 4. STOPKRAAN Fabrikaat: Schell, o.g. 89.10.01.E

Blad: 184



Type: Hoekstopkraan Aansluitingen: - aanvoer: knel 12mm - toestel: knel 10mm Materiaal: messing Oppervlaktebehandeling: verchroomd Bediening - knop Toebehoren: - klemschroef koppelingen - schuifrozet 5. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening/afspraak gebruiker Bevestigingswijze: - opbouw - wastafel - wastafelkraan - hoekstopkraan Aansluitingen: - aansluitingen met leidingen 01 WASTAFEL/FONTEIN - wastafels met koud en warmwater, code WT2

53.34

GOOTSTEEN- EN SPOELBAKCOMBINATIES

53.34.32-a SPOELBAK, GOOTSTEENMENGKRAAN 0. SPOELBAK Te leveren en monteren door bouwkundig aannemer Afvoergarnituur: - Mcal sifon 1 1/2"x40 nr. 5077907 - Mcal T-stuk met tule nr. 0055050 1. GOOTSTEENMENGKRAAN Fabrikaat: Grohe Nederland B.V. Keukenmengkraan. Type: Costa L Model: tafel 1 gats. Aansluitdiameter ("): 3/8. Afdichting: keramische schijf. Materiaal: messing. Oppervlaktebehandeling: verchroomd. Volumestroomklasse (NEN-EN 200-08): Z. Bediening: - vorm: knop. - materiaal: messing. - oppervlaktebehandeling: verchroomd. Uitloop: - draaibaar. - vorm: gebogen. - sprong (mm): 182 - spaarmousseur. Toebehoren: - ketting met stop - flexibele aansluitingen - VSH beluchterkraan 1/2" nr. 050020.8 tbv vaatwasser 4. STOPKRAAN Fabrikaat: Schell, o.g. Type: Hoekstopkraan Aansluitingen: - aanvoer: knel 12mm 89.10.01.E

Blad: 185



- toestel: knel 12mm Materiaal: messing Oppervlaktebehandeling: verchroomd Bediening: - knop Toebehoren: - klemschroefkoppelingen - schuifrozet 5. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening/afspraak gebruiker Bevestigingswijze: - opbouw - wasbak - kraan - hoekstopkraan Aansluitingen: - aansluitingen met leidingen 01 GOOTSTEEN/SPOELBAK - spoelbak aansluitingen, code A.

53.70

KRANEN EN KRAAN-AFVOERCOMBINATIES

53.70.11-a TAPKRAAN 0. TAPKRAAN Fabrikaat: VSH B3550, o.g. Model: wand Aansluitdiameter ("): 1/2 Bediening: - vorm: knop Toebehoren: - Wats terugstroombeveiliging Ca9c 3/4 nr. 407020290 - Wats trechter 9d nr. 416100000 - slangkoppeling, VSH 1308972 - rozet - cv-vul set, technische unie art.nr 1785.393 4. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montage-/opstelling in technische ruimte Bevestigingswijze: - opbouw 01 KOUD-WATERTAPINSTALLATIE systeem: eengroeps koud-waterleiding..... uitvoering: - in het zicht in technische ruimte aansluitpunten: - de cv-installatie 53.70.12-a GEVELKOM, TAPKRAAN 0. GEVELKOM Fabrikaat: VSH Model: Polaris GK115 Aansluitdiameter (mm): 15 Afmetingen (mm): 80x80 Materiaal..... 1. TAPKRAAN Zie rubriek 0 01 KOUD-WATERTAPINSTALLATIE systeem: eengroeps koud-waterleiding..... - buitenkraan, vorstvrij

89.10.01.E

Blad: 186



53.70.21-a TAPKRAAN, AFVOERGARNITUUR 0. TAPKRAAN Fabrikaat: VSH, o.g. Type: 50080.8 Model: wand Afdichting: klep Materiaal: messing Oppervlaktebehandeling: verchroomd Bediening: - vorm: knop - materiaal: kunststof Uitloop: - vast Toebehoren: - incl. beluchter 1. AFVOERGARNITUUR Fabrikaat: McAlpine, 552950 Nominale doorlaat (DN): 50 Materiaal: kunststof Vloerbuis Ontstoppingsvoorziening: 4. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening Bevestigingswijze: - opbouw - tapkraan - afvoergarnituur 01 AANTAL EN/OF PLAATS - te rekenen ten behoeve van koffieautomaat (KA), wasmachine (WM), vaatwasser (VW), tappunt (TP). - 4 stuks tappunten in keuken positie nader te bepalen.

53.80

TOEBEHOREN SANITAIR

53.80.20-a SPIEGEL 0. SPIEGEL Fabrikaat: Swallow, o.g. Vorm: rechthoekig Afmetingen (mm): volgens tegelmaat, in overleg met architect, minimalen afmetingen 600x450mm Materiaal: helder glas Toebehoren: - spiegelklemmen 4. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening 01 SANITAIR TOEBEHOREN - te rekenen bij wastafels in voorruimten toiletten en in douches kleedruimten. - spiegel in bouwen in tegelwerk. Maat afstemmen op tegelmaat. 53.80.20-b SPIEGEL 0. SPIEGEL Fabrikaat: Swallow, o.g. Vorm: rechthoekig Afmetingen (mm): volgens tegelmaat, in overleg met 89.10.01.E

Blad: 187



architect, minimalen afmetingen 800x600mm Materiaal: helder glas Toebehoren: - zware spiegelklemmen 4. MONTAGE SANITAIR Montagewijze: - montagehoogte boven afgewerkte vloer (m): volgens opstellingstekening 01 SANITAIR TOEBEHOREN - te rekenen bij miva-wastafel. - spiegel in bouwen in tegelwerk. Maat afstemmen op tegelmaat. 53.80.30-a BEUGEL/STEUN/ZITBANK 0. TOILETSTEUN Fabrikaat: Pressalit Type: Rehab Constructie: opklapbaar Afmetingen (mm): lengte 850 Kleur: wit Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - closetrolhouder 01 SANITAIR TOEBEHOREN - per MIVA-toilet te rekenen op twee beugels, per twee beugels rekenen met een closetrolhouder. Einde hoofdstuk 53

89.10.01.E

Blad: 188


54

BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIES

54.00

ALGEMEEN

54.00.29

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 01 KEUR Alle te verwerken materialen met KIWA-keur.

54.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90 GOEDKEURING INSTALLATIES De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: - het waterleverend bedrijf - het gemeentelijk bouwen woningtoezicht De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. 91 MELDING AANVANG De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

54.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 01 REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): De complete brandblusinstallatie De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager: witdruk (bij waterleiding tekening) en CD-rom (tekeningen in Autocad). Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Tijdstip van levering - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 02 REVISIETEKENINGEN BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters - de materialen - de plaats van appendages - de maatvoering 03 REVISIEBESCHEIDEN De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen: - De complete brandblusinstallatie Aantal te verstrekken revisiebescheiden: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Taal: Nederlandse Tijdstip van verstrekking- ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen Vorm van verstrekking - witdruk - CD-rom

89.10.01.E


Blad: 189



54.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: Van: Brandblusinstallatie Taal: Nederlands. 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van: Brandbestrijdingsinstallatie Taal: Nederlands.

54.11


54.11.10-a BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIE 0. BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIE Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van een complete brandbestrijdingsinstallatie bestaande uit: - blussysteem met brandslanghaspels aangesloten op het koudwater leidingnet; Uitvoering: - volgens de leverings- en aansluitvoorwaarden van het drinkwaterleverendbedrijf. - volgens de voorschriften van de plaatselijke brandweer. - volgens de Model-aansluitvoorwaarden voor drinkwater van de Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland. 01 TOEPASSING - De brandbestrijdingsinstallatie.

54.12


54.12.10-b TEKENINGEN 0. TEKENINGEN BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen tekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters en plaats van de brandslanghaspels en poeder blustoestellen . - de materialen - de plaats van appendages - de maatvoering 54.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen berekening: Van: - de brandbestrijdingsinstallatie in de gebouwen; Berekeningsmethode: conform voorschriften

54.13


54.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN 0. BEPROEVEN/INREGELEN 5. KEURINGSRAPPORT/-CERT. BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIE Door de aannemer te verstrekken keuringsrapport/ -certificaat: Alle blustoestellen bij oplevering door een REOB-

89.10.01.E

Blad: 190



gecertificeerd bedrijf te keuren op basis van NEN 2559, NEN 2659 en NEN-EN 671-3, voorzien van sticker en geldig onderhoudscertificaat toevoegen aan revisiebescheiden.

54.40

BRANDBLUSTOESTELLEN

54.40.11-a BRANDSLANGHASPEL 0. BRANDSLANGHASPEL (NEN-EN 671-1-01) Fabrikaat: Ajax-Chubb Brandbeveiliging B.V. Slanghaspel met vormvaste slang. Model: Euro Slang: - diameter (mm): 19. - lengte (m): 20. - materiaal: synthetisch rubber. Haspel: - bouwdiepte (mm): 166. - bladdiameter (mm): 600. Haspelblad: - materiaal: kunststof. Afsluiter: handbediend. Materiaal watervoerende delen: - invoeras: messing. - aanvoerpijp: messing. - afsluiter: messing verchroomd. - straalpijp: messing/kunststof. Toebehoren: - straalpijphouder. - slanggeleider. - montageset. 4. MONTAGE BRANDBLUSTOESTEL Montagewijze: - inbouw in brandslanghaspelkast Aansluitingen: - de brandslanghaspel ''stromend'' aansluiten op de waterleiding - voorzien van controleerbare terugslagklep 01 TOEPASSING - aantal en plaats volgens tekeningen. 54.40.12-a BRANDSLANGHASPELKAST 0. BRANDSLANGHASPELKAST, OP/INBOUW Fabrikaat: Ajax-Chubb Brandbeveiliging B.V. Brandslanghaspelkast voor brandslanghaspel. Type: VariGrip Basic. Constructie: vast. Afmetingen (bxhxd) (mm): 790x790x185. Materiaal: plaatstaal. Oppervlaktebehandeling: verzinkt en gepoedercoat. Kleur (RAL): 9010. Deur: - draairichting: links/rechts. - materiaal: plaatstaal. - kleur handgreep (RAL): 5013. Plaats waterdoorvoer: onder/boven. Voorzieningen: - montagepunten voor haspel, straalpijphouder en slanggeleider. - nastelbare binnenliggende scharnieren. Toebehoren: - daglijst voor inbouw. 89.10.01.E

Blad: 191



01 TOEPASSING - de inbouw brandslanghaspelkasten ten behoeve van alle brandslanghaspels.

54.50

APPENDAGES

54.50.50-a LEIDINGDOORVOERHULPSTUK MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK Fabrikaat: CSD Type: Slipsil Materiaal NOFIRNO Afdichting: brandwerend, gasdicht, waterdicht en geluidwerend. 1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK Montagewijze: - montage/opstelling volgens voorschriften van fabrikant/leverancier 01 TOEPASSING - voor alle leidingdoorvoeren ten behoeve van het afdichten van stalen, koperen en kunststof leiding doorvoeren. - branden rookscheidingen volgens bouwkundige tekeningen. Einde hoofdstuk 54

89.10.01.E

Blad: 192


55

GASINSTALLATIES

55.00

ALGEMEEN

55.00.29

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 01 ISSO PUBLICATIES Door ISSO is technische kennis en normen eenduidig vastgelegd in publicaties. De installaties dienen aan de volgende publicaties, indien van toepassing, te voldoen: - ISSO 76 Montage en materiaal technische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmingsinstallaties - ISSO/SBR 809 Brandveilige Doorvoeringen 02 BEVESTIGINGSMATERIALEN Bevestiging van de installaties op een deugdelijke wijze. De materiaaltoepassing van de bevestigingsmaterialen dient afgestemd te zijn op de leidingsoort (staal, koper, kunststof) en de plaats (binnen, kruipruimte, buiten). 04 KEUR Alle te verwerken materialen met GIVEG-keur.

55.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 01 DIENSTLEIDING GASLEVEREND BEDRIJF De dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de gasleiding op het leidingnet van het gasleverend bedrijf wordt door derden aangelegd. De aanleg vindt plaats tot en met de verbruiksmeter . 02 GOEDKEURING INSTALLATIES De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: - installateur met KOMO-instal procescertificaat volgens BRL6001 - het gasleverend bedrijf Dienst Gemeentelijk Bouwtoezicht van betreffende Gemeente. - fabrikant, leverancier. De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. 03 AANSLUITKOSTEN Voor rekening van de aannemer zijn de aansluitkosten van: - geen De aansluitkosten zijn voor rekening van de opdrachtgever. De aannemer verzorgt de aanvraag en co”rdineert de werkzaamheden. 90 BEDIENING EN ONDERHOUDSINSTRUCTIE Direct na de oplevering het door de opdrachtgever aangewezen personeel van de gebruiker van het project instrueren in de bediening, de regeling en het onderhoud van de opgeleverde installaties. De instructietijd is minimaal 1 uren De instructietijd is maximaal 2 uren 91 GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd

89.10.01.E


Blad: 193



die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: technische installaties - te garanderen door: aannemer - periode: 12 maanden De aanvullende garanties dienen te worden overgedragen aan het bedrijf dat het onderhoud uitvoert. 55.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 01 REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): De complete gasinstallatie De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager:witdruk en CD-rom (tekeningen in Autocad). Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Tijdstip van levering - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst retour 03 REVISIETEKENINGEN GASINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters - de materialen - de plaats van appendages - de maatvoering De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. 04 REVISIEBESCHEIDEN De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen: - De complete gasinstallatie Aantal te verstrekken revisiebescheiden: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Taal: Nederlandse Tijdstip van verstrekking- ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen Vorm van verstrekking - witdruk - CD-ROM

55.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: Van: Gasinstallatie Taal: Nederlands. 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van: Gasinstallatie Taal: Nederlands.

89.10.01.E

Blad: 194



55.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 01 CONTROLE VERBINDINGEN Door de aannemer te controleren leidingverbindingen. Radiografisch: - ten minste 10 procent van het aantal verbindingen, doch min. 1; evenredig verdeeld over de verschillende middellijnen. De kosten van de keuringen komen voor rekening van de aannemer. De kosten voor de reparatie of vernieuwen van de lassen en de herkeuring komen eveneens ten laste van de aannemer.

55.11


55.11.10-a AARDGASINSTALLATIE 0. AARDGASINSTALLATIE Uitvoering: - overeenkomstig NEN 1078-04 - overeenkomstig NEN 2078-01 - overeenkomstig NEN 8078-04 Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van een complete aardgas installatie voor: - alle nieuw te bouwen bouwdelen. Het gasleidingnet dient aan het plafond van de begane grond bevestigd te worden. De gasleiding eindigen bij de toestellen (cv-ketel en boiler) in de technische ruimte en een maal eindigen in de keuken ten behoeve voor het kooktoestel. Het gas is afsluitbaar per aangesloten toestel. Bij de buitenbar ook een gasaansluiting aanbrengen ten behoeve van een gasbarbeque. De ruimte waarin boiler en ketel worden opgesteld dient te worden gemaakt volgens de eisen van een stookruimte. Het gehele leidingnet uit te voeren conform de voorschriften en voorzien van de benodigde appendages etcetera.

55.12


55.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENINGEN GASINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen tekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters - de materialen - de plaats van appendages - de maatvoering 55.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. GASINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen berekening. Van Berekeningsmethode (NEN 1078-04) Uitgangspunten - drukverlies na het reduceer, maximaal 2,5 mBar

89.10.01.E

Blad: 195


55.13



55.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN 0. GASINSTALLATIE Beproeven/inregelen. Onderdelen: - de aardgas-installatie Methode: - overeenkomstig NEN 1078-04 - overeenkomstig NEN 2078-01 - overeenkomstig NEN 8078-04 Uitvoering door: - aannemer 5. BEPROEVINGS-/KEURINGSRAPPORT Door de aannemer te verstrekken beproevingsrapport. Onderdelen: - de gasleidingen r”ntgenonderzoek van de lassen - afpersen leidingnet

55.31


55.31.10-a AANLEG METALEN BUISLEIDING, STALEN BUIS 0. AANLEG METALEN GASLEIDING Aanlegwijze: - voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen. - leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten - overeenkomstig NEN 1078-04 - overeenkomstig NEN 2078-01 - overeenkomstig NEN 8078-04 Verbindingswijze: - lasverbinding - draadfitverbinding Bevestigingswijze: - gebeugeld - ondersteund Beschermingswijze: - beschermbuis bij doorvoeren van bouwkundige onderdelen. - Algemeen: hulzen van staal, corrosiewerend behandeld. - Hulzen in natte ruimten: Bij doorvoeringen door stenen dekvloeren waar water of andere vloeistoffen langs leidingen kunnen lekken, moeten de hulzen 80 mm boven de afgewerkte vloer uitsteken en bovenaan ingehaald zijn. Aansluiting: - aansluitpunten apparatuur 1. STALEN BUIS, DRAADPIJP (NEN 3257-74) Nominale doorlaat (mm): DN 10 t/m DN 40 Wanddikte: middelzwaar. Constructie: gelast. Oppervlaktebehandeling: A gestraald, 2x gemenied Lengte (m): 6. Hulpstukken: Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING: - het leidingsysteem voor aardgas in de gebouwen. 89.10.01.E

Blad: 196



55.31.10-b AANLEG METALEN BUISLEIDING, STALEN BUIS 0. AANLEG METALEN GASLEIDING Aanlegwijze: - voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen. - leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten - overeenkomstig NEN 1078-04 - overeenkomstig NEN 2078-01 - overeenkomstig NEN 8078-04 Verbindingswijze: - lasverbinding - flensverbinding Bevestigingswijze: - gebeugeld - ondersteund Beschermingswijze: - beschermbuis bij doorvoeren van bouwkundige onderdelen. - Algemeen: hulzen van staal, corrosiewerend behandeld. - Hulzen in natte ruimten: Bij doorvoeringen door stenen dekvloeren waar water of andere vloeistoffen langs leidingen kunnen lekken, moeten de hulzen 80 mm boven de afgewerkte vloer uitsteken en bovenaan ingehaald zijn. Aansluiting: - aansluitpunten apparatuur 1. STALEN BUIS, NAADLOOS (NEN 10220-03) Nominale doorlaat (mm): DN 50 en groter Buitenmiddellijn (mm): Reeks 1: Wanddikte (mm): Oppervlaktebehandeling: gestraald, 2x gemenied Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING: - het leidingsysteem voor aardgas in de gebouwen.

55.32


55.32.10-a AANLEG KUNSTSTOF BUISLEIDING KUNSTSTOF BUIS 0. AANLEG KUNSTSTOF GASLEIDING Aanlegwijze: - voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen. - leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten - overeenkomstig NEN 1078-04 - overeenkomstig NEN 2078-01 - overeenkomstig NEN 8078-04 Verbindingswijze: persverbindingen Bevestigingswijze: - gebeugeld - ondersteund Beschermingswijze: - beschermbuis bij doorvoeren van bouwkundige onderdelen. 89.10.01.E

Blad: 197



- Algemeen: hulzen van staal, corrosiewerend behandeld. - Hulzen in natte ruimten: Bij doorvoeringen door stenen dekvloeren waar water of andere vloeistoffen langs leidingen kunnen lekken, moeten de hulzen 80 mm boven de afgewerkte vloer uitsteken en bovenaan ingehaald zijn. Aansluitingen: - aansluitpunten apparatuur 1. KUNSTSTOF BUIS, PE-X/AL Leverancier: NATHAN IMPORT/EXPORT B.V. Uponor meerlagenleiding voor gas. Type: UNIPIPE MLC-G Materiaal: PE-Xb met aluminium tussenlaag. Nominale buitendiameter (mm): volgens berekening aannemer Wanddikte (mm): 2,25. Kleur: geel. Mantelbuis: - materiaal: PE. - kleur: geel. Verbindingswijze: pers. Hulpstukken: - koppeling - bocht - T-stuk Toebehoren: - kunststof invoerbochten - mantelpijpen 01 TOEPASSING - het leidingsysteem voor aardgas naar tappunt buitenbarbeque.

55.51


55.51.10-a AFSLUITER 0. MEMBRAANAFSLUITER Fabrikaat: Saunders type: A membraan: HT Nominale doorlaat (DN): >50 Vorm: recht Aansluitingen: flens Bediening: handmatig Toebehoren: - GIVEG keur - tegenflenzen, pakkingen 01 TOEPASSING - gasafsluiter. 55.51.10-b AFSLUITER 0. KOGELAFSLUITER Fabrikaat: Econosto Type: figuur 1619 Nominale doorlaat (DN): 15 t/m 40 Druktrap (PN): 25 Vorm: recht Aansluitingen: schroefdraad Materiaal: messing Bediening: handmatig Toebehoren: 89.10.01.E

Blad: 198



- koppeling - gaskeur volgens NEN-EN 331 01 TOEPASSING - gasafsluiter. 55.51.40-b GASFILTER 0. GASFILTER Fabrikaat: Econosto figuur: 1014 Nominale doorlaat (DN): 15 t/m 50 Druktrap (PN): 16 Vorm: recht Aansluitingen: schroefdraad Materiaal: brons Filterelement: - maaswijdte (mm): 0,3 - materiaal..... - koppeling 01 TOEPASSING - gasfilter. - te plaatsen bij elk toestel.

55.53


55.53.10-a LEIDINGDOORVOERHULPSTUK MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK, BRANDWEREND Fabrikaat: CSD Materiaal: NOFIRNO Type: Slipsil Afdichting: brandwerend, gasdicht, waterdicht en geluidwerend. 1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK Montagewijze: - montage/opstelling: volgens voorschriften van fabrikant/leverancier 01 TOEPASSING - voor alle leidingdoorvoeren ten behoeve van het afdichten van stalen, koperen en kunststof leidingdoorvoeren. - branden rookscheidingen volgens bouwkundige tekeningen. 55.53.20-a NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT Fabrikaat: Resopal, Vever-Best Type: rechthoekig Materiaal: kunststof Afwerking: witte plaat, zwarte tekst Opschrift: nader te bepalen Afmeting: 100x50 mm Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - staander 01 TOEPASSING - ten behoeve van gasleidingnet, apparaten en appendages. - aantal en plaats in overleg met de opdrachtgever. - te rekenen op ca. 10 stuks.

89.10.01.E

Blad: 199



55.53.20-b NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. LEIDINGSTICKER Fabrikaat: Verver-Best Type: VB stromingssticker Materiaal: Vinyl - witte stickers met zwarte opdruk en aan ieder eind een kleurcode en een witte pijl met een zwarte omranding. Kleurcode volgens NEN 3050. De stroomrichting dient te worden aangegeven door een pijl. Oppervlaktebehandeling: ondergrond vetvrij maken. 01 TOEPASSING - op het leidingsysteem voor aardgas in de gebouwen. Einde hoofdstuk 55

89.10.01.E

Blad: 200


60

VERWARMINGSINSTALLATIES

60.00

ALGEMEEN

60.00.09

ONTWERPEISEN 01 GELUIDNIVEAU DOOR INSTALLATIES Het A-gewogen equivalente geluiddrukniveau ten gevolge van installaties binnen verschillende gebouwsoorten mag de in de tabel genoemde maximale waarde niet overschrijden. Sportaccommodaties Kantine 40 dB(A) Bestuurskamer 35 dB(A) Toiletten en natte ruimten 35 dB(A)



89.10.01.E

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 01 ISSO PUBLICATIES Door ISSO is technische kennis en normen eenduidig vastgelegd in publicaties. De installaties dienen aan de volgende publicaties, indien van toepassing, te voldoen: - ISSO 18 Leidingnetberekening - ISSO 31 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties - ISSO 44 Ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen - ISSO 49 Vloerverwarming/wandverwarming en vloer/wandkoeling (herziening ISSO-publicatie 10) - ISSO 51 Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen (herzien versie 2009) - ISSO 53 Warmteverliesberekening voor utiliteitsgebouwen - ISSO 60 U- en R-waarden (2004) - ISSO 64 Kwaliteitseisen Isolatie - ISSO 65 Inregelen van ontwerpvolumestromen in warmwaterverwarmingsinstallaties - ISSO 76 Montage en materiaal technische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmingsinstallaties - ISSO 81 Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen. - ISSO/SBR 809 Brandveilige Doorvoeringen Blad: 201



2. BEVESTIGINGSMATERIALEN Bevestiging van de installaties op een deugdelijke wijze. De materiaaltoepassing van de bevestigingsmaterialen dient afgestemd te zijn op de leidingsoort (staal, koper, kunststof) en de plaats (binnen, kruipruimte, buiten). Daarnaast dient de beugeling akoestisch voldoende ontkoppeld te zijn om aan de gestelde geluidseisen te voldoen. 03 AFTAKLEIDINGEN Gelaste aftakkingen op leidingen stromend uitvoeren, met uitzondering van die op verdeel- en verzamel- stukken. 4. LUCHTVERZAMELPOTTEN Aansluitingen op luchtverzamelpotten hebben ten minste dezelfde diameter als het te ontluchten leidingdeel, echter met een minimale doorsnede DN 50. 5. MEETPUNTEN De slangtubelures/tuiten van alle in de installaties toe te passen afsluitbare drukmeetpunten moeten eenzelfde uitwendige diameter bezitten en zijn voorzien van een afsluiter met O-ring afdichting. De meetpunten zo aanbrengen, dat zij voldoende ver buiten de isolatie uitsteken. 06 AANWIJSINSTRUMENTEN VOOR DRUK EN TEMPERATUUR Bij elke opwekker en gebruiker dient de druk en de temperatuur van het medium, zonder tussenkomst van een meetinstrument, afgelezen te kunnen worden. Hiervoor manometers en thermometers te voorzien. 07 BEUGELS OP VERTICALE LEIDINGEN Bij meer in het zicht komende verticale leidingen in dezelfde ruimte de beugels ten opzichte van elkaar op gelijke hoogte aanbrengen. 8. ROZETTEN Alle in het zicht blijvende doorvoeringen aan de zichtzijde(n) voorzien van rozetten. 09 AANVANG ISOLEREN Voor het aanbrengen van de isolatie moeten de betreffende leidingen en hulpstukken tegen corrosie zijn beschermd. 11 BEDIENING EN ONDERHOUD Al het werk zodanig uit te voeren en alle apparatuur zodanig te installeren, dat het gemakkelijk toegankelijk is voor bediening, onderhoud en herstel, zonder dat de vrije hoogte of vrije toegangsruimte worden beperkt. 90 BEDIENING EN ONDERHOUDSINSTRUCTIE Direct na de oplevering het door de opdrachtgever aangewezen personeel van de gebruiker van het project instrueren in de bediening, de regeling en het onderhoud van de opgeleverde installaties. De instructietijd is minimaal 1 uren De instructietijd is maximaal 2 uren 91 GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: technische installaties - te garanderen door: aannemer - periode: 12 maanden Met de volgende aanvullingen: - leidingen vloerverwarming, te garanderen door de leverancier 36 maanden verzekerde garantie 89.10.01.E

Blad: 202



inclusief gevolgschade De aanvullende garanties dienen te worden overgedragen aan het bedrijf dat het onderhoud uitvoert. 60.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 01 GOEDKEURING INSTALLATIES De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: - installateur met KOMO-instal procescertificaat volgens BRL6000 De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. 90 AANVANG WERKZAAMHEDEN Met de installatiewerkzaamheden in technische ruimten mag niet eerder worden aangevangen, dan nadat deze ruimten glas- en waterdicht zijn.

60.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 01 REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Van de complete verwarmingsinstallatie De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager: witdruk en CD-rom (tekeningen in Autocad). Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Tijdstip van levering - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 02 REVISIEGEGEVENS Door de aannemer te verstrekken gegevens: Van de complete verwarmingsinstallatie Tijdstip van verstrekking - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 03 REVISIETEKENINGEN VERWARMINGSINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingen kanaalbeloop met afmetingen en peilmaten - de leidingen kanaalbevestigingsconstructies. - de ondersteunings- en vastpuntconstructies. - de reinigings- en inspectieluiken. - de doorvoeringen - de opstelling en specificaties van verwarmingsapparaten en -lichamen - de opstelling en specificaties van appendages - de materialen van leidingen, kanalen, isolatie en isolatie-afwerkingen - de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen - de inregelgegevens 04 REVISIEBESCHEIDEN De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen:

89.10.01.E

Blad: 203



- De complete verwarmingsinstallatie Aantal te verstrekken revisiebescheiden: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Taal: Nederlandse Vorm van verstrekking - witdruk - CD-rom 60.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: Van: de centrale verwarmings installatie Taal: Nederlands. 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van: de centrale verwarmings installatie Taal: Nederlands.

60.11


60.11.09-a BINNENTEMPERATUUR 0. BINNENTEMPERATUUR Ruimte benaming ------------------------sanitair (toilet) bergingen/werkkasten entree/sluis kantoren vergaderruimten kantine kleedruimten verkeersruimte technische ruimte containerruimte trappenhuis

temperatuur °C --------------------18 alleen verw. aan buitengevel 15 18 20 20 20 24 18 5 5 18

60.11.10-a WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE 0. WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE Collectieve verwarming Verwarmingstoestel: Verwarmingsketel in hoog rendement uitvoering Verwarmingslichamen: Vloerverwarming en radiatoren Twee pijps distributiesysteem Temperatuur verschil aanvoer/retour (K): 20 Temperatuurregeling: - kamerthermostaat - buitenregeling - thermostatische radiatorkranen Uitvoering: - volgens geldende normen en voorschriften (ISSO publicaties) - goedkeuring directie Het werk bestaat uit het berekenen, leveren,

89.10.01.E

Blad: 204



monteren en bedrijfsvaardig opleveren van de complete verwarmingsinstallaties voor: De warmte wordt opgewekt door een verwarmingsketel welke staat opgesteld in ruimte 1.09 (samen met de boiler, in een stookruimte). Het temperatuurstraject is 50-30øC. Er worden twee groepen aangebracht namelijk: - luchtbehandeling; - vloerverwarming. De buizen naar alle gebruikers zijn dunwandig en worden ge‹soleerd. De dunwandige buizen aanbrengen in het verlaagde plafond van begane grond of souterrain. Het verlaagde plafond wordt aangebracht in gangen en natte ruimten. Waar leidingen in het zicht komen deze zo monteren dat er geen hinder plaats vind van deze leidingen. De te verwarmen ruimtes staan aangegeven op de tekeningen. Dit gebeurt in de meeste gevallen met vloerverwarming op een aantal ruimten na welke door middel van een radiator worden verwarmd. In overleg met gebruiker bepalen welke ruimten een eigen draadloze thermostaat krijgen om de desbetreffende ruimte in temperatuur te kunnen regelen. De minimale vloeropbouw voor de vloerverwarming is als volgt: - 20 mm isolatie waarop slangen worden bevestigd; - 50mm afwerkvloer.

60.12


60.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENING VERWARMINGSINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen tekening(en): Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingen kanaalbeloop met afmetingen en peilmaten van - de leidingen kanaal bevestigingspunten, ondersteuningspunten, vastpuntconstructies, reinigings- en inspectieluiken, doorvoeringen van - de plaats en specificaties van verwarmingsapparaten en -lichamen - de plaats en specificaties van appendages - de materialen van leidingen, kanalen, isolatie en eventuele isolatie-afwerkingen - de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen 60.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. WARMTEVERLIESBEREKENING Door de aannemer te vervaardigen berekening(en): - de warmteverliesberekening(en) - overeenkomstig ISSO publicatie 51-09 - overeenkomstig ISSO publicatie 53-02 - overeenkomstig ISSO publicatie 57-02 Transmissieverlies: - ruimtetemperatuur (°C): zie artikel 60.11.09-a - buitentemperatuur (°C): -7 - windsnelheidsgebied: kustgebied. 89.10.01.E

Blad: 205



Ventilatiewarmteverlies: - infiltratiedebiet (l/s.m2 gevel): volgens epc berekening - toevoer/afvoer: mechanisch/mechanisch. Opwarmtoeslag: - bedrijfswijze: volgens opgave gebruikers - verwarming: vloerverwarming. - temperatuurregeling: per ruimte. - bouwkundige warmtedoorgangsco‰ffici‰nten conform EPN berekening. - Isolatie en infiltratiewaarden dienen getoetst te worden aan de hand van de definitieve bouwkundige tekeningen. - De aannemer controleert en parafeert de berekeningen zelf alvorens deze bij de directie in te dienen. 60.12.20-b INSTALLATIE-BEREKENING 0. CV-DISTRIBUTIELEIDINGEN Door de aannemer te verstrekken berekening voor de berekening moet worden uitgegaan van: - de aanvoer-/retourtemperatuur van het CV-water van (°C): 50-30 - een watersnelheid van max. (m/s): bij de dimensionering moet uitgegaan worden van de volgende snelheden in de cv-leidingen: doorlaat max. snelheid (m/s) NW15 0.34 NW20 0.45 NW25 0.50 NW32 0.50 NW40 0.70 NW50 0.75 NW65 0.80 NW80 en groter 1.00 berekening circulatiepompen Berekeningsmethode: - volgens de geldende voorschriften. - De aannemer controleert en parafeert de berekeningen zelf alvorens deze bij de directie in te dienen.

60.13


60.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN 0. VERWARMINGSINSTALLATIE Beproeven. Onderdelen: - verwarmingsleidingen; - vloerverwarming - radiatoren Methode: - beproeven verwarmingsleidingen d.m.v. afpersen Uitgangspunten: - beproevingsdruk 150 kPa boven de werkdruk. Uitvoering door: - de aannemer. 60.13.10-b BEPROEVEN/INREGELEN 0. VERWARMINGSINSTALLATIE Beproeven/inregelen. 89.10.01.E

Blad: 206



Onderdelen: - opwekkingsinstallatie - verwarmings-circulatiepompen - leidingsystemen Methode: - voor het proefdraaien het leidingsysteem doorspoelen cq reinigen. Ter bescherming van aangesloten apparatuur in de aansluitleidingen hiervan, tijdelijk filters plaatsen. - meten van debiet, druk en opgenomen vermogen - proportionele- of voorinstelmethode. - verwarmingsinstallatie opstoken tot maximaal 80 øC - volgens ISSO-publicaties. Uitgangspunten: - De onderlinge verhouding van de doorstroom hoeveelheden in meerdere aftakkingen mag niet wijzigen, indien de totale waterhoeveelheid wordt verhoogd of verlaagd. - maximale afwijking in waterhoeveelheid ten opzichte van het ontwerp (%): 5 5. BEPROEVINGS-/TESTRAPPORT Het rapport omvat de beproeving van de centrale verwarmingsinstallatie In het beproevingsrapport moeten ten minste zijn vermeld: - de gebruikte meetinstrumenten - schema tekening met locatie van de meetpunten - meetwaarden per meetpunt - van de meetwaarden afgeleide waterdebieten - waterdebieten volgens het ontwerp - het verschil tussen meeten ontwerpwaarden. Bij het rapport moeten tenminste de schema's bijgevoegd zijn van het distributiesysteem met daarop alle relevante verbruikers en appendages

60.34

METALEN KANALEN

60.34.22-a METALEN KANAAL, KANAALELEMENT, ALUMINIUM 0. AANLEG METALEN ROOKGASKANAAL Aanlegwijze: - voor montage van kanalen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen. - afschot: naar cv-ketel of boiler Verbindingswijze: - insteekverbinding, ring Bevestigingswijze: - profiel-/draadstangconstructie - gebeugeld - consoles Aansluitingen: - aansluitpunten cv-ketels en boiler - dakdoorvoeren 1. KANAALELEMENT, ALUMINIUM, DUBBELWANDIG Fabrikaat: Binnenkanaal: - materiaal: dikwandig getrokken aluminium - afmetingen (mm): Buitenkanaal: - materiaal - afmetingen (mm): 89.10.01.E

Blad: 207



Aansluitingen: Isolatie: Hulpstukken: Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - KOMO - gastec QA keur 01 TOEPASSING - gecombineerde rookgasafvoer / luchttoevoer voor gesloten verwarmings ketel en boiler.

60.41

VERWARMINGSLICHAMEN, NATUURLIJKE AFGIFTE

60.41.11-a RADIATOR 0. PLAATRADIATOR Fabrikaat: Quinn, Radson, Brugman Type: in overleg met opdrachtgever Hoogte (mm): volgens selectie Breedte (mm): volgens selectie Lengte (mm): volgens selectie Vermogen (W): volgens berekening Kleur: RAL n.t.b. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 4. MONTAGE VERWARMINGSLICHAAM Montagewijze: - montage/opstelling: aan wand - montagehoogte: minimaal 100mm boven afgewerkte vloer Bevestigingswijze: - gebeugeld Aansluitingen: - op cv-leidingen 01 WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE - radiatoren welke op tekening staan aangegeven.

60.51

CENTRALE WARMTE-OPWEKKINGSAPPARATEN

60.51.11-a GESTOOKTE WATERKETEL 0. GASGESTOOKTE WATERKETEL Fabrikaat: Remeha, Nefit Nominaal vermogen (kW): volgens berekening Rendement (%): 107 Toevoer/afvoer lucht/rookgasvoorziening: - gesloten - natuurlijk Water: - temperatuur (°C): 50-30 Brander: - brandstof: aardgas Toebehoren: - bevestigingsmaterialen - rookgasafvoer - luchttoevoer - koppeling aan GBS 01 TOEPASSING - cv-ketel.

89.10.01.E

Blad: 208


60.60


FLESSEN EN TANKS

60.60.21-a EXPANSIEVAT, MONTAGE TANK/VAT 0. DRUKEXPANSIEVAT Fabrikaat: Flamco. Drukexpansievat met verwisselbaar membraan. Type: Flexcon M Medium: water. Constructie: gesloten stalen vat, membraan en stikstof vulling. Inhoud (dm3): volgens berekening Voordruk (kPa): volgens berekening Materiaal: staal. Kleur (RAL): 3002. Membraan: verwisselbaar. Toebehoren: - bevestigingsmaterialen 1. MONTAGE TANK/VAT Montagewijze: Bevestigingswijze: - ondersteund: bevestigingsbeugel / wandconsole 01 TOEPASSING - expansievat cv-installatie. - aantal en plaats volgens tekeningen.

60.71

APPENDAGES IN LEIDINGEN EN KANALEN

60.71.11-a AFSLUITER 0. KOGELAFSLUITER Fabrikaat: Econosto/Ubel/Keystone Figuur: 1607 Nominale doorlaat (DN): 10 tot en met 40 Materiaal: messing kogelkranen, volle doorlaat met PTFE afdichting. Bediening: handmatig Toebehoren: - koppelingen 01 TOEPASSING - afsluiter in cv leidingsysteem. - aantal, plaats en afmetingen volgens tekeningen. 60.71.11-b AFSLUITER 0. VLINDERKLEPAFSLUITER Fabrikaat: Econosto/Ubel/Keystone Figuur: 63 Nominale doorlaat (DN): 50 en groter Materiaal: Gietijzeren vlinderklep met EPDM afdichting. Bediening: handmatig Toebehoren: - flenzen 01 TOEPASSING - afsluiter in cv leidingsysteem. - aantal, plaats en afmetingen volgens tekeningen. 60.71.13-a TWEEWEGREGELAFSLUITER 0. INREGELAFSLUITER Leverancier: Tour & Andersson B.V. Inregelafsluiter TA. Type: STAD.

89.10.01.E

Blad: 209



Nominale doorlaat (DN): 65. Druktrap (PN): 16. Aansluitingen: schroefdraad. Materiaal: - klep: AMETAL, ontzinkingsbestendige legering. Bediening: handmatig, instelbaar. Inbouwen met rechte lengte voor en achter de afsluiter volgens voorschrift van de leverancier. 01 TOEPASSING - inregelafsluiter in cv leidingsysteem. - aantal, plaats en afmetingen volgens tekeningen. 60.71.13-b TWEEWEGREGELAFSLUITER 0. INREGELAFSLUITER Leverancier: Tour & Andersson B.V. Inregelafsluiter TA. Type: STAF. Nominale doorlaat (DN): 50 en groter Druktrap (PN): 16. Aansluitingen: flens. Materiaal: - huis: gietijzer. - klep: AMETAL, ontzinkingsbestendige legering. Bediening: handmatig instelbaar. Toebehoren: - tegenflenzen - verlengde meetnippels Inbouwen met rechte lengte voor en achter de afsluiter volgens voorschrift van de leverancier. 01 TOEPASSING - inregelafsluiter in cv leidingsysteem. - aantal, plaats en afmetingen volgens tekeningen. 60.71.13-c TWEEWEGREGELAFSLUITER 0. INREGELAFSLUITER, DEBIETREGELAAR Fabrikaat: Danfoss. Regelafsluiter, drukgecompenseerd met automatische debietbegrenzing. Type: AB-QM. Nominale doorlaat (DN): 10 tot en met 150 Druktrap (PN): 16. Debiet (dm3/h): volgens berekening Temperatuur (°C): -10 tot 120. Vorm: recht. Aansluitingen: schroefdraad Materiaal: - huis: messing. - membraan en O-ringen: EPDM - klepkegel veer en schroeven: corrosievast staal Bediening: handmatig Toebehoren: - meetnippels - aansluitkoppelingen 01 TOEPASSING - inregelafsluiter in cv leidingsysteem. - aantal, plaats en afmetingen volgens tekeningen.

89.10.01.E

Blad: 210



60.71.13-d TWEEWEGREGELAFSLUITER 0. TWEEWEGELAFSLUITER, INSTELBAAR Leverancier: Tour & Andersson B.V. Instelbare tweewegregelafsluiter TA. Type: TBV-C NF. Nominale doorlaat (DN): 15 tot en met 25 Druktrap (PN): 16. Kvs-waarde: volgens berekening Temperatuur (°C): -20 t/m 120. Aansluitingen: schroefdraad Materiaal: - huis: AMETAL, ontzinkingsbestendige legering. - spindelafdichting: EPDM. 01 TOEPASSING - inregelafsluiter in cv leidingsysteem. - aantal, plaats en afmetingen volgens tekeningen. 60.71.13-e TWEEWEGREGELAFSLUITER 0. TWEEWEGREGELAFSLUITER 01 TOEPASSING Zie tekeningen en hoofdstuk 68 Regelinstallaties. 60.71.14-a DRIEWEGREGELAFSLUITER 0. DRIEWEGREGELAFSLUITER 01 TOEPASSING Zie tekeningen en hoofdstuk 68 Regelinstallaties. 60.71.30-a CIRCULATIEPOMP 0. CIRCULATIEPOMP Fabrikaat: Biral, Grundfos, Wilo Constructie: pakkingbusloos Medium: cv-water Debiet (m3/h): volgens berekening Opvoerhoogte (kPa): volgens berekening Definitieve pompselectie door aannemer te bepalen afhankelijk van leidingberekening. Druktrap (PN): 6 / 10 / 16 Aansluitingen: - nominale doorlaat (DN): volgens selectie - verbinding: flens / koppeling Aandrijving: - wijze: direct Elektromotor: - aansluitspanning (V): 230, 50 - toerentalregeling ingebouwd, opgebouwd Toebehoren: - tegenflenzen - koppelingen - meetnippels aan pers- en zuigzijde in uitvoering fabr: Tour & Anderson, type: STADA 4. MONTAGE POMP Montagewijze: - pomp spanningsvrij monteren Verbindingswijze: Bevestigingswijze: - in leiding 01 TOEPASSING - circulatiepompen cv-systeem. - plaats volgens tekeningen.

89.10.01.E

Blad: 211



60.71.39-a MEETNIPPELS 0. MEETNIPPELS Fabrikaat : Tour en Anderson Type : DTA-V 1/4" 01 TOEPASSING Aan de zuigen perszijde van elke pomp 60.71.42-a LUCHTAFSCHEIDER 0. LUCHTAFSCHEIDER Constructie: gelast Vorm: recht Toebehoren: - bevestigingsmateriaal - ontluchtingsleiding tot 1500 +vl 01 TOEPASSING - luchtpot op de groepen van de verdeler-verzamelaar - luchtpot op plaatsen waar het voor een goede ontluchting van de installatie noodzakelijk is.

60.72

APPENDAGES AAN LEIDINGEN EN KANALEN

60.72.11-a VEILIGHEIDSVENTIEL 0. VEILIGHEIDSVENTIEL, VEERBELAST Fabrikaat: Flamco Type: Prescor Nominale doorlaat (DN): volgens berekening Druktrap (PN): 10 Aansluitingen: schroefdraad Bediening: - handmatig Toebehoren: - koppelingen - trechter - afvoerleiding 4. MONTAGE VEILIGHEID Montagewijze: - de overstortleiding in open verbinding met een stankafsluiter op de binnenriolering aansluiten, zodanig dat het overlopen zichtbaar is. 01 TOEPASSING - op de cv installatie. - aantal en plaats volgens tekeningen. 60.72.12-a OVERSTORTKLEP 0. OVERSTORTKLEP, DRUKVERSCHILREGELAAR Fabrikaat: Danfoss Type: AVDO Nominale doorlaat (DN): 15 tot 32 mm Druktrap (PN): 10 Debiet (m3/h): bij inbedrijfname te berekenen Weerstand (kPa): bij inbedrijfname te berekenen Kvs-waarde: bij inbedrijfname te berekenen Temperatuur (°C): 80 ø Aansluitingen: schroefdraad. Materiaal standaard leverancier Oppervlaktebehandeling: standaard leverancier 4. MONTAGE VEILIGHEID. - met contramaterialen; - aan beide zijden meetnippels. 01 TOEPASSING - voor het handhaven van de minimale flow van de 89.10.01.E

Blad: 212



toerengeregelde pompen, bij hoeveelheidsgestuurde CV-groepen. - plaats en aantal volgens principeschema 60.72.13-a ONTLUCHTER 0. ONTLUCHTER Fabrikaat: Econosto Type: figuur 451 Nominale doorlaat (DN): 3/8" Materiaal: messing Toebehoren: - overloopleiding tot bedieningshoogte 01 TOEPASSING - op de luchtpotten van de verdeler / verzamelaar. - op alle luchtpotten en op plaatsen waar het systeem dient te worden ontlucht. - aantal en plaats door de aannemer te bepalen. 60.72.13-b ONTLUCHTER 0. ONTLUCHTER Fabrikaat: Pneumatex Type: Zeparo Top ZUT 15 snelontluchter Nominale doorlaat (DN): 10-25 Materiaal: messing Toebehoren: - aansluitmateriaal 01 TOEPASSING - op plaatsen waar nodig voor een goede ontluchting van de cv-installatie. - aantal en plaats door de aannemer te bepalen. 60.72.14-a VUL-/AFTAPKRAAN 0. VUL-/AFTAPKRAAN Fabrikaat: Econosto Type: figuur 449 Nominale doorlaat (DN): 15 op leidingen t/m DN 50 20 op leidingen groter dan DN 50 Aansluitingen: schroefdraad Materiaal: messing Toebehoren: - afsluitdop met ketting- slangwartel - sleutel 01 TOEPASSING - op alle groepen op de verdeler/verzamelaar. - op plaatsen waar de installatie dient te worden gevuld / aftapt. - aantal en plaats door de aannemer te bepalen. 60.72.21-a MANOMETER 0. MANOMETER Fabrikaat: Econosto Type: figuur 334 Constructie: buisveer Aflezing: analoog Schaalindeling: 0- 6 Bar Afmetingen (mm): kastdiameter 100 Aansluitingen: 1/2" Toebehoren: - manometerkraan fig. 341 - bevestigingsmiddelen 4. MONTAGE AANWIJSINSTRUMENT 89.10.01.E

Blad: 213



Montagewijze: - montage zodanig dat vervanging zonder het aftappen van de installatie mogelijk is. 01 TOEPASSING - aanbrengen op plaatsen voor een goede werking. 60.72.22-a THERMOMETER 0. THERMOMETER Fabrikaat: Econosto Type: figuur 661 Bereik (°C): 0-120 Aflezing: analoog Meetwijze: vloeistof Afmetingen (mm): - kastdiameter: 100 - voelerlengte: afhankelijk van de pijpdiameter Toebehoren: - dompelbuis 4. MONTAGE AANWIJSINSTRUMENT Montagewijze: - montage zodanig dat vervanging zonder het aftappen van de installatie mogelijk is. 01 TOEPASSING - aantal en plaats volgens tekeningen. 60.72.39-a VULSLANGSET 0. VULSLANGSET Lengte : 10 m1 Doorlaat : 3/4" Uitvoering: van wapening voorziene slang Toebehoren: slangkoppelingen en metalen ophangrekje. 01 POSITIE - in de technische ruimte. 60.72.49-a TRILLINGISOLATOR 0. TRILLINGISOLATOR Fabrikaat: VCE techniek Constructie: rubberelement Type: GM-mounting Statische invering (mm): circa 5 Uitvoering: volgens berekening leverancier Aantal: volgens berekening leverancier Bevestiging: op de betonvloer Toebehoren: bevestigingsmaterialen 01 TOEPASSING - trillingisolator onder de opstelling van: cv- verdeler / verzamelaar

60.73

APPENDAGES OM LEIDINGEN EN KANALEN

60.73.11-a LEIDINGDOORVOERHULPSTUK MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK, BRANDWEREND Fabrikaat: CSD Type: Slipsil Materiaal: NOFIRNO Afdichting: brandwerend, gasdicht, waterdicht en geluidwerend 1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK Montagewijze: - montage/opstelling: volgens voorschriften van fabrikant/leverancier 89.10.01.E

Blad: 214



01 TOEPASSING - voor alle leidingdoorvoeren ten behoeve van het afdichten van stalen, koperen en kunststof leiding doorvoeren. - branden rookscheidingen volgens bouwkundige tekeningen. 60.73.11-b LEIDINGDOORVOERHULPSTUK MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK, BRANDWEREND Fabrikaat: Eriks Type: Pyrofox-unifox plus brandmanchet Materiaal: flox-o-flex Afdichting: brandwerend, gasdicht, waterdicht en geluidwerend 1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK Montagewijze: - montage/opstelling: volgens voorschriften van fabrikant/leverancier 01 TOEPASSING - als brandmanchet voor kunststof leidingen. - branden rookscheidingen volgens bouwkundige tekeningen. 60.73.20-a NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT Fabrikaat: Resopal, Verver-Best Materiaal: witte kunststof tekstplaat Afwerking: witte plaat met zwarte letters Opschrift: nader te bepalen Afmeting..... - 100 x 50 mm Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, boven de isolatie uitstekend - staander 01 TOEPASSING - ten behoeve van de centrale verwarmingsgroepen, apparaten en appendages. - aantal en plaats in overleg met de opdrachtgever. - te rekenen op 30 stuks. 60.73.20-b NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. LEIDINGSTICKER Fabrikaat: Verver-Best Type: VB stromingssticker Materiaal: Vinyl - witte stickers met zwarte opdruk en aan ieder eind een kleurcode en een witte pijl met een zwarte omranding. Kleurcode volgens NEN 3050. De stroomrichting dient te worden aangegeven door een pijl. Oppervlaktebehandeling: ondergrond vetvrij maken. 01 TOEPASSING - op het leidingsysteem van de verwarming.

60.74

APPENDAGES VERWARMINGSLICHAMEN

60.74.11-a RADIATORAFSLUITER 0. THERMOSTATISCHE RADIATORAFSLUITER Fabrikaat: Danfoss. 89.10.01.E

Blad: 215



Danfoss RA 2000, thermostatische radiatorafsluiter. Type: RA-FN. Nominale doorlaat (DN): 10. Druktrap (PN): 10. Temperatuur (°C): max. 120. Aansluitingen: schroefdraad. Materiaal: - huis: ontzinkingsbestendig messing. - spindel: ontzinkingsbestendig messing. - klep: NBR. Oppervlaktebehandeling huis: vernikkeld. Bedienend element: - thermostatische knop Toebehoren: - klemset (" x mm): 01 TOEPASSING - thermostatische radiatorafsluiter. 60.74.15-a RADIATOR VOETVENTIEL 0. RADIATOR VOETVENTIEL, DUBBEL INSTELBAAR Fabrikaat: Danfoss. Danfoss voetventiel. Type: RLV. Nominale doorlaat (DN): 10. Druktrap (PN): 10. Temperatuur (°C): max. 120. Voorinstelling: traploos. Aansluitingen: schroefdraad. Materiaal: messing. Oppervlaktebehandeling: onbehandeld. Toebehoren: - klemset (" x mm): 01 TOEPASSING - radiator voetventiel.

60.81

ISOLATIE

60.81.12-a ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN, SCHAAL MINERALE WOL 0. ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN Verwerkingswijze: - patroon - patroon verspringend - aantal lagen (st.): 1 - bevestiging: zelfklevende aluminium tape en 3 binddraden per m. Afdichtingswijze: - naadafwerking: afgetapet - kopeindafwerking: afgetapet 1. SCHAAL, MINERALE WOL Fabrikaat: Rockwool, Isover Materiaal: steenwol, Ultimate Cachering: - materiaal: glasvezelversterkte dampremmende aluminiumfolie - dikte (micrometer): 30 Binnendiameter (mm): 15 t/m 300 Dikte (mm): pijpdiameter (noem maat) : minimale isolatiedikte (mm) leidingdiameter 15 t/m 40 : 25 leidingdiameter 50 t/m 100 : 30 89.10.01.E

Blad: 216



leidingdiameter125 t/m 150 : 40 leidingdiameter 200 en groter : 50 Temperatuur (°C): -10 tot 120 Brandklasse: (NEN 6064 + w01) onbrandbaar Rookdichtheid: (NEN 6066) verwaarloosbaar Warmtegeleidingscoëfficiënt (W/(m.K)): 0,021 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - het complete cv-leidingsysteem. - de cv-verdeler/verzamelaars.

60.82

ISOLATIE-AFWERKINGEN

60.82.22-a ISOLATIE-AFWERKING, MANTEL KUNSTSTOF MANTEL 0. ISOLATIE-AFWERKING, MANTEL Verwerkingswijze: - bevestiging met drukkers Afdichtingswijze: - naadafwerking 1. KUNSTSTOF MANTEL Fabrikaat: Isogenopak Type: SE Materiaal: PVC De PVC-hardmantel dient een brandwerendheid te bezitten die voldoet aan de eisen van de plaatselijke brandweer. Dikte (mm): 0,35 Oppervlak: glad Afwerking: randafwerking d.m.v. manchetten Bevestiging: door middel van klikons 01 POSITIE - het complete cv leidingsysteem in de technische ruimten. - de cv-verdeler/verzamelaars in de technische ruimten. Einde hoofdstuk 60

89.10.01.E

Blad: 217



61

VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIES

61.00

ALGEMEEN

61.00.09

ONTWERPEISEN 01 GELUIDNIVEAU DOOR INSTALLATIES Het A-gewogen equivalente geluiddrukniveau ten gevolge van installaties binnen verschillende gebouwsoorten mag de in de tabel genoemde maximale waarde niet overschrijden. Sportaccommodaties Kantine 40 dB(A) Bestuurskamer 35 dB(A) Toiletten en natte ruimten 35 dB(A) Berekeningswijze: ISSO-publicatie 24 Te rekenen met een referentienagalmtijd van - 0,5 seconden voor woon- en verblijfsruimten. - 0,5 seconden voor isoleercellen - 1,0 tot 2,0 seconden voor sporthallen, afhankelijk van de ruimteinhoud. - 0,8 seconden voor alle overige ruimten Meetmethode: NEN5077 Voor het geluid naar de omgeving als gevolg van de technische installaties, activiteiten en werkzaamheden geldt het bouwbesluit aangevuld met eventuele gemeentelijke voorschriften. dagperiode : 07.00 - 19.00 uur 50 dB(A) avondperiode : 19.00 - 23.00 uur 45 dB(A) nachtperiode : 23.00 - 07.00 uur 40 dB(A)

61.00.29

89.10.01.E

EISEN EN UITVOERING: AANVULLEND 1. ISSO PUBLICATIES Door ISSO is technische kennis en normen eenduidig vastgelegd in publicaties. De installaties dienen aan de volgende publicaties, indien van toepassing, te voldoen: - ISSO 17 Richtlijnen voor ontwerp, uitvoering, onderhoud en beheer van luchtkanaalsystemen - ISSO 24 Installatiegeluid - ISSO 52 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties - ISSO 55.3 Legionellapreventie in klimaatinstallaties - ISSO 61 Kwaliteitseisen ventilatiesystemen woningen - ISSO 62 Kwaliteitseisen voor gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning in woningen - ISSO 64 Kwaliteitseisen Isolatie - ISSO/SBR 809 Brandveilige Doorvoeringen 02 KWALITEIT De levering en montage van luchtkanalen geheel conform het Luka-kwaliteitshandboek met overlegging van een geldig Luka-kwaliteitscertificaat. De luchtkanaal systemen moeten na montage ten minste voldoen aan de luchtdichtheidsklasse : XXX ..B .. XXX 3. BEVESTIGINGSMATERIALEN Bevestiging van de installaties op een deugdelijke wijze. De materiaaltoepassing van de bevestigingsmaterialen Blad: 218



dient afgestemd te zijn op de kanaalsoort (staal, rvs, kunststof) en de plaats (binnen, kruipruimte, buiten). 4. AFTAKKINGEN / SPLITSINGEN Het kanalen systeem bij splitsingen en aftakkingen voorzien van inregelkleppen. 6. ONDERBREKING / OPSLAG Bij onderbreking van de montage, open liggende luchtkanalen tijdelijk afdichten. Ventilatie- en luchtbehandelingsapparaten moeten vrij van de grond en droog worden opgeslagen. Afscherming aanbrengen om beschadigingen tijdens de bouw te voorkomen. Openingen afdichten. 7. AFDICHTINGEN DOORVOEREN Bij muur- en vloerdoorvoeringen de ruimte tussen kanaal en vloer of muur opvullen met mineraalwol. Afwerking volgens de specificatie van de betreffende muur / vloer. 8. DOORVOEREN In het geval dat de kanalen worden aangebracht voordat de muren worden aangebracht, ter plaatse van de doorvoeringen de kanalen voorzien van een extra beschermlaag (tegen corrosie) in de vorm van bitumenverf of PE-kleefband. - Bij rechthoekige kanalen de doorvoering aan beide zijden afwerken met flenzen van ongelijkzijdig hoekstaal. - Bij ronde kanalen door-voeringen afwerken met rozetten gemaakt uit stroken PVC-plaat met een dikte van 1 - 1 mm. 09 VLOERAFDICHTING NATTE RUIMTEN In zogenaamde "natte" ruimten, waar regelmatig water of een andere vloeistof langs het doorgevoerde kanaal zou kunnen lekken, de vloerdoorvoering aan de bovenzijde met behulp van siliconenkit waterdicht uitvoeren. 10 TRILLINGSOVERDRACHT Ter beperking van trillingsoverdracht de kanaalonder- steuningen, beugels en dergelijke op hun raakvlakken met de kanalen voorzien van geluidisolerend materiaal. 90 BEDIENING EN ONDERHOUDSINSTRUCTIE Direct na de oplevering het door de opdrachtgever aangewezen personeel van de gebruiker van het project instrueren in de bediening, de regeling en het onderhoud van de opgeleverde installaties. De instructietijd is minimaal 1 uren De instructietijd is maximaal 2 uren 91 GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: technische installaties - te garanderen door: aannemer - periode: 12 maanden Met de volgende aanvullingen: - luchtbehandelingskasten 60 maanden op goede werking De aanvullende garanties dienen te worden overgedragen aan het bedrijf dat het onderhoud uitvoert. 89.10.01.E

Blad: 219



61.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 03 GOEDKEURING INSTALLATIES De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: Dienst Gemeentelijk Bouwtoezicht van betreffende Gemeente. - De brandweer. De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer.

61.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 01 REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Van de complete luchtbehandelingsinstallatie De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager: witdruk en CD-rom (tekeningen in Autocad). Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud Tijdstip van levering: - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 02 REVISIEGEGEVENS Door de aannemer te verstrekken gegevens: Van de complete luchtbehandelingsinstallatie De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tijdstip van verstrekking - ter goedkeuring bij oplevering - goedgekeurde 1 maand na ontvangst opmerkingen 03 REVISIETEKENINGEN VENTILATIE-/LUCHTBEHAND.INSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het kanaalbeloop met afmetingen en peilmaten van - de kanaalbevestigings-, ondersteunings- en vastpuntconstructies, reinigings-, inspectieluiken en meetpunten van - de plaats en specificaties van ventilatie- en luchtbehandelingsapparaten en luchtroosters - de inregelgegevens van apparaten, luchtroosters en volumeregelaars - de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen - de vertrek- en maximum inblaastemperaturen - de luchthoeveelheden en -snelheden in de luchtkanalen - de plaats en afmetingen van sparingen, omkokeringen en verlaagde plafonds 04 REVISIEBESCHEIDEN De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen: - Van de complete luchtbehandelingsinstallatie Aantal te verstrekken revisiebescheiden: - ter goedkeuring: 2-voud - goedgekeurde: 4-voud

89.10.01.E

Blad: 220



Taal: Nederlandse Vorm van verstrekking - witdruk - CD-rom 61.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: Van: de luchtbehandeling installatie Taal: Nederlands. 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van: van de luchtbehandeling installatie Taal: Nederlands.

61.11


61.11.11-a VENTILATIE-/LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE 0. VENTILATIE-/LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE Systeem: Het werk bestaat uit het berekenen, leveren, monteren en bedrijfsvaardig opleveren van de luchtbehandelingen ventilatieinstallaties voor: Het clubhuis wordt voorzien van een gebalanceerd ventilatiesysteem wat uit 3 hoofdcomponenten bestaat namelijk de volgende: - luchtbehandelingkast clubhuis (LBK) - afzuigventilator toiletten (AV2) - afzuigventilator keuken (AV1) LBK De luchtbehandelingskast draagt zorg voor geconditioneerde lucht in de aangesloten ruimten van de kast. De lucht wordt ingeblazen en afgezogen door middel van een kanalenstelsel en roosters. De lucht blazen we in de winter in met 18øC. In de zomer blazen we de lucht in met de mengtemperatuur van de buitenlucht en de heersende binnenlucht. De toevoerkanalen dienen te worden ge‹soleerd. AV2 Afzuigventilator AV2 verwijderd de lucht uit alle toiletten en de voorruimten behorende tot de toiletten. Deze lucht wordt rechtstreeks afgeblazen naar buiten. De ventilator wordt ingebouwd in het systeem. De afblaas gebeurd door een dakkap. AV1 Afzuigventilator AV1 verwijderd de lucht via de door derden te leveren afzuigkap uit de keuken. De vervuilde lucht wordt rechtstreeks afgeblazen naar buiten. De ventilator wordt ingebouwd in het systeem. Bij het inschakelen van deze ventilator moet de retourklep boven de bar dicht worden gestuurd. De schakelaar om deze functie te bedienen dient aangebracht te worden in de keuken nabij de afzuigkap. Deze schakelaar heeft ook de functie om de veiligheid van de gasinstallatie in de keuken vrij te geven. Zonder ventilatie wordt het fornuis niet 89.10.01.E

Blad: 221



vrijgegeven en kan er niet worden gekookt op het gastoestel. De afblaas gebeurd door een dakkap. OVERIG De technische ruimte te worden voorzien van voldoende dwarsventilatie door middel van luchttoevoer en luchtafvoer volgens NEN 1078. 61.11.19-a BUITENKLIMAATCONDITIES TBV ONTWERP 0. BUITENKLIMAATCONDITIES TBV ONTWERP Buiten Zomer Winter Temperatuur 28°C -10°C relatieve vochtigheid: 60% vochtgehalte: 1 g/kg min. Referentiejaar: 1995

61.12


61.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENING VENTILATIE-/LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen tekeningen moeten ten minste vermelden: Betreft: tekeningen ventilatie- en luchtbehandelingsinstallatie het kanaalbeloop met afmetingen en peilmaten de kanaal bevestigings-, ondersteunings- en vast-puntconstructies, reinigings-, inspectieluiken, meetpunten de plaats van aansluitingen voor verse buitenlucht en afvoerlucht de plaats van aansluitingen van de kortsluitleiding de plaats uitmonding van rookgassen en toevoer verbrandingslucht de opstelling en specificaties van ventilatie- en luchtbehandelingsapparaten en luchtroosters de plaats van geluiddempers de plaats van acoustische voorzieningen de inregelgegevens van apparaten, luchtroosters en volumeregelaars het instelbereik van het ventilatie-/ luchtbehandelingsapparaat de plaats van meeten regelapparatuur de plaats van bedieningschakelaars de indeling van opstellings- en technische ruimte de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen de vertrek- en maximum inblaastemperaturen de luchthoeveelheden en -snelheden in de luchtkanalen de plaats en afmetingen van sparingen, omkokeringen en verlaagde plafonds de symbolen NEN 2322 de symbolen NEN 3048 de plaats van brandkleppen 61.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. LUCHTKANAALBEREKENING Door de aannemer te vervaardigen berekening(en): - de luchtkanaalberekening(en)- de 89.10.01.E

Blad: 222



luchtbehandelingsinstallatie - de opvoerhoogte - de roosterselectie - het installatie geluid Uitgangspunten: - ISSO-publicatie 17, deel 2-93- ISSO publicaties De volgende maximale luchtsnelheden (m/s) in kanalen aan te houden: rechthoekig rond technische ruimte 6,0 7,0 schacht 5,0 6,0 hoofdverdeelkanalen in gang 4,0 4,5 aftakking hoofdverdeelkanaal 3,5 3,5 aftakking naar rooster 3,0 3,0 afzuigkanalen toiletten 4,0 4,5 - luchtdebiet: volgens ontwerp

61.13


61.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN 0. VENTILATIE-/LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE Beproeven/inregelen. Onderdelen: - luchtdichtheid - luchtdebiet - luchtverdeling Uitgangspunten: - installatiegeluidniveau (NEN 5077-06) (LI;A) bepalen na het bereiken van de vertrektemperaturen. - debiet toevoerlucht per vertrek, per rooster. - debiet buitenlucht en afvoerlucht. 4. VENTILATIE-/LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE Door de aannemer te verstrekken meetrapport(en): waarop ten minste staat vermeld: - de gebruikte meetinstrumenten - schema tekening met locatie van de meetpunten - meetwaarden - het verschil tussen meeten ontwerpwaarden - lucht inen uittrede temperaturen van luchtverwarmers, luchtkoelers, warmte terugwin-installaties - drukverschil van luchtfilters, De maximale afwijking van de gemeten luchthoeveelheden ten opzichte van de ontwerphoeveelheden mag bedragen (%): 5

61.32

METALEN KANALEN

61.32.09-a LUCHTKANALEN EN TOEBEHOREN 6. CONSTRUCTIE Om resonantie en vervormingen van de kanalen te voorkomen dienen daar waar nodig de kanalen te worden verstijfd. 7. OPHANGING De kanalen te ondersteunen door middel van een gegalvaniseerd U-profiel, dat door middel van 2 89.10.01.E

Blad: 223



draadstangen M8 wordt bevestigd aan een tegen het plafond aan te brengen montagerail. 8. BOCHTEN EN SPLITSINGEN Bochten in ronde kanalen zoveel mogelijk in "gladde" uitvoering (getrokken of geperst). Is dit onmogelijk dan segmentbochten toepassen in 3- of 5-delige uitvoering. Bochten in rechthoekige kanalen zoveel mogelijk in ronde gebogen uitvoering met of zonder leidschoepen, afhankelijk van o.a. de gekozen straal. Slechts in uitzonderingsgevallen b.v. bij ruimtegebrek mogen haakse bochten met geprofileerde "airturns" worden toegepast. Belangrijke kanaalsplitsingen te voorzien van een solide eenmalige instelklep met vastzetinrichting en standaanwijzing. 9. DOORVOERINGEN Waar scheidingswanden worden gepasseerd dient de ruimte rondom het kanaal zodanig te worden afgewerkt, dat de brandwerende en/of akoestische isolatie van de doorvoering overeen komt met de waarde die geldt voor de scheidingswand-constructie. Bij doorvoer van kanalen mogen geen trillingen op de gebouwdelen worden overgebracht. 61.32.12-a METALEN KANAAL, KANAALELEMENT, STAAL 0. AANLEG METALEN KANAAL Aanlegwijze: - peil: volgens tekening - ligging: in verlaagde plafonds in schachten, technische ruimten etc. - overeenkomstig LUKA-04 Verbindingswijze: - flensverbinding - insteekverbinding, geschroefd - insteekverbinding, ring - verbindingen afwerken met hardcast - luchtdichtheid systeem inclusief componenten klasse B Bevestigingswijze: - gebeugeld - ingestort 1. KANAALELEMENT, STAAL Fabrikaat: nader te bepalen Materiaal: staal Oppervlaktebehandeling: verzinkt Constructie: spiraal gefelst Vorm: rond Afmetingen (mm): volgens tekeningen Wanddikte (mm): volgens Luka-norm Hulpstukken: - bochten, t-stukken etc. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - inspectie- en reinigingsluiken op centrale plaatsen zodanig dat reiniging van het systeem mogelijk is. 01 TOEPASSING Ronde luchtkanalen.

89.10.01.E

Blad: 224



61.32.12-b METALEN KANAAL, KANAALELEMENT, STAAL 0. AANLEG METALEN KANAAL Aanlegwijze: - peil: volgens tekening - ligging: in verlaagde plafonds in schachten, technische ruimten etc. - overeenkomstig LUKA-04 Verbindingswijze: - flensverbinding - insteekverbinding, geschroefd - luchtdichtheid systeem inclusief componenten klasse B Bevestigingswijze: - gebeugeld - ingestort 1. KANAALELEMENT, STAAL Materiaal: staal Oppervlaktebehandeling: verzinkt Constructie: langsnaad gefelst Vorm: rechthoek Afmetingen (mm): volgens tekeningen Wanddikte (mm): volgens Luka-norm Hulpstukken: - leidschoepen Toebehoren: - bevestigingsmiddelen- inspectie- en reinigingsluiken op centrale plaatsen zodanig dat reiniging van het systeem mogelijk is. 01 TOEPASSING Rechthoekige luchtkanalen. 61.32.12-c METALEN KANAAL, KANAALELEMENT, STAAL 0. CONSERVERING METALEN KANAAL Roestwerend conserveren van metalen kanalen door middel van het aanbrengen van High Solid epoxy coating type Acraton HCS 2000 1. KANAALELEMENT, STAAL 01 TOEPASSING De buitenluchtaanzuigkanalen en afblaaskanalen na een warmtewiel inwendig behandelen.

61.41

LUCHTBEHANDELINGSKASTEN

61.41.09-a SAMENBOUWEN, KAST UITVOERING ONDERSTEUNING 1. SAMENBOUWEN De luchtbehandelingskast, welke in secties op het werk wordt aangeleverd, door de fabrikant te laten samenbouwen. 2. KAST UITVOERING De kast dient te voldoen aan de Eurovent normering. OM-5-2009 Energie- effici‰ntie-eisen: - Klasse: C EN 1886 Mechanische eisen: - Thermische geleiding van de dubbelwandige constructie minimaal gelijk aan: T2 voor binnen opgestelde kasten T2 voor buiten opgestelde kasten 89.10.01.E

Blad: 225



- De koudebrugfactor: TB2 - Luchtdichtheid klasse: L2 - Sterkte klasse: D1

3.

4.

5.

8. 9.

Alle kast secties voorzien van resopal naamplaten; teksten nog nader te bepalen. ONDERSTEUNING De luchtbehandelingskasten opstellen op een ondersteuningsconstructie. Uitvoering afhankelijk van de plaats van opstelling (binnen, buiten). FILTERSECTIE - filters uitvoeren als lange-standtijd filter volgens Euro-norm: - anti-corrosiescherm achter het buitenluchtfilter Voorafgaand aan de oplevering nieuwe luchtfilter plaatsen. VERWARMINGSSECTIE Verwarmingselementen uitvoeren met: - pijpen: koper - lamellen: aluminium - verdeler/verzamelaar: staal VENTILATORSECTIE Ventilatorstand afstemmen op uitblaaspositie in de kast / kanaal. WARMTETERUGWINSECTIE - warmtewiel Bij toepassen van een warmtewiel dient het warmtewiel volledig in de luchtstroom te zijn geplaatst. Het warmtewiel aan beide zijden te voorzien van inspectiesecties.

61.41.09-b KLEPPENSECTIE EN SERVOMOTOR, FREQUENTIEREGELAAR, VERLICHTING BEKABELING MOTOREN 0. KLEPPENSECTIE EN SERVOMOTOR - Kleppenregisters uitvoeren als gelijk- of contraroterend, afhankelijk van de toepassing, voorzien van dubbele vinyl aanslag en lange assen geschikt voor servomotor bediening voorzien van klepstand indicatie. - Bij kasten in een binnenopstelling servomotoren inclusief motorstoel buiten de kast monteren. - Bij buiten opgestelde kasten of een luchtdichtheidsklasse C de motorstoel in de kast monteren. 1. FREQUENTIEREGELAAR Traploos toerenregelbare motoren van warmtewiel en ventilatoren voorzien van frequentie-regelaars uitgevoerd met: - extern 0-10V stuursignaal voor toerenregeling; - min./max. toerental schakelcontacten; - storingsmelding motor; - bedrijfsmelding motor; - terugkoppeling toerental; - drukopnemer 2. VERLICHTING Spatwaterdicht Verlichtingsarmatuur 230V, compleet bedraad binnen de kast, tot op de schakelaar buitenzijde kast. Uitvoering door leverancier tijdens fabricage. De volgende secties voorzien: - aanzuigsectie; - filtersectie; - ventilatorsectie; 89.10.01.E

Blad: 226



- bevochtigingssectie. 3. BEKABELING MOTOREN Bekabeling tussen motor en lasdoos door leverancier tijdens fabricage. Uitvoering: - bekabeling binnen de kast; - uitvoeren als EMC bekabeling; - EMC lasdoos buitenzijde kast - aparte thermistorkabel naar EMC lasdoos 4. BEVESTING- EN DOORVOER VOORZIENINGEN Door leverancier tijdens fabricage te voorzien: - Doorvoerwartels t.b.v. aansluitkabels voor elektrische apparatuur; - Beugels voor kabelgoten aan de bedieningszijde of aan de bovenzijde van de kast op een onderlinge afstand van ten hoogste 1,5 m; - afsluitbare meetnippels op elke kastsectie. 5. KASTAANSLUITINGEN Aanzuig- en uitblaasopeningen voorzien van flexibele manchetten met flenzen. 6. CONSERVERING De bodem van de volgende secties voorzien van een gietcoating incl. aftap. Alternatief in roestvrij staal: - buitenlucht aanzuigsectie tot en met het anticorrosiescherm - wamteterugwinsectie 7. INSPECTIE - Inspectieluiken en -deuren voorzien van handbediende knevel-sluitingen, te bedienen met een losse sleutel. - Inspectie venster voorzien in: - ventilatorsectie - bevochtigingssectie 8. OPBOUWEN COMPONENTEN Door leverancier tijdens fabricage de volgende componenten op te bouwen: - drukverschilschakelaar filter; - drukverschilschakelaar ventilator; - wijzermanometer filter; - vorstbeveiliging met capillaire opnemer. 61.41.10-a LUCHTBEHANDELINGSKAST 0. LUCHTBEHANDELINGSKAST Fabrikaat: AL-KO, Carrier Holland Heating, Verhulst, GEA Happel Binnenopstelling. Technische secties voor aansluitgroepen ter plaatse van verwarmer element. 01 TOEVOER Debiet (m3/h) : volgens tekening Aanzuig: - kleppenregister inbouw met coating Filter: - filterklasse: F7 - anti corrosiescherm Warmteterugwinning: - type: warmtewiel - rendement min [%]: 70 - motor+regeling - inkomende temperatuur is buitenlucht (-7øC) gemengd 89.10.01.E

Blad: 227



met de retourlucht. Verwarmingselement - medium: water - temperatuurstraject (øC): 50-30 - inkomende temperatuur is lucht uit warmtewiel - inblaas temperatuur (øC): 18 Ventilator: - type: achterover gebogen schoepen - motor: geschikt voor toerenregeling - motortoerental (omwentelingen/sec) : 1500 - aansluitspanning (V): 400/690 Geluiddemper: - type: coulissen Uitblaas 02 RETOUR debiet (m3/h) : volgens tekening Aanzuig Filter: - filterklasse: F5 Geluiddemper: - type: coulissen - geluiddrukniveau aanzuig luchtbehandelingskast maximaal 25-09-2012: Warmteterugwinning: - type: warmtewiel - rendement voelbaar [%]: - rendement latent [%]: Ventilator: - type: achterover gebogen schoepen - motor: geschikt voor toerenregeling - motortoerental (omwentelingen/sec) : 1500 - aansluitspanning (V): 400/690Ventilator Geluiddemper: - type: coulissen - geluiddrukniveau uitblaas luchtbehandelingskast maximaal 25-09-2012: 60 Uitblaas: - kleppenregister inbouw met coating 03 TOEPASSING - de luchtbehandelingskast

61.43

VENTILATOREN

61.43.10-a VENTILATOR 0. CENTRIFUGAAL VENTILATOR Fabrikaat: Rucon - Holland Heating - Inatherm Kanaalventilator, type IRE Constructie: voorover gebogen waaier Debiet (m3/h): volgens tekeningen Opvoerhoogte (Pa): volgens berekening Aandrijving: - wijze: direct Elektromotor: - aansluitspanning (V): 230 / 400 - toerentalregeling Toebehoren: - inbouwtrafo type ET voor toerenregeling laag/midden/hoog. inbouwen in regelkast - werkschakelaar 89.10.01.E

Blad: 228



- bevestigingsmaterialen 4. MONTAGE VENTILATOR Montagewijze: - tussen kanaalwerk Aansluitingen: - aansluiting met kanalen 01 TOEPASSING - kanaalventilatoren.

61.51

BINNENROOSTERS

61.51.11-b WANDROOSTER 0. WANDROOSTER Fabrikaat: Trox, Solid-air Type: TR - TRS Uitvoering in overleg met architect Afmetingen (mm): volgens roosterselectie Materiaal: staal Oppervlaktebehandeling: gelakt Kleur: RAL 9010 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 4. MONTAGE LUCHTROOSTER Montage-/opstellingswijze: - montage/opstelling - montage/opstelling van luchtroosters zodanig dat zonder wijziging van de instelling deze uit de installatie kunnen worden verwijderd. - verdekte schroefbevestiging Verbinding/aansluiting: - rooster ten opzichte van bouwkundige constructie afkitten. 01 AANTAL EN/OF TOEPASSING - toevoer- en afzuigrooster in de wand en deur. verdelen van posities roosters in overleg met installatie adviseur en architect. 61.51.12-a PLAFONDROOSTER 0. PLAFONDROOSTER Fabrikaat: Trox, Solid-air Type: laagimpuls rooster Model: DLQL-P-H Vorm: rechthoekige geperforeerde plaat Debiet (m3/h): volgens tekeningen Worp (m): volgens roosterselectie Afmetingen (mm): 300, 400, 500, 600, 625 Materiaal: staal Oppervlaktebehandeling: coating Kleur: Ral 9010 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen- plenumbox 4. MONTAGE LUCHTROOSTER Montage-/opstellingswijze: - montage/opstelling van luchtroosters zodanig dat zonder wijziging van de instelling deze uit de installatie kunnen worden verwijderd. - indien noodzakelijk plenumbox inkorten - ter plaatse van vaste plafonds dient de instelling vanaf de roosterzijde mogelijk te zijn. 01 TOEPASSING - toevoerroosters in verlaagde plafonds. 89.10.01.E

Blad: 229



61.51.12-b PLAFONDROOSTER 0. PLAFONDROOSTER Fabrikaat: Trox, Solid-air Type: laagimpuls rooster Model: DLQL-P-H Vorm: rechthoekige geperforeerde plaat Debiet (m3/h): volgens tekeningen Worp (m): volgens roosterselectie Afmetingen (mm): 300, 400, 500, 600, 625 Materiaal: staal Oppervlaktebehandeling: coating Kleur: Ral 9010 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen- plenumbox 4. MONTAGE LUCHTROOSTER Montage-/opstellingswijze: - montage/opstelling van luchtroosters zodanig dat zonder wijziging van de instelling deze uit de installatie kunnen worden verwijderd. - indien noodzakelijk plenumbox inkorten - ter plaatse van vaste plafonds dient de instelling vanaf de roosterzijde mogelijk te zijn. 01 TOEPASSING - afzuigroosters in verlaagde plafonds. 61.51.12-c PLAFONDROOSTER 0. PLAFONDROOSTER Fabrikaat: Solid Air.® Ronde wervelrooster toevoer, lamel. Type: RTBM. Uitvoering: inleg. Model: 550 Kleur: RAL 9010 Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: gepoedercoat. 4. MONTAGE LUCHTROOSTER Montage-/opstellingswijze: - montage/opstelling van luchtroosters zodanig dat zonder wijziging van de instelling deze uit de installatie kunnen worden verwijderd. - indien noodzakelijk plenumbox inkorten - ter plaatse van vaste plafonds dient de instelling vanaf de roosterzijde mogelijk te zijn. 01 TOEPASSING - toevoerroosters in verlaagde plafonds. 61.51.14-a KANAALROOSTER 0. KANAALROOSTER Fabrikaat: Solid Air, Trox Type: WUCK Debiet (m3/h): volgens tekening Afmetingen (mm): volgens rooster selectie Materiaal OppervlaktebehandelingKleur: RAL 9010 Debietregelaar: - regelwijze Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 4. MONTAGE LUCHTROOSTER Montage-/opstellingswijze: - montage/opstelling van luchtroosters zodanig dat 89.10.01.E

Blad: 230



zonder wijziging van de instelling deze uit de installatie kunnen worden verwijderd. Verbinding/aansluiting: - in luchtkanaal 01 TOEPASSING - kanaalroosters. 61.51.15-a ROZET 0. ROZET Fabrikaat: Trox Type: LVS Debiet (m3/h): volgens tekeningen Vorm: rond Afmetingen (mm): rond 100, 125, 160, 200 Materiaal: staal Oppervlaktebehandeling: gecoat Kleur: Ral 9010 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen- montagering 4. MONTAGE LUCHTROOSTER Montage-/opstellingswijze: - montage/opstelling van luchtroosters zodanig dat zonder wijziging van de instelling deze uit de installatie kunnen worden verwijderd. - aansluiten op instortkanalen. - inbouwen in verlaagd plafond. 01 TOEPASSING - afzuig rozet. - aantal en plaats volgens tekeningen.

61.52

BUITENROOSTERS EN DAKKAPPEN

61.52.11-a BUITENLUCHTROOSTER 0. BUITENLUCHTROOSTER Fabrikaat: Smits-Air Type: BA-50 / BA-70 Constructie: regeninslagvrij Debiet (m3/h): volgens tekening Weerstand (Pa): volgens berekening Vorm: rechthoekig Afmetingen (mm): volgens tekeningen en berekeningen Materiaal: aluminium Oppervlaktebehandeling: poedercoating Kleur: RAL 7016 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen - inbouwraam waar noodzakelijk 4. MONTAGE LUCHTROOSTER Montage-/opstellingswijze: - montage/opstelling in buitengevels / wanden 01 TOEPASSING - buitenlucht aanzuigrooster. 61.52.11-b BUITENLUCHTROOSTER 0. BUITENLUCHTROOSTER Fabrikaat: Solid Air.® Type: BMYNGO. Materiaal: aluminium. Oppervlaktebehandeling: geanodiseerd. Afmetingen (bxh) (mm): volgens berekening Kleur: RAL 7016 89.10.01.E

Blad: 231



Toebehoren: - gaas 4. MONTAGE LUCHTROOSTER Montage-/opstellingswijze: - montage/opstelling van luchtroosters zodanig dat zonder wijziging van de instelling deze uit de installatie kunnen worden verwijderd. - montagehoogte, in overleg met architect Verbinding/aansluiting: - rooster ten opzichte van bouwkundige constructie afkitten. - indien nodig kanalen aanbrengen zodat er voldoende dwarsventilatie in technische ruimte wordt gerealiseerd. 01 MECHANISCHE VENTILATIE-INSTALLATIE - rooster ten behoeve van beluchting ketelhuis - rooster ten behoeve van ontluchting ketelhuis 61.52.21-a DAKKAP 0. DAKKAP Fabrikaat: Verhulst / Bergschenhoek Type: VHL Dakhelling (°): vlak Dakbedekking: bitumen / kunststof Afmetingen (mm): Zie tekeningen. Aansluitingen: op luchtkanalen Materiaal: thermisch verzinkt staal Oppervlaktebehandeling: poedercoating RAL-kleur Hulpstukken: - dakdoorvoerhulpstuk - plakplaat Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - dakkap voor mechanische ventilatie ten behoeve van afblaas ventilator toiletten en afzuigkap. 61.52.21-b DAKKAP 0. DAKKAP Fabrikaat: Smitsair BV. Dakkap, verticaal aanzuigend/uitblazend. Type: DK-2. Constructie: - voet: aluminium profielen. - beplating: aluminium, geprofileerd. - oppervlaktebehandeling: gepoedercoat. - kleur: nader te bepalen RAL-kleur Afmetingen (lxbxh) (mm): volgens selectie Debiet (m3/h): volgens tekening Hulpstukken: - dakopstand: materiaal: aluminium geïsoleerd - dakdoorvoerkoker Toebehoren: 01 TOEPASSING - dakkap voor afblaas retourlucht luchtbehandeling.

89.10.01.E

Blad: 232


61.60


APPENDAGES

61.60.11-a LUCHTKLEP 0. LUCHTKLEP Fabrikaat: Trox Type: TDK Constructie: klep: gesloten klepblad Afmetingen (mm): luchtkanaalafmetingen. Standaanwijzing Bediening: - wijze: handmatig, met vastzetinrichting Toebehoren: 01 TOEPASSING - bij elk toevoer- en retourrooster. - daar waar benodigd voor een goede inregelbaarheid van de ventilatie systemen. 61.60.12-a KLEPPENREGISTER 0. KLEPPENREGISTER Fabrikaat: Trox Type: JZB /JZG Constructie: contra-roterende bladen, extra afdichtingen aan de langszijde van de lamellen, met vastzetinrichting Materiaal: - raamwerk en lamellen: plaatstaal - lagerassen en buitenliggend stangenstelsel: staal - lagers: kunststof Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt Afmetingen (mm): conform luchtkanaalafmetingen Standaanwijzing: aangebouwd Bediening: - wijze: handmatig Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - luchttoevoerr-retour, met name de hoofdaftakkingen en waar nodig om de gewenste luchtdebieten te kunnen regelen. - met motor zoals op tekening staat aangegeven in ruimte 1.04, om te schakelen met afzuigkap keuken. 61.60.31-a BRANDKLEP 0. BRANDKLEP Fabrikaat: Trox Type: FKN-EN, FKS-EN rechthoekig Type: FKR-EN, FKRS-EN rond Constructie: klep, smeltpatroon, veer Vorm: rechthoekig, rond Afmetingen (mm): - luchtsnelheid max. 4,0 m/s - drukverlies max. 8 Pa - geluid max. 35 dB(A) Materiaal- huis en aanbouwdelen verzinkt plaatstaal - blad van speciaal isolatiemateriaal Toebehoren: - Brandkleppen getest en voldoen aan NEN-EN 1366-2 - testcertificaat overeenkomend met de gerealiseerde inbouwwijze. - montage volgens TNO-rapporten en opgaven leverancier - Elastisch verbindingselement bij toepassing in 89.10.01.E

Blad: 233



lichte (gipskartonplaten) scheidingswand. 01 AANTAL EN/OF TOEPASSING - ter plaatse van alle branden rookscheidingen. - branden rookscheidingen volgens bouwkundige tekeningen. - de kleppen staan niet op de tekeningen. 61.60.32-a LUCHTGELUIDDEMPER 0. LUCHTGELUIDDEMPER Fabrikaat: Trox Type: MS-200/100 Constructie: Geluiddemping (dB(A), Hz): volgens specificatie Afmetingen (mm): - doorlaat V netto max. 10 mtr. - lengte volgens geluidberekening Aansluitingen - flens of hoeklijn 01 TOEPASSING - geluiddemper in de rechthoekige kanalensystemen indien deze noodzakelijk zijn als deze niet in de kast geplaatst kunnen worden. 61.60.43-a ALUMINIUM SLANG 0. ALUMINIUM SLANG Fabrikaat: DEC Type Sonodec 25 Materiaal: aluminium Oppervlaktebehandeling: glasvezelversterkte buitenmantel Constructie: geperforeerde aluminium laminaat binnenslang met glaswol isolatie Vorm: rond Afmetingen (mm): slanglengte minimaal 750 mm, maximaal 1250 mm Hulpstukken: klembanden Toebehoren: 01 TOEPASSING - op elk plafondtoevoer- en retourroosters en rozet. - op elk wandtoevoer- en retourrooster. 61.60.44-a KUNSTSTOF SLANG 0. KUNSTSTOF SLANG Fabrikaat: DEC Type: Geydec-100 Materiaal: nylon doek Oppervlaktebehandeling: pvc coating Constructie: stalen spiraaldraad ingelast in het doek Vorm: rond Afmetingen (mm): slanglengte minimaal 500 mm, maximaal 1000 mm Hulpstukken: Klembanden / pvc tape 01 TOEPASSING - op elke afzuigrozet in natte ruimte. 61.60.99-a KANAALTHERMOMETER 0. KANAALTHERMOMETER Fabrikaat: Econosto Figuur: 685 89.10.01.E

Blad: 234



Kastdiameter (mm): 80 Indeling: -20 tot +60 °C Insteek (mm): 160 Materiaal: aluminium Toebehoren: bevestigingsmaterialen 01 TOEPASSING - bij inen uittrede van de luchtbehandelingskasten.

61.81

ISOLATIE

61.81.11-a ISOLATIEWERK, ISOLATIEDEKENS DEKEN MINERALE WOL 0. ISOLATIEWERK, ISOLATIEDEKENS Bevestigingswijze: mechanisch bevestigd Aantal bevestigingspunten: ten minste 6 st/m2, gelijkmatig verdeeld. Naadafdichtingswijze De dekens moeten; in zo groot mogelijke delen zijn aangebracht; daar waar dit niet mogelijk is, moeten de dekens sluitend zijn aangebracht. Passtukken zijn slechts beperkt toegestaan 1. DEKEN MINERALE WOL (NEN-EN 13162+c06) Fabrikaat: Rockwool, Isover Type Steenwol, Ultimate Dikte (mm): 25 Cachering: dampopen aluminium folie. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - het complete toevoerluchtkanalen systeem. 61.81.11-b ISOLATIEWERK, ISOLATIEDEKENS DEKEN MINERALE WOL 0. ISOLATIEWERK, ISOLATIEDEKENS Bevestigingswijze: mechanisch bevestigd Aantal bevestigingspunten: ten minste 6 st/m2, gelijkmatig verdeeld. Naadafdichtingswijze De dekens moeten; in zo groot mogelijke delen zijn aangebracht; daar waar dit niet mogelijk is, moeten de dekens sluitend zijn aangebracht. Passtukken zijn slechts beperkt toegestaan. 1. DEKEN MINERALE WOL (NEN-EN 13162+c06) Fabrikaat: Rockwool / Isover Type : - steenwol : Conlit Ductrock - glaswol: Ultimate U - gecertificeerd conform NEN-EN 1366-1. Dikte (mm): volgens berekening brandscheiding Cachering: dampopen aluminium folie. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - luchtkanalen systeem door branden rookscheidingen, waar geen brandklep kan worden toegepast. 61.81.25-a ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN ZACHT KUNSTSTOF-/RUBBERSCHUIM STROOK/PLAAT 0. ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN 89.10.01.E

Blad: 235



Volledig gehecht. - naadafwerking: volgens voorschriften leverancier De platen moeten met verspringende naden zijn aangebracht. De platen moeten in zo groot mogelijke delen zijn aangebracht; daar waar dit niet mogelijk is, moeten de platen sluitend zijn aangebracht. Ophangprofielen en flensverbindingen dienen eveneens ge‹soleerd te worden. Bij doorvoeren in bouwkundige constructies moet de isolatie rondom worden afgeschermd met bijvoorbeeld minerale wol. 1. ZACHT KUNSTSTOF-/RUBBERSCHUIM STROOK/PLAAT Fabrikaat: Armaflex Type: AF Dikte (mm): 13 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 01 TOEPASSING - het complete buitenluchtaanzuig kanalensysteem uitwendig te voorzien van dampdichte isolatie, inclusief alle ingebouwde componenten zoals dempers, kleppenregisters etc. Einde hoofdstuk 61

89.10.01.E

Blad: 236


68

REGELINSTALLATIES

68.00

ALGEMEEN

68.00.10

BEGRIPPEN: ALGEMEEN 90 OMVANG VAN HET WERK Het hoofdstuk regelinstallaties betreft het geheel van leveranties en werkzaamheden, nodig voor het in het werk brengen en bedrijfsgereed maken van meetorganen, opnemers, regelaars, omvormers, corrigerende organen, bedienende elementen en schakelen verdeeleenheden alsmede pneumatische leidingsystemen. 91 BEGRIPPEN Onder regelinstallatie wordt verstaan: Al die componenten en onderdelen die benodigd zijn voor het lokaal regelen van het klimaatproces. Hiertoe behoren de schakelkasten, de veldapparatuur, de Direct Digital Control (= DDC) onderstations (incl. software) en de leidingaanleg.


Onder een DDC-onderstation wordt verstaan: Een digitale regelaar, die autonoom de regeling van installatiedelen verzorgt en die onderdeel uitmaakt van een netwerk. Onder GebouwBeheerSysteem (=GBS) wordt verstaan: al die onderdelen die nodig zijn om de lokale regelingen centraal te monitoren en te beheren. Hiertoe behoren de netwerkbekabeling (incl. eventuele lijnversterkers), de bedienstations, de gebouwbeheersoftware, interfaces voor het integreren van andere installatiedelen, etc. Het GBS wordt beschreven in hoofdstuk 78 van dit bestek. Onder regelkasten wordt verstaan: regelen besturingsinrichtingen, die een DDConderstation bevatten, en die eenheden omvatten die zorgdragen voor de voeding, beveiliging, schakeling, regeling, bediening, meting, signalering van aangesloten installatieonderdelen. Onder regelpaneel wordt verstaan: de regelen besturingsinrichtingen welke tesamen met machines en/of apparatuur worden aangeleverd. Onder veldapparatuur wordt verstaan: alle apparatuur en componenten, die zich buiten de schakelkast bevinden, die de interactie verzorgen tussen het DDC-onderstation en het te regelen proces. Hiertoe behoren o.a. opnemers, corrigerende organen, schakelaars, etc. Onder leidingaanleg wordt verstaan: alle bekabeling en de daarvoor benodigde leidingwegen, zowel voedingen als meeten stuurleidingen, vanaf de schakelkasten naar aan te sluiten veldapparatuur, pompen, ventilatoren, etc. 92 BEDIENING EN ONDERHOUDSINSTRUCTIE Direct na de oplevering het door de opdrachtgever aangewezen personeel van de gebruiker van het 89.10.01.E

Blad: 237



project instrueren in de bediening, de regeling en het onderhoud van de opgeleverde installaties. De instructietijd is minimaal 1 uren De instructietijd is maximaal 2 uren 93 GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: technische installaties - te garanderen door: aannemer - periode: 12 maanden Met de volgende aanvullingen: - regeltechnische- en gebouwbeheerinstallatie 24 maanden. De aanvullende garanties dienen te worden overgedragen aan het bedrijf dat het onderhoud uitvoert. 68.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 MONTAGE REGELAPPARATUUR Meetelementen, meetinstrumenten en meetzenders moeten, voorzover het de goede werking niet belemmert, op goed bereikbare plaatsen in de installatie zijn aangebracht. In het bijzonder die instrumenten, die aanwijzend zijn of zijn uitgerust met handinstelling of handterugstelling. Apparaten, die voorzien zijn van een instelmogelijkheid, moeten duidelijk afleesbare schalen hebben, zodat het bepalen van de instelwaarde zonder controlemetingen plaats kan vinden.

68.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90 MELDING AANVANG De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

68.00.31

INFORMATIE-OVERDRACHT: WERKPLAN 01 GEDETAILLEERD WERKPLAN Een gedetailleerd werkplan zoals bedoeld in paragraaf 26, lid 6 van de U.A.V. wordt verlangd voor: de regeltechnische installaties.

68.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 01 REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): van alle in dit bestek omschreven regeltechnische installaties. De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager AutoCAD of Eplan plots Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2 - goedgekeurde: 3 plots en in enkelvoud op nader overeen te komen informatiedrager en formaat. Tijdstip van levering: uiterlijk 3 maanden na oplevering. 02 REVISIEGEGEVENS REGELINSTALLATIE

89.10.01.E

Blad: 238



De revisiegegevens met betrekking tot regelinstallaties moeten ten minste bevatten: - de gespecificeerde tot de installatie behorende apparaten, meeten regelkasten - de locatie van de apparaten, meeten regelkasten - het pneumatische en elektrische leidingsysteem met ondersteunings- en bevestigingspunten diameters dan wel doorsneden en peilmaten - de indeling en de bedradingsschema's van de meeten regelkasten - het principeschema van de installatie - de inregelgegevens van de apparaten - een uitvoerige beschrijving van de werking van de installaties; - alle instellingen van de regelaars; - alle instellingen van de thermische beveiligingen; - de gemeten stroomsterktes. 04 REVISIEBESCHEIDEN APPARATUUR INSTALLATIES De revisiebescheiden moeten bestaan uit: - revisietekeningen; - de standaard fabrieksdocumentatie van alle toegepaste onderdelen; - de bedieningsvoorschriften; - onderhoudsvoorschriften; - beproevingsrapporten; door de aannemer aan de directie te verstrekken revisiebescheiden: van alle tot dit bestek behorende apparatuur aantal: - ter goedkeuring: 2 - goedgekeurd: 3 taal: Nederlands tijdstip van verstrekking: uiterlijk 3 maanden na oplevering 68.00.33

89.10.01.E

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: van alle in dit bestek omschreven regeltechnische installaties. Taal: Nederlands Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2 - goedgekeurde: 3 Tijdstip van verstrekking: uiterlijk 3 maanden na oplevering. 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van alle in dit bestek omschreven regeltechnische installaties Voorzien van een lijst van toegepaste symbolen; Voorzien van een technische beschrijving van de installatie; Voorzien van specificaties. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring 2 - goedgekeurde 3 Taal: Nederlands Tijdstip van verstrekking: uiterlijk 3 maanden na Blad: 239



oplevering. 03 BEDIENINGSINSTRUCTIE Na inbedrijfstelling van de installatie geeft de aannemer aan de opdrachtgever ter plaatse instructie over de bediening en het onderhoud van de installatie De instructietijd is (min): 1 dag. 68.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 02 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: alle in dit bestek omschreven installaties - te garanderen door: aannemer van dit bestek - periode: 12 maanden

68.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90 REGELAPPARATUUR SPECIFICATIE Tenzij in dit bestek anders vermeld dienen de volgende fabrikaten te worden toegepast: - veldapparatuur: Siemens of gelijkwaardig - DDC componenten: Priva TC of gelijkwaardig Voor aantallen van meeten regelapparatuur zie datapuntenlijst (bijlage) van dit bestek. De elektrotechnische materialen en apparaten, voor zover niet bestemd voor zwakstroom, moeten zijn voorzien van een KEMA-keur, dan wel door KEMA zijn gekeurd. De apparatuur c.q. installatie moet geschikt zijn en goed functioneren bij een: - omgevingstemperatuur van 273 / 323K; - relatieve vochtigheid van 30 / 80 %RV. De elektrische apparatuur moet zijn ontstoord volgens de huishoudelijke omgevingsnorm van de EMC-richtlijn van de CE-markering (EN50081-1). Verder dient de elektrische apparatuur geschikt te zijn en goed te functioneren bij het elektrotechnisch storingsniveau volgens de industri‰le omgevingsnorm van de EMC-richtlijn van de CE-markering (EN50082-2).

68.11


68.11.09-a SYSTEEMOPZET, INSTALLATIE ONDERDELEN 0. SYSTEEMOPZET De regeltechnische installatie omvat de volgende onderdelen: - warmteopwekking; - luchtbehandeling; - ventilatie; - warmtapwaterbereiding. Deze dienen te worden verzorgd door een digitale regelinstallatie bestaande uit DDC-onderstations die gekoppeld dienen te worden met het GBS. (zie hfd 78) 89.10.01.E

Blad: 240



1. INSTALLATIE ONDERDELEN De installatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen: RK1: - zie IO-lijst 68.11.19-a ALGEMEEN, REGELING, BEDIENING, STUREN 0. ALGEMEEN Voor de warmteopwekking is een ketel (actief opwekker moduul) opgesteld aangesloten op een kortgesloten verdeler/verzamelaar (neutraal distributie moduul). De opwekkingsinstallatie is ontworpen voor het temperatuurtraject 50°C..30°C. De onderdelen zijn genoemd onder de procescode 01.01 in de datapuntenlijst. 1. REGELING De warmteopwekking wordt PI-geregeld aangestuurd met een vraagafhankelijk gewenste temperatuur. 2. BEDIENING De opwekking wordt automatisch bediend op basis van warmtevraag van de diverse afnemers. Buiten dit programma om kunnen ketels buiten bedrijf worden genomen via een bediening op het IBS. Voor servicedoeleinden zijn interventieschakelaars met de standen in / automatisch / uit opgenomen. Met deze schakelaars pompen aan/uit worden geschakeld en kunnen de ketel worden geblokkeerd, dan wel worden vrijgegeven. 3. STUREN Vrijgave: De specifieke vrijgave van een ketel is hardwarematig gekoppeld met de vrijgave van de betreffende ketelpomp. Bij het afschakelen van een ketel dient rekening te worden gehouden met een instelbare nadraaitijd. De vrijgave is softwarematig gekoppeld met de warmtevraag van de diverse afnemers en de zomergrens. Storingsafhandeling: Bij storing van de ketel volgt een urgente melding. Brandweerschakelaar: Buiten het ketelhuis bij de toegangsdeur dient een brandweerschakelaar te worden opgenomen. Indien deze wordt bediend, wordt de voeding van de branderautomaten (lees ketels) afgeschakeld en wordt er een melding gegenereerd. 4. OPTIMALISEREN De warmte-opwekking wordt onafhankelijk van de bedrijfssituatie opgeregeld naar 50øC bij: - vorstgevaar van de luchtbehandeling; - optimalisatie vloerverwarmingsgroepen. 5. BEWAKEN Bedrijfsurentelling: Per ketel wordt een bedrijfsurentelling bijgehouden voor onderhoudsdoeleinden. 68.11.19-e ALGEMEEN, REGELEN, BEDIENEN, STUREN 0. ALGEMEEN De vloerverwarming is opgebouwd uit standaard 89.10.01.E

Blad: 241



verdeler/verzamelaars die door middel van een menginjectieschakeling worden gevoed. De installatie is ontworpen voor het temperatuurtraject 40øC-30øC. In elke ruimte een thermostaat opnemen ten behoeve van de ruimteregeling, deze stuurt de slangen van de ruimte aan. dit zijn standaloneregelingen welke via een contact worden vrijgegeven (voeding wordt geleverd uit regelkast en wordt onderbroken als de tijdklok (of overwerktimer)niet actief is. De vloerverwarming wordt weersafhankelijk voorgeregeld. De onderdelen zijn vernoemd onder de procescode 03 in de datapuntenlijst. 1. REGELEN Aanvoertemperatuur: Afhankelijk van de buitentemperatuur wordt een gewenste aanvoertemperatuur bepaald op basis van de instelbare stooklijn -10/45øC 20/20øC. Afhankelijk van de gemeten en gewenste aanvoertemperatuur wordt de regelafsluiter PIgeregeld aangestuurd. 2. BEDIENEN De regeling van de vloerverwarming wordt automatisch bediend op basis van buitencondities. Buiten het programma kan de regeling buiten bedrijf worden genomen via het IBS. Voor servicedoeleinden is per pomp een interventieschakelaar met de standen in / automatisch/uit opgenomen, waarmee schakelen buiten de automatisering mogelijk is. Voor servicedoeleinden is per regelafsluiter een interventiemodule met de standen 0% / automatisch / 100% opgenomen, waarmee uitsturing buiten de automatisering mogelijk is . 3. STUREN De regelafsluiter sluit zich automatisch bij wegval van de voedingsspanning. Zomergrens: Bij het ingaan van de zomergrens wordt de regeling geblokkeerd. Maximaalthermostaat: Bij aanspreken van de maximaalthermostaat (failsave) wordt: - de regelafsluiter gesloten; - de pomp uitgeschakeld; - de regeling geblokkeerd; - een melding gegenereerd. 4. OPTIMALISEREN 5. BEWAKEN Aanvoertemperatuur dient bewaakt en getrend te worden. 68.11.19-f ALGEMEEN, REGELEN, BEDIENEN, STUREN 0. ALGEMEEN Het warmtapwater wordt bereid met een direct gestookte boiler. De installatie is ontworpen tapwaterzijdig 89.10.01.E

Blad: 242



10øC-65øC. Het warmtapwatercirculatienet is uitgelegd op 65øC60øC. De onderdelen vernoemd onder de procescode 04... in de datapuntenlijst. 1. REGELEN Laadtemperatuur: De laadtemperatuur wordt PI-geregeld op een constant gewenste aanvoertemperatuur van 65øC. 2. BEDIENEN De warmtapwaterinstallatie is continu in bedrijf. Door middel van het IBS kan de regeling buiten bedrijf worden genomen. Voor servicedoeleinden is per pomp een interventieschakelaar met de standen in / automatisch/uit opgenomen, waarmee schakelen buiten de automatisering mogelijk is. 3. STUREN Maximaalthermostaat: In de toevoerleiding van het tapwater is een maximaal thermostaat opgenomen. Indien de thermostaat aanspreekt wordt de laadregeling gestopt en een blokkerende storing gegenereerd. Tapwaterpomp: Het warmtapwater circulatie net is continu in bedrijf. 5. BEWAKEN De temperatuur van het tapwater, toevoer en retour, worden continu bewaakt. Indien de retourtemperatuur gedurende een instelbare tijd 60øC onderschrijdt, wordt een melding gegenereerd. Een legionellaregeling welke elke 24 uur het water opstookt naar een retourtemperatuur in de nacht zodat het systeem gespoeld wordt, heeft deze de gewenste retour temperatuur niet gehaald dan dient er een melding te komen. 68.11.19-g ALGEMEEN, REGELEN, BEDIENEN, STUREN 0. ALGEMEEN De luchtbehandelingskasten (= LBK's) zijn opgebouwd uit: - toevoer- en retourkast; - toevoerkast en afzuigventilator(en). De LBK levert geconditioneerde lucht (gefilterd, temperatuur en vochtigheid). Afhankelijk van het seizoen wordt de lucht: - verwarmd; Door middel van een warmtewiel, wordt voelbare latente warmte teruggewonnen. De LBK wordt ingezet voor: - ventilatie; - ruimtetemperatuur regeling. De onderdelen zijn vernoemd onder de procescodes 05... in de datapuntenlijst. 1. REGELEN LBK-ventilatie: 89.10.01.E

Blad: 243



Inblaastemperatuur: Weersafhankelijk wordt een gewenste inblaastemperatuur bepaald op basis van een instelbare stooklijn -10/22øC 28/18øC. Afhankelijk van de gemeten en gewenste inblaastemperatuur worden verwarmer, warmteterugwinning en koeler in volgorde PI-geregeld. 2. BEDIENEN De luchtbehandelingsinstallaties worden automatisch bediend op basis van een klokprogramma / overwerktimer. Buiten het programma kan een volledige LBK buiten bedrijf worden genomen via het IBS. Voor servicedoeleinden is per pomp en ventilator een interventieschakelaar met de standen in / automatisch/uit opgenomen, waarmee schakelen buiten de automatisering mogelijk is. Voor servicedoeleinden is per regelafsluiter een interventiemodule met de standen 0% / automatisch / 100% opgenomen, waarmee uitsturing buiten de automatisering mogelijk is. 3. STUREN Vorstbeveiliging: Om bevriezing van de verwarmingsbatterij te voorkomenis een vorstbeveiligingsthermostaat (fail-safe) opgenomen. Deze capillairthermostaat verzorgt de volgende acties: - ventilatiestop; - buitenluchtklep dicht; - regelafsluiter 100% open; - circulatiepomp aan; - warmtevraag genereren; - vergrendelende melding. Stilstand: Bij Tbuiten < 5øC krijgen de regelafsluiters van de verwarmingsbatterij een instelbare minimum stand. Snaarbreukbeveiliging: De ventilator wordt bewaakt op snaarbreuk door de verschildruk te meten over de ventilator. Indien er geen drukverschil wordt opgebouwd binnen een bepaalde tijd na het starten van de ventilator, danwel dat het drukverschil wegvalt tijdens normaal bedrijf, wordt de LBK uitgeschakeld, de bevochtiging geblokkeerd en een melding gegenereerd. Brandventilatie: Door een melding van de brandmeldcentrale (fail-safe) komen de LBK's in brandventilatiemodus. E.e.a. in overleg met de lokale brandweer. De vorstthermostaten dienen te worden overbrugd (niet de signalering) en een eventuele warmteterugwinning uitgeschakeld. In het brandpaneel dienen twee driestandenschakelaars te worden opgenomen om de ventilatie te manipuleren tijdens brandventilatiemodus. 4. OPTIMALISEREN Inschakelen: Bij Tbuiten < 7øC wordt eerst de temperatuurregeling 89.10.01.E

Blad: 244



vrijgegeven met een instelbare verhoging van de inblaastemperatuur (6K), waardoor de regelafsluiter geopend, de circulatiepomp gestart en warmtevraag gegenereerd wordt. Na een instelbare vertraging (10 minuten) wordt de buitenluchtklep geopend en daarna de toevoerventilator gestart. De tijdelijke verhoging wordt met 0,01K/sec afgebouwd. Bij warmteterugwinning dient altijd als eerst de retourventilator opgestart te worden en daarna pas de toevoer. L/H sturing: Afhankelijk van of de afzuigkap aan of uit staat dient de LBK meer of minder lucht aan te zuigen. Dit dient te gebeuren met drukregeling welk op een constante druk wordt gehouden in de buurt van de kantine (aan en afvoer op een constante druk houden, PI-regeling). Afzuigkap in de keuken is een sturing met een schakelaar in de keuken, als deze omgezet wordt dient de luchtklep in de kantine om te lopen en de afzuiging aan te gaan. Als er een terugmelding is dat de afzuiging aan is, gaat de gasklep pas open. Dit dient op GBS visueel te zijn. Afzuiging toilet: Deze afzuiging staat altijd aan maar dient wel met een schakelklok in de software te zitten. Zomer/nachtventilatie: Deze bedrijfstoestand is actief tussen 01:00 uur en aanvang dagbedrijf indien: - Tbuiten > 15øC; - Truimte > 23øC; - Het verschil tussen Truimte en Tbuiten > 3K. De ruimte dient afgekoeld te worden tot 21øC waarna de zomer/nachtventilatie wordt be‰indigd en wordt gedurende de resterende periode niet meer actief. Opnemer in de kantine. 5. BEWAKEN De inblaastemperaturen worden bewaakt op een minimum en maximum waarde. 68.11.19-k ALGEMEEN, REGELEN, BEDIENEN, STUREN 0. ALGEMEEN 1. REGELEN Regelkast temperatuur: De ventilator wordt aan/uit gestuurd door een instelbare thermostaat op een temperatuur van ongeveer 25øC. 2. BEDIENEN Interventie: Bij een handmatige bediening van de installatie door bediening van een interventieschakelaar, dient dit op de regelkast gemeld te worden door een signaallamp. 3. STUREN Netwachter: De voeding van de regelkast wordt bewaakt door middel van een netwachter. Indien de netwachter aanspreekt en zich binnen 10 seconden hersteld kan de installatie door blijven functioneren. Duurt de

89.10.01.E

Blad: 245



onderbreking echter langer dan 10 seconden, dienen de installatiedelen afgeschakeld te worden en wordt er een vergrendelende storing gegenereerd. Periodieke pomp start: Onafhankelijk van het bedrijf worden periodiek op bijvoorbeeld iedere dinsdag om 12:00 uur gedurende 10 minuten alle pompen aangestuurd om vastzitten te voorkomen. 4. OPTIMALISEREN Opstarten: Uit een spanningsloze toestand dient de installatie bij het inschakelen van de voeding altijd gestaffeld ingeschakeld te worden volgens de standaard opstartprocedures. 5. BEWAKEN Bedrijfsurentelling: Per pomp en ventilator wordt een bedrijfsurentelling bijgehouden voor onderhoudsdoeleinden.

68.12


68.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENING REGELINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen tekening(en) betreffende regelinstallaties. - werkings- en aansluitschema's (conform NEN5152,NEN5158); - processchema's (conform NEN2322, NEN3157); - indelings- en aanzichtstekeningen van meeten regelkasten; - plaatsing van alle regeltechnische apparatuur buiten de technische ruimte(n). Volgens: NEN 3157-85 Van alle in dit bestek omschreven regelinstallaties Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 2 - goedgekeurde (st.): 3 68.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. REGELINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen berekening: Kvs-waarden van alle regelafsluiters in de installatie. Als uitgangspunt voor de Kvs-waarde berekening dient een klepautoriteit van minimaal 0,5 te worden genomen. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2 - goedgekeurde: 3

68.13

KEURING EN BEPROEVING

68.13.10-a BEPROEVINGS-/KEURINGSRAPPORT 0. KEURING REGELSTRATEGIE Voordat software ten behoeve van de regelingen in de DDC-onderstations aangebracht mag worden en in bedrijf wordt gesteld, moet deze software aan de hand van functionele regeltechnische omschrijvingen zijn goedgekeurd. Volgens: ISSO 69 89.10.01.E

Blad: 246



Taal: Nederlands aantal: - ter goedkeuring: 2; - goedgekeurde: 3. 9. METHODE VAN BEPROEVEN/TESTEN De gehele regeltechnische installatie dient te worden getest en gecontroleerd op aansluitingen, instellingen en goede werking op basis van ontwerpgegevens en functionele beschrijvingen. De aannemer dient per regelkast een testprotocol te vervaardigen (voorbeeld op aanvraag verkrijgbaar) op basis waarvan de correcte functionele werking van de regelinstallaties kan worden getest. Taal: Nederlands aantal: - ter goedkeuring: 2; - goedgekeurde: 3. Voor de oplevering dient het testprotocol ingevuld en ondertekend ingediend te worden. Tijdens de oplevering zal de directie steekproefsgewijs onderdelen controleren. Afhankelijk van de bevindingen en de complexiteit van de installatie zal er uitgebreider getest worden. Tijdens de oplevering dient de inbedrijfsteller (met laptop) en een beslissingsbevoegd persoon aanwezig te zijn. Hiervoor te reken op minimaal één dag. Indien bij controle niet aan functionele eisen wordt voldaan, zal voor rekening van de aannemer een tweede controle volgens bovenstaand protocol plaatsvinden.

68.31

MEETORGANEN EN OPNEMERS

68.31.31-a TEMPERATUUROPNEMER 0. TEMPERATUUROPNEMER Fabrikaat: Siemens Type: QAE22A Meetgebied (°C): -30..130 Meetelement: - nikkel Uitgang: - impedantie (Ohm): 1.000 Toebehoren: - dompelbuis 3. MONTAGE MEETINSTRUMENT Montagewijze: - in een bochtstuk tegen de stroming in; - in kleine leidingdiameters onder een hoek tegen de stroming in; - loodrecht op stroming. 9. IJKEN De opnemers welke worden toegepast in het GKW-systeem dienen in het werk te worden geijkt op 0øC. 01 TOEPASSING - Temperatuurmeting in leidingen. 68.31.31-b TEMPERATUUROPNEMER 0. TEMPERATUUROPNEMER Fabrikaat: Siemens Type: QAM22 Meetgebied (°C): -30..80 89.10.01.E

Blad: 247



Meetelement: - nikkel Uitgang: - impedantie (Ohm): 1.000 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 3. MONTAGE MEETINSTRUMENT Montagewijze: op een plaats waar een goede luchtmenging heeft plaatsgehad en de luchtsnelheid voldoende hoog is. Bevestigingswijze in montageflens. 01 TOEPASSING - Meten van temperatuur in luchtkanalen. 68.31.31-c TEMPERATUUROPNEMER 0. TEMPERATUUROPNEMER Fabrikaat: Siemens Type: QAA24 Meetgebied (°C): 0..50 Meetelement: Li-Ni Uitgang: - impedantie (Ohm): 1.000 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 3. MONTAGE MEETINSTRUMENT De juiste plaats voor montage in overleg met de directie/gebruiker te bepalen. 01 TOEPASSING - temperatuurmeting in droge ruimten. 68.31.31-d TEMPERATUUROPNEMER 0. TEMPERATUUROPNEMER Fabrikaat: Siemens Type: QAC22 Meetgebied (°C): -35..50 Meetelement: - nikkel Uitgang: - impedantie (Ohm): 1.000 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen 3. MONTAGE MEETINSTRUMENT De juiste plaats voor montage in overleg met de directie/gebruiker te bepalen. 01 TOEPASSING - Meten van de buitentemperatuur. 68.31.33-a DRUKOPNEMER 0. DRUKOPNEMER Fabrikaat: Siemens Type QBE620 Meetgebied (Pa): 0.. Meetelement: - keramiekmembraan Aansluitspanning (V): 24ac Beschermingsgraad (NEN-EN-IEC 60529+a00) (IP): 67 Uitgang: - spanninng (V): 0..10dc Toebehoren: - procesaansluiting; 89.10.01.E

Blad: 248



- bevestigingsmiddelen. 3. MONTAGE MEETINSTRUMENT Aansluitwijze door middel van procesaansluiting met handafsluiter en ontlastnippel. 01 TOEPASSING -druk meting cv systeem.

68.32

REGELAARS

68.32.11-a THERMOSTAAT 0. VORSTBEVEILIGINGSTHERMOSTAAT Fabrikaat: Siemens Typenr.: QAF81.6 Meetbereik -5..15 øC Regelorgaan 1x omschakelcontact Aantal afzonderlijke regelacties: 1x proportioneel. Schakeldifferentiaal 2K Regelwaarde: instelbaar. Schakelwijze: verbreekt bij dalende temperatuur Uitvoeringsvorm met automatische ontgrendeling Voelertype actieve capillair, 6000 mm Toebehoren: - bevestigingsmiddelen; - steekbare flens. 3. MONTAGE REGELINSTRUMENT Montagewijze zodanig, dat de capillaire leiding beschermd wordt tegen rechtstreekse be‹nvloeding door de "by-pass"-lucht van de voorverwarmer. Bevestigingswijze tegen de achterzijde van de luchtverwarmer monteren, een en ander met behulp van RVS-klemmen. Waar in verband met de afmeting van de voorverwarmer niet met ‚‚n vorstthermostaat kan worden volstaan moeten meerdere vorstthermostaten worden aangebracht. 01 TOEPASSING - Luchtzijdige beveiliging van luchtverwarmers. 68.32.11-b THERMOSTAAT 0. DOMPELTHERMOSTAAT Fabrikaat: Siemens Typenr.: RAK ST Meetbereik 15..95øC Regelorgaan 1x omschakelcontact Aantal afzonderlijke regelacties: 1x proportioneel. Schakeldifferentiaal 4K Regelwaarde: instelbaar. Schakelwijze: verbreekt bij toenemende temperatuur. Toebehoren: - dompelbuis 100mm; - bevestigingsmiddelen. 3. MONTAGE REGELINSTRUMENT Montagewijze: - in een bochtstuk tegen de stroming in; - in kleine leidingdiameters onder een hoek tegen de stroming in; - loodrecht op stroming. 01 TOEPASSING - Bewaken en begrenzen van de temperatuur van vloerverwarming en boiler.

89.10.01.E

Blad: 249



68.32.13-b PRESSOSTAAT 0. PRESSOSTAAT, VERSCHILDRUK Fabrikaat: Huba type 69..... Meetbereik 0......PA Regelorgaan 0-10V Toebehoren: - bevestigingsmiddelen; - procesaansluiting. 3. MONTAGE REGELINSTRUMENT Bevestigingswijze door middel van montage beugel. Aansluitwijze door middel van PVC slangen. 01 TOEPASSING - Verschildrukbewaking in LBK's en kanalen voor druksturing van de LBK 68.32.16-a NIVEAUREGELAAR 0. NIVEAUREGELAAR Fabrikaat: Wolter & Dros Type: CAVIA Regelorgaan 1x omschakelcontact Aantal afzonderlijke regelacties: 1x proportioneel. Regelwaarde: niet instelbaar. Uitvoeringsvorm: detector en versterkermoduul voor inbouw. Voorzieningen: - aanwijzing: - spanning aanwezig; - draadbreuk; - wateroverlast. - signalering door middel van leds Voelertype: elektroden. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen; - bekabeling, steker en contactverbinding. 3. MONTAGE REGELINSTRUMENT Plaatsing in overleg met directie. 01 TOEPASSING - Wateroverlastdetectie in de techniek ruimte 68.32.31-a UNIVERSELE REGELAAR 0. UNIVERSELE REGELAAR Fabrikaat: Priva Type: HX8E De DDC-onderstations dienen volledig autonoom zonder tussenkomst van een centrale verwerkingseenheid te functioneren en door middel van een datanet met elkaar kunnen communiceren. De DDC-onderstations dienen tegelijkertijd zonder vertraging en met behoud van functionaliteit alle regel-, stuur-, beheer-, opslagfuncties en datacommunicatie af te handelen. In elke regelkast is het mogelijk om informatie van alle op die regelkast aangesloten regelapparatuur op te vragen door middel van een display. Op deze manier kunnen bovendien alle setpunten en parameters worden aangepast, indien men toegang heeft tot het benodigde bedienniveau. De DDC-onderstations moeten zijn voorzien van een batterij om bij spanningsuitval de 89.10.01.E

Blad: 250



applicatiesoftware en de parameters gedurende minimaal 1 maand vast te houden. Zodra de netspanning terugkeert, dient het onderstation volledig automatisch zonder tussenkomst van personen weer in bedrijf te gaan. Om het tegelijkertijd inschakelen van grote vermogens en de daaruit voortvloeiende storingen te voorkomen, moeten de uitgangen gestaffeld door het onderstation worden ingeschakeld. De leverancier van de regelapparatuur dient minimaal gedurende tien jaar te beschikken over een volledige back-up van de software die in de DDC-modulen is ondergebracht, en deze aan de gebruiker van het systeem ter beschikking te stellen. Tevens dient de licentie van de software op naam gesteld te worden van, en geleverd te worden aan de opdrachtgever. Toebehoren: - overspanningsbeveiliging; - bevestigingsmiddelen; - aansluitkabels; - optische koppelingen. 3. MONTAGE REGELINSTRUMENT Alle DDC-onderstations dienen te worden ondergebracht in regelkasten in de technische ruimten. 9. ONDERSTATIONS De opbouw en het aantal onderstations en de capaciteit af te stemmen op de beschreven installaties in dit bestek en de datapuntenlijst opgenomen in de bijlage van dit bestek. 01 TOEPASSING Regelkast met inlogmogelijkheid via web. 68.32.31-c UNIVERSELE REGELAAR 0. I/O-MODULEN Fabrikaat: Priva Digitale ingangen: Op de digitale ingangen dienen potentiaalvrije contacten en signalen van 10-30Vdc te kunnen worden aangesloten. Tevens dienen de ingangen geschikt te zijn voor het lezen van pulsen met een frequentie van 50Hz. De ingangen dienen voorzien te zijn van ledsignalering. Analoge ingangen: De analoge ingangen dienen geschikt te zijn voor het verwerken van 0-10Vdc, 0-20mA, weerstand en Ni100 opnemers met voldoende hoge resolutie. Digitale uitgangen: De digitale uitgangen die installatiedelen schakelen dienen te zijn uitgevoerd als relaisuitgang met voldoende schakelvermogen. De modulen moeten voorzien zijn van interventie met hand/auto stand en statusterugmelding. Overige digitale uitgangen mogen zijn uitgevoerd als solid-state. Analoge uitgangen: De analoge uitgangen dienen 0-10Vdc te sturen met voldoende hoge resolutie. De uitgangen dienen voorzien te zijn van interventie met hand/auto stand 89.10.01.E

Blad: 251



terugmelding per handschakelaar. Elke I/O-module dient te zijn voorzien van verwisselbare plaatjes waarop de functie van de verschillende inen uitgangen kunnen worden aangegeven. Toebehoren: - voeding; - overspanningsbeveiliging; - aansluitkabels; - benodigde interface kaarten; - optische koppelingen. 3. MONTAGE REGELINSTRUMENT Montagewijze: schroefaansluitingen; Bevestigingswijze: DIN-rail; Aansluitwijze door middel van interne I/O-bus op DDC-onderstation Alle I/O-modulen dienen te worden ondergebracht in regelkasten in de technische ruimten conform de voorschriften van de leverancier. 9. CONFIGURATIE De samenstelling van de I/O-modulen dient te geschieden aan de hand van de in dit bestek omschreven installatie en de datapuntenlijst opgenomen in de bijlage van dit bestek. Elk regelkast dient bij oplevering te beschikken over tenminste 10 % reserve I/O's, onderverdeling overeenkomstig de reeds aangesloten datapunten.

68.33

CORRIGERENDE ORGANEN

68.33.12-h REGELAFSLUITER, SERVOMOTOR 0. REGELAFSLUITER, KLEP Fabrikaat: Sauter Type: VXN Karakteristiek: 2-weg equiprocentueel / lineair Druktrap (PN): 16 Aansluit maat: < DN40 Kvs-waarde: zie datapuntenlijst (bijlage) dP max: 600, 800 kPa Temperatuur (°C): 2..120 Aansluitingen: schroefdraad Toebehoren: - Bevestigingsmateriaal. 1. SERVOMOTOR Fabrikaat: Sauter Type: AVM124S 125S Aandrijving: elektromotorisch Regeling: modulerend 0..10Vdc Looptijd (s): 30/60/120 Slag (mm): 20 Stelkracht (N): 800 Toebehoren: - bevestigingsmateriaal. 01 TOEPASSING - heater LBK ...; - etc. 68.33.21-a LUCHTKLEP, SERVOMOTOR 0. LUCHTKLEP 1. SERVOMOTOR 89.10.01.E

Blad: 252



Fabrikaat: Siemens Typenr.: GCA121.1E Aandrijving elektrisch Aansluitspanning (V, Hz): 24, 50 Regeling open/dicht Veerteruggang Looptijd (s): 90 sec. As-draaiingshoek (°): 90ø As-koppel (Nm): 16 Beschermingsgraad (IP): 54 Toebehoren: - Bevestigingsmaterialen; - Standaanduiding. 01 TOEPASSING - buitenluchtkleppen. 68.33.21-c LUCHTKLEP, SERVOMOTOR 0. LUCHTKLEP 1. SERVOMOTOR Fabrikaat: Siemens Typenr.: GIB131.1E Aandrijving elektrisch Aansluitspanning (V, Hz): 24, 50 Regeling 3-punts Looptijd (s): 150 sec. As-draaiingshoek (°): 90ø As-koppel (Nm): 20 Beschermingsgraad (IP): 54 Toebehoren: - Bevestigingsmaterialen; - Standaanduiding. 01 TOEPASSING - luchtklep kantine.

68.51

SCHAKEL- EN VERDEELEENHEDEN

68.51.11-a REGEL- EN BESTURINGSINRICHTING LAAGSPANNING 0. REGEL- EN BESTURINGSINRICHTING, LAAGSPANNING Bedrijfsspanning (V): 240/400 3 fasen, 50 Hz Beschermingsgraad (NEN-EN-IEC 60529+a00) (IP): 54 Aansluitklemmen, motorbeveiligingsschakelaars, stuurstroomautomaten, trafo's enz. zodanig uit te voeren, dat bij geopende kast wordt voldaan aan bescherming tegen toevallige aanraking (IP20). Uitvoeringsvorm: vrijstaand. Kortsluitvastheid (kA): 4 Kast: - fabrikaat: Eldon/Rittal; - kleur: RAL7035 ; - materiaal: plaatstaal dubbelgestrekt gemoffeld; - oppervlaktebehandeling definitief te bepalen bij productie werktekeningen; - Rekening te houden met een reserveruimte van 25%; - Staande uitvoering voorzien van sokkel; - afmetingen (bxhxd) (mm): espagnolet met zwenkhevel ontsluitingen cilinderslot; - deursluiting max. 900 mm; - deurbreedte (mm): t.b.v. hoofdstroom-deel; - beschermplaten aan bovenzijde m.b.v. wartels. 89.10.01.E

Blad: 253



Niet gebruikte wartels dienen afgedicht te worden; - kabelinvoering- Alle motorgroepen moeten worden beveiligd tegen overbelasting door gebruik te maken van motorbeveiligingsschakelaars. In geval van overbelasting wordt de betreffende motorgroep uitgeschakeld; Bedrijfsmelding Indien een bedrijfsmelding van een motorgroep aangesloten wordt op de digitale regelinstallatie (zie datapuntenlijst in bijlage), wordt er een storingsmelding gegenereerd indien gedurende een bepaalde tijd het inschakelcommando ongelijk is aan de bedrijfsmelding. Motorgroepen met een groter vermogen dan 2,2kW, dienen te worden geschakeld d.m.v. een aanloopstroombeperkende schakeling, dan wel frequentieregelaar; - Installatieautomaten uitvoeren met een contact ten behoeve van de storingsmelding. Deze meldingen als één gezamenlijke melding per kast uitvoeren; Netwachter: - Een netwachter bewaakt de voedingsspanning van de - Onderdelen die onder spanning blijven staan na het weg vallen van de hoofdvoeding dienen nabij de aansluitklemmen te worden voorzien van een resopal tekstplaat, kleur rood, met in wit gegraveerde letters de tekst: "LET OP SPANNING AANWEZIG"; - Op te nemen elektrische voedingen overeenkomstig de datapuntenlijst (bijlage) bij dit bestek; - Storings-, standen bedrijfsmeldingen alsmede interventieschakelaars dienen in de kast per installatiedeel te zijn gegroepeerd. Bedrading: - kleurcode: voor spanningen waarop de NEN 1010 niet van toepassing is, dient een eenduidige kleurcodering te worden gehanteerd. Deze codering dient duidelijk onderscheid te maken tussen diverse spanningsniveaus, meetsignalen, etc. De toegepaste codering dient aangegeven te worden in de regelkasttekeningen en door heel het project te worden toegepast. Voorstel kleurcodering: - < 50V rood/wit; - < 25V oranje/wit; - Meetsignalen grijs; - Externe voeding transparant; - Datavoorzieningen paars. - aansluitklem Alle inkomende leidingen worden op aansluitklemmen afgewerkt (met uitzondering van frequentieomvormers en hoofdschakelaar). Deze aansluitklemmen worden bij voorkeur, horizontaal boven in de kast gemonteerd (15% reserve). De klemmenstroken worden op de volgende wijze gecodeerd: - X0 inkomende voedingsleiding; - X1 afgaande motoren voedingskabels. De overige klemmenstroken mogen naar eigen inzicht in overleg met de directie ingedeeld worden. De klemmenstroken dienen van links naar rechts 89.10.01.E

Blad: 254



oplopend genummerd te worden. Aan het begin van de strook wordt de klemmenstrookcodering aangebracht. - bedradingskoker Alle bedrading in de regelkast dient opgenomen te zijn in kabelgoten voorzien van deksel. De voedingskabel van de regelkast dient in een separate goot te zijn opgenomen. Er dient rekening te worden gehouden met een reserve capaciteit van 25%. Voor het wegwerken van overlengte van bekabeling dient de regelkast te zijn voorzien van een rangeergoot boven de klemmenstrook. Railsysteem: - materiaal KEMA-keur; - Systeem voor het monteren van railadapters; - Indien mespatronen worden toegepast, dienen deze te zijn opgenomen in lastscheiders. - hoofdschakelaar (A): De voedingsleiding wordt via de aansluitklemmen van de X0 klemmenstrook of rechtstreeks op de hoofdschakelaar aangesloten; - schakelaars < 40 A mogen frontmontage zijn. Interventieschakelaars: Alle schakelende uitgangen, zoals inschakelcommando's voor ketels, stoombevochtigers, koelmachines, pompen, ventilatoren, etc moeten worden aangesloten via interventieschakelaars. Met deze interventieschakelaars kan een uitgang, buiten de DDC-regelaar om, uit/aan/automatisch geschakeld worden. De interventieschakelaars dienen voorzien te zijn van een meldlus. Indien ‚‚n of meer schakelaars niet in de stand automatisch staat, dient dit gemeld te worden op de DDC-regelaar en de regelkast d.m.v. een signaallamp. Uitvoering: - Schakelaarindicatie (niet volledig automatisch); - Drie-standenschakelaar: - Automatisch; - Uit; - In; - Indicatieleds t.b.v. uitgangen; - Indicatieleds t.b.v. storingen; - Resopal plaatjes met installatie omschrijvingen; - Storingsingang per kanaal. Meettoestellen: Meetelementen, meetinstrumenten en meetzenders moeten, voorzover het de goede werking niet belemmert, op goed bereikbare plaatsen in de installatie zijn aangebracht, in het bijzonder die instrumenten, die aanwijzend zijn of zijn uitgerust met handinstelling of handterugstelling. Regelaars: Apparatuur waarop verstellingen kunnen worden verricht bij voorkeur zo hoog mogelijk in de kast plaatsen, en voorzien van duidelijk afleesbare schalen, zodat het bepalen van de instelwaarde zonder 89.10.01.E

Blad: 255



controlemetingen plaats kan vinden. Toelaatbare kasttemperatuur (°C): 323 K Toebehoren: - Per kastsectie een verlichtingsarmatuur (TL), te schakelen door middel van een deurcontact. Bij spanningsuitval moet de verlichting een uur blijven branden; - Dubbele wandcontactdoos. - Elektromechanische ventilatie (geruisarm), geschakeld door een thermostaat aan te sluiten voor de hoofdschakelaar. Ventilator voorzien van op eenvoudige wijze vervangbare stoffilters voor de aanzuigopening. - Opbergvak voor tekeningen aan binnenzijde kastdeur - Schemalessenaar ten behoeve van PC/bedieningseenheid aan binnenzijde kastdeur (fabr. Rittal) 68.51.19-a BEDIENINGS-, SIGNALERINGSPANEEL 0. BEDIENINGS-, SIGNALERINGSPANEEL De elektrotechnisch installateur voorziet in een bedieningssignaleringspaneel. Voor de diverse installatiedelen dient de aannemer de E-installateur te voorzien in de benodigde overwerktimers. Verder levert de aannemer per regelkast potentiaalvrije contacten aan (incl bekabeling) voor urgente / niet urgente storingen. 68.51.21-a SCHAKELAAR, LAAGSPANNING 0. SCHAKELKLOK Fabrikaat: Grundfos Aqua-elektra Type: Timeline Aansluitspanning (V): 24 V AC/DC Opgenomen vermogen (VA): 3,3 Aantal afzonderlijke schakelakties (st.): 1 Instelbaarheid schakelakties0..9 uur Uitvoeringsvorm inbouw Signalering- tijdsaanduiding in uren - display d.m.v. LED: resterende aantal uren 68.51.21-b SCHAKELAAR, LAAGSPANNING 0. SCHAKELAAR, LAAGSPANNING Fabrikaat: Kraus & Naimer / Moeller Soort schakelaar nokkenschakelaar Uitvoeringsvorm: inbouw. Schakelstanden in / automatisch / uit - uitvoering sleutelschakelaar. Verwijdering sleutel enkel in stand automatisch mogelijk. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. 01 TOEPASSING - Brandventilatie schakelaars. 68.51.21-c SCHAKELAAR, LAAGSPANNING 0. SCHAKELAAR, LAAGSPANNING Fabrikaat: Kraus & Naimer / Moeller Soort schakelaar werkschakelaar Uitvoeringsvorm: opbouw. Schakelactie verbreek Schakelstanden in / uit Nominale spanning (V): 400 89.10.01.E

Blad: 256



De werkschakelaar opnemen in de hoofdstroomketens indien het motorvermogen < 2,2 kW, anders in de hulpstroomketens conform de NEN1010. Beschermingsgraad (NEN-EN-IEC 60529+a00) (IP): 65 Afdekking: - kleur duidelijk identificeerbaar. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. 9. MONTAGE SCHAKELAAR Montage in nabijheid van corresponderend installatiedeel. 01 TOEPASSEN - Alle motoren, pompen en ventilatoren. 68.51.29-a ELEKTRISCHE BEKABELING, LEIDINGWEGEN 0. ELEKTRISCHE BEKABELING De elektrische bekabeling van de regeltechnische installaties behoort tot dit bestek. Onder deze bekabeling wordt ondermeer verstaan: - Het leveren, monteren en tweezijdig aansluiten van de bekabeling t.b.v.: - voedingen naar pompen, ventilatoren, ketels, expansieautomaten enz; - signaalleidingen naar alle op de regelkasten aangesloten regelapparatuur; - signaalleidingen t.b.v. meldingen installaties derden; - bekabeling t.b.v. kWh-meters, gasmeters, etc; - bekabeling t.b.v. data-verbindingen (zie hfd 78). - Het enkelzijdig aansluiten van de bekabeling t.b.v.: - de voedingen van de regelkasten en regelpanelen (tenzij in dit bestek anders aangegeven). De hoofdvoedingskabels van voldoende doorsnede, worden tot nabij de betreffende regelen schakelkasten verzorgd door de E-installateur. De bekabeling van de regeltechnische installatie uit te voeren conform de eisen in NEN 1010 en de eisen c.q. voorschriften van het energieleverend bedrijf. En uitgesloten zijn ook uit NEN 1010 Tabel 52-B1: basis installatiemethoden 51en 52. 1. LEIDINGWEGEN De bekabeling waar mogelijk aan te brengen in de gemeenschappelijke kabelgoten welke door derden worden aangebracht. Waar deze gemeenschappelijke kabelgoten niet aanwezig blijken te zijn, te rekenen op de levering en montage van kabelgoten en/of buisleidingen. De aannemer van dit bestek dient met betrekking tot de plaats van de gemeenschappelijke kabelgoten e.d. overleg te voeren met de elektrotechnisch installateur. Daar waar geen gemeenschappelijke kabelgoten aanwezig zijn dient het leidingtrac‚ naar eigen inzicht in overleg met de directie te worden aangebracht. Indien gemeenschappelijke leidingwegen worden voorzien van scheidingsschotten en/of 89.10.01.E

Blad: 257



scheidingsgoten zal de aannemer er zorg voor dragen, dat de leidingen van de verschillende installaties in de juiste compartimenten worden aangebracht. Daar waar de ophanging- en bevestigingsmiddelen voor de kabelgoten niet rechtstreeks kunnen worden bevestigd, moet de aannemer bevestigingsrails aanbrengen, waarop de hiervoor genoemde ophang- en bevestigingsmiddelen kunnen worden gemonteerd. Indien kabelgoten op consoles worden gemonteerd, dient er per ruimte en/of muur zoveel mogelijk een gelijkmatige verdeling te worden aangehouden. Bij de oplevering van het werk moet in kabelgoten nog minstens 25% reserveruimte beschikbaar zijn. Kabels mogen in niet meer dan twee lagen worden gelegd. Rekening houden met een vulfactor van 1,4. Verticale kabeldraagsystemen met een hellingshoek groter dan 45 graden afsluiten met een deksel. De deksels bevestigen met dekselklemmen. De bekabeling in verticale kabeldraagsysteem ordelijk te rangschikken en door middel van speciale bevestigingsmiddelen vast te zetten. Zwakstroom/sterkstroom en databekabeling mogen niet bij elkaar in ‚‚n compartiment van het kabeldraagsystemen gelegd worden. De buisleidingen in de technische ruimten dienen te zijn uitgevoerd in slagvaste kunststof buis. Er mag geen flexibele buis gebruikt worden. Doorvoeringen in het ketelhuis dienen gasdicht en brandwerend te zijn.

68.52

OMVORMERS

68.52.11-a ENERGIE-OMZETTER 0. ENERGIE-OMZETTER Fabrikaat: Danfoss Type: VLT6000 HVAC Uitvoering boekstijl / compact Samenstelling/opbouw met display Nominaal vermogen (kVA): in overleg met leverancier Ingangsgrootheid: - spanning (V): 400 - frequentie (Hz): 50 Uitgangsgrootheid: - spanning regelbaar tussen de grenzen (V): 10..100 % van netspanning - frequentie regelbaar tussen de grenzen (Hz): 0..50 Omgevingstemperatuur (°C): dag/nacht-gemiddelde 35øC Beschermingsgraad (NEN-EN-IEC 60529+a00) (IP): 54 Toebehoren: - bevestigingsmiddelen; - RFI filter; - LC filter. 89.10.01.E

Blad: 258



9. MONTAGE ENERGIE-OMZETTER Montage dient te geschieden overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant/leverancier in regelkast. 01 TOEPASSING - alle rotatiefrequentieregelingen ten behoeve van alle ventilatoren. Einde hoofdstuk 68

89.10.01.E

Blad: 259


70

ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES

70.00

ALGEMEEN

70.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 09 ALGEMEEN De in 70.00 omschreven bepalingen zijn algemeen geldend en gelden zowel voor de in hoofdstuk 70 als in hoofdstuk 75 omschreven installaties. 19 HALOGEENVRIJE INSTALLATIES De gehele installatie dient uitgevoerd te worden met halogeen vrije buizen incl. bevestigingsmateriaal en halogeen vrije bekabeling. 90 NORMEN EN VOORSCHRIFTEN Bij de uitvoering van het werk dienen installaties, samenstellende materialen en werkwijze bij de aanleg te voldoen aan, dan wel te geschieden volgens de vigerende normen en voorschriften en beschikkingen zoals: - NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties . - NEN-EN 1838 Toegepaste verlichtingstechniek voor Noodverlichting. - NEN 2439 Geprefabriceerde schakelen verdeelinrichtingen voor laagspanning. - NEN 2535 Brandmeldinstallaties, systeem- en kwaliteitseisen en projecteringsrichtlijnen, alsmede de uitgave "Een Brandveilig Gebouw Installeren". - NEN 2575 Brandveiligheid van gebouwen ontruimingsalarminstallatie. - NEN 2916 Energie prestatie van utiliteitsgebouwen. - NEN 3140 Laagspanningsinstallaties; bepalingen voor werkzaamheden, inspectie en onderhoud. - NEN 6088 Producteisen en bepalingsmethoden voor vluchtroute aanduiding. - NEN-EN 12464-1 Licht en verlichting. Werkplekverlichting, deel 1. - NEN-EN 50172 Noodverlichtingssystemen voor vluchtwegen. - NEN-EN 50173 Data / informatietechnologie, generieke bekabelingssystemen. - NEN-EN 50174-1 Data / informatietechnologie, installatie van bekabeling - specificatie en kwaliteitsborging. - NEN-EN 50174-2 Data / informatietechnologie, installatie van bekabeling - planning en praktijk in gebouwen. - NPR 2576 Praktijkrichtlijn functiebehoud bij brand. - NPR 5310 Nederlandse praktijkrichtlijn NEN 1010. - ISO/IEC 11801 Informatica Technologie Generic Cabling for Customer Premises. - TIA/EIA 568A Commercial Building Standards for Telecommunications Pathways & Spaces. - EMC-richtlijnen. - CE-markeringen op de product. - Alle verder door het Nederlands Normalisatie Instituut vastgestelde normen en normontwerpen voor zover betrekking hebbende op dit werk. - Arbeidsomstandighedenwet (ARBO). - Bouwbesluit. - Handboek beveiligings installaties (NIBRA), uitgave NVBR.

89.10.01.E


Blad: 260



- Handboek beveiligings techniek, praktische toepassingen en regelingen. - Handboek toegankelijkheid. - Eventuele aanvullingen op bovengenoemde voorschriften c.q. normen. - Eventueel overige ter plaatse geldende voorschriften van overheidswege, zoals brandweer, bouwen woningtoezicht, e.d. Voor de genoemde normen wordt uitgegaan van de laatste uitgaven op het moment van de aanbesteding, met inbegrip van aanvullingen en interpretaties. Overigens is het in de UAVTI-1992, paragraaf 2 gestelde onverkort van toepassing. Elektrische apparatuur moet zijn ontstoord volgens: CE-norm omgeving. 91 INTERNATIONALE NORMEN De installaties moeten worden uitgevoerd volgens de vigerende Europese regelgeving. Daar waar in dit bestek nationale NEN-normen zijn vermeld, gelden voor zover hiervoor gelijkwaardige Europese normen beschikbaar zijn deze Europese normen in de desbetreffende NEN-norm zijn vermeld. 92 VOORSCHRIFTEN Alle installatiematerialen en apparatuur moeten worden uitgevoerd volgens de eisen en regels van goed vakmanschap en volgens de laatste stand van de techniek. Voor zover niet anders in de ATB-E, bestek of tekeningen staat aangegeven zijn van toepassing, als ware zij letterlijk daarin opgenomen, de voorschriften van plaatselijke en/of regionale energiebedrijf. Indien door het Nederlandse Normalisatie Instituut voor de toe te passen materialen, onderdelen, werkwijzen, enz. voorschriften of richtlijnen zijn of worden vastgesteld, is de aannemer verplicht ook tijdens de uitvoering de laatst gepubliceerde te volgen, tenzij de opdrachtgever anders toestaat. Verwerking moet plaats vinden overeenkomstig de door de fabrikant/leverancier bij de levering te verstrekken verwerkingsvoorschriften. In het geval dat er verschillen zijn tussen bouwcodes, specificaties, wetsvoorschriften, plaatselijke verordeningen, de gebruikelijke bedrijfsvoorschriften, de ATB-E en de bestekstukken, moet de aannemer onmiddellijk de directie inlichten als zo een verschil zich voordoet. Indien de aannemer werkzaamheden uitvoert, die niet in overeenstemming zijn met de gebruikelijke bouwcodes, wetsvoorschriften, plaatselijke verordeningen of de gebruikelijke bedrijfsvoorschriften, de ATB-E en de bestekstukken, zal hij alle kosten dragen welke betrekking hebben op de correctie. 93 KEMA-KEUR Wanneer de voor het werk te gebruiken materialen en apparaten, waarvan het fabrikaat niet in het bestek is omschreven, bepaalde fabrikaten en typen door de NV tot Keuring van de elektrotechnische Materialen 89.10.01.E

Blad: 261



te Arnhem (KEMA) zijn goedgekeurd, is de aannemer verplicht deze te gebruiken. In aanvulling hierop, mogen ook elektrotechnische materialen en apparatuur worden toegepast, welke zijn voorzien van een erkend Europees keurmerk of zijn gecertificeerd door een bevoegde Europese instantie. 94 PLAATSBEPALING EN MATEN De plaatsen van installatiematerialen en elektrisch materieel zijn op tekening bij benadering aangegeven. De aanleg en het beloop van op tekening aangegeven installaties moeten aan de bouw worden aangepast en naar aanwijzing van de directie door de aannemer worden uitgevoerd, zonder dat verrekening van meer te leveren of te maken hulpstukken, bochten enz. met de aannemer zal plaatsvinden. Apparatuur zoals verdeelinrichtingen, relais- en klemmenkasten e.d. in elektrakasten en techniekschachten zodanig monteren dat er voldoende ruimte overblijft voor apparatuur van derden, bijvoorbeeld componenten voor beveiligingsapparatuur, toegangscontrole en brandmeld installaties etc. De installatie dient op een dusdanige manier aangebracht te worden, dat de installatie kan worden vervangen zonder hak- en breekwerk te verrichten. In kruipruimten mogen zich geen installatie onderdelen bevinden, met uitzondering van de terreinvoedingsleidingen. 95 LEVERING ONDERDELEN Onderdelen en hulpmaterialen genoemd in dit bestek in de zin van "behorend tot de uitvoering" respectievelijk als "medeleveren" worden in het algemeen niet extra op de tekening aangegeven of in dit bestek genoemd. Voor zover de levering, plaatsing of aansluiting van enig onderdeel van de installaties door derden zal geschieden, is dit in het bestek vermeld. Waar een zodanige vermelding ontbreekt, behoren dus levering, plaatsing, aansluiting en in werking stelling tot de verplichtingen van de aannemer. Daar waar de aannemer afwijkt van dit bestek dient hij dit aan te geven onder vermelding van de reden, een passend alternatief en de prijs-consequentie. Deze dient ter goedkeuring aan de directie te worden voorgelegd. Hulpmaterialen Tot de levering behoren alle hulpmaterialen en onderdelen die voor de totstandkoming van een goede, compleet afgewerkte en bedrijfsvaardige installatie benodigd zijn, ook al zijn deze hulpmaterialen en onderdelen niet met name genoemd in het bestek of op tekening aangegeven. Hulpmaterialen buiten het gebouw Alle benodigde bevestigings-, ophang-, ondersteuningsconstructies e.d. met bevestigingsmaterialen, alsmede doorvoerhulzen en stukken, ook voor leidingen e.d. die buiten het gebouw moeten worden gevoerd, moeten door de aannemer geleverd en in het werk gemonteerd worden. Co”rdinatie inzake selectiviteit De aannemer is verplicht de selectiviteit tussen de 89.10.01.E

Blad: 262


96

97

98

99

89.10.01.E


installaties in het bestek en installaties derden te co”rdineren. AANSLUITEN APPARATUUR DERDEN Leidingen ten behoeve van door derden te leveren apparatuur, moeten indien niet anders aangegeven, altijd aan beide zijden worden aangesloten. VERWIJDERINGSBIJDRAGE De aannemer dient alle verwijderingsbijdragen op alle geleverde componenten en apparatuur op te nemen in zijn begroting. SCHILDERWERK EN MAATREGELEN TEGEN CORROSIE Al het ijzerwerk, zoals ophang-, ondersteuningsinrichtingen, doorvoeringen en mantelbuizen, voor zover niet ingestort, of in gegalvaniseerde uitvoering aangebracht, dient na grondig ontdaan te zijn van roest, vuil en vet tweemaal grondig te worden geschilderd. Beschadiging van de verf-en/of de afwerklaag door opslag en verwerking dient na het monteren deugdelijk te worden bijgewerkt. De te nemen maatregelen tegen corrosie en beschadiging moeten uitgevoerd worden overeenkomstig hoofdstuk 46 0.20 (01 t/m 30) van de STABU Standaard Bepalingen. Alle te verwerken materialen moeten op een daarvoor geschikte plaats worden opgeslagen. Alle stalen constructies en onderdelen als ook plaatwerk, bevestigings- en ophangmaterialen, hulzen en dergelijke, moeten door de aannemer voor de aanvang van de montage grondig worden gereinigd en ontvet en ontdaan van bramen, losse walshuid en roesten en vervolgens tweemaal met eerste kwaliteit corrosiewerende hechtprimer worden bestreken, ook in het geval dat de fabrieksgrondverf beschadigd is. Als alternatief mogen stalen constructies en onderdelen alsook plaatwerk, bevestigings- en ophangmaterialen, hulzen en dergelijke worden verzinkt, en eventueel van een verflaag worden voorzien. De bescherming tegen corrosie moet dan wel minstens gelijkwaardig zijn aan eerder genoemde behandeling. •‚n en ander als geadviseerd door de stichting Doelmatig Verzinken te Sassenheim. Indien tijdens transport en/of de uitvoering een verflaag wordt beschadigd, moeten de beschadigde plaatsen opnieuw worden behandeld zoals in hoofdstuk 2.2.2 van de Standaard STABU Bepalingen is aangegeven. Beschadigingen van zinklagen moeten opeen wijze, als geadviseerd door de stichting doelmatig Verzinken worden hersteld. Indien corrosiebestendige onderdelen en bevestigingsmaterialen moeten worden toegepast, moet vooral gelet worden opdat deze onderdelen en bevestigingsmaterialen van een gelijkwaardig beschermingssysteem zijn voorzien. BEPROEVING Zodra de gehele installatie of enig gedeelte daarvan in gebruik genomen moet worden, moet de juiste werking van de installatie inclusief de daarop aangesloten apparaten, behorende tot de werkzaamheden van de aannemer, worden beproefd. Deze beproeving moet onder meer inhouden: - functionele beproeving, Blad: 263



- visuele controle. De aannemer dient tijdig aan de directie aan gegeven wanneer de beproevingen plaats vinden, waarna de directie kan beslissen of zij hierbij aanwezig wil zijn. De beproeving dient schriftelijk te worden vastgelegd. Op wens van de directie moet de aannemer de juiste werking van de installatie aantonen. 70.00.29

89.10.01.E

BEREKENINGS- EN ONTWERPUITGANGSPUNTEN 10 GELIJKTIJDIGHEIDSCRITERIA VERDEELINRICHTINGEN Voor het bepalen van het gelijktijdig aangesloten vermogen de volgende factoren aanhouden: Gelijktijdigheidsfactoren: - lichtgroepen : 90 % - contactdoosgroepen : 30 % - kleine krachtgroepen zoals; koffie-automaten, boilers, keukenapparatuur, vaatwassers e.d. : 40 % - koelinstallaties/ bevochtiging afhankelijk van grootste vermogen : 100 % - ventilatie, verwarming : 100 % - overallfactor : 80 % 11 GROEPENVERDELING Conform de NEN 1010 en verder als: - Per 1 fase 230V eindgroep maximaal 2.400 VA belasting. - Eindgroepen ten behoeve van wandcontactdozen voor werkplekken maximaal 1600 VA. - Bij door automaten beveiligde eindgroepen, qua armaturen aantal rekening houden met de hoge inschakelstromen van TL- en LED-armaturen. Het door de fabrikant/leverancier geadviseerde maximale aantal armaturen per eindgroep mag niet worden overschreden, ten einde te voorkomen dat de automaten trippen bij inschakeling na een spanningsonderbreking. - Algemene verlichting en algemene wandcontactdozen op gescheiden eindgroepen. - Alle gebruiksapparatuur groter dan 2000 VA aan te sluiten op afzonderlijke eindgroepen. - Het aantal 230 V contactdozen bedraagt maximaal 12 per eindgroep. - Iedere kast moet voorzien zijn van 20% reserve eindgroepen t.o.v. het aantal benodigde eindgroepen, met een minimum van 3. - Licht- en kracht verdeelinrichtingen mogen gecombineerd worden. 12 SPANNINGSVERLIES Maximaal toelaatbaar spanningsverlies: - lichtinstallatie 5% totaal - krachtinstallatie 5% totaal Mits apparatuur op een juiste wijze blijft functioneren. 20 VERLICHTINGSCRITERIA Voor de verlichtingssterkte op het werkvlak (c.q. op de vloer voor gangen, trappen, techniekruimten, douches en toiletten) dienen de volgende waarden aangehouden te worden: (Ruimte E(m) UGR Kleur Kleur in lux weerg. temp. Ra in K) Blad: 264



- gangen 100 28 80 3000 - trappen 150 25 80 3000 - kantine 100 22 80 3000 - keuken 300 80 3000 - voorraadkeuken 100 25 60 3000 - opslag keuken+bier 100 25 60 3000 - techniekruimte 100 80 3000 - toiletten 100 22 80 3000 - voorruimte toiletten 100 22 80 3000 - MIVA-toilet 150 22 80 3000 - kalkhok 100 25 60 3000 - berging 100 25 60 3000 - fietsenberging 50 25 60 3000 - materiaal-/containers 100 25 60 3000 - bestuurskamer 300 19 80 3000 - kleedkamers 150 25 80 3000 - doucheruimten 150 25 80 3000 - krachthonk 300 22 80 3000 - EHBO- en massage 300 16 90 4000 Toelichting - kolom 1 : E(m) is de verlichtingssterkte die gemiddeld op het werkvlak en gemiddeld aan het einde van de onderhoudsperiode van de installatie aanwezig (uitgedrukt in lux). - kolom 2: UGR is de grenswaarde van de directe verblinding - kolom 3 : kleurweergave-index Ra: 80. - kolom 4 : (lichtkleur) kleurtemperatuur 3000 K: warmwit kleurtemperatuur 4000 K: neutraal wit. - werkvlak : denkbeeldig horizontaal vlak op een hoogte van 0,8 m1, gemeten op een afstand van 0,5 m1 uit de wanden. De directe verblinding dient te voldoen aan de grenswaarde zoals in de NEN-EN 12464-1:2002 omschreven is. Voor de depreciatiefactor worden de door de fabrikant opgegeven waarden gehanteerd; in de tabel is uitgegaan van factor 0,8. Als reflectiefactoren moeten worden aangehouden: - plafond : 0,8 - wand : 0,3 - vloer : 0,1 30 VOEDINGSKABELCRITERIA Voor het bepalen van de doorsneden van de voedingskabels dient bij de keuze van de tabel, volgens NEN 1010, uitgegaan te worden van de ongunstigste situatie waarin de kabel zich bevindt. De omgevingstemperatuur van de ruimte waarin de voedingskabel zich bevindt, wordt gesteld op 30°C ( in de grond 20°C). Voor de spanningsverliezen in de leidingen dient rekening gehouden te worden met het totaal aangesloten vermogen (incl. 20% reserve vermogen). Het maximale toegestane spanningsverlies dient te voldoen aan hetgeen genoemd in de NEN1010. De op de schema's van de verdeelinrichtingen aangegeven leidingdoorsnede is indicatief en dient door de installateur te worden herberekend. Indien er meer dan 4 kabels nabij elkaar worden aangebracht dan dient hiervoor een goot aangebracht 89.10.01.E

Blad: 265



te worden (met het aantal kabels wordt bedoeld zowel voedingskabels als groepenbekabeling alsmede de reservekabels). 70.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Te verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van: Gebruikshandleiding, meterkastkaart en bewaarbox overeenkomstig de "online demonstratieversie van de Uneto-Vni Gebruikshandleiding Woningsinstallaties". Door: aannemer Met technische beschrijving van de installatie: - brandmeld installatie - inbraakdetectie installatie Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 2 - goedgekeurde (st.): 2 Vorm van verstrekking: zowel in hardcopy als digitaal Tijdstip van verstrekking: bij oplevering 03 BEDIENINGSINSTRUCTIE Na inbedrijfstelling van de installatie geeft de aannemer aan de opdrachtgever ter plaatse instructie over de bediening en het onderhoud van de installatie De instructietijd is maximaal: 4 uur

70.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 02 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: elektrotechnische installaties - te garanderen door: aannemer - periode: 12 maanden

70.00.90

ALGEMEEN TECHNISCHE BEPALINGEN E-INSTALLATIES 90 KABELAANLEG Kabels in het zicht moeten strak en zuiver parallel en/of haaks t.o.v. elkaar worden aangebracht, terwijl zakeinden zuiver verticaal moeten lopen. De kabels moeten worden bevestigd d.m.v. kunststof kabel zadels. Kabels met een diameter van 24 mm of groter moeten worden bevestigd op profiel ijzer d.m.v. thermisch verzinkte kabelbeugels, voorzien van drukschaal en indien nodig ter voorkoming van beschadiging van een tegenschaal. Waar meerdere kabels parallel lopen, moeten de kabelzadels op kabelrail worden aangebracht. De kabelrail moet op 3 cm afstand van elk eind en verder om de 20 cm h.o.h. deugdelijk worden bevestigd. Bij muur- en vloerdoorgangen, daar waar kabels tegen mechanische beschadigingen moeten worden beschermd, moeten kabels door slagvaste beschermbuis van voldoende diameter worden gevoerd. Kabels in vochtige ruimten en buiten moeten worden aangebracht d.m.v. corrosievaste bevestigingsmaterialen. Vloerdoorgangen moeten aan de bovenzijde d.m.v. een

89.10.01.E

Blad: 266



plastisch blijvende stof waterdicht worden afgedicht. 91 KABELAANLEG IN KANALISATIESYSTEMEN Kabels in kanalisatiesystemen moeten vlak en strak worden aangebracht zo worden gelegd, dat alleen noodzakelijke kruisingen aanwezig zijn. Waar kruisingen onvermijdelijk zijn, moeten de kabels zonodig worden ondersteund. De kabels moeten in de verticale gedeelten van kanalisatiesystemen op afstanden van maximaal 60 cm h.o.h. worden vastgezet met klemmen. In kabelgoten, draadgoten en kabelladders moeten de kabels zodanig worden aangebracht, dat de zwaarste kabels onder liggen. Bij verval- en stijgstukken in kanalisatiesystemen moeten de kabels het verloop van het systeem nauwkeurig volgen. De overgang van afgaande kabels op draad in buisleidingen moet d.m.v. universele kabeldozen geschieden. Deze dozen moeten altijd goed bereikbaar zijn. Bij vrijhangende kabelgoten, draadgoten en ladderbanen moeten kabeldozen verticaal worden gemonteerd op een universele vlakke schetsplaat, waarop eveneens de,op de doos aankomende, buisleiding moet kunnen worden bevestigd. Kabels moeten worden ingevoerd aan de tegenoverliggende zijde als waar de kabels vandaan/naar toe komen/gaan. Daar waar een kabeldoos geplaatst is, moet het groepsnummer en/of de functie onuitwisbaar op de goot of de doos worden aangegeven. In kanalisatiesystemen met een hellingshoek van meer dan 30ø moeten kabels zijn gebundeld en aan het kanalisatiesysteem zijn vastgezet d.m.v. kabelklemmen. Indien kabel- wand- of plintgoten in gelakte uitvoering worden toegepast, moeten de nodige maatregelen doorgevoerd te worden om beschadigingen te voorkomen, bijvoorbeeld door de goten in plastic krimpfolie verpakt aan te voeren en te verwerken. Nadat de ruimten bouwkundig zijn afgewerkt, de krimpfolie zorgvuldig verwijderen. Beschadigingen ontstaan voor, tijdens of na de montage op een door de directie goed te keuren wijze herstellen. Scheidingsschotten uitsluitend in plaatstaal toepassen. De aannemer moet kort voor de oplevering alle goten, banen en kokers van stof en bouwafval te ontdoen. 92 KABELAANLEG IN DE GROND In de grond gelegde kabels moeten in een sleuf, minimaal 60 cm onder het maaiveld met een lichte horizontale golving worden gelegd. De definitieve diepte moet in overleg met de directie worden bepaald. De grond moet tot 10 cm onder de kabels ontdaan worden van puin, stenen enz. Kabels moeten uit ‚‚n stuk worden gelegd. Bochten in grondkabels moeten een straal hebben van tenminste 10 x de buitendiameter van de kabel. Bij gebouw invoeringen en aansluitingen van lichtmasten (paaltoparmaturen), sectiekasten enz. moeten de kabels met een lus worden gelegd met een ontwikkelde 89.10.01.E

Blad: 267



lengte van minimaal 1 m. Op de volgende plaatsen moeten om de kabels deugdelijke kunststof labels worden aangebracht: a. bij een kabelmof (aan beide zijden); b. op 0,5 m vanaf het punt waar de kabel het gebouw wordt binnen geleid of verlaat; c. op onderlinge afstanden van ten hoogste 5 m; d. bij kruisingen van wegen (aan weerskanten van de weg). Op de labels moeten het aantal en de doorsnede van de aders, alsmede de verbinding die de kabels tot stand brengen, met onuitwisbare letters en/of cijfers worden aangegeven, e.e.a. in overleg met de directie. Van alle inen uitgaande terreinkabels moeten tekstplaten met ingegraveerde tekst op de buitengevels worden aangebracht, vermelden de soort en functie, ‚‚n en ander in overleg met de directie. Het invoeren van grondkabels in gebouwen moet geschieden door middel van waterdichte doorvoeringen. Op deze kabeldoorvoering moet minimaal 10 jaar garantie worden gegeven op de waterdichtheid. De grondkabel moet aan de buitenzijde van het gebouw over een lengte van ca. 1,5 m worden voorzien van een gebogen kabelgeleidende ondersteuningsconstructie. Aan de binnenzijde moet de grondkabel, indien er geen kabelgoot of ladderbaan is geprojecteerd, over een lengte van ca.1,5 m worden voorzien van een beschermbuis met passende doorsnede. Meerdere kabels moeten zoveel mogelijk in ‚‚n sleuf worden gelegd. De afstand tussen kabels in een sleuf moet tenminste gelijk zijn aan de kabeldiameter. Signaal- en datakabels moeten op tenminste 30 cm afstand van sterkstroomkabels gelegd worden. Bij kruisingen van wegen en/of paden moeten kabels door middel van dikwandige pvc mantelbuizen worden beschermd. De lengte van de mantelbuizen moet aan weerszijden tenminste 50 cm langer zijn dan de breedte van de weg of het pad. Alle mantelbuizen bij weg- of padkruisingen moeten voorzien zijn van een nylon trekdraad. Wanneer een trekdraad gebruikt wordt voor het doorvoeren van een kabel moet tevens een nieuwe trekdraad worden meegevoerd. Reserve buizen moeten eveneens voorzien worden van een nylon trekdraad. Alle mantelbuizen moeten aan beide zijden worden afgedicht tegen binnendringen van grondmateriaal. Voordat kabelsleuven worden gedicht, moeten de kabels en moffen gemaatvoerd op tekening worden gezet. Op ca. 30 cm boven de kabel moeten over de gehele lengte van de kabels kunststof waarschuwingsbanden (bijv. fabrikaat Coroplast) met, in overleg met de directie te bepalen, teksten worden aangebracht. Na inspectie van de directie mogen de sleuven worden gedicht. Het dichten van de sleuven dient te geschieden met puin- en afvalvrije grond. Ook indien het dichten van de sleuven door de bouwkundig aannemer wordt verzorgd, blijft de aannemer hiervoor 89.10.01.E

Blad: 268



verantwoordelijk. Waar niet voldoende gronddekking is gewaarborgd, dient overlegd te worden met de directie. Tijdens de bouw moeten reeds gelegde kabels d.m.v. piketten worden aangegeven. De armering van de kabel moet direct bij de invoering van een gebouw gekoppeld worden met de hoofdaardrail, een potentiaalvereffeningsrail of de aardringleiding.

70.11


70.11.09-a ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES 0. ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES Het werk omvat het leveren, monteren, beproeven en compleet werkend opleveren van de elektrotechnische installaties, in hoofdzaak bestaande uit: - laagspannings-aansluiting; - schakelen verdeelinrichting; - kabelgoten/kanalisatie; - voedingsleidingen; - veiligheidsaarding- en potentiaalvereffening; - krachtstroominstallatie; - licht- en verlichtingsinstallatie; - noodverlichtingsinstallatie; - voorzieningen t.b.v. audio-installatie; - signalering MIVA-toilet; - CAI-installatie; - brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie; - inbraakdetectie-installatie; - camera-observatie installatie; - data-/telefoonbekabelingssysteem. 70.11.19-a LAAGSPANNINGAANSLUITING 0. LAAGSPANNINGAANSLUITING De elektrotechnische installaties moeten worden aangesloten op het laagspanningsnet van het energie leverend bedrijf. De spanning bedraagt 230/400 Volt, 50 Hz. De meting geschiedt door middel van een kWh-meter in de meterkast. De aansluitwaarde bedraagt 3 x 80 Ampère. De installatie vanaf de kWh-meter behoort tot dit bestek. De aanvraag van de nutsaansluiting dient te geschieden door de aannemer. De aansluitkosten op het laagspanningsnet behoren niet tot dit bestek en zijn voor rekening van de opdrachtgever. Voor invoering van de voedingsleidingen van het netwerkbedrijf te rekenen op het leveren en monteren van invoer mogelijkheden c.q. mantelbuizen. De uitvoering en de juiste plaats van de invoermogelijkheid te bepalen in overleg met het netwerk bedrijf.

70.11.19-b SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTING, ALGEMEEN, SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTING, T WERKTEKENINGEN 0. SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTING, ALGEMEEN Ten behoeve van het nieuwe clubhuis moet de aannemer een 89.10.01.E

Blad: 269



nieuwe schakelen verdeelinrichting leveren, monteren en aansluiten overeenkomstig 70.52, waarop de elektrotechnische installaties c.a. worden aangesloten. De aannemer moet de schakelen verdeelinrichting ten behoeve van de elektrotechnische installaties dimensioneren op basis van de in 70.00.20 vermelde ontwerpuitgangspunten, aangevuld met de vereiste voedingsvelden ten behoeve van de in 70.11.19-d omschreven voedingsleidingen en aangevuld met voedingsvelden voor een tweede toekomstige terreinverlichting overeenkomstig de bestaande terreinverlichting. De schakelen verdeelinrichting moet worden aangesloten achter de door het energieleverend bedrijf te verzorgen kWh-meter. 1. SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTING, TERREINVERLICHTING De bestaande schakelen verdeelinrichting ten behoeve van de terreinverlichting moet worden overgeplaatst naar de bouwkundige E-kast op de begane grond van het nieuwe clubhuis en worden aangesloten op de sub 0 vermelde schakelen verdeelinrichting. Ten behoeve van toekomstige terreinverlichting van een tweede speelveld moet de aannemer de nodige sub 1 vermelde voedingsvelden verzorgen (deze mogen niet ten koste gaan ven de reserve). 2. WERKTEKENINGEN Alvorens tot bestelling wordt overgegaan, moet de aannemer kastschema's en installatietekeningen ter goedkeuring indienen. 70.11.19-c KABELGOOT, PLAATSTAAL, KABELGOOT, KUNSTSTOF LEDIGE BUISLEIDINGEN 0. KABELGOOT, PLAATSTAAL Ten behoeve van de licht-, kracht-, communicatie- en beveiligingsinstallaties moet de aannemer de kabelgoten met gescheiden compartimenten leveren en monteren, inclusief hulpstukken. Op bestekstekening(en) zijn alleen de hoofdtrac‚s van de kabelgoten in gangen aangegeven. Indien afgaande goten nodig zijn, behoren deze mede tot het bestek. De aannemer moet de positie en hoogte van de kabelgoten co”rdineren met de aannemer van de werktuigkundige installaties. Zo nodig moeten doorsnede tekeningen worden vervaardigd, waarop de plaats van kabelgoot, kanalen, leidingen e.d. is aangegeven. Omdat, behoudens de sanitaire ruimten, geen verlaagde plafonds worden toegepast, moeten de kabelgoten in het zicht worden gemonteerd. Daartoe moeten de kabelgoten worden uitgevoerd in wit gelakte metalen uitvoering. 1. KABELGOOT, KUNSTSTOF In ruimten waar geen verlaagd plafond wordt toegepast, moet bijzondere aandacht worden besteed aan het aanbrengen van de installaties. Bekabeling moet recht en strak worden gemonteerd, eventueel gegroepeerd in kabelbundels en/of ondergebracht in kunststof goot. 89.10.01.E

Blad: 270



2. LEDIGE BUISLEIDINGEN Ten behoeve van het werk moet de aannemer de nodige ledige buisleidingen en/of mantelbuizen verzorgen, zoals op tekening aangegeven of omschreven in dit bestek. 70.11.19-d ALGEMEEN, TERREINVERLICHTING, POMP BEREGENINGSINSTALLATIE REGELKAST RK 0. ALGEMEEN Behoudens de voedingskabels ten behoeve van de elektrotechnische installaties, met name de op tekening aangegeven apparatuur in keuken, bar en techniekruimten, moet de aannemer tevens voedingskabels leveren, monteren en aansluiten ten behoeve van: - de bestaande terreinverlichtingsinstallatie; - de schakelkast ten behoeve van de pomp van de terreinberegeningsinstallatie; - de door de aannemer van de werktuigkundige installaties te verzorgen regelkast. Het vermelde vermogen van de regelkast is een voorlopige opgave. De aannemer moet de definitieve waarde opvragen bij de aannemer van de werktuigkundige installaties. 1. TERREINVERLICHTING De bestaande terreinverlichting omvat 16 armaturen 500 W, aangesloten op een aparte verdeelkast voor de terreinverlichting. De aannemer moet de bestaande verdeelkast voor de terreinverlichting demonteren en opnieuw monteren en aansluiten in elektrakast van de nieuwbouw. De aannemer moet er op rekenen dat de bestaande voedingsleidingen van de terreinverlichtingsinstallatie elk ca. 25 m moeten worden verlengd en opgelast. Het benodigde graafwerk wordt verricht door de bouwkundig aannemer. De aannemer volgens dit bestek moet voor de nodige bescherming en markering van de omgelegde terreinkabels verzorgen volgens ATB-E, inclusief de waterdichte invoer in het gebouw. 2. POMP BEREGENINGSINSTALLATIE Door derden zal de bestaande schakelkast ten behoeve van de pomp van de beregeningsinstallatie, met een aansluitvermogen van ca. 11 kW, worden verplaatst naar de elektrakast 1.15a, inclusief het verlengen van de voedingskabel. De aannemer moet hiervoor ruimte reserveren in de elektrakast en deze schakelkast aansluiten op de nieuwe schakelen verdeelinrichting. Tevens moet de aannemer 3 lege mantelbuizen met een doorsnede van 100 mm verzorgen vanaf de elektrakast naar buiten op een diepte van ca. 0,70 m, inclusief de benodigde waterdichte doorvoeringen. 3. REGELKAST RK Ten behoeve van de regelkast van de werktuigkundige installaties moet een voeding 3f+N+P, 400/230 V, 5 kW worden verzorgd in techniekruimte 1.09. 70.11.19-e VEILIGHEIDSAARDING, POTENTIAALVEREFFENING 1. VEILIGHEIDSAARDING Het werk bestaat uit: Het leveren, monteren en het bedrijfsvaardig opleveren van de aardingsinstallatie. 89.10.01.E

Blad: 271



De installatie te laten uitvoeren door een, voor de aanleg en het onderhoud van aardings- en bliksembeveiligings installaties gecertificeerd bedrijf, bijvoorbeeld: - Jules Goossens te 's-Hertogenbosch - Van der Heide te Kollum - Total Lighting Controle te Zeist Functionele omschrijving Een aardingsinstallatie bestaande uit een gecombineerd systeem te weten: aardelektrode, aardleidingen, hoofdaardrail, e.d. welke gezamenlijk een aarding verzorgen. Zodanig dat er een bescherming optreedt tegen gevaar bij indirecte aanraking. Ten behoeve van de aardingsinstallatie moeten ringleiding, stekeinden en aardplaten in de betonconstructie worden aangebracht dan wel moet een ringleiding buiten het gebouw worden aangebracht zo nodig aangevuld met een of meer aardelektroden. De aardingsinstallatie uitvoeren volgens NEN 1010 Montage elektrische leidingen Alle aard- c.q. vereffeningsleidingen uitvoeren met een geel/groene mantel kleur. Voor het aarden van de schakelen verdeelinrichtingen en de daarop aangesloten installatie-onderdelen moet in elke voedingsleiding een ader of aardlitz worden meegevoerd welke dienst doet als beschermleiding. 2. POTENTIAALVEREFFENING Het leveren, monteren en aansluiten van de aardingsmatten in de vloeren van de natte ruimten behoort tot dit bestek. De aannemer moet zijn werkzaamheden co”rdineren met de bouwkundig aannemer. 70.11.20-a KRACHTSTROOMINSTALLATIE, ALGEMEEN 0. KRACHTSTROOMINSTALLATIE Het werk bestaat uit: Het leveren, monteren en het bedrijfsvaardig opleveren van de krachtinstallatie intern. De aansluitingen welke op de tekeningen zijn aangegeven of in dit bestek omschreven, zoals: - voedingen keukenapparatuur - voeding terreinberegeningspomp - voeding terreinverlichting - voeding regelkast W-installaties Voor de op tekeningen aangegeven wandcontactdozen geldt: Alle krachtcontactdozen ten behoeve van keukenapparatuur zijn van het fabrikaat Busch-Jaeger of gelijkwaardig, Perilex inbouw wandcontactdozen 16 Ampère, 4-polig+A. Alle schakelaars/wandcontactdozen in de keuken moeten zijn van het fabrikaat Jung, AS 500 Edenstaal inbouw. Alle wandcontactdozen uitvoeren met een klepdeksel. 01 KRACHTSTROOMINSTALLATIE

89.10.01.E

Blad: 272



70.11.39-a ALGEMEEN, LICHTINSTALLATIE, ARMATUREN SCHAKELEN EN DIMMEN VERLICHTING 0. ALGEMEEN Op tekening en in 70.00.29 zijn de vereiste horizontale verlichtingssterkten aangegeven. De aannemer moet door middel van berekeningen aantonen dat met de aangeboden aantallen en typen armaturen deze minimaal vereiste waarden worden bereikt. 1. LICHTINSTALLATIE In sanitaire ruimten, zoals toiletten, douches en voorruimten, worden verlaagde plafonds toegepast. In deze ruimten moeten spatwaterdichte inbouwarmaturen worden verzorgd, aangesloten op een als "in het zicht"-installatie boven het verlaagde plafond. In de overige ruimten worden geen verlaagde plafonds toegepast, doch: - begane grond open plafonds met evenwijdige planken onder het plafond op een onderlinge afstand van ca. 0,55 m (Zie doorsnedetekening). In deze ruimten moet de lichtinstallatie worden uitgevoerd als "in het zicht"-installatie onder het plafond, door middel van Wieland-aansluitdozen. Per op tekening aangegeven lichtpunt moet een aansluitdoos worden verzorgd, zodat het armatuur door een kort snoer kan worden aangesloten. Voor regelbare/dimbare armaturen, zoals in kantine, pantry, bar en bestuurskamer, moeten aansluitdozen met 5-polige Wielandcontacten worden toegepast. De installaties tegen het plafond moeten strak en recht worden gemonteerd tegen de zijkant van de planken, op een zodanige wijze dat een deze een nette aanblik geven. Zo nodig moet gebruik worden gemaakt van kunststof goot, indien de losse bekabeling een rommelige aanblik zou bieden. - souterain betonplafonds door middel van breedplaat elementen met holle ruimte. In deze plafonds moeten de installaties worden uitgevoerd als inbouwinstallatie, waarbij inbouwdozen worden aangebracht in de breedplaat elementen met de bekabeling in de holle ruimten van de breedplaat elementen. De armaturen moeten vast worden aangesloten op de inbouwdoos, waarbij de inbouwdoos wordt afgedekt door het armatuur of indien dit niet mogelijk is door een ronde afdekplaat In wanden moeten de installaties worden uitgevoerd als inbouw-installatie. Tussenwanden worden uitgevoerd in kalkzandsteen. De aannemer moet hierin de nodige sleuven en inbouwgaten frezen. 2. ARMATUREN Fabrikaat: Philips, Etap, Trilux, Zumtobel of gelijkwaardig. Alle armaturen moeten worden uitgevoerd in LED, kleurtemperatuur 2700 - 3000 K, kleurweergave index Ra > 80, verblindingsindex UGR volgens 70.00.29. De armaturen in kantine, pantry, bar en bestuurskamer moeten dimbaar worden uitgevoerd. Van de armaturen in 89.10.01.E

Blad: 273



de kantine moeten bovendien de kleurtemperatuur binnen bepaalde grenzen regelbaar zijn. Ten behoeve van sanitaire ruimten (toiletten, douches en voorruimten) moeten inbouwarmaturen worden toegepast, voor de douches in (spat)waterdichte uitvoering. Voor de ruimten zonder verlaagd plafond moeten armaturen in opbouw-uitvoering worden toegepast. De armaturen buiten, zoals in fietsenstalling, bij looppad, terras en luifel, moeten geschikt zijn voor buitentoepassing. Per op tekening aangegeven lichtpunt moet een armatuur worden verzorgd, compleet met (kort) aansluitsnoer en aansluitconnector. De lengte van de aansluitsnoeren moet zijn afgestemd op de toepassing, zodat geen rommelige aanblik ontstaat. In de aanbieding moet het leveren, monteren en aansluiten van de armaturen zijn begrepen; vermeld als verrekenbare post per armatuurtype. 3. SCHAKELEN EN DIMMEN VERLICHTING In kantine, pantry en bar moeten de armaturen per rij (zie schakelletter op tekening) kunnen worden geschakeld vanaf het centrale bedieningspaneel CBP achter de bar. Bovendien moeten deze armaturen per ruimte (kantine, pantry en boven bar) kunnen worden gedimd vanaf het CBP. In de bestuurskamer moeten de armaturen in twee rijen kunnen geschakeld en gedimd. Gangverlichting moet ter plaatse kunnen worden geschakeld en vanaf het CBP (vrijgave totaal). Verlichting in toiletten, voorruimten, douches, kleedruimten, opslagruimten en technische ruimten, moet worden geschakeld door middel van een aanwezigheidssensor. Buitenverlichting in fietsenhok en looppadverlichting, moeten worden geschakeld door middel van aanwezigheidssensor en schemerschakelaar. Buitenverlichting van terras en luifel moeten worden geschakeld vanaf het CBP. De verlichting met naamgeving boven de entree moet worden geschakeld door middel van een schemerschakelaar, met vrijgave vanaf het CBP. De overige verlichting moet per ruimte worden geschakeld door middel van de op tekening aangegeven schakelaar(s). 4. SCHAKELEN WANDCONTACTDOZEN De wandcontactdozen op het terras en onder de luifel moeten kunnen worden geschakeld vanaf het CBP. 5. WANDCONTACTDOZEN, ALGEMEEN Wandcontacdozen in wanden uitvoeren als inbouwtype. Dubbele wandcontactdozen uitvoeren als twee afzonderlijke wandcontactdozen onder een gemeenschappelijke afdekplaat. Wandcontactdozen ten behoeve van zware apparatuur, zoals wasmachines, wasdrogers, koffie apparaten, terrasverwarming e.d. uitvoeren als separate eindgroep.

89.10.01.E

Blad: 274



70.11.39-b NOODVERLICHTINGSINSTALLATIE DECENTRAAL 0. NOODVERLICHTINGSINSTALLATIE DECENTRAAL Fabrikaat: Cooper Menvier, Blessing, Etap of gelijkwaardig Uitvoering lichtbron: LED De noodverlichtingsinstallatie omvat: - de op tekening aangegeven decentrale noodverlichtingsunits met pictogrammen; - de op tekening aangegeven noodarmaturen, uitgevoerd met decentrale noodunit met accu's en snellader. Bij het wegvallen van de normale netspanning, moeten de noodverlichtingsarmaturen automatisch inschakelen, onafhankelijk van of deze in- of uitgeschakeld zijn. De accu's van de noodverlichting moeten een autonomie bezitten van ten minste 1 uur. Na het inschakelen van de noodverlichting moeten op vluchtroutes en in de kantine een verlichtingsniveau van minimaal 1 lux aanwezig zijn. Door middel van de noodverlichtingsunits met transparanten moet de vluchtroute goed zijn aangegeven. 70.11.39-c ROLLUIKEN, ZONNELUIFELS 0. ROLLUIKEN Ten behoeve van de rolluiken van de kantine moet de aannemer 5 voedingspunten 230 V verzorgen, met bedieningsschakelaars vanaf het CBP. De rolluiken moeten individueel en gelijktijdig kunnen worden bediend. 1. ZONNELUIFELS Ten behoeve van de zonneluifels van het terras moet de aannemer 3 voedingspunten 230 V verzorgen, met bedieningsschakelaars vanaf het CBP. De rolluiken moeten individueel en gelijktijdig kunnen worden bediend. 70.11.79-a VOORZIENINGEN T.B.V. BEAMER AANSLUITING 0. VOORZIENINGEN T.B.V. BEAMER AANSLUITING In de kantine moeten op een nader te bepalen plaats tegen het plafond voorzieningen worden gerealiseerd ten behoeve van het aansluiten van een beamer. Deze voorzieningen omvattten: - 230 V wandcontactdoos; - RGB-, coax- of HDMI-kabel naar computeropstelling in kantine; - CAI-aansluiting. Deze voorzieningen zijn niet op tekening aangegeven, doch behoren wel tot dit bestek.

70.12

WERKBESCHEIDEN

70.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENINGEN 9. ARMATURENBOEK EN MONSTERS De aannemer moet een armaturenboek ter goedkeuring indienen, waarin van elk aangeboden armatuur een A4- blad met aanzichtfoto en lichttechnische gegevens is opgenomen. Er mag niet tot bestelling van armaturen worden over

89.10.01.E

Blad: 275



gegaan voor dat het armaturenboek is goedgekeurd. Indien gewenst moet de aannemer monster-exemplaren van voorgestelde armaturen ter beschikking stellen. 70.12.19-a ALGEMEEN 0. ALGEMEEN De aannemer vervaardigt alle, voor de gemeentelijke instanties, nutsbedrijven, brandweer en dergelijke, benodigde tekeningen en berekeningen. De aannemer verzorgt de tijdige indiening, controleert de ontvangst en bewaakt de goedkeuringsprocedure. 70.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING 0. INSTALLATIE-BEREKENING 9. VERLICHTINGSSTERKTE Door de aannemer te vervaardigen berekeningen, verlichting: - horizontale verlichtingssterkte Berekeningsmethode: - computerberekening Dialux of gelijkwaardig Uitgangspunten: - Volgens ATB-E 09.07.30 Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2 stuks; - goedgekeurde: 3 stuks

70.13


70.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN 0. BEPROEVEN/INREGELEN De installatie moet compleet worden beproefd en ingeregeld. 5. BEPROEVINGS-/KEURINGSRAPPORT, ELEKTR. INSTALLATIE Door de aannemer te verstrekken beproevingsrapport. Het rapport omvat de beproeving van de elektrotechnische installaties (integrale visuele keuring en functionele test). Taal: Nederlands Tijdstip van verstrekking: 1 week voor oplevering Aantal te verstrekken exemplaren: 2 9. BEPROEVINGS-/KEURINGSRAPPORT, LICHT- EN KRACHTINSTALLATIE Door de aannemer te verstrekken beproevingsrapport. Het rapport omvat de beproeving van de licht- en krachtinstallaties volgens NEN1010 hoofdstuk 6. Onderdeel van het beproevingsrapport moet zijn een ondertekend installatie-attest, waarin de aannemer verklaart dat de elektrotechnische installaties geheel zijn aangelegd volgens NEN 1010 en de volgens NEN 1010 vereiste inspectie met goed gevolg is uitgevoerd. Taal: Nederlands Tijdstip van verstrekking: 1 week voor oplevering aantal te verstrekken exemplaren: 2

70.52

SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTINGEN, LAAGSPANNING

70.52.10-a SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTING LAAGSPANNING 0. SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTING, LAAGSPANNING Fabrikaat: GE, Holec, Weber, Hager, of gelijkwaardig Een en ander compleet met invoerstukken, schakelen 89.10.01.E

Blad: 276



beveiligingsapparatuur, ophangconstructies, bevestigingsmiddelen en dergelijke. Bedrijfsspanning (V): 230/400 Volt, 50 Hz Beschermingsgraad (NEN-EN-IEC 60529+a00) (IP): 54 Beschermingsgraad binnenwerk: IP20 Uitvoeringsvorm: opbouw. Kortsluitvastheid (kA): Door de aannemer te bepalen. Kast: - materiaal: plaatstaal dubbelgestrekt - oppervlaktebehandeling: De plaatstalen schakelen verdeelinrichtingen inen uitwendig tegen corrosie behandelen, vervolgens grondverven en voorzien van een poedercoating. De kleur van de schakelen verdeelinrichtingen in nader overleg met de directie te bepalen. - afmetingen kast (bxhxd) (mm): In overleg met de directie vast te stellen. - binnenwerk Het binnenwerk uitneembaar en gecompartimenteerd, de voedingsvelden en afgaande velden functioneel van elkaar gescheiden te houden. - breedte kastdeur (mm): 700. - deursluiting: espagnolet sluiting met cilinderslot Scharnierende kastdeuren moeten met ‚‚n enkele handgreep aan boven- en onderzijde kunnen worden vergrendeld. Schakelkastdeuren dienen doorlopende deuren te zijn en indien nodig voorzien van steunribben. De deuren voorzien van een deugdelijke stofdichte afsluiting. - beschermplaten: Front afgeschermd met deelbare kunststof platen minimaal 3 mm. - kabelinvoeringen: Kasten voorzien van afneembare, eventueel voorgeboorde wartelplaten. In de schakelen verdeelinrichtingen moeten invoeringen ten behoeve van reservegroepen aanwezig zijn. Voor de invoering van de kabels in de opbouw schakelen verdeelinrichtingen moeten deze worden voorzien van verdeelkanalen bestaande uit profielhouders met kunststof afdekprofiel en eindkappen. Verdeelkanalen van het fabrikaat TEHALIT, type:RK 150 150x110 mm. type:RK 230 230x190 mm. Lichtgroep: - aantal (st.) De schakelen verdeelinrichting samen te stellen aan de hand van de bij dit bestek behorende tekeningen. Het aantal eindgroepen dient bepaald te worden door de aannemer op basis van 70.00.20 en uitgevoerd te worden met aardlekautomaten. Bij de oplevering dienen er minimaal 20% reserve eindgroepen aanwezig te zijn per verdeelkast met een minimum van 3. Krachtgroep: - aantal (st.): De schakelen verdeelinrichtingen samen te stellen aan de hand van de bij dit bestek 89.10.01.E

Blad: 277



behorende tekeningen. Het aantal eindgroepen dient bepaald te worden door de aannemer en uitgevoerd worden in aardlekautomaten c.q. zekeringen vanaf 63 A eventueel in combinatie met aardlekschakelaars. Bij de oplevering dienen er minimaal 20% reserve eindgroepen aanwezig te zijn per verdeelkast met een minimum van 3. Kortsluitbeveiliging dient te zijn opgenomen in alle fasen. Smeltveiligheden, stroomsterktes < 63A van het type Diazed met een maximale afgezekerde waarde van 35 A. Stroomsterktes > 63A, vanaf 50A afgezekerde waarde dienen door middel van mesveiligheden DIN00 t/m 160A, DIN1 t/m 250A, DIN2 t/m 400A en DIN 3 t/m 630A beveiligd te worden. Voor eindgroepen waarop veel LED armaturen en computerapparatuur worden aangesloten, automaten toe te passen met de juiste uitschakelkarakteristieken C-D, zodanig dat ongewenste uitschakelingen ten gevolgen van het inschakelen van de LED armaturen en computerapparatuur wordt voorkomen. - kleurcode standaard - aansluitklemmen - bedradingskokers Railsysteem: - materiaal Cu - railaantal (st.): 5 Schakelaars: - hoofdschakelaar (A): door aannemer te bepalen Meettoestellen: zie artikel meetinstrumenten Alle componenten moeten de maximaal optredende krachten als gevolg van kortsluiting, thermische werking en di‰lectrische verschijnselen kunnen weerstaan zonder gevaar voor schade of letsel aan personen te veroorzaken. 4. MONTAGE SCHAKEL-/VERDEELINRICHTING, LAAGSPANNING Bevestigingswijze: De schakelen verdeelinrichting moet in principe met keilbouten worden bevestigd. Indien de directie dit nodig acht moeten doorgaande bevestigingsbouten met volgplaten en moeren worden gebruikt. De opbouwkast tegen de wand bevestigen met behulp van frames c.q. vulplaten of verhoogde bevestigingsnokken. Montagehoogte: Bovenzijde 2 m boven de afwerkte vloer bevestigen. Aansluitwijze: De schakelen verdeelinrichting moet voldoen aan de eisen, die bij de gewone keuring van geprefabriceerde schakelen verdeelinrichtingen voor lage spanning worden gesteld onder KEMA-nummer M15b met wijzigingsbladen en aan het gestelde in de NEN 2439. Zowel de onderdelen als de bedrading overzichtelijk aan brengen. Het aansluiten van afgaande leidingen en het verwisselen van apparatuur moet kunnen geschieden zonder enig onderdeel in de schakel- of 89.10.01.E

Blad: 278



verdeelinrichting te behoeven te verwijderen, met uitzondering van de afschermplaten. Derhalve alle apparatuur en eindgroepen uitbedraden op klemmen. Interne bedrading, niet aangebracht in bedradingskokers, moet zijn gebundeld op maximale afstanden van (m): 0,03 Montage schema-/plattegrond-/tekeninghouder: Revisietekeningen aan de binnenzijde van de deur aanbrengen in een tekeninghouder. Montage tekstplaten: In of op de schakelen verdeelinrichting moeten onuitwisbaar en onverliesbaar tekstplaatjes zijn aangebracht die de functie aangeven van de bedienen signaleringsorganen. Tekst, uitvoering en montagewijze moeten in overleg met de directie worden bepaald. Kastcodering uit te voeren door middel van Resopal naamplaatje, wit Resopal met zwarte letters. 9. EISEN EN UITVOERING SCHAKEL-EN VERDEELINRICHTINGEN Voordat de schakelen verdeelinrichtingen in productie wordt genomen moeten de schematekeningen zijn goedgekeurd. Op schematekeningen van de schakelen verdeelinrichting moeten tenminste zijn aangegeven: - de elektrische gegevens van de toegepaste componenten en de aangesloten bekabeling - de instelwaarden en de afstelling daarvan - de belastbaarheid van het railsysteem - bij verdeelinrichtingen waarop een centrale aarding is aangesloten de aardverspreidingsweerstand van de veiligheidsaarding - de materiaalsoort van de omhulling - de kortsluitvastheid Na de oplevering dient door de aannemer de belastingen te worden gemeten. Indien de meting een onregelmatige belastingverdeling aantoont, dienen de verschillen, in overleg met de directie, zo gelijkmatig mogelijk over de fasen te worden verdeeld. De aannemer draagt er zorg voor, dat de schakelen verdeelinrichting recht en te lood worden aangebracht, zonder dat wringing in het frame of slecht sluiten van de deuren en/of deksels optreedt. De aannemer is aansprakelijk voor beschadigingen van de verdeelinrichting, zo nodig dienen hiervoor passende maatregelen te worden getroffen. Indien toch beschadigingen zijn ontstaan, dienen deze op een door de directie goed te keuren wijze te worden hersteld. Smeltveiligheden en installatieautomaten moeten in een afzonderlijk compartiment worden ondergebracht en worden afgeschermd door een niet doorzichtige omgezette afdekplaat. 01 SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTINGEN, PLAATSTAAL 70.52.30-a BEDIENINGS-/SIGNALERINGSPANEEL 0. BEDIENINGS-/SIGNALERINGSPANEEL Fabrikaat: Flexposure te Tiel o.g. Contactpersoon: M. Moerkerk Voedingsspanning (V): 230 VOLT 89.10.01.E

Blad: 279



Beschermingsgraad (NEN-EN-IEC 60529+a00) (IP): 44 Behuizing: - uitvoering : Het centrale bedienpaneel CBP uitvoeren als IP touchscreen scherm inbouw in de wand achter de bar van de kantine. - afmetingen (hxbxd) (mm): 15 inch 9. EISEN EN UITVOERING BEDIENINGSPANEEL In de wand achter de bar een bedieningspaneel (CBP) te leveren, monteren, aan te sluiten en in bedrijf te stellen, uitgevoerd als zijnde web based touch screen. Op dit touch screen moeten de standaard licht- en wandcontactdoos-bedieningen kunnen worden verricht, zoals in dit bestek vermeld. De levering en montage van de benodigde bekabeling, potentiaalvrije contacten, software, etc. behoren tot de werkzaamheden van de aannemer, zodanig dat een compleet werkend geheel ontstaat. Einde hoofdstuk 70

89.10.01.E

Blad: 280



75

COMMUNICATIE- EN BEVEILIGINGSINSTALLATIES

75.00

ALGEMEEN

75.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90 TECHNISCHE BEPALINGEN De algemene bepalingen volgens 70.00 zijn eveneens van toepassing op de in hoofdstuk 75 omschreven installaties.

75.10

FUNCTIONELE OMSCHRIJVINGEN INSTALLATIEDELEN

75.10.14-a AUDIOSYSTEEM 0. AUDIO-APPARATUUR T.B.V. KANTINE Door de opdrachtgever wordt audio-apparatuur geplaatst achter de bar in de pantry. Tevens plaatst de opdrachtgever een PC met harddisk-recorder voor muziekweergave. De aannemer moet de op tekening aangegeven ledige buisleidingen verzorgen tussen audio-apparatuur achter de bar en PC met harddisk-recorder in de technische ruimte. Bovendien moet de aannemer de op tekening aangegeven luidspreker aansluitingen in de kantine verzorgen, bestaande uit bekabeling en luidsprekercontactdozen, waardoor de opdrachtgever zijn audio-apparatuur op eenvoudige wijze kan verbinden met de op tekening aangegeven luidspreker-aansluitingen. De luidsprekers worden door de opdrachtgever zelf verzorgd en moeten eenvoudig op de luidsprekercontactdozen in de kantine kunnen worden aangesloten. 9. AUDIO-APPARATUUR T.B.V. LUIFEL/TERRAS Incidenteel kan de opdrachtgever audio-apparatuur opstellen in de hoek van de kantine (tegen de buitengevel). De aannemer moet hiervoor de nodige op tekening aangegeven aansluitingen verzorgen, bestaande uit: - wandcontactdozen (audio en TV); - CAI-aansluitpunt; - datapunt t.b.v. internet; - luidsprekeraansluitingen met bekabeling naar de 3 luidsprekercontactdozen onder de luifel. 75.10.15-a OPROEP-/ZOEKSYSTEEM 0. SIGNALERING MIVA-TOILET Ten behoeve van het MIVA-toilet moet een eenvoudig alarmeringssysteem worden geleverd, gemonteerd, beproefd en geheel werkend in bedrijf gesteld, in hoofdzaak bestaande uit: - oproeptrekker en/of nooddrukker in MIVA-toilet; - rode alarm lamp boven deur van MIVA-toilet; - optisch/akoestische signalering in pantry achter bar; - bekabeling, buis, kabelgoot, bevestigingsmateriaal en centrale apparatuur. Vanuit het MIVA-toilet moet een oproep kunnen worden geplaatst, waardoor een signaallamp in de gang voor het MIVA-toilet oplicht en een akoestisch/optisch signaal wordt afgegeven in de pantry. In de pantry moet de oproep kunnen worden gereset. 89.10.01.E

Blad: 281



75.10.16-a ZEND-/ONTVANGSTSYSTEEM 0. CAI-INSTALLATIE Het werk omvat het leveren, monteren, beproeven en geheel werkend in bedrijf stellen van de Centrale Antenne Installatie (CAI). Ten behoeve van de opdrachtgever moet de aannemer bij Ziggo een gecombineerd telefoon-, internet- en TVabonnement aanvragen, zoals in 75.10.41 omschreven. De aannemer moet de op tekening aangegeven CAIaansluitingen verzorgen, inclusief coax-bekabeling, rangeerpaneel, patchkabels, multitaps en versterker, zodanig dat het door Ziggo centraal beschikbaar gestelde antenne signaal (in dezelfde kwaliteit en signaalsterkte) wordt doorgegeven naar de CAIaansluitingen. Tevens moet de aannemer inkoppelpunten verzorgen ten behoeve van: - Ziggo-antenne signaal; - door derden te verzorgen satelliet schotelantenne. 75.10.21-a MELD-/DETECTIESYSTEEM 0. BRANDMELD-, ONTRUIMINGS- EN INBRAAKDETECTIE INSTALLATIE Het werk omvat het leveren, monteren, beproeven en compleet werkend in bedrijf stellen van een gecombineerde brandmeld-/ontruimingsalarm- inbraakdetectiesysteem, fabrikaat Aritech of gelijkwaardig, in hoofdzaak bestaande uit: 1 centrale type Scantronic 9851, uitgevoerd met 16 groepen, met automatische Emizon IP-kiezer (via internet en GPS); 2 HWX, externe 8-zone uitbreiding EN (NCP ILH026030-U); 2 noodvoedingen 12V 7Ah (NCP IMF 02801-V); 1 voeding 12V/2Ah in behuizing; 2 codebedienpanelen met LCD-display (NCP ILH 02604-B); 1 binnensirene type Betty (NCP IKD 02801-SI); 1 flitslamp type RBL5 (NCP IJJ 02806-F); - Aritech DD100 Dual detectoren als op tekening aangegeven; - Cooper combi automatische rookmelders; - magneetcontacten als op tekening aangegeven; - akoestische glasbreukdetectoren als op tekening aangegeven, die reageren op het geluid van brekend glas; - kabel, buis, kabelgoot en bevestigingsmateriaal De installatie moet volledig worden beproefd en in bedrijf gesteld, inclusief de aansluiting op de door het Ministerie van Justitie toegelaten Particuliere Alarmcentrale van Volker Safeguard. De kosten van aansluiting op de alarmcentrale zijn voor rekening van de opdrachtgever. De aannemer moet namens de opdrachtgever de aanvraag verrichten. De kosten van programmering van de installatie en het invoeren van de nodige Nederlandstalige teksten moet in de aannemingssom zijn begrepen. 9. CERTIFICAAT EN LOGBOEK Bij oplevering moet een alarmeringscertificaat voor de brandmeldinstallatie, afgegeven namens het Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid, worden verstrekt. De kosten van dit certificaat, inclusief alle 89.10.01.E

Blad: 282



bijbehorende kosten zoals met name: - het opstellen van een goedgekeurd Programma van Eisen voor de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie door een erkend PVEopsteller, - het verrichten van een eindinspectie door een bevoegde instantie, - het verrichten van alle vereiste handelingen en het leveren van de benodigde support en documenten ten behoeve van de aanvraag, inspectie en certificering moeten in de aannemingssom zijn begrepen. Het vermelde programma van eisen moet direct na opdrachtverlening worden opgesteld en verstrekt aan de opdrachtgever. Tevens moet een logboek met installatietekeningen en handleiding worden verstrekt. 75.10.22-a OBSERVATIESYSTEEM 0. CAMERA-INSTALLATIE Het werk omvat het leveren, monteren, beproeven en compleet werkend in bedrijf stellen van een camera observatiesysteem, fabrikaat Samsung of gelijkwaardig, in hoofdzaak bestaande uit: 2 Samsung A1 DSP 1/3" 600 TVL, minidome (wit) camera's 2,9 - 10 mm met varifocallens, D&N (beweegbaar filter), voeding 12 VDC/24/VAC; 4 Samsung W-V DSP 1/3" 600TVL dag/nacht IR minidomecamera's met 2,8 - 10 mm varifocallens, incl. muursteunen c.a.: Gevoeligheid in kleur: 0,15 Lux (F 1.2 - 50 IRE); 1 voeding 12V/2A ten behoeve van 4 camera's; 1 Samsung 8 kanaals harddisk recorder H.264 DVR, 500 GB HDD, 100 CIF/50 half D1/25D1 pps voor opname, netwerktoegang, Webbased DVD-RW, Net-i; 1 Samsung 17" TFT/LCD kleuren monitor; - kabel, buis, kabelgoot en bevestigingsmateriaal. 9. TOEBEHOREN De installatie moet worden geleverd met installatietekeningen en Nederlandstalige handleiding/bedieningsinstructie. 75.10.41-a UNIVERSEEL BEKABELINGSSYSTEEM 0. DATA-/TELEFOONINSTALLATIE De data-/telefoon installatie omvat het leveren, monteren, beproeven en in bedrijf stellen van het universele cat 5 of cat 6 bekabelingssysteem, in hoofdzaak bestaande uit: - de op tekening aangegeven telefoon- en dataaansluitpunten RJ45; - de vereiste UTP-bekabeling vanaf de telefoon- en data-aansluitpunten naar een centraal rangeerpaneel in de E-kast bij de entree; - een of meer rangeerpanelen, ondergebracht in metalen 19"-behuizing; - de benodigde patchkabels. De aannemer moet namens de opdrachtgever bij Ziggo een abonnement aanvragen, voor gecombineerd TV, internet en telefoon. De kosten van dit abonnement zijn voor rekening van de opdrachtgever.

89.10.01.E

Blad: 283



De aannemer moet aansluiten op de door Ziggo te verzorgen centrale apparatuur, en de vereiste patchverbindingen verzorgen, waardoor de op tekening aangegeven aansluitpunten kunnen functioneren als telefoon- resp. internet-aansluiting. Einde hoofdstuk 75

89.10.01.E

Blad: 284



78

GEBOUWENBEHEERSYSTEMEN

78.00

ALGEMEEN

78.00.10

BEGRIPPEN: ALGEMEEN 90 OMVANG Het hoofdstuk GebouwenBeheerSystemen betreft het geheel van leveranties en werkzaamheden, nodig voor het in het werk brengen en bedrijfsgereed maken van apparatuur, programmatuur en verbindingen, waarmee op centraal niveau de toestand van de aangesloten installaties kan worden overzien, beheerd en op de werking kan worden ingegrepen.

78.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90 MELDING AANVANG De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

78.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN 02 REVISIEBESCHEIDEN De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen: - applicatiesoftware - ingestelde regelparameters - ingestelde gewenste waarden, stooklijnen en tijdvertragingen Taal Nederlands Vorm van verstrekking: als onderdeel van het onderhouds- en bedieningsvoorschrift.

78.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: Taal Nederlands 02 BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Voorzien van een lijst van toegepaste symbolen; Voorzien van een technische beschrijving van de installatie; Voorzien van specificaties gebruikte apparatuur; Voorzien van back-up van systeem en applicatie software op een nader overeen te komen informatiedrager; Voorzien van overzicht ingestelde parameters; Voorzien van overzicht gewenste waarden, stooklijnen, tijdvertragingen. 03 BEDIENINGSINSTRUCTIE Na inbedrijfstelling van de installatie geeft de aannemer aan de opdrachtgever ter plaatse instructie over de bediening en het onderhoud van de installatie De instructietijd is (min): 1/2 dag Daarnaast dient te worden gerekend op cursusdagen t.b.v. bediening van het GebouwBeheerSysteem. Deze cursus dient zodanig van opzet te zijn, dat na afloop hiervan de gebruikers voldoende kennis en vaardigheid bezitten om met het systeem te kunnen werken.

89.10.01.E

Blad: 285



78.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 02 TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: GBS hard- en software - te garanderen door: aannemer van dit bestek - periode: 12 maanden

78.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90 SPECIFICATIE De apparatuur c.q. installatie moet geschikt zijn en goed functioneren bij een: - omgevingstemperatuur van 273 / 323K; - relatieve vochtigheid van 30 / 80 %RV. Elektrische apparatuur moet zijn ontstoord volgens de huishoudelijke omgevingsnorm van de EMC-richtlijn van de CE-markering (EN50081-1). Verder dient de elektrische apparatuur geschikt te zijn en goed te functioneren bij het elektrotechnisch storingsniveau volgens de industriële omgevingsnorm van de EMC-richtlijn van de CE-markering (EN50082-2).

78.11


78.11.11-a GEBOUWENBEHEERSYSTEEM, SYSTEEMCONFIGURATIE 0. GEBOUWENBEHEERSYSTEEM De in hoofdstuk 68 beschreven regelingen dienen vanaf een nieuw te plaatsen GebouwBeheerSysteem te kunnen worden bediend en beheerd. 1. SYSTEEMCONFIGURATIE De GBS omvat de volgende onderstations: - RK1 (Stookruimte); 78.11.21-a DATANETWERK 0. NETWERKSOORT LAN / WAN 4. NETWERKCOMMUNICATIEWIJZE TCP/ ip

78.12


78.12.10-a TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de schematische opzet van netwerkconfiguratie van het GBS. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 3 - goedgekeurde (st.): 3 78.12.50-a BEPROEVINGS-/KEURINGSRAPPORT 0. BEPROEVINGS-/TESTRAPPORT Het rapport omvat de beproeving van het totale GBS. Bij het rapport moeten bijgevoegd zijn trendgrafieken van alle aangesloten klimaatinstallaties, waaruit blijkt dat de installaties naar behoren functioneren. Taal: Nederlands Tijdstip van verstrekking: bij de oplevering. 89.10.01.E

Blad: 286


78.13


NIET-AUTONOME FUNCTIES

78.13.24-a BEDRIJFSUREN TELLEN 0. BEDRIJFSUREN TELLEN Van alle opgenomen ketels, koelmachines, pompen, ventilatoren e.d. dient een bedrijfsurentelling bijgehouden te worden. E.e.a. voor het plannen van servicewerkzaamheden. 78.13.41-a HISTORISCHE GEGEVENSOPSLAG 0. HISTORISCHE GEGEVENSOPSLAG Alarmregistratie: de laatste 100 alarmmeldingen in een FIFO-schuifregister; Wijzigingsregistratie: de laatste 50 wijzigingen met identificatie; Trendregistratie: mogelijkheid voor gelijktijdig alle datapunten vernoemd in de datapuntenlijst. 78.13.52-a ALARMEREN 0. ALARMEREN - d.m.v. personenzoekinstallatie uitgesplitst in urgente- en niet urgente, E- en W-meldingen; - op tableau per regelkast gesplitst in urgent en niet urgente melding; - bedieningssysteem van het GBS; - op de alarmcentrale van de aannemer van dit bestek dient 1 jaar afhandeling van storingen in de aanbieding mee genomen te zijn.

78.14

AUTONOME FUNCTIES

78.14.12-a OPSTARTEN NA SPANNINGSONDERBREKING 0. OPSTARTEN NA SPANNINGSONDERBREKING Opstarten: Volledig automatisch worden de diverse installaties gestaffeld weer ingeschakeld.

78.15

MENS-MACHINEDIALOOG

78.15.21-a TEKSTSAMENSTELLING 0. TEKSTEN In overleg met de opdrachtgever dient de basis voor de diverse soorten teksten te worden afgestemd, waarna de teksten volledig dienen te worden samengesteld. Aantal te verstrekken exemplaren: - Ter goedkeuring (st): 3; - Goedgekeurde (st): 2. 78.15.41-a GRAFISCH AFBEELDEN 0. AFBEELDINGEN In overleg met de opdrachtgever dient de basis voor de diverse soorten beeldplaatjes te worden afgestemd, waarna de beeldplaatjes volledig dienen te worden samengesteld. Aantal te verstrekken exemplaren: - Ter goedkeuring (st): 3; - Goedgekeurde (st): 2. 89.10.01.E

Blad: 287


78.31


SYSTEEMPROGRAMMA'S

78.31.11-a SYSTEEMPROGRAMMATUUR 0. SYSTEEMPROGRAMMATUUR Programma: Fabrikaat: Priva Type: TC Vision Direct via WAN te benaderen ADSL dient geleverd te worden door Dukes, IP-adres dient vast te zijn.

78.32

APPLICATIEPROGRAMMA'S

78.32.11-a APPLICATIEPROGRAMMA 0. APPLICATIEPROGRAMMA Programma: Voor het koppelen van 3 stuks TC Vision bedien PC's aan het LAN: Einde hoofdstuk 78

89.10.01.E

Blad: 288

Dit bestek is opgesteld met de STABU-systematiek, uitgave: onder licentienummer: E

Recommend Documents