Schoon water Discussiebijeenkomst over de kwaliteit van water en innovatie in mestverwerking in het kader van de Community of Practice “Goud voor Groenlo” http://goudvoorgroenlo.nl Locatie: Nijhuis Water Technology Doetinchem 16 oktober 2014 Deelnemers: Naam Jos van Gastel Annemiek Strijker Wilbert Menkveld Linda Janssen-Verriet Annemarie van Leeuwen Oscar Schoumans Hayo Canter Cremers Gijs van Selm Arjan Prinsen Maarten Arentsen Miriam van Eekert Minke Lagerwerf
Programma: 13.30 uur: 13.40 uur: 13.50 uur: 14.30 uur 15.30 uur 15.45 uur 16.45 uur 17.00 uur
Organisatie Projectleider bio-economie, ZLTO Nutriëntenplatform R&D Nijhuis Water Technologie projectleider mineralen LTO Noord CAH Vilentum Alterra, WUR CoP Goud voor Groenlo/sticht BIomassa Waterstromen Groot Zevert Vergisting Uni Twente LEAF Wageningen Waterschap De Dommel
Welkom (dagvoorzitter: Annemarie van Leeuwen, CAH Vilentum) Toelichting op het programma Inleiding Wilbert Menkveld (Nijhuis Water Technology): Dilemma’s uit de praktijk Inleiding Oscar Schoumans (Alterra WUR): Problematiek in breder kader Discussie in twee groepen Pauze Gezamenlijke discussie en vaststellen conclusies Afsluiting Gelegenheid tot napraten en rondleiding Nijhuis Water Technology
1
Samenvatting Schoon water ook loosbaar water? Met behulp van diverse technieken kan mest grootschalig en vergaand geraffineerd worden tot kunstmestvervanger en “schoon water”. In een expert meeting, georganiseerd door COP Goud voor Groenlo in samenwerking met de Stichting Biomassa en CAH Vilentum, werd aandacht besteed aan de vraag wanneer het schone water uit mestraffinage ook loosbaar is op het oppervlaktewater. En wanneer kan worden gesproken van schoon water? De waterschappen gaan hierbij uit van de Kaderrichtlijn Water. In de praktijk leidt dit toch tot discussie onder andere door interpretatieverschillend tussen de verschillende waterschappen. Hierdoor maar ook door de aard van de Kaderrichtlijn Water kunnen de mogelijkheden van plaats tot plaats en van initiatief tot initiatief variëren, terwijl ook de vraag rijst of dit niet ten koste gaat van de rendabiliteit van de dierhouderij. Op grond van de discussie worden een aantal voorstellen gedaan. Een belangrijke is het intensiveren van de samenwerking tussen waterschappen en mestverwerkingsinitiatieven. Daarnaast moet er ook meer ruimte komen voor de inzet van mineralenconcentraten uit mest als groene kunstmest. Hiervoor zou in samenwerking met het project Vruchtbare Kringloop en de waterschappen een meerjarige pilot in de Achterhoek moeten worden uitgevoerd.
2
Introductie Na welkom en opening door de organisator (Hayo Canter Cremers) en de dagvoorzitter (Annemarie van Leeuwen) verwoordden de deelnemers hun verwachtingen over het gewenste resultaat van de discussiemiddag. Daarbij werd vooral de noodzaak van en de behoefte aan meer helderheid over randvoorwaarden en richtlijnen en do’s and dont’s in waternormering en waterkwaliteit benadrukt. Ook werd gewezen op het belang van gezamenlijke visie-ontwikkeling, agendavorming, onderzoek en samenwerking. Tenslotte werd de hoop uitgesproken dat de middag zou kunnen bijdragen aan het versnellen van mestverwerking.
Presentaties De discussie werd ingeleid met twee presentaties. Oscar Schoumans (Alterra WUR) gaf een overzicht van de uitdagingen in de verwerking van dierlijke meststoffen met cijfers over nutriënten, mineralen en waterkwaliteit. Daarbij bleek dat landbouw en RWZI’s het grootste aandeel nemen in fosfor en stikstof emissie. De uitdaging is om 30% van de fosfaten structureel uit de landbouw te verwijderen. In de presentatie werd de technische opties schematisch weergegeven (zie daarvoor de bijgesloten presentatie). Ook werd de noodzaak van meer samenwerking tussen landbouw (mestverwerking) en RWZI benadrukt. Wilbert Menkveld (Nijhuis Water en gastheer van de bijeenkomst) presenteerde twee concepten voor mestverwerking waaraan Nijhuis Water momenteel werkt: het Geniaal concept en ammonia stripping. De presentatie maakte duidelijk dat er technologische alternatieve oplossingen beschikbaar zijn, maar dat definitieve keuzes voor een belangrijk deel worden bepaald door de normering van waterlozingen. Nijhuis Water is in staat om uit dierlijke meststoffen geconcentreerde ammonia sulfaat als kunstmestvervanger te vervaardigen met als restproduct schoon water. Gebleken is dat de reinheid van het water als gebiedsvreemd wordt aangemerkt en daardoor problemen geeft voor de lozing op het oppervlakte water. Duidelijke waterkwaliteitsnormen zijn daarom mede bepalend voor de technologische keuzes.
Paralelsessies Na beide presentaties werd verder gesproken in twee groepen. Groep A (olv Annemarie van Leeuwen)
3
Uitgangspunt voor de discussie was de vraag naar noodzakelijke veranderingen de komende tien jaar rondom mestverwerking en waterkwaliteit. In de discussie kwamen in verschillende bewoordingen de volgende thema’s aan de orde. Helderheid definities, normen, regels Er werd gesproken over het belang van helder definities, normen en regels in waterkwaliteit. Zo bleek schoon water niet eenduidig gedefinieerd en blijken verschillende betrokken rijksdiensten specifieke normwaarden te gebruiken die telkens tot elkaar herleid moeten worden. Het zou goed zijn als de waterkwaliteitsnormering alsmede de toepassing van de normen, de komende tien jaar helder, transparant en duidelijk is geworden, met respect voor regionale diversiteit van watersystemen.
Duurzaam verdienmodel agrarische sector Een duurzaam verdienmodel voor de Nederlandse agrarische sector is van groot belang voor het realiseren van structurele oplossingen. Zoveel mogelijk gesloten regionale kringlopen (kringlooplandbouw) alsmede de acceptatie en het gebruik van mineralenconcentraten behoren tot zo’n duurzaam verdienmodel. De agrarische economie zou meer circulair moeten worden.
Samenwerking in Innovatie De agrarische sector zou samen met de waterschappen en kennisinstellingen een visie en een uitvoeringsagenda moeten opstellen. Innoveren impliceert onzekerheid over eindresultaat. Daarom zou waterschap directer betrokken kunnen zijn bij innovatieve activiteiten in mestverwerking en daarbij adaptieve kwaliteitsnormen of experimenteerruimte kunnen inbrengen. Belangrijk is om multidisciplinair samen te werken. Op deze wijze kan gezamenlijk naar effectieve oplossingen worden gezocht. Ook kunnen agrarische sector en waterschappen actiever samenwerking zoeken in mestverwerking op RWZI locaties.
Ruimte voor experimenteren Technologisch zijn er verschillende mestverwerkingsopties. Daarom is er behoefte aan locaties waar geëxperimenteerd kan worden, zonder te worden gehinderd door juridische bepalingen en verplichtingen. Voor de nabije toekomst is het van belang helderheid te kunnen verschaffen over haalbaarheid van nieuwe technologische opties. Daarvoor is het nodig om procedés snel en effectief te kunnen testen en vergelijken. Ook is het van belang dat de komende 10 jaar (en daarna) de financiële middelen voor innovatie beschikbaar zijn en blijven.
4
Groep B (olv Hayo Canter Cremers) Tijdens de discussie in groep B werd eerst gekeken naar een ideaal beeld van de deelnemers met betrekking tot de situatie over tien jaar. Vervolgens is bediscussieerd wat de consequenties hiervan zijn. Hieronder de belangrijkste thema’s en (rand-)voorwaarden die hierbij aan de orde kwamen. De Kaderrichtlijn Water is leidend De Kaderrichtlijn Water (KRW) zal naar verwachting nog lange tijd van kracht zijn. Voor de waterschappen vormt het de leidraad. Waterkwaliteit en lozingen zullen in zijn algemeenheid steeds aan de KRW worden getoetst. De richtlijn onderscheid verschillende soorten watersystemen en daaraan aangepaste normen. In de praktijk blijkt echter dat waterschappen de KRW verschillend uitleggen. De KRW geeft bijvoorbeeld de mogelijkheid het water uit een RO installatie te betitelen als gebiedsvreemd water. Er zijn voorbeelden van waterschappen waar het RO water geloosd mag worden, maar ook van watershappen waar dit niet mag. In alle gevallen is het RO water qua chemische samenstelling schoner dan het oppervlaktewater. Overigens is het mestbeleid ingegeven door waterkwaliteit. Omdat de KRW ook ecologische doelen geeft, zal de aandacht voor micro-verontreinigingen toenemen. Hiertoe behoren onder andere de aanwezigheid van lage concentraties röntgencontrastvloeistoffen, hormonen en andere medicijnresten in de lozingen van afwaterzuiveringsinstallaties. Het zal ook leiden tot meer aandacht voor zaken zoals restanten gewasbeschermingsmiddelen in veevoer en medicijngebruik bij landbouwhuisdieren. Via de mest komen restanten van dit soort middelen in oppervlakte en grondwater terecht. Voorkomen lijkt de beste optie ( wat er niet in zit …………….. ) Er is nog maar weinig onderzoek naar afbraak van dit soort middelen in mest en mestvergisting gedaan. Een onderzoek geeft aan dat specifieke antibiotica tijdens mestvergisting worden afgebroken. WETSUS (Leeuwarden) start onderzoek naar dit soort zaken. Vanwege de omvangrijke wateropgaven die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water heeft LTO in samenwerking met onder andere met de rijksoverheid het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer opgesteld.
Evenwichtsbemesting en gesloten (regionale) kringlopen Voor het beschermen van de kwaliteit van oppervlakte en grondwater moet de uitspoeling van (vooral) fosfaat en stikstof stoppen . Daarvoor is het belangrijk om te komen tot evenwichtsbemesting (input = output). Dit houdt bijvoorbeeld in dat de fosfaat die als bemesting op het land wordt gebracht ook volledig door het gewas wordt opgenomen en daarmee wordt afgevoerd. Belangrijk aandachtspunten daarbij zijn het handhaven van een optimale bodemkwaliteit, mest op maat en het zoveel mogelijk sluiten van (regionale) kringlopen. Daarbij moet niet alleen aandacht zijn voor mineralen maar ook voor bijvoorbeeld water en het organisch stofgehalte in de bodem. In de praktijk blijkt dat de kennis van bodemkwaliteit bij de huidige generatie agrariërs beperkt is. Meer aandacht voor duurzame bodemkwaliteit is dan ook gewenst.
5
Rendabele landbouw en veeteelt en goede, sustainable voedselvoorziening Voor de economie van Nederland en onze duurzame voedselvoorziening is het van belang dat landbouw en veeteelt als bedrijfsmatige activiteit rendabel zijn en blijven. Hoe dit zich precies verhoudt met de wens te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water is onduidelijk. Dit vergt bijvoorbeeld de inzet van relatief dure technieken en processen voor de mestverwerking. Het is niet duidelijke of de daaruit voortvloeiende investeringen en kostprijs te dragen zijn door de sector. Het tot waarde brengen van mest wordt in ieder geval gezien als een noodzakelijke voorwaarde voor een bedrijfseconomisch gezien gezonde agrarische toekomst. Bij de mestverwerking zit er vooral ruimte bij de afvoer van het water/de dunne fractie. De kosten van mestverwerking worden vooral bepaald door de eisen die aan de dunne fractie worden gesteld. Vanwege de KRW kan de specifieke locatie van mestverwerking in dit verband van groot belang zijn.
(Rand-)Voorwaarden Voor het realiseren van de verschillende zaken zijn een aantal randvoorwaarden gedefinieerd. Hieronder de belangrijkste: A) Intensiveren samenwerking tussen RWZI’s (waterschappen) en mestverwerking. De uitdagingen en processen bij RWZI’s en mestverwerking lopen grotendeels gelijk op. Hetzelfde geldt voor de belangen met betrekking tot de waterkwaliteit. Bij beide leeft een grote wens tot kostenbeheersing en maximalisatie van opbrengsten. Mede hierdoor is er een situatie waarin samenwerken alsook leren van elkaar kansen biedt. Intensivering van de samenwerking kan daardoor iedere betrokkene voordelen opleveren. B) Faciliterende overheid. De overheid kan de mestverwerking op een aantal manieren faciliteren:
Voor het sluiten van kringlopen en een bedrijfseconomisch gezonde landbouwsector is het noodzakelijk dat grootschalige mestverwerking van de grond komt. Dat vergt omvangrijke investeringen. De traditionele investeerders blijven op dit moment langs de zijlijn staan. Daarbij spelen meerdere factoren een rol. Zo zijn er onzekerheden over het wettelijk kader en de ontwikkelingen daarin. Daarnaast veroorzaken een aantal, breed gepubliceerde grootschalige projecten tot onzekerheid en een zekere standstil. Dit leidt tot een situatie waarin de risico’s om te investeren als te groot worden ervaren. De overheid kan hierin een belangrijke rol spelen. Behalve voor de hand liggende veranderingen doorvoeren in wet-en regelgeving bijvoorbeeld met betrekking tot het gebruik van kunstmestvervangers uit mest zouden maatregelen genomen kunnen worden die het risico van nieuwe mestverwerkingsprojecten beperken. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het instellen van een risicofonds.
Zorgen voor experimenteerruimte, die onder andere de inzet van NPK concentraten als kunstmestvervangers mogelijk maakt. Voor de rendabiliteit van mestverwerking is het noodzakelijk dat NPK concentraten op korte termijn kunnen worden ingezet als 6
kunstmestvervangers. Verhogen van het tempo van de aanpassing van de huidige regelgeving is daarvoor noodzakelijk. Uitbreiding van de pilot met RO projecten is een stap in de goede richting, maar er zou ook ruimte moeten komen voor mineralenconcentraten die aan de kwaliteitseisen voldoen, maar met behulp van andere, kosteneffectievere technieken zijn geproduceerd. Op de korte termijn is het scheppen van regeltechnische en fysieke experimenteerruimte nodig, zodat onderzoek naar de effectiviteit en werking van kunstmestvervangers, mest op maat en de inpassing daarvan in de dagelijkse praktijk van agrarisch bedrijven mogelijk wordt.
Plenaire afsluitende sessie In de afsluitende plenaire bijeenkomst werd op basis van de resultaten van de groepsdiscussies een prioriteitenlijst opgesteld van noodzakelijke aanpassingen. 1. Duidelijke kaders en normen (o.a. heldere definitie van schoon water) 2. Praktijktesten uitgevoerd. Onderzoek om aannames te testen 3. Taalverwarring is opgelost 4. Duurzame verdienmodellen voor agrarische ondernemers. Meerwaarde van mineralen concentraten is helder en geaccepteerd 5. Afstemming en samenwerking waterschappen en agrarische sector. “Samen optrekken” 6. Sluiten van kringlopen ook voor water 7. Aandacht voor bodemkwaliteit 8. Kennisontwikkeling bodem bij agrarische ondernemers 9. Faciliterende overheden inclusief risicobeheersing 10. Kunstmestvervangers toestaan.
7
De middag werd afgesloten met een rondleiding door het bedrijf van de gastheer Nijhuis Water Bijlagen 1 Presentatie Oscar Schoumans 2 Presentatie Wilbert Mengveld
8