Dhading Daycarecentre + healthpost Sayapatri en nieuwbouw Child Birth Centre Arubas Donateurreis 2015 Kathmandu, 6 uur ’s ochtends. Met minimale bepakking en een ontbijtpakket stappen we in de jeeps. Miranda, Rene en Santosh zijn er ook met de Veldwerk jeep. Op naar Dhading! We zijn blij dat we vroeg weg zijn gegaan, want ondanks het vroege tijdstip is het al flink druk. Na zo’n 2 uur rijden, vlak voordat we rechtsaf de hoofdweg af gaan richting Dhading, maken we nog een stop. Ontbijtpakketten komen tevoorschijn, kopje thee of koffie er bij en dit alles wordt genuttigd in de lieflijke tuin van een wegrestaurant.
We vertrekken weer en gaan vlak voor Malekhu naar rechts de brug over. Niet lang daarna al gaan we linksaf door de slagboom. Nu zijn de wegen niet meer verhard en wordt het voor iedereen duidelijk waarom we in deze 4WD jeeps op pad zijn gegaan. Weer even stoppen bij een slagboompje, want er moet wegenbelasting worden betaald. Ja, zo gaat dat hier nog! ;-). Na weer een poos te hebben gereden staan we oog in oog met de toppen van de Himalaya. Wat een prachtige dag is dit en wat een bofkonten zijn we. In alle jaren dat Ger en ik Dhading bezochten zagen we hier de bergen nog nooit! Er wordt dus maar even een foto stop ingelast.
We slingeren hoger en hoger en heel mooi op schema komen we in Sreeban Naturecamp aan, dat helemaal door onze groep bezet wordt. Na een vroege lunch gaan we eerst naar Sayapatri (bij het wat lager gelegen plaatsje Maidan). Daar zijn “onze” kindjes in het daycare centre en “onze” healthpost. Na een korte introductie van de juffen, Januka en Amrita de healthmedewerkster (die straks naar Arubas gaat) zijn de kinderen aan de beurt.
We worden warm welkom geheten met een rode tika op het voorhoofd en een bloemenslinger (malla) die steeds door een van de kindjes bij iedereen wordt omgehangen. Och….wat zijn het toch een heerlijke snoepjes!
Tijd voor de cadeaus, want we willen van elk werkbezoek wel een feestje maken! We hebben o.a. een opvouwbare tent + kruiptunnel meegebracht. Astrid en Marie-Louise gaan het samen met de kinderen uitpakken. De tent staat snel en waren ze eerst nog een beetje timide, al heel snel verdringen de kinderen zich om het rondje door de tent en de tunnel te maken. Iedereen geniet mee van hun enthousiasme.
Ondertussen heb ik zelf de cadeautjes voor de juffen uitgedeeld. Miranda houdt ons strakke schema in de gaten en roept af en toe de tijd die ons nog rest, hetgeen perfect werkt. Zelf gaan we namelijk helemaal op in het projectbezoek en de kindjes, en verliezen de tijd daardoor snel uit het oog. Waarom we de tijd zo goed in de gaten houden? De weg naar Arubas is nog minder dan die we net reden en we willen de hele trip veiligheidshalve bij daglicht doen en voor donker terug zijn in het resort.
“We hebben nog een kwartier Linda” roept Miranda, DAT valt mee! Nu kunnen we ook de bellenblaas nog tevoorschijn toveren en aan de kinderen uitdelen. Kinderen EN groepsgenoten samen aan het bellenblazen, hoe leuk is dat! Corrie leert ze ook nog hoe ze de bellen weer op kunnen vangen. Een van de meisjes heeft dat heel snel door en laat dat trots zien. Veel te snel is het tijd om te gaan, maar we hebben alles dat gepland was kunnen doen, dus zijn dik tevreden!
De “weg” naar Arubas blijkt inderdaad nog minder van kwaliteit en vangrail kennen ze hier al helemaal niet. De jeeps laten en spoor van stofwolken achter, maar dat komt niet van het harde rijden. De chauffeurs doen het kalm aan en besturen de jeeps beheerst zodat er geen onnodige risico’s worden genomen. De route is prachtig, de vergezichten indrukwekkend en ik geniet enorm van deze trip. Zo fantastisch dat we Frank, Anna-Lena en alle anderen mee kunnen nemen naar deze plek! (NB Frank is de broer van Leonore van der Stijl, de lieve dame die ons een prachtig legaat heeft nagelaten waar we nu het nieuwe kraamcentrum mee kunnen laten bouwen). De reis door dit gebied maakt het voor iedereen die hier nooit eerder was klip en klaar. De hulp voor dit gebied is absoluut nodig en we ondervinden nu met zijn allen aan den lijve hoe afgelegen Arubas ligt. Dan zien we in de verte Arubas liggen. Vlak voordat we bij het dorpje aankomen worden we onthaald door de lokale band. Ze bespelen fantastische instrumenten die een voor onze oren onduidelijke melodie spelen. De twee grote hoorns geven op onvoorspelbare momenten bijzondere accenten aan in deze muziek. Voor wie dit interesseert even de namen van de instrumenten: Narsigng = de grote ronde hoorn, Damaha= de grote ronde bastrom die met 1 stok wordt bespeeld, Sanahi = de kleine toeter, Shurma = de bekkens, Dhalaki= de horizontale trommel die met beide handen wordt bespeeld en tot slot de Tamko, het kleine verticale trommeltje waar fel met 2 stokken op wordt geslagen.
De band begeleidt ons naar de bouwplaats van het kraamcentrum. Het hele dorp is uitgelopen, we krijgen tika´s en schoolmeisjes die in een lange rij staan opgesteld geven ons vele bloemen. Er is een feestelijke toegangspoort van bladeren gemaakt naar het in aanbouw zijnde kraamcentrum met een spandoek dat zegt `welcome`. Ik zeg tegen Margreet dat ze maar eens in mijn arm moet knijpen, omdat ik het niet kan geloven. Maken we dit echt mee? Ongelooflijk! WAT een ervaring! Wie had dat toch ooit kunnen denken toen ik 11 jaar geleden de stichting oprichtte. Later zegt Anna-Lena tegen mij: “ik heb het gevoel of we in een sprookje terecht zijn gekomen”, en zo is het precies.
Ik heb kippenvel, ben diep ontroerd en voel daarbij tevens een grote dankbaarheid voor al het vertrouwen dat wij van zovelen mogen genieten. Dank jullie wel lieve mensen, zowel onze reisgenoten als de vele mensen thuis. Natuurlijk ook een blijk van waardering aan de topmeiden van ons bestuur. Lieverds, zonder jullie was ik nergens! We kunnen samen met de achterban voor de Nepalese mensen in dit afgelegen gebied, die ook nog eens lang onder de druk van de maoïsten hebben geleden, het verschil maken door het aanbieden van onderwijs en gezondheidszorg. We nemen plaats op de plastic stoeltjes voor het gebouw en laten de formaliteiten, die vanwege de tijdsdruk wat moeten worden ingekort en voor druk overleg in het Nepalese kamp zorgen, over ons heenkomen. Dan is het tijd voor Frank om de door ons meegebrachte plaquette te overhandigen. Deze zal straks, ter herinnering aan zijn zus, aan de gevel van het gebouw worden bevestigd als het klaar is. Frank houdt met ontroering in zijn stem een korte speech en overhandigt vervolgens de plaquette aan de voorzitter van het bouw comité.
Daarna mogen er drie bomen worden geplant. Een wordt door Frank gedaan, een door Anna-Lena, zijn partner, en een door ons bestuurslid Lenie. De bomen zullen straks een aangename schaduw werpen op het plein voor centrum waar de patiënten moeten wachten.
Als je bedenkt dat de eerste steen van het gebouw op 16 januari werd gelegd realiseer je je dat de bouw al flink opschiet. Men verwacht (hoopt?) met een maand of twee klaar te zijn. Of Frank ook komt voor de officiële opening? Frank lacht wat en trekt een gezicht naar mij zo van nou dat weet ik nog zo net niet. Hij loopt een uur of twee later echter al met heel wat serieuzere plannen rond. Er wordt ons verteld hoe de ruimtes worden ingedeeld. Hier komt het kantoor voor het personeel, hier de wachtruimte, hier de kraamkamer waar 2 bedden in kunnen staan en via een aparte deur zal straks een badkamer te bereiken zijn waar gebruik gemaakt kan worden van koud en warm water (dmv zonne-energie). We zien het al bijna voor ons! Mooi is tevens dat dit gebouw straks ook voor controle en andere medische zorg kan worden gebruikt. Tevens zal “onze” ambulance straks ook op Arubas gaan rijden.
Binnen de muren van het gebouw maak ik nog een praatje met de voorzitter van het comité. Hij heeft nog wel even iets te melden zegt hij, dus ik vraag wat dat is. Er wordt wat heen en weer gepraat en dan zegt een onderwijzer, die beter Engels spreekt, voorzichtig dat de begroting van de bouw misschien wel 10 of 20% hoger uitvalt dan gepland. Dat is relatief aardig wat, dus ik zet mijn “oei, oei dat is een moeilijke kwestie” gezicht op. Eerlijk gezegd vonden we zelf de begroting, vergeleken bij andere bouwprojecten, wat aan de lage kant en hadden al een extra bedrag in onze reservering opgenomen, maar dat zeggen we natuurlijk niet. Daarvoor in de plaats zeg ik dat dit wel flink wat geld is, dat ze de kosten goed in de gaten moeten houden en dat we de eventuele meerkosten tzt zullen moeten bespreken. Bijna in 1 adem volgt dan de volgende vraag: of het wellicht mogelijk is dat zij ook zo’n daycare centrum in Arubas krijgen? Ik kan de vraag best begrijpen. Zo’n multifunctioneel centrum zou hier geen overbodige luxe zijn. Maar eerst moet de bouw van het kraamcentrum maar worden afgerond en zullen we wel verder zien. Een ding tegelijk! Na afloop van alle formaliteiten is het tijd voor een yoghurtdrankje met fruit en moet er worden gedanst. Marie-Louise is meteen aan de beurt en Miranda laat zich ook van haar meest ritmische kant zien. We hadden nog veel langer willen blijven, maar de veiligheid gaat voor. Om vier uur nemen we afscheid en gaan we richting jeeps. De band doet ons uitgeleide. Beduusd en diep onder de indruk van hetgeen ons is overkomen gaan we richting resort. We kunnen hetgeen waar wij deel van hebben uitgemaakt bijna niet bevatten en raken er niet over uitgepraat.
Als we zo’n twintig minuten rijden van het resort verwijderd zijn staat er ineens een dragline op het pad die de hele weg verspert. Een pechgevalletje en men is druk aan het sleutelen. De jeeps kunnen niet verder. Wat nu te doen? Margreet overlegt met ons en we zijn allemaal van mening dat dit nog wel eens een stevig Nepalees half uurtje kon gaan duren. Het is nog drie kwartier lopen. Wat doen we? We besluiten om te gaan lopen, hetgeen nog een flinke kluif blijkt te zijn. Voor ons is deze gebeurtenis iets dat nog eens extra goed de kwetsbaarheid van het gebied aangeeft en o, o, o, wat zijn we blij dat die dragline er niet op de heenweg stond, want dat had het hele feest in de soep gelopen. Gelukkig is dat niet gebeurd en kunnen we deze onvergetelijk dag aan onze reiservaringen toevoegen!
Doordat we later in het hotel zijn is er geen mogelijkheid meer voor mij om Dipsan, die we 4 jaar geleden min of meer geboren hebben zien worden (zie ook ons boekje pagina 14 en 15), te bezoeken. Het is jammer, maar niets aan te doen. Ik ben al zo blij dat de projectbezoeken zo goed zijn gegaan, dat ik dit persoonlijke stukje naast me neer leg. Je kunt niet alles hebben! Als we de volgende ochtend klaar zijn met het ontbijt komt Miranda met een serieus gezicht naar met toe, ze moet nog iets met me bespreken. Ik schrik en denk dat er iets niet goed gegaan is met de betaling of zo. Buiten bij de poort zegt ze dan ineens tegen me: “ er is iemand die jou graag wil bezoeken”. Precies op dat moment stapt er een klein Nepalees jongetje door de poort en ik herken hem meteen….Dipsan! Wat een verrassing! Daar had ik helemaal niet meer op gerekend! Ik vlieg Miranda om haar nek om te bedanken en ren gauw naar binnen om de cadeautjes te pakken die ik voor hem me heb gebracht.
Een T-shirt met een vliegtuig (we komen zo naar Nepal) en een speelgoedvliegtuigje, dat een geluid maakt alsof het opstijgt als je op een knopje drukt. Lang staat Dipsan verlegen te kijken naar al die mensen die hem komen bewonderen, maar het “opstijgende” vliegtuigje tovert ineens een lach op zijn gezicht. Hoe is het toch mogelijk. Ik had gehoopt op een goed verloop van de projectbezoeken, maar op een 100% score met zo’n hoge gevoelstemperatuur, had ik niet durven hopen. Dhading 2015 staat bij ons allemaal in ons geheugen gegrift en is een werkbezoek om nooit, nooit meer te vergeten!