Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl
[email protected]
Rijkswaterstaat Midden-Nederland mevrouw. M. Greijdanus “Het Smedinghuis” Postbus 600 8200 AP LELYSTAD
KvK 51048329 IBAN NL45RABO0397341121
Inlichtingen bij Saskia Kriesch tel 038 499 76 37 fax 038 425 75 00
[email protected]
Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Datum
19.11.2015 Kenmerk
2015/0371745 Pagina
1 Uw brief
Uw kenmerk
Zaaknummer
Geachte mevrouw Greijdanus, U heeft een verzoek tot wijziging van uw vergunning „Ondiepe zones ketelmeereilanden‟ (kenmerk 2013/0205007) op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (verder Nbwet) bij ons ingediend. Deze hebben wij op 30 oktober 2015 (kenmerk 2015/0338257) ontvangen. De wijziging betreft het mogen uitvoeren van opspuitwerkzaamheden in de periode 1 november tot 15 december 2015 vanaf 7.00 ‟s ochtends tot 19.00 ‟s avonds. In de huidige vergunning is opgenomen dat niet mag worden gewerkt voor zonsopkomst en na zonsondergang (voorschrift 8). Hiervan wil Rijkswaterstaat Oost-Nederland afwijken om de opspuitwerkzaamheden tijdig te kunnen afronden. In deze brief geven wij onze beslissing weer.
Besluit Wij wijzigingen uw eerder door ons verleende vergunning van 24 juni 2013 met kenmerk 2013/0205007, zoals u heeft aangevraagd. hieraan verbinden wij het volgende voorschrift. 1.
In de periode vanaf inwerkingtreding van deze wijzigingsvergunning tot en met 15 december 2015, mag, in afwijking van voorschrift 8 uit de eerder door ons verleende vergunning, in de periode vanaf 7.00 ‟s ochtends tot 19.00 ‟s avonds zand worden opgespoten vanaf het sproeiponton.
Deze wijzigingsvergunning wordt verleend voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 15 december 2015. Leges U bent voor het in behandeling nemen van het wijzigingsverzoek van uw aanvraag leges verschuldigd1. De verschuldigde leges voor dit besluit bedragen €516,00. Voor betaling van dit bedrag ontvangt u een factuur. Op deze factuur staat tevens vermeld hoe u eventueel bezwaar kunt aantekenen tegen de hoogte van het legesbedrag en de gehanteerde grondslagen.
1
Bijlagen
Datum verzending
Belastingverordening Overijssel
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Tot slot Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze beslissing, dan kunt u bellen met Saskia Kriesch op telefoonnummer 038-4997637. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel,
Lars Wuijster, teamleider Vergunningverlening
Bijlagen: Bijlage 1
Toelichting op ons besluit
Datum
19.11.2015 Kenmerk
2015/0371745 Pagina
2 Uw brief
Uw kenmerk
Zaaknummer
Afschriften Een afschrift van dit besluit is tevens verzonden aan: Burgemeester en Wethouders van Kampen Ministerie van Economische Zaken; ARA Adviesbureau B.V. (t.a.v. Patrick Bakelaar); Gedeputeerde staten van de provincie Flevoland;
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Niet mee eens? Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten van Overijssel. Hoe u dat moet doen kunt u hieronder lezen. Rechtsmiddel Binnen zes weken, ingaand op de dag na de datum van verzending van dit besluit, kan een belanghebbende een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, team Juridische Zaken, postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon 038 - 499 93 05). Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat in ieder geval: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar.
Datum
U kunt het bezwaarschrift ook per elektronisch formulier verzenden. Dit formulier kunt u vinden op www.provincie.overijssel.nl/bezwaarschriften.
19.11.2015 Kenmerk
2015/0371745 Pagina
3
Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel is geen griffierecht verschuldigd. Voor inlichtingen over de bezwaarprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld.
Uw brief
Uw kenmerk
Zaaknummer
Indien spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Toelichting bij het besluit
Bijlage 1
Aanleiding verzoek wijziging vergunning Op 24 juni 2013 heeft de provincie Overijssel aan Rijkswaterstaat Midden-Nederland, district IJsselmeergebied, een NBwet vergunning (kenmerk: 2013/0205007) verleend voor het aanleggen van ondiepe zones bij een tweetal eilanden in het Ketelmeer als bijdrage in het realiseren van KRW doelen voor het IJsselmeergebied. Aansluitend is op 31 maart 2015 een wijziging van deze vergunning (kenmerk: 2015/0088480) verleend, specifiek gericht op enkele ontwerpwijzigingen en optimalisaties welke hebben plaatsgevonden, wat heeft geleid tot aanpassingen van enkele voorwaarden uit de oorspronkelijke vergunning.
Datum
19.11.2015 Kenmerk
2015/0371745 Pagina
4 Uw brief
Uw kenmerk
Zaaknummer
De werkzaamheden die op dit moment worden uitgevoerd betreffen het aanbrengen van zand vanaf een sproeiponton. De aannemer werkt normaliter binnen vaste tijden van 7:00 – 19:00. Door tegenvallende aanvoer van zand in de voorgaande periode (opspuiten nam langer tijd in beslag) blijkt nu dat het opspuiten enkel op tijd gereed kan komen wanneer de aannemer zijn gebruikelijke werktijden kan blijven hanteren. Het aanhouden van de vaste tijden van 7:00 – 19:00 betekent echter dat, bij het korter worden van de dagen in november en december, de werktijden ‟s morgens en ‟s avonds zullen overlappen met de nacht/schemerperiode. Dit betreft een afwijking op voorschrift 8 van de vergunning, welke stelt dat de aanlegwerkzaamheden uitsluitend overdag tussen zonsopgang en zonsondergang uitgevoerd dienen te worden. Het aanhouden van de werktijden tussen 7:00 – 19:00 gedurende de korter wordende dagen in november en december is noodzakelijk om de ondiepe zones bij de Ketelmeereilanden voor 15 december 2015 te realiseren en daarmee te voldoen aan de KRW-verplichtingen die gelden voor 2015. Indien de komende periode enkel in de periode tussen zonsopgang en zonsondergang gewerkt wordt, dan kunnen de ondiepe zones niet tijdig gerealiseerd worden. Middels een brief heeft u nu aan ons verzocht de huidige NBwet vergunning op voorschrift 8 te wijzigen, zodat de opspuitwerkzaamheden van de ondiepe zones vanaf het sproeiponton in de periode vanaf 1 november 2015 tot 15 december 2015 uitgevoerd kunnen worden tussen 7:00 – 19:00. Effectbeschrijving Naar aanleiding van uw verzoek heeft u tevens de mogelijke effecten van afwijking van voorschrift 8 voor met name de niet-broedvogels in het gebied nader in beeld gebracht. Voorschrift 8 stelt dat de werkzaamheden uitsluitend overdag tussen zonsopgang en zonsondergang uitgevoerd mogen worden. Dit houdt verband met de aanwezigheid van slaapen rustplaatsen van Aalscholver, Reuzenstern, Kleine zwaan, Kolgans, Grauwe gans, Toendrarietgans en Grutto in de omgeving van de plangebieden. Het enkel overdag uitvoeren van de werkzaamheden garandeert dat de slaapplaatsen die ‟s nachts worden gebruikt, geen negatieve effecten ondervinden. De maatregel houdt daarnaast verband met de Kuifeend en Tafeleend, soorten die ‟s nachts foerageren in het N2000-gebied. In uw wijzigingsverzoek heeft u een nadere effectbeoordeling uitgevoerd voor de nietbroedvogels, bij het aanhouden van de werktijden van 7:00 – 19:00, waarbij in november en december ‟s morgens en ‟s avonds gedurende een half uur tot uiterlijk 2,5 uur overlap bestaat met de periode tussen zonsondergang en zonsopgang. Hierna geven wij de conclusies uit uw onderzoek en ons oordeel hierover weer.
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Effecten op slaap- en rustplaatsen van Kleine zwaan, Kolgans, Grauwe gans, Toendrarietgans en Grutto Uit de eerder door ons afgegeven vergunning en de bij de wijzigingsaanvraag gevoegde effectbeoordeling blijkt dat het plangebied bij Ketelmeereiland N1 op een afstand van meer dan 300 meter ligt van ondiepe delen, platen en eilandjes die door de Kleine zwaan, Grauwe gans, Kolgans, Toendrarietgans en Grutto gebruikt kunnen worden als slaapplaats (zie figuur 1). Het plangebied bij Ketelmeereiland M1 ligt aan de noordzijde op een afstand van meer dan 150 meter van ondiepe delen en aan de zuidzijde op een afstand van meer dan 100 meter. U geeft aan dat lichtverstoring op de slaapplaatsen op voorhand kan worden uitgesloten, omdat er geen gebruik wordt gemaakt van kunstmatige verlichting tijdens het opspuiten van de ondiepe zones. Ook is er volgens u geen sprake van optische verstoring. Het ponton is richting de eilanden en het zuiden afgeschermd middels (donker gekleurde) camouflagenetten, waardoor deze in de nacht- en schemerperiode enkel van dichtbij zichtbaar is. Datum
19.11.2015 Kenmerk
2015/0371745 Pagina
5 Uw brief
Uw kenmerk
Zaaknummer
Bij het opspuiten van de ondiepe zones kan echter wel geluidsverstoring optreden in deze periode. het geluidsniveau van het opsluiten vanaf het ponton bedraagt maximaal 80-90 dB(A). Het betreft een monotone geluidsbelasting zonder piekbelastingen. Op basis van theoretische benadering van geluidsbelasting in open gebied, wordt bij een geluidsvermogen van 90 dB(A), op 10 meter afstand een geluidsdruk veroorzaakt van 60 dB(A). Bij elke verdubbeling van de afstand neemt de geluidsdruk ongeveer 5 dB af. Bij een afstand tussen de 80 en 160 meter komt de geluidsdruk onder de 42 dB(A)-contour voor vogels. Dit betekent dat enkel de ondiepe delen bij Ketelmeereiland M1, die op een afstand liggen vanaf 100 – 150 meter, gedeeltelijke overlap hebben met de door de werkzaamheden veroorzaakte verstoringscontour. Het is volgens u aannemelijk dat de hierboven berekende verstoringscontour van 80 – 160 meter in werkelijkheid lager uitvalt. Het berekeningsmodel is gebaseerd op open gebied, terwijl de aan te leggen ondiepe zones aan de oostzijde grenzen aan de vegetatierijke Ketelmeereilanden. Dit zal het geluid richting de aan de oostzijde gelegen ondiepe delen, die gebruikt kunnen worden als slaapplaats, aanzienlijk dempen. Daarnaast zal er volgens u ook sprake zijn van gewenning van aanwezige vogels. Het bij de werkzaamheden veroorzaakte geluid betreft een monotoon geluid zonder pieken, waarbij de bron zich zeer langzaam verplaatst. Door de dempende werking van de Ketelmeereilanden alsmede de mogelijkheid tot gewenning zullen de werkzaamheden volgens u niet leiden tot significante geluidsverstoring op de verderop gelegen ondiepe delen die gebruikt kunnen worden als slaapplaats door Kleine zwaan, Grauwe gans, Kolgans, Toendrarietgans en Grutto Ons oordeel Effecten door het vervoer van en naar de potons toe wordt verwaarloosbaar geacht. Er zal één bootje voor zonsopgang en na zoneondergang naar het ponton toevaren en terugvaren. Deze zal zeker niet tussen de eilanden doorvaren, maar uitsluitend de bestaande vaarroutes ten westen van de ketelmeereilanden gebruiken. Wij delen verder uw conclusies ten aanzien van verstoring door licht en menselijke aanwezigheid op de ponton. Door geen gebruik te maken van kunstmatige verlichting en door aanwezigheid van camouflage rondom het ponton, kan verstoring van slaapplaatsen van nietbroedvogels door menselijke aanwezigheid op het ponton en verlichting worden uitgesloten. Wat betreft de verstoring door geluid wordt op basis van diverse onderzoeken voor verstoring van niet-broedvogels door geluid een grenswaarde van 51 dB(A) aangehouden (van Reijnen et al. (1995, 1996)). Het gaat hier echter wel om geluid bij wegen en effecten op dichtheden
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Datum
19.11.2015 Kenmerk
2015/0371745 Pagina
6 Uw brief
Uw kenmerk
Zaaknummer
langs deze wegen. Bij een geluidsniveau van minder dan 51 dB(A) werd er geen effect meer waargenomen in dichtheden van niet-broedvogels langs (snel)wegen. Het opspuiten geeft ook een monotoon geluidsniveau, zonder piekbelastingen, en kan hiermee worden vergeleken. Er is echter in de literatuur niets bekend over verstoring door geluid van slaapplaatsen van niet-broedvogels. Daarom is in het effectenonderzoek uitgegaan van een worst case benadering van 42 dB(A). Deze wordt vaak gebruik voor broedvogels, die over het algemeen meer verstoringsgevoelig zijn. De dichtsbijzijnde slaap- en rustplekken van de niet-broedvogels Kleine zwaan, Grauwe gans, Kolgans, Toendrarietgans en Grutto op en nabij de ketelmeereilanden liggen op minimaal 100 meter afstand van de verondiepingslocaties. Slechts op eiland M1, in een klein gedeelte dat mogelijk gebruikt wordt als slaapplaats, is hierdoor mogelijk sprake van overschrijding van deze 42 dB(A) contour, maar ligt het geluidsniveau op deze afstand in ieder geval altijd beneden de 51 dB(A). Daarnaast is van belang dat de verstoring van vogels groter is bij een onvoorspelbaar geluid, piekgeluiden en/of onvoorspelbare bewegingen. Het geluid van het opspuiten is monotoon, zonder piekbelastingen en het ponton beweegt langzaam en de bewegingen zijn hiermee voorspelbaar. Ook is er geen sprake van andere verstoring door menselijke aanwezigheid (door gebruik van camouflage) en verlichting, die de verstoringsreactie van vogels versterkt. Tussen de verondiepingslocaties en de slaap- en rustplekken van de niet-broedvogels is opgaande begroeiing aanwezig op de betreffende eilanden die het geluid verder dempt. Op basis van de vergunningvoorschriften in de eerder door ons afgegeven vergunning mag bovendien uitsluitend op 1 eiland tegelijkertijd worden gewerkt, waadoor de verstoring lokaal blijft en er altijd voldoende alternatieve, onverstoorde slaap- en rustplekken op en rond de ketelmeereilanden voorhanden zijn. Ook is de verstoring van slaapplaatsen zeer tijdelijk van aard (gedurende maximaal 2,5 uur tussen zonsondergang en zonsopgang, dus niet de gehele nachtperiode, gedurende hooguit 6 weken). Op basis hiervan zijn wij van oordeel dat significante verstoring van slaap- en rustplaatsen van de Kleine zwaan, Grauwe gans, Kolgans, Toendrarietgans en Grutto kan worden uitgesloten. Effecten slaapplaatsen Aalscholver en Reuzenstern Op de Ketelmeereilanden komen tevens slaapplaatsen van Aalscholver en Reuzenstern voor. De slaapplaatsen van Aalscholver worden voornamelijk in het najaar, winter en voorjaar gebruikt. De meest dichtbijzijnde slaapplaats ligt op circa 500 meter afstand van het plangebied op Ketelmeereiland M1. Vanwege deze tussenliggende afstand is volgens u verstoring van de slaapplaatsen op voorhand uitgesloten. Reuzensterns pleisteren in de nazomer (augustus - september) op o.a. eilanden in de IJsselmonding. Het zandige terrein aan de zuidkant van eiland N1 fungeert als rust- en slaapplaats van de Reuzenstern. Deze slaapplaats grenst aan het plangebied op Ketelmeereiland N1. Het strand wordt ‟s nachts gebruikt als slaapplaats en overdag gebruikt als rustlocatie. Op basis van bekende verspreidingsgegevens van de soort in het oostelijk deel van het Ketelmeer, komt de soort hier voor in relatief lage aantallen (enkele tot enkele tientallen) in de periode juli t/m september. In recente weken (eind september – heden) zijn geen reuzensterns meer waargenomen in het Ketelmeer dan wel in aangrenzende meren. Het piekaantal was dit jaar aanwezig in augustus. In september waren lagere aantallen aanwezig en in oktober zijn geen waarnemingen meer gedaan van reuzensterns in en rond het Ketelmeer. Dit betekent dat de trek van de reuzensterns, waarbij een deel het Ketelmeer aandoet, inmiddels voorbij is. Effecten op reuzensterns kunnen volgens u daarom voor het resterende deel van de uitvoeringsperiode in 2015 dan ook worden uitgesloten.
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Ons oordeel Wij delen uw conclusie ten aanzien van de Reuzenstern. De Reuzenstern komt in de periode november-december niet in het gebied voor, waarmee verstoring van rust- en slaapplekken van deze soort ook op voorhand kan worden uitgesloten.
Datum
19.11.2015 Kenmerk
2015/0371745 Pagina
7 Uw brief
Uw kenmerk
Zaaknummer
Wat betreft de slaapplaatsen van de Aalscholver delen wij uw conclusie ten dele. Uit de gegevens van de website voor het beheerplan IJsselmeergebied 2 blijkt dat een van de slaapplaatsen van de Aalscholver minimaal op circa 200 meter ligt van het meest zuidelijk deel van de projectlocatie op eiland M1. Dit komt niet overeen met de 500 meter die wordt genomen in de wijzigingsaanvraag, waarbij waarschijnlijke een gemiddelde afstand is gehanteerd. Grote delen van de aan te leggen ondiepe zone liggen inderdaad ook op grotere afstand. Echter, ook op een afstand van minimaal 200 meter zal, ook gezien de tussenliggende opgaande begroeiing op het eiland, het geluidsniveau ter plekke van deze slaapplaats ruim onder de 42 dB(A) liggen. Op basis van het feit dat andere vormen van verstoring door verlichting of menselijk aanwezigheid tot een minimum zijn beperkt (door geen kunstmatige verlichting toe te passen en het gebruik van camouflagenetten rondom het ponton en de tussenliggende begroeiing), kan ook hier significante verstoring van aalscholvers op deze slaapplaats worden uitgesloten. Vogels zijn vaak ook met name gevoelig voor piekbelastingen, onverwachtse bewegingen en onvoorspelbaar geluid. Het gebruik van het opspuiten is monotoon, zonder piekbelastingen en de bewegingen van het ponton zijn langzaam, waarmee verstoring beperkt zal zijn. Het gebruik van bestaande vaarroutes westelijk van de ketelmeereilanden voor het varen van en naar het ponton leidt ook niet tot significante verstoring van deze slaapplaats. Op basis van voorgaande en het feit dat hier uitsluitend gaat om een beperkte periode (maximaal 2,5 uur in de periode tussen zonsondergang en zonsopgang) van 6 weken, kunnen wij hiermee makoord gaan. Significante verstoring van slaapplaatsen van Aalscholver en Reuzenstern kan worden uitgesloten. Effecten op foerageergebied Kuifeend en Tafeleend Daarnaast kan er in deze periode sprake zijn van verstoring van foeragerende kuifeenden en tafeleenden in het gebied. Kuifeenden en tafeleenden zijn bodemfauna-etende nietbroedvogels die overdag rusten en ‟s nachts foerageren. De eenden verblijven in het najaar voornamelijk in de ondiepere zones met rijke waterplantenbegroeiing in het oostelijk deel van het Ketelmeer, waar ze zich voeden met kranswieren en fonteinkruiden. De overwinterende tafeleenden blijven in november-februari in het oostelijk deel. De overwinterende kuifeenden verspreiden zich dan ook naar het westelijk deel van het Ketelmeer waar ze waarschijnlijk driehoeksmosselen eten. De afstand van de plangebieden tot de belangrijkste foerageergebieden van kuifeenden en tafeleenden (waterplantenrijke delen ten zuiden en oosten van de ketelmeereilanden) betreft minimaal 500 m. Vanwege deze tussenliggende afstand verwacht u geen verstorende effecten op (nachtelijk) foeragerende kuifeenden en tafeleenden. Ons oordeel Wij delen uw conclusie ten aanzien van het foerageergebied van de Kuifeend en Tafeleend. Gezien de minimale afstand tot deze foerageergebieden, het niet toepassen van kunstmatige
2
(http://www.natura2000ijsselmeergebied.nl/de-kaartenkamer/ketelmeervossemeer/vogelsvis-en-bodemfauna-eters/407-vogels-vis-en-bodemfauna-eters-viseters-duikend-jagendespieringeters-aalscholver)
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
verlichting, het gebruik van camouflagenetten rondom het ponton en het werken op één locatie tegelijkertijd, leidt het opspuiten vanaf het ponton in een klein deel van de schemer/avondperiode naar ons inziens niet tot significante verstoring van foeragerende kuifeenden en tafeleenden in het gebied. Conclusie Op basis hiervan concluderen wij dat significante verstoring van rust- slaap, en foerageergebieden voor niet-broedvogels in het Ketelmeer, door afwijking van voorschrift 8 (ofwel werken voor zonsopgang en na zonsondergang, in de periode van 7.00 ‟s ochtends tot 19.00 ‟s avonds in de maanden november en december 2015), kan worden uitgesloten. Wij gaan daarom akkoord met uw verzoek om in afwijking van voorschrift 8 van de vergunning (kenmerk 2013/0205007, de wijziging met kenmerk 2015/0088480) de opspuitwerkzaamheden vanaf het ponton uit te voeren.
Datum
19.11.2015 Kenmerk
2015/0371745 Pagina
8 Uw brief
Uw kenmerk
Zaaknummer