De regie in eigen hand!
Vooraf
2
Wat zijn de 'waarden' en de doelstellingen van de Partij voor het Noorden? Op welke wijze denkt zij die zaken te kunnen realiseren? Hoe zien de concrete programmapunten er uit? Ziedaar de vragen die dit programma duidelijk hoopt te beantwoorden. Het gehele program staat in het teken van het motto: de regie in eigen hand! Dat is namelijk precies wat we willen. We willen in het Noorden zeggenschap over onze eigen toekomst. Nu bepaalt Den Haag in hoge mate welke ontwikkelingen worden ingezet. En daar willen we van af. Temeer omdat we het idee hebben dat de keuzes van Den Haag ten aanzien van de ontwikkeling van het Noorden andere zijn dan die wij in het Noorden zelf zouden maken. De komende vier jaar zal de Partij voor het Noorden opereren in en vanuit de provincie Groningen. Het zijn dan ook vooral de zaken die in de provincie Groningen spelen en waar alle Groningers mee te maken hebben, die onze aandacht zullen vragen en krijgen. Ons streven betreft echter niet alleen het wel en wee van de provincie Groningen, maar van geheel Noord Nederland. De discussie over samenwerking met Fryslân en Drenthe zullen we in de komende periode uitdrukkelijk aangaan, in het belang ook van alle Groningers. Ter bevordering van die discussie is het van belang dat de regionale media (RTV Noord, Omrôp Fryslân, en RTV Drenthe) in alle drie de provincies op korte termijn toegankelijk worden. De Partij voor het Noorden zoekt op het gemeentelijk vlak contact met politiek onafhankelijke partijen, teneinde zo mogelijk een extra brugfunctie te kunnen vervullen tussen de lokale en de provinciale politiek. Met genoegen bieden wij u dit programma aan. Het is als volgt opgebouwd: deel 1 bevat de waarden en doelstellingen waarvoor de Partij voor het Noorden staat en waarvoor zij actief in het strijdperk treedt. Daarna volgen dan per na te streven waarde één of meerdere concrete programmapunten (deel 2). Vervolgens gaat het om de kijk van deze politieke groepering op de wijze waarop die centrale waarden en doelstellingen met de grootste kans op succes kunnen worden nagestreefd: de te hanteren werkwijze nodig ter realisering van de waarden van de Partij voor het Noorden (deel 3). Uiteraard hopen we dat u op 11 maart aanstaande uw stem ook op onze partij, de Partij voor het Noorden, zult uitbrengen. 3
1. Waarden en doelstellingen van de Partij voor het Noorden
4
Inleiding Noord Nederland, en meer in het bijzonder de provincie Groningen, is een regio met een eigen ruimtelijke en sociaal maatschappelijke identiteit. Landschappelijk gezien is het een regio waarin nog vrij veel rust en ruimte aanwezig is, die ook zoveel mogelijk behouden moet worden. Daarnaast heeft Groningen nog een aantal andere, natuurlijke kenmerken (het open wierdengebied in Noord Groningen, het ruimtelijke Oldambt, de fraaie landstreek Westerwolde, het prachtige Lauwersmeergebied en de houtwallenstructuur in het Zuidelijk Westerkwartier) die behouden moeten blijven. Tezamen vormen deze punten de eerste waarde waarvoor de Partij voor het Noorden zich sterk wil maken (1.1). De Partij voor het Noorden wil, naast het behoud van een goed landschap, dat ook alle inwoners van Groningen hier kunnen wonen en werken en dat er sprake is en blijft van een goed sociaal-economisch en maatschappelijk klimaat. In Groningen, en dat geldt voor geheel Noord Nederland, moet dan ook voldoende werk zijn voor iedereen (1.2). Daarnaast dient de maatschappelijke kwaliteit, zowel de sociale samenhang als de zorgverlening op de diverse terreinen, behouden te blijven en te worden versterkt (1.3). Als vierde punt geldt, dat de overheid in zijn verschillende gedaantes (gemeente, provincie, maatschappelijke instellingen, enz.) zich op een niet-bureaucratische wijze dient open te stellen voor gewone mensen. Dat betekent ook op alle terreinen invoering van de menselijke maat: dicht bij huis moeten voorzieningen en officiële instellingen bijvoorbeeld goed bereikbaar zijn (1.4). 1.1 Behoud van ruimte, rust en landschap Een kenmerk van het Noord-Nederlandse landschap is dat er relatief veel rust en ruimte aanwezig is. Die rust en ruimte en de daarmee samenhangende levenskwaliteit moet zoveel mogelijk behouden blijven. In samenhang daarmee dienen de in het Noorden nog volop aanwezige natuurwaarden en waardevolle cultuurlandschappen zo goed mogelijk te worden bewaard. 1.2 Werk voor iedereen De sociaal-economische structuur van Noord-Nederland dient zich zodanig te ontwikkelen dat jongere (maar ook oudere!) werknemers niet weg hoeven te trekken op zoek naar werk. De bedrijvigheid in het Noorden dient actief te worden bevorderd. Het uitbouwen van bestaande 5
activiteiten is daarbij belangrijker dan het koste wat kost binnenhalen van spectaculaire activiteiten van buiten de regio. Een verdere ontwikkeling van de economie staat vaak op gespannen voet met het beschermen van natuur en milieu. Daarom moet steeds een afweging worden gemaakt tussen economische ontwikkeling en het beschermen van het natuurlijke milieu. Bij die afweging moet ruimte zijn voor directe betrokkenheid van zoveel mogelijk mensen. Eventueel toch optredende schade aan het milieu dient door de veroorzaker zoveel mogelijk te worden gecompenseerd (bijvoorbeeld via investeringen in belangrijke milieukundige projecten). 1.3 Behoud en zonodig herstel van de maatschappelijke kwaliteit De maatschappelijke kwaliteit bestaat in eerste instantie uit de eigen 'identiteit' van Noord-Nederland en de Noord-Nederlandse bevolking. Deze eigen identiteit moet worden gekoesterd en zo mogelijk worden uitgebouwd. Daarnaast dient de overheid zorg te dragen voor goede sociale en maatschappelijke voorzieningen (zoals zorg, onderwijs, veiligheid, openbaar vervoer en lokale infrastructuur) en dient zij daarop ook direct aanspreekbaar te zijn. 1.4 Behoud van de menselijke maat Bij de verschillende maatschappelijke ontwikkelingen en vooral ook bij de politieke besluitvorming die deze maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloedt, dient zoveel mogelijk de 'menselijke maat' te worden aangehouden. Dat betekent onder andere een zo decentraal mogelijke besluitvorming over voorgenomen beleid, en daarnaast ruimte voor een zo groot mogelijke betrokkenheid van de direct belanghebbenden bij de uitvoering. Die menselijke maat dient ook te gelden bij alle dienstverlening van de overheid.
6
7
2. Programmapunten van de Partij voor het Noorden
8
Inleiding Bij elk van de in het vorige deel genoemde waarden, zijn een aantal programmapunten opgesteld. Met deze programmapunten worden de hoofdlijnen van onze visie uiteen gezet. De Partij voor het Noorden wil de komende jaren vanuit deze, hier geschetste benaderingen opereren. 2.1 Behoud van ruimte, rust en landschap 2.1.1 De ordening van de ruimte Ten behoeve van het Blauwe Stad project wordt een groot areaal landbouwgrond opgeofferd. Dit tast de bestaande landschapsstructuur aan. Daarnaast is dit project met name gericht op mensen met hogere inkomens. Vanwege deze negatieve kenmerken van het waarschijnlijk niet meer tegen te houden Blauwe Stad project, worden in de toekomst geen vergelijkbare projecten meer opgezet. Het project Meerstad in Groningen brengt, anders dan het Blauwe Stad project, een beperkte aantasting van het landschap teweeg. Een deel van de wijk betreft op één plaats geconcentreerde woningbouw, waarvan een flink deel uit sociale woningbouw zal bestaan. Het andere deel van dit gebied behoudt een open karakter. Tegen het project Meerstad bestaan geen principiële bezwaren. Het (her)gebruik van reeds bestaande bedrijventerreinen zal bevorderd worden. In tegenstelling tot wat er nu gebeurt bij de ongebreidelde uitbreiding van bedrijventerreinen (bijvoorbeeld langs de autosnelwegen), moet er geen verdere open ruimte verloren gaan. Het provinciebestuur moet hierin een strakkere, coördinerende rol vervullen. 2.1.2 Bedreiging van het milieu Een kerncentrale als oplossing voor het terugdringen van schadelijke CO2-uitstoot is een af te wijzen paardenmiddel. Met een kerncentrale krijgen we te maken met ook op langere termijn uiterst schadelijk nucleair kernafval. Mogelijk betere oplossingen tegen de bovenmatige CO2-uitstoot zijn het bevorderen van wind-, zonne-, getijden- en aardwarmte-energie. Het gebruik van de Noordelijke zoutkoepels als opslagplaats voor nucleair afval wordt afgewezen. Dit is schadelijk voor het milieu, ook op lange termijn.
9
Een ander gebruik van de zoutkoepels is wellicht, ten gunste van een verdere economische ontwikkeling, wel acceptabel. Er mag niet worden geboord in de Waddenzee. Het gevaar van aantasting van de Waddenzee is een beperkte, extra aardgasopbrengst niet waard. 2.2 Werk voor iedereen! 2.2.1 Bevordering van industriële werkgelegenheid De groei in de industrie wordt bevorderd door beter en gerichter gebruik te maken van de bestaande investeringspremies. Startende ondernemers worden gestimuleerd, bijvoorbeeld wanneer zij zich bewegen op het raakvlak van kennis en ondernemen (kennistransfer vanuit universiteit en hogescholen) of wanneer zij zich verzelfstandigen vanuit bestaande Noord-Nederlandse ondernemingen (spin-offs). In Noord-Nederland wordt een experiment opgezet met het verschuiven van de premies voor de sociale zekerheid. Deze drukken nu op de factor arbeid. In de experimentele opzet wordt die premiedruk verlegd naar de gerealiseerde productiviteit van de onderneming (in de vorm van een productiviteitsheffing). Arbeid wordt zo goedkoper, hetgeen leidt tot werkgelegenheid. Mogelijk leent de Noordelijke scheepsbouw zich voor een grootschalig experiment. Om de industriële ontwikkeling verder te stimuleren kan in NoordNederland door startende en zich vestigende ondernemers, naast de bestaande investeringspremies, een extra aardgasprijskorting worden verkregen. Bij het opstarten van nieuwe industriële processen wordt de voorwaarde gesteld dat bedrijven kunnen aantonen dat zij, vanuit milieu-oogpunt, zo modern mogelijke technieken toepassen. De Noordelijke provincies moeten stap voor stap een groter deel van het aandelenkapitaal van de Noord Nederlandse Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) overnemen van de rijksoverheid, opdat de NOM een instrument van Noord-Nederland kan worden. 2.2.2 Een blijvende, centrale rol voor de landbouw in Noord-Nederland In de landbouw wordt meer samenwerking tussen overheid en boeren 10
gecreëerd. Dit moet resulteren in een werkzaam evenwicht tussen schaalvergroting en ecologische landbouw. Mede hierdoor kan gewerkt worden aan het oplossen van de gespannen relatie tussen natuur en landbouw. Er wordt een terughoudende houding aangenomen ten aanzien van een grootschalige onttrekking van landbouwgrond aan de landbouw; dat mag alleen plaatsvinden wanneer dat het algemeen belang uitdrukkelijk ten goede komt. De economische functie van de Noord-Nederlandse agrobusiness (dat wil zeggen de industriële bedrijvigheid op basis van de verwerking van landbouwproducten) krijgt permanente zorg en aandacht, waarbij het samengaan van gezonde landbouw, een renderende verwerkingsindustrie en het behoud van cultuurhistorische en ecologische landschappen een noodzakelijke randvoorwaarde is. Braakliggende landbouwgrond is onproductief en dient vermeden te worden. Braakliggende gronden kunnen beter benut worden voor alternatieve teelten of voor een specifiek, ecologisch gebruik. 2.2.3 Voor kleinschalige toeristische projecten Kleinschalige toeristische projecten, vooral op het platteland, kunnen een bijdrage leveren aan de versterking van de plattelandsstructuur. Stimulering daarvan moet voortgezet worden. Wel moet er daarbij op toegezien worden dat het om normale banen voor onbepaalde tijd gaat; banen ook van een kwalitatief hoog niveau en met een behoorlijke beloning. Grootschalige recreatieprojecten passen niet goed in de NoordNederlandse regio. Als enige uitzondering op deze kleinschaligheid kan gedacht worden aan de totstandkoming van de Euroborg in Groningen, die dan ook, ten behoeve van een multifunctioneel gebruik, een te openen en te sluiten dak zal moeten krijgen. Wanneer evenwel grootschalige evenementen worden georganiseerd, zoals rock- en popconcerten, kunnen deze in het Stadspark in Groningen gerealiseerd worden. 11
2.2.4 Versterking van de dienstensector De dienstensector is uitgegroeid tot de belangrijkste sector voor de werkgelegenheid. Deze sector wordt veelzijdig uitgebouwd. De commerciële dienstensector groeit en zal ongetwijfeld nog verder groeien. Bij deze groei zal gelet moeten worden op de kwaliteit van de arbeidsverhoudingen. Voorkomen moet worden dat bij voortschrijdende flexibilisering van arbeid de werknemer eenzijdig de lasten van die flexibilisering zal moeten dragen. Ook de overheid is een belangrijke werkgever in de dienstverlenende sector, voortvloeiend uit de publieke dienstverlening. Die dienstverlening dient de komende jaren verder te worden uitgebouwd. De dienstverlening van de overheid moet zo georganiseerd worden, dat 'klanten' van de overheid op een persoonlijke manier geholpen worden en niet te maken krijgen met bovenmatig veel bureaucratie. 2.2.5 Uitbouw van Groningen en Leeuwarden als kenniscentra Steunend op de Rijksuniversiteit en de diverse hogescholen wordt de kennisindustrie gericht verder ontwikkeld. Deze ontwikkeling vindt plaats via de opleiding van jonge mensen, via de industriële toepassing van nieuw ontwikkelde technieken en materialen en via een permanente, levendige relatie vanuit de kennisinstellingen met het innovatieve deel van het midden- en kleinbedrijf. Het bevorderen van de ICT- sector in Noord Nederland is van groot belang en zal daarom actieve aandacht krijgen. 2.2.6 Kunst en cultuur: de economische speerpunten van morgen Verschraling van het kunst- en cultuuraanbod in het Noorden wordt tegengegaan. Dat geldt ook de opleidingsinfrastructuren op de diverse terreinen. Geïnvesteerd dient te worden in bijvoorbeeld ateliers voor beeldende kunstenaars. Ook de amateuristische cultuur- en kunstbeoefening verdient ondersteuning. Zingeving van het leven kan zo voor velen direct bevorderd worden. Momenteel wordt een poging gedaan om opnieuw een Gronings Historisch Museum op te zetten. De Partij voor het Noorden ondersteunt 12
dit streven. Het provinciale bestuur dient de verdere ontwikkeling van dit initiatief ook financieel te ondersteunen. 2.2.7 Steun van de overheid aan topsport Steun van de overheid bij incidentele evenementen kan zeer stimulerend werken. Bovendien komen aansprekende prestaties in de sport het imago van en de saamhorigheid binnen de regio ten zeerste ten goede. Topsport is mede een kwestie van regiomarketing. Steun aan topsport (niet in de vorm van subsidies in de exploitatiekosten van bijvoorbeeld profclubs als FC Groningen en SC Veendam, maar wel bijvoorbeeld door mee zorg te dragen voor het voorhanden zijn van goede accommodaties voor sporten als volleybal, handbal, (ijs)hockey, basketbal, tennis, schaken en uiteraard voetbal) is dan ook van groot maatschappelijk belang. 2.2.8 Geen regionale middelen voor een nieuwe railverbinding RandstadNoord-Nederland De aanleg van nieuwe, snelle railverbindingen, zoals bijvoorbeeld tussen Noord-Nederland en de Randstad en tussen Groningen en Oldenburg/Bremen/Hamburg, is zeer begerenswaardig. Zeker als deze verbindingen een combinatie van personen- en goederenvervoer bieden. Aan dit specifieke nationale beleidsterrein (railinfrastructuur) worden geen regionale middelen besteed. 2.2.9 De Eemshaven en de haven van Delfzijl blijven potentieel belangrijke infrastructurele voorzieningen (doorvoer- en industriehavens) Nauwere samenwerking met de Duitse havens in de Eemsmond (Emden, Leer en Papenburg) ligt voor de hand. De ontsluitende infrastructuur dient dan vooral Noord-Zuid te zijn (gericht op het achterland: Drenthe, Grafschaft Bentheim, Twente, en het noordelijke deel van het Ruhrgebied). In dat kader dient ook de N33 uitgebouwd te worden en dient er een spoorverbinding EemshavenZuidbroek tot stand te komen. Overwogen moet worden de spoorverbinding vanaf Zuidbroek door te trekken naar Stadskanaal- EmmenCoevorden. Eventueel zou dit ook in de vorm van een lightrailverbinding kunnen. De belangrijke Oost-West verbinding (Scandinavië-Randstad) loopt nu 13
vast in de stad Groningen. Daar moet een oplossing voor komen, waaraan het uitbouwen van de N33 ook een bijdrage kan leveren. De spoorverbinding Groningen-Zuidbroek-Nieuweschans-Leer-Oldenburg dient zo snel mogelijk te worden uitgebouwd tot een verdubbeld en geëlektrificeerd baanvak. 2.2.10 Stimulering van de Agenda voor de Veenkoloniën De Agenda voor de Veenkoloniën houdt een versterking van de sociale infrastructuur, een verbetering en versterking van het woon- en leefklimaat, een verbetering van het natuurlijk bekensysteem en het landschap en de bevordering van veilige en snelle verbindingen van het (inter)nationale wegennet in. Dit initiatief is gezamenlijk door de betrokken gemeentes en provincies opgezet. Er moet ruimte komen voor een snelle uitvoering van deze Agenda voor de Veenkoloniën. 2.3 Behoud en herstel van de maatschappelijke kwaliteit 2.3.1 Handhaven en opknappen van goedkope huurwoningen Het bestaande woningbestand wordt geherstructureerd, met een verbetering van de kwaliteit en de diversiteit. Onnodige afbraak moet evenwel worden voorkomen. Ook nieuwbouw (sociale woningbouw en koopwoningen) wordt versneld ter hand genomen. De gemeenten zijn aan zet, onder supervisie van de provincie. De regiovisie Groningen-Assen biedt een interessant uitgangspunt voor de verdere planning van de ruimtelijke ordening in de regio. Als de stad Groningen niet kan voldoen aan de geformuleerde taakstelling, moeten de omliggende gemeenten wat meer ruimte voor woningbouw krijgen. In kleine dorpen moet in de sociale sfeer beperkt gebouwd kunnen worden, in het bijzonder voor de eigen woningvraag. 2.3.2 Steun voor de Groninger taal en cultuur De streektaal wordt door de provincie actief ondersteund: in het onderwijs, in het toneel, bij het cabaret, in de literatuur, en op andere terreinen waarop dat wenselijk is. RTV Noord zou, net als Omrôp Fryslân, veel meer met de streektaal moeten doen. De diverse streektaalafdelingen (o.a. Fries en Nedersaksisch) aan de 14
Rijksuniversiteit Groningen worden verder uitgebouwd. 2.3.3 Bevordering van de regionale media De publieke regionale omroepen dienen voldoende armslag te hebben om kwalitatief goede programma's te kunnen maken. Provincies en rijksoverheid dienen dat mogelijk te maken. De drie Noordelijke, regionale radio- en tv-omroepen moeten ook overal in Noord-Nederland op de kabel beschikbaar komen. Het is van belang dat deze drie omroepen nauwer gaan samenwerken en daar ook de omroep organisatie Groningen (OOG) bij betrekken. Ter bevordering van nauwere contacten met Ost-Friesland moet vanuit de Noord-Nederlandse omroepen ook samenwerking worden nagestreefd met de NDR. 2.3.4 Bevordering van sportdeelname Het ligt op de weg van de provincie om de breedtesport te stimuleren. Een (tijdelijke) provinciale voorziening voor amateursport als het 'Huis voor de Sport Groningen' (gehuisvest in Hoogezand) biedt momenteel op een interessante wijze steun aan amateursportverenigingen. Deze ondersteuningsfunctie wordt verder uitgebouwd. Ook provinciale steun bij de professionalisering van training en begeleiding van vooral de jeugd in het amateursportgebeuren is van groot maatschappelijk belang (gezondheid, integratie, saamhorigheid, enzovoort). 2.3.5 Jeugd en jongerenbeleid Op provinciaal/noordelijke niveau wordt bevorderd dat er binnen alle gemeentes sprake is van een actief jeugd en jongerenbeleid, te ontwikkelen in samenspraak met de jeugd zelf. 2.3.6 Gesubsidieerde arbeid Momenteel is veel maatschappelijke dienstverlening georganiseerd door middel van gesubsidieerde arbeid. Deze dienstverlening moet blijven. Wel moeten deze banen zo snel mogelijk omgezet worden in normale arbeid en dienen alle overheden en particuliere instellingen mee te werken aan 15
deze ombouw. 2.3.7 Ruimte in de bijzondere bijstand De mogelijkheden voor gemeenten om mensen die in financiële nood zijn gekomen te helpen, moeten verruimd worden. De provincie moet gemeenten steunen wanneer hun financiële mogelijkheden daartoe ontoereikend zijn. 2.4. Behoud van de menselijke maat 2.4.1 Voor een leefbaar platteland Een leefbaar platteland betekent onder andere handhaving van de zorgvoorzieningen. Vooral ouderen en chronisch zieken zijn aangewezen op zorginstellingen in de directe nabijheid. Zorgvoorzieningen worden daartoe gehandhaafd. De eerste hulp en de ambulance blijven ook op het dunbevolkte platteland voor iedereen beschikbaar. Ook huisartsen, consultatiebureaus en de postkantoren blijven hun diensten, ook in kleine dorpen, aanbieden. Zorgverzekeraars (bijvoorbeeld Geové), patiënten- en consumentenorganisaties moeten een dekkend plan voor een goede zorgstructuur ontwikkelen. Dunbevolkt gebied vraagt om gedifferentieerd en veelzijdig openbaar vervoer. Goed functionerend openbaar vervoer wordt, ook in de minder dicht bewoonde gebieden, gegarandeerd. Mogelijkheden voor het vestigen van kleinschalige werkgelegenheid door middel van benutting van bestaande gebouwen (bijvoorbeeld leeggekomen boerderijen) worden bevorderd. 2.4.2 Voor leefbare steden Momenteel heerst er grote onvrede over de verloedering van de openbare ruimte en over de veiligheid op straat. Ook het sociaal gedrag van individuen en groepen jongeren laat veelal te wensen over. Alleen nauwere betrokkenheid bij en (mede-) verantwoordelijkheid van mensen voor de publieke zaak en voor het leefklimaat en voor de sociale veiligheid kan in deze een omslag teweegbrengen. Met name de grotere gemeenten (vooral op wijkniveau) dienen hier werk van te maken. Stedelijke herstructurering kan daar mogelijk een positieve rol bij spelen, mits 16
mensen ook daadwerkelijke medeverantwoordelijkheid wordt gegund. 2.4.3 Openbaar Vervoer in Noord-Nederland weer terug in overheidshanden De uitbesteding van het openbaar vervoer wordt teruggedraaid. Zowel bus-, trein- als taxivervoer worden, als publieke dienstverlening, op Noordelijk niveau georganiseerd, met ruimte voor provinciale uitwerkingen. Een toekomstig lightrailsysteem rondom de stad Groningen, in verbinding met Assen, kan het openbaar vervoersaanbod heel goed complementeren. Een verdere aanvulling op het openbaar vervoersaanbod kan zijn de zekerstelling van een reguliere en frequente luchtverbinding tussen Eelde en Schiphol. Er wordt een experiment gedaan met gratis openbaar vervoer in het gebied rondom de stad Groningen, om op grote schaal de overstap van de auto naar het openbaar vervoer te bevorderen en daarmee de nu reeds manifeste verstoppingen en files in de stad op te lossen. 2.4.4 Voor eenduidige Noordelijke Nutsbedrijven De nutsbedrijven komen weer in gemeenschapshanden. Het gaat om nutsvoorzieningen, niet om winstobjecten. De Partij voor het Noorden wil op termijn dan ook één Noordelijk energiebedrijf, één Noordelijk waterbedrijf, één afvalverwerkingsbedrijf en één Noordelijk gasdistributiebedrijf stichten. In Groningen kan gestart worden met het doen ontstaan van provinciale voorlopers van zulke noordelijke nutsbedrijven. Op provinciaal niveau moet ook met kracht aan de ontwikkeling van alternatieve energieopwekking gewerkt worden: de zogenaamde Groene Stroom. 2.4.5 Opheffing van de huidige waterschappen De huidige functies van de waterschappen worden bij de Noordelijke overheid, dan wel vooreerst bij de provinciale overheden, ondergebracht. Het kwalitatieve en kwantitatieve waterbeheer, alsook de zeewering, zijn 17
zaken van zo groot algemeen belang, dat ze bij de provincies, onder controle van de colleges van Provinciale Staten (c.q. bij het landsdelig bestuur onder controle van het Noordelijk parlement) dienen te komen. Alleen een dergelijke constructie garandeert doorzichtigheid en democratische controle. Bij de uitvoering van de waterbeheerstaken dient zo kleinschalig mogelijk, met directe betrokkenheid en medezeggenschap van de belanghebbenden, te worden gewerkt. De voortdurende stijging van de zeespiegel en de steeds snellere afvoer van het in Noord-Nederland gevallen regenwater behoeft veel aandacht. Naast de kosten van dijkverzwaring en het bouwen van extra gemalen (de NAM dient de schade door verzakking, ook van individuele woningen en dergelijke te betalen) dient ook bekeken te worden of technisch gezien daardoor mogelijk ook kansen ontstaan voor het opwekken van Groene Stroom. 2.4.6. Voor een niet-bureaucratische overheid De provincie ondersteunt en stimuleert gemeenten om op een nietbureaucratische manier met mensen om te gaan.
18
19
3. Realisering van de waarden van de Partij voor het Noorden
20
Inleiding De Partij voor het Noorden denkt de voorgaande programmapunten alleen te kunnen realiseren wanneer de regio zelf meer zeggenschap krijgt. De komende statenperiode kan hieraan al gewerkt worden door een vergroting van de samenwerking tussen de noordelijke provincies (3.1). Naar onze mening moet er op termijn een landsdelig bestuur voor Noord Nederland worden ingericht. De komende statenperiode willen we daarover de discussie met andere politieke groeperingen in Groningen, Fryslân en Drenthe aangaan (3.2). Voor de financiering van een landsdelig bestuur zullen naar onze mening de aardgasbaten, en een evenredig deel van de belastingopbrengsten, direct ter beschikking moeten komen voor Noord Nederland (3.3). 3.1 Samenwerking tussen Groningen, Fryslân en Drenthe (en Ost-Friesland) Een nauwe samenwerking tussen de drie Noordelijke provincies is het streven. In de komende statenperiode al moeten de drie colleges van Provinciale Staten jaarlijks minstens één keer gezamenlijk en in hun geheel bijeen komen. De contacten met Ost-Friesland moeten zo spoedig mogelijk worden uitgebouwd. Noord-Nederland, eventueel tezamen met Ost-Friesland, dient zich in toenemende mate te afficheren als een interessante Europese regio, met een eigen karakter en met veel rust en ruimte. 3.2 Eén landsdelig bestuur voor Noord-Nederland! Op termijn moet er een principiële verandering komen in de verhouding van het Noorden met Nederland als geheel. Een landsdelig bestuur, met een zekere mate van autonomie ten opzichte van de rijksoverheid, is daartoe nodig. In samenhang met dit landsdelige bestuur wordt een rechtstreeks gekozen parlement, dat dit bestuur controleert en wetten en regels stelt, ingesteld. De Partij voor het Noorden wil met behulp van andere politieke 21
groeperingen in Noord-Nederland bevorderen dat bij één van de eerstvolgende regeringsformaties over deze nieuwe, vorm te geven verhouding afspraken worden gemaakt. De drie provincies kunnen blijven bestaan. Zij kunnen zich in de nieuwe verhoudingen mogelijk meer gaan toeleggen op terreinen als taal-, cultuur- en onderwijsbeleid. 3.3 Aardgasbaten dienen direct ten goede te komen aan het landsdeel Noord! De opbrengst van het aardgas, die nu nog direct in de rijksschatkist vloeit, dient grotendeels ten goede te komen aan het landsdeel Noord en vooralsnog aan de drie samenwerkende Noordelijke provincies. De gezamenlijke Noordelijke provincies dienen zo snel mogelijk zelfstandig over deze middelen te kunnen beschikken. Deze middelen kunnen benut worden ter versterking van de NoordNederlandse economische infrastructuur. Schade, ontstaan door bodemdaling als gevolg van de aardgaswinning, dient uiteraard volledig te worden gecompenseerd.
22
23
© 2003 Partij voor het Noorden Kraneweg 72 9718 JV Groningen T 050 3180215 F 050 3110735
[email protected] www.partijvoorhetnoorden.nl
Wilt u lid of donateur worden? Vul dan de bon in en stuur ‘m op naar bovenstaand adres.
Ja,
ik wil: Lid worden à € 30,Donateur worden à (minimaal) € 50,-
Naam: Straat & huisnummer: Postcode & plaats: Telefoonnummer: E-mailadres: Handtekening: Opmerkingen: