De Nieuwe Afnemer (DNA) van de bibliotheek
Resultaten van marktonderzoek in Gelderland, Limburg en Noord-Brabant
Uitvoering en rapportage
Expertisecentrum Kwaliteitszorg (samenwerking van Bibliotheekhuis Limburg en Cubiss) Cubiss, afdeling onderzoek
1
Inhoudsopgave Voorwoord
1
Hoofdstuk 1
Over het onderzoek
Achtergrond Aanleiding en doel Verantwoording van onderzoeksopzet Uitgangspunten Ontwikkeling van de vragenlijst Aspecten van dataverzameling Opzet van de rapportage
3 5 8 8 8 9 10
Hoofdstuk 2
Maatschappelijk draagvlak: de bibliotheek en haar kernfuncties
13
Achtergrondkenmerken van de respondenten Redenen om geen lid te zijn van de bibliotheek Draagvlak voor de bibliotheek De vijf kernfuncties in de ogen van het publiek Kennis en informatie Ontwikkeling en educatie Kunst en cultuur Lezen en literatuur Ontmoeting en debat Verbeterde dienstverlening: een reden om lid te worden? Conclusie
13 15 16 17 17 19 20 21 22 22 24
Hoofdstuk 3
De Nieuwe Afnemer
27
Wie is De Nieuwe Afnemer Wat doet De Nieuwe Afnemer? Frequenties van lezen, luisteren, kijken en gamen Genrevoorkeuren Geldbesteding aan lezen, luisteren, kijken en gamen Informatiebehoefte en zoekgedrag De welgestelde omnivoor: potentiële klant? De welgestelde omnivoor: nieuwe afnemer van bestaande dienstverlening? De welgestelde omnivoor: nieuwe afnemer van nieuwe diensten? Het abonnement voor welgestelde omnivoren Weinig-gebruikers: verloren groep of verborgen potentieel? Conclusie
27 31 31 31 32 33 34 35 36 37 37 39
Hoofdstuk 4
Conclusies en aanbevelingen
41
4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.2 4.3
Betekenis van het onderzoek Maatschappelijk draagvlak als positieve basis voor de toekomst Concurrentie van het internet Kansen voor de bibliotheek Benadering van specifieke doelgroepen Aanbevelingen en handreikingen Ten slotte
41 41 41 42 42 44 46
Bijlagen
Frequentietabellen per onderzoeksvraag
51
1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.5 2.6 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
3
Voorwoord Voor de meeste volwassen Nederlanders is de openbare bibliotheek zoiets als een carpoolplaats: goed dat het er is, maar vooral omdat anderen er gebruik van maken. Men koopt boeken wel zelf, zoekt informatie op internet en ‘leent’ muziek en films via torrentsites van anderen. Dit is het beeld dat oprijst uit het spaarzame onderzoek van de laatste jaren. Bibliotheken weten in feite maar weinig van de beweeggronden van hun gebruikers en vrijwel niets van die van hun niet-gebruikers. Uit de jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoeken (KTO’s) doemt een redelijk beeld op van de eerstgenoemden. Dit beeld is echter vertekend omdat de gegevensverzameling in de bibliotheek zelf plaatsvindt in een beperkte tijdsspanne. Frequente bezoekers drukken een relatief groot stempel op de onderzoeksuitkomsten. Het gevaar is dat – bij een kleiner wordende gebruikersgroep, zoals we uit de jaarlijkse bibliotheekstatistieken weten – het beeld van de gebruiker meer en meer dat is van een slinkende groep tevredenen. Maar de missie van de openbare bibliotheek is juist in principe iedereen te bereiken met informatie, educatie, cultuur oftewel stof voor de geest. Bibliotheken zouden daarom veel meer kennis moeten hebben van degenen die de bibliotheek hooguit incidenteel bezoeken. Waarom komen deze mensen (vooral jongeren en jongvolwassenen) niet of niet meer? Wat missen ze in de bibliotheek, of anders gezegd: wat bieden boekhandel en internet hun wel? Met welke diensten zouden deze mensen waar voor hun belastinggeld krijgen? Kortom: er is een grote behoefte aan marktinformatie, vooral aan informatie over dat deel van de markt dat niet wordt bereikt: mensen die er nooit iets lezen of lenen. Het voorliggende onderzoeksrapport is onderdeel van wat aangemerkt kan worden als een voorzichtige maar verheugende kentering. Ruim 16.000 mensen uit drie provincies werden ondervraagd over bibliotheekgebruik, hun beeld van de bibliotheek, hun bredere mediagebruik en hoe zij aankijken tegen vernieuwde vormen van dienstverlening. Hiermee, en met de profielen uit het VOB-rapport De klant is koningin van eerder dit jaar, liggen er nu legio empirisch onderbouwde aanknopingspunten klaar voor bibliotheekbeleid gericht op het vergroten en verdiepen van het publieksbereik. De verwerkelijking van de Agenda voor de toekomst, de gezamenlijke strategie van de openbare bibliotheken voor de periode 2009-2012, is er een stuk dichterbij mee gekomen.
Frank Huysmans Hoogleraar bibliotheekwetenschap Universiteit van Amsterdam
1
2
Hoofdstuk 1 Over het onderzoek Dit hoofdstuk geeft een nadere beschrijving en verantwoording van een aantal aspecten van het uitgevoerde onderzoek. Niet alleen worden achtergrond, aanleiding en doel van het onderzoek duidelijk gemaakt, ook wordt de gehanteerde onderzoeksaanpak verantwoord. Het hoofdstuk sluit af met een korte leeswijzer.
1.1 Achtergrond De afgelopen jaren is er sprake van een groeiende aandacht voor het fenomeen cultureel ondernemerschap. Dat begon eind jaren negentig van de vorige eeuw, toen de toenmalige staatssecretaris Van der Ploeg van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen cultureel ondernemerschap hoog op de cultuurpolitieke agenda plaatste. In een brief aan de Tweede Kamer (van der Ploeg, 1999) werd gepleit voor het beter toerusten van cultuurproducenten voor de commerciële samenleving om die producenten beter in staat te stellen zich als cultureel ondernemer te ontwikkelen. Niet alleen de overheid kreeg belangstelling voor het cultureel ondernemerschap, ook binnen de culturele sector werd het onderwerp van discussie; termen als kunstmanagement en cultuurmarketing vielen al snel en kregen ook de nodige wetenschappelijke aandacht. De groeiende aandacht voor cultureel ondernemerschap is ontstaan tegen de achtergrond van een snel groeiend cultuuraanbod in de afgelopen jaren. Het publiek heeft, mede door de ontwikkelingen op internet en de opkomst van nieuwe media en elektronica, veel cultureel aanbod tot zijn beschikking. De technologische veranderingen hebben bijgedragen aan schaalvergroting in de verspreiding van cultuur en aan de daarmee gepaard gaande explosie van beschikbare informatie. Culturele organisaties zagen zich daardoor genoodzaakt om nieuwe (marketing)instrumenten in te zetten om zich te onderscheiden, aandacht te krijgen en klanten te enthousiasmeren. Tegelijkertijd is bij culturele instellingen de wens ontstaan om minder afhankelijk te zijn van de overheid bij het bepalen van doelstellingen en bij het genereren van inkomsten. Met andere woorden: cultuurinstellingen wilden – en móesten ook wel – vernieuwen en ondernemend worden. Naast artistieke kwaliteit werden nu ook de verkoopbaarheid en toegankelijkheid van het culturele aanbod belangrijke aspecten van de bedrijfsvoering. Cultureel ondernemerschap bij openbare bibliotheken Als onderdeel van de culturele arena zijn ook openbare bibliotheken sinds de millenniumwisseling nadrukkelijk bezig met de vraagstukken waarvoor culturele ondernemers zich geplaatst zien. Het startsein voor vernieuwing werd gegeven met de adviezen van de Raad voor Cultuur (1998) en van de Commissie Meijer (Stuurgroep herstructurering openbaar bibliotheekwerk, 1991) voor een grootschalige en ingrijpende hervorming van het openbaar bibliotheekwerk in Nederland. Vervolgens werd niet alleen gewerkt aan de vorming van basisbibliotheken en bestuurlijke reorganisatie op lokale en provinciale niveaus, maar kreeg ook bibliotheekinhoudelijke vernieuwing een eerste substantiële impuls. Anno 2008 suggereert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in haar publicatie De openbare bibliotheek tien jaar van nu (Huysmans en Hillebrink, 2008) dat juist het vernieuwingsproces op bibliotheekinhoudelijk vlak nog geen onverdeeld succes genoemd kan worden. Met een historisch overzicht van ontwikkelingen van de
3
openbare bibliotheek als maatschappelijk instituut en een beschrijving van de trends op het gebied van communicatie en informatie maakt het SCP-rapport duidelijk dat openbare bibliotheken voor grote uitdagingen staan. Het gebruik van de bibliotheek neemt sinds het midden van de jaren negentig af. Het aantal lidmaatschappen en uitleningen daalt en ook het gebruik van informatie via de bibliotheek wordt duidelijk minder. SCP-gegevens (Huysmans, Haan en van den Broek, 2004) laten zien dat het aantal leden is gedaald van 4,3 miljoen in 2001 naar 4 miljoen in 2005, terwijl de totale uitleen in vijf jaar tijd is verminderd met 12%. De uitleen onder volwassenen is zelfs gedaald met 15%. Uit klantonderzoeken is reeds lang bekend dat de bibliotheek meer bezocht wordt door vrouwen, hoger opgeleiden en kinderen. Onder alle doelgroepen neemt het bibliotheekgebruik af, maar bij mannen, werkenden en hogeropgeleiden heeft deze daling zich sterker ingezet dan bij vrouwen, lageropgeleiden en ouderen. De doelgroep van jeugd en jongeren blijkt nog lastiger te interesseren. Kinderen en jongeren lijken steeds eerder af te haken bij de openbare bibliotheek waarvan ze bijna vanzelfsprekend – via ouders of school – lid waren. Hoogstwaarschijnlijk komt dit doordat het product- en dienstenpakket van de bibliotheek niet (goed) aansluit op de wensen en behoeften van die doelgroep. Niet voor niets is er recentelijk veel aandacht voor de specifieke leefwereld van jongeren (Hermes, Naber en Dieleman, 2007): de leefwereld van de ‘multitaskende Generatie Einstein’ (Boschma en Groen, 2006; Duimel en Haan, 2007) vraagt om een geheel andere benadering dan de traditionele marketingmix voorhanden heeft. De oorzaak van afname van bibliotheekgebruik moet gezocht worden in veranderende trends in de samenleving op het gebied van (onder andere) mediagebruik, ‘informatiezoekgedrag’ en communicatie. De ontspanningsfunctie van de bibliotheek staat onder druk van het uitdijende palet aan mogelijke vrijetijdsbestedingen, terwijl de sociale en culturele functie van de bibliotheek aan belang verliest doordat een groeiend aantal burgers de grens tussen werk en privé ziet vervagen en in alle hectiek geen prioriteit legt bij bibliotheekbezoek. Na werk, zorg, slapen, eten en school houden Nederlanders gemiddeld bijna 45 uur vrije tijd per week over (Huysmans, Haan en van den Broek, 2004). De tijd die besteed wordt aan media als hoofdactiviteit is al enkele decennia onveranderd, namelijk circa 19 uur. De invulling van het mediagebruik is door de jaren heen wél veranderd: de televisie die deels verantwoordelijk was voor een forse daling in de leestijd, is in het afgelopen decennium van zijn prominente plaats verstoten door internet. De tijd die mensen besteden aan het lezen van boeken, kranten en tijdschriften is tussen 1975 en 1995 ook afgenomen. Wat verder nog blijkt is dat de openbare bibliotheek steeds meer te maken krijgt met concurrentie vanuit de moderne informatiesamenleving. Internet wordt gezien als één van de grootste bedreigingen voor de informatiefunctie van de bibliotheek: het medium biedt zowel plezier als informatie (met Google als handig hulpmiddel). Daarnaast zorgen moderne boekenwinkels (Selexyz, Bol.com) en interactieve marktplaatsen (Hyves) ervoor dat de bibliotheek nog meer aan belang verliest. Vanwege een toenemende welvaart zijn mensen ook nog eens steeds vaker bereid om een boek te kópen, een ontwikkeling die – parallel aan het fenomeen ontlezing – heeft geleid tot een stijging van de boekverkoop. Bovendien blijkt uit een ander SCP-onderzoek (Haan en Adolfsen, 2008) dat steeds meer burgers via de digitale snelweg (informatie over) kunst en cultuur vinden en er dus gesproken kan worden van virtuele cultuurbezoekers. Kortom: voor de openbare bibliotheek is er sprake van toegenomen concurrentie en de vraag dient zich aan hoe de teruglopende ledenaantallen een halt kan worden toegeroepen en in hoeverre ledenwerving een nieuwe expansie van de openbare bibliotheek kan bewerkstelligen. Om een antwoord op deze vragen te krijgen is het van belang om een heel duidelijk beeld te hebben van gebruikers en niet-gebruikers en van hieruit zicht te krijgen op de mogelijkheden voor bibliotheken om hun marktaandeel te consolideren dan wel uit te breiden. Met dit onderzoek wordt gehoor gegeven aan een van de aanbevelingen uit De openbare bibliotheek tien jaar van nu, namelijk het doen van marktonderzoek (Huysmans en Hillebrink, 2008).
4
1.2 Aanleiding en doel Aanleiding van het onderzoek Hoewel de eerste voorbereidingen voor dit marktonderzoek reeds gestart waren in 2007 en daarmee de aanbeveling van het SCP vooral achteraf een bevestiging is geweest van nut en noodzaak ervan, moet de primaire aanleiding voor dit marktonderzoek gezien worden tegen de achtergrond van de brancheverplichting om systematisch te werken aan kwaliteitszorg op basis van het INK Managementmodel, één van de adviezen van de Commissie Meijer. In twee van de participerende provincies is het marktonderzoek namelijk geïnitieerd als onderdeel van provinciebrede kwaliteitszorgtrajecten bij openbare bibliotheken. Figuur 1.1 INK Managementmodel (Mulders, 2007, www.75-managementmodellen.wolters.nl)
De kern van het INK Managementmodel wordt gevormd door de gedachte dat een organisatie invloed kan hebben op vijf organisatiegebieden (aan de linkerkant van het model) en daardoor een bepaalde mate van tevredenheid kan realiseren bij klanten, medewerkers en andere maatschappelijk belanghebbenden (aan de rechterkant van het model). Daarnaast geeft het model aan dat een organisatie een ontwikkeling kan doorlopen van een activiteitgeoriënteerde fase tot en met een fase waarin sprake is van excellent ondernemerschap. Vanuit het INK Managementmodel biedt het marktonderzoek een oriëntatie op maatschappelijke ontwikkelingen en lokale trends. De onderzoeksresultaten zijn vooral van belangvoor het bibliotheekmanagement om invulling te geven aan visie, missie, (doelgroepen)beleid en (marketing)strategie van de bibliotheekorganisatie. Mede aangemoedigd door de landelijke certificeringseisen (www.bibliotheekcertificaat.nl) hebben bibliotheken steeds vaker hun beleids- en strategieproces vormgegeven op basis van maatschappelijke trends, politieke keuzes en specifieke kenmerken binnen lokale gemeenschappen.
5
Een andere aanleiding voor dit marktonderzoek houdt verband met de eenzijdige peilingen binnen de bibliotheeksector naar de tevredenheid van bestaande gebruikers, dat zijn vaak loyale bibliotheekleden met een positief oordeel over de dienstverlening van de bibliotheek. Gezien de nadruk van de brancheorganisatie Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) op ledenbehoud als marketingstrategie, is het ook logisch dat potentiële klanten veelal buiten beschouwing zijn gelaten. Over huidige gebruikers van de bibliotheek is dus het nodige bekend, getuige het overzicht van onderzoeken op www.bibliotheekonderzoek.nl. Niet alleen de resultaten van in de loop der jaren uitgevoerd klanttevredenheidsonderzoek is op de site te vinden, maar ook resultaten uit onderzoek gericht op afhakers en specifieke doelgroepen, zoals senioren, allochtonen en jongeren. Recentelijk is via het Nationaal Ledenonderzoek een extra dimensie toegevoegd aan de bestaande kennis door het onderscheiden van groepen bestaande gebruikers aan de hand van de MOSAIC-segmentatiemethodiek (Meijjer, Warning en Dubbeldam, 2008). De publicatie De klant is koningin (VOB, 2008) doet verslag van dat onderzoek. Inhoudelijk gezien moet de aanleiding voor dit marktonderzoek gezocht worden in de fundamentele behoefte om meer te weten te komen van de markt van potentiële bibliotheekgebruikers. Binnen de branche blijkt er geen duidelijk beeld te bestaan van de wensen en behoeftes van niet-gebruikers en de rol die bibliotheken hierin zouden kunnen vervullen (Bannink, Matern en van Hoeve, 2007). Doel van het onderzoek Marktonderzoek voor bibliotheken past binnen de ontwikkeling om als bibliotheek meer bedrijfsmatig en vraaggericht te werken. Het maakt duidelijk voor wie de bibliotheek iets kan betekenen en wat de bibliotheek kan betekenen. Het kan daarmee een wezenlijke bijdrage leveren aan de marketing in de bibliotheekbranche. Marketing veronderstelt immers het onderscheiden van marktsegmenten, die gevormd worden op basis van overeenkomsten en verschillen in behoeften en voorkeuren. Met een marktonderzoek kan achterhaald worden welke marktsegmenten er zijn, wat het bereik is van de bibliotheken in ieder segment en hoe dit bereik vergroot kan worden. De centrale onderzoeksvraag luidt dan ook: Wie is De Nieuwe Afnemer (DNA) van de openbare bibliotheek? Door middel van dit onderzoek wordt De Nieuwe Afnemer (DNA) nader ontrafeld: is De Nieuwe Afnemer de persoon die misschien wel eens de bibliotheek binnenloopt, misschien ooit lid was, nu afgehaakt is maar wellicht wel weer naar binnen te halen is? Of is het degene die nog nooit een bibliotheek van binnen heeft gezien? Of misschien de potentiële klant die tot nu toe voor de bibliotheek onzichtbaar is gebleven en van wie we niet weten waar hij zich bevindt, wat hij doet in zijn vrije tijd, waar hij zijn informatie vandaan haalt en wat hij al dan niet denkt over de bibliotheek? Op basis van het bovenstaande is dan ook een vierledig doel voor het marktonderzoek geformuleerd: 1. het in kaart brengen van het potentiële bereik van de bibliotheek; 2. het onderscheiden van zinvolle marktsegmenten onder niet-bibliotheekgebruikers; 3. het in kaart brengen van wensen en behoeften van gebruikers en niet-gebruikers, in het bijzonder in relatie tot de vijf kernfuncties van de bibliotheek zoals beschreven in de Richtlijn voor Basisbibliotheken (VOB en VNG, 2005); 4. het in kaart brengen van de mogelijkheden om nieuwe groepen te enthousiasmeren voor de openbare bibliotheek. Vanwege de primaire gerichtheid van dit marktonderzoek op de vraag waar er voor bibliotheken nog nieuw potentieel zit in de huidige markt en welke mogelijkheden er zijn voor marktverbreding, is inspiratie ontleend aan het groeimodel van Ansoff (1965).
6
Figuur 1.2 Groeimodel Ansoff (Mulders, 2007, www.75-managementmodellen.wolters.nl)
Bestaand
Marktpenetratie
Productontwikkeling
Marktontwikkeling
Diversificatie
Bestaand
Nieuw
Markten Nieuw
Producten Het model laat zien op welke wijze een organisatie kan meegroeien met de markt. Het maakt enerzijds onderscheid tussen bestaande markten en nieuwe markten, anderzijds tussen bestaande producten en nieuwe producten. Deze worden tegen elkaar afgezet en bij elke combinatie wordt aangegeven wat in dat geval de gewenste strategie is. De toepassing van dit model betekent het volgende: De eerste stap is om te kijken naar de bestaande klanten, oftewel de bibliotheekleden en hun mening over bestaande en nieuwe producten. Hierover is door middel van bestaand onderzoek naar de tevredenheid van klanten in de afgelopen jaren al veel informatie verzameld. Deze stap heeft in dit onderzoek dan ook een ondergeschikte positie. De stappen die in dit onderzoek wel aan bod komen volgen de drie resterende kwadranten van het Ansoff-groeimodel: π bestaande markten/nieuwe producten: wat is het potentieel voor nieuwe producten bij bestaande klanten? (hoofdstuk 2) π nieuwe markten/bestaande producten: wat is potentieel van bestaande producten bij potentiële klanten? (hoofdstuk 3) π nieuwe markten/nieuwe producten: wat is het potentieel van nieuwe producten bij potentiële klanten? (hoofdstuk 3) De uitkomsten van het marktonderzoek zullen bibliotheken helpen bij het verfijnen van hun strategieën om bestaande gebruikers te behouden en om toekomstige gebruikers te werven. In het verlengde hiervan kunnen de onderzoeksresultaten houvast bieden bij het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten.
7
1.3 Verantwoording van onderzoeksopzet In deze paragraaf wordt de opzet van het onderzoek verantwoord. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de gehanteerde uitgangspunten, de formulering van de vragenlijst en het proces van dataverzameling. Ten slotte wordt het resultaat van de dataverzameling gepresenteerd en de wijze van rapportage en presentatie van resultaten verantwoord.
1.3.1 Uitgangspunten Het belangrijkste uitgangspunt voor het marktonderzoek is dat openbare bibliotheken in Limburg, Gelderland en Noord-Brabant voor hun specifieke verzorgingsgebied (basisbibliotheekniveau) de beschikking krijgen over betrouwbare informatie op basis waarvan zij beslissingen kunnen nemen. Om hieraan tegemoet te komen is gekozen voor een kwantitatief onderzoek met een vragenlijst en een representatieve steekproef uitgesplitst in algemene kenmerken als geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en huishoudsituatie. Om statistisch betrouwbare uitspraken te kunnen doen over marktsegmenten is een additionele steekproefeis toegevoegd, namelijk het verkrijgen van voldoende aantallen niet-leden en niet-gebruikers. Hierop komen we in paragraaf 1.3.3 terug.
1.3.2 Ontwikkeling van de vragenlijst Om te komen tot de schriftelijke vragenlijst zijn de volgende stappen doorlopen. Literatuuronderzoek Op basis van literatuuronderzoek is bepaald welke aspecten meer en minder relevant zijn voor de inhoud van de vragenlijst. Daartoe zijn vragenlijsten uit eerder uitgevoerd marktonderzoek (ook buiten de bibliotheeksector) ‘gescand’ en is gezocht naar aanknopingspunten uit bestaand onderzoek naar vrijetijdsbesteding, cultuurparticipatie en mediagebruik onder de Nederlandse bevolking. Uiteindelijk is gewerkt vanuit een meer pragmatische invalshoek, waarbij de informatiebehoefte vanuit de bibliotheeksector in Gelderland, Limburg en Noord-Brabant centraal heeft gestaan. Kwalitatief vooronderzoek op basis van interviews Additionele input voor de vragenlijst is verkregen door het organiseren van een tiental diepte-interviews met een dwarsdoorsnede van burgers (hoog- en laagopgeleiden, mannen en vrouwen, leden en niet-leden/niet-gebruikers) uit de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Deze mensen zijn geselecteerd via indirecte kennissen- en familiekringen. Hierbij is de afspraak gemaakt dat de interviewer alleen die mensen zou benaderen met wie hij/zij geen banden had. Formulering van de vragenlijst Bij de formulering van de vragenlijst is primair uitgegaan van de gedachten achter het Ansoff-groeimodel. Dit betekent dat, naast algemene kenmerken als geslacht, leeftijd en huishoudsituatie, nadrukkelijk gevraagd is naar de relatie van de respondenten met de bibliotheek. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen leden, niet-leden en zogenoemde grijze leden. Deze laatste groep bestaat uit niet-leden die onderdeel uitmaken van een huishouden waarbinnen een bibliotheeklidmaatschap beschikbaar is. Aan de drie groepen is verder gevraagd naar de frequentie van bibliotheekbezoek, om zodoende een helder onderscheid te kunnen maken tussen leden en bezoekers.
8
Inhoudelijk gezien zijn de vragen aan de respondenten te herleiden tot de volgende: Wat is het beeld van en draagvlak voor de bibliotheek en in hoeverre wordt dat beïnvloed door het prijsmechanisme? Wat zijn oordelen, wensen en behoeften langs de lijnen van de vijf kernfuncties van de bibliotheek? Hiertoe zijn hoofdzakelijk stellingen aan de respondenten voorgelegd. Wat is het feitelijke mediagedrag op het gebied van films, muziek, boeken en games? In deze context wordt gekeken wat men doet op dit gebied, hoe vaak men dit doet, welke genres de voorkeur hebben en waar en wanneer men dat doet. Daarnaast is gekeken op basis waarvan men een keuze maakt voor een bepaalde titel van de verschillende mediatypen. Met betrekking tot de informatiefunctie van de bibliotheek is additioneel de vraag gesteld voor welke onderwerpen interesse bestaat, hoe men aan de gewenste informatie komt en of men hierbij een rol ziet weggelegd voor de bibliotheek. 4. Wat is de waardering voor huidige en nieuwe diensten van de bibliotheek? Hierbij is gevraagd welke (nieuwe) bibliotheekdiensten men interessant vindt en onder welke voorwaarden men bereid is tot het aangaan van een lidmaatschap. 1. 2. 3.
Testen van de vragenlijst Om de vragenlijst te finetunen is gebruikgemaakt van twee testpanels. Het ene panel bestond uit inhoudelijk deskundigen (universitair onderzoekers en branchedeskundigen) en had als doel de inhoud van de vragenlijst te verbeteren, het andere panel bestond uit een dwarsdoorsnede van burgers en had als doel de vragenlijst technisch en taalkundig te testen.
1.3.3 Aspecten van dataverzameling Om te komen tot een representatieve dwarsdoorsnede van de bevolking uit Gelderland, Limburg en NoordBrabant en tegelijkertijd te voldoen aan de specifieke onderzoekseis om voldoende aantallen niet-leden en niet-gebruikers als respondent te verkrijgen, moest een afweging gemaakt worden tussen enerzijds een schriftelijke vragenlijst met verspreiding via diverse distributiekanalen (huis-aan-huisbezorging, postaal) en anderzijds een digitale vragenlijst met verspreiding via een online burgerpanel. Uiteindelijk is op basis van pragmatische overwegingen de keuze gemaakt voor een digitale vragenlijst via een online burgerpanel. Fysieke distributie van een schriftelijke vragenlijst impliceerde een groot afbreukrisico qua doorlooptijd, afstemming met en tussen toeleveranciers en kwaliteit van de respons. Met de keuze voor een digitale vragenlijst via een online burgerpanel kon alles in de handen van één partij (MWM2*) worden gelegd en werd tevens tegemoet gekomen aan de steekproefeisen. Het enige nadeel dat verbonden is aan een online burgerpanel is de mogelijke vertekening die kan optreden als gevolg van het feit dat mensen zonder internetverbinding niet aan het onderzoek hebben deelgenomen. Dit nadeel woog niet op tegen de vele (technologische, logistieke en onderzoekstechnische) voordelen van de gekozen aanpak. De dataverzameling vond plaats in de laatste week van juni 2008 en de eerste twee weken van juli 2008.
* Het bureau dat het onderzoek uitvoerde, MWM2, is lid van de MOA (Markt Onderzoeks Associatie) en van ESOMAR (European Society for Opinion and Market Research) en volgt de gedragsregels die verbonden zijn aan online panelonderzoek. Meer informatie over MWM2 is te vinden op www.mwm2.nl.
9
Respons en wijze van rapportage Uiteindelijk is een totale respons van 16.303 respondenten gerealiseerd. De verdeling per provincie zag er als volgt uit: π Gelderland π Limburg π Noord-Brabant
5.646 (34,6%) 3.071 ( 18,8%) 7.584 (46,5%)
De verdeling van de respons tussen de drie provincies is beïnvloed door de variatie in samenstelling van (basis) bibliotheken. In Noord-Brabant is sprake van relatief veel grote basisbibliotheken met grote verzorgingsgebieden, terwijl in Limburg het aantal basisbibliotheken minder is en de omvang kleiner. Het aantal en percentage respondenten is in Noord-Brabant dan ook hoger dan in Limburg. Gelderland neemt een middenpositie in. De kwaliteit van de respons was hoog, niet alleen omdat sprake was van bijna volledig ingevulde vragenlijsten, maar ook omdat de gewenste steekproefaantallen per verzorgingsgebied voor de meeste bibliotheken zijn gerealiseerd. Omdat na de eerste analyses duidelijk werd dat er niet of nauwelijks sprake was van statistisch significante verschillen tussen de drie provincies, heeft de beschrijving van de resultaten plaatsgevonden op het niveau van de totale steekproef. In de bijlage van deze rapportage zijn de onderzoeksgegevens in de vorm van frequentietabellen terugvindbaar. Waar nodig wordt naar deze bijlage verwezen. Openbare bibliotheken in de drie provincies ontvangen bij deze schriftelijke rapportage echter wel separaat de onderzoeksresultaten voor hun specifieke verzorgingsgebied.
1.4 Opzet van de rapportage Nu achtergrond, aanleiding en doel van het onderzoek beschreven zijn en de onderzoeksopzet verantwoord is, worden in de volgende hoofdstukken de resultaten van het marktonderzoek beschreven. In hoofdstuk 2 wordt allereerst de samenstelling van de steekproef aan de hand van een aantal achtergrondkenmerken van de respondenten beschreven, zoals hun leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, dagelijkse bezigheden en hun huishoudsituatie. Ook wordt ingegaan op de aard van de relatie met de bibliotheek in termen van lidmaatschap, bezoekfrequentie en de beweegredenen hierbij. Vervolgens wordt bekeken in hoeverre er draagvlak is voor de bibliotheek in de huidige samenleving en hoe de verschillende bibliotheekfuncties door de respondenten worden gezien. Ten slotte wordt antwoord gegeven op de vraag bij welk aanbod en bij welke diensten mensen bereid zijn om lid te worden c.q. te blijven van de bibliotheek. In hoofdstuk 3 staat de groep mensen centraal die geen lid zijn van de bibliotheek maar die, gezien het feit dat het aanbod van bestaande diensten en producten van de bibliotheek aansluit op hun behoeften, wel tevreden lid zouden kunnen zijn. Op basis van hun mediagedrag en informatiebehoeften worden deze respondenten ingedeeld in een aantal marktsegmenten. Voor elk van deze segmenten wordt nagegaan welk potentieel deze hebben voor de bibliotheek. In hoofdstuk 4 wordt de betekenis van het onderzoek thematisch beschreven. Vervolgens worden aanbevelingen gedaan en handreikingen geformuleerd voor diverse aspecten van de bedrijfsvoering.
10
11
12
Hoofdstuk 2 Maatschappelijk draagvlak: de bibliotheek en haar kernfuncties De bibliotheek heeft een maatschappelijke functie. Het belang dat elke burger persoonlijk hecht aan de bibliotheek verschilt: voor de een betekent het een lidmaatschap, voor de ander een al dan niet frequent bezoek. In dit hoofdstuk staat de vraag centraal of er nog draagvlak is voor de bibliotheek in de huidige maatschappij en welke functies de bibliotheek in de ogen van het publiek vervult. Tevens komen verschillen tussen groepen gebruikers en weinig-gebruikers van verschillende leeftijden en opleidingsniveaus aan bod. Tenslotte wordt bekeken wat voor soort dienstverlening de bibliotheek interessanter zou kunnen maken voor (potentiële) klanten. Allereerst wordt de steekproef beschreven aan de hand van een aantal achtergrondkenmerken van de respondenten zoals hun leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, dagelijkse bezigheden en huishoudsituatie.
2.1 Achtergrondkenmerken van de respondenten Alleen volwassenen van 18 jaar en ouder hebben deelgenomen aan het onderzoek. De steekproef bestond uit 16.303 volledig ingevulde vragenlijsten. In de oorspronkelijke steekproef waren vrouwen oververtegenwoordigd (60% was vrouw). Omdat uit analyses is gebleken dat mannen en vrouwen sterk verschillen in hun mediagedrag, informatiebehoeften en bibliotheekgebruik, is ervoor gekozen om een wegingsfactor voor geslacht toe te passen. Daarmee wordt gecorrigeerd voor een mogelijk vertekend beeld als gevolg van een groter aandeel vrouwen. De man-vrouw verdeling na weging is 50/50. Alle resultaten in dit rapport zijn gebaseerd op de gewogen data. In tabel 2.1 staan de achtergrondkenmerken van de deelnemers aan het marktonderzoek, uitgesplitst naar leden, niet-leden en ‘grijze leden’ (die laatsten zijn zelf geen lid maar gebruiken de bibliotheekpas van een huisgenoot). In iets minder dan de helft van de huishoudens is een bibliotheekpas aanwezig: leden en grijze leden maken samen 45% uit van de steekproef. Leden en niet-leden verschillen van elkaar op een aantal persoonskenmerken, zoals opleiding en huishoudtype. Over het algemeen maken hogeropgeleiden, vrouwen en gezinnen meer gebruik van de bibliotheek dan andere bevolkingsgroepen. In de resultaten van het marktonderzoek is deze tendens ook terug te zien: onder de leden zijn er meer mensen met een opleiding op hbo- of wetenschappelijk niveau. Vrouwen zijn onder de leden oververtegenwoordigd en gezinnen zijn het sterkst aanwezig in de groep die zelf geen lid is maar wel een huisgenoot heeft met een bibliotheekpas. Naar leeftijdscategorie is de steekproef redelijk evenwichtig, met een lichte ondervertegenwoordiging van de 26-40-jarigen bij de leden. Overigens kan de methode van onderzoek, een online enquête, zorgen voor een lichte vertekening: de groep oudere mensen die online actief is, zal zich op bepaalde kenmerken onderscheiden van ouderen die de nieuwe media links laten liggen. Het internetgebruik in de Nederlandse samenleving kent een zeer hoge deelnemersgraad: in 2006 had 90% van de Nederlanders thuis de beschikking over een pc en had 80% thuis toegang tot internet. Mannen, jongeren en hogeropgeleiden lopen qua internetgebruik voorop. De grootste achterblijvers zijn 65-plussers, lageropgeleiden, allochtonen en nietwerkenden.
13
Tabel 2.1 Achtergrondkenmerken naar lidmaatschap (%)
lid
grijs lid
niet-lid
totaal
22
23
55
100
M
39
55
53
50
V
61
45
47
50
tot 25 jaar
21
24
20
21
26 tot 40 jaar
28
32
35
33
40 tot 56 jaar
37
37
30
33
56 tot 70 jaar
13
6
14
12
70 jaar en ouder
1
1
1
1
Basisonderwijs
1
1
3
2
Lager
25
29
35
31
Middelbaar
38
38
33
35
Hoger
29
25
24
25
7
6
6
6
Alleenwonend
12
4
23
16
Inwonend
15
19
11
14
Samenwonend
25
15
36
29
Samenwonend met kinderen
41
53
23
34
Met kinderen, zonder partner
6
7
4
5
Samenwonend met anderen
1
3
3
3
Werkend
55
60
61
60
Ondernemer
6
6
5
6
14
11
11
12
Werkloos/werkzoekend
4
3
4
4
Arbeidsongeschikt
6
5
9
8
Student/scholier
15
15
9
12
Geslacht
Leeftijdscategorie
Opleiding
Wetenschap Huishouden
Dagelijkse bezigheid
Huisman/vrouw
Bibliotheekbezoek In totaal komen vier op de tien mensen wel eens in de bibliotheek. In figuur 2.1 is te zien hoeveel procent van de respondenten de bibliotheek heeft bezocht en hoe vaak. De figuur laat zien dat leden de bibliotheek veel vaker bezoeken dan niet-leden, maar ook dat mensen zonder eigen lidmaatschap nog af en toe in de bibliotheek komen. Eén op de vier grijze leden komt in elk geval maan-
14
delijks of tweemaandelijks in de bibliotheek. Als er geen bibliotheekpas in het huishouden is, komt nog maar 5% met enige regelmaat in de bibliotheek. Er zijn dus mensen die de bibliotheek bezoeken zonder lid te zijn, er zijn ook mensen die wel lid zijn maar die de bibliotheek níet bezoeken. Bijna een vijfde van de leden bezoekt de bibliotheek vrijwel niet. De bibliotheek kan deze mensen terugvinden in haar uitleenbestanden door te zoeken naar zogenoemde nulleners (Janssen, 2007). Zij zijn hoogstwaarschijnlijk ook degenen die nauwelijks in de bibliotheek komen, en maken een grote kans om af te haken.
2.2 Redenen om geen lid te zijn van de bibliotheek
Figuur 2.1 Bibliotheekbezoek door leden en niet-leden 100 %
80 %
60 %
40 %
20 %
Bibliotheekgebruik is sterk gerelateerd aan informatiebehoefte en mediagebruik. Onder de leden van de bibliotheek kunnen we verschillende gebruikersgroepen onderscheiden, zoals opvoeders, autodidacten, studerenden en plezierlezers (Stalpers, 2004). De leden komen dus om sterk uiteenlopende redenen naar de bibliotheek.
0% leden
grijze leden
niet leden
6 keer of meer
1 keer
4 of 5 keer
nooit
totale steekproef
2 of 3 keer
Maar hoe ziet dat plaatje eruit voor de niet-leden? Hebben zij andere behoeften, bewandelen zij andere wegen om in hun behoeften te voorzien? Waarom heeft de bibliotheek voor hen geen toegevoegde waarde? In figuur 2.2 is het leesgedrag van leden en niet-leden met elkaar vergeleken, door per groep het aantal niet-lezers, matige lezers en veellezers aan te geven. De figuur laat zien dat lidmaatschap en leesgedrag positief samenhangen: het aantal niet- of nauwelijks-lezers is bij de niet-leden veel groter dan bij de leden, en andersom zijn er bij de leden veel meer frequente lezers te vinden: twee op de drie leden zijn frequent lezer. Dat betekent ook dat een derde van de leden om andere redenen dan leesplezier een lidmaatschap heeft. Zij komen veel minder naar de bibliotheek dan de lezende leden. Onder de niet-leden is een vrij grote groep die wel veel leest. Zij halen hun leesmateriaal elders, voornamelijk door aankoop.
Figuur 2.2 Leesgedrag en lidmaatschap 80 %
De meest genoemde reden om geen lid te zijn, is dan ook het feit dat men geen lezer is. Op de tweede plaats staat het internet. Ongeveer een kwart van de nietleden heeft geen tijd om naar de bibliotheek te gaan en 15% vindt het te duur. Opvallend is dat een kwart van de niet-leden niet wéét waarom ze geen lid zijn. Kennelijk hebben zij daar nooit bewust over nagedacht. Het aantal mensen dat leengebruik op een andere pas als reden opgeeft, is relatief klein (8%). Het is zinvol om een onderscheid te maken in degenen die ooit lid waren van de bibliotheek maar die afgehaakt zijn, en degenen die nooit lid zijn geweest. Heeft de laatstgenoemde groep andere redenen om geen lid te zijn dan de ‘afhakers’? Enerzijds haken mensen af om redenen waar de bibliotheek geen invloed op heeft, zoals verhuizingen en een veranderde tijdsbesteding, anderzijds blijkt ook dat afhakers kritischer zijn over de dienstverlening dan leden. Beperkte openingstijden, boetes, leengeld en uitleentermijnen spelen in hun motivatie een belangrijke rol.
70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0%
niet-leden
leden
totaal
niet-lezer weiniglezer veellezer (wekelijks/maandelijks)
15
Figuur 2.3 Waarom geen lid: afhakers en overige niet-leden 60 % 50 % 40 % 30 % 20 %
2.3 Draagvlak voor de bibliotheek
10 % 0%
In vergelijking met de ‘nooit-leden’ noemen de afhakers vaker internet, tijdgebrek, kosten en ‘haal materialen elders’ als redenen om geen lid te zijn. In figuur 2.3 is voor de afhakers en de nooit-leden aangegeven hoeveel procent van hen een bepaalde reden noemde. Wederom is ‘niet-lezen’ het belangrijkste onderscheid tussen afhakers en overige niet-leden: de groep nooit-leden bestaat voor twee derde uit niet-lezers. Van de niet-leden geeft 6% (vooral afhakers) een andere reden op. Veruit het vaakst noemen zij als reden dat ze liever boeken kopen. Dat heeft te maken met beperkingen van de collectie (te beperkt, de nieuwste titels zijn niet snel verkrijgbaar), de uitleentermijn, het boetesysteem, en een afkeer van ‘vieze’, beduimelde boeken.
nooit lid
afhaker
totaal
lees niet veel
haal elders
internet
onbereikbaar
geen tijd
collectie
weet niet
anders
te duur
past niet bij mij
leengebruik
Figuur 2.4 Hoe belangrijk vindt u de bibliotheek? 100 %
Is er in de samenleving draagvlak voor de openbare bibliotheek als algemeen toegankelijk instituut? Op twee manieren is gevraagd welk belang de respondenten toekennen aan de bibliotheek als algemene organisatie, en niet per se voor persoonlijk gebruik. Allereerst is gevraagd hoe belangrijk men de bibliotheek vindt voor de samenleving. Zes op de tien respondenten vinden de bibliotheek (heel) belangrijk. In figuur 2.4 staat hoeveel procent van de leden, de huisgenoten en de overige niet-leden de bibliotheek wel of niet belangrijk vindt. Zoals blijkt uit de figuur hechten leden meer belang aan de bibliotheek dan niet-leden. Het toegekende belang is sterk afhankelijk van onder andere leeftijd, geslacht, opleiding en leesfrequentie: jonge mensen hechten minder belang aan de bibliotheek, net als mannen, lageropgeleiden, en niet-lezers. Het belang van de bibliotheek voor de samenleving is moeilijk in geld uit te drukken. Om een indicatie te krijgen van het geld dat men ervoor over heeft om een maatschappelijk instituut in stand te houden, ook als men er persoonlijk géén gebruik van maakt, is de vraag gesteld: ‘Stel dat de bibliotheek iedere Nederlander 100 euro aan belastinggeld per jaar kost. Welke van de twee onderstaande opties zou uw voorkeur hebben? 1. Geef mij die 100 euro maar eenmalig contant uitgekeerd, ook als de bibliotheek als voorziening daarmee verdwijnt. 2. De bibliotheek moet blijven bestaan, ik hoef het geld niet te hebben.’
80 %
60 %
40 %
20 %
0% lid
huisgenoot
(heel) belangrijk neutraal (heel) onbelangrijk
16
niet-lid
totaal
Het bedrag in de vraag varieerde: 50, 100, 200 of 300 euro. Elke respondent kreeg slechts één bedrag voorgelegd. Uit de antwoorden (zie figuur 2.5) blijkt dat een ruime meerderheid het voortbestaan van de bibliotheek verkiest boven de eigen portemonnee: 78% heeft er 50 euro aan belastinggeld voor over om de bibliotheek te behouden. Deze bereidheid om ‘te betalen voor de bibliotheek’ neemt af naarmate het geldbedrag toeneemt, maar bij een bedrag van 300 euro kiest nog altijd twee derde van het publiek voor het voortbestaan van de bibliotheek. Overigens kiezen leden vaker dan niet-leden voor het behouden van de bibliotheek in plaats van voor het geld. Uit figuur 2.5 blijkt dit duidelijk. Hierin is tevens te zien dat voor alle groepen geldt dat de keuze voor de bibliotheek
afneemt naarmate het bedrag hoger is. De bereidheid om belastinggeld aan de bibliotheek te besteden is onder oudere generaties hoger dan onder jongeren. Hetzelfde geldt voor hogeropgeleiden ten opzichte van lageropgeleiden en voor gezinnen ten opzichte van alleenstaanden. Tussen mannen en vrouwen zijn geen opmerkelijke verschillen in dit opzicht. De vraag over het geldbedrag zegt iets over het belang voor de samenleving dat respondenten toekennen aan de bibliotheek. De waardering voor de bibliotheek kan op deze wijze in geld worden uitgedrukt. Van de mensen die de bibliotheek belangrijk vinden, laat minstens 81% het geld naar de bibliotheek gaan, ook als zij het bedrag van 300 euro contant zouden krijgen. Voor de mensen die volgens de onderzoeksgegevens geen waarde hechten aan de bibliotheek, laat toch nog 33% tot 40% het geld naar de bibliotheek gaan in plaats van naar de eigen portemonnee.
Figuur 2.5 % Mensen dat de bibliotheek wil behouden 100 %
80 %
60 %
40 %
20 %
0%
2.4 De vijf kernfuncties in de ogen van het publiek
lid
huisgenoot
niet-lid
€ 50
€ 200
€ 100
€ 300
In de Richtlijn voor Openbare Bibliotheken heeft de sector zichzelf vijf functies toegekend die de kern vormen van het bibliotheekwezen. Het gaat om de functies met betrekking tot kennis en informatie, ontwikkeling en educatie, kunst en cultuur, lezen en literatuur en ontmoeting en debat. Alle activiteiten van de bibliotheek kunnen bij een of meer van deze kernfuncties ondergebracht worden. In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op de vraag naar de toepasbaarheid, het onderscheid en de wenselijkheid van de vijf kernfuncties in de ogen van het publiek.
2.4.1 Kennis en informatie De ontwikkeling van een informatiemaatschappij waar internet in korte tijd een vaste plaats heeft ingenomen als belangrijkste bron van informatie, heeft de functie van de bibliotheek als ‘toegangspoort tot kennis en informatie’ enorm onder druk gezet. Betrouwbaarheid van informatie is ondergeschikt geraakt aan criteria als snelheid, gemak en betaalbaarheid. In hoeverre is de bibliotheek in de ogen van het publiek nog steeds een belangrijke speler bij informatievoorziening? De stelling ‘De bibliotheek heeft in deze informatiemaatschappij geen rol van betekenis’ beoordeelde 80% van de respondenten als onjuist (zie figuur 2.6). Voor hen heeft de bibliotheek wel degelijk een functie in de huidige kennismaatschappij. Duidelijk is dat het belang van de informatiefunctie afneemt naarmate mensen minder betrokken zijn bij de bibliotheek: wie de bibliotheek niet bezoekt, ziet minder toegevoegde waarde op het gebied van kennis en informatie. Ook lageropgeleiden zijn vaker van mening dat de bibliotheek als speler in de informatiemaatschappij minder belangrijk is. De bibliotheek maakt zich sterk voor het bieden van betrouwbare informatie. De instantie bemiddelt in kennis en informatie, zowel in fysieke zin als digitaal. Met
Figuur 2.6 ‘Bibliotheek geen rol van betekenis in de informatiemaatschappij’ 25 %
20 %
15 %
10 %
5%
0% leden
grijze leden
niet-leden
17
vragen kan men zich wenden tot de informatiebalie, maar ook tot de digitale vraagbaak van de bibliotheek, Al@din. Verder heeft de bibliotheek non-fictie en naslagwerken in huis en biedt zij toegang tot veilige en gecontroleerde digitale bronnen. Voorziet de bibliotheek daarmee in een behoefte? Slechts 16% van de respondenten heeft moeite om aan betrouwbare informatie te komen. Opvallend is dat dit vooral geldt voor jongeren enerzijds en ouderen anderzijds. De overige respondenten achten zichzelf prima in staat om betrouwbare informatie te vinden, of vinden betrouwbaarheid niet zo belangrijk. Dit betekent dat de rol die de bibliotheek zichzelf toekent als bemiddelaar van betrouwbare informatie, niet voorziet in een behoefte. Voor de meeste mensen is dit namelijk geen reden om zich tot de bibliotheek te wenden. Een andere stelling die aan de respondenten voorgelegd werd, luidde: ‘Ik zou het fijn vinden als er een centrale plek was waar ik met informatieve vragen terecht kan.’ De vraag laat in het midden of het een fysieke dan wel een virtuele plek betreft. Meer dan de helft van de leden is het eens met deze stelling, en iets minder dan de helft van de niet-leden. Men heeft dus wel interesse in een centraal aanspreekpunt voor allerhande vragen. Betrouwbaarheid staat daar voor de meeste respondenten los van. Informatieve interesses Waarover zoeken mensen zelf, via internet of via andere bronnen, informatie? Volgens figuur 2.7 bestaat de top zes van onderwerpen waarover men het vaakst informatie zoekt, uit: actualiteiten, elektronica, reizen & vakanties, consumenteninformatie, auto’s & motoren en eten & drinken.
Figuur 2.7 Interesses van mannen en vrouwen
Uit een vergelijking tussen mannen en vrouwen blijkt verder dat mannen vaker zoeken naar informatie en dat de top drie gedomineerd wordt door ‘mannenonderwerpen’: mannen zoeken vaker naar informatie over de actualiteit, over elektronica en over auto’s & motoren. Vrouwen daarentegen gaan eerder op zoek naar informatie over reizen & vakanties en eten & drinken.
35 % 30 % 25 % 20 % 15 % 10 % 5% 0% vrouw
man
totaal
actualiteit
consumenten
elektronica
reizen
auto’s
eten en drinken
18
Het is de vraag of mensen de bibliotheek ook als plaats zien waar zij informatie kunnen krijgen op het gebied van hun interesse. Daarom is de respondenten gevraagd of zij denken dat de bibliotheek interessante informatie aanbiedt over de onderwerpen die zij aangekruist hebben. Van de onderwerpen uit de top zes blijkt dat men vooral op het gebied van elektronische apparatuur niet voldoende interessante informatie verwacht in de bibliotheek (zie figuur 2.8). Hetzelfde geldt voor auto’s & motoren. De informatie die men over deze onderwerpen zoekt, is waarschijnlijk heel specifiek en in het geval van elektronica is daarover meer en actuelere informatie te vinden via internet, waar gebruikers elkaar direct op de hoogte kunnen stellen van de nieuwste ontwikkelingen. In figuur 2.8 is van de zes meest genoemde onderwerpen weergegeven hoeveel procent van de respondenten denkt dat de bibliotheek daarover niet voldoende informatie biedt. Zo meent bijna 40% van de mensen met interesse in de actu-
aliteit dat zij daarvoor in de bibliotheek niet voldoende aan hun trekken zullen komen. Dit betekent dus ook dat meer dan 60% wél voldoende informatie denkt te kunnen vinden in de bibliotheek over actualiteiten. Daarbij valt ook te denken aan de collectie kranten en tijdschriften die bezoekers kunnen raadplegen. De bibliotheek voorziet volgens de respondenten het minst goed in informatie over elektronische apparatuur: op dat gebied gaan de ontwikkelingen zó snel dat men vermoedt dat de bibliotheek onvoldoende in deze informatie zal voorzien. Ook informatie over auto’s en motoren zoekt men niet in eerste instantie in de bibliotheek. Daarentegen blijken de liefhebbers van informatie over eten & drinken juist wel goed in de bibliotheek aan hun trekken te kunnen komen. Op zich is dit niet verrassend, aangezien vrouwen – die bij uitstek interesse hebben in dit onderwerp – vaker lid zijn en dus beter op de hoogte zijn van wat de bibliotheek biedt. Zaken als opvoeding, geschiedenis, cultuur en wetenschap hebben een minder groot bereik dan de hiervoor genoemde onderwerpen. Het is opvallend dat de mensen die hierover informatie zoeken, eensgezind zijn over de toegevoegde waarde van de bibliotheek in dezen. Kennelijk associeert men de bibliotheek eerder met dit soort onderwerpen. In figuur 2.9 is te zien hoeveel procent van de mensen denkt dat in de bibliotheek voldoende interessante informatie te vinden is over verschillende onderwerpen.
Figuur 2.8 Bibliotheek heeft onvoldoende info over: 80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0%
actualiteit
consumenteninfo
reizen
auto’s en motoren
elektronica
eten en drinken
Over het geheel genomen zijn de leden er vaker dan de niet-leden van overtuigd dat de bibliotheek de gewenste informatie in huis heeft. Niet-leden hebben op informatief vlak minder hoge verwachtingen van de bibliotheek.
2.4.2 Ontwikkeling en educatie In de vorige paragrafen ging het om de bibliotheek en haar functie in informatievoorziening. Deze paragraaf gaat nader in op de functie die de bibliotheek kan hebben als aanbieder van cursussen.
Figuur 2.9 Bibliotheek heeft interessante informatie over: 100 %
Eén op de tien respondenten heeft belangstelling voor cursussen via de bibliotheek. Bibliotheekleden hebben meer interesse dan niet-leden en onder jongere generaties is de belangstelling groter dan bij de 40-plussers. Wat vooral opvalt is dat de interesse voor cursussen toeneemt met de stijging van het opleidingsniveau (14% van de hogeropgeleiden tegenover 8% van de lageropgeleiden heeft belangstelling voor cursussen). Onder de lageropgeleiden is er weinig animo voor het leren van nieuwe vaardigheden in de bibliotheek. Welk beeld heeft het algemene publiek eigenlijk van de bibliotheek als educatieve instelling? Uit de resultaten blijkt dat heel veel mensen de bibliotheek direct associëren met de schoolgaande jeugd. Drie kwart onderschrijft de stelling ‘De bibliotheek is vooral nuttig voor kinderen en jongeren’. Uit het feit dat niet-leden het opvallend vaker met deze stelling eens zijn dan leden, kan men afleiden dat niet-leden een eenzijdiger beeld hebben van de bibliotheek. Dat mensen de bibliotheek vooral zien als educatieve instelling voor de jeugd, betekent in het geval van de niet-leden veeleer dat zij dus voor zichzelf het nut van de bibliotheek niet inzien.
80 %
60 %
40 %
20 %
0%
andere landen
maatschappij wetenschap
en volken
geografie
cultuur
religie
geschiedenis
natuur
opvoeding
19
2.4.3 Kunst en cultuur Onder het mom van cultureel ondernemerschap is de bibliotheek in brede zin actief op het gebied van kunst en cultuur: van het ondersteunen van amateurs bijvoorbeeld bij het leren bespelen van een muziekinstrument (bladmuziek) en het aanbieden van culturele cursussen (kunstgeschiedenis, kaligrafie, e.d.) tot het organiseren van tentoonstellingen, lezingen en debatten, al of niet in samenwerking met andere culturele instellingen. De laatste jaren worden er in de bibliotheek steeds vaker culturele activiteiten georganiseerd: in 2005 waren er 7400 exposities te zien in de Nederlandse bibliotheken en werden er bijna 10.000 andere culturele activiteiten georganiseerd (Huysmans en Hillebrink, 2008). Er is echter nauwelijks geregistreerd hoeveel bezoekers deze bijeenkomsten trokken. Uit klantenonderzoek blijkt wel dat minder dan 10% van het publiek zich aangetrokken voelt tot het aanbod van lezingen en exposities. Van alle respondenten uit het marktonderzoek heeft 5% interesse in lezingen, georganiseerd door de bibliotheek. Onder leden en 55-plussers is de belangstelling iets groter, maar nog steeds niet hoger dan 9%. Ook is er nauwelijks belangstelling voor bijeenkomsten rond maatschappelijke thema’s. Hoewel er door bibliotheken dus veel wordt georganiseerd op het gebied van kunst en cultuur, lijkt hiervoor onder zowel de leden als de niet leden maar weinig interesse te zijn. Theaters, dansgezelschappen, musea, et cetera verzorgen steeds meer inleidingen op hun voorstellingen, aanvullend materiaal bij exposities, workshops, een kijkje achter de schermen. Op hun eigen websites bieden ze achtergrondinformatie, recensies, online tickets en de mogelijkheid om een reactie achter te laten. Daarnaast is er op internet enorm veel kennisuitwisseling via gespecialiseerde websites en in communities waar mensen met dezelfde interesses ervaringen uitwisselen. De toegevoegde waarde van de bibliotheek op cultureel gebied zal dan ook veeleer bestaan uit informatievoorziening over regionale activiteiten. Uit de antwoorden op de vraag in hoeverre men graag op de hoogte blijft van leuke uitjes en activiteiten in de omgeving, blijkt dat bijna 60% daarvoor belangstelling heeft. Des te opvallender is het feit dat een cultuurpunt, dat is een fysieke of virtuele plaats waar alle informatie over het cultuuraanbod bij elkaar geplaatst wordt, op weinig belangstelling kan rekenen. Ook het bestellen van kaartjes voor bijvoorbeeld theaters biedt voor weinigen een meerwaarde. Leden hebben ook hier weer vaker interesse dan niet-leden. Figuur 2.10 geeft het percentage leden en niet-leden weer dat belangstelling heeft voor verschillende diensten op het gebied van cultuur. Steeds vaker nemen bibliotheken initiatieven om leden korting te bieden op culturele activiteiten. Bijna een kwart van de leden blijkt belangstelling te hebben voor het verkrijgen van korting op activiteiten in de regio. Daarbij kan men denken aan een initiatief zoals ‘Uit Met Je Biebpas’ van de Brabantse bibliotheken. Leden krijgen op vertoon van hun bibliotheekpas korting op diverse activiteiten, van lezingen tot een bezoek aan het dierenpark. De belangstelling voor kortingsacties neemt af naarmate de leeftijd van de respondenten stijgt. Op basis van de uitkomsten beschreven in deze paragraaf kan gesteld worden dat mensen graag op de hoogte gehouden worden van culturele activiteiten in de eigen omgeving, maar dat zij niet inzien hoe de bibliotheek hen op dit vlak tegemoet kan komen. Allerlei diensten zoals het bestellen van kaartjes, kortingsacties, lezingen worden al door andere instanties of diensten aangeboden, zoals musea, theaters en interessegroepen op internet. Tussen de bibliotheek en andere culturele instellingen komt de samenwerking nog moeizaam tot stand (Huysmans en Hillebrink, 2008). De bibliotheek zal zich moeten bezinnen op de invulling die zij wil geven aan haar culturele functie. Het is in elk geval raadzaam om als bibliotheek nadere gegevens in te winnen alvorens over te gaan tot het organiseren van allerlei activiteiten. Ook kunnen doelgroepen gericht benaderd worden met een nieuwsbrief of andere acties die specifiek aansluiten bij hun interesses.
20
2.4.4 Lezen en literatuur Hoe staat de bibliotheek ervoor als centrum voor lezen en literatuur voor het algemene publiek? De bibliotheek als uitleenplaats van boeken staat onder druk van een voller vrijetijdspatroon van het merendeel van de mensen: het lezen van boeken neemt een minder prominente plaats in dan een aantal jaren geleden en bij elke volgende generatie zet die trend zich voort, ten gunste van nieuwe media. Tegelijkertijd stijgt de verkoop van boeken ten koste van de uitleen ervan. De stijgende verkoop houdt verband met het gemak dat nieuwe media bieden: een belangrijk deel van de verkoopkanalen heeft zich verplaatst naar het internet. Internet biedt tevens een enorme hoeveelheid informatie óver boeken, zoals recensies, lezerscommunities, achtergrondinformatie en interviews of live-uitzendingen met auteurs. Kan de bibliotheek te midden van al deze initiatieven haar toegevoegde waarde blijven behouden? Aan de respondenten is de stelling voorgelegd ‘De bibliotheek is voor mij inspiratiebron voor lezen en literatuur’. Drie kwart van de leden is het daarmee eens. Niet verbazingwekkend, als men bedenkt dat bibliotheekleden veelal leesplezier als voornaamste reden aandragen voor hun lidmaatschap. Wél opvallend is het feit dat van alle ‘vééllezers’, zowel leden als niet-leden, nog maar de helft de stelling kan onderschrijven. De andere helft vindt de inspiratie voor lezen kennelijk buiten de bibliotheek. Aan de respondenten is gevraagd op welke manieren zij aan informatie komen over lezen en literatuur. Figuur 2.11 laat zien hoeveel procent van de leden en de niet-leden bepaalde informatiebronnen gebruikt. Er zijn opvallende verschillen in de informatiekanalen die leden en niet-leden gebruiken. De belangrijkste bronnen van alle lezers zijn de eigen leeservaring, tips van familie en bekenden en titel, boekomslag en flaptekst. Leden vallen vaker terug op eerdere ervaringen met een auteur en lezen vaker recensies dan niet-leden. Het opvallendste verschil tussen leden en niet-leden ligt in het gebruik van internet als informatiebron over literatuur: niet-leden maken hier vaker gebruik van. Dit strookt met de bevindingen uit het rapport De virtuele cultuurbezoeker (Haan en Adolfsen, 2008), waaruit blijkt dat lezers vinden dat de informatievoorziening over literatuur is verbeterd met de komst van internet. Uit de onderzoeksresultaten blijkt ook dat medewerkers van bibliotheek en boekhandel een marginale rol vervullen als inspiratiebron. De top tien van boeken en de catalogus hebben de leden meer te bieden, maar ook daar vindt niet meer dan 10% inspiratie.
Figuur 2.10 Belangstelling voor culturele functie van de bibliotheek 25 %
20 %
15 %
10 %
5%
0%
leden
niet-leden
korting op activiteiten bestellen van kaartjes cultuurpunt
Figuur 2.11 Inspiratiebronnen voor lezen 50 %
40 %
30 %
20 %
10 %
0%
lid
niet-lid
familie/bekenden
De conclusie is dat boeken weliswaar nog altijd de kern van de bibliotheek zijn, maar dat er op dit terrein geduchte concurrentie bijgekomen is. Niet alleen het daadwerkelijke aanbod van boeken heeft te lijden onder snellere en altijd bereikbare aanbieders zoals internetboekhandels, maar ook het bieden van achtergrondinformatie over schrijvers en boeken is een taak die door internet groten-
totaal
anders
ervaring met auteur
radio/tv
titel, kaft, flaptekst
catalogus
recensies
medew. boekhandel
internet
medew. bibliotheek
top 10
literatuurlijst school
reclame
21
deels is overgenomen. De resultaten laten zien dat mond-tot-mondreclame en eerdere leeservaringen de belangrijkste richtingwijzers zijn bij de keuze van een volgend boek. Daar kan de bibliotheek op inspelen door de uitwisseling van lezersreacties te faciliteren, op papier maar ook via virtuele kanalen.
Figuur 2.12 Dienstverlening: collectie 50 %
40 %
2.4.5 Ontmoeting en debat
30 %
In hoeverre is de bibliotheek voor het publiek nu een forum voor ontmoeting en debat? Bijna vier op de tien mensen vinden dat de bibliotheek ook een ontmoetingsplek is. Er is feitelijk geen verschil tussen leden en niet-leden voor deze mening. Naarmate de leeftijd stijgt, zijn meer mensen het met de stelling eens.
20 %
10 %
0%
leden
niet-leden
actueel aanbod cd’s en dvd’s goedkoop lenen van
Uit klantonderzoeken komt echter naar voren dat ongeveer één op de vijf mensen naar de bibliotheek komt om andere mensen te ontmoeten. De discrepantie met de resultaten uit het marktonderzoek is te verklaren doordat het bij de klantonderzoeken gaat om ontmoeting als vooropgezet doel, terwijl de stelling ‘De bibliotheek is ook een ontmoetingsplek’ benadrukt dat deze functie bestaat naast andere functies.
cd’s en dvd’s ruime beschikbaarheid
Een voorbeeld van de invulling van deze ontmoetingsfunctie kan zijn de inrichting van een grand café. Wellicht zou dit de gemiddelde verblijfsduur van een bezoek verlengen. Een vijfde van de leden vindt dat een aantrekkelijke optie, en 15% van de niet-leden. Vooral studenten en alleenstaanden vinden het idee van een grand café aantrekkelijk. De belangstelling voor een grand café neemt af naarmate de leeftijd van de respondenten stijgt.
actuele titels van romans en leesboeken
Figuur 2.13 Dienstverlening: verkrijgen van materialen
2.5 Verbeterde dienstverlening: een reden om lid te worden? Kennelijk biedt de bibliotheek leden voldoende om in hun behoefte aan ontspanning en informatie, de twee pijlers van de bibliotheek, te voorzien. Ervan uitgaande dat niet-leden eveneens behoefte hebben aan ontspanning en informatie, is het de vraag wat de bibliotheek kan doen om deze groep te bereiken. Daarbij is het zinvol om de respondenten in te delen in subgroepen op basis van bijvoorbeeld opleiding, leeftijd of arbeidsmarktpositie.
25 %
20 %
15 %
Aan de respondenten is gevraagd welke diensten de bibliotheek voor hen interessant zouden maken.
10 %
5%
0%
leden
niet-leden
thuisbezorgen
ophalen en inleveren
ene stad/bibliotheek
bij supermarkt
ophalen, elders
afhaalpunt op werk,
terugbrengen
school, station, opvang etc.
22
Collectie Uit een reeks met vier alternatieven op het gebied van de collectie mocht men er maximaal twee kiezen, of kon men de optie ‘geen van deze diensten’ aankruisen. Voor luisterboeken was er nauwelijks interesse. Ook kon men aangeven in hoeverre men geïnteresseerd was in de volgende opties: een ruim en actueel aanbod van cd’s en dvd’s, het goedkoop lenen van cd’s en dvd’s of een ruim en actueel aanbod van romans. Leden bleken vooral enthousiast te zijn over een ruime
beschikbaarheid van romans. Niet-leden daarentegen hadden meer belangstelling voor een ruim en actueel aanbod van cd’s en dvd’s, met name als ze die goedkoop zouden kunnen lenen (zie figuur 2.12).
Figuur 2.14 Dienstverlening: digitaal 40 %
Gemaksdiensten Respondenten mochten twee items kiezen uit een reeks van diensten die het gemak voor de gebruiker vergroten, zoals het afhalen en inleveren van materialen bij de supermarkt, op het werk of op de kinderopvang, of het thuis ontvangen van materialen (zie figuur 2.13). Thuis ontvangen vonden zowel leden als niet-leden het interessantst, en verrassend genoeg vooral mensen jonger dan 40 jaar. Leden hadden daarnaast vooral belangstelling voor het ophalen en elders inleveren van materialen, bijvoorbeeld in een andere bibliotheek of stad. De behoefte aan andere uitleenpunten, zoals op het werk of in de supermarkt, was niet zo groot. Een kwart van de studenten bleek voorstander van een afhaalpunt op de universiteit of school, en de supermarkt scoorde het hoogst bij de mensen tussen 26 en 40 jaar, waar ook de meeste gezinnen zijn. Het ophalen in de ene bibliotheek en inleveren bij een andere bibliotheek kon vooral de goedkeuring wegdragen van studenten.
35 % 30 % 25 % 20 % 15 % 10 % 5% 0%
digitaal reserveren
niet-leden
thuis databanken
en verlengen
raadplegen
meer computers en
stellen informatieve
internetplekken
vragen via internet
downloaden van
Digitale diensten Uit vijf alternatieven op het gebied van digitale dienstverlening mocht men er twee kiezen. In figuur 2.14 is aangegeven hoeveel procent van de leden en van de niet-leden belangstelling heeft voor bijvoorbeeld het thuis raadplegen van databanken. Het digitaal reserveren en verlengen van materialen kwam voor de respondenten op de eerste plaats te staan. Dit is opvallend, omdat het een dienst betreft die door veel bibliotheken al aangeboden wordt, maar daarvan is kennelijk niet iedereen op de hoogte. Daarnaast zou een kwart van de niet-leden en een derde van de leden graag van huis uit databanken kunnen raadplegen. Vooral onder hoogopgeleiden is er meer dan gemiddelde belangstelling voor deze digitale dienstverlening. Voor de overige diensten is er nauwelijks onderscheid tussen leden en niet-leden, of tussen hoger- en lageropgeleiden. Wel is er bij de mensen jonger dan 25 meer behoefte aan pc’s en internetplekken dan bij de andere leeftijdsgroepen.
leden
boeken voor ilead
Figuur 2.15 Overige diensten 40 % 35 % 30 % 25 % 20 % 15 % 10 %
Overige diensten Van vijf andere diensten mocht men er twee kiezen. Figuur 2.15 toont hoeveel procent van de leden en de niet-leden interesse heeft in bijvoorbeeld een rondleiding door de bibliotheek. Een onbeperkte uitleentermijn van materialen scoorde hierbij duidelijk het hoogst, bij zowel leden als niet-leden. Voor de andere diensten, het bekijken van historisch beeldmateriaal, een gezondheidsinformatiepunt of een rondleiding door de bibliotheek, was nauwelijks belangstelling.
5% 0%
leden
niet-leden
onbeperkte leentijd
gastheer/vrouw
van boeken
die helpt bij het
mogelijkheid tot
vinden van de
bekijken van
routing
historische film- en
rondleiding door
muziekfragmenten
de bibliotheek
gezondheidinformatiepunt
23
Figuur 2.16 Behoefte aan dienstverlening 30 % 25 % 20 % 15 % 10 % 5% 0%
inleveren bij verschil.
thuisbezorgen
bibl of stad
thuis databanken
ophalen/inleveren bij
raadplegen
supermarkt
actuele cd’s
korting op activiteiten
en dvd’s
in de regio
onbeperkte leentijd
grand-cafe
actuele boeken
goedkoop lenen
digitaal reserveren/
cd’s en dvd’s
verlengen
Figuur 2.17 Dienstverlening: afhakers/nooit-leden 35 % 30 % 25 % 20 % 15 %
Als alle diensten samen genomen worden, blijkt dat digitaal reserveren en verlengen op de eerste plaats staan, gevolgd door uitbreiding van de romancollectie en een onbeperkte uitleenduur (zie figuur 2.16). Voor alle diensten geldt dat de leden er veruit de meeste interesse in hebben. Niet-leden kiezen uit het uitleenaanbod iets vaker voor cd’s en dvd’s, terwijl de leden eerder kiezen voor boeken. Wanneer persoonskenmerken zoals arbeidsmarktpositie en leeftijdscategorie in de analyses betrokken worden, blijkt dat vooral jonge mensen of studenten interesse hebben in gemaksdiensten zoals het ophalen van materialen in de ene stad en terugbrengen in een andere stad. Deze groep heeft tevens meer belangstelling voor een actuelere collectie boeken en audiovisuele media. Op basis van figuur 2.17 blijkt dat mensen die nooit lid waren van een bibliotheek, dat waarschijnlijk ook niet worden door een verbeterde dienstverlening. Kennelijk hebben zij vrijwel geen behoefte aan welke dienst dan ook, want het animo voor andere diensten komt nauwelijks boven de 10%. Een uitzondering is de belangstelling voor actuele cd’s en dvd’s (15%). Van de afhakers heeft ongeveer een kwart interesse in verscheidene diensten op het vlak van de collectie (actuele cd’s, dvd’s en boeken) en in gemaksdiensten (thuisbezorgen, digitaal verlengen, onbeperkte uitleenduur en het thuis raadplegen van databanken).
2.6 Conclusie Geconcludeerd mag worden dat er een groot maatschappelijk draagvlak is voor de bibliotheek. De vijf kernfuncties wegen – ook in de ogen van het publiek – niet alle even zwaar. De bibliotheek wordt voornamelijk gezien als uitleencentrum van boeken en heeft in die functie veel te duchten van andere aanbieders, met name internet. Internet is ook de grootste bedreiging voor de informatiefunctie van de bibliotheek. Deze functie staat dan ook het zwaarst onder druk, want hoewel de grote meerderheid van het publiek wel degelijk een rol ziet weggelegd voor de bibliotheek in de informatiemaatschappij, is niet duidelijk hoe deze rol moet worden vormgegeven. Aan het waarborgen van betrouwbare informatie heeft het grote publiek geen boodschap: het publiek ‘zoekt het zelf wel’ uit en lijkt eerder te hechten aan gemak en snelheid dan aan betrouwbaarheid.
10 % 5% 0% afhakers
nooit-leden
digitaal reserveren/
grand-cafe
verlengen
korting op activiteiten
actuele boeken
in de regio
onbeperkte leentijd
ophalen/inleveren bij
actuele cd’s en dvd’s
supermarkt
thuis databanken
inleveren bij versch.
raadplegen
bibl of stad
thuisbezorgen
cursussen
goedkoop lenen
meer computers en
cd’s en dvd’s
internetplekken
24
Er blijkt wel behoefte te zijn aan achtergrondinformatie over boeken en andere media, maar veel mensen krijgen hun ideeën ‘via-via’ en laten zich in eerste instantie leiden door de eigen leeservaring. De bibliotheek zou daar meer op in kunnen spelen. Zo zouden bibliotheken extra boekomslagen kunnen maken waarop leden of bezoekers hun eigen reactie kunnen schrijven, die weer gelezen en aangevuld wordt door anderen. Ook virtuele boekenplanken zoals MyLibrary en Shelfari, kunnen de bibliotheek inspiratie geven om lezers tegemoet te komen. Ook op het gebied van kunst en cultuur zijn er kansen en bedreigingen. De encyclopedische functie die een bibliotheek kan hebben, wordt grotendeels ingevuld door andere culturele instellingen en initiatieven, die met hun eigen websites en uitbreiding van de dienstverlening de cultuurliefhebber tegemoetkomen. Kansen voor de bibliotheek liggen in dit verband vooral in de samenwerking met culturele instellingen, bijvoorbeeld op educatief vlak.
De educatieve functie van de bibliotheek staat als een paal boven water. Vrijwel iedereen vindt de bibliotheek een nuttige instelling voor de jeugd. De keerzijde hiervan is het feit dat hiermee óók bedoeld wordt: de bibliotheek is er vooral voor de jeugd en dus niet voor mij. Met een cursusaanbod voor mensen die niet deelnemen aan een formele onderwijsvorm, kan de bibliotheek een groep potentieel geïnteresseerden binnenhalen. Te denken valt aan samenwerking met een volksuniversiteit. Bij de sociale functie van de bibliotheek zou meer de nadruk mogen liggen op ontmoeting, niet per se als vooropgezet doel van bibliotheekbezoek maar meer als bijkomstigheid, en minder op debat. Een grand café in de bibliotheek kan een goede bijdrage leveren. Als er lezingen of discussies georganiseerd worden, is het gericht benaderen van mogelijke doelgroepen een goed idee, evenals het bijhouden van bezoekersaantallen en het evalueren van de activiteit. Na internet en niet-lezen is vooral tijdgebrek hét argument om niet naar de bibliotheek te komen. Door de bibliotheek ‘bij de mensen thuis’ te brengen, wordt de tijdsdruk in elk geval enigszins verlicht. Veel bibliotheken bieden de mogelijkheid om van huis uit materialen te reserveren en te verlengen. Daarnaast is het thuisbezorgen van materialen voor veel mensen een aantrekkelijke optie. Ook willen mensen van huis uit databanken kunnen raadplegen, zodat ze niet speciaal daarvoor naar de bibliotheek hoeven komen. Ook de collectie is af te stemmen op de groep die men wil bereiken: bij bestaande leden ligt de nadruk op de boekencollectie, bij niet-leden is er minstens zoveel vraag naar audiovisuele media (muziek, films) als naar boeken.
Tot slot Waar dat relevant was, is in dit hoofdstuk onderscheid gemaakt tussen leden en niet-leden, afhakers en nooitleden en groepen met verschillende achtergrondkenmerken, zoals arbeidsmarktpositie en leeftijd. In het volgende hoofdstuk zullen de respondenten ingedeeld worden in groepen op basis van hun gedrag. Afhankelijk van hun mediamenu en de frequentie waarmee zij lezen, muziek luisteren, film kijken en games spelen, worden respondenten bij elkaar in een groep geplaatst. Vervolgens worden met name de niet-leden nader onder de loep genomen.
25
26
Hoofdstuk 3 De Nieuwe Afnemer Hoofdstuk 2 liet zien dat er nog voldoende draagvlak is voor de bibliotheek in haar verschillende rollen. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de grote groep mensen die zelf geen lid is van de bibliotheek. Op basis van mediagedrag en informatiebehoeften worden de respondenten ingedeeld in duidelijk van elkaar verschillende groepen. Vervolgens wordt nagegaan waar de grootste uitdaging ligt voor de bibliotheek: welke groepen heeft zij grotendeels binnen haar bereik, in welke groep zitten de meeste potentiële gebruikers en welke groepen vallen daarbuiten? Om de uitkomsten van het marktonderzoek te kunnen duiden is in dit rapport gebruikgemaakt van de Ansoffmatrix, die uiteengezet is in hoofdstuk 1. Het eerste kwadrant van deze matrix betreft de bestaande klant en bestaande producten of diensten: deze stap kwam aan bod in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 ligt de nadruk op de mensen die geen lid zijn van de bibliotheek. Welke groepen niet-leden zijn er te onderscheiden, op basis van hun behoeften en gedrag? Voor welke bestaande en nieuwe vormen van dienstverlening hebben zij belangstelling? Wáár liggen voor de bibliotheek de beste mogelijkheden om niet-leden de bibliotheek binnen te halen? Na een nadere verkenning van de onderscheiden subgroepen kunnen we de groep met het meeste ‘potentieel’ aanwijzen: hun behoeften sluiten het beste aan bij de producten en diensten van de bibliotheek.
3.1 Wie is De Nieuwe Afnemer? Segmentatie In de volgende paragrafen worden stap 2 en 3 van de Ansoff-matrix verder uitgewerkt: hoe groot is het marktpotentieel voor de bibliotheken en wie zijn de potentiële klanten? Om dit te kunnen doen is de groep respondenten zonder eigen lidmaatschap (dus zowel ‘grijze’ leden als niet-leden, in totaal 78% van de onderzoekspopulatie) verder uitgesplitst naar segmenten. Uitgangspunt is de vraag of er een groep mensen te vinden is die je wel in de bibliotheek zou verwachten, maar die er niet komt. Voor de segmentatie zijn variabelen gebruikt waarvan bekend is dat zij bepalend zijn voor het lid-zijn van de bibliotheek. Het gaat om leesgedrag, de informatiefunctie van de bibliotheek, vroeger lidmaatschap, koopgedrag van boeken en andere media, en waardering van de bibliotheek als instituut. Deze segmentatie is aangevuld met een aantal persoonskenmerken, de samenstelling van het huishouden, het opleidingsniveau en de lifestyle. Lifestyle gaat over de vraag in hoeverre men zichzelf karakteriseert als levensgenieter, reisliefhebber, ‘familiemens’, maatschappelijk betrokken burger of sportieveling. Op basis van deze segmentatie zijn de niet-leden over drie groepen verdeeld. De persoonskenmerken van deze segmenten staan in tabel 3.1. De eerste groep bestaat uit mensen die in veel opzichten lijken op de huidige leden, maar die geen lid zijn en ook niet of nauwelijks in de bibliotheek komen. Naar persoonskenmerken vertoont deze groep veel gelijkenis met bibliotheekleden. Iets meer dan de helft van hen is vrouw, ze zijn de hoogst opgeleide groep, en de leeftijdscategorie van 26-40 jaar is het sterkst vertegenwoordigd. Een groot deel van deze groep bestaat uit gezinnen: 40% van hen heeft thuiswonende kinderen. Zij worden in het vervolg aangeduid als de ‘welgestelde omnivoren’. Naast de groep welgestelde omnivoren is er een grote groep die we aanduiden als de weinig-gebruikers, wegens hun geringe betrokkenheid bij de bibliotheek en hun laagfrequente leesgedrag. Zij zijn over het algemeen lager
27
opgeleid dan de welgestelde omnivoren. Binnen deze groep maken we een onderscheid naar enerzijds de genietende weinig-gebruikers, anderzijds de serieuze weinig-gebruikers. De genietende weinig-gebruikers zijn over het algemeen de wat jongere liefhebbers van vooral muziek en films, veelal mannen, die weinig-gebruikers lezen. De groep serieuze weinig-gebruikers heeft een evenwichtige man-vrouwverdeling, bevat meer 40-plussers en meer gezinnen. Ze zijn vaker voltijds thuis en hebben vaker een lagere opleiding dan de genietende weiniggebruikers (zie tabel 3.1). Deze groep maakt veel minder gebruik van allerlei media, maar leest wel wat meer dan de genietende weinig-gebruikers.
28
Tabel 3.1 Achtergrondkenmerken
bibliotheek- welgestelde leden omnivoren
genietende serieuze weinigweiniggebruikers gebruikers
totaal
Geslacht M
39
45
64
49
50
V
61
55
36
51
50
tot 25 jaar
21
20
25
17
21
26 tot 40 jaar
28
37
33
30
33
40 tot 56 jaar
37
32
30
35
33
56 tot 70 jaar
13
10
11
16
12
70 jaar en ouder
1
1
1
2
1
Basisonderwijs
1
1
3
5
2
Lager (vmbo)
25
20
38
45
31
Middelbaar (mbo, havo, vwo)
38
36
36
28
35
Hoger (hbo)
29
33
19
17
25
7
10
4
4
6
Alleenwonend
12
17
17
19
16
Inwonend bij ouders/verzorgers
15
11
18
10
14
Samenwonend
25
29
30
31
29
Samenwonend met kinderen
40
35
28
33
34
Met kinderen, zonder partner
6
5
4
5
5
Samenwonend met anderen
1
3
3
2
3
Werkend
55
62
62
56
60
Ondernemer
6
6
5
5
6
Huisman/vrouw
14
10
9
17
12
Werkloos/werkzoekend
4
3
4
4
4
Arbeidsongeschikt
6
6
8
10
7
Student/scholier
15
12
12
8
12
Leeftijdscategorie
Opleiding
Wetenschap (wo) Huishouden
Dagelijkse bezigheid
29
Betrokkenheid bij de bibliotheek De welgestelde omnivoren hebben reeds meer binding met de bibliotheek dan de genietende en de serieuze weinig-gebruikers (zie tabel 3.2). Bijna 40% van de welgestelde omnivoren heeft een huisgenoot met een bibliotheekpas. Vrijwel alle welgestelde omnivoren waren ooit zelf ook lid van de bibliotheek. Bovendien heeft 40% van de welgestelde omnivoren in de afgelopen zes maanden de bibliotheek bezocht. Een ruime meerderheid van de welgestelde omnivoren vindt de bibliotheek belangrijk voor de samenleving, ook als zij daar zelf niet of nauwelijks gebruik van maken. Van de serieuze weinig-gebruikers heeft 20% de bibliotheek bezocht, bij de genietende weinig-gebruikers is dat 12%. Van de genietende weinig-gebruikers zijn wel meer mensen ooit lid geweest dan van de serieuze weinig-gebruikers, een gegeven dat samenhangt met de gemiddeld hogere leeftijd van de laatste groep. In beide groepen is in driekwart van de gevallen geen pas in het huishouden aanwezig; een kwart heeft wél een huisgenoot met een bibliotheekpas. De waardering voor de bibliotheek is in beide groepen weinig-gebruikers een stuk lager dan bij de welgestelde omnivoren. Minder dan 40% vindt de bibliotheek belangrijk voor de maatschappij, terwijl 14 tot 17% de bibliotheek ronduit onbelangrijk vindt.
Tabel 3.2 Betrokkenheid bij de bibliotheek
bibliotheek- welgestelde leden omnivoren
genietende serieuze weinigweiniggebruikers gebruikers
totaal
Lidmaatschap Zelf lid
100
-
-
-
21
Huisgenoot
-
38
23
25
23
Niemand lid
-
62
77
75
56
Lid geweest (afhaker)
-
95
78
69
82
Nooit
9
59
88
80
61
1
9
15
6
8
10
2-3
21
15
5
6
12
4-5
17
5
1
3
6
6 of vaker
44
5
1
3
12
87
81
33
39
2
1
14
17
Bezoekfrequentie
Waardering van de bibliotheek Heel belangrijk Onbelangrijk
30
3.2 Wat doet De Nieuwe Afnemer? 3.2.1 Frequenties van lezen, luisteren, kijken en gamen Hoewel het niet-lezen van boeken een van de voornaamste redenen is om geen lid te zijn van de bibliotheek, blijkt uit het onderzoek dat er onder de niet-leden nog opvallend veel frequente lezers zijn. Zij zijn vooral in de groep welgestelde omnivoren sterk aanwezig: 13% van de welgestelde omnivoren leest wekelijks een boek, 44% maandelijks. Daarentegen bevat de groep serieuze weinig-gebruikers 55% niet-lezers, en de genietende weiniggebruikers 71%. Lezen is dan ook het belangrijkste onderscheidende gedragskenmerk tussen de groepen. Voor het overige mediagedrag zijn de verschillen tussen de groepen veel kleiner. 63% van de welgestelde omnivoren luistert frequent naar muziek, tegenover 56% van de genietende en 45% van de serieuze weinig-gebruikers. Van de welgestelde omnivoren is 58% filmliefhebber, van de genietende weinig-gebruikers 55% en van de serieuze weinig-gebruikers 45%. Beide groepen weinig-gebruikers bevatten wat meer frequente gamers dan de groep welgestelde omnivoren, maar het verschil is klein: respectievelijk 62% versus 57% (zie figuur 3.1).
3.2.2 Genrevoorkeuren In hoeverre verschillen de niet-leden onderling van elkaar en van de leden in hun voorkeuren op het gebied van lezen, muziek, film en games? Wat het lezen betreft staat het spannende genre bij alle groepen op de eerste plaats. Bij de serieuze weiniggebruikers zijn er relatief gezien wat minder liefhebbers van het spannende boek dan in de andere groepen. In deze groep zitten dan weer meer romantische boekenlezers. Bij zowel de serieuze als de genietende weiniggebruikers zijn er meer liefhebbers van het waargebeurde verhaal dan bij de welgestelde omnivoren. In deze laatstgenoemde groep zijn er dan relatief gezien meer literaire lezers, net zoveel als bij de bibliotheekleden: 11% tegenover 5 en 6% van de weinig-gebruikers (zie figuur 3.2a).
Figuur 3.1 Mediagedrag
Figuur 3.2b Muzieksmaken
Figuur 3.2a Leesvoorkeuren
100 %
50 %
80 %
40 %
60 %
30 %
40 %
20 %
30 % 25 % 20 % 15 % 10 %
20 %
0%
10 %
welgestelde omnivoren
genietende weiniggebruikers
serieuze weiniggebruikers
lezen
kijken
luisteren
gamen
5% 0%
0% welgestelde omnivoor
genietende weiniggebruikers
serieuze weiniggebruikers
spannend
informatief
waargebeurd
literair
romantisch
welgestelde omnivoor
genietende weiniggebruikers
serieuze weiniggebruikers
pop
dance
nederlandstalig
klassiek/opera
rock/heavy metal
31
Op muzikaal vlak staat bij de welgestelde omnivoren popmuziek op de eerste plaats (28%), op ruime afstand gevolgd door Nederlandstalige muziek (17%) en rockmuziek (15%). De serieuze weinig-gebruikers hebben de Nederlandstalige muziek op één staan (28%), gevolgd door popmuziek (23%). Bij de genietende weinig-gebruikers zijn zowel pop als Nederlandstalige muziek favoriet, op afstand gevolgd door rock en dance. Opvallend is het relatief hoge aantal danceliefhebbers bij de genietende weinig-gebruikers: 12% tegenover circa 6% bij de andere groepen. Voor de overige muziekstromingen zijn er binnen alle groepen veel minder liefhebbers (zie figuur 3.2b op de voorgaande bladzijde).
Figuur 3.2c Filmvoorkeuren 25 %
20 %
15 %
10 %
5%
0% welgestelde omnivoor
genietende weiniggebruikers
serieuze weiniggebruikers
komedie
misdaad
thriller
romantiek
avontuur
Net als bij boeken, is ook bij films het spannende genre favoriet, vooral bij de welgestelde omnivoren waar 25% het meest houdt van thrillers. In de beide groepen weinig-gebruikers is het aantal thrillerfans ongeveer gelijk aan het aantal liefhebbers van de komische film, hoewel het komische genre er bij de genietende weinig-gebruikers nog iets meer uitschiet. Verder zijn de voorkeuren ongeveer gelijk verdeeld, met uitzondering van het romantische genre, dat wat minder aftrek vindt bij de groep genietende weinig-gebruikers (8% versus 11% in de andere groepen) (zie figuur 3.2c). Op het gebied van games zitten de meest opvallende uitschieters in de groep serieuze weinig-gebruikers: zij hebben meer dan de andere groepen een voorkeur voor puzzels en spellen. De genietende weinig-gebruikers zijn vaker dan de andere groepen te vinden bij de actie-games, terwijl de voorkeuren van de welgestelde omnivoren gelijk verdeeld zijn over puzzels, strategische games en spellen. De welgestelde omnivoren hebben tevens meer dan de andere groepen een voorkeur voor rollenspellen, maar de gevonden verschillen zijn vrij klein. (zie figuur 3.2d). Kort samengevat zijn de groepen het duidelijkst van elkaar te onderscheiden naar leesvoorkeur. Voor muziek, film en gaming zijn er onderling kleine maar betekenisvolle verschillen. In vergelijking met de groep mensen die wél lid is van de bibliotheek, valt op dat met name de (lees)smaken van de welgestelde omnivoren overeenkomsten vertonen met die van de leden.
Figuur 3.2d Games: voorkeuren 25 %
20 %
3.2.3 Geldbesteding aan lezen, luisteren, kijken en gamen
15 %
10 %
5%
0%
welgestelde omnivoor
genietende weiniggebruikers
serieuze weiniggebruikers
spellen
actie
puzzels
avontuur/rollenspel
strategie
32
In paragraaf 3.1 is aangetoond dat de welgestelde omnivoren minstens zo frequent mediagebruiker zijn als de bibliotheekleden, en in het geval van muziek en film zelfs vaker. De groep welgestelde omnivoren bevat veel mensen die graag lezen, maar die geen lid zijn van de bibliotheek. Het is dan logisch te veronderstellen dat zij hun boeken vooral kopen, en dat blijkt ook uit het onderzoek: 92% van de welgestelde omnivoren koopt boeken, tegenover 75% van de leden en 45% van de weiniggebruikers. Ook geven de welgestelde omnivoren van alle groepen het meeste geld uit aan boeken, meestal meer dan 50 euro op jaarbasis. Ter vergelijking: van de bibliotheekleden geeft 40% meer dan 50 euro uit aan boeken, van de weiniggebruikers is dat 13%.
Boeken worden veruit het vaakst gekocht door de welgestelde omnivoren. Zij besteden daarnaast méér dan de weinig-gebruikers en de bibliotheekleden geld aan cd’s, films en games. Na boeken worden cd’s het vaakst gekocht, op de voet gevolgd door films op dvd. Ongeveer 80% van de welgestelde omnivoren koopt cd’s, tegenover 75% van de bibliotheekleden en circa 60% van de weinig-gebruikers. Games worden veel minder gekocht, en als men games koopt, wordt er minder geld aan uitgegeven dan aan cd’s, boeken of dvd’s. Deze bevinding geldt zowel voor de welgestelde omnivoren als voor de genietende en de serieuze weinig-gebruikers. De helft van de welgestelde omnivoren koopt games en een vijfde geeft er meer dan 50 euro per jaar aan uit. Van de leden en de weinig-gebruikers koopt circa 40% wel eens games en besteedt ongeveer 15% er meer dan 50 euro aan. Het beeld van het koopgedrag is voor alle media grofweg hetzelfde: welgestelde omnivoren kopen ze het vaakst en besteden er het meeste geld aan. Van de weinig-gebruikers zijn het vooral de genietende die meer geld aan muziek, films en games besteden dan de serieuze weinig-gebruikers. De serieuze weinig-gebruikers kopen wel vaker boeken dan de genietende weinig-gebruikers (zie figuur 3.3).
Figuur 3.3 Percentage mensen dat boeken, cd’s, dvd’s en games koopt 100 %
80 %
60 %
40 %
20 %
0% welgestelde omnivoren
serieuze weiniggebruikers
genietende weiniggebruikers
boeken
films
muziekcd’s
games
De welgestelde omnivoren lijken in hun mediagedrag het meest op de bibliotheekleden: ze maken ongeveer evenveel gebruik van boeken, films en andere media en ze hebben grotendeels dezelfde genrevoorkeuren. Het grote verschil tussen de welgestelde omnivoren en de mensen die wél lid zijn van de bibliotheek is de wijze waarop ze hun materialen verkrijgen: welgestelde omnivoren hebben de bibliotheek niet nodig omdat zij hun boeken, cd’s, films en games het liefst kopen.
3.2.4 Informatiebehoefte en zoekgedrag In de vorige paragrafen stond het mediagedrag van de niet-leden op het gebied van ontspanning centraal. In deze paragraaf gaat het om de informatiebehoefte en de interesses van de niet-leden. Als gevraagd wordt over welke drie onderwerpen men het vaakst informatie heeft gezocht, staat bij de welgestelde omnivoren en de leden de actualiteit ver bovenaan, gevolgd door informatie over reizen, eten en drinken, consumenteninformatie en elektronica. De welgestelde omnivoren zijn van alle groepen het reislustigst: ruim een kwart geeft aan dat zij informatie hebben gezocht over reizen. Verder lopen de interesses van de welgestelde omnivoren grotendeels parallel aan die van de bibliotheekleden, al hebben de bibliotheekleden over méér verschillende onderwerpen informatie gezocht dan de welgestelde omnivoren. De genietende weinig-gebruikers zijn vooral geïnteresseerd in elektronica en auto’s, evenals in de actualiteit. Ook bestaat er bij deze groep behoefte aan informatie over reizen, eten & drinken en informatie op consumentengebied. De groep serieuze weinig-gebruikers valt vooral op door hun relatieve desinteresse op informatief gebied: zij zochten over het algemeen veel minder informatie over alle onderwerpen (zie figuur 3.4).
Figuur 3.4 Interesses van leden en niet-leden 40 % 35 % 30 % 25 % 20 % 15 % 10 % 5% 0% welgestelde omnivoren
genietende weiniggebruikers
serieuze weiniggebruikers
actualiteit
elektronica
reizen
auto’s
eten en drinken
entertainment
consumenten
33
Tot slot Door hun hoge opleidingsniveau, hun frequente leesgedrag en hun waardering voor de bibliotheek lijkt de groep welgestelde omnivoren de groep met het grootste potentiële bereik voor de bibliotheek. Hun profiel lijkt op dat van de bibliotheekbezoeker, met enkele kleine verschillen. Het belangrijkste verschil is het koopgedrag: welgestelde omnivoren kopen veel vaker boeken, cd’s, dvd’s en games dan de bibliotheekleden. De weinig-gebruikers onderscheiden zich van de welgestelde omnivoren doordat zij veel minder lezen, en een voorkeur hebben voor onder meer Nederlandstalige muziek en romantische of komische filmgenres. Vooral de serieuze weinig-gebruikers zijn minder actief op mediagebied (lezen, muziek luisteren et cetera). Zij kopen bijna nooit boeken en geven ook weinig geld uit aan cd’s, films en games.
Figuur 3.5 Beeld van de bibliotheek 80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0% welgestelde omnivoren
leden
geen rol info-
weet wat er te doen
maatschappij
is in bibl
inspiratiebron lezen
voor kinderen en
ontmoetingsplaats
jongeren
centrale plek van
Als de groep welgestelde omnivoren het grootste potentieel heeft, waarom zijn die mensen dan niet in de bibliotheek te vinden? Ze kopen meer, maar waarom halen ze hun materialen niet liever in de bibliotheek? In de volgende paragrafen worden de welgestelde omnivoren nader onder de loep genomen, met name hun drijfveren, hun interesses en hun redenen om geen lid te zijn.
3.3 De welgestelde omnivoor: potentiële klant?
vragen
De welgestelde omnivoor heeft grotendeels dezelfde behoeften en interesses als de mensen die lid zijn van de bibliotheek. Is het een bewuste keuze om geen lid te zijn, of weten zij niet wat de bibliotheek hun te bieden heeft? Welk beeld hebben zij van de bibliotheek als het gaat om de informatiefunctie, de culturele functie, de sociale en de educatieve functie? Figuur 3.6 Waarom welgestelde omnivoren geen lid zijn 50 %
40 %
30 %
20 %
10 %
0% welgestelde omnivoren internet
leengebruik
geen tijd
haal elders
weet ik niet
onbereikbaar
te duur
collectie
lees niet veel
34
Aan de respondenten is een aantal stellingen voorgelegd dat ook aan bod is geweest in hoofdstuk 2 (zie figuur 3.5). Wat de kernfuncties betreft zien welgestelde omnivoren de bibliotheek vooral als een educatieve instelling die nut heeft voor kinderen en jongeren. Ook is er veel animo voor de bibliotheek als ontmoetingsplaats. Hoewel de welgestelde omnivoren over het algemeen redelijk veel lezen, zullen zij hun ideeën over literatuur niet snel in de bibliotheek bijstellen: de inspiratiebron voor lezen en literatuur vinden de welgestelde omnivoren veelal buiten de bibliotheek, vooral op internet. Ook al kunnen de welgestelde omnivoren zelf wel betrouwbare informatie vinden zonder gebruik te maken van de bibliotheek, toch vinden ze de bibliotheek juist in de huidige informatiemaatschappij nog zeer belangrijk. Redenen om geen lid te zijn Zoals eerder opgemerkt, bestaat de groep welgestelde omnivoren voor een groot deel uit lezers. ‘Ik lees niet’ is voor slechts 17% de reden om geen lid te zijn. Volgens figuur 3.6 is het internet de hoofdreden die welgestelde omnivoren noemen om geen gebruik te maken van de bibliotheek. Daarbij komt dat welgestelde omnivoren vooral ook een tekort aan tijd hebben. ‘Te duur’ wordt ook vrij vaak genoemd als reden. Dit is opmerkelijk daar het de groep is die verreweg het
meeste geld besteedt aan boeken en andere media. Verder is het opvallend dat bijna een kwart van de niet-leden geen duidelijke reden noemt om geen lid te zijn. Het gebruik van de pas van iemand anders is voor 14% aanleiding om zelf geen lidmaatschap te nemen, en de ontoereikendheid van de collectie voor 9%.
Figuur 3.7 Dienstverlening: uitbreiding vd collectie 35 % 30 %
3.4 De welgestelde omnivoor: nieuwe afnemer van bestaande dienstverlening? Het derde kwadrant in de Ansoff-matrix (zie hoofdstuk 1) heeft te maken met marktontwikkeling. Hoe krijgt de bibliotheek haar bestaande diensten bij potentiële nieuwe klanten? Hoe kan de bibliotheek haar bestaande dienstverlening afstemmen op de wensen van een nieuw én een bestaand publiek? Welke gevolgen heeft de keuze voor een bepaalde doelgroep voor de collectie, de digitale dienstverlening en het aanbod van culturele activiteiten? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, moet eerst de vraag gesteld worden: wát willen de welgestelde omnivoren eigenlijk?
25 % 20 % 15 % 10 % 5% 0% welgestelde omnivoren actuele romans onbeperkte leentijd actuele cd’s/dvd’s
Om antwoord te krijgen op die vraag, kregen de respondenten een aantal reeksen van diensten gepresenteerd. Daaruit konden ze telkens twee alternatieven kiezen. De diensten waarvoor de welgestelde omnivoren de meeste belangstelling hadden, zijn gegroepeerd naar: de collectie, het gebruiksgemak, en overige diensten. Uitbreiding en actualisering van de collectie De welgestelde omnivoren hebben veel belangstelling voor actuele romans, die ze het liefst langer dan een paar weken mogen lenen (zie figuur 3.7). Ook een actuele cd- en dvd-collectie vindt meer dan een kwart de moeite waard, en een vijfde vindt het nog interessanter als ze die vooral goedkoop kunnen lenen. Het downloaden van e-books voor de iLiad-reader is vooralsnog voor een klein publiek belangrijk, evenals het aanbieden van luisterboeken. 40% van de welgestelde omnivoren zegt dat zelfs een verbeterde collectie de bibliotheek niet interessanter voor hen maakt.
goedkoop cd’s/dvd’s downloaden voor ilead luisterboeken
Figuur 3.8 Dienstverlening: naar de klant toe 50 %
40 %
30 %
Het product komt naar de gebruiker Volgens figuur 3.8 willen de welgestelde omnivoren graag hun zaken van huis uit regelen: materialen reserveren, databanken raadplegen en hun materialen thuisbezorgd krijgen, zijn diensten die de bibliotheek voor hen letterlijk dichterbij brengen. Als dat niet kan, is het ophalen en inleveren van materialen bij de supermarkt of bij een bibliotheek dichter bij huis, of eventueel zelfs op het werk een goed alternatief.
20 %
10 %
0% welgestelde omnivoren digitaal reserveren/
inleveren bij
verlengen
verschill. bibl/stad
thuis databanken
uitleenpunt op het
raadplegen
werk
thuisbezorgen uitleenpunt bij supermarkt
35
Figuur 3.9 Overige interessante dienstverlening 25 %
20 %
15 %
10 %
5%
3.5 De welgestelde omnivoor: nieuwe afnemer van nieuwe diensten?
0% welgestelde omnivoren grand-cafe
informatieve
korting regionale
bestellen
vragen via internet
activiteiten
theatertickets etc.
cursussen
historische film-
meer computers/
en muziek
internetplekken
Figuur 3.10 Interesse in nieuwe diensten
Nu de bestaande diensten nader onder de loep zijn genomen, is het de vraag of er nog kansen zijn in het vierde kwadrant van de Ansoff-matrix: de nieuwe diensten voor nieuwe afnemers. Naast het verbeteren van de bestaande dienstverlening, wat in de vorige paragraaf centraal stond, zijn er een paar geheel nieuwe ideeën aan de respondenten voorgelegd. In de vorm van een aantal ‘scenario’s’ konden zij bij vier ideeën aangeven of zij daarvoor direct in actie zouden komen; of zij daarvoor in actie zouden komen míts het hun geen geld zou kosten, of dat zij daarin geen interesse hadden. De resultaten zijn gepresenteerd in figuur 3.10. Reispakket Het eerste scenario had betrekking op vakanties: ‘U heeft een reis geboekt en het reisbureau biedt u de mogelijkheid om bij de bibliotheek een verrassingspakket te laten samenstellen rondom uw reis en de bestemming.’ Maar liefst 85% van de welgestelde omnivoren vindt het reispakket een goed idee. Ongeveer de helft daarvan wil dat echter alleen als het ze geen geld kost. Wandelpakket Een soortgelijke vraag is gesteld voor een wandelpakket: ‘U wilt een dagje gaan wandelen/fietsen, de bibliotheek biedt u de mogelijkheid een informatiepakket over het betreffende gebied en de tocht mee te nemen.’ Dit pakket is iets minder populair dan het reispakket, maar niettemin gaat 30% van de welgestelde omnivoren naar de bibliotheek om het direct op te halen. Is men er zeker van dat de aangeboden dienst gratis is, dan komt nog eens 47% alsnog in actie.
50 %
40 %
30 %
20 %
10 %
0%
Overige diensten Uit de volledige reeks alternatieven die gepresenteerd werd, zijn er een paar diensten die opvallend hoog scoorden bij een deel van de welgestelde omnivoren, maar die niet onder te brengen zijn onder gemaksdiensten of onder de collectie. Uit figuur 3.9 blijkt dat het grand-café de grote publiekstrekker is. Daarnaast is er een groep met belangstelling voor cursussen en voor korting op regionale activiteiten. Het bestellen van toegangsbewijzen voor culturele instellingen via de bibliotheek is aantrekkelijk voor een bescheiden groep. Eveneens voor een klein publiek zijn de mogelijkheden om historische beeld- en geluidsfragmenten te bekijken of beluisteren belangrijk, en het stellen van allerlei informatieve vragen via internet.
meteen doen
alleen als het gratis is
gespecialiseerd
reispakket
zoeken
bon in kerstpakket
wandelpakket
36
Informatie zoeken met een bibliothecaris Ook is gevraagd of mensen door een gespecialiseerde bibliotheekmedewerker geholpen zouden willen worden bij het zoeken naar specifieke informatie: ‘U wilt iets meer weten over het onderwerp … (het onderwerp dat de respondent noemde in de vraag naar interesses), maar u weet niet hoe en waar u moet beginnen met zoeken. De bibliotheek biedt u de mogelijkheid gedurende een halfuur samen met een medewerker naar dit onderwerp op zoek te gaan.’
Een vijfde van de welgestelde omnivoren zou zich volgens figuur 3.10 meteen aanmelden, 29% alleen als het gratis is. De andere helft van de welgestelde omnivoren zoekt de informatie liever helemaal zelf .
Figuur 3.11 Geschatte abonnementskosten
Het alternatieve kerstpakket In het vierde scenario werd gesteld dat men in het kerstpakket een bon zou vinden waarmee men een gratis bibliotheekabonnement kan afsluiten: 44% van de welgestelde omnivoren is enthousiast en zou het abonnement meteen activeren, en nog eens 19% als het ze verder niets zou kosten. De rest zou de bon aan een ander geven of had zélf liever een andere cadeaubon gekregen.
30 %
3.6 Het abonnement voor welgestelde omnivoren
35 %
25 % 20 % 15 % 10 % 5% 0%
In de voorgaande paragrafen is aangetoond dat de groep welgestelde omnivoren het meeste potentieel bevat voor de bibliotheek en het dichtst in haar bereik ligt. Ook is uiteengezet met welke dienstverlening de groep welgestelde omnivoren het best bereikt kan worden. In deze paragraaf staat het lidmaatschap centraal: welke abonnementsvorm heeft de voorkeur? En in hoeverre zijn welgestelde omnivoren bereid om een lidmaatschap op proef aan te gaan?
welgestelde omnivoren o tot 10
31 tot 40
11 tot 20
41 tot 50
21 tot 30
meer dan 50
Hoe ziet het ideale abonnement eruit, volgens de niet-leden? Kunnen zij inschatten wat een abonnement kost en hebben zij een voorkeur voor betalen per geleend item, of voor het afkopen van het lidmaatschap? Aan de respondenten is gevraagd ‘Hoeveel denkt u dat iemand kwijt is aan een jaarabonnement?’ De meeste welgestelde omnivoren denken dat een abonnement rond de 25 euro kost (zie figuur 3.11). Als gevraagd wordt welke abonnementsvorm het meest aanspreekt, blijkt dat leden en welgestelde omnivoren het liefst het abonnement afkopen, zodat zij voor een bepaald bedrag verder niet hoeven te letten op het aantal materialen dat ze lenen (zie figuur 3.12).
Figuur 3.12 Voorkeur abonnementsvorm 80 %
Tot slot is gevraagd of de niet-leden interesse hebben in een proefabonnement. Een kwart van de welgestelde omnivoren wil dat wel. Ook is gevraagd of mensen interesse zouden hebben in een gratis abonnement. Dan is het animo een stuk hoger: meer dan de helft van de welgestelde omnivoren heeft daar wel oren naar (56%).
70 % 60 % 50 % 40 % 30 %
3.7 Weinig-gebruikers: verloren groep of verborgen potentieel?
20 % 10 % 0%
Nu de gegevens over de groep met het grootste potentieel, de welgestelde omnivoren, voor de bibliotheek nader uitgewerkt zijn, staan in deze paragraaf de genietende en de serieuze weinig-gebruikers centraal. Met welk aanbod kan de bibliotheek hen toch over de streep trekken?
welgestelde omnivoren
vast bedrag, onbeperkt lenen vast bedrag, betalen voor meer geen abonnement, betalen per item
37
Figuur 3.13 Dienstverlening voor weinig-gebruikers 25 %
20 %
15 %
10 %
5%
0% genietende
serieuze
actuele cd/dvd’s
onbeperkte leentijd
digitaal reserveren
van boeken
en verlengen
actuele romans
thuisbezorgen
ophalen en inleveren
goedkope cd/dvd’s
bij supermarkt
thuis databanken
grand-cafe
raadplegen
korting regioactiviteiten
Figuur 3.14 Interesse in nieuwe initiatieven 50 %
40 %
30 %
20 %
10 %
Zoals uiteengezet is in paragraaf 3.2 zijn de weinig-gebruikers vaker niet-lezer en zijn zij ook op andere vlakken wat minder actief mediagebruiker dan de andere niet-leden. Als we binnen de groep weinig-gebruikers de twee subgroepen onder de loep nemen, blijkt dat vooral de groep serieuze weinig-gebruikers weinig gebruikmaakt van media en daaraan ook het minste geld uitgeeft. Daarnaast hebben de groepen verschillende voorkeuren: de serieuze weinig-gebruikers, die meer lezen dan de genietende weinig-gebruikers, hebben een voorkeur voor het romantische boek en lezen minder spannende boeken dan de genietende weinig-gebruikers. Ook in de filmgenres komt de romantische voorkeur van de serieuze weinig-gebruikers naar voren, terwijl de genietende weinig-gebruikers méér dan de serieuze weinig-gebruikers een voorkeur hebben voor komische films. Nederlandstalige muziek is vooral bij de serieuze weinig-gebruikers favoriet. De genietende weinig-gebruikers houden in vergelijking meer van dance en van rockmuziek. Als het gaat over games zit het verschil hierin dat er onder serieuze weiniggebruikers vooral spelletjes- en puzzelfanaten te vinden zijn, terwijl de genietende weinig-gebruikers bij voorkeur actiegerichte spellen doen. Interesse in bestaande dienstverlening Al zijn de weinig-gebruikers als totale groep minder geïnteresseerd in het mediaaanbod, toch bestaat er met name bij de genietende weinig-gebruikers wel degelijk belangstelling voor bepaalde diensten van de bibliotheek. Over het algemeen blijkt (zie figuur 3.13) dat de genietende weinig-gebruikers vooral interesse hebben in het aanbod van cd’s en dvd’s en in diensten die het gemak voor de gebruiker van huis uit vergroten. De serieuze weinig-gebruikers hebben daarentegen vooral belangstelling voor een ruime en actuele collectie romans. Afgezien daarvan hebben de serieuze weinig-gebruikers over het algemeen veel minder interesse in verbeterde dienstverlening dan de genietende weinig-gebruikers. Belangstelling voor nieuwe initiatieven In paragraaf 3.5 is de belangstelling voor nieuwe initiatieven zoals een reispakket, een wandelpakket of gespecialiseerd zoeken nader uitgewerkt. Uit het onderzoek blijkt dat voor al deze initiatieven geldt dat de weinig-gebruikers er veel minder belangstelling voor hebben dan de welgestelde omnivoren of de leden. Onderling zijn er geen verschillen tussen de genietende weinig-gebruikers en de serieuze weinig-gebruikers. In figuur 3.14 is dan ook geen onderscheid gemaakt en zijn ze gekwalificeerd als weinig-gebruikers, afgezet tegen enerzijds de welgestelde omnivoren en anderzijds de bibliotheekleden. In alle drie de voorstellen (reispakket, wandelpakket en zoeken met een bibliothecaris) blijkt duidelijk dat er bij de weinig-gebruikers veel minder behoefte bestaat aan dit soort nieuwe diensten. Wel blijkt ook bij de weinig-gebruikers het reispakket het meest aan te spreken en het zoeken met een bibliotheekmedewerker het minst.
0% leden
welgestelde omnivoren
reispakket wandelpakket gespecialiseerd zoeken
38
weiniggebruikers
Proefabonnement In hoeverre is er bij deze groep, die weinig behoefte lijkt te hebben aan media en diensten van de bibliotheek, toch nog een gedeelte te winnen voor een proefabonnement? En welke abonnementsvorm spreekt hen het meest aan?
Er is weinig animo voor een proefabonnement: slechts 7% van de genietende weinig-gebruikers en 9% van de serieuze weinig-gebruikers heeft hierin interesse (zie figuur 3.15). Áls men een abonnement zou nemen, heeft het afkopen van het leengeld de voorkeur, maar toch wil een groot deel van de respondenten uit de groep liever betalen per geleend item (circa 45%). De onderlinge verschillen tussen de serieuze en de genietende weinig-gebruikers zijn verwaarloosbaar klein. Vooral voor mensen die verwachten dat zij weinig materialen zullen lenen, kan de drempel voor een abonnement wel eens te hoog zijn.
3.8 Conclusie In dit hoofdstuk is betoogd dat de bibliotheek zich het best kan richten tot de groep welgestelde omnivoren, omdat zij het meest lijken op de huidige bibliotheekgebruikers en in vergelijking tot de overige niet-leden de meeste belangstelling hebben voor bibliotheekgerelateerde diensten. Op basis van de resultaten mag men verwachten een bepaalde groep welgestelde omnivoren te bereiken door hun meer gemak te bieden. Als zij niet zelf naar de bibliotheek hoeven om aan materialen te komen, zijn ze wellicht eerder geneigd om van de bibliotheek gebruik te maken voor boeken, cd’s en andere materialen waarvan zij veelvuldig gebruikmaken.
Figuur 3.15 Voorkeur abonnement weiniggebruikers 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0% genietende weinig-gebruikers
serieuze weinig-gebruikers
abonnement afkopen: onbeperkt lenen boven een limiet betalen per item betalen per item, geen abonnement
Afgaand op de redenen die de welgestelde omnivoren hebben om géén lid te zijn, zal de bibliotheek zich vooral moeten afvragen of zij de concurrentie met internet wil aangaan om deze groep te bereiken. Het zijn mensen met een druk tijdsschema, die toch willen lezen, film kijken et cetera, maar die zich geen tijd gunnen om daarvoor naar de bibliotheek te gaan. Hun informatiehonger wordt gestild door het internet en hun boeken en films halen ze in de (internet)winkel. Wel maakt 14% gebruik van een andere bibliotheekpas. Wellicht kan de bibliotheek invoering van een pas overwegen die gekoppeld is aan een huishouden in plaats van een pas voor individueel gebruik die net zo goed door het hele gezin gebruikt wordt. Welgestelde omnivoren hebben wel de voorkeur voor het afkopen van het leengeld. De weinig-gebruikers zijn moeilijker te bereiken, maar met gerichte inspanningen is het mogelijk toch een kern van deze groep te bereiken. Daarbij kan de bibliotheek vooral inspelen op de voorkeuren van deze groep. Ze kan bibliotheekgebruik bij deze groep stimuleren door in haar dienstverlening de nadruk te leggen op het audiovisuele aanbod: bijvoorbeeld een ruime en actuele collectie cd’s en dvd’s. Betalen per item in plaats van algemeen abonnementsgeld kan de drempel voor een lidmaatschap juist voor de groep weinig-gebruikers verlagen.
39
Hoofdstuk 4 Conclusies en aanbevelingen Tot besluit van deze onderzoeksrapportage worden de betekenis van het onderzoek aan de hand van thematische conclusies beschreven. Vervolgens worden aanbevelingen en handreikingen geformuleerd voor een aantal aspecten van de bibliotheekorganisatie. Het hoofdstuk sluit af met een terugblik op het onderzoeksproces en suggesties voor vervolgonderzoek.
4.1 Betekenis van het onderzoek Op basis van de onderzoeksresultaten zoals beschreven in de voorgaande hoofdstukken kunnen voor een aantal thema’s conclusies worden getrokken.
4.1.1 Maatschappelijk draagvlak als positieve basis voor de toekomst Eén van de belangrijkste resultaten van dit onderzoek is verbonden met het antwoord op de vraag naar het draagvlak voor de bibliotheek als maatschappelijk instituut. Ondanks de dalende trend wat betreft het aantal lidmaatschappen en uitleningen en ondanks afnemend en veranderend leesgedrag en informatiegebruik via de bibliotheek, blijkt er nog steeds een groot draagvlak te bestaan voor de bibliotheek. Dit resultaat kan, mede tegen de achtergrond van de bestaande doemscenario’s voor de bibliotheek, als basis dienen om de toekomst van de sector op een positieve wijze tegemoet te gaan. Het is dan ook zeer de vraag in hoeverre de (doem) scenario’s uit het meest recente SCP-rapport (Huysmans en Hillebrink, 2008) werkelijkheid zullen worden. De resultaten van dit marktonderzoek bieden een duidelijk beeld over omvang en aard van het potentieel van de openbare bibliotheek.
4.1.2 Concurrentie van het internet Hoewel boeken nog altijd de kern van de bibliotheek vormen en de bibliotheek daarmee dé inspiratiebron is voor lezen en literatuur, is er op dit terrein duidelijke concurrentie van (internet)boekhandels. Het feit dat lezers de informatievoorziening over literatuur, kunst en cultuur verbeterd zien met de komst van internet geeft aan dat er blijkbaar op dit gebied een vacuüm bestond dat door internet is opgevuld. Uit dit marktonderzoek blijkt verder dat mond-tot-mondreclame en eerdere leeservaringen de belangrijkste richtingwijzers zijn bij de keuze van een volgend boek. Ook op het gebied van kunst en cultuur ondervindt de bibliotheek concurrentie van internet. Mensen geven aan op de hoogte gehouden te willen worden van culturele activiteiten in de lokale omgeving en/of geïnteresseerd te zijn in het verkrijgen van korting op regionale activiteiten. Zij zien echter minder in hoe de bibliotheek hen op dit vlak van dienst kan zijn. Daarbij komt dat verschillende diensten (bijv. het bestellen van kaartjes, kortingsacties, lezingen) al door andere aanbieders op internet worden aangeboden. Ook in het kader van de informatiefunctie blijkt dat de meeste mensen hun weg in de informatiesamenleving wel kunnen vinden en de bibliotheek daarbij niet nodig hebben. In het verlengde hiervan blijkt de bibliotheek als bemiddelaar van betrouwbare informatie niet of nauwelijks te voorzien in een behoefte.
41
4.1.3 Kansen voor de bibliotheek Gelukkig zijn er kansen genoeg voor de bibliotheek. Allereerst op het gebied van educatie: de bibliotheek wordt vooral geassocieerd met het nut ervan voor kinderen en jongeren. De educatieve functie van de bibliotheek is kansrijk op het gebied van cursussen via de bibliotheek. De vraag aan welk soort cursussen behoefte is kan onderwerp van verder onderzoek zijn. In haar sociale functie heeft de bibliotheek zeker een toekomst door als ontmoetingsplek te fungeren. Het sociale aspect (een praatje maken), de uitstraling en het gemak (van een grand café bijvoorbeeld) kunnen een rol spelen om de verblijfsduur van de bezoeker te verlengen. Het huidige aanbod aan lezingen en debatten voorziet, ongeacht het thema, niet of nauwelijks in een behoefte. Ook op dit gebied wordt de suggestie gedaan voor vervolgonderzoek, om op die manier te achterhalen welke behoeften bij (potentiële) doelgroepen leven. Een andere kans is gelegen in de behoefte aan diverse vormen van dienstverlening. Voor een aantal van deze diensten, zoals het digitaal verlengen en reserveren, gaat het motto ‘onbekend maakt onbemind’ in sterke mate op. Deze dienst is zeer gewenst en wordt door de meeste bibliotheken al jaren aangeboden. Dit is echter blijkbaar bij het brede publiek niet of nauwelijks bekend, terwijl hiervoor wel de grootste interesse bestaat. Naast een behoefte aan digitale gemaksdiensten vinden respondenten een onbeperkte uitleenduur en een ruime beschikbaarheid van actuele titels van romans en leesboeken zeer belangrijk. Dit laatste aspect blijkt ook nadrukkelijk uit onderzoeken naar de tevredenheid van bestaande klanten van de bibliotheek. Belangstelling, hoewel in mindere mate, is er ook voor het raadplegen van databanken vanuit huis, het thuisbezorgen van boeken en het goedkoop lenen van cd’s en dvd’s. In algemene zin geldt dat de behoefte aan bovengenoemde diensten onder leden groter is dan onder niet-leden.
4.1.4 Benadering van specifieke doelgroepen Een andere kans voor bibliotheken is om zich te richten op een beperkt aantal nieuwe klantsegmenten. Uit een analyse van alle mensen zonder eigen abonnement komen twee duidelijke groepen naar voren: 1. de welgestelde omnivoren 2. de weinig-gebruikers. Welgestelde omnivoren Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de groep van welgestelde omnivoren, zoals wij deze niet-leden omschreven hebben, het meest in aanmerking komt voor een specifieke benadering. Deze groep mensen lijkt het meest op de huidige bibliotheekgebruikers en heeft, in vergelijking met de overige niet-gebruikers, de meeste belangstelling voor bibliotheekgerelateerde diensten. Omdat deze potentiële klanten een druk leven leiden en veel gebruikmaken van internet om aan hun informatie te komen, lijken ze het best te ‘vangen’ met een aantal van de eerder genoemde gemaksdiensten, zoals het digitaal reserveren en verlengen. Zij hebben ook belangstelling voor thuisbezorging van materialen en het ophalen en inleveren van materialen bij de supermarkt, op het werk en op de school of opvang van hun kinderen. Het grand café voorziet voor de welgestelde omnivoor zelfs in een grotere behoefte dan voor een bibliotheeklid. Een cultuurpunt, lezingen en tentoonstellingen zijn niet de eerste zaken waarvoor welgestelde omnivoren naar de bibliotheek zouden komen. Op het gebied van informatieve onderwerpen blijkt de actualiteit bij welgestelde omnivoren het meest in een behoefte te voorzien. Van een aantal nieuwe diensten blijkt eigenlijk alleen een onbeperkte uitleentermijn de interesse te wekken van de welgestelde omnivoren. Verder blijkt prijs een belangrijk aspect te zijn bij het keuzeproces om wel of niet lid te worden van de bibliotheek. Dit is overigens wel opmerkelijk aangezien het de groep is die verreweg het meeste geld uitgeeft
42
aan boeken en andere media. Deze groep is zeker wel geïnteresseerd in een aantal nieuwe diensten, zoals het populaire reispakket om mee te nemen op vakantie, maar de animo hiervoor stijgt naarmate dit soort diensten gratis verkrijgbaar zijn. Weinig-gebruikers De groep van weinig-gebruikers is moeilijker te bereiken, maar blijkt een voorkeur te hebben voor het betalen per item, waarschijnlijk omdat zij verwachten minder materialen te lenen. Daarnaast blijkt dat de groep van weinig-gebruikers vooral geïnteresseerd is in elektronica en auto’s & motoren. Samengevat kunnen de resultaten van dit onderzoek aan de hand van de Ansoff-matrix uit hoofdstuk 1 als volgt worden weergegeven:
Bestaande Markten
Nieuwe markten
Bestaande producten
Nieuwe producten
Marktpenetratie
Productontwikkeling
π Draagvlak voor de bibliotheek als maatschappelijk instituut π Educatieve functie: cursussen via de bibliotheek π Sociale functie: grand café π Culturele functie: informatie over lokale activiteiten π Informatieve functie: inzetten op actualiteit, elektronica en auto’s (mannen) en op reizen, eten & drinken, consumenteninformatie (vrouwen) π Collectie: actualisatie
π Thuisbezorgen van materialen π Ophalen/inleveren bij andere bibliotheken c.q. supermarkten π Onbeperkte uitleentermijn
Marktontwikkeling
Diversificatie
Welgestelde omnivoren: π Digitaal reserveren/verlengen π Raadplegen databanken vanuit huis π Grand café π Informatieve interesse m.b.t. actualiteit π Collectie: actualisatie
Welgestelde omnivoren: π Thuisbezorgen van materialen π Onbeperkte uitleentermijn Weinig-gebruikers: π Betalen per item
Weinig-gebruikers: π Informatieve interesse m.b.t. elektronica, auto’s & motoren π Digitale gemaksdiensten π Goedkoop lenen cd’s en dvd’s π Actueel aanbod cd’s en dvd’s
43
4.2 Aanbevelingen en handreikingen Aan de hand van de onderzoeksresultaten en de hiervoor beschreven conclusies kunnen de volgende aanbevelingen en handreikingen worden gedaan aan openbare bibliotheken. Positieve benadering Het draagvlak van de openbare bibliotheek als maatschappelijk instituut kan voor directeuren en medewerkers van openbare bibliotheken niets anders dan moed geven voor het werken aan de toekomst van de bibliotheek. Ondanks alle (structuur)veranderingen binnen de bibliotheeksector en de vele eisen die dat met zich brengt, rechtvaardigen de resultaten van dit onderzoek enig optimisme voor de toekomst: kwantitatief heeft de bibliotheek zeker potentieel. Daarnaast bieden de onderzoeksresultaten voldoende stof tot reflectie en legitimeren, op onderdelen althans, een heroriëntatie met betrekking tot de visie en missie van de bibliotheek. Kernfuncties Een eventuele heroriëntatie op missie en visie van de bibliotheek kan losstaan van beleidsmatige en alledaagse aanpassingen op de kernfuncties: π Bibliotheek als inspiratiebron Met betrekking tot de leesfunctie kan de bibliotheek inspelen op het gegeven dat mond-tot-mondreclame en eerdere leeservaringen de belangrijkste richtingwijzers zijn bij de keuze van lezers voor een volgend boek. Dit kan de bibliotheek doen door de uitwisseling van lezersreacties te faciliteren, bijvoorbeeld door recensies van boeken te verzamelen en beschikbaar te stellen. Het leggen van verbindingen via de catalogus met virtuele boekenplanken zoals MyLibrary en Shelfari is een manier om lezers hun privécollectie beschikbaar te laten stellen en te laten delen met andere burgers. Hyves kan een moderne ontmoetingsplaats zijn om mensen op het gebied van lezen en literatuur aan elkaar te binden. Bibliotheken zouden leeskringen, de laatste tijd een populair fenomeen, een nieuw (virtueel) leven kunnen inblazen. π Bibliotheek als informatievoorziening De informatiefunctie biedt kansen voor de bibliotheek om een aantal efficiencyslagen te maken. Als betrouwbaarheid van gegevens voor burgers nauwelijks een criterium is en burgers zelf hun weg vinden in de informatiesamenleving, dan dient zich de vraag aan of in de informatiefunctie van de bibliotheek wellicht minder geïnvesteerd zou moeten worden. De vrijgekomen speelruimte kan dan weer gebruikt worden om andere activiteiten op zicht te nemen. π Culturele functie De bibliotheek zal zich moeten bezinnen op de invulling die zij wil geven aan haar culturele functie. Voor het organiseren van activiteiten is het raadzaam om de behoeften en verwachtingen van mensen te kennen. Door activiteiten consequent te evalueren kan de bibliotheek steeds opnieuw leren, conclusies trekken en nieuwe marktinformatie ontwikkelen.
44
Het verdient ook aanbeveling om doelgroepen gericht te benaderen met een nieuwsbrief of andere acties die specifiek op de doelgroep gericht zijn. Daarnaast wordt aanbevolen om de rol van cultuurmakelaar vorm te geven door samenwerkingsverbanden aan te gaan met culturele instellingen die vaak een ander bereik hebben dan de bibliotheek. Collectieve voordelen van de toegangspas, het organiseren van gezamenlijke activiteiten en schrijfruimte in elkaars (digitale) nieuwsbrieven zijn voorbeelden die ingezet kunnen worden.
π Educatieve functie Met betrekking tot de educatiefunctie verdient het sterke aanbeveling om aan de hand van klantenpanels te onderzoeken op welke gebieden klanten een cursus zouden wensen. Evenals bij de culturele functie kan de bibliotheek ook hier samenwerken met lokale (cultuur)instituten die vaak een bestaand aanbod hebben. Op deze manier is de bibliotheek minder de organisator van activiteiten, maar profiteert zij van de faciliterende verbindingen die ze tot stand brengt. π Ontmoeting en debat Ontmoeting is niet een primaire beweegredenen van burgers om naar de bibliotheek te maken, maar als men eenmaal over de drempel is dan lijkt ook een stukje uitstraling (inrichting en sfeer) en gemak (grandcafé) van belang. De sociale functie van de bibliotheek kan deels parallel ontwikkeld worden met de culturele functies, waarbij voor het aanbod van aansprekende lezingen lokale samenwerking gezocht kan worden. Marketing en pr van bestaande diensten Voor een aantal vormen van dienstverlening gaat het motto ‘onbekend maakt onbemind’ in sterke mate op: veel diensten blijken het brede publiek niet of nauwelijks bekend te zijn, terwijl hiervoor wel veel interesse bestaat. Het wordt aanbevolen om met behulp van marketing en pr gericht bekendheid te geven aan dit soort diensten en hierbij gebruik te maken van praktische handreikingen (de Groof en van Weert, 2008). Het gaat met name om een aantal gemaksdiensten, waaronder het digitaal reserveren en verlengen van media. Wellicht is hier een meer centrale (bijvoorbeeld landelijke of provinciale) aanpak mogelijk door bundeling van (mens)kracht en budget. Ontwikkeling van nieuwe diensten Er is ook behoefte aan nieuwe diensten, zoals een onbeperkte uitleenduur, het betalen per transactie zonder vast lidmaatschap en het thuisbezorgen van boeken en andere media. Bij de ontwikkeling van dit soort diensten dient rekening te worden gehouden met het feit dat prijs een medebepalende invloed heeft op de mate waarin men van die diensten gebruik gaat maken. Het mag allemaal niet te duur zijn; bij voorkeur is het gratis. Organisatorisch betekent het – in het geval van een onbeperkte uitleenduur en het betalen per transactie – een beroep op interne flexibiliteit en aanpassing van bibliotheeksystemen om dit soort diensten ook efficiënt te kunnen aanbieden. Niche marketing bij bestaande en nieuwe doelgroepen Aan de hand van de onderzoeksresultaten is het aan te bevelen een aantal marktsegmenten te onderscheiden. Het is zaak om niet langer bestaande en/of nieuwe producten en diensten voor een breed publiek aan te bieden (alles voor iedereen), maar letterlijk de ‘niches’ in de markt op te zoeken, wensen en behoeften van die verschillende niches te expliciteren en ze gericht te benaderen met specifieke acties. Het onderzoek biedt voldoende aanknopingspunten om de groepen van welgestelde omnivoren en weinig-gebruikers exacter te duiden. Welgestelde omnivoren blijken het meeste en beste potentieel voor de bibliotheek te hebben. Het wordt aanbevolen om hierbij gebruik te maken van de ingevulde Ansoff-matrix. Het gericht benaderen van specifieke doelgroepen vereist echter wel dat informatie beschikbaar is over de klant. Hiertoe dienen bibliotheeksystemen uitgebreid te worden met mogelijkheden om dit soort klantgegevens toe te voegen, zodat per postcodegebied of per klantsegment de belangrijkste behoeften in kaart gebracht kunnen worden. De publicatie Voor iedere situatie de juiste segmentatie (Neefs en Oomes, 2008) biedt hiertoe verdere handreikingen. Collectioneren in de toekomst Het gegeven dat gebruikers en weinig-gebruikers elk op hun eigen manier een brede en actuele collectie wensen, impliceert dat bibliotheken hierop moeten inspelen met hun collectiebeleid. Hoewel nader onderzoek naar de
45
reikwijdte van het begrip actualiteit noodzakelijk is, blijkt wel dat mensen behoefte hebben om de meest recente boeken en audiovisuele media (cd’s en dvd’s) te kunnen lenen bij de bibliotheek. Hierop dienen niet alleen het collectiebeleid en de collectieprofielen aangepast te worden, maar is ook verbetering van de logistiek noodzakelijk om de meest actuele boeken en andere producten ook snel beschikbaar te hebben voor het grote publiek. Met betrekking tot de informatieve collectie wordt aanbevolen om in te zetten op een beperkt aantal onderwerpen. Daarnaast wordt aanbevolen om de uitleencijfers gedetailleerd te bestuderen en op basis hiervan te komen tot meer radicale keuzes voor het afschrijven van boeken en andere materialen.
4.3 Ten slotte De onderzoekers blikken met tevredenheid terug op de resultaten van het marktonderzoek. Deze bieden voldoende aanknopingspunten voor verdere actie door bibliotheken, al dan niet uit te werken in samenwerking met provinciale serviceorganisaties. 1. Initiatieven die men naar aanleiding van (dit) marktonderzoek ontwikkelt, worden nog niet centraal verzameld binnen de bibliotheeksector. Hierdoor worden regelmatig op diverse plaatsen vergelijkbare initiatieven ontwikkeld zonder dat men dit van elkaar weet. Een centrale plaats voor het verzamelen van de do’s en don’ts van dergelijke initiatieven is daarom een ‘must’. De branche-organisatie VOB en de provinciale service organisaties kunnen hierin een centrale rol spelen. 2. Naar aanleiding van dit marktonderzoek wordt de suggestie gedaan om vervolgonderzoek te doen naar de begrippen actualiteit, ontmoeting en debat. Dit zijn voor de bibliotheek belangrijke gebieden die nog onvoldoende in kaart zijn gebracht. Nader onderzoek kan gedaan worden door het formeren van klantenpanels. 3. Naast het ontwikkelen van nieuwe initiatieven verdient het de aanbeveling om ook stil te staan bij manieren waarop de effectiviteit van dergelijke initiatieven gemeten kan worden. De basis hiervoor is dat vooraf duidelijk is met welk doel een nieuw initiatief is opgezet en vooraf is vastgesteld waaraan de mate van succes is af te meten (= de SMART-methode). 4. Om de informatiefunctie verder vorm te geven via de collectie dient nader onderzoek plaats te vinden naar de vraag of en zo ja, op welke wijze de bibliotheek dit kan realiseren. Dit kan door middel van focusgroepen, maar om representatieve gegevens te verkrijgen wordt aanbevolen hiertoe grootschaliger onderzoek te doen. 5. Om toekomstige doublures en fragmentatie van onderzoek te voorkomen wordt voorgesteld onderzoek te doen naar de mogelijkheid en haalbaarheid van een Nationaal Instituut voor Bibliotheekonderzoek, waardoor slagvaardig en op basis van een overeen te komen onderzoeksagenda antwoorden worden verkregen op de bovengenoemde en andere onderzoeksvragen. Hoewel een aantal aanbevelingen en handreikingen zijn gedaan, leggen de onderzoekers nadruk op de eigen creativiteit van de bibliotheek om op basis van kennis van de lokale context te komen tot relevante initiatieven. De onderzoekers geven dan ook aan dat het marktonderzoek niet als een vacuüm beschouwd moet worden, maar vooral ook in relatie tot bestaand onderzoek (Nationaal Ledenonderzoek, MOSAIC) gezien moet worden. Uiteindelijk is het de eigen verantwoordelijkheid van de bibliotheek om met de vele puzzelstukjes te komen tot één moderne bibliotheekorganisatie; een organisatie met een langetermijnvisie, een organisatie ook die proactief is en weet in te spelen op de wensen en behoeften van bestaande en potentiële klanten.
46
47
Literatuur Ansoff, I.H. (1965) Corporate Strategy. New York, MC Graw-Hill. Bannink, F., Matern. O en van Hoeve, M. (2007) Innovatiekracht Openbare Bibliotheken. Utrecht, Berenschot. Boschma, J. en Groen, I. (2006) Generatie Einstein. Slimmer, sneller en socialer communiceren met jongeren van de 21e eeuw. Pearson Education Benelux. Duimel, M. en Haan, J. de (2007) Nieuwe links in het gezin. De digitale leefwereld van tieners en de rol van hun ouders. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. Groof, Th. de en Weert, L. van (2008) Marketing en onderzoek. Instappen en gaan! Tilburg, Cubiss. Haan, J. de en Adolfsen, A. (2008) De virtuele cultuurbezoeker. Publieke belangstelling voor cultuurwebsites. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. Hermes, J. Naber, P. en Dieleman, A. (2007) Leefwerelden van jongeren. Thuis, school, media en populaire cultuur. Bussum, Uitgeverij Coutinho. Huysmans, F. en Hillebrink, C. (2008) De openbare bibliotheek tien jaar van nu. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. Huysmans, F., Haan, J. de en van den Broek, A. (2004) Achter de schermen. Een kwart eeuw lezen, luisteren, kijken en internetten. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. Janssen, B. (2007) Groot deel nulleners bezoekt bibliotheek regelmatig. Kort interview met onderzoeker Liesbeth van Weert. Bibliotheekblad, no. 2, p. 7 (2007). Meijjer, E., Waning, E. en Dubbeldam, B. (2008) Klantsegmentatie Nederlandse openbare bibliotheken. Rotterdam, Elsbeth Meijjer Cultuur Onderzoeken.
48
Mulders, M. (2007) 75 Managementmodellen. Groningen/Houten, Wolters-Noordhoff. Neefs, M. en Oomes, M. (2008) Voor iedere situatie de juiste segmentatie - wegwijs in segmenteren voor bibliotheekorganisaties. Tilburg, Cubiss. Ploeg, F. van der (1999) Cultuur als confrontatie: een ondernemende cultuur (25 oktober 1999). Den Haag, Sdu. Raad voor Cultuur (1998) Advies over de bestuurlijke organisatie van het openbare bibliotheekwerk. Den Haag, Raad voor Cultuur. Stalpers, C. (2004) Marktsegmenten onder volwassenen. Geraadpleegd op 20 oktober 2008 via http://www.bibliotheekonderzoek.nl/data/content/brancheonderzoeken/nietgebruikersonderzoek.html. Stuurgroep herstructurering openbaar bibliotheekwerk (1991) Open poort tot kennis. Advies Stuurgroep herstructurering openbaar bibliotheekwerk. Zoetermeer, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) (2008) De klant is koningin. Handboek voor de openbare bibliotheken in Nederland. Den Haag, Vereniging Openbare Bibliotheken. Vereniging Openbare Bibliotheken en Vereniging Nederlandse Gemeenten (2005) Richtlijn voor basisbibliotheken. Den Haag, Vereniging Openbare Bibliotheken.
49
50
Bijlage Frequentietabellen per onderzoeksvraag In deze bijlage worden alle oorspronkelijke onderzoeksgegevens gepresenteerd. Hierbij wordt telkens het onderscheid gemaakt tussen de marktsegmenten zoals die ook in de rapportage aan bod zijn gekomen.
Aantal respondenten in de steekproef: totaal en per groep (N) Bibliotheek (totaal)
16303
Leden
22 %
Welgestelde omnivoren
30 %
Genietende weinig-gebruikers
30 %
Serieuze weinig-gebruikers
18 %
51
Tabel 1 Hoe vaak maakt u in uw vrije tijd gebruik van media als boeken, cd’s, films en games en onder welk genre vallen deze? Groepsindeling respondenten Leden
Welgestelde omnivoren
Hoeveel boeken leest u in uw vrije tijd? Eén of meer boeken per week 24% 30% Eén tot drie boeken per maand 41% 44% Eén tot drie boeken per half jaar 21% 36% Minder dan één boek per half jaar 14% 7% Totaal 100% 100% Onder welk genre valt het boek dat u het laatst heeft gelezen? Romantisch (fictie) 17% 14% Spannend (fictie) 46% 47% Literair (fictie) 11% 11% Waargebeurd verhaal (non fictie) 14% 14% Informatief (non fictie) 10% 13% Weet ik niet 1% 1% Totaal 100% 100% Hoeveel cd’s luistert u in uw vrije tijd? Eén of meer cd’s per dag 25% 27% Eén of meer cd’s per week 34% 36% Eén of meer cd’s per maand 21% 21% Eén of meer cd’s per half jaar 10% 9% Minder dan één cd per halfjaar 10% 7% Totaal 100% 100% Onder welk genre valt de cd die u het laatst heeft geluisterd? Rock /Heavy metal 12% 15% Electronic 1% 1% Jazz 2% 3% Klassiek/ opera 7% 5% Nederlandstalig 21% 17% Soul 2% 3% Country/Folk 3% 3% Reggae 1% 1% New age 2% 2% Hardcore/punk 1% 1% R&B / gospel 4% 4% Hip Hop / rap 1% 2% Pop 28% 28% Wereldmuziek 4% 4% Dance 6% 6% Latin 2% 2% Weet ik niet 5% 4% Totaal 100% 100% 52
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
2% 6% 21% 71% 100%
8% 16% 21% 55% 100%
11% 27% 25% 37% 100%
15% 48% 5% 16% 12% 3% 100%
22% 40% 5% 18% 11% 3% 100%
16% 46% 9% 15% 12% 2% 100%
25% 32% 19% 10% 14% 100%
19% 25% 19% 12% 25% 100%
24% 32% 20% 10% 13% 100%
13% 1% 2% 2% 23% 1% 3% 2% 1% 2% 3% 3% 24% 3% 12% 2% 4% 100%
8% 1% 1% 3% 28% 3% 3% 2% 1% 2% 4% 2% 23% 4% 7% 2% 6% 100%
12% 1% 2% 4% 21% 2% 3% 1% 1% 1% 4% 2% 26% 3% 8% 2% 5% 100%
ΩΩ
Leden
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Hoeveel films kijkt u in uw vrije tijd? Eén of meer films per dag 7% 9% Eén tot drie films per week 43% 48% Eén tot drie films per maand 28% 27% Eén tot drie films per half jaar 11% 10% Minder dan één film per half jaar 10% 6% Totaal 100% 100% Onder welk genre valt de film die u voor het laatst heeft gekeken? Misdaad 11% 12% Thriller 24% 25% Documentaire 4% 3% Romantiek 14% 12% Avontuur 12% 14% Animatie 2% 2% Horror 3% 3% Oorlog 3% 3% Western 1% 1% Komedie 16% 18% Anders 5% 6% Weet ik niet 4% 3% Totaal 100% 100% Hoe vaak speelt u computergames in uw vrije tijd? Elke dag 16% 16% Eén of meer keer per week 23% 25% Eén - drie keer per maand 13% 15% Eén - drie keer per half jaar 6% 8% Eén - drie keer per jaar 8% 9% Minder dan eens per jaar 34% 27% Totaal 100% 100% Onder welk genre valt de laatste computergame die u heeft gespeeld? Actie 10% 10% Avontuur & rollenspel 12% 12% Entertainment 5% 5% Race 4% 5% Simulatie 5% 5% Sport 5% 6% Strategie 17% 18% Spellen 18% 18% Puzzels 21% 19% Weet ik niet 4% 3% Totaal 100% 100%
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
10% 45% 23% 10% 12% 100%
9% 36% 20% 11% 24% 100%
9% 44% 25% 10% 12% 100%
12% 21% 2% 8% 13% 2% 5% 3% 1% 22% 7% 3% 100%
11% 21% 3% 11% 12% 2% 5% 3% 2% 19% 6% 5% 100%
12% 23% 3% 11% 13% 2% 4% 3% 1% 19% 6% 4% 100%
18% 25% 13% 6% 7% 31% 100%
16% 20% 11% 5% 6% 42% 100%
17% 24% 13% 6% 8% 33% 100%
14% 10% 5% 7% 4% 9% 15% 17% 17% 3% 100%
11% 9% 6% 6% 3% 6% 13% 23% 20% 5% 100%
11% 11% 5% 5% 4% 7% 16% 18% 19% 3% 100%
53
Tabel 2 Hoe vaak leest u boeken? Leden
Thuis doordeweeks Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Thuis in het weekeinde Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Onderweg Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Tijdens vakantie Vaak Soms Zelden Nooit Totaal
54
Groepsindeling respondenten Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
51% 36% 10% 2% 100%
36% 47% 15% 3% 100%
20% 51% 22% 7% 100%
35% 46% 14% 5% 100%
38% 44% 14% 3% 100%
58% 34% 7% 1% 100%
43% 47% 8% 2% 100%
24% 54% 17% 6% 100%
38% 46% 12% 4% 100%
44% 44% 9% 2% 100%
15% 23% 23% 39% 100%
13% 23% 25% 39% 100%
9% 19% 20% 51% 100%
9% 20% 21% 51% 100%
12% 22% 23% 42% 100%
75% 18% 3% 3% 100%
70% 22% 5% 3% 100%
49% 33% 10% 8% 100%
53% 29% 9% 9% 100%
66% 23% 6% 4% 100%
Tabel 3 Hoe vaak luistert u muziek? Leden
Thuis doordeweeks Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Thuis in het weekeinde Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Onderweg Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Tijdens vakantie Vaak Soms Zelden Nooit Totaal
Groepsindeling respondenten Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
42% 40% 15% 3% 100%
40% 42% 16% 3% 100%
38% 38% 18% 6% 100%
38% 40% 17% 5% 100%
40% 40% 16% 4% 100%
44% 40% 13% 3% 100%
44% 41% 12% 2% 100%
39% 41% 15% 5% 100%
38% 40% 18% 5% 100%
41% 41% 14% 4% 100%
57% 23% 9% 11% 100%
59% 23% 9% 9% 100%
61% 22% 9% 8% 100%
52% 26% 9% 12% 100%
58% 24% 9% 10% 100%
42% 37% 13% 7% 100%
41% 38% 15% 6% 100%
38% 39% 15% 8% 100%
34% 37% 16% 13% 100%
39% 38% 15% 8% 100%
55
Tabel 4 Hoe vaak kijkt u naar een film? Leden
Thuis doordeweeks Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Thuis in het weekeinde Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Onderweg Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Tijdens vakantie Vaak Soms Zelden Nooit Totaal
56
Groepsindeling respondenten Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
31% 50% 17% 2% 100%
34% 50% 14% 1% 100%
35% 49% 15% 2% 100%
36% 47% 15% 2% 100%
34% 49% 15% 2% 100%
47% 44% 8% 0% 100%
50% 44% 6% 0% 100%
47% 43% 8% 1% 100%
45% 47% 8% 1% 100%
48% 44% 7% 1% 100%
2% 4% 9% 85% 100%
1% 3% 11% 85% 100%
1% 4% 8% 87% 100%
3% 7% 7% 84% 100%
2% 4% 9% 85% 100%
10% 25% 26% 39% 100%
10% 28% 27% 35% 100%
9% 23% 29% 38% 100%
10% 24% 23% 44% 100%
10% 25% 27% 38% 100%
Tabel 5 Hoe vaak speelt u computergames? Leden
Thuis doordeweeks Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Thuis in het weekeinde Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Onderweg Vaak Soms Zelden Nooit Totaal Tijdens vakantie Vaak Soms Zelden Nooit Totaal
Groepsindeling respondenten
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
41% 37% 19% 3% 100%
38% 38% 19% 4% 100%
42% 37% 17% 4% 100%
42% 39% 15% 4% 100%
41% 38% 18% 4% 100%
38% 41% 18% 3% 100%
36% 43% 18% 3% 100%
40% 41% 17% 3% 100%
38% 42% 17% 4% 100%
38% 42% 17% 3% 100%
2% 6% 11% 80% 100%
2% 6% 13% 79% 100%
2% 7% 11% 80% 100%
2% 8% 11% 79% 100%
2% 7% 12% 80% 100%
10% 19% 18% 52% 100%
9% 21% 19% 51% 100%
10% 20% 19% 51% 100%
8% 18% 17% 57% 100%
9% 20% 19% 52% 100%
57
Tabel 6 Waar haalt u informatie vandaan bijGroepsindeling de keuze van een boek? respondenten Leden
Tips of aanraden van familie vrienden bekenden Nee 59% Ja 41% Medewerkers van een bibliotheek Nee 94% Ja 6% Medewerkers van een winkel Nee 98% Ja 2% Recensies of informatie in kranten en tijdschriften Nee 70% Ja 30% Via het internet Informatie via radio of tv 82% Ja 18% Informatie via radio of tv Nee 96% Ja 4% Eerdere ervaring met een auteur Nee 56% Ja 44% De titel, kaft, hoes of flaptekst Nee 69% Ja 31% Literatuurlijst van school Nee 98% Ja 2% De catalogus van de bibliotheek Nee 90% Ja 10% Reclame (bijv. posters of advertenties) Nee 95% Ja 5% Top 10 lijst Nee 91% Ja 9% Televisieblad of teletekst Nee 99% Ja 1% Anders Nee 95% Ja 5% 58
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
50% 50%
86% 14%
86% 14%
69% 31%
98% 2%
99% 1%
99% 1%
98% 2%
96% 4%
99% 1%
99% 1%
98% 2%
67% 33%
93% 7%
93% 7%
81% 19%
73% 27%
91% 9%
93% 7%
84% 16%
94% 6%
98% 2%
99% 1%
96% 4%
51% 49%
88% 12%
89% 11%
70% 30%
67% 33%
90% 10%
90% 10%
79% 21%
98% 2%
99% 1%
100% 0%
99% 1%
97% 3%
99% 1%
99% 1%
97% 3%
94% 6%
98% 2%
98% 2%
96% 4%
90% 10%
97% 3%
98% 2%
93% 7%
98% 2%
99% 1%
99% 1%
99% 1%
93% 7%
97% 3%
97% 3%
95% 5%
Tabel 7 Waar haalt u informatie vandaan bijGroepsindeling de aanschaf van een muziek cd? respondenten Leden
Tips of aanraden van familie vrienden bekenden Nee 63% Ja 37% Medewerkers van een bibliotheek Nee 99% Ja 1% Medewerkers van een winkel Nee 98% Ja 2% Recensies of informatie in kranten en tijdschriften Nee 82% Ja 18% Via het internet Nee 71% Ja 29% Informatie via radio of tv Nee 69% Ja 31% Eerdere ervaring met een artiest Nee 55% Ja 45% De titel, kaft, hoes of flaptekst Nee 94% Ja 6% De catalogus van de bibliotheek Nee 98% Ja 2% Reclame (bijv. posters of advertenties) Nee 93% Ja 7% Top 10 lijst Nee 85% Ja 15% Televisieblad of teletekst Nee 98% Ja 2% Anders Nee 94% Ja 6%
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
57% 43%
68% 32%
83% 17%
67% 33%
100% 0%
100% 0%
100% 0%
100% 0%
97% 3%
98% 2%
99% 1%
98% 2%
81% 19%
90% 10%
96% 4%
87% 13%
65% 35%
60% 40%
84% 16%
68% 32%
64% 36%
71% 29%
86% 14%
71% 29%
51% 49%
62% 38%
82% 18%
61% 39%
93% 7%
94% 6%
96% 4%
94% 6%
99% 1%
99% 1%
99% 1%
99% 1%
92% 8%
91% 9%
95% 5%
92% 8%
84% 16%
82% 18%
93% 7%
85% 15%
98% 2%
97% 3%
99% 1%
98% 2%
92% 8%
92% 8%
95% 5%
93% 7%
59
Tabel 8 Waar haalt u informatie vandaan bijGroepsindeling de keuze van een film? respondenten Leden
Tips of aanraden van familie vrienden bekenden Nee 54% Ja 46% Medewerkers van een bibliotheek Nee 99% Ja 1% Medewerkers van een winkel Nee 98% Ja 2% Recensies of informatie in kranten en tijdschriften Nee 63% Ja 37% Via het internet Nee 73% Ja 27% Informatie via radio of tv Nee 71% Ja 29% Eerdere ervaring met een acteur Nee 86% Ja 14% De titel, kaft, hoes of flaptekst Nee 88% Ja 12% De catalogus van de bibliotheek Nee 99% Ja 1% Reclame (bijv. posters of advertenties) Nee 83% Ja 17% Top 10 lijst Nee 90% Ja 10% Televisieblad of teletekst Nee 85% Ja 15% Anders Nee 97% Ja 3%
60
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
46% 54%
57% 43%
78% 22%
57% 43%
100% 0%
100% 0%
100% 0%
100% 0%
97% 3%
98% 2%
99% 1%
98% 2%
63% 37%
77% 23%
89% 11%
72% 28%
69% 31%
61% 39%
84% 16%
70% 30%
67% 33%
69% 31%
85% 15%
72% 28%
82% 18%
85% 15%
93% 7%
86% 14%
85% 15%
89% 11%
94% 6%
89% 11%
99% 1%
99% 1%
99% 1%
99% 1%
82% 18%
84% 16%
93% 7%
85% 15%
89% 11%
89% 11%
96% 4%
90% 10%
84% 16%
86% 14%
93% 7%
87% 13%
96% 4%
95% 5%
97% 3%
96% 4%
Tabel 9 Waar haalt u informatie vandaan bijGroepsindeling de keuze van een computergame? respondenten Leden
Tips of aanraden van familie vrienden bekenden Nee 71% Ja 29% Medewerkers van een bibliotheek Nee 99% Ja 1% Medewerkers van een winkel Nee 98% Ja 2% Recensies of informatie in kranten en tijdschriften Nee 91% Ja 9% Via het internet Nee 63% Ja 37% Informatie via radio of tv Nee 95% Ja 5% Eerdere ervaring met soortgelijke game Nee 80% Ja 20% De titel, kaft, hoes of flaptekst Nee 94% Ja 6% De catalogus van de bibliotheek Nee 99% Ja 1% Reclame (bijv. posters of advertenties) Nee 94% Ja 6% Top 10 lijst Nee 94% Ja 6% Televisieblad of teletekst Nee 99% Ja 1% Anders Nee 94% Ja 6%
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
65% 35%
69% 31%
86% 14%
72% 28%
100% 0%
100% 0%
100% 0%
100% 0%
98% 2%
98% 2%
99% 1%
98% 2%
89% 11%
90% 10%
97% 3%
91% 9%
54% 46%
55% 45%
78% 22%
61% 39%
95% 5%
93% 7%
98% 2%
95% 5%
77% 23%
81% 19%
93% 7%
82% 18%
92% 8%
94% 6%
97% 3%
94% 6%
100% 0%
99% 1%
100% 0%
99% 1%
92% 8%
93% 7%
98% 2%
94% 6%
93% 7%
92% 8%
99% 1%
94% 6%
99% 1%
98% 2%
99% 1%
99% 1%
92% 8%
93% 7%
96% 4%
93% 7%
61
Tabel 10 Geldbesteding op jaarbasis aan boeken(bonnen), cd(bonnen), film en computergames voor privé-gebruik Groepsindeling respondenten Leden
Boeken en boekenbonnen Koop ik nooit Minder dan 50 euro Tussen 51 en 100 euro Tussen 101 en 150 euro Tussen 151 en 250 euro Meer dan 250 euro Totaal Muziek cd’s en cd-bonnen Koop ik nooit Minder dan 50 euro Tussen 51 en 100 euro Tussen 101 en 150 euro Tussen 151 en 250 euro Meer dan 250 euro Totaal Films en bioscoopbonnen Koop ik nooit Minder dan 50 euro Tussen 51 en 100 euro Tussen 101 en 150 euro Tussen 151 en 250 euro Meer dan 250 euro Totaal (Computer)games en entertainmentbonnen Koop ik nooit Minder dan 50 euro Tussen 51 en 100 euro Tussen 101 en 150 euro Tussen 151 en 250 euro Meer dan 250 euro Totaal
62
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
24% 36% 21% 10% 6% 4% 100%
8% 37% 26% 16% 8% 6% 100%
55% 34% 9% 1% 0% 0% 100%
53% 30% 10% 3% 2% 1% 100%
34% 35% 17% 8% 4% 3% 100%
26% 45% 18% 6% 3% 1% 100%
17% 46% 22% 9% 4% 2% 100%
35% 42% 14% 5% 2% 2% 100%
44% 39% 12% 3% 1% 1% 100%
30% 43% 17% 6% 3% 2% 100%
31% 41% 18% 7% 2% 1% 100%
22% 41% 22% 8% 4% 3% 100%
39% 37% 15% 5% 2% 2% 100%
53% 32% 10% 3% 1% 1% 100%
35% 38% 17% 6% 2% 2% 100%
58% 25% 9% 4% 2% 1% 100%
50% 29% 11% 6% 3% 2% 100%
58% 25% 9% 4% 2% 2% 100%
67% 21% 7% 3% 1% 1% 100%
57% 26% 9% 4% 2% 1% 100%
Tabel 11 Over welke onderwerpen heeft u deGroepsindeling afgelopen 12 maanden informatie respondenten gezocht? Leden
Actualiteit Nee Ja Andere landen en volkeren Nee Ja Auto’s en motoren Nee Ja Creatief bezig zijn Nee Ja Consumenteninformatie Nee Ja Economische en financiële onderwerpen Nee Ja Eten en drinken Nee Ja Elektronica Nee Ja Entertainment Nee Ja Fotografie Nee Ja Geografie Nee Ja Geschiedenis Nee Ja Dieren en natuur Nee Ja Juridische zaken Nee Ja
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
69% 31%
63% 37%
71% 29%
90% 10%
72% 28%
85% 15%
85% 15%
90% 10%
96% 4%
88% 12%
87% 13%
82% 18%
70% 30%
90% 10%
81% 19%
88% 12%
89% 11%
90% 10%
96% 4%
90% 10%
77% 23%
76% 24%
77% 23%
94% 6%
80% 20%
90% 10%
88% 12%
90% 10%
97% 3%
91% 9%
77% 23%
75% 25%
81% 19%
92% 8%
80% 20%
81% 19%
77% 23%
68% 32%
91% 9%
78% 22%
83% 17%
80% 20%
77% 23%
93% 7%
82% 18%
90% 10%
89% 11%
89% 11%
97% 3%
91% 9%
97% 3%
98% 2%
98% 2%
100% 0%
98% 2%
98% 2%
98% 2%
97% 3%
99% 1%
98% 2%
94% 6%
93% 7%
93% 7%
97% 3%
94% 6%
97% 3%
96% 4%
96% 4%
100% 0%
97% 3%
ΩΩ 63
Kunst en cultuur Nee Ja Loopbaaninformatie Nee Ja Maatschappelijke zaken Nee Ja Mode en verzorging Nee Ja Muziek Nee Ja Opvoeding Nee Ja Politiek Nee Ja Religie Nee Ja Seks Nee Ja Sport Nee Ja Techniek Nee Ja Tuinieren en wonen Nee Ja Uitgaan Nee Ja Vakanties en reizen Nee Ja Wetenschap Nee Ja Overig Nee Ja 64
97% 3%
98% 2%
99% 1%
100% 0%
99% 1%
94% 6%
94% 6%
95% 5%
99% 1%
95% 5%
98% 2%
98% 2%
99% 1%
100% 0%
99% 1%
95% 5%
94% 6%
94% 6%
98% 2%
95% 5%
92% 8%
91% 9%
87% 13%
97% 3%
91% 9%
96% 4%
96% 4%
98% 2%
99% 1%
97% 3%
99% 1%
98% 2%
99% 1%
100% 0%
99% 1%
98% 2%
98% 2%
99% 1%
100% 0%
99% 1%
98% 2%
97% 3%
94% 6%
99% 1%
97% 3%
95% 5%
93% 7%
88% 12%
97% 3%
93% 7%
99% 1%
98% 2%
97% 3%
100% 0%
98% 2%
96% 4%
96% 4%
97% 3%
99% 1%
97% 3%
97% 3%
97% 3%
96% 4%
99% 1%
97% 3%
76% 24%
73% 27%
77% 23%
89% 11%
78% 22%
97% 3%
96% 4%
98% 2%
100% 0%
97% 3%
95% 5%
96% 4%
95% 5%
92% 8%
95% 5%
Tabel 12 Denkt u dat de bibliotheek voor u interessante informatie aanbiedt Groepsindeling respondenten over het door u gekozen thema? Leden
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
Denkt u dat de bibliotheek voor u interessante informatie biedt over het thema dat u als eerste heeft gekozen? Ja, zeker Ja, waarschijnlijk Nee, waarschijnlijk niet Nee, zeker niet Totaal
35% 37% 22% 5% 100%
18% 46% 29% 6% 100%
7% 32% 40% 21% 100%
9% 34% 31% 26% 100%
17% 38% 31% 14% 100%
Denkt u dat de bibliotheek voor u interessante informatie biedt over het thema dat u als tweede heeft gekozen? Ja, zeker Ja, waarschijnlijk Nee, waarschijnlijk niet Nee, zeker niet Totaal
34% 38% 23% 5% 100%
19% 46% 30% 5% 100%
8% 34% 39% 19% 100%
11% 37% 33% 19% 100%
18% 39% 32% 11% 100%
Denkt u dat de bibliotheek voor u interessante informatie biedt over het thema dat u als derde heeft gekozen? Ja, zeker Ja, waarschijnlijk Nee, waarschijnlijk niet Nee, zeker niet Totaal
34% 37% 23% 6% 100%
20% 45% 29% 6% 100%
9% 35% 36% 21% 100%
100%
19% 39% 30% 12% 100%
65
Tabel 13 Lidmaatschap van de bibliotheek Leden
Lidmaatschap Lid Huisgenoot lid Geen lidmaatschap Totaal Bent u vroeger lid geweest? Ja Nee Totaal Lidmaatschap beëindigd Minder dan 5 jaar geleden Tussen de 5 en 10 jaar geleden Tussen de 10 en 15 jaar geleden Meer dan 15 jaar geleden Totaal
66
Groepsindeling respondenten
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
100%
Totaal
100%
38% 62% 100%
23% 77% 100%
25% 75% 100%
21% 23% 56% 100%
100%
95% 5% 100%
78% 22% 100%
69% 31% 100%
82% 18% 100%
100%
22% 23% 20% 35% 100%
15% 20% 22% 43% 100%
16% 19% 21% 44% 100%
18% 21% 21% 40% 100%
Tabel 14 Lidmaatschap: redenen waarom men geen lid (meer) is Groepsindeling respondenten
Welgestelde omnivoren
Ik lees niet veel Nee Ja Totaal Past niet bij mij Nee Ja Totaal Onbereikbaar Nee Ja Totaal Te duur Nee Ja Totaal Geen tijd om bieb te bezoeken Nee Ja Totaal Gebruik pas van een ander Nee Ja Totaal Collectie ontoereikend Nee Ja Totaal Haal materiaal elders Nee Ja Totaal Door internet is bieb overbodig Nee Ja Totaal Weet ik niet Nee Ja Totaal Anders Nee Ja Totaal
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
83% 17% 100%
39% 61% 100%
52% 48% 100%
59% 41% 100%
94% 6% 100%
96% 4% 100%
96% 4% 100%
96% 4% 100%
90% 10% 100%
95% 5% 100%
97% 3% 100%
93% 7% 100%
82% 18% 100%
86% 14% 100%
88% 12% 100%
85% 15% 100%
70% 30% 100%
74% 26% 100%
82% 18% 100%
75% 25% 100%
86% 14% 100%
96% 4% 100%
95% 5% 100%
92% 8% 100%
91% 9% 100%
95% 5% 100%
94% 6% 100%
93% 7% 100%
89% 11% 100%
94% 6% 100%
97% 3% 100%
93% 7% 100%
58% 42% 100%
71% 29% 100%
84% 16% 100%
69% 31% 100%
79% 21% 100%
69% 31% 100%
87% 13% 100%
77% 23% 100%
94% 6% 100%
95% 5% 100%
91% 9% 100%
94% 6% 100%
67
Tabel 15 Bezoekfrequentie
Groepsindeling respondenten Leden
Bezoekfrequentie bibliotheek Geen enkele keer 1 keer 2 of 3 keer 4 of 5 keer 6 keer of meer Totaal
9% 9% 21% 17% 44% 100%
Welgestelde omnivoren
59% 15% 15% 5% 5% 100%
Genietende weinig gebruikers
88% 6% 5% 1% 1% 100%
Serieuze weinig gebruikers
80% 8% 6% 3% 3% 100%
Totaal
61% 10% 12% 6% 12% 100%
Tabel 16 Schatting van de abonnementskosten Groepsindeling respondenten Leden
Schatting van de abonnementskosten 0-5 euro 5-10 euro 10-15 euro 15-20 euro 20-25 euro 25-30 euro 30-50 euro 50-70 euro 70-90 euro 90-100 euro 100-200 euro Totaal
68
2% 3% 6% 14% 18% 20% 32% 3% 1% 0% 0% 100%
Welgestelde omnivoren
1% 4% 8% 15% 20% 13% 30% 4% 2% 2% 1% 100%
Genietende weinig gebruikers
3% 7% 11% 14% 21% 10% 25% 4% 2% 2% 2% 100%
Serieuze weinig gebruikers
6% 9% 9% 15% 18% 11% 24% 3% 1% 2% 1% 100%
Totaal
3% 6% 9% 15% 19% 13% 28% 4% 1% 2% 1% 100%
Tabel 17 Aantrekkelijke abonnementsvormenGroepsindeling respondenten Leden
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
Welke abonnementsvorm spreekt u het meeste aan, ongeacht of u lidmaatschap overweegt of niet? Voor een vast bedrag per jaar kan ik onbeperkt materialen lenen zonder bijbetaling
75%
62%
53%
49%
60%
Voor een vast bedrag per jaar kan ik lenen tot een maximaal bedrag. Wanneer ik het maximum overschrijd betaal ik per item
11%
9%
5%
6%
8%
Geen abonnement meer betalen, maar voor het lenen moet per item een vast bedrag betaald worden
15%
29%
42%
45%
33%
100%
100%
100%
100%
100%
Totaal
Tabel 18 Verandering in assortiment om de bibliotheek interessant(er) Groepsindeling respondenten te maken Leden
Welgestelde omnivoren
Ruime beschikbaarheid actuele titels romans en leesboeken Nee 50% Ja 50% Goedkoop lenen van cd’s en dvd’sn Nee 73% Ja 27% Actueel aanbod cd’s en dvd’s Nee 71% Ja 29% Actueel aanbod luisterboeken Nee 94% Ja 6% Geen van deze diensten Nee 77% Ja 23%
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
65% 35%
88% 12%
86% 14%
73% 27%
79% 21%
79% 21%
85% 15%
79% 21%
73% 27%
74% 26%
84% 16%
75% 25%
95% 5%
97% 3%
97% 3%
96% 4%
59% 41%
40% 60%
35% 65%
53% 47%
69
Tabel 19 Verandering op gebied van locatie om de bibliotheek Groepsindeling respondenten interessant(er) te maken Leden
Thuisbezorgen Nee 76% Ja 24% Ene stad/bieb ophalen, elders inleveren Nee 78% Ja 22% Ophalen en inleveren bij supermarkt Nee 87% Ja 13% Ophalen en inleveren op werk Nee 95% Ja 5% Ophalen en inleveren op trein/busstation Nee 97% Ja 3% Ophalen en inleveren bij sportschool Nee 99% Ja 1% Ophalen en inleveren op school/universiteit Nee 95% Ja 5% Ophalen en inleveren op school/kinderopvang Nee 96% Ja 4% Geen van deze diensten Nee 53% Ja 47%
70
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
72% 28%
78% 22%
82% 18%
77% 23%
86% 14%
93% 7%
94% 6%
88% 12%
82% 18%
88% 12%
91% 9%
87% 13%
92% 8%
95% 5%
97% 3%
94% 6%
96% 4%
98% 2%
99% 1%
97% 3%
99% 1%
99% 1%
99% 1%
99% 1%
95% 5%
97% 3%
98% 2%
96% 4%
95% 5%
98% 2%
98% 2%
97% 3%
55% 45%
38% 62%
32% 68%
45% 55%
Tabel 20 Verandering op gebied van cultuurGroepsindeling en ontmoeting om de bibliotheek respondenten interessant(er) te maken Leden
Lezingen/tentoonstellingen Nee Ja Bijeenkomst rond maatschappelijke thema’s Nee Ja Korting op activiteiten in de regio Nee Ja Cultuurpunt Nee Ja Bestelmogelijkheid voor kaartjes theater etc. Nee Ja Grand-café Nee Ja Cursussen Nee Ja Activiteiten gericht op doelgroep Nee Ja Geen van deze activiteiten Nee Ja
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
91% 9%
93% 7%
98% 2%
97% 3%
95% 5%
95% 5%
95% 5%
98% 2%
99% 1%
97% 3%
77% 23%
85% 15%
90% 10%
92% 8%
86% 14%
93% 7%
95% 5%
98% 2%
98% 2%
96% 4%
88% 12%
90% 10%
95% 5%
97% 3%
92% 8%
79% 21%
77% 23%
88% 12%
92% 8%
84% 16%
84% 16%
85% 15%
93% 7%
94% 6%
89% 11%
92% 8%
93% 7%
96% 4%
97% 3%
95% 5%
62% 38%
54% 46%
30% 70%
26% 74%
43% 57%
71
Tabel 21 Verandering op gebied van digitaleGroepsindeling dienstverlening om de bibliotheek respondenten interessant(er) te maken Leden
Meer computers en internetplekken Nee Ja Digitaal reserveren en verlengen Nee Ja Thuis databanken raadplegen Nee Ja Stellen informatieve vragen via internet Nee Ja Downloaden van boeken voor ilead Nee Ja Geen van deze diensten Nee Ja
72
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
87% 13%
88% 12%
90% 10%
91% 9%
89% 11%
63% 37%
58% 42%
77% 23%
86% 14%
70% 30%
66% 34%
66% 34%
80% 20%
90% 10%
75% 25%
88% 12%
90% 10%
92% 8%
95% 5%
91% 9%
93% 7%
93% 7%
95% 5%
96% 4%
94% 6%
68% 32%
66% 34%
44% 56%
32% 68%
53% 47%
Tabel 22 Verandering op gebied van overige Groepsindeling diensten omrespondenten de bibliotheek interessant(er) te maken Leden
Gratis abonnement Nee Ja Onbeperkte leentijd van boeken Nee Ja Gezondheids-informatiepunt Nee Ja Gastheer/vrouw die helpt bij vinden routing Nee Ja Rondleiding door bibliotheek Nee Ja Bekijken historische film-/muziekfragmenten Nee Ja Geen van deze diensten Nee Ja
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
42% 58%
44% 56%
61% 39%
68% 32%
53% 47%
60% 40%
69% 31%
82% 18%
86% 14%
74% 26%
96% 4%
97% 3%
98% 2%
98% 2%
97% 3%
96% 4%
96% 4%
97% 3%
97% 3%
96% 4%
98% 2%
99% 1%
99% 1%
99% 1%
99% 1%
89% 11%
90% 10%
93% 7%
96% 4%
92% 8%
79% 21%
73% 27%
50% 50%
42% 58%
61% 39%
Tabel 23 Waardering van de bibliotheek Leden
Groepsindeling respondenten Welgestelde omnivoren
Hoe belangrijk vindt u de bibliotheek voor de samenleving? (Heel) belangrijk 87% 81% Neutraal 11% 18% (Heel) onbelangrijk 2% 1% Totaal 100% 100%
Genietende weinig gebruikers
33% 54% 14% 100%
Serieuze weinig gebruikers
39% 44% 17% 100%
Totaal
60% 32% 8% 100%
73
Tabel 24 Waardering van de bibliotheek: stellingen
Groepsindeling respondenten
Leden
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
Een boekenkast weerspiegelt wie je bent Helemaal mee eens 21% 20% 7% 10% 14% Mee eens 52% 56% 40% 39% 47% Niet mee eens 23% 21% 38% 34% 29% Helemaal niet mee eens 4% 3% 15% 17% 9% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Ik vind het moeilijk om aan betrouwbare informatie te komen Helemaal mee eens 2% 1% 2% 3% 2% Mee eens 14% 11% 14% 19% 14% Niet mee eens 60% 61% 55% 52% 58% Helemaal niet mee eens 23% 27% 29% 25% 26% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% De bibliotheek heeft in deze informatiemaatschappij geen rol van betekenis Helemaal mee eens 2% 1% 4% 6% 3% Mee eens 10% 11% 25% 23% 17% Niet mee eens 57% 66% 60% 55% 60% Helemaal niet mee eens 32% 21% 11% 16% 19% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Muziek die ik leuk vind download ik altijd van internet Helemaal mee eens 14% 13% 22% 16% 16% Mee eens 35% 37% 38% 37% 37% Niet mee eens 34% 35% 27% 29% 32% Helemaal niet mee eens 16% 15% 12% 18% 15% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Alle boeken die ik thuis heb, heb ik gelezen Helemaal mee eens 27% 24% 15% 18% 21% Mee eens 35% 34% 31% 33% 33% Niet mee eens 33% 37% 40% 35% 37% Helemaal niet mee eens 4% 4% 13% 14% 9% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Ik zou het fijn vinden als er een centrale plek was waar ik naartoe kan met mijn informatieve vragen Helemaal mee eens 8% 6% 5% 6% 6% Mee eens 52% 45% 36% 36% 42% Niet mee eens 34% 41% 45% 38% 40% Helemaal niet mee eens 6% 8% 15% 19% 12% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Ik heb het gevoel dat ik weet wat er allemaal in de bibliotheek te doen is Helemaal mee eens 12% 6% 5% 8% 7% Mee eens 57% 49% 41% 40% 47% Niet mee eens 28% 40% 41% 37% 37% Helemaal niet mee eens 3% 6% 12% 15% 9% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 74
ΩΩ
Leden
Welgestelde omnivoren
De bibliotheek is voor mij een inspiratiebron voor lezen en literatuur Helemaal mee eens 17% 4% Mee eens 55% 32% Niet mee eens 23% 53% Helemaal niet mee eens 5% 11% Totaal 100% 100% Een bibliotheek is ook een ontmoetingsplek Helemaal mee eens 6% 3% Mee eens 35% 39% Niet mee eens 45% 46% Helemaal niet mee eens 13% 12% Totaal 100% 100% De bibliotheek is vooral nuttig voor kinderen en jongeren Helemaal mee eens 24% 31% Mee eens 38% 45% Niet mee eens 29% 20% Helemaal niet mee eens 9% 4% Totaal 100% 100%
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
2% 13% 54% 31% 100%
3% 21% 47% 29% 100%
6% 29% 46% 19% 100%
2% 29% 45% 24% 100%
4% 32% 39% 24% 100%
4% 34% 44% 18% 100%
29% 51% 15% 5% 100%
29% 47% 15% 8% 100%
29% 46% 20% 6% 100%
75
Tabel 25 Hoe reageert men op bepaalde aanbiedingen? Groepsindeling respondenten Leden
Reispakket Leuk, ik ga het meteen ophalen
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
48%
39%
20%
19%
32%
40%
47%
52%
40%
46%
12% 100%
14% 100%
28% 100%
40% 100%
23% 100%
38%
30%
15%
15%
24%
Leuk, zolang ik er niets voor hoef te betalen
47%
47%
47%
37%
45%
Ik zoek liever zelf naar informatie Totaal
15% 100%
23% 100%
38% 100%
48% 100%
31% 100%
Zoeken met een bibliotheekmedewerker Fijn, ik ga me meteen aanmelden
26%
19%
9%
10%
16%
31%
29%
30%
27%
29%
Leuk, zolang ik er niets voor hoef te betalen Ik zoek liever zelf naar informatie Totaal Wandelpakket Leuk, ik ga het meteen ophalen
Fijn, zolang ik er niets voor hoef te betalen
Ik ga liever zelf op zoek 43% 52% 61% 63% 55% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% U krijgt van uw werkgever in het kerstpakket een bon waarmee u een gratis abonnement kunt afsluiten Leuk, ik ga het abonnement meteen activeren
62%
44%
14%
18%
34%
Leuk, zolang ik zelf niet te veel geld meer hoef bij te leggen
12%
18%
15%
14%
15%
Ik geef de bon aan iemand anders die hem misschien wel gaat gebruiken
8%
21%
38%
30%
25%
19%
17%
33%
38%
26%
100%
100%
100%
100%
100%
Ik had liever een cadeaubon gekregen Totaal
Stel dat de bibliotheek iedere Nederlander 50 euro aan belastinggeld per jaar kost. Welke optie zou uw voorkeur hebben? Geef mij die 50 euro maar eenmalig contant uitgekeerd, ook als daarmee de bibliotheek als voorziening verdwijnt De bibliotheek moet blijven bestaan, ik hoef het geld niet te hebben Totaal
76
8%
13%
34%
34%
22%
92%
87%
66%
66%
78%
100%
100%
100%
100%
100%
ΩΩ
Leden
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
Stel dat de bibliotheek iedere Nederlander 100 euro aan belastinggeld per jaar kost. Welke optie zou uw voorkeur hebben? Geef mij die 100 euro maar eenmalig contant uitgekeerd, ook als daarmee de bibliotheek als voorziening verdwijnt
15%
17%
39%
35%
27%
De bibliotheek moet blijven bestaan, ik hoef het geld niet te hebben
85%
83%
61%
65%
73%
100%
100%
100%
100%
100%
Totaal
Stel dat de bibliotheek iedere Nederlander 200 euro aan belastinggeld per jaar kost. Welke optie zou uw voorkeur hebben? Geef mij die 200 euro maar eenmalig contant uitgekeerd, ook als daarmee de bibliotheek als voorziening verdwijnt
15%
22%
42%
41%
30%
De bibliotheek moet blijven bestaan, ik hoef het geld niet te hebben
85%
78%
58%
59%
70%
100%
100%
100%
100%
100%
Totaal
Stel dat de bibliotheek iedere Nederlander 300 euro aan belastinggeld per jaar kost. Welke optie zou uw voorkeur hebben? Geef mij die 300 euro maar eenmalig contant uitgekeerd, ook als daarmee de bibliotheek als voorziening verdwijnt
18%
23%
51%
42%
34%
De bibliotheek moet blijven bestaan, ik hoef het geld niet te hebben
82%
77%
49%
58%
66%
100%
100%
100%
100%
100%
Totaal
77
Tabel 26 Interesse in een proefabonnement Groepsindeling respondenten Leden
Interesse in een proefabonnement? Ja Nee Totaal
100%
Tabel 27 MOSAIC-types
24% 76% 100%
Genietende weinig gebruikers
7% 93% 100%
Serieuze weinig gebruikers
9% 91% 100%
Totaal
14% 86% 100%
Groepsindeling respondenten Leden
Welgestelde omnivoren
Genietende weinig gebruikers
Serieuze weinig gebruikers
Totaal
Studenten en starters Stedelingen
3% 8%
5% 11%
3% 11%
3% 11%
4% 10%
Gepensioneerde gezelligheidszoekers
3%
2%
3%
3%
3%
Stedelijk: elitaire literatuurgenieters
1%
1%
0%
0%
1%
17% 16% 26% 10% 1% 14% 1%
15% 16% 23% 12% 1% 13% 1%
13% 17% 26% 12% 1% 13% 1%
13% 15% 27% 13% 0% 14% 1%
14% 16% 25% 12% 1% 13% 1%
Ontwikkelde medioren en senioren Dynamische gezinnen Behouden medioren Bescheiden burgers Niet-stedelijk: agrarische gezinnen Welvarende genieters Overig
78
Welgestelde omnivoren
Colofon Dit is een uitgave van het Expertisecentrum Kwaliteitszorg. Het Expertisecentrum Kwaliteitszorg is ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen de organisaties Cubiss en Bibliotheekhuis Limburg. Het Expertisecentrum Kwaliteitszorg heeft als doelstelling om bibliotheken te ondersteunen bij hun verplichtingen en ambities op het gebied van kwaliteitszorg en certificering. Opdrachtgevers Vereniging Samenwerkende Gelderse Bibliotheken (SGB) Directie Overleg Brabantse Bibliotheken (DOBB) Vereniging Limburgse Bibliotheken (VLB) Subsidiënten Provincie Gelderland Provincie Noord-Brabant Provincie Limburg Uitvoering en rapportage Expertisecentrum Kwaliteitszorg (samenwerking van Bibliotheekhuis Limburg en Cubiss) Cubiss, afdeling onderzoek Eindredactie Annet Huyser Vormgeving Buro Kaaiman Expertisecentrum Kwaliteitszorg, november 2008
Expertisecentrum Kwaliteitszorg | Postbus 90114 | 5000 LA Tilburg T 013 46 56 706 |
[email protected] | www.eckz.nl
4