1
De jrD-lijst - in chronologische volgorde van het complete oeuvre van Claude Debussy (1862 – 1918) In gevallen waarin meerdere versies van een compositie dezelfde datum hebben, wordt in deze chronologische lijst de versie met de grootste bezetting geacht het eerst te zijn geschreven. Dat is bijvoorbeeld het geval bij stukken in het kader van de Prix de Rome, waar de kandidaat naast de verplichte versie met orkest een tweede versie aanbood met piano à quatre mains; dit om de uitvoering te vereenvoudigen en eventuele kosten te drukken.
Onder aan deze chronologische jrD-lijst zijn twee bijlagen toegevoegd. Bijlage 1 bevat enkele werken die niet aan de criteria voor opneming in de jrDlijst voldoen, maar die toch belangwekkend genoeg zijn om onder de aandacht te brengen. Ook deze staan in chronologische volgorde. Bijlage 2 bevat de subtitels van de in de lijst genoemde werken. Vele composities (zoals liederencycli en suites) bestaan uit meerdere delen, die vaak een eigen naam hebben en soms ‘los’ worden uitgevoerd. Om het opzoeken te vergemakkelijken zijn deze subtitels in alfabetische volgorde gezet en worden ze gevolgd door de naam van het werk waar ze deel van uit maken, het jrDnummer en het jaartal.
jrD-001
eind 1879
Madrid, princesse des Espagnes lied (Alfred de Musset) Het manuscript was lange tijd zoek, maar is onlangs teruggevonden.
---
jrD-002
begin 1880
Nuit d’étoiles lied (Théodore de Banville)
DAX1634
jrD-003
zomer 1880
Danse Bohémienne pianostuk
CAX4544
jrD-004
oktober 1880
Pianotrio in G Majeur werk voor piano, viool en cello
CJX4468
2 -
Andantino con moto, allegro Scherzo – Intermezzo Andante espressivo Finale, apassionato
jrD-005
eind 1880
Caprice lied (Théodore de Banville)
DAX0256
jrD-006
eind 1880
Aimons-nous et dormons lied (Théodore de Banville)
DAX4753
jrD-007
januari 1881
Symfonie in b mineur stuk voor 2 piano’s
CAX2084
jrD-008
begin 1881
Baisers (Les) lied (Théodore de Banville)
---
jrD-009
begin 1881
Andante cantabile stuk voor piano à quatre mains
CAX2084
jrD-010
begin 1881
Rondel chinois lied (tekstdichter onbekend)
DAX1634
jrD-011
begin 1881
Tragédie (Les petites fleurs…) lied (Léon Valade, naar Heinrich Heine) --Het ongepubliceerde manuscript bevond zich in de collectie van Max Reis en is in 1994 op een veiling verkocht. Een facsimile van het eerste blad bevindt zich in het Erasmushaus te Bazel. Het stuk komt voor als nr. 3 in de uitgave ‘Six Early Songs’ van Dr. John R. Clevenger. Deze uitgave is uitsluitend privé en niet voor de handel bestemd. Er worden pogingen ondernomen het stuk uitgevoerd te krijgen.
jrD-012
begin 1881
Jane lied (Le Conte de Lisle)
DAX0256
jrD-013
begin 1881
Fille aux cheveux de lin (La) lied (Le Conte de Lisle)
DAX0256
jrD-014
begin 1881
Fleur des blés lied (André Girod)
DAX3295
3
jrD-015
zomer 1881
Rondeau (Fut-il jamais…) lied (Alfred de Musset)
DAX3669
jrD-016
november 1881
Triolet à Philis (Zéphir) lied (Théodore de Banville)
DAX3669
jrD-017
27 november 1881
Diane (ouverture) CAX2084 stuk voor piano à quatre mains Al vanaf zijn achttiende liep Debussy rond met het idee een cantate te schrijven naar het toneelstuk ‘Diane au Bois’ van Théodore de Banville. Het hierboven genoemde stuk voor vierhandig piano zou, nadat het was georkestreerd, daar de ouverture van moeten zijn. De cantate is nooit in zijn geheel voltooid.
jrD-018
eind 1881
Papillons (Les) lied (Théophile Gautier)
DAX3906
jrD-019
eind 1881
Archet (L’) lied (Charles Cros)
DAX3166
jrD-020
eind 1881
Chanson triste lied (Maurice Bouchor)
DAX3166
jrD-021
begin 1882
Pierrot lied (Théodore de Banville)
DAX 669
jrD-022
begin 1882
CAX2084
-
Triumphe de Bacchus (Le) werk voor piano à quatre mains Divertissement Andante Marche et Bacchanale
DAX4753
-
Poèmes de Banville (Sept) liederencyclus (Théodore de Banville) Rêverie (1880) Souhait (november 1881) Le lilas (12 april 1882) Sérénade (begin 1882) Il dort encore (begin 1882) Les roses (begin 1882)
jrD-023
12 april 1882
4 - Fête galante (begin 1882) Het lied Fête Galante uit deze cyclus is ‘hergebruikt’ onder de naam Menuet in de Petite Suite voor piano à quatre-mains.
jrD-024
19 mei 1882
Salut printemps AFX1672 werkstuk voor soliste, vrouwenkoor en orkest (Comte Anatole de Ségur) Dit stuk voor koor, soliste en orkest was ingezonden om in aanmerking te komen voor deelname aan de eindronde van de Prix de Rome. Het stuk werd door de jury niet goed genoeg bevonden. De oorspronkelijke titel van dit koorwerk was overigens Le printemps. Om verwarring met een 2 jaar later geschreven compositie, die dezelfde naam kreeg, te voorkomen, wordt het werk nu met de eerste woorden van de tekst aangeduid: Salut Printemps. (Toch wordt deze compositie op sommige Cd’s nog Le printemps genoemd.)
jrD-024A
19 mei 1882
jrD-025
14 juni 1882
jrD-026
juni 1882
Flots, palmes, sables lied (Armand Renaud)
---
jrD-027
21 juni 1882
Intermezzo stuk voor piano à quatre mains
CAX2084
Salut printemps (versie met piano 4-h) DFX0180 werkstuk voor soliste, vrouwenkoor en piano à quatre mains (Comte Anatole de Ségur) In deze versie, met een transcriptie van de orkestpartij voor piano à quatre mains, is dit werk voor de jury uitgevoerd.
Nocturne et scherzo CAX8034 stuk voor cello en piano Er is een programma bewaard gebleven van een Soirée Musicale, gehouden op 12 mei 1882. Als nummer 4A en 4B staan daarop vermeld.: Nocturno en Scherzo van Claude Debussy, beide voor viool en piano, te spelen door de violist Thieberg, met de componist aan de piano. De partituur is sindsdien spoorloos verdwenen, maar een maand later verscheen Debussy met zijn Nocturne et scherzo voor cello en piano. Het heeft er alle schijn van, dat hij niet helemaal tevreden was met de vioolpartij en de stukken tot een werk voor cello en piano heeft herschreven.
Intermède CAX12736 pianostuk Transcriptie voor piano, door Debussy geschreven, van het tweede deel, het ScherzoIntermezzo, van zijn Pianotrio uit 1880.
jrD-004A
1882
5
jrD-028
begin 1883
Eros et Diane (Duet) --lied voor sopraan, tenor en orkest In 1883 nam Debussy het werken aan de cantate Diane au Bois, naar het gelijknamige toneelstuk van Théodore de Banville, weer op. Handschriftanalyse toont aan dat bovengenoemd duet in de eerste helft van 1883 op papier is gezet. Anderhalf jaar hiervoor had Debussy de Ouverture al geschreven in een voorbereidende versie voor piano à quatre mains. De cantate werd echter niet voltooid, hoewel hij er tot in 1886 mee bezig is geweest. De enige gedeelten die ons in uitvoerbare vorm hebben bereikt zijn de genoemde Ouverture en dit Duet van Eros en Diane.
jrD-029
begin 1883
jrD-030
11 mei 1883
jrD-030A
11 mei 1883
jrD-031
13 juni1883
Chanson espagnole (duet voor 2 gelijke DAX0184 stemmen) lied (Alfred de Musset) Dit lied is geschreven als feestelijke afsluiting van een bal masqué en is bij die gelegenheid, in 1883, door Marie-Blanche Vasnier en Debussy zelf ten gehore gebracht. In de aan Vasnier opgedragen bundel Recueil Vasnier heeft Debussy dit ‘duo pour 2 voix égales’ als dertiende lied toegevoegd. Bij uitvoeringen van de Recueil wordt dit lied, uiteraard vanwege de tweestemmigheid, meestal weggelaten. Op de jrD-lijst is Chanson espagnole om deze reden niet in de Recueil Vasnier opgenomen, maar als zelfstandig stuk.
Invocation AFX1672 koorwerk voor tenor, mannenkoor en orkest Met dit werk voor tenor, koor en orkest dwong Debusy in 1883 deelname aan de eindronde van de Prix de Rome af. Uiteindelijk won hij de tweede prijs met de cantate Le Gladiateur.
Invocation (versie met piano 4-h) DFX0180 koorwerk voor tenor, mannenkoor en piano à quatre mains In deze versie, met piano vierhandig in plaats van orkest, werd Invocation voor de jury uitgevoerd.
-
Gladiateur, Le DBX9463 cantate voor sopraan, tenor, bas en orkest (Émile Moreau) Prélude et récit: Mort aux Romains Aria: Ô people habile Invocation: Baal, source de feu, Scène Duo: Trop tard, j’ai compris ton émoi Duo: L’impatience populaire Scène et trio: Ma fille! Dans les bras de cet homme!
6 - Scène: Ô Fulvie! Adieu… In 1883 zond Debussy de cantate Le Gladiateur in voor de eindronde van de Prix de Rome. Hij won de tweede prijs, achter zijn vriend Paul Vidal .Het stuk, met zijn leidmotieven, het veelvuldig gebruik van chromatiek en zijn overdonderende expressie, lijkt eerder een Wagneriaans drama in miniatuur dan een compositie van Debussy. Dit is vooral te wijten aan het keurslijf aan regels en beperkingen, waarmee de conservatieve jury de kandidaat bijna elke persoonlijke inbreng, elke poging tot vernieuwing ontnam. De jury beoordeelde Le Gladiateur als “een goed stuk, maar met een overdreven expressie tot aan de grens van het buitensporige.” Het manuscript van de cantate is geruime tijd zoek geweest, maar werd in het begin van deze eeuw teruggevonden in de archieven van de Bibliothèque national de France.
jrD-032
8 februari 1884
jrD-033
februari 1884
jrD-034
16 mei 1884
Apparition lied (Stéphane Mallarmé)
DAX3906
Recueil Vasnier DAX2495 liederencyclus (samenstelling: Debussy) - Pantomime - (Paul Verlaine) (begin 1883) - En sourdine (eerste versie) Paul Verlaine) (12 september 1882) - Mandoline (Paul Verlaine) (15 november 1882) - Clair de lune (eerste versie) (Paul Verlaine) (eind 1882) - Fantoches (eerste versie) (Paul Verlaine( (08 januar i1882) - Coquetterie posthume (Théophile Gautier) (31 maart 1883) - Silence ineffable (Romance) (Paul Bourget) (september 1883) - Musique (Paul Bourget) (september 1883) - Paysage sentimental (Paul Bourget) (november 1883) - Voici que le printemps (Romance) (Paul Bourget) (januari 1884) - La romance d’Ariel (Paul Bourget) (februari 1884) - Regret (Paul Bourget) (februari 1884) Het lied En sourdine is ook bekend onder de titel Calmes dans le demi-jour. Een tweede versie ervan komt voor in de liederencyclus Fêtes Galantes (1e bundel)
Printemps (Le) werkstuk voor sopraan, koor en orkest
DBX3575
7 (Jules Barbier) Met dit werk verzekerde Debussy zich in 1884 van deelname aan de eindronde van de Prix de Rome. Korte tijd later won hij inderdaad de Prix met de cantate L’enfant prodigue. De tekst van Barbier is ontleend aan een ode van Horatius.
jrD-035
18 juni 1884
Enfant prodigue (L’) DBX9463 cantate voor sopraan, tenor, bas en orkest (Edouard Guinand) - Prélude - Récit et Air: “L’année en vain chasse l’année” - Cortège et Air de danses - Récit et Air: “Ces airs joyeux” - Scène: “Je m’enfuis” - Duo : “Heures fortunées!” et Scène - Air: “Faîtes silence!” et Scène - Choral: “Gloire à toi Seigneur” Dit is de oorspronkelijke versie van de cantate waarmee Debussy in 1884 de Prix de Rome won. Deze versie, voor drie solisten en orkest, dus zonder koor, is door Cyril Bongers uitgebracht volgens het manuscript dat zich in de Bibliothèque Nationale de France (Département de la musique) bevindt.
jrD-035A
18 juni 1884
jrD-035B
zomer 1884
Enfant prodigue (L’) --cantate voor sopraan, tenor, bas en piano/piano à quatre-mains (Edouard Guinand) - Prélude - Récit et Air de Lia - Récit de Siméon - Cortège et Air de danses - Récit et Air de Azaël - Récit de Lia - Duo (Lia en Azaël) - Récit et Air de Siméon - Trio Finale In deze versie, waarbij de orkestpartij vervangen is door een transcriptie voor piano en voor piano à quatre mains - dit laatste bij de onderdelen ‘Prélude’, ‘Cortège et Air de danses’ en ‘Trio final’ - is deze cantate aan de jury voorgespeeld.
-
jrD-036
zomer 1884
Enfant prodigue (L’) (versie piano-4h) suite voor piano à quatre mains Prélude Cortège et Air de danses
CAX4634
Divertissement stuk voor piano à quatre mains
CAX2084
8
jrD-037
eind 1885 -
jrD-038
februari 1887
jrD-039
maart 1887
Romances de Paul Bourget (Deux) liederencyclus (Paul Bourget) L’âme évaporée et souffrante Les cloches
DAX3884
Printemps (symfonische suite) DBX9463 (versie voor piano à quatre mains en koor) stuk voor piano à quatre mains en koor Deze symfonische suite, het tweede verplichte stuk (‘envois’) dat Debussy in Rome componeerde, was oorspronkelijk bedoeld voor piano, orkest en (uitsluitend op vocalen zingend) gemengd koor. Omdat de orkestpartituur volgens zijn zeggen bij de boekbinder was verbrand, leverde Debussy een versie bij de Académie in waarin de orkestpartij was vervangen door een vierhandige pianopartij. Volgens enkele bronnen ging het hier alleen om een haastig in elkaar geflanste transcriptie van het werk voor piano à quatre mains, zonder koor. Volgens andere had hij ook de koorpartij meegestuurd. Dit laatste is het meest aannemelijk, omdat in het begin van deze eeuw inderdaad een manuscript is aangetroffen in een versie voor piano vierhandig en gemengd koor. De Académie noemde het stuk vaag en impressionistisch en zag daarin een bedreiging voor de ware kunst.
-
jrD-040
eind 1888
jrD-040A
eind 1888
Ariettes oubliées DAX2495 liederencyclus (Paul Verlaine) C’est l’extase langoureuse (maart 1887) Il pleure dans mon coeur (maart 1887) L’ombres des arbres (5 januari 1885) Chevaux de bois (10 januari 1885) Green (Aquarelle 1) (januari 1886) Spleen (Aquarelle 2) (januari 1886)
Damoiselle élue (La) DAX2786 cantate voor sopraan, mezzosopraan, vrouwenkoor en orkest (Dante Gabriel Rossetti, in de vertaling van Gabriel Sarrazin) Dit lyrische werk is het derde verplichte stuk (‘envois’) dat Debussy vanuit Rome naar Parijs opstuurde. De Académie beoordeelde het als volgt: “Poëtische muziek, niet zonder charme, maar nog steeds met die ongewenste vaagheid die wij ook bij vorige composities al aantroffen; ditmaal echter veel terughoudender toegepast en enigszins gerechtvaardigd door de aard van de tekst.”
Damoiselle élue (La) cantate in een versie voor vrouwenkoor, en piano
DBX9463
9 (Dante Gabriel Rossetti, in de vertaling van Gabriel Sarrazin)
jrD-40B
eind 1888
jrD-041
begin 1889
jrD-042
maart 1889
Damoiselle élue (La) (Prélude de) (pianoversie) pianostuk
CAX7630
Petite suite CAX5686 suite voor piano à quatre mains - En bateau - Cortège - Menuet - Ballet Het muzikale materiaal voor het derde deel van deze suite, Menuet, is ontleend aan het lied Fête Galante uit de cyclus Sept poèmes de Banville.
Het derde deel van deze georkestreerd.
jrD-043
april 1890
jrD-044
voorjaar1890
Poèmes de Baudelaire (Cinq) DAX3884 liederencyclus (Baudelaire) Le balcon (januari 1888) Harmonie du soir (januari 1889) Le jet d’eau (maart 1889) Recueillement (1889) La mort des amants (december 1887) liederencyclus, Le jet d’eau, is in 1907 door Debussy
Fantaisie pour piano et orchestre BEX0404 werk voor piano en orkest - Andante ma non troppo – Allegro guisto - Lento molto espressivo (attaca…) - Allegro molto Deze Fantaisie, eigenlijk een klein pianoconcert, is het vierde verplichte stuk (‘envois’) dat Debussy, als winnaar van de Prix de Rome, moest schrijven. Kort na de voltooiing zou het worden uitgevoerd, onder auspiciën van de Société Nationale de Musique. Omdat het avondprogramma te lang bleek, stelde de dirigent Vincent d’Indy voor, om alleen het eerste deel van de fantasie uit te voeren. In zijn brief van 20 april 1890 liet de componist de dirigent weten dit een “verwerpelijk en zelfs gevaarlijk idee” te vinden. Tijdens een pauze bij de generale repetitie, griste Debussy de muziek van de lessenaars en trok het stuk terug. In 1909 schreef hij een tweede versie, omdat hij, zoals hij aan de componist Varése schreef, ” andere ideeën had gekregen over het samengaan van piano en orkest”.
Rêverie pianostuk
CAX4544
10
jrD-045
voorjaar 1890
Danse (Tarantelle Styrienne) CAX6957 pianostuk In 1890 verscheen dit stuk als Tarantelle Styrienne. In 1903 veranderde Debussy de naam in Danse, omdat het eigenlijk geen echte tarantella is, een dansvorm die in de volksmuziek van Steiermark (Styria) - een deel van Oostenrijk – in het geheel niet voorkomt.
jrD-046
voorjaar 1890
Valse romantique pianostuk
Ballade Slave pianostuk In 1903, bij de heruitgave, veranderde de titel in Ballade.
CAX6957
jrD-047
1890
jrD-048
1890
Marche écossaise stuk voor piano à quatre mains
CAX8034
jrD-049
Juli 1890
Belle au bois dormant (La) lied (Vincent Hyspa)
DAX3295
jrD-050
begin 1891
Beau soir lied (Paul Bourget)
DAX3295
jrD-051
1891
Mazurka pianostuk
CAX6957
jrD-052
1891
Arabesques (Deux) pianosuite - Arabesque in E (1890) - Arabesque in G (1891)
CAX4544
jrD-053
december 1891
Mélodies de Verlaine (Trois) liederencyclus (Paul Verlaine) La mer est plus belle Le son du cor s’afflige vers le bois L’échelonnement des haies
DAX3884
-
CAX6957
11
jrD-054
februari 1892
Angélus (Les) ied (Grégoire Le Roy)
DAX3884
jrD-055
1892
Nocturne pianostuk
CAX4544
Fêtes galantes (1e bundel) DAX3295 liederencyclus (Paul Verlaine) En sourdine (tweede versie) Fantoches (tweede versie) Clair de Lune (tweede versie) De eerste versies van deze drie liederen komen voor in de cyclus Recueil Vasnier uit 1884. Het lied En sourdine is ook bekend onder de titel Calmes dans le demi-jour.
jrD-056
1892
jrD-057
1893
jrD-058
1893
Rodrigue et Chimène --opera in drie actes (Catulle Mendès) De tekstdichter Mendès heeft voor het libretto van dit werk rijkelijk geput uit ‘Le cid’ van Pierre Corneille maar haalde niet diens literaire niveau. Debussy vond de tekst zelfs zo plat en onpoëtisch, dat hij in 1893 besloot te stoppen met de toonzetting ervan. Hij strooide het praatje rond, dat wat hij al klaar had (en dat was, op de orkestratie na, bijna de gehele opera) door brand was verwoest. In werkelijkheid had hij een gedeelte ervan aan zijn vriendin Gabrielle Dupont gegeven en de rest in de la gelegd. Later slaagde de pianist Alfred Cortot er in alle manuscripten in handen te krijgen. Deze kwamen uiteindelijk terecht in de Piermont Morgan Bibliotheek in New York, waar de Engelse musicoloog Langham Smith vaststelde, dat het vocale gedeelte nagenoeg compleet was. De Rus Edison Denisov reproduceerde in1987 uit Debussy’s aantekeningen de orkestpartij.
jrD-059
CAX8034
-
Strijkkwartet in g mineur werk voor vier strijkers Animé et très décidé Assez vif et bien rythmé Andantino, doucement expressif Très modéré
DAX3906
-
Proses lyriques liederencyclus (Claude Debussy) De rêve (1892) De grève (1892) De fleurs (1893) De soir (oktober1893)
oktober 1893
12 jrD-060
september 1894
Prélude à l’après-midi d’un faune AFX2774 orkeststuk Het verschijnen van deze compositie is, zoals dirigent Pierre Boulez het noemt, een mijlpaal in de geschiedenis van de muziek en wordt algemeen gezien als het moment waarop de moderne muziek een aanvang neemt. Eigenlijk is het werk niet compleet. Er was overeengekomen dat Debussy begeleidende muziek zou schrijven bij een toneelbewerking van het gedicht L’aprèsmidi d’un faune, van de symbolistische dichter Stéphane Mallarmé. Debussy is echter niet verder gekomen dan het voorspel, de Prélude. Deze maakte echter zo’n diepe indruk, dat het stuk een eigen leven is gaan leiden en talloze uitvoeringen beleefde. Zelfs Mallarmé verklaarde dat hij er verrukt van was en dat het werk de essentie van zijn dichtwerk beter en dieper uitdrukte dan het gedicht zelf.
jrD-060/A
herfst 1894
jrD-061
eind 1894
jrD-062
augustus 1898
Prélude à l’après-midi d’un faune (transcriptie voor twee piano’s van de hand van Debussy) stuk voor twee pianos
CAX3791
Images oubliées CAX7630 pianostuk - Lent, doux et mélancolique - Sarabande (Souvenir du Louvre) - Quelques aspects de ‘Nous n’irons plus au bois’ Sarabande, nummer 2 uit dit werk, heette aanvankelijk Souvenir du Louvre. Het is dezelfde Sarabande die we in Pour le Piano (uit 1901) tegenkomen, terwijl nummer 3 van Images oubliées: Quelques aspects de ‘Nous n’irons plus au bois’, een voorstudie schijnt van nr. 3 van de Estampes (1903): Jardins sous la pluie.
-
jrD-063
september 1898 -
jrD-064
april 1899
Chansons de Bilitis (Trois) liederencyclus (Pierre Louÿs) La flûte de Pan (juni 1897) La chevelure (juni 1897) Le tombeau de Naïades (aug. 1898)
DAX3295
Nuits blanches liederencyclus (Claude Debussy) Nuit sans fin Lorsqu’elle est entrée
DAX3166
Berceuse DAX3669 lied (René Peter) Wiegelied voor een onbegeleide vrouwenstem bij de eenakter ‘La tragédie de la mort’ van René Peter.
13
jrD-065
december 1899 -
jrD-062/A
begin 1901
jrD-066
april 1901
Nocturnes orkestsuite Nuages Fêtes Sirènes (met vrouwenkoor)
AFX2774
Chansons de Bilitis CJX3858 (versie voor ensemble en declamatrice) toneelmuziek voor spreekstem en klein ensemble (Pierre Louÿs) Chant pastoral Les comparaisons Les contes Chanson La partie d’osselets Bilitis Le tombeau sans nom Les cortisones égyptiennes L’eau pure du basin La danseuse aux crotales Le souvenir de Minasicida La pluie au matin Veel materiaal uit dit werk is door Debussy opnieuw gebruikt voor zijn Six épigraphes antiques, voor piano, uit 1914.
-
jrD-067
april 1901
CAX4261
Lindaraja stuk voor twee piano’s
CAX8034
Pelléas et Mélisande DCX1330 opera in vijf actes (Maurice Maeterlinck) Op vrijdag 23 augustus 1895 schreef Debussy aan zijn vriend Pierre Louÿs: “Sinds 17 augustus is de Pelléas klaar!” Het zou echter nog tot 30 april 1902 duren voordat de première plaatsvond. Tijdens de repetities die aan de eerste uitvoering vooraf gingen, bleek, dat de decorwijzigingen te veel tijd in beslag namen. Debussy moest die hiaten overbruggen door de tussenspelen aan te passen. Hij was daar tot medio april 1902 (dus tot twee weken voor de première!) mee bezig. Dat is dus de datum waarop de opera als voltooid kan worden beschouwd.
jrD-068
medio april 1902
Pour le piano suite voor piano Prélude Sarabande Toccata
14
jrD-069
mei 1903
Dans le jardin lied (Paul Gravollet)
DAX3166
jrD-070
juli 1903
Estampes pianosuite Pagodes La soirée dans Grenade Jardins sous la pluie
CAX7630
-
jrD-071
januari 1904
D’un cahier d’esquisses pianostuk
CAX7630
jrD-072
voorjaar 1904
Chansons de France (Trois) liederencyclus Le temps a laissé son manteau (Charles d’Orléans) La grotte (Tristan l’Hermite) Rondel: Pour ce que plaisance est morte (Charles d’Orleáns)
DAX2543
Fêtes galantes (2e bundel) liederencyclus (Paul Verlaine) Les ingénus Le faune Colloque sentimental
DAX3884
-
jrD-073
voorjaar 1904 -
jrD-074
mei 1904
Danse sacrée et Danse profane suite voor harp en strijkorkest
DAX4166
jrD-074/A
1904
Danse sacrée et Danse profane (Debussy’s versie voor twee piano’s) suite voor twee piano’s
CAX1501
jrD-075
juli 1904
Masques pianostuk
CAX7630
jrD-076
augustus 1904
Isle joyeuse (L’) pianostuk
CAX1605
jrD-077
september 1904
Roi Lear” (“Le)
---
15 (Musique de scène pour) toneelmuziek voor orkest In 1902 kreeg Debussy van theaterdirecteur André Antoine de opdracht muziek te schrijven bij ‘King Lear’ van Shakespeare. In september 1904 waren er (en dat alleen maar in schetsmatige vorm) slechts twee van de geplande zeven stukken klaar, waarop André Antoine de opdracht introk. In oktober 1926 zijn de twee bewaard gebleven muziekschetsen door Jean Roger-Ducasse georkestreerd en tot uitvoering gebracht.
jrD-078
eind 1904
Morceau de concours CAX9608 pianostuk Gecomponeerd voor een door het blad ‘Musica’ uitgeschreven prijsvraag, waarin de lezers aan de hand van getoonde muziekfragmenten de componist moesten raden.
jrD-079
5 maart 1905
jrD-080
jrD-079/A
jrD-081
JrD-042/A
AFX2874
-
Mer (La) orkestsuite De l’aube à midi sur la mer Jeux de vagues Dialogue du vent et de la mer
CAX4261
-
Suite bergamasque pianosuite Prélude Ménuet Clair de lune Passepied
CAX2084
-
Mer (La) (Debussy’s versie voor piano à quatre mains) pianosuite De l’aube à midi sur la mer Jeux de vagues Dialogue du vent et de la mer
CAX1605
-
Images (1e serie) pianosuite Reflets dans l’eau Hommage à Rameau Mouvement
voorjaar 1905
1905
1905
begin 1907
Jet d’eau (Le) (versie zang met orkest) DAX4166 lied (Charles de Baudelaire) Het derde lied uit de cyclus Cinq poèmes de Baudelaire (1889), georkestreerd door Claude Debussy.
16
jrD-041/A
1907
Petite suite (orkestversie) AFX2874 orkestsuite - En bateau - Cortège - Menuet - Ballet De suite voor piano à quatre mains uit 1889, met instemming van Debussy door Henri Busser bewerkt voor orkest. Het Menuet uit deze suite is ontleend aan het lied Fête Galante uit de cyclus Sept poèmes de Banville.
jrD-082
oktober 1907 -
jrD-079/B
februari 1908
jrD-048/A
1908
jrD-083
juli 1908
Images (2e serie) pianosuite Cloches à travers les feuilles Et la lune descend sur le temple qui fut Poissons d’or
CAX6957
Mer (La) (versie voor 2 piano’s --zeshandig,van André Caplet) Transcriptie met goedkeuring van Debussy, die de dag voorafgaand aan de première aan de musicoloog Jean-Aubry schreef: “Morgen wordt de bewerking van Caplet voor twee piano’s (zes handen) uitgevoerd. Hij heeft werkelijk een bewonderenswaardige inspanning geleverd.”
Marche écossaise (orkestversie) orkeststuk Debussy’s orkestratie van zijn stuk voor piano à quatre mains uit 1890
jrD-084
AAX2024
-
Children’s corner pianosuite Doctor Gradus ad Parnassum Jimbo’s lullaby Serenade for the doll The snow is dancing The little shepherd Golliwogg’s cakewalk
-
Chansons de Charles d’Orléans (Trois) DAX1972 liederencyclus voor vierstemming gemengd koor, a capella (Charles d’Orléans) Dieu, qu’il l’a fait bon regarder! Quant j’ai ouy le tabourin
zomer 1908
CAX9608
17 -
Yver, vous estes qu’un villain
jrD-39/A
2 oktober 1908
Il pleure dans mon coeur --stuk voor viool en piano Dit is het tweede lied uit de cyclus Ariettes oubliées, door Arthur Hartmann bewerkt voor viool en piano. Op 17 september 1908 gaf Debussy schriftelijk toestemming voor deze bewerking. Op 2 oktober 1908 kwam Hartmann hem het resultaat laten zien. Samen hebben ze toen de laatste hand aan het stuk gelegd. De reactie van Debussy was veelzeggend: “Vriend, het is voortreffelijk. Ik vind het nu zelfs beter dan mijn lied. Ik zal ervoor zorgen dat het wordt gedrukt.” Inderdaad werd het stuk nog in het zelfde jaar door de uitgever Fromont gepubliceerd.
jrD-035C
herfst 1908
jrD-085
mei 1909
Hommage à Haydn pianostuk
CAX1605
jrD-086
mei 1909
Petit nègre (Le) pianostuk
CAX9608
jrD-065/A
1909
jrD-065/B
1909
Enfant prodigue (L’) (nieuwe orkestratie) DBX7726 cantate voor koor, orkest en solisten (Edouard Guinand) - Prélude - Récit et Air de Lia - Récit de Siméon - Cortège et Air de danses - Récit et Air de Azaël - Récit de Lia - Duo (Lia en Azaël) - Récit et Air de Siméon - Trio Final Op 18 juni 1908 schrijft Debussy aan zijn uitgever Durand, dat hij André Caplet bereid heeft gevonden hem een handje te helpen met een nieuwe orkestratie van L’enfant prodigue. Enkele maanden later kwam het werk (met koor) klaar, zodat Durand al in november de tweede versie van deze cantate kon uitgeven.
Nocturnes (Nrs. 1 en 2 uit ‘Nocturnes’) CAX5686 (versie piano à quatre mains) - Nuages - Fêtes Bewerking voor piano à quatre mains, met instemming van Claude Debussy, van de eerste twee Nocturnes uit de orkestsuite van die naam, door Maurice Ravel.
Nocturnes (versie voor twee piano’s) suite voor twee piano’s
CAX1501
18 De Nocturnes voor orkest bewerkt door Ravel.
Nuages Fêtes Sirènes uit 1899, op verzoek van Debussy voor twee piano’s
jrD-043/A
1909
Fantaisie pour piano et orchestre --(tweede versie) werk voor piano en orkest - Andante ma non troppo – Allegro guisto - Lento molto espressivo (attaca…) - Allegro molto Deze tweede versie van de Fantaisie pour piano et orchestre is ontstaan, omdat, zoals blijkt uit een brief die Debussy op 10 augustus 1909 aan Edgard Varèse schreef, de componist inmiddels andere ideeën had ontwikkeld over het schrijven voor piano met orkest.
jrD-087
7 december 1909
Première rhapsodie (versie voor klarinet en piano) stuk voor klarinet en piano
CAX8034
jrD-088
5 januari 1910
Préludes (boek I) twaalf stukken voor piano Danseuses de Delphes Voiles Le vent dans la plaine Les sons et les parfums tournent dans l’air du soir Les collines d’Anacapri Des pas sur la neige Ce qu’a vu le vent d’Ouest La fille aux cheveux de lin La sérénade interrompue La cathédrale engloutie La danse de Puck Minstrels
CAX9608
-
jrD-088/A
mei 1910
Fille aux cheveux de lin (La) CBX2125 stuk voor viool en piano Bewerking van de achtste prélude uit boek I, door de Hongaars-Amerikaanse violist Arthur Hartmann. In zijn brief van 24 mei 1910 laat Debussy zijn tevredenheid blijken over dit arrangement en op 30 mei 1910 bedankt hij Hartmann nogmaals. Hoe zeer de componist deze violist bewonderde, blijkt uit de aanhef van zijn brief van 3 juni 1910: “Beste vriend, u bent een groot kunstenaar…”
19
jrD-089
mei 1910
jrD-089/A
1910
Ballades de François Villon (Trois) (versie zang en piano) liederencyclus (François Villon) - Ballade de Villon à s’amye - Ballade que Villon fait à la requeste de sa mère pour prier Nostre Dame - Ballade des femmes de Paris
DAX3884
Ballades de François Villon (Trois) (versie zang en orkest) liederencyclus (François Villon) Ballade de Villon à s’amye Ballade que Villon fait à la requeste de sa mère pour prier Nostre Dame Ballade des femmes de Paris
DAX4166
-
jrD-090
1910
jrD-060/B
1910
jrD-083/A
1910
Promenoir des deux amants (Le) DAX3166 liederencyclus (Tristan l’Hermite) - Auprès de cette grotte sombre (1904) - Crois mon conseil, chère Climène (1910) - Je tremble en voyant ton visage (1910) Het eerste lied van deze cyclus is gelijk aan het tweede uit de cyclus Trois Chansons de France uit 1904; daar onder de titel La grotte.
Prélude à l’après-midi d’un faune CAX10127 (versie voor piano à quatre mains) stuk voor piano à quatre mains Op verzoek van Debussy bewerkt voor piano à quatre mains door Maurice Ravel.
Children’s corner (orkestversie) AFX2874 orkestsuite - Doctor Gradus ad Parnassum - Jimbo’s lullaby - Serenade for the doll - The snow is dancing - The little shepherd - Golliwogg’s cakewalk Met instemming van Debussy door Caplet geschreven orkestversie van de pianosuite Children’s corner uit 1908. Debussy dirigeerde de eerste uitvoering van deze versie.
20 jrD-091
juli 1910
La plus que lente pianostuk
CAX9608
jrD-091/A
juli 1910
jrD-092
juli 1910
Petite pièce stuk voor klarinet en piano
CAX8034
jrD-093
mei 1911
Martyre de Saint Sébastien (Le) mysteriespel in vijf actes (Gabriele d’Annunzio) La cour de Lys La chambre magique Le concile des faux dieux Le laurier blessé Le paradis
DBX2465
La plus que lente ECX0475 (versie voor viool en piano) stuk voor viool en piano Hoewel La plus que lente bij Durand verscheen als pianostuk, bracht de uitgever nagenoeg tegelijkertijd de versie voor viool en piano op de markt. Het was Debussy zelf, die het stuk overhandigde aan de zigeunerviolist Léoni, die destijds met zijn ensemble in het New Carlton Hotel in Parijs speelde. Dit feit, naast het gegeven dat in de uitgave voor viool en piano wel de componist, maar niet een arrangeur wordt genoemd, maakt het aannemelijk dat deze versie eveneens van de hand van Debussy is.
-
jrD-094
1911
jrD-087/A
1911
Première rhapsodie (versie voor klarinet en orkest) stuk voor klarinet en orkest
BEX0404
jrD-095
januari 1912
Khamma (ballet) pianostuk
CAX1375
jrD-038/A
31 maart 1912
Printemps (symfonische suite) orkestsuite
AFX1323
Rhapsodie arabe CFX1309 (versie voor altsaxofoon en piano) stuk voor saxofoon en piano Hoewel bedoeld als een compositie voor saxofoon en orkest, werd de orkestratie door Debussy steeds maar weer uitgesteld. Het stuk verscheen daardoor eerst in deze versie voor altsaxofoon en piano.
21 Nieuwe, door Henri Busser op aanwijzingen van Debussy geschreven orkestratie van de symfonische suite uit 1887, waarvan de orkestpartituur verloren is gegaan. De koorpartij die deel uit maakte van het oorspronkelijke werk heeft in deze versie geen plaats gekregen.
jrD-093/A
voorjaar1912
Martyre de Saint Sébastien (Le) AFX2378 (Fragments symphoniques) orkestsuite - La cour de Lys, Prélude - Danse estatique et Final du 1e acte - La passion - Le bon Pasteur Deze symfonische fragmenten uit Le martyr de Saint Sébastien zijn, onder supervisie van Debussy, gearrangeerd door André Caplet.
jrD-096
1912
jrD-097
1912
Images pour orchestre AFX1631 orkestsuite - Gigues (1912) - Ibéria (25 december 1908): . Par les rues et par les chemins . Les parfums de la nuit . Le matin d’un jour de fête - Rondes de printemps (30 december 1908)
-
jrD-091/B
1912
Préludes (boek II) twaalf stukken voor piano Brouillards Feuilles mortes La Puerta del Vino Les fées sont d’exquises danseuses Bruyères General Lavine – eccentric La terrasse des audiences du Clair de lune Ondine Hommage à S. Pickwick Esq. P.P.M.P.C. Canope Les tierces alternées Feux d’artifice
CAX9608
La plus que lente (orkestversie) orkeststuk
AFX2874
22 Durand, een van de uitgevers van Debussy, legde de componist een orkestversie van het oorspronkelijke pianostuk voor. Deze vond het geen goede bewerking en schreef, ongetwijfeld tot groot genoegen van Durand, zelf deze nieuwe orkestratie.
jrD-098
12 september 1912
Jeux (ballet) pianostuk
CAX1375
jrD-099
januari 1913
Toomai des éléphants --pianostuk Rudyard Kipling schreef in 1894 ‘The Jungle Book’. Eén van de verhalen daaruit is: ’Toomai of the Elephants’. Debussy koos deze naam als titel voor een pianostuk, dat oorspronkelijk als de elfde prelude van Préludes (boek II) was bedoeld. Waarom hij het stuk later terugtrok en verving door Les tierces alternées, is niet duidelijk. Op 7 januari 1913 schreef hij aan zijn uitgever Durand: “U zou de beide ontbrekende preludes al hebben ontvangen, als ik niet met Toomai des éléphants was vastgelopen; het is onmogelijk er een prelude van te maken. Ik heb al een vervangend stuk gezocht, dat u aan het eind van deze week zult ontvangen.” Gelukkig zijn de schetsen en aantekeningen van Toomai des éléphants bewaard gebleven. Aan de hand hiervan werd het stuk in 2010 door Robert Orledge voltooid.
jrD-098/A
eind april 1913
Jeux (ballet) (orkestversie) orkeststuk
AEX0754
jrD-100
1913
Syrinx (La flûte de Pan) fluitsolo
CAX8034
jrD-088/B
1913
jrD-101
zomer 1913
Cathédrale engloutie (La) (tweede versie) CAX9608 pianostuk Dit is de tiende prelude uit het eerste boek met preludes (1910). De Noorse pianist Håkon Austbø heeft deze tweede versie geïntroduceerd, omdat hij bij het beluisteren van een muziekrol van een Welte-Mignon pianola uit 1913, waarop Claude Debussy eigen werken speelt, enkele passages opmerkte, die in de originele uitgave anders staan genoteerd.
-
JrD-102
oktober 1913
Poèmes de Stéphane Mallarmé (Trois) liederencyclus (Stéphane Mallarmé) Soupir Placet futile Éventail
DAX3906
Boîte à joujoux (La) (kinderballet) (piano piece)
CAX1375
23 -
Eerste tableau Tweede tableau Derde tableau
jrD-095/A
eind 1913
Khamma (ballet) (orkestversie) AEX1086 orkeststuk Deze orkestbewerking van het in 1912 voor piano geschreven ballet Khamma, is van de hand van Claude Debussy, in samenwerking met Charles Koechlin.
jrD-103
eind juli 1914
jrD-104
november 1914
Berceuse héroïque pianostuk
CAX9608
jrD-103/A
5 april 1915
Épigraphes antiques (Six) (pianoversie) suite voor piano Pour envoquer Pan, dieu du vent d’été Pour un tombeau sans nom Pour que la nuit soit propice Pour la danseuse aux crotales Pour l’Égyptienne Pour remercier la pluie au matin
CAX4261
Épigraphes antiques (Six) CAX8034 (suite voor piano à quatre mains) pianosuite à quatre mains - Pour envoquer Pan, dieu du vent d’été - Pour un tombeau sans nom - Pour que la nuit soit propice - Pour la danseuse aux crotales - Pour l’Égyptienne - Pour remercier la pluie au matin Voor dit werk heeft Debussy materiaal ontleend aan zijn Chansons de Bilitis uit 1901.
-
jrD-105
juni 1915
Page d’album CAX1605 pianostuk Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de hulporganisatie ‘Le vêtement du Blessé’ opgericht, die zich het lot van gewonde frontsoldaten aantrok. Ze organiseerden inzamelingsacties om aan geld te komen. Zo vroegen ze aan Debussy of deze een handgeschreven compositie wilde afstaan die bij opbod zou worden verkocht. Debussy ging er mee akkoord en schreef een walsje voor piano. Het manuscript werd aangeduid als ‘Stuk voor het werk van Le Vêtement du Blessé’ (Pièce pour l’oeuvre du Vêtement du Blessé). In 1933, dus 18 jaar later, werd het werkje door een uitgever op de markt gebracht kreeg daarbij de naam Page d’album (Albumblad).
24 jrD-104/A
1915
jrD-076/A
1915
jrD-106
1915
Berceuse héroïque (orkestversie) orkeststuk
AFX2984
Isle joyeuse (L’) (orkestversie) AFX2874 orkeststuk In 1915 vertelde Debussy aan zijn vriend Bernardino Molinari dat hij al een tijd van plan was om het pianostuk L’isle joyeuse, uit 1904, te orkestreren. Molinari, die zag dat Debussy het erg druk had en bovendien met ernstige gezondheidsproblemen kampte, stelde voor dat hij de orkestratie op zich zou nemen, uiteraard onder supervisie van de componist. Deze ging dankbaar op het aanbod in.
Petite valse pianostuk
CAX12736
In 2004 werd op een veiling in Parijs het manuscript van dit walsje van Debussy aangeboden. Het stuk werd door Robert Orledge, een specialist op het gebied van Franse muziek uit het begin van de twintigste eeuw, voor uitvoering gereed gemaakt.
jrD-107
20 juli 1915 -
jrD-108
zomer 1915
jrD-109
augustus 1915
En blanc et noir suite voor twee piano’s Avec emportement Lent, sombre Scherzando
CAX8034
Étude retrouvé CAX6957 pianostuk Deze door de pianist Roy Howat in de nalatenschap van Debussy aangetroffen etude is waarschijnlijk een door de componist verworpen voorloper van de etude Pour les arpèges composés uit Études ( boek II).
-
jrD-110
augustus 1915 -
Sonate pour violoncello et piano sonate voor cello en piano Prologue Sérénade Finale
CAX8034
Études (boek I) zes pianostukken Pour les cinq doigts, d’après Monsieur Czerny Pour les tierce Pour les quartes
CAX6957
25 -
jrD-111
jrD-112
29 september 1915
Pour les sixtes Pour les octaves pour les huit doigts
CAX9608
-
Études (boek II) zes pianostukken Pour les degrés chromatiques Pour les agreements Pour les notes répétées Pour les sonorités opposées Pour les arpèges composés Pour les accords
CJX3858
-
Sonate pour flûte, alto et harpe Sonate voor fluit, altviool en harp Pastorale Interlude Finale
oktober 1915
jrD-113
december 1915
Élégie pianostuk
CAX9608
jrD-114
december 1915
Noël des enfants qui n’ont plus de maison lied (Claude Debussy)
DAX3295
jrD-115
maart 1917
soirs illuminés (Les) CAX9608 pianostuk De volledige titel van dit stuk is: Les soirs illuminés par l’ardeur du charbon (Avonden verlicht door de gloed van kolen) . Tijdens de ijskoude oorlogswinter 19161917 waren kolen bijna niet verkrijgbaar. Debussy’s kolenhandelaar, de heer Tronquin, accepteerde deze originele compositie als betaling voor de levering van de kostbare brandstof. Pas in 2001 werd dit manuscript in het archief van Eric van Lauwe in Parijs teruggevonden.
jrD-116
april 1917 -
Sonate pour violon et piano sonate voor viool en piano Allegro vivo Intermède (fantasque et léger) Finale (très animé)
CAX8034
26 jrD-117
1917
Chute de la maison Usher (La) --opera in één acte en twee taferelen (onvoltooid) (E.A. Poe, in de vertaling van Baudelaire) Naar een verhaal van Edgar Allan Poe. Hoewel Debussy in de herfst van 1916 het libretto al aan zijn uitgever had toegezonden, heeft hij de muziek voor de opera niet kunnen voltooien. Na zijn dood hebben de Amerikaanse musicologen Abbiate en Kyr de opera voltooid en het werk in New Heaven door studenten van de Yale Universiteit laten uitvoeren. Ook de Engelsman Robert Orledge nam het stuk ter hand, maar vulde dit met eigen werk aan. Zorgvuldiger ging de Chileen Juan Allende-Blin met de nalatenschap van Debussy om. Hij verzamelde nauwgezet alle fragmenten van het werk en maakte deze in 1967 gereed voor uitvoering, waarbij hij ervoor zorgde zijn eigen inbreng tot een minimum te beperken.
jrD-118
1917
jrD-102/A
1918
jrD-094/A
1919
Ode à la France --cantate voor sopraan, koor en orkest (Louis Laloy) In 1916 en 1917 heeft Debussy nog aan deze cantate gewerkt. Daarna moest hij vanwege zijn slechte gezondheid en door een grote werkdruk andere prioriteiten stellen. De gereedgekomen gedeelten zijn na de dood van Debussy door diens echtgenote, Emma Bardac, aan Marius-François Gaillard ter hand gesteld, met het verzoek het werk te voltooien.
Boîte à joujoux (La) (kinderballet) AEX0754 (orkestversie) orkestsuite - Prélude, Le sommeil de la boîte - Eerste tableau: Le magasin de jouets - Tweede tableau: Le champ de bataille - Derde tableau: La bergerie à vendre - Vierde tableau: Après fortune faite - Épilogue Deze door Debussy begonnen orkestratie van de pianoversie uit 1913 is kort na diens overlijden door André Caplet voltooid.
Rhapsodie arabe BEX0404 (versie voor altsaxofoon en orkest) stuk voor saxofoon en orkest De uiteindelijke orkestratie van deze rapsodie werd, hoewel begonnen door Debussy, pas na zijn dood voltooid door zijn tien jaar jongere collega Jean Roger-Ducasse.
27 jrD-060/C
1925
Prélude à l’après-midi d’un faune CJX3858 (versie fluit en piano) stuk voor fluit en piano Debussy is zelf aan een bewerking van zijn Prélude à l’après-midi d’un faune voor fluit en piano begonnen, maar door zijn vroegtijdig overlijden kwam het arrangement niet af. Een vriend van Debussy, de fluitist Gustave Samazeuilh, nam het stuk later opnieuw ter hand en voltooide in 1925 deze versie voor fluit en piano.
jrD-077/A
oktober 1926
jrD-118/A
1928
jrD-103/B
1932
Roi Lear” (“Le) AFX0452 (Musique de scène pour) (toneelmuziek) orkestsuite - Fanfare d’ouverture - Le sommeil de Lear Orkestbewerking door Jean Roger-Ducasse van de onvoltooid gebleven toneelmuziek uit 1904 voor Shakespeares ‘King Lear’.
Ode à la France --cantate voor sopraan, koor en orkest (Louis Laloy) Debussy heeft deze cantate niet kunnen voltooien. In 1920 gaf de Franse pianist, componist en dirigent Marius-François Gaillard in Parijs de eerste uitvoering van het gehele piano-oeuvre van Debussy, die wereldwijd de aandacht trok. De weduwe van Debussy, Emma Bardac, stelde Gaillard de nagelaten manuscripten van Ode à la France ter hand en verzocht hem de cantate af te maken en te orkestreren. Acht jaar later was de cantate klaar voor uitvoering.
Épigraphes antiques (Six) (orkestversie) AFX2967 suite voor orkest - Pour envoquer Pan, dieu du vent d’été - Pour un tombeau sans nom - Pour que la nuit soit propice - Pour la danseuse aux crotales - Pour l’Égyptienne - Pour remercier la pluie au matin Veertien jaar na het overlijden van Debussy maakte de Zwitserse dirigent Ernest Ansermet deze orkestversie van Six Épigraphes antiques. De laatste acht jaar van zijn leven heeft Debussy Ansermet goed gekend. Dat de componist veel waardering voor diens vakbekwaamheid had, blijkt wel uit het volgende: Toen Ansermet tijdens een bezoek aan Debussy op 27 mei 1917 vroeg, of deze hem de wijzigingen wilde laten zien die hij in zijn Nocturnes had aangebracht, haalde Debussy een partituur tevoorschijn die volgeschreven stond met aantekeningen in gewoon potlood, blauw potlood, rode inkt en zwarte inkt. Op Ansermets vraag welke van deze correcties echt van belang waren, stak Debussy hem de partituur toe en zei: “Neem maar mee en kies zelf de wijzigingen uit waar je het mee eens bent.” In de brief van 11 juli 1914 aan zijn uitgever Durand noemt Debussy de subtitels op
28 van zijn Six épigraphes antiques voor piano à quatre mains en voegt daar aan toe: “Eigenlijk was het mijn bedoeling deze compositie als orkestsuite aan te bieden. Maar de tijden zijn zwaar en het leven valt mij nog zwaarder.” (Hij doelde hiermee op het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, de enorme werkdruk die op hem rustte en de kanker die zijn lichaam teisterde en uiteindelijk tot zijn dood zou leiden.) In zijn ‘Herinneringen’ schrijft Durand in 1925: “Op het moment dat de oorlog uitbrak legde Debussy de laatste hand aan een reeks korte stukken, de Épigraphes antiques, die hij als een suite voor orkest had gedacht. Zo ver is het echter niet gekomen, zodat de reeks uiteindelijk in een zetting voor piano à quatre mains werd uitgebracht.” Pas in 1932 kreeg de intentie van Debussy gestalte in deze orkestratie van Ansermet.
jrD-117/A
1976
Chute de la maison Usher (La) DCX0309 opera in één acte en twee taferelen (onvoltooid) (E.A. Poe, in de vertaling van Baudelaire) Deze opera is onvoltooid gebleven. Debussy heeft er in 1917 voor het laatst aan gewerkt. De componist Jean Allende-Blin heeft alle manuscripten, aantekeningen en fragmenten van dit werk verzameld en deze, met een minimum aan eigen inbreng, tot een uitvoerbaar geheel samengevoegd.
jrD-057/A
1987
jrD-099/A
2010
Rodrigue et Chimène DCX2672 opera in drie actes (Catulle Mendès) In 1893 vertelde Debussy dat de partituur van deze opera door brand was verwoest. In werkelijkheid had hij een gedeelte ervan aan zijn vriendin Gabrielle Dupont gegeven en de rest in de la gelegd. Later slaagde de pianist Alfred Cortot er in alle manuscripten in handen te krijgen. Deze kwamen uiteindelijk terecht in de Piermont Morgan Bibliotheek in New York, waar de Engelse musicoloog Langham Smith vaststelde dat het vocale gedeelte nagenoeg compleet was. De Rus Edison Denisov reproduceerde in 1987 uit Debussy’s aantekeningen de orkestpartij.
Toomai des éléphants CAX12736 pianostuk Dit pianostuk was oorspronkelijk bedoeld als de elfde prelude van Préludes (boek II). Waarom hij het stuk later terugtrok en verving door Les tierces alternées, is niet duidelijk. Op 7 januari 1913 schreef hij aan zijn uitgever Durand: “U zou de beide ontbrekende preludes al in bezit hebben, als ik niet met Toomai des éléphants was vastgelopen; het is onmogelijk er een prelude van te maken. Ik heb al een vervangend stuk gezocht, dat u aan het eind van deze week zult ontvangen.” Gelukkig zijn de schetsen en aantekeningen van Toomai des éléphants bewaard gebleven. Aan de hand hiervan werd het stuk in 2010 door Robert Orledge voltooid.
---
29
Bijlage 1
Onderstaande werken vormen een interessante uitbreiding van het Debussy-repertoire, maar voldoen niet aan de criteria die een plaats op de jrD-lijst rechtvaardigen.
---
---
---
----
1918/1925
Clair de lune (uit: Suite bergamasque) AFX2967 (orkestversie van André Caplet) Hoewel Debussy en Caplet elkaar regelmatig van hun werkzaamheden op de hoogte hielden, is in de bijna zestig brieven van Debussy aan Caplet, die bewaard zijn gebleven, geen enkele aanduiding te vinden dat Debussy wenste dat Caplet een orkestratie van zijn Clair de lune (uit de Suite bergamasque) zou schrijven. Caplet moet dit dus wel na de dood van Debussy op eigen initiatief hebben gedaan, waardoor het werk niet aan de criteria voor opneming in de jrD-lijst voldoet. De partituur is helaas niet van een datum voorzien. Het stuk moet zijn geschreven tussen de dood van Debussy (25 maart 1918) en het overlijden van Caplet (22 april 1925).
1930
Prélude à l’après-midi d’un faune CBX1002 (versie viool en piano van Jascha Heifets) Debussy heeft op geen enkele wijze te kennen gegeven dat hij geïnteresseerd was in een mogelijke versie van zijn Prélude à l’après-midi d’un faune voor viool en piano. Toch mag dit fraaie arrangement van Jascha Heifetz als een belangrijke aanwinst voor deze bezetting worden gezien.
1937
Clair de lune (uit: Suite bergamasque) AFX2967 (orkestversie van Leopold stokowski) Het is interessant de orkestratie van Clair de lune door Stokowski te vergelijken met die van Caplet. De partituur van Stokowski’s versie bevindt zich in de Leopold Stokowski Collection van de bibliotheek van de Universiteit van Pennsylvania.
1999
Concertsuite Pelléas et Mélisande AFX2468 (orkestsuite) -I Acte 1: Une forêt - II Acte 2: Une fontaine dans le parc - III Acte 3: Les souterrains du château + Acte 4: Un appartement dans le château Orkestsuite van de hand van Erich Leinsdorf in de latere versie van Claudio Abbado.
30 ---
---
2005
Préludes (boek 1 en 2) AFX2755 (orkestversie van Luc Brewaeys) De Belgische componist Luc Brewaeys heeft de beide boeken préludes voor piano bewerkt voor symfonieorkest. De stukken zijn uitgevoerd door het Koninklijk Vlaams Filharmonisch Orkest, onder leiding van Daniele Callegari. De bewerkingen worden als hercomposities gepresenteerd, een pretentie die gelukkig niet waar wordt gemaakt. Brewaeys heeft geen noot in het oorspronkelijke werk gewijzigd en de discipline opgebracht zich tot zuiver (en smaakvol!) orkestreren te beperken.
2007
Préludes AFX3456 (orkestversie van Colin Matthews) --Ook de componist Colin Matthews heeft de 24 préludes voor piano van Debussy (op soms wat eigenzinnige wijze) voor symfonieorkest bewerkt. Ze zijn verschenen op twee Cd’s en worden uitgevoerd door het Hallé Orchestra uit Birmingham, o.l.v. Mark Elder. Op elk van de Cd’s staan 12 preludes, maar Matthews heeft de indeling van Debussy (in boek 1 en boek 2) niet gevolgd .Hij heeft een andere volgorde vastgesteld, waarbij hij préludes uit beide boeken door elkaar gebruikte.
Bijlage 2 Een aantal werken van Debussy bestaat uit meerdere delen met elk een eigen naam. Deze delen kunnen ook ‘los’ worden uitgevoerd. Om het opzoeken te vergemakkelijken staan deze subtitels hieronder alfabetisch gerangschikt. Het zijn vooral de samenstellende delen van liederencycli, suites, en reeksen van stukken zoals de Préludes (maar niet de Études, die zelden los van hun context worden gespeeld), die hier staan vermeld. Weggelaten zijn de delen van opera’s, cantates en mysteriespelen. Deze worden nooit ‘los’ uitgevoerd, want Debussy is nu eenmaal niet de man van het belcanto of de pakkende aria. Ook delen van sonates en andere vaste vormen (kwartet, trio) zijn niet uit hun verband gelicht. Uitzonderingen zijn de Pastorale uit de Sonate voor fluit, altviool en harp en Cortège et Air de danse, uit de cantate L’enfant prodigue die nogal eens als zelfstandig stuk ten gehore worden gebracht. Delen met namen die alleen de wijze van uitvoering aangeven (Lent, Scherzando. Allegro, e.d.) en subtitels uit dóórlopende werken, zoals balletten of toneelmuziek, zijn niet in deze bijlage opgenomen.
Subtitel:
Maakt deel uit van:
nummer/jaar:
Âme évaporée et souffrante, L’
Deux romances de Paul Bourget
jrD-037 (1885)
Arabesque nr. 1 in E
Deux Arabesques
jrD-052 (1891)
Arabesque nr. 2 in G
Deux Arabesques
jrD-052 (1891)
Auprès de cette grotte sombre
Le promenoir des deux amants
jrD-090 (1910)
31
Balcon, Le
Cinq poèmes de Baudelaire
jrD-042 (1889)
Ballade des femmes de Paris
Trois ballades de François Villon jrD-089 (1910)
Ballade de Villon à s’amye
Trois ballades de François Villon jrD-089 (1910)
Ballade que Villon feit à la requeste de sa mère pour prier Nostre Dame Trois ballades de François Villon jrD-089 (1910) Ballet
Petite suite
jrD-041 (1889)
Brouillards
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Bruyères
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Canope
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Cathédrale engloutie, La
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
Ce qu’a vu le vent d’Ouest
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
C’est l’extase langoureuse
Ariettes oubliées
jrD-039 (1887)
Chevaux de bois
Ariettes oubliées
jrD-039 (1887)
Chevelure, La
Trois chansons de Bilitis
jrD-062 (1898)
Clair de lune (lied) (eerste versie)
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Clair de lune (lied) (tweede versie) Fêtes galantes (1e bundel)
jrD-056 (1892)
Clair de lune (pianostuk)
Suite bergamasque
jrD-080 (1905)
Cloches, Les
Deux romances de Paul Bourget
jrD-037 (1885)
Cloches à travers les feuilles
Images (2e serie)
jrD-082 (1907)
Collines d’Anacapri, Les
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
Colloque sentimental
Fêtes galantes (2e bundel)
jrD-073 (1904)
Coquetterie posthume
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Cortège
Petite suite
jrD-041 (1889)
Cortège et Air de danses
L’enfant prodigue
jrD-035 (1884)
32 Crois mon conseil, chère Climène
Le promenoir des deux amants
jrD-090 (1910)
Danse de Puck, La
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
Danseuses de Delphes
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
De fleurs
Proses lyriques
jrD-059 (1893)
De grève
Proses lyriques
jrD-059 (1893)
De l’aube à midi sur la mer
La mer
jrD-079 (1905)
De rêve
Proses lyriques
jrD-059 (1893)
De soir
Proses lyriques
jrD-059 (1893)
Des pas sur la neige
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
Dialogue du vent et de la mer
La mer
jrD-079 (1905)
Dieu, qu’il l’a fait bon regarder!
Trois chansons de Charles d’Orléans
jrD-084 (1908)
Doctor Gradus ad Parnassum
Children’s corner
jrD-083 (1908)
Échelonnement des haies, L’
Trois mélodies de Verlaine
jrD-053 (1891)
En bateau
Petite suite
jrD-041 (1889)
En sourdine (eerste versie)
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
En sourdine (tweede versie)
Fêtes galantes (1e bundel)
jrD-056 (1892)
Et la lune descend sur le temple qui fut
Images (2e serie)
jrD-082 (1907)
Trois poèmes de Stéphane Mallarmé
jrD-101 (1913)
Fantoches (eerste versie)
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Fantoches (tweede versie)
Fêtes galantes (1e bundel)
jrD-056 (1892)
Faune, Le
Fêtes galantes (2e bundel)
jrD-073 (1904)
Éventail
Fées sont d’exquises danseuses, Les Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
33 Fête galante
Sept Poèmes de Banville
jrD-023 (1882)
Fêtes
Nocturnes
jrD-065 (1899)
Feuilles mortes
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Feux d’artifice
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Fille aux cheveux de lin, La
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
Flûte de Pan, La
Trois chansons de Bilitis
jrD-062 (1898)
General Lavine – eccentric
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Gigues
Images pour orchestre
jrD-096 (1912)
Golliwogg’s cakewalk
Children’s corner
jrD-083 (1908)
Green (Aquarelle 1)
Ariettes oubliées
jrD-039 (1887)
Grotte, La
Trois chansons de France
jrD-072 (1904)
Harmonie du soir
Cinq poèmes de Baudelaire
jrD-042 (1889)
Hommage à Rameau
Images, eerste serie
jrD-081 (1905)
Hommage à S. Pickwick Esq. P.P.M.P.C.
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Ibéria: Le matin d’un jour de fête
Images pour orchestre
jrD-096 (1912)
Ibéria: Les parfums de la nuit
Images pour orchestre
jrD-096 (1912)
Ibéria: Par les rues et par les Chemins
Images pour orchestre
jrD-096 (1912)
Il dort encore
Sept Poèmes de Banville
jrD-023 (1882)
Il pleure dans mon coeur
Ariettes oubliées
jrD-039 (1887)
Ingénus, Les
Fêtes galantes (2e bundel)
jrD-073 (1904)
Jardins sous la pluie
Estampes
jrD-070 (1903)
Jet d’eau, Le
Cinq poèmes de Baudelaire
jrD-042 (1889)
34 Je tremble en voyant ton visage
Le promenoir des deux amants
jrD-090 (1910)
Jeux de vagues
La mer
jrD-079 (1905)
Jimbo’s lullaby
Children’s corner
jrD-083 (1908)
Lilas, Le
Sept Poèmes de Banville
jrD-023 (1882)
Little shepherd, The
Children’s corner
jrD-083 (1908)
Lorsqu’elle est entrée
Nuits blanches
jrD-063 (1898)
Mandoline
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Ménuet
Petite suite
jrD-041 (1889)
Ménuet
Suite bergamasque
jrD-080 (1905)
Mer est plus belle, La
Trois mélodies de Verlaine
jrD-053 (1891)
Minstrels
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
Mort des amants, La
Cinq poèmes de Baudelaire
jrD-042 (1889)
Mouvement
Images, eerste serie
jrD-081 (1905)
Musique
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Nuages
Nocturnes
jrD-065 (1899)
Nuit sans fin
Nuits blanches
jrD-063 (1898)
Ombres des arbres, L’
Ariettes oubliées
jrD-039 (1887)
Ondine
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Pagodes
Estampes
jrD-070 (1903)
Pantomime
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Passepied
Suite bergamasque
jrD-080 (1905)
Pastorale
Sonate pour flûte, alto et harpe
jrD-112 (1915)
Paysage sentimental
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
35
Placet futile
Trois poèmes de Stéphane Mallarmé
jrD-101 (1913)
Poissons d’or
Images (2e serie)
jrD-082 (1907)
Pour envoquer Pan, dieu du vent d’été
Six épigraphes antiques
jrD-103 (1914)
Pour la danseuse aux crotales
Six épigraphes antiques
jrD-103 (1914)
Pour l’Égyptienne
Six épigraphes antiques
jrD-103 (1914)
Pour que la nuit soit propice
Six épigraphes antiques
jrD-103 (1914)
Pour remercier la pluie au matin
Six épigraphes antiques
jrD-103 (1914)
Pour un tombeau sans nom
Six épigraphes antiques
jrD-103 (1914)
Prélude
Pour le piano
jrD-066 (1901)
Prélude
Suite bergamasque
jrD-080 (1905)
Puerta del vino, La
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Quant j’ai ouy le tabourin
Trois chansons de Charles d’Orléans
jrD-084 (1908)
Quelques aspects de “Nous n’irons plus au bois” Images oubliées
jrD-061 (1894)
Recueillement
Cinq poèmes de Baudelaire
jrD-042 (1889)
Regret
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Reflets dans l’eau
Images, eerste serie
jrD-081 (1905)
Rêverie (lied)
Sept Poèmes de Banville
jrD-023 (1882)
Romance d’Ariel, La
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Rondel: Pour ce que plaisance est morte
Trois chansons de France
jrD-072 (1904)
Rondes de printemps
Images pour orchestre
jrD-096 (1912)
Roses, Les
Sept Poèmes de Banville
jrD-023 (1882)
36
Sarabande
Pour le piano
jrD-066 (1901)
Sarabande (Souvenir du Louvre)
Images oubliées
jrD-061 (1894)
Sérénade
Sept Poèmes de Banville
jrD-023 (1882)
Serenade for the doll
Children’s corner
jrD-083 (1908)
Sérénade interrompue, La
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
Silence ineffable (Romance)
Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Sirènes
Nocturnes
jrD-065 (1899)
Snow is dancing, The
Children’s corner
jrD-083 (1908)
Soirée dans Grenade, La
Estampes
jrD-070 (1903)
Son du cor s’afflige vers le bois, Le Trois mélodies de Verlaine
jrD-053 (1891)
Sons et les parfums tournent dans l’air du soir, Les
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
Souhait
Sept Poèmes de Banville
jrD-023 (1882)
Soupir
Trois poèmes de Stéphane Mallarmé
jrD-101 (1913)
Spleen (aquarelle 2)
Ariettes oubliées
jrD-039 (1887)
Tarantella Styrienne
Danse
jrD-045 (1890)
Temps a laissé son manteau, Le
Trois chansons de France
jrD-072 (1904)
Terrasse des audiences du Clair de lune, La
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Tierces alternées, Les
Préludes (boek II)
jrD-097 (1912)
Toccata
Pour le piano
jrD-066 (1901)
Tombeau de Naïades, Le
Trois chansons de Bilitis
jrD-062 (1898)
Vent dans la plaine, Le
Préludes (boek I)
jrD-088 (1910)
Voici que le printemps (Romance) Recueil Vasnier
jrD-033 (1884)
Voiles
jrD-088 (1910)
Préludes (boek I)
37
Yver, vous estes qu’un villain
Trois chansons de Charles d’Orléans
---
jrD-084 (1908)