de Dukenburger Info-magazine voor Dukenburg
l a i c e p s O S G
4e jaargang nr. 10 - december 2011
Gemeentelijke en provinciale projecten in Dukenburg
Foto gemeente Nijmegen
Colofon
Wethouder Turgay Tankir
Deze GSO-special van de Dukenburger is een eenmalige uitgave van de gemeente Nijmegen. Zij doet hierin verslag van wat in de afgelopen jaren in Dukenburg is gebeurd in het kader van het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO) van de provincie Gelderland. De GSO-special staat geheel los van de reguliere nummers van de Dukenburger. De redactie van dit blad is niet betrokken geweest bij deze special. De inhoud valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Nijmegen.
Adres Gemeente Nijmegen Afdeling Wijkmanagement Korte Nieuwstraat 6, Nijmegen Postadres: postbus 9105 6500 HG Nijmegen Telefoon: 14 024 E-mail:
[email protected]
Eenmalige redactie
Teksten René van Berlo behalve de artikelen op de pagina’s 2 en 3, de column van de wijkmanager en het artikel Hoe nu verder? Deze zijn geschreven door de gemeente Nijmegen
Foto’s Ron Disveld (www.fotoxtra.nl) tenzij anders aangegeven
Vormgeving René van Berlo
Drukwerk Senefelder Misset Doetinchem Oplage: 12.300 stuks
Bezorging Op alle adressen in Dukenburg met uitzondering van de adressen met een NEE-NEE-sticker door Tip Top Verspreidingen bv. Klachten over bezorging: telefoon (0485) 31 90 50 of e-mail:
[email protected]
Dank De gemeente Nijmegen bedankt alle personen die meegewerkt hebben aan de totstandkoming van deze GSO-special
Foto voorpagina Jongeren van jongerencentrum Zwanenhoek
2
Het GSO gaf de wijkaanpak een Plus De wethouders Tankir (wijkaanpak) en Jeene (financiën) hebben elk hun eigen kijk op de voorbije GSO III-periode. Wethouder Jeene: ‘Als wethouder financiën kijk ik natuurlijk vooral of de extra middelen, die de gemeente van de provincie heeft onvangen, op een verantwoorde manier zijn ingezet. Mijn conclusie is dat dit het geval is. Het is mooi om te zien hoeveel verschillende soorten initiatieven ermee van de grond zijn gekomen.’ Wethouder Tankir: ‘Het GSO is tijdens de vorige collegeperiode van start gegaan. We hebben destijds aan de mensen in de wijken gevraagd wat ze willen. Er is toen veel opgehaald. Ik was toen nog directeur van Het Inter-lokaal, een van de organisaties die projecten heeft ingediend die nu draaien in de verschillende GSO-wijken. Ik zie dat het GSO de wijkaanpak een plus heeft gegeven. De samenwerking tussen diverse instanties is veel beter geworden, waaruit weer nieuwe initiatieven zijn ontstaan (zoals de nieuwe wijkvoorziening OpMaat in Neerbosch-Oost en de Beursvloer in Meijhorst). We werken dichter op de mensen in de wijk en we pakken sociale en fysieke knelpunten aan. De wijkaanpak in Nijmegen stond al stevig in haar schoenen, maar heeft dankzij het GSO haar waarde extra kunnen bewijzen. De cijfers van onze wijkmonitor la-
Wethouder Bert Jeene
ten een overwegend positief beeld zien en dat in een tijd waarin mensen de effecten van de economische crisis thuis beginnen te voelen. Na het GSO gaan we door op de ingeslagen weg. Met minder budget. De goede ervaringen die zijn opgedaan structureel blijven borgen, is hierbij het motto. Speerpunten zijn de aanpak van overlast- en multiprobleemgezinnen, het opzetten van laagdrempelige info/hulpvoorzieningen in de wijken, aandacht voor voldoende jeugdvoorzieningen en jongerenwerk en de re-integratie van mensen zonder reguliere baan. Uiteraard hopen we op een bijdrage hiervoor van de provincie vanuit het GSO IVprogramma, maar in de basis moeten we het op eigen kracht gaan doen.’ de Dukenburger - GSO-special
Foto gemeente Nijmegen
René van Berlo Claudine Brand Miriam Broekmaat Michiel ten Dolle Marjo van Ginneken
Wat is GSO? De provincie Gelderland telt acht steden die een centrumfunctie vervullen: Apeldoorn, Arnhem, Doetinchem, Ede, Harderwijk, Nijmegen, Tiel en Zutphen. Speciaal voor deze steden voert de provincie sinds 2001 het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO). Doel daarvan is in de centrumsteden de leefbaarheid te verbeteren. In 22 wijken wordt met een combinatie van fysieke, sociale en economische maatregelen bijgedragen aan een sterkere sociale samenhang en een duurzame leefomgeving. Het GSO richt zich in deze wijken bijvoorbeeld op meer tijdige signalering van risicojongeren, het wegwerken van onderwijs-
achterstanden en de aanpak en ondersteuning van gezinnen met meervoudige problemen. Inwoners moeten zich veilig voelen en zich in kunnen zetten voor de toekomst van hun wijk. In de periode 2008-2011 heeft de provincie hiervoor 40 miljoen euro beschikbaar gesteld. De gemeente Nijmegen heeft 7,5 miljoen euro ontvangen. Deze subsidie mag de gemeente in de wijken Neerbosch-Oost, de Voorstenkamp, de Gildekamp, Meijhorst, Tolhuis, Aldenhof en Zwanenveld inzetten. In deze GSO thema-editie van de Dukenburger kunt u lezen hoe deze subsidie wordt ingezet voor de wijken in Dukenburg.
Jongeren
4 6 7 8 10 11
BEWONERSINITIATIEVEN Zwanenveld 17 Aldenhof Maisonnettes
18
Meijhorst Maisonnettes
19
Tolhuis
20
Beursvloer en buurtcontactteam
Jongerencentrum Staddijk Jongerencentrum Zwanenhoek GirlzStyle Kunstzinnige wijk Op Jezelf Sportieve wijk
Buurttafel 15
Duurzame energie Portaal 20 Standvast Wonen 21
12 En verder: Column Marjo van Ginneken
7
Gezonde wijk
14
Brede school Zwanenveld
16
Aanpak achter de voordeur
22
Schuldhulpverlening 23 Hoe nu verder?
23
Re-integratie 24 de Dukenburger - GSO-special
3
Jongeren actief in Dukenburg/Staddijk
Marcel Janssen van Jc Staddijk ‘Ik wil dat jongeren trots zijn op activiteiten in Dukenburg’ ‘We hebben groepen van de straat binnengekregen die nu een positieve ontwikkeling doormaken.’ Dat zegt Marcel Janssen, directeur van Jongerencentrum Staddijk. Dit is mede te danken aan het GSO.
GSO is een regeling van de provincie Gelderland waardoor extra financiering mogelijk is. ‘Hieruit is een extra jongerenwerker aangetrokken,’ vertelt Janssen. ‘Dat is Wies. Zij verzorgt activiteiten voor jongeren, gericht op di-
versiteit. Traditioneel was Staddijk gericht op rockjongeren. Twee jaar geleden heeft het bestuur besloten zich te richten op álle jongeren in Dukenburg. Om dat te realiseren hebben we een jongerenwerker met de opdracht om andere culturele groepen binnen te halen. De focus lag op jongeren met een andere etniciteit. Er is een hiphopgroep gekomen. Die is multi-multicultureel. Etniciteit interesseert ze niet. Er is een festival geweest. Er zijn jamsessies. Er is een hiphop-beatbattle. Sinds dit voorjaar hebben we een Marokkaanse meidengroep: Ladies Night. Ze komen elke zondag bij elkaar. Er zijn diverse activiteiten, bijvoorbeeld een iftar met buurtvertegenwoordigers en een moederdochteravond, waar zestig meiden en veertig moeders waren. Die groep settelt zich. Ze hebben een uitwisselingsproject met Amerikaanse studenten gehad. De Amerikanen kwamen kijken naar multicultureel vakmanschap.’
Theehuis
Bar in de grote zaal
4
Staddijk herbergt het theehuis, een plek waar voornamelijk jongens van Noord-Afrikaanse komaf relaxen. Janssen: ‘De jongerenwerkers van Tandem begeleiden hen in algemene zin. Wies organiseert activiteiten, samen met de jongens. Samen met Tandem kijken we hoe we de jongeren verder kunnen brengen. Er zijn de Dukenburger - GSO-special
Singing Girlz
nu drie jongens die stage bij ons lopen. Op Jezelf werkt met jongeren met individuele problemen. Wij werken met groepsactiviteiten, bijvoorbeeld een R&B-feest of de opening van het voetbalveld. De jongens organiseren zelf mee.’
Stappen
‘Wij hebben een aanpak in stappen. De eerste stap is verbinding krijgen. In het theehuis hebben jongeren hun eigen plek waar ze kunnen relaxen. De tweede stap is activeren: zelf organiseren, verantwoordelijkheid krijgen. Daardoor worden ze actief. De derde stap is kijken of jongeren maatschappelijk kunnen participeren, bijvoorbeeld met stages of leerwerkplekken. Sinds Op Jezelf bij ons in het gebouw gehuisvest is, hebben ze wachtlijsten.’
niet uit. We hebben Singing Girlz. Daar leren de meiden zingen. Uiteindelijk mogen ze een clip maken. Er zijn Fashion Girlz. Die leren kleren pimpen, naaien et cetera. Er is visagie, buikdansen, Zumba, straat- en karaoke dansen. De seizoensafsluiting voor de zomervakantie hebben ze zelf meegeorganiseerd. Er waren twee grotere namen: de Borrelnootjez en dj Moradzo. De meiden zijn nu trots op zichzelf en hun omgeving.’ ‘Ik wil dat jongeren in Dukenburg trots zijn op
Girlz
Staddijk heeft nog andere activiteiten die uit GSO-geld worden betaald. Janssen: ‘Thaiboksen bijvoorbeeld. Wereldkampioene Jemyma Betrian geeft les. In sporthal Meyhorst traint ze een groep van Jongerencentrum de Horizon en een groep van ons. Er is ook een groep Antilliaanse jongens op Staddijk. Die trainen zelfstandig. Ook GirlzStyle wordt uit GSO-geld betaald. Dat doen we samen met Het Inter-lokaal en Tandem. Het gaat om meiden die heel moeilijk te bereiken zijn. Ze komen vaak uit een isolement. Ze hebben bijvoorbeeld geen geld voor activiteiten in de Lindenberg. Door een gevarieerd aanbod hebben we ze binnen kunnen krijgen. Er komen meiden met allerlei achtergronden, ook Nederlandse. Een kleurtje of de cultuur maakt de Dukenburger - GSO-special
Wies
activiteiten in Dukenburg. Dat ze zichzelf niet tweederangs vinden. Dat niet alles in de stad gebeurt, maar ook in Dukenburg.’
Resultaten
‘Omdat ik extra capaciteit en kwaliteit kan bieden, hebben we groepen van de straat binnengekregen die nu een positieve ontwikkeling doormaken. Die blijven ook. Ze hebben perspectief en bouwen eigenwaarde op. Je hebt ze in het snotje. De wijk heeft er baat bij – geen overlast et cetera – maar de jongeren ook.’
Het doel van ‘Jongeren actief in Dukenburg/Staddijk’ is de jongerenvoorzieningen in Dukenburg uit te breiden en de leefbaarheid te verbeteren door jongeren activiteiten te laten organiseren voor hun wijk. Jongerencentrum Staddijk organiseert ieder jaar in samenwerking met de jongeren en wijkbewoners minimaal twee wijk-buurtfeesten. De jongeren zijn actief betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van het feest/festival. De activiteiten vinden plaats in het jongerencentrum of in de wijk. De jongeren en wijkbewoners zijn uiteindelijk in staat gezamenlijk in eigen beheer buurtactiviteiten te organiseren. 5
Jongerencentrum Zwanenhoek
Enkele bezoekers van de Zwanenhoek
‘Het respect voor elkaar is zó gaaf’ ‘Ik vind het geweldig dat er zoveel meiden komen.’ Dat zegt Mila Fritz, jongerenwerker bij Tandem. Samen met Indra Knoop en Patrick Kleisterlee begeleidt zij de jongeren in de Zwanenhoek. Mila Fritz
De Zwanenhoek is het jongste jongerencentrum van Dukenburg. Het is er gekomen op verzoek van de bewoners van Zwanenveld en mogelijk gemaakt door GSO-gelden. Het centrum ligt aan het Maas-Waalkanaal, vlakbij de spoorbrug. Drie avonden per week is het open voor jongeren van 15 tot 23 jaar. Jongeren van 10 tot en met 14 kunnen drie middagen per week terecht. ‘Bijna iedereen gaat goed met elkaar om,’ zegt Mila Fritz, ‘ongeacht nationaliteit, seksuele geaardheid en thuissituatie. Het is heel erg gemengd. Er komen hier in totaal over de honderd jongeren. Sommigen komen sporadisch, anderen elke dag. Het merendeel komt uit Zwanenveld, maar er komen ook introducés mee. Overdag worden veel dingen georganiseerd: voetbaltoernooitjes, playstation, huiswerkbegeleiding. ’s Avonds willen ze chillen. Af en toe staat een dropping op de agenda en daaraan gekoppeld is voorlichting. Dus wordt het een drugsdropping. Het jongerencentrum is echt een plek om elkaar te ontmoeten en met elkaar te delen. De jongeren weten ons heel goed te vinden met alles waar ze mee zitten.’ ‘Ik wil heel graag samenwerken met Jc Staddijk, maar veel jongeren vinden dat te ver weg.
6
Ze vinden de JOP aan de andere kant van Zwanenveld al te ver weg. De jongeren die eerst op straat hingen, zitten nu hier. Dat zijn over het algemeen autochtonen, maar er komen ook Poolse, Duitse, Spaanse, Chinese, Vietnamese, Turkse en Marokkaanse jongeren.’ Patrick Kleisterlee is de beheerder van Zwanenhoek. Hij zegt: ‘’s Middags is het heel erg gemixt qua leeftijd en cultuur, jongens en meisjes. Er lopen allerlei types rond, van heel rustig tot expressief. De sfeer is over het algemeen erg goed. Ze helpen elkaar.’ Fritz: ‘Als er iets te doen is, helpen buurtbewoners en ouders graag mee. Da’s heel leuk. Het respect voor elkaar is zó gaaf! Ik zou het leuk vinden als ouders eens een keer komen kijken. Ze zijn altijd welkom.’
Interieur van de Zwanenhoek de Dukenburger - GSO-special
GirlzStyle
GSO: vloek of zegen? Bergen papierwerk, tussentijdse verantwoordingen, werkbezoeken, stadsbezoeken, nog meer bergen papierwerk, nog meer verantwoordingen: voor sommige van mijn collega’s is dit de definitie van GSO.
Indra Knoop
‘Ze moeten nu zelf aan de slag’ Veel jongerenwerk richt zich op jongens. De meiden dreigen vergeten te worden. Maar niet in Dukenburg. Voor hen is er het project GirlzStyle. Indra Knoop van welzijnsorganisatie Tandem vertelt. ‘GirlzStyle is in 2009 begonnen als samenwerking tussen Het Inter-lokaal, Jongerencentrum Staddijk en Tandem. Het is bedoeld om meiden van 14 tot 23 jaar toe te leiden naar Jc Staddijk omdat er voor hen in Dukenburg heel weinig te doen is. Staddijk weten ze uit zichzelf niet te vinden. In 2010 zijn we begonnen met het aanbieden van workshops fashion (eigen kleding en sieraden), muziek, streetdance, visagie en debat. Gedurende zes tot acht weken hebben ze een workshop gevolgd. We hebben ze herhaald en zijn toen wat langer doorgegaan. Enkele meiden hebben in de Matrixx gezongen en een videoclip gemaakt. Op Staddijk is twee keer een demonstratie streetdance geweest. Ook tijdens de Vierdaagsefeesten in 2010 was er een demonstratie. Ze hebben zich gepresenteerd bij de kick-off van het nieuwe seizoen.’
Van alles
‘Ongeveer zestig meiden hebben zich aangemeld voor de workshops. Marokkaanse meiden noemen zich Ladies Night. Ze hebben een moeder-dochteravond georganiseerd waar 150 moeders kwamen. De meiden van de dansgroep hebben allerlei achtergronden. Ook bij de muziekgroep komt van alles wat.’
Toekomst
‘Er zijn een paar honderd meiden bij betrokken geweest. Ze hebben meegedaan of zijn komen kijken. De workshops zijn inmiddels gestopt. Voor het vervolg stellen we een zo gemengd mogelijke meidenwerkgroep samen. Die moet onze taak overnemen en dingen gaan organiseren. Het motto is immers door en voor jongeren. Ze krijgen een training teambuilding met uitleg hoe je een draaiboek maakt en een evenement organiseert. Dat gebeurt eind dit jaar, begin volgend jaar. Daarna wordt het opgepakt door Staddijk. Maar de meiden gaan zelf aan de slag.’
Werving
‘We hebben ze geworven uit bestaande meidenclubs: Zwanenveld, Staddijk, Het Interlokaal. We hebben Hyves, flyers en posters gebruikt. We hebben scholen benaderd. Twee keer hebben advertenties in de krant gestaan. We zijn bij de Matrixx geweest. Daarna hebben we van de gemeente de adressen van alle meiden in Dukenburg gekregen. Die hebben we aangeschreven. Ze hebben ook zelf geworven.’ de Dukenburger - GSO-special
Maar gelukkig is er ook de andere invalshoek: die van de wijk. Voor de mensen in Dukenburg betekent GSO iets heel anders. Het betekent kansen voor jongeren die daarvoor nauwelijks perspectief hadden, het betekent een laagdrempelige wijkvoorziening voor alle bevolkingsgroepen, het betekent milieuvriendelijker wonen, meer initiatief voor bewoners, meer sociale activiteiten die mensen met elkaar verbinden. Jongeren hebben een eigen jeugdhonk gekregen, bewoners uit alle windstreken spreken elkaar aan de buurttafel, de openbare ruimte is op veel plaatsen opgeknapt, kinderen spelen in nieuwe speeltuintjes en gezinscoaches helpen gezinnen die kampen met grote problemen. Dukenburgers durven weer te dromen over hun stadsdeel. Weegt dat allemaal op tegen de bergen papierwerk en verantwoordingen? Het antwoord lijkt mij duidelijk: GSO is een zegen voor de bewoners van Dukenburg. De provinciale steun heeft de afgelopen drie jaar een flinke zwengel gegeven aan de dynamiek in dit stadsdeel. Die dynamiek is blijvend, ook al loopt de huidige GSO-periode af. Waardevolle projecten worden verduurzaamd in gemeentelijk beleid en sommige projecten zijn al succesvol afgesloten. Een onomkeerbaar proces is in gang gezet, en dat natuurlijk in de goede richting! Vanuit ons katholieke verleden riepen we vroeger in Nijmegen uiteraard: ‘Alle zegen komt van boven!’ In de hedendaagse variant is dat geworden: ‘Alle zegen komt uit het noorden!’
Singing Girlz van GirlzStyle
Marjo van Ginneken Wijkmanager Dukenburg
7
e g i n
jk i w
n
zi st
n Ku
‘Talentontwikkeling is het belangrijkste’ ‘Kunst verbindt.’ Dat vinden José Verhaegh en Rob Arts van New Arts. Zij werken voor het project kunstzinnige wijk. ‘Je ziet dat de jongeren zich ontwikkelen.’ New Arts werkt onder meer samen met Pink Sweater, Tandem, Het Inter-lokaal, stichting PAN, Doornroosje, Matrixx, Jongerencentrum Staddijk en bibliotheek Zwanenveld.
New Arts
‘New Arts vindt dat iedereen evenveel recht van bestaan heeft,’ zegt Verhaegh, ‘dat iedereen recht heeft om op eigen wijze zijn/haar “verhaal” te vertellen. Bij New Arts doen jongeren dit op positieve wijze, al rappend, schrijvend, dansend et cetera. Veel jongeren die bij New Arts komen, hebben het niet zo makkelijk in hun leven. Voor hen is kunst en cultuur niks elitairs, maar een directe uitingsvorm om te
overleven. Nu hebben ze een plek gevonden waar ze gelijkgezinde talenten tegenkomen en begeleid worden door professionals. Bovendien zoekt New Arts samen met hen naar verschillende kleine en grote podia zodat hun “verhalen” ook door een breed publiek gezien en gehoord worden. Jongeren helpen en inspireren elkaar. De ouderen werken met nieuwe jongeren en kinderen. Ze krijgen bij New Arts College zelfs de kans om professional te worden. Door te dansen, componeren, liedjes te schrijven, te rappen et cetera bouwen jongeren aan zelfvertrouwen, aan tolerantie, samenwerking. Kortom, ze krijgen bij New Arts de kans om zich als artiest/kunstenaar te ontwikkelen, maar daarmee ook als mens in onze samenleving.’
Werkwijze
‘De werkwijze die we hebben, is dat we met
New Arts een cirkel maken,’ vervolgt Verhaegh. ‘We beginnen met een brede kennismaking, met name in jongerencentra en nu ook in scholen. Jongeren worden door anderen geïnspireerd. Ze zien andere jongeren bijvoorbeeld rappen. Dan krijgen ze een iets uitgebreidere kennismaking van zes tot acht workshops. Ze maken dan een klein project, zoals een dans, een modeshow of een clip. Die wordt afgesloten met presentaties in de wijk, onder andere in jongerencentrum de Horizon. Die noemen we hotspots. Jongeren die verder willen, kunnen een tweede hotspot volgen. Ze krijgen dan bijvoorbeeld zangles. Ze zijn geweest in Jongerencentrum Staddijk en de Lindenberg Aldenhof. De derde stap is samen een voorstelling maken. Blikvangers is hiervan een mooi voorbeeld. Stap 4 is de verdieping, bijvoorbeeld open werkplaatsen waar je kunt oefenen en opnemen. We hebben drie opnamestudio’s: in de Lindenberg Aldenhof, de Horizon en het New Artsgebouw in Meijhorst. De jongeren hebben zelf subsidie aangevraagd bij diverse fondsen. Stap 5 is het New Arts College. Dat doen we in samenwerking met de mbo-opleiding van het ROC.’
Ontwikkelen
‘Je ziet dat de jongeren zich ontwikkelen,’ zegt Rob Arts, ‘dat ze zelf jongeren gaan begeleiden. In het begin waren het vooral jongens. We zijn toen met fashionprojecten voor meiden begonnen. Nu is de verhouding ongeveer gelijk. Op sommige plekken is een gescheiden aanbod voor jongens en meiden, bijvoorbeeld in Meijhorst en Neerbosch-Oost. In Lindenholt en Zwanenveld is het gemengd.’ 8
de Dukenburger - GSO-special
Arts: ‘In de bibliotheek in Zwanenveld hebben twee docenten rap- en graffitiworkshops gegeven. De een ging in op rijm en spelen met woorden. De jongeren namen het geleerde mee naar huis. De ander werkte toe naar een presentatie aan het einde van de workshop. Bij de graffitiworkshops was de opkomst bizar hoog: 25 leerlingen tegelijkertijd. Er hebben zelfs twee bejaarde mannen aan deelgenomen. We hebben heel veel respons gehad.’ ‘Met de bibliotheek hebben we een tweede project gedaan. Op de zijkant was nog een rolluik kaal. De jongeren maakten een ontwerp op papier. Toen zijn we naar een locatie gegaan waar ze het in het groot hebben uitgewerkt. Het winnende ontwerp is op de rolluik van de bieb gezet.’
Stem
avond. Daar kwam Salah Edin, een Marokkaanse rapper uit Amsterdam. Hij had samen met Amsterdamse jongeren een video gemaakt. Hij heeft die gepresenteerd en heeft opgetreden. Het leuke was dat er qua culturen veel diversiteit was. Ook in leeftijd: jongeren, moeders en oma’s. Er werd zelfs een baby’tje gevoed.’
Perspectief
Verhaegh: ‘Het gaat ook over dat je jongeren een perspectief laat zien. Twee jongeren hebben een contract bij de Lindenberg. Het GSO-geld hebben we gebruikt om een start te maken. We hebben zoveel mogelijk activiteiten gedaan om te laten zien dat jongeren er behoefte aan hebben. We doen dit project in onder andere Dukenburg, Lindenholt en Neer-
bosch-Oost. We hebben duizenden jongeren bereikt. We organiseren ook wijkfestivals. De jongeren van NTV, een programma op Nijmegen1, komen dat filmen.’
Talentenjacht
Arts: ‘We hebben talentenjachten gehad. Die noemden we de stand up factor. De winnaars traden op in de Matrixx. Nu pakken we het kleinschaliger aan, onder andere in de Horizon. Het is bedoeld om in de wijken te laten plaatsvinden. Daarmee willen we de talentenjacht laagdrempelig maken. Dat noemen we on the spot.’ Verhaegh: ‘We helpen ze om op verschillende niveaus op het podium te komen, bijvoorbeeld in de wijk, in de Matrixx of in de stad. Maar ook in de regio Oost-Nederland.’
Rob Arts en José Verhaegh
Verhaegh: ‘Kunst verbindt. Talentontwikkeling is het belangrijkste. Het geeft jongeren een stem. Wat ze maken is heel belangrijk om te uiten. De teksten zijn vaak heel heftig, bijvoorbeeld over zelfmoord.’ Arts: ‘Of over acceptatie. Soms richten ze zich op stoer zijn, begint het daarmee. Uiteindelijk zit er diepgang in. Het is heel kwetsbaar hoe ze zich prijsgeven.’ Verhaegh: ‘Het begint bij jezelf mogen uitdrukken. We willen dat structureel maken. De Lindenberg in Aldenhof wordt een talenthuis. Het gaat in januari 2012 officieel open.’ Arts: ‘Op die plek willen we er nog dieper op induiken: langere trajecten voor mensen die geïnteresseerd zijn, meer diepgang om het meer cachet te geven.’ Verhaegh: ‘Rosco van Zo Moeilijk werkt nu bij de Lindenberg. Hij geeft daar een cursus rap.’ Arts: ‘Er was een Nederlands-Marokkaanse de Dukenburger - GSO-special
9
Op Jezelf stimuleert jongeren, zodat ze hun leven weer oppakken Op Jezelf is een project voor jongeren van 18 tot 25 jaar in Dukenburg en Lindenholt. Sommige jong volwassenen hebben geen afgeronde opleiding, geen werk en geen zinvolle dagbesteding. Vaak zijn er problemen thuis en zijn de jongeren al in aanraking geweest met politie en justitie. Een aantal heeft forse schulden en sommigen hebben een verslaving. De pro-
blemen versterken elkaar en jongeren zien geen mogelijkheid meer om eruit te komen. Zonder hulp en ondersteuning dreigen ze verder af te glijden en te belanden in het criminele circuit. Op Jezelf is laagdrempelig: de medewerkers zijn daar waar de jongeren zijn. Ze nemen de jongeren bij de hand en gaan samen werk of een studie zoeken of naar de kredietbank.
Op Jezelf werkt samen met Antillianenproject Tula, jongerencentra en ambulant jongerenwerk, buurtbemiddelaars, NIM, wijkagent en woningbouwverenigingen. Voor jongeren zijn er open inloopmiddagen en -avonden in Jc Staddijk. Op vaste tijden is deze plek open voor de doelgroep. De jongerenwerkers zijn elke dag bereikbaar.
Coördinator Muammer Akdag
Jongerenwerker Bart Engelaer Anouar Bellari
‘Op Jezelf is een samenwerkingsverband tussen drie organisaties: Het Inter-lokaal, Iriszorg en Tandem. Het team bestaat uit een casemanager, een jobcoach, een jongerenwerker en een projectcoördinator. Uit deze samenwerking halen wij onze kracht. Het team is daar waar de jongeren zijn. Jongeren worden actief opgezocht. We motiveren en stimuleren jongeren, zodat ze hun leven weer oppakken. We geven ze het gevoel dat ze meetellen en mee kunnen doen, dat ze niet opgegeven zijn. Op Jezelf is een kansenproject voor 18-plusjongeren. Veel van deze jongeren hebben complexe problemen en een zwakke positie op de arbeidsmarkt. Door middel van een intensief programma leiden wij ze naar arbeid en scholing en naar hulp op verschillende leefgebieden. We nemen ze serieus. We zeggen: “Jij hebt de regie. Het is jouw leven. Wij ondersteunen je. Wij bieden je kansen voor het behalen van een startkwalificatie en bieden de jongeren daardoor een beter toekomstperspectief.” We zijn er 24 uur per dag, zeven dagen per week mee bezig. We begeleiden nu 53 jongeren, van wie er zestien werk of een opleiding hebben.’
‘Als wij er niet geweest waren, was het van kwaad tot erger gegaan. Je moet er aandacht aan besteden. De reguliere hulpverlening sluit niet aan bij deze doelgroep. Wij gaan met de jongens mee naar afspraken. Ze weten vaak niet wat ze moeten doen. Wij proberen met hen samen hun zaakjes op orde te krijgen. Deze jongens hebben drie tot vier jaar geen structuur gehad, soms zelfs langer. Ze moeten er weer inkomen. Dat lukt niet in één nacht. Gedragsverandering heeft tijd nodig. Het is een proces van vallen en opstaan. Je moet dan ook naast de jongens staan om ze in het leerproces te begeleiden.’
‘Het is een uniek concept. Het werkt goed. Dat moet je behouden omdat er voor die doelgroep verder niets is. We moeten ze perspectief bieden. We gaan met de jongens aan de slag. Dat het nu rustig is in Meijhorst is mede te danken aan Op Jezelf.’ 10
‘De jongeren komen bij ons omdat ze problemen hebben. Ze komen vrijwillig. Er komt vaak veel meer boven dan gedacht. Het is als jongerenwerker belangrijk samen een overzicht te krijgen wat er allemaal speelt om ze duidelijk te maken dat, als ze hier niks aan doen, het probleem alleen maar groter wordt. Ze weten niet waar ze moeten beginnen.’
Anouar Bellari is een van de jongeren van Op Jezelf. Samen met Armin en Jamal heeft hij Deal with it opgericht. ‘Doel is mensen proberen te behoeden voor de fouten die ik en mijn vrienden hebben gemaakt,’ zegt hij: ‘school verpesten, roken, blowen, drinken, op het criminele pad lopen. Iedereen heeft domme dingen gedaan. Je hebt geen geld, problemen thuis. Er is groepsdruk om dingen te doen die je niet wilt. Daarom heet mijn project ook Deal with it. Ik hoop dat ze betere dingen doen dan ik heb gedaan. Ik geef voorlichting op basisscholen, middelbare scholen en jongerencentra. Ik begon ermee als stage, maar ik blijf het doen. Het geeft mij echt het gevoel dat ik een bijdrage lever aan hun ontwikkeling.’ ‘In principe is mijn toekomst rooskleurig. Het gaat goed op school. Er is een betere familieband. Ik wil over tien jaar een normaal leventje leiden: een baan, huisje-boompje-beestje.’
‘Deze jongens hebben drie tot vier jaar geen structuur gehad, soms zelfs langer. Ze moeten er weer inkomen. Dat lukt niet in één nacht’ de Dukenburger - GSO-special
k j i w e v e i t
Spor
De stap naar sportverenigingen verkleinen
Sportservice Nijmegen coacht, begeleidt en faciliteert met sportleiders. In de GSOwijken zijn extra activiteiten. Jeffrey van Thiel, sportconsulent van Sportservice, vertelt welke dat zijn. ‘Een van de doelstellingen van het gemeentelijk sportbeleid is jongeren aan het sporten krijgen en houden. Je ziet dat nu de sociaalmaatschappelijke rol van sport aan betekenis wint. Sporten is veel meer dan alleen maar sportief bezig zijn. Het brengt je in contact met anderen, je leert van (samen) sporten en bovendien is het natuurlijk hartstikke gezond! Onze sportleiders bieden allerlei sportactiviteiten aan, van voetballen tot klimmen in de klimhal. Onze doelgroep zijn jongeren van tien tot achttien jaar. De samenwerking met de jongerenwerkers van Tandem zorgt ervoor dat sportactiviteiten nog succesvoller zijn. Gemiddeld bestaat elke groep uit tien tot vijftien jongeren.’
Jongens en meiden
‘Er komen voornamelijk jongens op onze activiteiten af. We willen echter ook meiden bereiken. De jongeren zijn over het algemeen van allochtone afkomst. De meeste sportleiders zijn man. Misschien dat dit een rol speelt bij het achterblijven van sportdeelname door de meiden. In Dukenburg en Lindenholt is een vrouwelijke sportleider van Sportservice actief die speciaal voor de meiden sportactiviteiten organiseert.’ Sportservice Nijmegen stimuleert de Nijmeegse bevolking om te gaan sporten. Sportservice geeft informatie over het sportaanbod en zet, vaak in samenwerking met sportverenigingen, projecten en activiteiten op voor mensen die weinig of niet sporten. Er is speciale aandacht voor de jeugd, senioren en mensen met een functiebeperking. Ook ondersteunt Sportservice de sportverenigingen in Nijmegen. Vragen over sport en bewegen? Sportservice Nijmegen zoekt voor u de antwoorden. Het bureau is open van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. Telefoon: (024) 329 31 00 (na 17.00 uur voicemail). E-mail:
[email protected]. de Dukenburger - GSO-special
Voetbalkooi bij de Horizon in Meijhorst
Meijhorst
‘In sporthal Meyhorst wordt iedere dinsdagavond een sportactiviteit verzorgd. Iedereen in de leeftijd tussen tien en achttien jaar kan hieraan deelnemen. Op dit moment zijn het vooral meiden die hier op af komen. Via jongerencentrum de Horizon kwamen de meiden in contact met sportleider Jean-Pierre. Er wordt nu vooral aandacht besteed aan voetbal. Er zijn al vijf meiden lid geworden van DVE-Trajanus.’ ‘Voordat de meiden deelnamen aan deze sportactiviteit bestond de groep voornamelijk uit 20 tot 25 jongens die alleen maar wilden voetballen. Dat terwijl bijna iedereen al lid was van een voetbalvereniging. Sportleider Jean-Pierre besloot een andere invulling te geven aan deze sportactiviteit: kickboksen onder leiding van wereldkampioene Jemyma Betrian. Zij geeft iedere week kickbokstraining. Nu vindt het alleen niet meer plaats tijdens de sportactiviteit van Sportservice Nijmegen, maar zelfstandig. Jongerencentrum de Horizon ondersteunt nog steeds daar waar nodig.’
Andere wijken
‘In de gymzaal in Zwanenveld is iedere maandag een sportactiviteit voor jongeren van twaalf tot achttien jaar. Bij mooi weer gaan we naar de playground. In Malvert is iedere maandagmiddag zaalvoetbal in de gymzaal. Hier komen tien tot vijftien jongeren. Dat loopt goed. In Aldenhof verzorgt sportleidster Loesan Bottema sportactiviteiten voor meiden
Jeffrey van Thiel
in de zogenaamde Fitroom. Dit houdt in dat de meiden onder begeleiding kunnen sporten met beweeggames, zoals de Kinect voor de Xbox 360, gamebikes en playstations.’ ‘In Tolhuis worden de sportactiviteiten minder goed bezocht. Sportleider Jean-Pierre heeft daarom samenwerking gezocht met de sportdocent van basisschool De Dukendonck, maar de opkomst blijft, vooral ten opzichte van andere wijken in Dukenburg, achter.’
Doorgaan
‘We hopen nog lang door te gaan met onze activiteiten, ook wanneer de bijdragen vanuit het GSO komen te vervallen. Het aanbod zal dan alleen minder groot zijn.’ 11
Beursvloer en buurtcon
Muammer Akdag v
‘Zelfredzaa mensen v ‘We bespreken de hulpvraag en zetten een lijn uit om de cliënt zo optimaal mogelijk te kunnen helpen .’ Dat zegt Muammer Akdag, locatiemanager van Het Inter-lokaal in Dukenburg. Hij is verantwoordelijk voor de GSO-projecten beursvloer en buurtbemiddeling.
Op de beursvloer in Meijhorst werken verschillende organsaties in één ruimte samen om mensen in Dukenburg te helpen met al hun vragen Foto Goedele Monnens
Beursvloer De beursvloer, uitgevoerd door Het Interlokaal, betreft een laagdrempelig hulpaanbod in Dukenburg. Naast het sociaaljuridisch spreekuur kunnen bewoners onder andere bij de beursvloer terecht voor schuldhulpverlening, voorzieningenchecks, maatschappelijk werk (NIM), trajecten naar werk en sociale activering van Antilliaanse jongeren en volwassenen (in samenwerking met Iriszorg en anderen). Het open spreekuur is in het kantoor van Het Inter-lokaal in Meijhorst. 12
Het vindt twee keer per week plaats: op maandag en woensdag van 9.30 tot 12.00 uur. Het bestaat uit een nauwe samenwerking met onder andere maatschappelijk werk (NIM), Iriszorg, Bruls & Wellen advocatuur, Dichterbij, MEE, SWON en RIBW. Er worden per jaar circa 3500 hulpvragen behandeld en zeshonderd vaste klanten bereikt. Door de gehanteerde ‘beurs’vloermethode zijn de lijnen kort. Hierdoor kunnen cliënten vaak al tijdens de aanmelding verwezen worden naar passende hulp. Veel voorkomende problemen en andere signalen worden snel en gezamenlijk opgepakt.
‘De beursvloer werkt met korte lijnen,’ zegt Akdag. ‘Vanuit de presentiebenadering investeren we in het contact met mensen. Dat is een praktijk waarbij we ons aandachtig en toegewijd op de ander richten. Zo leren we zien wat er bij de ander op het spel staat, van verlangens tot angst. In aansluiting daarop gaan we begrijpen wat er in de desbetreffende situatie gedaan zou kunnen worden. In open dialoog kijken we samen naar de problematiek, als het nodig is op alle leefgebieden, zodat wij een compleet beeld krijgen van de situatie. Samen bespreken wij de hulpvraag. Soms kan deze snel worden opgepakt en afgehandeld. Als er meerdere problemen spelen maken we een stappenplan. Dat doen we in nauwe samenwerking met andere organisaties die werken op de beursvloer.’
Extra aandacht
‘In Dukenburg wonen ook mensen die behoren tot een kwetsbare groep die extra aandacht behoeft. Ze hebben een steuntje in de rug nodig. Dat kan komen door een laag inkomen of hun etnische achtergrond. Veel mensen vinden de drempel naar de reguliere hulp- en dienstverlening te hoog. Zij kunnen zonder afspraak met een vraag of probleem bij ons binnenlopen tijdens de open spreekuren. Wij kijken naar de hulpvraag en adviseren. We streven ernaar om de zelfredzaamheid van de cliënten te vergroten. Vaak komen ze met iets kleins, maar dan blijkt er meer aan de hand te zijn.’ ‘Wij investeren in onze contacten met de bede Dukenburger - GSO-special
ntactteam in Dukenburg
van Het Inter-lokaal
amheid van vergroten’ woners. Mensen zijn terughoudend en weten vaak niet bij welke instantie zij terechtkunnen met hun hulpvraag. Bij ons kan iedereen uit de buurt terecht met allerlei vragen en problemen, zonder ingewikkelde procedures of wachtlijsten. We krijgen tussen de drie- en vierduizend hulpvragen per jaar. Dat zijn twaalf- tot vijftienhonderd inwoners van Dukenburg. Niet alleen allochtonen, ook autochtonen weten ons te vinden. Het Inter-lokaal is er voor iedereen. Hulpvragen zijn er op allerlei gebieden, bijvoorbeeld een brief naar de gemeente over een uitkering of hulp bij het invullen van formulieren. Tijdens de nabespreking van de hulpvragen zitten verschillende samenwerkingspartners aan tafel. We bespreken de hulpvraag en zetten een lijn uit om de cliënt zo optimaal mogelijk te helpen.’ ‘Er wordt ook geïnvesteerd in de medewerkers. De meeste spreekuurmedewerkers van Het Inter-lokaal komen uit de doelgroep en hebben een leer-werktraject. Zij worden begeleid door professionals. Alle medewerkers nemen deel aan een intern scholingsprogramma.’
Buurtcontactteam Het project buurtcontactteam (voorheen buurtbemiddeling) is een van de instrumenten die de gemeente inzet om de sociale relatie tussen bewoners in de wijk te verbeteren. Specifieke aandacht is er voor de moeizame relatie tussen Marokkaanse en Antilliaanse bewoners. De medewerkers dienen allerlei mogelijke verbanden te leggen. Zij zijn ‘de ogen en oren’ van de wijk. De opgepikte signalen van individuen en groepen dienen verde Dukenburger - GSO-special
Muammer Akdag
bonden te worden met de buurt, bewoners en groepen die actief zijn in Dukenburg. De twee projectmedewerkers van het buurtcontactteam fungeren als een buitendienst voor Het Inter-lokaal-filiaal in Dukenburg. Zij nemen wijkbewoners met hulpvragen mee naar de spreekuren en zorgen dat zij geholpen worden door de juiste hulpverlener. Ook andere ‘outreachende’ projecten zoals de Formulierenbrigade en ‘Achter de voordeur’ verwijzen de klanten naar het spreekuur. Het buurtcontactteam behandelt jaarlijks 200 hulp- en adviesvragen, nemen deel aan en/of helpen bij het voorberei-
den van groepsactiviteiten en bemiddelen bij conflicten tussen buren. ‘Het buurtcontactteam gaat de wijken in,’ zegt Akdag. De hoofddoelen van het team zijn signaleren, intermediëren en activeren. We treden in contact met buurtbewoners om te laten zien dat je er bent en dat ze bij Het Inter-lokaal terechtkunnen. We werven ook vrijwilligers, zodat de mensen actief worden, bijvoorbeeld in een kookclub. Daarmee vergroot je de zelfzorgzaamheid en zelfredzaamheid van mensen. Het is een middel om buurtcohesie te bewerkstelligen.’ 13
Gezondheidsmakelaars helpen om bewegen, sport en voeding te verbeteren ‘Het belangrijkste is dat we samen met andere organisaties kijken wat nodig is om de gezondheid van wijkbewoners te verbeteren.’ Dat zegt Senay Akdemir, gezondheidsmakelaar bij de GGD. Ze vertelt wat er tot nu toe is gebeurd. ‘De functie gezondheidsmakelaar bestaat sinds september 2009. Ze komt voort uit het lokale gezondheidsbeleid van Nijmegen. Er is een grote kloof tussen de groep mensen met een lage opleiding en een laag inkomen en de groep mensen met een hogere opleiding en een hoger inkomen. De eerste groep leeft minder lang. Dat kan tien jaar schelen. Ze brengen ook minder jaren door in goede kwaliteit van leven. Dat is heel moeilijk op te heffen, maar de gemeente wil er wat aan doen. Ze heeft een aantal speerpunten. Tegengaan van overgewicht is er een van. De gezondheidsmakelaars willen samen met de wijk bewegen, sport en voeding van mensen verbeteren. Wij richten ons speciaal op 4- tot 12-jarigen. We werken samen met alle partners die (ook) met kinderen werken, bijvoorbeeld scholen, huisartsen, Sportservice Nijmegen en Tandem, maar ook met ouders en wijkbewoners. Dat doen we omdat kinderen hun hele leven nog voor zich hebben. Dan kunnen ze er lang van profiteren.’
Scholen
‘Wat we bijvoorbeeld op de openwijkscholen doen, is zorgen dat ouders en school meedoen aan de gezonde school: gezonde tussendoortjes en gezond traktatiebeleid. Het is belangrijk dat ouders en school dat echt willen. Een aantal openwijkscholen heeft gezond tussendoortjesbeleid en/of gezond traktatiebeleid overgenomen als beleid. De openwijkschool Aldenhove heeft het landelijke project Schoolgruiten ingevoerd. Ouders hebben een rooster gemaakt waarin ze ’s ochtends fruit schillen en dat langs de klassen brengen. Ze krijgen geen koekjes en drankjes mee, alleen maar gezonde dingen. Als kinderen gezond op school eten, eten ze ook vaker thuis beter. Dat zorgt voor betere prestaties.’ ‘We geven voorlichting aan ouders om hen bewust te maken van een gezonde leefstijl. Dat doen we door middel van supermarktrondleidingen, gezond-ontbijtochtenden en workshops. De slogan is Gezond is lekker. Op de Dukendonck in Tolhuis waren in mei gezondheidsweken met veel sportactiviteiten, supermarktrondleidingen, gezond bewegen en gezond eten. Dat hebben we samen met Sport14
Senay Akdemir
Gezonde wijk Het project gezonde wijk behelst de inzet van een gezondsheidsmakelaar in de wijk. De inzet van de gezondheidsmakelaar richt zich op voldoende aanbod van activiteiten/interventies gericht op voeding, beweging en sport voor iedereen. Hierbij wordt, met het oog op het belang van dagelijkse beweging, optimaal gebruik gemaakt van voorzieningen in de leefomgeving (beweegtuinen, ommetjes, speeltuinen, fietsroutes et cetera). service Nijmegen georganiseerd. Die weken komen jaarlijks terug.’
Ouderen
‘Een andere doelgroep zijn oudere mensen voor wie bewegen extra goed is, bijvoorbeeld suikerpatiënten. Huisartsen en fysiotherapeuten hebben een beweegkuur. In Dukenburg doen honderd mensen mee. Dat is een programma van een half jaar. Daarna kijken we of we op eigen kracht verder kunnen. Wij bekijken samen met de deelnemers wat er nodig is om ervoor te zorgen dat ze doorgaan met bewegen.’ ‘Met de Fysiotherapiepraktijk Dukenburg kijken we naar mogelijkheden in de wijk. Wij bieden proeflessen aan in samenwerking met sportorganisaties. Daarnaast horen we van bewoners en professionals waar de wijk behoefte aan heeft. Dat is ons derde speerpunt. We bekijken dan welke partijen bij een oplossing betrokken kunnen worden. Het gaat vooral om de activiteiten die er al zijn te verbeteren’
‘In oktober hebben we meegedaan aan de Senior City Week. Het thema was Wat beweegt mij? Het doel van het evenement was om senioren te stimuleren actief te leven en zelf de regie te houden over hun zorg en welzijn. Senioren maakten niet alleen kennis met elkaar, maar ook met passende activiteiten, vrijetijdsbestedingen en actief ouder worden.’
Sporten
‘Als er groepen in Dukenburg en Lindenholt zijn die iets willen met sporten, maar wat ze willen wordt nog niet aangeboden in hun stadsdeel, dan kunnen we een nieuw aanbod ontwikkelen, bijvoorbeeld een wandelclub oprichten of speciale bijeenkomsten voor een groep met overgewicht. Die zijn zo laagdrempelig en goedkoop mogelijk. Voor sommigen is een of twee keer per week genoeg. We bekijken of ze door willen gaan met een beweegactiviteit. Wandelen slaat het beste aan. Het is makkelijk te organiseren. Het is gezellig. Mensen bewegen graag in groepjes. We zijn bezig met www.beweegmaatjenijmegen.nl. Daar kunnen mensen een maatje vinden.’ ‘We doen mee in de wijkaanpakplannen. Doel is dat gezond leven een vanzelfsprekend onderdeel wordt in de activiteiten, bijvoorbeeld bij buurtfeesten. We sluiten aan op bestaande initiatieven. Daarnaast werken ook zelforganisaties als GAAPA (Antilliaanse vrouwen) en Wereldvrouwen mee. Daar zie je de makelaarsfunctie: wij verbinden mensen aan organisaties en vice versa. We willen ook een project met de Voedselbank doen: Goedkoop kan ook lekker zijn. Het belangrijkste is dat we samen met andere organisaties kijken wat nodig is om de gezondheid van wijkbewoners, jong en oud, te verbeteren.’ de Dukenburger - GSO-special
‘Ik vind de methode heel succesvol’ ‘Het doel van de buurttafel is om bewoners aan het woord te laten, ze in gesprek te laten komen met elkaar over wensen en knelpunten in hun wijk.’ Dat zegt Nathalie van der Veeken, clustermanager van Het Inter-lokaal. Ze is verantwoordelijk voor het GSOproject buurttafel. ‘We willen de bewoners stimuleren tot participatie,’ zegt Van der Veeken. ‘De buurttafel richt zich op mensen die je met andere vormen van communicatie niet bereikt. Het gaat om mensen van wie je de stem niet hoort. Ze staan bijvoorbeeld niet in de Dukenburger, doen niet mee aan sociale media als Twitter en Facebook en komen niet op bewonersbijeenkomsten. We proberen direct contact te maken, meer aan te sluiten bij de mensen zelf door ernaar toe te gaan. We gaan bij hen aan tafel, zij niet bij ons. Zij bepalen met wie ze in gesprek gaan en over welke onderwerpen. Vervolgens kun je kijken naar verbreding.’ Hoe vindt Het Inter-lokaal die mensen? ‘Meestal uit netwerken van medewerkers of van andere organisaties. Onze formulierenbrigade is ergens geweest of mensen zijn bij ons op het spreekuur gekomen. We sluiten ook wel aan bij een activiteit in de wijk, bijvoorbeeld Dukenburg Presenteert en Wereldkinderdag. Of we gaan gewoon met een tafel ergens in een straat staan.’ ‘De onderwerpen kunnen gaan over hoe ze het in hun wijk vinden, over de voorzieningen, of er voldoende activiteiten zijn, of er knelpunten zijn zoals overlast. Het kan ook gaan over maatschappelijke thema’s als opvoeding of integratie. Dat laatste is voor ons een belangrijk thema. Dat zit overal doorheen.’
Buurttafel De buurttafel is een project dat zich richt op het bevorderen van buurtparticipatie en het versterken van de sociale relaties tussen de buurtbewoners. Een tweede aspect is het bevorderen van de integratie door met elkaar te praten over verschillende thema’s in de stadsdelen Dukenburg en Lindenholt. Er is een tafel (de buurttafel) aangeschaft voor Dukenburg en een voor Lindenholt. Deze buurttafel kan overal neergezet worden: op straat, bij iemand binnen of in de tuin, op het schoolplein, bij de voetbalkooi, op de markt et cetera. de Dukenburger - GSO-special
Nathalie van der Veeken
Succes
‘De opbrengst van een buurttafel is heel verschillend. Soms is het een bijeenkomst met boeiende thema’s, levendige gesprekken en een hoge opkomst. Maar het kan ook heel kleinschalig zijn en opleveren dat iemand vrijwilligerswerk wil doen in de buurt of mee gaat werken aan een activiteit. Het meest succesvolle voorbeeld is wat onze medewerkster Günay Acuner-Kasar heeft gedaan in Lindenholt. Het begon met een gesprek met enkele vrouwen bij één van hen thuis en is uitgegroeid naar een internationale vrouwengroep van veertig vrouwen. Ze hebben nu een afwisDeelnemers aan een buurttafel
selend activiteitenprogramma met ontspannings- en educatieve activiteiten. Dat doen we samen met Tandem en het Internationale Vrouwencentrum.’ ‘Minder zichtbare, maar ook belangrijke successen zijn bijvoorbeeld gesprekken met jongeren over activiteiten en dat zij zelf activiteiten zijn gaan opzetten: gesprekken met allochtone moeders over homoseksualiteit om daarmee bewustzijn te vergroten, gesprekken met vluchtelingen over integratie in de buurt en wat ze zelf daarin kunnen doen.’
Vorm
‘De buurttafel is een gesprek van mensen rond een tafel. We steunen ook dat mensen het zelf organiseren. Vaak is degene die het organiseert een sleutelfiguur. Ik vind de methode heel succesvol om met mensen in gesprek te komen, die je anders niet zo snel aan tafel of naar een bijeenkomst krijgt. Ook als het project verdwijnt, zouden we dit vaker kunnen inzetten. Het zou goed zijn als andere instellingen deze methode inzetten.’ 15
‘We willen dat ieder kind krijgt wat het nodig heeft’
Brede school in Zwanenveld De Prins Mauritsschool is een Brede school. Dat is een andere term voor openwijkschool. Het is een samenwerkingsverband tussen de school, Tandem en KION. KION verzorgt in onze Brede school de buitenschoolse opvang (Bso) en de peuterspeelzaal. Het doel van deze intensieve samenwerking is het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen. In nauw overleg met de ouders zoekt de Brede school naar een passend arrangement. In dat arrangement kunnen ouders en kinderen kiezen uit opvang en activiteiten op het gebied van sport, techniek, creativiteit en cultuur. In de Brede school wordt een verbinding gelegd tussen de schoolse en naschoolse activiteiten. De Prins Mauritsschool krijgt een nieuw gebouw, betaald uit middelen van schoolbestuur Conexus. Die komt te staan op het grasveld bij de gymzaal aan de 21e straat in Zwanenveld. Het moet in maart 2013 gereed zijn. ben ingeruild. We zijn gestart met drie dagdelen. Nu zijn het er vier. Eerst kwamen er twee tot vijf kinderen per keer. Nu komen er tussen de twintig en dertig. We hebben heel leuke activiteiten. We gaan met de kinderen op pad. We trekken de wijk in, bijvoorbeeld naar De Geologenstrook. We hebben een tentoonstelling in wijkcentrum De Grondel gehad. De kinderen worden bij de wijk betrokken. We maken ze bewust van hun omgeving. Dat is belangrijk om kinderen mee te geven.’
Speel-leeromgeving
Henriëtte ten Barge
‘We maken de kinderen bewust van hun omgeving.’ Dat zegt Henriëtte ten Barge, locatiecoördinator Brede school Prins Maurits, in dienst van Tandem. ‘Dat is belangrijk om kinderen mee te geven.’ ‘De GSO-middelen worden ingezet voor de integrale huiskameropvang voor alle kinderen, in principe uit heel Zwanenveld, maar in de praktijk toegespitst op de schoolpopulatie. Het gaat om alle kinderen, omdat we niet willen dat alleen ouders, die een vergoeding voor buitenschoolse opvang krijgen, gebruik maken van deze opvang. Naast opvang wilden we ook een educatief element aan de integrale huiskameropvang toevoegen. Dat is de kinder16
wijkclub die nauw verbonden is met het onderwijs. Je leert er door te doen. Wij haken aan bij de thema’s op school, bijvoorbeeld reizen. Je kunt denken aan reizen naar een land, maar ook vanuit een land hier naartoe komen. In de flat tegenover de school wonen mensen met veel verschillende nationaliteiten. Dat is een bron waaruit kinderen kunnen leren, door de verhalen die mensen vertellen. Ze komen bij de mensen thuis. Dat is levensecht leren. Het is een verdieping van leren. Wij gaan ervan uit dat de wijk heel veel heeft om van te leren.’
Omgeving
‘We zijn met weinig middelen begonnen. Er was een kinderclub die we voor dit idee heb-
‘We willen dat ieder kind krijgt wat het nodig heeft, in een rijke speel-leeromgeving waar het uitgedaagd wordt om zich verder te ontwikkelen. Wij bieden naast opvang en de kinderwijkclub ook sport, muziek, dans en techniek aan. Wij zoeken activiteiten die passen bij wat het kind nodig heeft. We noemen dat het ontwikkelarrangement. Daarbij zijn ouders, leerkrachten, medewerkers van Tandem en KION en vakdocenten heel belangrijk. Iedereen kan elkaar aanvullen.’
Bereik
‘We bereiken tussen de dertig en veertig procent van de leerlingen van de Prins Mauritsschool. Soms moeten we kinderen op de wachtlijst zetten. In de nieuwe school is meer ruimte.’ de Dukenburger - GSO-special
Zwanenveld In Zwanenveld zijn meerdere intiatieven van bewoners geweest die betaald zijn uit de GSO-gelden. Op deze bladzijde een bloemlezing.
Busreizen voor 55-plussers
In augustus 2010 en 2011 organiseerde wijkbewoner Ron de Haan busreizen voor mensen uit Zwanenveld. ‘Ze zijn bedoeld voor 55-plussers en mindervaliden,’ zegt hij. ‘Het doel is om meer saamhorigheid in de wijk te krijgen. In 2010 was het alleen voor de inwoners van de 40’er straten en de laagbouw in de 20’er straten. Dit jaar werd er weer om gevraagd, ook uit de rest van de wijk. Toen mochten alle 55-plussers en mindervaliden uit Zwanenveld meedoen. De eerste reis ging met één grote bus naar Maastricht. Voor rolstoelers was een speciale bus ingehuurd die door een vrijwilliger uit de 54e straat Zwanenveld werd gereden. De mensen waren zeer tevreden. De tweede reis ging met twee grote bussen naar Vlissingen. Het Rode Kruis is altijd met twee man mee geweest voor als er iets gebeurde.’ ‘De reizen waren mede mogelijk door de GSOgelden. Dit jaar heeft wijkmanager Marjo van Ginneken diverse attenties van de gemeente gegeven, bijvoorbeeld blocnotes. Dat vonden de mensen leuk. Ze zagen dat de gemeente een bijdrage leverde. Vorig jaar sponsorde woningcorporatie Portaal. Dit jaar hebben Portaal en Talis gesponsord.’
Kunstwerken aan de Teersdijk
Op initiatief van Ron de Haan zijn drie kunstwerken geplaatst aan woningen langs de Teersdijk. Ze hangen in de 42e, 45e en de hoek 36e/40e straat. ‘Dat idee is ontstaan omdat boerderij ’t Hert er stond,’ zegt De Haan. ‘Er hebben veel meer boerderijen aan de Teersdijk gestaan, maar die zijn allemaal verdwenen. Toen kwam ik het boekje Neerbosch, toen ik er nog woonde van Ton Pauls tegen. Hierin stonden foto’s van alle boerderijen en huizen die hier gestaan hebben.
Ik kwam op het idee om daar kunstwerken van te maken en die op te hangen op de plaatsen waar de boerderijen ongeveer gestaan hebben. Ik heb hiervoor Michel Alders gevraagd, die ook de Zwanenkunst aan de groene flat heeft gemaakt. Nu ze er hangen, krijgen mensen een beetje een idee van hoe het er vroeger heeft uitgezien.’
Drempel
In de 44e straat Zwanenveld is een speeltuintje. Er werd te hard gereden. Straatbewoners vroegen Ron de Haan hier iets aan te doen. Op zijn verzoek haalden ze handtekeningen op die De Haan vervolgens aan de gemeente aanbood. Het resultaat was dat de bestaande verkeersdrempel verhoogd is.
Kunstgras
Naast het speeltuintje in de 44e straat lag een zandplaats. Door oneigenlijk gebruik werd het een modderboel. Op verzoek van Ron de Haan heeft de gemeente hier kunstgras gelegd.
‘Ik heb veel brieven gekregen om me te bedanken. De schrijvers hopen allemaal dat er volgend jaar weer een reisje is.’
Plantvakken 20’er straten
Busreisje voor kinderen
de Dukenburger - GSO-special
o Bew
Reisje naar Maastricht in 2010, links Ron de Haan
‘Beide keren was er enkele weken na de reis een verrassingsmiddag voor degenen die mee zijn geweest. Doel was om te proberen de mensen nóg dichter bij elkaar te brengen, wat ten goede komt aan de wijk. Diverse mensen hebben onderling contact gehouden. Ik hoop dat ze meer samen gaan doen, bijvoorbeeld in ons wijkcentrum de Grondel.’
Al tien jaar organiseert 4kids2play activiteiten voor de kinderen, onder andere een jaarlijkse straatspeeldag en een busreisje. Omdat het dit jaar de tiende keer was, heeft de gemeente een bijdrage gegeven voor het busreisje. Dat kon dan ook naar een leuke attractie: de Efteling.
ven e i t a initi ners
Wethouder Turgay Tankir (rechts) onthult het kunstwerk in de 42e straat.
De laagbouw in de 20’er straten heeft weinig groen. Er staan veel auto’s. Bewoonster Hetty van den Eng heeft buren bij elkaar geroepen. Hieruit is een groepje ontstaan dat langs de huizen ging om wensen te inventariseren. Er is een plannetje gemaakt. De gemeente vond het prima, maar het beheer moesten bewoners zelf doen. Er zijn negen plantvakken aangeplant. De bewoners onderhouden ze zelf. 17
Foto bewonerscommissie Aldenhof Maisonnettes
n ieve t a i t ini ners
o Bew
Aldenhof Maisonnettes Vlnr. Sven van Raaij, Hilde Wolvers en Hans Peters
‘Steeds meer mensen kennen elkaar’ In de maisonnettes in Aldenhof wordt veel georganiseerd. De sociale cohesie stijgt. Hans Peters, Hilde Wolvers, Sven van Raaij en Marc Snippert van de bewonerscommissie leggen uit wat er allemaal is gerealiseerd. Van Raaij: ‘Het belangrijkste is het buurtkantoor. We hebben nu een locatie van waaruit we alles faciliteren, vergaderen, workshops houden, van alles.’ Wolvers: ‘Dit was eerst een garagebox. Die kwam vrij. Uiteindelijk zijn wij erin gekomen. Er moest stevig verbouwd worden. We hebben nu een vergaderruimte, keukenblok, toilet, kast en een net plafond. De rioolbuizen die daar lopen, zijn weggewerkt. We hebben zelf zeil erin gelegd, geschilderd, een EHBOtrommel gekocht et cetera.’
Groen
Peters: ‘We hebben een eigen groenplan. Drie jaar geleden hebben we bollen laten planten. We wilden al lang iets aan het groen doen. Het
18
moest op een laag pitje omdat de gemeente met een eigen groenplan zou komen. Dat gemeenteplan wordt volgend jaar gerealiseerd.’ Van Raaij: ‘Omdat er GSO-geld beschikbaar kwam, kon ons eigen plan alsnog worden uitgevoerd. We hebben een rondje gelopen met Wim Bloemendaal van de gemeente. We konden aangeven wat we lelijk vonden en wat we verbeterd wilden zien. Wim Bloemendaal had suggesties. Er is een plan met 25 verbeterpunten opgesteld. Wijkbeheerder Angélique van der Heijden heeft gekeken of het binnen het GSO-budget paste. Alles kon. Deze herfst wordt het al uitgevoerd.’ Wolvers: ‘We hebben vier aandachtsgebieden, onder andere bij de treurwilg bij de ingang van Aldenhof aan de Staddijk en het stuk bij het bruggetje naar Meijhorst. We willen twee bomen plaatsen bij het speeltuintje.’
mensen kenden elkaar niet. Mensen die je eerst niet zag, komen steeds meer kijken. Ze komen ook in gesprek met elkaar.’ Snippert: ‘Bijvoorbeeld naar de cursus bloemschikken of de kerstviering. We gaan ook een kruidentuin aanleggen. Dat wordt een samenwerkingsproject van de bewoners. Steeds meer mensen kennen elkaar.’ Peters: ‘Het speeltuintje is uitgebreid. Een picknicktafel en een wipkip zijn erbij gekomen. De bewoners gaan nu in het speeltuintje zitten als de kinderen daar spelen.’ Van Raaij: ‘We hebben drie reisjes gehad: naar Tongelreep, de Efteling en Walibi. Dat is voor alle bewoners. Ook hier is het doel mensen bij elkaar brengen.’
Nog meer
Wolvers: ‘De opschoondag is een onverwacht succes. Het eerste jaar deden 35 mensen mee, dit jaar 40. Het is veel werk om te organiseren. We delen flyers uit en we gaan langs de huizen. Ieder heeft een eigen flat.’ Van Raaij: ‘We organiseren ook natuurwandelingen met het IVN, bijvoorbeeld met een gids in Stadspark Staddijk.’ Snippert: ‘Voor de kinderen hebben we een sinterklaasviering gehad. Dit jaar deden we voor het eerst aan Sint Maarten. Toen gingen ze met lampionnetjes langs de huizen. We zijn heel trots op het geheel. De mensen zijn trots op ons werk.’ Foto bewonerscommissie Aldenhof Maisonnettes
Foto bewonerscommissie Aldenhof Maisonnettes
Sinterklaasviering
In Aldenhof staan negen maisonnettegebouwen met in totaal 216 woningen. Er is een bewonerscommissie met tien leden. Vier van hen vormen het dagelijks bestuur dat wekelijks bijeenkomt.
Bewoners en vertegenwoordigers van de gemeente bekijken de groensituatie rond de maisonnettes. Rechts Marc Snippert.
Cohesie
Van Raaij: ‘We hebben drie grote buurtfeesten georganiseerd. Er hebben een hoop mensen meegeholpen. Ook organisaties als de Lindenberg, Jc Staddijk, Tandem en Het Inter-lokaal.’ Wolvers: ‘We leggen steeds meer de nadruk op binding met de buren: de Lindenberg, Jc Staddijk en de laagbouw. Maar het gaat ook om de sociale cohesie in het complex zelf. De
Verbouwing van de garagebox tot buurtkantoor de Dukenburger - GSO-special
Meijhorst Maisonnettes
Bew one
rsin it
‘Leer je buren kennen’
iatie ven
Het Meijhorst Maisonnettegebied is een veelkleurige buurt. De bewoners komen overal vandaan. Met GSO-middelen zijn vooral wijkactiviteiten georganiseerd. Ton Strik, lid van de bewonerscommissie, legt uit.
Activiteiten
‘We kregen 50 duizend euro GSO-geld dat we over drie jaar uit konden smeren. Het bedrag was bedoeld voor de maisonnettes, de 50’er straten en de ringweg eromheen. Wij hebben het geld in wijkactiviteiten gestopt. Er was al een straatspeeldag in juni, tegenwoordig nationale buitenspeeldag genoemd. Er kwamen grotere attracties, bijvoorbeeld een groot springkussen. Er komen 150 tot 200 mensen.’ ‘We hebben jaarlijks een buurtuitstapje naar een attractiepark. Dat hebben we dit jaar voor de tiende keer gedaan. We zijn naar Kalkar geweest. Er is een eigen bijdrage van 15 euro. Gemiddeld gaan 200 mensen mee.’
Kennen
‘Sinds drie jaar organiseren we in juli Leer je buren kennen. Dat is op het schoolplein van de Meiboom. Het is een ontmoetingsac-
In Meijhorst staan acht maisonnettegebouwen met in totaal 192 woningen. Er is een bewonerscommissie met zeven leden.
Foto Mike Wierong
‘We hebben drie convenanten gehad. Dat zijn samenwerkingsovereenkomsten tussen gemeente, politie, woningcorporatie Talis, Tandem en de bewonerscommissie. Daarin spraken we af dat we al het mogelijke doen om de leefbaarheid te verbeteren. Eén maatregel was een toewijzingsbeleid hanteren. Mensen konden alleen een woning krijgen als ze ouder zijn dan 23, een inkomen en dus een baan hebben. Er vond ook een politiescreening plaats. Het heeft goede resultaten gehad. De regeling wordt nu afgebouwd.’
Ton Strik opent Meijhorst in beweging 2011
tiviteit waarvan de hoofdmoot bestaat uit een barbecue, doe- en knutselactiviteiten. Er zijn speelattracties voor de kinderen. Er is een terras met muziek. Hier komen 200 tot 250 bewoners op af.’
Beweging
‘Meijhorst in beweging hebben we nu voor de vijfde keer gedaan. De eerste twee keren waren in het wijkcentrum, toen bij de school. Vorig jaar en dit jaar was het rondom de sporthal en jongerencentrum de Horizon. Dit is nog multicultureler dan de andere activiteiten. Er zijn bijvoorbeeld dansgroepen uit verschillende landen. We laten veel vrijwilligers meedoen uit de Driestroom in de Vijverhorst. Dat zijn mensen met een beperking. In totaal komen er zo’n 350 mensen. Overigens worden Meijhorst in beweging en Leer je buren kennen niet
alleen gefinancierd uit GSO-geld. Ook Talis draagt bij.’
Toekomst
‘Dit is het laatste jaar dat we GSO-geld krijgen. Dat heeft gevolgen voor volgend jaar. Het uitstapje moeten we stoppen of moet op een soberder manier. Leer je buren kennen hoeft niet te stoppen, maar we hebben hierover nog geen beslissing genomen. Meijhorst in beweging gaat wel door, maar kleinschaliger. Op de straatspeeldag kunnen we geen grote attracties meer inzetten.’
de Dukenburger - GSO-special
Foto Peter Saras
Foto Mike Wierong
Leer je buren kennen 2010
Meijhorst in beweging 2009
19
even i t a i init ners
o Bew
Tolhuis
Duurzame energie
Portaal Stephan Huisman is beleidsmedewerker energie van woningcorporatie Portaal. In Tolhuis en Zwanenveld zijn de eerste woningen aangepakt. Waarom deze werkzaamheden? ‘Meer doen aan energiezuinige woningen is voor Portaal een belangrijk uitgangspunt,’ zegt Huisman, ‘want de energieprijs wordt steeds hoger. Portaal streeft ernaar de woonlasten voor de huurder op een redelijk niveau te houden. Woonlasten bestaan uit huur en energie. Het ambitieniveau van Portaal is ten opzichte van andere corpora-
Martien de Goeij in de nieuwe speeltuin aan de 75e straat
In Tolhuis zijn mede dankzij de GSO-gelden diverse projecten gerealiseerd. Voorzitter Martien de Goeij van Stichting Platform Tolhuis-Teersdijk noemt er enkele.
van Tolhuis zelf. De kinderreisjes organiseren ze ook zelf. Omdat er volgend jaar minder GSO-geld beschikbaar is, was het reisje dit jaar voor de laatste keer.’
‘Voor de kinderen is er een nieuwe speeltuin aan de 75e straat gekomen. Drie jaar lang zijn er busreisjes voor kinderen geweest. Daarnaast werden er maandelijkse kinderbingo-avonden gehouden. Dit jaar zijn de parkeerstroken in de 52e straat aangepast.’
52e straat
Wensen verzameld
‘Het allereerste initiatief in het kader van de GSO kwam van Marianne Mondria, die hier toen opbouwwerker was. Zij heeft de wensen van bewoners verzameld. Een speeltuin was daar een van. Het wijkplatform heeft een enquête uitgezet bij de bewoners. Huis aan huis werden bezoeken afgelegd. Soms wel drie keer bij hetzelfde huis. Als de mensen de enquête kwijt waren, kregen ze een nieuwe, die een week later opgehaald werd. Dankzij deze actieve benadering was de respons 75 procent.’
‘In de 52e straat had de gemeente een heleboel aangepast. Maar de parkeervakken bleken te smal. Dankzij GSO-geld zijn de parkeervakken alsnog breder geworden.’
Compliment
‘Een compliment aan de bewoners is zeker op zijn plaats: zij hebben zelf gezorgd voor de uitvoering van deze projecten. Het wijkplatform heeft daarnaast gezorgd voor wat ondersteuning.’
Speeltuin
Waarom met GSO-geld? ‘De planning voor het onderhoud wordt ieder jaar opnieuw bekeken en per jaar vastgesteld. Welke werkzaamheden we kunnen uitvoeren is afhankelijk van de financiële situatie. Door de beperkte omvang van de corporatiefinanciën moeten we als Portaal scherpere keuzes maken. Door bijdragen van de gemeente en de provincie kunnen we versneld woningen in Dukenburg energiezuiniger maken.’
Resultaat
Bingo 20
ties redelijk hoog. Sinds 2008 investeren we fors in energiemaatregelen. De huurders hoeven daar geen huurverhoging voor te betalen, terwijl hun energierekening lager wordt en het wooncomfort stijgt. We plaatsen gratis dubbel glas als woningen toe zijn aan een schilderbeurt. Verouderde cv-ketels worden altijd vervangen door een HR-ketel. In 2020 hebben alle woningen van Portaal dubbel glas.’
‘In Tolhuis zijn 22 woningen aangepakt. In maart dit jaar hebben we geïsoleerde beglazing aangebracht. De mechanische ventilatie is in oktober 2011 uitgevoerd. In Zwanenveld hebben we in 22 woningen HR-ketels aangebracht.’
‘Er was een kleine speeltuin. In de enquête werd gevraagd of de bewoners akkoord gingen met verplaatsing en vergroting. De overgrote meerderheid was voor. De apparaten die erin staan, zijn door de kinderen zelf gekozen. We hebben de opening laten doen door de toenmalige wethouder Hans van Hooft en Sinterklaas. Het loopt goed. Er zijn altijd kinderen.’ ‘Er is nu een bingo. Het leuke is dat deze georganiseerd wordt door twee actieve inwoners
Energiezuiniger en meer wooncomfort
Kinderen in de speeltuin aan de 75e straat
‘Het resultaat is dat de woningen energiezuiniger worden en het wooncomfort voor onze huurders toeneemt. Huurders kunnen hiermee de kosten van het verwarmen van hun woning beperkt houden.’ de Dukenburger - GSO-special
Daisy Oliemeulen (links) en Dorothé Jacobs
Duurzame energie
Standvast Wonen Energiezuinige woningen leiden tot lagere woonlasten. Dat is de reden waarom Standvast Wonen huizen isoleert, maken Daisy Oliemeulen en Dorothé Jacobs duidelijk. Een deel van de kosten wordt betaald uit het GSO-budget. Standvast Wonen heeft 148 laagbouwwoningen in de 50’er straten van Zwanenveld. Dat is de buurt pal langs de spoorlijn ten oosten van Winkelcentrum Dukenburg. 96 woningen hebben energiebesparende maatregelen gekregen, onder andere HR++glas. ‘Dat is extra isolerend dubbel glas,’ zegt Dorothé Jacobs, projectconsulent energie. ‘In het glas zitten
‘Wij willen alle woningen naar energielabel B brengen’ meer of grotere ventilatieroosters dan er oorspronkelijk inzaten. De roosters zijn zelfregulerend. Ze reageren op wind. Aan de kant van de spoorlijn zitten suskasten (geluidwerende ventilatieroosters). In de kruipruimten is vloerisolatie aangebracht. In de woningen zit een ander ventilatiesysteem met een energiezuinigere ventilator. Op zolder is een zonneboiler geplaatst. Deze boiler levert het warme water in de woning. De gemeente en de provincie subsidiëren 25 tot 30 procent van de kosten van deze boiler.’
Woonlastenwaarborg
Jacobs: ‘Mensen moeten een huurverhoging betalen van 10,50 euro per maand. De besparing is bijna het dubbele: een kleine 20 euro. De mensen hebben de garantie dat ze er nooit op achteruit gaan. Dat heet de woonlastenwaarborg.’ ‘Deze waarborg is ooit opgezet door de Woonbond. Die hebben we overgenomen,’ vult Daisy Oliemeulen, projectleider energie bij Standvast Wonen, aan. ‘Ondanks dat hebben 52 huishoudens hier niet voor gekozen,’ zegt Jacobs. ‘Dat komt door de onzekerheid omtrent de besparing en/of geen zin in de overlast.’ Oliemeulen: ‘Vlak voor de bouwvak is alles opgeleverd. De woningen die niet meededen, zijn alleen geschilderd.’ Waarom heeft Standvast Wonen dit initiatief genomen? ‘Vanwege de woonlastenreductie en het milieu,’ antwoordt Oliemeulen. ‘De huur stijgt. Maar ook de energielasten stijgen gigantisch. Daarnaast speelt het verminderen van de CO2uitstoot een rol. Wij willen alle woningen naar energielabel B brengen. We hebben echter geen invloed op het gebruik, wel op de (energetische) kwaliteit van de woning.’ Jacobs: ‘We komen over een paar jaar terug om te kijken of het heeft opgeleverd wat we verwacht hadden. Daarover maken we met bewoners afspraken.
Plaatsen van zonnecollectoren op huizen van Standvast Wonen in Zwanenveld 50’er straten. de Dukenburger - GSO-special
Meer stoken
Jacobs: ‘De mogelijkheid bestaat dat mensen meer gaan stoken als de woning goed geïso-
leerd is. Door de verbetering in comfort gaan mensen bijvoorbeeld in dunnere kleding in huis zitten.’ ‘Of ze gaan stoken op de slaapkamer,’ zegt Oliemeulen. ‘Dat deden ze vroeger - toen het glas nog niet geïsoleerd was - niet. Als we kijken wat het heeft opgeleverd, vergelijken we de laatste drie jaar vóór de isolatie met de nieuwe situatie. De Woonbond heeft daar criteria voor. Die gebruiken wij.’ Jacobs: ‘Het is een instrument dat vertrouwen geeft. Daar zijn mensen gevoelig voor. De huurverhoging is altijd tussen de 50 en 75 procent van de verwachte besparing.’ Maar het ene huishouden gebruikt meer energie dan het andere. Oliemeulen: ‘Wij werken met een complexgemiddelde. Het gebruik is inderdaad zeer gevarieerd. Het is bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal bewoners in het huis, maar ook van de apparatuur. Sommige mensen hebben een tropisch aquarium. Dat vreet energie.’
Gecompenseerd
‘Mensen kunnen de energiemaatschappij altijd vragen het voorschotbedrag te verlagen,’ zegt Jacobs. Oliemeulen vult aan: ‘Daarnaast wordt het huurverhogingbedrag grotendeels gecompenseerd door de huurtoeslag. Dat loopt op tot 95 procent.’ ‘De mensen die nu niet hebben meegedaan, kunnen waarschijnlijk over zes jaar weer kiezen,’ aldus Jacobs. ‘Dat is bij de volgende schilderbeurt. Bij tussentijdse wisseling van huurders pakken we het meteen aan.’ 21
Foto internet
Aanpak achter de voordeur
‘Het veiligheidsgevoel is toegenomen’ ‘Wat wij beogen is dat je het welzijn van iedereen omhoog krikt.’ Dat zeggen Mariëlle Heuvelmans en Sofie Meijer van de gemeente Nijmegen over het project Aanpak achter de voordeur. Heuvelmans is wijkteamregisseur, Meijer was dat tot voor kort. Heuvelmans gaat over Dukenburg en Lindenholt, Meijer ging over Neerbosch-Oost. Ze komen in actie als er een melding binnenkomt van een gezin waar meerdere problemen spelen, of dat overlast veroorzaakt. In Dukenburg gaat het om 130 huishoudens.
Problemen
22
Foto internet
‘Ruim negentig procent van de huishoudens kan het zelf redden. Vijf tot tien procent kan dat niet. Die komen bij ons terecht,’ zegt Heuvelmans. ‘Wat we veel tegenkomen zijn relatieproblemen, vervuiling, huiselijk geweld, opvoedingsproblematiek, verslaving et cetera. Het is vaak een combinatie van alles. Iedereen kan melding doen van een probleemgezin. De meldingen komen van verschillende mensen: wijkagenten, huisartsen, woonconsulenten, consultatiebureau maar ook van wijkbewoners.’ ‘Het wijkteam komt maandelijks bij elkaar, daar worden de signalen besproken,’ vult Meijer aan. ‘Wij hebben de voorzittersrol en zijn verantwoordelijk voor een goede uitwisseling. In het wijkteam wordt besloten welke casussen we oppakken en hoe we dat gaan doen.’
Heuvelmans: ‘Het kan zijn dat de thuiszorg of de schuldhulpverlening wordt ingeschakeld. Als het gezinnen met kinderen betreft en de situatie loopt echt uit de hand, stellen we als uiterste middel een gezinscoach aan. We dringen aan op verbetering, maar als het nodig is volgen er sancties, bijvoorbeeld korten op een uitkering. Aanpak achter de voordeur is resultaatgericht.’ Meijer: ‘Mensen weten dat ze besproken zijn. We zien dat heel veel mensen financiële problemen hebben. Vervolgens wordt met hen een plan gemaakt. Ze vinden het prettig dat ze hulp krijgen en de situatie voor hen verbetert. Het werkt goed omdat er één regievoerder en één plan per gezin is. Op het moment dat een plan niet goed loopt, kun je opschalen. Dat kan inhouden dat we met meer drang gaan werken. Het kan ook zijn dat een hulpverlener of instelling de afspraken niet nakomt. Dan zorgen we ervoor dat ze hun afspraken wél nakomen.’
Aanpak achter de voordeur is een project dat huishoudens met meerdere problemen helpt. Het is ook voor huishoudens die overlast veroorzaken. In diverse Nijmeegse stadsdelen werken wijkteams die de problemen aanpakken. Een team stelt onder regie van de gemeente per huishouden één bindend plan van aanpak op. Ze doet dit op basis van signalen uit de buurt, van hulpverleners, politie of woningbouwcorporaties. In alle gevallen wordt contact gezocht met het huishouden. Het wijkteam zorgt er vervolgens voor dat alle betrokken partijen het plan van aanpak uitvoeren. Dat is niet vrijblijvend. Indien nodig kan drang en dwang worden uitgeoefend. In een team zitten de wijkagent, woningbouwverenigingen, Meldpunt Bijzondere Zorg, Bureau Jeugdzorg en NIM. De leiding berust bij een wijkteamregisseur van de gemeente. Er zijn wijkteams in Dukenburg, Lindenholt, Neerbosch-Oost, Hatert, Waterkwartier, Wolfskuil en Nijmegen-Midden (Willemskwartier, Kolpingbuurt en Landbouwbuurt).
Samenwerken
Vroeger kwam het voor dat instanties niet van elkaar wisten dat ze met hetzelfde gezin bezig waren. Heuvelmans: ‘Heel veel organisaties denken dat ze er alleen voorstaan en gaan in hun eentje aan de slag met mensen, bijvoorbeeld de politie of de school. Wij leggen de signalen bij elkaar. Vier jaar geleden zijn we met het project begonnen. Met financiële steun van de provincie – de GSO-gelden – hebben we het uit kunnen breiden naar deze drie wijken. Vroeger werkten instanties vaak langs elkaar heen. Nu werken ze samen. Het heeft zichtbare resultaten opgeleverd, vooral in de kleinere wijken. In Dukenburg is het minder goed zichtbaar, omdat de probleemgevallen over het hele stadsdeel verspreid zijn. Mensen zien wel de acties in de eigen buurt. Het veiligheidsgevoel is toegenomen.’
Toekomst
‘Er is een evaluatie geweest onder de mensen die deelnemen aan de wijkteams,’ besluit Meijer. ‘Ze zijn heel tevreden over de manier van werken: korte lijnen, snelle hulp et cetera. Als het aan ons ligt, gaan we zeker door. Gezien de goede resultaten willen we Burgemeester en Wethouders vragen om geld vrij te maken, zodat we ook na de GSO-periode verder kunnen.’ de Dukenburger - GSO-special
Schuldhulpverlening
‘De problemen gaan steeds vaker van generatie op generatie over’ ‘Mensen kunnen door allerlei oorzaken in de financiële problemen komen, bijvoorbeeld door verslaving of door psychische problemen.’ Dat zegt schuldhulpverlener Petra Wollerich. Wollerich werkt nauw samen met het wijkteam overlast- en multiprobleemhuishoudens. ‘Als er een verzoek binnenkomt via het wijkteam, plan ik een afspraak. Ik maak een opzet van het budget. Meestal is er sprake van achterstand in de vaste lasten. Om de financiële situatie zo snel mogelijk te stabiliseren, wordt daarom ook budgetbeheer ingezet. Wij verzorgen de vaste lasten. De klant krijgt huishoudgeld. De uitgaven en inkomsten moeten stabiel worden en blijven. De klant moet werken aan de oorzaak van de financiële problemen. Daardoor vermindert de kans dat het probleem zich later opnieuw voordoet. Gemiddeld duurt het een half tot een heel jaar voordat we tot een schuldregelingsaanvraag komen.’ ‘Mocht het voortraject uitvloeien in een schuldregeling, dan benaderen wij de schuldeisers schriftelijk om het openstaand saldo door te geven. Cliënten ontvangen nauwelijks nog post van incassobureaus en deurwaarders. Dit brengt heel veel rust met zich mee, zodat cliënten zich op andere zaken kunnen gaan concentreren. Uiteindelijk doen wij een voorstel aan de schuldeisers. Alle schuldeisers moeten hiermee akkoord gaan om de regeling door te laten gaan. Deze regeling kan tot stand komen de Dukenburger - GSO-special
Hoe nu verder? De huidige GSO-periode (2008-2011) loopt af. Met de financiële bijdrage van de provincie zijn mooie resultaten behaald in de GSO-wijken. Dit blijkt onder meer uit de positieve scores uit de stads- en wijkmonitor. De gemeente wil de GSO-wijkthema’s zoveel mogelijk verduurzamen in zijn/haar beleid. Met name de wijkthema’s overlast en multiprobleemgezinnen, laagdrempelige informatie- en hulpvoorzieningen in de wijken, jeugdvoorzieningen en (accommodatiegericht) jongerenwerk zijn het waard structureel te worden voortgezet. Deze thema’s hebben geleid tot innovatieve en effectieve werkwijzen en tot waardevolle voorzieningen voor de wijken. Het thema re-integratie zal via andere middelen zoals werkcorporaties vorm krijgen.
via een saneringskrediet of een schuldbemiddeling. In beide situaties betaalt de cliënt drie jaar lang aan Bureau Schuldhulpverlening. Mocht er geen regeling tot stand komen dan is er nog een mogelijkheid om via de rechtbank een aanvraag voor een wettelijke regeling in te dienen.’
Dukenburg
‘Ik heb nu zestig mensen in behandeling, waarvan ongeveer dertig in Dukenburg. Je ziet steeds vaker dat het probleem van generatie op generatie overgaat. Ze hebben nooit geleerd met geld om te gaan.’
Petra Wollerich
23
ie grat e t n Re-i
‘Een aanzienlijk deel heeft extra kansen gekregen’ Een groot deel van het GSO-budget is gegaan naar de re-integratie van werkzoekenden naar werk. Op straat kun je dat niet zien. Vandaar uitleg door Lucile Braam, beleidsadviseur van de gemeente Nijmegen. ‘Re-integratie is werkzoekenden naar werk toeleiden,’ zegt Braam. ‘De gemeente heeft de opdracht om dat met name voor bijstandsgerechtigden te doen. Het toenmalige college heeft ervoor gekozen het extra geld voor de wijken in te zetten via de gangbare re-integratieinstrumenten. Door het extra geld hebben we meer mensen in de wijken kunnen ondersteunen bij het vinden van werk. Dan moet je denken aan opleidingen, werkervaringsbanen en brugbaansubsidies. Deze laatste zijn loonkostensubsidies voor werkgevers die een werkzoekende in dienst nemen. De reden om Dukenburg, Lindenholt en Neerbosch-Oost aan te melden voor de GSO-middelen, was omdat er in deze wijken meer werklozen zijn dan gemiddeld in Nijmegen. Dit geldt zeker voor Dukenburg.’
partner een inkomen, heb je een vermogen, kun je zelf geld verdienen? Als dat niet lukt, kun je een beroep doen op de bijstand. Vroeger waren we vooral een uitkeringsfabriek. Nu hebben we veel meer taken erbij gekregen om mensen naar werk toe te leiden. Momenteel zijn circa 5300 inwoners van Nijmegen afhankelijk van een bijstandsuitkering.’
‘In 2010 hebben we dan ook onze algemene uitstroomdoelen niet behaald. Zo scoorden we in 2010 duidelijk slechter dan in 2008. De instroom is gestegen en de uitstroom gestagneerd, met name vanaf 2009 toen de crisis echt voelbaar werd en effecten zichtbaar werden op de lokale arbeidsmarkt.’
Uitstroom
‘De afgelopen jaren hebben ons vooral geleerd hoe afhankelijk we zijn van factoren die door ons op lokaal niveau niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn. Om resultaten te boeken ten aanzien van de toeleiding van mensen naar werk zijn we ontzettend afhankelijk van autonome ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Desondanks is het onze overtuiging dat we er op individueel niveau wel degelijk voor zorgen dat mensen kansen en werk krijgen.’
‘In het najaar van 2008 zijn de gevolgen van de kredietcrisis in Europa en Nederland tastbaar geworden. De gevolgen van de crisis voor het bijstandsbestand zijn vanaf toen ook steeds meer zichtbaar geworden: de daling van het aantal bijstandsgerechtigden stagneerde en is inmiddels omgeslagen in een stijging van het aantal bijstandsgerechtigden. Door de gevolgen van de kredietcrisis staan de uitstroomdoelstellingen - en daarmee ook de doelen in het kader van GSO - enorm onder druk: er komen steeds meer bijstandsgerechtigden bij, terwijl het toeleiden van mensen naar werk steeds moeizamer verloopt.’
Effect
Bijstand
‘Bewoners kunnen recht hebben op bijstand. Het verlenen van bijstand is een taak van de gemeente. Als iemand bijstand aanvraagt, kijken we eerst of hij er recht op heeft: heeft je
Lucile Braam
24
de Dukenburger - GSO-special