De Community van het World Education Forum Inleiding In de maanden april en mei 2012 wordt met zo’n 100 personen samen gebouwd aan de community van het World Education Forum. Die 100 personen komen in 6 co-creatiesessies bij elkaar en geven samen de beelden voor een geslaagde community vorm. In elke sessie staat een bepaald onderdeel van de community centraal en elke sessie bouwt voort op de sessies daarvoor. We co-creeeren de komende tijd achtereenvolgens (1)het toekomstbeeld, (2)de zwerm en dynamiek, (3)de impact en invloed, (4)het proces en de strategie, (5)het businessmodel en (6)de communicatiestrategie van de community. Er zijn drie richtlijnen die vaststaan: De ambitie van de community luidt “Alle kinderen toegang tot onderwijs” De community is van het onderwijsveld: participanten zijn onderwijzers, schoolleiders en onderwijsontwikkelaars. De community is internationaal. De verdere bouwstenen worden in de co-creatiesessies uitgekristalliseerd. In dit document beschrijven wij per sessie wat de beelden zijn die het resultaat waren van het cocreëren. Het vormen de uitgangspunten, de richtlijnen, de bouwstenen en pijlers die vorm gaan geven aan de community. Aan het eind van de reeks verbinden wij de geschetste beelden en presenteren die als visie- en werkdocument aan de co-creatoren en het organiserend comité van het World Education Forum.
1
Inhoudsopgave Sessie 1: Toekomstbeeld (18 april, Utrecht)
3
Sessie 2: Zwerm en Dynamiek (23 april, Zoetermeer)
6
Tussenstand na sessie 1 en 2:
9
Sessie 3: Impact en Invloed (25 april, Amsterdam)
10
Tussensessie: Digitale omgeving (2 mei, Amersfoort)
14
Tussenstand na de eerste 3 sessies en de digitale sessie:
19
Sessie 4: Proces en Strategie
20
(9 mei, Amsterdam)
2 x Verslag van overleg met mensen uit de NGO sector
27
Tussenstand na 4 sessies + digitale sessie
29
Sessie 5: Businessmodel
30
(16 mei, Den Bosch)
Tussenstand na 5 sessies + digitale sessie
36
Sessie 6: Communicatie-strategie (23 mei, Utrecht)
39
En nu?
43
2
Sessie 1: Toekomstbeeld (18 april, Utrecht) Er is gewerkt aan beelden door de volgende vragen met elkaar te behandelen: Hoe ziet een succesvol WEF eruit voor de docenten en scholen die daaraan deelnemen? Hoe ziet een succesvol WEF eruit dat impact heeft op de bestaande politieke structuren? Welke knelpunten zijn aan te wijzen in de ontwikkeling van zo’n community? Welke kansen liggen er (dus) voor de community van het WEF? Deze sessie vond plaats op 18 april 2012 op het Utrechts Stedelijk Gymnasium te Utrecht.
De co-creatoren waren: Anouk van Heeren Bart Hoekstra Conny Bergé Edwin Rap Eefke Meijer Elisabeth Roelvink Frank Jongbloed Fred Verboon Inez Ruiter Jan van Wonderen Karen Anne Hupler-Hebben Lauren Gross Marc Oyserman Nynke Vos Fusien Verloop Tera Brugmans Kamilla Hensema Noor Bongers
CREM Stad en Esch Pep International Universiteit Wageningen Blixum The Hunger Project Digitaal Platform Leerkracht PO, PO docent ESHA, Mic Nederland Inez Events Zwijsen uitgeverij KAeP Notaris, comité WEF Knowmads Theateronderwijs/wereldreiziger BSO Schildersbuurt Leenaers Verloop Fondsenwerving&Sponsoring&Communicatie student Pabo community WEF community WEF
3
De beelden in deze groep ontwikkeld: Wederkerigheid en Gelijkwaardigheid Wederkerigheid en gelijkwaardigheid zijn sleutelbegrippen in het World Education Forum. Rond ervaringen ‘Hoe leer jij?’ en ‘Wat heb jij nodig om ieder kind toegang te geven tot leren?’ vinden mensen elkaar en vormen een levendige community. Het WEF faciliteert deze ontmoetingen, brengt vraag en aanbod bij elkaar, brengt vragen naar voren die óveral spelen, brengt de schoonheid van diversiteit aan het licht. Het Westen, Noorden, Zuiden en Oosten van onze wereld opereren expliciet wederkerig: iedereen weet andere dingen, maar iedereen weet even veel. De vragen van mensen én de interactie tussen de participanten maken de dynamiek van het WEF en geven haar betekenis. Leren en ontwikkelen is meer dan school Is een netwerk dat wereldwijd wordt gebouwd en onderhouden door mensen die er gebruik van maken. Het neemt leren als basis voor ontwikkeling. In school, buiten school, op weg naar de waterput, samen in het klaslokaal. Wat heb je waar nodig om ieder kind toegang te geven tot ontwikkeling, tot leren, tot onderwijs? Leren in verbinding met het echte leven, waarbij lokale vormen van leren gestimuleerd worden. In ieder gebied zijn groepen mensen actief die zélf vorm geven aan leren door en de ontwikkeling van kinderen. Zij faciliteren ánderen in hun omgeving om hetzelfde te doen. Binnen het WEF ondersteunen deze mensen elkaar. Bijvoorbeeld met aanmoediging en moral support, met een toolkit, met toegang tot kennis en expertise van over de hele wereld en hun verbinding met een wereldwijd netwerk. De WEF Wave…! Groeien en verbinden door vragen te (laten) stellen Leren op basis van waar je zélf behoefte aan hebt. Het netwerk breng je in beweging door de juiste vragen te stellen en de deelnemers te stimuleren hun vraag te stellen. ‘Wil je mij helpen met ...‘? Een vraag gesteld krijgen activeert en brengt mensen in beweging. De internationale context geeft een geweldige impuls aan deze kringloop van vraag en bijdrage. Dat is de dynamiek. En, ieder geeft op geheel eigen wijze vorm aan de ambitie. In India leren kinderen op andere wijze dan in Amerika. Wat kan iedereen van elkaar leren? Welke vragen worden gedeeld? Wie is het WEF? Het WEF oefent invloed uit op de samenleving. Niet door hard te schreeuwen, maar door wereldwijd een community te faciliteren die haar eigen werkelijkheid schept: ‘leren toegankelijk maken voor íeder kind’. En dat hier samen voor stáát. Het WEF verspreid zich via docenten en scholen, maar staat ook open voor ouders en kinderen. Of betrekt hen zelfs actief… (?) Het staat open voor participatie van iedereen die het onderwijs wereldwijd wil stimuleren. Het sluit aan bij het gevoel van wereldburgerschap. Hoe helpen we elkaar? Het WEF werkt op meerdere schaalgroottes; faciliteert groepen mensen in één specifieke context (bijv. een land), stelt de noodzaak van leren centraal en maakt zichtbaar waar mensen hierin op onmogelijkheden stuiten, én zij kan haar community mobiliseren om samen een bepaald vraagstuk op te lossen. Live middels een WEF-team dat invliegt om in een bepaald land leren naar een Next level te helpen. Of natuurlijk door kennis open source ter beschikking te stellen. Mensen ontmoeten elkaar via deze WEF-projecten én door lokaal aan de slag te gaan. Uitwisseling tussen mensen, kennis en ervaringen draagt bij aan het realiseren van de ambitie. Het WEF brengt mensen samen via de uitgelezen technologische mogelijkheden. Een technische infrastructuur waar je op meerdere manieren aan kan bijdragen, via computer, mobiele telefoon en live ontmoetingen.
4
Ook genoemd, al was de groep daarover niet eensgezind: binnen het WEF kunnen we eindtermen benoemen waarvan we vinden dat kinderen daar recht op hebben en elkaar daar aan houden. Financiering en eigen regie Financiering van het WEF wordt mogelijk door vanuit alle domeinen financiën en hulp in natura te betrekken, vanuit ontwikkelingshulp, de scholen zelf, donateurs en betrokken burgers, het bedrijfsleven en kenniscentra. Het is belangrijk deze diversiteit te koesteren om onafhankelijkheid te waarborgen en het WEF een plaats te geven ín de internationale gemeenschap waarin zij zich ontwikkeld vanuit haar éígen regie. Een regie die ten alle tijden het belang van het kind dient en leren centraal stelt, leren op basis van ieders éigen behoefte. Daarmee staat het WEF los van politieke stromingen en opereert dwars door bestaande structuren heen. WEF = internationaal en wederkerig Een succesvol WEF heeft twee zaken centraal: internationale verhoudingen én echte wederkerigheid en gelijkheid. De WEF Wave over de wereld begint bij het realiseren van internationale allianties van mensen en scholen die samen werken en delen op basis van wederkerigheid en gelijkheid. Deze verbindingen of knooppunten van verbindingen (WEF Hubs) vormen samen een grid over de wereld. De Hubs groeien door nieuwe mensen uit te nodigen, waardoor de groei kwaliteit heeft (wederkerigheid, lokale impact, internationale alliantie) en langzaamaan tot een massale beweging kan groeien. Extended relationele ethiek zal hierin cruciaal zijn. Let’s create the future together. And start a World Education Forum to empower children and ourselves to realise our deepest wish. Freedom of Learning. A quality of life.
5
Sessie 2: Zwerm en Dynamiek (23 april, Zoetermeer) Er is gewerkt aan beelden door de volgende vragen met elkaar te behandelen: Welke mensen zouden zich aansluiten bij het WEF en waarom? Wat zouden zij kunnen brengen en wat zouden zij kunnen halen? Hoe interacteren zij met anderen binnen het WEF? Deze sessie vond plaats op 23 april 2012 bij Kennisnet te Zoetermeer.
De co-creatoren waren: Bas Rozenbrand Bas van Eekhout Bob Hofman Dieter Mockelmann Edwin Rap Floris Koot Frans Schouwenburg Imre Vegh Joop van Schie Loes Berkhout Marcel Kesselring Nanda Talsma Olaf de Groot Rick Matser Sanne Roemen Zina Verberk
Socratisch onderwijs o.a. Veconit ict-edu.nl Dieter.nl Universiteit Wageningen Knowmads Kennisnet Debat.nl, Verbeterdewereld.org, Edukans International Journal of Advanced Corporate Learning WerkvanBerk Innofun Sociologe, docent Kennisnet OBS De Appelhof, AVS Real Oomph Hub Amsterdam
6
De beelden in deze groep ontwikkeld:
Wie kunnen deelnemer zijn van het WEF? Docenten en schoolleiders worden genoemd, maar de volgende groepen ook: · initiatiefnemers van schoolprojecten · de kinderen zelf · community leaders · ouders van kinderen Over all neemt deze groep als uitgangspunt: het WEF is er voor lerenden. Wat kunnen zij doen binnen het WEF? Voorop staat dat deze personen er graag kennis en ondersteuning zouden willen vergaren en geven, bijvoorbeeld door: Support te geven en te krijgen. Contacten te kunnen leggen: het WEF als infrastructuur van verbindingen tussen scholen en initiatieven. Uitwisseling van lesmethoden en bijbehorende filmpjes. Geleerd krijgen hoe je een vraag moet stellen. Ontdekken nieuwe vormen van onderwijs waarmee in sommige moeilijke situaties onderwijs tóch mogelijk is. Fysieke ontmoetingen creëren en ervaren om binnen de eigen regio elkaar te helpen te leren of leren toegankelijk te maken. Voorbeelden van invulling geven aan het WEF: Halverwege de sessie ontstond een presentatie van enkele voorbeelden van mogelijke invullingen van het WEF. -De WEF academy: een wikipedia voor leren -Een verzamelplaats voor organisaties die zich hard maken voor leren en ontwikkelen, waar hun stem gebundeld en bekrachtigd wordt, en waar behoeftes van deze projecten zichtbaar gemaakt worden. -Een leerketting: een kind aan één kant van de wereld stelt een vraag aan een ander kind aan de andere kant van de wereld. Dit kind gaat de vraag stellen binnen haar community, waar de vraag meegenomen wordt en via verschillende mensen tot een antwoord komt en tot een nieuwe vraag terug. -De “29e stoel”: in klassen wordt één lege stoel neergezet die symbool staat voor een kind dat niet naar school kan. -Een WEF warrior is een ambassadeur die in zijn/haar eigen community een learning community start. De discussie die volgde leverde belangrijke beelden op over wat de co-creatoren wel en niet wensen als uitgangspunten voor de community van het WEF. Verzamelde uitgangspunten: · Wederkerigheid: dat voorop staat dat het WEF ademt, pleit voor en aanstuurt op gelijkheid tussen participanten over de hele wereld wordt door iedereen onderschreven. Dit kwam ook in de eerste sessie heel duidelijk naar voren, zie blz. 3. Dit betekent niet alleen leren áán elkaar, maar sámen leren. Die wederkerigheid zou wellicht de “unique selling point” van het WEF kunnen zijn, dat haar bestaansrecht als nieuwe beweging geeft. · Het stellen van vragen is de sleutel tot contact. Zie ook de eerste sessie, blz. 3. Kinderen houden ervan om voor een ander een antwoord te zoeken. Kinderen kunnen zo de kringloop van vraag en aanbod vormgeven. Docenten worden vervolgens door de kinderen geenthousiasmeert en doen mee.
7
· ·
· · ·
Een online omgeving is voor velen, ondanks dat er nog niet overal internettoegang is ter wereld, toch de plek om die uitwisseling plaats te laten vinden. Het WEF zou ook als versneller kunnen optreden van de verspreiding en toegankelijkheid van internet. Het project de “29e stoel” viel erg op. Er zitten waardevolle kernwaarden in om als uitgangspunt te nemen voor het WEF: Men was er enthousiast over omdat dit project concreet is, maar wel veel vrijheid biedt voor eigen interpretatie. Het universeel herkenbaar is. Het een weg is waarlangs vraag en aanbod kan worden opgeroepen. Het wederkerigheid oproept: dit project kan overal ter wereld uitgevoerd worden en je kunt je identificeren met het kind dat daar niet zit. Het is simpel, klein en dichtbij qua opzet en inspanning en heeft lokaal impact. Het is inspirerend. Klein beginnen: eerst kijken naar hoe je lokaal impact kan hebben en welke vragen je zelf met elkaar op lokaal niveau kunt delen. De vraag die docenten elkaar onderling kunnen stellen is: “Hoe geef jij onderwijs?” Inspirerende initiatieven: o The Granny project: oma’s in Engeland helpen kinderen in India door interesse te tonen in wat de kinderen leren. o De Kahn Academy: een immense verzameling van filmpjes waarin je over een bepaald onderwerp leert: over wat, waar en wanneer jij zelf wilt. o Het Global Teenager Project
Vragen: · De vraag of het WEF een overkoepelende organisatie zou moeten vormen voor alle initiatieven en organisaties die al bezig zijn met kinderen toegang tot onderwijs bieden, bleef discutabel. Aan de ene kant vindt men het zonde als er iets ‘nieuws’ ontwikkeld zou worden, naast al wat er al bestaat en zou het WEF een soort stimulerend, ondersteunend en verbindend label kunnen zijn; aan de andere kant vindt men de pretentie om overkoepelend of verbindend te zijn, te hoog en onhaalbaar. Maar zou het WEF bijvoorbeeld wel de plek kunnen zijn waar de grote vraagstukken van onderwijsgevers ter wereld verzameld worden? Of een ondersteunende dienst (stem van docenten/ouders/kinderen) die in te passen is in de bestaande organisaties? · Wat is zenden/duwen en wat is wederkerigheid? Waar mag je een goed idee gewoon de wereld in zetten <> waar ben je je als Westerling ergens mee aan het bemoeien…? En is zo’n “29e stoel” dan een zendend project of gewoon een goed idee?? · Hoe plaatsen we de wens om klein te beginnen, naast de wens om internationaal allianties en verbindingen te leggen? · Als het WEF voor lerenden is: voor wie is ze dan niet? Is die doelgroep niet veel te groot om goed te kunnen benoemen en betrekken? Hoe kan dus die dynamiek, het communiceren en interacteren tussen personen aangesloten bij het WEF, eruit zien? Middels internet en internettoegang vergroten. Middels vragen stellen: durftevragen, tussen kinderen, docenten, initiatiefnemers Middels WEF warriors of denktanks die op lokaal niveau oplossingen brengen. (moving learning lab) Middels een infrastructuur waarmee scholen, projecten en initiatieven elkaar makkelijker vinden. Middels een infrastructuur van en voor kinderen (wikipedia voor ‘elkaar leren’) Middels aansluiting bij bijvoorbeeld de Kahn Academy. Middels een lokaal project met lokale impact maar een grote internationale dimensie, zoals het 29e stoel-project.
8
Tussenstand na sessie 1 en 2: Wie: docenten, schoolleiders, kinderen, ouders, onderwijsontwikkelaars, wereldburgers met hart voor leren Wat: educatie is meer dan alleen naar school gaan; het gaat over leren en ontwikkeling. Eigen regie: het WEF dient onafhankelijk te blijven en werkelijk van ‘de mensen zelf’ (horizontaal) Basiswaarden: wederkerigheid, op basis van vragen en sámen leren, lokale impact (de vraag komt voort uit een werkelijk project/school/kind en het antwoord/de oplossing heeft ook dáár impact). Mogelijke invullingen van de WEF community: De “WEF-stempel” Scenario: het WEF weet de weg. Er is een infrastructuur ontwikkeld waar scholen, projecten en initiatieven elkaar makkelijker kunnen vinden voor samenwerking of informatie-uitwisseling. De aangesloten initiatieven hebben het WEFstempel of de WEFsupport. Het maakt al die bedrijvigheid zichtbaar. De community is geen nieuw project maar richt zich puur op het verbinden van bestaande projecten of biedt een andere ondersteunende dimensie. De “WEF Wave” Scenario: De WEF community ontstaat doordat het WEF ‘vragenstellen en samen leren’ faciliteert: Op drie niveaus: -kinderen leren samen met kinderen, op basis van een vraag van een kind. -docenten leren samen met docenten, over lesmethoden en de vraag “hoe geef jij les?” “hoe leer jij kinderen zich ontwikkelen?” -initiatiefnemers leren samen met initiatiefnemers (dit zijn de mensen die projecten doen om kinderen zich te laten ontwikkelen, meestal ngo’s, communityleaders of mensen die een school/lokale organisatie gestart zijn), om samen vraagstukken op te lossen, samen te werken, sterker te worden, elkaar te inspireren en ondersteunen. In sessie 3 is vervolgens aan de orde geweest (zie blz 9): -hoe creëer je werkelijke vagen? Hoe faciliteert het WEF dat de vraag achter de vraag gesteld wordt? -hoe creëer je een veilige omgeving of cultuur waardoor mensen vragen durven te stellen?
De “WEF community doet” Vanuit de community (en ondersteunt door de regisseurs van het WEF) ontstaan een aantal projecten die de participanten van de WEF community binden, doordat deze participanten eraan mee kunnen (en willen) doen. -Projecten die klein beginnen en bij succes internationaal uitgerold kunnen worden (29e stoel, maar ook zoals bijvoorbeeld “Let’s do it” uit Estland de wereld veroverd heeft) -Projecten waardoor iedereen ter wereld makkelijker toegang tot internet krijgt -Een open source toegang tot lesmethoden
9
Sessie 3: Impact en Invloed (25 april, Amsterdam) Er is gewerkt aan beelden door de volgende vragen met elkaar te behandelen: Wie zijn beslissers waar we invloed op willen uitoefenen? Hoe kan de community in de mogelijke scenario’s toegang vinden tot die beslissers? Hoe kan de community deze beslissers beïnvloeden? Welke succesfactoren kunnen we daarvoor onderscheiden? Deze sessie vond plaats op 25 april 2012 bij organisatieadviesbureau CBE te Amsterdam (ook sponsor van het WEF!).
De co-creatoren waren: Annick Schmeddes Chiel Vaessen Nynke Vos Rico Monasso Tera Brugmans Steve Austen
Rank-a-Brand, SharePeople, Sustainable Talent Freelancer: groeiprocessen, duurzaamheid BSO Schildersbuurt WEF Comité, CAOP Student Pabo Felix Meritis, Steve Austen & co, Gulliver Connect, Soul for Europe
10
De beelden in deze groep ontwikkeld: Kritische succesfactoren aangaande de basiswaarden wederkerigheid en vragen stellen: Wederkerigheid in de betekenis van gelijkheid zal niet overal ter wereld aansluiting vinden. Wederkerigheid als Extended Ethical Relation wel. Als het netwerk opbouwt op basis van onderling vertrouwen op integriteit, kan wederkerigheid wel een ingang vinden. Om de ingang via vragen te organiseren hebben we ‘goede vragen’ nodig. De vragen zijn ‘echt’: er is een proces nodig dat de vraag achter de vraag opspoort. Er is dan voldoende veiligheid nodig om ‘echte’ vragen te kunnen stellen. De cultuur van het netwerk kan zodanig zijn dat het netwerk zelf (de mensen in het netwerk zelf) selectie pleegt op waardevolle vragen, waardoor bijvoorbeeld “zenden” verboden wordt en het delen van waardevolle vragen en aanbod toegejuicht. Om die cultuur te ontwikkelen zijn niet zozeer expliciete spelregels nodig; maar impliciete spelregels. Die impliciete gedragsregels waarop mensen elkaar zullen aanspreken of waarlangs het selectieproces plaatsvindt zit dan in de kiem van het netwerk, het vormt een ethische waarde van de dragende participanten. Het zit in het DNA van de community. Daarvoor is nodig: sturen op waardevolle relaties (Extenden Ethical Relations) en een kraakheldere missie waarin dat DNA vervat zit. Invloed uitoefenen op regeringsleiders Regeringsleiders worden nauwelijks meer op de inhoud overtuigd. Zij weten al dat onderwijs belangrijk ‘schijnt te zijn’, maar doen er vervolgens blijkbaar nog te weinig aan. Zij zullen er pas in geïnteresseerd raken als zij –als het ware- meegenomen of overtuigd worden door andere soorten bewegingen. Beweging via het bedrijfsleven: Grote bedrijven stellen een product wereldwijd beschikbaar, vergroten daarmee wereldwijd toegang tot onderwijs en ook hun eigen winst/doelgroep. Krachtfiguren binnen zulke bedrijven vergroten daarmee de aandacht voor het thema onderwijs en brengen deze onder de neus van andere CEO’s en vervolgens ook andere beslissers. Mutisided businessmodel: Microsoft verspreidt miljoenen kleine laptops waardoor kinderen kunnen leren, maar creëert hiermee tegelijkertijd miljoenen nieuwe klanten. Interessant wordt het hier het wederkerigheidsprincipe toe te passen. Waarin sponsoring en het creëren van een markt waarde creatie als uitgangspunt blijft houden. Beweging via de glitter en glamour en commerciële media: Wereldsterren en grote commerciële televisiestations vergroten de aandacht voor onderwijs en brengen het vraagstuk *hapklaar* bij de massa. Wanneer de massa onderwijs belangrijk gaat vinden, zullen wereldleiders daar ook in mee willen. Uitgangspunt: leiders willen aan tafel zitten met mensen die nog meer invloed hebben dan zij… De ene kant van het WEF is de horizontale community; de andere kant (die geen WEF heet) is een massa-bewustzijns-strategie. Een aantal grote televisiestations (CNN, Al Jazeera, Russia today etc.) zenden de “Education Challenge” uit: een contest (tussen continenten??) over onderwijs. Deze laag plaveit als het ware de weg voor de werkelijke doelen van het WEF. Het is aan te bevelen deze weg via de massa media een andere naam te geven. Hierdoor blijft het WEF zichtbaar als community én in authenticiteit herkenbaar. De massa beweging sluit aan bij bestaande media (kanalen) en past haar stijl aan, als het ware een kameleon om educatie op de kaart te zetten en meerdere partijen te bewegen zich hiervoor in te zetten. Op deze wijze kan ook funding worden gecreëerd om de WEF activiteiten in alle rust te kunnen laten groeien waarmee haar impact stijgt. Het is een twee sporen strategie, lijkend op High Five, waarin met toegankelijke massa-producten geld wordt gegenereerd voor het trainen van kansarme
11
jongeren. Waarmee je pioniers voedt en faciliteert en een kwalitatief hoogstaand netwerk ontwikkeld met kwalitatieve output; mooie projecten, empowerment, persoonlijk leiderschap en werkende internationale allianties. En tegelijkertijd het bewustzijn en de aandacht voor onderwijs vergroot bij “de massa” die de weg moet plaveien. De vraag is wel of het WEF zich zo’n twee-sporen strategie tot doel moet stellen, of dat het daarin beter andere organisaties kan ondersteunen die reeds met deze bewustzijnsstrategie bezig zijn.
Aanvullingen uit een koffie-gesprek met Martijn Aslander: Een netwerk werkt wanneer in de cultuur is vervat dat alleen mensen die echt ‘bijdragen’ er een plek vinden. Advies om invloed uit te oefenen: zoek de 500 mensen die op dit moment het meest invloedrijk (=inspirerend) zijn in hun denken over onderwijs. Aanvulling van Rico Monasso: Een krachtig idee is om scenario’s te ontwikkelen waarin het gezamenlijk vóórdeel van “onderwijs voor iedereen” voorgelegd wordt. Wat winnen wij wanneer wij nu investeren in onderwijs? Welke vruchten plukken wij straks, wanneer wij nu meer aandacht geven aan het leren en ontwikkelen van kinderen? Zo’n toekomstbeeld, waarbinnen ieder mens er ook zelf profijt van heeft, maakt nu investeren aantrekkelijk. Dergelijke (ook becijferde) “returns on investment” zullen regeringsleiders aanspreken. Kortom, een opvallende conclusie uit deze groep…: Voor regeringsleiders die willen dat hun bevolking zich ontwikkelt, wordt de community interessant als het thema onderwijs groot is geworden via de massa of via invloedrijke businesses. Een andere mogelijkheid is nog de beïnvloeding doordat de community zelf massaal is geworden. En de mogelijkheid om Return on Investment heel helder, in cijfers en/of ondersteund met echte verhalen zichtbaar te maken, opdat investeren in onderwijs aantrekkelijker is geworden. Integere CEO’s zullen een kans om bij te dragen willen aangrijpen en zoeken daarvoor ook werkelijke vraagstukken. Die vraagstukken zijn juist geloofwaardig wanneer afkomstig uit een horizontale beweging zoals de WEF community. Ook CEO’s zoeken steeds meer naar storytelling en willen echte verhalen en echt deelnemen. Grote sponsoring en ‘afkopen’ raakt steeds minder in zwang. Mensen willen dat het iets betekent. Wel zal ook gelden: Hoe groter de community hoe interessanter i.v.m. marktvergroting. De 500 meest inspirerende beïnvloeders van onderwijs hebben gezamenlijk een ongelofelijke spreiding van het belang van onderwijs en leren. De verhalen uit de community zijn werkelijk en geloofwaardig en kunnen hen tot inspiratie dienen. Deze beïnvloeders spreken de onderwijsmakers van deze wereld aan. Deze onderwijsbeinvloeders willen we uiteraard als spil maken van de commnity. Regeringsleiders zijn blijkbaar in de visie van de co-creatoren ‘volgend’: Dat er nog heel veel kinderen ter wereld niet nar school gaan, weten ze. Zij volgen (pas) wanneer CEO’s, de massa en onderwijs-beïnvloeders het voordeel van onderwijs uitdragen. Of wanneer concrete return on investment overtuigend is. Voordeel kunnen regeringsleiders ook hebben doordat zij een plaats in een heel specialistisch netwerk van pioniers aangeboden krijgen, onze “500”. Vergelijk de Bilderbergconferentie, daar zijn maar 100 mensen ; ) Dat kunnen wij ook.
12
Na sessie 3 schreef co-creator Chiel Vaessen ons een mail met aanvullende ideeën, die wij zo waardevol vinden dat we ze opnemen in dit (werk-)verslag:
Portretten Korte filmpjes van innovators, kinderen, onderwijzers, oplossingen en projecten (altijd met het gezicht van de persoon) op de site. Super coole filmpjes die inspireren en die het levend maken voor mensen. (kan basis vormen voor sensemaking) Kaartinfo Veel kaartinfo op de site plaatsen. Vragen en oplossingen met zichtbare lijntjes tussen continenten verbinden. Samenwerkingen in kaart brengen en de locatie van alle deelnemers in beeld brengen. Ik denk dat dit de dynamiek ontzettend kan bevorderen omdat mensen zien wie wat waar doet en dan met één klik kunnen ontdekken wat de eigenschappen, moeilijkheden, ontdekkingen en ervaringen zijn in verschillende gebieden. Universele les methodiek voor lezen en schrijven Ik zou het tof vinden als het WEF als eerste oplossing voor een wereldwijd probleem een universele (en naar veel talen vertaalde) lesmethode aanbied om te leren lezen en en schrijven (bij de waterput). Zodat onderwijzers, ouders en kinderen iedereen toegang kunnen geven dit te leren. Een goed verhaal om jezelf neer te zetten en een standaard te creëren voor de community. Hubs installeren Om het internationale van WEF niet alleen tot een doelstelling, maar tot de identiteit te maken is het belangrijk om snel internationale hubs te hebben op alle continenten. Die vanuit hun cultuur kunnen bijdragen en nog voor dat je groots gaat het wij-zij voorkomt en een samenwerken neerzet. Voorkom dat je de schijn laat ontstaan dat het weer een goed doel uit het westen is. Website ook super lichte versie aanbieden In veel landen is (nog) geen (snel) internet. Het is dus ook belangrijk dat mensen de informatie via mobiele telefoon en zeer zeer trage verbindingen kunnen benaderen. Dat is een technische uitdaging:)
13
Tussensessie: Digitale omgeving (2 mei, Amersfoort) Deze sessie gaat niet over de inhoud van het World Education Forum; dus niet wat er wordt gecommuniceerd, maar hoe er wordt gecommuniceerd. Hierbij staan we stil bij 3 onderdelen: • Gebruikers: wie gaan er gebruik maken van de online omgeving en waar moeten we dan rekening mee houden? • Tools: welke mogelijke tools zijn er en wat zijn de voor- en nadelen • Randvoorwaarden: op basis van welke kernwaarden moet er gebouwd worden, wat zijn de technische en demografische voorwaarden waar de online omgeving aan moet voldoen?
De co-creatoren waren: Folkert Rinkema - design en concepting expert met veel ervaring in de ontwikkelingssamenwerkingssector Pelle Aardema - open data expert én ontwikkelaar van Nabuur een internationaal online vrijwilligersplatform Raymond Klompsma - concepting en usability expert, creatieve geest met een hart voor maatschappelijke vraagstukken Henk Wijnands - interaction designer mét hart voor onderwijs Kamilla Hensema - ontwikkeling WEF community en mede procesbegeleider van deze sessie Fanny Koerts - ontwikkeling WEF community en mede procesbegeleider van deze sessie
14
De beelden in deze groep ontwikkeld: Waarden We zijn gestart met teruggeven welke kernwaarden er uit de vorige co-creaties naar voren kwamen. Deze waarden moeten namelijk ook sterk terugkomen in het online platform. Het platform moet in ieder geval uitademen dat het gaat over de ambitie om alle kinderen ter wereld toegang tot onderwijs te geven. Het moet een community zijn die draait op wederkerigheid en het samen leren. Uit de eerdere sessies was naar voren gekomen dat het sterk zou zijn als de community werkt op basis van vragen stellen. De online experts hadden hier met z’n allen wat vraagtekens bij. Vragen stellen en kennis delen is zeer belangrijk in een community, maar als je dit als startpunt neemt dan loop je het risico dat de nadruk komt te liggen op halen, afwachten wat anderen te geven hebben, en op alles wat er niet goed gaat in het onderwijs. De ervaring is dat vragen dan al snel gaan over ‘wat er aan spullen of geld nodig is’. Daarbij wordt het stellen van een vraag in andere culturen niet altijd geaccepteerd, omdat het ‘domheid’ zou betekenen. Hun ervaring is dat mensen langer een actieve bijdrage leveren als ze worden geprikkeld om proactief te zijn en om te delen door eerst iets te geven. Ook zou het meer vernieuwend zijn als je start vanuit een (positieve) ervaring in jouw school of project en dat daar op voortgeborduurd kan worden. Vanuit het gesprek over de waarden waarop de community zou moeten draaien kwamen de volgende elementen duidelijk naar voren:
· · · · · · ·
learning by sharing giving before getting nadruk op digital storytelling de community moet positief geladen zijn heel duidelijk maken wat de waarde is voor gebruikers (social return on investment), incentives etc. Het platform draagt uit: wij hebben de oplossing... bijna... WEF = “oplossing + onderwijs”
Soorten gebruikers Als we nadenken over de soorten gebruikers die gebruik gaan maken van de WEF community dan is het verleidelijk om vooral te kijken naar demografische omstandigheden. Wat moet je creëren voor een Indiase docent op het platteland, een Engelse medewerker van een NGO in Afrika, een Nederlandse docent die bijna met pensioen gaat en nog net weet hoe hij een e-mail moet sturen, en een schoolleider in een dictatoriaal regime waar internet per definitie gecensureerd wordt? Bottomline is dat je nooit voor alle soorten gebruikers in alle omstandigheden een perfecte oplossing kan ontwikkelen. De experts geven aan dat als je een inhoudelijk sterke community bouwt die daadwerkelijk meerwaarde heeft voor je potentiële gebruikers dat zij dan zelf wel praktische oplossingen vinden om toegang te krijgen tot het platform en hun bijdrage te kunnen leveren. Pelle noemde bijvoorbeeld dat een project uit een Peruaans bergdorp 1 x per week met de bus naar de stad ging om te kijken welke feedback hij had gekregen op zijn projectvoorstel en om een update te geven van de stand van zaken. Om echt van toegevoegde waarde te zijn is het dus heel belangrijk om inzichtelijk te maken welke behoeftes je gebruikers hebben en hoe je daarin voorziet. Behalve demografische omstandigheden en skillsniveau van je potentiële gebruikers is het belangrijk om stil te staan bij het “natuurlijke online gedrag” van je gebruikers. Hierin worden 3 groepen onderscheiden:
·
Spectators, de mensen die alleen kijken en niks bijdragen
15
· ·
Curators, de mensen die alleen reageren en iets vinden van wat anderen toevoegen (dus bv liken op facebook, retweeten op twitter) Creators, zij maken de content
Het is moeilijk om mensen van de ene groep naar de andere groep te laten overstappen. Als je eens een curator bent dan blijf je dat waarschijnlijk. De kunst is om de mogelijkheden die je hebt binnen die groep zo veel mogelijk op te rekken. Curators worden dan bv. uitgenodigd om andermans content te taggen, door te sturen, te raten etc etc. Creators worden bv. uitgenodigd om niet alleen te schrijven maar ook filmpjes te maken, foto’s te posten, mee te schrijven aan publicaties, in projectteams mee te doen etc. Vanuit dit natuurlijke online gedrag moet dus goed gekeken worden welke functionaliteiten het online platform gaat bieden zodat het voor alle 3 de gedragsgroepen interessant en makkelijk is om gebruik te maken van de community. Er zullen dus verschillende niveau’s van betrokkenheid en activiteit te vinden moeten zijn in de community. Ideeën om gebruikers te trekken Zeker in de eerste fase is het niet vanzelfsprekend dat onderwijsprofessionals uit de hele wereld uit zichzelf de online community zullen vinden. Laat staan gebruiken. Tijdens de sessie kwamen een aantal ideeën naar boven om de eerste toestroom van gebruikers op gang te zetten. · Maak een backpackers-project. Zij halen verhalen op uit de wereld en posten die · Samenwerken met Wings of Support; stewards en stewardessen halen verhalen op en/ of delen formuliertjes uit in hun vliegtuigen om hun reizigers uit te nodigen om hun onderwijservaringen te delen. · De projecten en communities die al actief zijn op nabuur.com op het gebied van onderwijs uitnodigen om mee te doen. · Starten met 3 supergave en heel goed doorvertelbare positieve verhalen, goed voor de aantrekkingskracht en kan een viraal effect hebben · Kwaliteit van content gaat boven kwantiteit, dan komt organische groei vanzelf · Groei gaat met name door mond tot mond reclame. Veel internetmarketing en een slechte site heeft namelijk nog steeds geen effect. Technische voorwaarden: Omdat het WEF een wereldwijde horizontale community wil creëren moet er goed nagedacht worden over de toegankelijkheid ongeacht je demografische en praktische omstandigheden. Dit betekent dat de WEF community zowel goed toegankelijk en bruikbaar moet zijn voor Amerikanen die hun smartphone gebruiken en voor Kongolezen die 1 keer per week vanaf het platteland naar een internetcafé gaan om op een oude computer met traag internet en veel stroomstoringen een half uur te internetten. Om dit te kunnen faciliteren zijn er een aantal technische randvoorwaarden voor de online community: · snel en licht · weinig info op elk scherm (dan werkt het op smartphones en op slecht internet) · stapsgewijs proces zoals bijvoorbeeld www.Sparked.com · bijdragen/ toegang via verschillende communicatiemiddelen: bv e-mail, sms, website Ideeën om over na te denken in ontwerpfase: · Misschien moet de community een vrij vast format bieden voor gebruikers waar wij de vragen stellen: een afgebakende structuur kan juist aantrekkelijk zijn: het is laagdrempelig om in te stappen, wekt nieuwsgierigheid op etc. Wij kunnen daarbij ook bijvoorbeeld wekelijks variëren in instapvragen. · Misschien moet de community niet drijven op ‘projectvoorbeelden en verhalen’ maar op ‘gewone dagelijkse (positieve) ervaringen’ van mensen in het onderwijs wereldwijd.
16
·
· · ·
·
·
· · ·
Je moet het verhaal heel makkelijk kunnen doorsturen aan iemand anders die de oplossing heeft, of baat heeft bij het gegeven voorbeeld. Daar moeten goede standaard mailtjes voor komen die gebruikers eenvoudig kunnen aanpassen, zodat het snel to the point en persoonlijk is. De site moet een extreem goede zoekfunctie hebben. Je moet je kunnen abonneren via mail of rss op verschillende categorieën of tags, die organisch en dynamisch (kunnen) ontstaan. Nadenken over verschillende invalshoeken in de site: ik heb een idee, ik heb een ervaring of ik heb een vraag. De groep vind dat je nooit mag beginnen met een vraag om geklaag en handjesophouden-gedrag te voorkomen. Dus voorkeur is werken vanuit aanbod en oplossingen. Geïnspireerd op Noveltwister projectcircles maken waarin een vast aantal bevlogen mensen uit de hele wereld aan 1 vraagstuk kunnen werken. Als iemand een tijd niet actief is wordt je vervangen. Als je rol is uitgespeeld wordt je in overleg met de groep vervangen. Als je als groep een bepaald soort expertise nodig hebt moet je 1 iemand verwijderen voor je een nieuwe expert kan toevoegen. Door deze schaarste te creëren, creëer je betrokkenheid en pro-activiteit en eagerness om er bij te blijven is de verwachting. Het platform moet verschillende niveau’s hebben: je moet simpelweg jouw verhaal kunnen delen, je moet kunnen uitwisselen met mensen die met hetzelfde thema bezig zijn, je moet in learningcircles of projectgroepen oplossingen kunnen bedenken voor vraagstukken. Dit moet aansluiten bij het natuurlijke internetgedrag van gebruikers. Voertaal wordt Engels. We moeten het makkelijk maken om via google translate te vertalen naar je eigen taal. In je eigen taal posten mag wel, ook dit kan met google translate vertaald worden. Op termijn misschien ook een Chinese community, of alle content ook in Chinees, want daar wonen wel heel veel mensen. Om het internettoegang/ traag internet probleem op te lossen moet je sowieso de mogelijkheid inbouwen om via e-mail te reageren en bij te dragen --> zoals basecamp.com sms-functionaliteit voor landen met weinig internet. Je moet een prikkelend smsje kunnen sturen met een link die mensen echt moeten gaan bekijken. Dan gaan mensen wel op zoek naar een internetcafé. Robin, de ontwikkelaar van Myce.com vragen om volgende keer mee te denken.
Voorbeelden van werkende tools, communities en online projecten · www.Nabuur.com issue focused community. Communities over de hele wereld kunnen hun probleem en oplossingsrichting posten en krijgen dan feedback van andere leden van de community hoe ze dit kunnen realiseren · http://mystarbucksidea.force.com/: ideeën van starbucks klanten om starbucks nog beter of lekkerder te maken. De ideeën met de meeste stemmen worden daadwerkelijk uitgevoerd. · http://www.hcdconnect.org · http://woofertime.com/ twitter maar dan met een minimum van 1400 caracters · www.Plinky.com elke dag een nieuwe inspirerende vraag die bezoekers prikkelt om antwoorden te geven, als je keywords opgeeft zoekt de site er zelf mooie passende plaatjes bij · http://getsatisfaction.com/ is goede customer service tool, die heel sterk is in zoeken, hij vraagt je bij een zoekopdracht: bedoel je niet eigenlijk... · http://www.quora.com/ platform waar je vragen kan stellen en beantwoorden, en je kan abonneren op categorien · http://noveltwister.com/ je schrijft met een groep van 5 een verhaal, als 1 iemand x tijd niet actief is wordt ie uit de groep gegooid en mag de groep een nieuw iemand op zijn stoel zetten · http://www.myce.com/ super goed werkende user generated content community · www.sparked.com website waar je online vrijwilligerswerk kan doen, met mooi en overzichtelijk stappenplan · www.plukjemoment.nl voorbeeld van wat je kan krijgen als je mensen vraagt naar mooie alledaagse momenten · http://interviewproject.davidlynch.com
17
· · ·
http://www.hole-in-the-wall.com/ hoe kinderen zichzelf onderwijzen http://YouTube.com/50People1Question Mystory > “Hoe zag jouw dinsdag eruit?”
Vervolgstappen 1. User stories maken - op basis van echte mensen die uit de co-creaties komen (4 tot 6) 2. De echte mensen laten checken of hun user-story klopt (zo heb je gelijk een eerste klankbordgroep en testers) 3. Een lijst met vragen maken die we kunnen stellen op het platform --> ook die testen 4. Een verhaal maken hoe de potentiële users het platform gaan gebruiken: wat ze daar doen en hoe ze dat ervaren (emotie). Dat meenemen in eindpresentatie voor comité zodat we op basis daarvan keuzes kunnen maken voor de daadwerkelijke bouw van het platform. Vragen om in de vervolgstappen te beantwoorden · Wat is de incentive om mee te gaan doen? · Bestaat er niet al zo’n platform? · Wat zijn de behoeften van de doelgroepen om bij de community te willen horen? · Welke functionaliteiten kunnen we bieden voor elk niveau van betrokkenheid voor spectators, curators en creators?
18
Tussenstand na de eerste 3 sessies en de digitale sessie: Nadere invulling van de “WEF Wave”: Het stellen van vragen houden we nader onder de loep. De ingang tot interactie hoeft wellicht niet alleen het stellen van vragen te zijn; maar kan ook via het delen van (positieve) dagelijkse ervaringen op het gebied van kinderen die leren. Zouden we een combinatie kunnen maken van een online platform, regionale hubs en krachtige internationale allianties? Het online platform zou dan een positief geladen verzameling van onderwijsverhalen vormen. De ingang is laagdrempelig en gevormd door een strak format dat dagelijkse ervaringen en “giving is sharing” vooropstelt. Er is echter ook ruimte voor ‘echte’ vragen, die om waardevolle bijdragen vragen. Wordt je actiever op het online platform dan kom je ook terecht in internationale specialistische groepen, die elkaar helpen en wellicht ook samen projecten oppakken. Het juiste goed gekozen online platform kan de benodigde massa creëren. Voorop staat dat de content van het platform voldoet aan een behoefte van de gebruikers. Het bevredigt de nieuwsgierigheid van mensen naar elkaars aanpak? De regionale hubs vormen de actieve kernen van de WEF community. Het bevredigt de behoefte om lokaal toegang tot onderwijs te bevorderen? Regionale hubs richten zich enkel op de lokale onderwijs/ontwikkel situatie. Ieder die ontwikkeling van kinderen mogelijk maakt, kan deel uitmaken van de regionale hub. Hieronder vallen dus ook (juist!) docenten die ‘gewoon’ in Almelo lesgeven; en zij hoeven niet ‘ook nog’ een school hebben helpen opzetten in Senegal etc etc. De internationale allianties vormen verbanden tussen de mensen in die hubs, als ook scholen, initiatieven en mensen buiten die hubs. Aansluiting is gebaseerd op werkelijk willen bijdragen aan de ambitie. De internationale allianties zijn extended ethical related. Zij vormen een krachtige kwalitatieve backbone van de community. Ze bevredigen de behoefte aan internationale samenwerking en kennisuitwisseling op het gebied van onderwijs en onderwijstoegang vergroten? Zou een van de doelen van de WEF Wave kunnen zijn om het Return on Investment heel helder en zichtbaar te maken? Door die ervaringen en verhalen te delen, waarin een gemeenschap als geheel profijt heeft gehad bij het bevorderen van leren door de kinderen? Dan combineren we de “behoefte” van regeringsleiders aan “massa” en “return on investment”! Nadere invulling van de “WEF stempel”: Zou de community ook zo’n vorm kunnen hebben dat ze inpasbaar is en dienstbaar is aan alle initiatieven en organisaties die al bestaan? Of heeft ze toch een eigen unique form en sellingpoint dat haar eigenstandige bestaan recht geeft? Unique = een werkelijk horizontale beweging zijn (“van de mensen”) Nadere invulling van “WEF doet”: Het online platform in het “strakke format” heeft al het karakter van een project waaraan je deelneemt. Uiteraard kunnen hubs en allianties zelf projecten opzetten waar het gehele netwerk aan mee kan doen. Is het ook nog een aparte taak van het WEF comité/community-regisseurs om projecten op te zetten? Vragen die we meenemen naar sessie 4: Wat zijn de behoeftes van de verschillende participanten van de community? Wat is de rol van het WEF?
19
Sessie 4: Proces en Strategie
(9 mei, Amsterdam)
Om tot een goede strategie te komen hebben we in deze sessie een aantal kernvragen centraal staan. Vanuit de kernvragen komen we tot strategische keuzes en stappen die we moeten zetten om tot een bruisende community te komen. Ook gaan we in deze sessie dieper in op de rol van het WEF als “organisatie”.
Co-creatoren Ook deze sessie hadden we weer een mooi gemixt palet van betrokken en bevlogen co-creatoren. Er vond niet alleen uitwisseling uit om te bouwen aan het World Education Forum, maar ook deze sessie bleek dat er meerwaarde zit in de sessies om like-minded mensen uit verschillende werelden bij elkaar te zetten. Ook voor hun eigen ontwikkelingen, projecten en ambities. De co-creatoren deze keer waren: Naam: Alette Baartmans Bart Klaver Ellen Verwiel Eric Kleipool Fanny Koerts Hans Verboon Kamilla Hensema Loes Kamsteeg Lydia van Rietschote Mariken Gaanderse Michel Groenenstijn Peter de Visser Rico Monasso Tera Brugmans Wiebe Brouwer
Organisatie: Grote Mensen Kunnen Alles The Hague Convention & Visitors Bureau docent Motesorri Lyceum Amsterdam eTwinning procesbegeldeiding WEF procesbegeldeiding WEF CBE comitélid World Education Forum Be More Stad en Esch comitélid World Education Forum, CAOP student Pabo Rector Montessori Lyceum Amsterdam
Kernvragen: behoefte, interactie en rollen? De drie vragen die als rode draad door de sessie verweven zitten zijn: · Wat zijn de behoeftes van de verschillende participanten? · Hoe en waarom ontstaat interactie tussen die participanten? · Wat is dus de rol van het WEF?
Behoeftes & belangen Om tot een goed werkende strategie te komen, hebben we eerst van een afstandje gekeken naar het toekomstbeeld van het WEF. Waarom is het nu belangrijk dat er een WEF community ontstaat? Waar liggen behoeftes? Wat zijn de belangen? Er kwamen een aantal behoeftes en belangen veelvuldig terug, waar we op in kunnen springen tijdens de ontwikkeling van de community.
Delen & Leren & Inspiratie
20
Het delen van ervaringen. Het opdoen en delen van inspiratiebronnen. Het vinden van antwoorden op vragen waar je zelf mee worstelt. Het vinden van achtergrondkennis over de ontwikkelingen van het onderwijs wereldwijd. Leren van anderen. Buiten je eigen kaders treden en interesse tonen voor oplossingen elders in de wereld om je eigen werk verder te verrijken. Ambitie, bijdragen aan iets groters dan jezelf Het is zo’n ambitieus doel, wat nou als het wél zou lukken? Is een drijfveer van velen om een bijdrage te willen leveren. De uitdaging om zodra het onmogelijk begint te lijken tóch nog minimaal 1 stap te zetten om dichter bij je einddoel te komen. Zo’n groot doel werkt blikverruimend. We creeren veranderingen in het systeem. Van binnen naar buiten verandert nu in van buiten naar binnen. Er wordt gezocht naar kansen.. Hoe maak je inspirerend onderwijs voor leerlingen; mét internationale component. Maar ook mooi, persoonlijk en dichtbij: ik wil goed onderwijs voor mijn kinderen... Gehoord worden & impact vergroten Als je good practices, oplossingen, vraagstukken of inventieve ideeën voor praktische verbeteringen hebt, dan heb je behoefte om gehoord te worden. De rol van het WEF is goed luisteren en flexibel inspringen op die diverse behoeftes en geluiden. Het grote bereik van het WEF zorgt voor veel mensen die in contact komen met jouw vragen en oplossingen. Ook de kans op publiciteit en het verspreiden van je verhaal zorgen voor een potentieel grotere impact. Het WEF ontlokt discussie & dialoog wereldwijd op het gebied van onderwijs waardoor grenzen (op onderwijsgebied) vervagen (zonder uitsluiting van de allerarmsten). Contact met like-minded people Door de huidige tijd en de toegang tot social media wordt het makkelijk om (persoonlijke en virtuele) netwerken te verbinden en zo komt het creeren van een wereldwijde onderwijs communinty ineens binnen handbereik. Ook lijkt het WEF tot nu toe eigenwijze en pro-actieve mensen aan te trekken. Het organiseren van recalcitrantie wordt genoemd als drijfveer. We willen bewijzen dat het wel kan. We wachten niet af tot overheden of grote organisaties hun verantwoordelijkheid nemen. Wij gewone mensen, doen wat we kunnen. Het WEF verbindt betrouwbare en pro-actieve profesionals voor bv internationale uitwisseling. Docenten hebben nu vaak persoonlijke contacten op het gebied van internationalisering. Er gaat veel tijd zitten in het vinden en opbouwen van waardevolle contacten. Een WEF community zou hier versnellend en versterkend in kunnen werken. Op de community tref je docenten uit de hele wereld die in ieder geval deels gedeelde belangen hebben met jou.. Gemene deler is de behoefte aan goed onderwijs en hoe je het onderwijs in scholen waarbij je betrokken bij bent (nog) beter kan maken. Ver weg en dicht bij. Bij je eigen leerlingen is ook nog heel wat te winnen. Het gaat om het fysiek en virtueel verbinden van like-minded professionals. Niet iedereen heeft de zelfde mening of kennis, wel een (gedeeltelijk) gedeelde houding. Handen uit de mouwen Het gaat echter niet alleen om het delen van verhalen, visie en blij zijn dat er een ambitieus gezamenlijk doel wordt nagestreefd. Een andere behoefte die naar boven kwam was om zeer concreet aan de slag te kunnen. Het WEF zou als actiepunt kunnen hebben om projecten te verzamelen, en om zo samen de infrastructuur te bouwen. Participanten gaan op zoek naar
21
concrete projecten en uitwisselingen die bijdragen aan hun doelstellingen én de doelstelling van het WEF. Het is fijn dat het klein en dichtbij kan, en “dichtbij huis” mag en kan beginnen. Als eerste kunnen participanten in het netwerk (inter)nationaal scholen interesseren en betrekken die zij al zelf in hun netwerk hebben. Die zij al kennen. Aansluitend op het spreekwoord ‘vele handen maken licht werk’ kan iedereen op zijn manier bijdragen en in vele kleine stappen gezamenlijk veel impact en invloed uitoefenen.
Uitingsvormen van het WEF Tot dusver de behoeftes van de participanten. Dan nu de manieren waarop we die behoeften kunnen ‘bedienen’: de uitingsvormen van het WEF. Naar aanleiding van de voorgaande sessies zijn er een aantal richtingen voor uitingsvormen bedacht. De WEF-wave, de WEF-stempel en WEF-doet. Vanuit deze richtingen hebben we vragen geformuleerd hoe dit op verschillende niveaus vorm kan krijgen: regionaal, internationaal en online. In de sessie zijn we hier in subgroepen verder op ingegaan. Hoe activeren we regionale hubs en wat doen die hubs? Regionaal moet niet te smal worden gezien. Internet en relatief kleine reisafstanden maken dat een ‘regio’ geografisch heel ruim kan zijn. Persoonlijke ‘live’ ontmoetingen zijn belangrijk, maar vooral op inhoud en inspiratie. Het gaat veel meer om inhoudelijke betrokkenheid bij een onderwerp of doel, dan om de geografische nabijheid. Bovenal moet er een belang zijn voor het ontstaan van regionale hubs. Dit kan zeer divers zijn en moet komen uit de gebruikers van de community. Het WEF kan een makelaarsfunctie hebben in het koppelen van de juiste partners. De regionale hubs kunnen heel verschillende samenstellingen kennen: scholen <-> scholen docenten <-> docenten (binnen 1 school) scholen <-> andere betrokkenen docenten <-> leerlingen leerlingen <-> leerlingen Leerlingen hebben sowieso behoefte aan leerlingenparticipatie en zijn in sommige dingen, zoals nieuwe technologie, sneller dan docenten. Daarom zouden ook leerlingen zeker betrokken moeten zijn bij de WEF community. Als je het WEF zou willen gebruiken als uitwisselings- en communicatie instrument tussen leerlingen in verschillende landen, is de rol van leraren cruciaal. Zij moeten deze contacten voorbereiden en letten op de continuïteit en kwaliteit van de contacten, zeker in de eerste fase van contact. In elke samenwerkingsvorm zijn persoonlijke contacten relevant. Het WEF zou een community kunnen vormen waar mensen hun betrouwbare en persoonlijke contacten op kunnen uitnodigen. Zodat de kans op betekenisvol contact met voor jou onbekenden groter wordt. De co-creatoren geven aan dat het via-via aspect niet onderschat mag worden. Netwerken vergroten persoonlijke betrokkenheid. Pas nadat je door iemand die je vertrouwd wordt gewezen op het WEF, ga je online kijken, verdiepen en misschien participeren. Het delen van best practices is zeker een behoefte. Het WEF zou bijeenkomsten kunnen organiseren waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Waar het over gaat is minder belangrijk dan het onverwacht interessante persoonlijke contact wat je op kan doen.
22
De vorm waarin deze bijeenkomsten georganiseerd worden, daar zal het ‘unique selling point’ in moeten schuilen; niet in de vraag ‘wie’ er komt en ‘waarover’ mensen communiceren. Kennis delen kent ook drempels, belangrijk om als WEF na te denken hoe je die drempels kan verlagen. Als voorbeeld wordt genoemd het beschikbaar maken en ontsluiten van bestaande content. Dat is best moeilijk om 2 redenen: - bij aangeboden content denken leraren: het is niet door mij gemaakt, dus kan niet goed genoeg zijn - en als ze zelf moeten aanbieden denken ze: dat van mij is nog niet goed genoeg om te delen. Schoolleiders zouden docenten moeten stimuleren om deel te nemen aan kennis-deel platforms zoals het WEF. Als je eenmaal de kennis-deel-stroom op gang hebt dan gaat het vanzelf door. Creëer een vliegwiel en bv landelijke conferenties over inhoudelijke thema’s. Zo hou je de wisselwerking tussen online en offline sterk verbonden. Halen- brengen conferenties worden heel interessant gevonden en sluiten ook aan bij de gedachten die tot nu toe zijn ontwikkeld voor de online community van het WEF. Skype en facebook zijn belangrijke tools om het persoonlijke aspect in nieuwe contacten te stimuleren. De stap naar de internationale allianties vanuit regionale hubs is klein. Iedereen heeft wel een aantal internationale contacten. We live in a global village.
Om welke redenen kunnen internationale allianties ontstaan en hoe kunnen we dergelijke allianties laten ontstaan? Eerst is gekeken naar de vraag: om welke redenen (vanuit welke behoefte) zouden mensen internationaal willen gaan communiceren of interacteren rondom het thema onderwijs? Genoemde behoeftes zijn:
• • • • • • • • • •
verrijking van mijzelf als mens en van mijn kennis/wijsheid voeden van maatschappelijke discussie
• • • • • •
eventueel ook ontmoetingen creëren: project doen en daarna delen--> inspiratie onderzoek over onderwijs delen
inspiratie ergens bij willen horen samen iets gedaan hebben gezamenlijke interesse halen & brengen kunnen discussiëren docenten <--> docenten vragen: hoe geven jullie les, hoe ziet het systeem er bij jullie uit docenten kunnen ook behoefte hebben om leerlingen <--> leerlingen te verbinden (wereld verbreden, vooroordelen wegnemen) internationalisering
good practices ontdekken en inzetten als voorbeeld voor eigen handelen redactie plegen verrassende ontmoetingen: allianties dus bv niet alleen Noord -Zuid thematisch en inhoudelijk verbindingen aangaan: bv ‘onderwijs voor meisjes’, ‘onderwijs in afgelegen gebieden’ etc.
Daarna is de vraag gesteld: Hóé zouden we dus allianties tot stand kunnen brengen die waardevol zijn? Waar bovenstaande behoeftes in worden bediend?
23
Een alliantie kan heel simpel beginnen. Een docent in Nederland wil meer weten over het onderwijssysteem in Finland en zoekt contact met een Finse leraar. De uitwisseling die ontstaat wordt vervolgens een project tussen een Nederlandse klas en een Finse klas. Dat wat er ontstaat uit die uitwisseling: dat wordt gedeeld op het WEF. Zo leren niet alleen deze twee klassen iets over elkaars onderwijssysteem en ervaringen; maar wordt dit breder gedeeld > ter kennis en inspiratie voor anderen. Wanneer dergelijke projecten ‘individueel’ worden uitgevoerd, heeft de internationale dimensie veel minder impact; dan wanneer dit soort ervaringen gedeeld worden en er een veelheid aan dergelijke voorbeelden zichtbaar wordt. Het straalt uit: internationaal uitwisselen is belangrijk. “Wij vinden onderwijs op internationale schaal belangrijk”. Een meer ‘geformat’ idee is om bijvoorbeeld te kiezen voor allianties van altijd 12 personen, van elk continent 2. Door zelf te laten kiezen, of door partners aan elkaar voor te stellen, creëert het WEF internationale allianties op thema/vraagstuk. De groep bestaat altijd uit 12 personen. Inactieve mensen verlaten de groep en nieuwe mensen worden door de groep zelf aangetrokken. Het appeleert aan het gevoel ‘er bij willen horen’(schaarste). Wat die 12 mensen onderling precies doen, dat is aan hen zelf. Wellicht communiceren zij op gezette tijden over de situaties in hun regio; wellicht ontstaan er projecten op basis van deze kennismaking. Lokale overheden zouden ook uitgenodigd kunnen worden in dit soort allianties; maar zij participeren daarin gewoon als gelijkwaardig partner. (niet iedereen was het eens met deze stelling)
Waarom zouden mensen gebruik maken van het online platform? Wat is hun behoefte? Hoe kunnen daar op een waardevolle manier groepen ontstaan? De kern van het WEF is education for education. Op het WEF vind je alles over onderwijs wereldwijd. Behoeftes kunnen klein en groot zijn. Mensen hebben zeer verschillende drives om deel te nemen, daar moet je op inspelen. Drives kunnen bijvoorbeeld zijn: - contact met mensen die met soortgelijke thema’s bezig zijn, of die jouw ambities en houding delen - je wilt uitgedaagd worden. Het gaat om leren. Dit kan online door bijvoorbeeld testjes, battles, challenges hiermee speel je in op gamification ontwikkeling - je bent op zoek naar antwoorden en zoekt praktische concrete manieren om bij te dragen - de ambitieuze doelstelling is aantrekkelijk, bijdragen aan iets wat groter is dan jijzelf. De punten die worden genoemd onder de paragraaf Behoeftes en Belangen (pagina 19) gaan dieper in op de drijfveren waarom mensen zouden willen deelnemen. Die drives zijn heel belangrijk voor de vormgeving en inrichting van het online platform. Het belangrijkste wat werd genoemd was dat gebruikers heel makkelijk op basis van hun behoefte door het online platform heen moeten kunnen navigeren. De filtermogelijkheden moeten dus heel sterk zijn. Alleen dan kan je gebruikers met verschillende drives de omgeving bieden waar ze behoefte aan hebben. Er kan dan bijvoorbeeld onderscheid zijn in drie kernbehoeftes:
· kennis --> wie wat waar, best practices, oplossingen, vragen, data. En daarbij ratings en
reactie mogelijkheden · contact --> marktplaats, linken, persoonlijk contact en uitwisseling · actie --> internationale todo lijst (waar ook een filter op zit zoals sparked heeft), challenges, projectgroepen, klankbordgroepen etc Ook in deze groep werden een aantal sterke randvoorwaarden geformuleerd voor de online community:
24
- lage drempel om deel te nemen - gratis - simpel in gebruik - voorziet snel in behoefte: super goede zoekfunctie - creative commons - internationaal - ambassadeur voor ontwikkelingen/ publiciteit en bekendheid geneneren - open voor groei en verandering - zorg voor makkelijk zoeken - informatie: wat is het WEF, hoe kan ik een bijdrage leveren, hoe kan het WEF mij helpen Om tot een levendige community te komen kan je gewoon klein starten, het moet makkelijk opschaalbaar zijn. Iedereen kent wel een handje vol best practices en heeft wel een aantal waardevolle (internationale) contacten op het gebied van educatie. Het motto scholen voor scholen werd gevormd in deze groep. Het zijn echt de mensen die het WEF bestaansrecht geven. Zij voegen content toe en toegevoegde waarde door te reageren op reeds toegevoegde content. Ook hier leefde de via via gedachte sterk. Je komt via iemand die je vertrouwt terecht bij de WEF community.
Rol van het World Education Forum De rol van het WEF is goed luisteren en flexibel inspringen op die diverse behoeftes en geluiden van participanten. Het WEF ontlokt discussie wereldwijd op het gebied van onderwijs waardoor grenzen (op onderwijsgebied) vervagen (zonder uitsluiting van de allerarmsten). Als WEF faciliteer je voor veel mensen om een kleine bijdrage te leveren waardoor je als collectief veel impact kan genereren. Het WEF is hiermee voorwaardescheppend en creeert niet zelf inhoud of content. Het WEF zou volgens de groep in verschillende rollen kunnen faciliteren: - Huisarts de eerste plek waar je als onderwijsprofessional naar toe gaat, het WEF luistert goed en verwijst door. - Regisseur het WEF schakelt tussen regionaal en internationaal, legt verbindingen en faciliteert groepen en bedenkt in welke vorm dit aantrekkelijk kan zijn voor de participanten - Curator/ moderator het WEF stelt richtlijnen op en controleert hierop, het WEF verzamelt en verspreidt content. Ook duidt je binnenkomende data, je maakt het makkelijk om de data te filteren en je maakt het mogelijk voor andere participanten om er waarde aan toe te voegen Aanbod: Loes: verkennen van samenwerking WEF binnen hun verschillende landen waar CBE vestigingen heeft. Hans: publiciteit in Nederland binnen de onderwijssector Meerdere mensen: relaties attenderen op het WEF Voorbeelden van werkende tools, communities en online projecten * www.Pintrest.com Een soort online prikbord * www.etwinning.net is Europese onderwijs community. * www.texttochange.org mobiele diensten Vragen om in de vervolgstappen te beantwoorden
25
- Nadenken hoe je de ROI inzichtelijk kan en wilt maken. Hoe ga je om met negatieve ROI die als
bijeffect kan ontstaan van (lokale) initiatieven? bv als er goede scholen ver weg van dorpen ontstaan dan zorgt dat goede onderwijs voor een braindrain vanaf het platteland en ontwrigt het hele communities. Wellicht kan de ROI en de neveneffecten een thema zijn voor hubs en allianties? - Maak je de community cultuur specifiek en dus voor iedere cultuur/ nationaliteit/ regio aanpasbaar of cultuuronafhankelijk zoals facebook --> voorkeur gaat naar breed en toegankelijk voor iedereen en dus cultuuronafhankelijk - Het begint er steeds meer op te lijken dat de community beter zou werken als we een (aantal) vast(e) format(s) zouden hebben. De inhoud blijft vrij voor de participanten. De vormen staan vast. Denk aan de kracht van bv TED.com Wat zouden deze formats kunnen zijn? - Kennis delen kent ook drempels, belangrijk om als WEF na te denken hoe je die drempels kan verlagen. - zou het interessant zijn om allianties te smeden op een thema, maar met tegengestelde ervaringen? Bijvoorbeeld in Nederland is er behoefte aan meer mannelijke docenten en heeft onderwijs een niet zo mannelijk imago. In andere landen willen ze misschien meer vrouwen voor de klas. Wat zou er gebeuren als je juist dit soort verrassende combinaties maakt? - Er zijn fondsen die zeker geinteresseerd zijn in een sterk concept wat online en offline elementen met elkaar verbindt. De Bill Gates Foundation is er 1 van. Welke kennen we nog meer?
26
2 x Verslag van overleg met mensen uit de NGO sector Koffie afspraak met Mariken Gaandersen – OS expert Uit de co-creaties en koffie-afspraken met NGO’s blijft er toch wat onduidelijkheid bestaan over de belangen en mogelijkheden tot samenwerking met de OS sector. Enerzijds komt keer op keer naar voren dat we niet om de NGO’s heen zouden moeten en willen en dat we heel goed moeten kijken hoe we aanvullend zijn op hun werk. Anderzijds krijgen we zo nu en dan een wat star gevoel waaruit het moeilijk op te maken is hoe we tot vruchtbare samenwerking kunnen komen. Mariken Gaanderse heeft veel met verschillende grote NGO’s gewerkt en kent de behoeftes en belangen van “de sector” goed. Volgens Mariken is het belangrijk om ook met mogelijke NGO partners goed te verkennen “what’s in it for them”. Blijkbaar is het niet ongewoon om bij NGO’s aan te kloppen voor geld om dit soort initiatieven te ondersteunen, door het huidige economisch en politieke klimaat zijn veel goede doelen daardoor wat huiveriger om helemaal open te staan voor nieuwe initiatieven en samenwerkingen. Daarnaast zijn er juist een aantal (succesvolle en minder succesvolle) communities ter ziele gegaan door diverse redenen. Bijdragen (in welke vorm dan ook) aan een nieuwe community moet dus duidelijk toegevoegde waarde hebben voor de belangen van de NGO’s met wie we een partnerschap aan willen gaan. Mariken geeft aan dat er bij veel NGO’s 2 hele duidelijke belangen zijn. Veel NGO’s hebben behoefte om hun programma’s en projecten in de schijnwerpers te zetten bij onderwijsprofessionals wereldwijd. Zo kunnen de onderwijsprofessionals hun voordeel doen met de ontwikkelde programma’s en hopen de NGO’s in algemene zin het bewustzijn van mensen over het belang van onderwijs wereldwijd te vergroten. Er wordt genoemd dat alleen al het vergroten van het bewustzijn van Nederlandse onderwijsprofessionals over de onderwijssituatie wereldwijd al heel waardevol zou zijn. Daarnaast hebben veel grote NGO’s wel onderwijskundigen, of beleidsmakers op het gebied van onderwijs in dienst of in hun netwerk, maar hebben ze over het algemeen weinig rechtstreeks contact met docenten. Horen wat zij belangrijk vinden, wat hen drijft, waar zij tegen aan lopen etc. is waardevolle input voor NGO’s om hun programma’s te verbeteren of nieuwe programma’s te ontwikkelen. Om dit te realiseren zou het WEF dus een smeltkroes van diverse “werelden” moeten zijn, om zo de kruisbestuiving tussen NGO’s en onderwijsprofessionals wereldwijd te stimuleren.
Overleg met de onderwijs experts van Oxfam Novib Olloriak Sawade en Nicole Metz Eerste vraag die bij Oxfam Novib opkomt: Wat mist het WEF comité op het gebied van onderwijs voor iedereen wereldwijd? Wat missen de contacten van het comité wereldwijd op het gebied van ontwikkelingshulp? Dit omdat er al zo veel initiatieven, projecten, ngo’s en koepelorganisaties mee bezig zijn. Belangrijkste conclusie voor nu is: Als er een manier is waarop Nederlanders en docenten in Nederland meer laten horen dat zij onderwijs wereldwijd belangrijk vinden, dan wordt de ambitie echt verder geholpen. Niet perse door meer projecten of losse individuen die iets voor kinderen in andere landen willen betekenen. Dus eerder een bewustzijns slag. Nog een aantal punten:
•
Internet gaat op dit moment zeker heel veel mensen wereldwijd nog niet bereiken.
27
•
Zoek samenwerking/afstemming met NCDO, oneworld, Education International, CNV onderwijsbond, AOB, Wilde Ganzen, ZOA en natuurlijk GCE.
•
Benoem wat het einddoel is: bijvoorbeeld de milenniumdoelen 2015. Vraag je af: wat is de te verwachten verandering?
• •
Er is een strategische beweging nodig om strategische doelen te halen. De oplossing die je zoekt moet duurzaam zijn, anders kan het in sommige gevallen zelfs kwaad doen. Aan weten te schuiven bij politici is belangrijk.
• •
Richt je op of kijk af bij de reeds bestaande mobiele telefoon-projecten.
* Vrolijke noot * Kamilla’s vraag n.a.v, dit gesprek: Bestaat er al een internationaal platform voor onderwijsgevers om de positiviteit van onderwijs te laten zien? Dus geen uitgangspunten zoals “elkaar helpen”, “van elkaar leren” of “samen leren over onderwijs” (ontwikkelingssamenwerking); maar simpelweg een platform om het plezier en de voordelen van onderwijs zichtbaar maken?
28
Tussenstand na 4 sessies + digitale sessie Spannend: op basis van de genoemde behoeftes en de vraag naar wat mensen echt zou drijven zich aan elkaar te verbinden, lijkt de gezochte content steeds meer te gaan over ‘oplossingen’ of ‘gewone’ ervaringen delen; i.p.v. het centraal stellen van de ambitie een ‘probleem’ op te lossen. Betekent dit dat we de centrale ambitie niet meer centraal zetten in de community van het WEF?? Of dat we die anders gaan verwoorden? Wat gaan we daar mee doen...? Houden we vast aan de expliciete ambitie “alle kinderen toegang tot onderwijs”? Sluiten we ons dan aan in de rij van NGO’s en projecten die zich daarvoor reeds hard maken? De kans bestaat dat het bereik van het WEF dan klein blijft, aangezien deze aanvliegroute wellicht niet veel docenten zou aanspeken. Aan de andere kant zou het goed kunnen dat er bij NGO’s behoefte is aan meer bewustwordings-tools specifiek voor docenten.* Of laten we de ambitie “alle kinderen toegang tot onderwijs” een (hopelijk) ‘logisch gevolg’ zijn van een levendige community? Een community voor docenten, scholen, ouders en kinderen, die vanuit hun persoonlijke ervaringen met onderwijs of vanwege hun nieuwsgierigheid het contact met elkaar zoeken om hierover uit te wisselen? Een brede horizontale community van iedereen die belang heeft bij (beter) onderwijs in zijn omgeving en wereldwijd? Niet ivm het oplossen van een probleem; maar als enerverende ontmoetingsplek over onderwijs in het agemeen. En gebruik je in dat geval de content en interactie van de community als bestaansrecht van het WEF en als input voor het beinvloeden van de regeringsleiders? Waarbij een terugkerende vraag is: raken we uberhaupt de regeringen ooit? En vooral: willen we het wel via die weg? Moeten we niet juist om de ‘formele structuren’ heen opereren?
* Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een dienstbaar ontwerp dat in de reeds bestaande NGO’s kan worden ingebracht. Bijvoorbeeld een commnity tool voor docenten, dat docenten gaat aantrekken richting Global Campaign for Education, Oxfam Novib of Education International? Doelstellingen zijn dan: bewustwording en zichtbaar maken van alle onderwijs projecten die er reeds bestaan.
29
Sessie 5: Businessmodel
(16 mei, Den Bosch)
Het WEF heeft ambitieuze doelstellingen die veel en langdurige inspanning vragen. Om dit te kunnen doen moet er goed nagedacht worden over de duurzaamheid en continuiteit van dit initiatief. Een sterk en gezond businessmodel en een heldere organisatiestructuur zijn daarom noodzakelijk. Deze sessie wordt stil gestaan bij verdienmodellen en worden verschillende richtingen uitgedacht door gebruik te maken van het Businessmodel Canvas.
De co-creatoren deze sessie waren: Michel Groenenstijn Chiel Vaessen Tera Brugmans Emilie Randoe Paul van Bemelen Ton Duif Lydia van Rietschote Aad Hendriks
Be More Zelfstandig ondernemer student Pabo Ruigoord, Houdini Beweging KPC AVS / World Eucation Forum World Education Forum World Education Forum
30
Denkrichtingen voor het businessmodel Tijdens de sessie hebben we in drie groepen gewerkt om een coherente invulling voor het busisnessmodel van het WEF te vinden. Dit deden we aan de hand van het businessmodel canvas. Helaas was er te weinig tijd om alle 3 de modellen volledig uit te werken, maar door de verschillende invalshoeken die de verschillende groepen kozen, zijn er een aantal relevante denkrichtingen ontstaan die de basis gaan vormen van een integraal businessmodel.
Businessmodel 1 Key Partners Alle andere nationale WEF platforms & de mensen daar Mensen uit het onderwijs Key Activities • Het online platform
• •
Het bouwen van een infrastructuur Het €15,- x 50.000 scholen project waar je mensen op een authentieke manier aan je bindt Key Resources
• •
• Bestaande netwerken van betrokkenen vanuit comite, co-creaties en andere nationale hubs Cost Structure • • • •
Infrastructuur Organisatiekosten na de start
Stichtingen starten voor de diverse nationale hubs Website en ander promotiemateriaal Value Propositions
31
• • • •
Echte kansen voor kinderen Bewustzijn creeren onder onderwijzers als middel voor de al bestaande NGO’s
Internationaal Netwerk uitbreiden Identificeren met de WEF identiteit; trots op de internationale verbindingen en maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen -> je wilt erbij horen Customer Relations Persoonlijk En in toenemende mate verbinding met het verhaal van het WEF Je wilt erbij horen Channels • Het netwerk van Ton/ het comite
• • • • • •
Internationale hubs organisaties en congressen daar Persoonlijke ontmoetingen
• • • • •
Onderwijsprofessionals Ouders + Kinderen Politieke Leiders
• • •
Duidelijk maken waar de weg naartoe gaat, daar willen mensen wel in mee financieren Wat kunnen we terug geven?
Media Customer Segments
Leraren vinden dit niet belangrijk Scholen melden zich aan (dus schoolleiders?) Revenu Streams • Crowdsourcing
Je betaalt om erbij te horen
Businessmodel 2 Key Partners • Global Campaign for Education ICT partners Particuliere/ Kleine OS initiatieven Key Activities • Internationale alianties
• •
Regionale Hubs (op inhoudelijke thema’s en lokale wef organisaties) Online Platform Key Resources
• •
Online Platform Het hele netwerk Cost Structure • Nog niet aan toegekomen Value Propositions • Persoonlijke ontwikkeling en Leren
• •
• • • •
Een etalage voor verhalen en initiatieven Invulling MVO beleid Internationalisering
Start Kapitaal Customer Relations
32
• • •
Persoonlijk en interactief Afnemer van een WEF dienst
• • •
Online community + social media Congressen
• • • • • • •
Het bedrijfsleven Docenten
• •
Het bedrijfsleven betaald voor een partnership in de internationale alianties NGO’s betalen voor de mogelijkheid om hun programma’s te etaleren en voor de toegang tot onderwijzers wereldwijd Scholen betalen een fee voor verbindingen die worden gelegd voor hun internationaliseringsdoelstellingen Vanuit een investeringsfonds kunnen startups/ onderwijsinitiatieven een (start)financiering krijgen waar een deel van de winst naar het WEF terugvloeit Beleidsmakers van overheden betalen omdat het WEF een invulling geeft/ antwoord geeft voor bepaalde sociaal maatschappelijke vraagstukken
Verbinding met het doel/ de visie Channels
Fysieke ontmoetingen Customer Segments • Kinderen wereldwijd
Schoolleiders NGO’s
Maatschappij Beleidsmakers Onderwijsondernemers Revenu Streams • Participatie fee
• • •
Businessmodel 3 Key Partners • Dries van Agt
• • • •
Jeroen van de Veer Peter Bakker
• • • •
Onderzoek naar onderwijs Matchmaking
Balkenende Amalia Key Activities
Website in de lucht houden Kennis delen Key Resources • Leerlingen en studenten Docenten Ouders, Opa’s en Oma’s Cost Structure
• •
• Nog niet aan toegekomen Value Propositions 33
• • • • • •
Ook de laatste 80 miljoen kinderen onderwijs! Ook de laatste xxx miljoen kinderen boven de armoede grens menswaardig bestaan Netwerk van Peers Een living Lab voor topsectoren
Proeftuin voor innovatie Wereldmarkt voor onderwijs Customer Relations
• Nog niet aan toegekomen Channels • • • • • • • •
Waterputten, vergaderbomen, Stoelen Al die talloze websites van betrokken mensen De Stoa? Smartphones $100,- laptops Social media
Docent Buddies Customer Segments
• NGO’s Revenu Streams • •
Verkoop van design stoelen die het bedrijfsleven kan sponsoren voor in de klas merchandise
Infrastructuur als basis De infrastructuur van het WEF moet sterk zijn. Hier zullen een aantal ondersteunende rollen onder vallen in Nederland, opstartkosten voor WEF hubs in andere landen, mensen die de online community modereren en verbindingen tot stand brengen. De out of pocket kosten om daadwerkelijk slagvaardige hubs op te starten en een levendige en waardevolle community te creëren moeten niet onderschat worden. De uitdaging zal zitten in heel duidelijk en transparant communiceren waarom het WEF bestaat en wat het belang is van de infrastructuur. Meebetalen aan overhead is niet sexy en niet iets waar veel mensen graag aan bijdragen. Er zal enerzijds dus goed gekeken moeten worden hoe hier over gecommuniceerd wordt, en anderzijds hoe er financiering voor andere onderdelen van het WEF kan worden gevonden waardoor de infrastructuur mede gefinancierd kan worden. Het WEF als onderneming In verschillende businessmodellen kwam het belang van ondernemend handelen terug. Met een relatief klein basisbedrag kan je dan investeren (uiteraard in zaken die gerelateerd zijn aan de WEF doelstellingen) om van een klein bedrag een continue en aanwassende geldstroom te maken. Hierin werden o.a. het oprichten van een investeringsfonds genoemd en het produceren en verkopen van producten zoals designstoelen voor het “lege stoel- project” en merchandise zoals schoolschriften en pennen. Ook moet er goed gekeken worden welke onderdelen van het WEF waardevol zijn en voor wie en hoe je dit kan “vermarkten”. Als voorbeeld: vanuit de WEF community kan een nieuwe vorm van vakliteratuur ontstaan met input van docenten en ngo’s wereldwijd. Wanneer dit door het WEF gefilterd en op een aantrekkelijke manier vormgegeven wordt zou je dit als abonnementsvorm aan kunnen bieden waar participanten vervolgens een klein bedrag voor betalen. Zo kunnen diverse waardevolle (kleine) verdienmodelletjes een integraal onderdeel gaan vormen voor een groeiend WEF. Waardevolle relaties
34
Mede dankzij de inventarisatie van belangen en behoeftes uit sessie 4 werd ook hier stilgestaan bij de waarde van de cross-sector relaties. NGO’s, onderwijsprofessionals en het bedrijfsleven zouden een levendige en waardevolle interactie met elkaar aan moeten gaan binnen de WEF community. Wanneer er bijvoorbeeld wordt gekeken naar het idee van de internationale allianties op diverse thema’s, dan is het goed voor te stellen dat daar partners uit het bedrijfsleven bij te vinden zijn. Deze partners zouden dan meer zijn dan sponsor, zij worden gevraagd om hun affiniteit met het thema en dus de inhoud van de WEF ontwikkelingen. Hen wordt dus niet alleen gevraagd om een financiële bijdrage, maar wellicht ook om een materiele bijdrage of een bijdrage in kennis en contacten. Uiteindelijk zou het WEF voor elk klantsegment moeten kijken wanneer en hoe het voor die klanten relevant is om onderdeel te zijn van het WEF en op welke manier daar een (financiële) waardeuitwisseling kan plaatsvinden. Hier zou ook gekeken moeten worden naar onverwachte partners, zoals opa’s en oma’s. Zij hebben meer tijd, financiële ruimte en zijn vaak fit en betrokken bij maatschappelijke vraagstukken. Hen inzetten als key resource of wellicht zelfs klant zou verrassend veel waarde kunnen opleveren. Diversiteit aan financieringsstromen In alle businessmodellen komt een keur aan financieringsstromen naar voren, en waarschijnlijk zal dit ook noodzakelijk zijn om tot een duurzaam businessmodel te worden. Afhankelijkheid van 1 financieringsstroom (bijvoorbeeld overheidssubsidies) wordt door iedereen afgeraden. De gouden vijfhoek werd genoemd: probeer een ideale mix te vinden tussen betrokken particulieren, overheidsgelden, sponsoring/ investeringen vanuit het bedrijfsleven, kapitaalinvesteerders en kennisinstellingen. Aandachtspunt hierbij is om in een vroeg stadium al te verkennen waar de “quick wins” of het laaghangend fruit zitten. Zo creëer je startkapitaal zodat je de rust en ruimte hebt om juist deze diversiteit aan mogelijkheden goed te ontwerpen en uit te rollen. Via deze route creëer je organische groei en een laag/ lager risicoprofiel. Vragen om verder te verkennen Hoe kan er op korte termijn een financieringsstroom op gang worden gebracht? Wat is er nu nodig om grote organisaties te bewegen om een geldbedrag te schenken? Hoe kunnen de diverse nieuwe nationale hubs zo snel mogelijk self supporting worden? Welke rollen moeten ingevuld worden op korte termijn om op lange termijn financieel en organisatorisch gezond te worden? Hoe ziet een goed businessmodel canvas eruit als bovenstaande 4 hoofdrichtingen samen worden gevoegd?
Koffie afspraak met Arjan Helmantel - Organisatie Adviseur Nog nader uit te werken. Kernpunt: koppel bedrijven voor behapbare bedragen aan een internationale alliantie. Zoek bij het thema/vraagstuk van zo’n alliantie de juiste branches uit en daarbinnen die bedrijven die zowel inhoudelijk profijt hebben van mee-communiceren (toegang tot kennis en klanten), er hun mvo-beleid inhoud mee kunnen geven en mede-financierder kunnen zijn van die specifieke alliantie.
35
Tussenstand na 5 sessies + digitale sessie 1)Landelijke WEF-basecamps Uitgangspunten van het WEF comité zijn om nu al mensen aan de slag te laten in een aantal andere landen, waaronder de V.S., Ierland, Engeland en Schotland. Wij noemen die contacten de WEF-basecamps of WEF-hubs. Nationaal wordt de communicatie gevoerd over het WEF, met als doel om docenten, schoolleiders en scholen aan te trekken om zich te scharen achter het WEF en/of actief te participeren op het online platform. Hoe de WEF-basecamps te werk gaan, is aan hen en in overeenstemming met de plaatselijke communicatiecultuur en onderwijssituatie. Wel kent het WEF wereldwijd enkele kernwaarden die niet alleen de uitstraling en de kwaliteit van het WEF bewaken; maar tevens het succesvol functioneren van het WEF mogelijk maken. Die kernwaarden zijn: gelijkwaardigheid, wederkerigheid, intrinsieke motivatie, giving before getting, vragen en oplossingen delen, samen leren, onderwijs bij de bron, daar waar kinderen toegang hebben, lokale oplossingen, het kind centraal, transparantie, onafhankelijkheid. Het belang van relaties staat centraal in het WEF, de WEF basecamps zullen daarom een belangrijke toegangspoort vormen voor regionale ontmoetingen, online participatie en deelname aan internationale allianties.
2)Internationale allianties De internationale allianties bestaan uit docenten, schoolleiders, onderwijsmakers en scholen rondom thema’s die uit hun midden zelf naar voren gebracht worden. Binnen deze allianties interacteren de participanten door vraagstukken te introduceren, oplossingen te delen, kennis uit te wisselen, en mogelijk projecten op te zetten. Deze thema’s kunnen raken aan de ambitie “alle kinderen toegang tot onderwijs”; maar kunnen ook om andere vraagstukken draaien. De kernwaarden spelen in deze allianties een belangrijke rol. Er wordt in de oprichting ervan gestuurd op vraagstukken waarin het vak lesgeven en het leren van het kind centraal staan. We stimuleren de groepen om samen te leren over vraagstukken en onderwerpen. Het is de ongeschreven richtlijn om actief mee te communiceren. Wellicht hebben de allianties een specifiek format, zoals een bepaald aantal personen per groep, om een gevoel van schaarste te creëren (erbij willen horen). Maar dat is nog ter overweging. De allianties worden in beginsel secuur samengesteld, opdat de kernwaarden een natuurlijke plek krijgen. In dat stadium, maar ook daarna, vormt Extended Ethical Relationship een belangrijke entree in de allianties. Het is wat waard om deel te mogen/kunnen nemen in de groep van jouw thema. We willen sturen op veiligheid zodat mensen (uit alle culturen) de werkelijke vragen durven te stellen. In deze internationale alianties kunnen partnerships worden gevormd met bedrijfsleven en NGO’s.. Bedrijven en organisaties die belang hebben bij het thema van een specifieke alliantie, kunnen deelnemen aan de alliantie (er zijn per alliantie een beperkt aantal plekken voor aanschuivende bedrijven en ngo’s). Zij betalen deze toegang tot kennis en klanten met een jaarlijkse fee. Mogelijk betalen de alliantiepartners zelf ook allen een bepaalde laagdrempelige fee. Uiteraard nodigen we de 500 meest invloedrijke onderwijs-inspiratoren ter wereld uit om plaats te nemen in een alliantie ;-) !!
3)Een internationaal online platform Een online omgeving is de plek waarop lokale en internationale netwerken beiden te vinden zijn. Toegankelijk voor zoveel mogelijk mensen en daarom bijvoorbeeld ook te bereiken per mobiele telefoon. Op deze internationale online ontmoetingsplek communiceren de deelnemers van de allianties. Transparant opdat de kennis die daar gedeeld wordt toegankelijk is voor iedereen. Daarnaast vormt het platform de makkelijk toegankelijke entree voor docenten, schoolleider en scholen wereldwijd om mee te komen doen. Hier verzamelen zich de verhalen en worden de
36
onderwijsthema’s gedestilleerd die belangrijk zijn voor de participanten. Hier vormen zich de allianties rondom de meest opvallende thema’s. Mogelijk kost het een instap-bedrag om toegang te verkrijgen tot het platform of bepaalde onderdelen van het platform. Ondanks dat in grote delen van de wereld de toegang tot internet en stroom nog ontbreekt, is de conclusie dat het in deze tijden een noodzaak is om op het internet vindbaar te zijn en het internet te gebruiken om communicatie tussen personen uit verschillende landen mogelijk te maken (en betaalbaar). Wel dient in de bouw van de online omgeving rekening gehouden te worden met zwak internet (het moet een ‘lichte’ site zijn) en met koppeling aan mobiele telefonie. De online omgeving kent twee niveaus: het ‘diepere’ niveau waar de internationale allianties uitwisselen; en het laagdrempelige instapniveau. Dit instap-niveau is zeer aantrekkelijk gemaakt en stuurt mensen als het ware –middels keuzes in het interaction design- naar meedoen vanuit positiviteit. Het is een plek waar nieuwsgierige docenten zichzelf herkennen, waar je bij wilt horen, waar verhalen van ‘gewone’ docenten tot inspiratie leiden. Hier worden de best practices geplaatst, de inspirerende verhalen. He moet zeer waardevolle content zijn. Een zekere regie over de curation is wel noodzakelijk. Voertaal is Engels of middels Google translator meertalig. Op alle niveaus is handelingsperspectief voor zowel spectators, curators als creators.
Hoe komen deze lijnen samen? Het congres. Het congres dat elke twee jaar georganiseerd wordt, wordt geprogrammeerd langs twee lijnen: onderdelen draaien rond de vraag hoe toegang tot onderwijs te creëren voor alle kinderen. Er worden afspraken gemaakt tussen de onderwijsgevers uit de landen onderling, er wordt via de media aandacht gegeven aan de problematiek en er wordt druk uitgeoefend op nationale regeringen om ook hun steen bij te dragen aan de ambitie. De Return on Investment van wél onderwijs wordt zichtbaar gemaakt. Onafhankelijk onderzoek onderbouwt met cijfers de werkelijke situatie en wordt hier gepresenteerd. De nationale WEF-hubs en het WEF-comité nemen het voortouw in het programmeren van deze onderdelen. De tweede lijn wordt geprogrammeerd op basis van de thema’s en vraagstukken die naar boven zijn gekomen in de internationale allianties. Dit zijn de onderwijs-onderwerpen waar de docenten en schoolleiders wereldwijd zich op dat moment mee bezig houden. Dit zijn de vraagstukken en oplossingen die volgens hen het onderwijs voor kinderen toegankelijker en waardevoller maken. Middels Sensemaking worden verhalen verzameld en geduid. Middels voortdurende online rating komen de meest prangende thema’s en vraagstukken naar boven en tevens de participanten die daarover het meest gepassioneerd en/of deskundig zijn.
Businessmodel: -Zoals boven beschreven overwegen we lage en hogere fees om deel te nemen aan (onderdelen van) het online platform en de allianties. -Een financiële sponsor betaalt niet voor een platform of een online community, ofwel enkel de ‘infrastructuur’; maar voor een ‘programma’ dat het mogelijk maakt om horizontaal (door ‘gewone’ mensen) een waardevol internationaal congres te kunnen programmeren. -Om onafhankelijk te blijven wordt in de sponsoring gezocht naar een ideale mix tussen betrokken particulieren, overheidsgelden, sponsoring/investeringen vanuit het bedrijfsleven, kapitaalinvesteerders en kennisinstellingen. -Zodra de community begint te groeien, zijn er producten te bedenken die inkomsten genereren, zoals het idee uit sessie 2 en sessie 5 van “de in style ontworpen WEF-stoel”; het bundelen en uitgeven van content die uit de allianties naar voren komt; de toegang tot netwerk; scholen die manieren zoeken om de internationale dimensie in hun onderwijs willen versterken, etc.
37
Doelgroepen: Op dit moment gaan we uit van een doelgroep van docenten, schoolleiders, scholen, onderwijsmakers, onderwijspioniers, onderwijs-initiatiefnemers (lokale projecten). Ngo’s en aan de thema’s verwante bedrijven zijn doelgroepen in een tweede lijn. Ouders en kinderen kunnen in een later stadium ook doelgroep zijn. Op dit moment lijkt het ons geschikt om eerst te kiezen voor de onderwijsgevers, o.a. ook omdat er reeds veel communities bestaan van bestaande ngo’s die ook ouders en kinderen als doelgroep hebben (doelgroep: wereldburgers). Het WEF heeft een uniciteit nodig voor haar bestaansrecht.
Paraplu – organisatie? De discussie over de vraag of het WEF een soort paraplu functie / WEF stempel zou moeten zijn is in de loop van de laatste sessies gesust. De term ‘internationaal’ en de ambitie “alle kinderen toegang tot onderwijs” leidde vaak automatisch tot de gedachte dat het een hulp-organisatie zou worden. Een te eenzijdige gedachtegang omdat het a) niet aansluit bij de dagelijkse praktijk en beleving van docenten en schoolleiders; b) een negatief gevoel opriep van ‘blank vingertje’ bij de co-creatoren; en c) omdat er al zoveel van dergelijke organisaties zijn. Door van de community van het WEF geen ‘nieuwe’ NGO te maken over ‘arme kinderen naar school’; maar sterk te sturen op en bovenal ruimte te geven aan de thema’s die vanuit intrinsieke motivatie bij docenten en schoolleiders naar boven komen, maken we van de community een plek voor nieuwsgierige mensen die internationaal over onderwijs willen communiceren met elkaar: over hun vak en het leren van kinderen. In die vorm concurreert zij niet met reeds bestaande ngo’s en kan zij bovendien een dienst vormen waaraan onderwijs-ngo’s in hun behoefte kunnen voorzien om toegang te krijgen tot het veld van onderwijsgevers.
38
Sessie 6: Communicatie-strategie
(23 mei, Utrecht)
Welke communicatiestappen dienen we de komende maanden te nemen om in Nederland een groeiend aantal docenten, schoolleiders, onderwijsvernieuwers en onderwijsmakers op de hoogte te brengen van het bestaan van deze community en actief te betrekken en te laten interacteren binnen deze community? Die vraag stond centraal in de laatste co-creatie sessie. Deze sessie begonnen we –anders dan de vorige sessies- met een uitgebreide inleiding op wat er in de vorige sessies door de co-creatoren was ontwikkeld. Die inleiding bestond uit de tussenstand die je voor dit hoofdstuk kunt lezen vanaf blz 36. De co-creatoren werd specifiek naar hun ervaring en expertise als communicatie-specialist gevraagd. De co-creatoren waren: naam:
organisatie:
Ans Compaijen
CAOP
Folkert Rinkema
Frivista grafisch vormgever
Janne Willems
Plukjemomenten, Loesje
Jeanne Roefs
Edukans / Global Campaign for Education
Marc Oyserman
professioneel wereldreiziger
Marina van Weele
Yacht, Codart
Tera Brugmans
student Pabo
Ton Duif
voorzitter World Education Forum
Aad Hendriks
comitélid World Education Forum
Kamilla Hensema
procesbegeleider Community WEF
Fanny Koerts
procesbegeleider Community WEF
39
De ideeën die in deze sessie ontstonden: Helder is geworden dat een communicatie strategie valt of staat bij een goed stappenplan. Een van de eerste stappen nu zijn om te bepalen hoe de online community eruit gaat zien; wat is daar te doen? Hoe vertalen we de gewenste tone of voice naar dat online platform en de andere communicatie-uitingen? En om een heldere boodschap te formuleren. Concrete doelstellingen te bepalen, waaronder de communicatie doelstellingen. En bepalen wat we willen bereiken voor welke sub-doelgroepen of welke mate van betrokkenheid (stadia van meedoen) Daarna kan een keuze gemaakt worden voor welke kanalen, welke middelen, welke momenten en welke acties. Hoe blijven we communiceren met de participanten? Wat is onze rol? Hieronder staan de resultaten uit de groepen per onderwerp gerangschikt: Waarom willen docenten meedoen? Omdat ze verwante andere leraren vinden Vanwege nieuwsgierigheid naar leraren uit ander landen en culturen Wat is er te doen op die online community waardoor ze komen en blijven? Het platform verbindt leraren aan leraren Halen en brengen Contacten opdoen Uitwisselen Inspirerende sprekers, webinars, filmpjes Een vraag en aanbod gedeelte Voortgang zien: voorbeelden van mooi onderwijs of de groei van onderwijs in een bepaald land, of een positief initiatief waardoor meer kinderen onderwijs krijgen Links naar alle beschikbare online bronnen voor lesmateriaal: de communities van kennisnet, de Kahn Academy Elke dag / week een vraag van de dag / week, zoals oa: varianten op de vraag “Hoe was het op school vandaag?” > Wat gebeurde er in jouw pauze? Wat viel je op vandaag in de klas? Wat was gaaf? Wat heeft je hard doen lachen deze week? Onderwijsbloopers! Nakijkservice Skype taallessen Meebouwen aan het WEF door bijv juridische expertise aan te bieden, of door te helpen programmeren of in je eigen land de WEF basecamp te helpen opbouwen Tone of voice van de communicatie uitingen en de online community: Positief Kracht van het onderwijs centraal Waardering voor het vak lesgeven Persoonlijk aanspreken Meedoen is leuk! Ondeugend Humoristisch Exclusiviteit Gedegen, betrouwbaar, transparant Het moet een “offer you can’t refuse” worden Boodschap: Onderwijs voor ieder kind Verbinding tussen docenten Elk kind een kans
40
Geen talent verspillen Wat opviel is dat er eigenlijk twee boodschappen zijn, die beiden ‘voorop’ willen staan: “Alle kinderen onderwijs” en “Internationale verbondenheid tussen docenten”. We zien dat het noodzakelijk is die twee boodschappen logisch met elkaar te gaan verbinden. Communicatiedoelen: Kiezen: bewustwording, lobby of werving 01-01-2013 >> 50% van onderwijzers in NL heeft van het WEF gehoord 01-01-2013 >> 20% van de scholen of onderwijzers op die scholen doet mee Stadia van meedoen: Spectator op de online community Curator op de online community Creator op de online community In een internationale alliantie ingestapt Betrokken bij de nationale WEF basecamp Lidmaatschap? Kanalen: Bestaande educatieve netwerken Via via (mond op mond en virals) Social Media Via bestaande organisaties op onderwijs-gebied Op scholen: fietsenhokken en kantines Via regeringsleiders of andere bekende mensen die onderwijs belangrijk vinden Ouderraden en leerlingraden Vakbladen AOB/CNV voor onderwijzers Europese platformen Kennisnet Couchsurfing Docenten zelf: zij tippen een bevriende leraar uit een ander land. Duo’s vormen. Middelen: Een bijzondere mail, met de boodschap in audio of video, makkelijk door te sturen Een charter met kort en krachtig de boodschap en doelstelling van de WEF community Een game of spel Een symbolisch figuur voor het WEF (fido dido, AH supermarkt manager) Cartoon of animatie Scholen bezoeken / regionale bijeenkomsten Aansprekende gastbloggers Spelletjes: wat voor leraar zou jij zijn? Middelen om verder te leren als leraar Middelen om meer te leren schoolleiden Foto’s of verslagen van scholen die een internationale uitwisseling hebben gedaan Communicatie momenten: Aanhaken bij grote media acties zoals “De dag van het kind” Schoolvakantie-acties Voorbeelden van acties: Nationale Spijbeldag Moedig je lievelingsleraar aan Facebook en twitter campagne (hoeveel leraren zitten op twitter) (let wel op verhouding leraarleerling op social media!)
41
Een prijsvraag, challenge, of uitdaging Zet je klassefoto online, samen vormen alle klasse-foto’s een figuur dat om de zoveel foto’s van vorm veranderd 29e stoel! WEFFlashmob wedstijden (zet met je klas / school een flashmob op het WEF platform en win... Smoezen voor te laat komen – wedstrijd – uitwisseling
Uitgelicht: Aan het eind van de avond werden de volgende begrippen uitgelicht als extra belangrijk: Exclusiviteit – je moet erbij willen horen – offer you can’t refuse... Spreek mensen aan op persoonlijk niveau en op hun persoonlijke kracht Zorg dat het een beweging wordt en geen organisatie!! Meedoen en zelf bijdragen en helpen meebouwen VERBINDING – als het het WEF lukt om werkelijke verbinding te leggen tussen leraar-leraar dan is dat een unique selling point Positiviteit! Humor Ondeugend - alleen de meest spannende ideeen leveren veel aandacht en bovendien brave onderwijs initiatieven zijn er al zoveel Uitdagingen, challenges, spellen, prijsvragen Out of the box communicatie uitingen Werk samen en zoek contact met de doelgroep via de bestaande onderwijsorganisaties Zet social media veel in Zet in op verspreiding via via / mond op mond / virals Kies het juiste moment en de juiste plek Bepaal meetbare doelen Het WEF houdt een vorm van regie door moderation – bedenk simpele codes voor zowel content als gedrag – zorg dat de participanten zelf op gedrag en content gaan moderaten
42
En nu? Nu zullen wij, Kamilla, Fanny en Noor, op basis van alle bovenstaande verzamelde overwegingen een plan formuleren met een stappenplan en actiepunten. Op 6 juni zullen wij dat basis plan voorleggen aan de kwartiermakers van het World Education Forum. Het plan wordt vervolgens zo snel mogelijk aan jullie bekend gemaakt. We zijn benieuwd naar jullie reacties! Vanaf dan gaan we het samen uitrollen !!! Graag zien we jou dan weer terug: aan de slag met dat onderdeel dat jou aanspreekt ;)
[email protected] [email protected] [email protected]
06-47234311 06-28268079 06-10902724
43