De boodschap van de laatste ure Ds. J.S. van der Net – 1 Johannes 2:18a (Oudjaar)
Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen:
Psalm 102: 15 1 Johannes 2: 18-29 Psalm 89: 19, 1, 7 Psalm 97: 2, 3 Psalm 90: 2
Gemeente, Jonathan zei tegen zijn jongen: Haast u, spoed u, sta niet stil! (1 Sam.20:38) Zouden wij dit vanavond ook niet ter harte moeten nemen? Deze oudejaarsavond bepaalt ons bij de kortheid van ons leven. Haast u, spoed u, sta niet stil! Twaalf maanden, 52 zondagen, 365 dagen zijn weer weggevloeid in de eeuwigheid. Al deze dagen roepen ons toe: Haast u, er is geen tijd te verliezen. Spoed u om in Christus geborgen te zijn, want buiten Christus is geen leven, maar een eeuwig zielsbederf. Sta niet stil met de Heere te zoeken terwijl Hij te vinden is en laat u niet aftrekken door de wereld en door de vorst der duisternis, want hij stelt het u misschien wel voor alsof u nog een zee van tijd hebt. Nee, haast u, spoed u, sta niet stil! Daar getuigen ook onze tekstwoorden van, waaruit onze oudejaarsavondpreek genomen is. Onze tekst vindt u in 1 Johannes 2 vers 18, het eerste gedeelte: Kinderkens, het is de laatste ure. Deze schriftwoorden prediken ons: De boodschap van de laatste ure. Deze boodschap is: 1. Een boodschap van grote zaligheid 2. Een boodschap van ernstige waarschuwing 3. Een boodschap van rijke troost 1. Een boodschap van grote zaligheid Gemeente, Johannes noemt de lezers van zijn brief hier ‘kinderkens’. Zo spreek hij hen door de hele brief aan. Waarom doet Johannes dat? Omdat hij een oude dienstknecht is? Als hij deze brief schrijft is hij waarschijnlijk al ongeveer honderd jaar oud. De lezers van zijn brief zijn allemaal jonger dan hij. Hij zou hun vader wel kunnen zijn. Toch is dit niet de enige reden. Als Johannes zijn lezers ‘kinderkens’ noemt, dan doet hij dat omdat zij ook werkelijk zijn kinderen zijn! Geen kinderen door vleselijke geboorte, maar in geestelijke zin. Johannes had ze als het ware mogen baren, mogen telen door het Woord van God. De Heere had de prediking van Johannes willen gebruiken tot wedergeboorte en door de Heilige Geest was de prediking van Johannes hun tot zegen
www.prekenweb.nl
1/9
Ds. J.S. van der Net – De boodschap van de laatste ure
geworden. Daarom kan Johannes aan deze mensen schrijven: kinderkens. Hij is hun geestelijke vader. Aan wie schrijft Johannes deze brief eigenlijk? Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij deze brief geschreven aan de verschillende gemeenten in Klein Azië. Uit betrouwbare overleveringen weten we dat Johannes, toen hij op hoge leeftijd was gekomen, had gearbeid in deze gemeenten. Eerst had Paulus het Evangelie er gepredikt, daarna was Johannes daar gekomen. En ook de prediking van Johannes was voor velen tot eeuwige zegen geworden. Zo waren ze als kinderen geboren uit het Woord van God. In het eerste gedeelte van zijn brief schrijft Johannes ook ‘kinderkens’. Hij gebruikt ook nog andere woorden, zoals: zuigelingen, jongelingen en mannen. Op deze manier spreekt Johannes over de verschillende standen in het geloofsleven. Omdat er een opwas is in de kennis en genade van onze Heere Jezus Christus. Johannes spreekt in het eerste gedeelte van zijn brief dus over kinderkens, in vergelijking met mannen, jongelingen en zuigelingen. Maar het woord ‘kinderkens’ dat Johannes in onze tekstwoorden gebruikt, is een ander woord. In het Grieks wordt daarvoor een woord gebruikt dat betekent: kinderen die een opvoeding nodig hebben; kinderen die leiding, onderwijs nodig hebben. Dat hadden die mensen in Klein Azië nodig, want ze werden bedreigd door dwaalleraren, de zogenaamde doceten. De doceten ontkenden de ware menswording van de Heere Jezus Christus. Ze namen het ook niet zo nauw met de zonden en met de broederlijke liefde. Het docetisme bedreigde de gemeenten in Klein Azië. Daarom heeft Johannes het hier over kinderkens, die leiding, onderwijs nodig hebben. Als Johannes ‘kinderkens’ schrijft, gemeente, laten wij hiermee vanavond ook tot onszelf inkeren. Nu durf ik me niet met Johannes te vergelijken. Maar aan de andere kant, hetzelfde Woord dat Johannes heeft gepredikt, dat is ook u in het achterliggende jaar elke zondag weer gebracht. U komt op deze oudejaarsavond voor de vraag te staan: wat heeft deze prediking op u uitgewerkt? Deze laatste avond roept ons tot bezinning op het gepredikte Woord. In de gemeenten van Klein Azië waren mensen op de prediking van Johannes ‘kinderkens’ geworden. Wedergeborenen. Zou dat nu ook van u gezegd kunnen worden? Jongens en meisjes, als Johannes nu aan jullie een brief zou schrijven, zou hij dan ook kunnen schrijven: ‘Kinderkens’? Ik vraag het vanavond ook aan de ouderen: Zou Johannes ook aan u kunnen schrijven: ‘Kinderkens’? Of bent u dit gehele jaar onder de prediking dezelfde gebleven? Misschien hebt u altijd weer geprobeerd u onder de klem van het Woord van God vandaan te wringen, op een goddeloze wijze of misschien op een vrome wijze. Of hebt u het Woord van God naast u neergelegd en bent u overgegaan tot de orde van de dag? Ik zeg het met ernst: dan hoort u niet tot die kinderkens, over wie Johannes hier spreekt. En ik zeg u met grote nadruk: dat is niet de schuld van de Heere! Op deze oudejaarsavond kan de Heere tot iedereen hier zeggen: Wat is er meer te doen aan Mijn wijngaard, hetwelk Ik aan hem niet gedaan heb? (Jes.5:4) Als u onder de prediking van het Woord dezelfde bent gebleven, als u niet geboren bent tot zo’n kindeke, dan komt dat door uw ongeloof, door uw onbekeerlijkheid. Elke zondag hebben
www.prekenweb.nl
2/9
Ds. J.S. van der Net – De boodschap van de laatste ure
wij de prediking gehoord, maar wat is nu de vrucht? Zou Johannes nu ook tegen u kunnen zeggen: ‘Kinderkens’? Van nature horen wij niet tot deze kinderkens. Want het Woord van God zegt heel duidelijk dat we van nature kinderen des toorns zijn, onderdanen van de vorst der duisternis, vloekwaardig. Is dat in uw leven al eens waarheid geworden? Geen verstandelijk redeneren, maar de beleving van uw ziel? Als de Heilige Geest het Woord zaligmakend in uw hart draagt, dan wordt het bange werkelijkheid in ons leven wat de Heere Jezus zegt: Gij zijt uit de vader de duivel. (Joh.8:44) Dan komt er een tijd in ons leven dat we het werkelijk moeten toestemmen dat we in Adam de duivel zijn toegevallen. Door de uitgestorte liefde geeft dat zo’n smart in ons hart, zodat we de verloren zoon gaan verstaan: Ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden. (Luk.15:19) Wanneer we leren billijken en leren rechtvaardigen dat we kinderen des toorns zijn en het niet waardig zijn om een kind van de Heere genaamd te worden, dan doet de Heere ook geloven dat er een weg ter verzoening en behoud is in dat heilige Kind van God, de Heere Jezus Christus. Wat wordt het dan een wonder voor een verloren mens in zichzelf, dat God Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft voor zo’n verloren zoon en zo’n verloren dochter. Om vijanden met God te verzoenen in een weg van recht. En dan door het waarachtige geloof Christus te worden ingelijfd, zodat we God mogen leren kennen als een verzoend God en Vader. Dan mag het door genade worden gekend, door het waarachtige geloof in Christus, te mogen behoren tot deze kinderkens. God zegt in Christus: Ik zal u tot een Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn. (2 Kor.6:18) In Christus, om Zijnentwil, tot kinderen aangenomen. Maar buiten Christus is God een verterend vuur en een eeuwige gloed, bij Wie niemand wonen kan. En gemeente, deze God gaan wij ontmoeten! Als wij dan niet tot deze kinderkens behoren, als wij in het afgelopen jaar onder het Woord dezelfde zijn gebleven, als wij daardoor niet zijn wedergeboren, dan zeg ik u: Zou u zich dan niet haasten? Haast u, spoed u, sta niet stil! Deze oudejaarsavond brak voor ons nog aan. Bent u er zeker van dat u hier het volgend jaar weer zult zijn? Jongens en meisjes, zijn jullie er zeker van dat je de volgende oudejaarsavond zult beleven? Wanneer we zo lang onder de prediking van het Woord van vergeving in Christus’ Naam hebben verkeerd en dat Woord deed ons geen nut, vanwege ons ongeloof en onze onbekeerlijkheid, wat zal het dan zijn om God te ontmoeten? Dan te moeten zeggen: ‘Ik kon nog zalig worden, maar ik heb niet gewild.’ Vreselijk! We moeten vanavond maar niet zeggen: ‘Ja, er moet heel wat met een mens gebeuren’, want daarmee bent u niet klaar. Theodorus van der Groe zegt in een van zijn preken: ‘Het is niet genoeg dat men weet dat men bekeerd moet zijn. Het moet de bekering zélf zijn.’ Begrijpt u, we kunnen het vaak zo mooi beredeneren, maar het moet de bekering zelf zijn. De Heere roept u vanavond toe: ‘Waarom zoudt ge sterven en niet leven?’ Haast u om wedergeboren te worden door het Woord van God, zodat ook u ‘kinderkens’ genaamd kunt worden.
www.prekenweb.nl
3/9
Ds. J.S. van der Net – De boodschap van de laatste ure
Mag u door genade tot deze kinderkens behoren? Kijk dan vanavond eens hoeveel arbeid de Heere in het achterliggende jaar aan u ten koste heeft gelegd! Wat is nu de vrucht van deze arbeid? Dat u in uzelf steeds armer en ellendiger bent geworden vanwege de waarneming van ons ellendig bestaan, wie we zijn en blijven in onszelf? Heeft dat u er ook steeds toe gebracht om de toevlucht te nemen tot Christus, om door de Heilige Geest uit Zijn volheid bediend te worden? Als we tot de kinderkens behoren en we vanavond de rekening opmaken, dan denk ik dat we moeten zeggen: ‘Schuld, schuld en nog eens schuld. Wie ben ik voor de Heere geweest en wie had ik moeten zijn?’ Als we moeten sluiten met grote schuld in onszelf, dan mag ik u vanavond brengen de nooit oud wordende boodschap: Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden! Op deze oudejaarsavond verschijnt het licht van de Zon der gerechtigheid, Die in de kerstnacht is opgegaan tot kennis van de zaligheid, tot vergeving van de zonden naar het eeuwige welbehagen van God. Vanavond doet de Heere de Zijnen horen: Kinderkens… Zo teer, want de Vader Zelf heeft u lief. De troostvolle wetenschap ligt niet vast in onszelf, maar alleen in Christus, Die gisteren en heden Dezelfde is en in der eeuwigheid. Dit is de zaligheid in deze boodschap: De Heere zegt tot verloren adamskinderen: Kinderkens… In de tweede plaats zien we dat deze boodschap is tot ernstige waarschuwing. 2. Een boodschap van ernstige waarschuwing Johannes schrijft: Kinderkens, het is de laatste ure. Dat is een ernstige waarschuwing. Hij zegt als het ware: ‘Denk erom, het is nog maar een ogenblikje; lang duurt het niet meer!’ Het is al vele eeuwen geleden dat Johannes dit schreef. En nog is dat laatste uur niet vol geworden. Gods wereldklok heeft de laatste slagen nog niet doen horen. Het wereldonweer is nog niet losgebroken. Is het niet vreemd dat het laatste uur nog niet om is, dat het al zovele eeuwen duurt? Ja, het is vreemd wanneer wij meten met de beperkte tijdmaat waarmee wij aan deze zijde van het graf meten. Wij zien echter dat dit woord van Johannes te maken heeft met de afwerking van het wereldplan van God. De Heere is eeuwig! In de hemel is geen klok. Duizend jaren zijn bij de Heere als een dag en een dag als duizend jaren. Oppervlakkig bezien lijkt het of er in al die eeuwen niets is veranderd. Immers is elke dag de zon op- en ondergegaan! Zoveel eeuwen lang zijn er mensen geboren en weer gestorven. Vreugde en smart hebben elkaar afgewisseld. Rivieren stroomden naar de zee en de zee is nog niet vol. Het woord van de Prediker geldt nog steeds: Hetgeen dat er geweest is, hetzelve zal er zijn; en hetgeen dat er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden. (Pred.1:9) Als we het zo bekijken, lijkt het of er al die eeuwen niets is veranderd. En toch zijn we dichter bij het einde gekomen. De wijzer op de grote wereldklok van God beweegt zich! Al heeft die klok nog geen twaalf uur geslagen, de wijzer nadert langzaam maar zeker het einde van de geschiedenis. Ik weet niet of het laatste uur al voor de helft voorbij is. Ik weet ook niet of het al voor driekwart voorbij is, of dat ons nog maar enkele minuten resten. Hoe het ook zij, het einde nadert. We zijn er heel dicht bij! Veel dichterbij dan
www.prekenweb.nl
4/9
Ds. J.S. van der Net – De boodschap van de laatste ure
toen Johannes het opschreef, want er zijn vele eeuwen voorbijgegaan. Het laatste uur is bijna verstreken. Wij moeten rekenen met dat einde, gemeente. We moeten ons voorbereiden. Johannes brengt vanavond met grote nadruk de boodschap: Kinderkens, het is de laatste ure! Het is een boodschap van ernstige waarschuwing. Bereid u voor! Misschien resten ons nog maar enkele minuten. De boodschap vanavond is: Het is de laatste ure. Oudejaarsavond predikt ons dat wij daarheen vliegen. Wat lijkt het nog maar kort geleden dat we de vorige oudejaarsavond bij elkaar waren. Wat gaat het vlug. Waar zijn de dagen, de weken, de maanden gebleven? Het gaat voort als een schaduw op de weg. Wat is ons leven? Een jaar is zo voorbij! Eens komt de laatste ure van ons leven. Wie weet hoe spoedig. Zal het vrede zijn als die laatste ure van ons leven aanbreekt? Zal het goed zijn als Hij u zal onderzoeken? Jongens en meisjes, hoe is het bij jullie als het laatste uur van je leven aanbreekt? Wanneer de laatste ure van de wereldgeschiedenis is aangebroken, dan zal het door de crisis heengaan. In verband hiermee spreekt Johannes over de antichrist: Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt dat de antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen geworden; waaruit wij kennen dat het de laatste ure is. Die antichristelijke machten zijn er alle eeuwen geweest. Maar naarmate het laatste uur afloopt, waarover Johannes spreekt, wordt de tegenstelling tussen Christus en de antichrist steeds groter. Wat zie je dat in onze tijd duidelijk. Wat leven we in een tijd van grote afval. We hoeven niet ver te gaan om dit te zien. Kijk maar naar onze woonplaats: velen leven als heidenen, velen hebben gebroken met de Heere en Zijn dienst. Maar laten we ook op onszelf letten. Laten we niet teveel kijken naar die goddeloze mensen buiten ons, maar laten we kijken naar onszelf, naar onze gezinnen. Gemeente, hoe is ons leven? Hoe is het in onze gezinnen? Leven wij lauw? Ouders, praten wij nog wel over de waarachtige dienst van God? Al klinkt het maar heel eenvoudig: ‘Hebben jullie vandaag gehoord hoe in de kerk de dienst des Heeren werd aangeprezen, hoe er goed van de Heere werd gesproken en hoe gelukkig het volk van God is?’ Horen onze kinderen nog wel eens een kind van God praten? Je schrikt er wel eens van als je jongeren hoort zeggen: ‘We komen nooit kinderen van God tegen die spreken over de omgang met de Heere.’ Laat ons ermee tot onszelf inkeren. Wat is er een wereldgelijkvormigheid onder ons. Zijn wij er soms ook op uit met hoe weinig we toe kunnen om er toch nog bij te horen? Hebben we voor alle dingen tijd, behalve voor de dienst des Heeren? Hoe is ons leven? Bedenk toch: Het is de laatste ure. Gods Woord zegt ons dat het gericht nadert door een weg van bloed en tranen. Staat u nu nog buiten? Horen wij, jong en oud, nog niet bij die kinderkens? Al is het de laatste ure, gemeente, het is toch nog een ure van genade. Al is het laat, het is nog niet té laat. Laat de goede voornemens maar varen, want daar komt geen steek van terecht, maar smeek de Heere om waarachtige vernieuwing door de Heilige Geest. Laat dat op onze harten wegen! We moeten bekeerd worden! Stel het toch niet uit. Er staat nergens in de Bijbel: Morgen… Maar er staat altijd: Heden! Heden, zo gij Mijn stem hoort… Dat is het heden van Gods genade. Het wordt u op deze laatste avond van het jaar, misschien wel de laatste keer van uw leven, geboodschapt.
www.prekenweb.nl
5/9
Ds. J.S. van der Net – De boodschap van de laatste ure
Ik hoop dat er vanavond in de kerk zitten die moeten zeggen: ‘Het is aan mijn kant alles tekort, ik ben vanavond met een ontzaglijke schuld naar de kerk gekomen, ik moet mijn ontrouw bewenen, mijn tekort aan heiligheid, alles waarin ik zo tekort ben geschoten.’ Misschien bent u er wel moedeloos onder dat er zoveel zonde in u is. Ik mag u vanavond wijzen op deze Christus, waarvan Johannes ook zegt: Kinderkens, (…) indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige. En Hij is een Verzoening voor onze zonden. (1 Joh.2:1-2) Misschien zegt iemand: ‘Ik durf niet, omdat ik zo zondig ben.’ Luister dan, je kunt dan jezelf wel tegenvallen, maar je valt de Heere nooit tegen. Want Hij weet wat van Zijn maaksel is te wachten. Hij heeft de Zijnen genomen zoals ze zijn. Kinderen des Heeren, dan vallen we de Heere nooit tegen! Mochten we het verbond weer eens vernieuwen op deze oudejaarsavond en jagen naar de heiligmaking, zonder welke niemand de Heere zien zal. Gemeente, een boodschap van ernstige waarschuwing. Maar letten we in de derde plaats ook op een boodschap van rijke troost. Maar zingen we eerst Psalm 97 vers 2 en 3: Een vuurgloed gaat Hem voor, De ganse hemel door, En blaakt aan alle zijden Hen, die Zijn macht bestrijden. Zijn felle bliksemschicht Snelt door al ’t zwerk; verlicht De ganse wereldkloot; Het aardrijk ziet zijn nood, En ijst, en beeft, en zwicht. ’t Gebergte smelt als was, En wordt geheel tot as Voor ’t aangezicht des HEEREN, Wien al wat leeft, moet eren; ’t Verbaasde hemelrond Meldt in die nare stond Zijn billijkheid en macht; De volken zien Zijn kracht Op ’s aardrijks ruime grond. 3. Een boodschap van rijke troost Kinderkens, het is de laatste ure. Dat betekent dat er toch een eind aan komt. En als die laatste ure is afgelopen, dan breekt de dag aan waarop het nooit meer avond zal worden. De Heere haast Zich naar het einde. Die laatste ure moge lang duren, maar het is niet een altijddurende ure. Er komt een einde aan. De eerste christengemeenten leefden in een sterke wederkomstverwachting. De brieven staan er vol van. Er leefde een sterke verwachting van Christus’ komst in heerlijkheid. Die toekomstverwachting leefde ook in het hart van Johannes, als hij hier zegt: Kinderkens, www.prekenweb.nl
6/9
Ds. J.S. van der Net – De boodschap van de laatste ure
het is de laatste ure. Dat is te begrijpen, want waar het leven der genade in beoefening is, daar is ook een uitzien, een verwachting, een heimwee naar de gemeenschap met de Heere. Het is toch in het dagelijks leven niet anders? Ziet een bruid niet uit naar de dag van de voltrekking van het huwelijk, om altijd bij de bruidegom te zijn? De verlovingstijd kan vol van beloften zijn, maar we moeten steeds weer afscheid nemen. Pas als het huwelijk wordt voltrokken zijn we samen. Zo is het ook met de bruid van de Heere Jezus. Ze zal uitzien naar het volmaakte. Ze zal er naar uitzien dat ze niet alleen mag schuilen bij Christus, maar voor eeuwig bij Hem mag wonen, zonder ooit nog van Hem te scheiden. Als het goed is zal de bruid verlangen om voor altijd bij de Bruidegom te zijn. Dan zal Christus tot Zijn volle glorie komen. Dan wordt Hij niet langer gesmaad en onteerd. De bruid verlangt naar de komst van Christus en ze roept: ‘Kom, Heere Jezus, ja kom haastiglijk!’ Dan zullen de zonden nooit meer scheiding maken en er zal geen leed meer zijn. Er zullen geen tranen meer vloeien. Er zal eeuwige blijdschap op hun hoofden zijn, maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden. Juist in bange tijden kan de verwachting zo levend zijn. Dat zien we hier ook bij Johannes, want hij leefde in een moeilijke tijd. Een tijd van vervolging door keizer Nero. Als Johannes ziet op de nood van zijn tijd, dan hijgt hij naar de komst van de Heere Jezus, naar de volkomen glorie van zijn Bruidegom, opdat Hij nooit meer gesmaad zal worden. In deze woorden van Johannes klinkt het diepe heimwee door. Kinderkens, het is de laatste ure. ‘Nog even geduld, nog even, dan komt de dag van het huwelijk. Dan zullen we voor eeuwig bij de Bruidegom mogen zijn!’ Dit is niet het woord van een oude, afgeleefde man die het leven moe is, of van iemand die depressief is. Dit is het woord van een man die vol van hoop en blijdschap is. Het woord van een pelgrim, die de eeuwige jeugd tegemoet mag reizen, die juichend mag uitroepen: Kinderkens, het is de laatste ure! Nog even, dan ben ik thuis. Het laatste uur is niet aan de antichrist, hoe driest die ook tekeer gaat. Het laatste woord is aan Christus, van Wie ook het eerste woord is. Hij is de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. Naar die komst ziet Zijn gemeente uit. Gods kinderen zien uit naar de tijd dat zij Hem nooit meer zullen onteren door gebrek aan liefde. Kinderen des Heeren, dat is de toekomst waarnaar we mogen verlangen, de boodschap van troost. Als Hij komt op de wolken des hemels, dan zullen we mogen zeggen: ‘Heere Jezus, wij hebben U verwacht. Nu zult U ons voor eeuwig blij maken.’ Gemeente, de boodschap van de laatste ure is een boodschap van grote zaligheid. Want verloren adamskinderen mogen kinderen van God genaamd worden door wedergeboorte door het Woord van God. Het is ook een boodschap van ernstige waarschuwing: Het is de laatste ure. Houd er rekening mee, jong en oud, wees bereid! Maar het is ook boodschap van rijke troost: Het is de laatste ure. Want dan komt de Bruidegom, volk des Heeren. Eeuwig bij Hem te zijn, zonder zonde; de dag van het huwelijk. Wat wordt er weinig gesproken van deze toekomst en er wordt veel te weinig bij geleefd. Wat is er een somberheid en een doemdenken. Maar als je tot die kinderkens behoort, dan is er wel toekomst. Ook op deze oudejaarsavond zeg ik dat tegen onze jongens en meisjes: je kunt je hart aan de wereld geven, weinig geïnteresseerd zijn, maar www.prekenweb.nl
7/9
Ds. J.S. van der Net – De boodschap van de laatste ure
ook deze laatste keer van dit jaar verzeker ik jullie dat er zoveel te krijgen is bij de Heere. Bij Hem is een eeuwige toekomst. Zoek er deel aan te krijgen, want het kan ook voor jullie. De Heere wil nog door Zijn Woord mensen bekeren en tot Zijn kinderkens aannemen. Het is het grootste geluk in je leven als je weet: ‘Ik ben Zijn kind om Christus’ wil.’ Zoek het, gemeente, want als u niet tot Zijn kinderkens behoort, ga dan zo het jaar niet uit. Maar ga deze oudejaarsavond op de knieën en smeek: ‘Heere, maak me net zo gelukkig als Uw oprechte volk. Bekeer me, dan zal ik bekeerd zijn.’ Zoek de Heere, terwijl Hij te vinden is. Het kan nog. Het is het heden der genade. Haast u, spoed u, sta niet stil! De Heere heeft het beloofd, het is niet mijn woord, maar Gods Woord: Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. (Joh.6:37) Op Uw noodgeschrei doe Ik grote wonderen. Voor kinderkens is er toekomst. Een troostvolle boodschap: Het is de laatste ure. Er kan angst en beven zijn, kinderen des Heeren, we kunnen er tegenop zien. Sterven kan zoveel vrees inboezemen. Duizend zorgen, duizend doden kwellen mijn angstvallig hart. En toch, als het geloof op Hem mag zien, zoals Johannes hier ook mag zien, dan zeg ik: ‘De Heere is mij een Helper en ik zal niet vrezen. Ik weet dat God met mij is. Met Hem kan ik het oude jaar uit en het nieuwe jaar in. Met die God kan ik overal zijn, in vreugde en droefheid. Met Hem kan ik leven en durf ik ook te sterven. Met Hem kan ik in de laatste ure zijn. Aan het einde van de weg wacht mij geen vreemde, want daar zal Jezus zijn, Die Mij heeft liefgehad en Die Zich voor mij heeft overgegeven. Deze Jezus is in de laatste ure mijn Licht, mijn Heil, de Stok en Staf van mijn vertroosting. Op de grote oudejaarsavond van het gericht, dan is Hij mijn God, mijn Borg, voor Wie ik zonder verschrikken mag verschijnen om met allen die Zijn verschijning hebben liefgehad te delen in eeuwige heerlijkheid.’ Ga deze avond niet naar bed zonder de Heere gezocht te hebben. Ga met Hem het oude jaar uit en het nieuwe jaar in. Kom morgen weer naar de kerk om met Hem het nieuwe jaar in te gaan. Ik wens u een gezegende jaarwisseling toe en een ontwaken in Hem Die ook voor het nieuwe jaar heeft beloofd: De Bewaarder Israëls zal niet sluimeren, noch slapen. (Ps.121:4) Jong en oud, het einde van deze laatste Woordbediening in dit vervlogen jaar moge zijn, dat wij samen in stille eerbied onze knieën buigen en belijden: De Koning nu der eeuwen, de onverderfelijke, de onzienlijke, de alleen wijze God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. (1 Tim.1:17) Kinderkens, het is de laatste ure. Amen.
Slotzang: Psalm 90:2 Uw oppermacht, die wij ootmoedig eren, Kan door een wenk de mens zijn broosheid leren; Uw wenk alleen, al schijnt ons niets te deren, www.prekenweb.nl
8/9
Ds. J.S. van der Net – De boodschap van de laatste ure
Verbrijzelt ons, doet ons tot aarde keren; Want in Uw oog zijn duizend jaren, HEER’, Een enk’le dag, een nachtwaak, en niets meer.
Deze preek is eerder gepubliceerd in de prekenserie ‘Een zaaier ging uit…’ (deel 4)
www.prekenweb.nl
9/9