DBO 19 Zondag 10 mei 2015 Het boek Spreuken Schrijver In Spreuken 1:1 lees je dat dit boek geschreven is door koning Salomo. In 1 Koningen 5:11-‐14 staat: ‘Salomo was wijzer dan alle andere mensen, zijn roem drong door tot alle omringende volken. Hij dichtte drieduizend spreuken en duizendenvijf liederen, over allerlei soorten planten, van de ceder op de Libanon tot de majoraan die uit de muur groeit, en over de lopende dieren, de vogels, de kruipende dieren en de vissen. Uit alle omringende landen kwamen mensen om naar Salomo’s wijsheid te luisteren, afgezanten van de koningen die over zijn wijsheid hadden gehoord.’ In het boek lees je ook dat er spreuken zijn opgenomen van andere wijzen, zelfs van buiten Israël (zie bijvoorbeeld 30:1-‐14 en 31:1-‐9). Waarschijnlijk heeft het dan ook heel lang geduurd, voordat het boek Spreuken eruitzag zoals wij het nu kennen. In de tweede eeuw vóór Christus was het boek in ieder geval helemaal af. Inhoud Wijsheidsliteratuur Het boek Spreuken behoort tot de wijsheidsliteratuur. Er zijn meer boeken in de Bijbel die van dat genre zijn: Prediker en Job, sommige Psalmen (denk aan Psalm 1, 15, 24 en 34) en sommige gedeelten in de profetenboeken (denk aan Jesaja 3:10-‐11 en Amos 5:8-‐13). Waar draait het om in dit boek van Salomo? Ik lees het begin voor: Deze spreuken bieden wijsheid en zijn een leidraad in het leven, verdiepen het inzicht en bevatten wijze lessen over recht, rechtvaardigheid en eerlijkheid. Ze vormen het ongeoefende verstand en geven de jeugd kennis en bezonnenheid. Laat wie wijs is goed naar deze spreuken luisteren en nog wijzer worden. Laat wie verstandig is meer en meer de vaardigheid verwerven deze spreuken en diepzinnigheden te begrijpen, deze woorden en scherpzinnigheden van de wijzen te doorgronden’ (1:2-‐6). Het gaat in het Spreukenboek om het overdragen van wijsheid. Het Spreukenboek is geen receptenboek. Ook geen wetboek. Je kunt het Spreukenboek niet gebruiken als een soort handboek, waarin alle denkbare situaties beschreven staan. Wijsheid is trouwens nooit een kwestie van alleen maar regeltjes volgen. Spreuken laat echter wel degelijk zien dat bepaalde dingen goed zijn en andere dingen slecht.
1
Het boek Spreuken leert dat God de mens zowel goddelijke wijsheid geeft als menselijke wijsheid, oftewel gezond verstand. Mensen moeten beide in hun dagelijks leven gebruiken. Eeuwenoude, nuttige spreekwoorden en gezegden zijn in dit boek opgenomen. Wijsheid is een belangrijk item, kennis en bezonnenheid ook, staat in vers 4. De oudere draagt het over en leert het aan de jongere. Een ‘vader’ aan ‘zijn zoon’. Een leraar aan zijn leerling. Een koning aan zijn onderdanen. Als je Spreuken doorleest, kom je erachter wat de mensen in het oude Israël als wijsheid beschouwden. De kern van de wijsheid is het dienen van God. Ontzag hebben voor God, daar draait het om. De basis van alle kennis is het ‘ontzag voor de HERE’ (hoofdstuk 1:7). Menselijke wijsheid is goed en noodzakelijk, maar hoe bekwaam iemand ook is, zonder nederigheid en bereidwilligheid om van God te leren, zal hij onvermijdelijk de verkeerde weg inslaan. Ook laat Spreuken zien dat alle aspecten van het menselijk leven aan God toegewijd kunnen zijn. God heeft gezorgd voor alles wat noodzakelijk is om zo goed mogelijk te leven. Nog een praktische tip: Veel spreuken in het boek bestaan uit twee tegengestelde delen. In het eerste deel lees je bijvoorbeeld iets dat wijs of goed is en in het tweede iets dat dwaas of slecht is. Twee leuke voorbeelden staan in 12:16 en 17. Indeling Je kunt het boek in drieën delen. 1. Hoofdstuk 1-‐9 bevat raadgevingen van een ‘ouder’ aan een ‘zoon’. Het is niet zeker of het daar ook echt gaat om ouders en kinderen. Het kan ook gaan om de relatie tussen een leermeester en een leerling. In de eerste negen hoofdstukken wordt veel geschreven over de tegenstelling tussen wijsheid en dwaasheid. Dit wordt voorgesteld als twee vrouwen met wie je in het dagelijkse leven te maken hebt. 2. Het tweede deel ‒ hoofdstuk 10-‐29 ‒ bevat korte, losse spreuken over allerlei onderwerpen. Er worden veel verschillende thema’s behandeld in Spreuken. Een aantal voorbeelden zijn: gehoorzaamheid aan de ouders, de waarde van vriendschap, het belang van goed gezelschap, eerlijkheid, waarschuwing tegen luiheid, dronkenschap en trots.
2
3. Het laatste deel ‒ hoofdstuk 30-‐31 ‒ bestaat weer uit wat grotere stukken. Je vindt er bijvoorbeeld een loflied op de sterke vrouw. Leeswijzer: Ik had het er al over dat de spreuken in het boek Spreuken uit twee versdelen bestaan. Ik wil dat voor u wat nader uitwerken. Als je dat taalverschijnsel kent, zal het u ook helpen bij het lezen van andere boeken uit de Bijbel, zoals Psalmen en Prediker. Ik zal u deze avond ook eens kennis laten maken met de Bijbel in de gewone taal, die vorig jaar is uitgekomen. Ik denk dat de boodschap van het boek Spreuken dan nog dichterbij komt. Ik geef u een aantal voorbeelden: Beide regels zeggen hetzelfde, maar elk met andere woorden: Wie van ruzie houdt, doet een ander graag geweld aan, wie een grote mond opzet, zoekt zijn eigen ondergang. Spreuken 17:19 De conclusie lijkt me niet moeilijk. De tweede regel brengt dezelfde boodschap, maar dan met andere woorden. Nog één uit dat hoofdstuk: Een verstandig mens is karig met zijn woorden, iemand met inzicht is bezonnen. Spreuken 17:27 Maar het kan ook anders. Er kan juist een tegenstelling gemaakt worden om het een en ander te verduidelijk. Beide regels verduidelijken elkaar door een tegenstelling: Een vrolijk hart bevordert een goede gezondheid, een sombere geest verzwakt het lichaam. Spreuken 17:22 Luie handen maken arm, ijverige handen brengen rijkdom. Spreuken 10:4
3
Nog een andere aanpak: De tweede regel vult de eerste aan. Blijf uit de buurt van een dwaas, er komt geen verstandig woord over zijn lippen. Spreuken 14:7 Wie doldriftig is, zal moeten boeten, als je hem zijn woede toestaat, neemt die enkel toe. Spreuken 19:19 En dan de laatste aanpak: Een van beide regels bevat een vergelijking Schoonheid bij een vrouw zonder verstand is een gouden ring in de snuit van een varken. Spreuken 11:22 Als azijn voor de tanden, als rook voor de ogen, zo is een luiaard voor zijn meester. Spreuken 10:26 Krasse taal! Het zal u wellicht opvallen dat de Spreuken vaak zeer krasse taal gebruiken. Zo kras dat wij het zelf misschien een beetje zouden verzachten. We zouden erbij zeggen: ‘om zo te zeggen’, ‘bij wijze van spreken’ of ‘daar valt wel meer over te zeggen’. Ik zal u weer een paar voorbeelden geven: ‘De HEER laat een rechtvaardige geen honger lijden’ (Spreuken 10:3). Is dat altijd waar? Nog één die nog duidelijker is: ‘De rechtvaardige wordt niet door onheil getroffen, goddelozen worden bedolven onder ellende’. En wat te denken van wat David zegt in Psalm 34: ‘De rechtvaardige heeft veel ellende, maar uit dat alles redt de HEERE hem’ (vers 20). Natuurlijk vergeet ik de tweede helft niet, maar daarom blijft het eerste ook waar. De spreuken zijn geen algemene waarheden. Daarom moeten we wel voorzichtig zijn en onthouden dat er ook uitzonderingen zijn op die regels. Dat doen we in de opvoeding ook. De spreuken zijn als spreekwoorden. Ik denk aan het spreekwoord: Oost west, thuis best. Je hoort daar soms terecht een grapje bij. Oost west, maar thuis is het ook niet alles. De spreuken vullen elkaar soms zelf aan. Of corrigeren elkaar. Ik geef maar weer een voorbeeld: ‘Als je hard werkt, heb je daar voordeel van, maar als je alleen maar praat, blijf je arm’ (14:23). Maar hetzelfde Spreukenboek zegt ook: ‘Van hard werken alleen word je niet rijk, je hebt de zegen van de Heer nodig’ (10:22).
4
Waar we altijd voor moeten uitkijken, is dat we de Bijbel klakkeloos toepassen. Als dat gedaan wordt, heeft het de geur van bijbelgetrouw zijn, maar dat is lang niet altijd waar. Ik zal u een gevoelig voorbeeld geven. Ik ben vroeger bij mensen thuis heel vaak de volgende tekst tegengekomen: ‘Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken’ (3:6). Maar wees voorzichtig met de toepassing ervan. Een man als de profeet Jeremia kwam in een put terecht, en maakte de verwoesting van Jeruzalem mee. De Here Jezus heeft Zijn discipelen geleerd: ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen’ (Johannes 16:33). Bijbellezen is misschien wel een van de moeilijkste dingen. Wat zegt Gods Woord? Zijn er verschillen tussen spreuken en beloften? Is een psalm altijd toepasbaar? Welke dingen zijn duidelijk gebonden aan de ontstaansperiode? Daarom is een rubriek als De Bijbel Open zo belangrijk. We gaan samen op zoek naar een weg. We bidden om de leiding van de Heilige Geest. Dat is altijd nodig. Zeker ook bij een boek dat zo gemakkelijk oogt als de Spreuken van Salomo.
5