Datum Status
April 2014 Definitief
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Inhoud
Inhoud .................................................................................................................... 2 Inhoud handreiking en leeswijzer ......................................................... 4 1
2
3
Algemeen ....................................................................................................... 6 1.1
Verplicht gebruik en autorisatie van gebruikers ........................ 6
1.2
De terugmeldplicht ................................................................................ 6
Gerede twijfel ............................................................................................. 8 2.1
Van twijfel tot gerede twijfel ............................................................. 8
2.2
Hoe komt een gebruiker aan zijn BRP-gegevens ...................... 9
Uitgangspunten ....................................................................................... 11 3.1
Alleen verplicht terugmelden op authentieke gegevens ....... 11
3.2
Terugmelding op historie niet mogelijk....................................... 11
3.3 De burger moet voor zaken over de inhoud van diens BRPgegevens bij de bronhouder zijn .............................................................. 11 3.4 Terugverwijzen van de burger én terugmelden ....................... 12 3.4.2 Burger heeft (g)een belang bij een juiste registratie in de BRP 12 3.4.3 Terugmelden in het belang van de burger ......................... 12 3.5
Terugmelden op onvolledigheid ..................................................... 13
3.6 Terugmelding conform betekenis BRP-gegeven ...................... 13 3.6.1 Betekenis BRP-gegevens ........................................................... 13 3.6.2 Betekenis vergelijkbare gegevens gebruiker ..................... 14
4
3.7
Terugmelding en foutcorrectie ....................................................... 14
3.8
Terugmelden BRP versus BSN-foutenmeldpunt....................... 14
Gerede twijfel over de verblijfplaats .......................................... 16 4.1
Algemeen ................................................................................................ 16
4.2
Verschil tussen BRP-adres en feitelijk verblijfplaats .............. 16
4.3
Verschillen met de BAG ..................................................................... 16
4.4
Definities van het begrip Verblijfplaats ....................................... 17
4.5
Gebruik verblijfplaatsgegevens door gebruikers ..................... 17
4.6 Afwijkend adresgebruik gebruikers ook interessant voor bijhoudingsgemeente.................................................................................... 18 4.7
Afwijkende immigratie- en emigratiedatum .............................. 18 Pagina 2 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Bijlage 1: Halers en brengers ................................................................. 19 Bijlage 2: Tabel generieke uitspraken over gerede twijfel op gegevensniveau .............................................................................................. 21 Bijlage 3: Specifieke uitspraken op gegevensniveau per taak. ....................................................................................................................... 43
Pagina 3 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Inhoud handreiking en leeswijzer
De kwaliteit van de gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en gebruikers. Sinds de invoering van de terugmeldplicht, rust op overheidsorganisaties de verplichting om gerede twijfel over de juistheid van een gegeven in de BRP te melden bij de bronhouder, de bijhoudingsgemeente. Daarmee faciliteert een gebruiker het zelfreinigend vermogen van het BRP-stelsel. Daarvoor is het van belang dat een gebruiker weet welke situaties van twijfel ook daadwerkelijk leiden tot gerede twijfel en welke gegevens dus teruggemeld moeten worden. Deze Handreiking beoogt ondersteuning te bieden aan gebruikers bij de beoordeling of sprake is van gerede twijfel over een gegeven uit de BRP en aan de bijhoudingsgemeente die een binnenkomende terugmelding moet beoordelen. Per taak of cluster van taken wordt per categorie van BRP-gegevens ingegaan op de betekenis van de categorie voor het proces dat de gebruiker uitvoert. Indien relevant worden individuele gegevens uitgelicht en nader toegelicht. Niet alle gegevens uit de BRP zijn voor wat betreft de interpretatie van gerede twijfel contextgevoelig. Voorafgaand aan de verdieping per taak, komen de gegevens aan de orde waarover meer algemene uitspraken kunnen worden gedaan. Daarnaast komen een aantal uitgangspunten aan de orde zoals het onderscheid tussen authentieke en niet-authentieke gegevens en wordt een wegingskader geboden met indicatoren die helpen bij de vaststelling of er sprake is van gerede twijfel. Hoewel het onderwerp van deze Handreiking met name de inhoudelijke kant van het terugmelden betreft, beoogt deze ook bij te dragen aan een wederzijds begrip tussen de gemeenten en gebruikers van elkaars taken. Beide hebben immers belang bij een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau van de gegevens in de BRP en kunnen dit slechts bereiken door een goede samenwerking. Zo is Amsterdam bijvoorbeeld met de deurwaarders overeengekomen dat zij een deugdelijke onderbouwing van gerede twijfel meeleveren bij de terugmelding en daarvoor gebruik maken van een door de gemeente opgesteld format.
Pagina 4 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Handreiking is nog geen Handleiding De grote diversiteit aan gebruikersprocessen en de invloed van de context van een proces op de beoordeling van gerede twijfel, maken het onmogelijk om één uniforme Handleiding op te stellen. Het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) heeft er daarom voor gekozen een Handreiking te publiceren. De Handreiking is de basis voor een door gebruikers volledig op het eigen proces af te stemmen Handleiding. Gebruikers die meerdere taken uitvoeren kunnen desgewenst bijlage 3 uitbreiden door meer taken uit te schrijven. Dat geldt in het bijzonder voor gemeentelijke gebruikers. Gemeenten voeren namelijk tal van publiekrechtelijke taken uit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een pensioenfonds wiens publieke taak zich beperkt tot de uitvoering van pensioenwetgeving. In verband met kennisdeling zou het Agentschap BPR van gebruikers graag de door hen opgestelde handleiding ontvangen op het mailadres
[email protected].
Leeswijzer De Handreiking start in hoofdstuk 1 met een schets van de achtergronden van het begrip gerede twijfel in het uitwisselingsproces van BRP-gegevens tussen gemeenten en gebruikers. Het volgende hoofdstuk is meer theoretisch van aard en richt zich op de definiëring van het begrip, waarbij tevens wordt uitgelegd dat de wijze waarop een gebruiker aan zijn gegevens komt, mede bepalend is voor het onderkennen van gerede twijfel. In het derde hoofdstuk komen een aantal uitgangspunten aan de orde die voor een gebruiker van belang zijn bij het afwegingsproces om al dan niet uit te komen op terugmelden. Een uitgangspunt is bijvoorbeeld dat de Handreiking de verplichting tot terugmelden van authentieke gegevens betreft, terwijl gemeenten en gebruikers ook kunnen afspreken op niet-authentiek terug te melden. In hoofdstuk 4 bijzondere aandacht voor de gerede twijfel bij terugmelding met betrekking tot de verblijfplaats, juist omdat op de gegevens over verblijf en adres het meest wordt teruggemeld. Bijlage 1 onderkent handelwijzen van de burger jegens registratie in de BRP in relatie tot diens belangen om al dan niet met de juiste gegevens geregistreerd te zijn. De tabellen 2 en 3 in de daaropvolgende bijlagen doen generieke en meer specifieke uitspraken over gerede twijfel op niveau van de gegevensrubrieken in de BRP.
Pagina 5 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
1
Algemeen
1.1
Verplicht gebruik en autorisatie van gebruikers Wanneer overheidsorganisaties persoonsgegevens gebruiken bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken, moeten zij daarvoor een basisset aan authentieke gegevens uit de BRP betrekken . Overheidsorganisaties die gegevens uit de BRP gebruiken, de gebruikers, zijn of worden daartoe geautoriseerd door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In de praktijk voert het Agentschap BPR de autorisatietaak uit voor de landelijke gebruikers. De regeling van het gegevensgebruik binnen de gemeente over de eigen inwoners is overgelaten aan het gemeentebestuur. Gemeenten voeren tal van publiekrechtelijke taken uit, zoals handhaving van de leerplicht, heffing van gemeentelijke belastingen, inkomensondersteuning, woonruimteverdeling, zorgverlening en verlening en handhaving van de omgevingsvergunning, et cetera. De verstrekking van gegevens over de eigen inwoners van de bijhoudingsgemeente vindt plaats op een wijze beschreven bij of krachtens gemeentelijke verordening (artikel 3.8 en 3.9 van de wet). Als voor de uitvoering van een taak persoonsgegevens nodig zijn over inwoners van andere gemeenten is een autorisatiebesluit nodig van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De gemeentelijke verordening zowel als het autorisatiebesluit geven aan: a) op welke publiekrechtelijke taak het gebruik van de persoonsgegevens uit de BRP betrekking heeft; b) op welke wijze de verstrekking van persoonsgegevens uit de BRP plaatsvindt; c) welke gegevensset de BRP voor een specifieke taak levert.
1.2
De terugmeldplicht De overheidsorganisaties die bij de taakvoering gegevens uit de BRP gebruiken (zowel gebruikers binnen een gemeente als daarbuiten) moeten er vanuit kunnen gaan dat de gegevens die zij vanuit de BRP geleverd krijgen correct zijn. Een ontvanger van gegevens uit de BRP die ‘gerede twijfel’ heeft over de juistheid van een gegeven, is gerechtigd om dat gegeven niet te gebruiken, maar moet de bijhoudingsgemeente diens twijfel melden. Dat laatste is de zogenaamde terugmelding. Figuur 1 illustreert het terugmeldproces dat start met de vaststelling of sprake is van gerede twijfel. De wettelijke verplichting tot terugmelden betreft de authentieke gegevens, maar het is ook mogelijk om terug te melden op andere BRP-gegevens. Zie hierover paragraaf 3.1.
Pagina 6 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Gerede Twijfel? Gerede twijfel?
Nee
Geen terugmelding
Nee
Geen terugmeldplicht
Nee
Geen terugmelding burger aan zet
Ja Authentiek gegeven? Ja Eigen const atering?
Tenzij
Ja Terugmelding
Ja
1. geen uitstel mogelijk (spoed) 2. geen belang burger (fraude?) 3. geen verwijt burger (kastje-muur)
Figuur 1
Alhoewel de wetgever dit niet uitputtend heeft geregeld is het zeer wenselijk dat de gebruiker de reden opgeeft waarop de twijfel is gebaseerd. Terugmelden door een binnengemeentelijke gebruiker aan de bijhoudingsgemeente kan met behulp van een door de gemeente ontwikkelde voorziening of met de door het rijk beschikbaar gestelde terugmeldvoorziening, de TMV. Terugmelden aan de BRP is voor een binnengemeentelijke gebruiker slechts mogelijk met de TMV, dezelfde voorziening waarmee ook andere gebruikers kunnen terugmelden. De bijhoudingsgemeente beslist binnen de wettelijk vastgestelde termijn van vijf werkdagen of de inhoud van de melding reden geeft een onderzoek in te stellen naar de juistheid van de gegevens. De bijhoudingsgemeente plaatst in dat geval bij het betwijfelde gegeven de mededeling ‘in onderzoek’. Gedurende de onderzoekstermijn is de gebruiker gerechtigd om van de BRP afwijkende gegevens te gebruiken. Het resultaat van het onderzoek ziet de gebruiker niet via de terugmeldvoorziening terug maar via het reguliere berichtenverkeer in een BRP-bericht van de bijhoudingsgemeente via de GBA-V. Dat bericht kan inhouden een nieuwe waarde voor het gegeven dat is teruggemeld. Wanneer onderzoek er in resulteert dat de oorspronkelijke inhoud van het gegeven niet wijzigt, houdt het bericht in dat de mededeling ‘in onderzoek’ bij het gegeven is verwijderd. Een vastgestelde proces- en procedurebeschrijving voor de terugmelding was een voorwaarde om te mogen aansluiten op de landelijke terugmeldvoorziening. De procesbeschrijving geeft aan wat een gebruiker moet doen om terug te melden, de procedurebeschrijving legt uit hoe dat moet. De procedurebeschrijving bevat geen uiteenzetting van de inhoud van het begrip gerede twijfel. Hierdoor hebben gebruikers geen handvatten om te beoordelen of er daadwerkelijk sprake is van gerede twijfel. De Handreiking gerede twijfel beoogt hierin te voorzien.
Pagina 7 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
2
Gerede twijfel
2.1
Van twijfel tot gerede twijfel Het is lastig om voor alle gevallen aan te geven wanneer twijfel aan de juistheid van een gegeven ‘gerede twijfel’ is. Dit hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval. Hieronder zullen wij met voorbeelden een en ander proberen te verduidelijken. Algemeen kan gesteld worden dat om te spreken van gerede twijfel, voldaan moet zijn aan de volgende voorwaarden: er moet sprake zijn van een sterk vermoeden bij de gebruiker dat een authentiek gegeven onjuist is én dat vermoeden moet gefundeerd, c.q. ergens op gebaseerd zijn. Een voorbeeld is de omschrijving als onbestelbaar retour ontvangen post. Onbestelbaar retour ontvangen post kan een signaal inhouden, dat na verificatie in de BRP, tot gerede twijfel leidt. Of de twijfel die bij retour ontvangen post ontstaat ook ‘gerede twijfel’ is en dus tot terugmelding leidt, is mede afhankelijk van de publieke taak die de gebruiker uitvoert. Hieronder twee voorbeelden die dit verduidelijken. Van de jaarlijkse belastingaanslagen die de gemeente uitdoet, komt altijd een bepaald percentage terug met mededelingen als ‘woont hier niet’ of ‘persoon onbekend’. Bij controle in de BRP blijkt vaak dat de geadresseerde toch is ingeschreven op het adres waar de aanslag naar toe is gestuurd. Opnieuw, maar dan aangetekend verzenden, lost in veel gevallen het probleem op. Een dergelijke handelwijze ligt minder voor de hand, wanneer een per post naar het adres van een aanvrager verzonden vergunning terugkomt met de mededeling ‘woont hier niet’. De aanvrager heeft immers belang bij de verkrijging van een vergunning. Als in dat geval na controle in de BRP blijkt, dat de aanvrager nog op het adres staat ingeschreven dat is opgegeven bij de aanvraag, heeft aangetekend verzenden weinig zin. In dat geval is het noodzakelijk onderzoek in te stellen naar de verblijfplaats van de aanvrager. De voorbeelden maken duidelijk dat bij de vaststelling van gerede twijfel verschillende omstandigheden een rol spelen. Onder andere: wie stelt de gerede twijfel vast? Is dat een medewerker die op basis van eigen waarneming een verschil constateert tussen de administratie en de feitelijke werkelijkheid of een buitendienstmedewerker die constateert dat een woning leegstaat, terwijl op het adres van de woning nog personen staan ingeschreven in de BRP? op basis waarvan ontstaat de twijfel? Is dat bijvoorbeeld doordat een verschil wordt geconstateerd tussen de BRP en de administratie van de gebruiker of is er een feitelijk verschil vastgesteld? is er alleen twijfel of ook aannemelijk “bewijs” (gegronde reden) dat de afwijkende eigen waarneming beter is?
Pagina 8 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Strikt genomen is twijfel alleen aan de juistheid van een gegeven niet genoeg. Er moet sprake zijn van gerede twijfel en in de terugmelding moet de gebruiker zowel het betwijfelde authentieke gegeven als wel de grondslag (de onderbouwde reden van twijfel) meegeven. Dat laat onverlet dat als er twijfel is, waarvoor de grondslag niet deugdelijk kan worden vastgesteld, de gebruiker toch moet terugmelden.
2.2
Hoe komt een gebruiker aan zijn gegevens uit de BRP Voor de beoordeling van gerede twijfel is mede van belang hoe en op welk moment de gebruiker de gegevens uit de BRP in zijn proces verwerkt. Het scheelt namelijk of dat gebeurt bij een eerste contact tussen gebruiker en een burger of dat de gebruiker in een latere fase gegevens uit de BRP ontvangt. Bij een eerste contact met een gebruiker op initiatief van de burger Het initiatief tot contact tussen overheid en burger kan zowel afkomstig zijn van de overheid als van de burger zelf. Een burger die behoefte heeft aan een zorgvoorziening of een uitkering, vervoegt zich bij de gebruiker die deze taken uitvoert en identificeert zich. De gebruiker verifieert de identiteit en vraagt gegevens uit de BRP op bij de bijhoudingsgemeente. De bijhoudingsgemeente levert en de gebruiker neemt de voor deze taak benodigde set aan gegevens uit de BRP over in zijn administratie. Het identificatieproces tijdens het eerste contact en de verzameling van overige benodigde gegevens uit de BRP, kunnen direct al leiden tot een verschil tussen wat de burger opgeeft en de geleverde gegevens uit de BRP. Dit leidt doorgaans tot het doorsturen van de burger naar de bijhoudingsgemeente en in veel gevallen tot een terugmelding. Zie hiervoor onder paragraaf 3.3 Spontane mutaties van gegevens uit de BRP na het eerste contact Wanneer de uitvoering van de taak van de gebruiker daartoe noodzaakt (bijvoorbeeld gedurende de behandeltijd van een vergunning of zolang de uitkering loopt), ontvangt de gebruiker wijzigingen op de BRP-gegevens die bepalend zijn voor besluitvorming over de geleverde dienst. Voor bijvoorbeeld de sociale dienst is het voor het besluit tot toekenning van een uitkering en de hoogte daarvan van belang te weten of een uitkeringsgerechtigde gehuwd of ongehuwd is. Een verandering in die status na het toekenningsbesluit kan gevolgen hebben voor de uitkering. Daarom heeft de sociale dienst een abonnement op de wijzigingen in de BRP en is het van belang dat de bijhoudingsgemeente de sociale dienst van dergelijke wijzigingen in kennis stelt. Verschillen die een gebruiker opmerkt tijdens de bijhouding van diens bestanden ná het eerste contact komen al snel voor terugmelding in aanmerking. Contact met de burger op initiatief van de overheid De overheid neemt ook vaak zelf het initiatief voor contact met burgers. Dat kan een massale benadering zijn, bijvoorbeeld het oproepen voor verkiezingen of het opleggen van belastingen. Gegevens uit de BRP die daarvoor nodig zijn heeft de gebruiker niet bij de burger zelf gehaald maar betrokken uit de BRP. De overheid benadert ook individuele burgers.
Pagina 9 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Bijvoorbeeld voor handhaving van een bestemmingsplan of ter bestrijding van illegale vuilstortingen. De verschillen die voortkomen uit de hier genoemde contactmomenten komen niet allemaal zonder meer voor terugmelding in aanmerking. Zo komen er altijd oproepingskaarten en belastingaanslagen terug van adressen, waarbij de aangifte van adreswijziging en het moment van verzending elkaar kruisen. De eventuele twijfel bij een gebruiker over de (on)juistheid van een adres kan snel worden weggenomen door controle van de BRP. Mutatieberichten na contact op initiatief van de overheid Zowel bij massale als bij individuele benaderingen vanuit de overheid, is de inhoud van de uit te voeren taak bepalend voor de behoefte aan mutatieberichten. Voor de heffingsambtenaar is een adreswijziging van een belastingplichtige belangrijk, want dan kan de belastingaanslag naar het nieuwe adres. Voor de heffingsambtenaar is ook een wijziging van de gezinssamenstelling belangrijk. Een dergelijke wijziging kan gevolgen hebben voor wie als belastingplichtige kan worden aangemerkt en kan ook van invloed zijn voor de hoogte van de aanslag. De controle-activiteiten die de mutatieberichten bij deze gebruikers genereren, kunnen afwijkingen van de administratie opleveren, die voor terugmelding in aanmerking komen.
Pagina 10 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
3
Uitgangspunten
3.1
Alleen verplicht terugmelden op authentieke gegevens De verplichting tot gebruik en terugmelding betreft die gegevens die door de Wet BRP als authentiek gegeven zijn aangewezen. Binnenshuis kunnen bijhoudingsgemeenten bepalen of hun binnengemeentelijke gebruikers ook op niet-authentieke gegevens terugmelden. Zo geldt bijvoorbeeld in Rotterdam de regel dat binnengemeentelijke gebruikers in alle gevallen van twijfel moeten terugmelden. Het terugmelden van niet-authentieke gegevens kan namelijk in bepaalde gevallen nuttig zijn. Ook hebben veel bijhoudingsgemeenten afspraken gemaakt met buitengemeentelijke gebruikers over de terugmelding van nietauthentieke gegevens. Er is echter geen wettelijke verplichting en buitengemeentelijke gebruikers (waaronder andere gemeenten) hoeven geen gehoor te geven aan een verzoek van een bijhoudingsgemeente om op de niet-authentieke gegevens terug te melden. Deze Handreiking gaat om die reden uit van de authentieke gegevens. Overigens bestaat de mogelijkheid dat een authentiek gegeven al in onderzoek staat naar aanleiding van een eerdere terugmelding. Daarmee wordt niet aan de authenticiteit van het gegeven als zodanig getwijfeld, maar wel aan de waarde. Aangezien een gebruiker niet kan zien wat de inhoud van een eerdere terugmelding is, is het zaak dat de gebruiker toch zelf terugmeldt.
3.2
Terugmelding op historie niet mogelijk Het Besluit BRP (artikel 27) maakt geen onderscheid in actuele en historische gegevens. Dit impliceert dat zowel op actuele als historische gegevens kan worden teruggemeld. De huidige terugmeldvoorziening is echter niet ingericht op terugmelding van historische gegevens.
3.3
Burgers moeten voor de juistheid van de inhoudelijke gegevens uit de BRP bij de bijhoudingsgemeente zijn De burger moet voor wat betreft de juistheid van zijn authentieke BRPgegevens, altijd zaken doen met de gemeente waar hij staat ingeschreven en niet met de gebruiker. De bijhoudingsgemeente is de enige die bevoegd is om wijzigingen aan te brengen in authentieke gegevens. Deze zijn immers bij de inschrijving van de betrokkene in de BRP door de gemeenteambtenaar reeds gecontroleerd en vastgesteld. Voor elke wijziging van dit gegevenstype moet de gebruiker de betrokken burger in ieder geval verwijzen naar de bijhoudingsgemeente. Die terugverwijzing kan gepaard gaan met een terugmelding. Zeker wanneer er twijfels bestaan over de intenties van de burger (zie hierover bijlage 1 ‘ Herkennen van de bedoelingen van de burger’), doet een gebruiker er goed aan om tevens terug te melden.
Pagina 11 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
3.4
Terugverwijzen van de burger èn terugmelden
3.4.1
Burger heeft (g)een belang bij een juiste registratie in de BRP Voor een groot aantal overheidstaken speelt de wijze waarop een burger in de BRP is ingeschreven een voorwaardenscheppende rol. Zo is de toekenning van een bijstandsuitkering al langere tijd mede afhankelijk van de inschrijving van de aanvrager in de BRP. Sinds de invoering van het verplicht gebruik van de GBA/BRP is het belang van een juiste inschrijving in de BRP alleen nog maar toegenomen. De gebruiker moet in zijn contacten met de burger rekening houden met het feit dat de burger van de BRP afwijkende gegevens opgeeft om zo in aanmerking te kunnen komen voor de dienst die de gebruiker levert. Wanneer een gebruiker het vermoeden heeft dat een burger er belang bij heeft dat zijn gegevens in de BRP afwijken van de gegevens waarover hij beschikt en de burger niet van plan is daar zelf verandering in te brengen, dan moet de gebruiker de burger wel doorsturen naar de bijhoudingsgemeente en tevens terugmelden. Bij die terugmelding kan de reden voor de terugmelding worden gevoegd. Het is aan de gebruiker om in te schatten in hoeverre er in een bepaald geval sprake is van de hier bedoelde situatie. Bijlage 1 bevat een nadere toelichting op deze paragraaf.
3.4.2
Terugmelden in het belang van de burger Er komen situaties voor waarin de burger zelf niet in staat is de verschillen tussen de BRP en de administratie van de gebruiker op te heffen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als een informatiesysteem van een gebruiker van de BRP afwijkende gegevens bevat en die nog niet gecorrigeerd zijn, terwijl de burger aan zijn aangifteverplichtingen heeft voldaan bij de bijhoudingsgemeente. Het kost de burger veel tijd en energie om gegevens weer gecorrigeerd te krijgen. Ook komt het voor dat de partner van een burger de samenleving heeft verbroken en is verhuisd naar een ander adres maar hij dat adres (om wat voor reden dan ook) niet heeft doorgegeven aan de bijhoudingsgemeente. De op het adres achterblijvende burger is op grond van de BRP-wetgeving niet bevoegd de adreswijziging van de vertrokken partner door te geven, maar ondervindt hier wel hinder van. Alle gebruikers blijven vervolgens vanwege het verplicht gebruik uitgaan van gegevens uit de BRP, in dit geval een samenwoning van twee personen op hetzelfde adres. Door het vertrek van zijn of haar partner komt iemand zodanig in de financiële problemen, dat bijstand nodig is. De vertrekkende partner heeft diens nieuwe woonadres niet doorgegeven bij de bijhoudingsgemeente. (Zie hiervoor circulaire gerede twijfel)De bijstandsambtenaar die het verzoek beoordeelt, stelt op basis van de BRP vast dat er sprake is van een samenleving op het adres van de verzoeker, hetgeen bepalend is voor het wel of niet toekennen of de hoogte van de uitkering. Als een gebruiker in een dergelijke situatie een gefundeerd vermoeden heeft dat de partner daadwerkelijk niet meer woonachtig is op het adres Pagina 12 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
van de burger, kan de gebruiker een onderbouwde terugmelding doen op de verblijfplaatsgegevens van de partner. De bijhoudingsgemeente kan er dan bij de beoordeling voor kiezen de verblijfplaatsgegevens van de partner in onderzoek te plaatsen. Gebruikers hebben daardoor de mogelijkheid van het authentieke gegeven af te wijken. Een andere situatie waarbij afwijkende gegevens in de BRP de burger niet zijn aan te rekenen betreft het niet actueel zijn van de BRP als gevolg van verstoppingen in de toeleveringskanalen van brondocumenten. Er kan wel eens iets misgaan in de toelevering van brondocumenten vanuit de keten Niet de burger, maar de bijhoudingsgemeente is de eerst aangewezene om te zorgen voor aanpassing van de gegevens in de BRP. Het gefundeerde vermoeden van een gebruiker dat een dergelijke situatie aan de orde is, rechtvaardigt het doen van een terugmelding naar de bijhoudingsgemeente.
3.5
Terugmelden op onvolledigheid Terugmelden is in het leven geroepen om de kwaliteit van de gegevens in de BRP te verhogen. Deze gegevens moeten inhoudelijk correct, actueel en volledig zijn. Dit brengt mee dat een gebruiker dus ook moet terugmelden bij de constatering dat authentieke gegevens in de basisregistratie ten onrechte ontbreken. Per BRP-categorie is in bijlage 2 beschreven in welke situaties dit kan voorkomen, en hoe de gebruiker dan moet handelen.
3.6
Terugmelding conform betekenis BRP-gegeven
3.6.1
Betekenis BRP-gegevens De (authentieke) BRP-gegevens hebben hun betekenis gekregen vanuit het meer algemene doel van de basisadministraties, namelijk te voorzien in de basisgegevens die binnen de overheid nodig zijn voor de uitvoering van publiekrechtelijke taken. De betekenis van die gegevens is terug te vinden in het gegevenswoordenboek, dat deel uitmaakt van het Logisch Ontwerp GBA. Dit gegevenswoordenboek is onder meer ontsloten via www.stelselcatalogus.nl. De ervaring leert echter dat een definitie niet altijd eenduidig is. Daarom is het voor sommige gegevens uit de BRP noodzakelijk een definitie nader toe te lichten of te bezien hoe toe te passen in de context van een situatie. Dergelijke informatie is terug te vinden in de omvangrijke documentatie over de BRP, waaronder de Handleiding UitvoeringsProcedures (HUP) en Kwaliteitsbrochures en – berichten. Ondanks dat het voor de hand zou liggen, komt bijvoorbeeld het gegeven adres als zodanig niet voor in het gegevenswoordenboek. Het adres is namelijk een gegevensgroep, samengesteld uit onder meer gegevens als straatnaam en huisnummer. Meer hierover in hoofdstuk 4 van deze handreiking.
Pagina 13 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
3.6.2
Betekenis vergelijkbare gegevens gebruiker Sommige gegevens uit de BRP hebben voor een gebruiker een betekenis die afwijkt van de definitie van het gegeven in het gegevenswoordenboek of, voor wat betreft het gegeven adres, afwijkt van de definitie in de wet BRP. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de gebruiker uitvoering geeft aan wetten of publiekrechtelijke opdrachten, waarin aan die gegevens een andere betekenis is gegeven. Het volgende voorbeeld komt uit de uitvoeringspraktijk van de Belastingdienst, maar is ook relevant voor de uitvoeringspraktijk bij gemeenten en waterschappen. Er bestaan binnen diverse Belastingwetten en -regelingen verschillende Ouder- en Kindbegrippen. Hierbij valt te denken aan biologische ouders (met en zonder erkenning), adoptieouders, pleegouders; pleegkinderen, adoptiekinderen en minderjarige of meerderjarige kinderen. De BRP kent uitsluitend de (inhoudelijk) neutrale gegevenscategorieën Ouder1 en Ouder2, en verder categorie Kind. De inhoud van deze categorieën verraadt, enkele uitzonderingen daargelaten, aan gebruikers niets over de aard van de relatie tussen de ouders en het kind, bijvoorbeeld of het een geadopteerd of een pleegkind betreft. Voor de uitvoering van de belastingwetgeving is de aard van de relatie wel relevante informatie, bijvoorbeeld in het kader van de erfopvolging bij een belastingschuld van een overleden persoon. Fiscaal gezien geldt een pleegkind vaak ook als kind, terwijl het feit dat een persoon een pleegkind is niet als waarde in de BRP wordt geregistreerd.
3.7
Terugmelding en foutcorrectie Naast gerede twijfel die kan ontstaan tijdens het gebruik van de authentieke gegevens, vaak in combinatie met andere gegevens (identiteitsbewijzen, waarneming-ter-plaatsen etc.), kan gerede twijfel ook ontstaan omdat de BRP-gegevens niet kunnen bestaan of onwaarschijnlijk lijken, ook al zijn er geen andere documenten (bewijsstukken) die dit onderbouwen. Voorbeelden hiervan zijn: Niet bestaanbare data (of data in de toekomst), of geboortedata te ver in het verleden (vermoedelijk als gevolg van omdraaifouten: 19901611 i.p.v. 19901116; 10901116 i.p.v. 19901116); Onwaarschijnlijke waarde van een gegeven, leeftijd kind is groter dan leeftijd ouder. Deze situaties dienen als gerede twijfel te worden teruggemeld. Daar tegenover staat dat een gebruiker niet hoeft terug te melden op een datum die op zichzelf beschouwd onwaarschijnlijk lijkt, maar die in de BRP wel als zodanig bestaat. Bijvoorbeeld de waarde 00000000.
3.8
Terugmelden BRP versus BSN-foutenmeldpunt Indien er gerede twijfel bestaat over de waarde van sterk identificerende gegevens als geboortedatum of geslachtsnaam, kan het voorkomen dat er sprake is van dubbele registratie van één en dezelfde persoon (één registratie met de juiste gegevens, en één registratie met de foutieve gegevens). Pagina 14 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Als een gebruiker zelf vaststelt dat er sprake is van een persoon die bekend is onder meerdere BSN’s, dan moet de gebruiker dit aan het foutenmeldpunt BSN (FMP) terugmelden en niet aan de bijhoudingsgemeente. Voor het BSN is namelijk een apart nummerstelsel in het leven geroepen met een eigen wettelijk kader. Het foutenmeldpunt is ondergebracht bij de bijhoudingsgemeenten en de beheerder van het BSN, het agentschap BPR. Wanneer de bijhoudingsgemeente naar aanleiding van een terugmelding constateert dat een burger twee keer is opgenomen zal de bijhoudingsgemeente ook een melding doen bij het FMP.
Pagina 15 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
4
Gerede twijfel over de verblijfplaats
4.1
Algemeen Gegevens over de verblijfplaats van een persoon zijn het meest aan verandering onderhevig en daardoor hebben de meeste terugmeldingen daar betrekking op. Het adres is in tal van wettelijke voorschriften van belang voor de bepaling of iemand al dan niet in aanmerking komt voor een overheidsdienst of bijvoorbeeld wel of niet belasting moet betalen. Deze afhankelijkheid enerzijds en het gemak waarmee de burger van adres wisselt anderzijds maken de registratie van de verblijfplaats gevoelig voor fouten. Dat rechtvaardigt bijzondere aandacht in deze handreiking in een apart hoofdstuk. De twijfel over de juistheid van een gegeven over de verblijfplaats heeft niet alleen te maken met een verschil tussen de feitelijke verblijfplaats van een persoon en het adres waarop deze in de BRP is geregistreerd. Ook de definitie van het begrip verblijfplaats die een gebruiker hanteert kan verschillen ten opzichte van die van de BRP. Zie daarover ook paragraaf 3.6. Verschillende gebruikers komen daardoor minder dan gewenst tot de conclusie dat er sprake is van gerede twijfel. Hieronder worden daarom enkele voorbeelden beschreven om de gedachtevorming omtrent gerede twijfel aan te scherpen.
4.2
Verschil tussen het adres in de BRP en feitelijk verblijfplaats Er zijn tal van situaties te bedenken waarin met zekerheid vaststaat dat iemand niet meer woont op het adres waarop deze in de BRP staat ingeschreven. Een handhaver die fysiek vaststelt dat een woning is gesloopt of bij een woningontruiming aanwezig was, kan met zekerheid vaststellen dat een inschrijving op de bewuste adressen niet correct is. Ook een sociaal rechercheur kan uit onderzoek vaststellen dat het verblijfadres niet correct is en ook een onderzoek naar permanente bewoning van recreatiewoningen kan zulks opleveren. Op zichzelf duidelijke redenen voor gerede twijfel en dus om terug te melden. Kortom uit het geheel van omstandigheden kan een gebruiker tot de conclusie komen dat een persoon niet verblijft op het adres waarop deze is ingeschreven in de BRP en op die gronden besluiten tot terugmelding.
4.3
Verschillen met de BAG De gerede twijfel zoals in de vorige paragraaf beschreven is duidelijk vast te stellen. Minder duidelijk is het voorbeeld waarbij een woning is gesloopt, maar waar op de locatie van het gesloopte object een persoon in een caravan verblijft om de bouw van zijn nieuwe woning te begeleiden. Een gebruiker die bij een dergelijke situatie naast de BRP tevens de BAG raadpleegt en daarbij constateert dat er geen verblijfsobject in de BAG is geregistreerd zal gerede twijfel vaststellen en terugmelden. De bijhoudingsgemeente zal daarentegen vasthouden aan het ‘BRP-adres’. Het uitgangspunt van de BRP is immers, dat iemand moet worden ingeschreven op de plaats van diens verblijf, ook al is dat soms niet het verblijfsobject uit de BAG. Een soortgelijke situatie doet zich voor bij de inschrijving van daklozen. Pagina 16 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
4.4
Definities van het begrip Verblijfplaats Voor het begrip verblijfplaats bestaan vanuit de BRP meerdere definities. De definitie die is opgenomen in de Stelselcatalogus sluit aan op de behoefte in het maatschappelijk verkeer om te duiden waar een persoon te bereiken is: “Plaats waar een natuurlijk persoon bereikbaar is”. Een natuurlijk persoon is doorgaans te bereiken op zijn woonadres of via een briefadres. De definities van deze begrippen zijn te vinden in de wet BRP. Het Logisch Ontwerp GBA 3.8 beschrijft het begrip verblijfplaats op informatiekundige wijze: “Gegevens over het verblijf en adres van de ingeschrevene.” Enerzijds is in deze definitie inbegrepen het begrip verblijf (de plaats waar een ingeschrevene te bereiken is) en anderzijds als die plaats bekend is, dan vormen de adresgegevens de duiding van de verblijfplaats. Indien na gedegen onderzoek door gemeenten gebleken is dat iemand niet meer in Nederland verblijft, wordt de persoon ambtshalve als niet-ingezetene opgenomen in de BRP (RNI) en is de waarde van de adresgegevens ‘land onbekend’. De wet BRP definieert het woonadres in artikel 1 sub O als volgt: woonadres: 1°. het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten; 2°. het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder 1, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derden van de tijd zal overnachten;
4.5
Gebruik verblijfplaatsgegevens door gebruikers Veel gebruikers leiden uit gegevens over de verblijfplaats gegevens af die waarderend zijn voor besluiten die zij moeten nemen. Die handelwijze baseert de gebruiker op de wet- en regelgeving die op hem van toepassing is. Voor de Belastingdienst is de waarde woonadres van belang om te kunnen vaststellen hoeveel en welke personen een huishouden vormen c.q. in ieder geval hetzelfde woonadres hebben. Daarmee bepaalt de Belastingdienst of iemand in aanmerking komt voor een Woontoeslag of wie hoofd van een huishouding is aan wie een belastingaanslag kan worden toegestuurd. Het wettelijk kader voor de bepaling waar iemand verblijft is voor de Belastingdienst de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) Artikel 4, lid 1 AWR Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. De belangrijkste maatstaf hierbij is waar iemands middelpunt van zijn of haar leven is. Onder meer de volgende vragen kunnen hierbij een rol spelen: • Waar woont de partner? • Waar wonen de minderjarige kinderen? • Waar werkt iemand? Pagina 17 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
• •
Waar neemt hij/zij deel aan het maatschappelijke verkeer? Hoe lang wordt er ergens verbleven?
Het verblijfsadres van de BRP(BRP-woonadres) speelt bij de bepaling van het woonadres voor de Belastingdienst (artikel 4 AWR) dus wel een belangrijke rol, maar er gelden veel meer criteria die toch een (van de BRP) afwijkend woonadres voor de burger kunnen opleveren. Voor de verstrekking van een bijstandsuitkering is het noodzakelijk dat de ‘sociale dienst’ weet dat iemand zijn verblijfplaats binnen de gemeente heeft. Dat is geregeld in de Wet Werk en Bijstand. Voor het UWV is de verblijfplaats niet belangrijk. De plaats waar iemand woont is voor de toekenning van een werkloosheidsuitkering geen voorwaarde. UWV beschikt net als de Belastingdienst naast BRP-adressen ook over alternatieve adressen waar burgers te bereiken zijn. Datzelfde geldt bijvoorbeeld voor de Rijksdienst Wegverkeer en voor de Sociale Verzekeringsbank.
4.6
Afwijkend adresgebruik gebruikers ook interessant voor bijhoudingsgemeenten Om een besluit te nemen over het wel of niet terugmelden op de verblijfplaats, moet de gebruiker beoordelen of hij “een gefundeerd vermoeden” heeft dat zijn gegevens betrekking hebben op de BRPbetekenis van het begrip adres èn naar alle waarschijnlijkheid feitelijk de juiste gegevens zijn. Op zichzelf beschouwd hoeft een gebruiker een postadres niet aan de bijhoudingsgemeente terug te melden. Het betreft namelijk niet het BRP-adresgegeven. Niettemin kan de bijhoudingsgemeente in bepaalde gevallen wel interesse hebben in het postadres, bijvoorbeeld wanneer de bijhoudingsgemeente op zoek is naar een persoon wiens verblijfplaats niet kan worden achterhaald.
4.7
Afwijkende immigratie- en emigratiedatum In de (gemeentelijke) belastingwetgeving spelen peildata een belangrijke rol bij de vaststelling wie belastingplichtig is. Degene die op 1 januari van een jaar eigenaar is van een woning, ontvangt de aanslag OZB. Waterschappen slaan degene aan voor waterschapsbelasting, die op 1 januari hoofdbewoner is. Voor de BRP wordt de feitelijke datum van verhuizing de ingangsdatum van adreshouding als de aangifte binnen de wettelijke termijn is gedaan. Wordt de aangifte buiten de wettelijk vastgestelde termijn gedaan, dan geldt dat de dag van ontvangst van een aangifte tot adreswijziging als ingangsdatum van adreshouding. Feitelijk kan iemand al langer op een adres woonachtig zijn of reeds vertrokken naar een ander adres, maar heeft om de peildata te omzeilen, zijn adresgegevens nog niet in de BRP laten wijzigen. Terugmelden op de afwijkende immigratie(datum) en emigratie(datum) heeft dan weinig zin.
Pagina 18 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Bijlage 1: Halers en brengers
Rekening houden met de bekwaamheden van de burger De aard van de dienstverlening maakt het mogelijk om gebruikers, maar ook omgekeerd burgers te typeren als halers en brengers. Belastingen heft en vordert belastingen in en is daardoor een haler. Dat geldt ook voor de Terugvorderaars van teveel betaalde uitkeringen en Verhalers van uitkeringsgelden op alimentatieplichtigen. Tegenover de halende organisatieonderdelen staan de belastingbetalers als brengers. Brengers vanuit de overheid zijn onder meer Sociale Zaken met uitkeringen en hulp bij het vinden van werk en de WMO-afdeling voor zorgvoorzieningen als rollators, huishoudelijke hulp, et cetera. Het spreekt voor zich dat er ook combinaties mogelijk zijn van halers en brengers. Een voorbeeld is een burger in de rol van gemeentelijk belastingbetaler, die tevens een uitkering ontvangt. Het type gegeven en de waarde ervan, kan voor de burger betekenen het wel of niet verkrijgen van een overheidsvoorziening. Burgers hebben dus belang bij de wijze waarop ze zijn geregistreerd in de BRP. Anders gezegd: besluitvorming over een overheidsvoorziening is niet zelden afhankelijk van de waarde van gegevens in de BRP. Een bekend voorbeeld, waarbij (de waarde van) het adres van inschrijving bepalend is voor een burger, is dat van de uitwonende student die een hogere studiebeurs ontvangt dan de thuiswonende. De ene student schrijft zich in bij oom en tante en het kind van oom en tante schrijft zich in bij de ouders van de eerste student. Beide wonen op papier op een eigen adres en hebben daarmee recht op een uitwonende beurs. Beide studenten wonen gewoon thuis. Aan de feitelijke situatie is dus niets veranderd, aan de administratieve werkelijkheid wel. Ontleend aan de publicatie: ’Handreiking Voorbereiden op terugmelden’, Renoir, Linda Maasdijk
Maar omgekeerd kan het ook zo zijn dat de studenten wel degelijk van woonplek zijn veranderd en inderdaad bij oom en tante wonen. In het geval van dit voorbeeld is het aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), om in zijn werkprocessen rekening te houden met de risico’s van verkeerd gebruik van zijn producten en zijn invulling van gerede twijfel daarop te baseren. Het voorbeeld duidt op calculerende burgers, die voordeel willen halen uit de wijze waarop ze geregistreerd staan in de BRP. Gebruikers hebben, mede afhankelijk van hun rol als haler of brenger en het product dat of de dienst die ze leveren, in meer of mindere mate te maken met de risico’s van calculerende en frauderende burgers. In de risico analyses die gebruikers daarvoor maken, houden ze rekening met de bekwaamheden van burgers.
Pagina 19 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Handelen burger in relatie tot de BRP Hulpbehoevend, onbekend met BRP-verplichtingen. Kent BRP-verplichtingen, maar is vergeetachtig, sloddervos. Kent BRP-verplichtingen, maar is calculerend. Heeft belang bij afwijkendeBRP-gegevens. Ontkent wel aanwezige kennis over BRP-verplichtingen en leeft deze voortdurend niet na. Stelselmatige fraudeur.
Handelen gebruiker Burger naar bronhouder sturen voor wijziging BRP-gegevens Burger naar bijhoudingsgemeente sturen voor wijziging BRPgegevens, monitoren resultaat Burger naar bijhoudingsgemeente sturen voor wijziging BRPgegevens, terugmelden en monitoren resultaat Burger naar bijhoudingsgemeente sturen voor wijziging BRPgegevens, terugmelden en permanent monitoren handelen burger
Tabel 1: Handelen burgers en gebruikers bij gerede twijfel
Pagina 20 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Bijlage 2: Tabel generieke uitspraken over gerede twijfel op gegevensniveau
Proportionaliteit Elke gebruiker ontvangt slechts die gegevens uit de BRP, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn taak. Dat is bepaald in de wet BRP en daarmee geeft de wetgever invulling aan het proportionaliteitsbeginsel. Door dit proportionaliteitsbeginsel verschilt de gegevensset per taak. Het is logisch dat een vergunningverlener voor zijn bedrijfsproces in het algemeen niet veel meer dan naam, adres en woonplaatsgegevens nodig heeft en een uitkeringsverstrekker naast die gegevens ook nog moet weten of iemand gehuwd is en kinderen heeft.
Verschillende typen gegevens Bij de beoordeling of sprake is van gerede twijfel over de juistheid van een gegeven, is het handig om onderscheid te maken tussen identificerende en kwalificerende gegevens. De reden voor dit onderscheid is uitgelegd in paragraaf 3.3 van deze handreiking. Een gebruiker gebruikt de BRP-gegevens voor verschillende doeleinden en gegevens hebben daardoor verschillende ‘waarden’ voor de uitvoering van een taak. Een gegeven kan identificerend zijn. De gebruiker weet dan met wie hij te maken heeft en is in staat te communiceren. Een gegeven kan ook kwalificerend zijn. Zo is een geboortedatum tot de identificerende gegevens te rekenen, maar voor de vaststelling van het recht op AOW (datum waarop de pensioengerechtigde leeftijd wordt behaald) of de deelname aan verkiezingen (18 jaar of ouder op de dag van de stemming) is diezelfde geboortedatum kwalificerend.
Toelichting op de tabel: In de onderstaande tabel is de maximale set aan gegevens opgenomen die de bijhoudingsgemeente of de minister kan leveren. De tabel bevat in de kolom OMSCHRIJVING een opsomming van categorieën van persoonsgegevens en de set aan gegevens die tot een categorie behoort. De kolom RUBRIEK vermeldt de rubrieknummers, waaronder categorie. Deze gegevens zijn terug te vinden in het Gegevenswoordenboek (onderdeel van het Logisch Ontwerp GBA). Rubriek 01 Persoon bevat gegevens die de burger identificeren. PERSOON is synoniem aan de burger, de klant van een gebruiker. De overige rubrieken bevatten gegevens over de ouders, partners, kinderen, nationaliteit et cetera van de PERSOON. Een kruisje in kolom AUTHENTIEK betekent dat een gegeven authentiek is. De terugmeldplicht geldt alleen voor de authentieke set (zie ook paragraaf nr.3.1) De kolommen identificerend &kwalificerend zijn bedoeld om te duiden wat voor type gegeven het betreft. De gebruiker kan met die typeaanduiding rekening houden in zijn bedrijfsproces en het belang van een burger voor de juistheid van een gegeven voor het besluitvormingsproces beoordelen. Zie ook hiervoor onder ‘verschillende typen van gegevens’. Pagina 21 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
De kolommen Verplichtingen burger en Terugmelden duiden aan of met betrekking tot een gegeven de burger aan zet is om wijzigingen in de BRP te bewerkstelligen en / of dat een gebruiker moet terugmelden. Daar zijn verschillende combinaties voor mogelijk. De waarde Nee in de kolom terugmelden, zonder dat een nadere omschrijving is gegeven, betekent dat de BRP zonder meer leidend is en dat óf de BRP-waarde moet worden overgenomen óf de burger moet worden teruggestuurd naar de bijhoudingsgemeente. Dat wil overigens niet zeggen dat de gebruiker niet mag terugmelden. Kolom 8 omschrijft de situatie die bij een gebruiker voorkomt en waaruit de gebruiker kan afleiden of sprake is van gerede twijfel en moet terugmelden of juist niet. Per gegeven is het mogelijk dat er van meer dan een situatie sprake kan zijn. Dat is af te leiden uit het feit dat voor hetzelfde gegeven meerdere regels in de tabel worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld bij 01.03.10 geboortedatum. Bij elk gegeven staat voor zover dat mogelijk is een uitspraak over een situatie die voor elke (gemeentelijke) gebruiker leidt tot gerede twijfel en of die leidt tot terugmelding. Zijn er daarnaast nog uitspraken mogelijk over een specifieke situatie die alleen geldt voor een bepaalde taak van een gebruiker, dan is de kolom ‘bijzondere situatie voor specifieke taak’ gevuld met de naam van die taak. Die bijzondere situaties zijn vermeld in het volgende hoofdstuk.
Pagina 22 van 50
PERSOON om wiens gegevens het gaat
5
6
7
8 Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel.
Terugmelden
01
4
Verplichting burger
OMSCHRIJVING Authentiek
RUBRIEK
3
Kwalificerend
2
Identificerend
1
Algemene regel: zie paragraaf nr.3.3 De PERSOON om wie het gaat legt een document over met een of meerdere gegevenselementen
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
waarvan de waarde afwijkt van die van de BRP. In dat geval moet de persoon terug naar de bijhoudingsgemeente. 01.01.10
A-nummer persoon
x
01.01.20
Burgerservicenummer persoon
x
x
01.02.10
Voornamen persoon
x
x
Ja
Ja
01.02.20
Adellijke titel/predicaat persoon
x
Ja
Nee
01.02.30
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon
x
Ja
Nee
x
Ja
De PERSOON legt een document over met een Burgerservicenummer dat afwijkt van het Burgerservicenummer dat de BRP heeft geleverd, terwijl alle overige gegevens onderling (nagenoeg) identiek zijn. Hier is mogelijk sprake van dubbele inschrijving van dezelfde persoon. Melden bij BSN servicepunt Zie paragraaf nr.3.8 De gebruiker ontvangt gegevens over de PERSOON waarbij de Voornaam wel gevuld is, en de Geslachtsnaam alleen gevuld is met een koppelteken (-). Dit is volgens de BRP-instructies niet toegestaan. In dit geval zou de Voornaam leeg moeten blijven en de Geslachtsnaam gevuld moeten worden met de Voornaam. De gebruiker ontvangt gegevens over de voorvoegsels van de geslachtsnaam van de PERSOON die afwijken van diens eigen administratie. De BRP is leidend. De eerste letter van het
Pagina 24 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
01.02.40
01.03.10
Geslachtsnaam persoon
Geboortedatum persoon
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
x
Ja
Ja
x
Ja
Nee
x
x
x
Ja
Ja
x
x
Nee
Ja
x
voorvoegsel van bijvoorbeeld de Belgen is doorgaans een hoofdletter. De gebruiker ontvangt gegevens over de PERSOON waarbij de Voornaam wel gevuld is, en de Geslachtsnaam alleen gevuld is met een koppelteken (-). Dit is volgens de BRP-instructies niet toegestaan. In dit geval zou de Voornaam leeg moeten blijven en de Geslachtsnaam gevuld moeten worden met de Voornaam. De PERSOON geeft aan dat zijn/haar naam anders is bijv. omdat er geen partnerrelatie is (buitenlandse partner) waarbij de burger door huwelijk of scheiding wel de naam van de partner heeft overgenomen (of niet meer). Niet terugmelden en de PERSOON verwijzen naar de bronhouder. Het identiteitsbewijs of verblijfsdocument van de Persoon bevat een geboortedatum die afwijkt van de geboortedatum in de BRP. Terugmelden onder vermelding van het paspoortnummer id-card nummer. De door de BRP geleverde geboortedatum van de PERSOON is geen waarschijnlijke datum, vermoedelijk als gevolg van een omdraaiing
Pagina 25 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Identificerend
RUBRIEK
2
Authentiek
1
x
x
Nee
Ja
x
x
Nee
Nee
of invoerfout. In het verleden is het voorgekomen dat de BRP geboortedata aanleverde in een (te) ver verleden, waardoor de persoon (niet overleden) en veel ouder dan bijv. 120 jaar zou zijn. Veelal betrof het hier dan een omdraaiing of invoerfout, bijv. 10901116 i.p.v. 19901116. Dit is een situatie van gerede twijfel die voor terugmelding in aanmerking komt die gebaseerd is op logisch redeneren en waaraan geen brondocumenten ten grondslag liggen. De PERSOON heeft een OUDER die jonger is of een KIND dat ouder is. Anders gezegd: De in de categorie 02 of 03 (OUDER 1 respectievelijk OUDER 2) van de PERSOON vermelde geboortedatum van een van de ouders ligt voorbij de geboortedatum van de PERSOON. Bijvoorbeeld geboortedatum PERSOON is 25 maart 1972 en geboortedatum OUDER1 is 12 oktober 1992. Meestal is in deze situatie sprake van het verkeerd leggen van de relatie (van ouder op kind i.p.v. andersom) door bijvoorbeeld een verkeerd BSN in te vullen. BRP levert een gedeeltelijk onbekende geboortedatum, bijvoorbeeld
Pagina 26 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
jjjjmm00, jjjj0000, 00000000. Voor de BRP zijn dit geldige geboortedata, zelfs 00000000. Het ontvangen van een gedeeltelijk onbekende geboortedatum op zich is geen terugmeldbare situatie. 01.03.20 01.03.30 01.04.10
Geboorteplaats persoon Geboorteland persoon Geslachtsaanduiding
x x x
x x x
Ja Ja Ja Partners die op het punt staan om te gaan scheiden of zijn gescheiden willen vaak weer aangeschreven worden met de eigen geslachtsnaam en melden dit vaak bij de gebruiker waarmee ze in die periode zaken doen.
01.61.10
Aanduiding naamgebruik
x
01.85.10
Ingangsdatum geldigheid met
x
x
Ja
Nee
Ja
Ja
De betreffende PERSOON verwijzen naar de bronhouder en daar de wijziging laten doorvoeren. Gebruikers die geabonneerd zijn op mutatieberichten, krijgen die wijziging automatisch door van de bronhouder, maar dienen die wijziging wel door te voeren in hun informatiesysteem. Ingangdatum geldigheid van de gegevenselementen die behoren tot
Pagina 27 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
6
7
Terugmelden
betrekking tot de elementen van de Categorie Persoon
02
Gegevens over OUDER1 of OUDER 2 van de PERSOON
8 Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel.
Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
de categorie PERSOON is wettelijk bepaald. De bijhoudingsgemeente kan een fout hebben gemaakt bij de invoering van de datum, te herkennen aan bijvoorbeeld de onwaarschijnlijkheid van de datum of wel waarschijnlijk maar foutief dag, maand of jaar nummer. (Zie ook toelichting bij 01.03.10 geboortedatum).
x
Nee
Nee, tenzij
Ouders zijn wel bekend bij de gebruiker, maar zijn niet ingeschreven in de BRP. Indien gegevens over OUDER1 of OUDER2 in de BRP voorkomen, dan betekent dit dat er een relatie gelegd kon worden tussen de identificerende gegevens van de PERSOON en de ouder. Die relatie (c.q. de familierechtelijke betrekking) moet dan juridisch tot stand zijn gekomen door geboorte, erkenning of door adoptie. In het geval van een pleegkind is er juridisch gezien geen familierechtelijke betrekking tussen de pleegouder en het kind. Datzelfde geldt voor het geval dat een ouder zijn kind niet erkent. Moeder en kind kunnen in het laatste geval wel vinden dat iemand de vader is, maar dit leidt niet tot een terugmelding.
Pagina 28 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
Tenzij: Is sprake van een erkenning of anderszins en uit de stukken blijkt dat de relatie ten onrechte ontbreekt of inhoudelijk onjuist is (bijvoorbeeld door onjuist BSN), dan terugmelden. Het in juridische zin bestaan van een ouder – kind relatie wordt aangetoond door brondocumenten die ontstaan in de keten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand of aanwezig zijn in het archief van buitenlandse brondocumenten. (Zie ook paragraaf nr.3.4.3) x 02.01.10
A-nummer Ouder1
02.01.20
Burgerservicenummer Ouder1
x
x
02.02.10 02.02.20 02.02.30
Voornamen Ouder1 Adellijke titel/predicaat Ouder1 Voorvoegsel geslachtsnaam
x
x x x
x
x
Nee Ja
Ja
Door een fout BSN aan de PERSOON te koppelen, zullen de gegevens van een ander persoon terechtkomen in alle gegevensrubrieken van OUDER1 Situaties zoals beschreven bij de categorie 01 PERSOON, met in achtneming van de situatie als omschreven bij BSN OUDER1. Immers, voor zover de ouders staan ingeschreven in de BRP, worden
Pagina 29 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
4
02.02.40 02.03.10 02.03.20
Ouder1 Geslachtsnaam Ouder1 Geboortedatum Ouder1 Geboorteplaats Ouder1
02.03.30
Geboorteland Ouder1
x
02.04.10
Geslachtsaanduiding Ouder1
x
02.62.10
Datum ingang familierechtelijke betrekking Ouder1
02.85.10
Ingangsdatum geldigheid met
x x
Identificerend
OMSCHRIJVING Authentiek
RUBRIEK
5
6
8 Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel.
x x x
Ja
Nee
x
7
Terugmelden
3
Verplichting burger
2
Kwalificerend
1
Ja
deze gegevensrubrieken automatisch gevuld bij het koppelen door toevoeging van het BSN van OUDER1. Zijn ouders niet ingeschreven in de BRP, maar bevat de categorie toch gegevens, dan heeft de bijhoudingsgemeente de gegevens van OUDER1 overgenomen van brondocumenten en handmatig gevuld. Daarbij is het risico van foute overname aanwezig. Eerst controleren in de BRP of OUDER1 misschien toch is ingeschreven en in dat geval de gegevens van OUDER1 vergelijken met diens eigen persoonslijst. Bij sterk vermoeden (bijvoorbeeld op basis van eerder overgelegd document) dat administratieve fout aan de orde is, dan terugmelden. Ingangdatum familierechtelijke betrekking is wettelijk bepaald en af te leiden van brondocumenten. De bijhoudingsgemeente kan een fout hebben gemaakt bij de invoering van de datum, te herkennen door bijvoorbeeld de onwaarschijnlijkheid van de datum of wel waarschijnlijk maar foutief dag, maand of jaar nummer. (Zie ook toelichting bij 01.03.10 geboortedatum). Ingangdatum geldigheid van de gegevenselementen die behoren tot
Pagina 30 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
6
7
Terugmelden
betrekking tot de elementen van de Categorie Ouder1
04
Gegevens over de NATIONALITEIT van de PERSOON
04.05.10
Nationaliteit
8 Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel.
Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
de categorie OUDER is wettelijk bepaald. De bijhoudingsgemeente kan een fout hebben gemaakt bij de invoering van de datum, te herkennen aan bijvoorbeeld de onwaarschijnlijkheid van de datum of wel waarschijnlijk maar foutief dag, maand of jaar nummer. (Zie ook toelichting bij 01.03.10 geboortedatum).
x
x
Ja
Ja onder voorbehoud
De Nederlandse nationaliteit geeft toegang tot tal van rechten, zoals het recht op verblijf in Nederland maar ook het recht om gebruik te maken van overheidsvoorzieningen. Niet-Nederlanders die ook een beroep willen doen op deze rechten, moeten tevens voldoen aan andere voorwaarden. Gebruikers moeten uitgaan van het gegeven over de nationaliteit uit de BRP en een persoon die de waarde aanvecht terugsturen naar de bijhoudingsgemeente. In sommige gevallen kan de burger een handje worden geholpen door terug te melden indien evident is dat ergens in de toeleveringsketen een probleem zit.
x
Ja
Ja
Terugmelden indien een PERSOON met de Nederlandse nationaliteit
Pagina 31 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
04.65.10 04.85.10
05
Aanduiding bijzonder Nederlanderschap Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de Categorie Nationaliteit
Gegevens over het HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP van de PERSOON
x
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
x
Ja
Ja
x
Ja
Nee
geen voornamen heeft. Zie algemene toelichting op 04 NATIONALITEIT Idem Deze datum is bepalend als ingangsdatum vanaf wanneer de burger een beroep kan doen op overheidsvoorzieningen.
Indien de (huwelijks)partner in de BRP is ingeschreven, dan worden de gegevens van deze rubriek gevuld door diens A-nummer/BSN in te vullen bij 05.01.10 resp 05.01.20. x
Ja
Ja
Is de (huwelijks)partner niet ingeschreven in de BRP, bijvoorbeeld omdat die woonachtig is buiten Nederland dan kunnen zich twee situaties voordoen waardoor de bijhoudingsgemeente de partnergegevens heeft kunnen invullen: 1. het huwelijk/partnerschap is in Nederland gesloten en de ABS van
Pagina 32 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
05.01.20 05.02.10
A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner Voornamen echtgenoot/geregistreerd
7
8
Ja
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel.
x
05.01.10
6
Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
Ja
de gemeente van huwelijks geregistreerd partnerschap of heeft de gegevens doorgegeven aan de bijhoudingsgemeente 2. PERSOON heeft bij de BRP de buitenlandse huwelijks-/ partnerschapsakte geleverd, dan worden de partnergegevens door de bijhoudingsgemeente ingevoerd Huwelijk is wel bekend bij de gebruiker, maar staat niet in de BRP. Beide personen staan ingeschreven in de BRP en zijn ingezetene: de gebruiker heeft wel een kopie huwelijks akte, of persoon geeft in aanvraag of (belasting) aangifte een huwelijkspartner op
zie nummerproblematiek bij de PERSOON 01.01.20 x x
Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON
Pagina 33 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
05.02.20
05.02.30
05.02.40
05.03.10
05.03.20 05.03.30
partner Adellijke titel/predicaat echtgenoot/geregistreerd partner Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner Geboorteplaats echtgenoot/geregistreerd partner Geboorteland echtgenoot/geregistreerd
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
x
Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON
x
Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON
x
Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON
Pagina 34 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
05.04.10
05.06.10
05.06.20 05.06.30
05.07.10
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
partner Geslachtsaanduiding echtgenoot/geregistreerd partner
Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap
Ja
Indien de PERSOON een buitenlands brondocument toont met een van de BRP afwijkende datum, dan de PERSOON terugsturen naar de bijhoudingsgemeente en tevens terugmelden. Gegeven is kwalificerend en burger kan er belang bij hebben om verschil te laten bestaan tussen bijhoudingsgemeente en gebruiker.
Ja
Indien de PERSOON een buitenlands brondocument toont met een van de BRP afwijkende datum, dan de PERSOON terugsturen naar de bijhoudingsgemeente en tevens terugmelden. Gegeven is kwalificerend en burger kan er belang bij hebben om verschil te laten
x
x
Ja
Plaats huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap Land huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap
x
x
Ja
Pagina 35 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
05.07.40
Reden ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap
06
Gegevens over het OVERLIJDEN van de PERSOON
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
x
Nee
Ja
x
Nee
Ja
x
Ja
Ja
x
Nee
Ja
bestaan tussen bijhoudingsgemeente en gebruiker. Datum ontbinding vorig huwelijk/partnerschap niet gemeld en er ontstaat wel een nieuw huwelijk. Persoon is tegelijk met 2 personen gehuwd. Na verificatie BRP Terugmelden (zonder eigen waarneming) dat vermoedelijk het oude huwelijk/de oude partnerschap ten onrechte niet is ontbonden. Indien huwelijk/partnerschap is ontbonden door overlijden partner en na enige wachttijd is gebleken dat ontbindingsdatum nog steeds niet geleverd is.
PERSOON is ingeschreven in de BRP en overlijdt in het buitenland en het overlijden is nog niet ingeschreven in de BRP. Er is een melding van nabestaande of vertegenwoordiger van de nabestaande of van de verhuurder.
Pagina 36 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
NB: Wanneer de overleden PERSOON voor diens overlijden naar het buitenland is verhuisd het buitenland, waardoor de bijhouding van diens gegevens in de BRP is opgeschort en de PL naar de RNI is verhuisd, dan werkt de bijhoudingsgemeente de wijziging niet bij. Als het overlijden na opschorting heeft plaatsgevonden, dan dient dit door een van de ABO’s te worden verwerkt. Voor zowel gebruiker als (al dan niet in Nederland) achterblijvende partner is inschrijving van overlijden (op basis van bewijsstukken) van belang. Vooralsnog terugmelden, maar voor de verwerking ervan in de BRP is beleid nodig. 06.08.10 06.08.20 06.08.30
Datum overlijden Plaats overlijden Land overlijden
07
Gegevens over de INSCHRIJVING van de
x
Zie algemeen deel categorie 06
Pagina 37 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
PERSOON in de GBA 07.68.10 07.69.10 07.70.10 07.87.10
Datum eerste inschrijving GBA Gemeente waar de persoonskaart zich bevindt Indicatie geheim PK-gegevens volledig meegeconverteerd
08
Gegevens over de VERBLIJFPLAATS van de PERSOON
08.09.10 08.10.20 08.10.30 08.11.10
Gemeente van inschrijving Gemeentedeel Datum aanvang adreshouding Straatnaam
Zie hoofdstuk 4 voor een algemene toelichting op de gegevens over het verblijf en het adres.
x x x
Pagina 38 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Huisnummer Huisletter Huisnummertoevoeging Aanduiding bij huisnummer Postcode Locatiebeschrijving Datum vestiging in Nederland
09
Gegevens over een KIND van de PERSOON (bij meer dan 1 kind komt deze rubriek meer keren voor op de persoonslijst van de persoon)
5
6
7
8 Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel.
Terugmelden
08.11.20 08.11.30 08.11.40 08.11.50 08.11.60 08.12.10 08.14.20
4
Verplichting burger
OMSCHRIJVING Authentiek
RUBRIEK
3
Kwalificerend
2
Identificerend
1
x x x x
Indien een kind in de BRP is ingeschreven, dan worden de gegevens van deze rubriek gevuld door diens A-nummer/BSN in te vullen bij 09.01.10 resp 09.01.20. x
Ja
Ja
Is een kind niet ingeschreven in de BRP dan kunnen zich twee situaties voordoen waardoor de bijhoudingsgemeente de kindgegevens heeft kunnen invullen: 1. het kind is in Nederland geboren en de ABS van de geboortegemeente heeft de gegevens doorgegeven aan de
Pagina 39 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
bijhoudingsgemeente 2. PERSOON heeft bij de BRP de buitenlandse geboorteakte + recent bewijs van in leven zijn geleverd, dan worden de kindgegevens door de bijhoudingsgemeente ingevoerd. Terugmelden als PERSOON bij gebruiker bewijs overlegt waaruit blijkt dat PERSOON ouder is van een kind en de kindgegevens niet bij de PERSOON voorkomen. PERSOON tevens terugsturen naar de bijhoudingsgemeente. 09.01.10 09.01.20
A-nummer kind Burgerservicenummer kind
x
09.02.10
Voornamen kind
x
09.02.20
Adellijke titel/predicaat kind Voorvoegsel geslachtsnaam kind Geslachtsnaam kind
x
09.02.30 09.02.40
x
x
Ja
Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01
Pagina 40 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
09.03.10
Geboortedatum kind
10
Gegevens over de VERBLIJFSTITEL van de PERSOON
10.39.10 10.39.20 10.39.30 10.85.10
10.86.10
11
Aanduiding verblijfstitel Datum einde verblijfstitel Ingangsdatum verblijfstitel Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Ingangsdatum opneming met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfstitel Gegevens over de
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
PERSOON Zie situatieomschrijving onder dezelfde rubriek bij categorie 01 PERSOON
x
x x x x
x
Ja
Deze gegevens zijn bepalend voor de handelingsbekwaamheid van
Pagina 41 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
GEZAGSVERHOUDING ten aanzien van de PERSOON.
11.32.10 11.33.10
5
6
7
8
Terugmelden
Omschrijving situatie die wel / niet leidt tot gerede twijfel. Verplichting burger
OMSCHRIJVING
4
Kwalificerend
3
Authentiek
RUBRIEK
2
Identificerend
1
de PERSOON en dus kwalificerend. Wijzigingen op deze gegevens ontvangt de bijhoudingsgemeente d.m.v. een uittreksel van het gezagsregister van de griffier van de rechtbank. De mogelijkheid bestaat dat de betrokkene een beschikking heeft waarvan de inhoud niet overeenstemt met de BRP. Dan terugmelden.
Indicatie gezag minderjarige Indicatie curatelenregister
Pagina 42 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Bijlage 3: Specifieke uitspraken op gegevensniveau per taak.
Gemeentelijke, Provinciale, Rijks- en Waterschapsbelastingen en WOZ Typering taak: halen Type burger: brenger Context gebruiker Belastingplichtigen kunnen natuurlijke en rechtspersonen zijn en zowel binnen als buiten Nederland woonachtig zijn. Wie belastingplichtig is (belastingsubject), is afhankelijk van de voorschriften die daarvoor gelden in de belastingwetgeving die de verschillende belastingheffers uitvoeren. Voor het vaststellen van de belastingplicht voor natuurlijke personen die in Nederland woonachtig zijn gebruiken de belastingheffers gegevens uit de BRP. De BRP kent niet het kenmerk belastingplichtige. Wie bijvoorbeeld op een adres als belastingplichtige moet worden aangemerkt is afhankelijk van criteria uit de belastingwetgeving. Daarom ontvangen de belastingheffers gegevens van alle personen en hun onderlinge relaties (huwelijk/partnerschap, gezamenlijk op een adres woonachtig, ouder/kind) die als ingezetene in de BRP zijn ingeschreven, ongeacht de leeftijd, om daaruit vervolgens de belastingplichtige te kunnen destilleren. De bepaling van de belastingplicht geschiedt op peildata. Wie bijvoorbeeld op 1 januari hoofdbewoner is van een woning, is de belastingplichtige die een aanslag waterschapsbelasting of rioolbelasting tegemoet kan zien. Het is dus zaak dat de gegevens die de belastingheffers uit de BRP ontvangen inhoudelijk correct zijn, omdat bij incorrecte gegevens de aanslag bij de verkeerde persoon terecht kan komen. Cruciale gegevens voor de vaststelling van de belastingplicht zijn: identificerende gegevens (mede voor de juiste tenaamstelling van de belastingaanslag) adresgegevens en de bewoning op een adres op peildatum leeftijd, gezinsrelaties (ouder(s), kind(eren), inwonende personen, huwelijk-/partnerschap.
Pagina 43 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Voor de WOZ is de belastingplichtige de eigenaar van een onroerende zaak. Het Kadaster registreert wie eigenaar is van een onroerende zaak. Vaak zijn dat natuurlijke personen. De identificerende en adresgegevens van deze natuurlijke personen zijn, voor zover het inwoners zijn van Nederland, afkomstig uit de BRP. Niemand betaalt graag belasting. Om die reden zullen personen die ten onrechte als belastingplichtige worden aangemerkt, willen aantonen dat er ergens een fout is gemaakt. Daarnaast zijn er personen die zullen proberen zich aan de belastingplicht te onttrekken, door fouten te veroorzaken in de administratie van de overheid. Daarbuiten zijn er ook personen die door hun levenswijze moeilijk inpasbaar zijn in de overheidsadministratie, bijvoorbeeld omdat ze wonen op een voor de overheid niet bestaand adres. Uiteindelijk is het voor de belastingheffers slechts relevant dat ze de juiste belastingplichtige kunnen bereiken, opdat deze aan zijn verplichtingen kan voldoen. Daarom kan het zijn dat de belastingheffer over een correspondentieadres beschikt (bijvoorbeeld in de vorm van postbus), dat niet overeenstemt met het adres in de BRP.
Pagina 44 van 50
Gegevens over OUDER1 van de PERSOON
02.62.10
Datum ingang familierechtelijke betrekking Ouder1
x
Omschrijving situatie die wel/niet leidt tot gerede twijfel
Terugmelden
02
Kwalificeren d Verplichting burger
OMSCHRIJVING Authentiek
RUBRIEK
Identificeren d
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Nee
Nee, tenzij
Nee
Ja
Voor zover ingevuld bevat de categorie OUDER01 of OUDER02 gegevens van de ouders waarmee een kind familierechtelijke betrekkingen heeft. Bij het ontbreken van een dergelijke ouder blijft de categorie leeg. Gegevens van pleegouders komen niet in deze categorie voor. Een heffingsambtenaar die een beslissing moet nemen op een kwijtscheldingsverzoek voor een gezin, waarvan ook een pleegkind deel uitmaakt, gebruikt voor zijn beslissing ook de gegevens van dat pleegkind. Voor de belastingheffers is de juridische datum ingang familierechtelijke betrekking van belang. Die kan afwijken van het gegeven in de BRP. Daarom in dat soort gevallen niet terugmelden.
Pagina 45 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Sociale Zekerheid en Sociale Recherche Typering taak: brengen (m.u.v. sociale recherche) Typering burger: haler Context gebruiker Er bestaan tal van wettelijke mogelijkheden op grond waarvan een burger een beroep kan doen op een inkomensvoorziening, Gemeenten verzorgen de bijstandsuitkeringen (WWB, Ioaw, Ioaz, Bzn) en UWV, SVB voeren WW, ZW respectievelijk AOW, AKW uit. Voor de meeste van deze voorzieningen zijn persoonsgegevens nodig uit de BRP. Dit betreft gegevens ter identificatie en ter vaststelling van het recht op en de hoogte van de voorziening. De correctheid van gegevens in de BRP is, naast andere gegevens zoals bijvoorbeeld de hoogte van het laatst genoten inkomen, direct van invloed op de vaststelling van het recht. Om die reden heeft de burger er enerzijds belang bij dat diens gegevens in de BRP met de werkelijkheid overeenstemmen. Anderzijds is het ook mogelijk dat afwijkingen in de BRP in zijn voordeel kunnen werken. Een uitkering voor een alleenstaande ongehuwde moeder met kinderen is hoger, dan een uitkering voor een alleenstaande ongehuwde moeder met kinderen die op haar adres een kamer verhuurt aan een student. Door de student niet op haar adres in te laten schrijven, worden de studentgegevens ook niet geleverd aan de uitkerende gemeente en volgt er geen korting op de uitkering. De hoogte van de uitkering is, zoals ook uit het voorbeeld blijkt, afhankelijk van het inkomen dat de betrokkene nog zelf kan genereren. Voor de AOW geldt het leeftijdscriterium. Vanaf 65 jaar bestaat er een recht op het algemeen ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet. Dus is het in het belang van de burger om de juiste leeftijd in de BRP te hebben staan, nog los van het feit dat ook het verblijf in Nederland gedurende een bepaalde periode een rol speelt. Kortom elke ´uitkerende instantie´ past de door de wet bepaalde criteria voor zijn voorziening toe, die moeten leiden tot een besluit over het al dan niet toekennen van een uitkering. Steeds is de waarde van (verschillende) BRP-gegevens bepalend voor de toetsing door de instantie. Omdat het ´spelen met o.a. de BRP-gegevens´ de burger rechtstreeks financieel voordeel kan opleveren, voert de sociale zekerheidsector ook fraudeopsporingstaken uit. Voor die opsporingstaken zijn sociaal rechercheurs bevoegd om de door cliënten opgegeven gegevens te controleren op juistheid.
Pagina 46 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Cruciale gegevens voor de vaststelling van het recht op een inkomensvoorziening zijn: Gegevens van belang voor uitvoering identificerende gegevens (mede voor de juiste WWB, Ioaw, Ioaz, Bbz, Akw, Zw, tenaamstelling van de beschikking) cetera leeftijd (kwalificerend) WWB, Ioaw, Ioaz, Bbz, Akw, Zw, cetera adresgegevens WWB, Ioaw, Ioaz, Bbz, Akw, Zw, cetera bewoning op een adres WWB, Ioaw, Ioaz gezinsrelaties (ouder(s), kind(eren), inwonende WWB, Ioaw, Ioaz, Bbz, Akw, Zw, personen, huwelijk-/partnerschap, cetera
Pagina 47 van 50
AOW, WW et AOW, WW et AOW, WW et
AOW, WW et
Door Gemeenten en ISD, SVB, UWV, Sociale recherche Gemeenten en ISD, SVB, UWV, Sociale recherche Gemeente en ISD, SVB, UWV, Sociale recherche Gemeente, Sociale recherche Gemeenten en ISD, SVB, UWV, Sociale recherche
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Gegevens over OUDER1 van de PERSOON
02.62.10
Datum ingang familierechtelijke betrekking Ouder1
x
x
Omschrijving situatie die wel/niet leidt tot gerede twijfel
Terugmelden
02
Kwalificeren d Verplichting burger
OMSCHRIJVING Authentiek
RUBRIEK
Identificeren d
De situaties waarinj gebruikers tegen gerede twijfel aanlopen, zijn beschreven op gegevensniveau in hoofdstuk 3. Daarbuiten zijn nog de volgende situaties relevant.
Nee
Nee, tenzij
Nee
Ja
Voor zover ingevuld bevat de categorie OUDER01 of OUDER02 gegevens van de ouders waarmee een kind familierechtelijke betrekkingen heeft. Bij het ontbreken van een dergelijke ouder blijft de categorie leeg. Gegevens van pleegouders komen niet in deze categorie voor. Een uitkeringsambtenaar die een beslissing moet nemen op een uitkeringsverzoek voor een gezin, waarvan ook een pleegkind deel uitmaakt, gebruikt voor zijn beslissing ook de gegevens van dat pleegkind. Voor de uitkeringsambtenaar is de juridische datum ingang familierechtelijke betrekking van belang. Die kan afwijken van het gegeven in de BRP. Daarom in dat soort gevallen niet terugmelden.
Pagina 48 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Vergunningverlening Typering taak: brenger Typering burger: haler Context gebruiker Nederland kent een omvangrijk vergunningen- en ontheffingenstelsel waarmee zowel rechtspersonen als natuurlijke personen te maken hebben. De uitvoering van dat stelsel is verspreid over de verschillende overheidsorganen. Gemeenten verzorgen de vergunningverlening en handhaving op het gebied van Winkeltijden, Drank- en horecabedrijf, Kansspelen, Huisvesting, Omgeving (op onderdelen gecombineerd met ander overheidsorganen), de Algemene plaatselijke verordeningen en Gehandicaptenparkeerkaart. Thema’s waarvoor de provincie verantwoordelijk is zijn onder meer Kunst en Cultuur, Verkeer en Vervoer, Natuur en Landschap, Gezondheid. Voor vergunningen op het gebied van bijvoorbeeld vervoer door taxi’s en bussen ligt de verantwoordelijkheid bij het Rijk. In de gevallen dat een vergunning niet persoonsgebonden is, zijn voor de verwerking daarvan doorgaans slechts naam en adresgegevens van belang. Een voorbeeld daarvan is een omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen. De persoonsgegevens zijn dan slechts noodzakelijk voor het op naam stellen van de vergunning. Het gaat er immers om of mag worden gebouwd op bepaalde plek. Een dergelijke vergunning is namelijk ook overdraagbaar. Er zijn ook vergunningen die persoonsgebonden zijn, bijvoorbeeld omdat een dergelijke vergunning gebonden is aan de kwalificaties waaraan de aanvrager moet voldoen. Dat is onder meer het geval bij de Drank- en Horecavergunning, waarbij de aanvrager over bepaalde horecavak diploma’s dient te beschikken. Voor sommige vergunningen gelden vereisten, waarvoor het bewijs moet komen uit de BRP. Het leeftijdsvereiste 18 jaar of ouder geldt voor een rijbewijs. Een bedrijfsleider van een drank- en horeca-inrichting moet 21 jaar of ouder zijn, niet onder curatele staan en ook niet uit de ouderlijke macht zijn ontzet. Ook het woonplaatsvereiste dat geldt voor raadsleden, wethouders en burgemeesters, moet worden aangetoond met behulp van de BRP.
Pagina 49 van 50
Handreiking gerede twijfel voor gebruikers van BRP –gegevens | april 2014
Gegevens identificerende gegevens (voor de juiste tenaamstelling van de beschikking)
adresgegevens
van belang voor uitvoering Alle vergunningen en ontheffingen op naam van een natuurlijk persoon voor zichzelf of als vertegenwoordiger van een rechtspersoon. Vergunningen / ontheffingen die leeftijdsvereisten kennen. Gemeentewet, et cetera.
Gegevens over de gezagsverhouding
Drank- en horecawet
leeftijd (kwalificerend)
Door Gemeenten, Provincie, Rijk (o.m. ZBO’s, Agentschappen), Bestuursorganen van Gemeenschappelijke regelingen
Gemeenten, Provincie, Rijk (o.m. ZBO’s, Agentschappen), Bestuursorganen van Gemeenschappelijke regelingen Gemeenten, Provincie, Rijk (o.m. ZBO’s, Agentschappen), Bestuursorganen van Gemeenschappelijke regelingen Gemeenten, Provincie, Rijk (o.m. ZBO’s, Agentschappen), Bestuursorganen van Gemeenschappelijke regelingen
De situaties waarin gebruikers tegen gerede twijfel aanlopen, zijn beschreven op gegevensniveau in Bijlage 2. Per soort vergunning of ontheffing kan de waarde van een van de kwalificerende BRP-gegeven voorwaardenscheppend zijn voor het al dan niet verlenen ervan.
Pagina 50 van 50