Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Uitbreiding|renovatie bestaande hal a/d Meerpaal 26 + 28 te Oosterhout
Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Uitbreiding|renovatie bestaande hal a/d Meerpaal 26 + 28 te Oosterhout
Opdrachtgever
: Thema Park B.V. Postbus 505 4900 AM Oosterhout
Projectnummer
: 20100523-03
Status rapport / versie nr.
: Definitief 02
Datum
: 13 april 2016
Opgesteld door
: ing. H.P.C. van Oosterhout
Gecontroleerd door
: M.R. Abbenhuis
Voor akkoord
: M.R. Abbenhuis
Paraaf :
Versie nr.
Datum
Omschrijving
Opgesteld door
Gecontroleerd door
C01
08-01-2016
Rapportage gelijkwaardigheid
HO
MAb
D01
14-03-2016
Rapportage gelijkwaardigheid
HO
MAb
D02
13-04-2016
Rapportage gelijkwaardigheid
HO
MAb
Postbus 4156 4900 CD Oosterhout Hoevestein 20b 4903 SC Oosterhout
t.(0162) 456481 f.(0162) 435588
[email protected] www.ageladviseurs.nl
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
INHOUD
1
2
3
4
5
6 7
8
20100523-03 13 april 2016 blad 1
blz.
INLEIDING
3
1.1
Aanleiding
3
1.2
Doel van het onderzoek
3
UITGANGSPUNTEN
4
2.1
Van toepassing zijnde voorschriften
4
2.2
Overige uitgangspunten
5
2.3
Gehanteerde literatuur
5
VUURLASTBEREKENING EN TOETSING “BEHEERSBAARHEID VAN BRAND”
6
3.1
Principe van de methode Beheersbaarheid van Brand
6
3.2
Gebruik van de methode
6
3.3
Maatregelenpakket
6
3.4
Maatregelenpakket I
7
3.5
Kenmerken maatregelenpakket I
7
3.6
Toepassing BvB
8
CONSTRUCTIE ONDERDELEN EN BUITENSCHIL
9
4.1
(Hoofd)draagconstructie (sterkte bij brand)
9
4.2
Brandvoortplanting en rookdichtheid van constructieonderdelen
9
4.3
Brandgevaarlijk dak
9
BEREKENING WBDBO BEPERKING UITBREIDING VAN BRAND
10
5.1
11
Bepaling WBDBO-eisen omhulling 5.1.1
WBDBO – eis
11
5.1.2
Toeslag
11
5.1.3
Bijdrage gevels
11
5.1.4
Conclusie WBDBO – eis omhulling
12
ONTVLUCHTING LOOPAFSTANDEN EN VULTIJDENMODEL
13
6.1
13
Loopafstanden
INSTALLATIES EN VOORZIENINGEN TBV BESTRIJDEN VAN BRAND
14
7.1
Brandmeldinstallatie (BMI)
14
7.2
Ontruimingsinstallatie
14
7.3
Algemene noodverlichting
14
7.4
Vluchtroute aanduiding
14
7.5
Brandslanghaspels
14
7.6
Draagbare blustoestellen
15
7.7
Bereikbaarheid
15
7.8
Openbare bluswatervoorziening
15
CONCLUSIE
16
© AGEL adviseurs 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
20100523-03 13 april 2016 blad 2
BIJLAGEN
1
Berekening gemiddelde en permanente vuurlast
© AGEL adviseurs 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
1
1.1
20100523-03 13 april 2016 blad 3
INLEIDING
Aanleiding
Dit rapport is opgesteld ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning met de activiteit bouwen voor de uitbreiding | renovatie van een bestaande hal aan de Meerpaal 26 + 28 te Oosterhout. Thema Park B.V.. heeft opdracht gegeven aan AGEL adviseurs om een vuurlastberekening op te stellen en een toetsing aan het brandveiligheidsconcept “Beheersbaarheid van Brand” uit te voeren en daarvan een rapportage op te stellen. 1.2
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is het aantonen van een gelijkwaardigheid waarmee voldaan wordt aan artikel 1.3 “Gelijkwaardigheidsbepaling” zoals in het Bouwbesluit 2012 is opgenomen. Het bouwplan is voorgesteld als 1 brandcompartiment groter dan 1000 m² met een gebruiksoppervlakte van max. 4200 m². Ten aanzien van het brandcomparteringsaspect wordt op basis van dit rapport gelijkwaardigheid geboden.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
2
20100523-03 13 april 2016 blad 4
UITGANGSPUNTEN
2.1
Van toepassing zijnde voorschriften
Van toepassing is hierbij het Bouwbesluit 2012, artikel 1.3. Artikel 1.3; Lid 1. Aan een in hoofdstuk 2 tot en met 7 gesteld voorschrift behoeft niet te worden voldaan indien het bouwwerk of het gebruik daarvan anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt als is beoogd met de in die hoofdstukken gestelde voorschriften.
Lid 2. Een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in het eerste lid wordt bij het gebruik van het bouwwerk in stand gehouden.
Toelichting bij artikel 1.3, lid 1 en lid 2. Het eerste lid biedt de mogelijkheid om van een in de hoofdstukken 2 tot en met 7 gestelde prestatie-eis af te wijken. Het staat de aanvrager, melder of gebruiker vrij om te kiezen uit een of meer (andere) bouwtechnische, gebruikstechnische of organisatorische oplossingen of combinaties daarvan. Bij een beroep op gelijkwaardigheid moet ten genoegen van het bevoegd gezag worden aangetoond dat het bouwwerk of het gebruik daarvan ten minste eenzelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu biedt als is beoogd met het betrokken voorschrift. Dit betekent dat bij elk beroep op gelijkwaardigheid moet worden getoetst aan alle peilers die bij een bepaalde prestatie-eis een rol spelen. Een prestatie-eis die bijvoorbeeld gebaseerd is op de peilers veiligheid en bruikbaarheid zal afhankelijk van het gewicht van die peilers in hoofdstuk 2 of in hoofdstuk 4 zijn opgenomen. Een gelijkwaardige oplossing voor die prestatie-eis moet daarom, ondanks het feit dat de prestatie-eis in een van genoemde hoofdstukken is opgenomen, in de zelfde mate recht doen aan beide peilers. Als de voorgestelde oplossing gelijkwaardig is dan zal het bevoegd gezag het beroep op gelijkwaardigheid honoreren. Het systeem van gelijkwaardigheid bij het gebruik van een bouwwerk werkt hetzelfde als het systeem van gelijkwaardige bouwkundige oplossingen. Wanneer de gebruiker bijvoorbeeld een brandgevaarlijke stof op een andere manier opslaat dan in dit besluit is voorgeschreven, levert dit geen overtreding van dat voorschrift op als die andere wijze van opslag dezelfde mate van brandveiligheid biedt als bedoeld is in dit besluit. Er moet daarvoor uiteraard wel een beroep op de gelijkwaardigheidsbepaling worden gedaan. Ook is het bijvoorbeeld zo dat wanneer de eigenaar/verhuurder van een gebouw beschikt over een certificaat waarmee de brandveiligheid van het gebruik van het bouwwerk voldoende wordt geborgd, dit certificaat kan worden gebruikt om aannemelijk te maken dat sprake is van een gelijkwaardige oplossing. Brandcompartimenten en gelijkwaardigheid Het Bouwbesluit 2003 kende een afdeling Grote brandcompartimenten (afdeling 2.22). Essentie van die afdeling was dat een groot brandcompartiment of subbrandcompartiment een zelfde mate van brandveiligheid moest bieden als de (kleinere) compartimenten waar wel prestatieeisen voor waren opgenomen. In dit besluit is een dergelijke afdeling niet opgenomen. Het realiseren van een groter brandcompartiment vindt voortaan plaats met een beroep op de gelijkwaardigheidsbepaling. De gelijkwaardigheidsbepaling maakt het mogelijk een groter brandcompartiment of subbrandcompartiment te realiseren dan is toegestaan op grond van de prestatie-eisen in de afdelingen 2.10 (Beperking van uitbreiding van brand) en 2.11 (Verdere
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
20100523-03 13 april 2016 blad 5
beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook). Bij het beroep op gelijkwaardigheid moeten het compartiment en de inrichting daarvan zodanig zijn dat er sprake is van een aan genoemde afdelingen gelijkwaardige brandveiligheid. Een bouwplan mag dus niet zonder meer worden afgewezen omdat de brand- of subbrandcompartimenten groter zijn dan in de afdelingen 2.10 en 2.11 is aangegeven. Het tweede lid maakt duidelijk dat een aan een omgevingsvergunning verbonden gelijkwaardige oplossing ook tijdens de gebruiksfase van een gebouw in stand moet worden gehouden. 2.2
Overige uitgangspunten
Dit rapport ontleent onderbouwingen op basis van genoemde literatuur onder punt 2.1 – uitgangspunten. Verder zijn de onderstaande uitgangspunten en gegevens gehanteerd als leidraad voor de rapportage: Verwijzing naar bouwkundige tekeningen; o 30DO00 situatietekening d.d. 14-03-2016 o 30DO10 plattegronden d.d. 14-03-2016 o 30DO20 gevelaanzichten d.d. 14-03-2016 o 30DO30 gevelfragment 1 d.d. 14-03-2016 o 30DO31 gevelfragment 2 d.d. 14-03-2016 o 30DO32 gevelfragment 3 d.d. 14-03-2016 De vuurlastberekening is conform NEN 6090 uitgevoerd, op basis van de kengetallen zoals beschreven in bijlage A van het rapport Beheersbaarheid van Brand 2007, deel 2: toepassingsinstructie BvB van Oranjewoud SAVE, d.d. april 2007; Op basis van de vuurbelasting is de toetsing gedaan aan het brandveiligheidsconcept “Beheersbaarheid van brand 2007”; Toetsing aan het vultijdenmodel grote brandcompartimenten is niet verder uitgewerkt omdat voldaan wordt aan de loopafstanden voor ontvluchting zoals vereist. 2.3
Gehanteerde literatuur Het Bouwbesluit 2012, artikel 1.3, lid 1 en lid 2; Beheersbaarheid van Brand, uitgegeven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken; Beheersbaarheid van Brand 2007, uitgegeven door Oranjewoud SAVE; Richtlijnen en achtergronden vultijdenmodel grote brandcompartimenten; TNO rapport 96CVB-R0330(1); Handreiking grote brandcompartimenten, uitgegeven door TNO; De vuurbelastingen zijn gebaseerd op de verbrandingswaarden uit “vuurbelastingen in industriegebouwen” uitgegeven door het Nibra te Arnhem en op basis van NEN 6090; vanuit het brandcompartiment naar de omgeving.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
3
3.1
20100523-03 13 april 2016 blad 6
VUURLASTBEREKENING EN TOETSING “BEHEERSBAARHEID VAN BRAND”
Principe van de methode Beheersbaarheid van Brand
De methode BvB (Beheersbaarheid van Brand) geeft geen bepaalde, vaste omvang aan voor brandcompartimenten, maar stelt de omvang afhankelijk van de situering, van de aan te brengen voorzieningen en van de hoeveelheid brandbaar materiaal aan en in een groot brandcompartiment. Het gaat hier om brandbare bestanddelen van de constructie (permanente vuurbelasting) plus het beoogde maximaal aanwezig brandbaar materiaal (variabele vuurbelasting). De verbrandingswaarde van de materialen is daarbij van belang. De methode BvB is dus gebaseerd op de hoeveelheid aanwezig brandbaar materiaal. Bij weinig brandbaar materiaal kan men dus met beperkte voorzieningen tot veel grotere brandcompartimenten komen dan de maximale eisen aangegeven vanuit het Bouwbesluit. Is meer brandbaar materiaal aanwezig, dan kunnen de vereiste voorzieningen toenemen, maar dan nog steeds zijn grote brandcompartimenten mogelijk. De hoeveelheid brandbaar materiaal wordt vertaald naar een totale vuurlast in Megajoules/m². De WBDBO van de omhullende constructie hangt, meestal, af van de permanente vuurlast. De bedoelde omhulling bestaat uit wanden en vloeren die als begrenzing van het compartiment dienen, met inbegrip van de aanwezige ruimte op eigen terrein en langs de perceelsgrenzen. 3.2
Gebruik van de methode
Met het oog op de gewenste inrichting en het gewenste gebruik van het gebouw kan er gekozen worden uit verschillende maatregelenpakketten. Een maatregelpakket bevat aanwijzingen voor de uit oogpunt van beheersing van brand te treffen voorzieningen. Die voorzieningen zijn primair gericht op het voorkomen van schade buiten het brandcompartiment en verschillen onder andere in de mate van schadebeperking er binnen. De pakketten hebben elk een eigen toepassingsgebied in termen van gebruiksfuncties, de aard van betrokken brandcompartimenten en combinatiemogelijkheden daarvan in gestapelde bouw. 3.3
Maatregelenpakket
De maatregelen en voorzieningen die nodig zijn om brand in een groot brandcompartiment afdoende te kunnen beheersen zijn uitgewerkt in vier pakketten. De pakketten zijn toegesneden op relatief eenvoudige situaties waarbij getracht is de meest voorkomende gevallen af te kunnen dekken. Elke maatregelpakket is vanuit een bepaalde veiligheidsvisie samengesteld. Kerngedachte daarbij is dat de bouwkundige en installatietechnische voorzieningen die zijn getroffen ervoor zorgen dat de brand zich niet buiten de omhulling van het grote brandcompartiment kan uitbreiden. Extra repressieve inzet is in beginsel niet nodig. Voor alle pakketten geldt dat de brandweer volgens gebruikelijke inzetmethoden te werk gaat. Ze zijn vooraf niet gebonden aan andere inzetscenario’s dan bij brandbestrijding in reguliere (kleinere) brandcompartimenten die wel voldoen aan de grenswaarden in het Bouwbesluit 2003. De vier pakketten hebben elk hun eigen toepassingen in de zin dat voorwaarden gesteld worden aan de te huisvesten gebruiksfuncties, aan de vorm van het brandcompartiment alsmede aan de combinatiemogelijkheden met andere gebouwdelen.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
20100523-03 13 april 2016 blad 7
Maatregelpakket I: Dit maatregelpakket kan als basispakket worden beschouwd. De maximaal toegestane vuurlast binnen het compartiment volgens deze uitvoering is 300 ton vurenhoutequivalent (5700 GJ). De grootte van het brandcompartiment is hiervan een directe afgeleide. De gedachte achter dit maatregelpakket is dat de branduitbreiding vooral door bouwkundige voorzieningen wordt beperkt. Het toepassen van een extra veiligheidstoeslag bij het bepalen van de brandwerendheid van grote wanden en gevels zorgt ervoor dat de omhullende scheidingsconstructies in staat zijn de brandhaard binnen het brandcompartiment te houden en/of voorkomen dat een brand overslaat. Maatregelpakket II: Dit pakket is met name bedoeld voor grote brandcompartimenten, waar de condities zodanig zijn dat de brandhaard zich relatief langzaam uitbreidt en waar bovendien geen ophoging van rook en warmte ontstaat. De beperkte snelheid van brandontwikkeling en voorzieningen om rook- en warmte doelmatig te kunnen afvoeren zijn als harde condities voor dit pakket vastgelegd. Verder is de aanwezigheid van een gecertificeerde automatische brandmeldinstallatie met doormelding verplicht. Maatregelpakket III: Het derde pakket is specifiek bedoeld voor industriële brandcompartimenten bestemd voor compact gestapelde bulkopslag waarbij sprake is van een lage afbrandsnelheid. De maatregelen om de brand te beheersen zijn gericht op een snelle alarmering door middel van een gecertificeerde automatische brandmeldinstallatie met doormelding in combinatie met hoge brandwerendheidseisen voor de omhullende constructie, inclusief verbindingen naar aangrenzende ruimten. Maatregelpakket IV: Het vierde maatregelpakket gaat uit van de aanwezigheid van een gecertificeerde automatische blusinstallatie (sprinkler). 3.4
Maatregelenpakket I
Voor de uitbreiding | renovatie van de bestaande hal is op basis van de maatregelen gekozen voor het maatregelpakket I. De totale WBDBO – eis kan per zijde varieëren van 60 tot 240 min. Bij aanbouw of opbouw vertaalt deze eis zich direct in onder andere de vereiste brandwerendheid van de scheidingsconstructie. Het aantal enkelvoudig uitgevoerde verbindingen naar naburige compartimenten in deze scheidingen, is beperkt tot twee. Aanvullende verbindingen moeten dubbel worden uitgevoerd. Voor gevels hangt de precieze eis mede af van de situering; vooral de vrije ruimte die voor de gevel aanwezig is. De methode bevat een specifieke berekening van de afstandbijdrage tot de WBDBO. 3.5
Kenmerken maatregelenpakket I
Voor maatregelpakket I geldt dat er geen brandcompartiment mag worden gerealiseerd met een inwendige hoogte hoger dan 15 meter. Hieraan gerelateerd is er tevens een beperking gesteld aan de gebruiksoppervlakte die op de verdiepingen aanwezig mag zijn, te weten 50% van het grondvlak. De achtergrond hiervan is dat het gelijkwaardigheidsbeginsel van de methode BvB niet is bedoeld om brandcompartimenten met complexe indelingen te realiseren.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
3.6
20100523-03 13 april 2016 blad 8
Toepassing BvB
De beoogde uitbreiding | renovatie van de bestaande hal wordt gezien als één brandcompartiment (en één subbrandcompartiment), waarbij de kantoorfunctie een ondergeschikte functie heeft aan de winkelfunctie. De kantoorruimten worden enkel gebruikt voor de administratie van de winkel. Uitgangspunt voor de berekening van de vuurbelasting is het totale brandcompartiment. Het brandcompartiment heeft een totale gebruiksoppervlakte van max. 4200 m² waarop de gemiddelde vuurbelasting, zoals gesteld in het brandveiligheidsconcept “Beheersbaarheid van Brand”, is bepaald. Op basis van de toe te passen bouwmaterialen is de permanente vuurbelasting bepaald en de variabele vuurbelasting is bepaald op basis van gegevens zoals deze zijn aangegeven in de aangevraagde milieuvergunning. Als de permanente en variabele vuurbelasting zijn bepaald wordt de gemiddelde en maatgevende vuurbelasting voor het brandcompartiment bepaald. In de berekeningen zijn de aantallen en afmetingen en gewichten vermeld met de bijbehorende verbrandingswaarden waarmee de gemiddelde vuurbelasting is bepaald voor het gehele brandcompartiment. De maatgevende vuurbelasting is bepaald over de aaneengesloten 1000 m² van het bruto grondoppervlak waar(boven) zich de grootste bijdrage aan de vuurlast bevindt. Voor de berekeningen wordt verwezen naar bijlage 1. Resultaten: Gemiddelde vuurbelasting: Maatgevende vuurbelasting:
1328.6 MJ/m² (69.9 Kg/m² equivalent vurenhout) 1328.6 MJ/m² (69.9 Kg/m² equivalent vurenhout)
Met de berekende gemiddelde vuurbelasting is het gewenste brandcompartiment met een gebruiksoppervlakte van max. 4200 m² toelaatbaar. Gekozen is voor maatregelpakket I. Conform het brandveiligheidsconcept is er een beheersbaar brandcompartiment waarbij de andere aspecten, gerelateerd aan de afmetingen van het compartiment, zoals WBDBO en de ontvluchting in de hoofdstukken 2 t/m 7 nader beschouwd worden.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
4
4.1
20100523-03 13 april 2016 blad 9
CONSTRUCTIE ONDERDELEN EN BUITENSCHIL
(Hoofd)draagconstructie (sterkte bij brand)
Aangezien in het gebouw geen verblijfsgebied hoger is gelegen dan 5,0 meter boven meetniveau (aansluitende terrein) is er geen sprake van een eis voor brandwerendheid van de hoofddraagconstructie. 4.2
Brandvoortplanting en rookdichtheid van constructieonderdelen
De constructie onderdelen aan de buitengevel (m.u.v. kozijn- en deurconstructies) van het bouwwerk dienen over een hoogte van tenminste 2,5 meter vanaf maaiveld te voldoen aan klasse 4 overeenkomstig NEN 6065. Naar de besloten ruimten toegekeerde zijden van constructieonderdelen dienen te worden uitgevoerd met een rookdichtheid, overeenkomstig NEN 6066, niet groter dan 10 m-1. De constructieonderdelen, met uitzondering van het dak, de vloer, of de bovenzijde van de trap, dienen te worden uitgevoerd met een bijdrage tot brandvoortplanting, overeenkomstig NEN 6065, van tenminste klasse 4. De vloeren en bovenzijden van trappen dienen te voldoen aan klasse T3 van NEN 1775.
Nederlandse brand- en rookklassen NEN 6064
NEN 6065
Onbrandbaarheid
brandvoortplantings klasse
Materialen
constructieonderdelen m.u.v. bovenzijde vloer trap of hellingbaan
Euroklassen NEN 1775
bovenzijde van vloer trap of hellingbaan
vluchtroute 1 2 andere toepassing 1 2 3 4
NEN 6066
NEN-EN 13500-1
rookproductie klassen
brandvoortrookplantings productie klassen klasse materialen/constructie onderdelen
alle constructie onderdelen
5,4 m -1 2,2 m -1
T1 T2 T3
10 m -1 en lager 10 m -1 en lager 10 m -1 en lager 10 m -1 en lager 10 m -1 en lager 10 m -1 en lager 10 m -1 en lager
Onbrandbaar
B
s2
A2 B C D Cn Cn Dn A1 of A1n
s2 s2 s2 s2 s1n s1n s1n
Overzicht huidige Nederlandse brandvoortplanting – en rooklassen en de euroklassen
4.3
Brandgevaarlijk dak
Het nieuwe dak dient overeenkomstig NEN 6063 niet brandgevaarlijk te zijn.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
5
20100523-03 13 april 2016 blad 10
BEREKENING WBDBO BEPERKING UITBREIDING VAN BRAND
De basiseis voor WBDBO van de omhulling van een BvB – brandcompartiment dat voldoet aan maatregelpakket I is direct afgeleid van de maatgevende vuurbelasting uitgedrukt in kg_vh/m². Dat wil zeggen dat de maatgevende vuurbelasting vuurbelasting 14,8 kg_vh/m² leidt tot een basiseis voor de WBDBO van de omhulling van 15 minuten. Bij wanden en vloeren die deel uitmaken van de omhulling van een BvB – brandcompartiment wordt in maatregelpakket I gerekend met een toeslag op de basiseis voor de WBDBO van de omhulling. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de afmetingen van de betreffende gevels en kan worden bepaald met behulp van de onderstaande grafiek.
De toeslag kan vervallen als er loodrecht op een buitengevel van een BvB- brandcompartiment op eigen perceel een onbebouwde (vrije) ruimte aanwezig is van 5 meter of meer. Dit geldt ook voor buitengevels gericht op de perceelsgrens. Een bijtelling is dan niet nodig omdat de afstand al de nodige extra veiligheid biedt bij het voorkomen van brandoverslag. Bij een uitwendige scheidingsconstructie wordt bij het bepalen van de WBDBO – eis rekening gehouden met de bijdrage van de gevel van het tegenoverliggende gebouw en de onderlinge afstand. De werkelijke benodigde brandwerendheid van de gevel kan dus lager zijn dan de vereiste WBDBO van de omhulling.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
5.1
5.1.1
20100523-03 13 april 2016 blad 11
Bepaling WBDBO-eisen omhulling
WBDBO – eis
De basiseis voor de WBDBO van de omhulling van een Beheersbaarheid van Brand compartiment dat voldoet aan maatregelpakket 1 is direct afgeleid van de maatgevende vuurbelasting. De maatgevende vuurlast is gelijk aan de gemiddelde vuurlast is 69,9 kg_vurenhout/m² ofwel afgerond 60 minuten WBDBO.
5.1.2
Toeslag
Toeslag is een veiligheidsmarge bovenop de basiseis voor de WBDBO voor een deel van de omhulling van het Beheersbaarheid van Brand-compartiment. Bij wanden en gevels die deel uitmaken van de omhulling van een Beheersbaarheid van Brand compartiment wordt in maatregelpakket 1 gerekend met een toeslag op de basiseis voor de WBDBO van de omhulling. Naarmate het vlak dat door brand is belast, groter wordt, nemen ook de risico’s toe dat deze constructie zal falen en de brand niet binnen kan houden. De toeslag op de buitengevels kan vervallen als er loodrecht op een buitengevel van een beheersbaarheid van Brand – compartiment op eigen perceel een onbebouwde ruimte van 5 meter of meer aanwezig is. In onderhavige situatie zijn er geen naburige brandcompartimenten gelegen op het perceel en bedraagt de afstand van de achtergevel tot de perceelsgrens min. 5 meter (spiegelsymmetrie 10m). Toegepaste toeslag bedraagt dus 0 minuten.
5.1.3
Bijdrage gevels
Op plaatsen waar een brandcompartiment wordt afgescheiden door een buitengevel is de vrije ruimte voor die gevel van invloed op de uiteindelijke vereiste brandwerendheid. Bij het halen van de WBDBO - eis levert ook de afstand een bijdrage, maar ook de brandwerendheid van de overliggende gevel (buurgevel) een bepaalde WBDBO. Bijdrage Ca (afstand) Afstand draagt bij aan de weerstand tegen brandoverslag. Bij gebouwen die ver uit elkaar liggen is de kans dat brand overslaat kleiner dan bij gebouwen die vlak naast elkaar liggen. De bijdrage aan de WBDBO van de afstand tot een tegenoverliggende gevel wordt bepaald door rekening te houden met de intensiteit van straling vanuit het brandcompartiment op de aangestraalde overliggende gevel. Is de stralingsintensiteit op de overliggende gevel bekend dan kan de afstandsbijdrage Ca hieruit worden afgeleid. Bijdrage Cb (buurgevel) In het geval van bebouwing op eigen perceel moet de werkelijke waarde van de brandwerendheid van de tegenoverliggende gevel (van buiten naar binnen) in mindering worden gebracht op de vereiste WBDBO van de beschouwde gevel. Langs de perceelsgrens moet vanwege spiegelsymmetrie worden uitgegaan van een fictief gebouw op het aangrenzende perceel. Binnen de methode Beheersbaarheid van Brand wordt voor de bijdrage aan de WBDBO in dat geval een standaardwaarde van 30 minuten aangehouden.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
5.1.4
20100523-03 13 april 2016 blad 12
Conclusie WBDBO – eis omhulling
Aangezien alle gevels zijn gelegen op een afstand van meer dan 5m van een naburig brandcompartiment of perceelsgrens, is er geen eis met betrekking tot de WBDBO van deze gevels. Voor de achtergevel geldt een minimale WBDBO - eis van 30 minuten. Gevel
Voorgevel Linker zijgevel Achtergevel Rechter zijgevel
WBDBO-eis op basis van vuurlast 60 60 60 60
Toeslag (indien van toepassing) 0 0 0 0
Bijdrage WBDBO afstand Ca min. 60 min. 60 60 min. 60
Bijdrage WBDBO buurgevel Cb 0 0 30 0
Vereiste WBDBO gevel (in minuten) 0 0 0 0
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
6
6.1
20100523-03 13 april 2016 blad 13
ONTVLUCHTING LOOPAFSTANDEN EN VULTIJDENMODEL
Loopafstanden
Op elk punt van een voor personen bestemd gedeelte van een vloer begint een vluchtroute die leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg. De gecorrigeerde loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en ten minste een uitgang van het subbrandcompartiment waarin dat gebruiksgebied ligt, is niet groter dan 30m. In afwijking hierop, wordt bij een niet nader in te delen gebruiksgebied en bij een verblijfsruimte in plaats van de gecorrigeerde loopafstand uitgegaan van de loopafstand die niet groter is dan 30m. Er kan worden afgeweken van de loopafstanden zoals hierboven beschreven indien de aangewezen gebruiksoppervlakte van een brandcompartimenten bij een bezetting van minder dan 1 persoon niet groter is dan: Bij 1 persoon per 12m² gebruiksoppervlakte wordt loopafstand 45m; Bij 1 persoon per 30m² gebruiksoppervlakte wordt loopafstand 60m. Binnen de afstand van 30m (artikel 2.102 van het Bouwbesluit) zijn in de uitwendige scheidingsconstructie vluchtdeuren geplaatst waardoor men binnen de gestelde afstand buiten het gebouw staat. Hierdoor zijn geen beschermde vluchtroutes benodigd in het gebouw. De beoogde uitbreiding | renovatie van de bestaande hal voldoet aan de hierboven gestelde voorwaarden, hierdoor is gelijkwaardigheid loopafstanden niet van toepassing.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
7
7.1
20100523-03 13 april 2016 blad 14
INSTALLATIES EN VOORZIENINGEN TBV BESTRIJDEN VAN BRAND
Brandmeldinstallatie (BMI)
Omdat door de beoogde uitbreiding | renovatie van de bestaande hal de gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie groter is dan 1000m² dient de winkelfunctie (inclusief ondergeschikte kantoorfunctie) een brandmeldinstallatie als bedoeld in NEN 2535 zonder automatische bewaking en zonder doormelding te hebben. Daarnaast dient de ondergeschikte kantoorfunctie uitgevoerd te worden met ruimtebewaking. 7.2
Ontruimingsinstallatie
Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in het voorgaande artikel, heeft een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in NEN 2575. 7.3
Algemene noodverlichting
Noodverlichting op basis van het Bouwbesluit is vereist in een verblijfsruimte voor meer dan 75 personen en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte. Dit houdt in dat de winkelruimte en de entreesluis voorzien worden van noodverlichting. De noodverlichting geeft binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit gedurende ten minste 60 minuten een op een vloer, een tredevlak of een hellingbaan gemeten verlichtingssterkte van ten minste 1 lux. 7.4
Vluchtroute aanduiding
Vluchtroute aanduiding op basis van het Bouwbesluit is vereist in een ruimte waardoor een verkeersroute voert en een ruimte voor meer dan 50. Een vluchtrouteaanduiding voldoet binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit, gedurende een periode van ten minste 60 minuten, aan de zichtbaarheidseisen bedoeld in de artikelen 5.2 tot en met 5.6 van NEN-EN 1838. De vluchtrouteaanduiding op een vluchtroute vanuit een ruimte met een verlichtingsinstallatie niet zijnde noodverlichting, zijn bij het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit de bedoelde zichtbaarheidseisen niet van toepassing. 7.5
Brandslanghaspels
Volgens het bouwbesluit is er een vereiste voor de toepassing van brandslanghaspels. Een brandslanghaspel moet zijn aangesloten op een voorziening voor drinkwater en mag niet in een vluchttrappenhuis zij gesitueerd. Een brandslanghaspel heeft een slang met een lengte van niet meer dan 30 m en heeft een statische druk van niet minder dan 100 kPa en een capaciteit van 1,3 m³/h, bij gelijktijdig gebruik van twee brandslanghaspels aangesloten op dezelfde voorziening voor drinkwater.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
7.6
20100523-03 13 april 2016 blad 15
Draagbare blustoestellen
Voor de plaatsing van draagbare blustoestellen en het benodigde aantal bestaan in Nederland geen wettelijke regelingen. Verzekeringen stellen dat voor gebouwen met activiteiten waar een hoger risico op brand bestaat, één draagbare brandblusser per 100 m² aanwezig moet zijn. Voor minder brandgevaarlijke locaties is één brandblusser per 200 m² vereist. Indien een deel van de inrichting is bestemd voor de op- en overslag van gevaarlijke stoffen, dient voor elke 200 m² vloeroppervlak een mobiel brandblusapparaat aanwezig te zijn met een equivalent van 6 kg poeder. De loopafstand tot het dichtstbijzijnde brandblusapparaat mag dan niet meer dan 20 meter bedragen. Om ervoor te zorgen dat een beginnende brand snel kan worden bestreden zijn in het gebouw op diverse locaties aanvullend draagbare blustoestellen voorzien. Voor de exacte locaties zie tekening 30DO10.
7.7
Bereikbaarheid
Op basis van het Bouwbesluit worden er eisen gesteld aan de bereikbaarheid van bouwwerken voor de brandweer. Gelet op de situering en de diepte van het terrein zal er een opstelplaats voor een brandweervoertuig op het terrein gerealiseerd moeten worden met een afmeting van 4 x 10 meter, een vrije hoogte van 4,2 meter en bestand tegen een aslast van 10 ton en een totaal gewicht van 15 ton. Deze opstelplaats dient bereikbaar te zijn voor een brandweervoertuig waardoor er een rijbaan gerealiseerd dient te worden met een rijbaanbreedte van 3,5 meter, een doorgangshoogte van 4,2 meter die bestand is tegen een aslast van 10 ton en een maximum gewicht van 15 ton. Nabij deze opstelplaats moet een (niet) openbare bluswatervoorziening met een bluscapaciteit van 60 m3/h aanwezig zijn. Het gehele terrein is geasfalteerd, waardoor voldaan wordt aan de eisen met betrekking tot bereikbaarheid.
7.8
Openbare bluswatervoorziening
Op basis van het Bouwbesluit worden er eisen gesteld aan de brandblusvoorzieningen “bij afwezigheid van een toereikende openbare bluswater voorziening moet worden voorzien in een doeltreffende niet openbare bluswatervoorziening”. Een niet openbare bluswatervoorziening kan zijn: Een aansluiting op het distributienet van de drinkwaterleiding; Een aansluiting op een leidingnet voor water, geen drinkwater; Waterput of waterbron; Oppervlakte water; Speciaal gegraven blusvijver. Een openbare bluswatervoorziening is niet toereikend indien de afstand tussen de openbare brandkraan en de (brandweer)toegang van het bouwwerk te groot is. De maximale afstand van 40 meter wordt hierbij in acht genomen. Er is door de brandweer aangegeven dat er een primaire bluswatervoorziening aangebracht dient te worden op eigen terrein met een capaciteit van 60m3/uur.
AGEL adviseurs Rapportage gelijkwaardigheid brandveiligheid Thema Park B.V. Meerpaal 26+28 Oosterhout
8
20100523-03 13 april 2016 blad 16
CONCLUSIE
Samenvattend is het toegestaan om de beschouwde hal (winkelfunctie en kantoorfunctie) met een gelimiteerde gemiddelde vuurbelasting, zoals berekend, als één brandcompartiment (en subbrandcompartiment) uit te voeren. Er is een beheersbaarheid voorgesteld zoals in het concept “Beheersbaarheid van Brand 2007” is toegestaan, waarmee gelijkwaardigheid van artikel 1.3 uit het Bouwbesluit wordt aangetoond. De WBDBO van de uitwendige scheidingsconstructies naar de omgeving is voldoende zodat brandoverslag wordt voorkomen binnen de daarvoor gestelde eisen voor brandvertraging bij brandoverslag. De bijgaande vuurlastberekening geeft inzicht in de gemiddelde en maatgevende vuurbelasting. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat er bij wijziging van de functie of het gebruik van het gebouw er een controle dient te worden uitgevoerd betreffende de berekende gegevens. Ten aanzien van ontvluchting wordt voldaan aan het Bouwbesluit. Ten behoeve van bestrijding van brand zal er binnen 40 meter van de brandweeringang een opstelplaats voor een tank autospuit aanwezig moeten zijn welke voorzien is van een bluswatervoorziening met een bluswatercapaciteit van 60 m3/h. De opstelplaatsen van de brandweervoertuigen
BIJLAGE 1 BEREKENING GEMIDDELDE EN MAATGEVENDE VUURLAST
Gebruiksoppervlakten vlgs NEN 2580 brandcompartiment
kelder
0 m²
begane grond
4048 m²
1e verdieping
152 m²
2e verdieping
0 m² + 4200 m²
totaal GO
Gebouwgegevens / permanente / variabele vuurbelasting bouwdeel
brandbaar
aantal/dikte
materiaal
stuks/mm
opp. m²
Permanent gevels
damwand beplating
dak
gevelisolatie staalconstructie
diversen
isolatieplaten damwand beplating betonvloer weegbrug buitenkozijnen (staal) overheaddeur
120 mm
2000
60 mm
4048
8 stuks 4 stuks
Gegevens brandbare materialen van bouwkundige onderdelen materiaal
inhoud
s.m.
verbrandings-
verbrandings-
opp.
waarde
waarde
aantal
kg/m3, kg/m2
materiaal
st, m2 of m3
of kg/stuk
Mj/kg, MJ/m2, MJ/st
Permanente vuurbelasting gevelisolatie isolatieplaten damwand beplating buitenkozijnen (staal) overheaddeur
onvoorzien
MJ
240 m3
30 kg/m3
19 MJ/kg
136.800,0
243 m3
30 kg/m3
19 MJ/kg
138.441,6 0,0 0,0 0,0
20 %
55.048,3 330.289,9
totale verbrandingswaarde
Gegevens brandbare materialen van variabele onderdelen materiaal
inhoud
s.m.
opp.
Variabele vuurbelasting A7 kengetallen per m²
verbrandings-
verbrandings-
waarde
waarde
aantal
kg/m3, kg/m2
materiaal
st, m2 of m3
of kg/stuk
Mj/kg, MJ/m2, MJ/st
4200
m²
1250
MJ/m²
MJ
5.250.000,0
(winkel- en kantoorfunctie tussen 750 en 1500 MJ/m² gebruikstoepassing)
totale verbrandingswaarde
5.250.000,0
Bepaling gemiddelde vuurbelasting
Permanente vuurbelasting
330.289,9 MJ
Variabele vuurbelasting
5.250.000,0 MJ + totaal
5.580.289,9 MJ
Oppervlakte brandcompartiment
4200 m²
gemiddelde vuurbelasting 5.580.289,9
MJ
/
4200
m² =
1328,6 MJ/m²
=
69,9 kg_vh/m²
Bepaling maatgevende vuurbelasting (t.b.v. bepaling WBDBO gevels) Permanente vuurbelasting Variabele vuurbelasting
330.289,9 MJ 5.250.000,0 MJ + 5.580.289,9 MJ
totaal
verondersteld is dat per 1000 m² de verdeling van de brandbare vuurbelasting zodanig is zodat deze vergelijkbaar is aan de bepaalde gemiddelde vuurbelasting. De maatgevende vuurbelasting is derhalve gelijk gesteld aan de gemiddelde vuurbelasting. Oppervlakte brandcompartiment
4200 m²
maatgevende vuurbelasting 5.580.289,9
MJ
/
4200
m² =
1328,6 MJ/m²
=
69,9 kg_vh/m²
toetsing op beheersbaarheid van brand Op basis van het brandveiligheidsconcept "beheersbaarheid van Brand 2007" is met deze vuurlastberekening een brandcompartiment van De maximale toelaatbare vuurbelasting is bij deze afmeting Maatregelpakket I volgens BvB 2007
4200 m² toegestaan 71,4 kg_vh/m² 1 maatregel factor