Craeyennest Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht lente 2014 2014 is alweer een paar maanden oud. Tijd om ons Lentenummer van Craeyennest voor te stellen. Het feit dat u hem ontvangt betekent meteen dat u positief reageerde wanneer wij u vroegen om uw lidgeld te betalen, waarvoor onze dank! Dit betekent natuurlijk niet dat men tijdens het werkjaar niet kan aansluiten, maar door uw vlugge aansluiting mist u niets van onze activiteiten, waarover u verder in deze Nieuwsbrief geïnformeerd wordt. Verder vindt u in dit lentenummer enkele interessante artikels – voor elk wat wils: wat is de stand van zaken i.v.m. de registratie het historisch archief De Neuf? Wat waren Zoeaven en wat hadden zij te maken met Zwijndrecht en Burcht? De speurtocht in de archieven naar sporen van onze gemeenten en hun inwoners in Wereldoorlog I opent dan weer onvermoede mogelijkheden voor wie de nodige tijd, geduld en vindingrijkheid kan opbrengen. Praktisch is het ook goed om weten in hoeverre leden van de HKZB beschermd zijn tegen ongevallen wanneer ze de handen uit de mouwen steken bij activiteiten, georganiseerd door de HKZB. Robert Embrecht redactiesecretaris
ZWIJNDRECHT en BURCHT IN DE ‘GROOTE OORLOG’ Onze Heemkundige Kring heeft verschillende activiteiten gepland voor de herdenking van de WO I. De HKZB projectgroep "De Groote Oorlog" is aan het werk o.l.v. Mireille Schaekers. Van deze zeer actieve groep horen we later nog meer.
Op woensdag 23 april om 20 u, geeft ons lid, Prof. dr. Jan Van der Stock (KULeuven), een voordracht met de titel: "Drie Burchtse broers in de Groote Oorlog". Het verhaal: Jef Van der Stock, de bakker uit de Dorpsstraat, verdronk in de Schelde in 1904. Zijn weduwe, zag drie van haar zoons, Frans, Aimé en Octaaf, vertrekken naar het IJzerfront. Twee kwamen er van terug … Hun wel en wee van de inlijving, de evacuatie uit Antwerpen, achter "Den IJzer", de miserie en het oorlogsgeweld, tot en met de demobilisatie, wordt historisch correct en pakkend verteld aan de hand van hun brieven, foto's en een enig oorlogsdagboek van Frans. Alles gepresenteerd met de foto's, bronfragmenten en plannen van het front door Jan Van der Stock, die daarover een ontroerend boek schreef: "De kleine oorlog van drie broers. Frans - Aimé - Octaaf Van der Stock" (452 blz.). Let wel: Jan zal geen boeken voor de verkoop mee hebben.
Deze voordracht met projectie, zal ongeveer één uur duren. Ze is enig en wordt alleen door onze Heemkundige Kring georganiseerd. Iedereen is welkom, de toegang is GRATIS. Ze gaat door in het Clubhuis van de Watersportvereniging BRABO, Sleutelshof 17 te 2070 Burcht; aan de overzijde van de hoofdingang van de 11 Genie kazerne op de Kruibeeksesteenweg. Na de voordracht is er de gelegenheid tot een gezellig samenzijn.
Archief De Neuf Chris Vander Straeten
In het vorige nummer van dit Craeyennest meldden we de ontdekking van een oud archief bij het opruimen van de inhoud van een kasteel bij Leuven. De eigenaar van de papieren heeft ons gevonden door een verband te leggen tussen een ontwerptekening van de Burchtse schandpaal in het archief en de beschrijving van dezelfde schandpaal op onze website. De documenten zijn verpakt in een aantal bananendozen. Er bestond geen inventaris van de stukken. De documenten betreffen briefwisseling, akten, plannen, rekeningen, processtukken en veel meer. Ze zijn verbonden met de families Van Colen, De Neuf, Geelhand, die de heerlijkheid van Burcht in hun bezit hadden ofwel eigendommen hadden in Burcht of Zwijndrecht. De documenten dateren vanaf ongeveer 1730 tot 1860. Sommige van deze documenten bevatten copies van veel oudere documenten, die teruggaan tot rond 1650. De meeste documenten zijn geschreven in Middelnederlands en mits enige moeite redelijk goed leesbaar voor ons. Veel documenten zijn opgesteld in een ambtenarentaal en zijn behoorlijk zwaar op de hand. De historische waarde is hoog: het betreft een periode waarvan relatief weinig geweten is, zeker in onze (in die tijd onzekere) gebieden. We kunnen ons een beeld vormen van het dagelijkse leven in een heerlijkheid, we zien de gevolgen van oorlog en troepenbewegingen. Een groot documenten betreffen het veer tussen het Vlaams Hoofd en Antwerpen: de heren van Burcht en Zwijndrecht bezaten elk 3/8 van het recht om passagiers en goederen over de Schelde te varen. De stad
Antwerpen was eigenaar van 1/4 van de passagie. Het eerste dat moest gebeuren om het archief toegankelijk te maken voor geïnteresseerden is het maken van een doorzoekbare inventaris. Wegens het grote belang voor onze lokale
geschiedenis heeft onze Kring aangeboden om deze inventaris op te stellen. We hebben de dozen uitgeleend en minutieus elk stuk bekeken en een identificatienummer gegeven. De inhoud en vorm is beschreven in een werkblad. Op die manier kan met de computer snel naar stukken gezocht worden op basis van hun betekenis. Op dit ogenblik zijn 596 documenten behandeld. We hebben het inventarisatiesysteem gebruikt waarmee we ook onze eigen documenten geïndexeerd hebben. We hebben de voor ons belangrijkste stukken ingescand of gefotografeerd en in het digitaal archief ondergebracht. Daarin hebben we momenteel 363 bestanden
(soms horen meerdere bestanden bij een enkel document). Op dit ogenblik is de inhoud van 4 bananendozen afgewerkt. We zijn op zoek naar enkele ontbrekende dozen. Voor academische historische opzoekingen is dit archief zeer interessant. Daarom namen we contact met een professor van de universiteit van Antwerpen. Dit archief is eveneens een rijke bron van informatie waaruit we zullen putten voor verdere studies binnen onze heemkring. De bedoeling is de inhoud meer in detail voor te stellen met ons volgende jaarboek.
Zoeaven in onze gemeente? Mireille Schaekers
Zoeavenvlag gevonden Burcht! Drie zoeaven afkomstig uit Zwijndrecht! Het allereerste telefoontje voor de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht, in oktober 2012, kwam van een dame op leeftijd die vroeg of er niets gedaan kon worden voor de vrijwaring tegen verval van het graf van Adolf Bouez, de zoeaaf. Dit graf is te vinden op de begraafplaats van Zwijndrecht. En onlangs werd er in Burcht een vlag uit 1880 teruggevonden waarop de woorden “De Zoeaven” geborduurd staan. Deze vlag werd gevonden in de onderste schuif van een kast in de sacristie van de kerk van Burcht Voor de goede orde zijn er twee schrijfwijzen: ‘zouaaf’ komt uit het Frans en ook in vroegere vormen van de Nederlandse schrijfwijze wordt deze vorm gehanteerd. ‘Zoeaaf’ is de huidige,
correcte schrijfwijze in het Nederlands. We dienden dus een keuze te maken en kozen voor de laatste, moderne, schrijfwijze, behalve waar het gaat om de schrijfwijze op de vlag en het graf. Maar wat is dat eigenlijk: een zoeaaf? ‘“Zoeaaf’ heeft volgens het woordenboek volgende betekenissen: pauselijke soldaat, Franse infanterist of nog, FransAfrikaanse infanterist. Initieel waren de zoeaven een Frans legeronderdeel in Algerije (toen nog een Franse kolonie) en dit sinds 1831. Later werd deze naam ook gegeven aan de katholieke vrijwilligers die zich lieten inlijven bij het leger van de toenmalige paus Pius IX. Zij werden dan de pauselijke
zoeaven genoemd. De naamgeving kwam er doordat het uniform van de pauselijke soldaten sterk geleek op dat van de toenmalige Franse infanteristen. De paus had dit leger nodig om de toenmalige pauselijke Staten te verdedigen tegen Victor Emmanuel II, de koning van Italië in die tijd, en diens militaire bevelhebber Guiseppe Garibaldi. Deze twee laatsten wilden Italië, dat op dat moment sterk verbrokkeld was in allerlei staten en staatjes, onder één centraal gezag brengen. Paus Pius IX was het hiermee niet eens en riep de katholieke wereld op om z’n leger te vervoegen om Rome van de ondergang te redden. Tussen 1861 en 1866 vochten de pauselijke troepen, samen met een deel van de Franse zoeaven, om Garibaldi’s troepen te verjagen. In 1870 echter werden de Franse zoeaven uit het pauselijk leger teruggetrokken om die
andere oorlog (de Frans-Duitse oorlog) te gaan voeren. Het leger van Pius IX verzwakte hierop aanzienlijk en Garibaldi’s troepen konden Rome dan uiteindelijk toch veroveren op 20.09.1870. De dag hierna werd het pauselijke leger ontbonden en de troepen werden terug naar huis gestuurd. De paus bleef resideren in wat wij nu Vaticaanstad noemen. Vanuit België vertrokken er tussen 1861 en 1870 in totaal 1634 katholieke vrijwilligers naar het pauselijke leger. Drie van hen kwamen uit onze deelgemeente Zwijndrecht. Adolf Bouez was een pauselijke soldaat met Zwijndrechtse, zelfs Vlaams Hoofdse, “roots”, die na enige omwegen, terug in Zwijndrecht-dorp kwam wonen en werken als bakker. Hij was echter niet de enige zoeaaf uit onze gemeente. Nog 2 andere jonge mannen uit Zwijndrecht vertrokken om pauselijk soldaat te worden. Het gaat om Fidelis Van Goethem en Fideel Staes. In een latere editie van dit Craeyennest zal u meer te lezen krijgen over deze 3 jonge idealisten. Tot hiertoe zijn er nog geen Burchtse zoeaven teruggevonden. Maar er is dus wel die vlag! Er werd van de zoeaven verwacht dat zij zich ook na hun demobilisatie zouden bezighouden met het verspreiden van het katholieke geloof en met het doen aan goede werken. Het is dus bijna zeker dat deze vlag aan een katholieke vereniging toebehoord heeft gezien z’n naam en de vindplaats. Werd hun naam gekozen om hulde te brengen aan de idealen van de vroegere zoeaven of om in hun caritatieve geest verder te werken?
Of werd de groepering in 1880 gesticht en kwam de vlag later?
Zoals u kan zien is de vlag uitgevoerd in de pauselijke kleuren (geel en wit) en afgeboord met ripsband in de Belgische kleuren. Zijn vlag en ripsband even oud of werden de Belgische kleuren later toegevoegd? Het borduursel is uitgevoerd in een katoendraad en de vlag lijkt uit linnen gemaakt te zijn. In de vlag zelf zitten 2 gaatjes van gelijke diameter met een bruine verkleuring aan de randen. Maar, verder onderzoek kan de echte staat van de vlag verduidelijken en uitmaken wat er moet gedaan worden om haar voor de toekomst te bewaren. De vlag is in redelijk goede staat en heeft zo te zien niet al te veel geleden door haar ouderdom. Als ze in 1880 gemaakt zou zijn, dan is deze vlag toch al 123 jaar oud.
De Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht kreeg deze vlag, met toestemming van de kerkraad, in bewaring. Uw kring zou graag meer over deze vlag en de groepering hierachter te weten komen. Zo vragen wij ons af: wie maakte deze vlag, wie bestelde haar, wie betaalde er voor en hoeveel, wie zat er achter de vereniging en wat deden zij als vereniging? Waren zij een soort van cathechistenbeweging of een zeer vroege voorloper van onze jeugdbewegingen? Weet u hier meer over en kan u ons helpen om deze vragen op te lossen? Wat is er speciaal aan het jaartal 1880: een nieuwe pastoor in Burcht, een bezoek van een hogere kerkelijke persoon, een nieuwe paus, …? Wie heeft er meer informatie over de zoeaven uit Zwijndrecht? Misschien bent u één van hen tegengekomen bij het opstellen van uw stamboom? Dan mag u dit altijd aan ons laten weten via
[email protected] of via ons postadres HKZB, p/a OC ’t Waaigat, Kerkplein 1 te 2070 Zwijndrecht.
Op zoek naar archieven van en over onze gemeente: hoe begin je er aan en wat zijn de problemen hierbij? Mireille Schaekers
Stel; je wilt iets meer weten over een bepaalde iets of tijdperk uit onze gemeente. Waar en hoe vindt je dan de nodige informatie en documentatie? Laten we als voorbeeld ons lang lopend project “Wereldoorlog 1 in onze gemeente”nemen. Voor je gaat zoeken, moet je vooraf al enige zaken uitwerken. Je moet je periode afbakenen in de tijd want anders wordt het te omvangrijk en niet meer te hanteren. Je moet ook al een beetje voorkennis hebben over de gemeente en daarna terug in de tijd plaatsen. En daarna moet je ook nog je richting bepalen: wat ga ik meer specifiek onderzoeken? Eens je dit allemaal op een rijtje hebt gezet, begint de echte speurtocht. Waar zit al hetgene je wilt weten?
Voor ons project hebben we Wereldoorlog 1 (in een eerste periode) afgebakend in de tijd tussen de moord op het aartshertogelijk paar te Sarajevo op 28.06.1914 en de val van Antwerpen op 09.10.1914. Deze data zijn richtlijnen waarbinnen de nodige documentatie en informatie over Zwijndrecht en Burcht in de tijd geplaatst wordt. Wat we specifiek wilden onderzoeken is hoe Zwijndrecht en Burcht er voor de Groote Oorlog uitzagen en welke veranderingen zich in on onze gemeente voordeden binnen de gekozen tijdspanne. En daarna moeten de ‘grijze cellen’, zoals Hercules Poirot altijd zei, aan het werk gezet worden. Wat wij nu kennen als één gemeente waren vroeger 2 onafhankelijk van elkaar werkende gemeentes met elk hun eigen organisatie en inzichten maar ook met hun onderliggende verschillen en geschillen. Tegenwoordig vallen wij administratief onder de provincie Antwerpen maar voor 1923 behoorden wij toe aan de provincie Oost-Vlaanderen. Zwijndrecht en Burcht vielen in 1914-1918 onder het arrondissement Sint-Niklaas. In 1923 zijn er dan ook grensveranderingen geweest tussen de gemeenten Zwijndrecht, Burcht, Kruibeke, Kallo en Melsele. Dit wil zeggen dat ook het straten- en wijkplan van onze 2 deelgemeenten er anders uitzag dan heden ten dage. Zo was het huidige AntwerpenLinkeroever vroeger gekend als het Zwijndrechts gehucht Vlaams Hoofd. Elke administratie heeft zo z’n archieven. Maar aangezien er die grensveranderingen geweest zijn, zijn ook de archieven naar de huidige provincie verhuisd. Zo rechtlijnig denkt een mens dan toch. Niets is minder waar! Sommige archieven betreffende onze 2 deelgemeenten liggen in het Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen
en een ander deel ligt in het Provinciaal Archief Antwerpen. Op het moment van het schrijven van dit artikel (maart 2014) is er ook nog een bijkomend probleem bij het opsporen van deze archieven: het Antwerpse provinciehuis wordt afgebroken. Voordien vond men het Provinciaal Archief Antwerpen op het provinciehuis, nu is het zowat overal heengegaan. Zo zitten bepaalde archieven in het Rijksarchief Beveren-Waas, anderen in het Vlaams Instituut voor Architectuur (Lange Nieuwstraat, Antwerpen) en weer anderen in de Provinciale Bibliotheek (Desguinlei, Antwerpen). Bij het Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen kijken ze dan weer raar op als je archieven over onze 2 deelgemeenten opvraagt. Het is dus zaak goed te weten wat je zoekt en daarna de provinciale archieven aan te schrijven om uit te vinden wie wat in huis heeft en vooral waar het zit. Tja, we zitten nu eenmaal ver weg van Gent (voor Oost-Vlaanderen) en als enige gemeente aan de overkant van de Schelde (voor Antwerpen). In de Rijksarchieven van Beveren-Waas, Gent en Antwerpen gaan zoeken, zou ook een stap in de goede richting zijn. Alleen zijn er renovatiewerken aan de gang aan het Rijksarchief Antwerpen. Bijna alle archieven zijn overgebracht naar BeverenWaas en de ‘Antwerpse’ archivarissen zijn meegegaan. Dus, ook hier is het best eerst met het Rijksarchief Beveren-Waas contact op te nemen om te vragen of wat je zoekt bij hen te vinden is. Mocht dit niet zo zijn, dan wijzen ze je de weg naar waar wat je zoekt wel te vinden zou zijn. Je kunt vooraf al wat opzoekwerk doen via de digitale weg d.w.z. via hun zoekprogramma binnen hun website. Dit wil niet zeggen dat de gezochte informatie thuis te lezen is (via inscanning van de documenten) maar wel dat het archiefnummer gegeven wordt. Dit
nummer moet u opgeven ter opvraging van de documenten. De opvraging zelf kan u via e-mail doen. Er wordt wel gevraagd om het nummer van uw lezerskaart op te geven. Deze lezerskaart kan u verkrijgen in het Rijksarchief in uw buurt voor de democratische prijs van 20 Euro. Met deze lezerskaart kan u in alle Belgische Rijksarchieven terecht en is geldig voor 1 jaar. Ook Zwijndrecht en Burcht hadden en hebben gemeentearchieven. Bij de fusie in 1977 werden de archieven ook samengevoegd. Helaas waren er ook veel archieven aangetast door de tijd en niet meer te bewaren voor de toekomst. Er zitten dus “gaten” in de mogelijke geschiedschrijving. Zo zijn wel de correspondentieboeken van de gemeente Burcht voor de jaren 1914-1918 bewaard gebleven maar niet deze van Zwijndrecht. Zeer veel van wat je zou willen weten over het gehucht Vlaams Hoofd is praktisch onvindbaar. De te raadplegen archieven van onze gemeente zijn wel vlot bereikbaar en, ondanks de voornoemde gaten, bevatten ze heel interessante informatie. Maar ook hier moet je goed weten wat je zoekt want er is geen echte inventaris. De dames van het secretariaat en de cultuurambtenaren kunnen u op weg helpen bij uw speurtocht. De documenten zitten in zuurvrije dozen en in de vroegere registers. Het loont zeker de moeite om de dozen helemaal door te nemen want bijvoorbeeld de doos ‘WO1’ bevat ook informatie over de fanfares uit Zwijndrecht. Een doos met enkel een nummer er op bevat dan weer de attesten van overlijden van mededorpsgenoten die in de periode van de eerste wereldoorlog in het buitenland overleden zijn. Ook de “kleine” geschiedenis uit de jaren 19141918 komt hier naar boven: de scholen, de straatverlichting, de problemen van de watervoorziening op het Vlaams Hoofd, …
allerlei dingen die wij nu niet meer kennen en soms ons ook niet meer kunnen inbeelden of het er al dan niet was. Militair gezien hoorden onze gemeenten onder het militiekanton Beveren-Waas. Dit was het 47e militiekanton. ‘Onze jongens’ werden dan wel opgeroepen om aan hun militieplicht te voldoen binnen de provincie Oost-Vlaanderen maar de aanwezige forten vielen op militair vlak binnen de defensieve kring van de Versterkte Plaats Antwerpen. De gemeente Zwijndrecht telde toen slechts 2 forten (fort Zwijndrecht en fort Vlaams Hoofd II), 1 redoute (Half Maan) en de Defensieve Dijk. Fort Kruibeke kwam bij de gemeente Burcht en Fort Sint Marie II werd bij Zwijndrecht gevoegd na de grensveranderingen van 1923. Fort Vlaams Hoofd lag op Vlaams Hoofd en werd in 1935 afgebroken. De restanten liggen nu onder 7 meter opgespoten zand. De militaire archieven kunnen gevonden worden in het archief van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis. Dit is een erg groot archief, gelegen in het Jubelpark te Brussel. De gegevens vanaf de Oostenrijkse periode tot aan de eerste 10 000 Belgische militairen kunnen hier gevonden worden Ook de
gegevens van alle militairen geboren voor 1898 vindt je hier. Stel, je wilt meer weten over Adhémar Borin. Deze werd geboren in 1890. Alleen, dit archief is nog niet zo goed gedigitaliseerd. Je kunt dus niets aanvragen via een zoekpagina op de website. Je moet echt naar het Jubelpark om het dossier op te vragen. Wil je meer informatie over zeg maar de pontonbrug tussen Hoboken en Burcht, dan heb je beschikking over welgeteld 2 computers om je opzoekingen te doen. Je vindt hopelijk wat je zoekt, er wordt een soort van bestelbon doorgestuurd en dan gaat een archiefmedewerker op zoek naar het gevraagde. Na enige tijd wachten kan u dan het militair dossier van Adhémar
Borin inkijken of de doos in verband met de pontonbrug doornemen. Gelukkig wordt u hier wel op weg geholpen door de aanwezige archiefmedewerkers. De jaarregisters van de militaire dienst voor het 47e militiekanton vindt u dan weer in het Rijksarchief Gent. Even een praktische oefening. We gaan op zoek naar Paul D’haese, inwoner van Zwijndrecht en ‘uitvinder’ van de schrijfwijze die naar hem vernoemd werd. Hij werd geboren te Zwijndrecht op 20.05.1897. Tel hier 20 jaar bij en u komt te weten dat hij in 1917 opgeroepen zou worden voor z’n legerdienst, in volle oorlogsperiode dus. U wilt weten waar Paul D’haese z’n legerdienst deed. Daarvoor kunt u eerst naar het Rijksarchief Gent om het militieregister van het 47e kanton voor het jaar 1917 in te zien. In dit register vindt u dan dat Paul D’haese voor 1 jaar vrijgesteld werd van militaire dienst vanwege ‘student’. Hij was op dat moment nog aan het studeren om z’n leraarsdiploma te behalen. Hierdoor hoeft u geen reis naar het Jubelpark te ondernemen. Maar, als u dan in de gemeentearchieven van Zwijndrecht aan het kijken bent, komt u een doos ‘Burgerwacht’ tegen en daar vindt u de naam van Paul D’haese wel weer in terug. Burgerwacht zegt u? Wat is dat? Dat is dan misschien iets om later verder uit te zoeken… Nog een oefening: Adhémar Borin. Deze jonge man werd in Zwijndrecht geboren op 22.12.1890 en zou dus aan z’n militieverplichting moeten voldoen in 1910. U gaat naar Gent en kijkt het register van het 47e militiekanton voor 1910 in. Daarna gaat u naar de archieven aan het Jubelpark en vraagt het dossier van Adhémar Borin op. En wat blijkt: Adhémar zat in 1910 nog aan de universiteit te Gent en was dus vrijgesteld van militaire dienst. Maar hij gaf zich wel
op als oorlogsvrijwilliger te Folkestone (UK) in 1915! Aan het Jubelpark bevindt zich ook de bibliotheek van het Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis. Dit is een nog te exploreren bron aan informatie. De namen van overleden militairen uit onze 2 deelgemeenten kan u terugvinden op de website van het In Flanders Field Museum. Uw kring heeft de beschikbare gegevens van de overleden militairen van bij ons vervolledigd. Er zijn nog andere archieven die nuttige en interessante informatie kunnen aanbrengen. Maar ook hier moet je ze eerst terugvinden. Zo kan je voor de kerkarchieven van Zwijndrecht en Burcht terecht op de huidige parochies maar ook in het Rijksarchief van Antwerpen, nu dus tijdelijk te vinden in het Rijksarchief te Beveren-Waas. Het is ook hier zaak goed te weten wat je zoekt want er is geen duidelijke inventaris van deze archieven. Maar met wat tijd en geduld zijn er mooie dingen terug te vinden. Vooral de parochiale verslagen, die al gedigitaliseerd werden, zijn de moeite waard van het lezen. Misschien denkt u: “En het archief van het bisdom Gent dan?”. Ja, inderdaad, hier zou eventueel ook nog informatie kunnen zitten alleen is de archivaris een zéér druk bezet man en praktisch onbereikbaar. Hij is zowat alleenheerser over het archief daar hij slechts één vrijwilliger als hulp in het archief heeft. De archieven van de kerkfabriek SintAnna-ten-Drieën (Vlaams Hoofd) kunnen wel deels ter plaatse ingekeken worden én er is een beknopte inventaris aanwezig. Niet alles is bewaard gebleven maar waar de documenten naartoe zijn dient nog uitgezocht te worden. Er zijn ook de archieven van de schoolgemeenschappen. Zo vindt je praktische informatie, namelijk over de prijzen van
levensmiddelen in Burcht tijdens de oorlogsjaren, in de contactboeken van de broeders van de Sint Jozefschool van Burcht. En die archieven vindt je dan weer in het KADOC, het Katholieke Documentatiecentrum te Leuven. Hier hebben ze wel duidelijke inventarissen en de archiefmedewerkers helpen u goed op weg. Dan zijn er nog de lokale kranten waar je allerlei “kleine” dingen uit kan halen zoals de prijzen van levensmiddelen in die tijd, opiniestukken, de toenmalige situatie in onze 2 deelgemeenten. Ook hier moet je vooral blijven denken dat wij ‘op de wip’ zaten tussen de provincies OostVlaanderen en Antwerpen. Er werd een lokaal weekblad uitgegeven voor het kanton Beveren genaamd de Gazette van Beveren. De oudste exemplaren kan u op microfilm gaan nalezen in het Rijksarchief Beveren-Waas. Dé Antwerpse krant, de Gazet van Antwerpen, vindt u op microfilm in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen, maar ze kan sinds enige tijd ook digitaal gelezen worden in de openbare bibliotheek van onze gemeente. Er bestaat een wezenlijk verschil in interpretatie van de oorlogsfeiten tussen deze beide kranten. De Antwerpse krant was beter op de hoogte van de situatie dan de Beverse krant. Ook de ondertoon was anders: de Beverse krant was veel braver en zwaar katholiek geïnspireerd. Ook op het SOMA (Studie- en documentatiecentrum Oorlog en hedendaagse MAatschappij) te Brussel kan je allerlei oorlogskranten gaan inlezen. Ook dit is nog een te exploreren piste. Elk werk gemaakt over een bepaald onderwerp heeft ook een bronnenlijst en/of bibliografielijst. Sommige van deze werken kunnen in de Erfgoedbibliotheek gelezen worden, anderen op het internet via het Gutenbergproject. Aangezien
Burcht en Zwijndrecht kleine gemeenten waren, waren zij niet zo interessant of werden zij onder Antwerpen gezet. Het is dan zaak om alles goed te lezen en te interpreteren. Vergeet ook niet dat de schrijfwijze toen anders was. Toen schreef men namelijk onze gemeenten als Burght en Zwyndrecht en deze laatste soms ook nog als Zwyndrecht-Waes. Vlaams Hoofd werd soms ook Vlaemsch Hoofd of Sint Anna genoemd. Het is een monnikenwerk om alles te lezen maar het heeft tot nu toe als boeiende (en relatief onbekende) informatie opgeleverd. Niet alle publicaties van die tijd zijn terug te vinden in erfgoedbibliotheken. Sommige waardevolle publicaties, met voor ons relevante informatie, worden nog thuis bijgehouden zoals de ingebonden jaargangen van allerlei kranten en tijdschriften. In elke oorlog zijn er ook vluchtelingen, weggevoerden en geïnterneerde soldaten. In de gemeentearchieven vindt je registers van aankomst: alle terugkerende vluchtelingen uit onze gemeente werden geregistreerd. Ook de geboorten en huwelijken die plaatsvonden in het vluchtoord tijdens Wereldoorlog 1, werden genoteerd in de registers. De dossiers van de opgeëisten tijdens deze oorlog kan je in deze archieven terugvinden. Deze laatsten gingen vooral naar Soltau. Even rondsurfen op het internet leert dat er een stadsmuseum is in deze stad die naar aanleiding van Wereldoorlog 1 ook z’n archieven aan het inkijken is om meer te weten te komen over de opgeëisten. Mocht u het willen proberen: hun website is enkel in het Duits en dat is dan weer een ander probleem. Het is geweten dat de toenmalige burgemeester, Constant Van Goey, naar Groot-Brittannië vluchtte In het driedelig werk “Geschiedenis van Zwijndrecht en
Burcht” vindt je al iets meer informatie terug over deze man. In de overlijdensregisters vindt je dat Van Goey overleden is in Denbighshire (UK). Dit wordt bevestigd door een verwijzing hierna op de grafsteen van de familie Van Goey. En dan is het goed dat het internet er is om dit verder op te zoeken. ‘Onze’ vluchtelingen kwamen aan in Hulst, de eerste Nederlandse stad die ze over de grens tegenkwamen. Velen bleven hier en werden dan geregistreerd op gezinsbladen. In het Gemeentearchief Hulst kan je deze dan daar gaan inzien. Anderen reisden verder door, zelfs tot in Groningen. Wil je dit verder uitzoeken, dan moet je de data van de te zoeken persoon kennen én ter plaatse gaan. Misschien een ideetje voor een ander soort citytrip? De meeste geïnterneerde soldaten kwamen terecht in kampen op de Veluwe. De namen van de Belgische geïnterneerde soldaten werden daar digitaal opgelijst. Deze alfabetische lijst is 1985 pagina’s lang en er moeten nog flink wat namen toegevoegd worden! Maar, gelukkig zit er hier een zoekfunctie aan vast en wordt uw eventuele speurtocht hiermee makkelijker gemaakt. Proef op de som? Victor Borin, de broer van Adhémar, kwam aan in Harderwijk op 21.11.1914 en verbleef ginds in de Nieuwe Kazerne. In de archieven van de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht zit ook heel wat materiaal: foto’s van de pontonbrug, foto’s van de forten, foto’s van onze 2 deelgemeenten uit die tijd, de boeken van Maria Verbraeken-De Vleeschouwer met de beschrijving van het overvliegen van een Zeppelin en beschrijvingen van het Burcht van toen, … In het cultureel archief van de gemeente Zwijndrecht vindt men een kopieboek van de correspondentie die Prosper Maes
(toenmalig eigenaar van de zaat V.F. Maes te Burcht) die naar Dordrecht gevlucht was. Hierin beschrijft hij zijn financiële situatie die heel ander was dan deze te Burcht. De moeilijkste maar ook de mooiste archieven zijn de familiegeschiedenissen en –verhalen. En die kan je enkel bij de mensen zelf vinden. Daartoe werd er een oproep gelanceerd via het Gemeentelijk Infoblad. Zo hebben wij tot nu toe mooie verhalen en oorlogsliedjes mogen horen en opnemen (op band en op film) en zullen sommige verhalen verder opgevolgd worden om ze te vervolledigen. Er zijn prentbriefkaarten naar boven gekomen tussen Adhémar Borin en zijn broer Victor. Ook onze leden droegen hun steentje bij: ze lieten weten dat er bij hen thuis het Gulden Boek der Vuurkruisers ligt, er komt informatie over de pontonbrug tussen Hoboken en Burcht, er komen familiefoto’s en nog meer mooie dingen. Een mede-dorpsgenote heeft dan weer een hele verzameling doodsprentjes van gesneuvelde militairen uit de Eerste Wereldoorlogen maar ook briefkaarten met een correspondentie die naar een militair uit onze gemeente ging. Een toevallige greep in een hoop familiefoto’s bij weer iemand anders brengt een briefkaart uit 1917 van een opgeëiste en overleden dorpsgenoot naar boven. En wie weet wat er nog allemaal in de missalen, de familiefotoboeken en die rommeldozen op de zolder zit? Besluit: het zoeken naar archieven over Zwijndrecht en Burcht is soms een moeilijk werk want er moet gezocht worden met een zeer fijne kam. Het is niet makkelijk om uit te vinden wat waar zit en dus gaat er veel tijd over. Wilt u zelf aan een project beginnen, begin dan ruim op tijd met uit te zoeken waar u de nodige broninformatie kan vinden. Bedenk ook
dat niet alles wat je wilt weten, bewaard werd of teruggevonden kan worden. Het blijft een spannende doch interessante
zoektocht En als we u kunnen helpen, dan weet u ons toch te vinden?
Een verzekering voor de leden bij de activiteiten van de HKZB Mireille Schaekers
Op 01.02.2013 was het 60 jaar geleden dat de Sint Ignatiusvloed onze contreien trof. Deze overstroming heeft heel wat schade aan have en goed te weeg gebracht; niet alleen in Zeeuws Vlaanderen maar ook bij ons in Zwijndrecht en Burcht. Dit laatste was minder gekend en verdiende zeker om terug onder de aandacht van onze mededorpsgenoten te brengen. Er werd gekozen voor een film, een evocatie en een academische voorstelling over deze overstroming. Dit alles zou doorgaan onder de naam “Dijkdoorbraak 1953”. De evocatie zou als maandtentoonstelling doorgaan in de openbare bibliotheek van Zwijndrecht. Om de waterramp zo visueel mogelijk naar voor te brengen, zouden er foto’s, plannen, kaarten, voorwerpen, … aan het publiek getoond worden. Dit alles vereiste dat de handen uit de mouwen gestoken moesten worden om alles voor te bereiden, te vervoeren naar de bibliotheek en daar alles zo aantrekkelijk mogelijk in de beschikbare ruimte te plaatsen.
van uitgegaan dat hun verzekering ook voor de afhandeling van dit ongeval zou instaan. Niets was minder waar! De verzekeringsmaatschappij liet weten dat zij geen tussenkomst kon verrichten daar het slachtoffer op het moment van het ongeval niet onder gemeentelijk gezag viel. Het dossier werd dus niet aanvaard en ons lid en zijn vrouw mochten zelf voor de kosten opdraaien.
Alles ging goed: de film was gedraaid, de documentatie was er, de voordrachtgever wou heel graag komen spreken, enkele vrijwilligers hielpen mee om alle stukken naar de bibliotheek te brengen en ze daar op te stellen. En dan gebeurde het: één van de vrijwilligers, de echtgenote van een lid van de heemkundige kring, schoof uit en viel. Resultaat: een gebroken schouder met een operatie en een langdurige revalidatie tot gevolg.
De HKZB diende hiervoor eerst een erkenningsnummer aan te vragen en met dit nummer kon dan de verzekering bekomen worden. Zo gezegd, zo gedaan. Sinds het spijtige ongeval van vorig jaar is onze vereniging dus erkend én verzekerd bij de provincie. Ook in 2014 is uw vereniging verzekerd tegen gebeurlijke ongelukken.
Aangezien dit spijtige voorval plaats greep in een gebouw van de gemeente, werd er
Elk jaar heeft de HKZB recht op 100 verzekeringsdagen.
Wij leerden hieruit dat ze op zoek moest naar een betere manier om haar leden en eventuele andere vrijwilligers tegen zulke ongelukken te beschermen. Daarom ging uw ondervoorzitter aan de slag en vond volgende (gratis!!!) verzekering. De provincie Antwerpen biedt, via de dienst Welzijn en gezondheid, een verzekering aan voor alle erkende vrijwilligersorganisaties binnen de provincie in het kader van “Reglement betreffende ondersteuning van vrijwilligerswerk door het aanbieden van een verzekering”.
Hoe werkt deze verzekering?
Een vrijwilligersdag geldt als 1 vrijwilliger die verzekerd wordt gedurende 1 dag. Als er bijvoorbeeld een tentoonstelling opgezet moet worden, wordt de hulp gevraagd van 4 vrijwilligers en dit gedurende 3 dagen. De secretaris van de HKZB vult de nodige formulieren en stuurt deze tijdig; dus ten laatste 3 werkdagen voor de aanvang van de vrijwilligersactiviteit, naar de provincie. Na bevestiging en aanvaarding van de activiteit begint de verzekering te lopen. Als er 4 personen gedurende 3 dagen voor de HKZB werken, worden er 12 verzekeringsdagen aangerekend. Deze 12 dagen worden van het totaal van 100 dagen afgetrokken en er blijven dus nog 88 verzekeringsdagen over voor een volgende activiteit binnen hetzelfde kalenderjaar. Stel, er komen 5 in plaats van 4 vrijwilligers meehelpen gedurende 3 dagen. Dan kan dit eventueel nog rechtgezet worden door telefonisch contact op te nemen met de provinciale
contactpersoon voor deze verzekering maar ook dit moet ten laatste 3 dagen voor de aanvang van de vrijwilligersactiviteit gebeuren. Soms kan het voorvallen dat de vrijwilligersactiviteit niet doorgaat. Dan kunnen de verzekeringsdagen gerecupereerd worden mits de organisatie minstens 1 dag op voorhand hiervan kennis geeft aan de provinciale contactpersoon. De niet gebruikte verzekeringsdagen kunnen niet gecumuleerd worden. Dus als er in 2014 50 verzekeringsdagen overblijven, dan kunnen deze niet meegenomen worden naar 2015. De polis dekt zowel burgerrechterlijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand als lichamelijke ongevallen. Zij dekt enkel de vrijwilligers, ook zij die zich occasioneel inzetten bij de activiteiten. Deelnemers aan activiteiten vallen niet onder deze verzekering.
Noteer volgende data alvast in uw agenda Woensdag 23 april om 20u: ‘Drie Burchtse broers Van der Stock in de Groote Oorlog’ door Prof. Jan Van der Stock – Brabo (Kruibeeksesteenweg, Burcht) Donderdag 8 mei – 19u: Bezoek aan de aardbeienserre van Cécile en Robert , Polderstraat 166 Zwijndrecht - u kan ook kennis maken met de fascinerende wereld van de bijen. (na afloop aardbeientaart en koffie) Woensdag 21 mei – 19u30: Ledenvergadering (uitnodiging volgt)
Craeyennest, de Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht verschijnt 4x per jaar. Volgend nummer van Craeyennest verschijnt in de zomer van 2014. Ludo Van der Stock Voorzitter
Robert Embrecht Redactiesecretaris
Craeyennest Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht Zomer 2014
Met de zomer voor de deur en bij velen de gedachten al in vakantieland, bezorgen wij u de 2e Craeyennest van dit werkjaar. Omdat een nieuwsbrief zowel een achteruitkijkspiegel is naar het verleden als een open venster naar het heden vragen wij in dit nummer aandacht voor de Burchtse schrijfster Lieve Moenssens die 75 jaar geleden geboren werd in haar korte, dramatische leven slaagde ze er in haar artistieke talenten te ontplooien en haar zware lichamelijke beperkingen te overstijgen zodat ze in Burcht nog steeds een begrip gebleven is. We staan nog even stil bij de geslaagde uiteenzetting van ons lid, Prof. Jan Van der Stock over de lotgevallen van de 3 broers Van der Stock in de 1 e wereldoorlog – een samenvatting van zijn prachtig boek, dat een inspiratiebron is voor wie wil proeven van de realiteit van de eerste wereldbrand. Voor de gelegenheid was de locatie Brabo in de omgeving van het Sleutelshof voor de talrijk opgekomen aanwezigen een erg aangename kennismaking met een onbekend stukje eigen Scheldeland! Voor wie niet mee op uitstap kon naar het Zwijndrechtse aardbeienbedrijf van …. geven we een impressie van een deelnemer en uiteraard mag een kort verslag van de Algemene Vergadering van 26 mei niet ontbreken. De aanwezigen op deze vergadering kunnen getuigen van de dynamiek die van onze Heemkundige Kring uit gaat. Er staat immers heel wat op stapel: de herdenking van het begin van de eerste wereldoorlog, zowel bij ons in Zwijndrecht en Burcht als in het Antwerpse (met het geplande bezoek aan de pontonbrug over de Schelde) is maar één aspect van het brede aanbod waar de leden van zullen kunnen snoepen. Het zal in de herfst weer uitkijken zijn naar ons tweede jaarboek. Er worden ook nieuwe werkgroepen gevormd waardoor we proberen onze leden meer kansen te bieden om een eigen inbreng te doen. We moeg immers niet vergeten dat de HKZB een groot stuk samenwerkingsverband wil zijn om zoveel mogelijk mensen kansen te bieden mee te werken om zoveel mogelijk facetten uit het verleden een sterke verankeringsplaats te geven zodat we dit verleden kunnen conserveren en doorgeven aan volgende generaties. Een deugddoende vakantie toegewenst! Robert Embrecht redactiesecretaris
Berichten uit haar Witte Stad Lieve Moenssens 09.06.1939 – 28.12.1968 Robert Embrecht Op 9 juni 1939 werd Godelieve (Lieve) Moenssens geboren. Ondanks haar korte leven – ze werd amper 29 jaar – zou ze toch uitgroeien tot een bekende Burchtenaar. Door pure wilskracht wist ze haar fysieke beperkingen te overstijgen en haar literaire capaciteiten te laten openbloeien. Wat ze ons naliet waren pareltjes die vragen om gekoesterd te worden en met mondjesmaat geproefd. Ze is de laatste jaren – onterecht – wat in de vergeethoek geraakt. Ter gelegenheid van haar 75e geboortedag wil de HKZB haar in de bloemetjes zetten. Wie was Lieve Moenssens? Bewogen jeugd Lieve werd geboren in de aanloop van de tweede wereldoorlog, in het turbulente laatste vooroorlogse jaar. Vader Albert en moeder Maria Van Alsteen huwden in 1938. Albert werd gemobiliseerd en maakte de 18daagse veldtocht van het Belgische Leger mee tot hij krijgsgevangen gemaakt werd in Frankrijk. In juni 1940 was hij terug thuis. Op 18.3.1941 kreeg Godelieve een zusje – Frieda. Daarna geraakte het gezin in de maalstroom van de oorlogsomstandigheden. Het gezin breidde uit met een zoon Gunther, die de omzwervingen van het gezin tijdens de laatste oorlogsmaanden niet zou overleven. Na de oorlog woonden de zusjes lange tijd in Burcht waar de kinderloze nonkel Sooi Van Vossel en Thans Moenssens het gildenhuis – Vrede St. Martinus uitbaatten en wat graag voor de zusjes wilden zorgen. In 1951 gingen vader en moeder op Linker Oever wonen, terwijl de zusjes in Burcht bleven wonen
en er school liepen in de meisjesschool St.Wivina. Toen ze de lagere school achter zich liep ze school aan het Mére Jeanne Instituut in Antwerpen waar ze de beroepsschool volgde. Ze was zeker niet alleen, want heel wat Burchtse jongeren gingen in Antwerpen naar school. Zo leerde ze ook Erik kennen, een Burchtse jongen die een jaar of vier ouder was dan zij en die wel interesse toonde voor de 15jarige Lieve. Tijdens haar middelbare schoolopleiding koos Lievee r voor om bij haar ouders op Linker Over te gaan wonen. Jonge vrouw Lieve was verzot op muziek en vond het fijn om samen met haar ouders naar de opera te gaan. Ook operette en klassieke muziek konden haar bekoren. Toen ze haar diploma van bureelbediende behaalde was Lieve opgegroeid tot een aantrekkelijke jonge vrouw van 18 jaar.
Ze vond werk op een kantoor, maar daar sloeg het noodlot toe: ze viel zonder verklaarbare redenl. Een huisdokter kon niets abnormaals kon vaststellen en dacht aan bloedsomloopstoornissen. Lieve voelde zich immers dikwijls moe en uitgeput. Op een avond was er ook iets mis met haar spraak – dit ging weg en kwam weer terug, ze lispelde en had ook moeite met sommige medeklinkers. Haar familie begon zich nu echt zorgen te maken. Huwelijk Ondertussen maakte ze samen met Erik trouwplannen - ze hadden hun oog laten vallen op een huisje in Burcht op de Kruibeeksesteenweg. Ook deze omstandigheden werden aangegrepen als mogelijke oorzaak van haar gezondheidsproblemen. Het huwelijk zou doorgaan op 4 juni 1960. Daags voor de grote dag kon ze echter amper fietsen: ze had geen kracht in haar benen en viel. Haar ouders opperden om het huwelijk uit te stellen – maar daar wilde ze niet van weten. Profetisch verklaarde ze ‘Als ik nu niet trouw komt het er misschien nooit meer van! Het huwelijk in de St Annakerk op Linker Oever ging gewoon door. Het was een stralende dag en de bruid in een korte witte jurk had die dag geen gezondheidsklachten, maar enkele gelukkige weken later kwam de raadselachtige kwaal ongemeen terug. Ze viel weer, kreeg weer spraakstoornissen en was ontzettend moe. Omdat ze vrij vlug in verwachting was werden de oorzaken daar gezocht. Maar het werd erger: de verlammingsverschijnselen werden meer uitgesproken. Twee maanden na haar huwelijk kon ze niet meer werken, haar huishouden beredderen lukte niet meer – moeder kwam helpen. Hierop volgde het ene doktersbezoek na het andere zonder veel resultaat. Een geconsulteerde
zenuwarts waarschuwde haar dat de voortzetting van haar zwangerschap en bevalling zware gevolgen zou hebben voor het verdere verloop van haar ziekte en haar gezondheidstoestand zou hypothekeren laar ze zette door. Bevalling Op 19 maart 1961 werd Lieve opgenomen in St. Bartholomeus in Merksem om er te bevallen van haar zoontje Leo. De bevalling had echter een zware tol geëist: eten, drinken en slikken kostten haar enorm veel inspanningen. Ze kreeg last met ademhalen. Na 8 dagen werd ze naar huis gestuurd. Na amper enkele uren had ze enorme ademhalingsproblemen. Ze diende in allerijl opgenomen in de H. Hartkliniek in Antwerpen. Daar kon men haar onvoldoende helpen helpen en er volgde een noodopname in het Stappaertsziekenhuis. Lijdensweg Vanuit het Stappaertsziekenhuis werd ze vrij vlug naar het Stuyvenbergziekenhuis overgebracht. Haar ziekte kreeg nu een naam: ‘Myasthenia Gravis’ (ernstige spierziekte). De dokters waarschuwden de familie dat alle extreme emoties de ziekte nog zouden kunnen verergeren, bovendien drong een operatie zich op. Er werd een opening in haar keel gemaakt en de thymusklier werd verwijderd. De luchtpijp werd met een buisje verbonden met een beademingsapparaat. Door een tweede heelkundige ingreep werd kunstmatig voeden mogelijk gemaakt. Spreken was nu zo goed als onmogelijk geworden; ze kon enkel nog de lippen bewegen om zinnen te vormen. Vijf weken lang verbleef ze in de reanimatiekamer. Haar echtgenoot vertelde haar dat ze niet meer naar huis kon komen omdat ze enkel in het ziekenhuis de gepaste zorgen kon krijgen en hij op deze manier niet met
haar verder kon leven. Zijn bezoeken werden korter en onpersoonlijker. Hij begon ook over scheiden te spreken want hij had een andere vrouw gevonden. Zoals voorzien door de artsen verergerde haar ziekte door de grote emoties die deze mededeling met zich meebracht. Ook haar lippen kon ze nu niet meer bewegen – enkel met de oogleden knipperen ging nog. Uiteindelijk zou dit haar enige conversatiemiddel met de mensen en de buitenwereld worden: men zegde het alfabet op, letter voor letter, en bij de juiste letter knipperde ze met haar ogen: zo ontstonden woorden, zinnen, gesprekken,… Haar geest sterker dan haar lichaam Hoe dan ook: ze zocht en vond een uitlaatklep om haar gevoelens en gedachten te uiten. Ze begon steeds meer en beter het enige communicatiemiddel te gebruiken dat haar restte – het knipperen met de ogen bij het reciteren van het alfabet. Zo ontstonden gedichten en later ook sprookjes, speciaal geschreven voor haar zoontje Leo. Anderen schreven ze voor haar op. Iedereen deed mee en zij slaagden er steeds beter in haar een ‘stem’ te geven. De verlamde Lieve maakte zo het beste los in de mensen die haar omringden. Kamer 18: centrum van haar wereld Langzamerhand werd het ook in de ‘buitenwereld’ bekend wat zich in kamer 18 - ‘haar’ kamer – afspeelde. Ze kreeg post van andere gehandicapten en ‘schreef’ hen terug, bemoedigde hen en spoorde hen aan om niet op te geven. Lieve stond er op dat de feest- en verjaardagen bij haar op de kamer gevierd werden. Bij de Eerste Communie van Leo werd er een feestmaal georganiseerd op haar kamer, ook al kon ze zelf niet meeeten. Met Kerstmis stond er een kleine
kerstboom in haar kamer en met Pasen kwam Leo er paaseieren rapen. Het einde Enkele dagen voor Kerstmis 1968 bleven haar ogen gesloten en gleed ze weg in een coma. Toch kwam ze er weer door en begon ze Kerstmis voor te bereiden. Op 25 december gleed ze opnieuw in coma en op 28 december om9u30 verliet ze onze witte wereld – want het was opnieuw gaan sneeuwen – en ging ze het eeuwige licht van haar Witte Stad binnen.. De uitvaartliturgie was in het wit zoals ze het zelf had gewild, zonder Dies Irae maar met sfeervolle kerstliederen die het afscheid verzachtten. Dit afscheid werd door heel veel mensen die haar op een af andere manier nabij waren, bijgewoond. Op het bidprentje stond heel toepasselijk een van haar verzen uit ‘Avondzwijgen’: ‘Laat toch mijn dood niet zwart omkransen maar wit als het lied van de vreugde zelf wit van vogels, van bloemen die ik minde, het wit waarin geluk zich weeft. Hier past geen zwart ik was gelukkig ik heb met heel mijn hart geleefd. Dan is het goed te mogen rusten in de aarde die je mint’ Enige tijd later zorgde VAB/VTB voor een speciale grafzerk, vooral refererend naar haar sprookjes. Op 24 mei 1970 werd een speciale Lieve Moenssendag georganiseerd waarop die andere Burchtse jeugdschrijfster, Maria De Vleeschouwer-Verbraeken, het openings woord uitsprak. In Dilsen (Limburg) werd een tehuis voor gehandicapten naar haar genoemd.
Betekenis Ondertussen is het stil geworden rond Lieve Moenssens. Men zou haast denken dat Burcht haar vergeten is. Toch is dit niet zo. Als je haar naam laat vallen komen de verhalen los, vooral over de laatste jaren van haar leven. Haar manier om met lichamelijke beperkingen te leven en vooral om er een positieve betekenis aan te geven spreken nog steeds tot de verbeelding. Dat Lieve Moenssens , 75 jaar nadat ze hier het levenslicht zag, nog steeds niet gehonoreerd werd met een straatnaam lijkt onwaarschijnlijk – ze zit blijkbaar in hetzelfde schuitje als Maria De Vleeschouwer-Verbraeken. Dat een zaaltje in het nieuwe WZC Craeyenhof naar haar vernoemd wordt is een stap in de goede richting.
Dit veel te korte en toch zo dramatische leven van Lieve noopt ons tot dankbaarheid en nederigheid. Haar poëtische erfenis moeten we koesteren en blijven proeven – haar sprookjes zullen kinderen blijven vertederen door hun eenvoud, maar ook door de levenslessen die er in verborgen liggen. Zo klinkt ook nu nog haar boodschap door van uit haar Witte Stad.
Een uitgebreider Moenssens wordt jaarboek van de Zwijndrecht Burcht jaar.
artikel over Lieve gepubliceerd in het Heemkundige Kring op het einde van dit
Tussen aardbeien en bijtjes Kennismaking met het tuinbouwbedrijf van Robert en Cecile De Decker-Van Gasse Herman Vaessen Het leerrijke aan het aangename paren was het opzet van onze ledenactiviteit in mei ll. Onze leden, Robert en Cecile De Decker-Van Gasse stelden ons een kennismaking voor met hun tuinbouwbedrijf in de Polderstraat in Zwijndrecht. De respons van onze leden was groot. Daar een goede rondleiding maar mogelijk is voor een groep van maximum 30 personen zagen we ons verplicht de groep geïnteresseerden te splitsen. En dat, zou later blijken, was geen overbodige luxe. Terecht betoogde onze voorzitter in zijn inleiding dat naast de raap zeker ook de aardbei symbool staat voor het Waasland. De rondleiding werd door Cecile gegeven en getuigde zowel van liefde voor het vak als van
gedegen professionaliteit. Zonder veel omhaal leidde ze ons binnen in haar wereld van de aardbeicultuur: vanaf het stekken van de jonge plantjes, het uitplanten in potten, het bevloeien, … alle facetten van de hydrocultuur kwamen aan bod. Het vergt nog steeds intensieve handenarbeid om de planten, die op een zekere hoogte geteelt worden, met maximale zorg en kennis te omringen zodat ze als kwaliteitsproducten op de tuinbouwmarkt in Hoogstraten kunnen afgeleverd worden. De keuze voor hydrocultuur laat toe om bijna het ganse jaar door te oogsten. Toch vergt het heel wat organisatie om rekening te houden met afwisselende, wekelijkse plukperioden om steeds weer verse
producten te kunnen afleveren.Dit alles veronderstelt een ook ernstige technische investering: serres, verwarming, bevloeiing en wat er nog meer komt bij kijken vergen een gedegen stielkennis en liefde voor het vak. Het is dan ook niet te verwonderen dat Robert en Cecile voor hun inspanningen beloond worden met het beste kwaliteitslabel op de Hoogstraatse tuinbouwveiling. Bovenal is ook het oordeel van de klanten de beste graadmeter voor hun dagelijkse zorgen. Dit bedrijf heeft echter nog een aparte troef: voor de bevruchting van de bloesems beschikken ze immers ook over een eigen bijenkolonie. Dit tweede gedeelte van de rondleiding werd verzorgd door Gilbert Van Moer, die alles weet over het fascinerende leven van de bijen. Hij verstrekte minder bekende info over de bijenkast, honingraten en het
behandelen van honing. Een pas gevangen kolonie van bijen werden samen met hun koningin opgevangen in een nieuwe kast, de gevulde honingraten worden afgesloten met was. Om de honing op te vangen wordt de was verwijderd, de raten in een trommel geplaatst waarna er gezwengeld wordt – tot slot wordt het ‘vloeibaar goud’ opgevangen in een vat. Maar ook hier wordt vakkennis gekoppeld aan liefde voor de aparte wereld van de bijen. De kennismaking werd afgesloten met een geurende kop koffie en een stuk aardbeienvlaai zoals je ze nergens proeft. Uiteraard zijn wij Robert, Cecile en Gilbert erg dankbaar voor de kans die zijn ons gegeven hebben om nader kennis te maken met de aardbeien en de bijtjes die toch deel uitmaken van ons tastbaar (en smakelijk!) heemkundig erfgoed.
Ledenvergadering 26.05.2014 (uittreksel uit het verslag van Mireille Schaekers) Voor wie er niet bij konden zijn stippen we hierbij de voornaamste agendapunten aan. 1. Organisatie en bestuurszaken Jaarkalender Deze jaarkalender geeft een overzicht van activiteiten en bezoeken voor de leden van de HKZB. Er wordt een bezoek aan het fort Liefkenshoek gepland. Een juiste datum is nog niet bekend. Later volgt meer info. Op zaterdag 23.08.2014 kunnen zij die het gemist hebben, nog een bezoek brengen aan de lokale aardbeikwekerij van onze medeleden Robert en Cecile De DeckerVan Gassen. Wie nog mee wil kan eerst
telefonisch contact opnemen met Ludo van der Stock op nummer 03/283.73.92. Voor de maand september staat er een diaprojectie op het programma. Onderwerp is dan de bouw van de Kennedytunnel en het aanleggen van de E3. Een juiste datum en plaats worden u zo spoedig mogelijk bezorgd. Op 04.10.2014 wandelen leden met een geldig ticket over de Vredesbrug over de Schelde. De jaarlijkse Algemene Vergadering zal plaatsvinden op vrijdag 14.11.2014. Noteer deze dag al zeker in uw agenda. Ook in november zal er een tentoonstelling met voordracht plaatsvinden over de Groote Oorlog in Zwijndrecht en Burcht. Alle hulp is
welkom! U weet ons te vinden via onze contactpagina of via ons postadres (HKZB, p/a ’t Waaigat, Kerkplein 1, 2070 Zwijndrecht). In december plannen we dan een bezoek aan de tentoonstelling “Expo 14-18”. Het gaat hier om een tentoonstelling over de Groote Oorlog. Dit bezoek zou dan gecombineerd worden met een bezoek aan één van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Hiervoor zouden we met de trein naar Brussel gaan. Wij houden u hiervan op de hoogte. Lokaal Tot op heden huist de HKZB nog steeds in lokaal 5 aan de Kerkstraat 50 in onze deelgemeente Burcht. Er werd en wordt sinds de oprichting van onze kring geijverd voor een aangepast lokaal. Het bestuur heeft in één van haar eerste vergaderingen een “Witboek” (zie ook ledenvergadering 10.2013 en Craeyennest april 2013) opgesteld en naar de burgemeester en schepenen verstuurd. In dit “Witboek” werd uitgelegd waarom wij een aangepast lokaal nodig hebben en welke onze verwachtingen betreffende dit lokaal zijn in verband met veiligheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid, … De HKZB vindt zelf dat de Oude Pastorij van Burcht hiervoor de beste locatie zou zijn. Kastoestand, leden en lidgelden We kregen een tussentijds financieel verslag. De financies zijn gezond en we hebben een batig saldo dat os o.m. toelaat opnieuw een jaarboek uit te geven. Op dit moment zijn er 90 leden. Wij willen hier een warme oproep doen naar onze leden om ook actief te willen meewerken aan de projecten of er zelf projecten op te zetten. Het lidgeld wordt niet ervaren als een obstakel. Het is zelfs een democratisch bedrag waar de leden ook veel voor terugkrijgen.
Commissies Er zijn projecten die lopen en er zijn er andere die op stapel staan. Hierbij is er steeds veel opzoekwerk te doen. Om dit opzoekwerk vlotter te laten verlopen en om een “expertise” in een bepaald onderwerp aan te leggen kunnen commissies opgericht worden 2. Projecten WO1 in onze gemeente Sinds enkele maanden bestaat er de werkgroep “WO1 in onze gemeente”. Zij werken dit onderwerp uit over meerdere jaren en vanuit verschillende invalshoeken. Voor 2014 werd de aandacht vooral gelegd op de eerste maanden van deze oorlog. De ondertitel voor dit jaar is dan ook “Van de mobilisatie tot de val van Antwerpen”. Voor 2014 wordt er dus op een lokaal-historische manier gekeken hoe het begin van de Groote Oorlog in onze 2 deelgemeentes voorbereid en ondergaan werd. Er werd al behoorlijk wat informatie en documentatie bijeengesprokkeld door de werkgroep. Er werd ook redelijk wat informatie gevonden die tot “zijsprongen” kunnen leiden zoals het oplijsten van al de namen van Burchtse en Zwijndrechtse militairen, Christiaan Blom, wat met de guanofabriek na de oorlog. Er kwam al enige reactie op de oproep tot het delen van familieverhalen, documentatie via het gemeentelijk infoblad bij ons of bij het cultureel archief van de gemeente hebben binnengebracht waar wij zeker mee aan de slag kunnen. Zo zijn er al mededorpsgenoten die voor ons (op film!) hun oorlogsliedjes hebben gezongen, foto’s hebben laten inscannen, familieverhalen verteld, postkaarten in leen gegeven van Adhémar Borin, objecten laten zien die tentoongesteld mogen worden.
Het is inderdaad de bedoeling om dit verhaal op een zo duidelijk mogelijke manier aan de huidige bevolking terug te geven. Dit teruggeven kan onder andere ook gebeuren via een tentoonstelling met een voordracht over de Groote Oorlog in onze gemeente. Deze zou doorgaan na 11.11.2014 maar dit dient nog verder uitgewerkt. Voor de volgende jaren zijn de onderwerpen: 2015: het leven alle dag in de periode 1914-1918 (eten en drinken, reisdocumenten en andere administratieve dingen die voorheen niet gekend waren, allerlei opeisingen, scholen, geld of geen geld, werk of geen werk, de voedselbedeling en –schaarste, smokkel…) 2016: over zij die in die jaren niet in onze gemeenten zijn (soldaten, geïnterneerden, vluchtelingen, opgeëisten, dwang-arbeiders, gevangenen…) 2017: het einde van de oorlog (wie kwam er naar huis, hoe kwamen ze naar huis, de opeisingen van de vluchtende bezetters …) 2018: onze gemeenten vlak na de oorlog (welke veranderingen werden er doorgevoerd ten gunste van de bevolking) Mocht u nog informatie, documentatie, voorwerpen hebben die u met ons zou willen delen voor het project en de tentoonstelling (en die u later terugkrijgt), dan horen wij dit graag van u. Hoe klein het detail, het past allemaal in het grotere verhaal van onze gemeente in de Groote Oorlog en het is van harte welkom bij de projectgroep via de contactpagina van onze vereniging of via ons postadres. Het archief de Neuf de Burght Via de contactpagina kregen wij een vraag om hulp van een gepassioneerd verzamelaar. Deze heer was in het bezit gekomen van een 30-tal bananendozen vol met archiefdocumenten naar aanleiding van de restauratiewerken aan het kasteel van Horst te Holsbeek.
Bij nader inzien waren er al zeker 5 bananendozen in het geheel van 30 die papieren bevatten van de familie de Neuf de Burght. De periode die overspant wordt is deze tussen 1600 en 1850. De papieren bevatten een schat aan informatie en documentatie over een periode en een onderwerp waar hiertoe nog niet veel over geweten is. Het ging hier echter om een stapel papieren zonder enige orde en natuurlijk zonder enige inventaris. Chris Vander Straeten, Robert Embrecht en Herman Weyn hebben 4 dozen volledig doorgenomen, gelezen en indien nodig vertaald. Documenten uit dit archief met betrekking op Zwijndrecht en Burcht werden ingescand en geïnventariseerd. Zo is het HKZB-archief uitgebreid met 611 items en het digitaal archief met 373 stukken. De indexatie, bewaring en inpassing in de lokale/regionale inpassing vraagt om een professionele aanpak. Alle documenten moeten in zuurvrije mappen en dozen gestoken worden en in verzekerde bewaring gegeven worden. Chris zal zich verder inzetten om de huidige eigenaar er van te overtuigen dat dit archief één geheel moet blijven en in een erkend archief, vb. Rijksarchief te Beveren-Waas, bewaard moet blijven. Ook over dit archief kan u later in ons jaarboek 2014 lezen. Projecten door/met onze leden Ons medelid Nadia Waumans kwam vertellen over haar project “volksverhalen”. Zij is vertelster en verzamelaarster van volksverhalen. Om zo veel mogelijk van deze volksverhalen terug te vinden, werkt ze samen met enkele bewoners uit De Regenboog. Een oud volksverhaal uit Zwijndrecht en/of Burcht gaat over “den Bikaros”, die het bloed uit de tenen van z’n slachtoffers zuigt. Na opzoekwerk kon Nadia het verhaal
reconstrueren en het ons op een zeer spannende manier vertellen. U kunt ook meer lezen over dit verhaal in ons jaarboek 2014. In Craeyennest oktober 2013 kan u nog eens nalezen hoe ze op zoek ging naar “den Bikaros”. Een ander project dat uitgewerkt kan worden is het digitaliseren van oude films. De digitalisatie is nodig om de films te kunnen bewaren onder de best mogelijke omstandigheden. Er moet dus gezocht worden naar mensen die met de oude filmtechnieken nog overweg kunnen en eventueel het geëigende materiaal voor het afspelen ervan is. Maar we zoeken ook mensen die de films willen bekijken om te kunnen duiden over wat het gaat, wie er in de film te zien is, wie aan de gefilmde feiten mee heeft gewerkt. Maar ook andere leden werden ook opgeroepen tijdens deze ledenvergadering tot het opstarten van een eigen project. Zo hopen wij wat meer info te verzamelen over Henri Evrard (bezieler en trainer van Rieke’s worstelclub uit Burcht) met de legendarische café van Julia, zijn echtgenote, lang de oudste café van Burcht - “Lutteurs”; wie weet nog wie zij waren, wat zij deden, hoe zit hun sport in elkaar? Zo’n verhalen zijn écht van bij ons en zijn het méér dan waard om genoteerd te worden. 3. Jaarboek 2014 Voor editie 2014 voorzien wij onder andere volgende onderwerpen: Archief de Neuf de Burght: over het teruggevonden archief, door Chris Vander Straeten Zwijndrecht en Burcht in de 18e eeuw: achtergrondinformatie over de toenmalige maatschappij en hoe deze functioneerde, door Chris Vander Straeten WO1 in onze gemeente – van de mobilisatie tot de val van Antwerpen,
door Mireille Schaekers en de werkgroep “WO1 in onze gemeente” John Tulpinck: wie was deze merkwaardige persoon uit Burcht, door Robert Embrecht “Dromend van mijn witte stad”, artikel over Lieve Moenssens door Robert Embrecht De wereldtentoonstelling 1885 te Antwerpen gezien vanaf de linker Scheldeoever door Ludo van der Stock 4. Craeyennest Onze nieuwsbrief Craeyennest verschijnt 4x/jaar en wordt per e-mail of per postbus bij de leden bezorgd. Deze Nieuwsbrief wenst ondersteuning te geven aan activiteiten voor de leden en beknopte duiding te geven bij actuele Heemkundige onderwerpen. Leden kunnen ook hun inbreng doen. 5. Foto-van-de-maand Elke maand staat er een “foto-van-demaand” in de benedenhoek van de linkermarge van onze website. Deze foto kan over allerlei gebouwen, personen, … gaan die in relatie staan met de lokale geschiedenis of heemkunde van onze deelgemeentes. De foto-van-de-maand wordt over het algemeen goed bekeken doch er komen weinig reacties op binnen. 6. Website De website wordt redelijk goed bekeken. Onze website is in evolutie. Zo kunnen geregistreerde leden ook alvast het archief inkijken om ze daarna eventueel in ons lokaal te komen raadplegen. De laatste editie van Craeyennest wordt na 2 maanden op de website gezet zodat deze samen met de oudere versies blijvend kunnen geraadpleegd worden. Het forum van de website is dé contactplaats voor de leden om allerlei nieuwtjes, weetjes, zoekertjes e.d. die te
maken hebben met onze lokale geschiedenis en heemkunde te plaatsen. 7. Varia Ons medelid Cynthia Owens stelt haar verzameling waaiers ten toon in kasteel
Cortewalle te Beveren-Waas tijdens het weekend van 21 en 22.06.2014. De deuren van het kasteel staan beide dagen open tussen 10 en 17 uur. Voor meer informatie: www.verzameldingen.be/beveren/.
AANWINSTEN ARCHIEF Ons archief groeit gestaag aan. Sommige aanwinsten willen we in deze rubriek even in de kijker plaatsen. Inkijken kan steeds in ons lokaal na een afspraak met de archivaris of een ander bestuurslid. -
De kleine oorlog van drie broers Frans-Aimé-Octaaf Van der Stock door Jan Van der Stock met heel veel uittreksels uit hun dagboeken, brieven, documenten 1914-1920. Zeker voor wie de uiteenzetting van de auteur bijwoonde een interessante aanvulling.
-
Kerk en gelovigen in de Dekenij Waas tijdens de XVIIIe eeuw door Jozef Schoenaerts. U vindt hierin enkele aantekeningen over de kerkelijke geschiedenis van Burcht (Zwijndrecht behoorde in die periode tot de Dekenij Hulst).
ZOEKERTJES Voor onze losse foto’s in ons fotoarchief zijn we nog op zoek naar bakjes in hout, metaal,… - met afmetingen 17cm breed, 12 cm hoog. Eveneens voor ons archief kunnen we ook simpele boekensteunen gebruiken, die niet te veel plaats innemen (vb. geplooid metaal….) Wie ons hiermee een plezier wil doen kan terecht bij iemand van onze bestuursleden.
Craeyennest, de Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht, verschijnt 4x per jaar. Volgend nummer van Craeyennest verschijnt in het najaar van 2014. Ludo Van der Stock Voorzitter
Robert Embrecht Redactiesecretaris
Craeyennest Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht Herfst 2014
Honderd jaar geleden brak de Eerste Wereldoorlog uit. Terecht wordt deze gebeurtenis, die op vele vlakken als een treurige mijlpaal wordt erkend, breed uitgesmeerd in de media. Uiteraard kan ook de HKZB hierbij niet aan de kant blijven staan. Al vlug kwamen we tot de vaststelling dat we niet een zoveelse bijdrage moesten leveren aan de officiële geschiedschrijving waarvoor heel wat betere onderzoekers aangewezen zijn. Wij kozen ervoor om, onze opdracht als Heemkundige Kring indachtig, dieper in te gaan op de gevolgen van deze eerste wereldbrand voor onze eigen bevolking. We willen de geschiedenis schrijven van de gewone man en vrouw in die eerste wereldoorlog. We kunnen ons immers nu nog moeilijk indenken hoe de inwoners van Zwijndrecht en Burcht zich gevoeld moeten hebben toen de pletwals over hen heen rolde – hoe zij zich onvoorbereid moesten onderwerpen aan vier jaar ellende – op het thuisfront voor wie bleef – elders ver van huis voor wie vluchtte of de wapens opnam…. Daarom heeft de werkgroep WOI, onder leiding van Mireille Schaekers, zich een gigantisch, maar niettemin ongemeen interessant doel gesteld om gedurende vier jaar te peilen naar verschillende aspecten van die Groote Oorlog. De resultaten van al dat opzoekingswerk zal kunnen afgemeten worden aan een aantal activiteiten die op het getouw worden gezet. Voor dit jaar staan er een voordracht, een tentoonstelling en een eerste brochure op het programma. Om u alvast een voorproefje te geven kan u verder in dit herfstnummer van Craeyennest een inleiding lezen.
Robert Embrecht redactiesecretaris
Mireille Schaekers Zwijndrecht en Burcht in de Groote oorlog: de lokale impact op onze bevolking Op 28 juni 1914 klonken er schoten door de straten van Sarajevo. Kroonprins Franz-Ferdinand van Oostenrijk-Este en zijn echtgenote Sophie werden vermoord door GavriloPrincip. Sarajevo lag toen, door de afwezigheid van grote wegen zoals we die nu kennen, erg ver van Zwijndrecht en Burcht. Toch zouden deze schoten ook voor onze mensen verstrekkende gevolgen hebben. In die tijd waren er binnen Europa 2 machtsblokken: de Triple Entente (Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland) en de Triple Alliantie (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië). Binnen hun overeenkomsten hadden de landen elkaar plechtig beloofd bij te staan in geval een gewapend conflict een van hen trof. Mocht bijvoorbeeld Frankrijk aangevallen worden door Duitsland, dan zouden het Verenigd Koninkrijk en Rusland op militaire wijze dit land komen ondersteunen. Duitsland zou dan op zijn beurt militair gesteund worden door Oostenrijk-Hongarije en Italië. Italië zou echter bij het begin van de Eerste Wereldoorlog overlopen naar de Triple Entente. Na de moordaanslag in Sarajevo waren er gedurende enige tijd politieke ontwikkelingen die helaas uitmondden in een gewelddadige actie: de oorlogsverklaring van Duitsland aan Frankrijk. De Duitsers wilden zo vlug mogelijk optrekken naar Frankrijk en vroegen vrije doortocht hiervoor door ons land. België, neutraal sinds zijn ontstaan, weigerde deze doorgang. Deze weigering kwam hard, want totaal onverwacht aan, bij de Duitsers. Ons land wou ten allen prijs zijn neutraliteit behouden en zou dus de grenzen moeten verdedigen tegen het mogelijk binnenvallen van de Duitse troepen. Het leger werd hiervoor in staat van paraatheid gebracht.
Burcht en Zwijndrecht waren toen 2 kleine gemeenten gelegen aan de linkeroever van de Schelde binnen de provincie OostVlaanderen. De gemeente Burcht telde een kleine 4000 inwoners en was vooral een industrieel bloeiend dorp. Er waren het guanofabriek, het cementfabriek, het vetfabriek, de “zaten” (scheepswerven) maar ook veel kleinere nijverheid zoals brouwerijen en waterwerken. De landbouw was er niet zo uitgebreid; dit in tegenstelling tot Zwijndrecht. In deze gemeente met ongeveer 7000 inwoners werd er juist wél volop geleefd van de teelt van allerlei gewassen en de veeteelt. De industriële revolutie had België dan wel niet overgeslagen doch de arbeid werd nog steeds met veel mankracht verricht. Ook in de landbouw was er nog veel handarbeid. In beide gevallen, industrie en landbouw had men dus veel mannen, vrouwen en kinderen nodig die werk konden verrichten. De nabijheid van Antwerpen met zijn haven en aanverwante industrie maakte dat ook veel mannen uit onze 2 vroegere gemeenten naar de dok gingen werken. De grenzen van ons land moesten dus beschermd worden tegen een mogelijke Duitse inval. Tussen 27 en 29 juli 1914 kondigde de regering met koning Albert I aan het hoofd hiertoe een gedeeltelijke mobilisatie af. Alle jonge mannen van de klassen 1910 en 1913 werden opgeroepen. Een ‘klas’ is een groep jonge mannen die in het jaar van hun oproep tot het vervullen van de militaire dienstplicht 20 jaar geworden zijn.
Op 1 augustus werd er een algemene mobilisatie afgekondigd en alle mannen van de “klassen” 1901 tot en met 1910 werden nu opgeroepen. Zij moesten zich met eten en drinken voor drie dagen en op eigen kosten terug naar hun kazernes begeven. Alle jongen mannen geboren tussen 1881 en 1890 hoorden hiertoe. Zij waren in 1914 dus tussen 21 en 34 jaar oud; toen meestal de huwbare leeftijd maar ook de leeftijd waarop de meesten het productiefste zijn in hun werk. .Er waren ook uitzonderingen. Van de 182 mannen uit Burcht waren er 89 gehuwd, met gemiddeld 2 kinderen in het gezin. Er mag van uitgegaan worden dat de nietgehuwden mee de kost verdienden om hun overige familieleden te onderhouden. Voor een kleine gemeente als Burcht wil dat zeggen dat, door de mobilisatie bijna 5% van de totale bevolking, uit het zicht verdween. Het aantal oorlogsvrijwilligers voor Burcht zijn onbekend in aantal dus zij zijn hier niet in deze berekening inbegrepen. Wel vinden we de namen van 7 mannen terug, geboren tussen 1877 en 1879. Voor Zwijndrecht werden er 304 namen van militairen teruggevonden. In deze lijst werden er, in tegenstelling tot in Burcht, beroepsmilitairen en vrijwilligers bij opgenomen. De aanwezigheid van 3 forten op het gemeentelijk grondgebied zal hier niet vreemd aan geweest zijn. Volgens het parochiaal verslag voor de Heilig Kruis parochie waren er 189 jonge mannen terug naar hun kazernes vertrokken. In de Zwijndrechtse lijst lezen we ook de namen van 2 ouderdomsdekens Cesar De Zitter en Charles Apers, beiden geboren in 1878 en dus 36 jaar in 1914, trokken ook naar de oorlog. Beiden waren schippers. Waren het oorlogsvrijwilligers net zoals de 7 iets
oudere mannen uit Burcht? Men ging er immers toen van uit dat de oorlog tegen Kerstmis gedaan zou zijn en dus de legersoldij als ‘vaste pree’ mooi meegenomen was. De oorlogsdreiging nam voor België een aanvang in augustus 1914; een periode waarin de gewassen nog volop op het land stonden. De oogst zag er veelbelovend uit maar wie zou deze oogsten als het merendeel van de jonge mannen in de kazernes lag? Wie zou er zorgen voor de opslag, het vervoer, de verkoop en de verwerking er van? Onder de Burchtse jonge mannen waren er velen tewerkgesteld in de industrie. Zij verdienden daar niet slecht. Volgens het toenmalige gemeentebestuur zouden zij zelfs 3 à 4 frank per dag verdienen. Het toenmalige huishoudbrood van 1 kilogram (het hoofdvoedsel) kostte 0,32 frank. Door de afsluiting van de Schelde door de Nederlanders was er ook geen havenactiviteit meer mogelijk en vielen ook onze havenarbeiders zonder werk. De inkomsten voor de gezinnen vielen weg. Het toenmalige Ministerie van Oorlog kon de soldij voor de militairen niet betalen en vroeg de gemeenten om deze sommen voor te schieten. Burcht had einde juli 1914 echter nog maar 105,90 frank in kas: daarmee kon niet veel soldij uitbetaald worden. Hebben ze dit dan maar niet gedaan? Feit is dat de Burchtse scheepsbevrachter John Tulpinck de noodlijdende gezinnen ter hulp kwam met een financiële ondersteuning. Zwijndrecht stond er in januari 1914 financieel beter voor maar ook hier weten we niet of de soldij voorgeschoten werd door de gemeente. De gezinnen die achterbleven zaten dus zonder geld, zonder kostwinner maar de kosten bleven wel gelijk: eten, drinken, huishuur, hout voor de kachel, schoeisel en kledij en dit al voor de bezetting door de Duitse troepen. De Belgische troepen hadden namelijk ook al een groot deel aan voedsel, paarden, hooi, stro en dergelijke opgeëist. Tijdens de Duitse bezetting werden er dan nog talrijke opeisingen gedaan die het leven voor onze mededorpsgenoten er ook niet makkelijker op maakten. Zo werden hout, granen,
aardappelen, melk, koper, leer en nog veel meer opgeëist. Deze producten werden schaars en dus duurder en later zelfs quasi onvindbaar. De hoeveelheden die afgestaan moesten worden, namen na verloop van tijd onhoudbare proporties aan. Er kon nooit voldoende geleverd worden dus moest de gemeente hiervoor een boete betalen. Na verloop van tijd moesten degenen die niet voldoende van de opgeëiste goederen kunnen leveren de boete betalen. Voedsel, petroleum en hout werden schaars. Normaal gezien moest de bezetter de lokale bevolking kunnen voorzien in de nodige basisbehoeften doch deze liet dit na. De voedselbedeling werd volledig uitbesteed aan het Nationale Komiteit voor Hulp en Voeding die op haar beurt afhing van z’n bevoorrading van eerst het Comittee for Relief of Belgium (het CRB) en, vanaf 1917 toen de VS in de Groote Oorlog stapte, van het Comité HispanoNéerlandais (het CHN). Door een hele organisatie kwam het aangevoerde voedsel dan toch uiteindelijk terecht bij de plaatselijk bevolking. Het was steeds te weinig, van minder goede kwaliteit, te duur of voedsel dat men nog niet kende. Het kon bekomen worden door het geduldig aanschuiven, gesteld dat men de juiste kaarten bijhad (er waren verschillende kaarten per product in omloop), in de juiste rij stond, al vroeg genoeg in de rij ging staan en dan maar hopen dat er genoeg voor iedereen was. De Plaatselijke Komiteiten voor Hulp en Voeding stonden in voor de stockage en de bedeling van het voedsel. De leden hiervan waren meestal leden van de betere klassen uit onze 2 deelgemeentes. Wie waren zij? Hoe hadden ze zich georganiseerd? Heeft dit aanleidingen gegeven tot sociale strubbelingen? Doordat het voedsel schaars was, kwam woeker en fraude op gang. Er werd vooral veel melk vervalst. Deze werd aangelengd met water, zelfs met kalkwater, en dan nog eens duur verkocht. Een aantal mensen uit onze gemeenten werden hiervoor veroordeeld. Deze processen geven een inzicht in de toenmalige rechtspraak maar laten ook zien hoe er te werk gegaan werd met smokkel en fraude van voedsel.
Al na korte tijd werd het dagelijkse brood (men at gemiddeld 1 kg brood per dag verdeeld over 4 maaltijden) zo veel mogelijk vervangen door aardappelen. Via Het Werk van Den Akker werd er plantgoed aangekocht. In Zwijndrecht werden massaal aardappelen aangeplant. Helaas waren de winters zeer nat en mislukten de oogsten. Voedselschaarste heeft een verminderde voedselopname tot gevolg die op zijn beurt weer aanleiding geeft tot een verminderde weerstand. Om hieraan toch een beetje te verhelpen werden er soepkeukens opgezet. In de Burchtse guanofabriek kregen de personeelsleden soep met brood. De fabriek was onder militair gezag geplaatst en had er dus alle baat bij dat de arbeiders goed konden werken. En met een lege maag gaat dat niet… Ook het cementfabriek werkte voor het Duitse gezag. Hier is niet duidelijk of hun arbeiders ook soep kregen. Na de Groote Oorlog zouden deze fabrieken onder sekwester geplaatst en gestraft worden. In alle geval was de lokale bevolking flink verzwakt. Zelfs zo verzwakt dat er in 1918 een typhusuitbraak was in de Seefhoek te Burcht. Typhus of buiktyphus is een ziekte die overgedragen wordt door eten of drinken besmet met typhysbacteriën. Deze bacteriën komen voor in de stoelgang van besmette dieren of mensen. De symptomen zijn koorts, buikpijn en hevige diarree. Het is zeer besmettelijk en aangezien er in het Burcht van die dagen geen riolering of waterleiding was, laat het zich raden dat de verspreiding snel vooruitging. De getroffen huizen in de Seefhoek en aan de Lepelstraat en de Heirbaan werden ontsmet en op een gegeven moment lagen er bijna 60 personen in het Stappaertgasthuis (nu
gekend als Good Engels) te Antwerpen. Het is tot hiertoe niet geweten of er overlijdens aan deze ziekte te betreuren waren. Het is tot nu toe ook niet bekend of er bij ons ook uitbraken van andere besmettelijke (dysenterie, mazelen, …) ziekten de kop opstaken. Zoals hierboven al gezegd waren de winters tijdens de oorlogsjaren erg streng. De aanvoer van gas, petroleum en kolen liet sterk te wensen over en dus konden de huizen niet verwarmd worden. Ook de scholen moesten sluiten vanwege de onverwarmde klaslokalen. Ook na de wapenstilstand op 11 november 1918 kwamen er aan deze schaarsten niet plots een einde. Tot in maart 1919 zouden de Plaatselijke Komiteiten blijven instaan voor de voedselbedeling.1914 In 1916 greep er in heel België een golf van opeisingen plaats. Meestal jonge mannen werden quasi manu militari opgevorderd om in Duitsland te gaan werken. Wat moesten zij daar doen, hoe werden zij behandeld? Kregen zij hiervoor later enige officiële erkenning? Welke invloed had deze gedwongen tewerkstelling op hun latere leven? De gemeentebesturen deden wat ze konden om hun bevolking te helpen. Ook al waren zij gebonden aan de vele regels en regeltjes van de Duitse administratie toch probeerden zij zo goed mogelijk in het algemeen welzijn te voorzien. Zo probeerden zij op allerlei administratieve manieren de Duitse reglementen te omzeilen of te vertragen. Zij leenden geld bij particulieren en bij banken om hun bevolking, via het Bureel van Weldadigheid, te helpen. Het liet hen na de oorlog achter met een stevige schuldenberg. Hier moet een kanttekening gemaakt worden wat betreft bepaalde personen in het gemeentebestuur. Sommige notabelen hadden de vlucht naar elders genomen. Zij zouden voor de duur van de Groote Oorlog vervangen worden. Na de oorlog kwamen zij terug en eisten hun vooroorlogse plaats terug op. Na het beëindigen van de oorlog zou dit nog voor de nodige strubbelingen op lokaal politiek
vlak zorgen. In Zwijndrecht was er een ‘oorlogsburgemeester’ een Nederlander met de naam Christiaan Blom: een ‘geval apart’, dat niet veel kaas had gegeten van het goed besturen van een gemeente. Na anderhalf jaar verliet hij Zwijndrecht met achterlating van pak problemen. Blijft ook de vraag wie de Duitsers waren die hier tijdelijk het bewind in handen hadden? In november 1918 komt dan eindelijk de wapenstilstand die een einde maakt aan
de oorlog. Niet al de soldaten komen terug van het front. Velen gaven hun leven voor het vaderland en werden ver van huis begraven. Hun families bleven verweesd achter en het leven werd er voor hen niet makkelijker op. De militairen die geïnterneerd werden in Nederland kwamen ook terug naar huis doch zij werden met een scheef oog bekeken. Zij hadden geen recht op een oorlogspensioen en er werd hen zelfs desertie verweten. Hun situatie is tot in onze dagen nog steeds niet uitgeklaard. Vele gezinnen uit onze 2 deelgemeenten hadden de vlucht genomen naar het buitenland. Ook zij hadden mensen in vreemde grond moeten achterlaten. Op welke manier waren zij gevlucht en naar waar? Wat beleefden zij in hun vluchtelingsoorden? Deze vluchtelingen kwamen terug naar huis, vonden hun huizen en gronden wel terug maar in welke staat? Voor al deze gezinnen bestond toen het sociale opvangnet nog niet zoals wij dat nu kennen. Hoe bouwden zij hun leven terug op? Na de Groote Oorlog werden er allerlei sociale en politieke veranderingen doorgevoerd. Ook Zwijndrecht en Burcht zouden hiermee moeten leren omgaan.
Over deze gebeurtenissen is de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht een langlopend project opgestart. Al de opgesomde aspecten die de Groote Oorlog te weeg bracht op onze gemeenschappen hopen wij aan bod te laten komen. In 2014 zal er door uw kring een tentoonstelling ingericht worden die probeert te evoceren hoe Zwijndrecht (met zijn landbouw) en Burcht (met zijn industrie) in de Groote Oorlog terecht kwamen. De tijd tussen de mobilisatie (vanaf 1 augustus 1914) tot aan het begin van de bezetting (vanaf 10 oktober 1914) komt hierbij aan bod. Deze tentoonstelling zal lopen tijdens de maand november en gaat door in het woonzorgcentrum De Regenboog te Zwijndrecht. Op 14 november wordt er op de tentoonstellingsplaats een lezing over deze moeilijke tijden gehouden met Mireille Schaekers en moderator Paul Verbraeken. De laatste voorbereidingen hiervoor zijn lopende. Noteer deze datum dus alvast in uw agenda want wij hopen al onze leden (en hun familieleden) dan te
kunnen verwelkomen. de hoogte.
We houden u op
Voor onze leden werd er een boekje gemaakt waarin u nog meer informatie over deze periode in onze beide deelgemeenten kan vinden. U krijgt het na de lezing al mee naar huis. Tussen 2014 en 2019 zal er elk jaar een ander thema over de Groote Oorlog “bij ons” onder de aandacht gebracht worden. De onderwerpen die aan bod zullen komen, vindt u terug in de hierboven geschreven tekst. Wij willen u hiervoor nogmaals uitnodigen om uw verhalen, foto’s, documenten, medailles en zo meer die betrekking hebben over Zwijndrecht en Burcht tijdens de Groote Oorlog met ons te delen. Het mag (graag zelfs) ook over de bezettende machten en de cement-, vet- of guanofabrieken tijdens de oorlog gaan of over uw familieleden die naar Nederland, Frankrijk of Groot-Brittanië gevlucht zijn. Zo kunnen we, dank zij u, onze lokale geschiedenis aanvullen. Alvast “nen dikke merci”!
Nog een kanttekening bij de Eerste Wereldoorlog in onze gemeente OP KROEGENTOCHT IN BURCHT IN 1914 Gelezen in ‘Spioneren voor het vaderland’ door Pieter-Jan Lachaert, Jan van der Fraenen en Ruben Mayer – uittreksel verschenen in de Standaard. Spoorwegman Evarist De Geyter uit Kortrijk zoekt in 1914 een van zijn twee zonen. Hij schrijft later: Op het einde van de maand september ontvangen wij een schrijven van onzen oudsten zoon waarin hij mij vraagt hem een bezoek te willen brengen in Boom. Ik trek er ’s anderendaags naartoe met een goed gevulde valies met verschillende artikels om tussen de tanden te sorteren, alsook een gevulde porte a monnaie. Als ik in Boom aankwam, waren zij daar vertrokken in de richting van Antwerpen. Dan maar te voet naar Antwerpen met het gedacht hem op die weg te vinden. Overal gevraagd, ja ze waren langs daar gepasseerd, maar niemand kon mij inlichten naar welke bestemming. Ik was gans ontstemd en te neer geslagen. Niet alleen omdat ik mijn zoon niet kon vinden, maar nog het meest door het zien van onze soldaten. Och, welken erbarmelijken toestand heb ik daar veel van onze moedige jongens ontmoet. Zwart, nog niet geschoren sedert zij binnengeroepen waren, slecht gescheurde kleren, sommigen met schoenen waar de tenen door staken en bloed aan kleefde, de wangen ingevallen van honger en dorst(…) Ik heb met die ongelukkige soldaten enige franken verteerd, terwijl zij hun wedervaren vertelden met de Duitsers (…) Met verdwaalde geest en gans mistroostig trok ik vooruit op zoek naar mijnen zoon (…) Als ik Burght afstap, vraag ik aan de eerste soldaat die ik ontmoet of hij den sergeant De Geyter niet kent. Hij antwoordt ja en trekt mij een herberg binnen, waar mijn zoon gelogeerd zou zijn. Daar naar den sergeant gevraagd, het was daar niet. Er kwam een tweede, soldaat bij die het wist. Ik vroeg voor den tweeden soldaat ook een glas bier, betaalde de glazen bier en vooruit, naar een andere herberg. Zo hebben wij
verscheiden herbergen afgelopen en in iedere herberg vergrootte het getal der soldaten die meegingen op zoek naar de verloren zoon, terwijl er beraadslaagd werd onder de tien soldaten die ik reeds bij me had. Het was in iedere herberg voor ieder een glas bier. Ik begon het prettig te vinden, want ik was reeds een weinig verblijd, hoor ik al ineens mijn naam uitspreken door enen Waal. ‘ Monsieur De Geyter. Vous cherchez votre fils?’ Hij had
Foto John Tulpinck
vernomen dat ik met verscheidene soldaten op zoek was en kwam achter gelopen om mij te vergezellen. De tien soldaten bedankten mij voor de glazen bier en vijf minuten nadien zaten wij gezellig samen bij brave burgers waar mijn zoon en twee officieren gelogeerd waren.’ Bedenking: in Burcht waren in die tijd héél véél herbergen! Spijtig dat we niet weten hoe die kroegentocht verliep en welke herbergen het waren…
Robert Embrecht
Nieuwe Aanwinsten in ons archief In vorig nummer lieten we u kennis maken met een nieuw boek. Vandaag willen we er u op wijzen dat we ook dikwijls met een ander soort aanwinsten te maken krijgen, die een eigen conservering verdienen, en die op een andere manier tot de verbeelding spreken. Enkele maanden geleden lieten we u kennismaken met een vlag van ‘Burchtse Zouaven’ (waarover we nog steeds verdere informatie zoeken). Vaak krijgen we ook ‘prentjes’ aangeboden – dit kunnen ‘doodsprentjes’ zijn, soms ook ‘Communieprentjes’ of andere. Vraag is steeds: hebben ze iets te maken met het verleden van Zwijndrecht of Burcht? Zo ontvingen we enkele Communieprentjes van de Familie Orlent – enkele weken later ontvingen we doodsprentjes van enkele Burchtse Pastoors. Hierbij geven we u enkele voorbeelden. Daarom deze gouden raad: gooi prentjes als deze niet te vlug bij het oud papier – toon ze
liever eerst aan iemand van de HKZB. Wellicht vinden ze in plaatsje in ons archief voor het nageslacht…
Deze nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht verschijnt eens per kwartaal. Redactiesecretaris: Robert Embrecht
Verantw. Uitgever: Ludo Van der Stock Volgend nummer: winter 2014
Craeyennest Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht Winter 2014-2015
Hopelijk hebben jullie kunnen genieten van onze activiteiten rond Wereldoorlog I: de wandeling over de pontonbrug, de tentoonstelling en de lezing. We probeerden een beetje naar de impact te peilen van deze eerste wereldbrand op onze voorouders. Aan de enthousiaste reacties mogen we stellen dat we hierin gelukt zijn. Als kers op de taart hebben de meesten van jullie ook kunnen kennismaken met zowel het jaarboek 2014 als met de brochure over Burcht en Zwijndrecht in Wereldoorlog I – 1914. Dit laatste vormt de aanzet van een overzicht van de oorlogsjaren in onze beide deelgemeenten. Deze ‘voetnoten’ in de wereldgeschiedenis waren niettemin harde noten om te kraken voor de toenmalige inwoners van Zwijndrecht en Burcht. De winter van 1914 was bovendien een harde winter en sommigen van onze inwoners brachten kerst in 1914 door aan de Ijzer, enkelen waren al gesneuveld. Kerstmis 1914 werd echter voor sommigen een belevenis en het korte Kerstbestand haalde wel de geschiedenisboekjes. Zeker weten we het niet, maar wellicht hebben enkele van ‘onze’ jongens dit van ver of dichtbij meegemaakt. Daarom een korte bijdrage over dit feit in dit winternummer van Craeyennest. Tot slot vindt u ook de verslagen ven de Algemene Vergadering en de Ledenvergadering van enkele weken terug die tot ons genoegen, door vele leden werd bijgewoond. Dit geeft ons een duwtje in de rug om op de ingeslagen weg verder te gaan. Ondertussen aan al onze leden en hun familie onze beste wensen voor een Zalig Kerstfeest en een vreugdevol 2015! Veel leesgenot! Robert Embrecht redactiesecretaris
Kerstmis 1914 Kerstmis is de dag dat ze niet schieten… De winter van 1914 – het eerste oorlogsjaar - was triest. België was na de Duitse inval in augustus in puin geschoten. Delen van steden lagen in puin – van een aantal dorpen waar de Duitse pletwals door was getrokken bleef niet veel meer over. Wie kon was gevlucht naar Nederland dat neutraal gebleven was. Wie gebleven was ondervond nu de zware gevolgen van de oorlog die aanvankelijk – zo meenden men althans, maar enkele weken zou duren. De Duitsers hadden in het bezette gebied, dat bijna gans België omvatte, veel opgeëist. De Belgen leden honger, hadden kou en zochten beschutting in kapotte huizen. Sinds november was het immers bitter koud geworden – en dat terwijl de steenkool schaars en erg duur geworden was. De Belgische industrie was tot stilstand gekomen, vele fabrieken waren ontmanteld, de Antwerpse haven lag stil. Het gevolg was massale werkloosheid. Velen leefden van de liefdadigheid, want werklozensteun was er amper. Wel was er sinds november een Nationaal Hulp- en voedselcomiteit opgericht, gesteund door Amerikaanse hulp. Door deze Amerikaanse hulp leren de Belgen noodgedwongen ‘nieuwsoortig’ voedsel eten: havermout, maïs en
vlees uit blik ‘corned beef’. In die omstandigheden is Kerstmis- en Nieuwjaar vieren voor de gewone man ondoenlijk, tenzij er Duitsers ingekwartierd werden. Zij willen Weihnachten vieren zoals bij hen thuis. Zij planten kerstbomen die ze versieren met papieren bloemen en slingers. Dit gebruik was bij de gewone Belgen tot dan onbekend. Iemand schrijft in zijn dagboek: ‘Rond de boom werd gezongen en gedanst. Veel geschenken die met hele treinen uit Duitsland zijn gekomen, worden uitgedeeld.’ Er wordt vooral veel gedronken. Hier en daar eisen ze extra vee op voor hun feestmaal. Het Duitse kerstfeest wordt zo een symbool van de bezetting. Waar de Belgen uitgenodigd worden om mee te vieren wordt dit geweigerd. In de kerken wordt een herderlijk schrijven voorgelezen van Kardinaal Mercier, waarin deze van leer trekt tegen de houding van de Duitse bezetter. Hij prijst de Belgische soldaten en stelt dat het wettelijk gezag niet bij de Duitse bezetter ligt maar bij Koning Albert en de Belgische regering in ballingschap. De kardinaal krijgt huisarrest ,en de drukker van de brief krijgt een zware boete, maar daar blijft het bij.
Het Belgischer leger heeft zich, samen met de andere geallieerde legers teruggetrokken achter de ijzer. Ook daar is het bitter koud. Sinds mensenheugnis is Kerstmis het feest van de Vrede. Oorlogen werden op die dag onderbroken. Zou dit in 1914 navolging krijgen? Op 24 december vriest het en de prikkeldraad op de
Diksmuide zelfs een ontmoeting tussen Duitse en Belgische militairen waarbij een monstrans die tijdens de oorlogshandelingen in Duitse handen terechtgekomen was, teruggeven aan de Belgen. Hier en daar worden in niemandsland zelfs voetbalwedstrijden gespeeld. Het is een kortstondige pauze in de oorlogshandeling . Op
borstweringen van de loopgraven ziet wit. Door de kou stinken de latrines minder en hangt er geen lijkengeur meer. Op veel plaatsen is het erg stil en wordt er niet geschoten. Duitse soldaten zetten op hun borstweringen kleine kerstboompjes. Ergens in de loopgraven zingt een tenor ‘Stille Nacht’. Op kerstdag 1914 komen op verschillende plaatsen soldaten uit de loopgraven en ontmoeten elkaar in de strook niemandsland tussen de stellingen. Er worden hier en daar geschenkjes uitgewisseld. Er is bij
verschillende plaatsen wordt het kerstbestand officieel beëindigd en een uur afgesproken waarop terug wordt geschoten. Dit Kerstbestand zou in de volgende oorlogsjaren nooit meer op deze schaal worden gehouden. De legerleidingen van beide kanten vonden dit niet goed voor de moraal van de troepen: het vijandbeeld diende gehandhaafd te blijven. Mensen die Kerstmis vieren zijn minder geneigd om elkaar dood te schieten! Robert Embrecht
Verslag algemene – en ledenvergadering 03.12.2014 Aanwezigen: 32 leden Verontschuldigd: 12 leden Beide vergadering vinden na elkaar plaats in de refter van de Sint Martinusschool te Burcht van 19.30 tot 22 uur. Voorwoord door de voorzitter met verwelkoming van de leden en dank aan directeur Van Ranst voor het gebruik van de schoolrefter en de catering.
Algemene vergadering 1. Overzicht activiteiten afgelopen werkjaar (01.01.14-30.12.14) Voordracht “Drie broers in de Groote Oorlog” door Jan Van der Stock over de tijd die de drie broers Van der Stock tijdens de Groote Oorlog aan het IJzerfront hebben doorgebracht aan de hand van hun correspondentie met de familie te Burcht. Deze voordracht vond plaats in een minder gekende locatie in onze gemeente; de kantine van de yachtclub Brabo Heemkundige voordracht door Nadia Waumans: “den Bikaros” en andere volksverhalen
2 maal een bezoek aan het bedrijf een lokale aardbeiteler met eigen bijen en een uiteenzetting door een lokale imker Medewerking aan de Erfgoeddag: gidsbeurten bij de Oude pastorij, de Broedersschool en de villa Hortensia Tentoonstelling en lezing over “Zwijndrecht en Burcht tijdens de Groote Oorlog” Uitstap: overtocht over de Vredesbrug over de Schelde Medewerking aan de Sint Maartensviering (het grielen) te Burcht op 11 november Publicatie jaarboek 2014 Extra boekje over WO1 bij ons
2. Activiteiten voor 2015 Vervolgpublicatie WO1 bij ons Mogelijke uitstappen Beide punten worden verder besproken tijdens de ledenvergadering Eventueel een diavoorstelling over de aanleg van de Kennedytunnel: plaats en datum nog te bespreken Medewerking aan de Open Monumentendag 2015, organisatie samen met het gemeentebestuur Medewerking aan de “Nacht van de Geschiedenis”, organisatie van de lokale afdelingen van het Davidsfonds 3. Ledenadministratie Op de avond van deze vergadering heeft de kring 104 leden. De HKZB begon z’n activiteiten eind 2012 met 27 leden. Op de 2 jaar tijd (tussen eind 2012 en eind 2014) kregen we er dus 79 leden bij. Men zou ook kunnen zeggen dat het ledenaantal sinds het begin van de HKZB bijna verviervoudigd is. Het is zelfs zo dat er slechts 4 leden die er voordien wel bij waren, het lidmaatschap niet vernieuwd hebben. Onze leden zijn dus trouwe leden. Die leden wonen over het merendeel in onze gemeente, 18 anderen wonen er net buiten, slechts 2 leden wonen buiten de provincie. De meeste leden krijgen hun correspondentie via hun e-mail adres; slechts 13 anderen krijgen deze via de brievenbus. Er werd gevraagd of de leden op- en/of aanmerkingen hadden op het secretariaatswerk en het bijhouden van de administratie. Enkele leden vroegen om hun e-mail adres te mogen nazien om te zien of dit volledig
juist overgenomen werd. Zij bleken niet altijd hun correspondentie te ontvangen. Dit is een spijtige zaak maar soms kwam er ook geen foutmelding terug na versturen van een bericht. De e-mail adressen bleken juist te zijn. De secretaris zoekt een andere manier om met deze leden in contact te kunnen blijven. Op de vraag of de leden eventueel liever hun correspondentie per brief kregen, kwam geen overtuigend antwoord 4. Kasverslag In 2014 had de HKZB te maken met een verlengd boekjaar dat liep van 09.13 tot 12.14. Dit boekjaar werd afgesloten met een positief resultaat en er kon ook een mooi bedrag op de spaarrekening van de kring gezet worden. 5. Vacante mandaten ondervoorzitter en secretaris, voorstelling nieuwe bestuursleden De leden werd gevraagd of er kandidaten waren om de vacante mandaten van secretaris of ondervoorzitter in te vullen. Er werden geen nieuwe kandidaturen weerhouden. De zittende mandatarissen werden unaniem herverkozen. De erfgoedcoördinator, de public relations-verantwoordelijke en de financiële secretaris werden ook voorgesteld aan de aanwezige leden. De erfgoedcoördinator, Vincent Deleu, houdt zich vooral bezig met het fotograferen van het weinige erfgoed dat er bij ons te vinden is en heeft zo toch al bijna 1500 foto’s gemaakt . Herman Vaessen verzorgt de public relations en doet zeer actief aan ledenwerving. Tina Verhaeghe zorgt voor een gezond evenwicht in onze financiële boekhouding. De voorzitter gaf een uitleg over een voorstel tot wijziging van de statuten
inzake de herverkiezing van openstaande mandaten; dit om “gaten” in het bestuur te vermijden. De huidige statuten zullen voor alle leden openbaar gemaakt worden via de website 6. Kwijting De leden gaven hun kwijting aan het voltallige bestuur van de HKZB.
Ledenvergadering 1. Bestuurszaken
2. Activiteiten 2014
Zoals de leden weten, zit het lokaal van de HKZB in de gebouwen van Kerkstraat 50. We zitten daar in het kleinste lokaal dat er ter beschikking stond. Dit lokaal wordt stilaan écht te klein voor het bijhouden van onze archieven. Er staan, liggen en zitten nu al verschillende heemkundige documenten en aanverwante zaken bij leden thuis, … In dit krappe lokaal kan onmogelijk een ledenvergadering doorgaan. Al verscheidene keren is dit probleem ter sprake gekomen: bij de cultuurambtenaar, bij verscheidene schepenen, in informele gesprekken met de burgemeester doch alles zonder resultaat. Als we andere organisaties bekijken, dan blijkt dat bijvoorbeeld de lokale Rode Kruisafdeling zo stilaan de hele villa Hortensia aan het innemen is. De Oude Pastorij staat nog steeds leeg en ongebruikt te verkommeren. De patrimoniumscan die in opdracht van de gemeente gehouden wordt via een onafhankelijk bureau is nog niet afgerond. Deze scan houdt o.m. een bevraging in van de bevolking over wat deze voorstelt om te doen met de nietgebruikte gemeentelijke onroerende eigendommen. Ondertussen is er geen plaats in de plaatselijke scholen of op andere plaatsen om er een permanent HKZB-lokaal in te richten.
Project WO1 Dit jaar is het 100 jaar geleden dat de Groote Oorlog ook in Zwijndrecht en Burcht langskwam. Dit had een grote impact op onze 2 deelgemeenten. Tot hiertoe werd er vooral veel aandacht besteed aan het militaire aspect en dan vooral nog aan de loopgravenoorlog. Hierbij werd er voorbijgegaan aan het leven van alledag in de bezette gebieden. Het was dus meer dan tijd om dit voor Zwijndrecht en Burcht terug te vinden, te documenteren en te beschrijven. Dit is een langlopend project; het loopt tot in 2019. Elk jaar wordt er een ander aspect van deze oorlog op het gewone leven van “bij ons” onder de aandacht gebracht. Dit jaar ging het over de eerste 3 maanden van deze oorlog: van de mobilisatie tot aan de bezetting. Het resultaat vindt u in het boekje over dit onderwerp dat u bij het jaarboek 2014 krijgt. Het geïnteresseerde publiek kan ook een boekje WO1 aankopen tegen 10 Euro bij krantenwinkel Van Havenbergh, Dorpstraat te Burcht en bij “’Den Bareel” op de hoek Statiestraat-Laarstraat te Zwijndrecht. In november liep er ook de tentoonstelling over dit onderwerp in het WZC De Regenboog én er was een vraaggesprek hierover. Er komt
stilaan reactie vanuit de inwoners van onze gemeente die zijn verhalen, privé-archieven en zo meer wil delen. Maar, het werk staat niet stil en voor 2015 is het thema alles wat met het voedselprobleem tijdens de Groote Oorlog te maken heeft met hierbij kolen en petroleum (om te koken en te verlichten) inbegrepen. Nu reeds zijn hierover foto’s opgedoken die totaal onbekend waren of die sinds 85 jaar niet meer boven water kwamen. In 2016 bespreken we “zij die er niet waren”: de geïnterneerden, de opgeëisten, de jongens achter de IJzer, de krijgsgevangenen. Onze mededorpsgenoten willen hier nu al meer over weten: is het waar wat den bompa hier vroeger over verteld heeft? We kregen toestemming om dit in de persoonlijke dossiers van hun familielid op te zoeken en te gebruiken in de komende publicatie hierover. In 2017 gaat het over het lokale bestuur en de werking tussen hen en de bezetter. Speciaal hierbij is dat Zwijndrecht 3 oorlogsburgemeesters heeft gekend terwijl in Burcht de burgemeester en de meeste leden van het bestuur de hele oorlogsperiode thuis hebben doorgemaakt. Wie waren die 3 Zwijndrechtse burgemeesters? Hoe probeerden de beide gemeente-
Dit maakt dat het echt zijn lokale kleur aan het verkrijgen is. besturen maar ook de Weldadigheidsburelen te werken met zeer weinig middelen voor hun bevolking? Wie waren die bezetters eigenlijk die in Zwijndrecht en Burcht zaten? Hoe zat het met de burgerlijke regelgeving in die jaren? In 2018 komen “onze jongens” terug naar huis. Maar ze komen niet allemaal terug. En zij die wel terugkomen: wat vinden zij terug? Hoe is het gesteld met hun lichamelijke en geestelijke gezondheid? Wat verkregen zij als gratificatie vanwege de Staat? Hoe stond het met tewerkstelling na hun demobilisatie? En in 2019 sluiten we af met het nagaan van de impact van deze oorlog op het dagelijkse leven. Hiervoor moeten we nog wel een soort van arbitraire afsluitdatum afspreken. Niet alleen lokale archieven worden voor dit alles aangesproken. In het buitenland (Engeland, Nederland, Duitsland) kregen ze ook al post van de HKZB over dit onderwerp. We zullen over waken dat het niet allemaal “droge kost” blijft maar dat we er ook zo veel mogelijk een uitstap aan hangen zoals bijvoorbeeld aan de “Oorlogstuin” van het GrOm (het
Groentenmuseum te Sint Katelijne Waver), het In Flanders Fields Museum en nog andere. U kan uw familieverhalen, foto’s en dergelijke die met bovenstaande onderwerpen te maken hebben nog steeds aan ons kwijt. Archief de Neuf de Burght Onze kring werd gecontacteerd via de website door een privé-persoon die een aantal bananendozen vol documenten had gekocht. Deze dozen kwamen tevoorschijn bij het op/uitruimen van een kasteel te Holsbeek. Bij het doorkijken vond de nieuwe eigenaar de naar Burght terug in 7 dozen en is dan op het internet gaan kijken of er een organisatie bestond die bij het ontsluiten van deze documenten kon helpen. En zo kon Chris gaan kijken wat er met de inhoud van deze documenten kon gebeuren. Er werd overeengekomen dat de HKZB al 5 dozen mocht meenemen om te inventariseren en te registreren. De documenten liepen over de periode tussen 1600 en 1850 en zijn van een onschatbare waarde voor de kennis van de geschiedenis van Burcht in die periode. In deze jaren kwam namelijk de gegoede burgerij meer op de
voorgrond. De documenten zijn gesteld in het Latijn (1 document), het Spaans, het Frans en het Nederlands van die tijd. De documenten waren zeer goed bewaard en dus nog zeer leesbaar voor iemand die iets van oudschrift kent. Het staat vol met allerlei gegevens over de veren over de Schelde, de inboedels (zilveren lepels, kanten zakdoeken en dergelijke), de gevoerde processen, de naamgeving van de familie, het familiewapen. Er werd zo veel mogelijk relevante documentatie ingescand (ongeveer 80% van de inhoud van de dozen). Na gedane arbeid werden de dozen terugbezorgd aan de rechtmatige eigenaar. Er zouden nog 2 andere dozen bij dit archief horen doch deze werden niet meer teruggevonden. De eigenaar is vrij om te doen wat hij wil met deze documenten. Maar, op dit moment is niet duidelijk onder welke omstandigheden de documenten bewaard worden (bananendozen of zuurvrije dozen?) of waar ze eventueel in bewaring gegeven zullen worden (Felixarchief, Rijksarchief?) In elk geval, door het inscannen van een grote hoeveelheid informatie kan een uitgebreid onderzoek er van een nieuw licht werpen op de plaatselijke geschiedenis.
3. Voorstellen van de leden Er kwam het voorstel van ons medelid Frederik Van Raemdonck om z’n herinneringen over Riekens Worstelclub uit te werken. Een eerste stukje kon u hiervan al zien op de website als foto-van-de-maand voor december 2014. Een doos vol medailles, vlagjes en foto’s die de HKZB door de laatste “cafémadam” van Riekens café “de Sportvriend” geschonken kreeg, zal zeker aan het beschrijven van dit lokale sportverhaal bijdragen. Andere vroegere worstelaars zullen uitgenodigd worden om hun verhaal te komen doen en natuurlijk moet dit alles in het jaarboek (2015?) komen. Ons medelid mevr. Schroeven heeft zich op de geschiedenis van een Burchts café gestort. Zo zou de informatie in het boek van Kockelbergh over de café’s van Zwijndrecht, Burcht en de Borgerweert over dit café niet helemaal correct zijn. Ook hierbij wil het bestuur naar zijn leden een oproep doen om meer verhalen over onze lokale sportgroeperingen. Maar ook over de fanfares, de cafés en de brouwerijen, de jeugdverenigingen, de scholen, de lokale nijverheid, de KP te Burcht kan u toch iets vertellen? Hebt u oude filmopnames over de kermis, de jaarmarkt, de Sint Wivinabegankenis? Misschien kent u verhalen over dorpsfiguren? Wij helpen u graag op weg als u er iets over wil schrijven of beschrijven. 4. De commissies en werkgroepen Commissies en werkgroepen hebben tot doel bepaalde projecten te ondersteunen door het zoeken van allerlei informatie. Zo is er een werkgroep “WO1” die mensen opzoekt
die verhalen willen delen over hun familie of lokale omstandigheden tussen 1914 en 1918. Er is de werkgroep “volksverhalen” die overal rondluistert of er nog oude verhalen “van bij ons” terug te vinden zijn. Zij kunnen zich ook bezighouden met allerlei praktische zaken zoals bijvoorbeeld het organiseren van bezoeken. 5. Voorstelling jaarboek 2014 Dit jaar krijgen de leden 2 boekjes: een jaarboek 2014 én een boekje over “Zwijndrecht en Burcht tijdens de Groote Oorlog”. De aanwezige leden kunnen hun exemplaren nu al meenemen en eventueel extra boekjes aankopen (elk à 10 Euro per stuk). De overige leden krijgen hun boekjes via de brievenbus. In dit jaarboek vindt u 7 artikels over 85 pagina’s. De inhoud is weer zeer divers en biedt (hopelijk) voor elk wat wils. Na het voorwoord door de voorzitter vindt men: - een artikel over Zwijndrecht en Burcht in de 18 eeuw door Chris om een algemeen sfeerbeeld voor die tijd “bij ons” te schetsen. - een artikel over de lokale schrijfster en dichteres Lieve Moenssens door Robert - volksverhalen: “den Bikaros” en nog veel meer van de hand van Nadia Waumans - een uiteenzetting over het archief de Neuf de Burght dat na 250 jaar terug aan het licht kwam: hoe kwam dit archief tot bij ons, de werkwijze van registratie, digitalisatie van zaken die voor de verdere kennis over Burcht tussen 1600 en 1850 zeer belangrijk zijn door Chris
-
-
zeer veel leesmateriaal over de figuur John Tulpinck “uitvinder op verzoek” door Robert een Burchtse blik op de wereldtentoonstelling van Antwerpen in 1885 door Ludo
6. Activiteiten 2015 Voor 2015 hopen we nog enkele uitstappen met onze leden te mogen maken. We beginnen er aan in januari met een bezoek aan de expo 14-18 te Brussel. De uitnodiging hiertoe volgt gauw. Maar ook een bezoek aan fort Liefkenshoek of een bezoek aan de restauratiewerken op de Blauwe Hoeve in de lente of de vroeger zomer behoren tot de mogelijkheden. U hoort nog van ons.
wisselende belangstelling bekeken. Het forum wordt relatief weinig gebruikt. 9. Heemkundige uiteenzetting: de Beneden-Schelde van Burcht tot aan Ouden Doel Bejamin Vergauwen gaf een uiteenzetting over de archeologische oppervlaktevondsten die hij deed langs de Beneden-Schelde tussen Burcht en Ouden Doel. Hij had een tafel vol van deze mooie vondsten meegebracht. Verder ging het ook nog over z’n pogingen om allerlei mensen en instanties te doen inzien dat de omgeving van Ouden Doel het laatste stukje authentiek Scheldepolderlandschap was dat tot nu toe overgebleven is en dat dit ten sterkste zo behouden moet worden.
7. Craeyennest Onze trimestriële nieuwsbrief wordt door de leden van onze kring op de prijs gesteld. Slechts af en toe valt er een reactie te sprokkelen. Er wordt gevraagd op een actieve inbreng van de leden voor het schrijven van artikels die in onze nieuwsbrief opgenomen kunnen worden. Het moeten niet persé hele epistels zijn maar ook kleine verhalen zijn de moeite waard om aan anderen te laten lezen. 8. Website De website ontvangt tussen de 100 en de 200 bezoekers per week. De meeste bezoekers zijn natuurlijk afkomstig uit België maar de 2e grootste groep bezoekers komt uit … Brazilië! Hoe dit komt is niet duidelijk. De foto-van-de-maand wordt met
Mireille Schaekers
Uitnodiging tentoonstelling De Groote Oorlog Zoals u weet is 2014 het jaar waarin de Groote Oorlog, die 100 jaar geleden over ons land raasde, herdacht wordt. De Heemkundige kring Zwijndrecht Burcht zou deze oorlog, samen met u, in een groter perspectief willen zien en dat kan op de “Expo 14-18”. Deze tentoonstelling gaat door in het Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis in het Jubelpark te Brussel. We zouden naar Brussel gaan met de trein die om 9.17 uur vertrekt vanuit Antwerpen centraal (nieuwe uurregeling sinds 14.12.2014). Een gids zal ons meer uitleg en duiding bij de expo geven. Na het bezoek bent u vrij om Brussel te gaan (her)ontdekken, u in de wintersolden te gooien, het legermuseum (gratis toegang) te bezoeken, in het Museum voor Geschiedenis naar een tentoonstelling over de grottekeningen van Lascaux te gaan kijken, … Beide musea bevinden zich trouwens in het Jubelpark. Info vindt U ook op de http://www.expo14-18.be/
Wie op zaterdag 24.01.2015 mee naar Brussel wil om deze expo te bezoeken, wordt gevraagd om dit zo vlug mogelijk (liefst voor 10.01.2015) te laten weten via
[email protected] of via het telefoonnummer 03/239.45.19 (Mireille). U kan steeds een bericht op het antwoordapparaat inspreken. Na bevestiging van uw deelname bestellen wij uw tickets en kan u deze betalen via het rekeningnummer van uw kring: BE48 9730 4246 5927 met vermelding “expo 14-18”. In bijlage vindt u de prijslijst voor deze expo maar we hopen met minstens 20 personen te zijn; dan betalen we de groepsprijs. U wordt gevraagd zelf voor uw treinticket in te staan. Hopelijk horen we gauw iets van u. Mireille Schaekers
Geheugensteuntje (indien dit nog nodig mocht zijn)… Bij het begin van het nieuwe jaar vragen we al onze leden om hun lidmaatschap te hernieuwen en – als dat mogelijk is – ook nieuwe mensen aan te spreken om tot de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht toe te treden. Een blik op de activiteiten van het afgelopen jaar, uitgebreid besproken op de Algemene Ledenvergadering waarvan u het verslag in deze nieuwsbrief kon lezen, laat er geen twijfel over bestaan dat de HKZB een springlevende vereniging is die het verleden in het heden doet (her)leven en die, dank zij uw aller inbreng en belangstelling ongetwijfeld ook in de toekomst haar nut en bestaansreden zal bewijzen. In deze tijd van geschenkjes geven is dit misschien ook nog een tip: geef eens een lidmaatschap van de HKZB als geschenk onder de kerstboom. Het lidmaatschap voor 2015 bedraagt , net zoals vorig jaar, 15€ het volstaat dit bedrag over te maken op ons rekeningnummer BE 48973042465927 en te vermelden ‘Lidgeld 2015 + uw naam en adres’.
Deze nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht verschijnt eens per kwartaal. Redactiesecretaris: Robert Embrecht
Verantw. Uitgever: Ludo Van der Stock
Volgend nummer: lente 2015