Convenant
Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Politie
Datum
S februari 2013
Status
Definitieve versie
Colofon Afzendgegevens
Bureau Algemene Bestuursdienst
Benoordenhoutseweg 46 2596 BC Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.alciemenebestuursdiensLnl Contactpersoon
Drs. l-1.J. Schartman (ABD Interim)
Projectnaam
Convenant dienstverlening van de ABD aan de politietop
Ons kenmerk Bijlagen
1. Overzicht van verantwoordelijkheden 2. Toelichting doelgroep 3. Vervolgacties 4. Protocol toetsing arbeidsvoorwaarden korpsleiding door Bureau ABD politietop
Auteur
Drs. H.J. Schartman (ABD Interim)
2 van 12
Inhoudsopgave Colofon
2
Inhoudsopgave
3
Convenant
4
Partijen
4
Overwegende dat
4
Artikel 1
Doel van het convenant
—
Artikel II Artikel III
—
Artikel IV Artikel V
Duur van het convenant
—
-
Artikel VI Artikel VII
Artikel X
5
Werving, selectie en benoeming
—
Artikel VIII Artikel IX
5
Verantwoordelijkheden (Loopbaan)ontwikkeling en opleiding
—
—
—
5
Doelgroep
Schouwen en spotten
—
5
—
Toetsing van arbeidsvoorwaarden
Vervolgacties Overleg en geschillen
De ondertekening
6 6 6 7 7 7 8
Bijl agen 1.
Overzicht van verantwoordelijkheden
2.
Toelichting doelgroep
3.
Vervolgacties
4.
Protocol toetsing arbeidsvoorwaarden korpsleiding door Bureau ABD politietop
3 van 12
Convenant Ministerie van Veiligheid en Justitie, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Politie Partijen: 1. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze de secretaris-generaal, de heer mr. drs. P. Cloo, hierna te noemen ‘Veiligheid en Justitie’; 2. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te dezen vertegenwoordigd door de Minister voor Wonen en Rijksdienst, namens deze de directeur-generaal voor de Algemene Bestuursdienst, mevrouw drs. M.R. Leijten, hierna te noemen ‘de ABD’; 3. De Politie, te dezen vertegenwoordigd door de korpschef, de heer mr. G.L. Bouman, hierna te noemen ‘de Politie’; Overwegende dat: • Op 31 december 2012 de bestaande afspraken over de werkzaamheden van de ABD voor de Politie zijn beëindigd; • Vanaf 1 januari 2013 de Nationale Politie is opgericht; • In de Politiewet 2012 is bepaald dat bij ministeriële regeling ambtenaren van de Politie worden aangewezen die deel uitmaken van de leiding van de Politie. Zij worden bij Koninklijk Besluit benoemd, geschorst en ontslagen. De korpschef en de politiechefs van de eenheden worden volgens de wet bij Koninklijk Besluit benoemd, geschorst en ontslagen. Over de benoeming worden de regioburgemeesters en het College van procureurs-generaal, c.q. de hoofdofficier van Justitie in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen; • De volgende documenten en visies kaderstellend c.q. richtinggevend zijn voor de invulling van de samenwerking: o Inrichtingsplan Nationale Politie o Inrichting van het vernieuwde MD-huis van de Politie o Model: de politieleider als verbindend leider • De partijen streven naar een politieorganisatie die aansluit op de ontwikkelingen in de maatschappij. Daarvoor is variëteit naar sekse, leeftijdsopbouw, cultuur en afkomst essentieel; • Door de partijen wordt erkend dat bij instroom voor topfuncties van buiten de Politie er een onderscheid gemaakt moet worden tussen algemene bedrijfsvoeringfuncties die vergelijkbaar zijn met andere organisaties en operationele politiefuncties. Zowel voor het operationele politiewerk als voor de integrale bedrijfsvoering kan kennis en ervaring van buiten de politieorganisatie bijdragen aan een betere kwaliteit. Voor het operationele politiewerk gaat het in de eerste plaats om kennis en ervaring uit die organisaties waar de Politie in haar taakuitoefening mee te maken heeft, voor de bedrijfsvoering gaat het om de bedrijfsvoering van vergelijkbare publieke en private organisaties; • Talent voor leidinggevende functies in de politieorganisatie tijdig moet worden gesignaleerd en adequaat moet worden ontwikkeld en ingezet op daarvoor geschikte leidinggevende functies; • De MD-functie van de Politie in opbouw is en dat voor de politieorganisatie een verdere ontwikkeling van systematisch en expliciet MD-beleid een aandachtspunt is; • De ABD verantwoordelijk is voor de vervulling van topfuncties bij de Rijksoverheid en heeft hierdoor veel expertise op het gebied van werving en selectie, (loopbaan)ontwikkeling en opleiding en de arbeidsvoorwaarden van topmanagers bij de Rijksoverheid; • De ABD in staat is hierover onafhankelijk, maar altijd met raadpleging van de Politie, te adviseren aan de Minister van Veiligheid en Justitie; 4 van 12
•
Dat de afspraken in dit convenant alleen kunnen slagen als sprake is van een nauwe samenwerking en open informatie-uitwisseling tussen de politieorganisatie en de ABD.
Spreken in dit convenant het volgende af: Artikel 1 Doel van het convenant: 1. Partijen maken in dit convenant afspraken over schouwen en spotten (Art. V), (loopbaan)ontwikkeling en opleiding (Art. VI), werving, selectie en benoeming (Art. VII) en de toetsing van de arbeidsvoorwaarden van het hoger management van de Politie (Art. VIII), met als doel de kwaliteitsontwikkeling, opvolgingsplanning, leiderschapsontwikkeling en talentontwikkeling van de leiding van de Politie in relatie tot de gehele Rijksoverheid. -
Artikel II Duur van het convenant: 1. Dit convenant treedt in werking op de datum van ondertekening en wordt gesloten voor de duur van drie jaar. 2. Uiterlijk twee en een halfjaar na de ondertekening van dit convenant wordt deze door partijen geëvalueerd en wordt op basis hiervan besluitvorming voorbereid over het al dan niet verlengen van de samenwerking, eventueel in gewijzigde vorm. Vooraf stellen partijen parameters op waarop wordt geëvalueerd. 3. Dit convenant kan worden beëindigd of verlengd als partijen daartoe gezamenlijk besluiten. -
Artikel III Doelgroep 1. Onder doelgroep wordt in dit convenant verstaan de functionarissen die de volgende functies vervullen: a. de korpsleiding (inclusief de dO), b. de leiding van de regionale eenheden en de landelijke eenheid. c, de directeuren van het Politiedienstencentrum, de Korpsstaf, HRM, Facility Management, Financiën, Communicatie en Operatiën, d. de directeur en de diensthoofden van het Politiedienstencentrum. In Bijlage 2 is een lijst opgenomen van de doelgroepfuncties. 2. [-let is het voornemen benoeming, schorsing en ontslag bij Koninklijk Besluit tot deze bovenstaande doelgroep te beperken. —
Artikel IV Verantwoordelijkheden 1. De Minister van Veiligheid en Justitie draagt de functionarissen voor benoeming voor en stelt de arbeidsvoorwaarden vast voor de in artikel III genoemde doelgroepfuncties. Hij is opdrachtgever van de ABD waar het gaat over werving, selectie en benoemingen en advies over de arbeidsvoorwaarden voor deze functies. 2. De korpschef van de Politie is opdrachtgever van de ABD voor de werving, selectie en benoemingen en de vaststelling van arbeidsvoorwaarden voor de in artikel III genoemde doelgroepfuncties, voor zover de Minister van Veiligheid en Justitie de benoemingsbevoegdheid heeft gedelegeerd. De korpschef is tevens opdrachtgever van de ABD waar het gaat over het signaleren van talent, (loopbaan)ontwikkeling en opleiding en het organiseren van de landelijke schouw. 3. De Minister van Wonen en Rijksdienst is als eigenaar van de ABD verantwoordelijk voor de kwaliteit en het functioneren van de ABD. 4. De ABD is als opdrachtnemer verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de opdrachten en geeft voor de werving, selectie en benoeming en de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden een onafhankelijk advies aan de opdrachtgever. De ABD draagt er zorg voor dat een advies aan de Minister van Veiligheid en Justitie vooraf bekend is gemaakt aan de korpschef. —
5 van 12
5. De Politie, de ABD en het Ministerie van Veiligheid en Justitie werken vanuit de hier beschreven verantwoordelijkheden nauw samen en delen de relevante informatie. 6. Op basis van de hier beschreven verantwoordelijkheden zijn de uit te voeren taken hieronder nader uitgewerkt. Een schematisch overzicht van de verantwoordelijkheden is opgenomen in bijlage 1. Artikel V Schouwen en spotten 1. De Politie signaleert en selecteert kandidaten die in potentie kunnen toegroeien naar de onder Art. III, eerste lid genoemde functies, en betrekt en informeert de MD-consultants van de ABD in het belang van een eenduidige benadering voor zowel de kandidaten als de opdrachtgevers. 1 2. De ABD brengt kandidaten in beeld van buiten de politieorganisatie die mogelijk geschikt zijn voor de onder Art. III, eerste lid genoemde functies. 3. Jaarlijks organiseren de Politie en de ABD gezamenlijk de landelijke schouw. In de schouw worden zowel interne als externe kandidaten (waaronder alumni) betrokken. —
Artikel VI (Loopbaan)ontwikkeling en opleiding: 1. De ABD faciliteert en adviseert bij de totstandkoming van de ontwikkeling en de uitvoering van het opleiding- en ontwikkelaanbod voor de doelgroep, met als doel individueel maatwerk in combinatie met collectieve trajecten zoals hieronder beschreven. De ABD en de Politie overleggen hiertoe regelmatig met de Politieacademie en de School voor Politieleiderschap. 2. De ABD werkt samen met de Politie aan een uitwisselingsprogramma ter ondersteuning van de ontwikkeldoelstelling van de Politie en zet hierbij haar netwerk binnen en buiten de Rijksoverheid in. 3. De Politie ondersteunt medewerkers uit de doelgroep die van buiten instromen bij de Politie vanuit het eigen opleiding- en ontwikkelaanbod. 4. Het opleiding- en ontwikkelaanbod van de ABD wordt aangeboden aan de doelgroep van de Politie. 5. Het loket Werken Buiten het Rijk van de ABD wordt ingezet voor medewerkers uit de doelgroep die een (tijdelijke) stap naar buiten overwegen. 6. De ABD en de Politie maken nadere afspraken over het onderhouden van een netwerk van oud-leidinggevenden bij de Politie, in samenhang met het ABD alumni netwerk (Re-Member ABD). —
Artikel VII Werving, selectie en benoeming : 2 1. De ABD voert de werving- en selectieprocedure uit voor de doelgroepfuncties genoemd in Art. III, lid 1. 2. De Politie stelt het vacatureprofiel op. De ABD toetst het concept-vacatureprofiel op volledigheid en duidelijkheid en tevens aan de hand van de functie- en leiderschapsprofielen zoals vastgesteld door de Minister van Veiligheid en Justitie en de algemene ABD-functie criteria. De ABD brengt advies uit aan de opdrachtgever waarna de opdrachtgever het definitieve vacatureprofiel vaststelt. 3. Bij de selectie van kandidaten voor een specifieke functie organiseert de ABD de procedure en vervult een regie- en adviesrol richting de opdrachtgever. De ABD stelt de longlist en de shortlist van (interne en externe) kandidaten op in overleg met de opdrachtgever. Bij de voordracht aan de Minister van Veiligheid en Justitie geeft de ABD een onafhankelijk advies gebaseerd op het profiel. Als basis voor de —
De toelatingscommissie en de in het ‘Overdrachtsdocument MD-huis Nationale Politie” (26 november 2012) genoemde Landelijke Ontwikkeladviescommissie worden gezien als onderdeel van deze taak. 2 Als basis voor deze beschrijving is genomen het “De Inrichting van het vernieuwde MD -huis van de Politie” (juni 2011).
6 van 12
rol van de ABD bij de selectie van kandidaten voor een specifieke functie is de rolvervulling genomen die de ABD bij ABD (niet TMG)-vacatures heeft. 4. De ABD coördineert de totstandkoming van de Kroonbenoemingen bij de Politie: a. Stelt het concept-Koninklijk Besluit op en een aanbiedingsnota voor de Minister van Veiligheid en Justitie; b. Draagt er zorg voor dat de vereiste stukken worden bijgevoegd; c. Leidt de aanbeveling van de korpschef en de bijbehorende vereiste stukken door naar de Minister van Veiligheid en Justitie; d. Begeleidt de procedure naar en van het Kabinet van de Koningin; e. Stelt een kopie van het Koninklijk Besluit ter beschikking aan de korpschef. 5. Vacatures en benoemingen worden zowel via de gebruikelijke kanalen van de Politie als via de ABD-site gepubliceerd. De gegevens van de functionarissen die de onder Art. III aangeduide functies bezetten, worden bijgehouden in ABIS en namen en contactgegevens worden toegevoegd aan de ABD-site (‘wie is wie’). Artikel VIII Toetsing van arbeidsvoorwaarden: 1. De ABD toetst en adviseert over de individuele arbeidsvoorwaarden met betrekking tot de in artikel III genoemde functies aan de opdrachtgever genoemd in Art. IV voordat deze door het bevoegd gezag worden vastgesteld op basis van het geactua 1 isee rd e p rotoco T “Pro tocol toetsing arbeidsvoorwaarden korpsleiding door bureau ABD politietop”. 2. In het hierboven bedoelde protocol worden de procedurele stappen en ook de inhoudelijke aspecten van de advisering/toetsing omschreven. Het protocol is opgenomen als bijlage 4 bij dit convenant. 3. De ABD licht het advies desgevraagd één keer mondeling toe aan de betrokken functionaris. 4. Ook naast de in het onder 1. bedoelde protocol kan de ABD door Veiligheid en Justitie en de Politie incidenteel worden bevraagd in haar rol als expertise-centrum voor arbeidsvoorwaarden van topfunctionarissen in de publieke sector. -
Artikel IX Vervolgacties: 1. In Bijlage 3 zijn de acties geschetst die nodig zijn om de afspraken in dit convenant uit te voeren en die nodig zijn om een goede overgang naar de nieuwe situatie te maken. Partijen spreken af om de uitvoering van deze acties voortvarend ter hand te nemen en daarvoor medewerkers aan te wijzen. —
Artikel X Overleg en geschillen: 1. Partijen wijzen ieder een contactpersoon aan die op dagelijkse basis aanspreekbaar is voor de uitvoering van dit convenant. 2. Partijen beoordelen tenminste eenmaal per jaar in een gezamenlijk overleg de uitvoering van het convenant, en de mate waarin dat tot de beoogde doelen leidt, en maken daarover zonodig aanvullende afspraken. 3. De ABD is structureel gefinancierd voor de in dit convenant beschreven werkzaamheden. Mochten door omvangrijke aanvullende verzoeken de beschikbare capaciteit en middelen niet meer volstaan dan worden voorafgaand aan de uitvoering van een dergelijk verzoek aanvullende afspraken gemaakt. 4. Bij een geschil vindt er overleg plaats tussen partijen. Leidt dit niet tot een oplossing dan wordt het geschil voorgelegd aan de bewindslieden die overeenkomstig hun verantwoordelijkheid als opdrachtgever respectievelijk eigenaar van de ABD een beslissing nemen. -
7 van 12
De Ondertekening
Aldus opgemaakt en ondertekend in drievoud: De Minister van Den Haag, 5
hierbij vertegenwoordigd door:
f!7 mr. drs.
cretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, hierbij vertegenwoordigd door: Den Haag, 4 februari 2013,
--
drs.
directeur-generaal Algemene Bestuursdienst
De Politie, hierbij vertegenwoordigd door: februari 2013, Den Haag,
6
an, korpschef van de Politie
8 van 12
Bijlage 1: Overzicht van verantwoordelijkheden Opdrachtgeverschap Spotten (signaleren potentials)
Doeig roep --
Potentials Do OG: KC ON: Interne kandidaten: Politie Externe kandidaten: ABD
Schouw (Loopbaan)ontwikkeling en opleiding Werven selecteren en benoemen Advies/toetsing arbeidsvoorwaarden
OG: ON: KC: Min:
OG: ON: OG: ON: OG: ON: OG: ON:
KC ABD en Politie KC Politie Min*
--
ABD Min* ABD
Opdrachtgever Opdrachtnemer, eerstverantwoordelijk voor uitvoering Korpschef Politie Minister van Veiligheid en Justitie Niet van toepassing
In deze tabel is er voor gekozen bij de opdrachtnemer alleen de eerstverantwoordelijke te noemen, onder de premisse van een nauwe samenwerking tussen Politie en de ABD. *
De Minister van Veiligheid en Justitie draagt de functionarissen voor waarna deze formeel worden benoemd door de Koningin. De Minister kan de voordraging mandateren aan de korpschef
9
van 12
Bijlage 2: Toelichting doelgroep Doelgroep (bij art. III, eerste lid)
•
•
•
• •
De leden van de korpsleiding van de Politie, inclusief dO (5 functies) o Korpschef o Directeur Operatiën / plaatsvervangend korpschef o Directeur Operatiën o Directeur Bedrijfsvoering o CIO De leiding van de eenheden van het korps (10 regionale eenheden x 4 functies) o Politiechef o Hoofd Operatiën / plaatsvervangend politiechef o Hoofd Operatiën o Hoofd Bedrijfsvoering De leiding van de landelijke eenheid (4 functies) o Politiechef LE o Hoofd Operatiën / plaatsvervangend politiechef LE o Hoofd Operatiën o Hoofdbedrijfsvoering Staf directeuren (6 functies) o Hoofd Korpsstaf o Directeur HRN o Directeur Facility Management o Directeur Communicatie o Directeur Financiën o Directeur Operatiën De directeur van het Politiedienstencentrum (1 functie) Diensthoofden van: de dienst HRM, de Dienst Facilitymanagement, de Dienst Financien,de Dienst Informatiemanagement de Dienst ICT en de Dienst Communicatie (6 functies)
(totaal 62 functies)
10 van 12
Bijlage 3: Vervolgacties Om de afspraken te operationaliseren zijn de volgende acties nodig:
1. Aanpassen procedure kroonbenoemingen 1.1.Aanpassen Besluit Kroonbenoemingen naar doelgroep van dit convenant 1.2. Aanpassen procedure voor kroonbenoemingen op totstandkoming Nationale Politie 2. Opleiding en ontwikkeling 2.1. Uitwerken opleiding- en ontwikkelaanbod 2.2. Opzetten uitwisselingsprogramma 2.3. Nadere afspraken over inzet Werken Buiten het Rijk 2.4. Nader uitwerken Alumni-netwerk
BABD
BABD,MD-P BABD,MD-P BABD,MD-P BABD,MD-P
1 Werving en selectie 3.1.Operationaliseren werkwijze van signaleren van talent 3.2. Operationaliseren selectieprocedure 3.3. In overleg bepalen hoe informatie wordt onderhouden en uitgewisseld (oa ABIS) 3.4. Overdracht van dossiers van ABD aan MD-P 3.5. ABIS toegankelijk houden voor MD-P totdat er eigen systeem is 3.6. Verder uitwerken communicatie vacatures, benoemingen en ‘wie is wie’ 3.7. Nadere afspraken over inzet lopende contracten voor MD-proces 3.8. Doorlopen toelatingscommissie tot na de zomer
4. Evaluatie en Overleg 4.1. Aanwijzen dagelijkse contactpersoon voor overleg over convenant 4.2. Aanwijzen actiehouders voor bovenstaande acties 4.3. Vaststellen parameters voor de evaluatie van de samenwerking. 4.4. Communiceren van deze afspraken aan voormalige en nieuwe doelgroep 4.5. Continueren inzet ondersteuning MD-consultants tot 1-3-2013 BABD: MD-P: KC: DG-P: BZK:
DG-P
Bureau ABD MD-functie van de Politie Korpschef Politie Directeur-generaal Politie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
11 van 12
BABD,MD-P BABD,MD-P BABD,frlD-P BABD,MD-P BABD BABD,MD-P BABD,MD-P MD-P (ABD ondersteu nt)
DGABD,DG-P, KC DGABD,DG-P, KC DGABD,DG-P, KC DGABD,DG-P, KC BABD
Bijlage 4: Protocol toetsing arbeidsvoorwaarden korpsleiding door Bureau ABD politietop
Dit protocol maakt onderdeel uit van het “Landelijk arbeidsvoorwaardenbeleid politietop”, zoals dat is vastgesteld in het Besluitvormend Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken van 23 augustus 2012.
Het protocol is nog niet geheel in overeenstemming met de situatie waarin er een Nationale Politie bestaat, maar zal vooralsnog overeenkomstig worden toegepast.
12 van 12