Controle en onderhoud van assimilatiebelichting
Inhoudsopgave
Regelmatig onderhoud maximaliseert opbrengsten Assimilatiebelichting is onderdeel van de elektrische installatie. Alleen al om die reden moet de installatie dus regelmatig worden gecontroleerd.
3
Regelmatig onderhoud maximaliseert opbrengsten
Alhoewel kwekers zelf regelmatig lampen vervangen en reflectoren schoonmaken omdat zij anders te weinig licht op het gewas krijgen, blijkt in de praktijk dat het echte onderhoud vaak te wensen
4
Lampen en Armaturen
overlaat. Naast de lampen zijn er diverse andere componenten in een verlichtingsinstallatie die onderhoud nodig hebben. Zo is er bijvoorbeeld de Total Energie (TE) installatie, die veelal onder een
6
Aandachtspunten bij controle en onderhoud
servicecontract met de leverancier valt. Maar ook andere delen van de elektrische installatie moeten volgens de NEN 3140, NEN 1010 en/of andere bepalingen en de Arbo-wet regelmatig door een erkend elektrotechnisch installatiebureau worden
7
Bijlage 1
gecontroleerd. Daarnaast draagt een goed onder-
Garantieplan
houden belichtingsinstallatie aanzienlijk bij aan de kostenbeheersing, de veiligheid en de betrouwbaarheid van de installatie.
8
Bijlage 2 Aandachtspunten bij groepsremplace van tuinbouwlampen
Speciaal voor installateurs is er nu deze handleiding: "Controle en onderhoud van assimilatiebelichting". De handleiding gaat in op de noodzaak van een nulmeting, het tijdig vervangen van lampen, de
10
Bijlage 3
controle van de installatie, de inspectie van armatu-
Tabel harmonische vervorming
ren en het vervangen van onderdelen.Via deze handleiding willen de samenstellers, fabrikanten van assimilatiebelichting, een bijdrage leveren aan de
11
Bijlage 4
betrouwbaarheid van de belichtingsinstallatie.
Voorbeeldrapport
Deze handleiding is ook bedoeld om de kweker te wijzen op de noodzaak van onderhoud.
2
3
Lampen en Armaturen
Groepsremplace De componenten van de assimilatiebelichting kunnen elkaar tijdens de levensduur beïnvloeden. Optimaal op elkaar afgestemd zal het systeem zonder probleem functioneren en kan een groep-
Er zijn fabrikanten die door middel van een
sremplace zonder probleem plaatsvinden.Wanneer
lampengarantieplan kwekers maximale betrouw-
lampen worden vervangen is het verstandig om
baarheid bieden. Deze krijgen dan garantie op
eerst een klein gedeelte te wisselen en de eventuele
lampuitval en soms ook op lichtterugval.Want
consequenties vast te stellen. De praktijk kan uit-
continuïteit, daar draait het immers om.
wijzen dat de condensatoren te ver in waarde zijn
Desondanks kunnen er diverse oorzaken zijn
gedaald, de stroom is toegenomen of de installatie
waardoor de assimilatiebelichting minder goed
overbelast wordt. Zonodig kan het vervangen van
functioneert.Wanneer een defecte lamp bijvoor-
lampen en condensatoren worden gecombineerd
beeld niet wordt vervangen, blijft de ontsteker
(zie bijlage 2 groepsremplace).
pulseren. Dit gaat ten koste van de levensduur van de ontsteker. De levensduur van ontstekers voor de nieuwe 400V installaties wordt hierdoor
Armaturen
overigens niet beïnvloed, indien deze van het type ‘zelfstoppend’ zijn. (Zie ook bijlage 1).
Losse verbindingen in lamp Wanneer lampen aan en uit gaan, kan er sprake zijn van een losse verbinding in de lamp of in het armatuur. In de praktijk is het vaak zo dat de lamp weer aangaat wanneer men tegen het armatuur aantikt. Vaak gaat de lamp na verloop van tijd echter ook weer uit. Een losse verbinding in lamp of armatuur kan leiden tot hoge spanningspieken en daardoor
Ook armaturen kunnen er de oorzaak van zijn
condensatoren langzaam afnemen. Harmonische
dat de installatie minder goed functioneert. In het
vervorming van de netspanning leidt tot een
armatuur worden onder andere condensatoren
aanzienlijk kortere levensduur van condensatoren,
gebruikt om de stroom van het armatuur te
evenals spanningspieken en/of té hoge temperatuur.
begrenzen (blindstroom/buffer). De levensduur
Wanneer de harmonische vervorming hoger is dan
van deze condensatoren is 30.000 uur (norm NEN
IEC aangeeft (zie bijlage 3) zal dit eveneens leiden
6048/6049). Gedurende de levensduur – in de
tot extra opwarming van de bekabeling, verdeelin-
praktijk is dit circa acht jaar - zal de waarde van de
richtingen, verbindingen in het armatuur en componenten in het armatuur. Hierdoor, maar ook gewoon door veroudering (b.v. corrosie) van de installaties kunnen verbindingen los komen te zitten.
uitval van de ontsteker. Deze fout moet dan ook zo snel mogelijk worden hersteld.
Nulmeting Om afwijkingen te kunnen constateren moet de
Einde lamplevensduur
belichtingsinstallatie regelmatig (vanaf 3 jaar, jaarlijks) worden getest. Het is raadzaam om bij nieuwe
4
Als de lamp het einde van zijn levensduur heeft
installaties (na 100 uur en bij volledig brandende
bereikt, is het niet ongebruikelijk dat deze na enige
belichtingsinstallatie) een nulmeting te doen om
tijd uit gaat en na afkoeling weer aan.Wij noemen
onder andere de harmonische vervorming vast te
dit ook wel cyclen of pendelen van een lamp.
stellen.Tevens is het wenselijk om de meetgegevens
Dit is een signaal, dat de lamp eigenlijk al vervangen
vast te leggen in een rapport (zie bijlage 4) zodat
had moeten worden! Het niet tijdig vervangen van
bij een volgende meting de resultaten kunnen
een lamp heeft invloed op de levensduur van de
worden vergeleken.
componenten in het armatuur.
5
Aandachtspunten bij controle en onderhoud 1. Is installatietekening aanwezig en up-to-date? 2. Controle van de verdeelinrichtingen (hoofdverdeelinrichtingen en onderverdeelinrichtingen) 3. Netspanningsanalyse (vervorming van net spanning, stroom, power factor/cos phi en spanningsmeting). Bij deze meting is het van belang dat de hele belichtingsinstallatie ten minste een uur heeft gebrand en niet meer in de opstartfase is. In het voorbeeldrapport (zie bijlage 3) staan de metingen vermeld die minimaal noodzakelijk zijn (o.a. PF (cos ϕ)=min 0,85). Meten bij de onderverdeelstations op streng niveau!
Bijlage 1 Betrouwbare lampen voorkomen problemen Speciaal voor de tuinbouw ontwikkelde Philips de MASTER SON-T PIA 600W Green Power lampen. Deze lampen zijn zo degelijk en betrouwbaar dat zij vallen onder het Garantieplan Assimilatiebelichting. Philips garandeert de MASTER SON-T PIA Green Power lampen voor maximaal 10.000 branduren of drie belichtingsseizoenen. Ook krijgen gebruikers garantie op de lichtterugval gedurende de levensduur van maximaal 10.000 uren of drie belichtingsseizoenen. Mocht een lamp eerder defect raken, dan levert Philips daarvoor kosteloos een vervangend exemplaar, via uw installateur. Philips garandeert deze lampen voor de 600W, 10.000 uur (3 jaar) en voor de 400W, 12.000 uur (4 jaar) bij normaal gebruik.
4. Capaciteitsmeting condensatoren. Om een representatief beeld te krijgen is het
Iedereen profiteert
wenselijk een minimum aantal condensatoren te meten (1% van het totale aantal armaturen met
De voordelen van het Lampen Garantie Plan zijn
een minimum van vijf). In het rapport worden de
duidelijk, zowel voor de kweker als de installateur.
gemeten en de oorspronkelijke capaciteitswaardes
De kweker profiteert van een hogere bedrijfs-
van de condensatoren aangegeven.
zekerheid, lagere vervangingskosten en budgetteer-
Een vuistregel is dat, als de waarde van de
bare vervangingskosten. Doordat de gewassen
condensator meer dan 11-15% is afgenomen,
onder een optimale lichtverdeling en een gelijk-
deze vervangen moet worden.
matig hoog belichtingsniveau gelijkmatiger groeien, is de kwaliteit en de kwantiteit van de gewassen
5.Visuele inspectie van de armaturen.
optimaal. De installateur kan de lampen groeps-
Tegelijkertijd met de capaciteitsmeting van de
gewijs en in grote aantallen tegelijk vervangen,
condensatoren worden de armaturen geïnspec-
bijvoorbeeld tijdens het reguliere onderhoud aan
teerd op losse contacten, slijtageverschijnselen
de verlichtingsinstallatie.
en verschijnselen van overbelasting (verkleuring contactblokken en isolatiemateriaal). Dit is dus ook 1% met een minimum van vijf armaturen. 5. Ook extern schakelmateriaal, bijvoorbeeld magneetschakelaars, kunnen bron van storing zijn. 6
7
Bijlage 2 Aandachtspunten bij groepsremplace van tuinbouwlampen.
Op ieder component is een spreiding van toepas-
Door een condensator van een bepaalde waarde in
sing. Het verloop van de waardes en de spreiding
het systeem te plaatsen (zie schema), die een voor-
van de componenten gedurende de levensduur kan
ijlende stroom heeft, zal de arbeidsfactor boven de
in bepaalde gevallen tot problemen leiden in de
0,85 komen.
installatie bij vervanging van lampen. Deze problemen kunnen kortstondig (100-200 uur) van aard zijn maar kunnen ook van langere duur zijn.
Bij het vervangen van lampen zijn een aantal zaken van belang. In onderstaande tekst wordt uitleg gegeven over verbanden tussen diverse componenten in de verlichtingsinstallatie, mogelijke gevolgen en aanbevelingen voor het oplossen van de mogelijk ontstane situatie.
Algemene informatie:
Een lagere lampspanning zal een grotere stroom
Reserve vermogen: Bij installatie van een verlichtingssysteem is het van
geven (en omgekeerd). Om de gevolgen van deze
belang dat het beschikbare vermogen van de instal-
relatie beter te begrijpen moeten wat aspecten van
latie (TE of andere elektrische aansluiting) niet te
de individuele componenten toegelicht worden.
krap bemeten is maar rekening houdt met eerder
De minimale waarde van de condensator moet
genoemde spreidingen en verloop van waardes.
zodanig zijn dat na groepsremplace een arbeids-
Normaal gesproken houdt een installateur hier
Een lichtsysteem bestaat uit diverse componenten: reflector, netspanningsvoorziening, bekabeling,
De relatie tussen lamp, ballast, condensator en stroom:
verduidelijking: De lamp (ook wel bol genoemd) is het lichtgevend
De ontladingsbuis van de lamp (het lichtgevend
lichaam bestaande uit een glazen ballon met een
deel in de lamp) heeft een bepaalde spanning
metalen lampvoet eraan.
(lampvoltage). Deze spanning moet begrenst wor-
Het armatuur is de behuizing waarin de lamp,
den op een bepaalde waarde voor een optimaal
ballast (vsa), ontsteker, condensator en reflector
lichtresultaat. Dit gebeurt door een ballast te plaat-
gemonteerd zijn.
sen tussen de stroomvoorziening en de lamp (ballast = voorschakelapparaat= VSA). Echter door de ballast gaat de stroom (A) naijlen op de spanning
Tolerantie en spreiding:
waardoor de arbeidsfactor (cos ϕ) minder dan 0,5 wordt. Dit is niet acceptabel voor het energiebe-
8
De lamp:
factor van >0,85 behaald wordt.
Een 600W lamp heeft een nominale lampspanning
Lamp(bol), ballast, ontsteker, condensator, huis,
Om spraakverwarring te voorkomen de volgende
vragen en dit zal in combinatie met een lagere condensator waarde een lagere (te lage) arbeidsfactor
rekening mee.
filters, schakelkasten, etc.
Relatie tussen lamp en cos ϕ:
van 110V. De in de IEC norm (internationale stan-
Aanbeveling:
daard) toegestane spreiding bij 100 uur is +/-15V,
Het is daarom bij groepsremplace van belang eerst
de waarde van individuele lampen kan dus tussen
de condensatoren steekproefsgewijs te laten meten
95V en 125V liggen en de gemiddelde batchwaarde
om na te gaan of de waarde nog hoog genoeg is. Bij
zal b.v. tussen de 100 en 120V liggen. Gedurende
een te lage waarde dienen de condensatoren
de levensduur kan de lampspanning oplopen tot
vervangen te worden, voordat de remplace van de
boven de 150V.
lampen plaatsvindt.
De meest toegepaste lamp is een SON lamp, een
Volgens NEN 3140, moet er regelmatig onderhoud
hogedruk gasontladingslamp, die een "burner" (ont-
aan een installatie plaats vinden, parameters die
ladingsbuis) heeft gevuld met een natriumkwik
gecontroleerd kunnen worden zijn de elektrische
amalgaam en xenon gas. Nieuwe lampen moeten
parameters, zoals netspanning, vervorming en
eerst 100 uur branden voordat de lampspanning en
arbeidsfactor.
werking van de lamp helemaal stabiel zijn.Tijdens het inbranden kan de lampspanning iets lager zijn.
Attentie:
Alle bovengenoemde componenten kunnen elkaar
drijf of voor de goede werking van een TE. Als de
tijdens de levensduur beïnvloeden. Optimaal op
spanning en de stroom niet in de pas lopen, is het
elkaar afgestemd zal het systeem zonder proble-
schijnbare vermogen hoger dan wanneer ze wel in
men functioneren en zal groepsremplace zonder
de pas lopen. Bijgevolg moeten er grotere stromen
problemen kunnen plaatsvinden.
door de leiding worden gevoerd om toch aan de
De condensatoren hebben een nominale waarde,
met een lage lampspanning dan kan de arbeids-
Echter de componenten hebben een tolerantie op
vraag te voldoen. Het energiebedrijf eist daarom
met een tolerantie van maximaal 10%.
factor onder de 0,85 komen. Dit zal meestal van
de nominale (gemiddelde) waarde bij het begin van
dat er een redelijke verhouding bestaat tussen het
de levensduur.Tijdens het branden, gedurende de
schijnbaar vermogen (VA) en het werkelijk vermogen
levensduur, kunnen de waardes van de betreffende
(W). Deze verhouding, die minimaal 0,85 moet zijn
componenten verlopen.
noemt men de arbeidsfactor (cos ϕ = cosinus phi).
De condensator:
• Indien de condensatoren in de installatie een lage waarde hebben en de lampen moeten inbranden
betrekkelijk korte duur zijn.
9
Bijlage 4 Aanbeveling:
voorbeeldrapport van een controle van de installatie voor assimilatiebelichting
Indien bij het inschakelen van de installatie een te
• Bij lampwisseling:
lage arbeidsfactor geconstateerd wordt schakel dan
Indien de lampvoet of het middencontact van de
niet alle lampen tegelijk in, maar laat het "inbran-
lamp verbrand is, dan tevens de lamphouder con-
den" in b.v. 3 groepen plaatsvinden met 100 uur
troleren en indien noodzakelijk vervangen. Lampen
Project:
tijdsverschil.
goed indraaien.
Voeding
Gegevens over de installatie: Adres: Openbare net
WK-Installatie (eiland)
Afdeling
WK-installatie (parallel aan het net)
Armaturen Fabrikaat
• Indien de gemiddelde batchwaarde van de lamp-
Type
Lampen Vermogen (W)
Installatiedatum
Aantal
Branduren
Bestaande systemen:
spanning aan de lage kant van de tolerantie ligt (b.v. 100V) in combinatie met een lage condensator waarde, dan kan het gebeuren dat de arbeidsfactor
Serie-onstekersysteem
Semi-parallel onstekersysteem
(PF) gedurende een langere periode te laag zal zijn.
Ballast/VSA
Meting hoofdverdeling: Fase
Ontsteker
Spanning (V)
PF (cos ϕ)
Stroom (A)
THD RMS Voltage
THD RMS Current
L1 L2
Aanbeveling:
L
L
L3
Indien een lage condensatorwaarde voor de
N
groepsremplace gemeten wordt is het verstandig
Netvervuiling. Voeg een uitdraai toe van de meting, waarop de harmonische vervormning van zowel stroom als spanning is af te lezen (o.a. de 3e, 5e, 7e, 9e, 11e)
de lampremplace in delen te laten plaatsvinden, b.v. 1/3 deel bij aanvang lichtseizoen, 1/3 deel eind
N
Filterspoel Condensator
december en 1/3 deel bij begin volgende lichtsei-
N
Strengmeting: Lamp
Nr. in
zoen.
Fase
Spanning (V)
Stroom (A)
PF (cos ϕ)
afdeling
Aantal
THD RMS
THD RMS
armaturen
Voltage
Current
L1 L2
Bijlage 3
L3
Harmonische vervorming
N
-
-
-
-
-
-
L1
Compatibiliteitsniveaus voor individuele harmonische voltages in een gemiddeld voltagenetwerk Oneven harmoniseren (geen veelvoud van 3) Harmonische volgorde n
Harmonische voltage %
5 7 11 13 17 19 23 25 >25
L3
Oneven harmoniseren (veelvoud van 3) Harmonische stroom %
6 5 3,5 3 2 1,5 1,5 1,5 0.2 + 1,3,25/n **)
Harmonische volgorde n
10 7 3
3 9 15 21 >21
Harmonische voltage % 5 *) 1,5 *) 0,3 0,2 0,2
L2 Even harmoniseren
Harmonische stroom % 30x PF 5
Harmonische volgorde n 2 4 6 8 10 12 >12
Harmonische voltage % 2 1 0,5 0,5 0,5 0,2 0,2
N Harmonische stroom % 2
*) Waarden gegeven voor de 3de en 9de harmonischen hebben betrekking op eenfasige netwerken. De niveaus in driefasige driedradige netwerken bedragen ongeveer 1/3 van de hierboven gegeven waarden.
Capaciteitsmeting condensatoren (totale capaciteit (µF) per armatuur): Armatuur uit afd.
Nieuwwaarde
Gemeten waarde
Armatuur uit afd.
Nieuwwaarde
Gemeten waarde
Constateringen/bijzonderheden: Bijvoorbeeld: bevindingen visuele inspectie, eerder uitgevoerd onderhoud
**) Deze compatibiliteitsformulering houdt rekening met mogelijke resonantiecondities in het netwerk.Voor grote ladingen zijn doelwaarden vastgesteld om de huidige emissies, die afhankelijk kunnen zijn van de netwerkimpedantie, te beperken (afhankelijk van de afspraken tussen energieleverancier en klant). Deze doelwaarden kunnen worden aangeduid met de formule 0,2 + 0.5 x 25/n en zijn lager dan het compatibiliteitsniveau.
(bijv. vervanging condensatoren), datum/constatering vorige meting, eerdere problemen (bijv. defect armatuur)
Bron: IEC 77A (sec) 88.
Richtlijnen grenswaarden
10
Controle uitgevoerd door:
• 230V installatie:THD volt. max. c.a. 6%; THD stroom max. c.a. 25% • 400V installatie:THD volt. max. c.a. 4%; THD stroom max. c.a. 4%
Naam bedrijf:
Naam inspecteur:
Bron: EnergieNed - richtlijnen voor toelaatbare harmonische stromen
Telefoonnummer:
Datum inspectie:
11
Philips Nederland b.v. - licht Boschdijk 525 5621 JG Eindhoven tel: (040) 278 75 00 (infoservice) (040) 278 75 01 (documentatie) www.horticultural.lighting.philips.com www.lighthouse.philips.com
Hortilux Schréder b.v. Groote Noort 11 2681 DJ Monster tel: (0174) 28 66 28 e-mail:
[email protected] www.hortilux.com
Industria Technische Verlichting b.v. Rietbaan 10 2908 LP Capelle a/d IJssel tel: (010) 264 01 64 www.industria.nl
Lights Interaction Agro b.v. Lage Dijk 29 d 5705 BX Helmond tel: (0492) 35 94 85 e-mail:
[email protected] www.lights-interaction.com
AVAG-Platform Toeleveranciers Glastuinbouw Postbus 146 2690 AC 's-Gravenzande tel: (0174) 44 66 60 e-mail:
[email protected] www.avag.nl
Interpolis Agro Postbus 456 2260 ME Leidschendam tel: (070) 452 45 00 www.interpolis.nl/agro
Eisen aan een meetrapport van de assimilatiebelichting In aanvulling op de brochure ‘Controle en onderhoud van de assimilatiebelichting’ is in dit document vastgelegd welke eisen gesteld worden aan een controlemeting en bijbehorend meetrapport in relatie tot de verzekeringsvoorwaarden. De noodzaak van deze controlemetingen ligt primair bij belichtingsinstallaties waarvan de armaturen met een kunststof behuizing zijn uitgevoerd. Uiteraard is het voor de overige installaties een goed advies om hier regelmatig aandacht aan te schenken.
1 Wanneer en hoe vaak controleren Armaturen met een kunststof behuizing worden al aantal jaren niet meer nieuw geleverd. Van de bestaande installaties moet jaarlijks de conditie van de condensatoren en de mate van harmonische vervuiling gecontroleerd worden. Zie voor de overige aandachtspunten pagina 6 van de brochure. Wanneer alle condensatoren gelijktijdig vernieuwd zijn geldt dat dit deel van de controlemeting 2 jaar kan worden overgeslagen. (bij 600W armaturen en 4 jaar bij 400W armaturen)
2 Werkwijze inspectie Bij aanvang van de controlemeting wordt eerst overlegd met de gebruiker of er bijzonderheden te melden zoals armaturen die in het verleden zijn uitgebrand, warmteontwikkeling in verdeelkasten enz. Logischerwijs zijn dit bijzondere aandachtspunten tijdens de verdere inspectie en controlemeting. Vervolgens wordt vastgesteld hoeveel afzonderlijke installaties het betreft met betrekking tot verschil van fabrikaat armaturen, leeftijd, uitvoering (o.a. 230/400V en 400/600/750W) of een substantieel verschil in het aantal branduren. Deze verschillen bepalen mede de conditie van de condensatoren. Vandaar dat per afzonderlijke installatie de conditie beoordeeld moet worden. In veel gevallen heeft de klant afzonderlijke installaties al samen met iemand van Interpolis benoemd. Bij armaturen met meerdere condensatoren moet iedere condensator individueel worden gecontroleerd. De inspectie bestaat uit een aantal vaststellingen. Dit zijn: - Visuele inspectie armaturen en verdeelkasten Tijdens de metingen die verricht worden, worden de armaturen en verdeelkasten visueel geïnspecteerd op brandverschijnselen of overmatige warmteontwikkeling. Deze constateringen en noodzakelijke aanpassingen worden vermeld in het rapport - Conditie condensatoren vaststellen Om te beginnen wordt de cos φ (cosinus phi) bepaald. Een centrale meting is een goede indicatie maar geeft geen inzicht in onderlinge verschillen. Omdat een installatie vaak uit onderdelen van verschillende leeftijden bestaat en omdat het hier ‘slechts’ gaat om een gemiddelde zal op meerdere plaatsen een cos φ vastgesteld moeten worden. Een volgende stap is om op de hoofdverdeelinrichting de cos φ van de afgaande groepen vast te stellen. Per installatie wordt de onderverdeling met de laagste cos φ geselecteerd. Hiervan wordt in de kas van minimaal 2 strengen de gegevens gemeten die vermeld staan onder ‘strengmeting’ op bijlage 4 van de brochure. Naast de meting van cos φ wordt capaciteit van individuele condensatoren gemeten van een aantal armaturen. Dit aantal wordt per installatie vastgesteld: 1% van het aantal armaturen van de betreffende installatie met een minimum van vijf. - Harmonische vervuiling vaststellen Voor een representatief beeld is het noodzakelijk dat de meting plaatsvindt wanneer de installatie volledig in bedrijf is en minimaal een uur gebrand heeft. Allereerst wordt op de hoofdverdeling (of op alle afzonderlijke afgaande groepen van de hoofdverdeling) de harmonische vervuiling gemeten.
Interpolis Agro
november 2006
pagina 1 van 3
Hierbij wordt de harmonische vervuiling van zowel de stroom als de spanning gemeten en uitgedrukt in procenten van de fasestroom en –spanning. Zowel de THD als de afzonderlijke hogere harmonische worden gemeten. Zie verder bijlage 4 van de brochure. - Diameter nulleider Een aantal installaties zijn uitgevoerd met nulleider die de helft is van de fasegeleiders. Per installatie moet worden vastgesteld of de nulleider door de hele installatie gelijk is of kleiner dan de fases.
3 Afkeurcriteria Deze staan vermeld in de brochure: Wanneer van één van de condensatoren in 2 of meer armaturen de capaciteit minder is dan 85% van de oorspronkelijke waarde (65µF bij 600 W of 45µF bij 400 W armaturen) dan is vervanging van alle condensatoren noodzakelijk. Hierbij mogen de meetwaarden niet gemiddeld worden. Wanneer in slechts één armatuur een condensator wordt aangetroffen met een capaciteit kleiner dan 85% van de oorspronkelijke waarde dan is het vervangen van alle condensatoren niet noodzakelijk wanneer: • Het slechts één condensator betreft met een capaciteit kleiner dan 85% van de oorspronkelijke waarde. • De overige gemeten condensatoren niet meer afwijken dan 10% af van de oorspronkelijke waarde. • Ook na het doormeten van een aantal extra armaturen (2% van het aantal armaturen met een minimum van 10) nog steeds maar één armatuur betreft waarvan er maximaal één condensator een capaciteit heeft kleiner dan 85% van de oorspronkelijke waarde. In alle andere gevallen zullen de alle condensatoren vervangen moeten worden. Overleg bij twijfel met Interpolis. Ook voor de harmonische vervuiling staan de grenswaarden in de brochure vermeld; hierboven zullen er aanpassingen moeten plaatsvinden. Echter wanneer er sprake is van harmonische vervuiling zonder dat deze grenswaarden worden overschreden verdiend het aanbeveling om deze te minimaliseren. Dit komt de warmteontwikkeling in de installatie en de levensduur van onderdelen als condensatoren in de armaturen ten goede. In de meeste gevallen verdienen preventieve maatregelen zichzelf terug. Belichtingsinstallaties waarvan de nul op een aantal punten uitgevoerd is met een diameter die de helft is van de fases, zal op dit punt moeten worden aangepast.
4 Rapportage Een inspectie zonder rapport heeft geen waarde. In het inspectierapport zijn minimaal de details terug te vinden die vermeld staan in het voorbeeldrapport, zie bijlage 4 van de brochure. Bij bijzonderheden wordt o.a. de uitvoering van de nulleider vermeld. Bij meerdere installaties (zie punt 2) is dit duidelijk terug te vinden in het rapport. Hanteer bij voorkeur voor de klant herkenbare aanduidingen zoals afdelingsnummers en voeg zonodig een plattegrond toe. Afsluitend is het voor alle partijen noodzakelijk om een duidelijke conclusie te vermelden; is de installatie volgens de gestelde criteria goedgekeurd of afgekeurd.
Wanneer er over de controlemeting van belichtingsinstallaties vragen of opmerkingen zijn, kunt u contact opnemen met: Marcel van der Hoorn Peter van der Sar Louis Vrieze
[email protected] [email protected] [email protected]
06-10966788 06-53805837 06-13411871
Bijlage: voorbeeldrapport (bijlage 4 uit de brochure ‘ Controle en onderhoud van de assimilatiebelichting)
Interpolis Agro
november 2006
pagina 2 van 3
Controle van de installatie voor assimilatiebelichting
Gegevens installatie Eigenaar Voeding Afdeling
Adres Openbare net / WK-installatie (eiland) / WK-installatie (parallel aan het net) Armaturen Fabrikaat Type Vermogen (W) Bouwjaar Aantal
Lampen Branduren
Meting hoofdverdeling (totaal of van afzonderlijke afgaande groepen) Fase Spanning (V) Stroom (A) THD RMS U (%) THD RMS I (%) Cos ϕ L1 L2 L3 N Voeg een uitdraai toe van een meting, waarop de harmonische vervorming (%) van zowel stroom als spanning is af te lezen (o.a. de 3e, 5e, 7e, 9e,11e)
Strengmeting (per afzonderlijke installatie) Nr in afdeling
Fase L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N
Cos ϕ
Aantal armaturen
-
-
-
-
-
-
Spanning (V)
Stroom (A)
THD RMS U (%)
THD RMS I (%)
Capaciteitsmeting (µF) condensatoren (per afzonderlijke installatie) Armatuur uit afd.
Nieuwwaarde
Gemeten waarde
Armatuur uit afd.
Nieuwwaarde
Gemeten waarde
Constateringen / bijzonderheden Zoals bijvoorbeeld : - uitvoering nulleider - bevindingen visuele inspectie - eerder uitgevoerd onderhoud (bijv vervanging condensatoren) - datum / constatering vorige meting - eerdere problemen (bijv uitgebrand armatuur) Controle uitgevoerd door Naam bedrijf Telefoonnummer
Interpolis Agro
Naam inspecteur Datum inspectie
november 2006
pagina 3 van 3