D u ur z a a m o nd e r ne m e n i n h e t k a nt o o r ho ud e nd e M K B
Coen Bertens (Panteia/EIM) Arnoud Muizer (Panteia/Consult) Zoetermeer, mei 2012
ISBN:
978-90-371-1036-4
Bestelnummer: A201203 Prijs:
€ 35,-
Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM bv. EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave
Samenvatting
5
1
Inleiding
7
1.1
Aanleiding
7
1.2
Doel onderzoek
7
1.3
Aanpak
8
1.4
Opbouw rapportage
8
2
Kantoorhoudend MKB en duurzaam ondernemen
9
2.1
Kenmerken kantoorhoudend MKB
9
2.2
Mogelijke activiteiten op het gebied van duurzaam ondernemen
11
3
Aandacht voor duurzaam ondernemen
13
4
Activiteiten rond duurzaam ondernemen
17
4.1
Materialen en afval
18
4.2
Energie
18
4.3
Mobiliteit
20
4.4
ICT en het nieuwe werken
21
4.5
Monitoring van de activiteiten
22
5
Ambities rond duurzaam ondernemen
23
5.1
Energiebesparing
24
5.2
ICT en het nieuwe werken
24
5.3
Mobiliteit
25
5.4
Duurzame energiebronnen
26
5.5
Materialen en afval
26
6
Ondersteuningsbehoeften
29
3
Samenvatting
Het MKB krijgt in toenemende mate te maken met strengere duurzaamheidseisen in aanbestedingsprocedures. Zo wordt duurzaam inkopen steeds vaker gehanteerd bij aanbestedingen, met name rond bouwwerkzaamheden. De verwachting is dat duurzaamheidseisen in de komende jaren steeds strenger worden en op veel meer terreinen zullen gaan gelden. Dat geldt ook voor het kantoorhoudend MKB, waarvan Nederland er in de categorie 10 tot 200 werkzame personen in 2011 ruim 8.200 telde. Panteia/EIM heeft onderzoek gedaan onder 375 bedrijven die gerekend kunnen worden tot het kantoorhoudend MKB, met aandacht voor verschillen in grootteklasse. Met het onderzoek wordt inzicht verschaft in de stand van zaken van duurzaam ondernemen in het kantoorhoudend MKB. Het gaat in grote lijnen om de volgende aspecten: − de aandacht voor en het gepercipieerde belang van duurzaam ondernemen; − reeds genomen maatregelen op het gebied van duurzaam ondernemen (per domein); − plannen en ambities op het gebied van duurzaam ondernemen bij de bedrijven; − ondersteuning die men nodig heeft om de ambities te realiseren. Dit landelijke inzicht biedt individuele gemeenten de mogelijkheid om zichzelf te vergelijken met het landelijke beeld, aangezien gemeenten zichzelf hier ook een verantwoordelijkheid toerekenen vanuit het gemeentelijke klimaatbeleid.
W e l a a n da c ht vo or d uu rz a a m on d e rn em en ma a r e r k a n zek e r no g me e r w o rd en g e da a n Uit het onderzoek blijkt dat er door veel MKB-bedrijven duurzaamheidsmaatregelen zijn genomen, maar dat er ook nog een aanzienlijke besparingspotentie is: − 40% heeft duurzaamheidsdoelstellingen of geformuleerd of prioriteiten gesteld. − 22% heeft iemand vrijgemaakt of een taak gegeven rond duurzaamheid. − 60% van alle bedrijven heeft in de afgelopen 3 jaar energiebesparende maatregelen getroffen, 40% dus nog niet. − 72% doet nog niets met duurzame energie. − 50% heeft nog geen duurzame maatregelen genomen op het gebied van mobiliteit en wagenpark. − 54% heeft nog geen maatregelen genomen op het gebied van ICT/flexwerken/ het nieuwe werken. − Ook op het gebied van duurzaam inkopen is een minderheid actief (40%). − 75% heeft maatregelen genomen op het gebied van afvalstromen en papierverbruik.
B e la n gr i jk st e r ed en en w a a r om m en g ee n ma a tr e g e le n n e em t De belangrijkste redenen om nog geen maatregelen te nemen, volgen uit het onderzoek: − Men voelt nog onvoldoende druk vanuit de markt (slechts 30% is het helemaal eens met de stelling dat klanten steeds meer eisen stellen). − Bijna 60% van de bedrijven is nog niet overtuigd van het feit dat duurzaamheidsmaatregelen doorgaans meer opleveren dan ze kosten. − Kennis over alle mogelijkheden ontbreekt nog bij veel bedrijven, evenals het inzicht in kosten, baten en terugverdientijd van maatregelen. 5
O nd e rst eu n in gs be ho ef te De ondersteuningsbehoefte verschilt sterk per thema. Bedrijven met ambities hebben vooral ondersteuning nodig op de gebieden van duurzame energie, energiebesparing en afvalstromen. Zij hebben vooral behoefte aan kennis van de mogelijkheden en aan inzicht in kosten-batenverhoudingen.
6
1
Inleiding
1.1
Aanleiding Het MKB krijgt in toenemende mate te maken met strengere duurzaamheidseisen in aanbestedingsprocedures. Zo wordt duurzaam inkopen steeds vaker gehanteerd bij aanbestedingen, met name rond bouwwerkzaamheden. De verwachting is dat duurzaamheidseisen in de komende jaren steeds strenger worden en op veel meer terreinen zullen gaan gelden. MKB-bedrijven die niets doen op het gebied van duurzaamheid prijzen zichzelf dan uit de markt, bedrijven die een actief duurzaamheidsbeleid hebben onderscheiden zich daarentegen op een positieve wijze. Het probleem is dat veel ondernemers weliswaar het belang van duurzaamheid beginnen te zien, maar veel moeite hebben met het doorvoeren van duurzaamheidsmaatregelen, terwijl er juist veel laagdrempelige mogelijkheden liggen voor CO2-reducerende maatregelen, die met een snelle terugverdientijd tot besparingen van 25%-50% kunnen leiden. We onderscheiden daarbij maatregelen binnen o.a. de domeinen energie(installaties)/verlichting, ICT en wagenpark. Redenen waarom ondernemers aarzelen, kunnen o.a. te maken hebben met: − de onbekendheid van maatregelen en effecten; − de perceptie dat maatregelen per saldo niets opleveren; − een gebrek aan een visie op MVO/duurzaamheid; − een gebrek aan draagvlak binnen de organisatie; − meerdere functionarissen die verantwoordelijk zijn voor duurzaamheid, met als mogelijk gevolg dat niemand zich echt verantwoordelijk voelt voor maatregelen die een visie en investeringen vragen; − het financieringsprobleem bij grotere investeringen in de relatie 'huurdereigenaar'.
1.2
Doel onderzoek Met het onderzoek wordt inzicht verschaft in de stand van zaken van duurzaam ondernemen in het kantoorhoudend MKB. Het gaat in grote lijnen om de volgende aspecten: − de aandacht voor en het gepercipieerde belang van duurzaam ondernemen; − reeds genomen maatregelen op het gebied van duurzaam ondernemen (per domein); − plannen en ambities op het gebied van duurzaam ondernemen bij de bedrijven; − ondersteuning die men nodig heeft om de ambities te realiseren. Dit landelijke inzicht biedt individuele gemeenten de mogelijkheid om zichzelf te vergelijken met het landelijke beeld, aangezien gemeenten zichzelf hier ook een verantwoordelijkheid toerekenen vanuit het gemeentelijke klimaatbeleid. Panteia biedt gemeenten de mogelijkheid voor zo'n benchmark (http://www.panteia.nl/ Doelgroepen/Panteia-in-de-regio/Duurzaam-ondernemen.aspx), en inmiddels hebben enkele Nederlandse gemeenten hier gebruik van gemaakt. Het project is verder bedoeld ter ondersteuning van de Green Deal MKB.
7
1.3
Aanpak Met financiering uit het Programma Ondernemerschap en MKB van het Ministerie van EL&I heeft Panteia/EIM een project geformuleerd, waarin: − via een landelijke enquête onder 375 bedrijven kantoorhoudend MKB is vastgesteld hoe ver men is met duurzaamheidsmaatregelen, in welke mate duurzaamheid is verankerd in specifiek beleid, of men klaar is voor de strengere duurzaamheidseisen, tegen welke knelpunten men aanloopt en welke redenen men hanteert waarom men wel/niet in duurzaamheid investeert. − via aanvullende enquêtes onder ca. 75 bedrijven in een aantal gemeenten1 inzicht is verkregen in de duurzaamheidprestaties van bedrijven in die gemeenten ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Voor deze gemeenten (waarvan de resultaten overigens niet in dit rapport worden genoemd) is daarmee een basis gelegd voor een goede monitoring en is input geboden voor gemeentelijke stimuleringsmaatregelen. De resultaten van de landelijke meting zijn in deze rapportage verwerkt op totaalniveau en - waar er sprake was van significante verschillen - naar grootteklasse.
1.4
Opbouw rapportage De rapportage start in hoofdstuk 2 met een korte toelichting op de kenmerken van kantoorhoudend MKB en de maatregelen die zijn uitgevraagd. In hoofdstuk 3 wordt stilgestaan bij de aandacht die duurzaam ondernemen krijgt binnen het kantoorhoudende MKB. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de maatregelen die door kantoorhoudende MKB-bedrijven tijdens de laatste 3 jaar zijn getroffen. De (resterende) ambities van de bedrijven rond duurzaam ondernemen worden in hoofdstuk 5 weergegeven. Ten slotte wordt in hoofdstuk 6 kort ingegaan op de mate waarin de bedrijven met ambitie een ondersteuningsbehoefte ervaren.
1
8
Gemeenten Noord- Veluwe, Assen en Groningen
2
Kantoorhoudend MKB en duurzaam ondernemen
2.1
Kenmerken kantoorhoudend MKB In deze studie is het kantoorhoudend MKB afgebakend door te stellen dat de hoofdactiviteit van deze bedrijven leidt tot activiteiten die voornamelijk in kantooromgevingen plaatsvinden. Om te bepalen welke groep bedrijven voldoet aan het begrip 'kantoorhoudend MKB' zijn met behulp van de rubriceringen uit het Handelsregister de volgende groepen geselecteerd: − architecten, ingenieurs en technisch ontwerp en advies; keuring en controle − speur- en ontwikkelingswerk − reclame en marktonderzoek − industrieel ontwerp en vormgeving, fotografie, vertaling en overige consultancy − financiële instellingen − woningbouwcorporaties − accountantskantoren − juridisch advies. Voor het onderzoek is gewerkt met de afbakening van 10 tot 200 werkzame personen. In 2011 ging het daarbij om grofweg 8.200 bedrijven in Nederland. De totale populatie van kantoorhoudend MKB bedroeg in 2011 ruim 147.700 bedrijven, waarvan ruim 100.000 bedrijven met 1 werkzame persoon. De gekozen afbakening betekent dat onder meer handelsbedrijven niet zijn meegenomen in de groep vanwege hun doorgaans omvangrijke opslagruimtes, en dat ook verhuurbedrijven om vergelijkbare redenen niet voldoen aan de kenmerken van deze groep. In de vragen die aan de bedrijven zijn voorgelegd, zijn enkele onderwerpsrelevante achtergrondvragen gesteld, waaronder: − of het pand in eigendom is of gehuurd wordt (met het oog op de mogelijkheden om te investeren in energiebesparing)? − of men over een eigen wagenpark beschikt? − en zo ja, in welke mate het daarbij gaat om leaseauto's? Voor investeringen in energiebesparing is het belangrijk dat bedrijven zelf kunnen beslissen over die investeringen. Uit onderzoek is bekend dat huren vaak beperkingen oplegt op dat gebied. Hierbij valt vooral te denken aan verschillende grote isolatiemaatregelen, maar zeker ook aan investeringen in duurzame energie of de keuze van energieleveranciers. Uit tabel 1 valt af te lezen dat ruim een derde van de bedrijven het pand in eigendom heeft. Bij bijna twee derde is er dus sprake van huur in verschillende vormen (enig huurder, gedeeld huurder of huurder en tegelijk ook verhuurder).
9
Tabel 1
Pand in eigendom of huur
Percentage Pand in eigendom
37%
Enig huurder pand
24%
Huurpand gedeeld met andere huurders
34%
Huren pand en onderverhuren een gedeelte
5%
Weet niet
2%
Bron: Panteia/EIM, 2011.
Nagenoeg alle bedrijven beschikken over een eigen wagenpark (tabel 2). Ruim een derde van de bedrijven in het kantoorhoudend MKB beschikt over 10 of meer auto's. Vanzelfsprekend hangt het aantal auto's samen met het aantal werknemers maar ook met de bedrijfsactiviteit. Tabel 2
Omvang wagenpark
Maakt gebruik van …
Percentage
Meer dan 25 auto's
13%
11-25 auto's
22%
6-10 auto's
21%
2-5 auto's
28%
1 auto
14%
Geen enkele auto
2%
Bron: Panteia/EIM, 2011.
Uit tabel 3 valt af te lezen dat bij twee derde van de bedrijven sprake is van leaseauto's in het wagenpark. Bijna de helft van de bedrijven heeft uitsluitend leaseauto's. Tabel 3
Wagenpark in eigendom of lease
Maakt vooral gebruik van …
Percentage
Leaseauto(s)
47%
Auto(s) in eigendom
31%
Een mix van beide
20%
Weet niet
1%
Bron: Panteia/EIM, 2011.
Kijkend naar de belangrijkste klanten van de ondervraagde bedrijven (figuur 1), dan valt op dat het merendeel werkt voor de B2B-markt. Daarnaast is nog altijd een kwart van de bedrijven vooral gericht op de consumentenmarkt. Slechts 10% van de bedrijven werkt voornamelijk voor de overheid.
10
Figuur 1
Belangrijkste klantengroepen bedrijven
9%
1% Bedrijven
10% Consumenten Overheid 57% 23%
Een c ombinatie van bovenstaande Weet niet
Bron: Panteia/EIM, 2011.
2.2
Mogelijke activiteiten op het gebied van duurzaam ondernemen Er zijn verschillende redenen om te werken aan duurzame kantoren. Duurzame gebouwen stijgen harder in waarde dan traditioneel gebouwde kantoren. In de in 2009 uitgebrachte Toolkit Duurzame Kantoren worden verschillende redenen genoemd om te werken aan duurzaamheid binnen kantoren. De focus leek hierbij echter te liggen op grotere kantoren. In dit onderzoek is vooral gekeken naar het kantoorhoudend MKB. In het Lente-Akkoord van 2009 tussen het Ministerie van VROM, NEPROM, NVB en Bouwend Nederland is de intentie uitgesproken om per 2020 alle nieuwbouw CO2-neutraal uit te voeren. Op dit moment worden ook verschillende Green Deals uitgevoerd. De volgende activiteiten/maatregelen rond duurzaam ondernemen zijn in dit onderzoek uitgevraagd: A f va lst r om en e n -b eh e er − digitalisering van papierstromen (incl. papierverbruik) − bedrijfsafval strikt gescheiden afvoeren t.b.v. recycling − dubbelzijdig printen, en printontmoedigend systeem − reduceren van afvalstromen/efficiënter gebruik van materiaal − milieuvriendelijke producten inkopen − bij aankoop extra aandacht voor materialen en minder afval − gemeenschappelijk vuilophaalcontract − meer hergebruik van afval (recycling) − waterbesparende maatregelen
E ne r g ie b es pa r i ng − medewerkers wijzen op energiezuinig gedrag (bijvoorbeeld 'het licht uit doen') − aanschaf energiezuinige verlichting (spaarlampen, LED-verlichting, bewegingsdetector et cetera)
11
− gebruik apparatuur met lager energieverbruik (bv energiezuinige beeldschermen) − energiezuiniger instellen van installaties − energiezuinige verwarmingsinstallatie − tochtwering ramen en deuren − aanbrengen van dak-, gevel- of vloerisolatie − het laten maken van een energiescan − plaatsen dubbelglas − energiezuinige koeling − warmte-terugwinningsystemen)
D uu r za m e en e rg i e − overstap naar duurzame energieleverancier − gebruik van warmte-koudeopslag − plaatsing van een warmtepomp − plaatsing eigen zonnecellen − plaatsing van een zonneboiler − plaatsing van een windturbine
M ob i l i te i t en wa g e n pa rk − aanschaf/stimulering zuinige auto's − reduceren van het aantal autokilometers − banden op spanning houden − aanschaf/stimulering auto's duurzame brandstoffen − aantal auto's verminderen − het maken van een mobiliteitsscan − training zuinig rijden − stimuleren elektrisch rijden − plaatsen oplaadpaal (elektriciteit) − technische aanpassingen aan de auto's
I C T / fl e xw er k e n / he t n i eu we w e rk en − flexwerken mogelijk maken − thuiswerken faciliteren − aanschaf energiezuinige pc's/beeldschermen/apparatuur − reductie energieverbruik datacenter/servers − outsourcen datacenter/servers − outsourcen helpdesk − toepassing groene software
I nk o op d uu rz a m e k a ntoo r - en /o f bo uw ma t e ri a le n Over deze laatste groep zijn geen specifieke maatregelen gevraagd.
12
3
Aandacht voor duurzaam ondernemen
Meten is weten. De belangstelling en aandacht voor duurzaam ondernemen begint bij weten wat er aan energie, afval en brandstof wordt gebruikt. In toenemende mate zijn bedrijven op zoek naar mogelijkheden om klimaatneutraal te ondernemen. Dit wordt ook aangewakkerd door de aandacht voor duurzaam inkopen bij zowel de overheid als het bedrijfsleven. Om te kunnen bepalen welke mogelijkheden daarvoor beschikbaar zijn, moet binnen het bedrijf voldoende (structurele) aandacht zijn voor duurzaam ondernemen. Een minimumvereiste lijkt het inzicht in de energieprestaties van het (kantoor)gebouw waarin men werkt. Het energiegebruik van het gebouw is immers doorgaans veruit de hoogste milieukostenpost. Uit figuur 2 blijkt dat niet meer dan een derde van de ondervraagde bedrijven goed tot heel goed op de hoogte is van de energieprestaties van hun gebouw. Verder blijkt 40% daar geen of nauwelijks aandacht voor te hebben. Het is overduidelijk dat eigenaren van bedrijfspanden doorgaans beter op de hoogte zeggen te zijn van de energieprestaties dan huurders. Ruim de helft van de eigenaren zegt dit goed of heel goed te weten, tegenover minder dan een derde van de huurders. Als er sprake is van meerdere huurders in een pand blijkt de kennis van de energieprestaties het laagst. Figuur 2
Bekendheid met energieprestaties pand (%)
10% 23%
24%
heel goed goed enigszins nauwelijks niet
17%
26%
Bron: Panteia/EIM, 2011.
Belangrijke voorwaarden voor (structurele) aandacht voor duurzaam ondernemen binnen de bedrijven zijn: − de mate waarin op het gebied van duurzaam ondernemen prioriteiten en concrete doelstellingen zijn gesteld; − de mate waarin binnen het bedrijf iemand verantwoordelijk is gesteld voor duurzaam ondernemen. Uit tabel 4 blijkt duidelijk af te lezen dat de meerderheid van de bedrijven geen prioriteiten of doelstellingen heeft gesteld rond duurzaam ondernemen. Dat lijkt wel wat wonderlijk in een tijd waarin bedrijven in toenemende mate worden ge-
13
confronteerd met een overheid, maar ook met klanten die steeds meer nadruk leggen op duurzame inkoop. Niettemin blijkt uit diezelfde tabel dat bijna een derde van de bedrijven wel duurzame doelstellingen heeft geformuleerd. Nadere analyse laat zien dat vooral bedrijven die op de overheidsmarkt actief zijn het vaakst aangeven zowel prioriteiten als doelstellingen te hebben gesteld (namelijk 38%). Verder blijkt duidelijk dat grotere bedrijven hier gemiddeld twee keer meer aandacht voor hebben dan kleinere. Tabel 4
Prioriteiten en doelstellingen geformuleerd rond duurzaam ondernemen
Heeft uw onderneming op het gebied van duurzaam ondernemen duidelijke prioriteiten gesteld en daarvoor concrete doelstellingen geformuleerd? Ja, prioriteiten gesteld
9%
Ja, doelstellingen geformuleerd
6%
Ja, beide
25%
Nee
58%
Weet niet
2%
Bron: Panteia/EIM, 2011.
Uit tabel 5 valt te lezen dat ruim driekwart van de bedrijven aangeeft dat er binnen het bedrijf niemand verantwoordelijk is gesteld of taken heeft gekregen om duurzaam ondernemen in te vullen. Als daarmee geconcludeerd kan worden dat duurzaam ondernemen een zaak is van iedereen binnen het bedrijf, zou er niets aan de hand zijn. Het feit echter dat meer dan de helft van de bedrijven geen prioriteiten hebben gesteld op het gebied van duurzaam ondernemen, doet vermoeden dat deze bedrijven nog weinig doen op dat gebied. Uit nadere analyse blijkt dat ook hier de grotere bedrijven vaker iemand verantwoordelijk hebben gesteld dan de kleinere en dat dit ook vaker gebeurt bij bedrijven die voor de overheidsmarkt werken. In het volgende hoofdstuk zal dit duidelijker worden, aangezien daarin nader wordt ingegaan op de verschillende activiteiten die binnen het kantoorhoudende MKB rond duurzaam ondernemen kunnen worden opgepakt. Tabel 5
Verantwoordelijke aangesteld voor MVO/duurzaamheid
Is er binnen uw bedrijf iemand vrijgemaakt, of heeft iemand een taak gekregen rond duurzaamheid, MVO? Ja
22%
Nee
77%
Weet niet Bron: Panteia/EIM, 2011.
14
1%
Ten slotte zijn aan de bedrijven enkele stellingen voorgelegd over duurzaam ondernemen. De resultaten daarvan zijn weergegeven in figuur 3. Daaruit blijkt duidelijk dat: − Ruim een kwart van de bedrijven aangeeft meer ambities te hebben dan de meeste van hun branchegenoten (15% is het daar helemaal mee eens. Bedrijven die op de overheidsmarkt actief zijn, geven dit het vaakst aan. Grotere bedrijven zijn hier overigens niet meer uitgesproken in dan kleinere bedrijven). − Dat meer dan de helft van de bedrijven constateert dat hun klanten steeds meer eisen stellen op het gebied van duurzaamheid (31% is het daar helemaal mee eens. Bedrijven die op de overheidsmarkt actief zijn en grotere bedrijven geven trouwens het vaakst aan dat men het eens is met deze stelling). − Dat bijna de helft van de bedrijven overtuigd is van het feit dat duurzaamheidsmaatregelen meer opleveren dan ze kosten (19% is het daar helemaal mee eens. Bedrijven die op de consumentenmarkt actief zijn, geven het vaakst aan dat men het eens is met deze stelling. Grotere bedrijven zijn het daar vaker 'enigszins mee eens'.). − Dat bijna driekwart van de bedrijven vindt dat men voor duurzaamheidsmaatregelen draagvlak nodig heeft onder hun personeel. Figuur 3
Stellingen over belang van duurzaam ondernemen
Draagvlak bij onze medewerkers is essentieel voor duurzaamheidsmaatregelen Duurzaamheidsmaatregelen leveren doorgaans meer op dan ze kosten Klanten stellen steeds meer eisen op het gebied van duurzaamheid Ons bedrijf heeft meer duurzaamheidsambities dan de meeste van onze branchegenoten
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100 % Eens
Oneens
Eens noch oneens
Bron: Panteia/EIM, 2011.
15
4
Activiteiten rond duurzaam ondernemen
In hoofdstuk 2 werd al ingegaan op de mogelijkheden die het kantoorhoudende MKB ter beschikking staan op het gebied van duurzaam ondernemen. Uiteraard zijn de in dit hoofdstuk genoemde activiteiten niet volledig, maar het beeld is wel dat hiermee de belangrijkste activiteiten zijn afgedekt. Dat blijkt eigenlijk ook uit de resultaten van tabel 6. Bij de restcategorie 'andere maatregelen' is maar door een beperkt aantal bedrijven iets ingevuld. Het ligt voor de hand dat in kantoorhoudend MKB afvalstromen en -beheer, energiegebruik en de mobiliteit belangrijke aandachtspunten zijn. Dat blijkt ook zeker uit tabel 6. Driekwart van de bedrijven heeft de afgelopen 3 jaar maatregelen genomen op het gebied van afvalstromen en -beheer en ruim 60% op het gebied van energiebesparing. Daarnaast zijn bij minder dan de helft van de bedrijven maatregelen genomen rond ICT, het nieuwe werken en de inkoop van duurzame kantoor- en/of bouwmaterialen. Een kwart van de bedrijven heeft maatregelen genomen op het gebied van duurzame energie. De beperkt genoemde 'andere maatregelen' betroffen onder andere de inkoop van biologische lunchartikelen en advisering bij klanten. Nadere analyse op grootteklassenverschillen laat zien dat op het gebied van energiebesparing, ICT/flexwerken, maar vooral bij de inkoop van (duurzame) kantoor en bouwmaterialen, de grotere bedrijven (vanaf 50 werkzame personen) actiever zijn dan de kleinere. Tabel 6
Genomen maatregelen rond duurzaam ondernemen tijdens laatste drie jaar
Type maatregelen
Ja
Afvalstromen en -beheer (incl. papierverbruik)
75%
Energiebesparing
62%
Mobiliteit en wagenpark
50%
ICT/flexwerken/het nieuwe werken
46%
Inkoop duurzame kantoor- en/of bouwmaterialen
40%
Duurzame energie
24%
Andere maatregelen
4%
Bron: Panteia/EIM, 2011.
K e rna ct iv i t ei t en Verrassend is wel dat deze activiteiten volgens een niet onaanzienlijk deel van de bedrijven nog steeds geen aandacht krijgt. In de groep bedrijven die is ondervraagd, waren ook bedrijven aanwezig die aangaven sinds kort volledig papierloos of klimaatneutraal te zijn. Redenen om niet aan energiebesparing te doen, zouden kunnen samenhangen met een gebrek aan mogelijkheden (bijvoorbeeld doordat de resterende maatregelen door de verhuurder zouden moeten worden genomen) of met het feit dat men daar eenvoudigweg geen belangstelling/middelen voor heeft, of met het feit dat nagenoeg alle maatregelen reeds zijn genomen.
17
De helft van de bedrijven geeft aan maatregelen te hebben genomen rond mobiliteit en wagenpark. Dat lijkt overeen te stemmen met het aantal bedrijven dat daar ook de mogelijkheid toe heeft. Uit tabel 3 bleek immers dat ongeveer de helft van de bedrijven gebruikmaakt van leaseauto's. Leasebedrijven in Nederland zijn overigens zelf ook al erg actief in het stimuleren van duurzame activiteiten rond mobiliteit en wagenpark. Bedrijven als Athlon en Business Lease worden in dit kader regelmatig genoemd. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de verschillende thema's en de specifieke maatregelen/activiteiten die daarvoor mogelijk zijn. Over het thema 'inkoop duurzame kantoor- en/of bouwmaterialen' zijn echter geen specifieke vragen gesteld.
4.1
Materialen en afval Tabel 6 laat zien dat afvalstromen en -beheer de meeste aandacht krijgt bij kantoorhoudend MKB. Dat valt ook te verwachten vanuit de kantooractiviteiten en de beïnvloedbaarheid ervan. Uit tabel 7 is af te lezen dat het daarbij vooral gaat om minder papier, gebruik van minder en/of milieuvriendelijke producten en materialen en afvalscheiding en -vermindering. Opvallend is dat 43% van de bedrijven aangeeft te werken aan hergebruik van afval. Het gaat daarbij naar verwachting vooral om zaken als papier, toners et cetera, maar daar is niet expliciet naar gevraagd. Tabel 7
Genomen maatregelen op het gebied van materialen en afval
Maatregel
Ja
Digitalisering van papierstromen
91%
Bedrijfsafval strikt gescheiden afvoeren t.b.v. recycling
88%
Dubbelzijdig printen, en printontmoedigend systeem
82%
Reduceren van afvalstromen/efficiënter gebruik van materiaal
73%
Milieuvriendelijke producten inkopen
57%
Bij aankoop extra aandacht voor materialen en minder afval
56%
Gemeenschappelijk vuilophaalcontract
50%
Meer hergebruik van afval (recycling)
43%
Waterbesparende maatregelen
19%
Nog andere niet genoemde maatregelen?
1%
Bron: Panteia/EIM, 2011. * Meerdere antwoorden mogelijk.
4.2
Energie Behalve het materiaalgebruik is het energiegebruik natuurlijk een belangrijke milieukostenpost voor kantoorhoudend MKB. Aangezien het vooral bij het thema energie belangrijk is om te weten of het bedrijf zelf eigenaar is van het bedrijfspand of juist huurder, is hier in de enquête expliciet naar gevraagd. Als eigenaar van een bedrijfspand is het immers gemakkelijker om investeringsbeslissingen te nemen. Daarom is bij de vragen naar bepaalde energiemaatregelen aanvullend gevraagd of die door de eigenaar, de huurder of de verhuurder zijn genomen.
18
Uit tabel 8 valt af te lezen welke energiebesparingsmaatregelen door kantoorhoudend MKB worden getroffen. Daaruit blijkt duidelijk dat maatregelen rond de aanschaf van energiezuinige verlichting en kantoorapparatuur relatief vaak zijn genomen. Dat gaat veelal samen met vervangingsinvesteringen waarbij men doorgaans minder of niet afhankelijk is van een verhuurder. Daarnaast zijn eenvoudige gedragsmaatregelen vaak genoemd: medewerkers wijzen op verantwoordelijkheid en installaties anders instellen. Grotere investeringen zoals verwarmingsinstallaties, grote isolatiemaatregelen en koeling zijn weliswaar wat minder vaak genoemd, maar daar is ook sprake van 'natuurlijke momenten', economische levensduur en meer afhankelijkheid van verhuurders. Eigenaren tonen relatief vaker initiatief als het gaat om dak-, gevel en vloerisolatie. Huurders beperken zich eerder tot energiezuinige apparatuur en verhuurders worden vooral genoemd als het gaat om initiatieven bij maatregelen rond grotere investeringen, zoals installaties en dubbelglas et cetera. Verder valt op dat de verhuurder niet vaak (10-20%) is genoemd als een partij die energiebesparende maatregelen heeft getroffen. Daarnaast blijkt dat nog relatief weinig bedrijven een energiescan1 hebben laten maken. Tabel 8
Genomen maatregelen op het gebied van energiebesparing, naar initiatiefnemer
Maatregel
Maatregelen
Initiatief
Initiatief
Initiatief
genomen
eigenaar
huurder
verhuurder
Medewerkers wijzen op energiezuinig gedrag (bijvoorbeeld 'het licht uit doen')
82%
50%
50%
78%
51%
44%
bruik (bv energiezuinige beeldschermen)
69%
47%
53%
Energiezuiniger instellen van installaties
63%
53%
44%
3%
Energiezuinige verwarmingsinstallatie
46%
60%
16%
24%
Energiezuinige koeling
35%
44%
39%
17%
Tochtwering ramen en deuren
34%
58%
26%
16%
Aanbrengen van dak-, gevel of vloerisolatie
34%
61%
17%
22%
Het laten maken van een energiescan
31%
56%
38%
6%
Plaatsen dubbelglas
31%
59%
18%
23%
Warmteterugwinningsystemen
19%
60%
20%
20%
5%
33%
67%
Aanschaf energiezuinige verlichting (spaarlampen, LED-verlichting, bewegingsdetector et cetera)
5%
Gebruik apparatuur met lager energiever-
Nog andere niet genoemde maatregelen?
Bron: Panteia/EIM, 2011. * Meerdere antwoorden mogelijk.
1
http://www.mkbservicedesk.nl/energie-desk/234.htm
19
De belangstelling van bedrijven in het kantoorhoudend MKB om in duurzame energie te investeren, blijkt nog vrij beperkt. Verwacht zou kunnen worden dat de belangstelling de afgelopen drie jaar zou zijn gestegen vanwege benodigde kostenbesparingen (in relatie tot betere rendementsverwachtingen van nieuwe systemen rond duurzame energie), de beschikbaarheid van subsidieregelingen, (een zekere) gewenste onafhankelijkheid van energiebedrijven, het bedrijfsimago en het streven naar klimaatneutraal ondernemen. De energiekosten die in het kader van klimaatneutraal ondernemen moeten worden gecompenseerd liggen immers hoger dan normale energiekosten. Het merendeel van de bedrijven die op het gebied van duurzame energie maatregelen hebben getroffen (24%), is overgestapt naar een duurzame energieleverancier. Verder worden het gebruik van warmte-koudeopslag en warmtepompen het vaakst genoemd (resp. 3% en 2% van de bedrijven die in duurzame energie hebben geïnvesteerd).
4.3
Mobiliteit Het brandstofgebruik van het wagenpark krijgt steeds meer aandacht. Uitgaande van de steeds maar toenemende brandstofprijzen is dat ook niet verwonderlijk. Uit tabel 9 blijkt dat 82% van de bedrijven aangeeft de laatste jaren te kiezen voor zuinige auto's en dat bijna twee derde door middel van het verminderen van de mobiliteit en aandacht voor de bandenspanning de kosten van mobiliteit probeert te drukken. Wel geeft ruim een kwart aan dat het aantal auto's verminderd is. In hoeverre voorgenoemde maatregelen echt het resultaat zijn van duurzaamheiddoelstellingen of eerder het gevolg van de economische crisis is uiteraard moeilijk te zeggen. Een kwart van de bedrijven heeft een mobiliteitsscan gemaakt of laten maken1, en 14% heeft de training zuinig rijden gevolgd. Hoewel minder altijd aantrekkelijk is in de wereld van duurzaam, is het uiteraard ook erg interessant wanneer bedrijven overgaan op auto's die gebruikmaken van duurzame brandstoffen. Uit tabel 9 blijkt dat 28% van de bedrijven aangeeft (deels) over te zijn gegaan op auto's die gebruikmaken van duurzame brandstoffen. Daarnaast geeft 14% van de bedrijven aan elektrisch rijden te stimuleren. Opvallend is dat dit door 8% van de bedrijven wordt ondersteund door het plaatsen van een oplaadpaal. Over de gehele linie zijn het vaker de grotere bedrijven die de genoemde activiteiten ondernemen, maar er is ook zeker activiteit op dit gebied bij de bedrijven tussen 10 en 50 werkzame personen. In de categorie 'nog andere niet genoemde maatregelen' zijn onder andere genoemd 'plaatsing groengasstation met enkele andere ondernemers' en de aanschaf van elektrische scooters.
1
20
http://mkbbereikbaar.nl/mkb-vouchers/aanvragen
Tabel 9
Genomen maatregelen op het gebied van mobiliteit
Maatregel
Ja
Aanschaf/stimulering zuinige auto's
82%
Reduceren van het aantal autokilometers
65%
Banden op spanning houden
64%
Aanschaf/stimulering auto's duurzame brandstoffen
28%
Aantal auto's verminderen
27%
Het maken van een mobiliteitsscan
25%
Training zuinig rijden
14%
Stimuleren elektrisch rijden
14%
Plaatsen oplaadpaal (elektriciteit)
8%
Technische aanpassingen aan de auto's
6%
Nog andere niet genoemde maatregelen?
4%
Bron: Panteia/EIM, 2011. * Meerdere antwoorden mogelijk.
4.4
ICT en het nieuwe werken In de groep ICT en het nieuwe werken komen feitelijk twee soorten maatregelen bijeen. Die lijken op het eerste oog niet per se verbonden, maar in de praktijk worden flexwerken en thuiswerken vooral mogelijk gemaakt door flexibilisering van ICT-toepassingen. Het werken in onder meer 'the cloud' biedt het bedrijfsleven mogelijkheden om investeringen in ICT en het bijbehorende energiegebruik te besparen. Uit tabel 10 blijkt duidelijk dat flexwerken en thuiswerken door bedrijven veel wordt toegepast. Daarnaast is er veel aandacht voor vermindering van energiegebruik in de ICT-wereld van de bedrijven. Bijna driekwart van de bedrijven heeft geïnvesteerd in energiezuinige kantoorapparatuur en bijna de helft in energiezuinige servers en datacenters. Opvallend is dat tijdens de afgelopen 3 jaar meer dan een derde aangeeft de servers en datacenters te hebben geoutsourced. Daarmee wordt natuurlijk ook meteen de genoemde energiebesparing bereikt. De toepassing van groene software1 (energiebesparend) lijkt nog wat beperkt.
1
http://www.clubgreen.nl/vraag/Groene-software.html
21
Tabel 10
Genomen maatregelen op het gebied van ICT en het nieuwe werken
Maatregel
Ja
Flexwerken mogelijk maken
92%
Thuiswerken faciliteren
91%
Aanschaf energiezuinige pc's/beeldschermen/apparatuur
74%
Reductie energieverbruik datacenter/servers
49%
Outsourcen datacenter/servers
35%
Outsourcen helpdesk
27%
Toepassing groene software
16%
Nog andere niet genoemde maatregelen?
2%
Bron: Panteia/EIM, 2011. * Meerdere antwoorden mogelijk.
Bij de 'nog andere niet genoemde maatregelen' worden enkele maatregelen genoemd die tot papierbesparing leiden, zoals het gebruik van een iPad voor vergaderstukken en het digitaliseren van het dataverkeer met klanten en leveranciers.
4.5
Monitoring van de activiteiten Aan de bedrijven die hebben aangegeven maatregelen te hebben genomen, is vervolgens gevraagd of men de effecten van alle genomen maatregelen ook heeft gevolgd. Uit tabel 11 blijkt dat het monitoren van de maatregelen in het kantoorhoudende MKB nog maar zeer beperkt gebeurt. Bijna twee derde van de bedrijven heeft dat de afgelopen drie jaar niet gedaan. Slechts 11% heeft dat voor alle genomen maatregelen gedaan. Energiebesparingen en mobiliteit en wagenpark lenen zich hier het gemakkelijkst voor. Tabel 11
Mate waarin de genoemde maatregelen worden gemonitord
Percentage Ja, alle genoemde maatregelen worden gemonitord
11%
Ja, enkele maatregelen worden gemonitord
17%
Nee, maar dit gaan we nog wel doen
16%
Nee
56%
Bron: Panteia/EIM, 2011.
22
5
Ambities rond duurzaam ondernemen
Een belangrijk onderdeel van dit onderzoek betreft de vraag in hoeverre de bedrijven in het kantoorhoudend MKB nog ambities hebben rond duurzaam ondernemen. Zijn door deze bedrijven de meeste maatregelen rond duurzaam ondernemen al getroffen of is er nog veel mogelijk? Minder dan de helft van de bedrijven in het kantoorhoudende MKB (42%) blijkt voor de komende 3 jaar nog ambities te hebben op het gebied van duurzaam ondernemen. Uit figuur 4 valt af te lezen dat er op het gebied van de ambities nog wel het een en ander te winnen is. De ambitiepercentages zijn in die figuur de optelsom van het bruine en het gele blok. Uit figuur 4 valt af te lezen dat de meeste ambities uitgaan naar energiebesparing en mobiliteit en wagenpark. Verder is opvallend dat de ambities rond duurzame energie duidelijk hoger zijn dan de genomen maatregelen rond duurzame energie. Een mogelijke verklaring voor de wat beperkte ambities rond ICT/flexwerken en afvalstromen en -beheer is dat er door de bedrijven al veel is gedaan. Figuur 4
Ambities rond duurzaam ondernemen, naar maatregelen
ICT/ flexwerken
Afvalstromen en -beheer
Energiebesparing
Mobiliteit en wagenpark
Duurzame energie
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Al maatregelen genomen, geen verdere ambities Ambities Maatregelen genomen en (ook) nog ambities Weet niet
Bron: Panteia/EIM, 2011.
Het valt te verwachten dat grote bedrijven meer ambities hebben dan kleinere bedrijven, aangezien schaalgrootteverschillen het rendement van maatregelen aantrekkelijker kunnen maken. Nadere analyse bevestigt dit beeld: over alle onderwerpen geldt dat grotere bedrijven wat meer ambities hebben dan de kleinere, maar het gaat daarbij echter niet om hele grote verschillen. Achtereenvolgens wordt hier per thema uitgewerkt welke maatregelen bij de genoemde ambities horen. Voor de duidelijkheid gaat het hier om maatregelen die aan de bedrijven zijn aangeboden. De categorie 'andere niet genoemde maatregelen' zijn door de bedrijven zelf toegevoegd aan die maatregelen.
23
5.1
Energiebesparing Ruim 42% van de bedrijven heeft ambities om in de komende drie jaar (verdere) maatregelen te nemen op het gebied van energiebesparing. Er is sprake van een grote variatie in het soort maatregelen, maar meestal gaat het om de aanschaf van energiezuinige verlichting of het gebruik van apparatuur met een lager energieverbruik (tabel 12). Verrassend is dat er ook nog steeds sprake is van gedragsmaatregelen. Verder is het opmerkelijk dat bij een thema dat gekenmerkt wordt door de meeste ambitie een vrij laag percentage bedrijven denkt aan een energiescan. Bijna alle antwoorden in de categorie 'andere niet genoemde maatregelen' betreffen de intentie om naar een energiezuiniger pand te verhuizen, hetzij in overleg met de verhuurder, hetzij door bouw van een eigen pand. Tabel 12
Ambities op het gebied van energiebesparing
Maatregel
Ja
Aanschaf energiezuinige verlichting (spaarlampen, led-verlichting, bewegingsdetector etc.)
28%
Gebruik apparatuur met lager energieverbruik (bijv. energiezuinige beeldschermen)
14%
Energiezuiniger instellen van installaties
11%
Energiezuinige verwarmingsinstallatie
10%
Medewerkers wijzen op energiezuinig gedrag (bijv. licht uit doen)
8%
Aanbrengen van dak-, gevel of vloerisolatie
7%
Het laten maken van een energiescan
7%
Energiezuinige koeling
6%
Tochtwering ramen en deuren
5%
Plaatsen dubbelglas
4%
Warmteterugwinningsystemen)
2%
Nog andere niet genoemde maatregelen?
14%
Bron: Panteia/EIM, 2011. * Meerdere antwoorden mogelijk.
5.2
ICT en het nieuwe werken ICT en het nieuwe werken worden ook vaak genoemd bij ambities op het gebied van duurzaam ondernemen (tabel 13). Het gaat daarbij vooral over de mogelijkheden om flexwerken beter mogelijk te maken en om thuiswerken te faciliteren. Verder is duidelijk dat het energiegebruik van de kantoorapparatuur en de server als een belangrijk aandachtspunt wordt gezien. In feite versterkt dit nog eens de ambities rond 'energiebesparing'. Ten slotte zijn bijna alle opmerkingen in de categorie 'andere niet genoemde maatregelen' terug te voeren op het realiseren van een papierloos kantoor en digitalisering. Bij de inventarisatie van genomen maatregelen werd deze activiteit vooral benoemd onder het thema 'afvalstromen en -beheer'. Verder geeft 15% van de bedrijven aan wel ambities te hebben op dit thema, maar nog niet te weten welke maatregelen men daarvoor zal nemen.
24
Tabel 13
Ambities op het gebied van ICT en het nieuwe werken
Maatregel
Ja
Flexwerken mogelijk maken
46%
Thuiswerken faciliteren
39%
Aanschaf energiezuinige pc's/beeldschermen/apparatuur
22%
Reductie energieverbruik datacenter/servers
11%
Outsourcen datacenter/servers
11%
Outsourcen helpdesk
7%
Toepassing groene software
7%
Nog andere niet genoemde maatregelen?
10%
Weet (nog) niet
15%
Bron: Panteia/EIM, 2011. *Meerdere antwoorden mogelijk.
5.3
Mobiliteit Rond mobiliteit zijn de maatregelen die men voor ogen heeft sterk gericht op duurzamer en minder. De belangrijkste maatregel die daar wordt genoemd, betreft de aanschaf van duurzame en zuinigere auto's (tabel 14). Aangezien MKBbedrijven in deze grootteklassen gemiddeld genomen eens per 2-3 jaar hun wagenpark vervangen1, is het duidelijk dat hier dus vooral de oplossing wordt gezocht bij de aanbieders van voertuigen. Dat daarbij ook zeker wordt gedacht aan elektrische auto's blijkt wel uit het feit dat in de categorie 'andere niet genoemde maatregelen' onder andere het plaatsen van elektrische oplaadpalen wordt genoemd. Tabel 14
Ambities op het gebied van mobiliteit
Maatregel
Ja
Aanschaf/stimulering zuinige/duurzame auto's*
60%
Reduceren van het aantal autokilometers
36%
Training zuinig rijden
5%
Het maken van een mobiliteitsscan
3%
Banden op spanning houden
3%
Technische aanpassingen aan de auto's
1%
Nog andere niet genoemde maatregelen?
8%
Weet (nog) niet
9%
* Incl. auto's op duurzame brandstoffen. Bron: Panteia/EIM, 2011. * Meerdere antwoorden mogelijk.
1
Zie rapport Wagenpark MKB, Coen Bertens en Niek Timmermans, EIM, 2008.
25
Evenals bij het thema 'energiebesparing' blijkt ook hier de belangstelling voor een mobiliteitsscan beperkt. Verder geeft 9% van de bedrijven aan wel ambities te hebben op dit thema, maar nog niet te weten welke maatregelen men daarvoor zal nemen.
5.4
Duurzame energiebronnen Van de bedrijven die hebben aangegeven ambities te hebben op het gebied van duurzame energiebronnen, noemt 32% overstappen naar een duurzame energieleverancier en eenzelfde percentage naar eigen zonnecellen (tabel 15). Vervolgens blijkt er ook enige belangstelling voor investeringsmaatregelen als zonneboilers, warmtepompen, windturbines en warmte-koudeopslag. Het is duidelijk dat overstappen op een duurzame energieleverancier de meest eenvoudige oplossing is. Tabel 15
Ambities op het gebied van duurzame energie
Maatregel
Ja
Overstap naar duurzame energieleverancier
32%
Plaatsing eigen zonnecellen
32%
Plaatsing van een zonneboiler
11%
Plaatsing van een warmtepomp
10%
Plaatsing van een windturbine
10%
Gebruik van warmte-koudeopslag Nog andere niet genoemde maatregelen?
7% 11%
Bron: Panteia/EIM, 2011. * Meerdere antwoorden mogelijk.
In de categorie 'andere niet genoemde maatregelen' wordt onder meer gesproken over verhuizen naar een nieuw pand, met daarin voorzieningen voor duurzame energie. Een enkel bedrijf noemt een zeer innovatief product namelijk 'energieopwekkende verf'.
5.5
Materialen en afval Door de bedrijven die aangeven ambities te hebben rond materialen en afval wordt - zoals in tabel 16 valt te lezen - vooral verminderen van papierstromen genoemd (door digitalisering en door printontmoediging en dubbelzijdig printen). Daarnaast ligt de aandacht vooral bij het verminderen van afval (door ander aankoopgedrag en efficiënter gebruik) en bij meer gescheiden afvoer (voor recycling en hergebruik).
26
Tabel 16
Ambities op het gebied van materialen en afval
Maatregel Digitalisering van papierstromen Dubbelzijdig printen, en printontmoedigend systeem
Ja 24% 8%
Reduceren van afvalstromen/efficiënter gebruik van materiaal
21%
Bij aankoop extra aandacht voor materialen en minder afval
15%
Bedrijfsafval strikt gescheiden afvoeren t.b.v. recycling
19%
Meer hergebruik van afval (recycling)
10%
Waterbesparende maatregelen
1%
Gemeenschappelijk vuilophaalcontract
1%
Nog andere niet genoemde maatregelen?
6%
Weet (nog) niet
20%
Bron: Panteia/EIM, 2011. * Meerdere antwoorden mogelijk.
In de categorie 'andere niet genoemde maatregelen' worden genoemd: vuilwater saneren, vuilophaalcontracten en ophaal (centraler) onder de loep nemen. Ruim 20% van de bedrijven die zeggen ambities op dit gebied te hebben, weten nog niet precies wat voor maatregelen ze gaan treffen.
27
6
Ondersteuningsbehoeften
Aan de bedrijven is gevraagd om per thema aan te geven of men een ondersteuningsbehoefte heeft. Vanzelfsprekend is dat alleen gedaan bij die bedrijven die hebben aangegeven ambities te hebben op die thema's. Er konden meerdere antwoorden worden gegeven.
V o o ra l be la ng st e l li ng vo o r en e rg i ema a tr e ge l en In tabel 17 valt te zien dat er vooral bij het thema energie veel interesse bestaat voor ondersteuning. Duidelijk is dat ongeveer een derde van de bedrijven zich nog oriënteert op de verdere mogelijkheden van duurzame energie en energiebesparing. Ook is het thema energie het thema waarbij de bedrijven het vaakst aangeven dat men hulp zoekt bij de uitvoering van interessante maatregelen. Uit tabel 17 blijkt immers duidelijk dat de bedrijven zoeken naar meer inzicht in de besparingsmogelijkheden en de kosten-batenverhoudingen van die mogelijkheden. Het is duidelijk dat er op dit gebied veel nieuwe ontwikkelingen zijn en dat het voor ondernemers niet eenvoudig is om zich een goed beeld te vormen van de kansen die er zijn (of die eraan komen).
O ok b e la ng st e l l in g v oo r a fva l st ro me n Ongeveer een kwart van de bedrijven is op zoek naar ondersteuning rond afvalstromen. Ook daarbij gaat het vooral om inzicht in de besparingsmogelijkheden en de kosten-batenverhoudingen van die mogelijkheden.
M in d e r be la ng st e l li ng vo o r mo b i l it e its ma a t r eg el e n en I C T /n i eu we w e rk en De ondersteuningsbehoefte voor mobiliteitsmaatregelen en ICT/nieuwe werken lijkt wat beperkt. Dat kan te maken hebben met een betere informatievoorziening of het feit dat andere partijen (zoals de leasebedrijven) voldoende mogelijkheden aanbieden. Tabel 17
Mate van en soort ondersteuningsbehoefte bij ambities
Thema
Kennis van
Kosten baten verhoudingen
Hulp bij
mogelijkheden
of terugverdientijden
uitvoering
Geen
Duurzame energie
35%
31%
15%
55%
Energiebesparing
28%
31%
14%
59%
Afvalstromen
27%
24%
9%
65%
ICT/nieuwe werken
16%
11%
12%
77%
Mobiliteit
12%
12%
5%
79%
Bron: Panteia/EIM, 2011. * Meerdere antwoorden mogelijk 1 e drie opties.
29
De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl.
Recente Publieksrapportages A201202
16-4-2012
A201201
4-4-2012
Vergrijzing en ondernemerschap
A201113
22-11-2011
Ondernemen in de Sectoren 2011
A201112
22-11-2011
Zelfbewust een Zelfstandige Positie
A201111
21-9-2011
Kerngegevens MKB 2011
A201110
25-8-2011
Financieringsmonitor 2011
A201109
22-8-2011
Arbeidsproductiviteitstrends in klein-, midden- en
A201108
14-7-2011
Hoe werken bedrijven samen in projecten?
grootbedrijf 1995-2015 Global Entrepreneurship Monitor 2010 The Netherlands A201107
19-5-2011
Ondernemen voor de toekomst
A201106
27-4-2011
Trendstudie MKB en Ondernemerschap: Synthese
A201105
20-4-2011
Uitvinders in Nederland
A201104
28-4-2011
Kleinschalig Ondernemen 2010
A201103
10-3-2011
Trendstudie MKB en Ondernemerschap
A201102
8-3-2011
A201101
5-1-2011
Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010 Startende ondernemers
A201012
8-12-2010
A201011
16-11-2010
A201010
9-11-2010
A201009
14-10-2010
De arbeidsmarkt van Midden-Nederland
A201008
14-10-2010
Monitor Inkomens Ondernemers
A201007
30-9-2010
Stand van Zaken Zonder Personeel
A201006
23-6-2010
Internationale benchmark ondernemerschap
A201005
31-5-2010
Bedrijfsbeëindigingen in het kleinbedrijf
A201004
april 2010
Octrooien in Nederland
A201003
12-4-2010
Ondernemen voor anderen!
A201002
15-2-2010
Een kwestie van ondernemen
A201001
11-1-2010
Innovatief ondernemerschap in detailhandel, ho-
A200918
1-12-2009
Slim en gezond afslanken
A200917
2-11-2009
Ondernemen in de Sectoren
A200916
30-10-2009
A200915
17-8-2009
Criminaliteitspreventie door kleine bedrijven
A200914
16-6-2009
Global Entrepreneurship Monitor 2008
A200913
15-5-2009
A200912
20-5-2009
A200911
3-4-2009
Kopstaartbedrijven
A200910
1-4-2009
Ondernemerschap in de wijk
A200909
27-3-2009
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid Global Entrepreneurship Monitor 2009 The Netherlands Ondernemen in de sectoren 2010 - 10 brochures
2010
reca en ambacht
Springen over de Grens
The Netherlands Internationale benchmark ondernemerschap 2009 Kleinschalig Ondernemen 2009
Van werknemer tot ondernemer
31
A200908
half juni 2009
Review: Internationalisering van het Nederlandse
A200907
24-3-2009
Monitor Inkomens Ondernemers
A200906
19-3-2009
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
A200905
17-3-2009
Afhankelijkheid in de metaalsector
A200904
12-3-2009
Beter inzicht in multicultureel ondernemerschap
A200903
5-2-2009
A200902
13-1-2009
Toekomst concurrentiepositie MKB
A200901
13-1-2009
MKB in regionaal perspectief
A200815
19-12-2008
Succes met samenwerking
A200814
16-12-2008
Tijdelijke samenwerkingsverbanden in het Neder-
MKB
Ten years entrepreneurship policy: a global overview
landse MKB A200813
8-12-2008
Sociaal ondernemerschap
A200812
8-12-2008
Ondernemen in de Sectoren
A200811
28-10-2008
A200810
23-9-2008
A200809
8-9-2008
Internationale benchmark ondernemerschap
A200808
3-9-2008
Nalevingskosten van wetgeving voor startende
A200807
september 2008
A200806
18-9-2008
A200805
8-7-2008
Ondernemerschap in de zorg In- en uitstroom in de detailhandel
bedrijven Stimulering van ondernemerschap in middelgrote gemeenten HRM-beleid in het MKB Global Entrepreneurship Monitor 2007 The Netherlands A200804
14-7-2008
Kleinschalig Ondernemen 2008
A200803
26-6-2008
Ondernemerschap in de regio
A200802
27-3-2008
Herstructurering van winkelgebieden
A200801
25-2-2008
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
A200714
21-12-2007
Technologiebedrijven in het MKB
A200713
19-12-2007
MKB in regionaal perspectief
A200712
15-11-2007
Voor het gewin of voor het gezin?
A200711
7-11-2007
A200710
25-10-2007
A200709
13-9-2007
A200708
21-6-2007
Kleinschalig Ondernemen 2007
A200707
21-6-2007
Global Entrepreneurship Monitor 2006 Nederland
A200706
13-6-2007
Een eigen bedrijf: loon naar werken?
A200705
10-5-2007
Internationale benchmark ondernemerschap
A200704
5-4-2007
Dat loont!
A200703
5-3-2007
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
A200702
1-3-2007
Flexibele arbeid in het MKB
A200701
8-1-2007
Entrepreneurship in the Netherlands;
Van onbemind tot onmisbaar Ondernemen in de Sectoren Ondernemerschap in het primair en voortgezet onderwijs
High growth enterprises; Running fast but still keeping control
32
A200613
8-1-2007
A200612
januari 2007
Geef richting, geen regels!
A200611
22-9-2006
Ondernemen in de Sectoren
A200610
18-9-2006
Met ervaring aan de start
A200609
20-7-2006
Global Entrepreneurship Monitor 2005 Nederland
Bedrijfsgroei in Nederland