Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid
Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid FloraHolland 2013 1
floraholland.com
Voorwoord Goede arbeidsomstandigheden creëren in een goede werkomgeving. Dat ziet FloraHolland als een belangrijke opdracht. Die goede werkomgeving geldt allereerst voor de eigen medewerkers, maar waar mogelijk ook voor anderen, die op de locaties werkzaam zijn. Vanuit die opdracht is ook in 2013 het arbo- en milieubeleid opgepakt. FloraHolland stond in 2013 op een kruispunt. Bestaande vormen van dienstverlening, vooral rondom het klokproces, worden minder frequent afgenomen. Nieuwe diensten, vooral rondom de logistiek en de (financiële)afwikkeling van directe stromen, maar ook internationale diensten, moeten worden ontwikkeld. Tegelijk vindt een herinrichting en afslanking van de organisatie plaats. Veel mensen krijgen als gevolg daarvan een andere functie. In die situatie van onzekerheid is een goed arbo- en milieubeleid actueler dan ooit. FloraHolland spreekt in deze tijd de creatieve vermogens, maar ook het incasseringsvermogen van haar mensen aan. Dat lukt alleen als mensen er zeker van kunnen zijn, dat ze in een werkomgeving werken, die in elk opzicht veilig is. Met name aan het veiliger maken van de fysieke werkomgeving werd in 2013 veel aandacht besteed. Ook preventie en het verbeteren van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers stonden hoog op de agenda. In 2014 komt de focus te liggen op het veiligheidsbewustzijn. In 2013 bleek uit een enquête, dat het doorgaans niet ontbreekt aan kennis op dit gebied, maar dat die kennis niet altijd leidt tot handelen. Ik bied u het Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid dus aan in de wetenschap, dat we op de goede weg zijn, maar dat er werk aan de winkel blijft.
Lucas Vos algemeen directeur
2
Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid
Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2 2. Inleiding 4 3. Arbeidsveiligheid 4 3.1 Arbocatalogus 4 3.2 Dieselmotoremissie (DME), fijnstof en endotoxine 4 3.3 Fysieke belasting 4 3.4 RI&E 5 3.5 Verzuim 5 3.6 Ongevallen 7 3.7 Uniforme trekkerkeuringen 8 3.8 Locatie Aalsmeer 8 3.9 Locatie Eelde 10 3.10 Locatie Bleiswijk 10 3.11 Locatie Naaldwijk 10 3.12 Locatie Rijnsburg 11 4. Brandveiligheid 11 4.1 Crisismanagement 11 4.2 Communicatie rookbeleid 11 4.3 Boxcontroles 11 4.4 Bedrijfshulpverlening 12 4.5 Aalsmeer 12 4.6 Naaldwijk 13 4.7 Rijnsburg 13 5. Milieu 13 5.1 Naaldwijk 13 5.2 Afval 14 5.3 Energie-, waterverbruik en afvalwater 14 5.4 Geothermie Naaldwijk 15 6. Colofon
15
3
2. Inleiding Dit concernverslag Arbo-, Milieu en Veiligheid van FloraHolland over 2013 is tot stand gekomen door bijdragen van de verschillende afdelingen van FloraHolland. Voor 2013 is een concernbreed Jaarplan Arbo, Milieu en Veiligheid opgesteld. In dit concernverslag FloraHolland wordt, op basis van het jaarplan, een overzicht gegeven van de maatregelen die zijn getroffen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en om de milieubelasting te verminderen. Tevens wordt een doorkijk gegeven naar 2014. Daarnaast worden diverse gegevens gerapporteerd over energieverbruik en afvalproductie. Bij FloraHolland is de verantwoordelijkheid voor veiligheid een lijnverantwoordelijkheid: Veiligheid in Lijn. Hierbij ondersteunen en adviseren afdelingen als Facilitair Management en Human Resources de lijn. In dit verslag wordt met name gerapporteerd vanuit de afdelingen Facilitair Management en Human Resources, aangevuld vanuit de lijn.
3. Arbeidsveiligheid 3.1 Arbocatalogus In 2009 is FloraHolland vanuit de Verenigde Bloemenveilingen Nederland begonnen met het opstellen van een arbocatalogus. Dit is een overzicht van alle risico’s die de medewerkers binnen een bedrijf of branche kunnen tegenkomen tijdens hun werk, met daarbij de oplossingen die gevonden zijn om deze risico’s te verkleinen. De catalogus bevat inmiddels de door het Ministerie van SZW goedgekeurde onderwerpen: • DME (dieselmotoren emissie) • Fysieke belasting • Beeldschermwerk • Agressie en geweld. In 2013 zijn de onderwerpen ‘duurzame inzetbaarheid’ en ‘werkdruk’ in afgerond en als concept toegevoegd aan de arbocatalogus. Verder is in 2013 gestart met het voorbereiden van het onderwerp ‘Transportveiligheid’. De arbocatalogus is te vinden op: www.arbocatalogus-bloemenveilingen.nl. 3.2 Dieselmotoremissie (DME), fijnstof en endotoxine Op locaties Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg zijn in 2013 metingen uitgevoerd. Over meerdere jaren bekeken vertonen de EC- en respirabel-stofconcentraties een dalende lijn. Er is dus sprake van een steeds lagere blootstelling naar onze gebouwgebruikers. • • •
De respirabel stofconcentraties blijven op alle locaties ruim onder de interne streefwaarde van 1 mg/m3 en de wettelijke grenswaarde van 5 mg/m3. De dieselroetconcentraties liggen op alle locaties beneden het verbodsniveau van 50 μg/m3 en beneden de interne streefwaarde van 15 μg/m3. De endotoxinen concentraties blijven op alle locaties onder de wettelijke grenswaarde van 200 EU/m3.
Op de locatie Bleiswijk geven de metingen uit eerdere jaren aan dat gehalten aan DME ver onder de norm blijven. Uit kostenoverweging is in 2013 besloten de meting uit te stellen. In 2013 zijn in eerste instantie de lopende plannen opgepakt. Na samenvoeging van de verschillende Facilitaire afdelingen tot 1FM, is besloten om tijdelijk pas om de plaats te maken om een concern visie op de DME-problematiek te ontwikkelen. Na het gereedkomen van de visie zullen de verschillende plannen op elkaar, en op de DME-visie, worden afgestemd. De visie en de nieuwe planvorming zullen eind 2014 gereed zijn. 3.3 Fysieke belasting Fysergo is uitgegroeid tot een belangrijke partner als het gaat om alle vraagstukken rondom fysieke belasting (52% van verzuim FH). De rol van Fysergo rol verbreedt zich van de ‘fysio’ naar de adviseur arbeid en gezondheid die werkt aan preventie, advisering en coaching over (fysieke) inzetbaarheid en vitaliteit. Zij werken op locatie in Naaldwijk, Rijnsburg en Aalsmeer. De medewerker-gebonden activiteiten door de bedrijfsfysiotherapeut/vitaliteitcoach bestaan uit: • Herstelbegeleiding bij verzuim, instructie en training op de werkplek, fysieke belastbaarheidstraining. Overleg met de arbodienst bij verzuimtrajecten. • Vitaliteitsinterventies: vitaliteitcoaching. • Onderzoek, advisering en training op de werkplek aan medewerkers gericht op het bevorderen van gezond werkgedrag. • Advisering van leidinggevenden bij het signaleren van knelpunten in de inzetbaarheid bij medewerkers en advisering over knelpunten in de fysieke belasting in relatie tot het (veranderende) werkprocessen.
4
Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid
Naast de reguliere activiteiten in de dagdelen zijn de volgende projecten uitgevoerd in 2013: Concernbreed: • Advieshoogte belading karren Naaldwijk: • Project vitaliteitcoaching + dialoog • Functieprofiel Fysieke Belasting Distributie Planten • Training gezond en veilig werken Distributie Planten • Training Gezond en veilig werken LDA ontvangst • Training gezond en veilig werken LDA sorteren en opstellen Rijnsburg: • Training gezond en veilig werkgedrag • Pilot vitaliteitscoaching • Bijeenkomsten leidinggevenden vitaliteit en duurzame inzetbaarheid Aalsmeer: • Training gezond en veilig werkgedrag veilingmeesters • Training vitaliteitsdialoog alle leidinggevenden Logistiek • Workhardening /Fittraining bij flexibilisering (Logistiek) • Aan de slag met gezond werkgedrag, instructie medewerkers op de werkvloer bij LDK • Project arbeidsoptimalisatie procesverandering klokuitstoot bij DS Planten • Onderzoek fysieke belasting bij Fustinname 3.4 RI&E In Naaldwijk is op verzoek van Logistiek een RI&E uitgevoerd m.b.t. het alleen werken aan opduwgoten en kettingbanen in Aircofleur. In Rijnsburg is er naar aanleiding van een bedrijfsongeval en de vernieuwingen/aanpassingen aan de fustwasmachine een nieuwe RI&E uitgevoerd door de firma Themag. De aanpassingen en de uitbreiding van de machine hadden gevolgen voor de werkwijze. Voorafgaand aan de RI&E is er met een aantal medewerkers van de emballageafdeling een veiligheidsronde door de fustwasserij gemaakt. Tijdens deze ronde hebben de medewerkers uitvoerig aan kunnen geven wat in hun beleving gevaarlijk of ongewenste situaties waren. De (verbeter)punten zijn besproken met de firma Themag en de leidinggevende van de afdeling en meegenomen in de opgestelde RI&E. Door de leidinggevende en de leverancier is er tevens veel tijd en energie gestoken in opleiding en het instrueren van de medewerkers om veilig hun werkzaamheden te kunnen uitvoeren. In Eelde is in 2013 een start gemaakt met de voorbereidingen van een nieuwe RI&E. Daarbij is ook aandacht voor ‘Arbo op de werkvloer’ voor operationele leidinggevenden. Dit project loopt door in 2014. 3.5 Verzuim Algemeen Verzuim is enerzijds een indicatie hoe het staat met de gezondheid en vitaliteit van de medewerkers. Anderzijds is verzuim een indicatie hoe er op inzetbaarheid wordt gestuurd en hoe het staat met de ondersteuning, het vertrouwen en de kwaliteit van de dialoog tussen leidinggevende en medewerker. Met name het laatste is beïnvloedbaar en is de kern van het verzuimbeleid van Floraholland. Veiligheid en arbeidsomstandigheden zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Cijfers 2013 is afgesloten met een verzuimpercentage van 4,9% (tweejaars verzuimcijfer). Dit is een verslechtering ten opzichte van 2012 (4,7%). De verzuimcijfers per afdeling zijn weergegeven in de grafiek. De verzuimfrequentie is iets gestegen van 0,9 naar 1,0 (aantal ziekmeldingen per persoon per jaar). Achter dit concerncijfer zijn grote verschillen in verzuimcijfers tussen de operationele en niet-operationele afdelingen. Binnen Logistiek is het, ondanks alle aandacht die er voor verzuim is, soms lastig de gestelde targets te behalen.
5
Bijschrift: Grafische weergave van het verzuim per bedrijfsonderdeel over 2013 in vergelijking met 2012.
Verminderde inzetbaarheid en flexibilisering Uit onderzoek in 2013 bleek dat gemiddeld bijna 20% van de logistiek medewerkers verminderd inzetbaar is, een belangrijk gegeven bij de ontwikkelingen naar verdere flexibilisering. Zo lang medewerkers passend werk doen is er geen probleem; bij flexibilisering en breder vereiste inzetbaarheid zoals bij de aanstaande sluiting van de klokken in Bleiswijk is er soms behoefte aan maatwerkaanpak in samenwerking met Fysergo, GIMD en ArboUnie. Bij deze aanpak werden de knelpunten wat betreft inzetbaarheid geïnventariseerd, op groeps- en individueel niveau, en interventies voorgesteld. Belangrijk is te realiseren dat flexibilisering ook een positieve interventie is om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te vergroten. Alle arbodienstverleners (ArboUnie, Fysergo en GIMD) geven aan dat er een grotere groep medewerkers is waar de inzetbaarheid onder druk staat door een verstoorde balans tussen belastbaarheid (fysieke en mentale draagkracht) en belasting (belastende factoren in het werk en niet werk gebonden factoren). Wel zien we dat de meeste leidinggevenden actief sturen op verzuim en inzetbaarheid. Naast de rol voor de werkgever daarbij, is de rol van de medewerker uiteraard net zo belangrijk (eigen verantwoordelijkheid nemen). In de spreekuurcontacten valt op dat medewerkers het lastig vinden om die verantwoordelijkheid te nemen. Een positieve ontwikkeling is dat leidinggevenden vaker het gesprek hierover met hun medewerkers aan gaan.
Focus op Logistieke afdelingen De focus in het verzuim- en inzetbaarheidsbeleid ligt bij de logistieke afdelingen van Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg. Aalsmeer Uitgangspunt in de verzuimbegeleiding is het eigen regiemodel; de focus lag op coaching en ondersteuning van de leidinggevende. Samenwerking met Fysergo en Gimd verloopt goed. ArboUnie geeft aan dat na een goede start met veel aandacht voor vitaliteit en inzetbaarheid, eind 2013 door de druk en de veranderingen soms weer meer gedacht en gehandeld wordt vanuit het medisch model en het snel toewerken naar oplossingen. Het wordt steeds lastiger om medewerker passend te herplaatsen door de veranderingen binnen het logistiek proces en het grote aantal medewerkers dat al met beperkingen herplaatst is. Naaldwijk ArboUnie geeft aan dat het werken in het eigen regiemodel/gedragsmodel in Naaldwijk goed geland is. Daar waar het gedragsmodel van toepassing lijkt, pakt de leidinggevende dit op. Daar waar er sprake is van medische problematiek of ernstige ziektes is er veel persoonlijk contact. De leidinggevende is over het algemeen proactief in het handelen en zoekt contact met de verzuimcoach als de situatie hierom vraagt. In vrijwel alle verzuimgevallen heeft er informatie uitwisseling plaatsgevonden tussen leidinggevende en de verzuimcoach van ArboUnie en is er een vraagstelling voor het spreekuur geformuleerd. In die enkele gevallen dat er sprake was van een niet adequate of effectieve aanpak door de leidinggevende is er door de verzuimcoach een gerichte interventie ingezet. 6
Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid
Rijnsburg In Rijnsburg is extra aandacht geweest voor de borging van het verzuimbeleid met de leidinggevenden. Ook daar is een positieve ontwikkeling te zien waarbij de gespreksvoering door leidinggevenden met de verzuimende medewerkers geleidelijk minder medisch wordt ingestoken en meer gericht is op inzetbaarheid/belastbaarheid, wat ook te merken is aan de bijbehorende verslaglegging (zonder medische termen). Verzuim voorkomen: het gesprek over vitaliteit en inzetbaarheid In het voorkomen van verzuim liggen kansen in het tijdig signaleren van (dreigend-)verzuim en het handelen met verminderde inzetbaarheid. Het is de leidinggevende die een belangrijke rol heeft bij het signaleren van dreigend verzuim. Ook uit de signalen in de spreekkamers blijkt dat hier winst is te behalen bij het terugdringen van middellang verzuim (één tot zes weken). Dit geldt voor alle locaties. Daarnaast is een gericht gezondheidsbeleid belangrijk gericht op de medewerker zelf: FloraHolland faciliteert, ondersteunt en stimuleert de medewerker om verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen inzetbaarheid, bijvoorbeeld door laagdrempelige health checks in de TopFitweek. In verband met de drukte bij HR en in de organisatie en de bezuinigingen is de TopFitweek in 2013 niet doorgegaan evenals het verder uitrollen van de digitale vitaliteit scan. Deze punten worden in 2014 weer opgepakt. 3.6 Ongevallen De ongevallen worden voor de locaties Aalsmeer, Naaldwijk, Rijnsburg en Bleiswijk geregistreerd in het Beveiliging Rapportage en Opzoek Systeem (BROS). Hierdoor is het goed mogelijk om een concernbreed overzicht te maken van de ongevallen. De ongevallen van locatie Eelde worden handmatig toegevoegd. In het onderstaande overzicht wordt het totaal aantal ongevallen van 2013 weergegeven in vergelijking met 2012.
Bijschrift: Grafische weergave van het aantal ongevallen per locatie in 2012 en 2013 van FloraHolland medewerkers inclusief uitzendkrachten werkend bij FloraHolland
Bijschrift: Grafische weergave van het aantal ongevallen in 2013 uitgesplitst naar afdeling voor de locaties Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg. Op locatie Rijnsburg is de distributie van Bloemen en planten gecombineerd, de ongevallen zijn hier weergegeven bij DS Bloemen. 7
Op alle FloraHolland locaties vinden de meeste ongevallen (64%) plaats bij de afdeling Logistieke Operatie (DS Bloemen en DS Planten). Het overgrote deel van deze ongevallen worden veroorzaakt door het in aanraking komen met bedrijfsmiddelen (opstap/electrotrekkers en stapelwagens). Dit is logischerwijs te verklaren doordat bij deze afdelingen ook de meeste logistieke handelingen plaatsvinden. Voor een goede vergelijking en kwalificatie van het aantal is het nodig om het aantal ongevallen te relateren aan de intensiteit van het werk. Deze relatie wordt gelegd in de OngevalsFrequentie Index of Injury Frequency (IF). Deze IF wordt berekend door het aantal verzuimongevallen te delen door het aantal gewerkte uren (in miljoenen). Deze IF wordt berekend voor de locaties Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg. Voor de locaties Bleiswijk en Eelde, waar beduidend minder uren wordt gewerkt, is de IF minder goed bruikbaar als maatstaf. In 2014 zal extra aandacht worden gegeven aan het terugdringen van de ongevallen binnen de logistieke afdelingen van Aalsmeer en Rijnsburg.
Bijschrift: Grafische weergave van de IF van 2013 voor Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg. 3.7 Uniforme trekkerkeuringen Na de voorbereidingen in 2012 zijn in 2013 de uniforme veiligheidskeuringen van transportvoertuigen uitgerold. Het gaat hierbij met name om elektrotrekkers. Op alle locaties is een extern bedrijf beschikbaar die de veiligheidskeuringen kan uitvoeren, ook hebben alle voertuigen nu een kenteken, waardoor de voertuigen in het gebouw herkenbaar zijn. 3.8 Locatie Aalsmeer 3.8.1 Herinrichting distributie bloemen Aalsmeer In 2013 is de inrichting van het distributieproces bloemen sterk veranderd. Er zijn verschillende aanpassingen gedaan die de veiligheid vergroten en de fysieke belasting beperken. Verbeteringen: • Schuine opstelling karren in een visgraat waardoor de medewerkers beter en veiliger kunnen staan en de karren ook makkelijker gewisseld kunnen worden (veiliger en minder fysieke belasting). • Door het slopen van het oude Dienstencentrum en het verwijderen van oude bebording is het gebied veel overzichtelijk (veiliger en prettiger). • Het nieuwe proces is een aaneengesloten en afgesloten gebied, zodat er veel minder mensen ongewenst door het proces lopen en rijden. De hoofdrijbaan voor buffer AB verplaatst naar buiten het verdeelgebied (onder tribune AB door) (veiliger). • De duwsporen van de afvoer uit het proces liggen onder afschot, waardoor het opduwen voor de controleurs makkelijker is (minder fysieke belasting). • Centraal in het gebied liggen bordessen om hoog beladen stapelwagens over te stapelen (minder fysieke belasting). • Door het wegvallen van de loopgebieden is het lopen en rijden meer gescheiden (veiliger, medewerkers staan op een trekker hoger, minder kans op botsing met stapelwagen). • De automatische buffers hebben een handmatige sortering van de 1-koops karren na de klokken overgenomen (minder fysieke belasting). • Het transport van producten loopt over de kettingbanen om het proces heen, waardoor minder trekkertransport door het gebied nodig is (veiliger). Tevens is de uitstraling van het gebied verbeterd (openheid en kleurstelling). In 2014 zal nog een tiental grote foto’s worden opgehangen om de uitstraling van het gebied nog verder te verbeteren. In Aalsmeer is ook op de plantenvloer een vergelijkbaar gebied ingericht voor de distributie van planten. Nu de inrichting is afgerond zal in 2014 het gedrag van de medewerkers worden verbeterd om de veiligheid van het proces nog verder te verhogen. 8
Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid
Fotobijschrift: Nieuwe indeling distributiegebied Bloemen Aalsmeer
Fotobijschrift: Nieuwe buffer distributiegebied Bloemen Aalsmeer 3.8.2 Gezond werken in de nacht In Aalsmeer was nog niet eerder uitgebreid aandacht geweest voor de gezondheidsaspecten van gezond werken in de nacht. Een werkgroep is geformeerd vanuit alle betrokken afdelingen in Aalsmeer, dus LDA (alle afdelingen) , V&K (keurmeesters), de bedrijfsbeveiliging, LDK en Logistieke Operatie, Communicatie en HR. Meer dan 300 medewerkers hebben de gelegenheid gehad om deel te nemen aan twee workshops over voeding en slaap, vitaliteit en het sociale leven. Vervolgens is maandelijks een specifiek thema behandeld met een poster, met informatie om het in werkoverleg te bespreken of met medewerkers individueel. Uit de enquête die vooraf en achteraf gedaan is blijkt dat bij veel medewerkers wantrouwen een rol speelde (komen ze aan mijn rooster?) en het onderwerp niet altijd veel enthousiasme opriep, is bij een groep medewerkers de informatie met belangstelling ontvangen en bood het een goede ingang om het gesprek met de medewerker over vitaliteit aan te gaan. 3.8.3 Dakveiligheid In 2013 is een groot aantal dakvlakken en dakranden op het Centrumgebouw in Aalsmeer voorzien van maatregelen om het dak veilig te kunnen betreden en veilig te kunnen werken op het dak. Het gaat hierbij onder andere om hekken, ankerpunten, looppaden en signalering. In 2013 is ongeveer een derde van het dak veiliger gemaakt, de resterende punten zijn gepland voor 2014.
9
Fotobijschrift: Aangebrachte dakveiligheidsmaatregelen Aalsmeer 3.8.4 Sanering asbest In 2011 is voor Aalsmeer een nieuw asbestbeheerplan opgesteld. Hierin is de beleidskeuze gemaakt om te streven naar zoveel mogelijk sanering van asbest. In 2013 is het asbesthoudende materiaal van de kantoren boven locatie 035 gesaneerd. Dit is mede uitgevoerd in anticipatie op aangescherpte wetgeving met betrekking tot asbestsanering. 3.9 Locatie Eelde Er is een start gemaakt met het verbeteren van de veiligheid rondom de fustspoelmachine, dit wordt voorgezet in 2014. 3.10 Locatie Bleiswijk In 2013 zijn er rondom de fustspoelmachine een aantal maatregelen getroffen om de arbeidsveiligheid te verbeteren. Het gaat hierbij om een antislipvloer, hulpmiddelen zoals slipbestendige opstapjes en een betere afscherming van de werkplek door het aanbrengen van stoepranden. 3.11 Locatie Naaldwijk Voor Naaldwijk zijn geen specifieke zaken te rapporteren, anders dan bij de algemene onderwerpen zijn benoemd.
10
Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid
3.12 Locatie Rijnsburg Geluidsmeting Fustwasserij In 2013 is er een geluidsmeting uitgevoerd in de fustwasserij van locatie Rijnsburg. Aanleiding waren klachten van medewerkers dat door de aanpassingen aan de fustwasmachine en de hogere productie ook het geluidsniveau was toegenomen. Om de geluidsmeting objectief te laten plaatsvinden is het onderzoek door een onafhankelijke partij uitgevoerd. Na een gesprek over de aard van de klachten en een bezoek aan de locatie zelf is er een meetprogramma opgesteld. Medewerkers zijn actief betrokken en hebben ook meetapparatuur op het lichaam gedragen om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de geluidsbelasting waaraan de medewerkers werden blootgesteld tijdens hun werkzaamheden. Ook zijn de metingen uitgevoerd op verschillende tijdstippen in het proces om een zo goed mogelijk beeld te krijgen; er is gemeten met “piek” belasting en een gemiddelde belasting. Van de uitkomsten van de metingen is een rapport opgesteld; dit rapport is besproken met de afdelingsleiding. Uit de metingen is gebleken daar het geluidsniveau niet boven de wettelijk gestelde normen uitkomt en dat de verstrekte en verplichte Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM) zoals otoplastieken (gehoorbescherming) voldoende bescherming bieden en er geen schade aan het gehoor wordt toegebracht.
4. Brandveiligheid 4.1 Crisismanagement De crisismanagementstructuur van FloraHolland is in 2012 beschreven in het concern crisismanagementplan en bestaat uit een concernbreed deel (Crisismanagementteam) en een locatie specifiek deel (Locatie ActieTeam). Op basis van het concern crisismanagementplan zijn in 2013 projectmatig de locatiegebonden plannen geactualiseerd en geüniformeerd. Voor alle locaties is een Bedrijfsnoodplan, Bedrijfshulpverleningsplan en Ontruimingsplan gemaakt. 4.2 Communicatie rookbeleid Sinds het nieuwe veilingreglement van FloraHolland van 2010 is het verbod op het roken in de gebouwen, behoudens in rookruimtes, duidelijk afgekondigd. Helaas werd geconstateerd dat de naleving beter kon. Om het verbod duidelijk in het gebouw aan te geven en het aanspreken makkelijker te maken zijn op de locaties Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg op strategische plekken borden met het rookverbod opgehangen.
4.3 Boxcontroles Op de locaties Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg worden twee maal per jaar de verhuurde ruimtes gecontroleerd. Op locaties Aalsmeer en Naaldwijk worden deze controles dit door de bedrijfsbrandweer van FloraHolland uitgevoerd, op locatie Rijnsburg worden deze controles door de bedrijfsbeveiliging uitgevoerd. Bij deze controles wordt gekeken naar de veiligheid van de boxen, en naar milieu-aspecten. Wanneer onveilige situaties worden aangetroffen, krijgt de eigenaar te horen binnen welke termijn de situatie moet zijn opgelost. Bij de controles wordt ook de eigenaar of boxmanager betrokken. Door samen een ronde door de box te maken worden de eigenaren ook betrokken bij de veiligheid van hun box en krijgen ze de kans om mee te denken over eventuele oplossingen. In Eelde is er een beperkt aantal verhuurde boxen en ligt controle op veiligheid m.n. in de lijn. De opzet is om in 2014 hier meer professionele ondersteuning in te geven, intern of door samenwerking met lokale overheid. In Bleiswijk zit de controle in en rondom boxen deels in het dagelijks werkpakket van de beveiliging, ondersteund door de medewerk AMV.
11
4.4 Bedrijfshulpverlening Naaldwijk In 2013 zijn er 9 ontruimingsoefeningen op diverse locaties binnen FloraHolland Naaldwijk geweest. Alle ontruimingen verliepen snel. De BHV heeft in hun herhalingscyclus specifiek aandacht besteed in ontruiming in hun specifieke werkomgeving. Extra aandacht is besteed aan soort huisvesting, opslag, bekendheid in hun eigen omgeving, waar zijn nooduitgangen en worden deze vrijgehouden. Kortom, een stuk zelfbewustzijn op de werkvloer. Naast de ontruiming heeft iedereen zijn BHV-certificaat (certificaat eerste hulp bij ongevallen en kleine blusmiddelen) verlengd. Naast de ontruimingsoefeningen heeft er één grootschalige oefeningen plaats gevonden samen met de bedrijfsbeveiliging, bedrijfsbrandweer en regionale brandweer. Toolboxen Voor logistieke fustafdelingen en technisch bedrijf zijn specifieke toolboxen gegeven om de gevaren in hun eigen omgeving te laten zien. Doel van deze toolboxen is om het veiligheidsbewustzijn te vergroten. Aalsmeer In Aalsmeer oefent de bedrijfsbrandweer elke donderdagmiddag in een cyclus van 4 weken oplopend van een kleine oefening naar een eindoefening. Deze eindoefeningen worden gedaan in samenwerking met de beveiliging, EHBO en BHV-ontruiming. Op deze manier worden de ontruimers ook extra geoefend. Ook zijn de BHV‘ers en EHBO’ers bijgeschoold door de bedrijfsbrandweer conform de NIBHV norm. Rijnsburg Op locatie Rijnsburg hebben alle BHV en EHBO medewerk(st)ers de jaarlijkse herhalingsopleidingen gevolgd en zijn weer volledige gecertificeerd op de onderdelen: Brand & Ontruiming, Eerste hulp en het gebruik van de AED. Tijdens de herhalingsopleidingen, die verzorgd zijn door Medi-Select is gebruik gemaakt van de “Oefentrailer”. Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van vuur, diverse blusmiddelen en rook om de training zo realistisch mogelijk te maken en vertrouwd te raken met de procedures en blusmiddelen. Ook zijn er een aantal nieuwe BHV / EHBO medewerk(st)ers opgeleid. Er hebben een aantal kleine (afdeling gebonden) ontruimingsoefeningen plaatsgevonden in 2013. Tevens is er aandacht besteed aan het signaleren en vervolgens melden van onveilige situaties. Hiermee wordt het veiligheidsbewustzijn verder vergroot. Locatie Rijnsburg werkt nauw samen met de Brandweerkorpsen van de overheid: Katwijk/Rijnsburg, Oegstgeest en Valkenburg. Oefenlocaties worden beschikbaar gesteld en op deze manier wordt de plaatselijke bekendheid van de korpsen vergroot. Indien mogelijk worden de oefeningen gecombineerd met de BHV organisatie. Bleiswijk en Eelde In Eelde is er in het voorjaar een ontruimingsoefening gehouden in verdeelhal. In Bleiswijk zijn er kleine ontruimingsoefeningen gehouden tijdens de reguliere BHV-herhalingen. 4.5 Aalsmeer In Aalsmeer zijn in 2013 de onderstaande projecten uitgevoerd als onderdeel van het Masterplan brandveiligheid. Brandscheiding AN In 2013 zijn de laatste grote aanpassingen uitgevoerd om de bestaande wand op te waarderen tot een brandscheiding. De laatste details zullen begin 2014 worden afgerond. Sprinklerinstallaties In mei 2013 is het derde en laatste deel van de sprinklerinstallatie op de tussenvloer in bedrijf gesteld, het gaat hierbij om ca. 21.000 m2. In 2013 is ook laadkuil 040 voorzien van een sprinklerinstallatie (5.700 m2), de installatie is in april 2013 in bedrijf gesteld. Tevens is in 2013 veel werk verzet in het verbeteren van de brandveiligheid van het Cultra Groothandelscentrum. In oktober is over een oppervlakte van ca. 20.000 m2 de sprinklerinstallatie in gebruik genomen.
12
Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid
Fotoijschrift: De kleppenopstelling van de sprinklerinstallatie van een deel van de tussenvloer, laadkuil 040 en Cultra. Brandmeldinstallatie In 2013 is de brandmeldinstallatie in ongeveer 70.000 m2 van de betonbouw in zijn geheel vervangen. Dit was de laatste vervanging in de betonbouw, waardoor de installatie nu geheel vernieuwd is. Ontruimingsalarminstallatie In 2011 is gestart met het aanbrengen van een ontruimingsalarminstallatie in verdeelgebied bloemen en de koelcellen (Middenbouw, 200.000 m2). Deze installatie wordt gecombineerd met de omroep- en muziekinstallatie. In 2013 is de installatie van de Middenbouw getest en in gebruik genomen. In 2012 is gestart met de werkzaamheden in de betonbouw. Het eerste van drie delen is in 2013 in gebruik genomen (Cultra, 40.000 m2). Tevens zijn de werkzaamheden van de rest van de betonbouw (ca. 300.000 m2) vrijwel in 2013 afgerond. Een deel van de werkzaamheden loopt door in 2014. 4.6 Naaldwijk Vanuit het Masterplan Brandveiligheid zijn de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd. Compartimentering De bestaande wand op as H”, dit is de wand tussen Koopliedenhal 3 en 4, is tussen de Dijkzijde en Straat 4 omgebouwd tot een brandscheiding. Hiervoor is de bestaande bouwkundige wand vervangen door een 60 minuten brandwerende wand samengesteld uit steenwol sandwichpanelen. Ter plaatse van straten en doorgangen zijn branddeuren toegevoegd. 4.7 Rijnsburg Brandbeveiligingssystemen De afdeling Onderhoud heeft er voor gezorgd dat alle kleine blusmiddelen (brandblussers en slangenhaspels) zijn gekeurd, onderhouden en waar nodig vervangen. In 2013 zijn weer 2x halfjaarlijkse inspecties uitgevoerd t.b.v. de certificering van de aanwezige sprinklerinstallatie, brandmeldcentrales en de gasblussing. De inspecties hebben plaatsgevonden in april en november, beide inspecties hebben geleid tot een verlenging van de certificering van de installaties.
5. Milieu 5.1 Naaldwijk In december 2013 heeft gemeente Westland een controle uitgevoerd in het kader van de omgevingsvergunning (voorheen milieuvergunning). Hierbij is vooral de NH3-installatie (ammoniak) en de LNG-afleverinstallatie beoordeeld. Over de LNG-installatie is met betrekking tot periodieke inspectie, één opmerking gemaakt. Dit is opgenomen met de installatie-eigenaar.
13
5.2 Afval 5.2.1 Afvalgegevens In de onderstaande tabel is een globaal overzicht gegeven van de afgevoerde afvalstromen van de locaties (in tonnen). Afvalstroom (ton) ongesorteerd afval organisch afval Karton (per ton) Kunststofafval Overig Totaal (2013) Totaal (2012)
Aalsmeer 3.154 6.650 12.884 990 5.214 28.891 29.490
Naaldwijk 2.665 6.120 5.926 1.245 250 16.206 16.065
Rijnsburg 2.346 1.554 3.190 739 182 7.989 7.693
Bleiswijk 420 1.406 455 376 106 2.763 2.640
Eelde 176 153 293 132 8 762 987
5.2.2 Scheidingspercentages Locatie Aalsmeer Naaldwijk Rijnsburg Bleiswijk Eelde
Scheidingspercentage recyclebaar afval 89 % 84 % 71 % 81 % 77 %
5.2.3 Rijnsburg FloraHolland Rijnsburg heeft ook in 2013 veel energie gestoken in een schone en opgeruimde (werk)omgeving. Er is een zogenaamde “Schoon schip” actie georganiseerd waarbij de huurders/gebruikers de mogelijkheid geboden is om spullen die niet meer gebruikt werden zoals bijvoorbeeld: kantoormeubilair, inpaktafels en overige ongewenste opslag, kosteloos door FloraHolland te laten afvoeren. We hebben hier niet alleen de klanten maar ook onszelf een grote dienst bewezen. Van een schone en opgeruimde (werk)omgeving profiteren we allemaal. 5.3 Energie-, waterverbruik en afvalwater 5.3.1 Overzicht verbruik Item Elektriciteitsverbruik (MWh) Veiling (MWh) Huurders (MWh) Gasverbruik (m3) Waterverbruik (inkoop) (m3) Afvalwaterlozing op riolering (m3) Vervuilingseenheden (v.e.) vervuilingseenheden (v.e.)
Aalsmeer 57.217 41.386 15.831 5.798.022 157.261 90.828 2.008 2.464
Naaldwijk 35.021 25.471 9.550 5.132.207 98.494 n.b. 1.932 1.951
Rijnsburg 22.368 11.502 10.866 1.959.814 57.350 76.512 1.136 1.374
Bleiswijk 5.223 n.b. n.b. 1.177.695 14.987 n.b. n.b. n.b.
Eelde 1.895 1.268 627 508.166 5.762 n.b. n.b. n.b.
5.3.2 Energiebesparende maatregelen In 2012 zijn op de verschillende locaties maatregelen om het energie- en waterverbruik te verminderen. Aalsmeer Ook in 2013 zijn delen van de verouderde verlichting in het gebouw vervangen. Op basis van onderzoek naar verschillende oplossingen is gekozen voor zeer energiezuinige Tl-verlichting. De verlichting is, zoals daarvoor, in verschillende delen schakelbaar maar ook dimbaar, waardoor het verlichtingsniveau veel gelijkmatiger en geleidelijker kan worden veranderd. Naast besparing komt dit ook ten goede aan de arbeidsomstandigheden. In 2013 is circa 12.000 m2 vloeroppervlakte voorzien van nieuwe verlichting. In 2013 is een nieuwe koelcel in gebruik genomen met een zeer milieuvriendelijk ontwerp en uitvoering. Daarnaast is deze installatie voorzien van een systeem voor het terugwinnen van restwarmte middels een warmtepomp met een thermisch vermogen van ongeveer 500 kW. Daarnaast is ook warmteterugwinning toegepast op de persluchtinstallatie. cVoor de levering van gebouwwarmte zijn de ingestelde waarden vanuit de ketelhuizen nogmaals wat verder teruggedrongen. Dit is mogelijk door o.a. optimalisatie van inzet op basis van vraag en behoefte. Verdere uitrol van de vervanging van cv pompen door typen in Hoog Rendement uitvoering. 14
Concernverslag Arbo, Milieu en Veiligheid
Naaldwijk Op het gebied van beheer zijn instellingen van verlichting en klimaatinstallaties gecontroleerd en waar nodig bijgesteld. De Tl-verlichting in de uitbloeiruimte is vervangen voor LED-verlichting. Rijnsburg Op locatie Rijnsburg is in diverse gebieden en de oude verlichting vervangen door LED-verlichting. Temperatuur instellingen en schakeltijden worden bewaakt vanuit het gebouwbeheersysteem. Waar buitenlicht toetreding is, is op diverse plekken de verlichting schakelingen aangepast. 5.3.3 CO2 en NOx gegevens Aalsmeer CO2: 10.403 ton NOx: 7.115 kg Naaldwijk CO2: 9.263 ton NOx: 14.055 kg De CO2 uitstoot wordt veroorzaakt door het verstoken van aardgas voor energie-opwekking. Op locatie Naaldwijk geeft de toepassing van WKK een relatief hoge NOx-uitstoot De tekorten aan CO2 en NOx emissierechten voor locaties Aalsmeer en Naaldwijk zijn gezamenlijk aangekocht. De overige locaties vallen niet onder de verplichting om een CO2 en/of NOx emissievergunning te hebben en nemen dan ook geen deel aan CO2 en/of NOx emissiehandel 5.4 Geothermie Naaldwijk In 2008 en 2009 is een masterplan energie voor Naaldwijk opgesteld, waarin onderzoek is gedaan naar mogelijke toekomstige energievoorzieningen. Hieruit kwam geothermie als meest kansrijke bron naar voren. In 2010 is de geologie van de Trias laag (4 km diep) in detail onderzocht en daaruit blijkt dat er tussen de 25 en 40 MW aan warmte naar boven gehaald kan worden. In 2011 zijn WestlandInfra en HVC bij het project betrokken. Deze partijen hebben de kennis en de middelen om een energiebedrijf van een dergelijke omvang te kunnen opzetten en exploiteren. Verder is de gemeente Westland bij beiden een belangrijke aandeelhouder. In 2011 is een intentie-overeenkomst gesloten met deze partijen om gezamenlijk de voorbereidingen te treffen tot de go-no go beslissing. Hiervoor zijn in 2012 voorbereidingen getroffen. Op commercieel gebied zijn in samenwerking met de hiervoor opgerichte kwekersvereniging “Terrafilos” de afnamemogelijkheden en commerciële condities in kaart gebracht. Op technisch gebied is het boorontwerp en het concept van de infrastructuur voor warmtelevering opgeleverd. Ook is gezocht naar financiering en subsidies. In 2013 is de noodzakelijke SDE+-subsidie (Stimulering Duurzame Energieproductie) door Agenschap.nl afgewezen omdat er onzekerheid is over de geologie op die diepte (4 km) Naar aanleiding van deze afwijzing is in overleg met participanten en adviseurs vastgesteld dat het project niet haalbaar is en besloten het project te beëindigen. Gemeente Westland heeft echter uitstel gevraagd om toch te zoeken naar alternatieven om het toch haalbaar te maken. Vanaf zomer 2013 tot en met begin 2014 is de gemeente samen met HVC en Westland Infra met het ministerie van EZ een “green deal” aan het voorbereiden. Deze “deal” houdt in dat partijen zelf een put slaan naar 2 km (OnderKrijt), vergelijkbaar met Greenwell Westland (de eerste aardwarmteboring in het Westland). Vervolgens wordt met subsidies bij een eerste put het stuk van 2 km naar 4 km gefaciliteerd. Een bron op 2 km diepte is rendabel en haalbaar en inmiddels meer gangbaar, het risico zit met name in het stuk van 2 km naar 4 km en de onzekerheid of daar voldoende water zit. Dit onzekere stuk wordt hiermee als een proeftraject ingezet om kennis op te doen en wordt daarom gesubsidieerd. Kortom, een doublet op 2 km is haalbaar en kan op korte termijn gerealiseerd worden en een boring naar 4 km is afhankelijk van het Ministerie van EZ.
6. Colofon Dit concernverslag is tot stand gekomen door bijdragen van: Tecla Aerts, Wim van Baalen, Joost van Giesen, Marco Gouweleeuw, Ruud Heij, Hans van Heijningen, Gerard de Jong, Rachid Maghnouji, John Naaktgeboren, Gijs Ravensbergen, André van Ruijven en Hans Snoek. Eindredactie: Wim Hoogervorst Opmaak: Afdeling Communicatie FloraHolland
15
Aalsmeer Legmeerdijk 313 Postbus 1000 1430 BA Aalsmeer T +31 (0)297 39 70 00 F +31 (0)297 39 00 39 E
[email protected]
Naaldwijk Middel Broekweg 29 Postbus 220 2670 AE Naaldwijk T +31 (0)174 63 20 00 F +31 (0)174 63 22 22 E
[email protected]
Rijnsburg Laan van Verhof 3 Postbus 10 2230 AA Rijnsburg T +31 (0)71 409 40 00 F +31 (0)71 409 45 33 E
[email protected]
Bleiswijk Klappolder 130 Postbus 500 2665 ZM Bleiswijk T +31 (0)10 529 77 77 F +31 (0)10 529 78 78 E
[email protected]
Eelde Burg. J.G. Legroweg 80 9761 TD Eelde T +31 (0)50 309 77 77 F +31 (0)50 309 10 62 E
[email protected]
Veiling Rhein-Maas Veilingstrasse A-1 47638 Straelen-Herongen, Duitsland T +49 (0)2839-59 32 00 F +49 (0)2839-59 12 11 E
[email protected] W www.veilingrheinmaas.com
16
floraholland.com