Afwerken
Colofon Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235
[email protected] www.edu-actief.nl Afwerken ISBN: 978 90 3722 634 8 Ontwikkeld in samenwerking met:
Expertisecentrum Meubel Internet: www.ecmeubel.nl Dit product draagt het Expertisecentrum Meubel keurmerk. Het Expertisecentrum Meubel verleent haar keurmerk aan onderwijskundige producten die voldoen aan haar kwaliteitseisen, onderwijskundige visie en waar ook een duidelijke relatie bestaat tussen content, kwalificatiestructuur en examens. Op www.opleidingenhtm.nl vind je meer informatie. Met dank aan de volgende personen: Monique Jansen (ROC Horizon College), Peter Oostdam (INTOS interieurmakers), Aissa Lassgaa (Van der Loo Yacht Interiors). Met dank aan de volgende bedrijven voor hun toestemming om afbeeldingen op te nemen, of andere medewerking: Festool, Gerritse IJzerwaren, INTOS interieurmakers, Schilte IJsselstein, SCM Group Nederland, Tubro Filter-, Lucht- en Verbrandingstechniek b.v., Vec equipment centre, Verweij Houttechniek. © 2015 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
Inhoud
Inhoud
1.
2.
3.
4.
5.
Inleiding
7
1.1
De verschillende afwerksystemen
7
1.2
Voorbereidend werk
8
Schuren
13
2.1
Inleiding
13
2.2
Schuurpapier
13
2.3
Soorten schuurmateriaal
16
2.4
Speciale schuurmiddelen
19
Hulpgereedschappen
21
Inleiding
21
Handschuurmachines
25
lnleiding
25
4.1
Handbandschuurmachine
25
4.2
Vlakschuurmachine
29
Stationaire schuurmachines
33
lnleiding
33
5.1
Langbandschuurmachine
33
5.2
Breedbandschuurmachine
34
5.3
Uitvoeringen van de breedbandschuurmachine
34
5.4
Schuurbanden
36
5.5
Werken met de breedbandschuurmachine
38
5.6
Kwaliteit van het schuurwerk
39
5.7
Onderhoud
40
5.8
Andere schuurmachines
41
_______________________________________________________________________________________ 3
Inhoud
6.
7.
8.
9.
Applicatiemethoden
43
Inleiding
43
6.1
Kwast
43
6.2
Roller
44
6.3
Spuiten
45
6.4
Dompelen
48
Applicatiemiddelen
51
Inleiding
51
7.1
Lak/verfspuiten
51
7.2
Airless of luchtloos spuiten
58
7.3
Airmix
63
7.4
Lakgietmachine
64
7.5
Lakwalsmachine
65
7.6
Spuitcabines en filter
67
7.7
Compressoren en luchtbehandeling
75
Materialen
85
8.1
Inleiding
85
8.2
Beitssoorten
86
8.3
Laksystemen
88
8.4
Watergedragen lak
92
8.5
Synthetische lak
93
8.6
Celluloselak
94
8.7
DD-Lak
95
8.8
Grondverf, grondlak
95
8.9
Thinner, aceton, verdunning en terpentine
95
8.10 Harder
96
Praktijk van het spuiten
97
Inleiding
97
9.1
Aanmaken van de lak
97
9.2
Instellen van de spuit
97
9.3
Techniek van het opbrengen
98
9.4
Fouten bij opbrengen en de gevolgen
98
4 _______________________________________________________________________________________
Milieu- en arbonormen
105
Inleiding
105
10.1 Milieuwetgeving
105
10.2 Het VOS-besluit
106
10.3 Schadelijkheid van oplosmiddelen voor de gezondheid
107
10.4 Persoonlijke beschermingsmiddelen
108
10.5 Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
113
10.6 Werken volgens ‘good housekeeping’
113
Register
117
_______________________________________________________________________________________ 5
Inhoud
10.
Inhoud
6 _______________________________________________________________________________________
1
Inleiding
1. Inleiding
In dit naslagwerk ‘Afwerken’ vind je materialen die je kunt gebruiken om producten af te werken. Ook bespreken we de stappen die nodig zijn om tot een mooi resultaat van het afgewerkte product te komen. Zo komen de voorbereiding van het materiaal voor het lakken en de applicatiemethoden en -middelen die van toepassing zijn aan bod. Daarna lees je meer over de praktijk van het spuiten en de milieuvoorschriften. Voordat een meubel kan worden afgewerkt, moet je het voorbehandelen. Een goede voorbehandeling is heel belangrijk. Het bepaalt voor een belangrijk deel het uiteindelijke resultaat. In dit hoofdstuk leer je: wat de verschillende termen als ‘open nerf’ en ‘vol en dicht’ betekenen begrippen als ‘transparante afwerklaag’ en ‘dekkende afwerklaag’ hoe je een meubel moet voorbehandelen hoe je kleine beschadigingen moet herstellen verschillende vulmiddelen kennen.
1.1
De verschillende afwerksystemen Al in de ontwerpfase van het meubel wordt er bij de materiaalkeuze rekening gehouden met de gewenste afwerking. De belangrijkste vraag is dan of het meubel wordt afgewerkt met een ‘dekkend systeem’ of een ‘transparant systeem’. Met het woord ‘systeem’ bedoelen we alle verschillende afwerklagen die laagsgewijs op een werkstuk worden aangebracht. Bij een dekkend systeem kun je na de laatste afwerklaag niet meer zien welk materiaal er onder de laklaag zit. Dus bij alle kleurlakken spreek je van een dekkend systeem. Bij een transparant systeem kun je na de laatste laklaag nog wel zien welk materiaal er onder de laklaag zit. Het gaat er hier niet om of de kleur van het materiaal nog zichtbaar is, maar om de herkenbaarheid van het materiaal. Je kunt namelijk een meubel beitsen met een transparante beits. De kleur van het materiaal verandert dan wel, maar het materiaal zelf blijft herkenbaar. Ook alle kleurloze afwerkingen noem je een transparant systeem. Naast een dekkend en een transparant systeem is er onderscheid tussen een open en een dichte nerf. Als je de structuur van het hout nog kunt voelen, is er sprake van een ‘open-nerfstructuur’. De nerven van het hout zijn niet volgespoten met lak. Het maakt niet uit of het werkstuk wel of niet dekkend is afgewerkt.
______________________________________________________________________________ 7
Inleiding
Als een werkstuk met een dichte nerf is afgewerkt, kun je de structuur niet meer voelen. De nerven van het hout zijn helemaal volgespoten met lak of gevuld met plamuur.
1
Je weet nu wat aan de orde is bij de materiaalkeuze. Bij de voorbehandeling van je werkstuk moet je ook weten of: het werkstuk transparant of dekkend wordt afgewerkt het werkstuk met een open of een dichte nerf wordt afgewerkt. Plamuur nooit zomaar als je niet zeker weet of het dekkend en met een dichte nerf wordt afgewerkt. In vaktaal heet deze afwerking ‘vol en dicht’.
1.2
Voorbereidend werk Voor een goed eindresultaat van de afwerking moet je het werkstuk voorbehandelen. Daarmee bedoelen we: het verwijderen van machineslag het verwijderen van lijmresten, vuil en vet het verwijderen van hars en olie die in het hout zelf aanwezig zijn het herstellen en vullen van gaten, scheuren en kleine deuken.
Machineslag Machinaal geschaafd hout vertoont golfvormige schaafstreken die dwars op de doorvoerrichting van het hout staan, dit noem je machineslag. In de afbeelding hierna zie je machineslag in schaafwerk. (In werkelijkheid is de machineslag wel veel kleiner dan afgebeeld.)
Machineslag in schaafwerk.
Machineslag ontstaat doordat de rondgaande beitels de houtvezels indrukken. De machineslag kun je verwijderen met een schaaf, een schraapstaal of schuurpapier. Als je onderdelen van een meubel moet verlijmen, kun je de machineslag beter voor het lijmen verwijderen. Als je dit na het lijmen doet, levert dit problemen op in de hoeken van bijvoorbeeld stijl- en regelwerk.
8 _____________________________________________________________________________
Inspringsels
Warrig
1
Als de vezelrichting van een stuk hout vaak verandert, noem je dat warrig hout. Warrig hout is heel moeilijk te schaven. Er ontstaan voortdurend inspringsels die het werkstuk bij een ‘open-nerfafwerking’ een lelijk uiterlijk geven.
Inleiding
Pas goed op voor inspringsels. Inspringsels ontstaan als je tegen de vezelrichting van het hout in schaaft en het hout daardoor splintert.
Bij een ‘dichte-nerfafwerking’ van het werkstuk levert warrig hout weer andere problemen op. Vaak zul je extra laklagen moeten aanbrengen, dit kost veel tijd en extra materiaal. Het is daarom veel verstandiger om bij erg warrig hout de machineslag weg te halen met een schraapstaal of het oppervlak te schuren.
Lijmresten Bij het verlijmen van onderdelen zal de overtollige lijm tussen de gelijmde delen worden weggeperst. Om een glad en strak oppervlak te krijgen, moet je deze overtollige lijm verwijderen. Denk hierbij ook aan de afwerking. Bij een opennerfafwerking zul je de lijm ook uit de nerven moeten verwijderen. Vooral als je het werkstuk later moet beitsen, is het belangrijk dat alle overtollige lijm volledig is verwijderd. De uitgeharde lijm neemt namelijk helemaal geen beits meer op; op die plaatsen ontstaan vlekken en kleurafwijkingen waardoor het werkstuk er niet mooi uitziet. Het verwijderen van lijm zelf is geen probleem. De meeste lijmsoorten kun je, direct na het verlijmen van de onderdelen, met een vochtige doek verwijderen. Als de lijm al is uitgehard, kun je dit in de hoeken van je werkstuk wegsteken met een beitel. Daarna moet je het goed schuren. Het spreekt voor zich dat netjes lijmen veel tijdwinst oplevert. Gebruik daarom nooit te veel lijm.
Vuil en vet Een goede hechting tussen je werkstuk en de afwerklaag is erg belangrijk. Een eerste vereiste voor een goede hechting is dat je al het vuil en vet verwijdert. Vuil en vet kun je verwijderen door het werkstuk goed te schuren. Hiermee verwijder je eventuele potloodstrepen, vette vingerafdrukken en dergelijke. Deze laatste schuurgang is een heel precies werk en is mede bepalend voor het uiteindelijke resultaat.
Kleine stappen Schuur altijd van grof naar fijn en maak daarbij niet te grote stappen in de grofte van het schuurpapier. De diepe groeven van grof schuurpapier zijn moeilijk weg te krijgen als je te grote stappen neemt. Je schuurt bijvoorbeeld eerst met korrelgrootte 100, daarna met 150 en als laatste met 180.
Hars en olie Een aantal soorten naaldhout, zoals grenenhout en in mindere mate vurenhout, bevat harskernen. Als deze harskernen bij het zagen of schaven open komen te liggen, zal de hars er op den duur uitlopen. De hars kan zelfs door de afwerklaag heen dringen. Daarom moet hars verwijderd worden voordat je werkstuk afwerkt. Ook voor een goede hechting van de laklaag is het noodzakelijk de hars te
______________________________________________________________________________ 9
1
Inleiding
verwijderen. Hars kun je verwijderen door met ammonia of thinner goed over de harsgang te borstelen.
Hout met harsgang.
Teakhout Door een olieachtige stof die in het hout zelf aanwezig is, voelt teakhout nogal vet aan. Om toch een goede hechting met de laklaag te krijgen, moet je deze olieachtige stof verwijderen. Dit doe je door het hout vrij grof te schuren en af te nemen met thinner. Omdat de vettigheid na een paar uur alweer tevoorschijn komt, moet je het afnemen met thinner vlak voor het afwerken herhalen.
Het herstellen van kleine deuken Een kleine deuk die in het nog onafgewerkte hout is ontstaan, kun je soms geheel of gedeeltelijk herstellen. Dit doe je door de betreffende plaats flink nat te maken met warm water. Is het hout ter plaatse goed vochtig, dan kun je het opwellen nog versterken. Leg een vochtige doek op de deuk en duw er met een warme strijkbout zolang op tot het vocht uit de doek is verdwenen. De stoom moet goed in het hout dringen, hierdoor wellen de vezels verder op. Op plaatsen waar je moeilijk bij kunt, biedt een soldeerbout met een platte stift vaak uitkomst.
Het vullen van kleine gaatjes en scheurtjes Voordat je het meubel voor de laatste keer schuurt, moeten kleine beschadigingen zoals scheurtjes en gaatjes worden weggewerkt. Dit doe je met een vulmiddel. Welk vulmiddel je gaat gebruiken hangt sterk af van hoe je het werkstuk gaat afwerken. Hieronder komen de belangrijkste vulmiddelen en het gereedschap dat je voor het opbrengen nodig hebt aan bod.
Kneedbaar hout Kneedbaar hout wordt gemaakt van celluloselijm en houtmeel. Het wordt gebruikt om kleine beschadigingen in het oppervlak op te vullen.
10 ____________________________________________________________________________
Kneedbaar breng je op met een klein plamuurmes. Bij heel kleine gaatjes kun je ook een hobbymes gebruiken. Let er wel op dat je bij een open-nerfafwerking de nerfstructuur rond de beschadiging niet vult met kneedbaar hout. Dit geeft later een gladde plek die erg opvalt. Je kunt dit voorkomen door voor het opbrengen van het kneedbaar hout het blanke hout rond de beschadiging af te plakken met plakband. Het gereedschap maak je schoon met verdunner.
Stopwas (zacht) Stopwas heeft hetzelfde gebruiksdoel als kneedbaar hout, maar stopwas wordt vaak alleen voor heel kleine beschadigingen gebruikt. Omdat stopwas goed op wasbeits en op was hecht, wordt het veel gebruikt bij het restaureren van oude meubelen. Stopwas is in heel veel kleuren verkrijgbaar en is gemaakt van bijenwas. Het wordt geleverd in blokjes en ronde staafjes. Lak hecht slecht op stopwas. Daarom moet je stopwas altijd na het lakken opbrengen. De stopwas breng je op met behulp van een stopwig. Een stopwig is een taps toelopend stukje hout. Met een stopwig kun je stopwas heel nauwkeurig aanbrengen, zonder bijvoorbeeld de nerven te vullen. De stopwas schilfert niet en is gemakkelijker in de kleine gaatjes aan te brengen. NB: Er zijn momenteel ook stopwassen in de handel die wel overlakbaar zijn. Je stopt de beschadiging met stopwas net voor het aflakken. Daarna kun je het werkstuk aflakken.
Stopwas (hard) Harde stopwas lijkt op stopwas gemaakt van bijenwas, maar heeft andere bestanddelen. Het is verkrijgbaar in lange blokjes en is hard. Je kunt het dan ook niet opbrengen met een stopwig. Voor harde stopwas gebruik je een smeltapparaat waarmee je de was zacht maakt, en deze daarna in de beschadiging kunt laten lopen. Met een mesje of scherpe beitel kun je de overtollige was wegsnijden of -steken en daarna schuren en overlakken.
Plamuur In een afwerksysteem kom je een primerlaag, een vullende laag, tegen zoals plamuur. Met een vullende laag vul je de ondergrond of maak je deze vlak. In een dekkend systeem heb je altijd te maken met vullende lagen.
_____________________________________________________________________________ 11
1
Nadeel van kneedbaar hout is dat het na uitharding nauwelijks beits opneemt. Vaak wordt daarom een kleur gekozen die hetzelfde is als de uiteindelijke kleur die het hout na de laatste laklaag heeft. Als het hout veel kleurschakeringen vertoont, is het moeilijk om de juiste kleur kneedbaar hout te kiezen. Je kunt in dat geval het beste een iets lichtere kleur nemen. In dat geval, moet je het vulsel wel voor de laatste laklaag met een retoucheerstift bijkleuren.
Inleiding
Voordelen van kneedbaar hout zijn: het is in vele kleuren verkrijgbaar het hecht goed op onbehandeld hout na uitharding is het goed te schuren en/of weg te steken met een beitel.
Inleiding
1
Plamuur pas je toe: om oneffenheden, zoals putjes, deuken en andere beschadigingen, op te vullen en deze zo weg te werken om een ondergrond met kleine oneffenheden of storende poriën, helemaal strak af te werken met een spuitplamuur om de allerkleinste oneffenheden van een ondergrond te vullen. Ook hier is er verschil tussen meubel- en timmerindustrie. De meubelindustrie eist een eindproduct met een onberispelijk, strak uiterlijk. Bij de timmerfabriek zijn de poriën bij de afwerking meestal geen probleem. Hier zal vaak alleen plaatselijk wat bijgewerkt worden.
Lakplamuur Lakplamuur pas je toe als mesplamuur op een primer. Een paar eigenschappen van lakplamuur zijn: slechte droging goed schuurbaar direct na droging met een toplaag af te werken zonder dat de glans terugloopt geringe vulling. Bij het toepassen op porierijke ondergronden, zoals bij meranti, moet je er rekening mee houden dat een gladde plek naast een porierijke plek niet mooi is.
12 ____________________________________________________________________________
Inleiding
2
2.1
Schuren
2. Schuren
Schuren is een belangrijke voorbehandeling van hout voordat het afgewerkt wordt. Voor een goed eindresultaat is het belangrijk dat je de juiste schuurmaterialen goed toepast. In dit hoofdstuk gaan we nader in op de diverse, verkrijgbare schuurmaterialen en op schuurmethodes.
2.2
Schuurpapier Schuurpapier is er in verschillende uitvoeringen. Welk type je kiest, is afhankelijk waar je het voor gaat gebruiken en welke eisen je stelt. Voor de uiteenlopende werkzaamheden van een meubelmaker (op verschillende ondergronden), zijn diverse uitvoeringen van schuurpapier leverbaar. De eisen die een meubelmaker aan het schuurpapier stelt, zijn afhankelijk van: om welke ondergrond het gaat het schuursysteem het gewenste resultaat. De eigenschappen van het schuurpapier zijn belangrijk voor wat je met schuurpapier kunt doen en kunt bereiken. Voor een meubelmaker zijn de volgende eigenschappen belangrijk: de mate van flexibiliteit de stofafstotende eigenschap (antivolloopcoating) de warmtebestendigheid een standtijd en levensduur. Deze eigenschappen zijn terug te vinden in de onderdelen waaruit schuurpapier bestaat.
Opbouw van schuurpapier Schuurpapier is opgebouwd uit: schuurkorrels rug lijmlagen (eerste en tweede lijmlaag) (eventueel) een antivolloopcoating.
______________________________________________________________________________________ 13
Schuurkorrels Er bestaan verschillende soorten schuurkorrels. Je kunt onderscheid maken in: natuurlijke schuurkorrels, zoals amaril, granaat, kwarts en puimsteen synthetische schuurkorrels, zoals siliciumcarbide, aluminiumoxide en zirkonium.
De schuurkorrels worden bevestigd op de rug van het schuurpapier. Rugmateriaal kan zijn:
papier Verreweg de meeste schuurmaterialen die een meubelmaker gebruikt, zijn voorzien van een papieren rug. Vandaar dat ook meestal gesproken wordt over schuurpapier. Afhankelijk van hoe en waar het schuurpapier toegepast wordt, zijn diverse uitvoeringen leverbaar: stug of flexibel schuurpapier, watervast of normaal, dik of minder dik. De diverse dikten worden aangegeven met de letters A tot en met E. Bij A is het gewicht van het papier het laagst, bij E het hoogst.
linnen Een linnen rug is in twee dikten leverbaar: J en X. J (= Jeans) is een soepel linnen, X (= Drills) is een zwaarder linnen, dit wordt voor machinale bewerkingen gebruikt.
fiber Fiber is opgebouwd uit gevulkaniseerde draadvezels en is zeer sterk, taai en buigzaam. Fiber wordt gemaakt van papier op textielbasis, dat met zinkchloride wordt behandeld. Deze substantie wordt vervolgens met warmte gevulkaniseerd en uitgewalst. Schuurpapier met een fiberrug (meestal een dikke versie) wordt gebruikt voor zwaar, grof schuurwerk.
2
Schuren
Rug
Lijmlagen De schuurkorrels worden met lijm op de rug bevestigd. Er is onderscheid tussen twee lijmlagen: de onderste lijmlaag, ook wel maker genoemd. Deze eerste lijmlaag verankert de korrels op de rug. de bovenste lijmlaag, ook wel sizer genoemd. Deze tweede laag bindt de korrels onderling. De tweede lijmlaag is meestal opgebouwd uit meerdere lagen en wordt over de korrels aangebracht. Deze lagen zorgen ervoor dat de korrels tijdens het schuren rechtop blijven staan en niet uitbreken.
tweede lijmlaag
schuurkorrels
eerste lijmlaag
rug
Uitvergrote doorsnede van schuurpapier met lijmlaag.
14 ______________________________________________________________________________________
Antivolloopcoating Om te voorkomen dat het schuurpapier volloopt met schuurstof, hebben sommige materialen een antivolloopcoating. Deze maakt het materiaal stofafstotend. De coating heeft dezelfde functie als water bij natschuren: afvoeren van schuurstof. Schuurpapier met een antivolloopcoating kan voor veel schuurwerk toegepast worden, bijvoorbeeld voor: droogschuren van verfproducten en polyesters met een roterende, excentrisch roterende of vibrerende schuurmachine of voor gebruik met de hand schuren van verse plamuur- en laklagen schuren van waterdragende en thermoplastische lakken. Bij voorkeur is de coating dan gemaakt van boronstearaat en zinkstearaat. In onderstaand overzicht worden de diverse mogelijkheden wat betreft schuurkorrels, rug en lijmlagen nog eens op een rijtje gezet. soorten
kenmerken
voornaamste toepassing
rug papier
A-papier C-papier D-papier E-papier
tot 80 g/m2 120 g/m2 180 g/m2 220 g/m2
handschuren, licht machineschuren handschuren en machineschuren machinaal schuren machinaal schuren
rug linnen
J-linnen X-linnen
licht en zeer soepel zwaar en zeer sterk
handschuren en metaalslijpen zwaar verspanen
korrels
Aluminiumoxyde Silicumcarbide Stearaten
hard, taai, roodbruin zeer scherp, bros anti-volloop-coating
Open bestrooiing
rug is voor 50-70% met korrels bezet
houtschuren en metaalslijpen lak-/kunststofschuren voorkomt het te snel vollopen van het schuurmateriaal tegen te snel vollopen bij houtschuren
Vol kunsthars Half kunsthars
hittebestendig, flexibel redelijk hittebestendig, flexibel weinig hittebestendig, minder flexibel breekbaar
belijming
Dubbele vleeslijmbinding
Schuren
2
Verschillende soorten lijm worden in diverse combinaties toegepast. Voorbeelden: De eerste en de tweede lijmlaag bestaan beide uit beenderlijm, waaraan eventueel een vulstof is toegevoegd. Door de vulstof is het schuurpapier beter bestand tegen warmte en vocht. De eerste lijmlaag bestaat uit beenderlijm, de tweede uit kunstharslijm. Deze combinatie maakt het schuurpapier warmtebestendig. De eerste en de tweede lijmlaag bestaan beide uit een hoogwaardige kunstharslijm. Dit maakt het schuurpapier hittebestendig. De eerste en tweede lijmlaag bestaan beide uit een hoogwaardige kunsthars die volledig waterbestendig is. Het schuurpapier kan dan nat gebruikt worden.
machineschuren, zwaar verspanen profielschuren met banden handschuren, licht machineschuren
Overzicht van een aantal soorten schuurmateriaal met hun kenmerken en voornaamste toepassing.
______________________________________________________________________________________ 15