KEYSS & CHORDS KEY
9 / 2005
✰
✰
TH E
M ET AL P. J. PA HA GE ✰ RV S CH EY ZI IC JN & ✰ TE TH AN RU E DE G DI RS SC ✰ O O E. N PO V. P A. LI LA TI YS EK JE TH RU TU LL
Het magazine voor de muziekliefhebber met een brede smaak
COLIN JAMES OP PEER 2005 © ALFONS MAES Keys & Chords
1
HOOFDREDACTEUR / VORMGEVING EINDREDACTIE Alfons Maes KEYS & CHORDS IS EEN UITGAVE VAN Just Watch It ! Zandkapelweg 18 BE 2200 Noorderwijk Keys & Chords is een gratis online-magazine dat gedownload kan worden als pdf-formaat, het magazine verschijnt iedere maand, met uitzondering van de verlofperiode van de hoofdredacteur
INHOUD
REDACTIE Patrick Van de Wiele Frank Beckers Dirk Vandereyken Cis van Looy Eddy Bonte Bobtjeblues Gerry Croon Basil Cahuzak Steve Verhoeven Alfons Maes Dirk Jumpertz (webmaster)
De meeste van de foto’s in dit magazine gepubliceerd werden genomen met Canon en Fuji camera’s.
03 08 10 13 18
Vlaamse festivalia - R&B Antwerpen & Peer 2005 - Alfons Maes P.J. Harvey - Steven Verhoeven USA Toer: San Francisco - Dirk Vandereyken Everybody Dance: Chic en de discopolitiek - Patrick van de Wiele In concert: Irish Coffee - Daniel Deraeve
20 23 24
• THE METAL PAGES Graspop, een indruk - Basil Cahuzak Octavia Sperati - Gerry Croon CD-Reviews - diversen
28 30 31 34 37 39 46
Ian Anderson plays Jethro Tull - Alfons Maes John Barrowman in concert - Patrick Van de Wiele Smooth Jazz in onze contreien - Patrick Van de Wiele Music Technix - Dirk Vandereyken Vlaamse festivalia - Blue Note Festival - Patrick Van de Wiele CD-besprekingen - diversen CD-besprekingen... op de valreep
46 48
• IN MEMORIAM Long John Baldry - Alfons Maes Carlo Little - Eddy Bonte
50/51/52
Concertagenda - redactie COLIN JAMES © ALFONS MAES
2
Keys & Chords
Vlaamse festivalia
Foto links: Roger Hunt, Bill Hobley en Gary Boner van Roadhouse. Onderaan links onze medewerker Cis van Looij • © Foto: Alfons Maes
RHYTHM ‘N’ BLUES FESTIVAL ANTWERPEN - 24/7/2005 Net zoals ieder jaar weet Kid een fantastische affiche te presenteren, maar dit jaar was de afsluiter iemand waar ik niet op zat te wachten. Een openluchtfestival heeft altijd af te rekenen met de weergoden en dit jaar was het niet anders dan vorig jaar. Regen en regen… Vorig jaar kregen we nog enkele opklaringen en dit jaar gebeurde dat pas rond halftien.
Foto boven: Gary Boner (Roadhouse), foto onder: John Hammond • © Alfons Maes
Keys & Chords
Milk, Cream & Alcohol zijn jongens die hard aan de weg timmeren en die kennelijk hun passie hebben gevonden in oude blueslegendes zoals Muddy Waters, Willie Dixon en T-Bone Walker. Lekkere, pretentieloze blues van eigen bodem en dat wist het publiek kennelijk ook. Maar de act die hierop volgde is bij het grote publiek niet zo gekend maar werd de verrassing van het festival. Roadhouse, met onze vriend Gary Boner, bracht een set blues met een rocktintje en dat werd door het publiek zeer goed gesmaakt. Enkele nummers van hun cd ‘No Place To Hide’ werden live nog sterker gebracht dan hun studioversie maar ook de andere nummers moesten hier niet voor onder doen. Na de set kon je bij Bobtjeblues, die de jongens voor deze toer promoot, nog wat cd’s kopen. Toch nog even vermelden dat Roadhouse en Britse band is die pas in 1991 werd opgericht. Zeker een van de toppers van dit festival en dat werd ook door andere aanwezigen luidruchtig gezegd. Ondertussen was het beginnen regenen, en het hield niet op. Geen probleem voor de volgende act, Dr. Feelgood, die al een goede vijfendertig jaar meedraaien (als naam wel te verstaan). In deze band was geen enkel origineel lid nog aanwezig (nvdr. Lee Brilleaux was tot in 1982 nog het enige originele lid van deze band en de man overleed op 7 april 1994 aan kanker). Dus niet echt nog een band om maar uit te kijken, ze hadden zich ook anders kunnen noemen en dan was het misschien nog interessant geweest om hen bezig te horen. Hun act lag wel in de lijn van de originele Dr. Feelgood en maar goed ook, het publiek werd nu al bedrogen door het naamgebruik alleen al. Een wat rustiger moment werd gebracht door een man die al meer dan veertig jaar in het vak zit en ook een goede vriend van mijn idool, Michael Bloomfield, was, John Hammond. Voordat John op moest kon ik hem enkele persoonlijke vragen stellen en ook over Bloomfield. Bloomfield was destijds John’s mentor. John was pas zeventien en Michael slechts achttien. John liet me weten dat Michael een zeer getalenteerd bluesgitarist was, een leuke man om met samen te zijn en een kerel was die je veel kon bijbrengen. John heeft veel van hem opgestoken. De set van Hammond kon rekenen op een grote opkomst en toch, ondanks de smerige regen, bleef het publiek, weliswaar met opgestoken regenscherm, staan en zochten ze
3
V. l.n.r.: Steve Walwyn (Dr. Feelgood), Kenny Neal en James Harman • © Alfons Maes
hun heil niet op in een nabij gelegen herberg. Grote kwaliteit waarmee John Hammond zijn set volbracht. Pure klasse, John Hammond, maar daar waren we reeds getuige van in 2001 op R&B-festival van Peer. Kenny Neal is dan weer zo buitenbeentje, zo’n man die je niet echt kunt plaatsen. Maar als je weet dat Neal op zijn zeventiende reeds bassist was bij Buddy Guy, dan weet je meteen wat voor een muzikant hier voor je zal staan. Ook hier kregen we een keurige set gebracht door muzikanten die niet aan hun proefstuk bezig waren. Dat werd meteen duidelijk gemaakt bij de eerste noten. Maar de verrassing was pas compleet tot hij James Harman introduceerde. De échte bluesliefhebbers waren in hun nopjes, want nu kregen ze wat extra. En het werd een knappe set: Harman, onverwoestbaar dat hij, is haalde uit zijn mondharmonica
wat er uit te halen viel en werd daarbij knap geassisteerd door Kenny op de gitaar. Samen brachten ze nog en kele nummers en het publiek vroeg om meer. Dankzij deze knappe set waren de toeschouwers kennelijk de regen even vergeten. Rond halfacht, en nog steeds in een druilerige regen, staken The Big Town Playboys van wal. Van deze band had ik nog niets gehoord of gezien en daarom werd het een eerste introductie. Van spektakel was hier geen sprake en van deze jongens, die sinds 1984 samen op de bühne staan, had ik eerlijk gezegd ook niet méér van verwacht. We werden wel getrakteerd op een lekkere portie swing en R&B en dat was het dan. Misschien heeft het slechte weer hier een rol gespeeld want krijg een publiek maar eens aan ‘t dansen bij zo’n regenbuien. Moeilijk hoor. De laatste act, Popa Chubby, is niet écht
de act waar ik me voor verplaats. Hij is de ontegensprekelijke koning van de New York blues, wat dat ook mag betekenen, doch enkele cd’s van hem konden mij sowieso al niet bekoren. Imposante figuur, dat wel, maar of zijn muziek zo’n groots is… Sommigen dwepen met hem, ik niet en het werd tijd om stilaan in te pakken. Goed voor Chubby was dat het eindelijk was gestopt met regenen. Of hij daar baat bij heeft gehad, weet ik niet. Het festival zat er op en voor mij waren de hoogtepunten Roadhouse, John Hammond en natuurlijk Kenny Neal met James Harman. Hopelijk mag de editie 2006 rekenen op meer goedgezinde weergoden. Wij duimen er alvast voor! Alfons Maes
V.l.n.r.: Popa Chubby, even relaxen voor hij de bühne opmoet, en The Big Town Playboys • © Alfons Maes
4
Keys & Chords
RHYTHM & BLUES FESTIVAL PEER 2005 15 – 16 – 17 JULI
Dat de organisatie van dit festival keer op keer wil ‘vernieuwen’ is een feit op zichzelf maar ik vermoed dat ze hun core business uit het oog aan ‘t verliezen zijn, of doen ze dat met opzet? Hoe dan ook, de affiche had voor iedere muziekliefhebber een item aan boord, maar de ‘échte’ bluesliefhebber bleef wéér op zijn honger zitten. Een veelbesproken affiche, getuige hiervan de vele reacties op hun website, maar of dat allemaal veel belang heeft, ik denk het niet want Wim Vermeyen heeft toch carte blanche om zijn zinnetje door te drijven. Of men hier nog van een écht bluesfestival kan spreken, laat ik in het midden. Ik zal proberen om zo objectief mogelijk dit festival te beschrijven. Dit was meteen ook de eerste keer dat ik de vrijdag kon meepikken, en eerlijk gezegd, het was eigenlijk nog de beste dag van de drie. Hier kregen we nog échte blues te horen van o.a. Rusty Toots, Guitar Ray & The Rhythm Dukes, The Swamptones en voor een éénmalig concert in België, terug bijeen onder originele bezetting,
The Electric Kings. Toen ik Luke de volgende dag vroeg waarom ze niet verder gaan onder deze bezetting, werd het mij duidelijk dat er nog steeds diezelfde spanningen van toen tussen de beide gitaristen (Luke en Marc T) aanwezig zijn. Maar hij verzekerde mij dat we The Electric Kings, onder deze bezetting, nog op vele buitenlandse bluesfestivals zullen ontmoeten. Rusty Roots, die eigenlijk een thuismatch speelden (zij zijn nl. van Peer) konden het niet laten om het publiek te adresseren in het Engels terwijl het toch échte Limburgers zijn. Maar goed, een beetje internationale ‘touch’ mag wel. Dan kon meteen ook gezegd worden van Guitar Ray & The Rhythm Dukes. Als je houdt van instrumentale nummers, zat je gebeiteld bij deze band maar ik hou toch meer van vocale nummers en die kwamen er maar mondjesmaat uit. The Swamptones kwamen regelrecht uit Duitsland maar hun sound klonk zo origineel dat je begon te twijfelen of de Fransen ooit in Louisiana hebben gezeten. Zij trakteerden ons op onvervalste TexMex, swamppop en dit voorzien van een lekkere zydeco-sausje.
Luke Alexander (The Electric Kings) - The Wild Magnolia’s • © Foto’s: Alfons Maes
Keys & Chords
5
V.l.n.r. : Matt Schofield (Ian Siegal Band) - Sjors Nederhof (The Strikes) • © Foto’s: Alfons Maes Als afsluiter onze eigenste The Electric Kings en nog steeds speelden zij de blues van op het allerhoogste niveau. Niet moeilijk dat ze bij de top van Europa hoorden maar helaas ermee gestopt zijn. Spijtig, want zo’n band verdiend beter. De vrijdag was een leuke dag. Ik had genoten van de uitstekende (blues)muziek en keek vol plezier uit naar de volgende dag. Als opener weer een voortreffelijke band, Blues Lee en na acht jaar gaven ze hier weer een performance weg om u tegen te zeggen. Waar we zeker mee verrast werden was een prachtige a-capella song die je haren ten bergen deed rijzen. Blues Lee had er kennelijk zin in want ze lieten geen minuut het publiek los en dat werd ook door het publiek in applaus omgezet. De laatste jaren treedt er een nieuw fenomeen op: volledige vrouwengroepen in de blueswereld. Little Jenny & The Blue Beans komen uit het Hoge Noorden net zoals vele vorige acts van Peer. Kleine Jenny deed de grootste moeite om het publiek te overtuigen van haar talenten maar het publiek liep hier niet echt warm voor. Een portie blues, aangevuld met wat mooie gitaarriffs van Lotta Partapuoli en meer was het niet. De volgende gast kondigt zichzelf aan als ‘Guy Davis, bluesman’. Zo staat het ook vermeld op zijn site. Wie dacht van hier een Richard Johnson of een Bjorn Berge te zien, had het wel degelijk mis. Davis gaf een leuke set weg, een set die moeizaam op gang kwam maar van zodra hij meer gas gaf kwam alles op zijn pootjes terecht. Met ‘New Shoes’, een nummer waarop hij zich alleen met de mondharmonica begeleidde, zorgde hij voor een daverend applaus. Achteraf had Radio 1 een interview met hem in hun tent en daar kregen we nog een extra mini-concertje ten beste. Over de Bottle Rockers kan ik kort zijn : niet de echt muziek waar ik op zat te wachten, slechts wat foto’s genomen en wegwezen. Meer kan ik hier niet van zeggen want de volgende act zou veel meer in zijn mars hebben. En ja hoor, The Royal Crown Revue, uit Los Angeles, leek wel een reïncarnatie te zijn van een band uit het Chicago uit de jaren vijftig. Hun muziek kon je al horen in de ludieke prent ‘The Mask’ (met Cameron Diaz als dat je wat meer zegt). Van hun muziek kon je genieten zonder echt na te denken over het genre dat ze brachten. Lekker swingende songs die je even de realiteit deden vergeten en je weer meenamen naar de tijd toen Frank Sinatra en Bing Crosby nog de plak zwaaiden. The Royal Crown Revue is een type band dat je overal kunt plaatsen, ze vervullen al je (muzikale) wensen en de extra touch wordt door hun blazerssectie gegeven. Wat ook niet ontbrak bij de volgende act, nl. Colin James, waren
6
de knappe koperblazers. Ik vind dat er altijd op zijn minst een sax of een trompet aanwezig moet zijn. James, afkomstig uit Canada, en voor de eerste keer is België liet onmiddellijk in zijn kaarten kijken en wat hij bracht was pure klasse. Blues, waarop B.B. King jaloers zou zijn. Als je weet dat er vergelijkingen met Bruce Springsteen en Bryan Adams worden gemaakt, dan weet je wat pot schaft. Doe daarbovenop nog de stem van Bonnie Raitt en je naam is gebakken. Hij is dan ook van diverse markten thuis, getuige hiervan waren de diverse stijlen die hij in de tent ten gehore gaf. Hij was zelfs zo goed dat hij gezelschap kreeg van de bassist van The Royal Crown Revue. Gewoonweg schitterend. Peer heeft daarmee al één van zijn troeven laten zien, maar zouden er nog volgen? Met de volgende act was dat zo, maar had niets met blues te maken, noch is hij een bluesmuzikant. Persoonlijk vind ik Admiral Freebee niets en eigenlijk is hij ook een pretentieuze kerel. De fotograven zullen het zich nog wel herinneren van tijdens zijn optreden in Werchter. Neen, als ik Neil Young & Crazy Horse wil zien, ga ik wel naar een concert van Neil maar ik ga zeker niet staan luisteren naar deze niet-geslaagde imitaties van Young. Maar kennelijk vond de tent dit een geslaagde act. Ieder zijn meug, en dat voor een bluesfestival?! Afsluiter van deze avond, en ook weer zo’n act waar ik niet echt op zat te wachten, Los Lobos. Een grote naam, dat is zeker, maar van hoe lang geleden? Hun muziek heeft me nooit aangesproken en dat doet het nog steeds niet. Zelfs niet hun versie van ‘La Bamba’ kon me destijds niet bekoren, geef me dan maar een Tony Cervi of een Eddy Wally. Neen, ik had snel mijn rekening gemaakt en dat gaf me de kans om voor de grote drukte Peer te verlaten richting Noorderwijk. We hoopten dat de zondag beter zou worden maar op de affiche stonden al enkele namen die me zeker niet aanspraken : Nublues en hekkensluiter Daniel Lanois. Toen ik zondag arriveerde werd ik erop gewezen dat Nublues het niet gehaald heeft en dat ze ook niet vervangen werden. Maar algauw stonden The Strikes op het podium en voor mijn part hadden deze jonge kerels er de ganse avond mogen blijven staan. Sommige liefhebbers vinden dit maar niks maar voor mij was het als een openbaring, alsof een nieuwe god geboren werd. Wat Big Pete, Sjors en de anderen ons wisten te presenteren was klatergoud. Want vorig jaar heeft deze band verstek moet geven omwille van een sterfgeval maar hun herkansing was er één uit de duizenden. Nog nooit heb ik een jonge band gezien die zo emotioneel, en zonder al te veel pretentie, bluesnummers bracht
Keys & Chords
alsof ze reeds dertig jaar op een podium stonden. Dankzij de annulatie van Nublues mochten deze jongens extra lang spelen en dat was maar goed ook want het zou duren tot laat in de vooravond voordat we wéér verrast werden op een potje heerlijke blues. The Strikes wisten echt hoe ze de goedkeuring van het publiek moesten krijgen. Want sommige bezoekers maanden andere aan om wat stilte te bewaren tijdens een van die zeer prachtige solo’s van Sjors. En dat werd ook in dank aanvaard door Sjors die er nog meer uithaalde dat hij kon. Alsof de goden zelf waren neergedaald om te zeggen : ‘En nu, waarde bluesliefhebbers, tijd voor échte bluesmuziek.’ Fenomenaal, zou kan je het best de act van The Strikes omschrijven en dat is zeker géén overstatement. Zoals ik reeds zei moesten we wachten op Ellis Hooks maar ondertussen werd de bluesfanaat bezig gehouden door Ash Grunwald. Afkomstig van downunder, werd hij in een klap bluesman van het jaar. Van zijn soort muziek moet je wel houden en kennelijk waren er voldoende bezoekers in de tent die zijn muziek konden appreciëren. Toch heb ik genoten van zijn versie van ‘Crossroads, maar daar bleef het ook bij. Voor mij de gelegenheid om een stevige pint te gaan drinken want ik was daar wel aan toe na al dat sentimenteel geweld van The Strikes. Dus nu naar wat op papier weer een verrassing moest worden. Oh God, ook weer een teleurstelling deze Hooks maar hij had wel fijne muzikanten bij waaronder : Muzz (Manuel) Skilligs (bas) die tot 1992 bij Living Colour heeft gezeten en Leroy Clouden (die kennelijk bij Steely Dan heeft gespeeld, maar ik kon daar niets van terugvinden tenzij het om een zeer recente versie van Steely Dan gaat. Maar of die kerels wat met blues te maken hebben, stel ik hier wel in vraag. Dus ook hier werd snel mijn menig gemaakt. Spijtig, want Hooks heeft wel enkele uitstekende cd’s gemaakt. De beste ogenblik om de binnenmens te versterken, leek me tijdens de act van Rockbottom James & The Detonators. Ook afkomstig uit het land van Downunder kregen we een portie rock ‘n’ roll en
wat mij wel stoorde was het feit dat hun frontman James Maloney de hebbelijke gewoonte had om al hun nummers op eenzelfde monotone manier aan te kondigen. Dus snel nog even de spaghetti doorspoelen met een frisse pint bier en hop naar de volgende act. Dit was niemand minder dan Ian Siegal, een man die er vorig jaar ook al bij was en dus nu een herkansing kreeg. Herkansing was niet nodig omdat Siegal een schitterend muzikant is. Voor deze gelegenheid was zijn band uitgebreid met Matt Schofield aan de gitaar (binnenkort in Vlaanderen op tournee met The Backbones). Vermits ik deze man vorig jaar reeds aan het werk zag, heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om wat rond te lopen op de wei op zoek naar eventuele bekende zielen. Wat de volgende act betrof, daar had ik al een en ander over gelezen en dat sprak me ook niet erg aan. The Wild Magnolia’s zijn leuk om te zien maar hun muziek, vul dat zelf maar in, beste lezer. Mooi uitgedoste kerels in pluimenpakken, een traditie die kennelijk zijn origine terugvindt in New Orleans. Goed voor het oog maar mijn hart wilde muziek en die vond ik niet zo goed geslaagd. Dan maar wachten op de laatste act, en wat voor velen de top-ofthe-bill zou moeten zijn. Neen, Daniel Lanois heb ik nooit goed kunnen pruimen en daarom ben ik niet gebleven tot het einde. Het is mooi geweest alhoewel de échte blues (weer) veel heeft moeten inboeten. Hopelijk zal de programmator inzien dat hij echt van zijn core business aan ‘t vervreemden is en dan wordt het tijd om het festival een andere naam te geven, niet? Hoogtepunten voor mij dit jaar waren The Electric Kings, Royal Crown Revue, Colin James en op zondag The Strikes. Volgend jaar beter? We zien wel, we hebben nog een jaar te gaan. Alfons Maes
(L) Ellis Hooks - (B) Colin James - (R) The Royal Crown Revue • © Foto’s: Alfons Maes
Keys & Chords
7
PJ Harvey
een ongenaakbare dame op het podium, even geniaal op plaat…
Tien jaar geleden zag ik PJ Harvey voor het eerst live. Het was nog in de jaren dat Rock Werchter op twee locaties plaats vond en al bij al maar één avond en één dag duurde. Die editie speelde er veel ‘goed volk’. De veel te vroeg gestorven Jeff Buckley opende op het zijpodium, en ook The Cure en R.E.M. waren dat jaar van de partij. Maar de zangeres die dat jaar het meest opviel, zelfs alleen al maar door haar verschijning, was de toen bijna zesentwintigjarige Polly Jean. Haar optreden sloeg me met verbazing. Eerder dat jaar was ‘To Bring You My Love’, haar vierde cd, verschenen, die voorafgegaan werd door de excellente single ‘Down By The Water’. Ik kende PJ Harvey als driemansformatie die in 1992 voor het eerst van zich lieten horen op het vasteland en met ‘Sheela-Na-Gig’ de Afrekening van Studio Brussel en andere lijsten teisterde. Haar mix van punk en alternatieve rock met blues- en rootsinvloeden spraken een heleboel mensen aan. Zo draaide John Peel haar debuutsingle ‘Dress’ grijs. Voor Harvey begon hier haar trip naar de top,niet enkel in de UK, maar wereldwijd, met de USA op kop, waar ze door het toonaangevende Rolling Stone werd uitgeroepen tot beste songschrijver en beste nieuwe zangeres. Niemand kon eerder vermoeden dat deze dame zou uitgroeien tot een icoon van de indie-rock en een veelgevraagde gastmuzikante. Geboren op 9 oktober 1969, groeide Polly Jean op op de boerderij van haar ouders in het Engelse Corscombe. Polly’s ouders stelden haar al op jonge leeftijd bloot aan muziek, en door haar ‘dieet’ van blues, Captain Beefheart en Bob Dylan begon ze op jonge leeftijd saxofoon te spelen. Haar interesses waren veel breder dan enkel muziek spelen. Ze volgde tevens kunstlessen en beeldhouwen zal een andere passie van haar worden (veel van haar beelden werden tentoongesteld en een aantal werken werden permanent tentoongesteld op het Yeovil college, tot ze per ongeluk werden vernietigd tijdens verbouwingen). Eigenlijk kwam ze in Londen terecht om zich te vervolmaken in de beeldhouwkunst en daar een graad in te behalen. Maar haar liefde voor muziek zorgde ervoor dat haar leven een andere wending kreeg. Die andere kunsttakken zijn nog steeds heel belangrijk voor haar en haar werk: “ Ik ben iemand die de moeite doet om naar tentoonstellingen te gaan kijken. Ik probeer zo veel mogelijk dans-, theater- en filmvoorstellingen te zien als ik kan. Dit alles geeft me inspiratie voor wat ik doe. Ik vind het enorm fijn om te zien wat het resultaat is van de fantasie van mensen en wat daardoor mogelijk wordt. Het kan verschillende ideeën bij
8
Keys & Chords
mezelf in gang zetten en me inspireren om hogere doelen te bereiken met mijn muziek.” Wanneer de drummer de band verlaat besluit Harvey een andere koers te zeilen en kiest ze om vanaf dan met andere muzikanten te gaan werken. Zelf zegt ze hierover in de Amerikaanse pers het volgende: “Ik wist heel de tijd al dat ik uiteindelijk met andere muzikanten zou werken. Daarom gebruikte ik ook mijn eigen naam voor de band.” Met ‘To Bring You My Love’ bereikt ze dus ook commerciële successen en vanaf dan begint ze ook samen te werken met een heleboel andere muzikanten. De eerste samenwerking in een rij van velen is die met Nick Cave. ‘Henry Lee’ haalt zelfs een plaats in de UK Top 20. Vorig jaar nog kwam deel 9 en 10 uit van ‘The Desert Sessions’, een project van Josh Homme (Queens Of The Stone Age) waarvan ze een heel groot deel voor haar rekening nam. Ook begint Polly Jean zich toe te leggen op filmmuziek en neemt ze bescheiden rolletjes voor haar rekening. In 1998 komt het alomgeprezen ‘Is This Desire?’ uit, een rustiger en sfeervol album dat Polly ook zelf producet met onder andere de medewerking van John Parrish en Rob Ellis (de eerste drummer van PJ Harvey). De cd komt hoog binnen in de hitlijsten aan beide kanten van de Atlantische Oceaan en de pers overspoeld PJ met complimenten voor haar capaciteiten als liedjesschrijfster. Voor de derde keer al krijgt ze een Grammy-nominatie en vertrekt ze op een ondersteunende wereldtournee. Polly Jeans succesverhaal blijft maar doorgaan. In 2000 brengt ze ‘Stories From The City, Stories From The Sea’ uit, haar beste werk tot dan toe volgens de verzamelde pers. Met gastoptredens van Thom Yorke van Radiohead, met wie Polly dan al lang bevriend is, en de single ‘Good Fortune’, wordt de cd een exceptioneel goed verkopend album.
Keys & Chords
Daarna breekt voor Polly Jean een periode aan waarin het nog harder gaat. Optreden na optreden en nominatie na nominatie rijgt ze de prijzen aan elkaar. Een tournee in het voorprogramma van U2 leidt uiteindelijk tot een tournee door de USA met haar eigen show. Op het einde van 2002 wordt het weer stiller rond haar persoontje wanneer ze zich terugtrekt om te schrijven aan het volgende album. En daar zijn we dus vandaag. Met het ongelooflijk sterke ‘Uh Huh Her’ (2004) staat Polly Jean nog steeds waar ze hoort: aan de top… Als je van haar muziek uitgaat lijkt ze een ongenaakbaar monster. Niets is minder waar. PJ gaat tegenwoordig blij en gelukkig door het leven. “Men gaat er altijd van uit dat ik een zielige zwartkijkster ben, die in haar eentje een hol bewoont.” , zegt ze zelf. “Ik maak gewoon de muziek die in me opkomt. Misschien komt het doordat ik in het dagelijks leven zo aardig ben, dat ik juist in mijn muziek de donkere kanten onderzoek.” Wat er ook van zij, deze dame is een grote mevrouw geworden die in de muziekwereld en ver daarbuiten een grenzeloos respect geniet. Terecht wordt ze genoemd als één van de meest individuele en invloedrijke songschrijvers van de laatste tien jaar waarin ze thema’s als seks, liefde en religie heeft beschreven met eerlijkheid, zwarte humor en met een verdraaide theatrale knipoog. Hoe groot ze ook is geworden of wat ze al heeft bereikt, nog steeds als de naam PJ Harvey valt, denk ik terug aan 1 juli 1995. Die dag kwam ze op in een roze catsuit en gaf ze een optreden met haar band dat mijn wereld even stilzette en mijn kijk op muziek weer wat verbreedde… Steve Verhoeven
9
USA TOUR REPORT DEEL VI : SAN FRANCISCO Hanne en uw ondergetekende recensent besloten al ruim op voorhand de laatste paar dagen van hun USA tournee door te brengen in San Francisco, een stad die even beroemd is om zijn kleurrijke bevolking als om zijn Golden Gate Bridge. Het is 15 uur rijden met de Greyhound bus vanuit Las Vegas naar San Francisco. Onderweg zijn we beiden emotioneel, want we weten dat onze reis er binnenkort op zit. Lang rijden met de bus vinden we allebei niet erg, en zo nu en dan is het zelfs gezellig. Onderweg stappen we over in Los Angeles. We grijpen de gelegenheid aan om nog een keer Hollywood Boulevard te bezoeken, en opnieuw is het afscheid moeilijk. Er staat echter een andere stad op ons te wachten, en later op dezelfde dag stappen we uit in San Francisco. Het is moeilijk om te beschrijven, maar SF heeft een heel eigen uitstraling, die in niets te vergelijken is met onze badsteden of de andere Amerikaanse plaatsen die we al hebben aangedaan. De stad is gebouwd op een schiereiland, en alleen al de imposante bruggen die we moeten doorkruisen voelen erg exotisch en uniek aan. San Francisco ligt vlakbij de San Andreas breuklijn en is dus geregeld slachtoffer van zware aardbevingen, zoals de zware beving uit 1906. Daarom zien de huizen er vaak niet alleen mooi, maar ook erg stevig uit. Ze moeten immers gebouwd worden volgens een aantal stringente voorwaarden. San Francisco wordt aan drie kanten omringd door water, maar eenmaal aangekomen in het busstation hebben we vooral aandacht voor de andere twee typische kenmerken van de stad: de vele heuvels en de kabeltrams. De hele stad is immers gebouwd op meer dan veertig heuvels, waarvan sommige vrij steil zijn, al lijken de vele authentieke kabeltrams daar weinig last van te hebben. Zij maken deel uit van Muni, dat waarschijnlijk een van de beste openbare transportsystemen van de Verenigde Staten is. Muni verzamelt niet enkel kabeltrams, maar ook bussen, elektronische trolleys, en straatauto’s. Verder is er ook nog BART (Bay Area Rapid Transit) en (voor wie tussen San Francisco, San Jose, en Gilroy wilt reizen) de treinen van Caltrain. Het weer is erg aangenaam, en blijft tijdens ons bezoek eigenlijk onveranderd: er heerst een tyisch mediterraans klimaat, met bijwijlen harde winden, die de aangename temperaturen echter enkel aan de kustlijn merkbaar naar beneden halen. Door de combinatie van de Californische hitte en het koude zeewater wordt de stad tijdens de zomermaanden vaak gehuld in mist, maar het is inmiddels bijna half september en daardoor hebben we
daar nu maar weinig last van. We moeten maar een achttal minuutjes rijden voor we ons hotel bereiken. Daar hebben we echter onmiddellijk een discussie met de receptionisten, en moeten we de baas laten roepen vooraleer we de kamer kunnen betrekken. De Amerikanen verstaan immers niet dat we geen kredietkaarten bij ons hebben en eisen zomaar eventjes een waarborg van ruim 500 dollar – zowat ons hele overgebleven budget! Na lang onderhandelen geraken we er vanaf met 150 dollar, zodat we nog voldoende geld hebben om van onze laatste paar dagen in de Verenigde Staten te kunnen genieten. Na onze kamer geinspecteerd te hebben (waarbij we ontdekken dat zelfs de landkaart die we daar vinden wordt verkocht aan de belachelijk hoge prijs van 15 dollar), besluiten we om het gebied te leren kennen. Al snel maken we kennis met de leuke, gemoedelijke eetgelegenheden, Japantown en Chinatown. Deze twee wijken zijn groter dan de meeste dergelijke wijken in de andere Amerikaanse steden, en we worden tijdens ons bezoek geregeld overvallen met ‘flyers’ die ons Chinees eten beloven dat zo goedkoop is dat we maar besluiten ons niet aan een dergelijk diner te wagen. Hanne krijgt nog een paar schoenen in de gaten die uw recensent zeker zou moeten kopen, maar voorlopig wordt de geldbeugel nog niet aangeraakt. En dus gaat het richting kade. San Francisco is met bijna 800.000 inwoners en de op een na hoogste bevolkings-
Tweemaal Dirk : In een cel op Alcatraz, een plaats waar hij meer tijd zou moeten slijten en (R boven) op de tram in SF.
10
Keys & Chords
Ashbury / Haight : het hippiedom van weleer en foto rechts, de hippies!
dichtheid in de Verenigde Staten (New York City staat op nummer een) de vierde grootste stad in Californië, maar dat is niet te merken wanneer je langs de kade stapt. De sfeer is vrij ontspannen, en dat komt zelfs tot uiting in de vele snoepwinkels, waar Hanne mij telkens binnensleurt. De favoriete snoep lijkt hier een soort zachte blokjes op basis van zeezout te zijn, die in tientallen smaken zoals groene appel beschikbaar zijn en in de meeste winkels gepresenteerd worden in grote vaten. De pieren van San Francisco zijn indrukwekkend, en op verscheidene pieren staan tal van attracties. Natuurlijk ontbreken ook de restaurants, die zich specialiseren in zeevruchten, niet, maar aangezien Hanne vegetariër is, trekken we meestal in een grote boog rond de schaaldieren (voornamelijk krabben) die buiten uitgestald en verkocht worden. Als toerist kan je jezelf moeilijk vervelen in San Francisco, en al snel hebben we een mentaal lijstje gemaakt van dingen die we nog willen doen: een comedy optreden bezoeken, een boottocht met gids maken, Alcatraz bezoeken en gezien de vroegere chocoladeverslaving van Hanne mag ook een bezoek aan de befaamde Chocolate Factory niet ontbreken. Meer daarover in het volgende nummer. San Francisco is het thuis van heel wat goede muziek. Niet alleen jazz wordt goed vertegenwoordigd in deze stad: SF is in tegenstelling tot de zevenenvijftig andere gemeentes in Californië niet enkel
Keys & Chords
een stad, maar ook een gemeente, en vormt het centrum van de zeven miljoen inwoners tellende Bay Area. Wie iets van metal kent, weet dat dit de geboorteplaats was van heel wat goede muziek, en dat een specifieke stijl binnen het genre ook wel Bay Area metal wordt genoemd. Bands als Metallica, Megadeth, Exodus en Testament kenden hier hun eerste successen. Voor we in de volgende ‘Keys & Chords’ hier dieper op ingaan, is het echter noodzakelijk eens terug te gaan in de tijd om zo te begrijpen hoe het komt dat San Francisco een dergelijk unieke sfeer uitademt. 10.000 tot 20.000 jaar voor de eerste Europeanen in 1542 de San Francisco Bay Area ontdekten, werd dit gebied bewoond door de Ohlone (wat ‘westelijke mensen’ betekent). De baai werd voor het eerst in kaart gebracht in 1775, en een jaar later vestigde Juan Bautista de Anza al het Presidio en de Mission San Francisco de Asis (nu in de volksmond ‘Mission Dolores’ genoemd). Wat nu bekend is als ‘downtown’ heette vanaf 1822 Yerba Bueana, en werd ontwikkeld door de Engelse walvisvaarder William Richardson. De stad kende een enorme groei tijdens de goudkoorts van 18481849, en de bevolking evolueerde van 1000 naar 25.000 hoofden. Omstreeks deze periode trokken ongekend veel Chinezen naar dit gebied, en ook nu heeft Chinatown de grootste concentratie Chinezen van eender welke stad buiten China zelf. De stad is dus altijd al een smeltkroes geweest, en dit ondanks het verbannen en zelfs executeren van burgers door de Committee of Vigilance in 1861 en 1856 als reactie op de toen heersende corruptie en misdaad. Om-
11
streeks deze tijd werd de stad een van de eerste gemeentes in Californië, en in 1855 werd de University of San Francisco gesticht. In 1900 werd een gebied van vijftien blokken in Chinatown in quarantine geplaatst als gevolg van de pest, die de stad werd binnengrbacht door een Chinees schip dat geïnfecteerd was met ratten. Nauwelijks bekomen van dit incident, sloeg in 1906 een verwoestende aardbeving toe. Moderne wetenschappers schatten de kracht van deze natuurramp op 8.25 op de schaal van Richter, en ondanks het feit dat er officieel ‘maar’ 478 doden werden geteld, vermoed men dat het werkelijke aantal minstens zes tot zeven keer hoger ligt. De motivatie voor deze onderschatting was wellicht politiek van aard, want waarschijnlijk probeerde men zo de reputatie van San Francisco niet teveel schade toe te brengen. Tien jaar later werd de herbouwde stad in de spotlights gezet tijdens de PanamaPacific Exposition. De volgende decennia waren vooral interessant door de architecturale verwezenlijkingen: de San Francisco-Oakland Bay Bridge werd geopend in 1936 en de beroemde Golden Gate Bridge volgde in 1937. San Francisco was het belangrijkste bevoorraadingspunt op het vasteland tijdens de Tweede Wereldoorlog, en in de vroege jaren vijftig begon Caltrans aan een agressieve snelwegenbouwpolitiek, die een halt werd toegeroepen toen bleek dat de lelijke ‘double decker freeways’ (zo gebouwd om ervoor te zorgen dat niet teveel mensen zouden moeten ontvreemd worden) structureel niet al te stabiel waren. Tegenwoordig heeft enkel Los Angeles een slechtere reputatie op het vlak van files en verkeershinder. Ook in deze periode begon de aan Harvard afgestudeerde Justin Herman grote delen van de stad te vernieuwen, maar toen de zwarte Amerikanen hierdoor verplicht werden vanuit het Fillmore jazz district te verhuizen naar nieuwe projecten als Hunter’s Point of zelfs andere steden (zoals Oakland) werd Herman beschuldigd van racisme. Ondanks het platleggen vn Western Addition en buurten in Japantown, leidde zijn aanpak wel tot de creatie van het Embarcadero Center, de Embarcadero Freeway, Japantown, de superblokken van Geary Street (waar ook ons hotel gelegen was) en de mooie Yerba Buena Gardens. Belangrijker voor dit magazine is echter dat San Francisco vaak een magneet is geweest voor de Amerikaanse tegencultuur. Zo was de City Lights Bookstore tijdens de jaren vijftig een belangrijke uitgever van beatnik literatuur (zo genoemd door de controversiële schrijver Jack Kerouac), en tien jaar later was San Francisco het centrum van de hippiecultuur. Dit leidde tot de creatie van een heel specifieke ‘San Francisco sound’, waar rockbands die ook folk
12
en jazz in hun muziek verwerkten als Jefferson Airplane en The Grateful Dead bijhoren. In het toepasselijke jaar 1966 werd hier de Church of Satan gesticht, en tijdens de jaren tachtig en negentig werd SF zeer belangrijk voor de Noord-Amerikaanse (en internationale) punk en rave scene (met in 2004 de eerste Love Parade buiten Berlijn). Dankzij zalen als de On Broadway konden bands als de Dead Kennedy’s, The Avengers en MDC doorgroeien naar zeer invloedrijke groepen, en magazines als Maximum Rock and Roll zorgden ervoor dat de punkgeest ook in de jaren negentig bands als Green Day, Operation Ivy, Filth, Crimpshrine, en Spitboy in bezit nam. De jaren tachtig waren dus ook een geweldige periode voor de metal, en de grootste bands uit die tijd boezemen ook nu nog ontzag en respect in (al is Metallica ondertussen natuurlijk al jaren de weg kwijt). Nadat San Francisco de reputatie had gekregen erg homovriendelijk te zijn (voornamelijk omdat heel wat homoseksuele oorlogsveteranen die elders werden verstoten onderkomen wisten te vinden in de wijken die verlaten waren door de Ierse Amerikanen die ondertussen waren verhuisd naar de buitenwijken), brachten de late jaren zestig een toevloed aan radicalere lesbiënnes en homo’s. Zij waren de drijvende motor voor de Gay Liberation en leefden vaak in communes. Ondanks een aantal daaropvolgende spanningen bestaat de bevolking van San Francisco inmiddels voor ongeveer 15 procent uit homo’s. In 2003 trad de nieuw verkozen burgemeester Gavin Newsom zelfs de staatwet met de voeten door van San Francisco de eerste stad in de Verenigde Staten te maken waar huwelijkscontracten tussen twee personen van hetzelfde geslacht kunnen afgesloten worden. Deze man startte ook het ‘Care Not Cash’ initiatief (waarbij de cheques die de daklozen vroeger konden ontvangen worden verwisseld met vouchers) om de dakloze bevolking, die stevig aangegroeid is tijdens de jaren tachtig (ten gevolge van aardbevingen, economische en sociale veranderingen, het op de markt verschijnen van nieuwe en erg verslavende drugs, en de toevloed van Vietnam veteranen), een helpend handje toe te steken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat San Francisco ook de wieg is voor heel wat verschillende muziekstijlen... Volgende maand: onze allerlaatste USA Tour Report! Dirk Vandereyken
Keys & Chords
EVERYBODY DANCE – CHIC EN DE DISCOPOLITIEK De voormalige Black Panther activist Nile Rodgers en zijn kompaan, de huisvader Bernard Edwards, zijn beter bekend als het brein achter de groep Chic. Vorig jaar nog had ik tijdens de eerste editie van Belfortrock in Aalst, een gesprek met Nile (zie Keys & Chords oktober 2004). Tijd voor de geschiedenis nu van deze ondergewaardeerde groep! Het boek ‘Everybody Dance - Chic And The Politics Of Disco’ van de Engelse auteur Daryl Easlea, onderzoekt de geschiedenis van deze band, wiens doorbraak plaats vond tijdens de discoperiode. Hun invloed op de black music kan vergeleken worden met die van Chuck Berry op The Rolling Stones. De combinatie van gezongen harmonieën en een waterdichte ritmesectie werd een succesformule. Met als ingrediënten de strijkers van de Philadelphia sound, en de elegante orkestraties van Barry White en Gene Page, werd sophisticated synoniem voor R&B. Ze lieten een pak hits op ons los, leidden en innoveerden disco, haalden het uit het modale, maar toen disco begon te wankelen, luidde dat ook het einde van de groep in. Beide frontmannen begonnen toen aan een solocarrière, gekoppeld aan het produceren van een rits andere artiesten. In 1992 kwam de groep weer bijeen, oogstte succes met live optredens, tot Bernard in 1996 stierf. Nile draagt nu de fakkel, en zoals we vorig jaar in Aalst konden zien, brandt die nog steeds met hetzelfde vuur! Nile Rodgers werd geboren op 19 september 1952 in New York, in de South Bronx als “Baby Boy Goodman”. Zijn vader was een professionele muzikant, maar die liet al gauw zijn moeder stikken. Nile werd dus opgevoegd door zijn moeder. Het eerste optreden dat hij zag was dat van James Brown, en dat zinderde bij hem zo na, dat hij besloot ook muzikant te worden. Later verhuisde Nile naar Greenwich Village. Bernard Edwards zag het levenslicht op 31 oktober 1952 in Beaver Dam, North Carolina. Op tienjarige leeftijd verhuisde zijn familie naar New York. Op school leerde hij muziek spelen (tenorsax en basgitaar). Op latere leeftijd werkte hij in een postkantoor in New York, vlak naast de moeder van Nile’s toenmalige vriendin. Die zorgde voor een vluchtig telefonisch contact tussen beiden, maar het
Keys & Chords
klikte niet. Het eerste bandje waarin Nile meespeelde heette The Tom Murray Blues Band, en dat werd later New World Rising. Ze speelden een mengeling van acid-fuelled folk-bluesrock. In 1968 sloot Nile zich aan bij de Black Panthers omdat hij wilde opkomen voor de zwarten. Na het Woodstock festival werd New World Rising ontbonden. In 1969 kon hij meespelen in de begeleidingsband van het kinderprogramma ‘Sesame Street’, waar hij de nu overbekende zanger Luther Vandross, zijn vriend Fonzi Thornton en hun groep Listen My Brother ontmoette. Met dat groepje werd in 1971 een tournee ondernomen. Het jaar daarop vervoegde Nile het huisorkest van het Apollo Theatre, waar hij in 1972 George Clinton en Aretha Franklin begeleidde. Hier hadden alle belangrijke zwarte acts opgetreden. Nile wou een tweede Jimi Hendrix worden, maar men vertelde hem dat hij de band moest ondersteunen, en niet zo aan zichzelf denken. Overdag had hij verschillende baantjes om in leven te blijven. En ‘s avonds speelde hij in nachtclubs. Daar ontmoette hij Bernard, niet beseffende dat het dezelfde man was met wie hij een telefoongesprek gehad had. Deze keer klikte het echter wel. Er bestaat discussie over wat nu moet beschouwd worden als de eerste discoplaat. Sommigen gaan zelfs terug tot ‘Soul Makossa’ van Manu Dibango. In de New Yorkse homobars en clubs floreerde disco tussen 1971 en 1974 als een echt underground fenomeen en kunstvorm. De groep New York City had in 1973 een hit met het nummer ‘I’m Doin’ Fine Now’ (een productie van Thom Bell uit Philadelphia). Bernard speelde basgitaar in de begeleidingsgroep, en stelde voor om Nile ook aan te nemen. Nile’s sound verbeterde nadat hij Jerome Smith (KC & The Sunshine band) ontmoet had. Maar Bernard hielp hem ook een handje. Luther Vandross en Carlos Alomar zongen mee in de tourband van David Bowie, die zichzelf onderdompelde in de muziek van zijn jeugdjaren: R&B. Zo nam Bowie in 1975 de elpee ‘Young Americans’ op, waaruit de hitsingles ‘Fame’ en ‘Golden Years’ getrokken werden (weer een stukje puzzel van mijn muziekgeschiedenis die op zijn plaats valt, want indertijd kocht ik de single ‘Golden Years’ en eigenlijk kon ik aan mezelf niet
13
verklaren, waarom ik als black music fan een single van Bowie kocht!). Als resultaat daarvan werd Luther een platencontract bij het Atlantic label Cotillon aangeboden, en zijn carrière kon starten. Ondertussen hadden hits als ‘The Hustle’ (Van McCoy), ‘Rock Your Baby’ (George McCrae), ‘Boogie Shoes’ (KC & The Sunshine Band) en ‘Never Can Say Goodbye’ (Gloria Gaynor) het discogenre helpen definiëren. Voeg daarbij nog Giorgio Moroder/Donna Summer, Silver Convention’s ‘Fly Robin Fly’, Johnnie Taylor’s ‘Disco Lady’, en Barry White’s ‘Love’s Theme’ en disco kon starten in de vorm waarin het internationaal bekend werd (een eenheid van Motown en Philadelphia soul). In 1976 breidde dj en auteur Tom Moulton voor de eerste maal drie singles van Gloria Gaynor aan mekaar, en de eerste discomix was geboren! Nile dacht toen niet dat disco zo groots zou worden, en dus besliste hij om rockmuziek te spelen (semi-decadent met glamour à la Roxy Music, maar dan in een zwart jasje), en dat werd The Big Apple Band. Samen met Bernard werkten ze met Carol Douglas (‘Doctor’s Orders’), en rekruteerden ze Robert Sabino (keyboards), Bobby Cotter (zang), en Tommy Thompson (drums). Eerste keuze Omar Hakim als drummer was toen nog te jong, maar die zou later inspringen. Tegelijkertijd speelde Nile met Luther’s band mee. The Big Apple Band speelde R&B covers, disco covers, maar idealiseerde Kiss, en dus helden ze over naar rock. Nog datzelfde jaar ontsloegen ze Cotter. Het jaar daarop gaf dj Robert Drake hun tijd om in zijn studio demo’s op te nemen. Als tegenprestatie speelden ze op demo’s voor BT Express en Brass Construction. Eén van die demo’s was ‘Everybody Dance’ met Luther, en achtergrondzangeressen Alfa Anderson en Diva Gray. ‘Dance, Dance, Dance (Yowsah, Yowsah, Yowsah)’ werd de tweede track, als b-zijde voor een single van het New York Tourism Office. Dit nummer was gebaseerd op de dansmarathons in de film ‘They Shoot Horses Don’t They’. Ze kozen voor de naam Chic. Het duo Ashford & Simpson bewonderde hun muzikaliteit en vroegen hen om hun nummer ‘Don’t Cost You Nothing’ te voorzien van arrangementen. Als gevolg daarvan tekenden ze een deal met Buddah Records voor promotie van singles, maar Buddah deed daar verder niets mee. In de plaats daarvan nam Atlantic hen op, en fabriceerde witte promo exemplaren. ‘Dance, Dance, Dance (Yowsah, Yowsah,
14
Yowsah)’ werd in oktober 1977 als eerste single uitgebracht, het werd een wereldhit en verdiende zelfs een Grammy nominatie in 1978. De song definieerde het Chic patroon: strijkers, subtiele blazers en een koortje. Daarvoor waren vijf vocalisten aangeworven: Norma Jean Wright, Alfa Anderson, Diva Gray, David Lasley en Luther. De song steeg naar nummer één in de disco charts en Atlantic drong aan op een elpee. Die kwam er dan ook op 22 november 1977. Robert Sabino bleef verder meespelen op keyboards in de studio, maar wou niet mee op tournee. Op de hoes van de elpee stonden twee modellen, zodat het gezicht van de groep vaag bleef. Luci Martin werd aangenomen als zangeres. Als look werd gekozen voor haute couture. In 1978 kwam ‘Everybody Dance’ uit als tweede single. Op 26 april 1977 was in New York de bekende discotheek Studio 54 open gegaan. De film ‘Saturday Night Fever’ in regie van John Badham, en productie van Robert Stigwood, werd een kassucces, en de dubbelelpee ervan bevatte zeventien tracks, waarvan er elf op single uitgebracht werden. Disco was in volle bloei. The Bee Gees maakten disco toegankelijk voor blanken, en de soundtrack ging naar nummer één in de UK, en bleef daar achttien weken hangen! Andere discofilms volgden in dat spoor: ‘Thank God It’s Friday’ (met Donna Summer), ‘The Music Machine’, ‘The Stud’, ‘The Bitch’, ‘Roller Boogie’, ‘Rollermania’, ‘The Disco Godfather’, de pornoversie ‘Saturday Night Beaver’, en de dansvloer parodieën in ‘Love At First Bite’ en ‘Airplane!’. Andere artiesten haakten op de rage in: Rod Stewart met ‘Do You Think I’m Sexy’, The Beach Boys met ‘Here Comes The Night’, Frank Sinatra, Dolly Parton, The Roling Stones met ‘Miss You’, Giorgio Moroder en Pete Belotte met Donna Summer. Atlantic releaste zelfs een Led Zeppelin elpee met discocovers, Walter Murphy bewerkte klassieke muziek in ‘A Fifth Of Beethoven’, Mike Oldfield bracht de 12-inch single ‘Guilty’ uit en er was zelfs een ‘Sesame Street Fever’. Disco verenigde alle minderheden: zwarten, homo’s, Spanjaarden en Joden. Tijdens deze explosie ging iedereen spontaan aan het dansen, en dat werd de ultieme expressie van vrijheid. Maar Chic werd niet au serieux genomen door soulmuziek fans. Nog een pittige anekdote: op oudejaarsavond 1977 waren Nile en Bernard door Grace Jones uitgenodigd voor het feest in Studio 54. De portier liet hen echter niet binnen, dus
Keys & Chords
gingen ze gefrustreerd naar Nile’s appartement en bouwden hun eigen feestje. Terwijl ze jamden, zongen ze in het refrein “Aaaah, fuck off!”. “Fuck” werd later “Freak” en “off” werd “out”! Toen The Isley Brothers, The Trammps en Rufus in 1978 toerden, speelde Chic in hun voorprogramma. Wegens moeilijkheden met hun productiefirma, besloten ze om hun eigen maatschappij op te starten. Zangeres Norma Jean verliet de groep om een solocarrière te beginnen. Nile en Bernard produceerden haar solo album op het Warner label Bearsville. Alfa Anderson nam haar plaats in. Geïnspireerd op de Franse verfijning (wat overigens al zijn weerklank vond in de groepsnaam en hun kledij) schreven Nile & Bernard de single ‘Le Freak’. Die verkocht op zes miljoen exemplaren alleen al in de USA, ging platina, en werd de best verkopende plaat ooit voor Atlantic. De song bezette zes weken de eerste plaats in de USA, en veroverde overal ter wereld een gouden plaat. De elpee ‘C’est Chic’ volgde vlug. Het werd een huwelijk van de Phillysound met de funk van The JB’s en de P-funk van George Clinton. Daarop stonden de singles ‘Chic Cheer’ (een rapsong voor zijn tijd, die talloze malen gesampled is), ‘I Want Your Love’ en ‘At Last I’m Free’. Nile en Bernard wilden bewijzen dat ze meer in hun mars hadden en vroegen in 1979 aan Atlantic om een andere groep te produceren. Daarbij verzochten ze om een onbekende groep, om op die manier te bewijzen dat ze ook die konden populair maken. De keuze viel op het meisjeskwartet Sister Sledge. De vier zusjes hadden daarvoor al twee elpees opgenomen. Het resultaat werd de elpee ‘We Are Family’, de meest opgewekte up-tempo plaat die Chic ooit produceerde. U kent zeker ‘He’s The Greatest Dancer’ (waarop net als in ‘Saturday Night Fever’ de dansvloer een microkosmos, een heilige plek is), ‘Lost In Music’ (eigenlijk over Nile & Bernard zelf), en ‘We Are Family’ (dat later een strijdlied voor de rassenbeweging, homo’s en feministen werd). De plaat bezit een “joie de vivre” en oh ja, Luther zingt in het achtergrondkoor. U kon al lezen dat ons duo Roxy Music bewonderde, en die bewondering was wederzijds, want onder de naam Roxy brachten ze de 12-inch single ‘Angel Eyes’ uit, een nummer à la Chic. In de UK verscheen de elpee ‘Très Chic’, een heruitgave van ‘C’est Chic’ plus de twee eerste singles ‘Dance, Dance, Dance (Yowsah, Yowsah, Yowsah)’ en ‘Everybody Dance’. Maar niet iedereen was met disco opgezet. Dj Steve Dahl organiseerde in juli in de USA, de “anti-disco record burning” op een sportterrein. Het liep zo uit de hand dat het
Keys & Chords
de media haalde. Maar deze “disco demolition”, die Nile aanvoelde als een Nazi boekverbranding, was slechts de start voor Chic als producers voor rockstars. Chic was nu eenmaal meer dan disco met Nile zijn roots in jazz, Bernard en Tony breed muzikaal geïnteresseerd. Ook werd het aangevoeld als een vorm van racisme tegen zwarten. Voor hun derde elpee ‘Risqué’ had Luther geen tijd meer, en Fonzi Thornton nam het samen met Michelle Cobbs over. De single ‘Good Times’ daaruit was een subtiel huwelijk van verleden en heden. Deze “disco noir” reikte terug naar de dagen van de depressie. De song werd gebruikt op hoeken van straten als achtergrond voor hiphop, meer nog, die song werd de aanzet ervan. De elpee is een eerbetoon aan de Harlem Renaissance (Duke Ellington, Count Basie, enz.) met een Agatha Christie thema (wie heeft de moord gepleegd?). Opvolgers werden de singles ‘My Forbidden Lover’ en ‘My Feet Keep Dancing’. Dat jaar nog verscheen de greatest hits compilatie ‘Les Plus Grands Succès Du Chic’. Alhoewel ‘Good Times’ duidelijk gesampled was voor ‘Rapper’s Delight’ van The Sugar Hill Gang, werd Chic niet vermeld als auteur. Nile spande in 1980 een rechtszaak aan. Queen’s ‘Another One Bites The Dust’ ging nog verder. Het was een reconstructie van die song. Nile & Bernard werden door het duo Fred Petrus en Mario Malavassi benaderd om de groep Change te produceren. Door tijdsgebrek weigerden ze. Petrus & Malavassi deden het dan maar zelf. Hun debuutelpee ‘The Glow Of Love’ is eigenlijk een “best album” dat Chic nooit gemaakt heeft, een eerbetoon. Luther zong erop mee. Ook het Britse duo Linx had Chic’s invloed. De tweede plaat van Sister Sledge ‘Love Somebody Today’ haalde niet het succes van de eerste. Er waren ook geen andere achtergrondzangers op aanwezig. Diana Ross ging naar een Chic concert en legde backstage contact met de groep. Nile & Bernard produceerde haar volgende elpee ‘Diana’. Tijdens de opnamen vertelde Nile haar dat ze te plat zong. Diana was razend, en ze verzocht om remixen. Nog was ze niet tevreden met het resultaat, en zonder medeweten van het duo remixte ze die zelf. Ze wou ze meer Ross en minder Chic-ish laten klinken. Dit werd haar laatste plaat bij Motown en die haalde platina, met de singles ‘Upside Down’ en ‘My Old Piano’. Miss Ross vroeg hen daarna ook voor haar volgende plaat, maar dat wezen ze uiteraard af. Ze speelden er wel op mee, en Bernard leverde de fanOnze medewerker Patrick in gesprek met Nile Rodgers. © Foto: Ivo van Cleemput
15
tastische single ‘Telephone’ af. Het jaar daarvoor waren ze ook al benaderd door zangeres Sheila uit Frankrijk. De single ‘Spacer’ kon rekenen op succes, maar de elpee ‘King Of The World’ was een vlug samenraapsel, een eenmalige uitstap. Chic’s volgende plaat moest een duidelijk signaal geven naar het publiek: ze werden afgeschilderd als een pure discogroep, dus zouden ze een discoplaat afleveren! ‘Real People’ bevatte de single ‘Rebels Are We’. De plaat was echter te moeilijk en te complex voor de massa. Hij luidde het begin van het einde in. Datzelfde jaar nog speelde de groep op de Miss America Contest, als de eerste zwarte groep om dat te doen. In 1981 produceerden Nile & Bernard de plaat ‘I Love My Lady’ voor zanger Johnny Mathis. Zijn platenfirma dacht echter dat de Chic stempel Mathis’ zijn sound zou vervreemden, en besliste om de opnamen op de plank te laten liggen. De samenwerking met Debbie Harry (de zangeres van Blondie) ging echter wel door. Haar elpee ‘Koo Koo’ was een fusie van rock en R&B, maar oogstte geen succes. Chic leunde nu meer over naar rock en hun volgende plaat ‘Take It Off’ was dan ook meer rockgetint. De groep trad samen met The Clash en Blondie aan op Broadway. Fonzi Thornton werkte mee aan Roxy Music’s elpee ‘Avalon’. Hiphop bleef Chic samplen bvb. ‘The Adventures Of Grandmaster Flash On The Wheels Of Steel’ was een mix van ‘Good Times’ en ‘Another One Bites The Dust’. Nile zat nu sterk aan cocaïne en het boterde niet zo goed meer. Voor Fonzi werd een solo elpee klaargestoomd, maar die werd niet uitgebracht. Samen met Robert Sabino speelden Nile & Bernard mee op de track ‘Together’ op de elpee ‘Happy Together’ van Odyssey. Daarnaast werkten ze voor Carly Simon aan ‘Why’. Ook deden ze een cameo rolletje in de film ‘Soup For One’, waarvoor ze de soundtrack samenstelden uit vorige hits en een paar nieuwe nummers. Nile stond al een tijdje op goede voet met de groep Duran Duran, die eigenlijk een combinatie was van Chic en The Sex Pistols. Keyboardspeler Raymond Jones verliet Chic in 1982. Hun volgende elpee ‘Tongue In Chic’ benaderde de D-Train sound met de single ‘Hangin’’, maar kon nooit de magie van weleer doen herleven. Nile & Bernard begonnen apart te componeren, en beiden begonnen te werken aan solo elpees. Toen Nile met David Bowie samenwerkte aan de single ‘Let’s Dance’ werd dat de doodsteek voor Chic. Bowie had in 1975 gehoopt dat MFSB zou meespelen op ‘Young Americans’, maar nu kreeg hij de restanten van Chic. Hij update de song ‘China Girl’ en bracht Stevie Ray Vaughan mee. Met zijn elpee ‘Let’s Dance’ deed Nile hem in aanslaan bij een breder publiek. De single ging platina in de USA. Hij had een rimpeleffect op rock, en was een hybride van blues,
16
Britse artrock en R&B. Bernard’s elpee ‘Glad To Be Here’ kwam uit en benaderde de Chic sound, terwijl Nile’s album ‘Adventures In The land Of The Good Groove’ er juist van wegging. Beide platen faalden echter. Nile deed nog sessiewerk voor Paul Simon en voor INXS ‘The Original Sin’. Chic hield op te bestaan, en Nile en Bernard spraken niet meer met mekaar. Tony Thompson ging drummen voor Bowie. Fonzi bracht toch zijn solo elpee uit. Alfa ging verder zingen bij Luther en Luci nam haar taak als verpleegster weer op. De laatste Chic elpee ‘Believer’ met de single ‘You Are Beautiful’ ging de mist in. Toch bleef Nile niet stilzitten. In 1984 produceerde hij Madonna’s tweede plaat ‘Like A Virgin’, waarvan naast de titelsong, ‘Material Girl’, ‘Angel’ en ‘Dress You Up’ brokken maakten. Sabino (synthesizer), Thompson (drums), Nile (gitaar) en Bernard (bas) speelden er samen op. Nile jamde met The Honeydrippers (waarin ook Robert Plant, Jeff Beck en Jimmy Page zaten). Hij herwerkte ‘The Reflex’ voor Duran Duran, en dat werd hun grootste hit. Ook hun volgende single ‘Wild Boys’ van een product van hem. Daarnaast vatte hij het werk aan Mick Jagger’s solo elpee ‘She’s The Boss’ aan. Is het dan verwonderlijk dat hij dat jaar verkozen werd als “Rock And Roll Producer Of The Year”? ‘She’s the Boss’ werd in 1985 uitgebracht en behaalde platina in de USA. Bernard van zijn kant produceerde Nona Hendryx’s ‘The Heat’ en de prachtige song ‘Telephone’ op Diana Ross’ elpee ‘Swept Away’. John en Andy Taylor van Duran Duran wilden een zijdelings project opstarten, in een productie van Bernard met zanger Robert Palmer en drummer Thompson. Dat werd uiteindelijk The Power Station en hun sound werd technofunk. Bernard produceerde in samenwerking met John Barry ook de song ‘A View To A Kill’ (uit de gelijknamige Bond film) voor Duran Duran. Nile’s tweede solo elpee ‘B-Movie Matinee’ kwam uit en deed niets. Het was een hommage aan de sciencefictionfilms uit de jaren ’50 en ’60. Bernard produceerde voor Robert Palmer ‘Addicted To Love’ en dat nummer stormde in de USA naar nummer één. De opvolger daarvoor werd ‘I Didn’t Mean To Turn You On’, een bewerking van een Cherelle nummer. Nile en Duran Duran werkten samen aan ‘Notorious’. In 1986 had Tony Thompson een ernstig auto-ongeluk en het kwam nooit meer goed. Bernard produceerde ABC’s singles ‘When Smokey Sings’ en ‘The Night You Murdered Love’, beiden terug te vinden op de elpee ‘Alphabet City’. In 1987 vormde Nile een nieuwe groep, The Outloud, en werkte verder samen met Laurie Anderson, Jeff Beck, Sheena Easton, Grace Jones, The Thompson Twins, Philip Bailey, Peter Gabriel, Al Jarreau, Howard Jones, Cindy Lauper enz. Ook werkte hij weer samen met Sister Sledge aan ‘Frankie’. Samen met Bryan Ferry werkte hij aan de soundtrack voor de film ‘The Fly’. Bernard
Keys & Chords
tributiemaatschappij. Hij is een levende legende, maar niet zo bekend als David Bowie of Madonna dat geworden zijn. Ook de uitspraak “Labelling Chic as disco, was like mistaking Dom Perignon for Babycham” is van hem. Vorig jaar trad Chic voor de derde aan als onderdeel van ‘The Best Disco In Town’, een discofestijn in de Wembley Arena in Londen. Ook waren ze die zomer te zien op het Montreux Jazz Festival. Nile plant een nieuwe Chic cd met Bernard erop. Bernard zei dat hij veel geleerd had van Gamble en Huff (Philadelphia). Producer Terry Lewis vertelde Bernard hoeveel hij en Jimmy Jam geleerd hadden van hem en Nile. Hun muziek is tijdloos en daarbij werd geen technologie gebruikt, maar echte instrumenten. Samen met James Brown en George Clinton behoren ze tot de meest gesamplede artiesten. Disco was nu eenmaal de soundtrack voor de bevrijding van de wereldbevolking, en tegelijk veel meer dan “good times”.
van zijn kant werkte met Jody Watley en Rod Stewart. In 1988 ging Alfa Anderson terug haar beroep van lerares uitoefenen. Aan het begin van de jaren ’90 werkte Nile met The B-52’s en Paul Young. Bernard deed het met Cathy Denis, The Triplets, The Hunter-Ronson band. Voor de 36ste verjaardag van Nile kwam de band weer samen, en Nile en Bernard spraken weer met mekaar. Ze besloten de groep opnieuw op te richten met nieuw personeel (o.a. zangeressen Sylver Logan Sharp en Jenn Thomas). De cd ‘Chic-ism’ zag het levenslicht in 1992 met de single ‘Chic Mystique’. Het werd geen trendsetter en de comeback werkte niet. Nile produceerde Bowie’s cd ‘Black Tie, White Noise’, maar dat werd geen tweede ‘Let’s Dance’. Ook produceerde hij David Lee Roth’s ‘Your Filthy Little Mouth’ en Robbie Dupree’s ‘Walking On Water’. Hiphop werd het speelterrein voor gesamplede Chic hits. In de Uk stak een disco nostalgie de kop op met Kylie Minogue. Bernard keerde terug naar The Power Station voor de cd ‘Living In Fear’.
Het boek waaruit ik al deze informatie haalde is fantastisch! Auteur Daryl Easlea beschreef prachtig de geschiedenis van Chic. Voor dit boek had hij dan ook talloze interviews, behalve met Johnny Mathis die weigerde, en met Luther Vandross die toen een beroerte had. Bronnen: ‘Everybody Dance – Chic And The Politics Of Disco’ geschreven door Daryl Easlea. (Uitgeverij Helter Skelter Publishing; paperback; 2004; 315 Blz.; £ 14; ISBN: 1-900924-56-0) Mijn eigen verzameling Meer info: www.helterskelterbooks.com www.nilerodgers.com www.wearefamilyfoundation.org www.chic-tribute.com www.c-chic.com Patrick Van de Wiele
Vanuit het verre Japan kreeg Nile in 1996 een telefoontje. Japan Tobacco wilde hem in Tokio bekronen met de Super Producers award. Hij vroeg Bernard om met de groep mee te gaan. Gasten Simon LeBon, Stevie Winwood, Slash en Kathy Sledge waren ook van de partij. In april traden ze tweemaal op in het Budokan theater. Het tweede concert werd opgenomen als een tvspecial en uitgebracht als de cd ‘Live at The Budokan’. De dag nadien, op 18 april, overleed Bernard in zijn hotel. Het jaar daarop was Chic opnieuw in Tokio voor een optreden en nu verving Jerry Barnes Bernard op bas. In 1998 moest hun optreden in Tramps in New York hun laatste worden, maar ze gaan nog steeds door! Twee jaar geleden stierf Tony Thompson aan kanker. Op 29 november 2003 had het zilveren Chic jubileum plaats in New York. Nile lijkt onverwoestbaar, omdat hij de mogelijkheid bezit om zich aan te passen, hij heeft een “open mind”. Over de carrière van Chic zegt hij: “The original records don’t need remixes”. Verder wordt hij constant gevraagd als schrijver en producent en beheert hij een muziekdis-
Keys & Chords
17
In Concert Irish Coffee, of hoe de legende van begin jaren zeventig nog steeds even legendarisch is... (v.l.n.r.) Hugo Verhoye (drums), Franky Cooreman (bas), William Souffreau (zang, gitaar), Luc De Clus (solo-gitaar), Stany Van Veer (keyboards). Nog steeds een band om
Ieper • Grote Markt • 19 juli 2005
Blijkbaar kruipt het bloed waar het niet anders kan, want ik had mij voorgenomen om tijdens mijn drie weken verlof geen concert en/of festivalverslag te schrijven. Dan toch maar gewapend met mijn fototoestel, notaboekje en balpen trok ik op dinsdag 19 juli naar de Grote Markt van Ieper, alwaar er terug een editie plaats vond van de “Muzikale Dinsdagen”. Dit is een jaarlijks, gratis gebeuren en organisatoren hiervan is de crew van bistro-kaffee ‘t Klein Stadhuis. Zij doen dit nu al voor het zevende jaar op rij en elke dinsdag van de maanden juli en augustus kan je er door hun toedoen tal van artiesten en bands gaan bewonderen. Is het nu pop, rock, reggae, blues, je noemt het maar… alle genres komen aan bod. Bewust kiezen ze voor de meer onbekende bands. Enerzijds om deze mensen een kans te geven, anderzijds blijft het op die manier nog allemaal betaalbaar… en gelijk hebben ze. Was het eerste jaar een kennismakingsronde, nu kan je gerust spreken van succesformule. Zo gingen in het begin de concerten door op het kleine terras, nu is bijna de helft van de Ieperse markt ingepalmd, inclusief groot podium, drankstandjes… tot zelfs een voorprogramma (met lokale band) toe.
18
De in maart van dit jaar opgerichtte, West-Vlaamse bluesrock band What’s The Name, kregen de eer als opwarmer dienst te doen. Jammer genoeg was ik van dit feit niet vooraf op de hoogte gebracht, zodat ik de jongens alleen maar kon strikken voor een groepsfoto. Nieuwsgierig als ik altijd ben (toch als het hem om blues gaat), peilde ik bij de omstanders naar wat reacties. Het bleek dat het trio: John Mortelez (gitaar/zang), Stijn Brunooghe (drums) en bassist Dirk Delmaere, wel degelijk wat in hun mars hebben om indruk na te laten. Uitspraken van “Die zie keigoe” en “Uze WestVloamingen kun der nog a twuk van” mogen ze dan ook in hun palmares gaan schrijven. Omstreeks kwart voor negen (vijftien minuten voor schema) werd de hoofdact Irish Coffee aangekondigd. Meteen werd één en an-
Keys & Chords
der rechtgezet, want volgens het programmaboekje ging het hem om een coverband, wat dus helemaal niet zo is. Mooi zo… zowel ikzelf, de fans, evenals de band hebben deze rechtzetting zeker weten te waarderen. Hier in mijn thuisbasis Ieper kreeg ik de jongens dan uiteindelijk toch te zien. De band waar vroeger zoveel te doen om is geweest (denk maar aan de song ‘Masterpiece’), sloeg mij van de ene verbazing in de andere. Wat een klasse, wat een stijl… wat een vakmanschap deze heren tentoonstelden. Dat Frontman William Souffreau rockverslaafde is in hart, lever en nieren bewees hij in overvloed op de Grote Markt van Ieper. Al vanaf de eerste noot raakte ik in de ban het fenomenale geluid dat deze heren voortbrachten. Je moet natuurlijk wel in zijn voor een flinke dosis ‘late sixties en seventies hardrock’, maar wie mij een beetje kent weet, dat ik nog voor ik de blues ontdekte, een echte hardrockfan was. Ik zag en beleefde het volgende. William met zijn eerder kleine gestalte bewees over een koppel stembanden te bezitten om ‘U’ tegen te zeggen. Sologitarist Luc de Clus beroerde zijn Gibson als geen ander, de rockakkoorden vlogen ons dan ook om de oren. De ongelooflijke samenhang van de ritmesectie deed haar werk. Het accurate drumwerk van Hugo Verhoye, de uitstekende baslijnen van Franky Cooreman en het niet aflatende jong talent Stany Van Veer beroerde de toetsen van zijn keyboard alsof de duivel hem op de hielen zat. Dit was warempel te mooi om waar te zijn.
kend nummer!) en uiteraard ‘Masterpiece’ waren voor mij onvergetelijke belevenissen. Een label op deze band kleven zou hen dan ook oneer aan doen. Hun geluid is dan ook door zoveel genres uit de zestigerzeventiger jaren beïnvloed, ze smelten deze invloeden samen en zo ontstaan unieke nieuwe songs… m.a.w: Irish Coffee songs! Als toegiften (om het wat herkenbaar te houden) brachten ze enkele covers, waaronder ‘Almost Cut My Hair’ (Crosby, Stills, Nash & Young). De verrijzenis van deze superband mag dan ook als geslaagd bestempeld worden. Dat ze na een dergelijke lange periode weer helemaal van onderaan moeten beginnen zal hen waarschijnlijk worst wezen. Irish Coffee heeft er plezier in, zoveel is zeker. Een nieuwe fan hebben ze er alvast bij.
• Meer info: ‘t Klein Stadhuis Ieper: Contact - What’s The Name: Irish Coffee:
www.kleinstadhuis.be
[email protected] www.irish-coffee.be
Bobtjeblues + © Foto’s
Ik keek rond en zag fans van het eerste uur zalig glimlachen… ja het was goed, meer dan goed. Dat de heren William, Luc en Hugo ouder geworden zijn was nergens te bemerken. Eenmaal ze op het podium hun ding mochten doen was het net alsof ik drie jonge snaken aan het werk zag. Nieuwelingen Stany en Franky volgden alsof ze nooit anders hebben gedaan. Oké, niet bepaald iedereen liep nu warm voor dit nochtans fantastische optreden en ergens kan ik dit wel begrijpen. Hun muziek kon bij momenten vrij zwaar op de maag liggen. Deze muziek heeft nu eenmaal de eigenschap van tijd tot tijd vrij moedeloos (zeg maar somber) over te komen. Maar wie in de zeventiger jaren bands als Led Zeppelin, Deep Purple, Focus, Dr. Feelgood, Uriah Heep en The Who wist te waarderen zal het beamen… Irish Coffee moet voor hen zeker niet onderdoen. De jongens hebben in 2004 een nieuwe titelloze cd uitgebracht en uiteraard kregen we hier heel wat werk uit te horen. Songs zoals ‘Brand New Day’ en ‘Apocalypse’ wisten mij in grote mate te boeien. Maar ook oudere songs wilden ze de fans niet onthouden. ‘The Beginning Of The End’, ‘The Show’ (wat een pak-
Keys & Chords
19
• s e g a P l a t e • The M Graspop 2005 Stoffige Heavy Metal en Metal ikonen ikonen.. Door het prachtige weer op de zaterdag was het genieten ten top!! Lekker weer, ʻlightʼ bier (je kon zoveel je drinken als je wou je werd niet dronken, gemakkelijk want ik moest nog rijden) en leuke optredens. Dit is jammer genoeg alleen een verslag van de zaterdag maar dat was voor mij de beste dag temeer omdat keys & Chords niet op de guestlist stond. Als opener was er Skitsoy, voor elke Metal Belg onder jullie die Channel Zero onwijs goed vindt, is dit het vervolg. Franky Desmet Vandamme is terug met deze band en speelt het verlengde van het tien jaar terug vergane Channel Zero. Het optreden is zoals elke opener, even zoeken naar de juiste knoppen. Al gauw is het geluid goed en gaat het optreden over in een lekker ontwaken op de wei. Het swingt de pan uit met lekkere stevige grooves. De band krijgt een goede reactie van het publiek en Skitsoy is duidelijk in zijn nopjes. Soilwork is dan al weer een vroege topper. Het is nog niet echt dringen vooraan, wat niet erg is want dan is er teminste tijd voor een paar goede fotoʼs. Deze Zweden hakken er met hun vijven lekker op los. Ze spelen een melodieuze Death Metal en ze doen het goed. Wat wel opvalt is dat het geluid ongelofelijk luid staat. (ik weet het, ik word oud). Deze
Simone Simons (Epica) • © Foto: Basil Cahuzak
20
Metalkoek gaat er goed in bij het publiek. Na dit optreden werd het tijd om richting tent te trekken (Lees: sauna) om Behemoth te aanschouwen. Deze band is al een paar jaar actief en dat merk je ook aan hun performance. De stijl is in loop der jaren flink wat veranderd, in hun voordeel. Na het uitbrengen van ʻDemigodʼ in 2004 is het snel gegaan met dit Pools gezelschap. Ze spelen vette Death Metal met kille en zwarte neigingen. Wat mij altijd opvalt bij dit soort optredens is dat het op cd altijd veel ontoegankelijker is dan live. Live staat de laatste cd als een huis en gaat het goed samen met het oude werk. Kortom: lekkere tentopener (ook hier weer problemen met de knoppen, gelukkig snel verholpen). Dan was het weer tijd om uit je tent te rennen want Epica had de openingstune ʻConsign to Oblivionʼ ingezet. Achteraf krijgen we nog ʻDance of Fateʼ. Simone Simons moest even aan het stof wennen denk ik, want sommige passages haalde ze net niet, wat me soms kromme tenen bezorgde. Wat wel opviel is dat het laatste album live veel beter klinkt dan ʻThe Phantom Agonyʼ. Gelukkig spelen ze veel nummers van ʻConsign to Oblivionʼ. Simone had er duidelijk zin en was zeer onder de indruk van de massa die haar en Mark Janssen aan het werk wilde zien. Ze hebben me zeker verrast met dit lekkere optreden. Terug aangekomen in de tent maakten we ons klaar voor de terugkeer van Nederlandse Metal trots Gorefest! Zoals jullie vorige maand al konden lezen in het interview met de band hebben ze alleen maar oud werk gespeeld. De cdʼs ʻFalseʼ en ʻEraseʼ komen ruimschots aan bod en zelfs één nummer van ʻChapter 13ʼ. Helaas niets van ʻSoul Survivorʼ maar je kan niet alles willen? Het optreden is superstrak en is zeker één van de vele hoogtepunten van de dag. Jan-Chris speelt weer met heel veel plezier en dat zie je. Ze maakten trouwens bekent dat op 11 november de nieuwe cd in de winkel ligt en dat hij hard en vet zal klinken. Tot die tijd kan ik wel even teren op dit concert. Na Gorefest geen rust voor ons en we snelden naar de mainstage voor Kamelot. Mijn verwachtingen waren hoog van de band. Ik had ze pas leren kennen door mijn collega Dirk. Ik was er niet meteen weg van maar de laatste cd is wel een blijvertje geworden. ʻThe Black Haloʼ is een zalig goede plaat van deze Amerikanen. Het is dan ook bijzonder jammer dat die
Keys & Chords
THE METAL PAGES Sirenia • © Foto: Basil Cahuzak
verwachtingen niet waar gemaakt konden worden. Voor Dirk was dit een prachtig optreden maar voor mij en mijn medefestivalgangers een dikke tegenvaller. Muzikaal is het allemaal dik in orde, het gitaarspel is perfect. Niks op aan te merken, maar het theatrale gedoe van frontman Roy Khan werd ons op een gegeven ogenblik toch wel iets te veel. Onze Roy was dan ook nog niet echt goed bij stem en miste vaak de plank compleet. De hoge uithalen die we kennen van hem op de cd haalde hij absoluut niet. Gelukkig is op ʻThe Black Haloʼ minder ruimte voor zulke hoogtes zodat die cd enigszins goed door het optreden kwam. Zoals verwacht waren er meerdere gastoptredens. Natuurlijk Simone Simons. Zij zong mee op ʻThe Hauntingʼ en Mark Janssen zong mee op ʻ The March of Memphistoʼ Hij nam het over van Shagrath van Dimmu Borgir die het op de cd voor zijn rekening nam. En net als enkele maanden geleden in Brussel kwam het met Mark Janssen veel beter tot zijn recht. (dank aan Dirk voor de wijze woorden). Natuurlijk is er op dit festival ook ruimte voor echte stoere Viking Metal!! De mannen van Amon Amarth stonden al klaar toen we aankwamen. Van het begin tot het eind waren deze Vikingen sterk bezig. Tijdens Hatebreed hebben we een wel verdiende rustpauze ingelast om ons vocht gehalte eens flink omhoog te halen. Deze gasten heb ik aan het werk gezien tijdens de tour van Slayer en Slipknot. Daar het mijn band niet is, had ik geen zin om ze terug eens te zien. Maar eerlijk is eer-
Keys & Chords
lijk, ze zijn goed bezig en het publiek was massaal naar voren getrokken om ze goed te zien. Het klonkt ook allemaal erg vet en strak. Voor de liefhebbers van het genre een topper daar ben ik zeker van. De band waar ik zeer hoge verwachtingen van had was Samael. Deze Zwitserse voorvaders van de dansbare Metal zijn er eindelijk!! Het laatste album ʻReign of Lightʼ is zeker één van hun dansbaarste cdʼs geworden maar het publiek vindt dat niet erg. Helaas is het weer knudde bij de knoppen want de zang van Vorp is nauwelijks te horen. Dit euvel is trouwens wel weer snel verholpen. Wat mij opviel was dat veel liedjes een andere intro kregen. Zo was ʻBaphomets Throneʼ er opeens zonder dat ik het besefte. Een leuk weetje is misschien dat er bij dit optreden geen gebruik werd gemaakt van een drumstel maar van een paar bongoʼs en een synthesizer. En dat ik voor het eerst op Graspop een zanger heb zien dansen! Ik stond ook niet stil, zeker niet bij de toegift ʻThe Ones Who Came Beforeʼ. Na dit onvergetelijk stukje feest was het weer even tijd om wat te eten en te drinken. Dat kon je maar niet genoeg doen vandaag! Terwijl Udo en kompanen de weide op stelten zette (Accept) hebben wij dit vanop een afstand bekeken. Naast de bekende klassiekers ʻMetal Heartʼ en ʻBalls to the Wallʼ herkende ik weinig van deze veteranen. Het klonk allemaal heel zuiver en het leek wel of ze nooit waren weggeweest. Om twintig over acht begon Sirenia in de tent. Doordat we deze band nu al drie keer gezien hadden dit jaar was de verrassing er een beetje af. Helaas speelden ze hun liedjes zo anders dat je bijvoorbeeld ʻAt Sixes and Sevensʼ gewoonweg niet meer herkende. Ik was gelukkig niet alleen, mijn vrouw (een grote fan van deze band) bevond zich in dezelfde positie. Een opvallend feit was wel dat, hoewel de zang van zangeres Henriette Bordvik wat bedeest overkwam, het wel zeer zuiver klonk. Iets waaraan de andere zangers en zangeressen een groot voorbeeld kunnen nemen. En het blijft een feit, de zuivere zang blijf je missen. Die is niet overgenomen door de nieuwe gitarist. Op het spel zelf niks aan te merken alleen hebben we ze al veel beter gezien. Na dit iets wat tegenvallend concertje is het tijd voor Slayer, een band die ik zo vaak gezien heb, maar nooit verveelt. De band is zichzelf vandaag. Tom Araya, nu mét baard, dat is het enige verschil met wat ik de vorige keer gezien heb in de Brabanthallen van Leuven. En zoals de vorige keer gingen ze met een razend tempo door de setlist heen. Ze speelden zestien liedjes in een goed uurtje. Een nieuw record, dacht ik. Het aantal was zo hoog omdat Slayer de lange, maar o zo herkenbare introʼs achterwege liet. Enigszins jammer maar aan de andere kant krijg je nu meer Slayer voor je geld. Halverwege de set zijn we voor het eerst naar de Marquee 2 tent gegaan voor Anthrax. Gelukkig maar want nadat Slayer was afgelopen, zat de tent zo vol dat ze
21
THE METAL PAGES bijna uit haar voegen barstte. Vanaf het begin van de show kregen we allen een nostalgisch gevoel over ons heen. We waanden ons terug in het jaar 1987. De show was ongelofelijk.. De speelvreugde lag hoog en een uurtje nostalgie was dan al snel voorbij. Maar je blijft je toch afvragen wat er zal gebeuren met John Bush en de andere leden van Anthrax anno 2005? Blijft de band is deze formatie of verandert het weer terug met John Bush aan de microfoon? Het geheel heeft toch een wrange nasmaak, want na Joey Belladonna heeft de band ook nog interessante songs gemaakt. Denk alleen al aan de complete ʻSound of White Noiseʼ-cd en de laatste ʻWeʼve Come For You Allʼ wat ook geen slechte cd is. Maar goed, de tijd zal het leren. En ja Slipknot... Die hebben we niet meer gezien, daar hadden we echt wel geen zin meer in. Het schijnt dat het een goed optreden is geworden. Alleen vind ik het vreemd dat zoʼn band een festivalavond afsluit die alleen berustte op de ʻoude bekendeʼ als Megadeth, Slayer, Iron Maiden en Anthrax. De tent was veel te klein voor een band als Anthrax. Raar dat die niet als afsluiter waren geboekt!! Maakt het voor Graspop dan ook al uit wie er veel cdʼs verkoopt? Want met de tour van Slayer, Slipknot en Hatebreed was het net zo, wie de meeste cdʼs verkocht in dat land mocht afsluiten. In België dus Slipknot en in Nederland Slayer. Ach ja, het draait toch allemaal maar om één ding in het leven… Verder rest mij nog enkele woorden van lof te melden. Het festival was zeer goed geregeld. De par-
Zanger Mark (Kamelot) • © Foto: Basil Cahuzak
king van de ééndaagse bezoekers was voor een keer niet eens een halfuur lopen maar lekker een vijf minuten en geen problemen met files. TOP Graspop!! Doe zo verder. Tot de volgende Graspop. Tekst en Fotoʼs: Basil Cahuzak
Kamelot • © Foto: Basil Cahuzak
22
Keys & Chords
THE METAL PAGES OCTAVIA SPERATI
- VROUWEN AAN DE TOP Metalwereld is een mannenwereld. De meeste Metal bands bestaan bijna volledig uit langharig tuig inclusief fallus. Maar Octavia Sperati wil dit cliché doorbreken. En terecht! Dit Noorse Gothic Doom Metal combo bestaat uit sextet vrouwen. Na ʻOmaʼs aan de topʼ van K3 verwacht ik spoedig de hit ʻVrouwen aan de topʼ. Dit korte artikel wil u laten kennis maken met deze intrigerende band. De band pist niet naast de pot. Hun debuutalbum ʻWinter Enclosureʼ verscheen op het label Candlelight, eentje met een goede naam en behoeder van een hele resem goede acts, zoals Emperor. De gok die het label hiermee waagt, duidt aan dat ze onmiddellijk in de kwaliteiten van Octavia Sperati geloven. Een neus voor de Metalmarkt, zo blijkt. Het winterdebuut is immers zeer goed ontvangen bij zowel pers als Metaladepten. Van in het begin was het duidelijk dat Octavia als een meidenband door het leven zou gaan. De zes leden waren steeds al Metallievende vriendinnen die op dag het tijd vonden om hun bijdrage te leveren aan de alternatieve muziekindustrie. Heden is echter drumster Hege vervangen door jawel een man. Deze Christoffer kan vanaf nu als vast bandlid bestempeld worden. Qua stijl kan de sound omschreven worden als Doom Metal met Gothicinvloeden en een hoog Rockpotentieel. Vaak wordt dit gezelschap catalogiseert naast bands zoals Candlemass, Nightwish en The Third and the Mortal, het Rockgehalte negerend weliswaar. De veelzijdigheid heeft allicht te maken met het feit dat de groepsleden ieder een eigen genre prefereren. Van grote invloed voor zangeres Silje is zeker de zang van Anneke van de Nederlandse band The Gathering. Beide frontdames zingen in dezelfde toonhoogte. Maar echte voornamelijk uit vrouwen bestaande bands kan Octavia Sperati niet als voorbeeld aanhalen. De naam Octavia verwijst naar de zuster van keizer Augustus, die door iedereen bewonderd werd. Maar snel ontdekten de meiden van Oc-
Keys & Chords
23
THE METAL PAGES tavia Sperati dat er in Bolivia nog een groep actief was dat onder dezelfde naam door het leven ging. Vandaar de toevoeging Sperati. Nu blijkt dat er in de 18de eeuw een legendarische actrice, verbonden aan het Nationaal Theater van Noorwegen, opereerde onder de naam Octavia Sperati. Het wordt gezegd dat zij nog steeds in het theatergebouw rondspookt. Dat geeft het geheel nog een extra donker tintje. De albumtitel ʻWinter Enclosureʼ is niet zomaar gekozen. De vrouwen van Octavia Sperati ervaren de Scandinavische winters als een periode van rust en bezinning, maar ook van creativiteit. De winter is het meest dominerende seizoen van de vier daar hoog in het Noorden. De dames wonen in Bergen, gelegen in het westen van Noorwegen. Alles is er rustig in dit seizoen en ligt meters ondergesneeuwd te wachten op de eerste zonnestralen van de herfst. De dagen zijn kort en vooral heel donker. Ideaal dus om aan het componeren te slagen. Dit wil niet zeggen dat de andere seizoenen niet creatief benut worden, maar de zomer is zo verdomd kort dat de inwoners van het Noorden dan terecht optimaal wensen te genieten van de zon en langere dagen. De winter is dus deels noodzakelijkerwijs de meest aangewezen periode om songs te schrijven en te repeteren. De teksten, voornamelijk geschreven door Silje, willen een beeld geven van welke emoties deze Noorse
winters oproepen. Maar hoe zou het nu komen dat er zo weinig vrouwen betrokken zijn binnen Metalbands, laat staan volledig uit dit geslacht bestaan? Gyri Losnegaard (gitaar) heeft hier een stelling rond geponeerd: “Ik denk dat het te maken heeft met het feit dat meisjes van jongs af aan met poppen spelen. Jongens daarentegen worden reeds vroeg aangemoedigd om gitaar te spelen en een Rockband op te richten. Dit is volledig normaal voor een jongen. Ik kan me nog herinneren dat mijn vader mijn broer aanmoedigde gitaar te leren, iets wat hij bij mij niet gedaan heeft. Ik hoop dat stilaan meer en meer vrouwen de Metal gaan spelen. Women can do, too.” Opgepast voor de (mannelijke) groupies, dames! Line-Up: Silje Wergeland (zang) Gyri Losnegaard (gitaar) Bodil Myklebust (gitaar) Trine Johansen (bas) Tone Midtgaard (keyboards) Christoffer Risbakk Vegsund (drums) Meer info: www.octavia-sperati.com Gerry Croon
CD-Reviews BESEECH SUNLESS DAYS Napalm Records NPR 170 Distr.: SPV
24
• ‘Sunless Days’, zo heet het derde studioalbum van dit Noorse gezelschap. Zo naar buitenblikkend, blijkt het net een beschrijving te zijn van een zomer in Belgenland. Maar in Noorwegen zijn de dagen niet anders. Track zeven heet ‘Last Obsession’ en hier wordt dan ook als laatste obsessie gepoogd de zon te bereiken. In een ver verleden speelde Beseech lome Doom Metal (‘Souls Highway’). Opvolger ‘Drama’ van vorig jaar maakte reeds duidelijk dat er meer Rock aan te pas kwam en dit is nu niet anders. Een tiental melancholische Gothic Rock/Metal tracks staan op de nieuweling verzameld. Een eerste luisterbeurt geeft onmiddellijk te kennen dat deze schijf stevig is. De songs klinken erg strak. Er wordt terug meer ruimte geschonken aan keyboard, in vergelijking met de voorganger, al blijft het toch een secundair instrument. Ook wordt er gebruik gemaakt van allerlei electro-achtige geluidjes. Geen vrees, het over-
heersende aspect blijft wel de gitaar en de zang van het duo Erik Molarin en Lotta Höglin. Een cover werd niet geschuwd. Danzigs ‘Devil’s Plaything’ wacht op u in een opgepoetste Rockversie. Nummer zes ‘Lost’ (neen, dit is geen cover van Anouk) is een pianoballade en een gepaste pauze tussen gitaargeweld. Persoonlijk ben ik meer begeesterd door het oude werk, maar dit klinkt echt wel lekker. Verwacht geen bijster originele composities. Alles straight, los erdoor zou ik zeggen. Op de markt vanaf 5 september. Een eerste digipackuitgave verschijnt met twee bonusliedjes. Meer info: www.napalmrecords.com Gerry Croon
Keys & Chords
SIEBENBÜRGEN DARKER DESIGNS & IMAGES Napalm Records NPR 171 Distr.: SPV
• Opener ‘Darker Designs’ zet de toon van het nieuwe, donkere maar sfeervolle album van Siebenbürgen. Opgericht in 1994 door frontman Marcus Ehlin (gitaar & zang) is deze grimmige vampirische Death Metalformatie toe aan haar vijfde langspeelplaat. De formule bijft dezelfde als op voorganger ‘Plagued be Thy Angel. Instapklare Death Metal met nodige aandacht voor keyboards. Een beetje meer tempowisselingen had wel welkom geweest. Door het aanhoudende stuwende tempo lijken de elf nummers wel één lange track te vormen. Het gevaar van het één oor in, het andere weer uit komt hier op de proppen. Wat me treft is dat de teksten door Marcus, ondanks het feit dat hij grunt, toch zeer verstaanbaar overkomen. Niet altijd evident bij Metalmuziek. De aahs en oohs van de sopraan zijn er echter soms een beetje over en met de haren getrokken. Afgezien van ‘Skuggor’ dat in het Zweeds opgesteld is, zijn alle andere nummers Engelstalig. De thematiek lijkt me deze keer sterk aan te leunen bij de apocalyptische gemoedsaandoening van het laatste Dimmu Borgir album. De titels maken dit duidelijk: ‘Rebellion’, ‘Legion Rise’, ‘Harvest for the Devil’, … In zijn geheel geen slecht album. Maar ik denk dat we het er over eens kunnen zijn dat Siebenburgen vooral scoort op een podium en minder thuis in de huiskamer terwijl de schoonmoeder op bezoek is. Meer info: www.siebenburgen.net Gerry Croon TRISTANIA MIDWINTER TEARS Napalm Records NPR 168 Distr.: SPV • Deze uitgave wil de meute nieuwe Tristaniafans de kans geven om hun cd-collectie te vervolledi-
Keys & Chords
gen. Het minialbum ‘Midwinter Tears’ (1997), de singel ‘Angina’ (1999) en de video ‘Widow’s Tear’ (1998) staan hier op een cd en een dvd verzameld. In totaal staan op de cd drie nummers die niet op de eerste twee studioalbums ‘Widow’s Weed’ (1997) en ‘Beyond the Veil’ (1999) gebrand werden: de sfeervolle opener ‘Sirene’, het melancholische
beperkt budget en slechts een opnametijd van vijf dagen weet deze ‘Passages’ snel te overtuigen. Het geluid valt zeer zeker mee (misschien afgezien van de basdrum) en dit voor slechts (?) een demo. Vier nummers prijken op dit album. De speelduur wisselt tussen de vijf en de tien minuten. Iets wat ze allen gemeen hebben is een enorm creatieve
‘Cease to Exist’ en het totaal betekenisloze ‘Saturnine’. Daarnaast krijgt u nog een oerversie te horen van de grootse composities ‘Midwintertears’ en ‘Pale Enchantress’. Verder krijgt u de hit ‘Angina’ en een radio edit van ‘Opus Relinque’ voorgeschoteld. Maar ik ben vooral verheugd door de dvd met een concert uit 1998, allicht ergens in Noorwegen. Zes rauwe Gothic Metal songs brengen me terug naar de Vooruit in Gent, anno 1998, toen ik voor het eerst kennis kon maken met Tristania (als voorprogramma van Lacrimosa). Nostalgie roert me. Vijf jonge knapen en de immer begeerlijke zangeres Vibeke Stene voor een goed gevulde zaal. Zowel voor het publiek als voor de band is dit nieuw. Ik kijk licht geamuseerd toe hoe Einar Moen zich zelf een beetje onwennig poogt te handhaven achter de keyboard en hoe de sopraan met gracieuze bewegingen de aandacht weet te trekken. Maar ik geniet vooral van het rauwe, ongepolijste sound van zowel zanger Morten Veland als van het gitaarspel. Beeldig heerlijk. Meer info: www.napalmrecords.com Gerry Croon
songwriting. Geen enkele song verraadt waar het heen wil. Ingenieuze doorwerkingen maken dat u na vele luisterbeurten nog nieuwe dingen ontdekt. Mijn lievelingstrack is opener ‘Passages’: geweldige opbouwen, goed melancholisch refrein, piano-intermezzo, gitaarsolo, hardere stukjes, spoken word fragmenten, spacy klinkende keyboards. Dit is echt schitterend materiaal. De zanger staat trouwens sterk in zijn schoenen en klinkt clean en overtuigend (knappe Engelse uitspraak trouwens). Maar elke muzikant beheerst zijn instrument uitstekend en dat hoor je. Petje af! Surf naar Zero Gravity’s website en schaf u ‘Passages’ aan. U zult het u niet beklagen. Beloofd. Meer info: www.zerogravity.be www.destudio.be Gerry Croon
ZERO GRAVITY PASSAGES
MIKE PORTNOY PRIME CUTS: MAGNA CARTA SESSIONS Magna Carta MAX 1004-2 Distr.: PIAS • Ik weet niet of ik deze wel zou moeten verslaan of gewoon moet overslaan. Volgens de website van
Eigen beheer • De jonge Belgische band Zero Gravity zal u nog niet kennen. Daar wil deze cd-recensie iets aan verhelpen. Deze Progressieve Metalband werd in 2001 opgericht door bezielers Pieter Belmans (drums), Marc Beckers (keyboards & gitaar) en Dirk Vollon (bas). Door toevoeging van Sven Dupon (zang) en Alex Vanhaesendonck (gitaar) anno 2003 werd een vaste line-up opgesteld. Onder deze bezetting werd het 30-minuten durende album ‘Passages’ enkele maanden geleden opgenomen. En het resultaat mag er echt wel wezen. Met een
25
de heer Mike Portnoy, is hij helemaal niet zo blij met deze uitgave en overweegt hij een rechtzaak tegen het platenlabel. Ongewenst heeft dit label deze cd samengesteld en uitgegeven. Hij zegt zelf op zijn forum: “Dit album komt uit zonder mijn toestemming of goedkeuring. Ik zie hier ook geen cent van terug. Ik vind deze werkwijze van Magna Carta niet alleen respectloos, maar ronduit crimineel. Ik ben compleet sprakeloos.” Aldus de zeer aangeschoten Mike. Deze cd is dan ook niet meer dan een verzameling van verschillende cd’s. De hoofdbezigheid van deze artiest is drummen bij Dream Theater, maar in zijn vrije tijd speelt hij graag wat andere muziekstukken. Zo vind je twee covers van Rush (‘Working Man’ en ‘By-tor and the Snow dog’). Deze cd bevat niet alleen instrumentale nummers zoals de ‘Mad March’ en Freedom of Speech’ maar ook (gelukkig) nog wat zang zoals op de Rush tributes. De nadruk blijft echter altijd wel bij de instrumenten liggen. Het blijf natuurlijk wel zo dat alles wat er hier op staat wel van een bepaalde klasse is. Deze cd is (al was het op een andere manier uitgegeven) een leuke verzamelaar als je nog niks van deze artiest heb. Meer info: www.mikeportnoy.com www.dreamtheatre.com www.magnacarta.net Basil Cahuzak STEVE MORSE PRIME CUTS: MAGNA CARTA SESSIONS Magna Carta MAX 1003-2 Distr.: PIAS
• Steven J. Morse is geboren op July 28, 1954 in Hamilton, Ohio, USA. En al snel wist hij dat hij gitaar wilde spelen. Zijn moeder, een pianiste steunde hem meteen daarin. Rond zijn twintigste begon hij met zijn eerste groepje. Samen met zijn broers richtte hij Dixie Grid op. Een voorloper op zijn meest succesvolle band The (Dixie) Dregs. Na het succes bij deze band is hij de solo tour op gegaan en heeft hij onder de naam ‘The Steven Morse Band’ een paar cd’s en succesvolle tournees gemaakt. In 1994 vervangt hij Richie Blackmore bij
26
Deep Purple, waar hij volgens zijn biografie nog steeds bij is. Deze cd is een leuk overzicht op het werk van deze speciale gitarist en bevat een paar leuke covers onder andere van Rush (La Villa Stragiato) en Yes (The Clap). De rest van de liedjes zijn afkomstig van zijn soloalbums: The Steve Morse Band, Vapourspace en van gastoptredens bij onder andere Jordan Rules. Voor de echte liefhebber van instrumentale cd’s is dit waarschijnlijk de max, maar voor mij persoonlijk niet echt. Plus dan is er nog de vraag of Steve Morse wel zo blij is met deze release? Want er zijn al veel artiesten bij dit label vertrokken door dubieuze praktijken van het management, onder andere: Magellan, Shadow Gallery en Mike Portnoy. Meer info: www.stevemorse.com www.guitarshow.com.au www.magnacarta.net Basil Cahuzak STEVE WALSH SHADOWMAN Frontiers Records FR cd 249 Distr.: Rough Trade • Ok, clichématig zal ik openen met wie kent ‘Dust in de Wind’ van Kansas niet? Deze belegen hit dateert al van 1978. Wat heeft dit met Steve Walsh te maken vraag je je af? Alles dus, hij was niet alleen frontman van Kansas maar ook heeft hij een paar soloalbums op zijn naam staan. Na ‘Glossolalia’ is het nu de beurt aan ‘Shadowman’. Deze cd is doorspekt met hedendaagse muziekstijlen. ‘Hell is Full of Heroes’ zit vol met electronica en de beats blazen je om de oren, niet dat het slecht is maar niet echt mijn stijl. Verder luistert deze cd gewoon lekker weg en de titeltrack ‘Shadowman’ is gewoon klassieke AOR die we van hem gewend zijn. Leuk weetje, op ‘After’ speelt oud collega David Ragsdale (Kansas) een lekker stukje viool mee op dit bijna tien minuten durende epos, zalig gewoon. De hele cd klokt een kleine zeventig minuten af en is dus lekker volgepropt met zalige zang, gitaren en violen. Deze grijze duif loopt al 54-jaar op deze wereld rond en maakt al sinds 1970 de podia onveilig. Ik denk dat hij nog wel een paar jaartjes mee zal draaien in de business. Zoals hij onlangs liet zien op Arrow Rock in Nederland is hij nog altijd niet versleten en rockt hij als de nete!!! Meer info: www.stevewalsh.com www.frontiersrecords.it Basil Cahuzak
WHITE SPIRIT WHITE SPIRIT Castle Records Cmedd 1143 Distr.: Sanctuary Records
• Deze cd zal de hartjes van menig NWOBHM fan bekoren!! Eindelijk na 25 jaar is deze plaat op cd verschenen. White Spirit werd beschouwd als een van de grondleggers van het genre, samen met vele andere natuurlijk. Maar het blijft een speciale band, alleen al omdat er een paar bekende koppen meespeelden. Janick Gers die we uiteraard kennen van eerst Gillian en daarna de vaste gitarist (lees: gitarist/clown) van Iron Maiden. En Brian Howe kennen we als zanger van Bad Company. Brian is wel een bandlid geweest, maar deze cd is ingezongen door Bruce Ruff. Of Howe ooit wat opgenomen heeft met de band is onbekend. De cd begint zeer sterk met ‘Midnight Chaser’ naar mijn mening het beste wat de band geschreven heeft, en het bevat alle ingrediënten van de NWOBHM. ‘Red Skies’ is dan aan de beurt en dat is ook al zo een dijk van een lied. De band heeft als grote voorbeeld Led Zeppelin en dat hoor je door onder andere de Hammond orgel. Met ‘High upon High’ (lied drie) neemt de band wat gas terug en schakelen ze over op lekker in het oor liggende Rock and Roll, en die snelheid houden ze aan tot aan het einde. In totaal heeft deze cd maar zeven liedjes maar de jongens van de industrie hebben hun huiswerk gedaan en hebben er een tweede cd tegen aan gegooid waarop al hun demo’s en zeldzame tracks. Meer info: www.santuaryrecords.com Basil Cahuzak RUSSELL ALLEN / JORN LANDE THE BATTLE PLACE VENDOME PLACE VENDOME Frontiers Records FRCD 257/260 Distr. Soul Food
Keys & Chords
• Een tijdje geleden kregen we op de redactie een split promo-cd toegestuurd. Van het album ‘The Battle’ van Allen/Lande en van ‘Place Vendome’ van Place Vendome staan hier elk vier tracks/excerpts verzameld. Russell Allen kent u als zanger van Symphony X die tot heden een live- en zes studioalbums uitgebracht heeft. Samen met zanger Jorn Lande van Masterplan brengen ze deze ‘The Battle’ uit, waarvan het artwork verzorgd werd door Rodney Matthews (van onder andere Diamond Heads ‘Borrowed Time’). De nummers die ik hier hoorde verraden hun vaders: progressieve Metal. De nummers ‘Another Battle’, ‘Wish for a Miracle’, ‘My own Way’ en ‘The forgotten Ones’ die ik horen kon klinken direct en maken dankbaar gebruik van de twee getalenteerde stemmen. De grote naam achter die van Place Vendome is die van Michael Kiske, frontman van Helloween. Deze bezige bij heeft tevens zijn stem geleend aan de Rockopera’s ‘Avantasia’ en ‘Aina’, om maar aan te tonen hoe bekend zijn stembanden klinken. ‘Place Vendome’, genoemd naar het vernieuwde Parijse wereldplein, opgericht door Frontiers Records baas Serafino Perugino bevat elf tracks. Volgens Kiske komt de melodische Rocksound in de buurt van die van bands als Foreigner of Journey. Straight dus! Kiske kreeg voor dit album hulp van drummer Kosta Zafiriou en gitarist Uwe Reitenauer (beide van Pink Cream 69) alsook van Gunther Werno op keyboards (Vandenplas). Een beetje Franse hoofdstad in uw kast? Dat kan. Meer info: www.frontiers.it Gerry Croon
Het donkere ‘Man made Machine’ met lage pianoaanslagen en een woekerende ritmiek op de toms vormt de topper van dit album. In het korte en ludieke ‘The Recipe’ tovert Carl een accordeon uit zijn toetsen. Het acht minuten durende ‘This is Home’ is een waardige afsluiter van dit geniale album. Elk nummer valt aan te prijzen en heeft iets waardoor het blijft hangen. Variatie en dynamiek zijn troef. Muziek begint met een goede songwriting, iets waar dit duo perfect in geslaagd is. Conclusie: ik ben fan. Meer info: www.insideoutmusic.com Gerry Croon DIVING FOR PEARLS TEXAS Atenzia Records 02016 Distr.: Atenzia Records • Verwarrende cover: twee stieren die tegen elkaar aanbotsen en zo tot een gemuteerde symbiose
CARPTREE MAN MADE MACHINE InsideOut Music IOMCD 223 Distr.: SPV • De titel van dit album wordt u meteen duidelijk als u de spiegel achter de geblinddoekte vrouw op de cover aanschouwt. Het visuele blijkt al dik in orde te zijn! Het Zweedse duo Niclas Flink (zang) en Carl Westholm (keyboards) vormen samen Carptree. Deze ‘Man made Machine’ verschijnt twee jaar na het goed onthaalde ‘Superhero’. Ik kende Carptree niet, maar dit klinkt echt wel goed. Ik durf het te omschrijven als symfonische progressieve Pop/ Rock. Een resem bevriende muzikanten, die schuil gaan onder de naam No Future Orchestra, zorgen voor gitaar, bas, drums, percussie en achtergrondgezang. Nummer ‘The weakening Sound’ verbaast me ronduit door een dynamische opbouw en het frivole pianogeklater. Ik ben dol op symfonische muziek, niet verwonderlijk dus dat het rustige ‘The Man you just became’ met een geladen strijkerinzet me onmiddellijk behaagd. Iets verder tijdens dit nummer hoort u zelfs een beetje koperblazers.
Keys & Chords
omgevormd worden. Cowboys, het Wilde Westen, Sioux? In ieder geval wel Bush zijn homeground ‘Texas’. Ergens in 1989 verscheen Diving for Pearls voor het eerst op de wereld met een nu nog steeds erg gezochte release. Daarna werd het erg stil rond stichter en zanger Danny Malone. Deze ‘Texas’ maakt een einde aan deze stilte. Diving for Pearls, genoemd naar een passage uit het Elvis Costello nummer ‘Shipbuilding’,raakt met dit nieuwe studioalbum het hart van de trouwe Melodic Rockfanaten. ‘Texas’ steekt meteen van wal met ‘Thinking about things that will never be’, een stevig Rocknummer. Niet veel later bouwt de ballade ‘The Thruth is’ een moment van rust in. ‘Broken Man’, onmiddellijk gevolgd door ‘Heaven only knows’, doet me eventjes denken aan de populaire formatie The White Stripes. Een gitaarsolo hoort u tijdens ‘Lonely is the Dark’. Een ander opvallend nummer is afsluiter ‘Stop the world from turning’ dat ergens wel bluesy klinkt. Ik bombardeer deze tot mijn lievelingstrack. Alle twaalf nummers moeten het vooral hebben van een catchy melodie en de indringende zang van Danny. Vele plotse wendingen in de songs moet u niet verwachten. Al snel
merkt u waar de song heen wil. De teksten lijken soms al eens eerder gehoord te zijn. Toch best een aardig schijfje. Meer info: www.atenzia.com Gerry Croon JUKKA TOLONEN BAND JTB Lion Music LMC 144 Distr.: EAN Jukka Tolonen, geboren te Helsinki in 1952, is niet alleen Finlands nationale gitaarheld maar profileert zich tevens als één van de werelds meest gerespecteerde gitarist. Hij kan zijn mannetje staan, dit zowel binnen een blues, rock of zelfs jazzomgeving. In 1969 besteeg hij voor het eerst het podium samen met andere getalenteerde Finnen. Samen vormden ze de populaire rock/jazz formatie Tasavallan Presidenti, met wie hij vier albums registreerde. Terzelfder tijd, met een andere band eenvoudig weg Wigwam genaamd, nam hij nog eens twee andere geroemde studioalbums op. Om maar aan te tonen hij bezig deze bij wel is. Maar deze JTB-uitgave dateert van 1977 en wordt als één van Jukka’s beste albums ooit omschreven. Een gezellige sound, zo klinkt me deze uitgave. Ideaal om een etentje thuis mee op te fleuren. Een tiental kleurrijke nummers staan hier verzameld. De tijd heeft geen vat op zulke muziek. Gezapige ritmes, frisse gitaar- en saxofoonsolo’s die heel eenvoudig willen beginnen maar enorm complex eindigen (bijvoorbeeld in ‘Riven Cocos’), een ondersteunend maar facetrijk blaaswerk, strakke tempwisselingen. Naast de meer dwepende songs, komen er ook rustige, sfeervolle nummers voor (‘Ping Pong’). Aangename muziek dus. Als je disgenoot links van u zich niet kan houden en luchtgitaar begint te spelen, dan weet u zeker dat u de gepaste muziek hebt opgezet. Een geslaagd en reeds op voorhand als legendarisch bestempeld etentje wacht op u. Meer info: www.lionmusic.com Gerry Croon
27
IAN ANDERSON PLAYS THE ORCHESTRAL JETHRO TULL WITH THE FRANKFURT NEUE PHILHARMONIE ORCHESTRA
Wie van de goede sixties-muziek houdt zal ongetwijfeld deze man wel kennen. Ian Anderson, oftewel de duizendpoot van de moderne rockwereld. Zyx bracht een knappe cd en gelijkaardige dvd op de markt en als ik zeg knap dat bedoel ik dit ook tenvolle. Ian Anderson leidt al een goede zesendertig jaar de legendarische rockgroep Jethro Tull, die begin jaren zestig zeer snel aan populariteit won dankzij hun schitterende langspelers, zoals ‘Benefit’, ‘Stand Up’, ‘This Was’, ‘Aqualung’ en vooral hun meesterwerk ‘Thick As A Brick’ wat nog steeds beschouwd wordt als hun knapste langspeler. Niet alleen werden ze beroemd door hun uitmuntende langspelers maar ook dankzij hun schitterende vertolkingen op de bühne. Ikzelf kan me hun sixties-concerten, die ze destijds in Vorst-Nationaal ten beste gaven, nog zo voor de geest halen. Ik zie het allemaal nog gebeuren. Dit waren momenten die je echt niet kon vergeten en die permanent in je geheugen gebrand staan. Maar nog steeds trekt Tull volle zalen, ongeacht waar, wanneer en de capaciteit van de zaal speelt geen rol. Het zijn steeds uitverkochte zalen. En dan spreek ik niet van Club 100 (Londen), de Vooruit te Gent of de Elisabethzaal in Antwerpen maar over serieuze concertzalen zoals Hammersmith Odeon, Royal Albert Hall enz. De chemie is nog steeds aanwezig
28
en ik denk dat dit nog wel enkele jaren zal blijven doorgaan. Maar tussen al dat werk door heeft Ian nog wat tijd gevonden voor iets nieuw. En dat is waar deze cd en dvd over gaat. Anderson speelt met zijn band, bestaande uit hemzelf aan de akoestische gitaar, fluit, bamboefluit en zang, James Duncan (drums), David Goodier (bas), John O’Hara (keyboards , accordeon én dirigent) en Florian Opahle (gitaar), voornamelijk nummers van Jethro Tull en heeft voor deze gelegenheid een goede twintigtal songs geselecteerd die voor deze gelegenheid geschikt waren. Uiteraard ontbreken enkele Tull-knallers niet op het appél : ‘Bourée’ (hun sixties-hit bij uitstek en nog steeds een veel gedraaid nummer), ‘Mother Goose’, ‘Aqualung’, ‘My God’ en natuurlijk hun tweede megahit ‘Locomotive Breath’. Verwacht je niet aan de ‘normale’ versie van deze nummers, neen, daar ging het niet om. Het was om een klassieke indruk weer te geven van de Jethro Tull-nummers. De nummers worden door Ian zelf aan elkaar gepraat en die man beschikt niet alleen muzikale talenten maar weet op een échte Engelse én ludieke manier zijn introducties waar te maken. Je kan naar deze man blijven luisteren, zelf ook zonder muziek. Maar voor alle duidelijkheid, de meloJethro Tull 2001:
Keys & Chords
dieën blijven herkenbaar. Het publiek weet dit zeer goed te appreciëren want handgeklap stijgt ten hemel bij de eerste noten van ieder nummer. Op het tweede schijfje staan zowat de meest bekende nummers, zoals ‘Aqualung’, ‘My God’ en ‘Locomotive Breath’. Voor de gelegenheid krijgen we een schitterende, lange versie van ongeveer tien minuten van ‘Aqualung’, met een knappe intro van het groot orkest en de dwarsfluit van Ian. Wat volgt is pure klasse. Weer bewijst Ian nog steeds één der allergrootste dwarsfluitisten ter wereld te zijn. Het nummer ‘My God’ ondergaat dezelfde metamorfose als ‘Aqualung’ en wordt nu bijna negen minuten lang. Ook hier weer een prachtige aanloop naar het uiteindelijke nummer dat zacht wordt ingezet op de akoestische gitaar en net zoals bij het origineel na de tweede strofe de volledige back-up krijgt van band en orkest. En geloof me, dit is geen eenvoudig nummer. Het snoepje van de avond, en het nummer werd onmiddellijk herkend door het publiek dat nu wild werd, was ‘Locomotive Breath’. Neen, ik ga me niet meer herhalen, nee, koop deze dubbel-cd en dvd en (her)beleef weer deze ontzettend leuke momenten die je tijdens de jaren zestig ook beleefd hebt. Misschien kan een jointje je hierbij helpen alhoewel dat niet echt noodzakelijk is, want deze muziek werkt nog steeds even verslavend zoals destijds. De dvd is dezelfde muziek maar met beeld en hierop vind je ook enkele interviews met Ian Anderson. Hij spreekt over diverse din-
gen en hoe je tegenwoordig voor minder geld even hoogwaardige cd’s kunt maken dan toen je daarvoor nog naar een grote studio moest. Anderson heeft begin jaren tachtig zijn Londense studio’s verkocht en heeft nu thuis, ergens op het Engelse platteland, een volwaardige studio gebouwd. Ian beweegt nog steeds met diezelfde stijl en gratie zoals hij dat ook de afgelopen zesendertig jaar heeft gedaan. Bij zijn intro’s spaart hij niets of niemand en luister vooral naar de intro van Boris (Yeltsin) Dancing. Voortreffelijk! Laat je zeker niet misleiden bij de intro van ‘Aqualung’. Het is alsof hij de Deep Purple-richting wil uitgaan maar niets is minder waar. Dankzij de splitscreen-technologie wordt het geen saaie dvd om naar te kijken, maar ook zonder die technologie was het voor mij een ware belevenis. Ach, noem het maar een rockconcert met groot orkest, alhoewel dit niet de opzet was van Anderson, maar voor mij was het een ‘klassiek’ rockconcert gebracht door muzikanten die perfect de sfeer van Jethro Tull hebben kunnen weergeven. En dat alleen al maakt dit concert zéér opmerkelijk. Wanneer krijgen wij dit spektakel hier in België te zien? Meer info: www.zyx.de Alfons Maes
ZYX Records ZYX 20723-2 DVD 3082
Jethro Tull omstreeks 1976: Ian Anderson (zang, fluit) John Evans (keyboards), Martin Barre (gitaar) • © Alfons Maes
Keys & Chords
29
UK import cabaret project
JOHN BARROWMAN John Barrowman en Beverly Holt
Dinsdag 12 juli 2005, Feestzaal Stadhuis, Aalst Een internationale musicalster die op zo maar een zomeravond naar onze keizerlijke stede afzakt, om een eenmalig theaterconcert te geven? Inderdaad, de wonderen zijn de wereld nog niet uit! Hier bij ons is hij niet zo bekend, maar toch zat de feestzaal bijna vol. Een internationaal publiek uit de UK, Nederland, Duitsland en uiteraard België vulde de zitjes. Musicalliefhebbers kennen hem natuurlijk al jaren, door zijn hoofdrollen in musicals/ toneelstukken in het Londense West End en op Broadway in New York. Enkele titels: ‘Anything Goes’, ‘Sunset Boulevard’, ‘Hair’, ‘Beauty And The Beast’, ‘The Phantom Of The Opera’, ‘Chicago’, ‘Love’s Labours Lost’, ‘Company’, ‘Putting It Together’, ‘Miss Saigon’, ‘Matador’, ‘Evita’, ‘Aspects Of Love’, ‘Rope’. Daarnaast was hij te zien in de tvshows ‘Central Park West’, ‘Titans’, ‘Stop At Nothing’, momenteel als captain Jack in de sf-reeks ‘Dr. Who’ (voor de lezers van ons zustermagazine), en in de bioscoopfilms ‘De-Lovely’ (zie een vorig nummer), ‘Shark Attack III’, ‘Megalodon’, ‘Method’ en binnenkort ‘The Producers’. John presenteerde ook programma’s op de BBC zoals ‘Live And Kicking’, ‘Electric Circus’, ‘The Movie Game’ en voor Channel 5 ‘5’s Company’. Voor zijn rol in Sam Mendes’ productie ‘The Fix’ werd hij zelfs genomineerd voor een Olivier Award. En alhoewel hij een echte Schot is van geboorte (uit Glasgow), verhuisde hij met zijn familie naar de USA, waar hij een opleiding Musical Theatre volgde. De Chicago Tribune schreef over hem: “John Barrowman established that it’s possible to look like Tom Cruise and sing like a dream”. Ondertussen heeft hij overal ter wereld al optredens gegeven, o.a. met de Boston Pops, Indianapolis Symphony Orchestra, de London Symphony Orchestra en de National Symphony Orchestra. In Aalst werd hij begeleid door zijn vaste pianiste, de Amerikaanse Beverly Holt. John heeft ook enkele solocd’s uitgebracht zoals ‘John Barrowman Swings Cole Porter’, ‘John Barrowman: Reflections From Broadway’, ‘John Barrowman: Aspects Of Andrew Lloyd Webber’ en ‘The Music Of Andrew Lloyd Webber’.
liedje naar Robert Burns volgden, waarna ‘Give My Regards To Broadway’ en een medley uit ‘Yankee Doodle Dandy’ kwamen. John herinnerde ons aan de onschuld die wij koesterden voor de aanslagen van 9/11, en combineerde ‘Try To Remember’ met ‘Hero’ (Enrique Iglesias). Cole Porter’s muziek heeft een grote impact op hem, dus bracht hij ‘Anything Goes’. Een beeld van New York dat hem bijbleef was Audrey Hepburn op een trap, en ‘Moon River’ koppelde hij daaraan. Uiteraard is John bezeten van movie musicals, en ‘Miss Otis Regrets’ (weerom van Cole Porter) bewees dat. Shirley Bassey’s ‘I Am What I Am’ was het laatste nummer. Na enkele minuten kwam John weer op voor de bisnummers: hij vertelde ons over zijn workshop voor kinderen ‘The Dreamers’, en zong het thema daaruit. Daarna volgde een song uit een Stephen Sondheim productie, een tune uit de tv-show ‘Bobby’, en tot slot combineerde hij de Amerikaanse spiritual ‘Amazing Grace’ met het Schots volksliedje ‘Bonnie Bands Of Loch Lomond’. Het was een opmerkelijk optreden, van hoogstaand niveau. Iets waar we veel te weinig van krijgen! Met dank aan Musical Solo Productions. Meer info: www.musicalsolo.com Patrick Van de Wiele
Na een informele entree begon John met ‘Love Changes Everything’, gevolgd door ‘Fools Rush In’. Tussendoor grapte hij er op los, ondermeer over zijn informele kledij (zijn schoenen bij zijn kostuum was hij vergeten). ‘Where Or When’ en een Schots
30
Keys & Chords
Smooth Jazz (eindelijk) (eindelijk) in onze contreien
Mijn smaak qua favoriete muziekgenre is de laatste jaren geëvolueerd naar smooth jazz, dat zullen de attente lezers van dit magazine al wel ondervonden hebben. Vroeger zweerde ik bij soul, disco, funk, jazzfunk enz. Eigenlijk allemaal muziekgenres die nu met de term R&B aangeduid worden. Maar waar komt smooth jazz dan vandaan? In het nummer 0 van dit magazine schetste ik in het kort de geschiedenis van smooth jazz. Jazz is eigenlijk het muzikale genre waarin een muzikant zich het creatiefst kan uitleven. Improvisatie is trouwens een onderdeel dat eigen is aan jazz. Maar bij de term jazz denken de meeste nog aan de hoogdagen van Louis Armstrong, Duke Ellington enz. Nochtans is jazz geëvolueerd in verscheidene modernere richtingen, zoals fusion, contemporary jazz en smooth jazz. Over deze verschillende benamingen bestaan hele discussiegroepen op het internet. Zijn dergelijke discussies wel nodig, want ‘what’s in a name’? Waar jazzpuristen zeer lang weigerachtig tegenover stonden, is het feit dat jazzmuziek in de jaren ‘60 achteruit boerde. Het fenomenale succes van de popmuziek met groepen als The Beatles en de vitaliteit van de rockmuziek waren hiervoor verantwoordelijk. Een deel van de jazzmuzikanten begon te experimenteren met elementen uit rockmuziek, en die in hun muziek in te brengen, te fusioneren. Zo ontstond jazzrock of fusion. Fusion heeft een goede beat, heel wat solo’s en improvisatie. Denk hierbij aan Miles Davis, Chick Corea en Weather Report. Carlos Santana moet vermeld worden als diegene die een grote invloed had op het kruispunt van progressieve rock en fusion. Toen echter in het midden van de jaren ‘70 de rock artistiek achteruit ging, stond fusion voor een mengeling van jazz met easy-listening popmuziek en lichte R&B. Van die kant waren er traditionele jazzmuzikanten zoals George Benson, Ramsey Lewis, en Grover Washington die elementen uit R&B groepen (zoals Earth, Wind and Fire) overnamen. Dit leidde tot jazzfunk (wat soms ook fusion genoemd wordt). Het moet wel gezegd worden dat voorheen al artiesten als Brother Jack McDuff en Booker T een mengeling van soul en jazz speelden. Maar laten we de Jazz Crusaders niet vergeten, die later hun naam afkorten tot The Crusaders. Nog meer artiesten uit dit subgenre zijn Mezzoforte & Herbie Hancock. Dit was eigenlijk ook eigentijdse jazz, en gezien er toen nog geen sprake was van smooth jazz, bevatten hun platen een mengeling van echte jazz, up-tempo tracks maar ook meer zachte R&B. Hoe dan ook zowel contemporary (eigentijdse) als smooth jazz zijn beide uitvloeisels geworden van die fusion. Contemporary jazz groeide uit een combinatie van fusion en progressieve rock. Hier ligt de nadruk op de song zelf, op de melodie, wat maakt dat je de songs
Keys & Chords
opmerkt zoals een pop- of rocksong. De term was commercieel gezien een succes, maar jazzpuristen riepen luid dat dit geen jazz meer was! Veel van de muzikanten hadden hun kunst omgevormd in een vorm die toegankelijker was voor een eigentijdser publiek, een crossover. Artiesten: Rippingtons, Spyro Gyra, Yellowjackets, Lee Ritenour, Acoustic Alchemy, David Sanborn. Contemporary Jazz is eigenlijk een term die de verschillende variaties van populaire, mainstream jazz uit de ‘80s en de ‘90s omvat. Instrumentale contemporary jazz is gewoonlijk samengesteld uit een combinatie van a) fusion, met de nadruk op rock en funk ritmes; b) pop-jazz, met de nadruk op herkenbare melodieën; c) smooth jazz, waar ik het hierna over heb; en d) cross-over jazz en contemporary funk, met een gepolijste productie en R&B invloeden. Niet alle contemporary jazz artiesten zijn schuw van improvisatie, maar de meeste instrumentalisten leggen de nadruk op een gepolijste productie, melodie en toegankelijkheid. Bij vocale jazz is er ook weinig improvisatie, en de opnames getuigen van verfijning, al dan niet een combinatie van pop, R&B en jazz. Hier prijkt Sade als trendsetter met haar ‘Your Love Is King’ uit 1984. Van fusion tot cross-over Maar nu komt de kat op de koord! Wat is nu smooth jazz? Wel bovenstaande artiesten vulden de eerste contemporary jazz radioshows die meestal ‘s avonds laat uitgezonden werden. De sfeer situeerde zich in een luxueus ingericht penthouse in de stad, met gedimde lichten, een rode bedsprei, kortom een relaxte omgeving, waarin de zachtere songs van deze artiesten tot hun recht kwamen. Dat was de basis van het smooth jazz formaat. De elpee ‘Breezin’’ van George Benson is de roots van smooth jazz. Met dit album uit 1976, dat platina haalde en bekroond werd met een Grammy Award, werd hij een pop superstar. Het merendeel van deze elpee is een zachtere variatie van zijn werk op het CTI label, waar zijn toenmalige band de funk elementen inpompte. En toch is het de enige vocale track, nl. een cover van Leon Russell’s ‘This Masquerade’ (één van mijn lievelingsnummers), ook weer bekroond met een Grammy, waarin George zijn nieuw handelsmerk tentoonspreidde. Hij scatte samen met zijn gitaarsolo’s. Het album bereikte de top van de pop elpee charts. Voor Benson was dit niet zozeer een doorbraak, maar wel een koersverandering, want
31
de gitaar stond nog steeds centraal. Smooth jazz werd definitief op punt gesteld door Kenny G met de elpee ‘Songbird’. Maar de radiostations in de US (zoals Wave, KKSF, WNUA, enz.) hadden geen naam voor deze muziek. Voor vele luisteraars was dit geen probleem. Het probleem stelde zich echter bij de verkoop en de publiciteit. Hoe adverteer je een product en verkoop je het wanneer er geen naam voor bestaat? Tijdens een enquête onder de luisteraars kwam de term ‘Smooth Jazz’ naar boven. Bij smooth jazz is het meer de sfeer die telt dan de song zelf, je hoort niet zoveel catchy melodieën, het is meer een groove met af en toe een solo, maar die er nooit echt bovenuit steekt. Het is aangenaam om naar te luisteren, en het geheel wordt omgeven door strijkers of synthesizers om de sound nog zachter te maken. Smooth Jazz legt dus de nadruk op de gepolijste kant van de muziek. Het genre moet het meer hebben van ritmes en grooves dan van improvisaties. Het woord ‘smooth’ zelf impliceert dat het zacht is. Je kan smooth dus een uitgroei van contemporary noemen, maar uiteraard zijn er weer substijlen. En dan is er de new age van jazz, een mix van contempo/smooth, wat men in de USA ook N(ew) A(dult) C(ontemporary) noemt. Toen Kenny G zijn elpee ‘Songbird’ en volgende uitbracht, was ik onmiddellijk in de ban van zijn nieuwe sound. Ik kende hem al van in zijn jazzfunk periode toen hij speelde met Kashif en Jeff Lorber. Met deze nieuwe sound verkocht hij wereldwijd miljoenen elpees en cd’s. Toch is hij hier in België niet zo bekend. Kenny G(orelick), die trouwens het wereldrecord op zijn naam staan heeft om de langste noot aan te houden, speelt saxofoon zoals geen ander. Hij nam de lichtste vorm van fusion en mengde die met een vleugje Quiet Storm uit de jaren ‘70, wat resulteerde in een suikerzoete, verleidelijke en zachte instrumentale sound. Saxofoon is misschien het meest gebruikte instrument in smooth jazz, maar evengoed kan dat klassieke en elektrische gitaar, piano, keyboards, klarinet enz. zijn. Artiesten van deze cross-over zijn: Kenny G, Dave Koz. Dus denk eraan… het geluid, het gevoel, de stemming komt eerst. Maar wie kan het wat schelen? Eigenlijk zijn er slechts twee soorten muziek: goede en slechte (of waar je van houdt en waarvan niet). Licht in de duisternis Smooth jazz muziek is ons onze contreien zo goed als onbekend. Mijn pogingen om platenfirma’s en concertorganisaties warm te maken voor dit soort muziek in ons land draaiden op niets uit. Meer dan eens geldt het motto: onbekend is onbemind! Toch zijn er enkele lichtpuntjes in het duister. In Antwerpen draait het radiostation CROOZE. fm sedert maart van vorig jaar op 104.2 FM haar uitzendingen als lifestyle radiostation. De muziekgenres smooth jazz, nu-soul, funk en soft pop kregen een onderkomen. Het is een radio met muziek en informatie met stijl voor luisteraars met stijl die houden van de goede en de mooie kanten van het leven. CROOZE.fm zit nu nog in de startblok-
32
ken, maar binnenkort zullen we er nog veel van horen. Lokaal werd het muziekstation zeer gesmaakt, en via de webstream kon de rest van Vlaanderen ook kennismaken. Ik ontdekte ze enkele maanden geleden, en was aangenaam verrast toen ze de eerste Belgische smooth jazz compilatie ‘Jacuzzi Jazz’ realiseerden. Ondertussen promoten ze ook een smooth jazz cruise naar de Caraïben. Meer info: www.crooze.fm Een tweede lichtpuntje is de Nederlandse band Out Of The Box. Ik kwam via het internet met hen in contact. De band bestaat uit Inge Wenzel (keyboards, vocals en drum programming), Marijn Eland (basgitaar, vocals en drums), en Douwe Laansma (alt en sopraansaxofoon). Sinds kort is daar ook gitarist Aart van Overmeir bijgekomen. Marijn volgde tussen zijn achtste en zijn achttiende vioolles. Maar op zijn veertien à vijftiende speelde hij drum en basgitaar in een pop/cover/soulfunk bandje. Zelf bezat hij echter die instrumenten niet. Op zijn achttiende maakte hij een single met Marcel Van de Singel. Later maakte hij in een latin/popband kennis met Inge Wenzel. Met haar zou hij vanaf 1989 blijven samenspelen. Uiteindelijk kocht hij in 1998 een basgitaar. Na zijn idolen van het eerste uur zoals Earth, Wind & Fire, Mezzoforte, en Level 42, evolueerde hij naar het basspel van Marcus Miller. Het was overigens precies deze gitaarklank die hem tot de aankoop van een Fender jazz bas deed overgaan. Inge Wenzel is een heel ander verhaal. Zij komt uit een muzikale familie en speelde op haar achtste al op een Bontempi orgel. De volgende twee jaar volgde ze orgelles, en daarna deed ze zo’n zes jaar aan zelfstudie. Op haar zestiende ging ze naar de muziekschool en speelde er verschillende stijlen. Daar leerde ze Marijn als percussionist kennen in een latin/popband. Op haar negentiende trok ze naar het conservatorium, waar ze vijf jaar elektrisch orgel en daarna ook keyboards studeerde. Dit laatste kwam via de invloed van Marijn die haar met o.a. met platen van The Yellowjackets liet kennismaken. In 1992 studeerde ze af als docerend musicus voor elektrisch orgel, en in 1996 voor keyboards. Tussendoor trad ze op onder de naam Brainwave met easy-listening muziek. Tussen 1998 en 2000 zat ze met Marijn (op basgitaar) in de groep Mind The Gap. Hier werd soul gespeeld plus de betere onbekende tracks van o.a. Jeffrey Osborne, Chic, Lisa Stansfield en Tavares. De band ging uiteen door meningsverschillen over het leiderschap. Dat moest normaal immers aan Inge toekomen! Inge gaf overdag les op de muziekschool. Tegelijkertijd splitte de groep Soul Power, waarvan Douwe de ex bandleider was. Toevallig ontmoette het trio mekaar, het gesprek kwam op smooth jazz en de rest is geschiedenis. Inge werkt (en praat) momenteel in een sneltreinvaart. Zij wijdt haar creatief proces aan een vrijmaking van de jaren opgekropte frustraties. Ook vindt ze het leuk om te horen en te zien dat tijdens het componeren van stukken, ze vanzelf in een bepaalde richting gaat zonder
Keys & Chords
dat ze er erg in heeft. Inspiratie moet echt komen, en komt soms door hele “vreemde” dingen. Zo kreeg ze inspiratie door het ritme van een duif op het dak. Binnen een half uur ontstond zo een nieuwe track! Beelden werken ook op haar fantasie, voornamelijk de natuur. Inspiratie komt door een bepaald gevoel of geluid dat ze hoort, of via een bepaalde artiest op radio of cd. Dat wordt dan weer beïnvloed door de stijlen waarmee ze is opgegroeid (voornamelijk soul en ballades) en wat ze dagelijks hoort. Onder haar muzen rekent ze Koinonia, Mezzoforte, Yellowjackets (de oudere cd’s), Brian Culbertson, David Benoit, en verder de soul van James Ingram, Jeffrey Osborne, George Duke, EW& F. enz. Toen Marijn in 2003 aanvaard had om op het bedrijfsfeestje van zijn werkgever zijn Out Of The Box te spelen, werden op enkele weken tijd zo’n vijftien nummers ingestudeerd. Marijn had vooraf al beslist om met zijn drieën te blijven en af en toe gastmuzikanten aan te nemen. Douwe Laansma is dus de saxofonist van de groep. Hij bespeelt zowel de alt- als de tenorsax. Hij studeerde aan het conservatorium in Arnhem en zat in de jaren ’80 in heel wat bands. Met de jazzrock formatie Midnight Straphanging geraakte hij zelfs tot in de finale van de Heineken Crossover-award. Maar ook blues, disco, soul, funk en bigband zijn hem niet vreemd. Douwe werd aangemoedigd om meer op de voorgrond te treden en dat lukte. Ondertussen is op 10 juni jl. hun eerste cd ‘Steppin’ Out’ in eigen beheer uitgekomen. Ik laat Inge even aan het woord: “Anders dan bij andere muziekstijlen is o.a. een belangrijk aspect van de smooth jazz dat de “sound” in orde is (transparantheid). We hebben bij Emiel van Egdom er ontzettend hard aan moeten trekken om dit te bereiken. Vooral omdat we met eigen eenvoudige middelen de opnames gemaakt hebben en ermee naar Emiel gegaan zij, die het mixen en de master-productie voor zijn rekening nam, wat letterlijk dag en nachtwerk is geweest om het de juiste sfeer te geven. Ook hebben we ontzettend veel geleerd bij Emiel zowel op muzikaal als mentaal gebied! Het was een genot om deze man te zien werken en horen vertellen wat hij heeft meegemaakt en wat hij ons heeft geleerd! Een ontzettende leerzame ervaring en we hebben de smaak te pakken om in de toekomst hiermee door te gaan!”
van arrangementen, behalve ‘One Moment’ (samen met Douwe) en ‘Drifting Clouds’ (samen met Douwe & Marijn). En ja, ondergetekende leverde de titel van deze cd. Zo is het ook een beetje mijn kindje. Toch kan ik niet anders dan deze cd aanbevelen, al was het maar om smooth jazz bekender te maken! Meer info: www.outofthebox-smoothjazz.nl Op vrijdagavond 2 september as spelen ze op het Rhinetown Jazz festival in Wageningen, en de dag daarna tijdens Swing op de Brink in Muiderberg. Dat wordt ook een belangrijke promotiedag, zowel voor de band als voor smooth jazz. En zo kom ik tot mijn derde lichtpunt: Sinds enkele maanden bestaan de portaalsites smoothjazz.startpagina.be en de Nederlandse tegenhanger ervan of smoothjazz.pagina.nl. Hierop vind je van alle informatie over smooth jazz gitaristen, saxofonisten, trompettisten, tijdschriften, bands, zangers en zangeressen, evenementen en zo maar door. Een goudmijn dus! Wanner je bovendien op de Belgische site over een naam scrolt, verschijnt een foto en wat uitleg. Bezieler Dimitri is daarnaast de laatste maanden druk bezig met het opstarten van een smooth jazz Internet radio (iets wat je normaal alleen in de States tegenkomt). Uiteraard hou ik u van het verder verloop op de hoogte. Op voornoemd festival Swing op de Brink zal smoothjazz.pagina.nl aanwezig zijn met een standje om ons geliefd muziekgenre verder te promoten. Ten vierde vermeld ik ook nog het Duitse platenlabel Wave Music. Hierover schreef ik al een artikel in een van de vorige nummers van dit tijdschrift. Regelmatig brengen ze nieuwe compilaties uit. Meer info: www.wavemusic.de En ja, dit jaar stond voor het eerst smooth jazz geprogrammeerd op het North Sea Jazz Festival. Er is dus duidelijk licht aan het einde van de tunnel! Patrick Van de Wiele / © Foto’s Out of the Box: Patrick Van de Wiele
OUT OF THE BOX STEPPIN’ OUT Eigen beheer OOTB0501 Distr.: eigen beheer Opener is het autobiografisch up-tempo nummer ‘Out Of The Box’, waarna het rustigere ‘Bali Woman’ volgt, een song in de trend van The Yellowjackets. ‘Drifting Clouds’ is een kort zacht intermezzo. ‘Breeze’ is voor mij één van de topnummers. Een relaxt, optimistisch zuiders nummer waarop Inge vocalen zingt. ‘Forever You’ is het eerste eigen nummer dat Inge componeerde. Het zachte ‘In Between’ wordt nu gebruikt als afsluiter bij optredens. Ze houdt van open eindes, dus… Tussen de 2 songs zitten verschillende jaren, en ze verschillen dan ook van mekaar. Zelf vindt Inge de stijl van het laatste nummer, iets waar ze nog meer wil mee doen. ‘Duke Of Blues’ is funky, en Douwe’s sax op ‘One Moment’ doet me ergens aan Kenny G denken. Hekkensluiter is ‘Highway Nights’, een aangenaam nachtelijk ritje over de snelweg. Alle songs werden door Inge gecomponeerd en voorzien
Keys & Chords
33
In deze Music Technix gaan we het niet hebben over intrinsieke karakteristieken van een gitaar of een versterker die de klank beinvloeden, maar over (secundaire) effecten die een specifieke vervorming veroorzaken, waardoor tal van verschillende geluiden kunnen geproduceerd worden met een elektrische gitaar. Het gaat hierbij bijna altijd om ‘solid body’ gitaren. Deze gebruiken elektromagnetische elementen, en hangen niet af van de resonantie die geproduceerd wordt door een ‘hollow body’ gitaar. Het aldus elektrische geluid kan op tal van manieren beïnvloed worden. Veel muzikanten zweren bij analoge effecten, en het moet gezegd: heel wat digitale effecten klinken niet natuurlijk of organisch. Toch is de kwaliteit van de digitale apparatuur de laatste jaren enorm gestegen, en het wordt steeds moeilijker om het verschil tussen analoog en digitaal met het blote oog te horen. Een ander voordeel van digitale vervorming is dat er gewoonlijk heel wat verschillende geluiden kunnen geproduceerd worden met een doosje, terwijl je daarvoor meerdere analoge tegenhangers voor nodig hebt. Maar wat voor effecten bestaan er eigenlijk zoal (los van het reproduceren van bijvoorbeeld specifeke versterkers)? Gewoonlijk verdelen we effecten in twee categorieën: apparatuur die zorgt voor een hervormen van het oorspronkelijke signaal, en apparatuur die zorgt voor een versterking van het signaal.
Buiten een knop om de gain te bepalen, hebben de meeste overdrive en distortion apparaten ook knoppen voor ‘tone’ (om de extra hoge tonen die door het afsnijden van de geluidsgolven worden geproduceerd te reduceren), ‘volume’ (om meer balans te brengen tussen het volume van het effect en het overschreden niveau, vaak gebruikt om het signaal sterker te maken voor solo’s), en soms ook extra opties voor de tonen (zoals bass, mid en treble). Overdrive en distortion maskeren de klankkleur van de gitaar wat, maar vele muzikanten houden ervan deze zoveel mogelijk intact te houden. Wanneer meerdere noten tegelijk gespeeld worden, wordt er door soft of hard clipping een extra noot geproduceerd. Deze zorgt ervoor dat volle akkoorden (waarbij zes noten worden gespeeld) vaak klinken als een brij, en dat het zo soms moeilijk wordt de exacte noten die gespeeld worden te bepalen. Dit effect is echter een zegen voor wie power chords speelt, want hierdoor klinken deze akkoorden (waarbij maar een paar noten worden voortgebracht) veel voller. Bij ‘string bending’ om een noot om te buigen tot een andere moet er echter opgepast worden, want de hierbij geproduceerde extra lage noot klinkt vaak storend. Dit kan gedeeltelijk gecompenseerd worden met de tone knop voor bas. Sologitaristen gebruiken vaak overdrive voor hun solo’s, en halen dan de gain omlaag wanneer ze akkoorden spelen. Compressors
1.
Hervormen van het signaal
Overdrive en distortion Vroeger werden vooral buizenversterkers gebruikt om het elektrische signaal van een gitaar met elementen over te brengen. Zoals het geval is bij elke versterker, hadden deze apparaten een maximum versterking waarboven de toppen van de geluidsgolven werden ‘afgesneden’. Dit was een grote kopzorg voor heel wat geluidsingenieurs, maar heel wat muzikanten hielden van het geluid en versterkten opzettelijk hun instumenten zo sterk dat de toppen van de geluidsgolven werden afgevlakt.
Soms wilt een muzikant niet dat het geproduceerde signaal boven een bepaalde limiet gaat. Als je dit door clipping zou bewerkstelligen, krijg je distortion of overdrive. Maar wanneer je de versterking van het binnenkomend signaal progressief reduceert, bekom je compression. Het totale bereik wordt dus beperkt door de gain
Overdrive staat gewoonlijk voor ‘soft clipping’. Dit betekent dat de ‘gain’ (dit is de hoeveelheid overdrive) wordt gereduceerd boven het ‘clipping point’. Je krijgt dus een afgeronde top. Distortion staat voor ‘hard clipping’. Hierbij wordt de geluidsgolf volledig afgevlakt op het clipping point, waardoor je een rechte lijn en geen ronding bekomt. Distortion klinkt harder, en wordt vaak gebruikt voor rock of metal. Overdrive klinkt natuurlijker, en komt het dichtst in de buurt bij de allereerste ‘fuzz’ pedalen.
34
Keys & Chords
van de lage amplitudes te behouden en de gain van de hoge amplitudes te onderdrukken. Luide stukken kunnen dan stiller klinken en zachte passages luider. Dit effect wordt bijvoorbeeld vaak gebruikt voor zangers die alternerend luid en zacht moeten zingen. Dankzij compression kan hun stem goed in de mix blijven. Door de gain hoog te zetten en het output signaal op een min of meer constant niveau te houden, kunnen snaarinstrumenten meer sustain krijgen. Wel is het zo dat compressors gewoonlijk even tijd nodig hebben om te reageren op een noot, en soms is het dan ook moeilijk om ze zo te configureren dat de natuurlijke ‘attack’ van jouw gitaar er niet onder lijdt. Ring modulation Hierbij wordt er een tweede signaal, voortgebracht door een plaatselijke oscillator of geluidsbron, toegevoegd aan het oorspronkelijke geluid dat voortgebracht wordt door het instrument. Deze twee signalen worden gecombineerd om de som en min frequenties te produceren die dan de output van het instrument vormen. De oorspronkelijke tonen worden dus ‘verplaatst’. Ring modulation was erg populair in de jaren vijftig. Pitch shifters Pitch shifters werken met microprocessors en verleggen de basisfrequentie van een geluidssignaal. Er wordt dus eigenlijk een staal gemaakt van het oorspronkelijke geluid dat vervolgens opnieuw wordt geconstrueerd op een andere frequentie. Een goed voorbeeld van een pitch shifter is de harmoniser. Harmonisers voegen een of meer noten toe bij wat je al aan het spelen was. De eerste harmonisers verdeelden octaven, waardoor er een vervormd signaal werd geproduceerd dat een of meerdere octaven lager was dan wat er eigenlijk werd gespeeld. Het probleem was dat deze enkel werkten op een enkele noten. Moderne harmonisers gebruiken digitale opslag- en ophaaltechnieken om de toon en de klankkleur van jouw spel te vrijwaren. Het blijft gemakkelijker om harmonieën te creëren met enkele noten, maar voor gitaren is het belangrijk dat dit ook kan met meerdere noten tegelijkertijd. Harmonisers kunnen gebruikt worden met een vast in te stellen interval, maar vele moderne apparaten zijn ‘intelligent’, waardoor je het interval kunt bepalen door een zelf ingestelde muzieksleutel en de gespeelde noot. Tegenwoordig is het vaak ook mogelijk om te kiezen voor willekeurige variaties en verbeteringen. Dit wordt meestal gebruikt om vocale harmonieën realistischer te laten klinken. 2.
Versterken van het signaal
Flanging Flanging wordt gewoonlijk beschreven als een wervelend, draaiend geluid. Het wordt geproduceerd door het oorspronkelijk signaal te mixen met een kopie van dat signaal, dat licht (meestal 5 tot 15 mS) vertraagd is. Wanneer dit gedaan wordt met een lage resonantie, lijkt het geluid op wat geluidsingenieurs in de jaren zeventig soms produceerden door twee identieke bandopnames tegelijk te laten lopen, maar
Keys & Chords
een opname aan de flens (rand) aan te raken, waardoor deze niet meer synchroon met de oorspronkelijke band verliep. Een flens heet in het Engels ‘flange’, vandaar ook de naam van dit effect. Door de resonantie hoog in te stellen, krijg je een geluid dat wel wat lijkt op dat van een straalvliegtuig. Phaser Een phaser produceert een geluid dat wel wat lijkt op dat van een flanger. Bij flanging ontstaan echter veel verplaatsingen van de frequentie, die allemaal muzikaal gerelateerd zijn, terwijl bij phasing dit minder gebeurt en de verplaatsingen netjes verdeeld zijn. Chorus De ‘echte’ chorus, zoals we die kennen van analoge pedalen, werkt op dezelfde manier als flanging. Het voegt een tweede signaal toe aan het oorspronkelijke signaal, maar dit tweede geluid wordt vertraagd. De vertraging zelf is variabel, en langer dan het geval is bij flanging. Zo krijg je een warmer, voller geluid, maar toch blijft de delay kort genoeg om een aparte echo te kunnen horen. Omdat er ook nog eens weinig of geen feedback is, bekom je zo een subtiel effect, waarbij het klinkt alsof meerdere instrumenten tegelijk hetzelfde deuntje aan het spelen zijn. Wie beschikt over een goed geluidsysteem, krijgt zo al snel een krachtig ‘surround effect’. Omdat het geluid ‘dikker’ klinkt, heeft chorus ook wel raakvlakken met de reverb. Gewoonlijk kunnen bepaalde parameters apart bepaald worden, zoals ‘rate and depth’, pre-delay; tone, intensity (ook wel ‘effect’ of ‘mix’ genoemd) en soms ook resonance. Digitale effecten mengen het oorspronkelijke geluid gewoonlijk met een signaal dat iets hoger of lager klinkt, en lichtjes vertraagd is. Dit zorgt voor een veel sterker chorus, maar alles klinkt vaak lichtjes vals en daarom gebruiken heel wat muzikanten liever de oorspronkelijke chorus apparaten. Reverb Reverb zorgt voor talloze kopieën van het oorspronkelijke signaal, die zo kort vertraagd worden dat je ze niet met het blote oor kunt horen. Het resultaat klinkt alsof je in een kamer met harde oppervlakten bent die zorgt voor een uitstekende akoestiek. Het is dus alsof het signaal enkele keren weerkaatst wordt op de muren, het
35
plafond en de vloer voor het uitsterft. Gewoonlijk kan je de decay (hoe lang het duurt voor het geluid wegsterft), de level (het volume) en de tone van de reverb zelf bepalen. Geavanceerde reverb effecten gooien daar nog tal van opties bij, zodat je bij wijze van spreken eender welke soort ruimte met eender welke soort oppervlakten kunt simuleren. Phil Collins was degene die als eerste (drummer) reversed reverb gebruikte, waarbij de intensiteit van de reverb wordt opgebouwd voor het opeens stopt. Dit geluid werd legendarisch, maar de brave man lijkt maar weinig erkenning te genieten voor deze vondst. Delay 3. Delay werd vroeger bekomen door de geluidsband meerdere keren door een loop te laten gaan voor het geluid werd gewist. Tegenwoordig wordt het oorspronkelijke signaal digitaal in een buffer opgeslagen en opnieuw gespeeld, zodat er een echo geproduceerd wordt. Wat je net gespeeld hebt, wordt zo dus een of meerdere keren herhaald. Je kunt zelf de delay time, delay level en feedback instellen, en vaak zijn er aparte knoppen voor tone, en kan je met andere opties heel wat verschillende stereo-effecten instellen. Een korte delay (van bijvoorbeeld 50 mS) op hetzelfde niveau als het oorspronkelijke signaal veroorzaakt een schijnbare verdubbeling, zodat het klinkt alsof twee muzikanten exact hetzelfde aan het spelen. Een langere delay (van bijvoorbeeld 100 mS) veroorzaakt een echt echo effect.
Het beroemdste effect
Het is tegenwoordig bijna onmogelijk muziek in te beelden zonder reverb, chorus of delay. Toch is het bekendste effect ooit er eentje dat beroemd werd dankzij gitaristen als Jimi Hendrix (foto linksonder): het wahwah-effect. Hierbij wordt een piek in de ‘frequency response’ op en neer het frequentiespectrum begeven. Dit gebeurt gewoonlijk via een voetpedaal, maar er zijn ook heel wat wahwaheffecten beschikbaar die worden gecontroleerd door de intensiteit waarmee gespeeld wordt. De frequentie wordt gewoonlijk bewogen tussen 400 Hz en 2 Khz. Oude wahwah-pedalen zijn zeer gegeerd, voornamelijk omdat men meent dat foutjes in de oorspronkelijke ontwerpen zorgen voor de heel specifieke geluiden die ermee geproduceerd worden. Digitale effecten zijn vaak veel te precies, waardoor ze niet dezelfde klankkleur kunnen bekomen. Dirk Vandereyken
36
Keys & Chords
Vlaamse festivalia (2)
Solomon Burke (foto genomen tijdens Bluesfestival van Peer 2003 • © Alfons Maes)
BLUE NOTE FESTIVAL 2005 Het tweede deel van de vierde uitgave van dit Belgische festival met internationale allures, stond in het teken van All That Jazz? In dit luik kwamen de meer dansbare mengvormen zoals met blues, funk, rock, wereldmuziek enz. uitgebreid aan bod. Ik trok op woensdag 20 en donderdag 21 juli naar de Bijlokesite om de sfeer op te snuiven. Woensdag 20/07 Vroeger recenseerde ik het boek ‘Pop – Een halve eeuw beweging’ van Gert Keunen (u weet wel, die docent Popgeschiedenis aan de Fontys Rock Academy in Tilburg), en dit jaar opende hij met zijn groep Briskey, de eerste dag van All That Jazz? Ik zag hem echter niet aan het werk, daarvoor was het te vroeg. Om haar debuut ‘Salt’ uit 2003, werd Lizz Wright bejubeld als “one of the year’s most promising new voices”. Zij werd de volgende act. Lizz komt uit het gezin van een dominee uit het zuiden van de VS, en begon ooit met een eerbetoon aan Billie Holiday. Op haar vijfentwintigste heeft ze al twee jaar een platencontract met Verve/Forecast erop zitten. Ze bracht die woensdagavond hoofdzakelijk een mengeling van blues en soul. De hoofdbrok was voor haar eigen songs zoals ‘Eternity’, ‘Silence’, ‘Lead The Way’, ‘When I Close My Eyes’, en de titelsong van haar nieuwe cd ‘Dreaming Wide Awake’. Maar ze vertolkte tevens covers zoals ‘Stop’ (dat voorheen door Madonna gecoverd werd), ‘A Taste Of Honey’ (een vroege Beatles hit), en ‘Old Man’ van Neil Young. Ze werd begeleid door Mike Moreno (gitaar), Anthony Peterson (gitaar), Massimo Bialcoti (bas) en Jonathon Rix (drums). Wright deelt de liefde voor de blues met de zangeres van de vol-
Keys & Chords
gende act, Cassandra Wilson. Zij komt uiteraard ook uit het zuiden van de VS. Van haar recenseerde ik de cd ‘Glamoured’, en hieruit zong ze heel wat songs. Maar er was ook plaats voor nieuw werk. Cassandra heeft duidelijk podiumvastheid en zingt zich probleemloos doorheen covers als ‘Lady Lay’ (Bob Dylan), ‘I Wants To Be Loved’ (Muddy Waters), ‘Fragile’ (Sting), ‘Brown Sugar’ (d’Angelo) en ‘Redemption Song’ (Bob Marley). Toch vond ik dat het allemaal een beetje op mekaar leek. Of was dat omdat Cassandra in de lijn ligt van Lizz? Cassandra werd begeleid door Brandon Ross (gitaar en banjo), Marvin Sewell (gitaar), Jeffrey Haynes (percussie) en Reginald Veal (bas). Het heeft vier jaar geduurd om haar op dit festival te krijgen, en ze liep in haar bisnummers dan ook een halfuurtje uit. Maar de kers op de taart moest nog komen, en die was weggelegd voor het soulfenomeen Solomon Burke. Solomon is misschien bij de grote massa onbekend, maar draait toch al sinds de tweede helft van de jaren ’50 mee in de muziekwereld. Ooit maakte hij samen met Wilson Pickett, Joe Tex en Ben E. King, deel uit van de Soul Clan. Solomon heeft zijn eerste roeping, die van predikant in de kerk, nooit opgegeven, en oefent dit nog steeds uit. Op zijn vijfenzestigste is hij nog bijzonder actief, zo runt hij samen met zijn dochter een begrafenisonderneming, begeleidt hij de muzikale carrière van zijn kroost, en treedt hij nog veel op. Burke is de stamvader van zeven zonen, veertien dochters, vierenzeventig klein- en dertien achterkleinkinderen! Voor zijn optreden werd een enorme rode zetel centraal op het podium geplaatst, die speciaal voor hem hier gemaakt werd (dat eist hij namelijk in zijn contract). Na een spectaculaire intro van zijn band nam hij dan ook op die troon plaats. Wat volgde was zo’n twee uur onvervalste sixties soul en R&B, met aan de lopende band herkenbare hits en eigen nummers, zoals ‘I Need Some Lovin’’, ‘If I Had A Hammer’, de ballade
37
‘Soul Searchin’’ (waarop zoon Burke rozen uitdeelde), ‘Georgia On My Mind’, zijn eerbetoon aan “friends from the past”: ‘Sittin’ On The Dock Of the Bay’, ‘Fafa-fa-fa-fa-fa’, ‘Spanish Harlem’, ‘Stand By Me’, en de medley ‘He’ll Have To Go/I Can’t Stop Loving You/Let The Good Times Roll/Having A Party/A-men/What A Wonderful World/Proud Mary’. Tussendoor bracht dochter Candy een overtuigende coverversie van Gloria Gaynor’s ‘I Will Survive’. Vader zag dat het goed was. De zoon droogde van tijd tot tijd vaders kletskop af met een washandje, en Solomon inviteerde vrouwelijke toeschouwers uit om naast hem te dansen. Hij nam er zelfs één op schoot, en vervolgde met de ballade ‘Don’t Give Up On Me’, het rocknummer ‘Have Some Fun Tonight’ en de Little Richard covers ‘Lucille/Tutti Frutti’. Deze nog levende soullegende sloot af met een gospelsong en de meestamper ‘Everybody Needs Somebody’. Knap wat die man op zijn leeftijd nog doet, en hij bezit meer soul dan al die hedendaagse neo-soul artiesten! Ik geef nog even de line up mee: Solomon (zang), Solomon Jr.(zang), Candy Burke (zang), Elliot Deutsch (trompet), Carle Vickers (trompet, sax), Josep Kalet (sax, harmonica), Diego Borotti (tenorsax), Josh Lampkins (trombone), Brett Farkas (gitaar), Will Cleveland Smith (orgel, keyboards), Eddie Blue (bas) en Tony Austin (drums). Voor, tussen en na de optredens speelden de Belgische dj’s ‘Krewcial & Lefto’. Donderdag 21/07 Op onze nationale feestdag moet verplicht de “drasj national” vallen, en die viel, ook al was het pas later op de avond. De optredens van Nouvelle Vague en Louie Vega & The Elements of Life misten ik wegens andere verplichtingen. Voor de swamp music van Tony Joe White waas ik wel in positie. Het blues gitaarwonder uit Bayou country speelde eerst enkele nummers solo op gitaar en mondharmonica, zonder begeleiding, maar wanneer drummer Jeff Hale aansloot, werd het pas interessant. Hij wisselde eigen nummers af met bekende hits als ‘A Rainy Night In Georgia’ (maar eigenlijk was dat in Gent, want het regende toen), ‘Polk Salad Annie (ooit nog een hit geweest voor Elvis), en ‘Steamy Windows (wat hij schreef voor Tina Turner). De Louisiana sound bleek het opgekomen publiek te bevallen, en White had er duidelijk plezier in. Hij gaat na een tijdje wel eentonig klinken, maar ja, ik ben nu eenmaal niet
Tony Joe White (Foto genomen tijdens het Bluesfestival van Peer 2004. © Alfons Maes
zo’n bluesliefhebber. Toch verliet hij de set iets te vroeg. Onze eigen Belgische groep Vaya Con Dios is zo’n tien jaar buiten werking geweest, maar die avond stonden ze er terug, en hoe! Tegen een achtergrond van enorme luchters trad de groep aan. Frontzangeres Dani Klein bracht ons ‘Get It Over’, ‘Don’t Deny Me’, Spaanse en Franse songs, ‘No One Can Make You Stay’, ‘Don’t Cry For Louie’, ‘Just A Friend Of Mine’, ‘Johnny’, ‘de fantastische meezinger ‘Puerto Rico’ (die de tent op zijn kop zette), een Duits nummer, ‘Nah Neh Nah’ en uiteraard haar topsucces ‘What’s A Woman’. De groep speelt een mengeling van soul, blues, rock, chanson en wereldmuziek, en het publiek kende de liedjes goed. Het was overduidelijk dat Klein de kunst verstaat om een publiek te bespelen. De bezetting van de groep zag er uit als volgt: Dani Klein (zang), Maria Lekranty (achtergrondzang), Ad Cominotto (keyboards), Thierry Van Durme (gitaar), Carmelo Prestigiacomo (gitaar), Philippe Allaert (drums), Wim Ramon (bas), Red Gjeci (viool) en de fantastische trompettist Tim De Jonghe. Net zoals bij Solomon Burke de dag voordien kon je op de koppen lopen! Voor, tussen en na ieder optreden speelde het dj collectief ‘Urgent. fm: Beyond Jazz’. Reden te meer om volgend jaar ook eens dit festival te komen opzoeken! Meer info: www.bluenotefestival.com Patrick Van de Wiele
Volgende maand gaan The Night Of The Proms-concerten weer van start in het Antwerpse Sportpaleis. We hopen in ons oktober-nummer hier wat meer aandacht aan te kunnen besteden. Wie ditmaal de superverdetten zullen zijn, is nog een vraagteken maar wie er zeker weer zal bijzijn is onze meester-muzikant John Miles en natuurlijk ook dit magazine. Wij kijken er alvast naar uit. En U? 38
Keys & Chords
CD-Reviews ATOMIC SWINDLERS COMING OUT ELECTRIC
BRIAN EVANS THE LAS VEGAS SPECIAL EDITION
CASSANDRE McKINLEY BARING THE SOUL – THE MUSIC OF MARVIN GAYE
Eigen beheer Zonder nr. Distr.: www.cdbaby.com
Crooner, Inc. Zonder nummer Distr.: www.cdbaby.com
Drexi Records DR113 Distr.: www.cdbaby.com
Herinnert u zich nog de tijd toen David Bowie en zijn Spiders From Mars hun glam-rock brachten? Wel, deze band uit Rochester, N.Y. grijpt terug naar die era en trekt zich hoegenaamd niets aan van eigentijdse muziektrends. Hun werk aan deze eersteling begon in 2003, en bevat songs rond “nongender-judgmental sex, love, time-travel escapades and intergalactic mayhem” op een kosmische groove. Zangeres April Laragy komt over als een Barbarella en naast haar telt de band 2 gitaristen, een bassist, een drummer en een keyboardspeler. De melodieuze songs bezingen allemaal space en sciencefictionthema’s, zoals de zachte opener ‘Float (my electric stargirl)’, waarvoor animator/illustrator Joel Trussell de video regisseerde. Op de “enhanced cd” kan je dat ‘Samurai Jack’-achtig lesbisch liefdesverhaal op je pc bekijken, maar hij is ook op hun website te zien. Uiteraard stond zangeres April als inspiratiebron voor het hoofdpersonage. ‘Wonderlove’ en ‘Underground Love’ zijn traag space melodrama, terwijl ‘Space Bandit’ en ‘Sex66’ snelle rocksongs zijn. Het mooie ‘Drag’ doet me denken aan Blondie, en ‘Diamond Dreamer’ heeft Dire Straits trekjes. De ballade ‘Intergalactic Lesbian Love Song’ zegt genoeg over de grenzen die in deze toekomst overschreden worden. Afsluiter ‘Stars In My Pocket’ neemt zijn eerste zin letterlijk over uit de roman van Chip Delaney. Indien u via een spacewarp terug wil naar niet pretentieuze 70’s rock ’n roll, die bovendien binnen het sf-genre blijft, wel koop dan deze cd. Meer info: www.atomicswindlers.com www.cdbaby.com/ Patrick Van de Wiele
Brian Evans werd geboren in Massachusetts in de jaren ’70, maar startte een carrière als acteur in L.A. Na rolletjes in shows als ‘Beverly Hills 90210’ en ‘Full House’ verhuisde hij naar Canada, waar hij over gans het land crooners zong. In 1998 debuteerde hij in The Desert Inn in Las Vegas, en nam er een cd op. De burgemeester beloonde hem met een proclamatie. Nadat hij tekende bij de manager van The Beach Boys, trad hij overal ter wereld op, en als opener voor ‘The Jay Leno Show’, voor Dionne Warwick, Lou Rawls, Franki Valli. In 2004 deed hij een gooi naar de voorverkiezing van de US Senate in Hawaï, en eindigde tweede. Daarop keerde hij terug naar Las Vegas. Hijzelf zegt erover: “It’s about the ride. I’ve had a lot of mileage in my life in a short time, and I have always marched to the beat of my own drum. My ups have been great, my downs were mostly caused by myself, but you live and learn. If you haven’t lived these songs, you don’t have a lot of business singing them”. Zijn debuutcd bevat 21 songs in big band stijl: klassiekers als ‘Witchcraft’, ‘Singing In The Rain’, ‘Summerwind’, ‘The Last Waltz’, ‘The Lady In Red’, ‘Don’t Worry Be Happy’, ‘She Drives Me Crazy’, ‘Funny Familiar Forgotten Feelings’; maar ook nieuwe songs. Zijn doel is nu een major platencontract te bemachtigen. Meer info: www.brianevansonline.com www.cdbaby.com/cd/evansb2 Patrick Van de Wiele
Deze artieste maakt al 10 jaar deel uit van Boston’s jazzscène, en begon haar carrière als zangeres, danseres en actrice, zonder een extreme keuze te maken. Na diverse baantjes en enkele zangsessies, nam ze alle zangwerk aan. Maar de jazz sprak haar het meest aan, omwille van de vrijheid. Met haar invloeden als Dinah Washington, Anita O’Day, Miles Davis, Sam Cooke, Marvin Gaye, Cat Stevens, Ray Charles, Stevie Wonder, Nancy Wilson, en zelfs Elvis in gedachten, ontwikkelde ze een unieke stijl. Haar soulvolle mengeling is eenvoudig maar verfijnd. In 2002 begon ze een zoektocht naar de ziel van de dingen. Twee jaar later was dit werk van liefde af. Cassandre levert hier een jazz doordongen eerbetoon af aan de muziek, de composities en de muzikale collaboraties van soul icoon Marvin Gaye. Ik citeer: “When I listen to Marvin Gaye, there is a strong message that runs through me. It could be something powerful that turns me inside out or something simple and sensual that just plain turns me on - but it’s never subtle”. Ze blijft trouw aan haar jazzsound en voegt er haar eigen sensuele romantiek aan toe. Bekende songs als ‘Trouble Man’, ‘I Want You’, ‘Let’s Get It On’, ‘Pride And Joy’, staan zij aan zij naast ‘Your Precious Love’, waarop ze samen met zanger John Pagano dit Marvin Gaye/Tami Terrell duet zingt. Zeer geslaagd! Meer info: www.cdbaby.com/cd/cassandre3 www.cassandremckinley.com www.baringthesoul.com Patrick Van de Wiele
Keys & Chords
39
COMUS SONG TO COMUS
DON ALEXANDER WAKE UP TO LOVE
Castle Records CMEDD 1121 Distr.: Sanctuary Records
As-Is Productions AIP7850 Distr.: www.cdbaby.com
Deze undergroundgroep noemde zich naar de heidense koning-tovenaar Comus uit een toneelstuk van John Milton uit 1634. De groep brengt dan ook haast heidense muziek met donkere teksten over moord, verkrachting en hekserij. Met hun acid folk waren ze absoluut geen commerciële groep. Deze dubbelcd bevat het volledig oeuvre van de groep. Hun debuutelpee ‘First Utterance‘ uit 1971 levert de eerste zeven liedjes van de eerste cd, aangevuld met drie songs van een maxisingle en een zevenminutenlang onuitgebracht nummer ‘All The Colours Of The Darkness’. Wie iets anders dan het gewone wil, komt met deze vreemde, maar originele muziek vol duistere horror aan zijn trekken. Toch zal Comus ook vandaag slechts een beperkt publiek aanspreken. Maar wie er van houdt, draagt hen op handen. De tweede cd heeft een heel andere stijl, die indertijd sommige fans van ‘First Utterance’ deed afhaken. In 1974 kwam de groep opnieuw bijeen in een gewijzigde bezetting en bracht ‘To Keep From Crying’ uit. Hier gaan ze meer de poptoer op, hoewel de psychedelische folk nog af en toe opduikt. O.a ‘Childeren Of The Universe’ is een leuk nummer. Het album besluit weer helemaal anders met het latinodeuntje ‘Fiesta Fandango’ dat frontman Roger Wootton in 1974 solo op single uitbracht. Deze uitgave van Sanctuary Records biedt de kans om in een klap de volledige discografie van Comus te ontdekken. David Wells doet de groepsgeschiedenis uitgebreid uit de doeken op de inlay. Zelf vond ik deze groep een boeiende ontdekking. Meer info: www.sanctuaryrecordsgroup.com Frank Beckers
Don Alexander is een multi-instrumentalist, die uit Louisiana afkomstig is. Zo bespeelt hij zowel de saxofoon als keyboards, en zingt hij. Op deze cd kiest hij echter voor pure sax instrumentals, maar dat wil niet zeggen dat zijn volgende project geen funky Louisiana blues band kan zijn. Don houdt er nu eenmaal van om live op te treden en werkt momenteel in en rond Las Vegas. Waarom dan een sax cd? Wel omdat hij er nood aan had. Fans vroegen hem meermaals erom, en Don wou zelf een cd die niet luidruchtig, maar comfortabel en ontspannend aanvoelde. Hij schreef alle songs zelf, met uitzondering van ‘Music Box’, een nummer van Mariah Carey en Walter Afanasieff; en van ‘Sign Your Name’ een song van Maitreya Sananda (beter bekend als Terence Trent D’Arby). Don deed bijna alles zelf: componeren, uitvoeren, arrangeren, programmeren, opnemen en produceren. Het resultaat is smooth jazz, soft rock, ballades en latin ritmes. Zijn vrouw inspireerde hem tot het merendeel van de songs. ‘Easy Now… (Easy Does It)’ wordt gezongen door Joni M. James, Christina Alexander & Don zelf. Hij vraagt op de cdcover om hem in te lichten wat je ervan vond, en wat je van hem in de toekomst zou willen horen. Een aangename laatavond cd! Meer info: www.cdbaby.com/cd/alexanderdon www.donalexandermusic.com Patrick Van de Wiele FAIRPORT CONVENTION A LASTING SPIRIT. THE COLLECTION Sanctuary Records SMETD 190/1, 190/2 en 190/3 (3Cd’s) Distr.: Sanctuary Records De 38-jarige carrière en de ontelbare bezettingen in acht genomen, is het geen sinecure om een overzicht van Fairport Convention samen te stellen, zelfs niet met de 47 nummers op deze
40
driedubbele cd. Maar Sanctuary brengt u zo’n overzicht. Althans: een overzicht van het repertoire en niét van het oeuvre zoals het vanaf hun eerste optreden op 27 mei 1967 werd uitgebouwd. Dat komt omdat driekwart van de nummers uit de jaren negentig stamt, waarvan 21 van het Cropedry-festival van 1997 alleen al. Ik heb moeite met een “collection” die klassiekers als “Reynardine” en “Matty Groves” brengt zonder Sandy Denny, maar in een live-versie met gastzangeres Vicki Clayton (die dat overigens niet slecht doet). Daarnaast hebben we recht op een half dozijn losse studioflodders uit de jaren ’80 (criteria?) die eerder verkrijgbaar waren en ongeveer evenveel nummers uit de jaren ’90 van onduidelijke komaf. Natuurlijk is Fairport altijd even professioneel, dus daarvoor hoeft u zich niet in te houden. Op een of andere wijze zijn bijna alle grote Fairport-namen vertegenwoordigd, zoals Simon Nicol of Dave Swarbrick. Schiet over: een negental outtakes uit de jaren zestig die op een soms aandoenlijke wijze aantonen hoe Fairport ooit begon als imitatiegroepje van de toenmalige nieuwste rage, de Amerikaanse folkrock van Joni Mitchell, Bob Dylan en… Leonard Cohen. Bronnen en bezettingen zijn helaas vaak onduidelijk. Een bepaald soort Engelse journalistiek bestaat in het spuiten van mist door onvolledige informatie te geven en een verhaal dusdanig op te bouwen dat elke historiek zoek is. Meer info: www.sanctuaryrecordsgroup.com Eddy Bonte GARY FUSTON UNWIND G. House Productions GHP-06423 Distr.: www.cdbaby.com Gary Fuston is niet alleen een getalenteerd componist en multi-instrumentalist (piano synthesizer, keyboard, bas, elektrische gitaar & rhythm program) uit El Reno, Oklahoma, maar ook producer. Hij startte oorspronkelijk als percussionist, maar stapte over naar gitaar in een soul/funk band. In 1999 stelde hij zijn eerste muziek beschikbaar op het Internet. Na dit debuut kreeg hij aandacht van andere groepen, en begon hij hun
Keys & Chords
verschillende muzikale projecten (hiphop, R&B, en contemporary jazz) te produceren. Zijn eigen collectie ‘The Best Of G. Fuston’ kwam uit in 2003, en leverde goede feedback op. Zijn sound is smooth jazz, en de openingstrack ‘Unwind Interlude’ laat je horen hoe hij van zijn werk thuiskomt en begint te onspannen. En deze muziek is daar ideaal voor! Gary schreef uiteraard alle songs zelf. De titelsong ‘Unwind’ zet de toon, gevolgd door romantische laidback, instrumentale tracks als ‘To Know You’, ‘Think About It’, ‘On The Radio’, ‘Take It Down’, ‘Soulful Thankful’, ‘On To The Next’, ‘After The Rain’, en het vocale ‘Smooth Cruise’. Iets meer groove kan je horen op ‘It’s Up To You, ‘Funky Mr. Johnson’ en op ‘Gruv Zone’ (op de 2 laatste speelt Maurice Johnson gitaar). Dit is nu zeker al één van de coolste ontdekkingen van dit jaar, want Gary maakt via zijn “Groove-laxation” spanningen los! Hij zoekt nu naar een deal met één van de majors. Succes gewenst! Meer info: www.cdbaby.com/cd/gfuston2 www.ghouseproductions.net Patrick Van de Wiele
Mike Ricchiutui, Chuck Loeb en Jeff zelf. Speciale gastmuzikanten als Jeff Lorber (keyboards & programming) kan je horen op ‘Ecstasy’ (alweer de derde single uit dit album) en op ‘Stay With Me’, Dan Siegel (akoestische piano) op ‘Homeward Bound’, ex-Rippingtons baas & gitarist Russ Freeman op ‘My Fantasy’, en The Sax Pack uit de formatie Pieces Of A Dream samen met Jeff, Kim Waters en Steve Cole op de bonustrack ‘My Lovin (You’re Never Gonna Get It)’. Uit dit album ontsproten al twee radiohits: ‘Here And Now’ en de titelsong. Dit is een cd die je gewoon moet hebben: barstend van smooth jazz wereldklasse! Meer info: www.jeffkashiwa.com www.nativelanguage.com www.Jazz-n-soulmusic.com Patrick Van de Wiele
JEFF KASHIWA PEACE OF MIND
Als ‘A Picture Of You’ u niets zegt, bracht u 1962 wellicht door als brave katholieke scout in een bevriende bergrepubliek. Want dik veertig jaar geleden leerden Bill Fury, Marty Wilde en Joe Brown de Engelsen wat rock and roll eigenlijk betekent. Brown werd met een handvol hits zo populair dat hij in 1991 nog volle zalen trok. Een cluboptreden uit dat jaar verschijnt hier als heruitgave (oorspronkelijk: JETCD 1002). Om u meteen gerust te stellen: enkele hits ontbreken niet, maar Brown recycleert geenszins. Hij klinkt integendeel zeer hedendaags. De reden: Brown onderscheidde zich van de andere “jeugdsterren” omdat hij een rasechte artiest is: Joe Brown componeert, weet een publiek echt te boeien, beschikt over een knappe stem en speelt benevens gitaar ook viool, mandoline en ukelele. Op ‘On Stage’ hoor je waar Brown en zijn tijdsgenoten de mosterd vandaan haalden. Van het landelijke Noord-Amerika dus. Op ‘It’ll Be Me’ klinkt hij even sec als Carl Perkins. Dan gaan we up- en midtempo verder met een eigenzinnige mix van afgeleiden uit country, folk en R&B, zoals ‘That’ll Be The Day’ (Buddy Holly, met dank
Native Language NLM-0943-2 Distr.: J&S Music Smooth jazz insiders kennen saxofonist Jeff Kashiwa al van zijn werk bij de hitformatie The Rippingtons, die hij zes jaar geleden verliet voor een solocarrière. Jeff begon klarinet te spelen toen hij tien werd. Twee jaar nadat hij de impact van de sax gezien had in jazz, besefte hij dat dit zijn instrument was. Zijn doorbraak kwam echter toen hij The Rippingtons in 1989 vervoegde. De jaren daarop speelde hij samen met ex-Rippingtons keyboardspeler Dave Kochanski. Op zijn derde cd voor dit label (en zijn vijfde solo release) bewijst hij dat hij nog lang niet uitgeblazen is. Zijn cd staat bol met tien originele, pretentieloze, melodieuze, topklasse songs. Voor de productie tekenden een aantal gekende producers uit het genre: Brian Bromberg (die ook op de helft van de tracks meespeelt, en ze co-arrangeerde),
Keys & Chords
JOE BROWN ON STAGE Sanctuary Records CMRCD1044 Distr.: Sanctuary Records
aan Bo Diddley), ‘Get Rhythm’ (Johnny Cash), ‘Sea Of Heartbreak’ (bekend van Don Gibson) en een eigen compositie zoals ‘Dragonfly’. Ik herinner me Brown en zijn groep The Bruvvers van een handvol singles op Piccadilly en Pye die in mijn platenkast staan, maar dit optreden verrast oprecht. O ja, Pete Brown (o.a. tekstman van Cream) stond achter de knoppen en dat levert een prachtig geluid op. Meer info: www.sanctuaryrecordsgroup.com Eddy Bonte LIN ROUNTREE GROOVETREE BDK Records 8 25346 83362 0 Distr.: eigen beheer De nieuwste revelatie uit Detroit is smooth jazz/ R&B trompettist Lin Rountree, en man, dit is de top! Lin startte met trompet spelen in Alexandria, VA, toen hij elf was. Na zijn graduaat aan de Duke Ellington School in Washington, begon zijn liefde voor jazz. Uiteindelijk verkaste hij naar Detroit, omwille van al de legendarische muzikanten die daar leven. Met zijn band was hij daar te zien op talloze festivals, en in top jazzclubs. Dikwijls treedt hij aan als huisorkest voor Detroit’s smooth jazz radiostation V98.7. Recent speelde hij nog in Cancun, Mexico op een festival. Voor deze cd schreef hij alle songs zelf, of samen met anderen. Zijn trompetsound is zeer zacht, ingetogen en kan best vergeleken worden met het werk van collega saxofonisten Rick Braun, Chris Botti en Greg Adams. De openingstrack ‘For Your Love’ is tevens de eerste hitsingle, waarop gitarist Tim Bowman meespeelt. Die kwaliteitsstandaard wordt echter doorheen de ganse cd gehandhaafd. Je kan zijn sound sensueel, soulvol en ingetogen funky noemen. Ik sta verbaasd van de maturiteit van deze muzikant. ‘Everyday’, ‘Into The Night’ deinen rustig op en neer en brengen je in een knusse sfeer. De titeltrack is up-tempo en trekt je mee in zijn groove. De enige vocale song is het soulvolle ‘The Message’ waarop Leslie Nelson de zangpartij voor haar rekening neemt. Ook prachtig zijn ‘Candie’ met zijn catchy urban ritme en het slaapliedje
41
‘Lullaby For Renata’. Meer info: www.linrountree.com Patrick Van de Wiele NICK CUDA MATTINA DE CAFFE Eigen beheer RDRCD-8695 Distr.: Music Media Network De bespreking van Nick’s twee vorige cd’s ‘Cichi (A Beautiful Woman)’ en ‘The Guitar In The Window’ kon u hier al lezen. Hier is zijn derde release, en die brengt een intuïtieve kijk op zijn leven. Geboren in Toronto, Canada, uit Italiaanse ouders, ontdekte hij al heel jong zijn voorliefde voor muziek en gitaar. Hij spendeerde heel wat uren aan studie, en is ondertussen al meer dan 20 jaar bezig. Nick trad vorig jaar aan op de Canadian Music Week 2004 en brengt regelmatig live optredens in Toronto en omstreken. Hij is zowel thuis in ballades, blues, latin als disco. De cd start met een voor hem ongewone instrumentale cross-over song ‘The Guitar Homie’, waarin zijn nylon snarengitaar met twee nieuwe hiphop/rap artiesten gecombineerd wordt. Deze track begon als een humoresk muzikaal advies aan zijn teenager zoon, en resulteerde in a mix van smooth jazz en hiphop/rap. Op het einde wordt de song nog eens in een rap mix herhaald. Aan de titelsong van zijn eerste cd werden Engelse en Spaanse teksten toegevoegd, wat twee nieuwe songs opleverde. De gezongen song ‘The Gypsy Woman’ schreef hij na een déjà vu ervaring volgend op een bezoek aan een waarzegster. De titelsong van deze cd is een viering van ieder ochtendgloren, het mysterie wat die dag gaat inhouden, en de ochtendkoffie. Verder leuke melodieuze gitaarmuziek met een latin tintje. Meer info: www.jazzpromo.com Patrick Van de Wiele
42
ROBIN BECK DO YOU MISS ME
SUZANNE CIANI SILVER SHIP
Frontiers Records FR CD 251 Distr.: Frontiers
Seventh Wave Productions SWP 7010-2 Distr.: www.cdbaby.com
Robin Beck is vooral bekend in AOR-kringen. In 1988 maakte deze Amerikaanse zangeres de commercial ‘First Time‘ voor Coca Cola. Bovendien scoorde ze een hit met de langere versie van dit reclamedeuntje. Zowat tien jaar bleef het stil rond haar. In 2003 stond ze er weer met de cd ‘Wonderland’. Ditmaal heeft ze niet zo lang gewacht met haar volgende album ‘Do You Miss Me’. Op de achtergrond zingen haar man James Christian van ‘House Of Lords’ en Lida Delballo. Producer Fabrizio Grossi speelt bas. Robin Beck kiest voor zuiver commerciële poprock van de jaren 1980. De mooi ogende zangeres heeft de geschikte, zuivere stem met dat tikkeltje rauwheid dat heel wat fans appreciëren. De hele cd wordt dan ook door Robin Becks stem gedragen. Goed, maar zoek op deze plaat geen verrassingen. De songs ‘Do You Miss Me’ en ‘Bring It Back’ mogen er gerust zijn. Toch mist het album een echte hit. Jammer genoeg zijn er te weinig momenten op ‘Do You Miss Me’ waarin Robin Beck het verschil met andere AOR-zangeressen maakt. Bijgevolg verwacht ik niet dat ‘Do You Miss Me’ haar grote doorbraak - of moet ik eerder schrijven come-back - zal betekenen. Wie alleen maar een degelijke AOR-plaat zoekt zonder grote uitschieters vindt bij de muziek van Robin Beck zijn gading. Wie iets originelers wenst, zal deze liedjes te commercieel en iets te oppervlakkig beoordelen. Meer info: www.frontiers.it www.robinbeckrocks.com Frank Beckers
Suzanne Ciani is componiste, artieste, en pionier in elektronische muziek en sound design. Elf albums met originele muziek heeft ze al uitgebracht, in een brede waaier: puur elektronisch, solo piano, piano met orkest, en piano met jazz ensemble. Haar muziek zou romantische, helende, en esthetische kwaliteiten bezitten. In 1995 vestigde ze zich in Noord Californië, waar ze haar eigen label opzette. Met haar productiemaatschappij Ciani-Musica, Inc. scoorde ze tv-spots en de soundtrack voor de films ‘The Incredible Shrinking Woman’ en ‘Mother Teresa’. Ondertussen werd ze al vijfmaal genomineerd voor een Grammy Award voor Best New Age Album, kreeg ze een Indie nominatie voor Best New Age Album, verscheidene Clio’s, een Golden Globe, en de vermelding New Age Keyboardist of the Year. Tijdens één van haar trips naar haar familie in Italië, kwam haar muze, die al vijf jaar ingeslapen was, weer tot leven. Ze bleef alleen op het platteland met piano en espressomachine, en ging per zilver schip op weg naar een plek van schoonheid. Deze cd werd opgenomen met de hoogst mogelijk kwaliteit, 192 Khz/24bit resolutie. Hij bevat tien nieuwe songs, die een synthese van Ciani’s klassieke akoestische en elektronische roots vormen. Suzanne speelt met haar groep The Wave een mengeling van New Age, modern klassiek, romantische filmmuziek en lichte jazz. ‘Stromboli’, ‘Capri’ en ‘Sargasso Sea’ spreken tot de verbeelding. Het gezongen slaapliedje ‘Silver Ship’ bezit een ware sereniteit. Laat Suzanne u meenemen naar die mooie muzikale plaatsen! Meer info: www.cdbaby.com/cd/ciani9 www.sevwave.com www.suzanneciani.com Patrick Van de Wiele
Keys & Chords
WILL WHEATON OLD SCHOOL SOUL Platinum Bass Records Zonder nummer Distr.: www.cdbaby.com Vorig jaar besprak ik Will’s cd ‘Sensual Grooves For All Your Sexual Moods’, en ik was in de wolken over zijn warme soulstem, die me deed denken aan Isaac Hayes, Barry White en Luther Vandross. Will werd geboren in Mississippi, maar groeide op in L.A. Door de gospelsongs van zijn moeder werd hij zeer jong tot muziek aangetrokken. Het kerkkoor was de volgende logische stap. Later zong hij background vocals bij sterren als Michael Bolton, Natalie Cole, Coolio, Celine Dion, Michael Jackson, Quincy Jones, Barbara Streisand, Montel Jordan, Kenny Loggins, Whitney Houston, Diana Ross, Chaka Khan, enz. In 1992 won hij Dick Clark’s talent competition USA Music Challenge, en tekende hij bij MCA. Met producer David Foster werkte hij in 1995 aan de cd van een nieuwe groep Next Millennium. Maar alhoewel zijn songs links en rechts gebruikt werden in films, is Will vooral een zanger die het moet hebben van zijn live optredens. Tevens schreef hij songs voor andere artiesten, zoals Earth, Wind & Fire, Will Downing, Tevin Campbell & Koko, en Anastacia’s ‘Not That Kind’! Deze cd is een echte aanrader geworden. De titelsong is een ode aan de “old school soul” (een liefde die Will en ik delen). ‘Come On Everybody’ is up-tempo, en wordt op het einde in een club mix gegoten. Toffe dansfunk! De overige songs zijn laidback, mid, en ‘Do My Thang’ is zelfs een eerbetoon aan Barry White. Meer info: www.willwheaton.com www.cdbaby.com/cd/willwheaton2 Patrick Van de Wiele CHRIS SPEDDING CLICK CLACK SPV Recordings SPV 80000862 Distr.: Rough Trade Chris Spedding is al sinds de jaren zestig een
Keys & Chords
van de meest gevraagde – en volgens velen ook veelzijdige – Britse sessiegitaristen. De man heeft eigenlijk nog nooit een echte hit gescoord, maar werkte wel samen met artiesten als Alan Price, Paul Jones, Elton John, Nilsson, de Sex Pistols, The Cramps, Tom Waits en nog vele anderen. Op ‘Click Clack’ geen punk, wel een mix van rock, jazz, blues en (een heel klein beetje) gospel. Zowat alle songs zijn vrij rustig, en dat is ook waarbij Speddings vocalen het beste bij passen. Een groot bereik heeft deze muzikant niet, en na een aantal songs klinkt alles niet echt speciaal meer, maar hij klinkt op zowat elk liedje passend cool en – vooral – matuur. Spedding schreef de helft van de songs op ‘Click Clack’ zelf, en speelde bovendien zelf de gitaar-, keyboard-, viool-, bas- en harmonicalijnen in. Hier en daar droegen andere muzikanten (vrouwelijke) vocalen, saxofoon, bas en mandoline bij, en Bryan Ferry van Roxy Music verzorgde de mooie harmonicasolo op ‘Hear Your Daddy’. Verder vinden we hier songs van Bobby Charles, Captain Beefheart, Ornette Coleman en The Vipers terug, maar telkens is de keuze volledig te rechtvaardigen en sluiten deze liedjes naadloos aan bij het materiaal van Spedding zelf. Ondanks het zoals gezegd beperkte bereik van deze gitarist zit er zeker meer dan voldoende variatie tussen de songs onderling, en is ‘Click Clack’ zeker niet onaangenaam om naar te luisteren. Vakwerk, niets meer of minder. Meer info: www.spv.de Dirk Vandereyken
ten af van wat we in het verleden voorgeschoteld kregen. Onder producer en gids Malcolm Burn (o.a. Bob Dylan), die ook heeft meegeschreven aan het album, werden er dertien liedjes opgenomen waarvan geen enkele zes minuten lang is. Er werd gekozen om echte songs te schrijven, met een kop en staart, en dat is iets waar heel wat recensenten en muziekliefhebbers al heel lang op wachtten. Elk bandlid heeft twee of drie liedjes geschreven voor ‘One Step Closer’, en Jim Lauderdale, John Perry Barlow en Robert Hunter (de banden met The Grateful Dead zijn via deze laatste twee heren erg duidelijk) droegen een steentje bij aan de teksten. Hoewel ‘One Step Closer’ alweer warm onthaald zal worden, kan dit album deze recensent toch niet van begin tot einde boeien. Het lijkt wel alsof er minder spirit in de songs zit nu de muzikanten van String Cheese Incident binnen een vaster raamwerk moeten spelen, en bovendien betreft het hier voornamelijk rustige liedjes, waardoor de liedjes op ‘One Step Closer’ beter geschikt zijn als achtergrondmuziek dan als hitsingles. Meer info: www.stringcheeseincident.com Dirk Vandereyken
STRING CHEESE INCIDENT ONE STEP CLOSER
Het populaire electrocombo Funker Vogt, gesticht in 1995 door Gerrit Thomas (muziek) en Jens Kästel (stem) brengt op 5 september het nieuwe album ‘Navigator’ uit. Op de cover prijkt een duikboot. Zou het de gezonken Koersk of de lang vergeten K19 uit de jaren ’60 kunnen zijn? Met dit gezelschap weet je nooit. De teksten zijn ook deze keer gepend door Kai Schmidt. Opnieuw luidt het centrale thema oorlog/leger/militarisme. Iedereen die al eens een optreden van Funker Vogt heeft mogen meemaken, weet dat er op het podium met de hulp van Björn Böttcher (keyboards) en Frank Schweigert (gitaar) als het ware een oorlog uitgevochten blijkt te worden. Tanks en granaatinslagen worden niet geschuwd, hele bataljons soldaten lijken voor je ogen te mar-
SCI Fidelity Records SPV 085-48522 CD Distr.: Rough Trade String Cheese Incident startte in 1993, toen mandolinespeler en violist Kang, bassist Moseley, pianist Hollingsworth, drummer Travis en gitarist Nerschi in Colorado de muzikale hoofden bij elkaar staken. String Cheese Incident bouwde al snel een reputatie op als een veelvuldig toerende jam band, die velen spontaan deed denken aan The Grateful Dead. ‘One Step Closer’ is al het vijfde studioalbum, en wijkt in meerdere opzich-
FUNKER VOGT NAVIGATOR Synthetic Symphony SPV 63862 Distr.: SPV
43
cheren. Ook deze ‘Navigator’ is niet anders: hier worden apocalyptische fantasieën uitgevochten. Naast de direct met oorlog gerelateerde thema’s zoals in ‘Reject’, ‘Killing Ground’ en ‘Friendly Fire’, worden ook meer intieme onderwerpen behandeld (‘House of Sorrow’, ‘No Tomorrow’ en ‘Für Dich’), gebaseerd op eigen observaties. In vergelijking met vorige releases krijgt de gitaar een meer dominante rol toebedeeld, zoals in ‘Vorwärts’ en ‘Starfighters’. Persoonlijk ben ik niet zo opgezet met zulke kille electro. Na enkele nummers heb ik er de buik van vol, maar daar sta ik redelijk alleen in: Funker Vogt is nog nooit zo populair geweest als heden ten dage. Dit van Rusland tot Zuid-Amerika. Bombs away! Gerry Croon
ziekliefhebbers die complexiteit niet schuwen en onoplosbare ritmes verafgoden is ‘Chamber Works’ een must. Ik zeg u wel: deze muziek valt niet aan te raden vlak voor het slapen gaan. Gij weze gewaarschuwd! Meer info: www.terrybozzio.com www.favorednations.com Gerry Croon
TERRY BOZZIO + METROPOLE CHAMBER WORKS
Ze blijven steeds jonger worden, die debuterende muzikanten! De eenentwintigjarige saxofonist David Alexander Stewart is net afgestudeerd aan de universiteit van Florida, en lid van het FSU Jazz ensemble en het Jazz Combo. Daarnaast behaalde hij hoge cijfers aan de Howard W. Blake High School of the Performing Arts in Tampa. Hij is overigens ook al sinds zijn twaalfde bezig met optredens met Sonny La Rosa and America’s Youngest Jazz Band, die op het Montreux Jazz Festival in 1995 optraden. Met de Blake Jazz Band mocht hij in 1999 aantreden op het Essentially Ellington Festival in het Lincoln Center in New York. Daarna toerden ze door elf Japanse steden als onderdeel van Florida’s Cultural Exchange programma. David mocht ook als één van twaalf studenten in de USA aantreden op het Vail Jazz Festival in Colorado. Hij was de winnaar in 2001 en 2004 van de Center Florida Jazz Society competitie en mocht in 2001 tevens de zilveren medaille in ontvangst nemen op de NAACP National Competition in New Orleans. Al die verwezenlijkingen deden hem belanden in het jaarboek 2001 van ‘Who is Who Among American High School Graduates’. Vorig jaar werd hij geselecteerd om mee te spelen in The Disney All-star Collegiate Band. Recent startte hij zijn eigen DASRITE productions. Zijn saxofoonspel doet me denken aan dat van wijlen grootmeester Grover Washington, Jr. en aan Kirk Whalum (geen kleintjes dus). Funky jazz, neigend naar smooth jazz. Meer info:
Favored Nations Entertainment FN 2530-2 Distr.: NPS Reeds zeer vroeg bleek de muzikale aanleg van Terry Bozzio. Toen hij zes jaar was knutselde hij drumsets in elkaar met lege oude koffiepotten. Op zijn dertiende zag hij de The Beatles aan het werk tijdens een aflevering van The Ed Sullivan TV Show en smeekte zijn vader om drumlessen. Daarna valt het aantal bijdragen niet meer te tellen. In onnoemelijk vele bands zorgde hij voor het slagwerk. Deze ‘Chamber Works’ bevat een zes nummers tellende tracklist met alles behalve lichtverteerbare muziek. Ondanks het feit dat hij gebruik maakt van een heus orkest met stijkers, trompetten, trombones, fluiten, hobo’s, klarinetten en nog veel meer, worden de nummers sterk gedomineerd door drums en allerhande slagwerk. Ingewikkelde ritmes volgen elkaar razend snel op en laten weinig ademruimte. Opener ‘Tenemos’ zet de toon (of beter gezegd het ritme?). Alles komt nogal psychedelisch, soms nerveus over. ‘Hypnotic’ met een speelduur van over de tien minuten krijg ik maar niet verteerd. Korte hypnotische melodietjes sleuren zich door een stuwend veld vol ritmiek. Zo het anders zijn op de overige vier songs? Me don’t think so en ik krijg al snel gelijk. Op ‘Untiteld’ krijg ik Chinees aandoende akkoorden gepresenteerd. Voor mu-
44
DAYVE STEWART FEEL ME Eigen beheer Zonder nummer Distr.: www.cdbaby.com
www.cdbaby.com/cd/dayve www.dayvestewart.com Patrick Van de Wiele ERIC BURDON & THE ANIMALS ATHENS TRAFFIC LIVE SPV Records SPV 80000898 Distr. Rough Trade Nog en oudje dat al jaren meedraait is deze Eric Burdon. Zij die de man niet volgden, dachten misschien dat hij gestopt was maar niets is minder waar. Hij is zelfs actiever dan pakweg twintig jaar terug, en dat bewijst hij met deze schitterende live-cd. Verwacht geen nieuw materiaal, neen, het zijn allemaal klassiekers die je nog wel bekend in de oren zullen klinken. Maar zijn grootste hit, ‘The House Of The Rising Sun’, en andere Animalsklassiekers, staan hier niet op. Toch kunnen we lekker genieten van nummers als ‘When I Was Young’, ‘Boom Boom’, ‘Factory Girl’, ‘Little Queenie’ en een bijzondere versie van de klassieker ‘Tobacco Road’. Met Bernie Pershey (drums), Dave Meros (bas), Dean Restum (gitaar) en Martin Gerschwitz (keyboards en viool) maakte hij deze live-cd en nog steeds maakt hij grappen over zichzelf, zoals zijn ouderdom, of zijn gezondheidstoestand. Maar zijn stem is nog steeds perfect en dat hoor je duidelijk in alle songs. De finale (voor de koper, zoals jij dus) cd (plus dvd) komt uit in boekvorm en de dvd bevat diverse extra’s waaronder Home Made Video’s, een drumsolo, foto-galerie,… Wij hebben helaas alleen de cd maar gekregen. Maar deze cd zou zijn geld waard zijn geweest hadden we hem zelf moeten aanschaffen. ‘Athens Traffic Live’ is een onderhoudende cd die je zeker niet zal vervelen… als je echt van livepresentaties houdt (op cd). Meer info: www.ericburdon.com Alfons Maes
Keys & Chords
THE HOLLYWOOD BLUE FLAMES SOUL SANCTUARY
TINSLEY ELLIS HIGHWAY MAN
Delta Groove DGPCD102 Distr. Munich Records
Alligator Records ALCD 49041 Distr.: Munich Recordss
Wie Hollywood Fats niet meer kent, moet maar eens in de geschiedenisboeken van Hollywood snuffelen. Michael Mann (aka Hollywood Fats) startte met de Hollywood Fats Band, met Al Blake (zang, harmonica, akoestische gitaar), Richard Innes (gitaar), Fred Kaplan (keyboards) en Larry Taylor op de bas. Het was Fats die de band naar een bepaald niveau kon brengen maar na vijf jaar gingen ze elk hun eigen weg tot ze in 1986 terug bij elkaar kwamen en opnieuw samen muziek maakten. Helaas overleed de dag nadien Fats en uit respect voor hem veranderden ze hun naam in Hollywood Blue Flames, en voegden Kirk ‘Eli’ Fletcher (gitaar) hier aan toe. Dit is een zuivere bluescd zonder veel verrassingen maar wel échte zachte bluesnummers zoals ze gemaakt werden tijdens de jaren veertig en vroege jaren vijftig. We onthouden vooral het prachtige ‘You’re Sweet’, met Kim Wilson, ‘Jo Angelyn’ en ‘The Land Of Calio’. De meeste van de songs zijn eigen producten en of het hier nu gaat om nieuw materiaal of vorige Fats-songs, laat ik in het midden, want eerlijk gezegd heb ik de muziek van The Hollywood Fats Band nooit op de voet gevolgd. Toch is deze ‘Soul Sanctuary’ een aangename schijf geworden, lekker geschikt om bij te relaxen na een zware werktaak want sommige nummers kwamen zeer rustgevend over. En dat is iets wat we toch echt nodig hebben, niet? Meer info: www.hollywoodblueflames.com www.munich-records.com Alfons Maes
Tinsley Ellis mag dan in het verleden enkele uitstekende studio-albums gemaakt hebben, live kon hij mij niet echt bekoren. Ik heb de man nog nooit op een podium gezien maar als hij live klinkt, net als op deze live-cd, zal hij mij nooit aan het podium zien. Opgenomen in de Premier Blues Club/Steakhouse (en deze naam is leuk gevonden) Chord On Blues (of lees Cordon Blue) is dit een cd geworden met twaalf nummers waarvan geen enkel me écht aansprak maar die wel een ruim publiek zullen aanspreken. Dit is het probleem met een live-cd : oftewel vind je dat uitstekend, oftewel steekt dat tegen en mij was was dat het laatste. Maar toch staan er enkele leuke (lange) nummers op die best te pruimen vallen: ‘Double Eyed Whammy’, ‘Real Bad Way’, ‘The Last Song’ en ‘Pawnbroker’. De fans van Ellis krijgen dus waar voor hun geld en een extra- aanwinst voor hun bluescollectie maar voor mij was het snel drukken op de fast forward toets. Voor mij geld dan ook één regel: niet alles van Alligator is schitterend te noemen, alhoewel sommigen bij deze regel wel durven zweren. Meer info: www.tinsleyellis.com www.chordonblues.com www.munich-records.com Alfons Maes
Keys & Chords
45
CD-beprekingen... op de valreep
DELBERT MCCLINTON COST OF LIVING
JOHN HIATT MASTER OF DISASTER
New West NW0079 Distr.: Sonic
New West NW0076 Distr.: Sonic
In de analen van het grote muziekboek staat McClinton vermeld als de man die ene John Lennon mondharmonica leerde spelen. Tijdens een Britse tournee met Bruce ‘Hey Baby Channel’ speelde McClinton Lennon enkele licks voor die even later opdoken op o.a. ‘Love Me Do’. In zijn eigen ruim dertig jaar omspannende muzikale loopbaan staat de Texaan met de uitgerafelde soepele stem bekend als hardwerkende roadhouse rocker met de bijhorende onwrikbare livereputatie. Het is inderdaad vooral op het podium dat McClinton imponeert met zijn onnavolgbare honky tonk blues. Luister nog maar eens naar het stomende ‘Live From Austin’ (Alligator) uit ’89 en het twee jaar geleden in Noorwegen geregistreerde concert op ’Delbert Mcclinton Live’ (New West). Op het nochtans voortreffelijke studio-oeuvre ontbrak meestal iets. De laatste tijd manifesteert Delbert zich meer en meer als songwriter, meestal in samenwerking met gitarist en producer Gary Nicholson. Dit verbond leverde al fraai resultaat op in het verleden.(‘One Of The Fortunate Few’ en ‘Nothing Personal’). Op ‘The Cost Of Living’ wordt de samenwerking nog verfijnd en figureert voor het eerst de nagenoeg voltallige tourband. Het resultaat: de vertrouwde stijl klinkt spontaner en frisser dan ooit. ‘I’ll Change My Style’ de enige cover, is een soulblues in de stijl van Guitar Slim. ‘Your Memory, Me And The Blues’ zou niet misstaan in het repertoire van de betreurde Otis Redding. McClinton zingt het met dezelfde emotionele betrokkenheid. Het van tragiek gedrenkte ‘Down Into Mexico’ en ‘Midnight Communion’ zijn rake observaties en vormen samen met ‘Kiss Her Once For Me,’ een schrijnend verhaal over gemiste kansen en mijmering over vervlogen tijden, de absolute hoogtepunten. Om het leed wat te verzachten volgt er nog een enthousiaste zydeco ‘Two Step Two’. ‘I’ve Got Everything I Need’ zingt Delbert McClinton in de meeslepende afterhours pianoblues ‘That’s Allright With Me’ Een besluit waarmee we ons onvoorwaardelijk mee verzoenen. Cis Van Looy
De laatste tijd verschijnen regelmatig niet onaardige schijfjes van John Hiatt. In zijn stijlvolle repertoire vermengt de man country, blues, folk en rock tot een organisch geheel. En het vakmanschap van The Goners onder leiding van de onvolprezen Sonny Landreth staat buiten kijf. Toch bleek de laatste tijd de spirit er een beetje uit. Voor zijn nieuwste worp zocht Hiatt Jim Dickinson op, de befaamde producer die destijds Screamin’ Jay Hawkins, Big Stars en The Replacements op het juiste spoor zette en o.a.bij The Rolling Stones en Ry Cooder actief was. Jim’s zonen, gitarist Luther en Cody (drums), die de kern van de North Misssissippi Allstars vormen, bevolkten samen met Muscle Shoals-bassist David Hood The Ardent Studios in Memphis. Een en ander resulteert in vaak fraai muzikaal werk zoals het intimistische ’Cold River’. Ook de no-nonsense fingerpicking bluessong ‘Back On The Corner’ klinkt overtuigend. De fors rockende titeltrack en ‘Love’s Not Where We Thought We Left It’ kunnen eveneens op onze welwillende goedkeuring rekenen. De rest blijkt nogal wisselvallig van kwaliteit. Niet zo erg als de titel doet vermoeden, maar te zwak voor iemand van het kaliber van John Hiatt. We kunnen er niet omheen. De vergelijking met ‘Riding With The King’, ’Bring The Family’ en ’Slow Turning’ is een pijnlijke confrontatie. Anno 2005 beschouwd een schitterende hattrick die wellicht niet meer geëvenaard wordt. Anderzijds is ‘Master Of Disaster’ Hiatt’s beste werk in jaren. Cis Van Looy
46
Keys & Chords
DWIGHT YOAKAM BLAME THE VAIN
STEPHEN BRUTON FROM THE FIVE
New West NW0075 Distr.: Sonic
New West NW0077 Distr.: Sonic
Bijna twintig jaar geleden leverde de uit Ohio afkomstige en in California opgegroeide Yoakam zijn eerste werkstuk af. ‘Guitars, ’Cadilacs, Etc, Etc’ vormde de perfecte aanloop naar ‘Hilbilly Deluxe, ‘Buenas Noches From A Lonely Room’ en ‘If There Was A Way’. Met deze indrukwekkende trilogie openbaarde de jonge muzikant zijn geïnspireerde Cowcountryrock in het kielzog van streek- en geestesgenoten Blasters en Los Lobos. Country is bij Dwight geen synoniem voor de vaak stereotiepe Nashville-stuff die gretig geconsumeerd wordt in luidruchtige saloons waar onvermoeibare linedancers de plankenvloer slijten. Op zijn vroegere werk versmolt de typische Bakersfield-country naadloos met eigen werk. In zijn thuisland werd Yoakam met platina beladen en verscheen hij regelmatig op de filmset. Na een uitgebreide tournee met gitarist Keith Gattis en zijn ritmesectie gevormd door Mitch Marine en bassist David Roe, voordien bij Johnny Cash actief, leek de tijd rijp voor nieuw studiowerk. Op ‘Blame The Vain’ wijkt de troubadour uit California enigszins af van de geijkte paden. Niet echt verwonderlijk, zijn vaste buddy, de gerenomeerde gitarist en producer Pete Anderson is nergens te bespeuren. De twangende Telecaster van de getalenteerde Gattis opent nieuwe perspectieven. Taras Prodaniuk, de vroegere bassist van Yoakam, onderbrak zijn drukke touragenda met Lucinda Williams even en trok samen met pianist Skip Edwards de studio in. Zonder zijn countryroots te verloochenen opteert Yoakam, die zelf de akoestische gitaar hanteert, voor een breder georiënteerde stijl in het volledig zelfgeschreven materiaal. Het resultaat is ronduit indrukwekkend. De titeltrack opent meteen met forse countryrock, die onwillekeurig herinnert aan het betere werk van The Beatfarmers en in het fraai opgebouwde ‘When I First Came Here’ schuilen onmiskenbaar Springsteen-elementen. Liefhebbers van meer traditionele country hoeven niet af te haken. Er rest nog genoeg onversneden materiaal van hoge kwaliteit, zoals ‘I’ll Pretend’, ‘Just Passing Time’ en ‘Lucky That Way’ ondubbelzinnig illustreren. In het smartelijke ‘Does It Show’ legt de man met de onafscheidelijke Stetson zijn diepste zielleven bloot met een intensiteit die we voordien alleen bij Merle Haggard aantroffen. De afsluiter ‘The Last Heart In Line’, een onvervalste ode aan songsmid Jimmy Webb, toont een bijzonder poëtische Yoakam. Eindigen in schoonheid noemen we dat. Cis Van Looy
De uit Forth Worth afkomstige Stephen Bruton experimenteerde in zijn jeugdjaren in het studiootje van hartsvriend T-Bone Burnett. Als jonge snaak oefende hij ingewikkelde bluegrass op zijn gitaar. In de plaatselijke clubs en vader’s platenwinkel ontdekte hij blues en soul. Later schuimde hij met Kris Kristofferson de podia af en werkt hij voor Bonnie Raitt, Elvis Costello terwijl zijn songs opgenomen werden door artiesten als Willie Nelson, Johnny Cash en Waylon Jennings. In ’93 verscheen zijn eerste soloproject ’What It Is’. De terugkeer naar Texas , meer bepaald Austin, was cruciaal voor zijn verdere ontwikkeling als songwriter. Evenals zijn vorige cd’s voor het New West-label bevat ‘From The Five’ een boeiende melange van blues, rockende country en meer intimistische singer-songwriters-vlijt. Niet onbelangrijk verschil is dat zijn krakende, nasale stemgeluid opmerkelijk expressiever klinkt op Bruton’s vijfde werkstuk. Beluister er het emotioneel geladen ‘Fading Man’ er maar eens op na. ‘Walk By Faith’ heeft opvallende trekjes van de vroegere Little Feat. De piano van Bill Payne, die ook als componist een handje toestak op ’Put Me Out Of Your Misery’, is hier niet vreemd aan. In de meer ingetogen nummers zoals ’The Halo Effect’ en de slotsong ‘In The Wind’ pofileert Bruton zich als een volwaardig ambachtsman in de beste singer-songwritertraditie. Tussendoor omzeilt de Texaanse gitarist behendig eentonigheid met de obscure soulkraker ‘Ordinary Man’, helemaal in de stijl van Sam & Dave met sterke samenzang van Glen Clark. Het mysterieuze parlando in ‘The Clock’ een sociaal geangageerde doemsong aangedreven door een hitsig wah wah-gitaartje herinnert onwillekeurig aan John Trudell. Ongetwijfeld het strafste wapenfeit van Stephen Bruton tot dusver. Een schijfje om te koesteren en bovendien steeds beter klinkt bij elke nieuwe luisterbeurt. Cis Van Looy
Keys & Chords
47
LONG JOHN BALDRY (1941 - 2005) Let the heartache begin (again)...
De naam Long John Baldry stond garant voor blues, en meer bepaald, blanke blues. Hij werd niet voor niks de vader van de blanke blues genoemd. John Baldry werd geboren in East Maddon (GB) in 1941. Al vrij vlug kreeg hij zijn bijnaam ‘Long’ omdat hij niet van de kleinsten was. Hij was ongeveer 1.95 m lang. Het duurde niet lang of de muziekmicrobe had hem te pakken want begin jaren zestig was de R&B-scène in Engeland nog niet wat ze jaren later zou worden. Hij was een van de grote ‘vernieuwers’. Vooraleer hij zich met de blues zou inlaten, speelde Baldry in diverse Dixielandbands, maar omdat dat niet echt was wat hij zocht, trok hij zich uit deze muziekstroming terug en probeerde het als folkmuzikant. Dit leek meer op wat hij eigenlijk wilde doen, en schuimde diverse folkclubs af met Rambling’ Jack Elliott en ook een tijdje met Derroll Adams voor die zich definitief in België kwam vestigen. Dit vond allemaal plaats tussen 1957 en 1961. Tot eind 1962 maakte Baldry deel uit van Alexis Korners Blues Incorporated, die toen bestond uit Jack Bruce, Mick Jagger, Ginger Baker en Charlie Watts. Samen met een jazzbandje toerden ze doorheen Duitsland. Als je toevallig in de buurt van de Crawdaddy Club in Ealing was, had je 95% kans dat Alexis Korners Blues Incorporated daar optrad. Toen hij terug in Engeland was, kwam er net een plaatsje vrij bij Cyril Davis R&B All Stars. Maar dat gaf hem weer niet die échte voldoening, en wanneer Cyril Davies in 1964 komt te overlijden, aan de gevolgen van leukemie, rekruteert Baldry vanuit de All Stars muzikanten voor zijn eigen band, de Hoochie Coochie Men. De bezetting van deze groep kan je het best omschrijven als zeer vloeibaar, enkel Rod Stewart was een vaste waarde, maar ook pianist Ian Armit. Ook deze formatie was vrij succesrijk in het clubcircuit destijds. Wist je trouwens dat Baldry Rod Stewart heeft ‘gevonden’, ergens op een platform van een station onder een berg afval terwijl Rod rustig een deuntje op zijn mondharmonica blies. Maar nog steeds had Baldry zijn draai niet gevonden, en het
48
jaar daarop vervoegde hij én Stewart Steam Packet. Deze groep mocht je gerust als één van de eerste supergroepen betitelen, want als je de bezetting van deze formatie kende, kon je niets anders doen dan dit toe te geven. Wat dacht je van : Julie Driscoll (zang) (tegenwoordig heet ze Julie Tippett, de vrouw van Keith Tippett, keyboardsman op haar solo-albums), Brian Auger (keyboards), Micky Waller (drums), Mick Briggs (gitaar) en Rod Stewart (zang). De groep heeft het slechts één jaar vol gehouden en de reden was dat er in de groep te véél bazen waren en te weinig muzikanten, en ook het feit dat er niet één maar twee vocalisten waren. Het publiek werd destijds door deze dingen op een zijspoor gezet en vroeg zich eigenlijk af wie de ster van de groep was waarmee zij zich konden identificeren. Toen Steam Packet uit elkaar ging, besloten Brian Auger en Julie Driscoll Trinity te formeren, en gingen de psychedelische kant op (Streetnoise, e.a.). Later zou hij zijn Oblivion Express aan de wereld voorstellen. Baldry viel op door zijn mondaine kostuums die hij steeds tijdens zijn optredens droeg, iets dat eigenlijk voor die tijdsgeest wel ongewoon was. Maar naarmate hij zich meer toespitste op zijn (hardere) blueswerk, begon het pak en het nette kapsel plaats te maken voor een afgedragen jeans en baard. In 1966 leek hij kennelijk dan toch gevonden te hebben waar hij allang naar op zoek was, en dit was het begin van Bluesology, waarin dat kleine ventje, dat later zéér groot werd, zijn opwachting maakte : Reg Dwight (Elton John). Als vocaliste werd Marsha Hunt aangetrokken, maar vrij vlug verliet Elton John de groep om het solo te proberen. John werd vervangen door iemand die al met Baldry had gespeeld, nl. Ian Armit. In 1968 had Long John Baldry dan zijn eerste Top 20-succes : ‘Let The Heartaches begin’, een nummer dat we allemaal nog wel kennen. Zijn tweede hit, ‘Mexico’, bereikte in 1968 de 15de plaats in de Britse Top 20. Dat jaar waren het de Olympische Spelen in Mexico. Zou dat iets aan de platenverkoop geholpen hebben ? Maar in 1971 zou hij zich definitief tot de blues bekeren.
Keys & Chords
Met ‘It Ain’t Easy’ (verkocht helaas niet zoals verwacht was), geproduceerd door Elton John/Rod Stewart, bereikte hij een plaats in de Amerikaanse Top 100 singles. Enkele jaren gaan voorbij en het gaat bergafwaarts met de mentale stabiliteit van Baldry. Hij moet voor enkele maanden opgenomen worden in een psychiatrische instelling. Maar in 1976 scoort hij met ‘Baldry’s Out’, waarmee hij meteen refereert naar zijn ontslag uit het instituut. Maar sinds dan verdwijnt hij uit de populariteit. In 1980 wijkt hij uit naar Canada (Vancouver) waar hij de Canadese nationaliteit verkrijgt. Datzelfde jaar maakt hij een comeback-elpee ‘Long John Baldry’. Uit deze langspeler vloeide het succesnummer ‘Morning Dew’ waarmee hij wereldwijd scoorde. De andere nummers van dit excellente werk zijn allemaal parels. Daarom nam Daniel Lanois de productie voor zijn rekening. En wanneer wordt zo’n prachtig ding eindelijk op cd uitgebracht ? Dit is één van de allerbeste albums die ik ooit gehoord heb. Echt de moeite om aan te schaffen, als je dit nog niet gedaan hebt. In 1993 heeft hij zich eindelijk laten overhalen om nog één ding te doen wat hij nog nooit eerder had gedaan : een liveplaat maken. Op dit solowerk liet hij zich (weer) begeleiden door Kathi McDonald, die toch een uitstekende vocaliste is, en Papa John King aan gitaar, weer zo’n onderschat gitaarvirtuoos. We onthouden zeker de prachtige versie van ‘I’d Rather Go Blind’. Je krijgt er weliswaar kippenvel van, en dat gebeurt zelden bij mij.
Keys & Chords
Long John Baldry overleed op onze nationale feestdag 21 juli 2005 in het Vancouver General Hospital, Vancouver, Canada. • Discografie : 1964: Long John’s Blues 1966: Looking At Long John 1968: Let The Heartaches Begin 1968: Let There Be Long John 1969: Wait For Me 1971: It Ain’t Easy 1972: Everything Stops For Tea 1974: Heartaches (Golden Hour) 1976: Baldry’s Out 1976: Welcome To The Club Casablanca 1977: Good To Be Alive 1980: Long John Baldry 1981: Rock With The Best 1982: The Best Of Long John Baldry 1990: Beat Goes On 1993: It Still Ain’t Easy 1993: Baldry Live 1997: Right To Sing The Blues ???? : Long John Baldry & The Hoochie Coochie Men ???? : A Thrill’s A Thrill: The Canadian Years Alfons Maes
49
CARLO LITTLE (1938 - 2005) Drummer par excellence ...
Op 6 augustus verloor drummer Carlo Little , geboren Carl O’Neil Little, zijn strijd tegen keelkanker. Maanden terug mailde zijn vrouw me dat de dokters hem nog een paar… dagen gaven. Carlo was in zijn jonge tijd de wildste en hardste drummer van het Verenigd Koninkrijk. In de tijd dat muzikanten nog moesten vechten om een plaats te veroveren en vooral om die plaats te behouden. Carlo Little was ook de man op wie Brian Jones zijn oog had laten vallen voor zijn bluesgroepje-in-wording, later bekend geworden als The Rolling Stones. Op zijn vijftiende koopt Carlo een simpel drumstel. In 1960, na zijn legerdienst, besluit de 21-jarige Little professioneel muzikant te worden. In het leger heeft hij zijn tijd niet verdaan, want hij mocht daar – letterlijk – de trom toeren. Hij vond algauw zijn stek als drummer van The Savages, de begeleidingsgroep van de excentrieke Screaming Lord Sutch. Sutch en zijn Savages scoorden van zijn leven geen enkele hit, maar trokken overal volle zalen als de wildste en hardste groep van het eiland. Die reputatie hadden ze voor een groot stuk te danken aan Carlo Little: in het interview dat ik twee jaar terug van hem afnam, noemde hij zich de “wildest, the hardest hitting drummer”. Anderen noemden hem “het kanon” of “de bom”. Hij was ook de “drummer’s drummer”. Carlo: “Elke avond stonden een aantal jonge drummers op de voorste rij om te kijken naar mijn stijl”. Onder hen een snotneus met de naam Keith Moon, aan wie Carlo kort erna effectief de beginselen van de trom aanleerde. De wildheid van Carlo bleek besmet-
50
telijk te zijn: als drummer van The Who, mepte Keith Moon zijn hele drumstel naar de kloten. Little zou op een tweede manier zijn plaats in de rockgeschiedenisboekjes veroveren. Toen bluespionier Cyril Davis wegging van Alexis Korner om eind 1962 zijn eigen band op te richten, kocht hij The Savages van Lord Sutch integraal over! Zo kwam Little in de wereld van de blues terecht en bij purist Davis was dat elektrische twaalfmatenblues uit Chicago, punt uit. De Cyril Davis R&B All Stars waren de eerste niet-Amerikaanse (en blanke!) groep die elektrische Chicago speelde, daarmee een beweging in gang zettend die zou leiden tot de bluesboom van Yardbirds, Animals, Stones, Manfred Mann, Pretty Things, etcetera. Little was de drummer van deze pioniersbende. Maar zijn definitieve plaats in de rockgeschiedenis verwierf hij omdat Brian Jones hem eind december 1962 vroeg te komen drummen in zijn bluesgroepje. Little verdiende zo goed zijn brood, dat hij wel moest weigeren. Little: “Ik verdiende £20 per week en Brian kon me er 2 bieden”. Maar vriendelijk en behulpzaam als altijd, wilde hij wel invallen. Een professionele drummer moet nu eenmaal zijn brood verdienen en op vrije avonden stelde Little zich tevreden met het karige honorarium van deze beginnelingen. Kort erna, begin 1963, bezette ene Charlie Watts het drummerszitje. Toen Watts in april 1963 een BBC-opname moest missen, werd Carlo als vervanger gebeld. Het zou meteen zijn laatste Stones-optreden worden.
Keys & Chords
Toen The Savages in onmin vielen met Cyril Davis puristische koers en weer naar Lord Sutch overstapten, was diens rijk voorbij. Little hield het nog een tijdje uit als freelancer, zelfs van The Flowerpot Men, en hij begon ook een paar eigen roepen. Zijn muzikaal inkomen moest hij toen al aanvullen met een job als zelfstandige en in 1985 borg hij zijn sticks helemaal op. Hij werd in 1998 “herontdekt” toen bleek dat de hamburgerverkoper buiten het Wembley Stadion ooit had gedrumd voor de groep die op dat moment Wembley opnieuw had doen vollopen: The Rolling Stones. De Stones gingen in op de interviews die Little aan alle mogelijke media gaf en nodigden hem backstage uit. Carlo’s zestigste verjaardag werd aldus onverwacht een all starsfeestje! Little richtte gauw nog een groepje op en nam drie jaar terug veertien songs op voor een cd die niemand wenst uit te brengen, hoewel Long John Baldry, Ron Wood en Jeff Beck gewillig voor gast speelden! De enige gebrande kopie werd in dit blad besproken. Carlo was zich bewust van zijn status als legende, maar was ook te veel een vriendelijke family man om naar die legende te leven. In juli overleed ook Long John Baldry, die net als Carlo deel uitmaakte van de Cyril Davis R&B All Stars. Na de dood van Cyril Davies, nam Baldry de hele bende over en herdoopte ze tot de Hoochie Coochie Men. Little werd in juni 1964 hun drummer, maar de groep viel algauw uiteen en Little werd freelancer. Rouwbetuigingen kunnen worden overgemaakt aan Carlo’s weduwe, Iris:
[email protected] Eddy BONTE
•
•
Keys & Chords
Meer info vind je op de uitstekende website www.carlolittle.com In de Keys and Chord-reeks “De voetnoten van The Rolling Stones”, werden deel drie (8/2004) en deel 4 (10/2004) aan Carlo Little gewijd. In deel 4 vind je ook de recensie van Carlo’s cd “Never Stop Rockin’”. Het verhaal van Carlo doorkruist ook dat van gitarist Geoff Bradford, die we in de delen 1 en 2 van die reeks opvoerden.
51
2005 • SEPTEMBER 06-09: 07-09: 09-09:
10-09: 11-09: 12-09: 13-09: 14-09: 15-09: 16-09: 17-09: 19-09: 20-09: 21-09: 23-09: 24-09: 25-09: 26-09: 28-09: 29-09: 30-09:
Frotting Blues - Ancienne Belgique / Brussel Pain Of Salvation - Spirit of ’66 / Verviers Bob Mould Band - Ancienne Belgique / Brussel Frotting Blues - Ancienne Belgique / Brussel Steve Lucky & The Rumba Bumps - Spirit of ’66 / Verviers The Rhythm Junks – cc De Wildeman / Herent Hormonia Live – De Zuiderkroon / Antwerpen Tribute to Red Hot Chili Peppers by Coffe Shop - Spirit of ’66 Verviers Shotgun Shadow - Den Bonten Os / Baarle-Hertog/Nassau The Walkabouts - Ancienne Belgique / Brussel Tribute to The Bee Gees by Massachusetts - Spirit of ’66 Verviers Tom Russell & Andrew Hardin - Ancienne Belgique / Brussel Dark Age / Torment / Paragon - Spirit of ’66 / Verviers Tom Russell & Andrew Hardin - live in Lier / www.ripspique.be Cocorosie - Ancienne Belgique / Brussel Echolyn - Spirit of ’66 / Verviers Jan Michiels & Inge Spinette - Ancienne Belgique / Brussel Crucified Barbara / American Dog - Spirit of ’66 / Verviers Thks2y - Spirit of ’66 / Verviers Arena - Spirit of ’66 / Verviers Wim Mertens - Ancienne Belgique / Brussel Flanders - Ancienne Belgique / Brussel Wim Mertens - Ancienne Belgique / Brussel Rothko & DJ Set by Mark Beazle - Ancienne Belgique Brussel Bryan Adams – Sportpaleis / Antwerpen Tribute to Janis Joplin by Janis Joplin Revival Band - Spirit of ’66 / Verviers Convention Progresiste: Madelgaire / Ex-Vagun / Quidam / Focus - Spirit of ’66 / Verviers Convention progresiste: Knight Erea / La Maschera Di Cera / Riverside - Spirit of ’66 / Verviers Stephen Malkmus - Ancienne Belgique / Brussel Ian Parker Band - Spirit of ’66 / Verviers Kris De Bruyne - Ancienne Belgique / Brussel The Heart of Georgia Satellites - Spirit of ’66 / Verviers The Seatsniffers - live in Lier / info: www.ripspique.be Laura Veirs & The Tortured Sou - Ancienne Belgique / Brussel Barclay James Harvest - Spirit of ’66 / Verviers
12-10: 13-10: 14-10: 17-10: 18-10: 19-10: 20-10: 21-10: 22-10: 22-10: 23-10: 24-10: 25-10: 26-10: 27-10: 28-10: 29-10: 31-10:
• NOVEMBER 03-11: 04-11: 05-11: 07-11: 08-11: 09-11: 10-11: 11-11:
• OKTOBER 01-10:
02-10: 05-10: 06-10: 07-10: 08-10: 09-10: 10-10: 11-10:
52
Heather Nova - Ancienne Belgique / Brussel Tribute to The Blues Brothers by Heart & Soul - Spirit of ’66 Verviers Shakedown - Den Bonten Os / Baarle-Hertog/Nassau Tom McRae - Ancienne Belgique / Brussel Mr. D - Spirit of ’66 / Verviers Liquid Scarlet - Spirit of ’66 / Verviers Johnny Boston Quartet - live in Lier / info: www.ripspique.be Admiral Freebee - Spirit of ’66 / Verviers Spock’s Beard - Spirit of ’66 / Verviers Branford Marsalis - Ancienne Belgique / Brussel Aynsley Lister - Spirit of ’66 / Verviers dEUS - Ancienne Belgique / Brussel Royal Hunt - Spirit of ’66 / Verviers
dEUS - Ancienne Belgique / Brussel dEUS - Ancienne Belgique / Brussel Mercedes Peon & Ialma - Ancienne Belgique / Brussel Freak Kitchen - Spirit of ’66 / Verviers Lizz Wright - Ancienne Belgique / Brussel Danny Bryant’s RedEye Band - Spirit of ’66 / Verviers Damien Jurado - Ancienne Belgique / Brussel The Muffin Men - Spirit of ’66 / Verviers Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Dionysos - Ancienne Belgique / Brussel Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Spinvis - Ancienne Belgique / Brussel Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Betty Serveert – Crosswood Festival / Kruishoutem Ezio - Spirit of ’66 / Verviers Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Vincent Venet - Ancienne Belgique / Brussel Claude Bourbon – De Blauwe Wolk / Zottegem Ray Davies - Ancienne Belgique / Brussel Michael Hill’s Blues Mob - Spirit of ’66 / Verviers Sarah Lee Guthrie & Johnny Iri - Ancienne Belgique / Brussel Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Möterhead - Ancienne Belgique / Brussel Take The Duck - live in Lier / info: www.ripspique.be Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Stef Bos - Ancienne Belgique / Brussel Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Wild ‘T’ & The Spirit – De Blauwe Wolk / Zottegem The Quireboys - Spirit of ’66 / Verviers The Coal Palace Kings – De Blauwe Wolk / Zottegem
12-11: 13-11: 14-11: 15-11: 18-11: 19-11: 22-11: 25-11: 29-11: 30-11:
The Believers - live in Lier / info: www.ripspique.be Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Mass Hysterie - Ancienne Belgique / Brussel Tribute to Yes by Fragile - Spirit of ’66 / Verviers Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Maria Farantouri - Ancienne Belgique / Brussel I.Q. - Spirit of ’66 / Verviers Millencolin, Flogging Molly, U - Ancienne Belgique / Brussel Ben Granfeld Band - Spirit of ’66 / Verviers Pink Martini - Ancienne Belgique / Brussel Anouk - Sportpaleis / Antwerpen Brian Auger Oblivion Express - Spirit of ’66 / Verviers Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Raphael - Ancienne Belgique / Brussel Tony Spinner Band - Spirit of ’66 / Verviers Matt Schofield & The Backbones - Den Bonten Os / BaarleHertog / Nassau Night Of The Proms – Sportpaleis / Antwerpen Muzikantendag - Ancienne Belgique / Brussel Simply Red - Sportpaleis / Antwerpen The Machine plays Pink Floyd – Le Forum / Luik The Mark Arshak Band – De Blauwe Wolk / Zottegem Anouk - Sportpaleis / Antwerpen Freek De Jonge & Band - Ancienne Belgique / Brussel Freek De Jonge & Band - Ancienne Belgique / Brussel Charles Aznavour – Sportpaleis / Antwerpen Louise Attaque - Ancienne Belgique / Brussel Thomas Fersen - Ancienne Belgique / Brussel Clouseau – Sportpaleis / Antwerpen Clouseau – Sportpaleis / Antwerpen Amadou & Mariam - Ancienne Belgique / Brussel
Keys & Chords
Antwerpsestwg. 84 - Vosselaar KALENDER MON AMON AMARTH 15 AUG CATARACT doors 19h begin 19.30h
IMPIOUS FRI 26 AUG
JEFF SCOTT SOTO + support
doors 20h - begin 20.30h
SUN MACABRE 28 AUG Prostitute Disfigurement
Flesh Made Sin
MON 29 AUG doors 19.30h begin 20.15h
FRI 9 SEP doors 19.30h begin 20.15h
SAT 10 SEP
d. 19h - b. 19.30h
ME FIRST AND THE GIMME GIMMES + support in co-operation with cc luchtbal
HOF TER LO - ANTWERP
OPETH + support
in co-operation with cc luchtbal
HOF TER LO - ANTWERP “HARVEST FESTIVALS 2005”
NILE UNLEASHED HATE ETERNAL BEHEMOTH INCANTATION BLOOD RED THRONE
doors 16.00h begin 17.00h
HOF TER LO - ANTWERP
FRI 23 SEP
SONATA ARCTICA
in co-operation with cc luchtbal
+ 2 supports
doors 19.00h begin 19.30h
HOF TER LO - ANTWERP
SAT 1 OCT
STEVE VAI
doors 19.00h begin 20.00h
in co-operation with cc luchtbal
HOF TER LO - ANTWERP
SAT 15 OCT
SAXON
doors 19.00h begin 20.15h
SUN 16 OCT SAT 29 OKT
SAT 5 NOV
in co-operation with cc luchtbal
ERIK SARDINAS
CHINCHILLA in co-operation with cc luchtbal
HOF TER LO - ANTWERP
SOILWORK + support
DEICIDE
begin 19.00h
d. 19h - b. 19.30h
VISCERAL BLEEDING + support "MONSTER METAL MADNESS TOUR"
STRATOVARIUS HAMMERFALL + support
doors 19.00h begin 19.30h
HOF TER LO - ANTWERP
SAT 26 NOV
AFTER FOREVER
doors 19.00h begin 20.00h
HOF TER LO - ANTWERP
SAT 10 DEC doors 19.30h begin 20.15h
in co-operation with cc luchtbal
“Cd launch party” + support in co-operation with cc luchtbal
HELLOWEEN + support
in co-operation with cc luchtbal
HOF TER LO - ANTWERP
www.biebob.com (0032) 014/61.64.31 Keys & Chords
53
André Denoel & Gérard Drouot stellen voor:
ELTON JOHN & BAND Maandag 12 december 2005 om 20u30
Al meer dan 30 jaar is deze man een echte internationale pop legende :
ELTON JOHN: heeft wereldhits, platina platen en meerdere prijzen achter zijn naam staan.
ELTON JOHN: speelt een uniek concert in het Sportpaleis te Antwerpen op 12 december ! Hét evenement van het najaar ..
Tickets 070 – 345 345 & www.teleticketservice.com © Foto: Steve Hall 54
Keys & Chords