Oorlogsbrieven
van Alfons Sevens
1915-1918
Opgetekend en ingeleid door zijn kleindochter Nicole Verschoore, met de onmisbare hulp van zijn dochter Livina Sevens, weduwe Paul Verschoore. . De biografie van Alfons Sevens (1877 - 1961) verscheen
I·
Daniël Vanacker en in de Encyclopedie
I
de naoorlogse
nummers
biografisch
Woordenboek
door Reginald De Schrijver.
11 (1985) van de hand van
Alhoewel
Alfons Sevens zelf in
van De Witte Kaproen en in Zij en wij. Sprokkelingen uit mijn ballingschap (1923) de redenen van zijn
arrestatie en zijn verbanning Wetenschappelijke
in het Nationaal
van de Vlaamse Beweging
uiteenzet,
Tijdingen
vindt men in het opstel Vlaams verzet tegen De Vlaamse Post van Daniel Vanacker in
43 (1984) de nauwkeurigste
in het licht van het ontluikend
analyse van de omstandigheden
activisme en het initiatief van de Jong-Liberalen
stichten, De Vlaamse Post. Het verzet van Sevens kan hier vergeleken lutie binnen de ANV -tak Gent. Een belangrijke
die tot zijn aanhouding
hebben geleid,
rond dominee Domela om een nieuw blad te
worden met dat van de andere flaminganten
bron was hierbij het dagboek van Paul Fredericq.
en met de evo-
Voor Sevens steunt Vanacker
op het dossier Sevens in het AMVC (S 592, H en B). In Zij en Wij ... geeft Sevens zelf een duidelijke 24 november
1918. Ook over de veroordeling
chronologie
van zijn verblijf in gevangenissen
en kampen, van 26 mei 1915 tot
laat hij geen twijfel bestaan:
"Ik werd door het Duitse krijgsgerecht
te Gent niet tot gevangenisstraf
tot 1 100 mark boete of1 10 dagen gevangenis.
Na mijn veroordeling
veroordeeld,
maar wel
op 21 juli 1915 gaf men
mij acht dagen tijd, om mijn boete te betalen. Talrijke personen boden zich dan bij mij aan, om het nodige geld voor de boete te storten of in te zamelen. Doch verschillende o. a. dr. 1. Goossenaerts Beweging
Vlaamse strijders,
en wijlen prof. Paul Fredericq vonden het wenselijker
en voor de strijd tegen het opkomend
voor de Vlaamse
activisme, dat ik de boete niet betaalde en mij
gevangen stelde. Hetgeen ik ten andere ook zinnens was te doen". Het verloop van de huiszoeking 9 juni, de heropening deling zijn eveneens
bij Sevens en zijn aanhouding
van het proces op 13 juli, de uitlatingen
op 26 mei 1915, zijn vrijlating op 3 juni, het proces-Sevens van Sevens voor de rechters op 21 juli en uiteindelijk
in hoger vermeld opstel van Daniel Vanacker uiteengezet
werd echter na 15 november
omgezet in regelrechte "Het eenvoudigste
verbanning,
Wehlheiden. gevangenis
(Wet. Tijd. 43, pp. 157- 160). De gevangenisstraf
tot het einde van de oorlog. Hierover
lezen we in Zij en Wij :
recht eiste dat ik mijn vrijheid terug kreeg na mijn gevangenisstraf
digd te hebben. Dat was de overtuiging
van de Duitse overheid in de gevangenis
En ik werd niet onmiddellijk
op
zijn veroor-
naar de kampen gezonden,
geëin-
van Cassel-
maar wel naar de politie-
van Cassel en nadien naar Allendorf a. Werra, waar de Duitsers zelf twee mark
daags voor mijn verblijf betaalden,
omdat men alle dagen de nodige bevelen verwachtte,
om mij
naar Gent terug te voeren. Doch ik had zonder de waard, dit is zonder de activisten gerekend. "Hij heeft, schrijft Sevens, na zijn gevangenisstraf" verwijdering Toen haar man niet terugkwam, een verklaring
meegemaakt,
en mijn opsluiting
deed zijn vrouw Jeanne Sevens-Beaufays
dantur te Gent. Onder de bedreiging, Commandantur
drie jaar kampleven
uit Vlaanderen
ondertekenen
/2
omdat de activisten mijn
eisten".
navraag op de Etappeninspectie
haar zelf in hechtenis te nemen en haar naar Duitsland
te deporteren,
en bij de Commandeed men haar op de
dat zij nooit meer naar haar man zou vragen. Ze had drie jonge kinderen en tekende.
Naar schatting zijn slechts een achttal brieven en kaarten van de oorlogscorrespondentie Verdwaalde
eenvoudig
in Duitsland
brieven worden meestal met grote duidelijkheid
tussen Sevens en zijn vrouw verloren.
vermeld in volgende brieven. Van Sevens zijn er in totaal 56 brieven
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 1
en 61 briefkaarten, gevangenissen,
alle in potlood geschreven
en door de Duitse censuur nagelezen. Een overzicht ervan volgt de verschillende
plaatsen en kampen, waarin Sevens van juli 1915 tot november
1918 verbleef:
Uit Gent I brief, uit Aken geen (twee brieven zijn verloren gegaan), uit Cassel 3 brieven (een brief verloren), uit Allendorf
10 brieven en 3 kaarten (een brief verloren),
uit Holzminden, uit Würzburg
6 brieven en 6 kaarten,
uit Holzminden,
tweede verblijf, 6 brieven en 8 kaarten,
uit Celle-Schloss uit Havelberg
eerste verblijf, I brief (een verloren),
9 brieven en 14 kaarten,
18 brieven en 30 kaarten.
Samen 56 brieven en 61 kaarten. Politiek ideaal en familieleven De oorlogscorrespondentie
1915 - 1918 maakt minder de politieke figuur
bekend dan de intieme persoonlijkheid volksopvoeder
hebbende echtgenoot, behulpzame pondentie
een attente vader, een oplettend
vriend. Zonder enige grootspraak hoe een ideaal in het dagelijks
tijdens de oorlog en in gevangenschap. A. Sevens in Holtminden
van de briefschrijver,
de idealist, de
en de moralist. Hij laat zich kennen als een bijzonder lieffamilielid en een
bewijst de intieme corres-
leven kan worden omgezet, zelfs Ze leveren een bijzonder gedetail-
leerd tijdsbeeld en in velerlei opzichten een verrassend
mentaliteitsbeeld.
Vlaanderen vóór het activisme Van zijn middelbare
studies af streed Sevens als flamingant.
romans, nam initiatieven medewerking
{
voor volkse kunstmanifestaties,
voor de Vlaamse
brieven en postkaarten
Hij schreef manifesten
en pamfletten,
novellen en stichtende
voerde het woord op talloze meetings en was onvermoeid
zaak. Bij het lijvige pak Oorlogsgbrieven
1915 -1918 zijn enkele dunne bundeltjes
van Doussy, Stijn StreuveIs, Richard De Cneudt, Toussaint,
Karel BuIs, Pol de Mont, Max Rooses en
Hyppoliet Meert. Een tweede groep brieven en kaarten uit 1916, van Maurits Sabbe, August Verrneylen gericht tot Mevrouw initiatieven
bereid tot gevoegd van
en Jan Bouchery,
Alfons Sevens en zullen later ter sprake komen. De eerste bundel heeft echter betrekking
zijn
op voordrachten
en
van Sevens van 1910 tot 1914. In korte flitsen belichten ze zijn activiteit en kunnen derhalve als algemene inleiding
dienst doen, vlak vóór de oorlog en vóór het activisme. Het zijn achtereenvolgend
een brief van Karel Buis, een lange brief en twee postkaarten
Rooses, een kaart van Hyppoliet
Meert, een van Dr. Doussy, een van Fernand Toussaint,
brief van Julius Hoste. In de briefwisseling in de omgang nooit gebruikt. Brief van Karel BuIs
van Pol de Mont, twee brieven van Max een van Stijn Streuvels en ten slotte een
spreken alleen Doussy en Streuvels Sevens aan met Fons. De voornaam Alfons werd
Sevens tekende zelf steeds voluit Alfons Sevens, maar voor familie en vrienden was hij Fons. Op wit briefpapier Bruxelles,
met zwarte rand:
11 jan vier 1910.
Monsieur, Je ne saurai (sic) assez vous féliciter d'avoir défendu, en français, la cause du flamand. C'est ce que je me suis efforcé de faire aussi. Trop longtemps cette cause n'a été défendue que dans la langue que ne comprenaient Votre plaidoyer substantiel
pas les adversaires
du flamand. On prêchait ainsi des convertis.
fera beaucoup pour Ie triomphe de notre cause. Comme je voudrais
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 1
/3
I'adresser à quelques amis contre lesquels je discute fréquemment dat de fr 5.50 pour que vous m'en adressiez tions I'expression
de mes meilleurs sentiments,
Buis wenst Sevens geluk met zijn pleidooi voor het Nederlands. exposée aux Wallons (Dhondt, 28 november
Oostende),
en de taaleisen,
groepen tegenover
het Vlaams.
een merkwaardige
1909 tekende Sevens La Questionflamande
De uiteenzetting
analyse van de toenmalige
van Vlaanderens
het verloop van de dag. Pol de Monts brief weerspiegelt
de stoutste verwachtingen. aan het Gentse stadsbestuur
Kunstdag te Gent bewijzen dat de reusachti-
Op 16 juli waren alle voormannen
politici en kunstenaars
's avonds het woord op het volksbanket.
Verscheidene
van Letterkundigen
versloegen
- tot laat in de nacht.
ren en duizenden jongeren
en Frans Van Cauwelaert voerden
geen beurt gekregen maar nam
het feest van 9 u. 's morgens - een algemene verga-
Aan tafel zat Van de Woestijne
de Bom en Valerius de SaedeIeer. Op de Kouter zongen honderden Antwerpenaars
voorbij het stadhuis waar burgemeester
overtrof
aanwezig om
Het plein zag zwart van het volk. In de Grote Schouwburg
journalisten
... uit
nog bestonden, wie ze waren en hoe talrijk ze waren. De
worden dat zij een eigen 'cultuur had. Louis Franck, Cam iel Huysmans
spraken het volk toe vanuit een tribune op Sint-Baafsplein.
dering van de Vereniging
en muziekkorpsen
de beginfase van het werk. De verwezenlijking
van de Vlaamse Beweging,
en de regering te tonen dat de Vlamingen
moest eraan herinnerd
de maatschappijen
Max Rooses, Sabbe, Jules Persyn en Pol de Mont het woord. Anseele had van de organisatoren
Emmanuel
Belgische bevolkings-
van juli 191 1 een initiatief van Sevens is geweest. Hij was niet alleen de bezieler, het volledige feest kwam tot
stand dank zij hem. Hij schreef alle brieven, nodigde de sprekers, de medewerkers,
bevolking
geeft naast een volledig overzicht
houding van verschillende
Kunstdag 1911
De brieven van Pol de Mont aan Alfons Sevens over de organisatie
en organiseerde
avec mes félicita-
een brochure met de teksten van het débat over de Vlaamse strijd te Luik op
Vlaanderens
ge manifestatie
la question, j'incIus un man-
Ayez Monsieur,
Buis.
Op 17 december
van hetzelfde jaar. Het bevat de tekst van Sevens' redevoering.
van de taalwetten
10 exemplaires.
met Herman Teirlinck,
en Brusselaars,
een stoet ging
Braun naast Louis Franck en René De Clercq de Vlaamse kamers van retorica zag defile-
die op spandoeken
een Vlaamse universiteit
eisten.
In de eerste brief van Pol de Mont over Sevens' plan, een Vlaams kunstfeest in te richten, zijn de taal en het denken van de briefschrijver tijdsdocumenten
geworden.
geschrift minder duidelijk
of vergeet hij zelfs woorden. We duiden de plaatsen met [] aan. De dichter René, van wie sprake is in
de laatste paragraaf, Briefvan
Hier en daar laat de gejaagde improvisator
zich meeslepen
door zijn gevoel en wordt zijn
is René De Clercq.
Pol de Mont
Pol de Monts briefpapier Antwerpen,
draagt als briefhoofd Koninklijk Museum voor Schone Kunsten:
1 1 mei 191 1
Waarde Sevens, Natuurlijk
aanvaard ik, en ditmaal met de innigste voldoening
gedachte, Vlaanderen doen communiceren,
met zijn kunstenaars van eerstaf overheerlijk
en onze kunstenaars
en met ware fierheid. Ik heb de met hun volk eens plechtig te
gevonden. Ik doe mee!
Maar - vooraleer mij te verbinden om nu juist de plastiek te behandelen, natuurlijk onze schilder-, beeldhouw-, Uw brief spreekt van een feestzitting gehele groep van de aanwezige
bouwkunst
in de grote schouwburg.
kunstbeoefenaars
Was 't niet eerst uw plan, de
den volke te vertonen op 't St. Baafsplein
Ik begrijp best, dat gij nu de voorkeur geeft aan een zitting-onder-dak, burg groot genoeg?
14
Was [] Casino niet beter geschikt, zo niet gelegen?
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 1
en hiermee hebt gij
bedoeld, wil il u enige vragen stellen. ?
maar is de Gr. Schouw-
Ten tweede. Persoonlijk
spreek ik liefst ... niet over dat ene onderwerp,
nis van de dag in een korte, maar - naar ik hoop - krachtige,
maar deed ik de beteke-
pakkende rede uitschijnen,
lerend
a) aan 't volk, dat het er recht op heeft, dat in de eerste plaats voor hem zij, hem vreugde en adel brenge, alle kunst door en uit dat volk gesproten, eerste plaats Vlaamse kunstenaars
b) aan de kunstenaars,
dat hun plicht is, in de
te zijn, wat hun kunst niet zal verhinderen
wereldkunst
te
zijn, als zij 't waard is door haar VI. zijn en haar innerlijke waarde, c) aan het Volk, dat het zijn Kunst en zijn Kunstenaars
Hel Lied van hel Rechl
in zich zelf [in zijn
kunst] moet liefhebben en steunen. Dan zouden 3 anderen elk van die 3 afzonderlijke
kunstuitingen
behan-
delen, bondig, klaar, lapidair. Rooses moet dan de plastiek voor
~
zich nemen. En hij zal 't doen, als
(in Volk.lranl)
men 't hem vraagt. [... ] Wie zal spre-
Gedicht van
ken over onze toonkunst?
't Moeten
mannen zijn met strot en met een
Pol de Mont
beetje vuur in 't oog! Sabbe ? Aanbevolen, Muziek van
hoor!
En nu, - ik vermoed dat gij de beoefe-
JEF VAN HOOF
naars allen samen in den bak, the pit, van de Schouwburg
zult doen plaats
nemen, - of ... op het toneel ?? Dit
Licdcrcnvcrzarnclia, •.aa ~brocdcrs JANS5EN5, Aalwerpca N 7S . (Lod.. Jou( J&BUca., op..•. ol'u) Prij_: fr. LSO
was wellicht mooier, eveneens alles in Casino mogelijk, meen ik. Rangschik
ze dan, a.u.b., zo, dat het
publiek, dat duizenden Titelblad "Het Lied van het Recht"
(
moet bevatten,
zonder moeite de groepen onderscheide; daar, op die rijen, de mannen
van de literatuur - daar, op die andere, de mannen van de beeldende van de muziek !, En - aan de ouderen, de oudsten, de ereplaatsen!
kunsten!
- daar de mannen
En - aan de letterkundigen,
die de strijd hebben ingeleid veel meer dan de anderen, schilders, enz., niet de laatste plaats! veeleer de eerste!
Dit zeg ik niet voor mij zelf! God, neen; maar voor de waarheid.
Vooral ... dat Roeland luie, triomf luie voor alles, en voor 't Volk, en voor de Kunst. Reeds zaterdagavond
moest hij luien. En dan - de hele zondag!
En nog een zot idee! lef Van Hoof heeft een monument het Recht. Dat moest, na afloop van die plechtigheid
!! van een lied getoondicht
of van die op St.Baafsplein,
: Het Lied van door een 4 à
500 man gezongen worden - zo dat heel het volk mee zou zingen! Men schrijve aan Van Hoof, Belegstraat, Dat lied, daar uitgevoerd,
zou reusachtige
5, Antwerpen. indruk maken.
En - nog - nog iets: Mannen als Baertsoen,
Alb., als Fred. de Rudder, als Montald, als anderen, die wel een beetje
veel - weinig VI. zijn in hun leven, die zouden toch moeten gevraagd
worden!
Baertsoen,
b. v.,
zou, als de Vlam. hem wat meer tot zich trokken, wel VI. -gezind worden. Maar - wij laten diegenen te huis die la langue de la mère Flandre in hun schriften versmaad
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 1
15
hebben; alleen Vlaams-schrijvende
zijn daar op hun plaats, is 't niet?
Bij voorbaat wens ik u en uw vrienden geluk! zege ! Laat René een lied dichten:
3 strofen:
't Moet en zal een dag worden als een Sporen-
elke stroof voor één vak ! En een 4e stroof als - toepas-
sing. Maar - iets als een Klok, als een onweder. Misschien jeuken mijn oude vingers nog eens en doe ik het nog zelf. Uw Pol de Mont in een kaart met poststempel
18.5.1911 voegt Pol de Mont nog allerlei bijzonderheden,
waarvan we er enkele overschrijven:
Uw komiteit moet ook zorgen dat het niet aan dames ontbreekt in de zaal, en op de beste plaatsen: de moeders en dochters van overleden VI. mannen, ook buiten Gent, konden wel gevraagd worden misschien. Voor de letterkunst
zoudt gij Vermeylen
moeten hebben.
? Claus
Kunt gij Claus niet gelasten met het vormen van een 3e Komiteit
en Minne b.v. ?
Hartelijk, Pol de Mont En uit een kaart met briefstempel
29.5.1911, naast tal van andere voorstellen, deze dri e: Waarde Sevens ! Een paar gedachten. Was 't niet mogelijke het toneel van de Fr. Schouwburg versieren met de borstbeelden Vuylsteke,
van Willems, Ledeganck,
Benoit, ja, waarom niet Vondel, geheel in 't midden?
Een mooie prentpostkaart
moest (werk vaneen
te
v. Duyse, Hiel, GezelIe, v. Beers,
goed artiestb.v.
, Doudelet,
E. v. Offel, of A. v.
Neste) die dag overal verkocht. Er zouden honderden mee te slaan zijn ten voordele van onze strijd. En vergeet Baertsoen en Buysse niet, de schilders. Wij moeten inpalmen
wat we kunnen.
Knoeiers mogen thuis blijven. Zulken niet. Uw Pol de Mont.
Het feest kwam er, ongeëvenaard
groot. Klokke Roeland kon niet luiden, er waren herstellingswerken
van het Belfort. Hij werd vervangen
door bazuinen,
op het toneel in de Grote Schouwburg. (Verzameld
Journalistiek
Karel van de Woestijne
pelen. Er was geleid bezoek van het stadhuis, het Gravensteen academische
maakt in zijn verslag van Vlaanderens
Werk 4, uitg. Ada Deprez, pp 483 - 505) gewag van 100.000 vreemdelingen
burg" o.l.v. Oscar De Gruyter gratis een voorstelling
en de ruïnes van de St.Baafsabdij.
van F1orimond van Duyse bijeenkwamen 25.000 deelnemers
uit Antwerpen
Kunstdag
in de NRC
die Gent kwamen overrom-
Terwijl in de "Vlaamse schouw-
werd gegeven met poëzie en Gentse koren, had in de Grote Schouwburg
zitting plaats. Op de Kouter zongen de Antwerpse
en Brusselse Liederavonden, reusachtige
om Vlaamse liederen aan te leren. 's Namiddags
alle Vlaamse streken en 450 maatschappijen.
aan de gang aan de toren
aan het station, in straten en pleinen, zelfs van de toren van St. Baafs en
een
groepen die op initiatief
liepen in de stoet 50 muziekkorpsen
uit
De cijfers zijn van Karel van de Woestijne in NRC. Hij maakt gewag van ruim
en 18.000 uit Gent. Julius Hoste ging 1200 Brusselaars
voor, met een banderol
voor de
Vervlaamsing van de Hogeschool. Van 's morgens tot laat in de nacht, tijdens officiële toespraken zowel als op het volks banket en op het Volksbal op de Kouter, klonk de eis van een Vlaamse Hogeschool.
Archieffoto van de menigte
De foto uit ons persoonlijk
archief (77,5 cm op 57 cm) die we op de volgende bladzijde afbeel-
den, werd in de namiddag van 16 juli 1911 genomen op het St. -Baafsplein,
waar in die tijd
acacia's groeiden. Tussen de bomen herkent men de gevel van de KNS. Minister van State August De Schrijver vertelde nog voor enkele jaren dat hij zich als knaap van lOof 12 jaar in deze menigte bevond. Zijn ouders waren er niet voor te vinden, dat hij die dag op straat zou lopen, maar hij glipte er vanonder door. De toeloop, de urenlange was onvergetelijk.
16
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 1
geestdrift!
De herinnering
E<.J
<:: <::l
tr,
00
';::
Vi
•.. <:: '" E:•.. ,S -'•..< ~•.. <::l Cl <.J ~ -<: "<::!<:: -,<' ~ ~ •..<:: '& <:: s <::l E:<.J ïg <::l ~ E: <::l -. ";l c.",. tr, -. c::5 -<:>•..Cl •..'" ';'":S •..<:: 0t'--,' "<::! -. '" .3 "<::! ~ "3l -.; I:! 2 s '-, -<: •.. ~ r-,
~.
00
~•.. 'E•.. Cl
Boek en Bibliotheek,
1998 nr. 1
~
'-
-.
IQ
•..<:: .s!::•.. •.. 2 <::'" <:: '" •.. ~ <::l ~ :::: -<:>
"-
., .,
E: ~ '"~ (l ::t: I:!
00
~ ~ •..I:! ~ E:
§
Cl '" "S
"-'•..< -•..s -<: <::
'" ~ (l c.",.~ '~
<::
'~
';:S
I:!
<::l
'"
17
In het verslag van de NRC is tot laat in de namiddag Sevens geen enkele keer te zien op de podia en aan de groene tafel, tot Pol de Mont hem na de officiële toespraken
eindelijk uit de menigte op het St-Baafsplein
te voorschijn haalt. Van de Woestijne noteert dat
Sevens dit alles heeft ingericht en teweeggebracht, een nederige Vlaming die verdient, een grote Vlaming te heten (p.50.2). Ook al weten we dat de kleine Vlaming de verslaggever gebeurtenis
met enkele vrienden een inrichtend comité had gevormd en ook al kunnen de cijfers van
zijn, toch kan men zich vandaag moeilijk voorstellen dat een éénmansinititief
wat overdreven
op een dergelijke
zou kunnen uitlopen.
Sevens is in dezelfde jaren eveneens vernederlandsing
bekend voor de 129.0.0.0.handtekeningen
van de Gentse universiteit.
Verriest- hulde eveneens spectaculair.
voor een petitie voor de aan de
Hij bracht 10.0.0.0.man op de been om eraan deel te nemen. Hetzelfde jaar had hij voor de
Vlaamse dagen op de Gentse Wereldtentoonstelling 17.0.0.0.zitplaatsen
die hij kon verzamelen
Ze berusten in de BRUG. In de zomer van 1913 was zijn medewerking het concert van Peter Benoits oratorio De Schelde georganiseerd
in de
tellende grote zaal van het Floraliënpaleis.
Brief van Max Rooses
Op briefpapier Antwerpen
met briefhoofd Museum Plantin-Moretus,
Hooggeachte
(sic).
Heer,
Ik heb wat geaarzeld en gedraald om te antwoorden 16njuli
Max Rooses Conservateur
11 juni 1911.
op de Kunstdag te Gent. Mijn gezondheid
op uw vererend verzoek om te spreken ten is wankelend;
ik loop op mijn laatste benen
en vreesde niet in staat te zullen zijn op waardige wijze op te treden. Ik voel mij vandaag wat beter en acht het mijn plicht op dit plechtig ogenblik bij te dragen wat ik kan om uwe edelaardige poging te steunen. Gij moogt dus mijn naam op uw programma
brengen, op één voorwaar-
de nochtans dat ik niet zal handelen enkel over Hedendaagse plastische Kunst, maar over
Vlaamse Kunst door de eeuwen heen. Mocht die wijziging niet stroken met uw plan gelief mij dan door een andere spreker te vervangen.
Met de meeste verkleefdheid,
Max Rooses.
Max Rooses, op hetzelfde briefpapier: Antwerpen
30. juni 1911.
Waarde Heer Sevens, Het doet mij genoegen u te kunnen melden dat ik mij vandaag frisser bevind en ik het wagen zal zondag 16 juli op te treden. Ik had niet gedacht dat het u moeilijk zou gevallen hebben (sic) mij te vervangen
en het is uw verklaring dat het u onmogelijk
was een andere spreker in mijn plaats
te vinden, die mij doet besluiten u te schrijven in de zin als ik doe. Om te grote inspanning verwijden
zal ik lezen en verzoek u te zorgen voor goed licht aan de lessenaar
te
waar ik zal plaats
moeten nemen. Aanvaard,
bid ik u, de verzekering
mijner bijzondere hoogachting;
Max Rooses.
Voordrachten en propaganda Sio.s. Fans
Een postkaart
van Dr. Doussy uit Kortrijk met postdatum
12-10-1912:
Waarde. Zeg Fons, Gij en gaat toch de mannen van Harelbeke,
waar er zoveel goed te doen is, in de
steek niet laten. De Cneudt kan niet gaan. Hij moet naar Saffelaere. Dus - un bon mouvement, Al dit circulairenspel, propaganda
eh ?
hoor, komt hier voor vandaag niet te pas. En wij rekenen op u daar de
te Harelbeke goed geleid scheen.
Ten 5 dus, zijt ge daar - en als 't kan breng René De Clercq maar mede. Hij is daar wel gekend. Uw Doussy.
/8
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 1
Van Femand V. Toussaint op een briefkaart van de Vereniging van Letterkundigen, Halle bij Brussel. Postdatum
Secretariaat,
1912 :
Waarde, Voor een 8-tal dagen zond ik u, zoals verzocht, 50 prospectussen Minnespel.
Mag ik u beleefd vragen of deze prospectussen
goed wilt zijn dit eerstdaags
voor het boekje Landelijk
al verzonden
te doen daar het boekje binnen een paar dagen verschijnt.
mijn Conscience - toespraak (in het Hallisch parochieblad)
ontvangen?
gedaan voor het inrichten van een comiteit voor onze voordrachten Hoogachtend,
Hebt ge
Ten slotte is er reeds iets
te Gent?
Met veel groeten.
Toussaint.
Van Hyppoliet Meert, op een kaart van het Algemeen Nederlands Secretariaat:
zijn? Anders of gij zo
20 Spiegelstraat,
Verbond, Groep België,
Gent:
G. 10-10-12, Geachte Heer Sevens, Het plan bestaat om op 20 oct.a. een openbare vergadering 5 uur over de Vlamingen
en de Gentse Tentoonstelling.
te beleggen in het Notarissenhuis,
Wees zo goed ons te laten weten of we
op U kunnen rekenen om daar het woord te voeren. Uw H. Meert. De Gentse tentoonstelling
waarover Hyppoliet
Meert het in zijn briefkaart heeft, is de Wereldtentoonstelling
moeite werden drie Vlaamse dagen ingericht als tegengewicht georiënteerde
gebeurtenis.
lijke congressen
in het Nederlands
eigen componisten,
van de door het franstalig stadsbestuur
Er was toneel voorzien uit Frankrijk,
van Gent volledig Frans
maar niet uit eigen bodem. Het ANV zorgde voor wetenschappe-
en 's avonds voor drie concerten,
het derde voor de uitvoering
van 1913. Met veel
het eerste van Vlaamse liederen, het tweede met werk van
van het oratorio "De Schelde" van Peter Benoit. De zaal zat vol. Op verzoek van
Sevens richtte Bonns zich na het concert tot het publiek. Emile Claus was zo onder de indruk van de schitterende te Londen, uit het geheugen,
de concertzaal
zaal, het publiek en de feeststemming
van het Floraliënpaleis
schilderde
dat hij jaren later tijdens de oorlog
tijdens de opvoering
terugkeer in België zocht hij Sevens op 'en gaf hem het doek, met een opdracht achteraan.
van De Schelde. Bij zijn
Het licht van die avond had hem
getroost, verwarmd en hoop gegeven in de donkere misten van Londen.
Het publiek, 1911
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 1
/9
De Witte Kaproen Stijn Streuvels
Een briefkaart met hoofding Frank Lateur, getekend Stijn Streuvels. Op de adreszijde Lijstemest
te Ingoyghem
: Het
:
29-IX-14. Bravo Fons. Ik meende al dat de Kaproen, met al de andere Vlaamse dingen, onder de grond gezonken
!
was
Hij zou moeten alle dagen verschijnen! Het mocht niet zijn. Streuvels'
kaart dagtekent
Genegen, Stijn Streuvels.
van de tweede oorlogsmaand.
Even later staakte De Witte Kaproen zijn uitgaven.
Om de inleiding omtrent Sevens' activiteit af te ronden met een tweede verwijzing van Julius Hoste, geschreven
datum, maar kan met zekerheid
vóór 5 januari
Kaproen. Hoste's tekst weerspiegelt stand kwam?
1919 worden gedagtekend,
Sevens' moedeloosheid
te worden van het AVV, het Algemeen reageerde
naar De Witte Kaproen, kiezen we een brief
na de terugkeer van Sevens uit Duitsland, eind november
1918. De brief van Hoste draagt geen
datum van het eerste nummer van de naoorlogse
in verband met de Vlaamse Beweging.
Vlaams Verbond dat hij wilde oprichten en dat uiteindelijk
Blijkbaar had Sevens geaarzeld.
Witte
Had Hoste hem gevraagd lid op 6 juli 1919 te Brussel tot
Ook in verband met De Witte Kaproen zal hij twijfels hebben uitgesproken.
Hoste
hierop door hem moed toe te spreken. Zelf was hij op dat ogenblik nog van plan De Vlaamse Gazet opnieuw uit te
geven, die nog heel wat beter zou worden dan voor de oorlog. Het geld waarvan in de aanhef van de brief gewag wordt gemaakt is misschien
het lidgeld van Sevens voor het A VVo
Julius Hoste
Op papier met briefhoofd
Het Laatste Nieuws, De Zweep, J. Hoste. Rechts bovenaan:
den ... (niet ingevuld), Sint-Pieterstraat,
Brussel,
30. Tel. 2291.
Dinsdag Mijn waarde, Stel u gerust; er gaat met dat geld niets roekeloos gebeuren. Wat gij mij mededeelt,
dat gij u zoudt terugtrekken
uit de Vlaamse beweging,
betreur ik ten
zeerste, ofschoon het mij voorkomt dat gij onder een tijdelijke indruk moet geschreven
hebben
en wel opnieuw de oude wordt. Iedereen heeft uren van moedeloosheid schuim naar de oppervlakte
en vertwijfeling
- vooral in deze tijden, waar zoveel
komt, maar ten slotte drijft olie toch boven.
En De Witte Kaproen die zou verdwijnen? Dan zou ik evengoed kunnen zeggen:
Dat kan en dat mag niet.
wij staken Het Laatste Nieuws, omdat deze of gene groep
niet meewil, of omdat het werk mij te lastig valt tengevolge
van de loomheid,
die veel mensen
thans kentekent. Maar daar is niets van. Hoe lastiger de taak, hoe lustiger het werk! Zo moet het zijn. Komaan,
vergeet deze veertien dagen en wees er wel van overtuigd, dat het evenmin in mijn
bedoelingen
ligt als in de uwe het Verbond van het rechte spoor te laten glijden of door wie ook
te laten gebruiken
en misbruiken.
Dit woordje zend ik u in allerhaast met de hoop dat het u nog tijdig bereike, opdat gij niets zoudt laten blijken van een besluit waarop gij wellicht straks terugkomt. Ons onaantastbaar niet versagen
ideaal heeft recht op onze volle toewijding.
Thans meer dan ooit. Laat ons
!
Met hartelijke groeten, 1. Hoste J. N.S. Een nieuw bewijs van moedeloosheid:
over een maand of wat geef ik opnieuw de Vlaam-
se Gazet uit; het blad moet heel wat beter zijn dan voor de oorlog en 't zal ! (wordt voortgezet)
20
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 1
(
Oorlogsbrieven
van Alfons Sevens
1915-1918
Opgetekend en ingeleid door zijn kleindochter Nicole Verschoore.
De biografie
van Alfons Sevens (1877 -1961) verscheen
Daniël Vanacker de naoorlogse
en in de Encyclopedie
nummers
biografisch
Woordenboek
11 (1985) van de hand van
door Reginald De Schrijver. Alhoewel
Alfons Sevens zelf in
van De Witte Kaproen en in Zij en wij. Sprokkelingen uit mijn ballingschap (1923) de redenen van zijn
arrestatie en zijn verbanning Wetenschappelijke
in het Nationaal
van de Vlaamse Beweging
uiteenzet,
Tijdingen
in het licht van het ontluikend
vindt men in het opstel Vlaams verzet tegen De Vlaamse Post van Daniel Vanacker in
43 (1984) de nauwkeurigste
analyse van de omstandigheden
activisme en het initiatief van de Jong-Liberalen
stichten, De Vlaamse Post. Het verzet van Sevens kan hier vergeleken lutie binnen de ANV -tak Gent. Een belangrijke
die tot zijn aanhouding
hebben geleid,
rond dominee Domela om een nieuw blad te
worden met dat van de andere flaminganten
bron was hierbij het dagboek van Paul Fredericq.
en met de evo-
Voor Sevens steunt Vanacker
op het dossier Sevens in het AMVC (S 592, Hen B).
Deel I1 Uit de eerste brief van Alfons Sevens aan zijn vrouw maakt men op dat de gevangene avondeten
moest zorgen. De familie mocht wel pakjes afgeven. Het aanplakbiljet
brief, spoorde de Gentse bevolking wie Alfons Sevens als makelaar oorlogsmaanden
aan niet met de bezetter te heulen. De Germania
werkte. De hoofdzetel
in De Nieuwe Wandeling
zelf voor zijn
Meer waardigheid, waarvan sprake is in de is de Duitse verzekeringsmaatschappij
was in Stettin, de vertegenwoordiging
voor België te Brussel. In de eerste
verloor Sevens een deel van zijn inkomen doordat hij niet buiten het Sperrgebiet
Gent klanten kon gaan opzoe-
ken. De stroop, de tonnen en de lege kuipen waarvan sprake is in de eerste brieven en kaarten slaan op het leeggoed del in appelstroop,
die Sevens was begonnen om zijn verminderd
voor
inkomen als verzekeringsmakelaar
van de han-
aan te vullen.
Defamilie De familieleden
die in de briefwis-
seling vermeld worden staan alle op de groepsfoto afbeelden.
die we hier
In het midden, groot-
moeder Eleonora Van Heeschbeke, echtgenote
Beaufays.
Rechts en
links van haar zitten haar getrouwde dochters,
elk heeft drie kinde-
ren. Rechts staat Alfons Sevens achter zijn vrouw, Jeanne Beaufays.
Alfons en Jeanne waren
gehuwd in 1910. Hun kinderen zijn Frank, Dirk (aan weerszijden van hun zittende moeder) en Livina, in de briefwisseling Livinatje
of Vinatje genoemd
grootmoeders
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
(in
armen). De tweede
/3
zittende jonge vrouw is Livine, gehuwd met Jozef Sevens, broer van Alfons. Twee broers waren met twee zussen getrouwd,
en de derde zus, de jongste, Margot (rechtstaande),
haar moeder, in een huis aan de Steurstraat
te Gent, schuin tegenover
Naar de leeftijd van de baby te oordelen, werd de foto in oktober
1914 genomen,
na het begin van de oorlog. Alfons staat er nog op, maar Jozef ontbreekt. na de oorlogsverklaring
als vrijwilliger
woonde nog bij
dat van Alfons en Jeanne. twee maanden
Hij had zich daags
gemeld. Wegens zijn kleine gestalte was Jozef - door
Sevens in een van zijn brieven ook de Kleine genoemd - niet als soldaat aanvaard maar als brancardier, zodat hij vier jaar lang als berriedrager Ondertussen De Gentenaar,
de gekwetsten
van het slagveld heeft geraapt.
verving zijn jonge vrouw Livine hem op de advertentiedienst
van het dagblad
waar hij te werk gesteld was. Het echtpaar had eveneens
drie kinderen, Theo,
Jeanne (beiden naast hun zittende moeder, links) en Nora, ook Eleonorke genoemd (in het midden, vóór grootmoeder).
De band tussen de drie kinderen van Livine en Jozef en de drie van
Jeanne en Alfons was bijzonder hecht. De twee werkende
moeders hadden bij grootmoeder
en
Margot een plek voor de kinderen die van school kwamen. De eerste brief van Sevens aan zijn vrouw draagt geen datum, slechts de vermelding houding op 26 mei en zijn vrijlating 21 juli veroordeeld.
zaterdag. De enige zaterdag tussen zijn aan-
op 3 juni is zaterdag 30 mei 1915. Een maand en elf dagen later werd Sevens verhoord en op
Hij ging zich zelf melden na verloop van acht dagen, op 28 juli.
30 mei 1915
Op de envelop: Zaterdag,
Vanwege Alfons Sevens, Cel 117, Nieuwe Wandeling
5 uur. Jeanne, Ik heb uw zending - en wat voor een zending!
- goed gekregen.
Seffens heb ik er weer mijn vrouwtje herkend, die mij goede schol zendt. Of gij mijn verlangens kunt raden!
's A vonds koop ik mij hier als avondeten een pint je bier en de schol zal daar heer-
lijk bij smaken. Of ik ze heel en al zal opkrijgen eer ik terug
IN VLAANDEREN
thuis geraak, hoop ik niet. Tot nog toe ben
VLAAMSCH!
ik slechts naar het verhoor geweest. Ik ben Vlaamsch In 't Onde~w/Js I Vlaamsah voor de Ileahtbank!
':;
"
In 't Bestau~ I In 't Lege~ !
Vlaamseh Vlaamsab
dus nog niet veroordeeld
û
8
Gij zult uw Y:uJuland
~
Oe Ti'at I, de
(J)
DeTaul
l-v""la-a-g>-.S-c""h-el
beminnen
en zijne Ta:.1 c~ zijnen l{~m.
lielilcr 1131;t,lij
i•.!lec~ts
het ccnigmcrk
is de natie lelf.
Meer waardigheid bij mij te hebben, dat in
f.'.f.n\\:I~~~·~::
waar men een land aan kent.
'I'u. VAN KnWYCK.
.~:'~Jb.~,'~:nr~kr~ij:,pr::tJ,;!cCt~:i.l:z~\~aV\~:I~:\g~~,~: il.ad~~ijl~~."e
Dem~t:~:~I~~rk~:~~~:~I~ii::IILI
.
•
G.\'~ZEU.II.
d=~1!~!~!.~~r:a~il ctt:c:f:'t~C~~~~c~'r~~~o!C \olk:
.le vrceecde talen m0t:cn.
Fr:ln'C:lm3nlIARTISIT.
de stad aangeplakt
werd. Naar het schijnt
zetelt het gerecht in de voormiddag.
Of het
Vlunrlrcn'l.liep 'I'crnc-derdc eerden Yr"lI"('o daden, maar geen woorden' j.\S KnwrcK,
dan mijn beurt zal zijn weet ik nog niet.
lft·t·VIB3~sche sJlnik en schreef
Wat de Germania
y",,,
1'011:
zijn
hnd ee ne 1;1>1I.Htl \~nofLl m,·t
rij.!f'n
';~~'ls;"~!:I~~td~~'f,~~:fe~·~.~: ,r;~~~'L~~h~,[)i3nt \~{i.;:[t~~~~~~1 T ZIJl! ~f'°nn:~~i~e~~
HUGO
_ Cat..11 riJ ke r krnon l):an eig en schoon.
~at"l\"~Ë:!'~~!I:e -.
DBI ho Zoo.\ ln
uitspraak,
Vr,l(IIII>.'T.
betreft, wacht tot na de
het komt op een paar dagen
niet aan. 'Yat de stroop betreft, tracht om
Lln(OAS('K,
nirl
.... : ,DIlt 't \j~~~u:h I;!teE:e!~iil .
en weet niet welke .
straf ik heb. Ik word beschuldigd het briefken
gelijk welke prijs de overige emmers te
1i\1~.:~nll;
OOIU sl3an;
.
verkopen en schrijf aan Vanderbeken
~~'d~J:::;~n"~~d ; ~~I i~ir~.~:~nn, "ij I
en
,
r. ,
'I En sul , ,
lol:/PO
. ';
I
G,.zULI.
,; ','.'.
!'-
Lambrechts
dat ik vast zit. Ze moeten
naar Gent komen om de tonnen terug te nemen en te verkopen.
Omslagen voor propaganda, Prlnsesstraat, H, Antwerpen, aan . .
5
te bekomen fr. de 1.000
bij de uitgevers Schoepen & Boe ckx, ; fr. 0.50 de 100'.
Wat de rekening
betreft, vergeet niet dat ik 1 14 fr. uitgegeven heb voor het transport en 45 cent voor de tram naar Antwerpen.
Envelop van de eerste brief van Jeanne aan Sevens in mei 19/5. Vlaamse propaganda vóór het uitbreken van de W.O./. Tekst van Conscience, J.-F. Willems, Th. Van Ryswyck, Jan Van Ryswyck, Ledeganek, G. Gezelle en Hugo Verriest. Met een uitspraak van Martinet over de studie van de moedertaal.
/4
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
Kalmte dus, en enige dagen geduld. En u niet te veel verdriet maken. Denk aan uw jongens,
bijzonderlijk
aan Livinatje.
U opwinden zou de kleine schaden. Altijd en in alle omstandigheden
waart gij een moedige
vrouw; nu zult ge het niet minder zijn. Als ge mij moogt komen bezoeken
breng Frank en Dirk maar mee. Ze mogen mijn hotel goed
zien en dan krijgen ze een kus op hun kaak dat het klinkt. Gij kunt mij een dienst bewijzen.
Zend mij in de eerst volgende zending
Vlaanderen door de
eeuwen heen 2de deel; het boek ligt in het salonnetje. Verder de Gentse gazetten sedert woensdag. Beste groeten aan Moeder, Livine en Margot. De eerste uren dat ik thuis ben drinken we koffie, want die laat hier te wensen !! En nu, goên avond. Mijn brief heeft een half uur geduurd. Gelukkig
half uur 1) omdat ik met
u kan spreken 2) omdat dit het eerste half uur is dat mij geen eeuwigheid
heeft geschenen.
Uw Alfons Sevens. Een afgescheurd
stukje bruin inpakpapier
draagt een kattebelletje:
Vandaag dinsdag geen tribunaal.
Niet zoveel brengen, ik krijg het niet op.
Twee maanden zonder nieuws Er zijn geen brieven bewaard van de tweede tijd in de Gentse gevangenis. resterende 102 dagen zal hij doorbrengen zijn straf uitgezeten. In latere brieven uit Cassel- Wehlheiden
twee maand weet zij niet waar hij is. De eerste kaart die van haar terecht komt,
is op 26 augustus in Gent gepost en van Aken naar de gevangenis op 19 september.
Daar is op 15 november
worden twee brieven uit Aken vermeld, die verloren zijn gegaan. Jeanne is sedert begin
augustus zonder nieuws van haar man. Gedurende en antwoordt
Op 5 augustus wordt Sevens naar Aken gebracht. De
in een cel te Aken (tot 12 augustus) en te Cassel-Wehlheiden.
te Cassel doorgestuurd.
Sevens ontvangt
hem op 18 september
Het is de eerste brief van de lange reeks uit Duitsland.
We lezen eerst Jeanne's eerste kaart en brief. De eerste kaart van Jeanne
Gent, 26 oogst 1915. Beste Fonske, Ik heb mij laten zeggen dat gij in Aken zijt en men verzekert mij dat uw schrijven beter zou toekomen Brussel. Indien gij dus schrijven bestuurder
indien uw brieven gericht waren op een adres in
kunt, zendt uw brieven naar het bureau van de Germania,
zal ze mij wel doen geworden
de
... Ik heb het nodige gedaan om terug in het onderwijs
te komen ... De kinderen zijn gezond en spreken zo, zoveel van vaderke. De boekenverkoop gaat allerbest ... De verzending
ledige kuipen is ditmaal goed geschied.
len het wel, Margot ook en wij zijn allen zo ongeduldig
Moeder en Livine stel-
iets van u te ontvangen.
Ons aller beste
kussen, van Vinatje ook want zij zendt al kussen naar het portret van vaderke. Tot later, Jeanne. De eerste brief
Gent, 3 oktober 1915. Mijn beste Fonske, U zeggen hoe gelukkig bij het ontvangen
van uw brief kan ik niet. Gedurende
ik gisteren avond geweest ben
de twee vervlogen
maanden had ik niets
kunnen te weten komen en de advokaat ook niet. Uw brief van 25 oogst is nooit terecht gekomen. Hoe spijtig voor u en voor mij! Ik heb geweend van blijdschap
wanneer ik uw schrift herkende.
En gij, arme Lieve, zult nog langer zonder nieuws van mij, van ons moeten blijven! kaat kon niets bekomen.
Ik ben een krijgsgevangene
in een kamp gaan opzoeken,
De advo-
die meende u
gezien te hebben. Uit hetgeen hij mij vertelde bleek echter dat gij het niet kondet zijn. Ik ben dan bij Urbain Boone gegaan, die stellig meende dat gij in Aken waart, maar daar had ik al een kaart gestuurd. Urbain heeft mij dan het adres gegeven van een inlichtingenbureel heb een brief er heen gestuurd, ook baron von Roedl gevraagd.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
te Berlijn. Ik
een tweede was juist gereed toen de uwe kwam. Gensse heeft Verleden week vroeg Maurits Sabbe mij uw adres, en tevens of
/5
hij mij niet kon steunen in naam van de Vereniging zijn invloed te laten gelden, als secretaris
van Letterkundigen.
van de vereniging,
Ik heb hem gevraagd
om uw adres te bekomen. Einde-
lijk, ik heb het. Ik zal schrijven om de verloren tijd in te halen ...
Cassel- Wehlheiden, Sevens is op 12 augustus
te Cassel- Wehlheiden
de eerste is verloren gegaan. De eerstvolgende,
aangekomen.
identificatie
Name:
Sevens, Konfession
De gevangenen
van 19 september,
De drie bewaarde brieven uit Cassel, van september, jood. De gevangenen
12 augustus tot 18 december 1915
oktober en november
: K, het reglement
mochten slechts één brief per maand schrijven en
heeft Jeanne op 2 oktober ontvangen. 1915, dragen als briefhoofd
van het kamp. K stond voor katholiek,
mochten ook slechts één brief per maand ontvangen;
lating. In een van de brieven is een censuurstempel und Weiterbeförderung
gebleven:
der Kriegsgefangenensendung.
eerste brief afleiden uit de tegenspraak
afgegeven maar bewaard tot de dag van hun vrij-
Königl. Strafanstalt
Dat de briefschrijver
tussen Sevens' enthousiaste
P voor protestant en J voor
maar deze regel schijnt niet op Alfons Sevens van toe-
passing te zijn geweest. Pakjes van de familie werden niet aan de gevangenen (
in gotische letter, naast de
u. Gefängnis
Cassel- Wehlheiden.
Zur Prüfung
met het oog op de censuur schreef, kan men in de
beschrijving
van het eten en de allusie op honger maakt de
beste saus. Herfst 1915
Cassel,
19 september,
Lieve Jeanne, Ik heb deze week woensdag een grote vreugde beleefd. Uw
kaart van 26 oogst is uit Aken naar hier overgezonden
en mij overhandigd.
Ik heb uw geschrift
gezien, door het geschrift uw hand gevoeld, uw ogen zien stralen en uw hart horen kloppen. Dezelfde
dag heb ik vernomen
dat mijn tweede brief van zondag laatstleden
heeft en dat gij ook deze derde brief zult krijgen. Ik ben inderdaad J
geweest en dan met andere gevangenen
naar de gevangenis
u reeds bereikt
enkele dagen in Aken
te Cassel, diep in Duitsland,
overge-
bracht. Het berichtje dat boven op de brief in het Duits gedrukt staat, zal u leren dat ik hier noch pakjes noch sigaren mag ontvangen. Doch, nog eens, wees om mij niet bekommerd! Men zorgt hier voor alles! Om te beginnen heb ik klederen gekregen, belieft. Gedurende
heb ik mijn beste vest aan. Vers ondergoed
alle zaterdagen
tend stortbad. Ge ziet, men zorgt voor uw man! Properteit alleen uw schoenen,
twee tenue's, als 't u
de week draag ik de werkkiel, maar 's zondags, zoals ik nu zit te schrijven, en om de veertien dagen een uitmun! 't Moet hier alles blinken, niet
ook uw waskom, uw emmer, uw vuilblik, tot het binnenste
En 's morgens als kamergymnastiek, ken. Onze eet- en drinkkom
van het closet.
schuift gij de voeten in borstels en doet de plancher blin-
is in gleiwerk.
Wat het eten betreft, tot nog toe heb ik wat ik krijg niet kunnen opeten. Meer dan genoeg dus. Natuurlijk,
ge moet niet veel uw vorket of uw mes gebruiken,
rol speelt. Zelfs krijg ik hier mijn lievelingsplats
't is de lepel die de voornaamste
: tweemaal te week abberdaan
tjessaus en van tijd tot tijd een prachtige pekelharing
met echte kaan-
direct uit de pekel.
Dus ge kunt gerust uw pakjes te Gent houden. Zelfs mag Margot haar boter hebben. 'k Eet hier omtrent 50 dagen droog brood en 't smaakt mij beter dan met natuurboter, konfituur of met Lambrechts
extra appelsiroop.
Laat mij tot slot van mijn levenswijze soldaatjes
met grootmoeders
Ge weet toch wel wat de beste saus is.
nog bijvoegen dat ik elke week ongeveer
een tenue aanverf en dat ik zulk een schone kleurdoos
gekregen
zeker jaloers van zou zijn. 's Zondags verdiep ik mij daarbij in het studeren
900 blikken
heb, dat Frank er van de Duitse katho-
lieke litteratuur. Weet ge nu genoeg van mij? Ik hoop dat Miel Balliu sedert lang van zijn beestjes verlost is; dat
/6
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
--,-
- -I
aan tafel, 's middags beter dan zijn vader op tijd is; dat grootmoe-
Frank, mijn plaatsvervanger
der niet te veel hoofdpijn heeft; dat Margor niet te lang bij luliette
blijft babbelen als het slecht
weer is; dat Livine altijd voort veel werk heeft; dat Theo, leanne, Nora en Dirk niet te veel vechten; dat Vinatje reeds langs de stoelen kan lopen, en dat mijn wijf mij voort blijft geerne zien, al zit ik in 't gevang. Amen!
Schrijf dikwijls.
Ik hoop daarbij dat Gustaaf Degraeve
nog altijd veel nieuws heeft te vertellen en dat ik weldra
in 't Vlaams Huis zal drinken!
een goed glas Sotteghemsch
Uw Alfons Sevens, Gevangenis
Cassel. Cassel, 10 oktober 1915. Lieve Jeanne, Goddank! gehad!
Uw brief van 3 oktober is mij gisteren,
ditmaal heeft de post met ons compassie
zaterdag, om 12 u 's middags ter hand gesteld.
Dat ge zo ongerust waart geen nieuws van mij te ontvangen, van verre meegeleefd, nis gevraagd,
twee lange maanden!
kindje. Verleden dinsdag nog heb ik de heer Bestuurder naar Brussel vertrokken.
Nu, alles is in orde. En zulk een goede brief, zulk een deugddoende
vuile plek: dat ziek zijn van Margot. Dat ze toch goed oppasse! hoop dat ge een goed kwijtschrift
van de gevange-
om u van daar uit te
een brief naar de Gerrnania te Brussel te mogen schrijven,
laten weten waar ik zat. De brief is woensdag
Ik heb het
was de uwe. Alleen één
Wat Lambrechts
betreft, ik
hebt, de rest is van minder belang. Mijn tractement
moogt ge
aan de Gerrnania vragen, als ge 't nodig hebt of beter acht. Mijn crediet overtreft mijn debiet. Neen, ge moogt geen pakjes zenden; ik mag mijn eigen klederen en ondergoed het staat in mijn derde brief van 19 september.
niet gebruiken;
Daar staat ook in dat ik uw kaart van 26 wel ont-
vangen heb. Wens niet dat ge mij pakjes moogt zenden, want dat zou betekenen ben naar een kamp, en dat ware een erger kwaad, dat meer dan 110dagen
dat ik verhuisd
zou kunnen duren!
Mijn tijd kort rap. Ik heb reeds 73 dagen gedaan, twee derden waren gisteren
voorbij. Morgen is
't nog vijf weken en vrijdag nog een maand. la, ja, kindje, in de gevangenis maakt ge alle dagen allerlei aftrekkingen en samentellingen, juist gelijk in Theo's huiswerk. Ten ander, nog eens, ik heb hier niets te kort. 's Nachts wordt het een beetje killig, maar dat merkt een mens best als hij vijf winters lang geplaagd geweest is, bij een wijveken te moeten slapen. En dat ge nu 's avonds zo laat moet werken, kindje!
Ik niet. Om half acht in bed, 's zaterdags
om half zeven en 's zondags om half zes. Reken eens uit hoe laat dit is in Belgische vóór de kiekens!
Zie, ge hebt zeker ongelijk niet meer zoals vroeger, al was het maar van tijd
tot tijd, 's avonds een welriekend
potje koffie te drinken, van de allerbeste
maken. Och kindje, hoe straalt het toch uit uw brief welk een liefderijk moederken
tijd! Dit is
gij zijt. Wat doet dit deugd te weten, hoe uw kinders gelukkig
Wilt gij eens een Duits moederhart
kennen?
een stichtend blaadje, de BoniJatiusbode.
De katholieke gevangenen
In 't nummer van 26 september
die Margot kan
vrouwken,
krijgen hier alle weken stond een gedicht
Die Muffer. Het klinkt groots in zijn eenvoud. Die moeders schijnen niet gegroeid moderne tijden van zelfzucht, de res publica, het vaderland
maar in de heldentijden
der oudheid,
welk een zoet
zijn.
in onze
waar de persoon niets was,
alles. Luister hoe het in 't Vlaams klinkt:
De Moeder
Mij werden drie zonen geboren, Zij waren mijn troost en mijn eer.Ik heb hen in Vlaanderen
verloren,
Geen enkel keert ooit bij mij weer!
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
17
Ze trokken, de jonge soldaten, De wagens met groen opgesmukt, Naar 't slagveld tot roemrijke
daden:-
Dan heb ik mij biddend gebukt. Ik heb mijn zonen verloren, Ze stierven van huis toch zo wijd.Heb dank dat zij werden geboren Voor Duitslands
grote tijd.
Daarmee is mijn blaadje ongelukkiglijk
vol. Vergeet niet Jan Everaert
mijn beste groeten aan Emiel Balliu en de vrienden van de Vismarkt brengen. Ook aan Josephine
a.U.b. Dag Grootmoeder,
hartelijk te danken en en het Vlaams Huis over te
dag Livine, dag Margot. Dag mijn lieve
jongens. Dag mijn beste kindje. Alfons Sevens. Cassel, 14 november
1915. Lieve Jeanne, Ik schrijf u deze brief in de vaste hoop vroeger bij u
te zijn dan de brief zelf. Ik weet dat ik morgen de gevangenis
verlaat en de heer Secretaris heeft
me gezegd dat ik naar huis zal gebracht worden, maar de dag bepalen kon hij niet. Niemand weet hier juist wat er met ons gebeurt als de soldaten ons komen halen. Ben ik nog niet thuis als gij deze brief ontvangt, dan wacht ge voor ge schrijft tot ge verder nieuws krijgt van mij. De laatste maand in Cassel ben ik niet zonder brieven gebleven. 3 oktober, kreeg ik brieven gedagtekend
8 oct., 15 oct., 19 oct., 26 oct., 2 nov., verder een kaart
van 12 oct. en een van 29 oct. Ook heb ik een brief gekregen van Margot, een van Vermeylen toegekomen
van de vriend Degraeve,
en een van Sabbe. Gewoonlijk
dagen. Het gebeurt echter dat ze twee, drie weken onderweg vriend Degraeve
Na uw eerste lange brief van een kaart
zijn de brieven hier na zes
blijven. Ook zijn de pakjes van de
en ik krijg hier alles mee als ik wegga. Zulk een pakje is hier ook
na een zestal dagen. Dus heb ik een goede maand gehad en bij iedere brief die ik las van u, heb ik wel duizendmaal in mijn binnenste gehoord:
wat een goede, knappe, degelijke,
liefhebbende
vrouw!
Met dich-
Waar heb ik dat verdiend? , uit De Vlasgaard, Uw vriend, uw vriend, tot het eind mijner dagen ... Maar dan kwam de oude
ter De Clercq was ik dikwijls te wege erbij te voegen:
Vlaamse spreuk mij in 't gedacht: Hoe groter deugniet ... , hoe meer geluk. Van mijn jongens ben ik tevreden en laat het er mij maar bijvoegen,
van Frank ben ik fier. Peins
een keer: nog geen zes jaar en reeds brieven schrijven aan zijn vader! telt, kan hij reeds Vlaamse en ... Franse gedichtjes gemakkelijk
wegblijven.
En naar zijn moeder ver-
van buiten. Voor mijn part mag dat Frans er
Nu, voor het ogenblik zijn we gekweld met grotere kwalen.
En de kleine Dirk die 's avonds om zijn zusterken in slaap te krijgen de liedekens neuriet. Wat een verstandig
manneken
! Dat de kleinste kan lopen, doet me de wens uitdrukken
dat ze niet.
zoals haar broeders te veel van het trapken valt. Hoe verlang ik toch om terug bij u allen te zijn ! Met Margot wens ik het nieuw stoofken te bezichtigen, en dat ze algauw een teljoor mag bijzetten. En nu, lief kind, krijgt ge de brief voor dat ik thuis ben, bedank hartelijk de vriend Gustaaf Degraeve.
't Is heel lief van hem geweest. Doe ook de groeten aan de talrijke vrienden die naar
mij komen vragen en zeg hun dat ik nog altijd gezond van lijf en gezond van hart ben. Wat er ook met mij gebeure, moedig en trouw de te betreden weg afgelegd! de kinderen gezond zijn. Dag grootmoeder,
Ik hoop dat Eleonorke
ke, mijn liefste kindje, geef ik van verre een warmen kus, Alfons Sevens.
18
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
en
dag Livine, dag Margot. En u mijn allerbeste vrouw-
Ook in de brieven van Jeanne aan haar man wordt gewezen op het einde van de I10 dagen:
Jeanne schrijft
Dinsdagavond,
2 november
hoe meer uw terugkomst
1915. Beste Fonske, Nu kort de tijd rap. Ik ben zo ongeduldig!
nadert, hoe meer een gedachte
zulk een treurige thuiskomst
hebben:
mij kwelt:
En
mijn ventje zal misschien
een ledig huis, waar hij zelfs niet eens binnen kan, vrouw-
ke afwezig, kinderen weg! ... Ik had u zo gaarne in een warm huizeken kunnen ontvangen,
waar
men elk ogenblik u verwacht,
ben
waar alles gereed is om uw vrijlating te vieren ... Misschien
ik op school, en de kinderen ook, het feest zal voorbereid
zijn in ons harten, bij grootmoederken
vindt gij ook een thuis, maar ik zal de eerste niet zijn om u terug te zien, om u te omhelzen! Gent, 17 november.
Beste Fonske, Ik was voornemens
niet meer te schrijven,
...
ik dacht het niet
meer nodig en meende u reeds terug te hebben, maar, het mocht soms langer duren, gij zoudt niet weten waarom ik u zolang zonder nieuws laat ! Uw straf is uit sedert maandag avond 4 uur. Gij zijt sedertdien gedachten
nog geen ogenblik uit mijn
geweest ...
De straf wordt verlengd In Zij en Wij. Sprokkelingen uit mijn ballingschap (1923) schrijft Sevens : "15 november.Cassel."
Einde mijner gevangenisstraf.-
Die dag verliet hij inderdaad
"welgezind"
Overgebracht
de gevangenis
naar de politiegevangenis
van Cassel-Wehlheiden,
van
"in de zoete
hoop naar het station te rijden en op de trein te stappen naar België, naar Gent". Een half uur later werd hij in een cel geleid, waar zes bedden stonden. Hij kwam er niet uit gedurende 33 dagen. Zijn verblijf in de politiegevangenis de cel met Belgische
te Cassel werd van het hardste dat hij in zijn ballingschap
of Franse politieke gevangenen
op doortocht,
te doorworstelen
met van hun werk gevluchte
had. Hij deelde
Polen, met Duitse bandieten.
Hij
werd geen enkele keer buiten de cel gelaten en heeft in heel die tijd "de lucht niet gezien". In Zij en Wij ... vervolgt hij :
"Gij zult dan ook wel begrijpen, 1915 om 4 u. 's namiddags
dat ik tamelijk tevreden was, toen ik op zaterdag
uit de politiegevangenis
18 december
van Cassel stapte. Ik wist nu wel, dat ik niet
naar huis mocht, maar ik ademde toch de lucht in, en ik kon eindelijk een van de sigaren opsteken, die mijn vrienden uit Gent mij een paar maanden vroeger naar de gevangenis Wehlheiden hadden gestuurd".
van Cassel-
De Duitse overheid wachtte op bevelen omtrent de Belg en bracht hem onder in de herberg Zum deutschen Haus in het stadje Allendorf
al Werra. Uit Zij en wij vernemen
voorstelde Allendorf.
bij een dame zijn intrek te nemen, die in een villa een pension had geopend. Op 18 januari
we dat de overheid, niet wetende wanneer Sevens naar België zou terugkeren,
hem
19 I6 verandert zijn adres in
Allendorf af Werra. De roman "Bij Brave Mensen" Een eerste brief uit Allendorf
al Werra ontbreekt.
De volgende brieven vennelden
voluit:
De tweede, op Kerstavond
geschreven,
draagt bovenaan
derde, vierde ... tot en met de laatste en elfde brief uit Allendorf,
De derde brief bestaat in twee versies, een Nederlandse
en een Franse, de tweede waarschijnlijk
opgelegd
links een kleine 2. van 7 maart 1916. door de censuurcom-
missie. De vijfde brief bestaat alleen in een Duitse vertaling. Sevens woonde eerst in een herberg, daarna op pension bij een dame. Hij moest zich dagelijks
op het politiebureau
melden, maar leefde voor het overige op vrije voet.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
/9
December
1915
Allendorf
al Werra 2), Kerstavond
1915. Liefste kindje, Ik heb reeds een paar maal in uw schrij-
ven bemerkt dat mijn brieven niet alleen door u, maar ook door de vrienden gelezen worden. Dat de vrienden belang in mijn lot stellen verheugt me natuurlijk,
en toch, liefste Kindje, heb ik
zo verlangd naar huis te mogen gaan, om u alleen te zeggen, of beter, u in 't oor te vezelen, dat, hoe wijder en hoe langer gij uit mijn ogen zijt, hoe dieper uw beeld mij in 't herte staat. Over een paar dagen lag de sneeuw in het dorp, bedekte de straten, omhulde de velden, en in de verte schenen op de bergruggen de bomen der bossen ontelbare zwarte stokjes, door de bengels in't witte goud gestoken. Dan heb ik gedacht aan de andere winter, toen wij samen in de koude sneeuw liepen en het ons voor de eerste maal zo heerlijk warm werd aan het hart. Ge weet het, al heb ik het u nooit bekend:
uw rein en oprecht ge-
moed heeft me dan met de wereld verzoend,
me opnieuw doen gelo-
ven in vrouwelijke eenvoud, vrouwelijke deugd en vrouwelijke kracht. En van geliefde zijt gij opengebloeid
tot waardige echt-
genote en heerlijke moeder. Hard en zwaar, en verschrikkelijk ondankbaar
was mijn strijd voor
mijn ideaal; doch naast mij stondt ge, en de blik van uw open, eerlijke, glanzende ogen vertelde steeds uw waardering Deze foto van Jeanne werd getrokken door Emiel Deca/uwe, fotograaf in de Mageleinstraat. Zijn vrouw was hoedemaakster en de hoed werd door haar vervaardigd in 1913- 1914. Dit alles, en nog veel meer, liefste kindje, beste wijveken,
voor mijn streven
en gold voor mij als de beste aanmoediging. dit alles, moeder van mijn kinderen,
wilde ik, moest ik u, aan u alleen, eens zeggen. Ik hoor van verre de kerstklokken
van Vlaanderen
luiden; 't nieuwe jaar ligt voor ons als het
land der belofte. Bij grootmoederke
zit gij met Livine en Margat in 't salonnetje.
De vlammen
spelen én knette-
ren in 't open vuur. De kinderen spelen en spartelen op het tapijt. Als 't God belieft, 't naaste Nieuwjaar
zijn Joseph en ik er weer bij! Uw Alfons Sevens.
Na deze tedere brief, klinkt de volgende bijzonder zakelijk. Hij bestaat ook vertaald in het Frans, op een afzonderlijke waarschijnlijk
om de censuurcommissie
droge aanspreekvorm
20
de taak te vergemakkelijken
Jeanne zonder adjectief, die slechts voorkomt
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
- nauwkeurig
op dezelfde manier ingevormd.
wanneer Sevens werkelijk
brief en -
Let ook op de
voor de censuur schrijft.
Derde brief uit Allendorf
al Werra. Nieuwjaaravond
1915. Jeanne, Morgen ben ik hier reeds
veertien dagen. Ik moet u natuurlijk niet zweren, dat de tijd hier rapper voorbijgaat
dan in mijn
twee pensionaten
kerstkoeken
te CasseI. Ik ben hier volledig ingeburgerd.
Ik heb de reusachtige
door de straten zien dragen, ik heb de keersjes van de kerstbomen
door de vensters zien flikke-
ren, ik heb de twee jongste kinderen van de waard en zijn eerste kleinkind de kerstliederen horen zingen. Nog meer:
ik heb in de wirtschaft
mijn vaste plaats aan de stamdis : in verstaanbaar
gezegd ik zit 's avonds naast de herbergpilaren, zo luidt het uitsteekbord
Vlaams
die het sieraad zijn van Zum deutschen Haus, _
van mijn logist.
En mijn spiegel vertelt me dat het beetje kleur van vroeger teruggekeerd
is !
Ik weet nu hoeveel men mijn waard betaalt om mij slaping en kost te geven. Daarmee kan hij mij moeilijk onderhouden gens bij de boterham, genoodzaakt
zoals hij het doet. Ik heb b.v. meest alle dagen driemaal vlees: 's mor-
's middags in de soep, 's avonds met de pataten. Ik voel me dan ook niet
een cent voor bijzonder eten uit te geven en moet mijn dankbaarheid
bewijzen op
de enige mogelijke manier, door een goede klant te worden. Dat gaat zoveel te gemakkelijker:
eerstens, omdat ik in mijn jonge tijd reeds herbergpilaar
gewezen ben; tweedens, omdat ik ongeveer 5 maand lang dorst ... naar bier heb gehad; derdens, omdat het bier hier beter is dan te Gent. Ik reken dan ook dat mijn dagelijkse
uitgaven de twee mark per dag zullen bereiken. Daar gij
weet, dat uw man moeilijk tegen geldzorgen mark zenden. Schrijf me eens, of de Germania
kan, zult ge hem best om te beginnen honderd
te Stettin mijn tractement
voort betaalt en geen aanmerkingen
maakt dat ik nog niet in België terug ben en nog niet kan arbeiden. En nu blijft uw man genoeg plaats over om u allen, alsook aan al de vrienden, uit gansen hert een zalig nieuwjaar te wensen, Alfons Sevens. In de vierde brief uit Allendorf
schetst Sevens zijn dagorde. Arbeiden
staat voor schrijven. Voor dit arbeiden
had zijn vrouw
Jeanne de diepste eerbied. Zij wist ook, dat hij gelukkig was wanneer hij schreef. Sevens heeft in die enkele weken te Allendorf al Werra zijn negende roman gepleegd, Bij Brave Mensen, die, zoals blijkt uit de correspondentie vrouw, begin mei bij Bouchery
te Antwerpen
tussen Jan Bouchery en Sevens'
werd gezet en op 10 juli 1916 klaar was om naar de censuurcommissie
te worden
verzonden. Het werd verkocht door Maurits Sabbe en August Vermeylen. In zijn brief denkt Sevens voor de verkoop aan Holland omdat hij veronderstelt dat de verkoop in bezet België niet mogelijk zal zijn.
Vierde brief uit Allendorf
al Werra. 7 januari
1916. Liefste Jeanne, Hoe ik hier te Allendorf
leef, zult gij waarschijnlijk 's avonds, als de koffie in ons keukentje ken, Livine en Margot besproken hebben. Tot nog toe ben ik laat opgestaan. arbeiden, zal dat verbeteren. dan een uurken rondlopen,
geurt, wel eens met moeder-
Met de lente als 't weer warmer wordt en ik zonder vuur kan
Arbeiden
tot 11 uur, dan naar het gemeentehuis
nagaan hoe de bergen en de dag eruitzien
om mij te melden,
en de gezonde berglucht
inademen. 's Namiddags nieuwe arbeid tot het duistert; daarna de gazetten overlopen zitten tot een stuk in de nacht. Mijn arbeid is tweeërlei. Ik heb de toelating bekomen,
letterkundige
en op café
arbeid te verrichten.
Ik
schrijf aan mijn roman Bij Brave Mensen en het begint te gaan. Als ik ermee veerdig ben, zal ik trachten het werk in Holland te verkopen. Verder leer ik Duits. Ik kan mij reeds goed doen verstaan. Ik bestudeer literatuur. Ik heb Jöm Uhl, de beroemde levensernst
- onderzocht
en doorgrond
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
de moderne Duitse
roman van Frensen - een prachtwerk
gewijd aan de
zoals ik tot nog toe met geen ander werk deed. Nu ben ik
21
bezig met Absolvo te van Clara Viebig. Misschien
herinnert ge u nog dat een Hollandse
kritie-
ker mijn Schoolmeester met arbeid van Clara Viebig vergeleek en mijn boek hoger schatte. Als het zeer schoon weder is zoals verleden zondag, loop ik de bergen en de bossen in en op. Mijn baas leidde mij zondag naar de Faulbomkopf.
Eerst een lange tocht door de dennebossen.
Wat zou die lucht hier goed zijn voor Margot ! Dan stap voor stap hevig klimmen onder de gladde en zwarte beuken en tot aan de knieën in de ruttelende doornen en heesters gekropen en eindelijk op de Faulbomkopf. verrukkelijk!
bladeren waden. Dan tussen de Kindje, dat was nu eens heerlijk,
Niet zo zeer die lagere berg aan onze voeten met het slot Rotestein;
het dal met de krinkelende als het speelgoed
en kronkelende
Werra en het stadje Allendorf,
niet zo zeer
dat daar gestrooid
lag
der kinderen.
Maar de bergen aan de overzijde
van het dal, beschenen
door de bleke winterzon
als men uit de
donkere bossen trad. De bomen schenen van verre te baden in een meiregen van licht. De zon had een doopkleed over de bergen geworpen, als wilde de natuur bewijzen,
dat ze herboren was
en aan 't herleven ging. Het zicht was zoveel te mooier daar daags te voren, op Nieuwjaarsdag
zelf, de ganse dag
zwarte wolken over de bergen hadden gehangen. Nu, de dichterlijke
wandelin-
gen hebben een prozaïsch gevolg, namelijk dat mijn schoenen
ras verslijten en dat
gij er goed aan zoudt doen mij mijn ander paar schoenen te zenden, dat ik deze hier kan laten herstellen. Tot nog toe heb ik u vier zaken gevraagd: sigaren,
tabak en
flanellen hemden,
100 mark en' schoenen. Ik heb nog geen nieuws van u ontvangen
sedert ik hier ben.
Ik verwacht er echter een dezer dagen: 1900, René De Clercq en Alfons Sevens zestien jaar eerder. De dichter en de schrijver, beiden op 23-jarige leeftijd, bij de stichting van hun tijdschrift "Jong Vlaanderen".
maandag
drie weken dat ik mijn eerste brief uit Allendorf
Het zal mij deugd doen weer eens van u te lezen, u te horen vertellen,
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
zond.
hoe het gaat met mijn
Frank en mijn Dirk en mijn Livinatje, en met Theo, de kleine Jeanne et het deugnietje
22
is het
Nora.
Hoe stelt het moederken gezeten?
En Livine?
? Hebt ge te Kerstdag en te Nieuwjaar
De publiciteit deze winter?
al te za men in ' t salonnetje
Nog altijd evenveel
werk met de pakjes?
En Margot ? Zendt zij nog altijd boter? Ik heb er geen nodig want hier is het de gewoonte ze dik, veel te dik op de boterhammen slachtfeest is !
te strijken. Ik word opnieuw vet, en zeggen dat het vandaag
Hoe stelt het Emiel ? Zit hij nog altijd 's middags bij Mees op de Vismarkt en 's avonds in 't Vlaams Huis?
En Gustaaf Degraeve, komt hij nog somtijds?
madame Decaluwe, den. Hartelijk,
Doe ook mijn groeten aan
aan Jan Everaert, aan De Corte, aan professor Fredericq
en de andere vrien-
Uw Alfons Sevens.
De vijfde brief uit AIIendorf is in het Duits: Fünften Brief von AIIendorf al Werra, den 22. Januar 1916, Jeanne, Die deutsche Obrigkeit hat mir befohlen, meine Briefe von jetzt an in deutscher Sprache zu schrei ben. Ich habe gegen diese Anordnung
Berufung eingelegt
Kort samengevat:
...
Sevens heeft zijn brief laten schrijven door een onderwijzeres
en wat Jeanne
betreft, prof. Fredericq zal zeker zo vriendelijk zijn deze brief voor haar te vertalen. Ze moet zich geen zorgen maken als ze een tijdlang niets van hem hoort. Hij is verhuisd, naar een Villa, Waldisstrasse,
563, een echte opluchting,
hij kan zich nu volledig wijden aan zijn roman. Hij
somt op wat hij in al die maanden ontvangen
heeft van Jeanne, vier brieven, rookgerief,
alle
kranten tot en met 18 januari. De pakken van de vrienden worden vermeld. Als antwoord op Jeanne's nieuws over de heruitgave
van De Schoolmeester
kondigt Sevens aan dat Bij Brave
Mensen binnen een goede maand klaar zal zijn. Ze zou met Emiel de uitgave. ervan kunnen overwegen,
als de Duitse regering ze toelaat. Voorts vraagt hij opnieuw geld, en wel 100 mark.
Meine beste Grüsse für alle, Alfons Sevens. Afgezien
van de vraag naar geld, is deze Duitse brief van 22 januari toch nog een vriendelijke
Sevens en zijn vrouw een tijdlang in twee aparte werelden. kant beschreven, taferelen van kinderwijsheid gen ofwel slechts even aangeroerd.
brief. Van de zesde brief af leven
Om hem te troosten had zij van het leven thuis uitsluitend
en fantasie, hulpvaardigheid,
plichtsbesef.
De moeilijkheden
de mooie
waren ofwel verzwe-
(wordt voortgezet)
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 2
23
Oorlogsbrieven
1915-1918
van Alfons Sevens
Derde aflevering, opgetekend en ingeleid door zijn kleindochter Nicole Verschoore.
Ter herinnering: gevangenis
Op 21 juli 1915 werd Alfons Sevens door het Duitse krijgsgerecht
veroordeeld.
leid (en dan weer vrijgelaten), dat in de stad aangeplakt
I( I
I I I
!
"Ik word beschuldigd die tot zijn aanhouding
blad De Vlaamse Post werd storend voor de Vlamingen zoals later Paul Fredericq,
daarbij gesteund door o.a. J. Goossenaerts betalen van de boete. Sevens werd in augustus
uitgezeten.
waar hij een eerste keer werd opge-
het briefken "Meer waardigheid"
rond dominee Domela en het Duitsgezinde
die met de Duitse bezetter wilden samenwerken.
Pirenne en vele anderen. Bij zijn veroordeling
en Paul Fredericq,
dat de gevangenisstraf
was Sevens de mening toegedaan,
beter de Vlaamse zaak zou dienen dan het overgebracht.
Sevens verliet, naar eigen zeggen, "welgezind"
33 dagen geen enkele keer aan de buitenlucht
orders van de overheid
wachtte".
activisnieuw
Sevens werd dan ook
In deze laaste gevangenis
de gevangenis
van Cassel- Wehlheiden.
Hij werd echter niet op de trein naar huis gezet, maar zonder enige uitleg in een cel van de politiegevangenis gedurende
bij mij te hebben,
hebben geleid werpen licht op het ontluikend
1915 van Gent naar Aken, en daarna naar Cassel- Wehlheiden
was de straf op 15 november
I
schrijft hij aan Jeanne:
werd". De omstandigheden
me te Gent: het verzet van Sevens tegen het initiatief van de Jong-Liberalen van Gent verwijderd,
te Gent tot 1100 mark boete of I10 dagen
In zijn brief van 30 mei 1915 uit Cel 117 van de Nieuwe Wandeling,
opgesloten,
waar hij
werd gelaten. Op 18 december kreeg hij ten slotte te horen" dat men op
Hij werd in het stadje Allendorf
aan de Werra in een herberg ondergebracht.
In deze herberg
begon hij een roman, Bij Brave Mensen, en schreef zijn eerste brieven uit Allendorf aan zijn vrouw Jeanne. Tussen 7 en 22 februari verhuisde Sevens bij een dame in een pension, gelegen Waldisstrasse
563, in hetzelfde stadje.
De dialoog Eind januari
1916 verkeert Alfons Sevens nog niet in geldnood.
rust en grote werkkracht.
Zijn brieven getuigen van
Ze komen nog niet hard aan in de Steurstraat
we het contrast tussen de vakantiestemming"
te Gent, wel merken
hier op mijn villa" en het drukke leven van
Jeanne in Gent. Laten we even luisteren naar de stem van Jeanne. Onmiddellijk
na het vertrek van haar man in augustus
1915, heeft de jonge moeder van drie
kinderen het nodige gedaan om opnieuw in het onderwijs
te stappen. Twee maand later, in
haar brief van 26 oktober, voelt zij de tijd van de vrijlating naderen. Binnen een maand zal haar man terug thuis zijn. Het ergste is voorbij! jaren zou duren, tot 24 november
We weten dat de afwezigheid
1918.
De brief van Jeanne van 26 oktober 1915 lijkt ons een geschikt uitgangspunt die beide echtgenoten Nederlands
jarenlang
nog drie volle
heeft bezield. De schrijftaal
dat gebruikt werd in de familiekring.
voor de dialoog
van Jeanne weerspiegelt
het
Wij vinden b.V. woorden zoals "sluffers"
voor" sloffen" zowel bij Jeanne als bij Alfons Sevens. Toen ze in 1910 huwde, was Jeanne al vijf jaar afgestudeerd gemeentescholen
van de Normaalschool
werkzaam.
te Brugge en als onderwijzeres
Ofschoon zij alles behalve een onmondige
tekende ze haar brieven aan haar man steeds met het troetelnaampje
Foto van Joseph, aan huis besteld in de Steurstraat op 21-11-1916. Door zulkefoto's lieten de soldaten aan hetfront weten dat ze nog in leven waren. Let op de eretekens.
gebruikte, "Kindje". In de brief is er sprake van "nieuws van Josephine". aan het front als brancardier
omwille van zijn geringe gestalte afgekeurd.
Hiermee is Joseph Sevens bedoeld, die
Hij werd aanvaard
van het slagveld geraapt en weggedragen.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 3
indruk maakte,
dat Sevens voor haar
dienst deed. Deze broer van Alfons was bijzonder
gestalte. Hij had zich bij het uitbreken van de oorlog als vrijwilliger jaar lang gewonden
in Gentse
klein van
gemeld, doch werd
als ambulancier
en heeft vier
Sevens noemt zijn broer
/3
Joseph vaak "de kleine". In verband met Livine, zijn vrouw, en de kinderen Theo, Jeanne en Nora, spreekt Sevens over de "moedige vader". In de brief wordt eveneens Isabelle vermeld, de vrouw van een derde broer, Gustaaf Sevens. Ook hij bevond zich aan het front en zijn vrouw Isabelle woonde met haar drie kinderen in Engeland, waar de Belgische officiersfamilies een onderkomen hadden gevonden. In Duitse gevangenschap moest men zwijgen over broers aan het front. Vandaar Josephine voor Joseph en Isabelle voor Gustaaf. Daar Gustaaf voor zijn middelbare studies door zijn ouders als pupil naar het leger was gestuurd, had hij bij het uitbreken van de oorlog al verscheidene jaren dienst achter de rug. Grietje, eveneens in de brief vermeld, is een zuster van Alfons. Jeanne aan Fans
Woensdag, 26 oktober 19 I5. Beste Fonske, De Winter heeft hier zijn intreden gedaan. Is het bij u ook koud? Vanavond hadden onze gastjes allebei een paar schone rode wangen, net geschilderde zoals zij er verleden jaar ook hadden na onze goede zondagwandelingen ! Margot is er mede uitgeweest, ik heb vier pakken huiswerken moeten verbeteren, en dus geen tijd gehad.
(
Vier andere pakken, elke van dertig, wachten nog op mij! ... Toekomende zondag zal ik het beter hebben, want de maandag en dinsdag zijn voor mij verlofdagen. Van Josephine hebben we eindelijk nieuws gehad; zij wist sedert de lOde oogst dat gij weg zijt; zij heeft ons geschreven dat Isabelle het goed stelt. Nu zijn we gerust. Josephine doet u veel groeten. Emiels vrouw heeft veel van u gelezen, met veel genoegen. Coussens is naar Brussel en heeft nieuws meegebracht van Grietje. Henri De Cuyper, die mij in het voorbijgaan zo dikwijls nieuws van u vraagt, was heel gelukkig uw brief te mogen lezen. Onze bel staat 's avonds niet stil, de vrienden komen dan nieuws vragen van u. Binnen een maand zult gij reeds zelf nieuws kunnen geven, ik ben zo ongeduldig, ik zal zo gelukkig zijn! Eleonorke is niet al te wel, Livine gaat haar enige dagen tehuis houden, ik laat er onze kinderen zo weinig mogelijk bij, alhoewel het van geen erg is. Zijt gij nog altijd gezond? En hoe ziet gij er uit, beste Ventje? Frankske heeft gevraagd of zijn vader met een lange baard gaat terug komen; hij slaapt altijd met uw portret, vannacht heeft hij het in zijn slaap gekreukt, en hij had zulk een spijt dat hij zijn vaderken "gebroken" had. Dirk meent vast en zeker dat gij een regiment van de door u geschilderde soldaatjes gaat meebrengen; weet gij wanneer hij zijn gedichtjes opzegt en zijn liedjes zingt? 's Avonds, heel stil in zijn bedje, terwijl ik Vinatje in slaap doe, hij meent dat Sint-Niklaas hem een hele boel zal brengen omdat hij zo braaf is ! Zult gij meehelpen Sint-Niklaas spelen? Ik denk zoveel aan u ! Ik kan u niet zeggen hoe groot de leemte is, door uw afwezigheid gelaten! En ziet ge, als ge hier zijt, en het werk is wat lastig, of er gaat iets tegen, een goed woord van u, een blik, een kus is een ruime vergoeding, uw tegenwoordigheid is de blijmoedigheid in huis, ik weet niet hoe het komt, gesprekken zijn er schier niet, het nieuws is zo rap uitverteld! Ik verlang zo naar uw tegenwoordigheid hier, naar uw spelen met de kinderen, naar den rook van uw pijpje, met u komt de gezelligheid, het leven terug in huis! Nu dat de slechte tijd bijna over is, mag ik u dat wel zeggen. Mijn brief zal u nog bereiken voor uw vrijlating? Mijn verlofdagen zal ik mogen bezigen om broeken en kleren te maken voor de kinderen, 'k zal zo neerstig moeten naaien, er is toch zoveel nodig. Nu, beste Lieveken, tot later, wij zenden u allen onze beste groeten en hopen u weldra terug in ons midden te hebben. De kinderkens zenden u hun beste kussen, en een innige zoen van Uw kindje. Onder de handtekening van zijn moeder ("Uw kindje") heeft de oudste zoon Frank tussen twee met de lat getrokken strepen in potlood geschreven: dag vader een kus van Frank.
14
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 3
Vier maanden later is de correspondentie maand problemen
I februari niet ontvangen
en antwoordt
toeval, dat Jeanne de tweede paragraaf velige toon van haar echtgenoot
van de brief van I februari, met de vraag naar nog meer geld, niet heeft gelezen. De wre-
bekentenis
nog ongestoord
de veelzijdigheid
administratieve
regelingen.
eerst sprake van betalingen
brief. Ze heeft Fons' schrijven van
op dat van 7 februari, dat tevreden en zelfs gedreven klinkt. Het is trouwens een gunstig
zal haar pas later kwetsen.
Na de discreet hartstochtelijke
opbrengst
van en naar Allendorf nog altijd liefdevol poëtisch, alhoewel naar het einde van de
zullen rijzen. Jeanne's brief van 26 februari 1916 is nog een gelukkige
van haar gevoel in de brief van oktober 1915, weerspiegelt
van de verhouding
tussen de echtgenoten,
De brief van Jeanne van 20 februari, waarop gezinspeeld die de verzekeringsmaatschappij
Germania
Jeanne's brief van februari
hun attentie voor het gezin, het werk, de sociale en wordt, is zoek. Tussen de echtgenoten
aan haar makelaar moest uitbetalen,
vervolgens
is er
van de
van de nieuwe roman Bij Brave Mensen, waaraan Alfons Sevens in Allendorf werkt en tenslotte van de opbrengst
van
de derde uitgave van Sevens' roman Schoolmeester.
Praktische en sentimentele zorgen, maar de liefde wordt gelouterd door het lijden "EmOE E~ TIE"OE OUllE~D
Fons aan Jeanne Zesde brief uit Allendorf heb uw postmandaat
al Werra. I februari
1916. Lieve Jeanne, Ik
van 100 M. op zaterdag 22 januari ontvangen.
Het
geld is dus geen twee dagen op weg geweest. Het spijt me u te moeten
Schoolmeester
zeggen dat mijn mening aangaande
mijn uitgaven niet juist was, ik heb
meer dan 60 M. per maand nodig en verwacht einde februari 'opnieuw geld.
Hed endaagsche
Rom a n
'=
0 OOR
:-:
ALFONS SEVENS
===-=-:rc:::c:
:-:
Ik heb ook uw brief van 20 januari ontvangen.
Wat de Germania
Stettin betreft, in die solde ten voordele der Gerrnania 335.70 frank zijn eerstens begrepen al de kwijtschriften verzekeringen,
die gij ontvangen
door het bureel beschouwd Tweedens,
te
ten belope van van mijn twee
hebt. Met andere woorden, die worden
als betaald. Zij zijn begrepen
in uw debet.
er is een misgreep gebeurd in het bureel voor de laatst geslo-
ten verzekering
te Zottegem.
driemaandelijkse opgetekend.
Mijn commissieloon
voor de twee eerste
premiën werd niet richtig [sic] in de boeken te Brussel
Dat trek ik later in 't klare. Voorlopig
zullen we afwachten
wat de uitgave van mijn nieuwe roman Bij Brave Mensen of de derde uitgave van Schoolmeester
oplevert. Ik heb Emiel daarover geschreven.
Bespreek de zaak met hem en beslis. Het handschrift _IJ
OEH
SCHRIJVeR
STEUR5TRAAT.
7,
I
GENT.
J
I
BIJ
ALLI!!
eOEKHANDI!!l.AAI'I.
•.
van Bij Brave
Mensen kan volgens mijn schatting in maart in Gent toekomen. Slaat de uitgave niet in, dan zullen we de betaling mijner premiën bij de
Titelblad van "Schoolmeester", vierde en laatste uitgave, 112 p. Meer dan negenduizend exemplaren werden verkocht (een deel van de oplage bestaat nog). De roman van 1907 werd uit democratisch idealisme geschreven als een pleidooi voor het verplicht onderwijs, tegen de katholieken en de franstallgen. In het voorwoord van de derde uitgave, die Sevens net voor zijn gevangenschap had geschreven, voorspelt Sevens dat "Schoolmeester" een getuigenis zal blijven van de "dwang, die loodzwaar op Ylaanderens leven en ontwikkeling drukte, en van de opofferingsgeest en het idealisme, die Vlaanderens baanbrekers bezielde ".
Gerrnania voorlopig schorsen. De overeenkomst
met Semey is voorde-
lig. Doe wat ge kunt; maar vergeet niet dat gij altijd een zekere som liggend geld in huis moet houden. Deze brief is aldus een brief van geldkwesties ongelukkiglijk
geworden.
Ik heb gedroomd,
dat gij mij gedurende
het Paas verlof te Allendorf
kwaamt bezoeken en bij mij kwaamt ... uitrusten. droom werkelijkheid, bekomen.
Die moet men
ook bespreken. Misschien
als gij van de Duitse overheid
Voor de geldkwestie
wordt de
de toelating
kunt
moet gij het niet laten. Voor 3 M. daags
woont gij hier bij mij op mijn villa!
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 3
/5
En nu nog iets: ik heb tot hiertoe van de firma Bailliu en Co slechts 50 sigaren gekregen; eveneens
50 en een pakje tabak. Dat is te weinig. Ge weet dat ik veel rook, bijzonderlijk
veel schrijf. Peins daar eens op en groet allen van mijnentwege. Deze brief heeft Jeanne dus niet gelezen. De volgende
is vriendelijker
van u als ik
Uw Alfons Sevens.
van toon, alhoewel toch wat zakelijk naar het einde toe.
Sevens zit in zijn kamer voor drie foto's, die hem door zijn vrouw werden opgestuurd.
In het archief van Jeanne draagt een foto
van haar zuster Livine met haar drie kinderen Theo, Jeanne en Nora inderdaad de stempel van de Duitse censuur. De karakteriële opmerkingen
die Sevens over deze foto in zijn brief maakt bewijzen hoe nauw de relatie was tussen de gezinnen van de twee
broers Alfons en Joseph, getrouwd
met de twee zussen, Livine en Jeanne Beaufays.
Omtrent de foto waar Sevens zelf op voorkomt pardon, uit den Van Heeschbekewinkel" Bibliotheek
1998 nr. 2 hebben voorgesteld:
maakt de briefschrijver
zijn hoogstwaarschijnlijk grootmoeder
daad uit de kort voor de oorlog gesloten meubelwinkel
een grapje:
met" al de meubels uit den Beaufayswinkel,
alle familieleden
Van Heeschbeke, Beaufays-
bedoeld, die we op p. 13 van Boek en
de drie zussen en de zes kinderen. Allen komen inder-
Van Heeschbeke
in de Burgstraat.
In de zevende brief hebben wij voor" lawaai" het veel gebruikte "lawijd " bewaard, in Sevens' spelling (Van Dale beveelt "laweit" aan). Fons aan Jeanne
Zevende brief uit Allendorf waaraan ik dagelijks
al Werra. 7 februari 1916. Lieve Jeanne, Voor mij op het tafeltje,
arbeid, staan de drie portretten:
eerst dat, waarop ik zelf naast al de meu-
bels uit de Beaufays, pardon, uit de Van Heeschbekewinkel dan de twee koppen mijner jongens
prijk;
met Livinatje die dag-in dag-
uit de armen naar mij uitsteekt, en dan het laatst gezonden portret van Livine met haar kinderen. Waarlijk, dit portret is goed gelukt. Op en top natuur. Theo kijkt gewichtig, Jeanneke strelend, de kleine Nora verbaasd en de grote Livina smachtend,
alsof zij niet voor de fotograaf,
voor de geliefde vader en echtgenoot
maar
in hoogst eigen persoon
stonden. En 'k wens uit gans mijn hart dat de kleine dit portret reeds bij zich draagt. Ik kan me zo wel zijn grote vreugde inbeelden bij het ontvangen
der beeltenis!
doen dag na dag beter te begrijpen, de zijnen geacht wordt!
Wat moet het hem deugd hoe de moedige vader door
En bij hem ook stijgt dag aan dag de
achting voor de moedige moeder. Op het altaar der wederzijdse achting groeit en bloeit de heerlijke bloem der ernstige, doch zo zonnige liefde. En zoals het goud gelouterd
0
wordt door het
vuur, zo wordt de liefde van man en vrouw gelouterd
door het
lijden. Ge ziet dat ik hier op mijn villa tijd heb om overwegingen
te
maken. Zodra ik de ogen opendoe en aan mijn lavabo mijn kam in mijn handen neem, zie ik door het venster de kam der bergen; en zodra mijn kachel brandt, zit ik er nevens te arbeiden tot half zes 's avonds. 's Middags dineer ik met mijn hospita, een achtensSchoonzuster Livine met haar drie kinderen. De foto was bestemd voor Joseph aan het front. Jeanne stuurde een exemplaara naar haar man. Dit laatste draagt op de keerzijde de stempel van de Duitse censuur van Celle-Schloss, het voorlaatste kamp waar Sevens verbleef
16
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 3
waardige jonkvrouw
van in de zestig en in gezelschap
andere achtenswaardige
dame-pensionnaire
van een
van in de vijftig.
Veertien dagen lang hadden we 's middags ook de lente aan tafel, onder de gedaante van twee of drie onderwijzeressen.
Doch de
oven brandde niet goed genoeg, het eten liet zich een paar minu-
ten wachten en de lente is weggebleven.
Ook in deze grote tijd blijven de mensen klein.
's Avonds om 7 uur soupeer ik alleen. Betere plaats om te arbeiden kan men moeilijk dromen. Ook heb ik reeds 144 bladzijden drukkerij. Ik meende voort te filosoferen ben zonder de noodzakelijke ontvangen
kopij van mijn roman Bij Brave Mensen gans veerdig voor de
over mijn arbeid, doch ik zou opnieuw gans het papier voIkrabzaken te zeggen. Sedert mijn laatste schrijven - 1 februari _ heb ik
uw brief van 27 januari,
mijn schoenen, een pakje tabak en sigaren van de firma
Bailliu en Co, en een kist sigaren van Henri Van Waes, dokter Van de Calseyde en Leon Goffin. Heden morgen ontving ik 12 cols en 6 paar manchetten.
Ge bederft mij! Ik had verge-
ten u te schrijven dat ik mij zelf 5 lijnwaden cols had gekocht en een paar stoffen sluffers. (Daareven,
zoals alle maandagmorgenden,
brengen ze mijn was). Gelief allen in mijn naam te
danken, en te zorgen, dat ik voortaan verschoond
blijf van de geschenken
van Goffin. Ge zult
begrijpen dat ik met Goffin niets meer wil te stellen hebben. De gazetten komen zeer regelmatig
toe. Deze morgen heb ik de nummers van verleden donder-
dag gelezen. Meest alle morgenden, bij de koffie, ben ik op deze manier met mijn gedachten Vlaanderen, in Gent en in de Steurstraat. Sedert lang hoopte ik plaats te vinden om de menigvuldige beantwoorden.
In afwachting
in
brieven van mijn zoon Frank te
dat ik eens aan hem alleen een brief schrijf, zeg aan mijn grote
kleine vent Frank, dat ik zeer tevreden ben van hem. Zijn moederke van hem, zowel wat de school als wat de kelderkeuken
vertelt mij zeer veel goeds
betreft. Hij komt met Dirk goed overeen
en speelt neerstig met zijn zustertje. Ik hoop ook dat hij niet te veel la wijd maakt als hij samen discuteert
met Theo, en dat grootmoeder
niet te veel hoofdpijn krijgt.
Ja, Frank, ik peins er dikwijls op hoe 's middags als ik thuis was, gij en uw broeder Dirk elk op een van mijn knieën klauterdet, len meedoen,
om peerd te spelen. Hoe dat zal gaan, nu Livinatje ook zal wil-
weet ik nog niet; ik heb drie kinderen en maar twee knieën. Spreek daar eens over
met uw broeder Dirk, en als ik terugkeer, Frank, kunt gij mij het uitleggen. Tot slot, lieve Jeanne, herinner ik u dat ik er op reken regelmatig Geld verzoet de arbeid en de ballingschap. wijveken. Jeanne antwoordt
elke maand geld te ontvangen.
dag Livine, dag Margot. Dag
Kus de vrienden en groet de vrienden en de familie. Alfons Sevens.
Gent, 26 februari 1916. Beste Lieveken, Ik ben zo blij dat mijn schrijven ontvangen
Dag grootmoeder,
Deze morgen heb ik uw brief van 7 februari ontvangen.
van gisteren avond nog niet verzonden
was. Zie, geen nieuws
hebbende van u sedert een maand was ik een weinig zwaarmoedig,
de zwarte wolken uiteengedreven! te weten dat gij het goed stelt!
en uw brief heeft
Uw brief van I februari heb ik niet ontvangen.
Ik ben zo blij
De kinderen stellen het ook allen goed, grootmoederken
echter
niet al te wel, zij lijdt aan flerecijn. Wij hebben twee lastige maanden gehad, de kinderen van Livine hebben kinkhoest gehad, en wij hebben ze gedurende werkhuis,
wij hebben geen moeite gespaard om het overzetten
wij rijkelijk beloond geworden, samenzijn in Moeders salonnetje zulke triestige dagen geweest! Weldra zal op uw schrijftafeltje
aangezien
al die tijd afgezonderd
der ziekte te beletten. Ook zijn
onze drie kleinen ongedeerd
met Kerstdag en Nieuwjaar
op het
zijn gebleven.
is onmogelijk
Het
geweest. Het zijn
een vierde portret de drie vorige komen vervoegen:
ik heb van-
daag het portret van Vinatje laten maken voor u. Zij is het klein kindje niet meer van voor zeven maanden,
zij wordt een persoonlijkheid,
een eigen iets, vlug van geest, zenuwachtig,
evenals Frank, doch schalkser en tevens meer liefkozend.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 3
Ik ben nieuwsgierig
geweldig
of het portret zal
/7
gelukt zijn. Zoudt gij mij in ruiling uw portret niet kunnen zenden?
Ik ben zo verlan-
gend te weten hoe gij er uitziet!
De ontle-
ding van het portret van Livine met haar kinderen heeft ons allen doen lachen, omdat uw opmerkingen
zo juist zijn. Livine meent
dat uw overwegingen
niet alleen voor haar
en Jozef gelden, maar ook voor ons beiden. Als wij samen waren was die liefde meer
à l'état latent, maar nu wij gescheiden zijn, is het in mij alsof de geliefde van vroegere jaren teruggekomen
was: ik spreek veel
van u, denk nog meer aan u, en leef in een voortdurend
verlangen.
U terug hebben bij
mij is mijn enige betrachting! Ik heb woensdag gehad:
zo'n bittere ontgoocheling
mijn laatste poging om u in vrijheid
te doen stellen scheen mij z9 veel belovend, en ik verwachtte
er zoveel van, en ... zij is
in duig gevallen!
... Tranen van spijt over
mijn onmacht
wellen mij nog in de ogen.
Nu, dat vertel ik u wel later eens. Herinnert gij u nog de dagen van hoop en teleurstelling,
die wij beleefd hebben voor
het uitvoeren
der driedaagse
muziekplechtigheid
Vlaamse
? Dat heb ik herleefd,
maar alleen, en voor een zaak, die mij nog oneindig veel nader aan 't herte ligt! ... "Yinatje brengt bloemen aan haar vaderken ". Zeven maanden zijn voorbij gegaan sedert de vader zijn dochtertje heeft gezien. Het portret wordt beschreven in Jeanne's brieven van 26-2 en 2-3-/9/6.
Ik heb de liefde voor onze kinderen, gij de liefde voor uw kunst ... Hoe nieuwsgierig ik ben de afgewerkte boek te ontvangen,
bladzijden
van uw
kan ik u niet zeggen, u
lezen, brengt u dichter bij mij! Wanneer en hoe gaat gij ze opzenden? der toekomende bij doen?
Wil ik ze komen halen? Maandag
zend ik u 75 fr. op, en in de loop
week, denk ik, een groot pak met uw bruin kostuum.
Gij hebt zeker reeds de nieuwe bottienen ontvangen?
meer; moet ik u dikkere kousen opsturen?
Wil ik er uw overjas ook
Passen ze u ? Is er niets anders
of zijn de stoffen sluffers genoeg?
Verzorg u maar
goed, beste Lieveken mijn, eerst voor u zelf, daarna voor uw drie kinderen en uw wijveken. Voor hetgeen Goffin betreft, il a fait amende honorable, en, Lieveken, hem, waart gij hier geweest, de hand niet zou geweigerd gij met René De Clercq ook zo gehandeld
ik heb gemeend dat gij
hebben. Ik herinnerde
hebt. Heb ik mij vergist?
mij immers dat
Gij weet toch alleszins, dat
ik gedaan heb om wel te doen. Verleden
vrijdag kwam de bestuurster
het bijzijn der leerlingen,
een les bijwonen. Zij heeft mij opmerkingen
en ik was daardoor zodanig van mijn stuk geslagen,
slechte les gegeven heb. Des anderen daags werd ik bij de bestuurster weinig vriendelijker.
18
Ik tracht in de praktijk te stellen:
Boek en Bibliotheek - 1998 IIr. 3
gemaakt in
dat ik een heel
geroepen.
Nu is ze een
"Doe wel en zie niet om". Ik ben ten
achteren met mijn werk. Deze week hebben wij vergadering gehad, zij heeft geduurd tot kwart voor zeven. VILLE DB OAND.
Nu, beste Fonske lief, ga ik eindigen, dan kan mijn
191
STAD OENT,~
brief morgen naar de P9st gedragen worden. Moederke,
tcole prolessiorulBllB communale
Livine en de kinderen zenden u hun
POUR
beste groeten, Frank, Dirk en Livina zenden hun
JEUNES FILLES
beste kussen. Ik verlang toch zo naar u, en moet mij ongelukkiglijk
tevreden houden, met u van
ver een innige hartekus op te sturen. Uw kindje. Grootmoeder
leed aan reuma: flerecijn
oude benaming
is een
voor de kwaal.
In deze brief van Jeanne komt ook voor het eerst de tegenwerking
ter sprake die Jeanne op de
Stedelijke Beroepsschool Tweebruggenstraat ce mejuffrouw
ondervond
dame
dat de vrouw van een
geen recht had op een baan in het
stedelijk onderwijs. mogelijke
van haar directri-
De Rudder. De franstalige
was de mening toegedaan flamingant
voor Meisjes aan de
Ze zou Jeanne op alle
manieren pesten. Na?e
oorlog zou
het nog lange tijd duren vooraleer de door haar leerlingen bijzonder Briefhoofd van de beroepsschool voor meisjes in 1916. Gekrabbelde opmerkingen van de directrice. Let op de taalfouten. In de brief: "... que Ie cacao soit transporter" i.p. v. "transporté". In het kattebelletje: "Pourquoi rangez-vous cette matières (sic) dans Ie systéme métrique ?"
benoeming directrice,
geliefde Jeanne een vaste
zou krijgen. Daarvoor zorgde de in overleg met de franstalige
sche-
pen van onderwijs.
Schrijverschap en geldnood Fons aan Jeanne
Achtste brief uit Allendorf ik anders niet ontvangen
al Werra. 14 februari 1916. Jeanne. Sedert mijn laatste schrijven heb
dan uw brief van 29 januari. Uit deze brief meen ik te verstaan, dat
Emiel Bij Brave mensen zal uitgeven. Onbelemmerd
rilt het werk voorwaarts,
en einde dezer
maand of begin maart is het zeker af. Alhoewel de roman beter lukte dan ik verwachtte, er toch niet zeer tevreden over. Ik voel zo'n dwang, niet meer de schaduwbeelden Vlaanderen
en mijn volk te schetsen, maar de zonnezijde.
het in mijn roman Bij Brave Mensen tot bijtend sarcasme. lekeurig op de achtergrond, Schoolmeester
ben ik
van mijn
En daar, in plaats van humor, komt De schone meisjesfiguur
treedt onwil-
en onder mijn pen groeit een vrouw, zo vulgair, dat mijn kwezel uit
er maar een flauw afkooksel van is. (Ze heet Marguerite
- geen Margot of Grietje i).
Ik had gemeend de oprechtheid
te loven, en ik gesel de huichelarij.
nenkort zelf lezen. Letterkundig
is het werk beter verzorgd. Daar ik echter zonder woordenboek
moet arbeiden, zullen de drukproeven aan Goossenaerts Natuurlijk
Nu, ge zult het, hoop ik, bin-
in Gent dienen gelezen te worden. Gelief dat te vragen
of aan Bailliu, aan Gustaaf D'Hondt of aan een leraar der middelbare
mag aan de volkswendingen
en spreuken,
worden. Ook weet ge dat ik mijn, uw, enz. onverbogen Die het werk overziet, zal gemakkelijk
Boek en Bibliotheek - /998
IIr.
3
school.
waarvan het werk wemelt, niet geraakt
mijn schrijfwijze
laat (mijn moeder, mijn goeden vader). kunnen nagaan.
/9
Wat het drukken van het werk betreft, natuurlijk laat ge dat aan Emiel over. Doch daar de tekst niet zo groot is als in Moeders Hoogmoed, dient men een kleiner formaat te nemen (lijk Schoolmeester). De roman zal ± 200 bladzijden druks beslaan en moet 2 fr. verkocht worden. Ik geloof, dat, indien Antwerpen meewerkt, men 1000 exemplaren kan trekken. Het drukken zal tussen 500 en 600 fr. kosten, en zo kunnen we enkele maanden voort. Voor Antwerpen zal ik zelf naar Bouchery schrijven. Tot slot, slecht nieuws. Ik zit door mijn broek. Ge ziet hoe de tijd vooruitsnelt. Zend mij dus mijn ander kostuum, en, indien het met een klein pakje kan, eerst mijn broek. Houd de nieuwe schoenen thuis. Met twee paar heb ik hier genoeg. De groeten aan allen, een kus voor u en de kinders. Alfons Sevens. In de latere briefwisseling zal Leo Bouchery, drukker te Antwerpen, een grote rol spelen. Hier wordt hij voor het eerst vermeld.
Communicatiestoornissen Een of meer brieven van Jeanne ontbreken, want in de negende brief van Sevens wordt gewag gemaakt van een klacht van Jeanne over haar oudste zoon Frank. Zulke klachten zullen later nog verschillende keren herhaald worden, maar tot nog toe was er in Jeanne's teksten mets in deze richting te bespeuren, wel integendeel, zij was steeds vol lof over Frank. Negende brief uit Allendorf al Werra. 21 Februari 1916. Jeanneken, Nu ik aan mijn wekelijkse brief begin, ben ik slecht gezind. Het nieuw paar schoenen heb ik verleden vrijdag gekregen, maar van tabak en sigaren, geen reuk of speur. Ik ben hier meer dan 2 maanden en heb in gans en geheel 50 sigaren van de firma Bailliu, 50 van de firma van de Roden Hoed en 50 van u ontvangen, en daarbij twee dozen tabak. Verder zit ik zo schrap als een student te Bij einde de trimester. En geen geld op zak is geen plezierige toestand. Voeg daar nog bij dat ik admirabel met het achterste door mijn Brave Menschen broek loop en geen middel heb om het te laten vermaken. En zo denkt uw man zich vergeten en verwaarloosd! HedcDdaagoc.be roman Maar het duurt niet lang. Ik sluit de ogen en ik zie u bij mij. Dan weet ik, dat gij aan mij denkt, en dat de kleine miseries - 't is altijd onder de kleine miseries dat een mens 't diepst gebukt gaat, - te wijALP~NS SEVBNS ten zijn aan misverstand, lastige postregeling, valse aanduidingen van mij, en goed gemeende, maar slecht gehouden beloften van vrienden, als de beste Gustaaf Degraeve. Ik ben overtuigd, Jeanne, dat ge mij voortaan dikwijls tabak en sigaren zult zenden, en ik hoop dat de uitgave van Bij Brave Mensen een middel zal zijn, om mij niet alleen regelmatig geld op te sturen, maar ook een appelke tegen de dorst te bezorgen. Ik heb zeer veel aan mijn roman gearbeid, en hoop binnen veertien dagen te mogen schrijven, dat het 1V,4, •• II,It.-at BiJ .u. STIIURSJRAAT 7, OB."I'f BOIl1[HANDBLAAU werk afis. Zeg eens aan Frank, dat ik van zijn moeder vernomen heb, hoe hij niet braaf is ! Dat heeft me verdriet gedaan. Ik meende dat Frank, als de oudste jongen, zag dat zijn moeder veel werk heeft. Daarbij, als Frank aan tafel de plaats van zijn vader inneemt, mag hij wel nu en dan, gelijk zijn vader, zijn moeder plagen, maar dan alleen, als Titelblad van "Bij Brave Mensen ", 136p., s.d. doch getekend op p. 136: Allendorf al Werra, 8 maart 1916. moederken het geerne heeft. Nu Frank boos is, heb ik ook geen lust Op de achterflap: Drukk. Jan Bouchery, hem een lange brief te schrijven. Hopland, 22, Antwerpen. 1.
20
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 3
De winter speelt hier zijn laatste kuren:
sneeuwjacht,
stormweer,
en nu vorst met heldere lucht
en lachende zon. Weldra doet de lente definitief zijn [haar] intocht. En zo vliegt de tijd! ... Gelief de vrienden en kennissen grootmoeder, complementen Een postkaart
te groeten (van juffrouw
te doen; en de kinderen voor mij te kussen. Dag Jeanneken.
van 28 februari met potlood in Duits schrift opgesteld,
Sevens' handtekening
Beffort nog niets ontvangen);
aan
Livine, Margot een hartelijke goendag te zeggen; de familie, dicht en verre, de
zijn door de Vlaming geschreven.
klinkt als een ultimatum.
Alfons Sevens.
Alleen de aanspreking"
Het begin van de tekst is goed leesbaar, de rest minder:
Jeanne" en
Bitte mir unver-
züglich 100 Mark ... Jeanne antwoordt
Gent, 2 maart 1916. Beste Lieveken, Ik heb deze morgen uw brieven van 14 en 21 februari samen met een kaart van 28 februari ineens ontvangen. ten dus reeds toegekomen
De zestig mark van 28 laatstleden
zijn. Die gedachte heeft mij getroost;
beste Fonske zulke moeilijke dagen beleefd heeft! En de uitgestane meer vergoeden.
Vandaag
miseries kan ik nu niet
heb ik een pakje met een broek opgestuurd,
uw zwarte beste kostuum, ziehier waarom:
moe-
het spijt me zo dat mijn arm en nog wel de broek van
uw andere broeken wogen te zwaar, men aanvaardt
geen pakjes zwaarder wegende dan 550 grammen, daarom ook heb ik er de knopen afgesneden en de gesp en ze u afzonderlijk vroeger heb kunnen helpen!
in een pakje opgestuurd.
Die laatste kaart, die dringende
nigd; moest mijn arm Lieveken opgestuurd, opgezonden,
Hoe spijtig, hoe spijtig dat ik u niet
zulke miseries hebben?
kreet om hulp heeft mij zo gepij-
Vandaag
heb ik u nog vijftig frank
en gisteren zond ik u een kist sigaren op. Ik heb u tot hiertoe nog geen klederen tot voor een tiental dagen koesterde ik nog altijd de hoop u terug te zien komen, en
die laatste hoop heb ik nu ook moeten opgeven, dat vertel ik u wel eens later. Nu, zaterdag zend ik u nog meer klederen. Indien gij de versleten broek en vest kunt terugzenden, maar, gij moet er geen zorg meer voor dragen, en ik kan ze gebruiken.
doe het dan
Of ik voortaan zelf voor
tabak en sigaren zal zorgen, moet ik u niet zeggen, dat weet ge, dat voelt ge, en een appelke tegen de dorst zend ik u zo spoedig mogelijk. Ik betrouwde er mij op, dat twee frank en half daags voldoende
Alle rechten zijn den Schrijver
voorbehouden.
waren, daarom zond ik de 28ste slechts 75 fr. Ik had het briefje van de belastingen
Alle exemplaren zijn genummerd en geteekend.
gekregen,
en er is huidig veel
meer nodig om de twee eindjes te kunnen aaneenbinden, ik moet dubbel uitgeven voor het huishouden
buiten
verleden jaar. Nu, dat komt alles weerom goed met het uitgeven van Bij Brave Mensen, hetgeen gij er mij over schrijft maakt mij meer en meer nieuwsgierig. ting om uw woordenboeken
Ik vraag ook de toela-
op te sturen, derwijze zult
gij in het vervolg gemakkelijker
arbeiden. Voor het
overzien van uw werk zal Emiel zich tot Vercouillie wenden (Goossenaerts dat Vercouillie
is krijgsgevangene).
de meest bevoegde
Emiel meent
persoon is om dat
werk goed te doen. Frank had verdriet dat zijn Vaderken wist dat hij niet al te braaf geweest was, hij werd er rood van tot achter zijn oren, en kwam daarna zijn moeder vleien; het was maar een kwade overgang, Alle exemplaren vall "Bij Brave Mensen" zijn getekend "Vrouw Alfons Sevens" ell genummerd. OIIS exemplaar draagt het nummer 1226.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 3
weerom verstandig.
En de tijd vliegt!
best zien aan bijgaande
nu is hij
... Dat zult ge
portretje. Vinatje, zij is het,
2/
brengt bloemen aan haar vaderken voor zijn verjaardag, bewust was dat er iets gebeuren
Ernstig staat zij daar, het was alsof zij
moest; spijtig dat we haar niet hebben kunnen doen lachen; dat
de beeltenis u niets brengt van de uitdrukking
van ons kapoentje,
zij staat er veel te braaf op ! Ik
vind dat mijn papier altijd zo rap vol is ! Ik wens uit ganser hart, dat gij voor uw verjaardag reeds al de wenselijke
pakjes zult ontvangen hebben en eens te meer zien dat gij niet vergeten
zijt. Kussen van de kinderen en kussen van uw Kindje. Enkele nota's zijn in microscopische
Ietterjes in alle marges bijgevoegd:
Gelukkige
verjaardag
en groeten van ons allen, ook van Frits, hij is vandaag ten onzent geko-
men. Bij Brave Mensen wordt in de Plantijndrukkerij gevraagd omdat Mijnheer
De Guchtenaere
gedrukt. Everaert heeft dit aan Emiel
zeer behulpzaam
geweest is bij de verkoop der boe-
ken. Gij zoudt moeten horen hoe Frank uitlegt wat een gelijkzijdige gelijkzijdige
driehoek is. Moederke,
een
driehoek heeft drie gelijke zijden en .drie gelijke hoeken. Er zijn ook andere drie-
hoeken die een grote zijde hebben en twee kleine. En Dirk vertelt van de hemel alsof hij in de (
woestijn gewoond heeft. Zij hebben zo'n goede brave juffrouw! Jeanne zegt dat Goosenaerts
I
Duitse bezetting
"krijgsgevangene"
voor politieke
is. Niet alleen militairen
redenen werden gevangen
scheid tussen krijgsgevangenen
en politieke gevangenen
genomen,
maar ook burgers, die in verband met de oorlog en de
werden in die tijd "krijgsgevangenen"
genoemd.
Het onder-
werd pas later gemaakt.
Vermeylen, Sabbe, de Vereniging van Letterkundigen luiden een nieuwe tijd in Dezelfde dag, 2 maart 1916, schrijft Sevens zijn tiende brief uit Allendorf. wat maakt gij mij, ik wil het hopen onwillekeurig, niet ontvangen
hebt, is uw handelswijze
duchtig uit te schelden! hebben".
onverklaarbaar.
"Zelfs indien gij mijn brief van 1 februari nog
En dan schrijft ge: "Hebt ge niets te kort ?" Wat heb ik lust, u eens
Maar neen, ik zou niet recht handelen.
Sevens regelt voorzichtigheidshalve
"Jeanne, Deze morgen nog geen geld! Kindje, Kindje,
de dagen bitter". En verder:
Ik ken u te goed. In die ongelukkige
zaak kunt ge geen schuld
toch de toekomst en bepaalt hoeveel en wanneer Jeanne voortaan geld moet stor-
ten. Zo komt hij tot de bedenking:
Slot van de tiende brief uit Allel/dor! Het kan gebeuren,
dat gij persoonlijk
over de middelen niet beschikt of blijft beschikken.
u dan te richten tot mijn vrienden. Kunt gij daar het nodige geld niet bekomen,
Gelief
vraag het aan
Alfred Deneus. Alfred Deneus was apotheker minzaam en hoffelijk,
te Kortrijk, gehuwd met Alfons' oudste zuster, Leonie. Hij was een kunstminnend
franssprekend
doch zeker niet anti- Vlaams, integendeel.
en begoed man,
In een volgende brief wordt het duidelijk, dat de
hulp van Deneus niet meer nodig zal zijn. Krijgt ge het daar ook niet, schrijf me dat rechtuit. Ik ben mans genoeg, om de besluitselen
te
trekken, die deze zaak met zich meebrengt. Sevens somt de pakjes op, die hij heeft ontvangen. goed woord is gevallen,
We noteren rookgerief,
kleren en een pakje van Frank en Dirk, waarover geen
en dan de slotzin: Mijn werk is af. Ik ben bezig met de laatste 70 bladzijden ongeveer 290 bladzijden
af te schrijven.
Het handschrift
tellen. Beste groeten aan allen en kus de kinderen
zal
voor mij. Uw Alfons
Sevens. In de elfde brief uit Allendorf, door de Vereniging een gescheurde
van 7 maart 1916, is een nieuw geluid te horen. Sevens heeft Vermey len geschreven
van Letterkundigen
gesteund te worden. Op 2 maart was Sevens 14 dagen logies ten achter en liep hij met
broek. Drie dagen later komt het geld van Jeanne aan. De wrevel is voorbij. Het slecht humeur van de banneling
zonder tabak noch geld, was misschien
Mensen. Waarschijnlijk
ook deels te wijten aan de stress van de auteur die de laatste hand legde aan Bij Brave
zal Jeanne dit ook begrepen hebben. Op 7 februari telde de roman 144 bladzijden,
eindpunt was bereikt.
22
met de vraag,
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 3
op 2 maart 290, en het
Weldra zullen nochtans alle voorzorgen om in de villa in Allendorf met fatsoenlijke kleren en zonder achterstallige betalingen te kunnen blijven werken, overbodig blijken. De woordenboeken zijn aangekomen voor later werk. "Betere plaats om te arbeiden kan men moeilijk dromen" luidde het in de brief van 7 februari. De echtelieden vermoedden niet, dat Sevens weldra zou worden overgeplaatst naar het kamp van Holzminden. Elfde en laatste brief uit Allendorf
7 maart 1916. Jeanne, Sedert mijn laatste brief heb ik ontvangen 60 M. en 40 M., verder een doos tabak van de firma Bailliu en Co. Zondag heb ik uw brief ontvangen gedagtekend 1 maart, en daar uw voorlaatste brief gedagtekend is van 15 februari, vermoed ik dat er minstens een brief nog niet is aangekomen. Zo zijn er een paar zaken in uw brief van zondag moeilijk te begrijpen. Ook klinkt het slot treurig! Kindje, het hart niet laten zakken. Altijd omhoog kijken. We hebben samen reeds veel moeilijkheden doorsparteld, hier scharren wij ook door. Wat het geld betreft, staat in uw brief insgelijks een zeer donkere plek. Gij hebt 5 fr. gestuurd naar Camiel Masselis. Dat is zeer goed gedaan. Die Masselis is een arbeider, geen soldaat. In de politiegevangenis te Cassel bezat hij geen andere klederen dan deze, die hij aan het lijf had. Misschien kan Gustaaf Degraeve voor die jongen iets doen. Maar dan voegt gij erbij, dat gij die 5 fr. op uw bloezeke zult besparen. Verder klinkt het, dat ge zo nodig geld zult lenen, indien gij mij moogt komen bezoeken. Wat betekent dit alles? Zijt gij in geldnood? Ge beschikt toch over mijn jaarwedde bij de Germania, waarvan er slechts iets meer dan 500 fr. als premies dienen betaald te worden? Wat mij betreft, ik heb naar Vermeylen geschreven, om door de Vereniging van Letterkundigen gesteund te worden. Vermeylen heeft onmiddellijk geantwoord, dat Sabbe mij geld zal zenden. Zo hoop ik in 't kort u te kunnen verwittigen, dat gij de geldzendingen naar mij kunt schorsen. Overmorgen geef ik mijn roman hier aan de overheid af, met verzoek hem rechtstreeks naar de censuur te Gent te sturen, en door de censuur aan u te laten bezorgen. Uw voorstel, samen met mejuffer Heyman de drukproeven te overzien, is veel praktischer dan het mijne in mijn brief van 14 februari. Indien uw vriendin zulks wil doen, zal ik haar dankbaar zijn. Niet alleen de drukproeven dienen gelezen, maar het werk, vooraleer het bij de drukker gaat. Het werk is zeer zinnelijk geschreven, en moest ge, kindje, bij 't overzien voelen dat ik in een uitdrukking te ver ben gegaan, ge moogt ze schrappen of temperen. Maar voorzichtig a.u.b., want het is een wonderboek geworden. Ik vertrouw op uw fijngevoeligheid. Het is volstrekt nutteloos de drukproeven naar hier te sturen. Reeds heb ik aan de vrienden Bouchery, te Antwerpen, gevraagd enige exemplaren te trachten te verzetten. Ik hoop, dat de uitgave zal lukken. Mijn beste groeten aan Emiel, Gustaaf, Jan Everaert, Constant Coussens. 'k Hoop dat de kinderen genezen zijn en braver geworden. Ik wilde weI eens al de bewoners van de Steurstraat nr. 7 en nr. 10 in mijn armen pakken. Maar eilaas! ... Wachten is er goed voor! Dag Jeanne. Alfons Sevens. (wordt vervolgd)
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 3
23
(
(
Oorlogsbrieven
van Alfons Sevens
1915-1918
Vierde aflevering, opgetekend door zijn kleindochter Nicole Verschoore.
Een oorlogsuitgave bij Bouchery 19 I6 uit Allendorf
In zijn brief van 7 januari
maakt Sevens gewag van de toelating die hij van de Duitse overheid gekregen heeft,
en hem al de definitieve titel gegeven, "Bij Brave Mensen ''. Twee maand later, in zijn brief van 7 maart, laat Sevens zijn vrouw weten dat de roman af is en dat hij hem twee dagen om "letterkundige
arbeid te verrichten".
later aan de Duitse overheid
Hij heeft een roman ontworpen
mag bezorgen,
met het verzoek hem rechtstreeks
Gent zou dan, als alles meevalt, het goedgekeurde
naar de censuur te Gent te versturen. De censuur te
boek aan zijn vrouw bezorgen, voor de correctie
Onmiddellijk
na de brief van 7 maart begint voor Sevens een moeilijke tijd. Hij wordt overgebracht
Holzminden.
Het herenleven
in ballingschap
is voorbij. Het kampleven
Ook volgt de post van nu af aan zeer onregelmatig, wordt gebracht. Om het verloop van de gebeurtenissen
naar een eerste kamp, te
begint. Van romans schrijven zal weinig in huis komen.
het nieuws vlot niet tussen Gent en de verschillende
te volgen zijn we voorlopig aangewezen
In maart stuurt ze nog al haar brieven naar Allendorf,
van het manuscript.
kampen waar Sevens
op de brieven van Jeanne. 3, I I, 14, 17, 2 I, 23, 29
behlave de laatste v~n 30 maart. Ze zijn gedagtekend
en 30 maart. Op 17 maart beslist zij haar brieven te nummeren:
"Deze is mijn vijfde brief van maart". Voor de eerste keer sedert december is zij tien dagen zonder nieuws gebleven. Iets heeft dus de regelmaat Fons' wekelijkse
brief verstoord.
van
Haar acht-
ste brief van 29 maart, nog steeds naar Allendorf,
vermeldt dat "Bij Brave Mensen"
te Gent al is nagelezen
en naar de Gentse
censuur gebracht. Een eerste onderhandeling met de Plantijndrukkerij
van De Guchtenaere
leidt tot een aantrekkelijk
voorstel en tot de
druk van een modelexemplaar dik papier, geelbruin
op tamelijk
van kleur. De omslag is
grijs, zoals voor "Moeders Hoogmoed". De prijs, op basis van 1000 ex. van 150 pagina's, bedraagt 700 fr. "Mijnheer De Guchtenaere
l..
heeft het boek aan zulk een laag
tarief aanvaard",
aldus Jeanne",
hoopt, in de toekomst,
Envelop van Jeanne's brief van 21 maart. Verstuurd naar Allendorf, gaat hij daarna naar Holtminden en daarna naar Würzburg, waar Sevens hem op 12 mei ontvangt. In de hoek rechts boven,' stempel van de censuur te Gent, op 22-3. In de hoek links boven, Sevens' eigen aanduiding van de data, waarop de brief geschreven werd en waarop hij gelezen werd.
mogen drukken".
"omdat hij
nog meer werken te
Vriend Emiel Bailliu is
duidelijk de tussenpersoon
van de onderhan-
deling. Volgens Jeanne's brief van 11 april heeft een voorstel van Leo Bouchery
echter haar en
. Bailliu's plannen volledig gewijzigd. van 1 I april is gericht naar Holzminden. naar een gevangenenkamp
JO
De ontreddering
was overgebracht,
van de Gentenaren,
is voorbij. Er is goed nieuws:
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
die op 30 maart hadden vernomen,
De brief
dat de banneling
Derde brief van april 1916
Dinsdagavond
11-4-1916. Beste Lieveke, Sedert een maand reeds zijt gij in Holzminden.
Voor
mij ligt uw kaart van 19 maart, en neven mij uw boek. Op de omslag prijkt een rode stempel met: Zensurstelle
B 3129. Uw boek is dus aanvaard. Ik ben zo blij, zo blij! Uw roman mag dus
gedrukt worden. Vandaag is een goede dag geweest:
Nieuws van mijn Lieveke, die het daar
reeds gewoon is, en goed nieuws van de censuur. Ziehier wat er met uw roman gaat gebeuren: Zondag laatst heb ik een brief ontvangen
van Leo Bouchery,
waarin hij mij zegt, dat indien de
vrienden van Gent nog geen kontrakt gesloten hebben met de drukker, hij bereid is het boek te zetten en te drukken, en de exemplaren
te mijner beschikking
te stellen. Hij meende dat er maar
één bezwaar was: zou de toelating voor het drukken van het boek, in Gent gegeven, geldig zijn voor Antwerpen?
Daar ik deze namiddag vernomen heb dat de toelating geldig is voor gans
België, ga ik uw boek opsturen naar Antwerpen,
ik heb Emiel natuurlijk geraadpleegd,
hoe ik de verzending ga doen: morgen ga ik naar de Postprüfungstelle, een verzegeld pak gedaan en toegelaten om verzonden
daar wordt uw roman in
te worden, het nazien zal niet lang moe-
ten duren daar ik van de heer Reihbey, van de censuur, een schriftelijk dat het boek toegelaten
ziehier
bewijs ontvangen
is om orider druk te komen; daarna wordt het pak toevertrouwd
heer De Vriendt, en door zijn tussenkomst het wel goed zijn, niet waar?
met een schipper naar Antwerpen
heb, aan de
gebracht. Zo zal
Het voorstel van de heer Bouchery heeft mij eens te meer doen zien hoe trouw de vrienden van mijn Fonske zijn! Wat vindt gij ervan? Ik zal hem in uw naam bedanken. is voor u bestemd, zes moet ik er neerleggen ik ben! Deze brief van 11 april heeft Sevens niet te Holzminden Op 14 april werd hij inderdaad,
ontvangen,
samen met andere gevangenen
Beieren. Het eerste verblijf te Holzminden
Het eerste exemplaar
in de censuur. Ik kan u niet zeggen hoe ongeduldig
maar pas op 5 mei in een tweede kamp, te Würzburg.
uit Holzminden,
overgebracht
naar een kamp te Würzburg in
duurde dus een maand en twee dagen. Fons was zonder nieuws van thuis.
Jeanne's kaart van 13 april kwam eveneens op 5 mei aan te Würzburg: Op 25 april weet Jeanne nog niets van de tweede overplaatsing hele tijd zonder nieuws bleef. Ook Bouchery
"Beste Fonske, Uw boek is verzonden
van haar man, naar Würzburg.
wachtte tevergeefs
naar Antwerpen".
Het is zo goed als zeker, dat zij de
op een antwoord, zoals later zal blijken. Van Jeanne bezitten we
geen brieven aan haar man tussen 25 april en 16 mei, maar op die dag is haar brief, een bijzonder mooie liefdesbrief
die later nog
ter sprake komt, wel gericht naar Würzburg. nieuws ontvangen.
Ze had dus eindelijk nieuws gekregen, en Fons had haar brieven met het Antwerpse
Op 23 mei bevat haar schrijven
over de druk en de verkoop van "Bij Brave Mensen". Jeanne pent in deze lange brief
inlichtingen
ook een volledige brief van Bouchery extenso weer:
over, zoals dit gebruikelijk
was in tijden zonder fotocopiemachines.
Gent, 23 mei 1916. Beste Lieveke, Ik meen dat gij even gelukkig brief die ik deze morgen ontving van Bouchery : Brief van Bouchery
We geven hem in
zult zijn als ik. Ziehier de
Mevrouw, Gij moogt het mij niet ten kwade duiden dat ik u een beetje lang naar nieuws van mij heb laten wachten. Het handschrift
van Fons is in mijn bezit en wij zijn reeds aan het zetten bezig. Ik had
naar Fons reeds vroeger het voorstel geschreven
dat ik u gedaan heb betreffende
van het boek en ik dacht van hem enig nieuws te ontvangen uitgesteld
om u te schrijven.
het drukken
daarover. Ik heb daarmede
steeds
Ik heb van Fons geen nieuws meer gekregen.
Ziehier dus wat ik u voorstel. Er zullen door ons 1000 exemplaren "Bij Brave Mensen". Van die 1000 exemplaren
voor de 800 exemplaren die overblijven ter beschikking dus door het afstaan der 200 exemplaren bekostigen.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
gedrukt worden van het werk
zouden we er 200 voor ons houden en u daarstellen. De ganse oplage zoudt gij ons
11
Wilt gij de goedheid hebben mij te laten weten of gij daarmede accoord zijt. Ik heb deze week de heer Sabbe te mijnent gehad, en die is bereid, gelijk hij het u al wel zal bericht hebben, te werken voor de verkoop van het werk te Mechelen. Ik stel hem deze week inschrijvingslijsten ter hand. Hij vond echter dat het wellicht nogal bezwaarlijk gaan zou, indien eerst de boeken naar Gent, en daarna naar Mechelen moesten gestuurd worden. Hij vroeg mij of er geen mogelijkheid zijn zou, dat zulks vanuit Antwerpen geschieden kon. Ik beloofde hem u daarover te schrijven. Hetzelfde bezwaar doet zich ook voor, voor wat het tekenen der exemplaren door u betreft. Indien de exemplaren eerst naar Gent voor het naamtekenen moeten gezonden worden en daarna terug naar Antwerpen, dan zal zulks vele moeilijkheden opleveren. Ik stel u dus voor, dat wij de exemplaren zullen nummeren en verder van uw handtekening een cliché zouden maken, dat wij naast het nummer zouden afdrukken. Gij laat mij dan weten welke nummers ik te Antwerpen kan houden. Ik denk dat zulks de zaak ten zeerste vergemakkelijken zal. Zodra het werk klaar zal zijn (ik denk in de helft der maand juni) dan zouden er twee exemplaren naar de heer Herman Baccaert moeten gezonden worden. Deze heer zal zorgen dat er een inschrijving opkomt voor de volksbibliotheken. De heer Lodewijk Herbert van Lokeren heeft me gevraagd u te melden dat ~ij inschrijft voor 10 exemplaren. Hij zal ook mede helpen voor de verspreiding ('). Zou Fans niet genegen zijn artikels te schrijven voor de Zondagsgazet, die wij thans uitgeven? Wij hebben juist nog iemand nodig. Ik zal er hem persoonlijk nog over schrijven. Wilt gij het in elk geval ook nog doen en dat hij dan terzelfdertijd opgeeft welk honorarium hij ervoor verlangen zou. Uw antwoord tegemoet ziende, bied ik u mijne beleefde groeten. L.B. Vervolg van de brief van Jeanne, op 23 mei 1916 Wat zegt gij daarvan, Fonske lief, vindt gij zoals ik dat alles om te best alzo geschikt is. Had gij ooit zulke voordelige overeenkomst durven verhopen? Ik heb er gisteren met Bailliu over gesproken. Hij vind dat het best zou zijn dat Bouchery slechts 400 boeken naar Gent zende, indien er dan boeken van Brussel of elders besteld worden, kan de bestelling vanuit Antwerpen gedaan worden. Voor het handteken zijn wij overeengekomen dat ik zal tekenen Vrouw Alfons Sevens, meent gij ook niet dat het best is ? En wat zegt gij van het laatste voorstel? Marcel Breyne mag dichtjes schrijven, zoudt gij de toelating krijgen artikels te schrijven? Indien het zijn kon, ik meen dat het voordelig zou zijn voor u, voor uw gezondheid, opnieuw te mogen schrijven, en er toe gedwongen te zijn. Hoe voelt gij u, Lieveke ? De laatste vraag verwijst naar de toestanden in de kampen. We laten de brief van 23 mei onvoltooid en keren terug naar Duitsland, met een achterwaartse sprong van twee maand.
Van Allendorf naar Holzminden,
11 maart 1916
De juiste datering van Sevens verblijf te Allendorf, te Holzminden, te Würburg en opnieuw te Holzminden, staat in de tabel "Datums uit mijn Gevangenschap, Ballingschap en Kampleven" in "Zij en Wij. Sprokkelingen uit mijn ballingschap" (1923).
(I)
/2
Wij zijn in het bezit van de correspondentie Mechelen en te Brussel.
van Sabbe en Vermeylen die het aantal inschrijvingen en vaak ook de inschrijvers vermelden. te
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
Uit "Zij en wij"
11 maart: overgebracht 31 maart: onderzoek 14 april:
Holzminden,
naar het gevangenenkamp
Holzminden.
door de Zwitserse geneesheren.
overgebracht
naar het gevangenenkamp
Goedgekeurd
voor Zwitserland.
Würzburg.
eerste verblijf
De eerste brief van Sevens uit Holzminden
is verloren. Waarschijnlijk
gaf hij hierin de beschrijving
van zijn transport naar het
kamp, want in latere brieven of kaarten komt dit niet meer ter sprake. Zeker oppert hij in de verloren brief ook vermoedens wie verantwoordelijk gesproken,
zou kunnen zijn voor zijn gevangenschap.
maar dat we nergens in zijn brieven terugvinden.
De verloren eerste brief uit Holzminden
houden zijn. Sevens verbood namelijk zijn echtgenote Briefkaarten
gecensureerd.
dezelfde inhoud hebben gehad en door de censuur achterge-
en zijn vrienden ook maar het minste te ondernemen
om zijn vrijlating te
waren bij het activisme.
en brieven dragen nu de vermelding:
Absender Sevens Alfons, Belg, no 8230, Lager Holzminden,
evenals twee stempels van de censuur, in Duitsland Inspektion
Later zinspeelt hij op een verbod, dat hij al eens zou hebben uit-
De brief waarin die zinspeling voorkomt is gedeeltelijk
zal dus hoogwaarschijnlijk
bekomen dank zij personen die betrokken
over
"Geprüft Kornmandantur
Holzminden
Prüfungsstelle"
Barak 38a,
en te Gent "Etappen-
Gent". In zijn lakonieke kaart van 19 maart beweert Sevens dat hij "het hier reeds gewoon" is. De stempel van de
Etappen-Inspektion
Gent is van 10 april. Tussen het kamp en Gent is de boodschap
dus 20 dagen onderweg
geweest.
Fons' eerste bericht uit Holtminden 19-3-Kindje,
Deze week ontvangen
van Miel. Ik zwem in overvloed.
2 kistjes sigaren en een doos tabak van u, alsook een doos
Vergeet niet aan Sabbe te schrijven dat ik zijn 100 M. ontvan-
gen heb. Uw brief van 26-2 is ook toegekomen. goed malkander
bijspringen.
Kindje, wat miseries!
Moedig stand houden en
Ik ben het hier reeds gewoon. Ik denk zoveel aan u allen. Alfons
Sevens. Dat het "zwemmen
in overvloed"
het roken alleen betreft, begrijpt zijn vrouw maar al te goed. Zij antwoordt
van 1I april die tot 5 mei onderweg
hierop, in de brief
zal zijn:
Ik ben zo blij dat gij voor het ogenblik overvloed
hebt aan rookgerief,
ik weet dat de tijd voor u
dan minder lang is en beter voorbij gaat, daarbij, roken bedriegt de honger. Kon een volgende kaart mij zeggen:
ik zwem in overvloed
van eten, ik zou zo gelukkig zijn! Maar voor alles zeg
ik u : zuinig zijn, er komt misschien een tijd dat ik niet meer of toch slechts minder zenden kan .. Het geld dat door Maurits Sabbe wordt gestuurd is de maandelijkse August Vermeylen voorgesteld.
tegemoetkoming
van de Vereniging
van Letterkundigen,
door
Fons' tweede brief uit Holzminden 5-4-16.
Liefste Jeanne, Ik heb reeds uw brief van 30 maart ontvangen.
ven en pakjes zijn uit Allendorf
naar hier overgestuurd.
Wees gerust, alle brie-
Alleen de gazetten blijven achter; 't best
is, er geen meer te sturen. Ik heb dus alle gezonden sigaren, tabak, cravatten, tuum en de woordenboeken ontvangen
gekregen. Ik heb grootmoeders
alsook het eerste doosje vleesconserve.
cervelat geproefd,
vleespastei.
cafés, restaurants!
Ik heb hier geen
Ik eet hier biscuits, eieren, verse vis,
Ik heb nu immers geld, en hier, zoals overal, koopt men met geld de boter ('). Het
eten dat ge nu opstuurt is geld te Gent voor mij uitgegeven
(')
dat van Livine
Slechts de 8ste brief is nog achter.
En nu, eens en vooral, eens voor altijd, maak u toch over mij niet zo ongerust. honger gehad. Er zijn hier kantienen,
de 80 M., het kos-
en door mij in Holzminden
gespaard.
Uit de volgende brieven en kaarten lal blijken' dat Sevens de welstand fel heeft overdreven. waarschijnlijk omdat hij Jeanne bezorgd weet ell vreest dat ze voor hem te veel geld uitgeeft. dat ze op haar eigen eten spaart en moeizaam met overuren samenraapt.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
13
Het is dus onnodig geworden, kostelijke conserven te Gent te kopen of brood uit Zwitserland te laten komen. Een stuksken heilbot of kaas, of een goede haring, is meer dan genoeg. Zend geen klederen (1). Volgens het reglement van het kamp ligt mijn geld in depot en krijg ik wekelijks 20 M. Ik kan 7 weken voort. Doch vermits de mandaten niet onmiddellijk besteld worden, zend zo mogelijk vers geld begin mei. Voor de corvee's laat ik mij vervangen en mijn was wordt in 't vrouwenkwartier geslagen. Verder volg ik hier de hoogste leergang Duits, maar studeren of werken gaat moeilijk. Jammer dus niet over mijn lot; zorg voor uw gezondheid; troost mijn grote kleine Frank en mijn lieve Dirk. Kindje, wat heb ik toch veel op u gepeinsd in deze laatste tijden! Hoe verlang ik u weer te zien en mijn dochterke op mijn schoot te hebben. Wat zal het een heerlijke avond zijn, als we met grootmoederke al te samen in ons kelderkeukentje zullen zitten! Het spijt mij zeer, twee zaterdagen niet naar u te hebben kunnen schrijven: ik moest antwoorden aan Emiel Bailliu en Vermeylen, maar ik klap toch zo gaarne met mijn Kindje. Doe voort in uw boosheid en schrijf me dikwijls. Ik heb u zo lief. Uw Alfons Sevens. Hierbij mijn portret (4).
Medische controle in Zwitserland Twee kaarten
9-4-16. Jeanne. Sedert mijn schrijven van woensdag heb ik ontvangen uw brief van 29 maart, een brief van Leo Bouchery en een kist sigaren van Louis De Bock. Bouchery zal u reeds geschreven hebben over de uitgave van mijn roman. Hij wil hem zetten en drukken, maar zegt niets over de prijs van het papier. Gij en Emiel beslissen hierover. Alles goed. Beste groeten aan allen. Alfons Sevens. 13-4-1916. Sedert zaterdag heb ik ontvangen een brief van Frank - bravo, mijn grote kleine jongen! - en uw brief van 4 april. Zend geen pakken vooraleer ik u opnieuw schrijf. Er zijn hier Zwitserse geneesheren geweest, morgen vertrekken we met 400 man naar de Zwitserse grens. Mocht het geluk mee willen, dat ik in Zwitserland mag verblijven! Alfons Sevens.
Korte tijd te Würzburg Op 14 april werd Alfons Sevens dus samen met een groot deel van de gevangenen uit Holzminden overgebracht naar een kamp te Würzburg in Beieren, nabij de Zwitserse grens. Volgende brieven zijn geschreven op briefpapier met hoofding "Kriegsgefangenenlager Würzburg. VIDe Komp". 28-4-1916. Jeanne, Reeds negen maanden, dat ge mij uitgeleide deedt naar het gevang! En negen dagen later werd ik naar Duitsland vervoerd. Op de trein heb ik dan een paar rijmen te samen geflanst. De laatste strofe luidde: Nu Duitsland in ! De ballingschap begint! Te lief had ik mijn dierbaar vaderland. Doch rukt men 't lichaam weg, en wordt de geest vermand, Het hart klopt trouwen trots bij vrouwen kind.
(') (')
14
Sevens werd bij zijn aankomst te Holtminden kaal geschoren Hij kreeg aangepast schoeisel en waarschijnlijk kampkleren voor de corvee's. Eenfoto van de gevangene te Holtminden is afgebeeld in Boek en Bibliotheek 1998 nr 1, p. 13. Vermits in de latere correspondentie opnieuw sprake is van een portret en op de reeds gepubliceerde foto Sevens' haar al wat is gegroeid. kan niet met zekerheid worden uitgemaakt of we hem hier zien tijdens zijn eerste verblijf van 11 maart tot l3 april. of tijdens zijn later verblijf. Anderefoto's uit Holzminden en ult.Würzburg zijn niet bewaard gebleven.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
Hoe langer de gevangenschap komt verschijnen,
duurt, hoe meer uw beeld bij dag of bij nacht voor mijn geest
hoe trotser ik op u ben geworden.
Ik wist, dat ik in de loterij dezer wereld een goed nummer had getrokken,
doch dat het nummer
zo hoog is, begrijp ik nu voor het eerst. Gij zijt zo verre en toch zo dicht bij mij. Het is reeds veertien dagen dat ik van u noch brieven noch pakjes heb ontvangen. van Holzminden
nog niets naar Würzburg achtergestuurd.
Men heeft
Ik denk niet dat het nog lang zal
duren. Het tweede onderzoek land is beëindigd.
voor Zwitser-
Ik ben afgekeurd,
dat wil
zeggen: ik ben niet ziek genoeg en moet in Duitsland
blijven. Ik leef hier dus hoofdzake-
lijk van het eten dat we krijgen. In de kantien is slechts kaas, chocolade pekelharing
en nu en dan een
te kopen. Doch beklaag mij niet.
Het eten in Würzburg dan in Holzminden,
is honderd maal beter en als het middag is, sta
ik flink in de rij om mijn portie te bemachtigen. Zo leef ik hier ook veel goedkoper. Voeg daarbij, dat ons kamp in een heerlijke omgeving gelegen is. En de lente is ten volle in 't land: 's avonds gonzen de meikevers over onze hoofden. Langs de éne zijde ligt een overgrote boomgaard.
De appelaars staan
in volle bloei. Tegen dat de vruchten zullen lachen en blozen in de septemberzon,
zal -
laat ons hopen - België's en Europa's vrijheid bevochten zijn. Als ge deze brief ontvangt,
begin opnieuw,
doch niet te ras na elkander,
pakjes te zen-
den, en schrijf naar Würzburg. dat we hier voorlopig Jozef Sevens, broer van Alfons. echtgenoot van Jeanne's zuster Livine, vader van het "drietal" Nora, Jeanne en Theo. Jozef had zich vrijwilliger gemeld vanaf de eerste dag van de oorlog, was afgekeurd wegens zijn kleine gestalte en zou vier jaar lang aan het front als brancardier dienst doen. Achteraan defoto staat: "Rampskapelle 1914. Naar een bombardement ziende". "Niet ziek genoeg", schrijft Sevens. Hij was eerst "ziek genoeg bevonden" naar Würzburg overgebracht. heid van haar man.
Verschillende
maar opsturen de derde week van mei. Ik ben zeer nieuwsgierig
om verder nieuws
van mijn roman te horen. Naar Jozef kan ik van hier niet schrijven.
Ik hoop toch dat het
met gans de familie goed gaat. Doe ook de groeten aan de vrienden.
om naar Zwitserland
Würzburg.
Dag Frank en Dirk,
dan Kindje. Alfons Sevens. te mogen vertrekken
plaatsen in de brieven van Jeanne tonen haar ten zeerste verontrust
De volgende brief van Sevens, met hoofding "Kriegsgefangenenlager gerustgesteld.
Het schijnt,
blijven. Geld moet ge
VIIIe Kornp.", zal haar gedeeltelijk
6-5-16. Jeanne, Gisteren is er eindelijk nieuws gekomen uit Holzminden.
en daarom
over de gezondhebben
Ik heb ineens ontvangen
uw brieven van 8-4, 11-4, 17-4, uw kaart van 13-4, een brief van Theo, een kaart van Frank en Dirk, een kaart van Sabbe en een brief van Van Roosbroeck. 's Middags zijn toegekomen gende kleine pakjes: 3 brood, 1 beschuit en zoetekoek,
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
de vol-
I boter en kaas, I spek, I kousen, I sigaren.
15
Margot heeft gelijk: we mogen maandelijks 4 kaarten schrijven en 2 brieven. Uit Holzminden heb ik aan u gezonden: den 12-3 een kaart, 16-3 een brief, 19-3 en 13-4 een kaart. De kaart van 26-3 heb ik gestuurd aan Emiel Bailliu en deze van 2-4 aan Vermeylen. Uit Würzburg zond ik u 1 kaart en 1 brief. Uit uw brieven verneem ik dat mijn brief van 16-3 niet aangekomen is. Daarin staat onder ander dat ik Livinatjes portret te Allendorf met zeer veel genoegen ontvangen heb. Reeds schreef ik u dat de gazetten in Holzminden niet besteld werden en verzocht u het zenden te schorsen. En nu Kindje, nog eens herhaald: ge zit te veel met mij in. Ik moet het u niet zeggen hoeveel genoegen mij iedere zending verschaft, en ik zie van hier, hoe gij daar al te samen om mij bekommerd loopt. Geloof mij, ge breekt u nutteloos het hoofd. Onnodig mij nog het minste ondergoed te zenden zonder dat ik het vraag. Slechts eten en smoorgerief dient opgestuurd. Het is echter volstrekt onnodig brood te zenden. Mijn portie bruin brood is voor mij voldoende en smaakt mij goed. Houd ginder de witte broodjes, die gij kunt bemachtigen, voor mijn en voor Livine's kinderen, en voor grootmoederke. Post en pakken gaan in 't algemeen regelmatig, ik verwacht dus alle dagen de twee pakken van 5 kilogram, door mijn verhuizing achtergebleven in Holzminden. Regelmatig kan ik voor mij laten wassen en sloten kopen voor koffers en kasten. Mijn brief is opnieuw vol en ik heb Theo nog niet gelukgewenst met zijn grote vooruitgang, Dirk nog niet in 't oor gefluisterd dat ik de eerste krabbelingen van zijn polleken lang heb bewonderd, Frank nog niet verteld, hoeveel plezier het mij zal doen, als ik met hem zal mogen toppen, en u nog niet herhaald, dat ik u geerne eens in mijn armen zou willen pakken. Wanneer we van Würzburg weer zullen weggaan en waarheen, weet ik nog niet. De groeten aan Emiel, Gustaaf en de andere vrienden, aan Bouchery, Sabbe enz .... Dag grootmoeder, dag Livine, dag Margot. Dag Kindje. Alfons Sevens. Twee kaarten met de stempel van Würzburg 8-5-16. Jeanne, Zaterdag was mijn brief pas weg, of ik kreeg het grote pak met 16 dozen conserven en de kas met de 2 stukken heilbot. Gisteren ontving ik uw brief van 20-4 en uw kaart van 25-4; daarenboven een nieuwe kaart van Frank en Dirk. Uit Luik laat men mij weten, dat mij uit Maastricht wekelijks twee broden zullen gestuurd worden. Bekommer u niet, dat gij per maand slechts 1 groot pak en 1 klein pak moogt sturen. Zend iedere maand tabak en sigaren. Ik verwacht mijn roman zo rap mogelijk. Een hartelijke kus. Alfons Sevens. 19-5-16. Ik zwem in geld, eten en brieven. Onnodig nog geld te sturen zonder vraag, het leven is hier zeer spaarzaam. De kaart bevat voorts nog een aanduiding van alle ontvangen en verstuurde correspondentie, en de vermelding: "sedert mijn laatste kaart geen pakken toegekomen, ook niet uw laatste mandaat". De kaarten dienen dus eerst en vooral om praktische afspraken te regelen. Deze maand, schrijft Sevens, beschikt hij nog over één kaart. De laatste kaart van de maand is die van 26 mei, met, zoals gebruikelijk, de opsomming van hetgeen uit Gent is verzonden. Daar zijn Jeanne's brieven van 14, 16 en 17 mei bij. Die van 16 mei is een vurige liefdesbrief, waarop we terugkomen. In de kaart, die het allernoodzakelijkst moet bevatten, reageert Sevens niet onmiddellijk op even persoonlijke wijze, tenzij lakoniek: "Gezondheid goed". Wel wordt een brief van Frank vermeld, met de opmerking: "die kerel wordt een echte briefschrijver !". Voorts laat Sevens weten dat hij dankzij de mandaten van Jeanne en van Sabbe nu "voor maanden goed" is. "Bedank onmiddellijk Sabbe in mijn naam".
/6
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
Liefdesbrieven en wat humor op een kaart Mijn stroozak dient voor bed, stoel en dis, en in mijn studiekamer leven en tempeesten ongeveer 250 medegevangenen. In de brieven van juni heeft de gevangene van de oorlog. Zijn gedachten van Jeanne (5).
zich neergelegd
bij zijn lot. Hij weet dat hij niet vrijgelaten
Op 16 mei 1916 heeft Jeanne eindelijk een brief van haar man ontvangen. kampadres
in Beieren. Haar brief zal waarschijnlijk
schrijft dan ook ongedwongen
zal worden voor het einde
gaan naar zijn gezin, waarvan hij het leven op de voet kan volgen dank zij de talrijke lange brieven
en zeer persoonlijk.
rechtstreeks
Er is orde op zaken gekomen.
Zij kent het nieuwe
besteld worden, en na een week de bestemmeling
De intieme brief is tegelijk een fraai voorbeeld
bereiken. Zij
van de taal die gesproken
werd
tussen de echtelieden.
eanne aan Fans
Gent, 16 mei 1916. Beste Lieveke, Sedert ik uw brief ontvangen
heb van 28 april, is in mij een
onuitsprekelijk
te gaan vervoegen.
verlangen opgerezen
om u in uw bannelingschap
goed waaraan gij lijdt. Zonder Van de stoffelijke
die gans zijn leven gedweept heeft met Vlaanderen, vreemde zonder nadeel voor uw gezondheid vroeger werkzaam
die plotselinge
verplaatsing
hebben kunnen doorstaan'
leven, naar uw omgeving,
Ik versta zo
welstand te spreken, hoe zoudt gij, de idealist, naar den
Gij hunkert naar uw
naar uw vrienden. Gij hebt heimwee
naar uw land,
naar uw taal, naar uw torens en kerken, naar de klank van de klokken, het lied van de beiaard. Gij hebt leed gescheiden
te moeten leven van uw huisje, van uw kinderen,
van uw vrouw.
Kondet gij krijgen, al hetgeen dat ik hier voor u bewaar, dan zou een milde troost u komen opbeuren,
een vaste hoop in de toekomst u opwekken'
de schat van toegenegenheid,
dankbaarheid,
mijn brief nieuwe levenslust willen overzenden, drang naar schrijven'
Gij zoudt ook zien welk een aangroeien-
verkleefdheid
het verlangen een ander werk aan te vangen, de
De inspiratie kwam gemakkelijker,
gij aan Moeders Hoogmoed
en liefde de uwe is. Ik zou u met als we samen in 't salonnetje
zaten, als
werktet ! Och, Lieveke, zeg het mij toch, is uw bannelingschap
de
oorzaak van uw ziek zijn? Gij zegt: Wij zijn zo ver en toch zo dicht bij malkaar; en ik voeg er bij: Een moeder ziet toch immers haar ongelukkig moederliefde
kind het liefst, en voor u ligt nu ook iets als
in mijn hart' Hoe spijtig toch dat onze brieven malkander
zolang op het antwoord
van deze brief zal moeten wachten'
kruisen, dat ik nog lang,
Binnen een dag of acht zal hij u
toch bereikt hebben, en misschien een klein iets van het goede dat ik er van verwacht,
teweeg
gebracht hebben' In uw brief spreekt gij van de meikevers.
Gij hebt zeker aan de kinderen gedacht?
Zij staan
's middags allen op de koer, een draadje in de hand, het kevertje geduldig na te gaan, tot het zich gewaardigt
de lucht in te vliegen, tot grote vreugde van het klein volkje. De mussen zijn onge-
looflijk gulzig naar het gevleugelde
speelgoed,
en gisteren heeft er een de meikever
geroofd, terwijl deze zijn beestje liet vliegen. Onbeschrijflijk die zich vernederd
van Dirk
was het verdriet van ons ventje,
gevoelde, omdat de dief in zijn bijzijn hem bestolen had, en rapper geweest
was dan hij. Veel groeten van ons allen, de sympathie
van de heer Van denberghe
van de biblio-
theek. Veel kussen van de kinderen en uw Kindje.
(')
We herhalen in deze aflevering voor de intieme brief van Jeanne de optie die we in Boek en Bibliotheek /998 nr / hebben uiteengezet,' we bewaren de taal van de oorspronkelijke correspondentie omdat we de woordenschat van Sevens en zijn vrouw evenals hun 'Jol/te" wel/dingen als een document van het authentiek taalgebruik willen bewaren. Hier en daar zijn enkele voorzetsels vervangen. niet alle. We hebben ze gelaten waar het dialect ze nog gebruikt en de correcte uitdrukking niet heeft overgenomen. Informatie over de in de brieven vermelde personen is hoogst welkom.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
17
Fons aan Jeanne
2-6-16. Kindje. Ik ben gelukkig nu eindelijk een brief te kunnen schrijven. Ik zou u zo geeme eens zeggen, dat ge mij van dag tot dag liever en dierbaarder wordt, en uitleggen waarom. Maar de regels zijn geteld. Eens hoop ik het u te kunnen toefluisteren. Sedert mijn kaart van 26-5 heb ik ontvangen ... [volgt de nodige opsomming, zoals gewoonlijk], ... ook een brief van Livine (wat een genoegen haar heerlijke moed te bewonderen). Zeker zal de eerste hutsepot, die we al te samen zullen eten, goed smaken! 'k Geloof dat gij en ik zullen moeten oppassen, dat hij niet aanbrandt. Ontvangen: eveneens een brief van Bouchery. Ik heb hem zelf bedankt. De voorwaarden die de twee Bouchery's als trouwe vrienden stellen voor de uitgave van mijn roman, getuigen van hun vaste vriendschap. Of dit mij plezier doet te weten, dat ik mijn eigen kost kan verdienen en dat er nog iets voor de mijnen overschiet! Dikwijls heb ik aan grootmoederke gepeinsd, of de pachten van de huizen en de lijfrente regelmatig betaald werden. Ik moet u natuurlijk niet zeggen, Kindje, dat gij in oorlogstijd uw miserie's moet t'hoop leggen, en dat grootmoederke geen hoofdpijn mag krijgen door de dure tijd. Gij zelf, Kindje, geen avondschool meer aanvragen! Spijtig dat ik hier niet kan werken. Maar mijn stroozak dient voor bed, stoel en dis, en in mijn studiekamer leven en tempeesten ongeveer 250 medegevangenen. En ... veel kameraden zijn alles behalve interessant. Een groot aantal jongelingen hebben de Duitse gevangenschap boven de Franse loopgraven verkozen. Buiten een boek lezen is intellectueel werk, verre van romans te schrijven, hier totaal onmogelijk. Nu, laat ons dat opnieuw maar filosofisch opnemen. Ten eerste, de gedachten rijpen: ten tweede, ik lever aan het Vlaamse volk het blijvende bewijs, hoe de Duitsers de Vlaamse voormannen behandelen, die de ziel der natie, niet alleen van Franse, maar ook van Duitse drang wensen te vrijwaren. M. Eyckens is ongelukkiger, hij is deze morgen terug naar een officierskamp vertrokken. Het spijt mij aan mej. Heymans de gevraagde dienst niet te kunnen bewijzen. Familie en vrienden peinzen veel op mij tegenwoordig, over de zusters heb ik ook nieuws gekregen (6). Nog geen enkel brood uit Holland toegekomen; reclameren waar gij het besteld en betaald hebt. De groeten aan Miel, Everaert enz .... aan grootmoederke, Livine en Margot, en een hartelijke kus aan de kinderen en mijn kindje. Alfons Sevens. N.S. De gazetten komen toe; zend ze voort.
Een nota in de tekst gekrabbeld: "Hierbij mijn kopken, grote onmogelijk". Waarschijnlijk is hiermee een tweede foto bedoeld, die verloren is gegaan. Een dag na deze brief meldt Sevens per kaart dat een pak van 4 april is toegekomen - bijna 2 maand na de verzending -, evenals latere pakken, waarvan de opgesomde inhoud de liefde huldigt waarmee ze samengesteld zijn. Ook de broden uit Holland zijn binnen. Voor de dialoog tussen het kamp en Gent is ook de verwijzing naar de ontvangen brieven belangrijk. Deze morgen kreeg ik uw brief van 27-5 en uw kaart van 28-5 met uw droom ('). De werkelijkheid is anders. Ik heb gevaagd, keien geraapt op de weide, en vandaag geschuurd. Is dat niet veel interessanter dan romans schrijven en kunstfeesten inrichten? Vraag dat eens aan mijn advokaat. Beste groeten aan allen. Alfons Sevens.
(')
Lees,' "over de broers Cl/staaf en Joseph, beiden aall het front, heb ik ook nieuws gekregen". Zie hierover Boek en Bibliotheek
(')
De brief en de kaart zijn niet bewaard.
18
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
.
1998 nr 3, p. 13.
Jeanne aan Fons
Vrijdagavond
2-6-16.
Beste Lieveke, Het is spijtig dat gij het slapengaan
van ons drietal niet
kunt bijwonen. Zodra Vinake gedaan heeft met haar papke te eten, loopt zij naar het trapke van het schotelhuis,
en is gereed om de opklimming
naar de slaapkamer
te beginnen. Frank geeft het
teken van vertrek, Dirk volgt, daarna komt Vina, en ik sluit de slang. Ge weet, Frank stampt tamelijk op de trap, Dirk komt zachter aangetrippeld;
op de eerste trap, gaat Vina naar omhoog
gelijk de groten, zij houdt zich vast aan de balustrade, en mag niet gewaar worden dat ik achteraan haar nachtkleedje
vasthou. Op de tweede trap, helpt zij zich reeds met handen en voeten, en
de laatste trap kruipt zij op knieën, handen en voeten. En vlug dat ze is, vlug! De twee groten spoeden zich om in bed te zijn tegen dat ik boven kom, zij steken zich weg onder hun deksel, en dan heeft Vina zo'n plezier als bij het naderen van hun bed Dirk en Frank te voorschijn en nadat zij zusje en moeder en het portret van vader een klinkende trippelt ons kebbeke naar onze slaapkamer
komen,
kus gegeven hebben, dan
('). Zij vindt het veel min plezierig,
in haar bedje te
moeten gaan liggen. Haar verdriet als het licht uit is, haar schreien is echter van korte duur, en tegen dat ik beneden ben heerst de grootste stilte. En dan eerst kan ik voor school beginnen werken, en een brief schrijven aan mijn Lieveke, en hem vertellen hoezeer ik aan hem denk, hoe verschrikkelijk
ik naar hem verlang, hoe stil en treurig ons huisje is zonder hem, hoe gelukkig
de kinderen zullen zijn hun Vake terug te hebben, want de arme dutskens
beginnen er erg onder
te lijden. Ik doe nochtans mijn best om het hun goed te maken, maar Vaderke vervangen niet; ik wacht op nieuws van u en kus u innig, Uw Kindje Fons aan Jeanne
15-6-16
Kindje, Of gij niet te veel schrijft?
kan ik
C).
Wist ge, hoeveel genoegen ge mij daarmee
Alwat ge vertelt - en ge vertelt zeer goed! - over onze kleine wereld is belangwekkend Dan zie ik ons huisje en dat van grootmoeder,
doet! voor mij.
dan leef ik bij mijn kinders en mijn vrouw. De
brieven komen regelmatig toe. Reeds heb ik deze van 8 juni ontvangen en Dirks werk bewonderd. Nu zal ik beproeven
in telegrafische
we - gelukkig - geen vrouwenlager
stijl al uw vragen te beantwoorden. en - ongelukkig
matig voor mij gedaan. In de kantien kan men gewoonlijk enz ... kopen. In 't kort, nogmaals gezegd: dan Holzminden.
Te Würzburg
hebben
- geen lessen Duits. Mijn was wordt regelalleen kaas, chocolade,
marmelade
Würzburg is een veel beter en veel gezonder
Sedert ik ginder van kop tot teen geschoren
kamp
werd, had ik geen spiegel meer
nodig. Nu kan ik mij weerom kammen. Ik heb in de spiegel gekeken en ik ben tevreden. Enige grijze haren aan de slapen en enige grijze stoppels in de baard, en 't is al. Filosoof ben ik genoeg, om te weten, dat ik er levend en gezond moet trachten door te scharten. Triestig ben ik nooit, wel eens koleirig. Nu, ge slaapt lang genoeg bij mij, om mijn karakter te kennen. 'K Ben content, dat Vinatje's haar gelijkt op dat van haar moeder. Slechts één zaak wens ik, dat ze buiten haar moeders haar ook moeders hart en karakter geërfd heeft. Dan kan ze later een deugniet als haar vader gelukkig maken. Onmogelijk
naar Sabbe te schrijven,
voor haar kist extra sigaren. Niemand
mijn kaarten zijn op. Bedank hem, alsook juffrouw vergeet me ! Nu schrijven Vlaamse
vrienden
Beffort
uit Holland
en Frankrijk dat ze mij zullen eten zenden zoveel ik wil. Spijtig dat ik u al dat goed nieuws uit Frankrijk
niet mag overbrieven,
het is ons verboden als tussenpersoon
treden. Ge ziet dat ge over mij niet moet bekommerd ven niet in Würzburg.
(') (')
We ondergaan
in onze brieven op te
lopen. Onnodig boeken te zenden, wij blij-
in juli een nieuw onderzoek,
en zo ik dan de Zwitserse
Kebbeke betekent Schatje. Het woord komt voor in poëzie van René De Clercq, vriend aal/ huis van Fons ell Jeanne. Aan de brief is een blonde haarlok bevestigd, in een roze strikje.
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
/9
bergen niet mag gaan beklimmen - wat ik niet verwacht - moet ik mijn plezieren in Duitsland verder voortzetten. Dat alles is nevenzaak. 't Onweer is op zijn hoogste, en binnen korte maanden is het uitgewoed. Laat Frank maar, tot ik terugkom, naar dezelfde school gaan. Tot slot, laat de directeur der Germania lopen. Wat bevat uw brief van 6 juni? ('0)
)
j
il Van links naar rechts het jongste meisje Livine en de twee jongens van Fons en Jeanne, Dirk en Frank. De twee andere meisjes zijn kinderen van Joseph en Livine,' Nora en Jeanne. Hun zoon Theo sluit de rij af "Goed dat de kinderen 't hope staan, want nooit zijn de vaders en de moeders zo innig verbonden geweest als tegenwoordig".
Waarom mij nieuwsgierig en angstig maken? Uw ogen zijn klaar van oprechtheid en uw hart lag steeds voor mij open. Verduik me dus niets, noch vreugde noch smart. Ik slaap niet op stro maar op papier. Is dat geen bed voor een letterkundige? Ook slaap ik gelijk een roos. 'k Verlang naar de portretten van ons drietal met Jozefs drietal ("). Goed dat de kinderen 't hope staan, want nooit zijn de vaders en de moeders zo innig verbonden geweest als tegenwoordig. Is Margot helemaal gezond? En grootmoederke ? Een kus voor mijn kinderen en mijn Kindje. Alfons Sevens.
De kaart van 26-6 meldt dat de foto van de kinderen is toegekomen en dat "de portretten van al onze jongens en meisjes inderdaad goed gelukt zijn". Onnodig navragen in te vullen voor klederen en schoenen voor krijgsgevangenen. In de kampen krijgen de gevangenen laarzen, galochen, ondergoed en klederen. Van de goedheid en menslievendheid wordt hier schromelijk misbruik gemaakt. Van al de andere zusters en van Marcus goed nieuws ('2). Mijn kousen nog niet ontvangen. Groeten aan de trouwe vrienden. Dirks en Franks werk nagezien. Alfons Sevens. De brief
van
1juli
is gedeeltelijk
gecensureerd
1-7 -1916. Jeanne, ik krijg van twee kanten brood. Uit Maastricht is de tweede zending van 3 broden gekomen, en uit Zürich ontving ik tot nog toe 3 grote broden. Het Zwitsers brood is zeer goed, het komt van de maatschappij Etoiie Zürich. Indien gij het Hollands brood betaalt, zeg het op. Onmogelijk een ander portret te zenden; portretten trekken is in 't kamp verboden. Gelief aan Alfred en Grietje te schrijven dat ik hun kaart gekregen heb, hen bedank, maar onmogelijk kan antwoorden. Reeds moet ik deze maand een kaart sturen naar Joseph, een naar Frankrijk, enz .... Straks kan ik met u niet meer klappen! Zij moeten dat toch begrijpen! Zend Frank naar de school die ge verkiest, maar het is nutteloos, u een te grote last op de hals te halen.
I', I 'i
I·
('0)
(") (") t '
Hij is niet bewaard. De spelling wisselt. Bij Sevens vindt men voor zijn broer zowel Joseph als Jozef Bij Jeanne meestal Jozef Lees,' broeders aan het front. Met Marcus is waarschijnlijk de oudste broer Sevens bedoeld, Reinier. priester in de Amerikaanse staat Okiahoma. Was het mogelijk, van Amerika uit met Duitsland te corresponderen, en niet van Amerika naar bezet België? Voortsis ook de latere "koka in een muit" waarschijnlijk
20
een code voor iemand die gearresteerd zou zijn.
Boek en Bibliotheek
- 1998 nr. 4
Onmogelijk
door uw hand op het exemplaar voor juffrouw
Beffort mijn opdracht te laten zetten;
gij kunt toch uw eigen lof niet zingen en wat zou ik er anders kunnen opzetten dan hoe goed ge zijt? (B) De achtergebleven
gazetten heb ik nooit gekregen; toch is het nutteloos mij de eerste
nummers van de Waarheid of nog andere gazetten te sturen. 't Doet me plezier dat De Vlaamsche Post een zalige dood is gestorven. Ik hoop dat koka het goed stelt. Zit hij reeds in een muit? (IJ) Daar houden de koka's van! En nu de zaak van die advokaat. Reeds vroeger heb ik u uit Holzminden nutteloos was verdere voetstappen andere personen voetstappen Vana/hier
is wat meer dan een vierde
van de brie/zwart
geschreven
dat het
bij de Duitse Overheid te doen, zoals na Nieuwjaar
aanwenden,
("). Dat
verbied ik volstrekt.
gemaakt.
Dat alles wil niet zeggen, kindje, dat ik niet tracht en smacht naar u, en dat mijn hert niet klopt, als gij mij vertelt over mijn dierbare kinders. Dikwijls zoek ik in mijn binnenste, zie, Dirk of Frank, maar dan komen ze samen op mijn knieën geklauterd. mijn dochtertje,
die destijds nog zo onbeholpen
wie ik liever
En hoe verlang ik om
was, rond mij te zien trippelen. God geve dat ik
u allen nog eenmaal mag terug zien! En dat ik gezond blijve ! Ik heb nog zoveel te werken in mijn leven. Ik word zo oud, en voel me zo jong! (IS). Nu, ik blijf wel hopen, in mijn leven met Miel en de andere vrienden nog veel tripels in 't Vlaams Huis te drinken en met grootmoederke veel koffies in de Tivoli. Ik hoop ook nog getuige te zijn van Margots trouwen
peter van
Livine's vierde, en ik hoop nog dikwijls wakker te liggen bij mijn Kindje. Alfons Sevens.
Laatste brief uit Würzburg In de woelige kampen wordt de geest de ganse dag gefolterd door de volstrekte onmogelijkheid rustig te peinzen, verre van te werken, en 's nachts door de lange, lange uren van slapeloosheid veroorzaakt door de vlooien. Passage uit de kaart van 11 juli 19 16, waarin Sevens bevestigt dat hij afgekeurd is voor Zwitserland, in een Duits kamp te worden ondergebracht. Vandaag
dus nog gezond genoeg om
J I juli herdenken
vrijmaking
't belieft, herdenken
Vlaanderens
we Vlaanderens
van 't Franse juk in 1302. Als God we toekomend
bevrijding
zwart gemaakt gedeelte).
jaar
van (door de censuur Beste kussen voor
mijn kinderen en voor u. Alfons Sevens.
(IJ)
De aniline streep kan ten hoogste één woord hebben doorgehaald. Duitsland. De gedachte blijft duidelijk: "Als 't God belieft. herdenken we toekomendjaar Ylaanderens bevrijding van ... ".
Boek en Bibliotheek
- 1998 nr. 4
t") (Ij)
Juffrouw Beffortwas de lerares Frans van Jeanne geweest op de normaalschool te Brugge. Een levenslange vriendschap verbond de twee vrouwen. Alfons Sevens was jaloers op Jeanne's trouw aan deze vriendin, die bovendien geen woord Nederlands keilde. /11 de brieven van /9/6 vermeldt Sevens nochtans twee keer zendingen van "extra-sigaren" van juffrouw Beffort aall zijn adres in Duitsland. De brief is niet bewaard, waarschijnlijk achtergehouden door de censuur. Sevens was 39.
21
Kriegsgefangenenlager
Wllrzburg 20- 7 -16. Kindje. Ik zie dat het Margots naamdag is. 'k Wens haar, dat niet alleen ik, maar ook een ander krijgsgevangene
haar toekomend jaar mondelings
Hierbij toch een portret, door een Würburger getrokken. bekijken ('7). Ik ben zeer mistevreden grootmoederken
kan begroeten. ('6).
Frank mag hem slechts laatst van al
over hem, bijzonderlijk
omdat hij niet vriendelijk
is, die altijd zo goed, veel te goed, voor hem is geweest. Ondankbare
tegen kinders
wil ik niet. 'k Hoop dat hij sedert zijn laatste brief zijn leven gebeterd heeft. Van Marie een brief gekregen,
van juffrouw
chocolade,
margarine,
Beffort nogmaals 25 extra sigaren, van Kiewit de Jonge twee pakken met spek, worst, kaas en zoetekoek,
tot 14 juli. Ge weet waarschijnlijk
van u, Kindje, al uw deugddoende
dat de krijgsgevangenen
of beschuiten
meer mogen ontvangen.
AI het gezondene
overeenkomst
met België, doet gezamelijke
zendingen.
sedert I juli afzonderlijk wordt hier aangeslagen.
Natuurlijk
brieven
geen brood
Frankrijk, in
moet ge dus geen abonnement
op brood meer nemen. Nog geen nieuws van de ambassade in Holland ontvangen.
Ziehier wat er gebeurd is. Op 1 mei
heb ik met toedoen van de Hollandse afgezant te München een brief gezonden naar Van Deyssel, voorzitter van de Vereniging protesteren
van Letterkundigen
tegen mijn willekeurige
in Holland, vragende dat onze Vereniging
en wederrechterlijke
internering
zou
in Duitsland en tegen de
wijze, waarop ik hier behandeld word. De nieuw aanvaarde Zwitserland
zieken (!) vertrekken naar Zwitserland.
Natuurlijk
heb ik hartzeer.
was het middel om terug kalmte in de geest te krijgen. In de woelige kampen wordt
de geest de ganse dag gefolterd door de volstrekte onmogelijkheid werken, en 's nachts door de lange, lange uren van slapeloosheid De kop wordt loom en lam. En dikwijls betreur ik de eenzaamheid was inderdaad met mij te Holzrninden, een groot onderscheid
rustig te peinzen, verre van te veroorzaakt
door de vlooien.
der gevangeniscel.
en ik kan geloven dat hij in Zwitserland
De Lille
geraakt is. Er is
tussen hem en mij.
Ik begrijp niet, Kindje, hoe gij uw zo w~1 verdiende vakantie wilt bederven met bijzondere lessen te geven. Is het leven zo duur? Of betaalt de Germania te Stettin mijn traitement niet meer? Ik geloof waarlijk, dat gij mij wat verduikt. In alle geval, mijn roman is gedrukt, en die zal geld opbrengen.
Pas toch op uw gezondheid
Kindje en overspan de boog niet. Ik ben taai en kan tegen
een duw, doch sterven is menselijk en mijn kinders zijn nog zo klein! Zoals gij waarschijnlijk
reeds weet, heeft M. Eyckens van 't zelfde laken een broek gekregen
en ... zijn we dikke vrienden geworden. Doe mijn beste groeten aan de oprechte vrienden, aan Miel, Gustaaf Everaert, De Coster - ik heb een brief van hem gekregen - , de Cuyper enz .... 'k Begin ook te geloven, dat de vrede nog niet voor september
is en dat er eerst nog een winter
moet voorbij zijn. Nu, de 28ste is reeds een jaar voorbij, en dat zal wel de grootste helft zijn. Als het moet komen, schijnt het lang; eens voorbij wordt het rook! En we zien malkaar van dag tot dag liever. Ik kus allen. Alfons Sevens. (wordt vervolgd)
(/6)
(")
22
Jeanne 's zuster Margot had eell portret ontvangen, vall een zekere Lange Neus, die steeds maar dikker werd. Passage's zoals de volgende zijn bedoeld om aall de kinderen voorgelezen te worden. Vader ell moeder vergaten geen ogenblik hun taak als opvoeders. .
Boek en Bibliotheek - 1998 nr. 4
(
l
Oorlogsbrieven
van Alfons Sevens
1915-1918
Vijfde aflevering, opgetekend en ingeleid door zijn kleindochter Nicole Yerschoore. met de onmisbare hulp van zijn dochter Livina Yerschoore-Sevens.
Juli 1916: Würzburg Augustus en september 1916: begin van het tweede verblijf te Holzminden Op 14 april 1916 werd Alfons Sevens samen met andere gevangenen
vanuit het kamp te Holzminden
te Würzburg
controle ziek genoeg bevonden
in Beieren. Deze gevangenen
voor een verblijf in Zwitserland. Zwitserland,
overgebracht
naar een kamp
om in aanmerking
Twee maand later, op 11 juli, laat Sevens echter zijn vrouw weten dat hij afgekeurd
te komen
is voor
dus nog gezond genoeg om naar een Duits kamp terug te keren. Op 31 juli is het zover. Hij wordt opnieuw onder-
gebracht in een barak te Holzminden. officierengevangenenkamp Tussen de in aflevering
Op 2 november begint dan een volgende episode, in het
twee brieven en vier kaarten versturen.
4 van de Oorlogsbrieven afgedrukte
is er geen correspondentie
2-8-1916, brief
Ditmaal voor drie volle maanden.
te Celle- Schloss.
Per maand mocht een gevangene Holzminden,
waren door een medische
brief van 20 juli uit Würzburg (') en de brief van 2 augustus uit
van Alfons Sevens aan zijn vrouw bewaard.
Jeanne, luist een jaar, dat ik de laatste maal mijn kinderen heb gezien. Wat moeten ze veranderd zijn! Toch zie ik in uw brieven doorstralen,
hoe Frank zijn rumoerigheid
hebben bewaard. Ik dank u dat ge mij zoveel van mijn jongens Ik ben dus terug in Holzminden
en Dirk zijn teerheid
vertelt.
en heb er twee grote verbeteringen
aangetroffen.
Ik verlaat de
grote barak om in een klein kamerke te gaan (schrijf dus niet naar barak 64, maar naar barak 39) en 's morgens mogen we nu arbeiden in een zaal van het schoollokaal.
Het leven wordt ein-
delijk wat rustiger. Zoals ik het u reeds deed vragen, heb ik geld nodig. Zend mij aanstonds roman goed verkoopt,
100 M., en als mijn
zend mij drie weken
later nog 100 M. ('). Wat de pakken betreft, geen vis meer opsturen;
hij bewaart niet goed
genoeg. Zend maandelijks
een kilo tabak en
150 sigaren ('). Ik tracht eten te krijgen uit Holland en Frankrijk
en ben aldus verplicht de
twee volgende zondagskaarten ginder mijn adresverandering
"Alf Sevens en de toehoorders van zijn voordrachten 28-okt-1916". Het voornemen voordrachten te houden werd reeds aangekondigd in de brief van 2 augustus. Fans aan Jeanne : "Schrijf aan Vermeylen, dat hij mij een zending Vlaamse boeken doet, en onze hedendaagse schrijvers niet vergete. 't Kan gebeuren, als de gevangenschap nog lang duurt, dat ik hier aan de Vlamingen hun moderne letterkundigen leer smaken ". Sevens laat ook andere boeken komen, uit zijn eigen bibliotheek. Op de foto zit hij in het midden, vijfde van links.
JO
Boek en Bibliotheek
- 1999 nr. 1
i') (')
te besteden om te laten kennen.
Boek ell Bibliotheek /998 lil'. 4. Vergelijk hiermee de geldnood te Geilt, zoals deze blijkt uit Jeanne's brie veil van juli ell augustus. i') Jan Everaert, die de belabberde toestand vall de familie keilde, zou de zendingen tabak en sigaren vall Jeanne overnemen, geen kilo echter, wel 600 gr., omdat geoordeeld werd, dat het onmogelijk was, de aangegeven hoeveelheid op één maand tijd op te roken.
Ik begrijp niet, hoe het zo lang moet aanslepen, eer mijn nieuwe roman in de handel geraakt. Zend mij 3 exemplaren, Edelvrouwen
alsook 1 exemplaar Moeders Hoogmoed,
Dienstmeid
De Bloem der Herberg en
(4). André De Ridder heeft vroeger twee boekjes uitgegeven
studiën over onze hedendaagse
Vlaamse schrijvers. Ik heb ze waarschijnlijk
met
nog thuis liggen.
Zo niet, koop ze bij Van Goethem. In mijn bibliotheek zit De Oogst van Streuvels, De Vlasgaard van De Clercq, Een Mei van Vroomheid
van Sabbe, De Wandelende
dat alles samen. Schrijf aan Vermeylen,
dat hij mij een zending Vlaamse
hedendaagse
schrijvers
niet vergete. 't Kan gebeuren,
ik hier aan de Vlamingen Voor de dagbladen
de zending van de gazetten
dat het nutteloos was er nog andere bij te sturen. Nu, het is nutdaar men mij in Holzminden
Ik heb hier nieuwe Gentse kennissen
aangetroffen,
nooit de gezonden
gazetten
o.a. prof. Pirenne en Jan Lampens,
ik gisteren avond op het terras van het café Holzminden wordt natuurlijk
nog lang duurt, dat
leer smaken.
hadt ge mij niet verstaan. Ik had u niet gevraagd
teloos de zending te herbeginnen, overhandigd heeft.
in oorlogstijd
Zend
boeken doet, en onze
als de gevangenschap
hun moderne letterkundigen
op te schorsen, maar aangeduid
Jood van Vermeylen.
met wie
het eerste glazeke heb gedronken;
want
tussen de politieke vijanden van 't zelfde land, bijzonder als ze
tussen de klauwen van de overheerser
geraken, de vrede gesloten.
Reeds meer dan acht dagen zonder nieuws. Of ik verlang! In alle geval, trek u die schoolkwestie niet te veel ter harte. Wat snak ik ernaar, om opnieuw die boeien te breken en u heel en gans terug te geven aan uw eigen kinderen.
Vergeet niet aan Marie te schrijven,
dat ik haar brief ont-
vangen heb en uit te leggen, dat ik haar niet kan schrijven. Ik hoop, dat we toekomend jaar mijn naamdag al te zamen zullen vieren. Beste groeten aan familie en vrienden en een kus voor u en de kinderen. Alfons Sevens.
Twee zondagskaarten
21-8-1916, briefkaart
zijn gebruikt om aan voedselorganisaties
de adresverandering
van Würzburg
Jeanne, Uw brieven van I I, 12, 13, 14 rechtstreeks
naar Holzminden
naar Holzminden
gestuurd,
te melden.
zijn reeds toe-
gekomen. De 3 laatste brieven uit Würzburg zijn nog niet hier, doch de roman heb ik ontvangen. Uw laatste brieven laten' me ongekende meer kalmte van uwentwege.
geldmiserie
raden. Ik verwacht
klaarder nieuws en hoop
Waarom toch altijd ongerust zijn? Mij gaat het nu zeer goed. Ik
studeer ongeveer zes uur per dag. Onnodig eten langs Holland te sturen. Ik heb eten genoeg en zal nu ook pakken krijgen uit Zwitserland.
Nog eens moet herhaald - en laat het ditmaal de laat-
ste maal zijn -, dat ik niet wil dat gij voetstappen
bij de Duitse overheid
onderneemt.
Onnodig
voorlopig meer dan 100 M. te sturen. Joseph stelt het goed. De groeten aan de trouwe vrienden. Alfons Sevens.
28-8-1916. briefkaart
Jeanne, ik heb noch brief noch kaart van u gekregen. gedagtekend is dus verloren of ingehouden.
Zo weet ik niet waarom ge Cambier dient te bedanken!
me dat. Nieuws tot 2 I -8, doch ook brief of kaart van 17 ontbreekt. Margot's brief alsook verschillende
(')
(')
8, 9 of 10 oogst ('). Dat nieuws
boeken ontvangen.
Schrijf
Het mandaat van 5 M.,
Jozef was zeer gelukkig
het portret van
Drie titels van Sevens. Op de achterste binnenzijde van het kaft van Zij en Wij. Sprokkelingen uit mijn ballingschap door Alfons Sevens (/923) is de lijst afgedrukt van alle publikaties van de auteur. Edelvrouwen Dienstmeid wordt er voorgesteld als een volksroman. De Bloem der Herberg als een novelle en Moeders Hoormoed als een hedendaagse roman. BU Brave Mensen kreeg eveneens de ondertitel "Hedendaagse roman". Augustus.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 1
11
onze jongens
te zien (6). Bedank uit ter harte Jan Everaert en Mie!. Ik: reken er vast op, dat de
vrienden uit Antwerpen, 800 beschikbare Herckenrath,
Mechelen
en Brussel zullen hun best doen als te Gent, en dat de
ex. heel in 't kort zullen verkocht zijn. Maak depots bij Van Goethem en
en zo nodig, in de Nederlandse
van dag tot dag hier. De werkkracht
Boekhandel
te Antwerpen.
Mijn toestand verbetert
keert terug. Veel groeten aan de trouwe vrienden en aan u
allen. Ik: kus u en de kinderen innig. Alfons Sevens.
7-9-1916
Mijn liefste Kindje, Ik: heb verleden week verdriet gehad. Omwille
van mij zelf. Ik: stel het zeer
goed; ik slaap goed, ik eet goed en ik werk goed. Maar om u. Ik had verleden maand, na mijn eerste brief, moeten wachten tot 16 oogst om u te schrijven,
daar ik mijn kaarten van begin
oogst naar de personen zond, die mij pakken sturen. Dat was lang voor mij, want ik klap zo geerne met u. Maar het was nog veel langer voor u, die - ik weet het - u zo gauw en zo nutteloos om mij beangstigt.
Nu, mijn brief van 16 oogst was heel en gans geruststellend.
ter niet doorgelaten;
Die brief is ech-
na negen dagen werd hij mij terug gebracht. Dat was een harde slag.
Waarlijk, enige dagen gevang waren een mindere straf geweest. Ik heb sedert dan alle achtergebleven
brieven gekregen.
Ik: weet, hoe ge sedert april mijn jaar-
wedde niet meer krijgt, en wat er begin oogst met uw jaarwedde allemaal tegen door mijn schuld, door mijn harde, onbuigbare bewust van uw wilskracht;
gebeurd is. Wat komt ge toch kop. Doch ik ken u; ik ben
als er eens een traan in uw ogen kruipt, is het 's avonds, als niemand
het ziet. Ik: ben fier op u, mijn liefste, mijn allerliefste en heeft hij de trotse eik ontbladerd
kindje. Denk er aan: De storm woedt uit,
en zijn takken gebroken en verstoord,
de stam is staande
gebleven. Eens keer ik terug. Dan zal ik u toefluisteren, ballingschap onwankelbare
als we gans alleen zijn, hoe ik u gedurende
mijn
meer en meer heb lief gekregen, en hoe ik zal arbeiden, om u te belonen voor uw moed en uw heilige trouw.
Uw laatste brieven hebben me vreugde verschaft. Vreugde, omdat de vrienden mij trouw blijven en de roman te Gent goed verkoopt. Ik: twijfel er niet aan, of te Brussel, Antwerpen
en Mechelen
zal het ook goed gaan, en zo zult gij een appelken tegen de winter hebben. Hierbij het gevraagd portret, niet met mijn opdracht, oogskens
maar met gans mijn hart. - Vreugde, omdat ik van verre de
van mijn jongens en van Jozefs jongens heb zien blinken ter gelegenheid
vakantietochtjes
C).
Dat Ledeberg is een echt paradijs voor de kinderen geworden.
van hun 't Verwondert
me niet, dat ze allemaal Jans vest vasthouden. Ik ben overtuigd dat Frank, nu hij op een echte jongensschool lang om zijn eerste brief te ontvangen. en grootmoederke
Ik: wens dat hij met de jongens
het niet te lastig krijgt met de aanstaande
Dirk is nog altijd vaders goede vriend. Ik: ben verduiveld rumoerige
gaat, zijn best zal doen. Ik: verniet te veel rumoer maakt
winter. En de kleine zachte vent
benieuwd
om Livinatje,
de kleine,
vlaskop te zien. Wat zal dat allemaal goed zijn!
Het is volstrekt onnodig mij klederen te sturen. Ik krijg hier de nodige klederen. Ik draag echter liever mijn eigen ondergoed.
Zend mij twee onderbroeken
en een slecht laken en niet meer of
niets anders dan wat ik vraag. Het pak van oogst (') is nog niet toegekomen; maal dat het zo lang op weg is. De laatst ontvangen
(')
(')
12
het is de eerste
brief is door u gedagtekend
25/8.
Uit de korte mededeling van 28-8-1916 blijkt dat Alfons Sevens nieuws kreeg van zijn broer Jozef aal/ het front. el/ hem zelfs de foto had laten geworden, die we in Boek el/ Bibliotheek 19981/r 3 hebben gepubliceerd. De mededeling is wat verscholen tussen twee boodschappen over Gel/I. Op 18- 9-1916 geeft Fans zelfs nieuws val/ zijn drie broers aal/ het front, COl/stal/I. Gustaaf el/ Jozef Yolgens familieoverlevering kwam dit nieuws uit Nederland. Sevens dacht dal hij beter geïnformeerd was dal/zijl/familie Ie Gent, en stelde ze onmiddellijk gerust. Meer hierover in aflevering 6.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 1
uit de Gazet van Brussel te sturen. Ik lees hier meest alle dagen dit
Onnodig mij nog uittreksels
blad. Of ik plezier gehad heb als men mij een" passieve" een daad moest plegen, om in het gevang te geraken!
noemde!
En ik die meende, dat men
Er staat mij nog leute voor de deur, nadat
die treurige tijden om zijn. In alles handelt ge waardig, en opperbest. vrienden, en aan grootmoederke,
ik u eens flink in de armen, en ik kus u innig, mijn liefste, allerliefste In zijn brief van 7-9 bedoelt Sevens met "dat Ledeberg"
het huis van vriend Jan Everaert te Ledeberg,
Livine en Margot, tijdens de zomer elke zondag uitgenodigd
De groeten aan al de
Livine en Margot. Ik kijk u vlak in de trouwe ogen; dan neem kindje. Alfons Sevens. waar de drie zusters, Jeanne,
werden opdat de zes kinderen in de tuin zouden kunnen spelen.
Vandaar ook, verder in de brief, in verband met Ledeberg : de kinderen die aan" Jans vest" hangen. De zondagen
te Ledeberg
spelen een zeer grote rol in de brieven uit Gent. Jan Everaert zorgde eveneens voor de tabak en de koffie die aan vriend Sevens in Duitsland
werd verzonden,
en verkocht te Gent en omstreken
van het boek was broodnodig Dat Sevens een "passieve" brief verschenen te schrijven, 7 augustus
vraagt enige uitleg.
vermeldt Jeanne dat een zekere Woedstadt
haar de Gazet van Brussel heeft gebracht,
1916", waarin Sevens een" passieve"
meer dan de franskiljons
het persoonlijk
flamingant
genoemd
leven van de activisten
aan Alfons Sevens, gedagtekend
wordt, en de "passieven"
te doorsnuffelen
ervan beschuldigd
"Brussel, worden, veel
.. Jeanne wist niet dat haar echtgenoot
de Gazet van Brussel las. Sevens merkte, dat zijn brieven te Gent niet waren aangekomen,
waarschuwing,
waarin een
was "Voor Alfons Sevens", getekend A. P. "Zou dit Picard zijn ?", voegt ze eraan toe. Zij belooft, de brief over
wat ze de volgende dag ook doet. Het gaat over een open lezersbrief
Holzminden
van Bij Brave Mensen. De opbrengst
voor Jeanne.
werd genoemd,
In haar brief van 9 augustus
een groot aantal exemplaren
te
vandaar zijn herhaalde
dat zij uit deze krant niets hoefde over te schrijven.
Geldnood ... ongekende
geldmiserie,
allemaal
Waarom moest je Cambier dankbaar
Jeanne aan Fans 9-8-1916
door mijn schuld,
door mijn harde,
kop.
zijn?, vraagt Sevens.
Ge weet door mijn vorige brieven, dat ik op oorlogsvoet wilde mij een gevoelige
In dezelfde brief beslaat Jeanne's uitleg over de voetstappen drie volle bladzijden.
Bewijsstukken
augustus te eisen, waren bij de schepen niet voorhanden.
leefde met mijn bestuurster
slag van haar overmacht doen gevoelen,
van 250 fr. te trekken, mijn maandgeld wedde te bekomen,
onbuigbare
van 2 maanden, ontving ik slechts
die zij bij de schepen en andere instanties
over haar recht, als nog niet" voorlopig
onderneemt,
benoemde"
besproken
opnieuw op 6 september
Ondertussen
tegen geldgebrek.
vermeld.
De kinderen
(')
om toch haar
toch 125 Fr. voor
Het is Cambier die er aan denkt, in het budget van 1916 te zoeken of samenzweert,
en verloopt gunstig voor haar. De betaling wordt in een brief van 31 augustus en liegt de toon van de brieven er niet om : Jeanne voert een bijna wanhopige
strijd
en Fons hoeven het niet te merken, maar de toestand is ernstig. Daarom denkt ook een bevriende
kennis aan haar, om aan de kinderen gekondigd
in plaats
125 Fr.
haar wedde als interim daar niet vermeld werd. Cambier stuurt Jeanne naar een schepen, die niet met de bestuurster de zaak wordt in de gemeenteraad
(8). Zij
en voor de vakantie,
van de familie Wibo drie bijlessen per week te geven, aan 2 fr. per uur. Deze bijlessen, aan-
in haar brief van 13 juli, lokken bij Sevens in zijn brief van 20 juli de reactie uit:
Me). De Rudder, directrice van de Beroepsschool
voor Meisjes aal/ de Tweebruggenstraat.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 1
13
Ik begrijp niet, Kindje, hoe gij uw zo wel verdiende vakantie wilt bederven sen te geven. Is het leven zo duur? Of betaalt de Germania
met bijzondere
te Stettin mijn traktement
les-
niet meer?
Ik geloof waarlijk, dat gij mij wat verduikt. In alle geval, mijn roman is gedrukt, en die zal geld opbrengen.
Pas toch op uw gezondheid
Kindje en overspan de boog niet. Ik ben taai en kan
tegen een duw, doch sterven is menselijk en mijn kinders zijn nog zo klein! (') geven, en door haar brief van 11 september
Jeanne zal ook avondlessen van de week avondlessen
vernemen we dat haar zus Livine nu eveneens elke avond
geeft, voor 40 fr. per maand. Sevens ziet de toestand te Gent niet in en blijft geld vragen. Hij rekent uit
dat de verkoop van Bij Brave Mensen rijkelijk geld in het laadje zal brengen. De oplage geraakt inderdaad uitverkocht, 2 fr, en het geld komt binnen, wat Jeanne met alle nodige nauwkeurigheid is een onmiddellijk
antwoord
in haar brieven vermeldt. Haar brief van 6 september
op de kaart van haar man van 21-8, waarin hij "ongekende
verwacht, evenals "meer kalmte van uwentwege"
800 ex. aan
geldmiserie"
raadt en "klaarder nieuws"
.
. 'anne aan Fans
u-9-1916
Hoe is het mogelijk dat mijn brieven iets hebben laten doorstralen
van hetgeen ik u slechts na
goed verloop van de zaak vertellen wilde? Ik geloof dat gij meer leest tussen de lijnen dan het geschrevene
zelf. Mijn vorige brieven zullen u volkomen op de hoogte gesteld hebben. Ik heb
het een ogenblik moeilijk gehad. Ik kan niet meer toekomen mijn traktement
met mijn maandgeld
voor het eten,
was al verteerd voor de maand verlopen was, en zonder de verkoop van uw
boek zou ik zeker geld moeten gevraagd hebben aan vrienden. Nu, ik ben betaald geweest voor augustus,
ik heb het nodige kunnen kopen voor het onderhoud
van de kinderen en mijzelf, ik
heb zelfs katoen en een broek voor ieder van de kinderen kunnen kopen, om de grote opslag niet te betalen binnen enkele maanden. iets herinneren,
Gij ziet dat het moeilijke
dat gij vroeger zelf weleens geschreven
nog eens over is, en ik wil u nu
hebt: het is onder de kleine miseries dat
een mens het diepst gebukt gaat.
15-9-1916
... ik ben aangeduid een vergoeding
als tussentijdse
onderwijzeres
op een avondschool;
twee uren per week met
van 25 fr. per maand; is dus reeds 125 fr + 25 fr + 20 fr bijzondere
lessen en
daarmee kan ik er komen ... De wedde van niet- vast-benoemde .~r ook speelde de tegenkanting brief van 24- 7 geeft ze duidelijk
lerares lag merkelijk lager dan de wedde waarop Jeanne als vast benoemde van de franstalige aan, dat ze allang
schepen van onderwijs
en de bestuurster
recht zou hebben .
De Rudder een grote rol. In haar
had moeten benoemd worden:
Ik kan niet geloven dat ik, die reeds vroeger twee benoemingen dienstig geweest ben bij de gemeentescholen,
gehad heb, die reeds vijf jaar
en nu opnieuw reeds een jaar interim doe, minder
recht heb benoemd te worden dan de leerlingen die dit jaar uit de normaalschool Op 31 september geld mandaten De geldnood
en andere post naar Duitsland. werd nijpend vanaf april, drie maand voor het ontbrekende
De verzekeringsmaatschappij
Germania
had inderdaad
vakantiegeld.
in april de betaling gestaakt van Sevens' wedde als inspecteur.
dit niet laten weten. Jeanne aan Fans
9-8-1916
(')
14
komen.
horen we opnieuw, dat het leven zo duur is. Jeanne zegt niet, hoe groot het deel is dat besteed wordt aan pakken,
De brief is gepubliceerd
In uw laatste brief meldet gij dat ik u iets verdook, en dat was ook zo.
in aflevering 4 van de Oorlogsbrieven,
Boek en Bibliotheek-
Boek ell Bibliotheek /998I1r4.
1999 nr. 1
Jeanne had
Zij schrijft dan ook de brief over, waarin de Germania langere overgeschreven
brief, en op 28 augustus het detail van alle rekeningen,
toe, dat het door haar verrichte men inderdaad
het einde van de betalingen
werk in vervanging
rechtvaardigt.
Op 26 augustus
volgt een veel
haar door de Germania gestuurd.
Ze voegt eraan
van haar man, niet in aanmerking
dat zij voor lopende zaken ingesprongen
is genomen.
In haar eerste brieven merkt
was.
Fans aan Jeanne
12-9-/916
Jeanne, Ik heb uw brieven over de Germania ontvangen. men, om er onmiddellijk
op te antwoorden.
Ik heb de toelating gevraagd
Mijn antwoord aan de Germania,
sloten vindt - en dat gij na kennis ervan genomen te hebben aanstonds
en beko-
dat gij hier inge-
naar Brussel zult door-
sturen - zal u leren:
I. Dat ik de lening op mijn polis nr 625200 aanvraag 2. Dat ik mij niet meer beschouw
als inspecteur der Germania en de maatschappij
verzoek, u
niets meer te inning te sturen Verder, als de lening gedaan is, moet gij zorgen dat de premies op de polis nr. 625200 regelmatig betaald worden; voor mijn tweede verzekering
is dit dan onnodig, daar zij zonder premie-
betaling toch in voege blijft. Alles opperbest
en hartelijk, Alfons Sevens.
Nieuws uit Gent 1 juli - 31 oktober 1916, brieven van Jeanne aan Alfons Sevens Sevens' eerste brief van september verplaatsing
van Würzburg
naar Holzminden
door Jeanne werden aangesneden. de informatie,
uit Holzminden
veroorzaakt
door zijn
op 31 juli, een deel van de thema's die de hele zomer lang in vaak dagelijkse
Om de verdere correspondentie
van de Oorlogsbrieven
20- 7 -1916. Te Gent zijn Jeanne's
na een lange storing van de briefwisseling
Van juli en augustus zijn 22 uitvoerige
die zij hem doorseinde.
De vorige aflevering
resumeert,
in Boek en Bibliotheek
brieven
brieven van haar bewaard. Sevens was aangewezen
te begrijpen,
op
moeten we terug in de tijd.
1998 nr 4 eindigt met Sevens' laatste brief uit Würzburg
op
brieven vanaf Ijuli relevant.
Uitgave en verkoop van "Bij Brave Mensen" Over de uitgave en verkoop van zijn begin 1916 te Allendorf Antwerpen,
geeft Jeanne's brief van Ijuli de lang verwachte
geschreven
roman Bij Brave Mensen, in druk bij Bouchery
te
informatie.
Jeanne aan Fons
1-7-1916
Beste Lieveke, Ziehier het afschrift van de brief, die ik deze morgen ontving van Maurits Sabbe: Mevrouw, Ik ben thans in het bezit van een aantal inschrijvingslijsten
op het werk van uw man. Verschei-
dene dier lijsten zijn al in omloop en zullen wel een goede oogst geven. Gaarne zou ik weten hoe gij verlangt, dat we het verzenden exemplaren
der boeken zullen regelen. Bouchery
meende u al de
te zenden naar Gent. Zou het niet wenselijk zijn een aantal ex., namelijk hetgeen
wij te Brussel en te Mechelen gemak van verzendingen
menen te kunnen verplaatsen,
te Antwerpen
te laten, voor het
en het besparen van onkosten.
Ik kan natuurlijk
niet zeggen wat de inschrijving
300 exemplaren
te komen. Mag ik met Bouchery
H. Baccaert
verlangt een exemplaar
bemiddeling
een bestelling
bij Bouchery
te laten om voor alle gebeurlijkheden
Boek en Bibliotheek - /999Ilr.
hier opbrengen
zal, maar hoop toch wel tot
daarover schikkingen
nemen?
ter lezing. Ingeval het boek voldoet, zal er dan door zijn
komen van ISO ex. Het ware dus wellicht goed, de helft der oplage
/
gereed te zijn.
t5
Vraag eens aan Fons, bij gelegenheid, ontvangen
of hij mijn tweede geldzending
(naar Holzminden)
nu al
heeft? Met genegen Vlaamse handdruk, Uw dw. Maurits Sabbe.
Zijt gij tevreden, Lieveke? die week misschien
Ik ook! Schrijf eens zelf een woordje naar Sabbe. M. Eykens kan
uw groeten doen door zijn vrouw, tenzij het mogelijk
naar mij te schrijven
met een ander handteken.
en ontvang regelmatig
is eens te zeuren en
Kan dat? Ik schrijf ook regelmatig
naar Masselis
brieven van hem. Ik sluit nogmaals met een kus, en ga spoedig met
Vinatje brieven en gazetten naar de post dragen. Dag, Lieveke, tot morgen. Jeanne.
Dagelijks leven Over de Gentse feesten, de Vlaamse 7 juli
cultuur, 11 juli en de leeuwevlag,
meldt Jeanne: 11 juli! Spijtig dat wij er niet voor moeten werken! ...
... Morgen Gentse Feesten en dinsdag Hoeveel beter was het in vorige jaren: melen der fondsen, feestnummer bereidingen.
de herhalingen,
de angst voor het weder, inrichten, inza-
van De Witte Kaproen!
... Gij leefdet in die bedrijvige
En het feest lukte altijd. Wanneer luisteren we nogmaals
wekkend beiaardconcert!
En nu zouden de ontroerende
samen naar zo'n indruk-
klanken der klokken een diepere weer-
klank vinden in ons hart, en nog beter dan vroeger begrepen worden! naar u , en naar ons vroeger bedrijvig
voor-
Ik verlang zo onzeglijk
leven en streven. Wist gij het nog niet, ge moogt over-
tuigd zijn, dat uw vrouw geheel en gans opgegaan is in uw gedachten!
Och, en weet gij nog van
vroeger, veel vroeger, ook op de Gentse Feesten, als wij samen naar de Ganda gingen, en die
la juli
vogelkens
moederke zo goed gesmaakt
's avonds!
Wij plagen er haar nog mee.
hadden en hoe de witte Bourgogne
haar vrolijk maakte
... Ik heb aan de kinderen verteld dat het morgen I1 juli is, dat in gewone tijden, moederke de leeuwevlag
zou laten wapperen
en dat het kermis zijn zou. En gelijk of Vina hoorde spreken
van Leeuw, zegde ze: Leeuw, vlag loop loop; en ze begon rond de keuken te trippelen. Zij meent, telkens zij een afgebeelde
leeuw ziet, dat hij loopt, omdat zijn poten open staan.
Ik heb vernomen door Livine dat Goossens in Taverne Royale in de Kammerstraat inricht. Ik wist er niets van, ik had zelfs geen omzendbrief je ontvangen,
een feest
het spijt mij, anders
was het nog iets voor de archieven. Bij de Gentse Feesten aansluitend, 13juli
een flits uit de Gentse actualiteit: In de nieuwe Circus wordt er een revue gespeeld, van 14 tot 20 juli, met als titel "4", en al de muren van de stad hangen vol met grote vieren gelijk in de tijd van de kiezing. Spijtig dat de kiezerslijst jes er niet bijzijn! ...
De politieke actualiteit
blijft op de voorgrond
Brussel Sevens een "passieve" verplaatst. Op 14 september
was genoemd,
in Jeanne's berichten,
stuurt ze Paul Fredericqs
fessoren aan de Gentse universiteit
zo wist ze begin augustus te melden dat in De Gazet van
maar ook in haar brief van 10 september dat Pirenne en Fredericq
naar Jena waren
antwoord op Picards brief en laat weten dat de namen van de nieuwe pro-
in de krant zijn verschenen.
Zij noemt er enkele. De opvoering
in Vooruit van De Vlasgaard
van René De Clercq, op muziek gezet door Jozef Vander Meulen, waarvoor haar man geijverd heeft, wenst zij niet bij te wonen:
11- 9-1916
Terwijl ik bij Bailliu was, is Jozef Vander Meulen gekomen, hij heeft het schrij fboekje gevraagd waarin gij de uitleg van de mise en scène van De Vlasgaard hebt geschreven.
Op 30 september
wordt het stuk gespeeld in Vooruit. Ik heb er naar gezocht in de bibliotheken
en niet gevonden,
en uw antwoord zal ik niet tijdig kunnen ontvangen!
26-9-1916
Mevrouw
Capasse is deze namiddag
twee kaarten komen brengen voor de vertoning
De Vlasgaard van zaterdag toekomende.
van
Ge begrijpt dat ik er niet naartoe gaan kan: als ge bij
mij waart zouden wij ook niet gegaan zijn! Ware het geen oorlog, ik zou volgaarne de Vlasgaard nog eens willen zien. Sevens had haar nochtans in zijn brief van 21 september
/6
geschreven,
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 1
dat ze er heen mocht. De brieven hebben elkaar gekruist.
Laatste septemberbrieven 18-9-1916
Lieve Marie-Jearme
uit Holzminden
('0), Het is volstrekt
tuum ligt hier in bewaring, die ik krijg. Nogmaals
onnodig mij een ander kostuum te zenden. Mijn kos-
en als ik wegga, trek ik het aan. Ik draag hier uitsluitend
de klederen
niets zenden zonder dat ik het vraag. Als het kan, verwacht ik opnieuw
geld. Tot hiertoe 100 M. ontvangen. ook een sargie zenden. Het handwerk
Ik hadjuist
één laken, geen twee gevraagd;
van Didi ontvangen.
zoon. 'k Hoop dat het beter gaat met grootmoeders
ge moogt mij
Dat is goed gewerkt van mijn tweede
tanden. Met Jozef, Constant,
Gustaaf (") en
met mij alles goed. Goede moed. Het blijft niet eeuwig duren. Groeten van mij aan al de vrienden. Uw Charles.
21-9-1916
Jeanne, Ik heb ook van Sabbe het nieuws gekregen, dat een tweede uitgave van mijn roman Bij Brave Mensen nodig zal zijn. Daar Bouchery op dezelfde wijze voor de uitgave wil zorgen, of ten minste, dat hij het werk wil drukken zonder geldelijk risico van uwentwege, zeer goede zaak. Dan ben ik gerust, dat gij de ganse winter van geldzorgen daarbij, dat ik u nu en dan een weerdienst
is dat een
zult verlost zijn, en
mag vragen, zonder dat het u zeer doet. Ik geloof zelfs dat een tweede uitgave eveneens
een grool
succes kan worden. Te Antwerpen
kunnen er
minstens zoveel boeken verplaatst
worden als te
Gent. Dan hebben we Latem, Oudenaarde, Eeklo, Kortrijk, Zomergem.
enz, enz. Overal
wonen er echte trouwe Vlamingen, die niet anders verlangen
passieven,
dan actief voor de ver-
koop van mijn boek te zijn. Doe mij hel plezier aan Bouchery, schrijven,
Vermeylen,
Sabbe, Baccaert te
dat ik ten zeerste getroffen
de blijken van genegenheid, van oprechte bedoeling
ben door
die de Vlamingen
op dit ogenblik
bewij-
zen. Zeg dat te Gent ook aan Everaert, Bailliu, Maes, Sado nes enz. Ik meende een bundel novellen of een nieuwe zielkundige In de brief van 2-8 luidt het: "... 's morgens mogen \\Ie /Hl arbeiden in een zaal van het schoollokaal. Het leven wordt eindelijk wat rustiger ... ". Op 21- 9 horen we echter dat Hoirminden niet rustig genoeg is om letterkundig werk te presteren, "en in een opgepropte studiebarak gaat het natuurlijk nog minder" .. De voordrachten houdt Sevens echter wel vol.
beginnen,
studie over de kleine burgerij maar ik ben gelukkig,
is. Alhoewel
te
dat het onnodig
ik in een klein kamerke woon, is
het er niet rustig genoeg om letterkundig te brengen, en in een opgepropte gaat het natuurlijk
voort
studiebarak
nog minder. Boeken schrij-
ven zullen we dus nog wat uitstellen. Te Allendorf
had ik kennis gemaakt met enkele der hedendaagse
Iiteratuur, hier in Holzminden
meesters
ben ik bezig met de Franse modernen
uit de Duitse roman-
te verslinden.
Alhoewel
ik
niet vloeiend Duits spreek, ken ik het goed; daarom herbegin ik nu met Engels. Reeds heb ik twee voordrachten
OVer De Loteling van Conscience gegeven; deze avond begin ik met Sabbe's heerlij-
ke Filosoof van 't Sashuis, die juist op tijd toegekomen
(10)
is. Dan komen Streuvels,
Vermeylen,
enz.
De briefkaart is getekend Charles Ghyselinck. Op die manier kon Sevens een kaart meer versturen.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 1
/7
Zoek eens in mijn volledige
uitgave van Gezelle, of gij de Kerkhofblommen
niet vindt. Zo ja,
zend mij dat deel. Ja, Kindje, de uren vliegen hier voorbij! Mijn kop is zo flink als ooit. Ik kan acht uren per dag geestelijk
werk doen, zonder de minste vermoeienis.
Zelfs oefen ik mij in het
kalmer werken. Ik beproef, nu ik toch de tijd heb, de koorts van mij af te werpen, die mij gans mijn leven lang bij alle geestelijke
inspanning
romans de derde moest zijn: Een merkwaardig
als overweldigde.
zaam maar stevig in mijn kop groeit. Van de opvoering hij nu toch opgevoerd grootmoeder
Ge weet, dat in mijn reeks
bestaan. Dat wordt een groots werk dat langvan De Vlasgaard
wordt, hoop ik dat gij zult toegangskaarten
krijgen en dat gij dan met
naar Jena is vertrokken.
reeds in de Gazet van Brussel gelezen hebben, dat hij inderdaad
Nog eens, ik lees hier alle dagen dat blad. Het doet me wel pijn om 't hart,
doch ik behoef dat te weten. - Mijn antwoord aan de Germania Dat is alleszins voor mij een gelukkige A la bonheur!
aangezien
of Livine of Margot zult heengaan. Schrijf me dan eens uw indruk. - Ge vraagt mij
naar Pirenne. Ge zult natuurlijk
geweest,
gesproken,
zal er reeds toegekomen
zijn.
oplossing. - Zo, dat de drie zusters leren velo rijden! (")
Nu weet ik, hoe gelukkig Livine was, en hoe gerust gij zijt. Ware ik er bij
Kindje, dan zou ik de velo veel duwkens gegeven hebben, dat ge zo dikwijls mogelijk
in mijn armen viel. In afwachting
zeg ik de goede familie en de vrienden een hertelijken
goen-
dag en kus mijn kinderen en mijn Kindje, Alfons Sevens.
25-9-1916,
briefkaart
Kindje, Sedert mijn brief van woensdag
nog geen nieuws van u. Het komt gewoonlijk
eens, drie brieven en meer. Wat hebt ge mij bedorven met uw regelmatig zo goed inbeelden,
schrijven!
hoeveel werk u dat vraagt en toch durf ik u niet zeggen:
want uw brieven doen mij te veel genoegen. Het pak van september men. De sigaren zijn alle zeer lekker. Tabak heb ik nu in overvloed lakens heb ik als thuis geslapen. dels van Herman Broeckaert.
Zend mij toch mijn uitleggend
al op Ik kan me
verminder
wat;
is reeds vrijdag toegekoen tussen de twee verse
woordenboek
en de verzenbun-
Constant doet u ook zijn beste groeten, een aan de andere kennissen.
Wij hebben hier sedert een paar dagen heerlijk najaarsweer.
't Doet me plezier voor u en de jon-
gens. En het vervult mij met nieuwe en grote hoop op een spoedig wederzien.
Alfons Sevens.
Het zou nog twee jaar en twee maand duren. Hoe de vader thuis verwacht werd, blijkt uit volgende passage uit Jeanne's brief van 26 augustus
19 I6. Het dochtertje
Vina
is nog geen twee jaar:
26-8-1916 Deze morgen wordt er gebeld. Ik kom terug in de keuken, en Vina, mij vragend aanziende,
zegt: "Vava T',
Ik stond versteld. En gelijk of ik ontkennend
antwoord-
de, ging ze verder, en er lag zoveel spijt in haar stemmet je: "Niet Vavasche
!"
C').
Tranen kropen onwille-
keurig mij in de ogen. En ik heb haar teer, heel teer gekust. Zou zij verstaan?
111 Jan Everaerts tuin te Ledeberg. (") Jeanne schrijft SJJM voor sk. 1/1 een vorige brief heeft ze het er al over gehad. dat het dochtertje sk als sche uitspreekt.
(U)
Van links naar rechts:
/8
Dirk, Vina en Jeanne
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 1
...
De post speelde een grote rol in het leven van het gezin te Gent. Als Jeanne een brief besloot met de woorden met een kus, en ga spoedig met Vinatje brieven en gazetten naar de post dragen. Dag, Lieveke, tot morgen", zeker dat zij in een adem door luidop aan Vinatje de zin herhaalde. de kinderen deden werd aan Vader overgebriefd.
"Ik sluit nogmaals is het zo goed als
Naar de post lopen betekende Vader iets brengen. Alles wat
Men leefde in functie van hem en er ging geen dag voorbij of Moeder vertelde
wat hij zou hebben gedacht of gezegd, en wat hij zou zeggen en denken als hij haar brief zou lezen. Op de pedagogische ling van de ouders hebben we al gewezen.
wekt. Ze was een vrolijke moeder, er hing een prettige sfeer in huis, alle dagen werd er iets speciaals werk, wedstrijden
in allerlei vaardigheid,
slapen. "Zou zij verstaan?"
bedoe-
De toon van Jeanne's brieven over de kinderen is tijdens de vakantie bijzonder opgetaalspelletje
... Moedeloosheid
slaat op het gevoel van verlatenheid
en eenzaamheid
verzonnen.
Knip en plak-
komen 's avonds op, als de kinderen
en het ongeduld, waaraan Jeanne overdag niet toegaf.
In het begin van de zomer klonk het nochtans: 2juli 1916, postkaart
Beste Lieveke, Sedert het juli geworden
is, ben ik zo zwaarmoedig.
Wij naderen de verjaring
van droevige, angstige dagen. Bijna een jaar! Ik heb soms een krop in de keel als ik Vinatje bezie, en zeggen dat gij haar slechts tien maanden gekend hebt ! Ik verlang zo naar nieuws van u, en nog zo oneindig veel meer naar u zelf! van u spreek met de kinderen?
Wat moet ik u nog meer zeggen?
Dat ik zoveel
Dat ik Frank met meer liefde kus, omdat ik in zijn doenwijze
de
gebaren herken van Vaderke, dat ik Dirkske's zwarte bol, zijn handjes wel eens meer streel, omdat zij zo op de uwe gelijken, dat ik Vinatje wel wat meer bederf, omdat zij de liefde en de kussen van haar Vaderke moet missen. Uw Kindje. Na deze discrete aanduiding
wordt Jeanne tijdens de zomermaanden
die meer dan eens van uitzonderlijke verborgen gebleven.
7-7-1916
vrijgevochtenheid
veel openhartiger.
Zij beschrijft haar verlangen
in een taal
getuigt. Doch deze dialoog met haar man, dacht ze, was voor de kinderen
Ook Dirk, de tweede jongste van het gezin, wacht op zijn vader: Dirk heeft deze morgen geslapen
tot wanneer ik voortging. Ik ben zo blij dal ik het ventje heb
laten slapen. Hij heeft juist van zijn Vaderke gedroomd:
een grote wagenautomobiel
bleef voor
de deur staan, met een Duitse conducteur
die aan ons huis kwam bellen. En als de deur geopend
was, sprong Vaderke van de automobiel!
...
De rest van de brief beschrijft hel dochtertje,
hoe ze speelt, haar eerste woorden. Een lange rij.
vrienden stuurt groeten. Dag Lieveke, tot morgen. \
Hierbij sluit dan Jeanne's eigen voorstelling
7-9-1916
van de thuiskomst
Het is zonderling,
Fonske, als ik aan uw terugkomst
dat ik uw voetstappen u zal voorgelopen
aan:
zal herkennen
denk, meen ik altijd dal het avond zijn zal,
in de verte, dat gij op de persienne
zijn en de deur reeds opengemaakt
zult tikken, maar dal ik
hebben om u welkom te wensen. Wat zul-
len we dan gelukkig, gelukkig zijn! En gij zult aanstonds de kinderen willen zien, en samen zullen we naar boven gaan, en zij zullen u niet veranderd groot zij geworden
zijn. Onze slaapkamer
kindje dat gij bij uw vertrek achterliet, gij zult ze aanstonds
moeten liefhebben,
armpjes boven haar hoofd geslagen,
voorkomen,
zal u vreemd voorkomen:
zult gij niet meer herkennen
want gij zuil niet zien hoe de wieg is weg. Het kleine
in de Vina van toen. Maar
want zij zal daar zo lief liggen in haar wit bedje, haar
zo blank, zo roze, zo schoon van onschuld!
tevreden zijn van uw Kindje, en al de kussen, die gij aan de kinderen
En gij zult
niet geven kunt, zullen mij
ten deel vallen! En gij zult te lijden hebben van mij, ik zal van u niet kunnen scheiden. Vervolg val! de zomerbrieven
uit Gent in aflevering 6.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 1
19
(
(
Oorlogsbrieven
van Alfons Sevens
1915-1918
Zesde aflevering, opgetekend en ingeleid door zijn kleindochter Nicole Verschoore
Zomerbrieven
uit Gent, 1916
In Boek en Bibliotheek 1999 nr. lis een briefkaart van 25 september gepubliceerd, waarin Alfons Sevens zijn vrouw bedankt: Wat hebt ge mij bedorven met uw regelmatig schrijven! Ik kan me zo goed inbeelden, hoeveel werk u dat vraagt en toch durf ik u niet zeggen: verminder wat; want uw brieven doen mij te veel genoegen. Enkele hoogtepunten van de zomer zijn al ter sprake gekomen, in de tuin van Jan Everaert te Ledeberg, waar de twee zusters Jeanne en Livine, echtgenoten van de twee broers (Alfons die in Duitsland gedeporteerd is en Jozef Sevens die aan het front dienst doet als brancardier), met hun kinderen gaan spelen. Nu verplaatsen we ons naar Gent. In juli is het vakantie, weldra beginnen de Gentse Feesten. Jeanne's brieven weerspiegelen zowat alles wat vroeger gebeurde, toen vader nog thuis was. Maar het leven gaat voort, zondagen en vakantiedagen worden in ere gehouden. De kinderen moeten hun deel krijgen. Het bezoek van tante Lisy naar aanleiding van de Gentse Feesten (I). Op 9 juli zijn Lisyen Jeanne met de kinderen op stap in het centrum van de stad: 9-7-1916
... gij waart bij ons door de herinnering aan verleden dagen, doch uw plagend woord ontbrak. ... Alleen aan de uitgang der cinema's volk, veel volk. En het speet mij te zien dat zoveel mensen hun gewoon leven voortleiden, en zich niet bekommeren om de droeve tijd, om het kanon dat buldert in de verte ... We hebben al de kinderen meegenomen, met de tram, hetgeen sinds lang niet meer gebeurd was; zij zijn bedorven geweest van tante Lisy, spekken, koekjes, die ze opzettelijk doen bakken heeft, en chocolade. Of het kermis was! En ik had Margot gelast, fruit te kopen, en er waren jenevers en kersen. Of ze gesmuld hebben, en grootmoederke had voor hun avondmaal: wit brood, aardbeien en melk. De uitstappen, die de drie bevriende leraressen op de beroepsschool voor meisjes aan de Tweebruggenstraat, Mevrouw Lampo, Mejuffrouw Heyman (') en Mevrouw Sevens - Jeanne - tijdens de vakantie voor hun leerlingen op touw zetten, werpen een bijzonder genuanceerd licht op de sfeer die toen heerste in het onderwijs. Hoe eenvoudig de genoegens waren, en hoe intens van de wandelingen genoten werd! Bij Jeanne en de kinderen begon de feestvreugde nog voor de eerste stap buiten werd gezet. De heerlijke vakantiedag roept ook allerlei vooroorlogse herinneringen op. Let ook op de culturele achtergrond die aan de dialoog tussen Sevens en zijn vrouw diepgang verschafte: 1-8-1916
Mijn huisje opgeschikt, boodschappen gedaan, 's middags bij Moederke gegeten, en om half twee hebben wij de kinderen gereed gemaakt om naar Heusden te gaan, bij boer Janssens, om
(')
Voor het eerst wordt hier juffrouw Beffort Lisy genoemd, zie noot 13 in Boek en Bibliotheek 1998 nr. 4. De lerares op de Normaalschool te Brugge stuurde sigaren naar Duitsland en was "tante Lisy" voor de kinderen. (') Madeleine Heyman was de vriendin van de Vlaamse dichter en hoogleraar in de aardrijkskunde Hegenscheidt. Zijn drama in verzen Starkadd (1898) genoot in de familie Sevens groot prestige. Madeleine en Jeanne waren vriendinnen. De kinderen Frank. Dirk en Livine gingen tijdens de oorlog geregeld met hun moeder op visite bij Madeleine, die aan de Hofstraat woonde. In de briefwisseling tussen Gent en Allendorf stelt Jeanne haar man voor, de drukproeven van Bij Brave Mensen door haar te laten leUII. In zijn brief van 7 maartl916juicht Sevens dit toe " "Uw voorstel, samen met mejuffer Heyman de drukproeven te overzien, is veel praktischer dan het mijne in mijn brief van 14februari. Indien uw vriendin zulks wil doen, zal ik haar dankbaar zijn. Niet alleen de drukproeven dienen gelezen. maar het werk, vooraleer het bij de drukker gaat".
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 2
3
op de ezelkens te rijden. De samenkomst had plaats aan de Zuid-Statie, waar de leerlingen van het 1ste studiejaar A, juffrouw Lampo en juffrouw Heyman en wij met de kinderen om twee uur moesten zijn ... En dan, in 't veld gekomen, rezen voor mijn geest al de goede wandelingen die ik met u vroeger deed: in die kleine dreef, laast gij mij een artikel van Van Hecke, maar dan begon pas de lente, en verder, aan de kromming van de weg, had gij mij een kus gegeven, en mij zo innig aan uw borst gedrukt, en somtijds waren we met ons vieren, in onze kleren van voor zeven jaren, langs de weg, en we plukten bloemen en Margot schertste met u! Spijtig dat gij onze wandeling van heden niet hebt kunnen mede doen! De leerlingen zijn zo vriendelijk geweest, en hebben zich zo goed vermaakt, en onze kleintjes dan! Nadat ze elk een grote pint melk gedronken hadden en enige lekkere boterhammen met mokken (van huis medegebracht) gegeten hadden, zijn ze op de bijze gaan schommelen, en nadien zijn de ezels voor de dag gekomen. En of onze kleintjes ervan hielden! Hebt ge weleens die middeleeuwse prenten gezien, waarop mannen op ezels gezeten, met een trage wijsheid naar een bedevaart trekken? Eh wel, in de verte gezien, had de rij een dergelijk uitzicht. In dezelfde brief van 1 augustus is blad 4 volledig gecensureerd. Onderaan blad 3 begint Jeanne de volgende zin : ik heb Paul Fredericq ontmoet ... Enkele weken later werd Paul Fredericq naar Duitsland gedeporteerd. In de eerste helft van september verlieten Fredericq en Pirenne Holzminden. Volgens Sevens' brief van 10 september 1916, werden ze naar Jena overgebracht; naar het officierenkamp Celle-Schloss, waar Sevens in november eveneens zou worden verplaatst. Kinderspelen zijn soms verrassend nauw verbonden met de Vlaamse zaak. Zo geeft zoon Frank aan zijn zevenjarig nichtje een stel "Verriestpostkaarten", waarmee het nichtje dol gelukkig is. In een kamer waar de moeder en de kinderen steeds samen zijn, blijven de kinderspelen eenvoudig: 13-7-1916
Deze namiddag heb ik toch zo'n plezier gehad met onze kleine bengels: zij hadden over hun handen en voorarm een papieren zak getrokken, en zo waren ze samen aan 't boksen.
3-7-1916
Gij vraagt ook: Is Margot helemaal gezond? Gisteren was zij aan 't spelen met Dirk: "Petekind van mij, ziet gij mij gaarne?" - "Ja, en moeke ook, en vake ook, en grootmoederke ook, en tante Livine ook ... " - "En waarom ziet gij mij gaarne?" - Zich achteruitschuivend op haar schoot, zijn handjes in haar handen, zijn schalkse ogen half toedoende, zegt hij, haar van verre beziende: "Omdat gij schoon zijt!" Hoeveel kussen hij voor dat antwoord gekregen heeft, kan ik niet zeggen! Zegt u dat genoeg over haar gezondheid?
Ook het huishouden wordt in kleuren en geuren geschilderd: 3-7-1916
Grootmoederke ... heeft tegenwoordig veel werk: elke dag is zij minstens twee uren bezig met groente kuisen, aardappelen schillen, rhubarbe gereed te maken enz. Er is heel wat nodig voor onze hoop, en de kinderen groeien.
Kinderspelen en huishoudelijk werk zijn nauw met elkaar verbonden: 17-8-1916
Vandaag heb ik de mansarde en de zolder gekuist. Frank heeft mij mogen helpen en hij was zo blij! Vina en Dirk zijn voorbeeldig braaf geweest. Zij hebben met bandeletten gespeeld.
20-8-1916
De kinderen hebben prenten in een boek mogen plakken ... Ze hebben zich zo goed vermaakt, en zijn zo braaf geweest!
4
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 2
Eenzaamheid en hartstocht in het preutse Vlaanderen De dynamische
stijl van Jeanne's geestdriftige
berichten over vakantie, feeststemming
met talrijke passages waarin zij uiting geeft aan haar gevoel van eenzaamheid.
en kindervreugde
Vergeleken
Vlaanderen in het begin van de XXe eeuw, is de helderheid van haar inzicht verbijsterend. gewaarwordingen analyseert lijkt ons uitzonderlijk openhartig, vrijgevochten en duidelijk. Haar eerste uitingen van tederheid zijn nog bescheiden,
uit
De taal waarin zij haar emotie en
zoals blijkt uit haar briefkaart van 2 juli 1916, afgedrukt in aflevering 5 ('),
Vrij snel laat de briefschrijfster beheersing aanbevelen.
echter alle schroom achterwege.
Op 3 juli klinkt het slot vaneen
opgewekte
3-7-1916
staat in schril contrast
met de literaire doeurnenten
Sevens zal geschokt antwoorden,
en - onrechtstreeks
- meer
brief plots bijzonder intiem:
En me dunkt, dat niettegenstaande
de droeve dagen die gij doorleeft,
Ik wens dat mijn lieve deugniet, die zijn vrouwen zo weet op te beuren, en de innigheid,
en schoonzusters
't plezier en de moed in huis brengt, maar heel rap terug
zal komen met al die goede dingen, die van het samenleven En als gij terugkomt,
gij niet zult verouderd zijn.
kinderen, en schoonmoeder
zullen anderen ook wederkomen!
zo'n gedurige
... Zie Lieveke,
plezierpartij
maken!
ik wou u nu in mijn
armen drukken, en uw haren strelen, en u op ogen en mond kussen, en u beminnen beminnen. Uw Kindje.
en mij laten
Twee maand later, op 6 september, bevat Jeanne's brief opnieuw schitterende vakantietaferelen, maar zij heeft merkbaar geleden onder de lange storing in de briefwisseling. Zonder nieuws van haar man, staat zij er minder sterk voor: 6-9-1916
En zie, ik ga u nu nog iets zeggen, en ge gaat niet kwaad zijn op mij, en niet bekommerd om mij: ik lijd door uw afwezigheid.
boven komen, ik heb mijn best gedaan om de wolken te verdrijven, gespeeld,
ik ben met hen uitgegaan,
zijn
En ik weet niet hoe het komt, ik heb het niet kunnen te ik heb met de kinderen
ik heb boeken gelezen, ik heb gewerkt, en toch ben ik altijd
ongerust; kon ik het maar eens goed uithuilen, een goede regenvlaag zou mij van dat drukkende verlossen! Het is uw schuld dat ik u zo lief heb! Zou er niet voor mij een goede brief op weg zijn? Als het nieuws weerom regelmatig ruimder zijn. De brief van 25-8 bevat ook zeer duidelijke 25-8-1916
zal ik dan ook weerom kalmer en opge-
sporen van neerslachtigheid:
Vroeger waren de avondstonden ons beidjes!
zal toekomen,
de beste uren van de dag, wat zijn wij gelukkig
geweest met
Nu is het hier zo eenzaam, zo stil. Het tikken van de wekker, het gekrabbel
pen op het papier, van tijd tot tijd een stap in de straat ... maar de uwe niet!
van de
... Fonske, Fonske,
ik heb u zo nodig! ... Ik mag nochtans niet klagen, ik heb geen reden om meer dan anders triestig te zijn: de stoffelijke
kant is verzekerd. Het boek verkoopt goed. Ik heb reeds twee honderd
vijf en zeventig frank ontvangen,
ik heb geen schulden meer aan Moederke,
ik heb het een en
ander kunnen kopen voor de kinderen, en ons lievekes zijn gezond alle drie, maar gij zijt er niet, ik was gewoon met u te denken, te leven; gij had mij in uw gedachten opgekweekt, ik leefde voor u ! En die leemte kan door niets aangevuld worden, zij wordt van dag tot dag gevoeliger, van uur tot uur zwaarder om dragen. Ik doe mijn best om dat te boven te komen, en vanavond valt het wat moeilijker. staat, verdrongen
Nu, dat zijn van die ogenblikken
ker doen doorgaan dan ik wezenlijk Ik houd van u, zoveel!
(')
dat de moedige op de achtergrond
door de verliefde. Dat weet niemand, maar voor u moet ik mij niet voor sterben, ten andere, gij zoudt het toch tussen de lijnen lezen.
Boek en Bibliotheek 1999 nr 1.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 2
5
De liefdesverklaring
wordt vaak herhaald, Tot.,'"slot.• ."van aflevering 5 is .een.deel van de boef van.7 september gepubliceerd, j-; " , " ~." :.' .'
I • -I
I
,"
.."
'. .•
.(
,'.
I "."
•
'.
t'
,
,
••••
~.
."
waarin
,
Jeanne vertelt hoe ze zich de thuiskomst
van haar man voorstelt. De kinderen zullen al in bed liggen, en zij zal van de tederheid
genieten, die a~~er~ dy, kiI,19,enmzou,den
teq Reel,gevall,enzijn,De~rief :' "r' .' .'.
7-9-1916
.'i "
'I"
'_~"!
',--
'.'
Gijzult.moeten.dulden
...
i
I
,
J'\'
j
.,
bij u vleien, en' dan; danis
'I
!
'j.,'
. I:'
':'."
gloed zieruontvlarnmensdieikzo
. ben, en-ik zaluw.ogentoekussenènu
I "
.
;",-'.:
dat ik.uw wangen; streel; enu op de mond kus; en. u in de ogen zie, en ik
zal daarin de bruine..donkere ~ ~ il'
r., . ','i'
gaatverder
.
.'·t .•
goed.ken,
en gij zult mij liefheb-
ànstuimiga:immijn'hat(drukken:en
alles' weergoed.En
mij dicht, heel dicht
dan bestaat die leemte niet meer; en kommer en
leed en werken zijn gedeeld en worden zo licht. En het geluk zal ons verjongen, .
.,:
In een brief van 1 augustus .. if:.'
.':
.:
'i ,' ~.•':.,
;
.. ' ,.
I~
"
':·:,3f,I'::'.:·':"'~f'~·'.
..... '"
'''',',
Ij:
r,', .: . i.":;."
,:"
:
II
,! .)'1./
.';
(I:
r;
.,~ ...(,:."
,"
1,,-'
lijp:
-, ";":.\'
zalvoelenrusten,
.',
Lï:;:' .~!
maar blijft ingetogen, Jeanne, zit naast het portret van haar man: .:;t;~:
1..11i,';
ft:
,,"',11
";':"!I':':
",:
:
Il:~:,~
, ...
'~i
",lP
',',
··.Il_.
'~-,_:.
.:
',i
.
: 1: :L~:"_
1"',.",
ti\>{ blik. mijn ;'.'-,,_,1,;
1.':::"
I,"·
.
l;,'
"r : '
g~zeten,' aan 't schrijven ben,
.",
s:>.
!"l'~)
be,wegingenza(volg'en
'.1 ,.','~
.J,
1:
l-ll'~:!l'l'\I!""'t
"'I,
',,;
•..
schalkse,.li~fdevolle '.:
..~',
ogen opnieuw op mij
en wij 's avonds in ons rustig, gezellig
,J,,!!'
JI
J ..
':'j'"
huisje zull~n;>:jjn,!.Dupbf1l 2;alj!<,ulief hebben, ,wij virpe.n he,t verloren paradijs terug, is het ,:·1..
!; .:.
,.,.!
t •
\ .
",
;~.
',',
\,
"...
..• J.
1 i,.
I
i
' •• I,
'
r
"".
'.'
'i ' ..'
'.'
_
....•
rWllS ongelooflijk
veel.aangenamer.ten.rljde
,I
I'
;:::'
' .. " En f\u.llJlijn beste ..Lieveke, .een, goedeavond.l.Gisteren
"
"
') :,' i:.,!Jl':.
;"',;i";~
I • .'
niet? Ik verlang er zo 'naar, en ik wacht op u
15-9,-1~!6 .,';':/
.l"
,.,'
Wat zal ik gelukkig Zijn wanne~rik:uw,lievebruine
«Ó»:
,':ii
I;: ..
'st~b~\;/klji~ gi} ~aa~ 'mij :t~r~iJliIébp Hw'pi~~t~k~~
':Vandpde
''''.'', '!
:',
.,:(1;.: .~:.~
"I,;;~
l
1-8-Ï9ld"'" ',Ijl'
is de toon even hartstochtelijk,
:1':\
:"1:;;"
','!':
\
Ir."
.
,."
heb. ik het.zo.koud.gevonden
als mijn slaapgezel.mijn
.inrbed, het
plaatsje reeds gewarmd»
had. Brr! ". ik ben bang voor de winter die aan de deur staat. Ik durf u schier niet meer zeggen 'ti
t :
I.
"':'!
"If
i,,' ""
Uiverlang én kus-u opde mond-innig.eü' lang.'Uw Kindje,
':',.:':' dat: ilczozeer-naar
".
Wie was'delyrischè
natuur-in 'clit'gèifn F'
>', '.,';'
'.:():i'·
I.
I 'Ll), .. : :,':' , ..
·J!fl·'·::;_'::J",~,,·j\·:'·\"~':.l(i~l~;·.l,.'.;:::,,\.:-:: ..•.. :;i~;F: ..!rîn';:··::r:',
l,i,;JiJ
,I;::. :.
11:_
"'.':'
(\1
,1",;
i:;,,'
:,:;;-::'.:'!'::::'I!jfi:
;.1
{:f';
vt :
J
.;;-.1:'
..)
I.:Ct.' .• :
1:1:': ~ ..·t~
:·..
,1,1
'(;.!
ii~:.i;,
1_'1'::
L,;':
ethtg~Iioo("'l~"
""";"":"Coriêspö~deiïti~',iirtnaanfValI:äë
':L (;.:! ,.,:. i'·r'lf ·_~/1;'.i.~: :i·- .. ;
)
:;';':1:',··.: .
::1 ~ '.:
,',1
;',11
;\'-,~,:.
'i,·.'''-
:·1;" . Jeanne brengt niet alleen haar man op de hoogte
, '';.':;;':
!.i
'.1'"
'!",
'
\.
'
.•.. ,
,I
van hergeen te G~nt gebeurt, zij voert in zijn ,", 'Ja,a~, d~:correspondenriernet
vrienden, w~rkg!O!i'.'.' ;
ver en drukker. Voor een beter begrip van de ·... oktober- en, novemberbrieven
. Debriefwisseling i! dèeërsie,
!''clè:róihiln' Bij
'!'
".; "
,' . .'\>
-'i',ii;' \/\."
=>: "
.": .;,)
J:~
i_::l~
,
{:i~;)j
".... , .. ", •
~-\:'J';,{
_'
... ,:. ,~, ;',/ "
\.1 ;'_.!.:':
1t
.,,-,!
'-'-,
.i1.':.t;;·;:.~.:I"
,
~,
;'.;]~,'
«" .de <,.~-: . ~~~ '::,:.1:f;!
:,,;,,'. •
.
'~'.:'.
. .'.il; :;/i .. <',.!::;!i·~·_,·,
"l.·.kf:a;~r,(tf!~a;~br;!..·c.~rrf,sfo,nrt~r~i~ ~f!,n'1.i(Me,c;~~7n(/f .'!1~i:l?l~I'\;·"·
î')
6
bespreekt
vërvolgehs
de modaliteiten
van
van de tweede uitgave van
Brd;;~ Mensen,
die Alfons Sevens
eerste pen ode van Sevens' gevangenschap. :=ii'!
j,~
•• :
:;i;
,';:;
I
Op 4'nov.~mber verhuist hij naar het officierenjll':.'.} ,,·.:.{J:/ •.!,~ ' .., J:i. "j
,i! ('I :.
~Wrp,è.t~ICel1e~.Sc.h.loss('),
In "Zij en Wij Sprokkelingen lIit mijn baWngfchav" ( 1923) schrijft Sevens hierover,' 28 oktober: - Overgebracht Celle-Schloss; geweigerd. terug Holtminden. 2 november: - Terug naar Celle-Schloss.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 2
van Sevens, volgt ..· .,
.\' :",c: }',\~\
I
.~ . '.' /.
naar het officierengevangenkamp ',". '. .'., ,,'!. ',rl;'.' " .•.
. ,,".
''j
In 1918 ontstaat zijn tweede, in gevangenschap geschreven boek, "Vergeet-mij-nietjes", bestaande uit drie novellen. Ofschoon. de bundel pas veel later klaar zou zijn, had Sevens al in oktober 1916 te Holzminden het plan opgevat, eraan te beginnen. Daarover laat de hieronder gepubliceerde brief van 19 oktober uit Holzminden geen twijfel bestaan.
Briefwisseling tussen Jeanne en Maurits Sabbe Alle brieven van Sabbe aan Jeanne zijn bewaard gebleven. In een brief van 12 april 1916 heeft Jeanne Sabbe laten weten dat haar man niet langer te Allendorf verblijft. Onze goede Fons zal voor zijn schrijfarbeid niet meer zo rustig zijn, antwoordt Sabbe, maar "hij is wel flink genoeg om er toch wat op te vinden". In april wachten Bouchery en Sabbe op de toelating van de Duitse overheid, om "Bij Brave Mensen" te drukken. Sabbe wil ook weten of hij nog pakjes mag sturen. In een volgende brief regelt hij de verzending en de verdeling van het ondertussen verschenen boek. Hij neemt initiatieven om het Jeanne gemakkelijk te maken en wil graag vernemen of Fons al zijn tweede geldzending naar Holzminden ontvangen heeft. Meestal schrijft Jeanne in haar brieven aan haar man de brieven van Sabbe over. Deze van 12 mei echter niet.
i
Sabbe aan Jeanne, 12 mei 1916
I
Envelop van de Antwerpse drukker Jan Bouchery, de laatste van de vooroorlogse soort. Na 1 april 1916 worden voor de correspondentie enveloppen en oorlogspapier gebruikt. De sierlijke letter is daar ook vervangen door een alledaagse.
Schuttersvest 22, Mechelen. Zeer geachte Mevrouw Sevens, Uw brief goed ontvangen. Ik zend aan Fons 100 mark. Gisteren was ik te Antwerpen bij Bouchery, die al een heel deel van het boek gezet heeft. Ik besprak met hem middelen om te Mechelen en te Brussel exemplaren aan de man te brengen. Dat zal gaan. Met zeer hartelijke groet, Uw Tg. Maurits Sabbe.
Brieven van Sabbe in Antwerpen aan Jeanne in Brussel gingen eerst naar de Etappen-Inspektion te Brussel, met vermelding van 'Iet adres van de geadresseerde en van de afzender op de voorkant van de envelop. Zo zijn twee brieven bewaard, die eerst door de censuur zijn gegaan, daarna naar de Steurstraat 7. Sabbe aan Jeanne 18 mei 1916
Mechelen, Mevrouw Sevens, Op 15 mei zond ik 100 mark aan Fons te Holzminden. Ik hoop wel dat hem dit mandaat naar Würzburg zal volgen. Ik verwittig hem nog heden. Ook aan U schreef ik op 15 mei. Met beste groeten, U zeer genegen, M. Sabbe.
Sabbe aan Jeanne 18juli 1916
Mechelen, Mevrouw! Uw kaart van 6 juli deed mij vee i genoegen. Het is ons altijd aangenaam wat van onze goede Fons te horen. Wij hebben met enige vrienden, Vermeylen, L. Franck, Pol De Mont en ik, een verzoekschrift ten gunste van Fons aan de bevoegde personen gezonden. Wij vragen of dat men hem vrijstelle, of naar Zwitserland zende of met een zachter regiem behandele. Laten we hopen, dat wij zullen aanhoord worden. Met hartelijke groet! Uw dw. Maurits Sabbe.
Het verzoekschrift van Sabbe en vrienden dagtekent van juli 16. Sevens werd naar Würzburg gebracht op 14 april 1916, en terug naar Holzminden verplaatst op 31 juli van hetzelfde jaar. Zijn volgende verplaatsing gebeurt op 2 november 1916. Daar zou hij de professoren Pirenne en Fredericq terugvinden.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 2
7
I
Wat Zwitserland betreft, we weten uit de briefwisseling uit Würzburg dal dank zij voorspraak gezonde gevangenen bij de zieken werden gevoegd, om aan de Duitse kampen te ontsnappen. Sevens was daar in juli 1916 niet bij. We vinden misschien het spoor van het verzoekschrift van Sabbe, Vermeylen, Franck en De Mont terug in Sevens' brief van 19 oktober, alhoewel Sevens hier op een ander spoor gebracht wordt: "Gisteren ben ik geroepen geworden, en men heeft mij gezegd, dat de aanvraag tot mijn vrijstelling verworpen was. Ik heb gevraagd, wie deze vrijstelling aangevraagd had, en heb vernomen, dat gij zelf, na uw aanvraag in december, een nieuwe aanvraag in mei had gemaakt. Ge kent mijn mening aangaande deze zaak" (zie verder in deze aflevering). Over de tweede oplage van Bij Brave Mensen schrijft Sabbe : Sabbe aan Jeanne 8 september 1916
Mechelen, Mevrouw! Met het boek van Fons gaat het zeer goed. Bouchery moet met een tweede oplaag beginnen. Het geld van de Mechelse inschrijvers zal ik U half oktober zenden. Er zijn veel leraars op verlof onder de kopers en die komen eerst begin oktober terug. Dat schreef ik U reeds vroeger. Ik zal aan Fons zelf schrijven. Hartelijke groet. Uw dg. M. Sabbe.
Op 4 oktober 1916 kondigt Maurits Sabbe een mandaat van 400 fr. aan, de verkoopprijs van 200 exemplaren. Op 27 oktober alweer een nieuw mandaat van 139 mark, met de vraag, een ontvangstbewijs te laten geworden. Drie dagen later volgt een tweede kaart over hetzelfde mandaat, omdat "mijn kaart niet voorzien was van de supplement-zegel van 3 centiemen" en daarom wellicht niet zou zijn toegekomen. In de loop van de maand oktober werd de frank als betaalmiddel vervangen door de Duitse mark.
Briefkaarten
van August Vermeylen
Van August Vermeylen ontvangt Jeannevolgendebriefkaart: Vermeylen aan Jeanne 22 augustus 1916
Vermeylens
(')
8
briefkaart
Dieweg 53, Ukkel, Geachte Mevrouw Sevens, Ik had gehoopt dat onze bemoeiingen een beter resultaat voor Fons hadden opgeleverd ... Maar gelukkig zal het hem nooit aan moed ontbreken! Ik zal dadelijk zorgen voor die zending Vlaamse boeken die hij verlangt ('). Mocht ik U in ·'t een of 't ander nog van enige dienst zijn, gelieve over mij te beschikken. Hoogachtend, AVermeylen.
ging eerst naar de Etappen-Inspektion
Briefkaart van August Vermeylen over de verkoop van Bij Brave Mensen. 16 december1916
In zijn brief van 2 augustus (Oorlogsbrieven, Vijfde aflevering. Boek en Bibliotheek 1999 nr. Ij verzoekt Alfons Sevens zijn vrouw, Yermeylen een reeks Vlaamse boeken te vragen. voor de Vlaamse gevangenen te Holzminden.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 2
Andere briefkaarten van Vermeylen aan Jeanne vergezellen de betalingen van de verkoop van "Bij Brave Mensen", op 3 oktober 200 fr., op 9 december 38 fr. Op 6 februari 1917 schrijft A. Vermeylen: Ikvrees dat er in onzen kring van kennissen niet veel meer te doen valt, ze zijn nu allen bediend. In 1918 zal Vermeylen opnieuw inspringen voor de verkoop van de eveneens door Alfons Sevens in Duitsland geschreven bundel "Vergeet-mij-nietjes".
Sevens' brieven uit Holzminden, tweede verblijf Sevens' brieven tot eind september zijn in Boek en Bibliotheek, 1999 nr. 1 gepubliceerd. Sevens herinnert zich niet steeds precies in welke bewoordingen hij zich in zijn brieven aan Jeanne uitdrukt. Men vergelijke b.v. zijn zin van 25 september - "Ik kan me zo goed inbeelden, hoeveel werk u dat vraagt en toch durf ik u niet zeggen: verminder wat; want uw brieven doen mij te veel genoegen" - met de tweede zin van zijn kaart van 9 oktober: 9-10-16
16-10-1916
19-10-16
Jeanne, Al de brieven tot 26-9 inbegrepen zijn in mijn bezit. Ik schreef u reeds, dat gij zoveel brieven niet meer moest sturen; ge vermoeit u te veel. - Wat mijn correspondentie betreft, de Ie en de 3e woensdag mogen we een brief schrijven, en die blijft telkens voor u voorbehouden. Met welke vreugde zie ik iedere maal die woensdag naderen! Ontvangt ge mijn brieven niet, 't is dat ze niet doorgeraken. - Schrijf aan Louis Franck, voorzitter der Intercommunale Commissie en volksvertegenwoordiger te Antwerpen, dat ik de stad Antwerpen bedank voor de inschrijvingen op mijn roman en doe hem mijn beste groeten. - Ge ziet dat alles beter gaat dan ge meent en dat de echte Vlamingen mij niet vergeten. Geen zwarte gedachten, Kindje! Niemand kan voorzeggen, of ik deze winter niet te huis geraak: Mijn gedachten zijn steeds bij u. Groet allen en kus de kinderen. Ik kus u innig, Alfons Sevens. Lieve Marie-Jearme (6), De laatste brief die ik van u bezit is van 29 september. Ik meen daaruit te verstaan, dat gij mijn brief van 6 september ontvangen hebt C). Ik hoop het, want ik liet u daarin weten, hoe ik op u peins, en hoe ik met mijn kinderen begaan ben. Ik klap er hier zo dikwijls over met Jozef ('). Maar ik vrees dat ik u dit alles te weinig zeg. Ge verdient het toch zo ! Nu, ge kent mij; ge weet dat ik niet geeme liefdesverklaringen doe of schrijf. Als ik thuis ben, kunt ge mijn liefde in mijn ogen lezen of aan mijn doening zien. Nu ben ik verre. Geloof mij echter, dat mijn herte altijd even dicht bij u allen blijft. Ik stel het voort goed. Ik slaap rustig en ik werk neerstig. Ik verlang naar een kus van u. Uw Airné Vandenberghe. Kindje, Ik heb tegenwoordig geen kans! Eergisteren heeft men mijn brief van 5 oktober, in plaats van aan u te zenden, aan mij terugbezorgd! Welke angstige dagen zult gij weer doorleven
(')
De knort is getekend Aimé Yandenberghe.
(')
Er is geen brief van ti september, wel een gedagtekend 7-9, zie Boek en Bibliotheek 1999 nr. 1.111zijn kaart vall 23-10 maakt Sevens dezelfde OIl//a'IWkeurigheid.
(')
Het woordje "hier" moet de censuur misleiden. Jozefwas aan de Llzer, op het slagveld. Sevens kon echter met zijn broer achter hetfront corresponderen. Hij gaf hem het nieuws uit Gent en stuu;de Jozefs antwoorden naar Gent. In Jeanne's correspondentie ';eet Jozef vaak Josephine. Van zijn kant omzeilde Alfons alle gevaarlijke klippen op heel eenvoudige manier.' hij schreef b. v. dat hij Jozef de foto van zijn vrouwen kinderen ~ had, en dat deze daar heel gelukkig mee was. Vanzelfsprekend begreep men in Gent onmiddellijk dat Sevens de foto ~ had en daarna de reactie van zijn broer ontvangen. Wij weten niet hoe de verbinding tot stand kwam, langs Nederland om of door het Rode Kruis. Gent, dat Etaooen- gebied was, kon met de Belgische soldaten aan het front niet corresponderen. Brieven van Jozef naar Duitsland werden door Alfons Sevens niet bewaard.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 2
9
in afwachting
van nieuws!
Gelukkig geraakt men in alles verhard. Nu is het mijn beurt om
angstig te lopen. Het laatste nieuws dat ik van u kreeg was op 10 oktober, namelijk uw brief van 29 september.
- Uw mandaat van 100 M. is mij sedert lang uitbetaald
werd mij aangekondigd.
Dus geldelijke
overvloed.
en dat van 160 M.
Ik ontvang en verteer het zoveel te geruster,
daar ik weet, door de verkoop van mijn roman, dat ook uw winter vrij van geldelijke zijn. - Gisteren ben ik geroepen geworden, vrijstelling
verworpen
zorgen zal
en men heeft mij gezegd, dat de aanvraag tot mijn
was, Ik heb gevraagd,
wie deze vrijstelling
nomen, dat gij zelf, na uw aanvraag in december,
aangevraagd
had, en heb ver-
een nieuwe aanvraag in mei had gemaakt. Ge
kent mijn mening aangaande deze zaak (9). Maar van u begrijp ik het zo goed. Het is zo menselijk als men vrouw is, en bemint zoals gij. Ik ben tevreden dat mijn antwoord
aan de Germania
te Stettin in uw handen is, en hoop dat de lening op de polis reeds is geschied.
- Vraag eens aan
de censuur te Gent of gij mij het klad van mijn schets Niet uit liefde moogt sturen. Ik ben zinnens te trachten ze hier af te maken, een drietal novellen er bij te schrijven en zo een bundel novellen te bereiden. Voor een dezer novellen heb ik de tekst nodig van de opera L'Africaine. Koop en zend mij dat tekstboekje.
Ge zult het vinden in de winkel in de straat die naar het
Theatre Minard loopt. Het kost, geloof ik, 30 centiemen.
Ge ziet het, dat voor het ogenblik de
werklust groot is, en dat ik mij allerbest gevoel. - Verder stuur mij Een dure Eed van Virginie
Loveling met haar levensschets geschreven ter gelegenheid van haar huldefeest, en een boek van Hugo Verriest. Wat ge mij schrijft over de nieuwe oplage van mijn roman verheugt mij ten zeerste. Wie ge allemaal in mijn naam moet bedanken, durf ik niet neerschrijven,
of wie weet,
krijg ik deze brief ook niet terug. - En nu dat de zaken afgedaan zijn, moet ik u zeggen, Kindje, dat ik mijn geweten onderzocht
heb, en dat ik mij te ... ikzuchtig heb bevonden.
veel van u. Meest al de brieven worden door u 's nachts geschreven, Begin eens met alle drie dagen te schrijven.
Ik ben waarlijk beschaamd
eigen vleugels wilt vliegen, en wilt leven uitsluitend
Ik verlang te
als ge moe gebeuld zijt. dat gij heel en al op
van uw loon. De eerste uitgave van
Bij Brave Mensen moet toch 1500 fr. zuivere winst opbrengen. Waarom er dan nog een avondschool bij gepakt ? Pas toch op uw gezondheid,
Kindje, en overwerk
grote gave, namelijk dat gij alle werk zeer stipt, zeer nauwgezet, voert. Het plichtbesef
('0) is bij u uitermate
Kindje, dat alles nu maar een doorpassage
ontwikkeld.
u toch niet. Ge hebt een
tot in de kleinste puntjes uit-
Doch steek het goed in uw hoofd,
is, en dat plichtbesef
geen synoniem
is van opoffe-
ring. Die doet wat hij kan is een eerlijk man. Dus niets ter harte trekken van school enz ... En Livine die nu ook school geeft. Verduiveld,
wat moeten Grootmoederke
en Margot overlast
zitten met werk! Ik geloof, dat in mijn klein wereldje te Gent de bedrijvigheid opgeslagen.
Nu, bedrijvigheid
is 't oorkussen
hun moeder, altijd op zo'n oorkussen gepeinsd.
haar troon heeft
van de engel! 'k Wens dat mijn kinders, evenals
zullen slapen. Ik heb op 15 september
Ze lacht mij in mijn kamerke toe, in gezelschap
op mijn dochterke
van Frank en Dirk, en mijn troost is te
weten, dat mijn Kindje hun moeder is. Wanneer zal ik ze eens aan mijn hart voelen? ling!
23-10-16, briefkaart
Dag lieve-
Alfons Sevens.
Jeanne, Sedert mijn brief van woensdag
is nu kermis geweest. Uw brieven van 28-9, 30-9, uw
kaarten van 4-10 en 6-10, daarbij een brief van Livine en Albertine ontvangen.
(')
Wat-doet het
In Nieuwsbrit:f /999 van de Stichting René De Clercq citeert Joost Vandomme/e een stelling van de Duitse historicus Dr. Winfried Dolderer, Duitslandcorrespondent van De Standaard. die bevestigt wat Alfons Sevens vanaf het begin vall de Duitse bezetting had voorgevoeld. We citeren: "Algemeen kali men stellen dat de cynische Duitse machtspolitiek en het schaamteloze gebruik van rechtvaardige Vlaamse eisen en sentimenten voor louter eigenbelang bij ons nog te weinig bekend zijn u. (10) De genitief -s was nog niet gebruikelijk.
JO
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 2
plezier te vernemen, dat het met al de zijnen goed gaat! Uw pak van oogst ('I) is op 7-9 en uw pak van september recht.
op 22-9 besteld geworden.
Nooit en in niets ongerust zijn, alles komt toch te
- Dus zijt ge tevreden van mijn brief van 6-9
C). Luister,
Kindje, ik ben te oud om u dik-
wijls te zeggen hoe steeds mijn hart vol is van u, hoe oneindig lief ik u en de kinderen heb. Gij zijt het enigste ideaal in mijn leven dat werkelijkheid ongevraagd
en ongedwongen,
is geworden.
Altijd en in alles zijn we het,
volledig eens geweest. Doch ... het schijnt mij dat ik onze liefde
verneder met er gedurig mede langs de straten te leuren. Men stelt zijn schatten niet ten toon. Ik kus u en de kinderen innig. Alfons Sevens. 2-11-16
Jeanne, AI uw brieven en kaarten tot 19 oktober ontvangen. Laat ons weer eens gauw de geldkwestie onderzoeken.
Sedert oogst ('I) heb ik van u ontvangen
50 M. + 50 M. + 80 M. +160 M.
+ 160 M. of samen 500 M. = 625 fr. Ge weet, dat ik daarvan in 't kamp alle weken 20 M. krijg, en dat ik dus nog 16 weken goed ben. Maar waarschijnlijk
geraak ik met dat geld veel verder.
Tabak en sigaren moet ik mij niet kopen, dat heb ik in overvloed. uit Holland regelmatig
toe, dan is het zeer spaarzaam.
Komen de pakken eetwaren
Anders ben ik verplicht in 't kamp eten te
kopen, en het kost hier volstrekt niet duurder dan te Gent. Daarom vind ik het beter dat ge mij geld zendt dan eetwaren. Dus voor maanden ben ik goed. Nu, de eerste uitgave van mijn roman zal u 1500 fr. opbrengen.
Blijft later te zien wat de tweede uitgave oplevert.
In alle geval, ik
i
II
I
De Vlaamse kerkzangers te Holzminden, oktober 1916. In de briefwisseling is nergens sprake van deze groep. Alfons Sevens zit op de eerste rij, vijfde van links. De foto werd dezelfde dag getrokken als het in de vorige aflevering gepubliceerde groepsbeeld van Sevens met de toehoorders van zijn voordrachten.
r i"} augustus. Het pak werd naar Wiirzburg verzonden.
Boek en Bibliotheek
- 1999 nr. 2
JJ
herhaal u: Ge moet in oorlogstijd met grootmoeder en Livine samen het huishouden en de kinders niet te kort doen. Begin dan maar met de 400 fr. die Sabbe u gezonden heeft, samen te gebruiken. Denk eens, welk genoegen voor mij gedurende mijn ballingschap, nog de mijnen te kunnen bijspringen! En hebben de angst en het hartwee ons niet allen tot één familie samengesnoerd? - Wat mijn verzekeringen betreft, ... Hier volgen aanwijzingen om de polissen te betalen. We hernemen de brief voor een aanduiding, die aantoont dat het kelderkeukentje, waar we de kinderen zien spelen, ook de plaats was, waar de vader zijn bureau had. De polis I. 206.124 en het depositobewijs van polis 625.200 zult gij vinden in een zijlade van mijn schrijftafel in het kelderkeukentje. De stukken van de Germania zend ik u in bijzondere brief terug, met een woord voor de Germania. Maak u dus niet ongerust, Kindje, over de geldzaken. Moest ik uw geldelijke toestand niet juist kennen, moest ge mij miserie's verdoken hebben, vraag gerust een lening aan de beste mijner vrienden. Zelfs dood, ben ik dank zij mijn levensverzekeringen, nog geld waard! Martel dus uw hoofd niet langer, Kindje! - Zoals gij het in uw brief van 18 oktober zegt, hebt gij na de twee leningen bij Germania te goed 15.55 fr. _ 't Spijt me natuurlijk, en of! dat ik van u geen regelmatig nieuws meer zal krijgen. Hoe gaarne hoorde ik u vertellen van Frank, Didi, Vinatje, Theo, de kleine serieuze Jeanne en het kapoentje Nora. 'k Zag onze bende naar school optrekken, 'k zag ze spelen en tempeesten, bekeven door de overlaste moeders, beschermd door mijn schoonzuster tante Margot, vertroeteld door ons beste grootmoederke. 'k Ben tevreden' over Frank en zijn nieuwe school. Ik houd van zijn jeugdig geweld. Dat heeft hij gedeeld van zijn moeder. 'k Houd van mijn ingetogen Dirk, met zijn guitig hart. Op wie zou die zoon gelijken, Jeanneke? Wat onze tirannieke, exclusieve Vina betreft, 'k geloof, dat ze wat van tante Margot mee heeft! - Ge zendt mij een portret van uw liefste - en lieve - vriendin. Het verwondert mij niet, dat het een vriendin van u geworden is. - Ge schrijft mij: De franskiljons vinden dat ik uit plantrekkerij in Duitsland blijf. Nu, als het hier zo goed is, niets belet die heren franskiljons een daad te plegen - occasie's daarvoor zijn er nu genoeg! - die hun toelaat hier ook enige maanden rabiau ('2) te kunnen eten! - Wat de heren flaminganten uit Vlaamsch Leven betreft, dat artikel over mij is een gemeenheid, waarop ik dan ook geantwoord heb. Troost u maar Kindje: 't Is aan de beste vruchten dat de wespen knagen. En ... Boontje komt vroeg of laat om zijn loontje. - Laat ons, Kindje, ons kruis gelaten dragen. Vergeten we nooit, dat in deze wrede tijd oneindig veel mensen een groter kruis dan het onze te dragen hebben. Ik ben gezond, ik heb niets, noch sluffers, noch kousen, noch schoenen, niets te kort. Ik werk neerstig en ik droom in de verloren stonden over het grote geluk, dat ik bij mijn aangebeden vrouwen mijn geliefde kinders genoten heb en over hetgeen me nog te wachten staat in de Steurstraat te Gent, nummer 7 en nummer 10 (IJ). Dag allerliefste Kindje! Alfons Sevens.
(wordt vervolgd)
Van het woord mi2.iJJJJ. vinden we geen spoor. wel van rabauw, Van Dale schrijft: schooier. 'landloper, van het Frans Iillmuk. en geeft als laatste betekenis: winterappel. Sevens gebruikt het woord als aanduiding van iets waardeloos. Kost voor landlopers? Opgeraapt oudfruit ? Misschien is verwarring ontstaan met het woord ~ oorspronkelijk uit het Zweeds. tijdens beide wereldoorlogen echter voornamelijk in het Frans gebruikt voor koolraap, de voedingswaar bij uitstek ter vervanging van aardappelen en groente. Het werd volstrekt niet geapprecieerd. i") Op nummer 10 woonde Grootmoeder. schuin tegenover het huis nummer 7 van Fons en Jeanne. (")
/2
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 2
(
l
Oorlogsbrieven
van Alfons Sevens
1915-1918
Zevende aflevering, opgetekend door zijn kleindochter Nicole Verschoore
Alfons Sevens werd op 2 november 1916 van Holzminden naar de Nedersaksiche stad Celle verplaatst, waar het hertogelijk slot als kamp voor officieren en belangrijke politieke gevangenen dienst deed. I
ï
I
I
[
De kaart van 10 november die Sevens in Celle aan zijn vrouw schrijft en die in deze 7de aflevering de reeks correspondentie opent, volgt onmiddellijk op Sevens' laatste brief van 2 november uit Holzminden, gepubliceerd in aflevering 6, Boek en Bibliotheek VI nr. 2, p.ll. Waarschijnlijk wist Sevens 's morgens niet dat hij diezelfde dag zou vertrekken. De zeven maanden die Sevens te Celle zal doorbrengen, betekenen een betere tijd in zijn lange gevangenschap, die hij vanaf nu duidelijk als ballingschap ervaart. Af en toe laat hij in zijn brieven minder optimisme doorschemeren: voorzichtigheidshalve schrijft hij: "die terugkeer! ... als dat ooit gebeurt..." Sevens werd in mei 1915 aangehouden te Gent, daarna vrijgelaten en veroordeeld. Eind juli 1915 ondergebracht in de Nieuwe Wandeling, daarna in Aken en Cassel- Wehlheiden. Zijn straf van 110 dagen gevangenis was op 15 november uitgezeten, doch werd hij niet op de trein naar Gent gezet. Hij belandde eerst in het dorp Allendorf. Daarna maakte hij kennis met het kampleven te Holzminden, waar hij twee keer lange tijd zou verblijven, met een onderbreking te Wurzburg. Begin november 1916 werd hij naar het officierengevangenenkamp Celle-Schloss overgebracht. In zijn brief van 28 november 1916 schrijft hij aan zijn vrouw Jeanne: '''t Is nu zestien maanden, dat ik u niet meer heb gezien". De kaarten die hij nu verstuurt naar Mevrouw Jeanne Sevens, Steurstraat 7 Gent België, vermelden in druk: Kriegsgefangenensendung. Absender Sevens Alfons, Belg. De censuurstempels in Duitsland en die van de Etappen-Inspektion Gent zijn er nog steeds. Sevens mag één brief per maand schrijven, drie vellen lang. Het briefpapier is echter groter dan dat toegelaten in Holzminden en Würzburg. Het is echter nog krap toegemeten. Sevens moet ook corresponderen met zijn vroegere werkgever, de verzekeringmaatschappij Germania, of met zijn uitgever Bouchery, zaken die hij zoveel mogelijk van te voren aan zijn vrouw voorlegt. Uit de brief van 27-12-16: "Met die zaak krijgt ge deze maand maar 1 brief en 3 kaarten. Ook toekomende maand moet ik waarschijnlijk elders dan naar u schrijven".' In vorige afleveringen is herhaaldelijk de slechte postverbinding tussen de Duitse kampen en Gent ter sprake gekomen. Uit Jeanne's brieven bleek grote ongerustheid en diepe ontmoediging van zodra de berichten van haar echtgenoot uitbleven. Soms duurde de storing weken. Sedert Sevens' verplaatsing van Holzminden naar Celle, is opnieuw zo'n toestand ingetreden. Uit de hier volgende kaarten en brieven blijkt, dat de balling zich aanvankelijk geen rekenschap gaf van het feit, dat men in Gent hoegenaamd niet wist wat hem overkomen was. Hij verneemt de storing pas op 12 december. Vanaf 1917 zijn de brieven en kaarten opnieuw genummerd.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 3
13
In het slot van Celle kan Sevens na een tijdje opnieuw werken. In zijn brieven is er dan ook sprake van woordenboeken, van het tekstboekje van de opera L'Africaine, van de eerste versie van zijn verhaal Niet uit Liefde die thuis is blijven liggen (brief van 28-11-16). Hij wil de tekst nazien en afsluiten. Hij berekent de opbrengst van de tweede druk van zijn roman Bij brave Mensen die hij te Allendorf heeft geschreven en die ondertussen door Bouchery te Antwerpen is uitgegeven. Hij overweegt de vertaling ervan in het Duits (kaart van 6-12-16). Zijn brief van 28-11-16 aan zijn vrouw bevat een van de weinige intieme uitspraken over zijn ontberingen in gevangenschap, op . familiaal en op politiek vlak. In de brief van 27-12-16 gaat Sevens verder: hij spreekt zijn verkleefdheid aan zijn levensgezellin uit, zijn bewondering, zijn dankbaarheid. De brief is minder gereserveerd: "Kerstdag is een geschikte dag om zulks eens te zeggen".
(
Wat de eigennamen in de correspondetie betreft: Frank, Dirk en Vinatje zijn Fons' en Jeanne's kinderen. Sevens gebruikt de meervoudsvorm kinderen wanneer hij kinderen in het algemeen bedoelt. Heeft hij het over zijn eigen kinderen, dan schrijft hij kinders. Ook noemt hij zijn vrouw meestal "kindje", nu zonder hoofdletter. De intieme benaming. doet dienst als eigennaam, zoals "grootmoederke" voor zijn schoonmoeder, eveneens meestal zonder hoofdletter. Als moeder van de drie zussen komt grootmoederke in nagenoeg alle brieven voor. Zij woonde aan de Steurstraat 10. De in de kaarten en brieven uit Celle-Schloss vermelde Gentenaren zijn reeds allen in vroegere brieven vermeld. Onkel Jean of Jan is vanzelfsprekend vriend Jan Everaert. In de brieven uit Celle wordt vaker dan gewoonlijk Sevens' broer Jozef vermeld, echtgenoot van Livine en vader van Theo, "kleine" Jeanne en Nora. In de brief van 28-11-16 schrijft Sevens als antwoord op een relaas van zijn vrouw: dat de vreugde van de kinderen "van verre gedeeld (werd) door de vaders". In de oorlogsbrieven wordt nergens geschreven hoe de verbinding tussen Fons en zijn broer (of broers) tot stand was gekomen, maar Sevens had de familie in Gent duidelijk laten weten dat hij met Jozef contact had (ofschoon deze laatste achter de frontlijn aan de Ijzer verbleef). De aanduidingen zijn ontegensprekelijk. In Sevens' brief van 27-12-16 gaat het over foto's van Jozefs kinderen, die Jeanne hem gestuurd heeft: "Spijtig dat ik uit Holzminden weg ben, en ze aan Jozef niet kan tonen". Het systeem, mannen te "vervrouwelijken" om de censuur te misleiden (in vroegere brieven "Josephine" i.p.v. van Jozef) wordt niet meer toegepast, in latere brieven echter opnieuw. De kaart van 24-1-17 herhaalt onomwonden: "Onmogelijk de portretten aan Joseph te zenden" (Sevens schrijft zowel "Jozef' als "Joseph"). Plots blijkt uit de brief van 2-2-17, dat Sevens zeker met zijn broers Constant en Joseph heeft gecorrespondeerd. Hij verkleedt de omstandigheid, maar de zin is duidelijk, want de drie mannen die vernoemd worden - Eyckens, broer Constant en broer Jozef - evenals Sevens zelf, hebben elk een vrouw of een vrouwen kinderen thuis: "Hoe dikwijls, als wij aan 't klappen zijn met M. Eyckens, kapitein Constant, Jozef of andere vrienden", klinkt het: "Als ze het thuis maar zo goed hebben als wij !" Ter herinnering: Bij de transcriptie hebben we de oorspronkelijke woordenschat bewaard. "Peinzen" staat bijv. voor "denken", "denken op" voor "denken aan", "hert" voor "hart", "hertelijk" voor "hartelijk", "wezen" voor "gezicht", "luieriken" voor "luieren". Op de modernisering van de spelling en enkele aanpassingen in de interpunctie na, zijn er geen wijzigingen in de tekst aangebracht. Wel hebben we voor de eenvormigheid en om de leesbaarheid te bevorderen de vorm van de data aangepast: de datief, bijv. "den 16 October", wordt vervangen door" 16 oktober" of "op 16 oktober". De accusatief- en datief- n van het lidwoord en van de mannelijke naam~oorden is weggelaten, uitgenomen in staande uitdrukkingen. In vorige brieven schreef Sevens de titel van 'zijn in het begin van zijn ballingschap geschreven roman Bij Brave Mensen met drie hoofdletters. In de brieven uit Celle is het adjectief klein geschreven.
Uit het Officierengefangenenlager Celle - Schloss 10-11-1916, kaart
14
Jeanne, Ik ben hier nu acht dagen en zeer tevreden. Ik woon niet meer in een barak, maar op een kasteel, slaap in een echt bed en eet aan een gedekte en voorziene tafel. Alles absoluut zuiver. Ik wandel langs het water en onder de bomen in herfsttooi en ik zie de beweging der stad. Veronderstel dat het feestpaleis te Gent een oud slot is, en dat ik daar moet verblijven.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 3
De Belgen van Gütersloh vrouwken
zijn hier nu ook toegekomen
en de schepen heeft mij van mijn moedig
verteld. Wie me van u spreekt of over u schrijft, 't strekt u alt!jd ter ere. Dat troost
me en 'k ben fier op mijn kindje!
- Zend mij mijn zwaarder entre-saison,
frak. - 't Leven is hier niet kostelijker
dan te Holzminden.
Hartelijke
dus niet mijn winter-
groeten aan de familie en
vrienden en een kus voor u en de kinderen. Alfons Sevens.
20-11-1916,
kaart
Jeanneken,
Vandaag zijn mijn eerste kaarten besteld komende uit Holzminden.
Nu zullen de
pakken ook wel volgen. De sigaren van nonkel Jean van 3 oktober zijn nog niet overgekomen. Nu, geduld is een schone deugd! mer, en ik stel het opperbest.
Sedert de aankomst der Gentenaren
(driekwart
is het leven nog aangena-
regel is door de censuur met anilinepotlood
twee lastige dagen heeft gehad. Frank en Dirk beginnen goed te schrijven. oefening,
28-11-1916,
brief
Hoe meer
hoe beter. Zij mogen zeker zijn, dat hun vaderken nog meer op zijn kinders en zijn
kindje peinst dan zij, want hij heeft ongelukkiglijk moederke,
Bravo!
gewist)
meer tijd. Aan u, Livine, Margot, Groot-
beste groeten. Alfons Sevens.
Kindje, Sedert mijn laatste kaart van over 8 dagen heb ik geen verder nieuws uit Gent ontvangen. De sigaren van 2 oktober, de dekens en de onderbroeken, stuurd, zijn ook nog niet aangekomen.
door u op 16 oktober wegge-
De pakken blijven ditmaal een beetje lang onderweg,
vindt ge het ook niet? Nu, hoe langer de oorlog duurt, hoe groter kwalen ons te wachten staan. Ik heb mij in mijn vooruitzichten
bedrogen,
nietwaar
kindje? Niet alleen hebben de appelen al gebloosd, maar de bomen, naakt en zwart, huiveren weer in de winterstormen.
We mogen er nog een jaar bijdoen.
Laat ons denken, dat men best, hoe zeer het ook doet, uit een zweer al de etter uitduwt. Anders geraakt ze niet genezen en verzweert
ze opnieuw.
Zoals ik u reeds schreef in mijn twee vorige kaarten, is mijn toestand anders veel verbeterd. zaak voor een gevangene,
De eerste
is een goed en zuiver bed
te hebben en 's nachts te kunnen rusten. Hier is dat zo ! Het tweede belangrijke
punt is: goed gekookt
eetbaar eten te krijgen. Want ge moogt al de conserven van de wereld krijgen, dat vervangt toch de echte keukenkost
niet. Welnu, hier bestaat er een
zeer goede inrichting.
Met dagelijks
leggen, krijgt ge extra-tafel. geen kermistafel
1.10 M. op te
En geloof me, is het
- dat moet en mag men in oorlogs-
tijd niet verlangen - de middagmaaltijd
is degelijk,
goed gereed gemaakt en zuiver opgediend. ren zondag:
een stuksken
als nagerecht gemengd
Zo, giste-
vlees, patatten en kolen, en
fruit; vandaag:
goede bonen-
soep, dan patatten met macaroni en als nagerecht gestoofde
pruimen; zaterdag:
gerookte vis en als nagerecht De administratie in Duitse kampen
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 3
natuurlijk,
de gamellen
gestampte ingelegde
zijn vervangen
patatten, appelen. En door teljoren
15
en de tafel is gedekt. De derde hoofdzaak, volgens mij, is te kunnen studeren en arbeiden. Niet alleen doodt men alzo de wegende tijd, stelt men paal en perk aan dolende en dwalende gedachten, maar daarbij verliest men zo weinig mogelijk van de korte en kostelijke tijd van 't leven. Te Holzminden hadden we een studiezaal. Hier hebben we dat ongelukkig niet, maar daarentegen woon ik in een ruime, hoge kamer. De zoldering is zelf in overlaste renaissancestijl gebeeldhouwd. In mijn kamer verblijven we met 12 man, waaronder Engelsen, Fransen en Roemenen. Is dat juist geen ideaal studeervertrek, het gaat toch en moet gaan. Daarbij, ik zit nu op een echte stoel met een leuning. Ten slotte, in de kamer is er bier, sigaren en tabak. Zult ge nu gerust zijn in uw man? Het ware natuurlijk belachelijk, om u gerust te stellen, te beweren, dat ik onder de gevangenschap niet lijd. Ik ben verre van u, kindje. Ik voel nu best, hoe goed en innig, en, laat er mij maar bijvoegen, hoe warm en lekker het is, getrouwd te zijn. Mijn huwelijk was een schone droom. Dat is wel de enige maal inmijn leven, dat ik de oppergaai afgeschoten heb. - Ik ben verre van mijn kinderen. Of ik die deugnieten geeme zie ! Boven mijn bed hangt een spiegelke. Van achter heeft een zogezegde kampartiest drie rondekens kurk uitgehaald. Daartegen plakken de portretjes van Frank, Dirk en Vinatje; daarrond lopen een rozenstengel en een paar rozenknopjes in waterverf, en daarboven staat in driekleurige letters: Mijn troost in Duitse gevangenschap. Zo heb ik mijn jongens altijd bij mij. Doch zo denk ik de ganse dag: - Wanneer zullen die deugnieten weer op mijn knieën kruipen? En wat zullen ze groot geworden zijn? Kindje, kindje, die terugkeer! God! wat zal dat goed zijn, als dat eens gebeurt! - Ik ben verre van mijn volk. Het is erg in de wrede tijden, die het Vlaamse Volk doorspartelt, weggerukt te worden; het is erg, de Vlaamse Vlag, waarvoor men zijn ganse bestaan heeft geofferd, door oude medestrijders te zien bevlekken en besmeuren, en geestelijk gekooid en gebonden onmachtig te moeten toezien. Niet alleen de lichamelijke ontbering, ook de zedelijke marteling heeft mij mijn vet weggenomen. Eedje Anseele zal niet meer moeten uitroepen "Zie hem daar eens staan, den democraat, met zijn dikken buik. De maden zitten in zijn lijf'. Maar ik ben opnieuw voor Zwitserland geweigerd, en dat is een goed teken. - Ik heb aan (een woord is door de censuur met aniline onleesbaar gemaakt, het is echter duidelijk dat Leo Bouchery wordt bedoeld) geschreven om te vragen wat hij denkt, dat de tweede uitgave van Bij brave Mensen kan opbrengen, en of hij binnen enkele maanden een bundel novellen zou uitgeven. Schrijft gij mij eens, of het ministerie en de stad Antwerpen reeds de gekochte exemplaren hebben betaald, hoe het met de verkoop te Gent gaat en wat het boek eigenlijk tot nog toe heeft opgebracht. Op mij moet ge voorlopig niet denken. Zoals ik u reeds schreef, het leven kost hier niet meer dan te Holzminden. Doch ik ben zo bekommerd om u, om Grootmoederke, Livine en Margot. - Wanneer zult gij mij eindelijk eens een portret van u zenden, kindje. 't Is nu zestien maanden, dat ik u niet meer heb gezien, en wat voor zestien zware maanden voor u. Ik wil u zien, kindje, hoort ge? Moogt ge nog gazetten wegzenden uit Gent? Zo ja, zend mij alle dagen, indien het blad te Gent verkocht wordt: Het Vlaamsch Nieuws, of anders: De Gazet van Brussel. - Ik blijf in afwachting van wat ik u gevraagd heb: Mijn ander entre-saison, mijn Verklarend Woordenboek, de brouillon van mijn schets Niet uit Liefde en het tekstboekje van de opera L'Africaine. - Ik ben zeer geroerd door de zo heerlijke vriendschap van onkel Jean. De vreugde, die hij aan de kinders van mijn broeder en van mij verschaft, wordt van verre gedeeld door de vaders. Geef mij één.ware vriend, en ik ben rijk! Doch ik weet, dat ik er meer heb, dat, niettegenstaande alles, getrouwe herten in Gent zitten. Ge zult aan die Vlamingen van 't rechte bed mijn hertelijke groeten overbrengen en mijn onwrikbaar vertrouwen uitdrukken in de grootse toekomst van het vaderland. - Bij het sluiten van deze brief ontving ik juist het Verklarend Woordenboek, doch
16
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 3
van uw pak van 2 en 16 oktober, geen speur. Gelief naar de Bagattenstraat onmiddellijk
een onderzoek
ten aan Grootmoederke,
te gaan en te vragen
in te stellen. Van mijn kant doe ik hier navraag. - Mijn beste groe-
Livine en Margot en een innige kus aan u en de kinderen. Alfons
Sevens. 6-12-1916,
kaart
Jeanne, Sedert mijn laatste schrijven 28-11-16 zijn 11 kaarten en brieven van u, de kinders en allerhande St-Niklaas
vriendinnen
uit Gent toegekomen
en met plezier gelezen. Gisteren voor mijn
een kistje lekkere sigaartjes uit Brugge - bedanken a.u.b. (bedoeld is Lisy Beffort) -
en een kostelijk pak uit Holland. Vanuit Gent, niets, dus nog altijd niet het pak van 2 oktober. Opsporingen
vragen in de Bagattenstraat.
Mensen. - Geen toestemming
talen, zonder dat ik alle voorwaarden die vertaling nu toelaten?
- Zend mij 5 ex. Bij brave
geven, om het werk in 't Duits te verken en goedkeur!
Zou Vermeylen
Vraag het hem. - Ik hoop dat St-Niklaas,
alhoewel het oorlog is, niet vergeten heeft de Steurstraat
7 en
la.
Dag!
Alfons Sevens.
Op 8 december heeft Jeanne vernomen dat haar man van Holtminden naar Celle is verplaatst. Zij verzocht de commandant van Holzminden, de - dure! - pakken na te zenden. bestemd voor haar man.
12-12-1916,
kaart
Jeanne, Vandaag
Antwoord van Holtminden. De administratie werkte gesmeerd, de vertraging kwam door storingen in de praktische uitvoering van bevelen aangaande de gevangenen.
verwittigt
Ik heb u geschreven:
mij hier de Overheid, dat gij zeer lang zonder nieuws zijt van mij.
Uit Holzminden:
in september
een brief op 6 en 20, een kaart op
24; in oktober een brief op 4 en 28, een kaart op I, 8, 22; in november Celle- Schloss:
in november
een brief op 4 met de documenten
la
en
een brief op I. - Uit
van de Germania
en op 28, een
kaart op 10 en 20. In december
een kaart op 6 en op 12. Pakken van 2 en 16 oktober niet toege-
komen, ook niets in november. Sevens.
Alleen een woordenboek
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 3
en enkele boeken. Alles goed, Alfons
/7
20-12-1916, kaart
27-12-1916, brief
I!
,, I
'1 'I
18
Jeanne, Vandaag zijn eindelijk twee pakken uit Gent over Holzminden toegekomen, dat van Jan met 6 kisten van 50 sigaren, iets meer dan 600 gr. tabak en I kg. koffie. Het getal was op het adres met inkt uitgevaagd; er waren 4 kistjes Neron Bouquet en 2 andere Nerons. In het groot pak tabak zat een klein pakje van ongeveer 30 grammen. Schrijf mij direct of het pak wel op deze manier verzonden werd. Bedank hartelijk de trouwe vriend voor zijn milde gift. Het tweede pak bevatte een sargie en twee onderbroeken. - Altijd goed aanduiden wat het pak bevat. Ik wacht op een portret van u. Ik stel het hier voort zeer goed. Alfons Sevens. Liefste Jeanne, Deze brief is op Kerstdag begonnen, nevens een tas geurende koffie uit Gent, met Gentse rookwolken rond het hoofd en bij een open vuurken, dat doet denken aan de zalige uren te Ledeberg, toen ik uw hert stool, en de verborgenste hoeken van mijn hert voor u ontvouwde. In uw ogen las ik dan die grote goedheid, die in 't leven de echte sterkte geeft. Wanneer zal ik die heerlijke ogen terugzien? Wat er ook gebeure, allerliefste kindje, een waar geluk is het mijne: Onze kinderen zullen hun levensbaan steeds door een milde zon beschenen vinden. Ziehier. Ik ben overtuigd, dat het zo goed is voor een mens, als hij op zijn eerste levensjaren terugdenkt, als hij nagaat de tijd, waarop het eerste geesteszaad aan 't kiemen ging, dat hij dan het beeld van vader en moeder rijzen ziet in een lucht van eensgezindheid, wederzijds vertrouwen en liefde. Dat beeld hebben we aan onze kinderen gegeven; dat is de zon voor al hun levensdagen! Het hoveerdige, wrede en dodende scepticisme zal hun leven niet ontzenuwen. Aan de wereld zullen ze nooit twijfelen, omdat ze aan hun ouders zullen geloven. - Maar nog een sterker, zaliger invloed oefent het beeld der moeder uit. Wanneer het kind, man geworden, op zijn moeder peinst, en dat het beeld geen schaduwen afwerpt, maar dat hij het omstraald ziet door neerstigheid, degelijkheid, toewijding, levenslust, eerbaarheid, dan blijft er altijd in zijn gemoed, hoe erg de levensstormen ook gieren en tieren, een schuiloord voor vrede en warmte. Gelukkig de mens, wie(n) het gedacht moeder de blos der fierheid, en niet der schaamte, op het gelaat tovert! Nu verstaan mijn kinderen nog niet, welk een moeder zij hebben. Ik echter, kindje, heb uw blik bespeurd morgen aan morgen, als de kinderen zich wakker wentelden en kraaiden. Zelfs na de lastigste nachten was uw blik altijd helder, nooit donker, en als eerste zonnestraal hadden mijn kinderen iedere dag de lach van hun moeder. Kerstdag is een geschikte dag om zulks eens te zeggen. Dan denkt men zich bij de zijnen terug, bij die deugniet van een Frank, die lieve Dirk en dat spooksken van Livinatje. Hebt ge 's achternoens al te zamen bij grootmoederke gezeten, in het salontje ? Hebben de zes bengels veel getempeest? Natuurlijk heeft het vrouwvolk van de afwezigen gesproken. Zeg, de naaste Kerstdag zullen Joseph en ik een beetje meeklappen en grootmoederke ook een koppel piepers geven met de hoogdag. Sedert lang hebben we van dat recht geen gebruik meer kunnen maken! En hoe staat het met Margot ? Ik krijg tegenwoordig kaarten van allerlei vriendinnen uit Gent, alleen van tante Margot niet. Laait de vlam nog zo hoog, ... en zo verre? - Nu ga ik zelf een beetje uit de hoogte neerdalen, want Kerstdag is voorbij en de vrede hangt wel in de lucht, maar is ongelukkiglijk nog niet gezakt. De 2lste heb ik uw brief van de 7de, rechtstreeks naar Celle gericht, ontvangen, alsook reeds twee zendingen gazetten. Enkele kaarten uit Gent zijn nog over Holzminden gekomen en andere moeten nog achter zijn, zodanig dat ik veel zaken niet juist versta. Eerst de geldkwestie. De brief van de Germania van 8 november gelezen. Ik geloof niet dat ge een hogere lening op de polis kunt bekomen. Ik meen, dat het geld der verkochte exemplaren, b.v. het geld van 't ministerie, nog niet binnen is. Misschien kunt ge daarop bij de vriend Jan een lening bekomen. Juist kan ik niet oordelen, want uw brief met uitleg en mijn schets is nog niet in mijn bezit. In elke geval, ik heb naar Holland geschreven, om te beproeven, daar de 800 ex. der tweede uitgave te plaatsen. Verder heb ik zelf aan Bouchery geschreven en antwoord bekomen. Als de oorlog blijft duren, zal hij binnen een drietal maanden een bundel novellen drukken. Met die zaak krijgt ge deze maand maar I brief en 3 kaarten. Ook toekomende maand moet ik waar-
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 3
schijnlijk elders dan naar u schrijven.
Wat mij betreft, geld heb ik niet meer nodig voor einde
maart. Zoals ik u reeds schreef, alhoewel ik de extra-tafel in Holzminden. gestempeld,
- Ik heb een ongedagtekende
koop, is het leven hier goedkoper
kaart van Theo ontvangen,
waarin hij zegt dat gij mij voor de tweede maal fr. 200 had opgestuurd.
waarschijnlijk
verachterd.
Na mijn brief van 2 november
en dat ik mijn schets reeds zal ontvangen
- Er
spreekt gij van een
hebben. Welk handschrift
schets heb ik ook nog niet. - Onnodig een kussen te zenden of pantoffels. nog niet aangekomen.
Die kaart is
heb ik geen geld meer ontvangen.
zijn nog andere dingen die ik moeilijk begrijp. In uw brief van 7 december handschrift
dan.
op 2(}"11-16 in Gent
is dat? Mijn
Het pak van november
Ik krijg de Gazet van Brussel niet meer. Wat schrijven ze, dat ik naar
Genève zal gaan? Tracht mij altijd zulke berichten te zenden. - Heeft Hooger Leven reeds mijn' antwoord opgenomen?
Op 29 oktober heb ik naar dit weekblad een kaart gezonden,
testeren tegen hun vuil-gemene
verdachtmakingen.
de kleine Nora ziet er bijzonder welstellend
- De portretten
om te pro-
van Livine zijn goed gelukt,
uit. Spijtig dat ik uit Holzminden
aan Jozef niet kan tonen. - Wat is er juist met Dirks oogsken gebeurd?
weg ben, en ze
Ik hoop toch dat het niet
erg is. - Zo ! dat St. Niklaas van Ledeberg de kinderen zo bedorven heeft! Het spijt me waarlijks nog geen kaart beschikbaar
gehad te hebben, om de trouwe vriend Jan eens uit ganser hert dank
te zeggen voor al wat hij doet. Die onwankelbare
verkleefdheid
ontroert me.
Vergeet niet, hem dat te zeggen, kindje. - Het wrede jaar 1916 gaat de eeuwigheid
in. Het draagt
ook van u oneindig
trouwen
veel lasten, zorgen, bekommernissen
stijgende
en lijden mee. Doch ik weet het, wat
er ook gebeure, aan moed zal het u, kindje, niet falen. En gij allen, geliefden en 10, steunt voort elkander. Gedeeld leed is half leed. Een nieuwjaarskus telijke nieuwjaarswensen aan al de trouwe vrienden. Alfons Sevens.
5-1-1917, kaart /
Op 30-12 heb ik uw brief van 9-11 ontvangen.
uit de Steurstraat
7
aan u allen. Mijn her-
Mijn schets Niet uit Liefde is nog niet aangeko-
men. Is ze door de Gentse Censuur verzonden, ja of niet? Ik heb ze nodig. Ik zou ze willen afwerken voor een bundel novellen, die ik voor 1 maart wil in orde hebben. Voor het drukken ben ik het eens met Bouchery.
- Enkele kaarten uit Gent gekregen,
waaronder
deze van onze
lieve jongen Frank van 17-12. Ik hoop dat de kinderen nu gans genezen zijn. - Ik heb zoëven een nieuw bakje sigaren Royal Seal uit Brugge gekregen. en de kinderen. Alfons Sevens.
15-/-/917, 1ste brief
- Ik denk zoveel op u allen. Ik kus u
Liefste Jeanne, Nu dat ik u deze eerste brief schrijf voor het nieuwe jaar, wil ik hem beginnen met een liedeke, dat ik aaneengeflanst
1.
2.
Twee ogen teer bestralen Mijn droeve levensbaan; Bij ochtend en bij avond, Steeds staren zij mij aan. Blauw als de blauwe hemel, Diep als de diepe zee; Ze brengen 't stormend herte Berusting, kalmte, vreé.
heb een der laatste nachten, toen ik op u lag te peinzen:
3.
Oprechtheid, lust en liefde, Toewijding, goedheid, kracht; Het spettert en het sprankelt, Als sterrenlicht bij nacht. 4. Ik kus u, vroom en innig, o ogen wonderbaar ... Zo engelen ogen hadden, Ze kregen zulk een paar! ...
Sedert mijn kaart van 5de dezer ben ik bedorven geweest. Ik heb uw pak van november lakens, sigaren en tabak ontvangen; al de door u gezonden boeken werden mij overhandigd; schets Niet uit Liefde en uw handschrift morgen uw brief van de Germania en van mijn jongens
heb ik ontvangen;
van 19 december,
eergisteren
mijn wens geraden. Openhartig
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 3
mijn
is uw portret en deze
en kaarten van verschillende
van 20, 24, 25, 28 december en 3 januari aangekomen.
de wens, die ik een paar maal geopperd
met
Gentenaren
- Met dat portret is
heb, vervuld, en zoals dikwijls in mijn leven, hebt gij
over dat portret gesproken,
ik ben niet tevreden over Frank,
/9
(wordt vervolg~)
zoals hij daarop staat. (Lees hem het volgende niet). (Wat scheelt er met het hartje van die kerel? Vanwaar die ongerustheid? Van wildheid ben ik niet bevreesd, integendeel. Maar men zou zeggen, dat er in zijn gemoed kiemen van hooveerdij, zelfs van hardheid liggen. Nochtans, ik weet, dat er zoveel goeds in hem zit, maar 't zit diep. Met vaste zachtheid moet men bij die kerel trachten 't goede boven te krijgen). - Ik heb vernomen met zeer groot genoegen, dat hij de eerste is van zijn klas. Bravo! Het is plezierig voor mij te horen, dat mijn oudste jongen zijn best doet. Vinatje ziet er struis uit, doch minder kapoenachtig dan op haar ander portretje. Dat is zeker het gevolg van haar ziekte? Dirk heeft altijd zijn zelfde sympathiek, ingoed en jongernstig wezentje op. Gij zelf, kindje, ziet er op uw best uit: wel wat versmald, alsof ge opnieuw jong geworden waart. Maar uw wezen bewijst dat ge goed door de tegenheden, de angsten, de zielesmarten gesparteld zijt. Wat ziet ge er fris uit - en laat het mij eens zeggen: wat ziet gij er schoon uit voor zo'n oude vent! Weet ge, 'k verlang mijn hert uit, om die zachte wangen te strelen, die bloeiende lippen te kussen, en die haren als een gouden krans rond uw hoofd op uw kussen te spreiden. Wanneer? .. Spreken uw ogen wat veel van lijden, van trachten en van smachten, en kijkt ge mij zo droef-ernstig aan, beslistheid, wilskracht en moed vertellen ze daarbij. - Ge hebt lastige wintermaanden, en gij schijnt al te zamen erg geplaagd met ziekten en kwellingen. Voor mij integendeel schijnen de vette dagen aangebroken. Buiten de overvloed van sigaren en tabak, buiten de gemengde koffie, liggen er in mijn kast biscuits, gerookt rundvlees, spek, worst, kaas, margarine, dozen melk, tot zoetekoek en cake toe. Kon ik dat alles naar Gent blazen en voor de jongens op tafel zetten! - Nu over de Germania gesproken. Op 8-1 heb ik een brief rechtstreeks uit Brussel gekregen en onmiddellijk beantwoord. Volgens de brief van 19 december aan u gericht, zijn de polis no 1206124 en het depositobewijs no 625 zodus te Brussel. Wat de "acte d'obligation" betreft, er is misverstand te Brussel en ik meen dat zij ze u niet gestuurd hebben. In een brief van 1 oktober, aan u gericht, in het P.S. stond: "VeuiIIez demander à votre mari de nous autoriser par écrit à régler cette affaire entre vos mains". Ik verkeer in de mening, dat gij in mijn plaats die "actes d'obligation" kunt tekenen; gaat zulks niet, ze kunnen ze rechtstreeks naar hier sturen. Ik dacht wel, dat de leningen niet konden verhoogd worden. Wat mijn solde betreft - die ongeveer fr. 200 beloopt - ik houd er volstrekt aan, dat ze betaald wordt, alsook de premies van december, januari, maart en april. Gij zult dus aan Everaert of Balliu - bij Deneus kunt ge niet geraken? - een lening vragen, voldoende om die zaak te effenen en om mij einde februari 80 M. te sturen; al te zamen ongeveer fr. 500. Sterf ik, het kapitaal mijner verzekeringen is onmiddellijk betaalbaar min de geleende sommen, die waarborg zal wel voldoende zijn. Ik wil in genen dele van de Germania nog afhangen. - Ge weet verder, dat ik beproef in Holland de tweede uitgaaf van Bij Brave Mensen te plaatsen, tegen 1 maart ben ik met mijn bundel van 3 novellen gereed. Met april kan het boek gedrukt zijn. Ik hoop dat het opnieuw in België zal aftrok vinden. Die zaak verplicht mij mijn briefwisseling elders te sturen, en zo moogt gij deze maand in 't ganse slechts twee kaarten en één brief verwachten. Onthoud het, kindje, niet achteruitkijken en niet te ver vooruit kijken. Iedere dag brengt zijn last genoeg mede, en hoofdzaak is er tegenwoordig door te spartelen. - Zoek eens in mijn kleerkast of er nog een oude vest en ondervest hangen en zend mij die; doch mijn redingote wil ik niet, iets nieuws ook niet en broeken heb ik niet nodig. - Ik heb gelezen al wat de goede Sint-Niklaas dit jaar voor onze kinderen gebracht heeft. Het is waarlijk te veel. Ik ben ten zeerste getroffen door die menigvuldige blijken van vriendschap van de vriend Jan. Wat zijn er toch edele harten in de wereld, kindje! - Ik bemerk ook, dat de vrienden allen trouw blijven. Gij zult ze wel allen mijn beste groeten doen. - Ik ontvang regelmatig de gazetten en ik stel het voort goed. Sedert Allendorf heb ik geen betere dagen gekend. - Zend mij ook nog een der Engelse zakwoordenboekjes, die wij thuis hebben. - Dag grootmoederke, dag Livine, Dag Margot. Dag kindje. Een kus voor u en . de kinderen. Alfons Sevens.
20
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 3
(
Oorlogsbrieven Achtste aflevering,
Ter herinnering: het hertogelijk
opgetekend
van Alfons Sevens
door zijn kleindochter
Alfons Sevens werd op 2 november slot als kamp voor officieren
Cclle doorbrengt,
betekenen
1915-1918
Nicole Verschoore
1916 van Holzrninden
en belangrijke
naar de Nedersaksische
politieke gevangenen
stad Celle verplaatst, waar
dienst deed. De zeven maanden die Sevens te
een betere tijd in zijn lange gevangenschap.
Uit het Officierengevangenenlager Celle - Schloss Genummerde brieven en kaarten van 1917 Alfons Sevens stelt zijn leven te Celle aangenamer Te Gent, dat in het Etappengebied
dan het is, om zijn vrouw Jeanne ("kindje" in de brieven) gerust te stellen.
ligt, is het bijzonder
brieven herhaalt hij dat de schulden
moeilijk om aan voldoende eten voor de kinderen
van zijn vroegere werkgever,
de verzekeringsmaatschappij
te geraken. In vorige
Germania,
moeten betaald worden.
Sevens schrijft om den brode. Hij belooft dat zijn bundel novellen,
AL FO NS
SEVENS
geschreven
"
'.
roman Bij brave mensen in Nederland
te publiceren.
Het zal niet ver-
lopen zoals gewenst. Hoe verkeerd Sevens de evolutie van de oorlog beoordeelt bewijzen zijn brieven en kaarten van 2-2-17:
«f1)
één der laatste van deze schrikkelijke vriendenhanden
,
I
:1
·11
drukken",
van 31-3-17:
ste staties van de kruisweg",
"in het begin der tweede maand - en
oorlog -", van 23-2-17 : "Ja, welhaast zal ik die " ... we geraken langzamerhand
aan de laat-
van 11-4-17: "Laat ons hopen dat ik thuis ben met de
.
vrede voor het werk gedrukt is".
VERGËET-MENIETJES
Wat zijn gevoelens geworden.
tegenover
zijn vrouw betreft is Sevens ietwat openhartiger
Vergelijk b. v. met de briefkaart van 23 oktober
theek 1999 nr 2, waarin Sevens zijn vrouw terechtwijst, liefdesverklaringen oA
.. cD
IE
n"""'" PRIJS:
'0"..•••••~.I)...G,nl
_ STEURSTRAAT.,?,.
2 FRANK
Ir·."
CIfJ)
1916 in Boek en Biblio-
na enkele vrijmoedige
van haar: "Gij zijt het enigste ideaal in mijn leven dat werke-
lijkheid is geworden.
Altijd en in alles zijn we het, ongevraagd
en ongedwongen,
volledig eens geweest. Doch ... het schijnt mij dat ik onze liefde verneder met er
li '~
.".
BOEKHANDELAARS
gedurig mede langs de straten te leuren. Men stelt zijn schatten u en de kinderen innig".
nis te Cassel, waar hij in 1915 verbleef. In de brief van 31-3-17, zijn eerizaamheid lange samenspraken
Na het eindwoord op de laatste bladzijde van "Vergeet-me-Nietjes" zet Sevens de datum: Celle-Schloss, 6 april 1917. In het kamp te Havelberg, waar Sevens van Celle-Schloss zal worden overgeplaatst, komt op 22 september 1917 de door Bouchery in Antwerpen gepubliceerde bundel aan. Het boek kent na de oorlog een tweede editie (Bibliotheek van de RUG nr. G 21 262). Het bestaat uit drie novellen: Niet uit Liefde, Proza en Het grote Verdriet.
niet ten toon. Ik kus
Nu klinkt het anders over dezelfde tijd, b.V. in de gevangespreekt Sevens over
aldaar, die hij met dromen vulde: " ... zonder te gewagen die wij hadden en de vurige liefdesverklaringen
In de brief van 15-1-17, verschenen
/8
Vergeet-me-nietjes
in maart persklaar zal zijn en probeert een tweede uitgave van zijn in ballingschap
zijn vrouw een liefdesgedicht,
in Boek en Bibliotheek
bewaarde
"Kindje, liefste kindje, die mij sedert zeven jaar zo gelukkig
die ik u deed".
1999 nr 3 zendt Sevens
en nu komen de woorden vlotter:
verlang zo naar u, kindje", en in de slechts gedeeltelijk
van de
op 18-4-17: "Ik ook brief van 28-4-17 :
hebt gemaakt, ik kus u
van verre op uw lieve ogen, op uw zachte wangen, op uw warme mond". De briefwisseling
tussen de broers Constant en Jozef is hervat, op welke manier
weten we niet. Sevens moet ze geheim houden. Hij doet alsof onder elkaar gesproken wordt: als ze "aan 't klappen" zijn. Zo in de brief van 2 februari
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 4
1917: "Hoe dik-
wijis, als wij aan 't klappen zijn met M. Eyckens, kapitein Constant, Jozef of andere vrienden, klinkt het: Als ze het thuis maar zo goed hebben als wij! In de brief van 2-2-1917 is de zin "Ge weet, hoe ik vroeger over Vlaanderen geestdrift weefde, hoe de Vlamingen zinspeelt hier op "Vlaanderens De pedagogische
Kunstdag"
zorg om de kinderen
langzaam een grote keten van genegenheid
op mijn woord in machtige gelederen
naar Gent stormden"
en
geen holle grootspraak.
Sevens
V nr 1 besproken.
van 16 juli 1911 in Boek en Bibliotheek
blijft een thema in Sevens' brieven. Hij toont zich af en toe jaloers en verdraagt geen ont-
moediging. De vermelding
in de kaart van 22-3-17, dat het gevraagde
voerig toegelicht: Tenslotte
verwijzen
latere aflevering
we naar onze opmerking
in Boek en Bibliotheek
vatten we verdere opmerkingen
over de tijdsbepaling
is toegekomen,
wordt in een latere brief van II mei uit-
is Vlaams zoals het nog gesproken vroeger taalgebruik
uit te wissen.
van de brieven. In een
woordenschat,
Door het "herschrijven"
karakter verloren, en wetenschappelijk
gallicismen
Sedert mijn brief van 15-1 heb ik ontvangen
van historische
is het niet verantwoord,
- o.a. De taal
teksten in
alle sporen van ons
uw pak van dec. met mijn overjas enz.; 6 ex. Bij
brave Mensen; het kleine portret; 3 postkaarten 3 jan. Natuurlijk
verouderde
naar het verleden) en over het "verkeerd" gebruik van voorzetsels.
wordt, maar niet of zelden geschreven.
gaat hun authentiek
2de kaart
1999 nr 3, p 14, over de transcriptie
samen over dialect, neologismen,
("over" i.p. v. "voor" verwijzend
modem Nederlands
24-1-1917,
woordenboek
Sevens zal Engels leren met een Engelse kapitein buiten dienst, in mei te Celle - Schloss aangekomen.
van u en Gentse vrienden, uw handschrift
doet me dat alles groot genoegen,
tot
doch er is een zure nasmaak bij: de vrees dal
het u te veel last berokkent. Ik zit toch zo met u in, kindje, ge zijt er zo nodig voor onze kinders. Voor mij moogt ge u absoluut geen last op de nek laden. Onmogelijk
de portretten
aan Joseph te
zenden. De groeten aan allen en in 't bijzonder aan Mme De Cal uwe en Mme Eyckens. Met mij gaat het opperbest.
Ik werk neerstig, de helft van mijn bundel novellen is af. Een innige kus.
Alfons Sevens. 2-2-1917,
2de brief
Liefste Jeanne, Daar ik u verleden maand slechts twee kaarten en één brief heb kunnen schrijven, verhaast ik mij in het begin der tweede maand - en één der laatste van deze schrikkelijke oorlog - een beetje langer met u te klappen. Sedert 24-1 ontving ik uit Gent de gazetten,
o.a. het
nummer van De Nieuwe Gazet van Gent, uw mandaat van 100 M. en deze morgen reeds uw pak van januari. - Bedank Henri voor de sigaren. - Ge weet, dat ik het geld slechts in maart nodig had, dus voorlopig
geen geld meer sturen. Nu ik sigaren, tabak en eten in overvloed
niet verplicht zoveel te verteren, en kom met veel minder dan in Holzminden
heb, ben ik
toe. Verder in
maart en april geen tabak zenden en alleen dan sigaren, als ge er in voorraad hebt. Voorlopig daarom geen geld uitgeven. - Ik ben hier vandaag drie maanden en leid hier een herenleven. Zeker hebt gij, met die vinnige koude en die blijvende sneeuw op mij gedacht en over mij geweeklaagd.
Zonder reden, kindje. Luister: juist voor acht uur sta ik op. Reeds brandt lustig
het vuurken drie stappen van mijn bed. Naar de badplaats en dan drie biscuits geweekt, terd, dik bestreken
met margarine of confiture.
Ziedaar mijn vroegmaal.
geroos-
Als de eerste klop van
negen uur op het oude slot slaat - want hier gaat alles geregeld dat het een plezier is - de eerste naamafroeping,
zulks in de gang, voor de kamer, dus nooit buiten. Nog zijn de negen slagen
niet geklept, of ik ben buiten met de eerste sigaar in de mond, genietend lucht. Om half tien de eerste briefuitdeling,
waar ik met de gazetten nogal veel bij ben. Van tien
tot twaalf ernstig werk. Op het ogenblik schrijf ik de bundel novellen. goed. Om 12 u. opnieuw een wandelingske.
van de zui vere morgen-
Om één uur noenmaal.
Het werk gaat vlot en
Ik eet nog altijd extra, en de
dagen dat we noch vlees noch vis hebben, braad ik mij enige schellekens
Boek en Bibliotheek - 199911r. 4
spek of rundvlees.
Om
/9
half twee luieriken aan het open vuurken met een tas van de heerlijke koffie van vriend Jan. Van twee tot half vijf ernstig werk. De tweede briefuitdeling is gekomen en de thee - ik vind nu thee zo lekker als tante Lisy - wordt genomen met zoetekoek. Om 5 u. tweede naamafroeping. Daarna lees ik. Om half zeven avondmaal met kaas, of worst of spek - want Holland zorgt meesterlijk voor mij. Ten slotte het gewoon avondpraatje met de vrienden. Om 9 u. derde naamafroeping en om lOu. licht uit. Vooreerst nog een blik geworpen op mijn kinderen en mijn kindje, en dan langzaam in uw lakens, onder uw deken insluimeren, peinzende op thuis, op alles wat mij dierbaar is ... en op later. Doch, ... 0, zo dikwijls denk ik op de miljoenen soldaten, die met die barre koude op post staan, in de loopgraven liggen of met hun warm bloed de sneeuwvelden verven, op die duizenden en duizenden arme vrouwen en kinderen, die met lege buiken bij het schaarse vuur kruipen. Ik denk op u, kindje, die ginder vroeg op zijt en laat slapen gaat en met verkleurde wangen door 't ijskoude sneeuwweer trippelt, op grootmoederke, Livine en Margot, die met de plooi van zware zorgen op het aangezicht donkere dagen beleven en God weet! welke donkere dagen tegemoet zien. - Ware het geen schande, dat ik moest klagen, en dat gij uw miseries nog moest vergroten met om mij bekommerd te lopen? Hoe dikwijls, als wij aan 't klappen zijn met M. Eyckens, kapitein Constant, Jozef of andere vrienden, klinkt het: Als ze het thuis maar zo goed hebben als wij! - Ik dien zelfs op te passen niet te veel varkensvlees te eten, want dat is niet goed voor een man, die achttien lange maanden leeft alsof hij belofte van zuiverheid had afgelegd. Ik zou zweren krijgen. - Zult ge nu voorgoed gerust zijn? Van mijn werk gesproken, ge verstaat dat ik hier in ballingschap anders niet dan klein werk kan scheppen, zo bv. Bij brave Mensen of nu deze drie novellen, waaraan ik arbeid. Hoeveel liever had ik in deze grootse tijd een breed werk aangelegd, zoals de derde roman van mijn reeks Een menswaardig Bestaan. De intrigue, de personen van dit werk heb ik in mij voelen groeien. Ik heb figuren opgebouwd, die hoog-menselijk zijn en er zal een frisse wind van schone werkelijkheid in dit anders donker beeld van mijn volk waaien. Doch ik heb noch de gegevens, noch de boeken, waaruit ik de kledij van deze roman kan samenstellen; ik adem niet de lucht in en ik leef niet het leven, die mij voor dit werk moeten bezielen. - Verder heb ik in mijn geest het grootste pogen voor de toekomst opgetimmerd. Ge weet, hoe ik vroeger over Vlaanderen langzaam een grote keten van genegenheid en geestdrift weefde, hoe de Vlamingen op mijn woord in machtige gelederen naar Gent stormden. Ge weet ook, hoe ik droomde die losse scharen door een financiële band ineen te snoeren; hoe ik droomde het Vlaamse leger, juist zoals Anseele het met de socialisten gedaan heeft, door stoffelijke, geldelijke organisaties naar zijn volle recht en zijn volle zegepraal te voeren. Dan waren in mij twee personen: de zaakman, die al zijn tijd aan de verzekeringen moest besteden en de Vlaamse idealist, die zijn uren van plezier en .dikwijls zijn zuurgewonnen centen aan de Vlaamse zaak hing. Met de vrede wordt dit anders, die twee personen zal ik meer versmelten. - Mocht ik blijven leven! Ik heb veel nagedacht en ik heb het vast, goed vast. In een paar jaren zal ik de fundamenten leggen van het machtigste bolwerk van Vlaamse eigendommelijkheid, Vlaams leven, Vlaamse volkskracht in het glorieuze België. - Houd u kloek, kindje. Gestaald en gesterkt keer ik terug. Als van een paard, dat te lang op stal gestaan heeft, zal mijn kracht vertiendubbeld zijn. Voor u, voor mijn kinderen, voor mijn volk mijn gehele kunnen en pogen. Ge ziet, dat al dat mollengedoe in Vlaanderen op het ogenblik mij bitter weinig ontstemt. Wie zou er beter dan ik in de Vlaamse Beweging de kleine mensen, de machteloze keffertjes, de gemene plaatskensjagers kennen? Met "eenenkele pennetrek liggen de maskers van veel van die seigneurs ten gronde. En dan zullen de meelopende sukkelaars weten dat er veel mensen afschuwelijk lelijk zijn, als ge ze naakt ziet. - Doe zoals altijd mijn groeten aan de trouwe kameraden Jan Everaert, Miel Balliu,
20
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 4
Gustaaf Degraeve,
Henri Van Waes, Maes, enz. En gij, mijn beste grootmoederke,
stige Livine, mijn schone schoonzuster
Margot, mijn allerliefste
werkt en lijdt samen in volle eensgezindheid,
beurt malkander
Ik kus u en de kinderen innig in de overtuiging
mijn neer-
kindje, helpt wat malkander, op. Dat roepen Jozef en ik u toe.
van een spoedig einde en een gelukkig weerzien.
Alfons Sevens.
12-2-1917, 3de kaart
Jeanne, Sedert mijn brief van 2-2 heb ik ontvangen de gazetten tot 7 februari, uw brief van 19-1 en 3 kaarten uit Gent. Inderdaad, ven en zal de polisleningen
de directie van de Germania
rechtstreeks
heeft mij een paar malen geschre-
met mij regelen. - Ik ben tevreden dat de vinnige koude
over is en hoop dat de kinders en gij niet van de koolnood lijden. Dat ik deze dagen met de kop zwaar loop aangaande
de voeding in België, zal u niet verwonderen.
Nu, dat zal wel geregeld
worden. In alle geval ge moet u kloek houden. - Uw brief klinkt droef. Wat betekent dat, kindje? Moed hebben wil zeggen tot het einde uithouden.
Alles goed met mij. Ik kus u en de kinders.
Alfons Sevens.
23-2-1917, 3de brief
Jeanne, Sedert mijn kaart van de 12de dezer heb ik van u geen nieuws ontvangen, van Theodoor, juffrouw
een van Frank, een van de vriendelijke
mevrouw Decaluwe,
Juliette en een brief - de tweede sinds mijn ballingschap
Gij zult wel deze drie laatste personen voor hun vriendelijkheid
wel een kaart
een van de lieve
- van de trouwe vriend Maes. en genegenheid
willen danken.
In de brief wordt opnieuw uw lof verkondigd:
veel hoedanigheidswoorden,
latief. Ook in de kaart van madame Decaluwe
lees ik, dat Goffin u verjongd vindt. Zo, zo, dat is
een erg en onverzien opgezocht
gevolg van de oorlog en de ballingschap.
en voor mij zelve opgedolven
naar die schat gericht, hem onderzoekende, moed van een gelukkige
en zelfs in de super-
De schat, die ik geheimzinnig
had, ligt daar nu bloot en bleek. En ziet ge al die ogen hem lovend en prijzend?
Het streelt wel de hoog-
bezitter, die ik ben; maar het is toch altijd min of meer ... gevaarlijk.
Weinig mensen kunnen een ontdekte schat rustig beschouwen;
sommigen
spannen zelfs lang-
durige pogingen in, om hem meester te worden. Nu, ik meen mijn schat nogal van dichtbij te kennen; hij houdt er wel een beetje van bewonderd
te worden, doch ... van verre. Tussen haak-
jes gezegd, ik geloof het niet; maar moest het nodig blijken, ik heb ginder drie goede wachters achtergelaten,
die, al hebben ze zwakke armkens, toch veel macht bezitten. Vindt ge niet, kind-
je, dat uw man, die als ge die brief krijgt reeds veertig volle jaren zal geworden ouderwets
te worden?
- Juffrouw
staat, en zulks als hij 6 jaar en 4 dagen telt. Weet Frank misschien vent gelijk hij, maar ook een grote man op deze manier gemakkelijk het hoofd afgereden weerkeren,
zijn, begint.
Juliette schrijft me, dat Frank op de tram springt, eer hij stil
wordt? Zoekt Frank misschien,
niet, dat niet alleen een kleine onder de tram geraakt en
dat als zijn vader eindelijk
naar huis mag
dat hij zijn oudste zoon aan de statie niet ziet, en naar 't kerkhof moet gaan, om hem
goendag te zeggen?
Wat er ook kan gebeuren,
heid zijn armen of benen afgereden
't is dat Frank door zijn onoplettendheid
wordt. Zonder benen kan hij naar grootmoederke
lopen, naar school niet meer gaan, in de Baudeloohof glijden als er ijs ligt, niet leren schaatsen, men gaan eten, niet mee optrekken.
en wildniet meer
niet meer spelen, niet meer op de grachten
en als we al te zamen naar Heusden koekeboterham-
En zonder armen? Niet meer tekenen, niet meer schrijven,
niet meer alleen eten en zijn armen niet meer kunnen rond moeders hals slaan. En dit alles, omdat hij geen minuutje kan wachten, tot de tram heel en gans stil staat. ' k Ben kwaad op u, Frank. Vroeger reeds hebt ge gevallen van uw velo en dan heeft de dokter de wonde van uw kinneke met een haakje moeten toedoen. Uw vader weet, kleine vent, hoe uw moeder dan verdriet had. En moet ze, nu ze zoveel werk en hoofdbreking om uw wildemansstreken
heeft, ganse dagen bekommerd
lopen
? Een mens heeft zijn armen en benen nodig, Frank, om te werken en
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 4
2/
Briefwisseling tussen de kampen was mogelijk. Deze kaart werd door graaf Maurice Lippens uit Gütersloh naar Alfons Sevens te Celle -Schloss gestuurd. Dezelfde foto van de Belgen in Gütersloh is gepubliceerd voor in Dr. E. C. Coppens Paul Fredericq. Uitg. Liberaal Archief 1990. Graaf Maurice Lippens staat op de achterste rij, de eerste links. Hij was de grootste van allen. Op de achterkant van de kaart staat alleen zijn handtekening, met forse hand in potlood.
GUDRUN COMITEIT GENT SI.C~IïU.I"Af
:
NIEUWI!HeOSCHSTR,uT,
11, GENT
~O"C;HI:C."CJl.NI,,(I, H~
GvO"u",
COI'IIT.IT:
'Dor V_ ••!I•• ,
'1>r.'i, •••,.,.,
'0..
p,....u, •.•••..
1), Lf/ ••• ,0..
e.Ft.I'
40.'.'
D"H •• dl.
All ••• 5 ••.•••. M ••••• I VI •• c,•••~
rr •••• ,. ,.~•.irl
•..•
••.
V.rl ••••••.
Eerste lijst dar Beschermleden.
I. De Heer Mauri" Lippens. Mi· nister ven Üpenbenr Onderwijs, Rru"cl.
V. 1.. 2.
2. De Heer AuguIl De Schrijver, Volksvertegenwcordigcr. Spi~J!cI'luat.Cenl.
V. L.
J.
De Heer Alron.!l SiHef, Schepen. Silvacn,lrut.
J
V. L. 24
Tussen graaf Maurice Lippens in Moerbeke - Waas en Sevens bestond een diepe vriendschapsband, getuige daarvan, in 1934, de steun van Lippens aan de door Sevens georganiseerde creatie van het Muziekdrama "Gudrun" van Albrecht Rodenbach in de "Franse Schouwburg". Het was in die tijd niet eenvoudig, te Gent Vlaams werk op te' voeren. GraafLippens staat als eerste op de lijst van het steuncomité, samen met August De Schrijver, Alfons Siffer, baron Henri de Kerchove, Edward Anseele en Louis Franck. Zij zijn de eerste zes van een merkwaardige lijst van 150 bescherm leden, een weerspiegeling van patriottische vlaamsgezindheid.
fr. 200
zoo
Fr.
Gent.
4. Beren Henri de Kcrchove d'Ësacrde, Senator, Ouderhagen. 44. Geil!. J,
1001",.
De Heer Ed .•.•iHtl Anseele. 3tllllt,~
V. R. 33-3)
V. 5. 14
;OF,.
minister, Vulluvl:rlt:Hr:n.,'l"Qord .• Haudelcon reet. Ccn1.
6. Dt: Ht:er Louis F,ilnd., Sl/111tsmini.ler, 10, Wildt: Wuud,t,lU\~,
V. S. 18·16
18 jaar later. Op de lijst der inschrijvers voor het Huldebetoon Alfons Sevens van 1952 (hier rechts) staat hij zevende op de lijst, nog voor senator Hoste, uit Brussel. Volgens de familiale overlevering zei Sevens van Maurice Lippens, dat hij, hoewel franssprekend, "een echte Vlaming" was. Vlaamsvoelend was hij zeker.
22
I(IOF,.
1:IruJ.Sd.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. JO.
MAGNF.L Oustaaf, Hoogleraar, Gent • Gencrnal Majoor TEMPER MAN Remi, Gent DE BIE Josoph, 1"· Advocaat Generaal, Gent VAN DER AUWERMEULEN G., Gon! ROS Lécpold, Ingenieur, Brussel VAN HAUWAERT 0., Ere Inspecteur, Gent Graaf MauriGe LIPFENS, Brussel VAN DAELE-BEAUFAYS, Architect, Gent HOSTE, Senator, Brusael Generaal MI\RICHAL, R. O. A., Gent.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 4
Frs.
lOD,100,100,JOO,200,100,500,500,200,ZOO,-
om te vechten voor zijn vaderland. gelingen en huisvaders
t Is al erg genoeg, dat er nu duizende en nog duizende jon-
in de wrede oorlog verminkt worden. Ik wil dat Frank alle avonden, na
zijn gebed, belooft voorzichtig
te zijn. - Ik heb hier ontvangen
Vlaamsche Studenten en Voordracht van DosJel. Hebt gij mij die gezonden? regelmatig
De gazetten komen
toe. Het is best, dat ik op de hoogte gehouden ben van de toestand in Vlaanderen.
oorlog blijft niet eeuwig duren en het is documentatie,
Misschien
waarom hij Vergeet-me-nietjes heet? Het zijn drie eenvoudige,
figuren, de vrouw die niet trouwt voor haar oude sukkelachtige die met al haar verdoken moed en wilskracht
De
die ik later niet meer moet opdoen, dus
het is tijd gespaard. - Mijn nieuwe bundel novellen is wat verachterd. afgevraagd
Aan de
twee vlugschriften:
hebt ge u
nederige vrouwen,
moeder, de kleine burgersvrouw
door de wereld spartelt, de verloofde,
die zich
opoffert om de geliefde omhoog te helpen en door hem voor 't geld verlaten wordt. Het is geheime en heldendom
schéönheid
in 't klein. Ik heb de wereld aangekeken
gaat voort goed met mij. Voorlopig, bekommerd
met mijn beste ogen. - Alles
zoals ik u schreef, moet ge zelfs voor 't geld niet met mij
zijn. Ik heb niets nodig. Het leven is hier buitengewoon
goedkoop
geworden.
- Uit
Holland heb ik nog geen vast nieuws. - Ik hoop dat ge reeds 'mijn andere brieven ontvangen hebt en dat mijn oude vesten, mijn redingote uitgezonderd,
op weg zijn. - Het is hier een prach-
tige dag. De zon zit in een heldere zuivere lucht en de stralen zijn lekker mals geworden. voelt voor de allereerste
maal de adem van de naderende
daarmee dat ik hier zo hoopvol zit? Dat ik u allen, grootmoederke, gens met een hoopvolle het keukentje
Livine, Margot en al de jon-
glimlach op de wezens zie? Juffrouw Juliette huppelt hups en haastig
binnen, madame De Caluwe nadert moedig en goed gestemd als altijd. Daar is
Mie! met zijn ruwe schors en zijn gulden hart, daar komt onkel Jan, studerende vernieuwende
gave der goedheid best ongemerkt
en optimistisch
hoe hij de immer
kan laten vloeien, daar nadert steeds gewichtig
Gustaaf, in de verte gaat Maes, trouwen
helder als staal. En daar zijn er zoveel
anderen, Henritje Van Waes, Merlijn, de baas van 't Vlaams Huis, de vriend Vandamme Moerloze.
Men
lente door de natuur varen. Is het
Ja, welhaast zal ik die vriendenhanden
zich en moeten nog losbarsten. God weet! Vlaanderen
drukken. Zeker, vreselijke
Ijselijke rampen zullen 't mensdom
doen schudden
en beven en
teisteren. Maar 't is 't laatste. De boog kan niet sterker gespannen
den. Moed en betrouwen,
en de
orkanen vormen
kindje, de lente doet de natuur van verlangen zinderen,
wor-
zoals de
mensen naar de vrede. Ik wens. u allen een hartelijke goendag, breng u de groeten van die u dierbaar zijn, kus de kinderen, en zoen u, kindje, lang en innig. Alfons Sevens.
6-3-1917, 4de kaart
Jeanne, Sedert mijn brief van 23-2 heb ik ontvangen
drie kaarten uit Gent waaronder
een van Frank. Ik heb er zeker op gepeinsd, Frank, dat ge zes jaar geworden wel ge gekomen geweest zijt, over zes jaar, bij vader en moeder! pak met ISO sigaren en tabak en dat met vest en ondervest paar exemplaren
van mijn toneelwerken:
kende nummer 49 van De Gentenaar. 't
Doe voort uw best. - Ook het
zijn in mijn bezit. - Zend mij een
Zonne en Ge moet trouwen. Zend mij ook het ontbreSchijnt dat de Nieuwe Gazet van Gent een polemiek
voert met Vooruit over de Vlaamse Beweging. kus. Alfons Sevens.
14-3-1917, 5de kaart
Kunt gij die nummers niet zenden?
Jeanne, Gisteren heb ik uw kaart van 20-2 en de kaart van Bertha van 15-2 gekregen. nieuws is schaars en blijft lang onderweg. 3de brief van 23-2 zult ontvangen vraagt. - Alhoewel
de uwe en
zijt. Wist ge, hoe
Een innige
Het
Ik denk toch dat gij mijn 2de brief van 2-2 en mijn
hebben, en de inlichtingen
er in gevonden,
ik anders niets doe dan aan de novellen arbeiden,
die gij over mij
geraak ik niet ten einde.
De laatste gaat niet. Het is nochtans zo nodig, dat ik er mee gereed geraak. De Vereniging Letterkundigen
zal opnieuw aan de verspreiding
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 4
meehelpen.
van
Wat betekent die fr. 450. JO van de
23
I.
Germania? Vervallen premieën ? Het nieuwe boek kan daarvoor te pas komen. Ik ben zo met u allen bezig! Met mij alles goed. Alfons Sevens.
(
24
22-3-1917, 6de kaart
Jeanne, Sedert mijn laatste kaart ben ik zonder nieuws van Gent. Noch kaarten, noch gazetten; slechts het woordenboek is toegekomen. Aangezien ge er aan houdt mijn portret te zien, zal ik vragen om mij te laten trekken. In alle geval, ge zult mij verbeterd vinden. Ik heb eten in overvloed. Alleen de grijze haren worden talrijker. Toch gaat het werken moeilijker en de laatste novelle geraakt niet ten einde. Ik denk zoveel aan u en de kinders. 't Zijn zulke wrede, lastige maanden. Moed, kindje, het einde nadert. Ik groet u allen hertelijk en kus u en de kinders. Alfons Sevens.
31-3-1917, 4de brief
Liefste Jeanne, In de laatste tijden leef ik hier een beetje van u vereenzaamd. Sedert veertien dagen kreeg ik enkel een kaart van grootmoeder, op 25-2 geschreven en op 23-3 ontvangen. Ik heb gewacht tot de laatste van de maand om u te schrijven, altijd nieuws verwachtende. Doch deze morgen was er nog niets bij. Ge moet weten, de Vlaamse brieven worden hier gewoonlijk een dag of twee later overhandigd dan de Franse, daar ze naar een andere censuur moeten. [Twee regels gewist]. Nu een beetje min of meer, we spartelen er toch door en we geraken langzamerhand aan de laatste staties van de kruisweg. Gisteren heb ik ineens een groot pak gazetten ontvangen. Dat zijn gewoonlijk de voorlopers van ander nieuws. Ik heb eindelijk met mijn bundel novellen gedaan gekregen en ben aan het overschrijven. Binnen een vijftal dagen zal ik het handschrift kunnen afleveren. In de laatste novelle heb ik de treurigste meisjesgeschiedenis geschetst, die ge wel ooit zult gelezen hebben. 't Is wonderbaar, hoe ik mij moet weren, om mij in toom te houden. Zelfs als ik de mensen op hun best wil schilderen, groeien figuren vol kleinzieligheid, schijnheiligheid en slechtheid onder mijn pen. Ik ben waarlijk boos op mijzelve, dat mijn pen zo bitter is, doch wat ik schrijf is zo echt, zo waar, dat ik vrees te liegen, als ik er de kleur wat minder ver en vet opleg. Telkens weer wil ik mij overtuigen, dat de wereld zo slecht niet is.als ik hem uitgeef. Dan denk ik op de Steurstraat, 7 en 10 en op de goede hoedanigheden, die ik bij de mensen gedurende mijn ballingschap ontdekt heb. Nu, elke vogel zingt zoals hij gebekt is. Ik heb aan Bouchery geschreven naar twee personen in Holland honderd exemplaren van Bij brave Mensen te sturen. Verschillende vrienden in Holland zijn bereid de handen aan 't werk te slaan. Ik weet echter niet, of boekenzendingen uit België naar Holland toegelaten zijn. Ik hoop van ja. Verder zal ik, zodra mijn eerste kopij naar Antwerpen is, een nieuwe kopij van mijn novellen voor Holland bezorgen. De Vereniging van Letterkundigen zal beproeven, letterkundige bijdragen van mij in Nederlandse tijdschriften te plaatsen. Ge ziet, ik zit van langs om met meer werk op de winkel en de dagen vliegen voorbij. Ik ben hier overmorgen reeds vijf maanden. De barre - dat woord is meer dan ooit op zijn plaats - winter is over; de lente, hoe nijdig ook de winter evenals de oorlog zijn laatste kuren uitspeelt, is in aantocht. Aan de jasmijnstruiken, die juist naast de ingang van het oude slot staan, kruipen de eerste bruin- groene ogen tussen het schijnbaar verdorde hout. Zoudt ge geloven, dat die vijf maanden als een rook weg zijn, en dat ik elke avond de dag voor de taak toch te kort vind? Gevangenisstraf is kolossaal erg, omdat men op zijn vrouw, op zijn jongens, op zijn broeders, op zijn familie, op zijn land, op zijn verantwoordelijkheid denkt, en dat men de kostbaarste schat, de vrijheid mist. Maar wat de dodende verveling betreft, die krijgt me nooit in haar klauwen. Sluit me op in een cel, zonder papier of potlood, dan schep ik mij een wereld van beelden met wie ik leef, spreek en redeneer. Meent ge misschien te Cassel in 't gevang, als men mij de portretten van mijn kindje en van mijn kinderen afgenomen had, dat ik u bij mij niet had? 's Avonds als ik mijn bed van de muur nedergelaten had, zette ik mijn driepikkeitje juist naast mijn hoofd, en dan kwamen beurtelings
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 4
Frank, Dirk en de kleine Vinanaast
mij zitten. Hoe dikwijls heb ik dan niet met mijn kinders
geklapt en ze in het oor gevezeld, dat ik hun moeder zo gaarne' zag, en dat ze zo braaf was, en zo naarstig en zo moedig. Dan nam ik mijn lieve Dirk op mijn knieën: kloek moest ik zijn armen vasthouden,
want krachtig helde hij zich diep achterover
en dan weer voorover, tot hij moege-
speeld zijn polletjes rond mijn hals sloeg. Soms zag ik mij in ons keukentje
over het tapijt krui-
pen. Eerst wipte Frank op mijn rug; dan klauterde Dirk erbij. 'k Voelde grootmoederke haar bril lonken en 'k hoorde haar lachen. En moederke,
door
die op de komst van de kleine Vina
wachtte en dacht, was tevreden van mij. Voeg daar nog bij de artikels die ik in mijn hoofd schreef, de redevoeringen
die ik in mijn geest uitsprak, de romans die ik opbouwde
voor later die ik tekende (zonder te gewagen van de lange samenspraken vurige liefdesverklaringen
die ik u deed), en ge zult begrijpen,
veel werk had. [Niets of] Niemand bezigheid
en de plans
die wij hadden en de
dat ik zelfs in mijn cel te Cassel
in de wereld, kindje, behalve de ziekte, kan me zonder
stellen, en dat is een groot geluk in mijn ongeluk. - Ik heb gelezen in grootmoeder-
kens kaart dat Frank weer 24 punten bekomen heeft en de prent. bewaart tegen dat ik thuiskom.
En hoe stelt het Dirksken op school?
van de kleine lieve vent tevreden zijt. Rekent hij nog zo gaarne? zo rustig en kalm te werken?
Ik hoop,
dat Frank al de punten
Ik ben zeker, dat gij ook
En zit hij 's avonds nog altijd
Kan hij nog zo goed de vriend spelen van tante-meter?
tevreden dat de schone dagen aankomen en dat het bendeke deugnieten weldra met hoepels en toppen onder grootmoeders
waakzaam
oog in de Baudeloohof
nen spelen. 't Zal nu de beurt zijn van de kleine Vina om te leren hoepelen. Als de wereld kraakt zoals op dit ogenblik,
achten als hij er heelhuids
van onder geraakt. Schrabben
7 en 10
zal kun-
- Ik hoop dat gij het
allen zo goed mogelijk stelt in die tijden, wanneer iedere dag zijn nieuwe en zwaardere zorgen meebrengt.
Ik ben zo
uit de Steurstraat
lasten en
mag een mens zich gelukkig
en kneuzingen
worden heel vlug ver-
geten. Met mij gaat alles voort goed. Vergeet niet mijn beste groeten te doen aan de vrienden en in 't bijzonder
aan onkel Jan. Zijn hof moet ook aan 't herleven gaan. Beste groeten ook van de
vrienden hier, van Jozef en compagnie.
Ik groet u grootmoederke,
Livine en Margot en ik kus
mijn liefste Jeanne en mijn kinderen. Alfons Sevens. 11-4-1917,7de
Kindje, Zoals ik het had voorzien,
kaart
is de correspondentie
uit Vlaanderen
heb van de kinders, van Margot en van u zelf goed ontvangen.
in eens aangekomen.
Ik
Ik ben tevreden dat Frank in de
school zo goed zijn best doet en wens hem geluk met zijn plaats, ook schrijft hij mij op de tram niet meer te springen. - Mijn portret heb ik nog niet laten maken, men geraakt hier zo moeilijk geschoren.
Zo nodig laat ik mij ongeschoren
naar Antwerpen
en Bouchery
gezonden.
trekken. - Mijn handschrift
is gisteren rechtstreeks
Laat ons hopen dat ik thuis ben met de vrede voor het
werk gedrukt is. 't Is hier een witte Pasen geweest. Best groeten aan allen. Alfons Sevens. 18-4-1917,
8ste kaart
Ik heb zoëven uw kaart van 7 maart ontvangen, mijn plaats, ik zou hem zelf schrijven,
die dus verachterd
was. Bedank de vriend Jan in
maar ik heb zijn juist adres niet. Ik heb mijn portret laten
maken en zend het u, als het gereed is. Joseph was zeer gelukkig
het portret van Livine en de
kinderen te zien. - Zoek eens in de kleerkast achter een oude broek, gelapt is ook goed, en zend ze mij. De lente blijft weg, maar het einde van de oorlog nadert. Ik heb hier als kamerkameraad een kennis van de vriend Coussens gekregen, slaan samen de kok. Gezondheid Derde blad van een niet gedagtekende
namentIijk Tyberghyn,
schepen te Menen; we
blijft goed. Ik ook verlang zo naar u, kindje. Alfons Sevens.
brief
Nota.' Door de vermelding van deze brief in de volgende van 11 mei, weten we dat het blad afkomstig is van de 5de brief en geschreven werd op 28 april. Enkel het derde (en laatste) blad van de brief is bewaard. Het eerste, waarschijnlijk zoals alle brieven uit Celle aan beide kanten beschreven, is verloren.
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 4
25
Zoals ik u reeds schreef is er op mijn kamer een Vlaamse schepen gekomen,
die zo goed kan
koken als ik slecht. Voeg daarbij dat hij overlast zit met eten en pakken krijgt uit allerhande onzijdige landen en bevriende naties. Hij heeft mij voorgesteld
een gezamentlijke
schappij te stichten. Hij heeft niet lang moeten pleiten om mij te overtuigen,
kookmaat-
want beter kan ik
geen actiën plaatsen. De doos, waarin onkel Jan zijn koffie zond, is, door een ingenieur als 't u belieft, in een kachel veranderd.
We stoken met bakkerskolen
en Frank zou goed te pas komen
om met onze blaasbalg het vuur aan te jagen. 's Avonds is er nu grote diner. Macaroni, spek of gruyèrekaas.
Witte bonen met pataten en spek. Suikerboontjes
spek en pataten. Gisteren waren het bloemkool likken! Laurierblaadjes, kleine beenhouwerij.
muskadenoten.
rijst met
of jonge worteltjes
met
met pataten en eiers. En saus om de vingers af te
niets te kort. Het spek en vlees in de kast gelijkt een
'k Heb beproefd u thuis te verrassen met een pak vlees, melk en choco-
lade, maar ik mag zulk geen pak naar Gent zenden. Kortom, kindje, de haan wordt gevet, en daar hij zo kort zit, is er gevaar dat zijn buik nog dikker wordt dan te Gent, waar hij zijn volle beloop had. 't Zou mij toch nog dubbel goed smaken, wist ik dat ge thuis kondet eten gelijk ik. Ik heb u een paar exemplaren
van Zonne en Ge moet trouwen gevraagd,
gen. Zend mij ook tien exemplaren
van De Moed en Vlaamsgezindheid
maar nog niets ontvanvan Eduard Anseele. -
Kindje, liefste kindje, die mij sedert zeven jaar zo gelukkig hebt gemaakt,
ik kus u van verre op
uw lieve ogen, op uw zachte wangen, op uw warme mond. Kus de jongens
voor mij, groet de
familie in mijn naam en in deze van de trouwe harten die verre van u allen zijn en zich van dag tot dag dichter voelen. Groet aan Jan en de vrienden. Altijd harten omhoog. De lente komt laat, maar toch. Alfons Sevens.
(wordt vervolgd)
26
Boek en Bibliotheek - 1999 nr. 4
(
(
Oorlogsbrieven
van Alfons Sevens
1915-1918
Negende aflevering, opgetekend door zijn kleindochter Nicole Verschoore. Met taalkundige aantekeningen van zijn dochter Livina Verschoore - Sevens. Vanuit Holzminden
schreef op 19 oktober 1916 Alfons Sevens aan zijn vrouw:
"Vraag eens aan de censuur te Gent of gij mij het
klad van mijn schets Niet uit liefde moogt sturen. Ik ben zinnens te trachten ze hier af te maken, een drietal novellen er bij te schrijven en zo een bundel novellen te bereiden" haalt Sevens op 28 november novellen vorderen gestadig.
(Boek en Bibliotheek
zijn vraag (Boek en Bibliotheek
Hij is rustig, de inspiratie vlot. Toch heeft hij heimwee naar ernstiger
theek 1999, nr 4). In zijn brief van 23 februari vernemen wel in een context die laat vermoeden,
figuren, de vrouw die niet trouwt voor haar oude sukkelachtige door de wereld spartelt, de verloofde,
verlaten wordt. Het is geheime In dezelfde brief verzekert buitengewoon
goedkoop
schoonheid
liever had ik in
we voor het eerst de titel van de nieuwe bundel, Vergeet-mij-Nietjes, en
dat in de bewaarde oorlogscorrespondentie
een kaart of een brief aan Jeanne ontbreekt:
waarom hij [de bundel] Vergeet-me-Nietjes heet? Het zijn drie eenvoudige,
hebt ge u afgevraagd
en wilskracht
werk: "Hoeveel
zoals de derde roman van mijn reeks "Een menswaardig Bestaan" (Boek en Biblio-
deze grootse tijd een breed werk aangelegd,
"Misschien
1999, nr. 2). In het betere kamp van Celle - Schloss her-
1999, nr 3). Op 2 februari 1917 is hij volop aan het werk. Zijn drie
moeder, de kleine burgersvrouw
nederige vrouwen,
die met al haar verdoken moed
die zich opoffert om de geliefde omhoog te helpen en door hem voor 't geld
en heldendom
in 't klein. Ik heb de wereld aangekeken
met mijn beste ogen".
Sevens zijn vrouw dat hij het goed stelt, zelfs 'voor het geld': "Ik heb niets nodig. Het leven is hier geworden".
De brief zal zijn vrouw zeker hebben gerust gesteld.
Voor een beter begrip van de brieven is het nodig bij dit werk even stil te staan. Samen met Sevens' roman "Schoolmeester" behoren de drie novellen van Vergeet-mij-Nietjes tot het best wat hij heeft geschreven. die men tevergeefs
Ze bevatten heel wat analyse en observatie
zoekt in andere literatuur van dezelfde tijd, zelfs bij groten zoals Streuvels en Buysse.
Sevens houdt van de vrouw. Hij gelooft in haar, hij rekent op haar. In drie zeer uiteenlopende speelsters
blijk van intelligentie,
psychologisch
menteel in de zin van Conscience's hyperrealistisch
te noemen,
keling' noodlottig
romantisch
inzicht, diplomatie, werk, ofschoon
met dien verstande,
en schrijnend
De psychische
ontleding
tred van het alledaagse
- samen - de beslissende
zijn meer dan typen, ze zijn karakters
schijnlijk aan de tand des tijds zou hebben weerstaan. nr. G 21 262, kan uitgeleend
die daardoor
in de ontwik-
wat nochtans geen In de drie verhalen spe-
voortreffelijk
gestructureerd
geworden. waarnemer
en voortreffelijke
psycholoog.
in zijn eigen taal genoten, hij zou met Vergeet-mij-Nietjes een werk hebben geschreven
nog zonder moeite gelezen worden. (Het exemplaar De historische
wel en wee van de personages.
rol in de ontwikkeling,
van het innerlijk leven is het werk van een fijngevoelige
Sevens van beter onderwijs
alles behalve senti-
het gevoel bij Sevens een zeer grote rol speelt. De tekst is het best
in het eerste en laatste verhaal, prozaïsch en alledaags in het middenstuk,
en de karakters
overkomt. De protagonisten
milieus geven de drie hoofdrol-
moed. Hun verhaal is nochtans
dat het leven van 1913 - 1914 onder de loupe komt. Er zi t dramatiek
ogenblik afbreuk maakt aan de bijna Balzaciaanse len de omstandigheden
altruisme,
In historisch
perspectief
van het seminarie
of als retro-ervaring
Nederlandse
Literatuur
Had
dat waar-
kan het boek echter vandaag
van de RUG, Blandijnberg
2,
worden).
waarde van het boek is onmiskenbaar.
Boon of Piet van Aken aantreffen.
Unieke getuigenissen
vullen het stadsbeeld
aan, dat we b. v. bij Louis Paul
Het eerste verhaal, Niet uit Liefde, speelt zich tussen buren af, in een straat met allemaal
gelijke huisjes. Men ziet er van de ene tuin in de andere, en het gebeuren huizen, en in de harten van drie mensen:
gaat zijn gangetje over de haag, in de kamers van twee
een goed hart, een bijna goed, en het derde hard, veeleisend
zich een liefdesgeschiedenis,
maar aan de verwachte
waarop Sevens er de oorzaak
van aanbrengt,
ontknoping
maar voornamelijk
moet worden verzaakt. Interessant de nauwkeurige
weerspiegeling
en egoïstisch.
Er ontwikkelt
zijn niet alleen de manier
van de intieme redenen en drog-
redenen van de vrouw die zich tracht te troosten.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 1
/3
6GèiiJk'ê.l·
. nodê~ûltt\V~
dlenda.voór' ::",
b~
keu-
' ....'
·;··::EI!~~eurJl'(dêkërikëri;:ijr8èlitU;hl~icri.gànK8ken,nevëns
c
bot
Het laatste verhaal, Haar grootste Verdriet, roept als in een film het beeld op van de straten en pleinen van Gent in het begin van vorige eeuw, vol uitgaande mensen, voor het gewone vermaak en dat van de Gentse feesten. De gecompliceerde verhouding tussen een jonge vrouwen een opgroeiende jongen staat tegen de achtergrond van sociale ambities en het contrast dat ze vormen met de eisen van gewoon geluk. In het verhaal Proza werpt Sevens de hyperrealistische blik in zeer moeilijke omstandigheden in de buurt van de Oudburg. De evocatieve details zijn stuk voor stuk merkwaardige getuigenissen over het leven van toen, en de mentaliteit die heerste vooraleer alles werd zoals we het nu kennen.
J;~~~t~~.~~:~t~fd~~~.~~~~::~~
.aan
MilihiuureenJllànk' sösiagêni.lÎedekt,door 'ëén: gUet;' dlé .:álle:zat~~dagéi1.vern!éii,!d'werll. Opd~lplank;Jai. beï,)Niod, . . storid hot smoutIiotJe. derrièlkkan, driè teljoren' en~óe Itonuneri; .Aan een,vlerlÓ.1. verUndê.hiikéri' hingeii" depott~n .è'O·piimien. • Dor:óldei'w8.s dooreen haUhoog mûurkên:in':twee~nvèrdceld. .:'t Aebièi8t~818àpliamerljG ,trok Uclit; door twjie;gliïiéö ponnen, . 't veorste dooreen dnkv,onstiu1Je ... · ......)" .: .... Gebeel dowonlng,vanonderlot boven;}VM krailknctJri.ite keakc~ op de alUJdgtlinmende 'aioor,8!Ond '00 koperen 'kofflekelcleo blinkende kóftlekan.Llnks de acbbinvbevond Wat de taal betreft vertoont de bundel novellen dezelfde kensichêcri.kast. ZeW89 bedekt me.t roodpàplermetilitgoknlpte merken als de brieven, hoewel de auteur zijn tekst zorgvuldiger randen.: Daarop zag men een Lieve-Vrouwerlbeeldonder Itlok, heeft opgesteld en nagelezen. De waarde van Vergeet-mij. yhi'rgebloemd4) tassen en eenlge portretten,' delàde t4tcn de beaiê:teij6rèn/ ~ri Vierl4l' b~perlie3,ent: iorgvpld)fin Nietjes ligt in de rijkdom van Sevens' woordenschat. De oudere ge~kkèld,:zes JltiDkflnde,vorkóÎi; elf ~ én een, driètäl:, taI8!Vlaming herkent onmiddellijk zijn kleurrijke, subtiele, emotio'. ~~seD<,·:·'~~.::~. ~-/:-:.,:,::-.~~/' '. .. .:, .~:" .,'~". '. ",_._. : .".." >: <>:::.~.:';:~" .. -. neel geladen adjectieven en werkwoorden, hij herontdekt de . Recbts pronkte de groote kleorkos, zoo oud ala de geruite ~~ juiste zaaknamen van verloren gegane gebruiksvoorwerpen of doek; dien Treezeken op hur trouwdag droeg. " ' . .,. .' "Op hetveri8~rbIadpra4lden gerauluma motln'lmlddeii toestanden, en stelt ten slotte weemoedig of verbaasd vast dat eenmuekusbloe'rripJe: .Tegelll,l(lt.venster alond de J)ngovei'fde, door het weren van Zuidnederlandse woordenschat in woordufaenden keeren gewMschen Wet: .,' ....: '.,. denboeken en taalgebruik, een vrij aanzienlijk deel van onze Aan den muur Jllniièn oonhèlligo Jozef en een heilfg6 "Anlcnlria. van P4/JÛa. .', ,"'.' . . ...,. culturele identiteit is verloren gegaan.
de
van
In
papfu:
vier
Sevens schrijft wezen voor aangezicht. In zo goed als alle contexten verwijst de term tegelijk naar het voorkomen en het innerlijk wezen, welke laatste dimensie verloren is gegaan in de uitdrukking gezicht. In de beschrijving van het alledaagse "prozaïsche" leven van het tweede verhaal, wordt de lezer eraan herinnerd dat de spekslager alleen varkensvlees sneed, bereidde en verkocht, en dat de beenhouwer een andere beroep uitoefende, Geen van beiden waren slagers. Op de kermis lopen dubbele jongens rond, , dit zijn 'twee keer kleine jongens en toch nog geen grote jongens'. Sevens schrijft nog tegenheden voor toestanden die tegenstaan: en kwartier voor wijk, woorden die nog lang zowel in Verschueren als in Van Dale als gebruikelijk werden aanvaard, Ook aan Jeanne zegt Sevens, zoals in dit proza, dat 'zij zich door de oorlog zullen scharren', van scharren, Zuid-Nederlands, een werkwoord waar hij veelvuldig gebruik van maakt. Het frequantatief scharrelen bestaat nog. Over handgifte weet Verschueren in 1930 mede te delen dat hiermee de eerste aankoop van de dag wordt bedoeld, het eerste geld dat men aan de winkelier geeft. Bij Sevens is de handgifte de allereerste koop in een nieuwe zaak, en deze handgifte speelt een zo belangrijke rol in de hele buurt, dat niet kan getwijfeld worden aan de toenmalige specifieke betekenis. Kaantjes zijn het vliezig overblijfsel van een gebraad stuk vlees, bij Sevens en in het Algemeen Nederlands. Pens verklaren Verschueren en Van Dale met bloedworst. In Sevens' tijd was pens iets anders, nl. gemalen dieringewanden, d.i. slachtafval, in een darm gestoken. Uiterst goedkoop eten voor arme mensen. In de jaren 1940 zong men in de familie Sevens nog het "Liedje van de Duim", als aftelrijmpje voor de allerkleinsten. Eén voor één waren de vingers aan de beurt, met één versje per vinger. Het spel eindigde met een kriebel in de handpalm: Duimke gaat naar de markt. Hij koopt een koe, een beetje lever toe, [;enbeetje pense, voor de zieke mensen, en een klein, klein kriebelingske toe ... (Dan schaterde het kind het uit).
/4
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. J
Voor werkster treffen we in Vergeet-mij-Nietjes werksterigge
de naam werkstering
voor werkster (zoals ook naaisterigge).
bijstond. Baker en kraamvrouw nen is hem iets misjunnen, lijk beide adjectieven
aan, dit is schrijftaal
Een achterwaarster
voor de gewone Gentse benaming
is de baker, de vrouw die dè kraamvrouwen
het kind
waren niet éénzelfde persoon. Bij Sevens praten de mensen niet, ze klappen. Iemand iets misgun-
en voor fluwelen kleding bestaatfolpen
begrijpen
en ook floersen.
Merkwaardig
lijkt ons wel, dat wij onmiddel-
als van fulp, een soort fluweel met lang haar, en van floers, fluweel, dat door Verschueren
nochtans niet als zodanig begrepen gaas", een bewijs dat de fluwelen
wordt. Verschuerens eigenschap
verklaring
onthoudt het zwart van de rouwstof en noemt deze "zwart
van floers totaal verloren is gegaan.
Niet voor ons. De floersen kraag leeft nog vandaag. Ander taalgebruik
ligt ietwat verder. Zo is volgens Sevens ijl voor leeg nog volledig conreet : we lezen ijlgebrand
brand en begrijpen dat ijl de lucht en de afwezigheid der inhoud betrekking
van muren en/of materie suggereert,
heeft.
We lezen laweit voor lawaai. Reke voor rij. Spinde voor spijskelder. kort stenen pijpje. Kersouwke
voor madeliefje.
ruk. Doening voor boerenhof zoals in het Algemeen
voor leegge-
terwijl leeg eerder op een volume zon-
Kenen voor rimpels of kloven. Baardbranderke
Groeze voor jeugdig groen en jeugdig loof. Sneukelen
of eigen bedrijf. Krinkel voor uitvlucht.
Nederlands.
voor een
voor snoepen. Snok voor
Piot voor soldaat, en niet als scheldwoord
voor dwazerik,
van het Franse bouvier. Nesch, in moderne spelling nes betekent
Een boevier is een ossedrijver,
zacht en week. En dan is er het juweeltje jijntig, dat in de gangbare
woordenboeken
blijkbaar niet bestaat. Fijnte mag er wel zijn,
in de wending "een graad van fijnte". Bij Sevens leeft het woord anders, hier komt eeti fijntig meisje voor, die fijnte heeft. Fijnte, finesse, naar geest en gevoel. Een jonge man is liber, en het begrip wordt nog omschreven
in Van Dale: vrij, ongedongen.
In welk opzicht zijn de laatste termen beter dan de eerste? De vraag geldt eveneens voor teljoor en bord of eetbord, kappertje voor een halve pint, bluffen en stoefen voor boffen, pralen, pochen. Menagie voor huishouden het Algemeen Nederlands,
tenzij onder de vorm menage in enkele specifieke
Sevens' proza menagie ook koppel kan betekenen
en aanleiding
betekenissen.
geven tot het liefdevolle
en huishouding
is onvindbaar
Terwijl nu nog in Vlaanderen, verkleinwoord
menagieken,
in en in
b. v. voor
het jong koppel dat, in Sevens verhaal hard werkt, of, om het in zijn taal te zeggen, zich door het leven schart door noeste arbeid. Bij Sevens is iemand versneld,
van versnellen,
sneller worden, dit is mooier worden. Men koopt bij hem nog op de plak in plaats
van op krediet, men doet iets op de kap van iemand, en niet veel abstrakter op kosten van iemand. Sevens kent nog plak voor schuld. Hij koopt een scheifpapaten,
de schelf zijnde de kleinste koperen munt ter waarde van 1/10 cent, dus zeer weinig geld.
Je koopt een schelf pataten als je bijzonder weinig nodig hebt. Sevens' mensen hebben er af en toe nood aan, een druppel te stekken, d.i. vlug nemen en vlug opdrinken. Kleur en evocatieve
kracht van de "verouderde"
beladen werkwoorden zwatelende
en adjectieven
menigte. Spatteren,
"Zuidnederlandse
taal" hoeven geen betoog. Klanknabootsingen
zijn er bij de vleet. Kissen is een sissend geluid maken. Zwatelen
frequentatief
en emotioneel
staat voor gonzen, een
van spatten, wordt verkozen voor de herhaling die het inhoudt. In de laatste regel
van het laatste verhaal Haar grote Verdriet staat het adjectief klibber, voor vlug van beweging of van geest, levendig, vief. Razerneren
voor driftig spreken is een creatieve volkse contaminatie
Oorlogsbrieven,
Boek en Bibliotheek
van razen, driftig zijn, en redeneren.
- 1999 nr 3, p.14 wezen we op het bij ons nog steeds gangbare
In aflevering
luieriken,
7 van de
dat meer is dan
gewoon luieren: men hangt de luierik uit. De nuance moet niet verloren gaan. De gaai stang met bovenop de gaai waar naar geschoten
werd, is in Sevens' proza nog de gaaipers. De volkstoeloop
kruisjas is Madame Vandevelde
gemaat met mijnheer Brusselmans.
ter ere van een heilige is een begankenis. Brusselmans
Bij het kaartspel
is haar maat, want het spel wordt in ploegen
van 2 gespeeld, meer moet men er niet achter zoeken. Zij is zijn maat. Boompjes zijn figuren bij het kaart jassen, en "zoveel boompjes jassen" is een uitroep van succes en vreugde. De jas of boer is de hoogste troef.
Het boek is klaar Laatste brieven uit Celle -Schloss Begin april 1917 stuurde Sevens het handschrift de brief van 11 mei geloofde Celle-Schloss,
dat begint langzamerhand
lessen Nederlands
van Vergeet-mij-Nietjes
vanuit Celle- Schloss naar Bouchery
te Antwerpen.
In
hij nog steeds dat de oorlog ten einde liep: "Een maand en half voor een brief van Gent naar naar het einde van de oorlog te rieken". In dezelfd~ brief vermeldt
aan de Walen. Meteen zijn in de nu volgende laatste brieven uit het officierenkamp
hij voor het eerst zijn
de thema's van de volgende
maanden aangekondigd.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 1
/5
Nog enkele weken een "herenleven" De vorige aflevering 11-5-1917,
6de brief
van Sevens' oorlogsbrieven
besloot met de vijfde brief uit Celle, van 28-4-17.
Liefste Jeanne, Sedert mijn laatste brief van 28 april heb ik u niet meer geschreven. kaart kan zo weinig staan! Ik heb ondertussen
verschillende
gazetten ontvangen,
Gazetten komen in 't algemeen rap genoeg, doch kaarten en brieven! rekeningen
van de Germania
reeds tot 6 mei.
Ik heb uw brief met de
op 3 mei gekregen met een kaart van Eleonore en een van Jeanne-
Marie; uw brief van 24-3 is vandaag toegekomen. naar Celle-Schloss,
Op een
dat begint langzamerhand
Een maand en half voor een brief van Gent
naar het einde van de oorlog te rieken. Ik heb in
mijn laatste brief een portret gestoken en dan nog een afzonderlijk onkel Jan. De twee toneelstukken
gestuurd;
dit laatste is voor
en de andere gazetten nog niet ontvangen.
Van de Germania
weet ik, dat alles in orde is. De oude, brave Koeltlitz, die Neltstraete heeft, schreef mij onlangs een brief, waarin hij mij zijn gevoelens uitdrukte. Er zullen nog andere vogels schuifelen!
als directeur
vervangen
van achting en genegenheid
- Van de meid gesproken,
dat ge u alles zo
hard niet ter herte trokt, het zou met Jeannette beter gaan. Daarbij, alle dingen moeten op hun tijd verzorgd worden. De beste horloge, als men ze op tijd niet opwindt of nu en dan niet eens smeert en opwrijft, blijft haperen en stilstaan. - Kindje, kindje, wat verlang ik naar u ! Dat kloosterleven
in Duitsland
duurt een beetje lang; ik ben er niet voor geschapen;
mijn plaats is in
't Vlaams klooster van St Ariaan. En als ik met Joseph klap, is hij heel en gans van mijn mening. Nu, laat ons maar niet te veel op al die heerlijke dingen peinzen, bijzonderlijk als de vogelen paren. Dat schouwspel
kunt ge hier anders alle dagen bewonderen.
slot oud, de tuin zit sedert de eerste mei vol borrelend levensgeweld. we botten open en kwetteren draaien in een paardemolen tanjebomen
nagespeurd
ons andere vogels tegen. Veel beloop hebben we hier niet. We van enige honderd meters; maar het is er zo prachtig!
Nu ik schrijf, zie ik door de geopende
vensters de kastanjelaars
en daar tussen al dat frisse groen paalt als een reusachtige
van levenssap,
in volle bladertooi.
aan de boord van 't water hun lichtgroene
mijnstruiken
en daarop volgt een busseltje hagedoorn.
naar buiten. Sinds
klederen aangetrokken,
rood-purpere
korte dagen krijgen we nog andere ruikers. Juist naast de ingangspoort bomen en goudenregens.
Dag voor
de bolten van de kas-
en afgespied, ze zien zwellen en nog zwellen. Eindelijk de eerste schone
de eerste mei, kropen de eerste jonge blaadjes, zijpelend
hebben de treurwilgen
Want is het
Alle dagen springen nieu-
dag, uur voor uur hebben we in de tweede helft van de barre aprilmaand zomerdag,
in de meimaand,
ruiker een beuk. Binnen staat een busseltje jas-
En we hebben nog te verwachten
Het moet u dus niet verwonderen
en hier
tulpen-
dat de vogels hier gaarne nestelen en
vrijen, zoveel te meer daar ze hun nesten gans gereed aan de bomen vinden hangen. Van 's morgens vroeg kwetteren
de vinken en trippelen onbeschaamd
mijnen woont een koppel spreeuwen, zwaluwen
zien rondfladderen.
die teruggekeerd
naast u op de bomen. Nevens de jas-
zijn en over vier dagen heb ik de eerste
Sedert gisteren hebben we zelfs rozen aan onze vensters staan.
Ge moet weten, de oudste van onze kamer is een Engelsman,
een kapitein
buiten dienst. Het is
een beetje de vader van ons allen. Zo een appel met ruig uitzicht, doch eens gepeld loopt het sap er langs de vingers. Gisteren was het zijn verjaardag, drinken. Buiten de rozelaars,
en we hadden de toelating
wijn was er heerlijke koffie. Ge ziet dus dat het leven hier zelfs zoetigheden voor, onlangs heb ik hier de Vlaamse Leeuw gezongen, ring van de geboortedag
boven wijn te
lagen er op tafel anana's, cakes en pralines, en naast de slechte ter gelegenheid
van onze koning. Al de Belgen waren aanwezig,
meebrengt.
Stel u
van de toegelaten
vie-
en niet alleen de Walen,
zelfs Feyerick heeft beproefd mee te zingen. - Ik heb noch hemden noch ondergoed
nodig,
alleen stoffe om mijn broek te vermaken en mijn ander versleten broeks, zoals ik ze reeds vroeg.
/6
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 1
Ik lees met verbazing dat einde maart al de exemplaren van de eerste uitgave van Bij Brave Mensen verkocht zijn en dat men aan een tweede begint. Gent handelt goed voor mij, en Jan en Miel zijn prachtkerels. Ik hoop dat men reeds aan het drukken is van mijn bundel Vergeet-mijNietjes, alhoewel ik geen woord van de Bouchery's ontvangen heb sedert maanden. - Uw brief laat horen, dat mijn lieve jongen Dirk flauw geworden is. Ik hoop toch dat de gastjes niet te veel lijden van het gebrek aan waren. God! kon ik mijn chocolade naar Gent zenden! Ge weet, dat ik er niet van houd, en ik lig met pakken. Nu dat de schone dagen daar zijn, ben ik overtuigd dat onze drie gasten met Livines kinderen veel in de Baudeloohof zitten. Gelukkig dat men ons ten minste de lucht niet kan ontnemen! Het is wreed, hoeveel mensen er sterven te Gent en in België. Zorgt toch goed voor elkander, zorgt voor alles te zamen, helpt malkanders moed omhoog. Eeuwig kan het niet duren! - Deze morgen heb ik nog een paar nummers van Vlaams Nieuws en van Vlaams Leven gekregen. Voor mij moet ge Vlaams Leven niet kopen. Het is weggeworpen geld, want dit tijdschrift betekent zero. Ten ware de kinders gaarne naar de platen keken. - Met mij dus altijd opperbest. Ik heb tamelijk veel werk met de bereiding van mijn Vlaamse lessen aan de Walen, en ik leer zelf definitief Engels. Verder mijn kameraad - kok doet voort de zaken extra. - Mijn groeten aan de trouwe vrienden, in 't bijzonder aan Jan en Mie!. Ik kijk eens naar 't portretje en knik goendag naar Frank, Dirk en Livinatje. Voor u kindje is er een lange zoen bij. Spijtig dat hij van zover is. En natuurlijk een hartelijke groet in nummer 10. Alfons Sevens. Zoals blijkt uit volgende kaart kon Sevens, zo fijngevoelig in zijn 'letterkundige arbeid', aan zijn vrouw bijzonder kwetsend de waarheid schrijven. Bedenkt men hoe moeilijk het voor haar was aan zijn wensen te voldoen, niet alleen door het gebrek dat aan het thuisfront werd geleden, maar ook door de slechte postverbinding tussen Duitsland en Gent, dan kan men zich voorstellen hoe hard bepaalde kaarten aankwamen. Sevens was blijkbaar uit zijn humeur. 23-5-1917, 9de kaart
Jeanne, Sedert mijn laatste schrijven van 12 dezer heb ik uw kaart van 20-4 ontvangen en verder ook een kaartje van mejuffer Juliette en Josephine. Bedank hen zo mogelijk voor dit genoegen. Zoëven krijg ik uw pak van 14-5. Buiten de broek is alles nutteloos. Ondergoed heb ik veel te veel en zit hier alzo overladen met pakkerij. Bedank juffrouw Cruyt voor de kousen. Nog eens, zend niets zonder dat ik het u vraag, zend nu eerst wat geld. Ik ben begonnen kopij naar Holland te sturen, maar alles duurt lang. Natuurlijk zal ik bij opname het geld hier doen zenden. Van Bouchery ook nog altijd niets. Uw Alfons Sevens.
Van links naar rechts, de ontvangstbewijzen van Jeanne 's stortingen aan Fons in Allendorf (Einhundert M), in Holtminden (Fünfzig M) en in CeLle-Schloss (Zwanzig M). Van elke soort zijn ettelijke exemplaren bewaard.
Boek en Bibliotheek
- 2000 nr. 1
/7
Vrienden stuurden eveneens geld (links eh. Paquoy uit Sint- Truiden) en Maurits Sabbe (rechts). De bedragen van Sabbe komen van de opbrengst van Bij Brave Mensen. tweede uitgave, en Ver~eet-mii-nie(ies
De natuur inspireert
Sevens. In zijn beschrijvingen
directeur en archivist van Kortrijk Theodoor op zijn actief, waaronder en volwassenen
de natuurwandelingen
1848 - Kortrijk 1927) heeft niet minder dan 127 titels van publikaties
van de reeks "Ons schone Vaderland"
in de reeks "Bloemen en Vruchten".
van iemand, die geen radio-geluid
voor Jeanne is eigenlijk de zoon van zijn vader aan het woord. Leraar, school-
Sevens (Kinrooi
In de mei-brieven
hoorde en geen televisiebeelden
en de biologie voor de schoolgaande
uit Celle weerspiegelt
de natuurervaring
zag. Vandaag is Sevens' belangstelling
evenals zijn kleurrijke
woordenschat voor een groot deel verloren en in onbruik geraakt. Een laatste opmerking: de tijdsbepalingen van Sevens klinken in de volgende brief voor moderne oren bijzonder een maand verwijst naar het verleden, dag voor dag staat voor dag na dag ... De taal van vader Theodoor recter: Theodoor
had nog kunnen studeren aan de Normaalschool
terwijl zoon Alfons Sevens te Roeselare
te Lier, waar voorteffelijke
Wat de natuur - en ook het eten - betreft, nu volgen de laatste echo's van een gelukkige
31-5-1917, 7de brief
Hiermee is de meimaand gebladerde
de gouden-regens
de jasmijnbomen
hangen te bengelen
vinken zijn reeds stiller geworden
gewend aan de zwaar- en donker-
zijn sedert acht dagen heel en alopengegeurd
lijk spetters vuur in de broeiende
In 't begin tierden de mannetjes
en
ketel der natuur. De
zich zat om de lust der wiet-wiet
te
diepten van het lover, maar mijnheer de vink schijnt er' voor het
moment genoeg van te hebben en luierikt in 't zonnelicht borst zelfvoldaan
onderwezen,
is bijna voorbij.
nieuwe zonne en de roes der nieuwe liefde. Nu zit madame de vink melancholisch zuchten in de geheimzinnige
over
aan de deur werd gezet.
tijd. Het kasteelleven
ook weer voorbij. Ik ben allang
kastanjebomen;
stuntelig:
Sevens was veel cor-
leraars het Nederlands
in het Frans de lessen volgde en wegens zijn flamingantisme
jeugd
de leefwereld
vooruitgestoken.
De zottigheid
op de toppen der takken, met de rode
en joligheid
schijnen in de natuur plaats
gemaakt te hebben voor de ernst van de arbeid. De bloemen zijn van de bomen, de katjes vliegen rond; overal is men aan 't kweken. En over een maand speurde ik dag voor dag, waar en hoe het eerste blaadje zich uit de blinkende, de dagen voorbij. Waarlijk, een soort van praktische
natte knop zou worstelen!
En nog rapper als vroeger vliegen
ze zijn te kort. Ik geef drie uren les te week: Vlaams aan de Walen,
leergang met woordenreeksen,
oefeningen
enz. en dat vraagt tijd. Een
groot deel van de dag wordt besteed aan 't leren van Engels. Zo verre als nu heb ik het nooit
/8
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 1
gebracht. Nog een maand of twee, en 't is English spoken. Ik wilde van de lieve meimaand gebruik maken, om een psychologische fantasie over de echtelijke liefde in de kampen uit te broeien, en ik vond nooit geen drie uren bij elkander, om de sluizen der deugnieterij eens duchtig open te zetten. Ik rekende vast op de Sinxendagen. Maar de meimaand kreeg plots nog een ander resultaat. Ook mijn rechter bil begon te bloeien en te groeien, en een prachtige steenzweer, zo groot als een kleine Sinxenroos, maakte mij het zitten uitermate lastig. Ik verkoos dus een welverdiende rust te nemen en bracht de laatste dagen der meimaand liggende door, en stovende naar oud Vlaams gebruik. Mijn eetkameraad heeft me verzorgd. Serieus, zo goed als mijn kindje [zijn vrouw Jeanne, nota van de uitgeefster] zelf. En in de plaats van worst en spek, eet uw man nu een melkpapke of een beetje suikerboontjes met een eitje. Doch 's middags is het menu nu een heerlijke soep geprepareerd door onze Engelse kapitein met Engelse bouillon. Verdoemd, die is sterk, weet ge ! Enfin, ik laat me maar vertroetelen. 'k Zou u vergeten te zeggen, dat de baringsweeën maar drie dagen geduurd hebben [om de zweer te laten rijpen en uit te nijpen] en dat de nijpkens bij de gelukkige geboorte reeds lang vergeten zijn. 'k Heb van mijn gedwongen congé gebruik gemaakt om een paar nieuwe Duitse vertellers te leren kennen. Eerst de Zwitserse humorist G. KeIler; oud werk, zeer karikaturaal. Wat staat onze Sabbe daar verre boven. Doch heb ik een degelijk, breed aangelegd werk gelezen: Die Washoltens, van Herzag. Dat gedwongen bedliggen heeft ten slotte nog een ander resultaat gehad. Ge herinnert u misschien nog - de tijd is immers al zo lang over, dat ik bij u sliep - dat ik deze dagelijkse, of beter nachtelijke bezigheid, op de rechterkant uitoefen. Ja, waar zijn de goede nachten, toen ik u goên nacht kuste, eer ik mij eindelijke definitief keerde! Kortom, ik slaap nog rechts, of beter, ik sliep nog rechts, tot die steenzweer kwam. Nu lig ik links, met de kop naar de muur, waaraan gij te kijken hangt met de jongens. En za liggen we gestadig vlak in elkanders ogen te kijken. Dat heeft me nu zo dol en dom verliefd gemaakt als ik voorzeker in mijn leven - zelf in mijn gelukkigste ogenblikken - nog niet geweest ben. Goddank! de meimaand is over! 'k Hoop toch dat we hem toekomend jaar te zamen zullen mogen genieten, en dat de vinken alleen niet meer bij de gelukkigen zullen zijn. - De brieven, of beter kaarten, komen voort zeer slecht toe. Sedert mijn laatste kaart uit België niets, geen taal of teken. Nu, de moed verliezen we toch niet. We vloeken eens van razernij en daarachter filosoferen we een beetje. Maar onze echte Vlaamse kop, die houden we. En van tijd tot tijd herlees ik enige uwer oude brieven, om u te horen vertellen van mijn drie deugnietenen van de drie deugnieten van onkel Jozef! 'k Vertelde het gisteren nog aan schepen De Bruyne hoe ge mij verleden jaar schreeft over de moeilijkheden op uw school. Waar blijft de tijd? Nu, het jaar duurt nog zeven maanden en de ganse wereld schijnt vermoeid. Eenmaal, wie weet hoe vroeg? is 't onweer uitgewoed. Met mij gaat het anders opperbest. Het eten blijft overvloedig en mijn trouwe vriend kookt zo lekker. 't Ongelukkigste is, dat ik mij altijd inbeeld, dat het met u van dag tot dag slechter gaat. En dan denk ik aan grootmoederke, of de pachten der huizen betaald worden - en hoe! -, of de lijfrente uitgekeerd blijft. De publiciteit van Livine schijnt goed te marcheren, maar alles kost stukken van mensen. Dan meen ik, dat de kinders zwak worden bij gebrek aan melk, boter, eiers en vet. Ja, dikwijls komen zware gedachten als zwarte donderwolken opsteken. Maar we moeten allen trachten de kop boven water te houden. Hoofdzaak is niet te versmoren - Juist bij het sluiten van deze brief ontving ik de toneelspelen Zonne en Ge moet trouwen en de 10 exemplaren van mijn vlugschrift. - Breng de groeten aan de trouwe vrienden en in 't bijzonder aan onkel Jan, aan de trouwe vriendinnen en in 't bijzonder aan madame Decaluwe en mejuffer Juliette. Aan grootmoederke, tante Livine en Margot, aan Theo, de kleine Jeanne en Nora zeg ik hier zelf, en Jozef met mij, een hartelijke goendag. Ik kus mijn lieve Frank, mijn lieve Dirk en mijn hartelapke, onze kleine Livine. En voor u, kindje, ge weet het, ge voelt het, blijft mijn beste, innigste kus over. Alfons Sevens.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. I
/9
In het familiearchief zijn pakken kaarten en melkbonnen bewaard in verband met het jongste zoontje Dirk. Een geneeskundig getuigschrift was nodig om een rantsoen melk en/of wit brood te verkrijgen. In juli 1917 wordt het rantsoen toegestaan. Op 26 en 27 oktober kamen kaarten binnen die deze rantsoenen intrekken. En zo ging het verder ... Vragen, afwachten ...
Na het eindwoord op de laatste bladzijde van Vergeet-me-Nietjes zet Sevens de datum: Celle-Schloss, 6 april 1917. In het kamp te Havelberg, waar Sevens van Celle-Schloss zal worden overgeplaatst, kamt op 22 september 1917 de door Bouchery in Antwerpen gepubliceerde bundel aan. Het boek kent na de oorlog een tweede editie (Bibliotheek van de RUG nr. G 21262, seminarie Nederlandse literatuur, Blandijnberg 2, Gent). Het bestaat uit drie novellen: Niet uit Li~fde. Eiaza en Het grote Verdriet.
(wordt vervolgd)
20
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. J
(
Oorlogsbrieven
van Alfons Sevens
1915-1918
Tiende aflevering, opgetekend door zijn kleindochter Nicole Verschoore.
Het strafkamp Havelberg Na de zevende en laatste brief van Sevens uit het gevangenenkamp
voor officieren
te Celle-Schloss
(') is het "kasteelleven"
hem definitief voorbij. Zijn brief is gedagtekend 31 mei 1917. Op 7 juni wordt de Vlaming, die in augustus gevangenisstraf Hannover.
werd veroordeeld
In de briefwisseling
en na 22 maanden nog steeds niet naar huis mag, overgeplaatst
wordt gealludeerd
schijnlijk van vrienden van de Vereniging gestelde, negatieve
uitwerking
in Nederland
hij nochtans een overzicht Havelberg
hebben gehad.
1923 in eigen beheer teGent
heeft uitgegeven,
"Datums uit mijn gevangenschap,
ballingschap
vermeld worden. Of dit protest zijn gevangenschap
keloos geweest?
een einde te maken - waar-
of van zijn vrouw Jeanne in België - een tegenover-
In zijn brieven uit Celle vermeldt Sevens nergens dat hij zelf zou hebben geprotesteerd Alfons Sevens in november
1915 tot 110 dagen
naar het kamp Havelberg,
op het feit dat de pogingen om aan zijn deportatie
van Letterkundigen
voor
Een enkele zin in een kaart van augustus
tegen zijn deportatie.
In een boekje dat
Zij en wij. Sprokkelingen uit mijn ballingschap, geeft en kampleven",
waarin protesten zowel te Celle als te
gold, dan wel andere toestanden,
wordt niet toegelicht. Is hij roe-
1917 aan zijn vrouw Jeanne lijkt in deze richting te wijzen:
niet hoe ge zo lang zoekt om te weten waarom ik van Celle naar Havelberg
werd gezonden.
Verduiveld,
"Ik begrijp
omdat ik immer blijf,
wie ik ben. Vergeet nooit het verzeke : Vrijheid verloren, veel verloren; eer verloren, meer verloren". Uit Zij en Wij. Sprokkelingen ... : "Datums uit mijn gevangenschap,
ballingschap
en kamp leven"
Jaar 1917 19 februari - Bezoek van een afgevaardigde Spaanse Ambassade 7 juni -
Overgebracht
2 juli -
Toegelaten
van de
in 't kamp. Mijn protest.
naar het strafkamp
van Havelberg.
tot de betere barakken.
Jaar 1918 2 maart-
Bezoek van een afgevaardigde Spaanse Ambassade.
16 maart-
van de
Nieuw protest.
Talrijke Belgen verlaten Havelberg
en trekken
naar Diest. De blijvende Belgen vragen mij voorzitter van het Belgisch Hadden we alleen de correspondentie
en deze summiere
optekening
zeker in het duister tasten naar de oorzaak van Sevens' overplaatsing waaruit blijkt dat de overplaatsing
van Ce/Ie naar Havelberg
zeker dat Sevens onmiddellijk
e) van
naar het Havelberg. wijlen voorzitter
toevoegen dat hij er de Kortrijkenaar
de enige is die naar Havelberg
We bezitten echter een ander document,
is geweest:
na zijn aankomst met Robert Gillon in contact gekomen
die te Celle verbleven,
te worden.
van data in Zij en Wij. Sprokkelingen ... , dan zouden we
niet zo uitzonderlijk
à Havelberg. Le statut juridique du prisonnier de guerre civil dat hij van de Gentenaren
Steuncomiteit
de publikatie
Une affaire d'évasion
van de Senaat Robert Gilion. Het is niet is. Op 16 augustus
schrijft hij inderdaad
gestuurd werd ..Hij zou hieraan hebben kunnen
Gillon had aangetroffen.
(') 111Boek ell Bibliotheek 2000,IIr 1, pp.18 en 19. (') Robert Gitlon: Vlle a.ffaire d'évasioll à HavelbeTf:. Le stalIlt iwidiQlle dil orisollllier de ~llerre civil. Larcier, Bruxelles 1919.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 2
19
Gillon was samen met andere Belgische, Franse en Nederlandse gedeporteerde politieke gevangenen in het kamp van Havelberg op het ogenblik dat Alfons Sevens er op 7 juni 1917 aankwam. Geboren op 10 december 1884, was hij zeven jaar jonger dan Alfons Sevens (geboren op 10 maart 1877), maar te Havelberg toch de oudste van een groep van zes gedetineerden die in mei 1917, juist voor de aankomst van Sevens, een tunnel hadden gegraven om het kamp te ontvluchten en daarna, toen deze poging werd ontdekt, tot zes maanden celgevangenis zijn veroordeeld. Gillon was tijdens een eerste proces na de vluchtpoging, een tweede in beroep en een derde in cassatie als woordvoerder van de groep opgetreden. Allen waren bij het uitbreken van de oorlog als verdachten opgepakt, en zonder proces gedeporteerd. Ofschoon de vijf anderen intellectuelen waren, kon Gillon als jurist hun rechten verdedigen door zich op het internationaal recht van de krijgsgevangenen te beroepen ('). Op het ogenblik dat hij gearresteerd werd, was Robert Gillon sedert tien jaar advokaat aan de balie van Kortrijk, gemeenteraadslid te Kortrijk en plaatsvervanger in de Kamer. Hij werd van Celle naar Havelberg overgeplaatst enkele maanden voor Sevens. Gillons' publikatie Une affaire d'évasion à Havelberg. Le statut juridique du prisonnier de guerre civil. werpt licht op de manier waarop de gedetineerden hebben getracht een einde te maken aan hun deportatie: door uitleg te eisen over hun arrestatie, door aandacht te vragen voor de totale afwezigheid van redenen voor hun deportatie naar Duitsland, en uiteindelijk, door een vlucht-poging. Een van Gillons protesten te Havelberg gold het feit dat in het kamp de politieke gevangenen samen met misdadigers van gemeen recht waren ondergebracht. Zoals blijkt uit zijn correspondentie heeft ook Sevens bij zijn aankomst te :
Havelberg onder deze toestand geleden, gedurende "22 afschuwelijke dagen" samen met schurken van het ergste soort ondergebracht in een eer-
J
ste barak, een toestand zo onbeschrijfbaar gruwelijk dat hij in zijn brieven naar huis over de details ervan sprakeloos is gebleven. Het is dus niet uit-
r I
gesloten dat Sevens eveneens hierover zou hebben geprotesteerd. Zoals Gillon het onderscheid maakt tussen civiele krijgsgevangenen die zonder enig misdrijf te hebben gepleegd naar hun land terug willen keren om als soldaat hun land te kunnen verdedigen en de boeven van het kamp van Havelberg, zo maakt Sevens ook in zijn correspondentie het onderscheid' tussen de gevangenen van gemeen recht en de krijgsgevangenen. Holzminden was een kamp voor krijgsgevangenen. CeiIe eveneens. Havelberg niet. Politieke gevangenen noemden zich in die tijd krijgsgevangenen, prisonniers de guerre, in tegenstelling tot de gevangenen van
Kaft vall het boek van Robert Gil/OII
gemeen recht, prisonniers de droit commun. De krijgsgevangenen waren niet zoals later onderverdeeld in politieke gevangenen die als burgers werden gearresteerd, en krijgsgevangenen die tijdens militaire confrontaties
werden gevangen genomen. Sevens en Gillon noemen zichzelf krijgsgevangenen. Een enkele keer maakt Sevens het onderscheid tussen de politieke gevangenen, bij hem "civielgevangenen" , en de soldaten en officieren: In de brief van 8 mei 1918: "Langzamerhand draait de boel naar zijn einde. Ge hebt ook wel gelezen, dat er tussen Duitsland en Frankrijk een akkoord tot stand gekomen is, waarbij duizenden soldaten en al de civielgevangenen vrij komen".
(') op. eit. p. 1: "Le bilt que je poursuis en publiant les pièces dil procès inique qui flOIISflit intenté all cours de notre longue captivité en Allemagne, est 110/1 point tant defaire ressortir la laideur des procédés ennemis - d'autres preuves sont plus tristement éloquentes - que d'attirer l'attention des législateurs et des représentants des divers Etats alL>congrès intemationaux sur Ie statut juridiquc du prisonnier de guerre civil".
20
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 2
De protesten opgetekend begonnen,
in de hierboven
aangehaalde
chronologie
bij een eerste bezoek van de Spaanse afgevaardigde
van Zij en Wij. Sprokkelingen
op 19 februari
... zijn echter in Celle-Schloss
1917. In zijn weekblad DE WITTE KAPROEN
van 27 april 1919 herinnert Sevens in zijn artikel "Het inzicht en de daad" eraan dat hij in het kamp van Celle-Schloss Havelberg
pakketten
van de Yolksopbeuring, het hulpfonds
voor Vlaamse soldaten en gevangenen,
telkens met een daarbij horende kaart of brief waarin hij de reden van zijn weigering Vlamingen
die met de Duitse bezetter collaboreerden.
Het patriottisme
me zou volgens hem de Vlaamse zaak schaden. De hevigheid met zijn groeiende ontgoocheling boreren. Dit was "onvaderlands"
uiteenzette:
van Sevens aanvaardde
heeft geweigerd. Volksopbeuring
Hij deed het
ging uit van
geen compromissen.
waarmee hij de hulp uit Vlaanderen
over vroegere Vlaamse vrienden die in Vlaanderen
(')
en later te
heeft geweigerd
Het activishing samen
met de Duitse bezetter begonnen te colla-
en "onvlaams". In hetzelfde artikel van DE WITTE KAPROEN Spanjaard
die in Celle en te Havelberg
in mijn gevangenschap optreden,
in aanwezigheid de activistische Duitsland,
hoorde, dat het activisme,
veld won, heb ik te Celle-Schloss
Dr. Antonio Ferralges,
bladen desaangaande
te Berlijn,
verklaard dat ik, wat ook
schreven,
politiek afkeurde,
mijn
1917 aan
gehecht aan de Spaanse Ambassade
de activistische
"Toen ik
niettegenstaande
den 31 januari
van een Duitse onderofficier,
verwierp, de Duitse inmenging bekampen
noemt Sevens de
op bezoek is gekomen.
vijandig bleef aan
de bestuurlijke
in België's inwendige
scheiding
toestanden
zou
zoveel het in mijn macht was en trouw aan de zijde bleef van
het Belgisch gouvernement. Belgisch gouvernement
Ik verzocht hem deze verklaring
het front ze zouden kennen".
Hij herhaalt deze verklaring
1918 te Havelberg,
ditmaal "in aanwezigheid
van al de officieren
van dit kamp".
Ook in Gillons zaak trad Spanje bemiddelend l'Ambassade
d'Espagne
aan het
mede te delen, opdat mijn Vlaamse vrienden op
op: "Le 7 juin 1918,
à Berlin avait gracieusement
attachés, Don José Samso y Henriquez,
op 8 maart
van generaal Blaurock en
envo~é un de ses
auditeur de guerre, et son con-
seille Justizrat Priester pour suivre les débats". (') Het artikel van 27 april 1919 in DE WITTE KAPROEN
somt ook de
redenen op, waarom Sevens in 1915 te Gent voor de Krijgsraad veroordeeld:
"... eerstens, omdat de Duitsers
smaadschriften een ondertekende DE WITTE KAPROEN
(')
(')
van 27 april 1919
tegen Duitsland omzendbrief
hadden ontdekt; tweedens, had rondgezonden
aan de Duitse censuur te onderwerpen,
werd
in mijn huis zogezegde omdat ik
zonder hem eerst
waarin ik de onvaderlandse
en
DE WITTE KAPROEN gestie/a als strijdblad dat ZO/I verschijnen tot Gent vervlaamst was, verscheen als maandblad van november 1910. tot september 1914, vanaf het tweede nummer "verschijnende de 15de van elke maand". In 1919 was de vijfde jaargang een weekblad, "verschijnende elke zondag", tot en met de editie van 6 maart 1919. Van 13 maart 1921 werd hetformaat kleiner en verdween de vermelding van de zondag als dag van uitgave. Het blad bleef echter wekelijks verschijnen tot 25 december. Na zijn terugkeer uit Duitsland heeft Sevens in DE WITTE KAPROEN niet alleen de activisten, maar ook de economische collaborateurs aangevallen. De processen, die deze laatsten tegen hem insponnen, hebben hem heelwat geld gekost 1'11 hem doen beslissen de strijd op te geven De Centrale Bibliotheek van de RUG bezit de collectie. Plaatsnummer in de kelder onder de tijdschriftenleeszaal : J. 306. Waar is de Tijd? nr 5 (1998, p.110) geeft een uitvoerig commentaar over de Wille Kaproenen van het middeleeuwse Gent. Daaruit citeren we een van hun bevoegdheden, die zeker Sevens heeft geïnspireerd: "Vaak opereerden ze op het omliggende platteland. Daar maakten ze jacht op bannelingeil die zonder toelating terug in het land warl'Il gekomen of arresteerden de ondergedoken die veil 1'11 moordenaars. Ze zorgden ervoor dat de VOIInissen vall de Gentse schepenen ook buiten de stadsmuren stipt werden uitgevoerd en kwamen op voor de rechten vall de Gentse buitenpoorters. waar die zich ook in Ylaanderen bevonden In tijden vall voedselschaarste vormden ze 1'1'11 gewapende escorte vall de graantransporten naar Geilt". op. cit. p. 63.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 2
21
onvlaamse handelswijze van de stichters van De Vlaamse Post aankloeg; derdens omdat ik
een geheime politieke vergadering had bijgewoond, waarin maatregelen werden beraamd, om het opkomend activisme te keer te gaan". Toen Sevens' in november 1915 zijn straf had uitgezeten en merkte dat hij in Duitsland zou blijven, begreep hij dat de straf zonder vorm van proces omgezet was ia deportatie. Het is daarom niet zeker dat hij op dezelfde wijze als de groep rond Gillon zou hebben geprotesteerd. Hij kende de mensen, die hem ver van huis wensten. In DE WITTE KAPROEN van 4 mei 1919: "Ik werd de eerste maal gevangen genomen de 26 mei 1915 en negen dagen later losgelaten, waarschijnlijk door tussenkomst van de bestuurder van de Germania te Brussel. In alle geval, meester Boddaert werd verwittigd dat mijn zaak geclasseerd was. Doch ik had zonder dr. Wirth en de "eerlijke" activisten gerekend. Begin juli 1915 kwam Hildward Van der Spurt, anders gezegd de domestiek van dr. Speleers - deze DE WITTE KAPROEN vall 27 april 1919 laatste de grootste oorzaak dat zoveel katholieke intellectuelen zich door het activisme lieten meeslepen, - mij spreken. Hij was in Antwerpen geweest. Gust Borms zou een Vlaams blad overnemen en de zuivere Vlaamse strijd strijden. Volstrekt niet in de aard van De Vlaamse Post, die Borms zogezegd afkeurde .... Ik antwoordde aan Van der Spurt dat ik Borms zou aanvallen zo goed als De Vlaamse Post, dat het onmogelijk was tijdens de bezetting Vlaamse Beweging te doen zonder Duitse politiek te voeren" ... Borms is volgens Sevens verder gegaan dan De Vlaamse Post en heeft "openlijk desertie aangepredikt". "Na mijn verklaring riep Van der Spurt uit: "Durft ge Borms aanvallen, dan hebt ge ons tegen". Waarop ik eenvoudig zei: "U of gelijk wie, het kan me niet schelen. Ik laat door niemand de Vlaamse vlag bevlekken". Van der Spurt sprak in naam van de "eerlijke flaminganten". Sevens stoorde de activisten. Zijn arrestatie, eenmaal omgezet in deportatie, zou hem buiten de stad houden. Binnen de Gentse tak van het Algemeen Nederlands Verbond was niet iedereen ingenomen met zijn patriottisme. In Duitsland zelf bleek meer dan eens onzekerheid te bestaan omtrent het lot van deze "civielgevangene" . Over de 33 dagen in de politiegevangenis van Cassel en zijn verblijf te Allendorf a. Werra, lees Boek en Bibliotheek 1998 nr 2, p. 19. Over de redenen die Sevens er toe aangezet hebben in 1915 de gevangenisstraf boven de geldboete te verkiezen, lees Boek el! Bibliotheek 1998 nr 1, p. 12. De groep rond Gillon had meer redenen om verontwaardigd de herziening van hun deportatie te eisen. Zij waren geen politieke agitatoren en konden in maart 1917, bij hun eerste protest, nog niet van muiterij noch van vluchtpoging worden beschuldigd. Ze waren van hun vrijheid beroofd als verdachten, zonder bewijzen en zonder verdediging. Marcel Sandrin, 16jaar oud, student in Chälons-sur-Marne, was opgepakt omdat hij in de Vogezen woonde nabij de Duitse grens. Jean Klein uit Arras, nog geen 18jaar, student aan de Ecole militaire van Saint-Cyr, was net voor het uitbreken van de oorlog op vakantie bij familie in de Elzas, die toen deel uitmaakten van het Duitse Rijk. Hij wilde naar Frankrijk terug waar hij als soldaat opgeroepen zou worden, en werd aan de grens aangehouden. Louis Herman, chemisch ingenieur te Rijsel, en Robert Gillon uit Kortrijk, waren beiden verdacht omdat ze in een grensstreek woonden en met velen in contact kwamen. Hetzelfde gold voor de Nederlander Barend Barends, staatsburger van een neutraal land, scheepsmakelaar woonachtig te Delfzijl aan de Duitse grens, in de provincie Groningen. Hij werd verdacht van spionage en gearresteerd. De zesde van de groep die te Havelberg aan de tunnel zou werken is de Nederlander Henri van Stratum uit Maastricht, woonachtig te Anderlecht. Allen werden pas op 12 november 1918 door Willem 11vrijgelaten, in een erbarmelijke fysische toestand.
I
Ook Sevens zal pas Havelberg verlaten na de wapenstilstand van 11 november, op 18 november 1918. Dit laatste kamp wordt dus het decor van zijn langste verblijf: zeventien maanden en elf dagen .
./ /
I I J
22
Boek el! Bibliotheek - 2000 nr. 2
Niet zonder reden noemt hij Havelberg in zijn brieven een "strafkamp". In officiële documenten verschijnt Havelberg nochtans gewoon als kamp. Kaarten en brieven worden met de melding "Kriegsgefangenensendung" geadresseerd "Den Heer Alfons Sevens, Camp 4 Cie I, nr. 23004, Havelberg Duitsland. De eerste uit Havelberg bewaarde brief is van 22 juni. In de berichtgeving is er dus een gaping van 22 dagen. In Gent duurt het nog langer tussen de aankomst van het laatste bericht uit Celle, op 7 juni, en de aankomst van de eerste melding uit Havelberg. Op 2 juli weet Sevens' vrouw nog steeds niet dat haar man uit Celle is vertrokken. Sevens' kaart van 12juli is hieromtrent verhelderend: "Verleden zondag kreeg ik een pak gazetten, gedateerd 2 juli en verzonden door u naar Celle. Dus had ge die dag mijn eerste brief uit Havelberg van 9 juni nog niet ontvangen, en wist ge nog niet '" " Deze brief van 9-juni is verloren. Opmerkelijk is zeker, dat Sevens zich voor het eerst ontmoedigd toont, en zelfs twijfelt aan zijn terugkeer. Op 22 juni 1917: "Die lange gevangenschap ondermijnt mij. Zal ik u nog ooit wederzien? Ik begin eraan te twijfelen." Hij maakt van de gelegenheid gebruik om met zijn vrouw' te bespreken wat na zijn dood zal moeten geregeld worden. Ook zou Jeanne moeten hertrouwen en op die manier het kalme geluk vinden dat zij verdient en dat hij haar zo weinig heeft geschonken. De briefschrijver nummert zijn brieven niet langer, wat zeker als een teken van wanhoop mag begrepen worden. Op het briefpapier dat de gevangenen gebruiken, is de datum gedeeltelijk voorgedrukt, zodat de briefschrijver slechts de maand en de laatste twee cijfers van het jaar hoeft in te vullen. Het briefpapier van het kamp heeft opnieuw het formaat van dat te Holzminden: vier kleine kantjes. Als briefhoofd staat in vette letters in het Frans: N'écrire que sur les lignes et bien lisible. Le prisonnier de guerre est autorisé à écrire une carte par semaine et 2 lettres de 4 pages en grosse écriture par mois. De Duitse overheid was bezorgd o~ de leesbaarheid ,van de tekst met het oog op de censuur. De Havelbergse censuur werkt niet met aniline om delen van de tekst onleesbaar te maken, de gelaakte passage's worden met de schaar weggesneden. 22-06-1917, brief
(')
Liefste Jeanne, Eerst en vooral goed nieuws. Een bericht uit de Antwerpse censuur had mij doen vermoeden dat mijn twee gezonden handschriften, 't ene bij Bouchery, 't andere voor Holland, verloren waren. Gelukkig, het is niet zo. Reeds heb ik in drukproef het eerste deel ontvangen van mijn novelle Proza, die in het juli- en augustusnummer van Morks' Magazijn te Dordrecht verschijnt (6). Hoe hoog mijn schrijversrechten zullen belopen, weet ik nog niet. In alle geval, ik hoop dat het geld, door mij onlangs gevraagd, het laatste zal zijn dat ik van Gent nodig heb. Mocht de volledige bundel novellen bij Bouchery aangekomen zijn, en deze rap aan 't drukken gaan! Kon ik zelf thuis wat bijspringen! - Ik heb uw kaart gekregen van 7 mei; ook Margotje, Jozefs vrouwen zelfs grootmoederke vergeten me niet! Bravo! Bedank ook madame De Cuyper omdat zij op mij blijft denken. - Het pak met sigaren, enz. nog niet gekregen. Nu, te kort heb ik nog niet. Maar waarom koffie zenden? Ik kan veel goedkoper koffie krijgen uit Holland of uit Frankrijk. - 't Doet me groot genoegen, dat de vriend Jan 't geld voorgeschoten heeft voor de Germania. Die lange gevangenschap ondermijnt mij. Zal ik u nog ooit wederzien? Ik begin
Hier vernemen we voor hel eerst dal Sevens zijn novellen uit de bundel Vergeel-me·Nielier niet alleen naar Bouchery heeft gestuurd, maar eveneens naar Morks' Magazijll. Hij rekende op de opbrengst vall deze publikatie 0111 de geldnood in Gent enigszins Ie verzachten.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 2
23
eraan te twijfelen. Ik ben zeer tevreden, dat ik de verzekeringen heb
C ). Sterf ik, dan is het toch
een goede medehulp om een beetje orde in uw zaken te brengen. [weggeknipt deel] Zeker om al de miseries, die de strijd voor mijn ideaal mij meegebracht heeft! Nu; gij weet, kindje, hoe ik ben en gij hebt mij bemind. Gij hebt het gehele, het volle gegeven wat ik van een vrouw kon verwachten. Na mijn dood, kindje, mag uw jong leven, uw rijk gemoed niet verdorren. Ik hoop dat gij dan op een andere mannen borst het kalme geluk zult vinden, dat gij zozeer verdient, en dat ik u zo weinig geschonken heb. Vinatje zal wel niets van mij onthouden, doch de Frank en de Dirk, die zo dikwijls [achterkant van het weggeknipt deel] niet. Voor het ogenblik geloof ik
,i
vast, dat er weer kans bestaat de oorlog in de herfst te zien eindigen. Kwestie is nu ons elk van zijn kant te weren om de laatste maanden van de beproeving moedig door te spartelen. Dan valt mijn vooruitzicht van hoger verkeerd uit en [val] ik toch nog eens in uw armen. Mijn groeten aan de enkele trouwe vrienden en de beste goendag aan grootmoederke, Livine en Margot, Kus de kinderen voor mij. Voor u kindje, een lange zoen. Trots alles, hoop en vertrouwen. Alfons Sevens. 05-07-1917,
kaart
Jeanne, Ge zult zien dat ik in een andere barak ben, dat is een zeer grote verbetering en mijn toestand is opnieuw dragelijk. Sedert mijn laatste schrijven heb ik van verschillende kanten nieuws uit Gent gekregen, ook uw brief van 14juni met het zeer goed gelukt portret van onze zes lievelingen ('). Ditmaal staan ze er allen flink op. Wat is Livinatje lief! En de benen van allen spreken een goede taal! - Het pak met sigaren, koffie en tabak is ook aangekomen en uw mandaat van 20 M. werd mij aangekondigd. Dus, alles weer in orde. Ik kus u en de kinderen. Alfons Sevens.
08-07-1917,
brief
Jeanne, Sedert mijn laatste kaart kreeg ik enige woorden van de kleine Jeanne van 16-6 en het portret van Livine met het zo gelukt groepje. Hoe meer ik dat portretje bekijk, hoe meer ik erover tevreden ben. De kinderen zien er wezenlijk flink en op hun best uit. Spijtig dat ik weg ben
(')
(')
24
Onder meer in het laatste nummer van DE WIITE KAPROEN vall 25 december 1921 adverteert Alfons Sevens: "Levensverzekeringen Alfons Sevens" en stelt zich voor als "Makelaar in Levensverzekeringen ''. lil 1900, toen hij samen met René De Clercq het blad JONG VlAANDEREN stichtte, had hij het onderwijs reeds vaanvel gezegd, om onafhankelijk te zijn. Hij werkte eerst voor de verzekeringsmaatschappij Victoria van Berlijn, daarna voor de Germania van Stettin, waarvan in de oorlogscorrespondentie veelvuldig sprake is. Het actuele stelsel van sociale zekerheid is pas na WO 11 tot sta lid gekomen. Nog in de jaren dertig, na de crisis van 1929, waren de wetten schaars, die de melis op economisch en sociaal vlak beschermden tegen risico's en hem vnjwaarden van gebrek. In het verhaal Eaua uit de bundel Yer~eet-me-Nie(ies (Celle-Schloss, april 1917) schrijft Sevens dat het gelukkig paar, als IIlOn en vrouw 40 jaar werden, elk een levensverzekering afsloten, "als voorzorg tegen de oude dag en tegen vroegtijdige dood. En was de oorlog niet uitgebroken, ze zouden zeker binnen de tien jaar een eigen huis hebben gekocht. Vruchtbare arbeid is de tweede oorzaak vall overeenkomst". Sevens had bij het uitbreken van WO I al tien jaar in het Vlaamse land campagne gevoerd voor de toen nog revolutionaire "levensverzekeringen "van de Duitse verzekeringsmaatschappijen. De werker beschermen tegen risico's ell hem vrijwaren van gebrek werd zijn democratisch ideaal, zijn levenswerk. Om de omvang van dit levenswerk te schatten volstaat het naar de 125.000 handtekeningen te verwijzen, die hij in de jaren vall zijn functie als secretaris van de VNN-afdelillg te Gent (1909-1912) kon verzamelen "Voor de Vervlaamsing van de Gentse Hogeschool". Jaar in jaar uit liep hij het Vlaamse land af Daarom kende hij ook grondig de volksmens, zowel in steden als op het platteland, diens werk ell diens noden. Vall zijn tochten door Vlaallderen komt ook zijn grote verbondenheid met de natuur. Ook zijn flamingantisme was in de eerste plaats democratisch, geïnspireerd door zijn opvatting, dat ieder melis recht heeft op zijn eigen taal, zijn eigen rechten, en geluk. Hij noemde dit geheel "een menswaardig bestaan". Voor WO I had hij zelfs een boek geconcipieerd, dat Een menswaardig Bestaan zou heten. Het werd niet geschreven. De lijsten va;1 de petitie-actie voor de vérnederlandsing van de Gentse universiteit, die Sevens thuis heeft bewaard, heeft hij veel later, nadat de Gentse universiteit vernederlandst was, aan de RUG geschonken. Enkele van deze lijsten lagen in de kijkkast ACTIEMIDDELEN van de tentoonstelling "Kroniek van de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit", in 1980 in het Pand. De foto van de zes kinderen is gepubliceerd in Boek en Bibliotheek 1998 nr 4, p.20.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 2
uit Celle en het portretje aan Jozef niet kan tonen (9). Nu, mijn mening versterkt dagelijks, dat de oorlog op zijn einde loopt. Kunnen we het nog enkele maanden
uitstaan, dan zien we ons in
levende lijve terug. - Zoals ik u in mijn kaart schreef, mijn toestand is hier verbeterd. Er bestaat te Havelberg komende,
een barak van bijzonderen,
verblijven.
22 oneindige
eer ik in barak 1 binnenmocht.
waar gevangenen,
meestal allen uit Celle-Schloss
dagen heeft men mij in een gewone barak gestoken, vooral-
We slapen hier met 6 in een kamerke en hebben een voorplaatske,
waar we kunnen arbeiden. Kortom, ik heb opnieuw goede nachten en kalme en rustige dagen. Ik ben bezig met mijn gezondheid,
die een lelijke sprong langs onder gedaan had, terug op te
knappen en werk opnieuw ongeveer spreken uw grote geldzorgen tengewoon
duur geworden
6 uren daags gelijk te Celle. - Uit al uw laatste kaarten
voor dit ogenblik, en de kleine Jeanne leert mij dat het leven buiis te Gent. Schulden
maken is het minste, maar ze kunnen maken,
dat de kinderen niets te kort en voedsel genoeg hebben, dat is de hoofdzaak. de verzekering
Nog eens, sterf ik,
is daar om de schulden te dekken, en blijf ik leven, in korte tijd help ik er ons
niet alleen weder op, maar schenk u allen de welstand die ge zo hard hebt verdiend. Het is in alle geval buitengewoon
treurig voor mij, dat ik volstrekt zonder nieuws blijf van Bouchery en
dat ik tot nog toe niet weet of mijn handschrift het gedrukt is. Ik had er toch zo op gerekend, hulp voor u en mijl? jongens
ginder toegekomen
zou geweest zijn. Vermeylen
mee te werken. Waarlijk, de moeilijkheden zeggen, dat te midden van al die zwarigheden
is, verre van te vernemen dat
dat de verkoop van de bundel novellen een goede had mij reeds geschreven
opnieuw
hopen zich langs alle kanten tegen mij op. Moet ik u mijn dankbaarheid
voor u stijgt en mijn liefde, als
dat kan, groeit en sterkt? Dat gij voor mij zoveel moet lijden, kindje! Als ge die brief krijgt, zal het twee volle jaren zijn dat ge moedig en trouw mij naar de gevangenis Hoe zal ik u ooit al uw opoffering
kunnen vergelden!
goed door schart en dat grootmoederke
uitgeleide deed ('0).
- 'k Ben tevreden, dat Livine ten minste er
het tamelijk wel stelt. Dat zal Joseph plezier doen. -
Vergeet niet mijn beste groeten aan de trouwe vriend Jan te doen en kus de kinderen voor mij. En voor u, kindje, een lange zoen van uw Alfons Sevens.
12-07-1917, kaart
Jeanne, Sedert mijn brief van verleden zondag kreeg ik een pak gazetten, gedateerd ~ juli en verzonden door u naar Celle. Dus had ge die dag mijn eerste brief uit Havelberg ontvangen, en wist ge nog niet hoe heel de werking voor mij uitgedraaid want in Holzminden eenvoudig
beproeven,
was ik op 't laatst beter dan hier
C').
van 9 juni nog niet
was op een verslechting,
Nu, de oorlog scheidt uit. Laat ons
de laatste maanden te doorspartelen.
Welhaast
beginnen we weer op te
bouwen. De groeten aan de vrienden en aan de familie. Een kus voor u en de kinderen. Alfons.
19-07-1917, kaart
Jeanne, Opnieuw 20 M. ontvangen. ontvangen
het portret van Josephine,
Voorlopig
geen geld meer sturen; wachten tot ik vraag. Ook
zeer flink! Natuurlijk
volstrekt onnodig een nieuwe broek
te sturen. Wat de lieve Dirk me schrijft stemt me zeer treurig. Is het zo ver met u thuis? Met de winter moet ge niet inzitten. 't Zijn zeker de laatste maanden.
Volgende
brief en kaart zijn elders
bestemd. Dus tot binnen veertien dagen. Alfons Sevens. "Aall Jozef tonen" betekent "naar Jozef sturen". Dank zij een bemiddeling uil Nederland kreeg Sevens lange lijd in Duitse kampen meer nieuws vall het front, waar zijn broer Jozef brancardier was, dan in hel etappegebied Gent, waar Jozefs vrouw en kinderen leefden. 111Havelberg was dil aallvankelijk anders. 111vorige afleveringen hebben we op de twee schrijfwijzen Jozef en Joseph gewezen, ell eveneens op hel feil dal Sevens, als hij nieuws vall zijn broer naar Gent doorstuurde, zijn broer Jozef "Josepliine" noemde. Op een bepaald moment is de verbinding tussen Havelberg en hetfront hersleid en krijgt de familie in Gent door Alfons andermaal nieuws vall Jozef Hel vrouwelijk maken vall de echtgenoot bracht dan ook de "vermannelijking" vall Jozefs vrouw Livine met zich mee. De moeder vall Theo, Jeanne ell Nora wordt dan Josephine 's man! i") Yanaf nu volgen de berekeningen vall de duur vall zijn ballingschap elkaar in versneld tempo op. Vall zijn eerste cel op 28juli 1915 in de Nieuwe wandeling Ie Gent tot zijn vertrek uil Havelberg op l S november 1918, is Sevens 39maalldell en 22 dagen weg geweest. i") .....heel de werking". Men weet nog sleeds nietwelke werking hier bedoeld wordt. Een actie uil Nederland door de Vereniging vall Letterkundigen om Sevens vanuit Holtminden in hel officierenkamp Celle over Ie brengen ? Pogingen vanuit Gent om Sevens op vrije voel Ie stellen ? 111 zijn kaart vall 17 augustus zal Sevens ook eigen schuld bekennen: •.... waarom ik vall Celle naar Havelberg werd gezonden ... Yerduiveld, omdat ik immer blijf wie ik ben". (')
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 2
25
16-08-1917, kaart
Jeanne, Ontvangen een kaart van Theo van 29-7 en uw brief, waar Frank zo schoon opgeschreven heeft. Dat Frank en Dirk alle' twee de eerste hunner klas zijn, dat doet me veel plezier en daar ben ik fier op. Nu, ik zie met genoegen dat alle kinders een goede plaats hebben en Joseph is ook tevreden. Wij stellen het alle twee goed en bieden u allen onze beste groeten ('2). Van de eigentlijke Gentenaars ben ik de enige die naar Havelberg gestuurd werd. Alfons Sevens.
Uit de volgende brief is eveneens een deel geknipt. 22-08-1917, brief
30-08-1917, kaart
Jeanne, Sedert mijn laatste kaart van 16 dezer, heb ik uit Gent geen letter nieuws ontvangen, en ook uit Brussel of Antwerpen komt geen bericht. Nu, ik ben lang genoeg gevangen, om te weten waaraan mij te houden. Wat ik u nog niet heb laten weten, 't is dat de generaal mij hier verboden heeft letterkundige arbeid te zenden naar België of Holland, doch hij vraagt [een woord van hoogstens acht letters onleesbaar door de knip] inlichtingen hoger. Zelfs [ vier regels weggeknipt] en ik was zeker in gelijk welk Hollands tijdschrift mijn kopij geplaatst te krijgen. 't Is dus een grote geldelijke tegenslag. - Mijn tijd breng ik nu door met de moderne Franse literatuur te onderzoeken, met Vlaamse schrijvers te ontleden en voort Engels te leren. Ongelukkiglijk ben ik mijn professor van Celle kwijt. Ondertussen is mijn gezondheid weer beter geworden. De grote neerslachtigheid, die meest altijd voortspruit uit lichamelijke miseries, en die zich voor de eerste maal van mij meester had gemaakt, wijkt langzamerhand [vier regels weg] lopig bijspringen. Het weegt me zo oneindig dat ge lijdt om mijnentwille en door mijn schuld. Gij wist welk gevaar ge liept, toen ge met mij trouwdet, maar dat hebben mijn kinders toch niet verdiend. Telkens weer komt die gedachte mij overvallen, mij kwellen, en mijn hart stormt. Spijtig, zelfs zijn hart openen aan zijn vrouw mag een krijgsgevangene niet. Wat er zich daarin ophoopt! Ge hebt er altijd goed kunnen in lezen, kindje, en zult wel verstaan wat ik niet uitdruk. - Wanneer ge deze brief krijgt, is het verlof weer over en gaan Dirk en Frank samen naar school. Wat moeten die twee hele kerels geworden zijn! Frank schrijft zeer goed. Ik hoop dat ze niet alleen goed hun best doen op school, maar ook braaf zijn thuis voor moeder, en grootmoederke niet te veel last veroorzaken. Zal dat een plezier zijn als ik die kerels terugzie! En dan de kleine Livina ! Die moet ik nog leren kennen, en zij mij. Maar dat zal niet lang duren en ze zal ook wel van mij houden lijk Frank en Dirk. Laat ons daar dikwijls op peinzen en over denken dat, hoe heviger 't onweer woedt - ge kunt het ginder beter horen donderen dan wij hier - hoe nader wij bij 't ~inde geraken. Nog enige weken, of, als 't slecht gaat, nog enkele maanden, en wij zitten weer samen in 't kelderkeukentje. De beste goede dag aan grootmoederke, Livine en Margot, een ferme kus voor de zes deugnieten van de gebroeders Sevens en een superlatief aan mijn kindje, .Alfons Sevens. Sedert mijn laatste brief heb ik uw kaart van 20-8 ontvangen. Ook mej. Juliette en Mme Heymans hebben me met een kaart verrast. Ik begrijp niet hoe ge zo lang zoekt om te weten waarom ik van Celle naar Havelberg werd gezonden. Verduiveld, omdat ik immer blijf, wie ik ben. Vergeet nooit het verzeke: Vrijheid verloren, veel verloren; eer verloren, meer verloren. Laat die zaak van uw school aan uw hart niet komen (IJ). Er door spartelen, that is the question. Alfons Sevens.
In de volgende brief schrijft Sevens: "sedert mijn laatste schrijven van 8-9 ... ". De brief ontbreekt echter. Met de correspondentie uit Havelberg naar Gent ging het blijkbaar niet zo best. In dezelfde brief lezen we: "Mijn kaart van 19-7 hebt ge ontvangen. Sedert dan zond ik u op 2-8 een kaart [ontbreekt], op 9-8 een kaart [ontbreekt], op 18-8 een kaart, op 22-8 een brief, op 30-8 een kaart, op 8-9 een brief [ontbreekt] en nu de 22-9 een. brief.
(") De correspondentie tussen Havelberg en het front is opnieuw mogelijk. (IJ) Er zijn dus opnieuw problemen op school! Zie over Jeanne's directrice en over haar werk el/ wedde aal/ de Stedelijke Beroepsschool aan de Tweebruggenstraat Boek en Bibliotheek 1998nr 3, pp. 18 en lv, evenals Boek el/ Bibliotheek 1999/1r 1, pp. 13 en 14.
26
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 2
voor Meisjes
22-09-1917, brief
Jeanne, Ik heb hier verleden zondag een exemplaar van Vergeet-me-Nietjes ontvangen met de volgende stempel: B. 2851-17. Politische Abteilung bei dem Generalgouvemeur in Belgiën.Pressezentrale. Für die Veröffentlichung zugelassen. Brüssel, den 2-9-1917. Ik hoop dat die toelating ook geldig is voor het Etappegebied (14) en dat in alle geval de verkoop reeds aan de gang is te Antwerpen, te Brussel en te Mechelen. Vermeylen schreef me, dat hij u onlangs 200 fr. zond voortkomende van een verkoop van Bij Brave Mensen en dat hij zich nu met de verkoop van Vergeet-me-Nietjes zal bezig houden. Ook Sabbe liet me weten, dat hij voor de verspreiding te Mechelen zou zorgen. En zo ben ik [ervan] overtuigd, dat ge voor deze winter een appel tegen de velerlei kwalen zult hebben, indien het per ongeluk moest gebeuren, dat de vredesbeweging, die alle volkeren langzamerhand overmeestert, niet tot een uitslag leidt. Ik blijf [er] nochtans [van] overtuigd, dat de vrucht van de vrede snel rijpt. Ik heb sedert mijn laatste schrijven van 8-9 [ontbreekt] uw kaart van 29-8, alsook een kaart van grootmoederke en van Mme Heyrnans gekregen. In de laatste tijd schreef ik u natuurlijk; minder, daar ik ook naar Antwerpen en Brussel moest corresponderen. Hetwas voor uw goed, kindje, en ge verstaat dat. Ik zit toch zo met u allen in. Mijn kaart van 19-7 hebt ge ontvangen. Sedert dan zond ik u op 2-8 een kaart [ontbreekt), op 9-8 een kaart [ontbreekt] op 18-8 een kaart, op 22-8 een brief, op 30-8 een kaart, op 8-9 een brief [ontbreekt] en nu de 22-9 een brief. Mijn gezondheid gaat voort goed, ik schart er weer boven op, maar beter is niet te boffen. Na 26 maanden krijgsgevangenschap krijgt de sterkste natuur een slag, bijzonderlijk te Havelberg, waar we opgesloten zitten als de kiekens in hun kevie. Voor ons beloop hebben we een oppervlakte van 77m x 14m. Gelukkig, leven we daar maar met bomen op, maar in de barak waar ik eerst zat, dient dat op sommige tijden voor wandelplaats voor [weggeknipt woord]. Voeg daarbij dat gans het kamp omgeven is niet door stekdraad, zoals elders, maar door een planken schutsel, en dat we hier niets zien van Gods wonderlijke , natuur. We zitten hier opgesloten als melaatsen. Nu, men geraakt aan alles gewoon. Ik was aan het vervaardigen van een Cours de flamand pour les Wal/ons. Maar men heeft me hier bij 't afkomen deze papieren afgenomen! Er is maar één Havelberg ! Krijg ik ze niet terug, dan schrijf ik een nieuwe roman: Mijnheer August. Ge ziet het, geraak ik niet thuis, mijn plan voor de winter is veerdig. Voor het ogenblik ongelukkiglijk zit ik zonder tabak, zonder sigaren ~n zonder geld. En ge weet, als ik niet rook, komen de gedachten niet. Tracht daar dus eens voor te zorgen. Mijn [weggeknipt woord] groeten aan de trouwe vrienden, aan grootmoeder, Livine, Margot en een kus voor u en de kinders. Alfons Sevens.
27-09-1917, kaart
Jeanne, Sedert mijn brief van 22 dezer heb ik geen nieuws uit Gent gekregen, buiten de gazetten. Ik hoop dat ge nu reeds mijn Vergeet-me-Nietjes gelezen hebt, en dat de verkoop tamelijk goed gaat. Zoals ik u schreef, verwacht ik geld en smoorgerief. Ik had gehoopt met mijn schrijversrecht uit Holland voort te kunnen, doch het gewonnen komt niet af en verder is die bron nu afgesneden. Wij hebben een prachtige nazomer en ik stel het goed. Morgen 26 maanden dat ik weg ben en grootmoederke, Livine, Margot en ons blondje niet meer gezien heb! Alfons Sevens.
4-10-1917, kaart
Jeanne, Sedert mijn schrijven van 27 ontvangen van u en de Gentse kennissen kaarten van 9, 11, 12,21 september. Ook Josephine schreef mij op 29-8. Onmogelijk Livine te voldoen. Ik verwacht de beloofde sigaren in grote dank en met groot ongeduld. Wanneer zendt ge geld en tabak? Ik begrijp niet, wat ge van mijn terugkomst schrijft. De vredesengel is zeker in de nabijheid,
(U) Na het treffen van 7 september 1914 te Melle tussen het Duitse en het Belgische leger, dreigde de Duitse generaal von Börn ermee, Gent te beschieten, Burgemeester Emile Braun ging hem opzoeken en bekwam van hem dat Gent zou gespaard blijven. Hij betaalde daarvoor met ontzaglijke hoeveel. heden hooi, sigaren, mineraalwater, fietsen en andere waren. In Waar is de Tijd? nr. 5 (1998, pp 121 tot 123) merken de redacteurs· waaronder Daniël vanacker- op dat deze afspraak kritiek uitlokte bij de legerofficieren die oordeelden dat een burgemeester zich met militaire aangelegenheden niet mocht bemoeien. Hoe dan ook, Geil/werd geen ruiile. Op 12 oktober namen de Duitsers de stad in en maakten vall Geilt de hoofdstad vall het Duitse etappegebjed dat de operaties organiseerde aan de Ijzer en de Ieperlee. Vier jaar lang vertrokken de Duitse soldaten valluit Gent naar het front. Voor de bevolking was de beperking van de vrijheid in het etappegebied veel groter dans elders in België. In Sevens oorlogsbrieven wordt hierop zeer vaak ge we zeil.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 2
27
maar ik begin te vrezen dat hij ver.schuwd wordt door rumoer en laweit. Ik kus u en de kinderen. Alfons Sevens. In de bewaarde correspondentie steekt een kaart van Havelberg met een poststempel van 10 oktober 1917. Sevens schreef alleen het adres en vulde zijn gegevens van afzender in - kamp, barak, naam en starnnummer. De rest is blanco. Had men hem verboden naar huis te schrijven?
i'.·.····· ....•..
>
••..•••....••..•
8-10-1917, brie!
(wordt vervolgd)
Van 28 maart 1917 tot 28 augustus 1918 schreef Jeanne naar haar man een groot aantal kaarten ondertekend door haar zuster Margot, door Frank of Dirk, door andere vrouwen uit hun vriendenkring Madeleine, Berthe, Weduwe De Cuyper, Juliette ... Sevens mocht blijkbaar van zijn vrouw slechts een beperkt aantal kaarten per maand ontvangen. In zijn antwoorden bevestigde hij steeds de ontvangst van die kaarten met de vermelding van de ondertekenaar. Kindje, Terwijl gij ginder in het wrede oorlogsgeweld leeft - en wel eens beeft - zit ik hier rustig en kalm, mager en gezond, tevreden en opgewekt. Ik weet nu dat de fr. 200 van de door Vermeylen verkochte ex. Bij Brave Mensen u overhandigd zijn, dat de verkoop van Vergeet-me-Nietjes u in de naaste tijden zal helpen menage houden, en dat, zo nodig, door tussenkomst van WilIems mijn polissen op de bank verder kunnen beleend worden. Zie zo, mijn kindje zal wat minder hoofdpijn hebben en mijn kinders wat minder maagpijn. De doom is bij mij uit de voet, de bekommernis uit het hoofd en de zucht uit het hart. Als gij het maar goed stelt, en er niet moet naar zien het een en het ander te kopen voor de kinders. Stel u voor, ik heb een paar maal eieren uit Brussel gekregen. Ik heb natuurlijk geschreven dat ik ze beter kan missen dan de Belgen, en hoe heb ik ze in de Steurstraat gewenst! Ik weet, hoe mijn beste vent Dirk van een eitje houdt, en Frank, 'die zo goed leert, kan ze best gebruiken. En de kleine Vina dan ? Kindje, als ge geld hebt, verteer, wat het moge kosten. Tegen de verschrikkingen van het ruwe wapengeweld kan geen mens wat, maar het is mij onuitstaanbaar, als ik moet denken, dat ge het thuis minder goed hebt. Ik houd toch zoveel van mijn drie gasten, en ik zie u toch zo gaarne, kindje. Aan deze ziekte hebben uw klare ogen en uw warme lippen schuld. Of is het uw helder hoofd en uw heerlijk gemoed? Of uw stalen wil en uw fiere moed? In alle geval, deze ziekte neemt niet af. Laat mij u dat eens zeggen, kindje, in de hoop, dat ik het eens op uw mond mag uitkussen. En waarom niet weldra? Ik schreef u in mijn laatste kaart, dat de vredesduif rondfladdert, en dat men ze door laweit tracht schuw te maken. Maar het beestje wordt moe en heeft lust zich, niettegenstaande al dat laweit, toch te zetten. Doch, blijkt het nodig voor de vrijheid van ons land en de toekomst van ons volksbestaan, dat er nog een vierde winter bijkomt, dan zullen we hem dragen moedig, onwrikbaar als de andere; - Ik zend u mijn laatste portret. Ik sta daarop in gezelschap van de andere Gentenaar van Havelberg (15). Sedert mijn kaart van verleden donderdag heb ik alleen van Lily ('6) nieuws gekregen. Tabak en geld uit Gent nog niet toegekomen. Die zending zal welkom zijn. Het spijt me zeer Livine de genoegens niet te kunnen doen, die zij mij vraagt. 'k Ben tevreden, dat Frank nu niet meer met de tram naar school moet rijden. Gaat Dirk met hem naar school? Hoe stelt het grootrnoederke in die verschrikkelijke tijd en zonder goede koffie? En Margot. Is ze nog in briefwisseling met de krijgsgevangene? Ik bemerk daar niets van. En met de vrienden? Met oom Jan ? Met Miel ? Met Gust? Mogen zij nooit een kaart schrijven? Groet ze allen. Ik kus de bewoners in de Steurstraat 7 en 10. Alfons Sevens.
(") Defoto ontbreekt, de tweede Gentenaar kan niet geïdentificeerd worden. (") Lily staat voor Sevens' broer Constant, die eveneens aan het front aan de Ijzer verbleef De gewoonte, de in de oorlog betrokken broers met de naam van hun vrouwaall te duiden, hing ook samen met de scherpe controle vall de briefwisseling in het etappegebied Gent. Voor Jozef heeft mell alleen Josephine. Voor Constant vindt men ofwel Lily, de naam van zijn I/roUW,die naar Engeland was gevlucht, of ook nog Constantine (brief van 17 januari 1918).
28
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 2
(
(
Oorlogsbrieven Elfde aflevering,
opgetekend
1915 1918
van Alfons Sevens
door zijn kleindochter
Nicole Verschoore.
~--------------1 i
il,
'S RIJKS
NORMAA~SCHOoLl;
I~
t)EFI~S~t.:1I0Ur.
1
GENT
1. Wie
Wal
Ik
do~"
~ I m ee
t !
seuotc wet w il reeren .'hlt! :lIn weull'r :\IIIIJ cercu: t\imnltr ru,lr hij ItlliC wtlert, ICf
;\1:1;'5 uoen IUC't hL:'! en "IHII \\'('('<1'11, luIH"tn. :HhrlJvcn, luw, W.lIlll'I('I1,I(t'rtll!rttflzlj"tljJ; V:tLltr, .\tod!,'r ,~:.:thn lII,j : .• WI~ ~~~Clttee r t is .,llIjLJ hllj I •
Ilrrrnt"s
1'.\.UU.:::t
UL'UHSS.
I>JII.·lifllf ••~r .,
De
L"/'l:
Belfottt:1l
~~/Ü
~:L ~~\':II\ ..IlI~:·-:
I
nirl sttlk is, "ol" wils zijn, WÎ~ niet 01001 ij, kan tiet mn, niet ,Ijk is, kan br.nf ailn. \\'i~
Wî(
SIC I
nlct
ult
bH
tlloqell,
W,II J:t ht.1C'1I J.~(n kunt. ,;
Prenten door dl' Oefenschool als beloning aan verdienstelijke leerlingen uitgereikt. Hetfamiliearchief bezit een indrukwekkende verzameling van deze prenten. Een oudste en kleinste soort is van twee stempels voorzien: "'.I' Rijks Normaalschool van Gent, Oefenschool" en "L'lnstituteur en ChefR. Parmentier". Een tweede heeft het formaat VOII een postkaart. De namen van beide scholen zijn erop gedrukt. Links prijkt een foto - van de Congreszuil. een abdij, een historische figuur, een standbeeld, het belfort van Brugge -, rechts een didaktische tekst. Het zijn "Leer- en Zinspreuken" en "Gedragsregels", af en toe zelfs directer getiteld "Opgepast", "Wat ik doen moet ... ". Op de volledige breedte VOII de achterkant komt een encyclopedische toelichting. Zo biedt de bewaarde collectie gegevens over de "omwentelingsperiode van 1848", de oorsporug van Bergen en Nijvel, over Breydel et! De Coninck, de Boerenkrijg, de belforten als model VO/I burgerlijke organisatie, de bescherming VOII de oudste abdijen VOII België Aulne (656), Orval (1070), Afflighem (1086), Villers (1147). Uit de correspondentie blijkt dat de prenten in 1917 gegeven aan zeer jonge kinderenwerdenuitgereikt, geboren in 1911 en 1912. Het is daarom volstrekt zeker dat de ouders van de verdienstelijke leerlingen, die noch door de overvloed van geïllustreerde informatie werden overstelpt noch beschikten over televisie.film en schilferend bevoorrade openbare bibliotheken, de kaarten lazen en zorgvuldig bewaarden. De sc/wol vormde op die manier ook de volwassenen. Sevens schrijft in zijn brief van 22 oktober 1917: "Frank en Dirk moeten al hun gekregen prenten en bulletins bewaren".
22-10-1917,
brief
Jeanne, Sedert mijn laatste brief van 8 dezer heb ik u niet meer geschreven.
Ook de eerstvolgen-
de kaarten moet ik elders sturen. Ik ontvang uw kaart van 2-10, een kaart van mej. Juliette van
I.
24-9 en een van de schone schoonzuster
van 4-10. Het portret van de kleine Frank is insgelijks
aangekomen.
Josephine
schreef me op 13-9. Wat heeft het portret van Theo en Cie haar genoe-
gen gedaan!
Eergisteren
werd ik bericht dat uw mandaat van 80 M. van 13-10 hier is. Nu ver-
wacht ik nog ... met ongeduld
de 250 sigaren en de tabak van oom Jan. Voortaan echter kan ik
mij gerieven met smoorgerief
uit Holland of elders. Ik weet, hoe oom Jan van zijn pijpken houdt,
en hij mag dat voor mij niet derven. In 't kort zend ik u een ander portret van mij om aan dat trouwe hart te geven. Sabbe verwittigt Antwerpen
(') antwoordt
zou ontbreken, (')
la
mij, dat hij u fr. 200 heeft gestuurd en Franck uit
mij. Ik heb gemeend maatregelen
te moeten treffen, opdat er u niets
nu de winter voor de deur staat. Oom Jan heeft u tot nog toe heerlijk bijgespren-
Louis Franck.
Boek en Bibliotheek
- 2000 nr. 3
gen; maar voor hem ook moeten het moeilijke stonden zijn. De verkoop van Vergeet-me-Nietjes zal uw eerste bijstand zijn. Hebt ge verder last, ge hebt advokaat der achterdocht
zelfs de onderbreking adres opgegeven.
der briefwisseling
Antwerpen.
tussen Gent en Antwerpen
Franck had
voorzien, en een Gents
Ik deel het u niet mee, daar ik er niet van houd, dat gij u tot deze persoon
richt. Ge zult mij nochtans verwittigen,
zo het u nodig mocht schijnen. Voorlopig dus, buiten
oom Jan, kunt ge u richten tot Vermeylen, ogenblik!
Willems. Ook kunt gij u zon-
wenden tot Louis Franck, volksvertegenwoordiger,
Willems of Franck. Niet te fier zijn, kindje, op dit
Ik moet u en mijn kinders gezond en kloek terugzien.
ik er genoeg. Doch, wil ik het plan doorvoeren,
Geld is niets; na de oorlog win
dat in mij broeit, dan heb ik u nodig. Gij zijt
altijd mijn rechter arm geweest, en ge weet welke ontzaglijke
arbeid wij sedert ons huwelijk
afgelegd hebben. - Dat Dirk zo goed zijn best doet op school, verheugt me zeer. Geef hem een vette kus van mijnentwege.
Frank en Dirk moeten al hun gekregen
Als ik thuiskom, wil ik ze alle zien en onderzoeken; haar adres vergeten heb. - Gezondheid
prenten en bulletins bewaren.
- Aan Lisy kan ik niet schrijven, daar ik
is voort goed. Mijn bijzonderste
bezigheid is tegenwoor-
dig koken. Als ik schrijf, moet het een geestig boek zijn, en daarom moet ik mij eerst wat vetten. Ik slaap rustig, veel rustiger dan gij waarschijnlijk dan een weinig de eentonigheid
en waarschijnlijk
wenst ge ook wel nu en
van ons bestaan. Ja, lijd ik, gij ook hebt grote, grote miseries.
Wat zullen we later de rust, de vrede, het geluk hoogschatten!
Een kus aan de ganse collectivi-
teit! Alfons Sevens.
Schrijver om den brode Nog een volledig jaar in Havelberg 01-11-1917,
kaart
Jeanne, Zalige hoogdag voor u, mijn lieve kinders, grootmoederke, Jeanneke en Nora. Sedert mijn brief van 22-10 heb ik ontvangen: de regel en allersmakelijkst, Vina's allerliefste
Livine, Margot, Theo, de sigaren en tabak, goed in
Dirks kaart van 13-10, knap geschreven,
uw kaart van 18-10 en
portretje. Ze ziet er goed uit, zeer goed; mijn kindje haalt eer van haar werk! -
Dank ook Jan. Geen geld meer sturen, vooraleer ik het vraag. Ik ben goed voor lang. Veel groeten aan de trouwe vrienden. Ik kus u en de kinders. A. Sevens. 15-11-1917, kaart
Jeanne, Vandaag is het twee jaar, dat mijn celgevangenis
0
geëindigd
is. Ge ziet, dat Vlaamse
strijder zijn somtijds hard gestraft wordt. Nu, ik houd de kop recht, doe dat ook, kindje, al duurt het een jaar langer. Mijn gezondheid ik uw kaart van 2-11 gekregen.
is voor 't ogenblik zeer goed. Sedert mijn laatste kaart heb
Uw tweede mandaat van fr. 100 eveneens
ontvangen.
Ge over-
drijft, kindje, dat mandaat was onnodig ('), Ik heb niets nodig. Mijn beste groeten aan vrienden en familie en een kus voor u en de kinderen. Alfons Sevens. De brief van 22 november
telt 6 kan ties, ofschoon het gedrukte briefhoofd
autorisé à écrire une carte par semaine el 2 lettres de 4 pages en grosse Sevens op dit ogenblik
van een bijzondere
la dagen relgevangenis
nog steeds vermeldt:
"Le prisonnier
de guerre est
écriture par mois. Mag hieruit worden afgeleid dat
gunst geniet? De brief is voorzien van de gebruikelijke
censuurstempels.
werd uitgezeten vall 28juli 10/15 november 19/5, in de Nieuwe Walldelillg, Ie Aken en te Cassel-
(')
De veroordeling Weh/eidel/.
t')
Zulke opmerkingen kwanten waarschijnlijk flard aal/. Alf 011.1' smeekte om geld, Jeanne stuurde er, De pos/ kwam soms met maanden vertraging, zodat Jeanne niet lip de hoogte was vall de jongste evolutie in Duitsland. Sevens "ad daarmee rekening tnoeten houden.
/0/
/
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 3
11
I I'
I
"
ROZEN
I
I
.
I
." t,
'
,
UIT ur r K.\.I\PLIlYEN
.
'
.
\
TOT ~E:-i
IJlJtESli~OAAR[}
i i
"
!
Ruiker
I
, .....•
..
~.,'
t
Vrouwen
DOOR
•.. \'~RDODe~
nOOR DE nUITSCIiE
UWUUIl
22-11-1917, brief
t')
n
/2
111'-
J.I,~ II.Ol'CI'IL~II.
.-
i
,
voor de verre
'.
Heeft Sevens in het begin van zijn ballingschap in de gunstige omstandigheden te Allendorf a. WeITa de volksroman Bij Brave Mensen hoofdzakelijk voor zijn plezier geschreven, dank zij de goede verkoop van het werkje in Vlaanderen is hij later, waar het enigszins mogelijk was in de moeilijke omstandigheden van de kampen, "om den brode" beginnen schrijven. In Gent was de geldnood nijpend, zijn vrouw werkte voor een hongerloon in het onderwijs, drie kleine kinderen moesten worden gevoed, de huiskamer verwarmd. De bundel novellen Vergeet-me-Nietjes, die hij in april in Celle-Schloss heeft afgewerkt, verkoopt vrij goed in het thuisland. Het boek brengt geld in de lade. Het behoort met Schoolmeester tot het beste wat Sevens geschreven heeft: volksliteratuur die aan reële leesbehoeften beantwoordde in de taal van het ongeletterde volk; over lotgevallen uit het alledaagse leven die ook nog vandaag kunnen ontroeren, op menselijk vlak en als historisch document. Uit het Oog, uit het Hart, dat Sevens te Celle-Schloss is begonnen en dat hij nu te Havelberg kan afwerken na de opheffing van het verbod intellectueel werk te verrichten, is het enige boek dat een directe getuigenis biedt van Sevens' aanwezigheid in Duitse kampen. We vinden er Holzminden, Würzburg, Celle en Havelberg. Het dagelijkse leven, de barakken, de precaire gezondheidstoestand van de gevangenen en hun woede, omdat ze zonder redenen opgesloten zijn terwijl thuis vrouwen kinderen honger lijden. "We hebben hun geroepen dat onze plaats thuis is, om voor ons huisgezin te werken l" (') Een van de leidraden door de vlotte aaneenschakeling van schetsen is het heimwee naar de vrouw, dat Sevens tekent in sfeervolle intieme hoekjes. Het somber decor van de XXe eeuwse barakken wordt verlicht rond een bed, rond enkele levensnoodzakelijke objecten en kleren, rond de portretten van vrouwen kinderen. De ondertitel van het werk luidt dan ook "Rozen uit het Kampleven bijeengegaard tot een Ruiker voor de Verre Vrouwen".
CENSUUR
,..u,"'-,
H;.Il'''~n..•.•.
..•
De portretten vormen e_ensoort typologie van de mens in het begin van de XXste eeuw. De sociale belangstelling van de waarnemer maakt van het geheel een interessant sociologisch geheel. Sevens toont aan hoe de gedachten, gevoelens en gedragspatronen van de enkeling door zijn omgeving zijn geconditionneerd. Het milieu waarin hij is opgegroeid is doorslaggevend. De karakters die dit per land van herkomst moeten bewijzen, vertonen merkwaardige overeenkomsten met de personages die pas veel later, bij het begin van de internationale reizen, in de film hun intrede zouden doen. De Japanner en de Moslim hebben hoegenaamd geen aandacht voor de vrouwen misprijzen het heimwee van de Rus, de Fransman, de Nederlander ... Het boek werd pas in 1919 gedrukt, bij Jan Bouchery in Antwerpen. Op het kaft lezen we: "Verboden door de Duitsche Censuur". Het leven in de kampen is hier zo voelbaar, het verlangen van de mannen naar huis en naar hun vrouw zo hevig, dat het achteraf beschouwd vanzelfsprekend lijkt dat de Duitse censuur de uitgave ervan heeft verboden.
Liefste Jeanne, Uit Gent wordt het nieuws van langs om zeldzamer. Sedert mijn laatste kaart van over acht dagen, geen letter meer. Constance en Josephine CS) in tegendeel schrijven me regelmatig en hun brieven doen me veel genoegen. Om te beginnen, ik zwem in 't geld. Niet
Uit het Oo~ lIit het Hart p. 58. Zijn broers Constant ell Jozef, beiden aall het front aan de Ijzer.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 3
alleen hebt gij mij fr. 200 gezonden maar Bouchery stuurde er mij fr. 250. Hebt gij reeds exemplaren van Vergeet-me-Nietjes of geld voortkomende van de verkoop te Antwerpen, te Mechelen en te Brussel? Zo ja, hoeveel? Schrijf me dat onmiddellijk na ontvangst van deze brief. Ik wil natuurlijk spreken van ontvangen gelden boven de fr. 200 van Vermeylen en de fr. 200 van Sabbe. - Tweedens, ik leg de laatste hand aan een nieuw werkje. Ik was daaraan begonnen te Celle, maar hier bij mijn overkomst had men mijn nota's afgenomen. Kortelings kreeg ik ze terug, en ik ben onmiddelijk en driftig aan de arbeid gevallen. Het zijn schetsen uit het kampleven, getiteld: Uit het Oog, uit het Halt, en er is een opdracht bij voor u. Het geheel is een bijzondere soort van liefdesbrief. Het zal slechts een klein boekje zijn, maar gans mijn hart zit er in, en mag het gedrukt worden, dan ben ik zeker van een overgrote bijval (6). AI de vrouwen, die een man in gevangenschap hebben, zullen het willen lezen. Ik heb reeds aan Bouchery over het uitgeven geschreven. Het boekje mag slechts één frank kosten. Ik zal het binnen enkele dagen rechtstreeks naar de Antwerpse censuur sturen. Ik moet nog eens terugkeren op Vinatjes laatste portret. Ik was er zo van .aangedaan, dat ik er een versje op geschreven heb. Wat is dat een lief kind geworden! En dat haar jonge jeugd in zulk een storm moet opgroeien! We zullen dat hartje dobbeIe blijdschap moeten bezorgen, om de schrikbeelden uit dat jonge geestje te krijgen. Er lopen hier sedert geruime tijd allerhande geruchten rond aangaande de Belgen; men vertelt, dat al de Belgen naar een kamp in België zullen overgebracht worden. Nu, grote verwachtingen heb ik nooit gekoesterd. Ik heb zoveel vijanden. Doch worden we naar België gevoerd, het zal een grote verzachting zijn. Hoe dichter thuis, hoe beter. Het zien van het geboorteland alleen, bijzonderlijk als men er veel voor geofferd heeft en zo lang verbannen werd, moet een grote vreugde zijn. Anders, ik ben het hier nu weer gewoon. Het werken is lastiger; en er is te veel rumoer, maar het gaat toch. Ook word ik tegenwoordig goed met pakken verzorgd en ik ben een hele kok geworden. De gazetten komen regelmatig toe. Ik heb onder ander gelezen dat Reinhard van mijn petitionnement C) ten voordele van de vervlaamsing der Gentse hogeschool heeft gesproken. Hij heeft er waarschijnlijk vergeten bij te voegen, dat van de 125.000 handtekeningen er minstens 120.000 van mijn mening zijn. Wat is het laag, het werk van een mens op deze manier te misbruiken. Nu, geduld is een schone deugd; mijn beurt komt nog eens (8). Het domste is dat al die gebeurtenissen mij zo hard ergeren. Laat mij liever weer denken aan u, kindje, aan mijn Frank, Dirk en Vina, aan grootmoederke, Livine en haar kinderen, aan Margot, aan u allen, die mij zo onzeglijk dierbaar zijt, en die ik toch hoop gezond terug te zien. Zal dat hoogdag zijn, als grootmoederke voor de eerste maal chocolade zal maken voor haar kleinkinderen en koffie voor haar schoonzoons! Het kon toch zo goed zijn bij ons, nietwaar, kindje, zo innig. Men had maar de deur van het kelderkeukentje open te steken, om te voelen dat er daar overeenkomst woonde. (') Sevens' voorstelling vall zijn werk in de mededeling bestemd voor zijn vrOlllVkan in geen geval als blijk vall trots of eigendunk begrepen worden. Het gaat hier om een intiem gesprek tussen man en vrOl/w.
(') Frans Reinhard (1850 - 1921), geboren Brusselaar, secretaris van Karel BI/Is, actief als progressieve liberaal en flamingant,
()
was voor Sevens het voorbeeld van de democraat. Bij de oprichting vall de Liberale Vlaamse Bond (1885), als redacteur van FLANDRIA, voor het WillemJfonds in de jaren 1890 eerst secretaris (1882 - 83), dan voorzitter (1898) vall het Yerbond der Vlaamse Grievencomiteiten. bezieler vall zowel de Landdagbeweging en de oprichting vall het Nationaal Vlaams Yerbond te Brussel (1891) als vall de massale optocht in 1897 voor de Gelijkheidswet inzake bestuurszaken, was Frans Reinhard voor Sevens zeker het voorbeeld vall de strijdende Vlaamse democraat. Dat hij daarna evolueerde 11001'het activisme en het federalisme, strookt 11iet met Sevens' patriotisme. Voor de petitie-actie verwijzen we naar voetnoot (') in Oortagsbrieven 10,' Boek ell Bibliotheek 2000 nr. 2 (juni}. Het voornemen later wraak te nemen klinkt hier al door. 111latere brieven uit Havelberg, vall 22 april, 8mei ell 10 juni 1918 (zie volgende aflevering} wordt Sevens veel heftiger. Hij belooft "rekeningen te vereffenen"! Deze wraak zal de na-oorlogse jaren vall het gezin beheersen. Zie hierover voetnoot t') over DE WITTE KAPROEN in Oorlogsbrieven JO: Boek ell Bibliotheek 2000 lil'. 2.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 3
13
Hoe lang nog? Wie weet, komt de vrede niet onverwachts, niet bliksemsnel C) ! De wereld davert. Altijd hopen en vertrouwen! Groet de trouw gebleven vrienden, en in 't bijzonder Jan en Emiel. Ik heb niets nodig en kus u en de kinderen uit ganser harte. De lucht is dezer dagen open, er zit klaarte in de hemel. Uw Alfons Sevens. 06-12-1917, kaart
Liefste Jeanne, Sint-Niklaasdag ! Ik hoop dat de goede heilige, niettegenstaande de oorlogstijd, toch mijn lieve kinders niet vergeten heeft. Ik heb het portret van Frank, Dirk en Vinatje gekregen; ik ben er zeer gelukkig om, 't is goed gemaakt. Eindelijk ook nieuws uit Gent; een kaart van grootmoederke van 20-10 en een van Bertha van 15-11. Ik heb u gisteren een mandaat van 100 M. gestuurd. De winter schijnt ruw te worden; tracht aan brandstof te geraken. Mijn werkje is af ('0). Ik kus u en de kinderen. Alfons Sevens.
20-12-1917, kaart
Jeanne, Sedert mijn brief van 8 dezer (") heb ik ontvangen uw kaart van 25-11 en 5-12 en Margots kaart van 27-11. Schrijf mij telkens het juiste getal (12) der verkochte ex. van Vergeetme-Nietjes, te Gent. Geen verbeterde opgaaf, kindje. Uw mandaat van 80 M. ontvangen; waarschijnlijk bereikte mijn mandaat van 100 M. u een paar dagen later. Nu we alle twee van die geldkwestie verlost zijn, is het een hoofdbreking te min. Zo dat de trouwe vrienden Sint Niklaas gesproken hebben! Dat doet de vader zoveel genoegen als de kinderen. Alfons Sevens.
De volgende brief telt opnieuw zes kantjes, ofschoon het briefhoofd de beperking tot 4 herhaalt en de censuurstempel de brief heeft goedgekeurd. 22-12-1917, brief
Jeanneke, Sedert mijn kaart van verleden donderdag is geen nieuws meer aangekomen. Ge vraagt mij of ik hier van de koude lijd. Neen, kindje. Ieder kamp heeft natuurlijk zijn voordelen en nadelen; maar alles bijeen genomen, en in de barak verblijvende waar ik ben, leeft men hier best na Celle. Verder hebben de vrienden nooit zo goed voor mij gezorgd als tegenwoordig. Eten in overvloed en vol verscheidenheid. Verder goede makkers, waaronder mijn oude strijdgenoot Goossenaerts, en weten, dat er thuis geen geld te kort is. Wat wilt ge, dat ik morre ! Als ik aan de arme soldaten en aan onze bevolking denk! Deze middag b.v. heb ik bruine boontjes gegeten, met een ferm stuk Hollandse worst in gekookt; daarvan saus van gesmolten spek, bloem en azijn en daarbij melende pataten. Als nagerecht had mij een kameraad droge appelen gekookt overgoten met custardsaus. Deze avond was het menu geroosterde biscuits met gruyèrekaas. Als drank echte koffie uit Zwitserland, thee uit Engeland, cacao of chocolade uit Holland. Het is met hartzeer dat ik u dat schrijf, want gij, mijn beste kindje, - en ge weet, hoe ik een heerlijk leven voor u droomde - en mijn kinders, hebben dat niet. Maar ik weet, en weet wel, dat uw grootste geluk in dit ogenblik is te vernemen, dat ik het in al mijn miseries goed stel. Ge moogt niet vergeten speciaal bij Emiel te gaan en hem te zeggen, hoe innig ik hem dankbaar ben voor hetgeen hij voor onze Dirk gedaan heeft. Ik weet wat een ei in Gent kost, kindje; laat u door de prijs niet terugschrikken. Niets kan te kostelijk zijn om mijn Dirk en onze jongens krachten te bezorgen. Ook niet vergeten, Libert, Mayens en de extra-vriend Jan te bedanken. In de tegenkomsten kent men zijn vrienden. Wij zullen later in onze beste plaats een galerijtje maken, waar al die trouwe zielen zullen prijken, en zorgen, dat onze kleine mannen de beeltenis ervan in hun hart bewaren. Dankbaarheid is een hoge, veredelende, opvoedende deugd, al wordt ze weinig
(') Hel zal nog éénjaar duren, lol Sevens op 18110velllber Have/berg zal kunnen verlaten. (10) Uil hel Qo~ uil hel Harl. e') De brief ontbreekt. t") Lees: aantal.
14
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 3
beoefend. - Mag ik u, kindje, ook een opmerkingske maken? Uw kaart van 5-12 is een beetje slordig geschreven, letters zijn vergeten enz. Van u, die gewoon zijt alles zorgvuldig te doen, verwondert mij zulks. Ge weet, krijgsgevagenen krijgen een zieke inbeelding en letten op de minste kleinigheden. - Dat Niet uit Liefde u en Margot best aangestaan heeft, was te verwachten. Gij hebt niet veel, dat eens is, maar toch dit: dat ge alle twee romantisch aangelegd zijt. 't Beste van die drie schetsen is Proza ('3). Het is gezond werk en dieper dan het er in zijn schijnbare luchtige oppervlakkigheid uitziet. Vergeet niet mij telken male, dat ge schrijft, het juist verkochte getal (11) exemplaren te schrijven, en tracht de lijst der kopers te bewaren, zoveel mogelijk. Ik liet u reeds weten, dat ik onder Vina's laatste portretje enige versregelen vrije - geschreven heb. Hier zijn ze:
I
Sevens had vall zijn jong gestorven moeder een buitengewone herinnering. Zijn verheerlijking vall de vrouw vindt hier zijn oorsprong. Hiervan getuigt het lied dat hij op 17jarige leeftijd voor zijn moeder heeft gecomponeerd. Het is getekend 15 oogst 1894.
Mijn kleine, lieve dochter, Wat kijkt ge mij ernstig aan! 0, 'k voel het, dat heeft de lange De vreeslijke oorlog gedaan. Wreed ploffen granaten en bommen, En storen uw jonge nacht; Ze schrikken u op in uw dromen Als engelendromen zo zacht. In de ogen der minnende moeder Leest ge immer angst en verdriet, En tussen haar strelen en kussen Voelt gij de traan die vliedt. Doch eenmaal keer ik weder, Voorbij is dan het gevecht. Dan wek ik in uw zielken De blijheid, der kindren recht.
Als ge deze brief ontvangt, is Kerstdag voorbij en hebben de drie dochters aan hun moeder en de zes kleinkinderen aan hun allerbeste grootmoederke hun beste wensen aangeboden. Laat ons hopen, dat Jozef en ik et toekomend jaar eindelijk weer bij zijn en dat wij grootrnoederke ook een flinke kus mogen geven. Ik wens u hoofdzakelijk allen te zamen voortdurend goede moed. Wij moeten ons land liefhebben zoals onze moeder, en alles, zelfs het bloed, ervoor over hebben. Ik kus u allen, en u, mijn liefste kindje, op uw trouwe mond. Alfons Sevens. 03-01-1918,
kaart
Liefste Jeanne, De eerste kaart van 't nieuwe jaar. Een ferme kus voor gans de familie vergezelt haar. Joseph, die u ook nieuwjaar kust, is [ervan] overtuigd dat het niet lang meer duurt. Laat ons hopen malkaar dit jaar terug te zien. Ik heb sedert mijn brief van 22-12 een kaart van 7-12 gekregen. 't Doet deugd te horen dat de vrienden zo degelijk voor u zorgen. Nu ik daar niet ben om u te verwarmen! En op nieuwjaarsavond kreeg ik uw pak tabak. Extra goed gekomen. 'k Was zonder. Wat zijt ge toch een wijveke! Alfons Sevens.
10-01-1918,
kaart
Jeanne, Sedert mijn laatste schrijven van 3-1 heb ik uw kaart van 18-12 ontvangen. Het heeft me verwonderd, dat ge geschenken voor de kinders aanvaard hebt van Doussy. Met Vlamingen
(IJ) Op het balzaciaans aspect vall de persannages en de tred vall dit hyper-realistisch brieven 9: Boek ell Bib/iotheek 2000 nr. 1; p. 13 en 14.
Boek
el!
Bibliotheek
- 2000 lil'. 3
ver/zaal uit de Oudburg te Geilt werd reeds gewezen in Oorlogs-
/5
van zijn slach (14) kan ik, noch mijn huisgezin, geen gemeenschap meer hebben. Het baantje van oom Jan - in dat slecht weer - moet verre van aantrekkelijk zijn. Daarbij, de cliënteel is verminderd en de belangstelling, na 30 maanden afwezigheid, bijna uitgestorven. Zo is toch de loop van de wereld! Ik stel het voort goed en kus u en de kinderen. Alfons Sevens. 17-01-1918,
kaart
Jeanne, Het nieuws wordt zelden, zelden! Sedert mijn kaart van 10 dezer, geen enkel woord van niemand, uit Gent. Ook de gazetten komen zeer onregelmatig toe. Ik hoop ten minste dat mijn nieuws u regelmatiger en rapper bereikt. Nu, hoe langer men gescheiden moet leven, hoe meer men haakt om bij malkaar te geraken, Jozef en ik peinzen toch zoveel op thuis. Anders, wij stellen het voort goed. Beste groeten aan de trouwe vrienden. Of het deugd zal doen, als wij ons niet meer op
22-01-1918,
brief
't
papier zullen kussen! Alfons Sevens.
Mijn liefste Jeanne, 'k Had ongelijk in mijn laatste kaart van 17-1 te veel te klagen. Al de nieuwjaarswensen vallen met het dooiweer binnen! Eerst de prachtige brief van Dirk met dat bundeltje rozen en vergeet-mij-nietjes van boven. Ja, Dirk, uw vaderke houdt van bloemen, en als ge groot zult zijn, zult ge denken zoals hij, dat de prachtigste rozen zonder de kleine vergeetmij-nietjes niet veel waarde hebben. En, Dirk, ik kon bijna mijn ogen niet geloven, als ik dit geschrift zag. Dat is flink, zeer flink, en ik ben fier op u. Daarbij stak een kaart van Vina. Wat zou ik toch gaarne haar polleke vastgehouden hebben, als Vinatje haar naam krabbelde. Van Frank nog niets. Zeker nog achter of verloren. In alle geval, ik weet, dat mijn oudste ook zijn vader uit ganser harte bemint, en ik hem niet minder. We hebben altijd goed overeengekomen, nietwaar Frank, en dat zal alzo voortduren. Ondertussen geeft gij, Frank, en Dirk en Vina aan uw liefste moederke de morgen- en avondkus, die uw vader niet meer kan geven. - Verder kreeg ik een kaart van grootmoederke, een deugd doende brief van Constantine (") en een allerhartelijkste kaart van Josephine. Hoe die haar man en kinderen liefheeft ! Verder tot slot een kaart van u zelf, liefste Jeanne, van 23-12. Uit uw schrijven, Jeanne, meen ik te begrijpen, dat Bouchery slechts 200 ex. Vergeet-me-Nietjes naar Gent heeft gezonden. Blijft te zien of er meer beschikbaar zijn voor Gent. De stad Antwerpen heeft mij laten weten, dat zij voor een groot gelal (11) zou intekenen. En Jan en Miel hebben in zo'n korte tijd alles aan de man gebracht! Zie, als ge na dertig maanden gevangenschap voelt, dat twee vriendenharten als deze nog even warm en trouw kloppen voor u en uw huisgezin, dan wordt het wel een beetje week van binnen en dan hebt ge een overgrote lust om zonder spreken, die vriendenhanden eens dapper te schudden. Dat doe ik ook van ver. Doe gij het, liefste Jeanne, voor mij van dichtbij. Ik weet nog niet of mijn nieuw werkje Uit het Oog, uit het Hart reeds in Antwerpen is en de uitgave toegelaten werd. In alle geval, ik ben [ervan] overtuigd, dat de verkoop geen last zal opleveren. Ik hoop, dat het zal gezocht worden, lijk boter, alhoewel het niet zo kostelijk zal zijn. Ik ben tevreden met de uitslag der compositiën (16) zo goed voor Frank als voor Dirk. Men kan niet altijd de eerste zijn; 'r bijzonders te is in [de] klas oplettend en vlijtig te wezen. En dat is
i") De schrijfwijze met -ch kwam te Gent in het begin van de XXe eel/w vrij vaak voor op Ol/de uithangborden en in uitstalramen, bij Sint-Jacobs b. v, in 'I Kloef]e, of in de Goudstraat, in 1927. Daar stond te lezen: "Goederen van alle slach ". Doussy, naar wiens vriendschappelijke brief uit Kortrijk aal/ Alfons Sevens van 12 oktober 1912 in Boek el/ Bibliotheek 1998 nr. I, p. 18 venvezen wordt, was tijdens Sevens' ballingschap lid van de Raad van vloanderen geworden. Dat Sevens objectiefover Doussy kon oordelen blijkt uit zijn later werk. Activisme Frolllisme ell Vlaamse Bewegillg (1929) p. 61: "111 de zitting vall 6mei 1917 [val/ de Raad vall Ylaanderen] drukte Doussy de wells uit dal een afvaardiging zich zau naar Berlijn begeven, opdat men geen getrouwde werklieden meer lOl/ opeisen of mannen die Ol/der dan 40 jaar waren ". De onverzettelijkheid die hier uit Sevens' opmerking blijkt, is tot hier toe in de correspondentie al meermaals gebleken. Jeanne weet echter 1I0g niet hoe haar mali te Celle ell later ook te Havelberg de hl/lp vall Yolksopbeuring heeft geweigerd. Zie daarover Oorlogsbrieven JO in Boek ell Bibliotheek 2000 IIr. 2.
t") Sevens' broer Constant. t")
16
lil
de jaren 1944 -1950 op de lagere school Emile Braun te Gent heetten de examens 1I0g steeds "compositiën ''.
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 3
Frank toch zeker! Ge hebt heel goed gedaan de piano beneden te halen. Spijtig, dat ze zo slecht is. Ge hebt ze toch laten stemmen, zeker? Frank heeft kans (") van zulk een lieve professor les te ontvangen! - Nu, Jeanne, voorlopig zult gij wel uit de geldnood zijn, maar Livine? Ik heb gezien, dat de aankondigingen zo beperkt zijn. Kan zij nog de eindjes samenkrijgen ? Onze broeder René (18) vraagt, of we geen geld nodig hebben. Ik geloof, hoe meer we op eigen vleugels vliegen, hoe beter, maar als 't nodig is, schrijven. Nooit vergeten: hoofdzaak is er ons al te zamen doorscharten en zorgen dat de kinders goed verzorgd blijven. Ge moet geen wijze zijn, om te weten, dat we op het einde zullen geraken. Liefste Jeanne, ik weet het, dat ge tot het laatst de sterke vrouw blijft. Ik kus u en de kinderen, en ik pak - 't is ongelukkig maar van ver - grootmoederke, Livine, Margot, Theo, Jeanneke en Nora in mijn armen. Welhaast in werkelijkheid!!! Alfons Sevens. Geadresseerd aan: De heer Frank Sevens 31-01-1918,
kaart
Mijn lieve, beste jongen, Ik heb nu ook uw hertelijken en wel geschreven nieuwjaarsbrief ontvangen. Te zelfder tijd is talrijk nieuws uit Gent gekomen: tante Margots portret en kaart van 4-1, een kaart van juf. Juliette van 12-1, van mad. De Cal uwe van 15-1, en eindelijk van uw allerliefste moeder van 4-1. Ik ben [ervan] overtuigd, dat gij uw belofte braaf te zijn, zult houden. Als oudste moet gij tot voorbeeld dienen aan Dirk en Vina. Ik kus u alle drie, en kust gij uw moeder voor mij. Tot weldra. Alfons Sevens.
Uit deze en voorgaande kaarten en brieven spreekt het vertrouwen, dat de oorlog weldra ten einde loopt. De volgende kaart is van 7 februari, niet van 7 januari, zoals Sevens verkeerd dagtekent. Uit de inhoud is dit onmiddellijk duidelijk. Ook is de eerste stempel van 9 februari, de tweede - na de censuur - van 21 februari. 07-02-1918,
kaart
Jeanne, Sedert mijn laatste kaart van 31-1 heb ik ontvangen een kaart van Josephine van 18-1. 't Doet mij groot genoegen te vernemen dat gij het allen goed stelt. De verkoop van de novellen is opperbest geweest te Gent. Dank ook de vriend Ghyselbrecht. Morgen schrijf ik u geen brief en over acht dagen waarschijnlijk geen kaart. 'k Moet elders schrijven. Maak u dus niet ongerust. Ik ben verplicht ook eens een fermen kus aan Livine te geven van verre! Dag kindje. Alfons Sevens.
14-02-1918,
kaart
Liefste Jeanne, Sedert mijn kaart van 7-2 geen nieuws dan een kaart van Josephine en een pak gazetten. Ik schreef u, dat de Belgen zouden naar Diest gaan. 't Schijnt dat zulks nu in 't kort zal gebeuren, maar de gevangenen uit de Etappe ('9) blijven hier, dus ik blijf. 't Weer is zeer zacht; ik hoop hetzelfde voor Gent, en zo sukkelt de winter gelukkig naar zijn einde en zonder erge koude. Beste groeten aan de vrienden, die vrienden blijven! Dag grootmoeder, dag Livine, dag Margot. Ik kus u, kindje. A.S.
08-03-1918,
brief
Liefste Jeanne, Sedert mijn brief van 22-2 ('0), heb ik een kaart gekregen van Frank van 3-2, een van Margot van 8-2, van juffrouw Juliette van 9-2 en van de vriend De Caluwe van 11-2. De vertellingen, die mijn lieve Frank leest, had ik ookjuist uit Antwerpen gekregen. Kan Frank
il/ klas voor il/ de klas el/ heeft kans voor heeft geilIk zijl/ letterlijke vertalingen uit het Frans el/ dasse et a de la chance. In de Normaalschool Roeselare werd alleen Frans onderwezen, geen Nederlands. (") Broer Rem! of Reil/ier Sevens, parochiepriester in Enid, Oklahoma. (") Zie voetnoot Boek el/ Bibliotheek 2000 1/1'. 2, p. 27 t"). ('0) Ontbreekt. (")
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 3
te
17
deze vertellingen
al alleen lezen? Of moet zijn moeder hem of Theo hem helpen? En vertelt hij
ze dan ook aan Dirk en Vina ? - Zo, gij hebt grootmoeders
huizeke geverfd ? Zeer goed. Hoe
donker en vuil het er buiten ook uitziet, moet een mens altijd zijn huis en zijn binnenste proper en helder houden. Dat is het begin van alle philosophie
en die hebben we allen nodig. - Het is
triestig, dat mijn brieven zo lang overweg (") blijven, maar, wat wilt ge, we moeten de beker tot de bodem ledigen, en tot nog toe zien we de bodem niet, hegeen maar best is. Sedert Nieuwjaar heb ik u geschreven
op 3-1,10-1,17-1,22-1,31-1,7-2,14-2,22-2
uit kan, schrijf ik elders. - Het verwondert
en nu. Slechts als ik er niet
me niet, dat de kleine Dirk zulk een goed gehoor en
geheugen heeft, en het doet mij plezier, dat hij de lessen van Frank kan delen. Het is mijn grote vreugde te vernemen dat al de kinders zich goed verstaan en goed overeenkomen, ders en grootmoederke
dat hun moe-
over hen tevreden zijn. Het is te hopen dat Theo, nu hij verre van zijn
vader zijn eerste, plechtige communie
gaat doen, een voorbeeld
voor al de kinders en een troost
voor zijn moeder zal zijn. Moet ik u zeggen, dat ik er in gedachten onlangs hun chocolade,
die ze gekregen hadden, opdronken!
van Vergeet-me-Nietjes
gelezen en het bericht dat de verkopers
bij zat, als de kinders
- In de Gentenaar heb ik de kritiek het boek op aanvraag zullen
bestellen. Ik verwacht daar veel van, en ik betwijfel niet, Jeanne, dat gij daarover met de vriend Degraeve een overeenkomst
hebt gemaakt en een groot percentage
aan de verkopers hebt afge-
staan. Zodra ik een kaart vrij heb, zal ik de heer Piens om zijn ondersteuning Bouchery mij schrijft, wordt er in Vlaanderen werken aan zijn uitgave Allemansvriend. volksuitgave
mag verschijnen,
tegenwoordig
bedanken. Volgens
veel gelezen. Hij vraagt mij mee te
Ik heb hem geschreven,
dat mijn nieuw werkje in
maar er is een grote maar bij. Ik weet zelf niet, waar mijn hand-
schrift steekt. De lust om te schrijven ontbreekt gemakkelijk,
als men niet weet als (") een hand-
schrift ja dan neen, en God weet na hoeveel maanden, doorgezonden werken met Vergeet-me-Nietjes
wordt. Tracht dus goed te
en schrijf me, of de verkoop door middel van de Gentenaar
mees laat. - Volgens ik uit uw brieven opmaak, zijn de scholen gesloten. Betaalt de stad, niettegenstaande
dat, uw jaarwedde
voort uit? Vergeet niet mij zulks te laten weten. Ik zie, dat Sabbe
voort geld stuurt, maar het lijkt mij onvoldoende geld, voortkomende
en ik verneem niet, dat Venneylen
van de verkoop van Vergeet-me-Nietjes,
toch al die mensen weinig van de bekommernissen, van zijn huis weggerukt gevangenenkampen.
is, gemarteld
Halfwege
wordt!
waannee
f') - Binnen
ben ik waarschijnlijk
gezonden
u reeds het
heeft. Wat begrijpen
een mens, die omtrent drie jaren
twee dagen leef ik twee jaren in
geraakt ('4). En het ideaal blijft onverduis-
terd. Houd u kloek, liefste Jeanne en groet mijn trouwe vrienden. de lente daar opnieuw met nieuwe hoop. Dag grootmoeder,
Als de brief bij u aankomt, is
Livine, Margot. Ik kus u en de kin-
ders. Dag, mijn liefste kindje. Alfons Sevens.
I
i:,
t" j
I'
(") Dal de zin, "Wal begrijpen toch al die mensen weinig ... " is' achteraf beschouwd
Lees: onderweg.
t") Uil hel Frans iguorer si, niet weten ais' i.p. v. of Zelfde opmerking als ("}. haald, hij 1001/1 zich later al/es behalve ondankbaar. (!I) Naar Danre's II/ezzo del mil/i//. Op 2 maart 1918 \Vos Sevens 41 geworden.
I! ., I,
I,
i:
/8
Boek en Bibliotheek - 2000
/11'.
3
101001
onrechtvaardig.
Deze opwelling val/ Sevens wordt nooit her-
«~f4>nll/ Stam
COU~11
INlbA ••••liooot•••• •.•.. 1O.do, •.••••
1loo'_"' ,'" '""
,
-
f."fJN9"
)('a.~ ~
d§drnllf lllaolt
••••
'111.-...,..
~1f'$."'J'kq.,1 114_p.t •• ll\_ TI_bot
••••
;p...
('.') Vermeylen stuurt even later vanuit Ukkel de opbrengst van de verkoop van Vergeet-II/e-Nietjes, In Duitse Mark: 30, 40, 96 en /60 M, De som wijst op heelwal verkochte exemplaren. ln een kaart van la december /918, geen maand na de terugkeer van Sevens uit Havelberg, schrijft Vermeylen hem een kaart met de lijst van de eerste abonnementen die hij voor DE WITTE KAPROEN heeft kunnen verkrijgen, Sevens had hem dus onmiddellijk zijn plan bekend gemaakt, het weekblad opnieuw uitte geven en Vermeylen had het er voor over, vrienden en kennissen ervoor waml te maken,
/o
~b,.(,
Ac , ? r .;/~<-
,U ••..... ,~_J-._/}I.-L~
I/~
-"\,
. J !~ (~_(~ .J''__--J_.
• IJ ..• ,
(~/r
-./
.?i%' Ä\,
<'I -'"'
•..
J.'l"~",~_A, (y,- •• ~'Ü:L.J,H,.•,1 r'/
t;•......... /{;..~...•
'" ,/I~'/~,
,J.,..,
{. :'::t.. f~
I
Z':.._'--t.<'\...4-'L."0>4.. '~.t
•.....•. _ .• -c,....\...._
.•....:,
Of .D' "",- (,:L.,.,d, •
.
r/oA:.~... tnu"'--.. t.
i"'l~{,-_..,t(',,-.vL
•
-C\'-"'Do.IZ.I.n,
,,~.(f1'~
(.<.. ~ ~--.p'.
k
~"",'-l<.l.
(
".
'1' •••.
,,'-
7i..<J'-_.l-L.-._
I ·j.L.--....c..4.,;..~"'l -", ./I ..... ,'./L..
-..(:
•'
./-k.
/
,I
Z /J>~'"
':'I
'1. ...•.•• 1 ••..•••.1..••.••••••
Ir
'IJ'''(/
J'
:..;
r+:.... _-,
.I,.'. ,. y-"
~.l,
1'. •
••
-'7/ - =: ..
(wordt ve rvolgd)
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 3
/9
(
(
:1
Oorlogsbrieven
11 11
van Alfons Sevens
1915-1918
II ,I
1
Twaalfde aflevering, opgetekend dool' zijn kleindochter Nicole Yerschoore.
,II '1
,I
Eind april 1918, wantrouwen en onverzettelijkheid
1
(,
II!' 11
Sevens
1,
is er van bewust dat hij in Duitsland
meer en beter eten krijgt dan zijn vrouwen
Toch gaat een groot deel van de correspondentie
1li
zij worden
I
over pakken
met rookwaren,
kinderen
in het etappengebied
die niet tot in Havelberg
Gent.
geraken ofschoon
aangekondigd.
I
Gent
Navraagformulieren
1')1Jo.t
22-04-1918, brief
Jeanne,
Ik heb uw zending
sigaren en tabak van 13 maart nog niet gekregen. te lopen, dat het pakket
In alle geval, stuur nooit zoveel sigaren
in eens. Ik weet, hoe schromelijk
is, en het ware te erg, moest zulk een kostelijk
er u te kunnen mochten
zenden.
/8
JO, Boek
eII
Bibliotheek
Wij kregen het bericht,
niet toekomen.
in België sturen. Ik dacht al aan chocolade,
bleek, dat de Etappe ("J.
2000 111'.2, p. 27 voetnoot
Boek en Bibliotheek - 2000
lil'.
4
uitgesloten
Het duurt dit-
of verloren
is.
duur rookgerief
Ik heb uw kaart van
uit. Theo doet zijn plechtige
dat wij alle maanden
aan koffie en suiker voor grootmoeder,
bij nader onderzoek
verdoold
Het kan toch niet erg zijn? Van koffie gesproken,
naar onze familie
de kinderen,
pakket
Ze ziet er een beetje wonderlijk
en heeft de mazelen!
Zie Oortagsbrieven
niet ontvangen pakken
maal zeer lang en ik begin erg bevreesd
4 april ontvangen.
(IJ
\'001'
Gand
communie
ik heb ook gemeend
een pakket van 5 kg. cacao en melk voor
aan spek, bonen en rijst voor u; maar ... was! (')
Hoe het met mij gaat? Goed, maar zenuwachtig, kindje, erg zenuwachtig. Hoe kan het anders, als er zulk een grote, bloedige partij in de wereld gespeeld wordt, als ons dierbaar land een deel van de inzet is, en als gij machteloos en zwijgend moet toezien met een vechtersnatuur als de mijne! En, het is eigenaardig, alhoewel ik niet meer van plan was te schrijven in krijgsgevangenschap, krieuwelen mij de gedachten zodanig, dat ik er mijn kop van kapot schart. Nu eens wil ik beginnen aan Mijnheer August, en een soort van Vlaamse Tartarin de Tarascon scheppen, maar lachen en spotten in deze schromelijke tijd !, dan weer voel ik lust een sentimenteel romantisch vrouwenfiguur - een soort van appel met ruwe pel en veel sap - te ontleden. Eindelijk word ik geplaagd door het beeld van een schoonmoeder - nog een vrouwenverheerlijking ! het schijnt wel een ziekte bij mij te worden! - die ik voornemens was in mijn roman Een menswaardig bestaall in te lassen. Zo blijft mijn COllI'S pratique de flantand pou I' les Wallol/S liggen, bijzonderlijk nu ik wat geloof heb in mijn presidentschap ('). Nu, ge kent mij, overvloed van plannen moet ik altijd hebben. 't Een doet 't ander rijpen, en als de zee daarbuiten en mijn hoofd hier wat kalmer zijn geworden, ga ik mij opnieuw aan 't werk zetten. Wie weet of ik niet eerst nog begin met een boekske voor Frank. In de grond, de kerel heeft gelijk: de boeken voor kinderen geschreven, zijn gewoonlijk treurig en nochtans, de kinderen, om gezond te blijven, hebben zon nodig, en vreugde. - Ik heb gelezen dat een paar mannen van onze oude Vlaamse Blok en een paar andere Vlaamse CEkameraden het niet, zoals ik, tot in de gevangenis maar tot op een schepenzetel van Gent gebracht hebben. Nu, elk zijn goesting. Maar, zoals ik u reeds een paar malen schreef, oppassen voor de zogenaamde vriendenhanden. Niemand verkeert bij mij Dat Sevens een rol heeft gespeeld als voorzitter vall de vlamingen in Havelberg wordt o.a. bewezen door een ontroerend kunstwerkje, voor hem door een Russische medegevangene vervaardigd uit een aluminium drinkpul, zoals soldaten en gevangenen er bezaten. De hartjes, bloemen en ragfijne hareeringen betekenen, santen niet de tekst, dag en en dagen geduldig werk, Volgende tekst is er in geg rijd: "Leve België.' Leve vlaanderen ! Vall de vtaomsche vrienden krijgsgevangenen Aall Alfons Sevens. dank en genegenheid ". 02-05-1918, kaart
thuis, die in de tegenwoordige omstandigheden niet de cel boven de schepenzetel verkiest. Voor de rest, kindje, houd goede moed en zweet voort moedig alle miseries uit. Eindelijk - het is niet te vroeg - geraken we aan de bodem van de beker. Het einde nadert snel. Welhaast ben ik drie jaar gevangen, maar als God me 't leven laat, is het dan amen en uit. Mijn betrouwen is vaster dan ooit. Groet de trouw gebleven vrienden hartelijk. Mijn beste groeten aan grootmoederke, Livine en Margot, gelukwensen aan Theo met zijn plechtige communie, en een kus voor u en de kinders. Alfons Sevens.
Liefste Jeanne, Sedert mijn brief van 22-4 kreeg ik slechts één kaart van Gent, van 20-4. Slecht nieuws! Al de kinderen ziek! Wat een miserie en wat een werk voor u ! Hoe erg dat die kinderziekten opkomen nu het eten zo schaars is ! Ik ken u genoeg om te weten, dat ge voor de kinders eiers zult bezorgen, het koste wat het wil. Ik hoop dat Frank, Dirk en Vina
(')
Waarschijlllijk heet] Sevens in een verloren kaart of brief laten weten dal hem het voorzitterschap werd aangeboden van eell club ofeen groepering vlomingen in Hevelberg. De gevangenen uit Gent en omstreken zijn inderdaad nog niet naar België overgebracht. Sevens is niet de enige die is tnoeten blijven. 111 zijn kaan mil l-tfebruari. verschenen in de vorige aflevering van de Oorlogsbrieven (Bod ell Bibliolheek 2000 111',3), laat Sevens horen dar de gevangenen uit hel Etappe- gebied Gent voor hel overgangskamp Ie Diest niet in aanmerking kwamen. 1'011
Boek en Bibliotheek - 2000 IIr, .J
/9
brave zieken zijn en gehoorzaam, om hun moederke geen nutteloze last aan te doen. - Sigaren en tabak niet aangekomen. - Moed, liefste Jeanne! Alfons Sevens. 08-05-1918,
I "
brief
Juist als ik mijn brief zou beginnen, kreeg ik de kaart van 27 april. 't Is al wat uit Gent toegekomen is sedert 2-5. Ge hebt mijn brief ontvangen van ~2-3, maar van mijn brief van 8-3 geen woord. En dan, ik zond een kaart aan de heer Piens op 14-3 en aan oom Jan op 28-3. Hebt ge niet gehoord of ze die ontvangen hebben? Uit de kaart van 27 april maak ik op, dat de kinders voort beteren. Maar, waarom daar niets meer over? Ge kunt u toch inbeelden, hoe ik door het nieuws van hun ziekte getroffen werd. Verder schrijft ge, dat ge zult beproeven mijn handschrift ginder te krijgen en toch te doen uitgeven. Nog eens, vergeet nooit, dat ik niet wil, dat de minste vraag gericht wordt tot vroegere strijdgenoten. Ik heb u reeds genoeg geschreven, dat ik met geen enkele van die mannen nog gemeens wil hebben, geen het minste, hoort ge ! Ik heb met die mannen een rekening te vereffenen. Ik wil daarin in niets belemmerd zijn en ik zal daarin voor niemand en niets achteruitwijken. Ik vrees altijd, dat men ginder sirenenzangen rond uw oren komt zingen. Ten andere, eer ge in zulke zaken voetstappen aanwendt, zoudt ge mij beter eens uitleggen, wat ge zinnens zijt te doen, en mijn raad afwachten. Ten slotte, ik heb over dit werkje aan Vermeylen geschreven. Laat de Vereniging van Letterkundigen met die zaak betijen - Ge vindt mijn toon een beetje triestig. Hoe dikwijls moet ik u nog herhalen, dat ik niet triestig kan zijn. Als men zoveel geleden heeft als ik, is de triestigheid sedert lang over. Men wordt eenvoudig vies van veel mensen, men walgt van veel vroegere vrienden, men haat, maar men is niet triestig. Drie jaar gevangenschap vermurwen geen karakter lijk het mijne; integendeel dat verpantsert al de weke plekken. Zelfs als ik op u lig te denken, beste Jeanne, of op mijn drie lieve kinders, kan ik niet meer triestig zijn, maar word ik razend, razend! Maar, laat ons daar niet te veel de kop mee breken. Langzamerhand draait de boel naar zijn einde. Ge hebt ook wel gelezen, dat er tussen Duitsland en Frankrijk een akkoord tot stand gekomen is, waarbij duizenden soldaten en al de civielgevangenen vrij komen. België heeft ook wat tot stand gebracht, maar hoe dat ineen zit, weet ik niet juist. Ten andere, ik reken slechts op het einde. Maar dat alles zijn juist kentekenen van het aanstaande einde. Het is een kwestie van maanden, misschien van weken. Ge weet, in 16 dacht ik het, en we kregen in december het eerste vredesaangebod (3), in 17 dacht ik het, en nu komt het uit, hoe de vrede aan een draadje heeft gehangen. Nu komt de vrede van zelf, als een appel, die, rotrijp, van de boom valt, zelfs als het niet waait. Dit jaar, zo we 't leven houden, zien we elkaar weer, en ik hoop de aanstaande winter wat anders uit te geven dan humoristische en gevoelerige schetsen. Het pakket tabak en sigaren nog niet toegekomen. Van 't overige met mij alles goed. Onze radijzen zijn reeds volgroeid (') en alle morgenden plukken we er enige voor bij onze koffie. Joseph stelt het ook zeer goed en heeft onlangs het portret van zijn kinders gekregen, wat hem zeer veel plezier gedaan heeft. Om te sluiten, de beste groetenissen aan grootmoederke, Livine, Margot, juffrouw Juliette, madame De Caluwe, oom Jan, de vrienden Miel en Gustaaf en de anderen, die trouw blijven aan de zuivere Vlaamse vlag. Een kus aan de kinders en een lange kus voor u. Dag kindje! Alfons Sevens.
Had door de vorige brief Sevens' vrouw Jeanne redenen te over om verontrust te zijn - o.a. door de heftigheid waarmee haar man op wraak zon -, de volgende brief zal haar hebben gerustgesteld. De stemming is omgeslagen. De sigaren en de lente hebben van Sevens een ander mens gemaakt. Sedert drie jaar vertoont de correspondentie een op- en neergaande curve. (') i'}
20
De invloed \'all het Duits is voelbaar. een verloren brie! heeft Sevens waarschijntijk
111
verteld, dat de gevangenen
Boek en Bibliotheek - 2000 nr. 4
radijzen hadden gezaaid.
De lente is doorgaans voor Sevens een goede tijd. Het zachtere weer en de ontluikende natuur herinneren hem aan betere tijden. Een van de charmes van de brieven ligt in de suggestie van de verloren gegane, toen zeer vaste gewoonten van het gezin. Er is toch zeker alle hoogdagen eerst bijeenkomst bij grootmoederke, vraagt hij, en daarna algemene wandeling? Waar trekt ge tegenwoordig naartoe? Naar Heusden-brug of naar de Nenuphar in Afsnee? 22-05-1918, brie!
I
1-
30-05-1918, kaart
(') t"}
Liefste Jeanne, Sedert mijn laatste brief van 8-5 is het een goede tijd geweest voor mij. Eerstens is de kostelijke zending tabak en sigaren van oom Jan in volstrekt goede staat aangekomen. Ik heb mij gehaast oom Jan persoonlijk te bedanken. Wat ben ik ongerust geweest over deze zending! Zulk een pakket is veel te kostelijk op onze dagen! Verder heb ik kaarten gekregen van Joseph, van Livine, van Madeleine en uw eigen kaart van 2-5. René (5) heeft me ook een goede brief geschreven. Joseph en ik zijn er alle twee content van. De sigaren en uw schrijven zijn beide een grote aanwakkering geweest tot werken. Niet dat ik lui ben. Het Belgisch Comiteit geeft me meer werk dan ik gedacht heb. Die COllI'S pratique de flantand pourles Wallof/s is een paardewerk. Maar ik moet geld verdienen voor vrouwen kinderen, en dat zo rap mogelijk! En die tegenkomste met mijn laatste handschrift hadden me gans lusteloos gemaakt. Nu is 't over. De twee overheerlijke Sinxendagen, met hun wijde blauwe luchten, en zo stralend, dat ge de leeuweriken niet kondet vinden, die levenslustig hingen te kwetteren, hebben met hun broeiende warmte vorm en leven gegeven aan sommige gedachten, die heel ver, als de leeuwerikken. zaten te piepen. Of hebben de witte en rode hagedoorn, die ze in de cantine verkochten, en die nu nog op onze tafel prijken, er schuld aan? Of deden het de geuren van Jans sigaren? Wiens schuld het ook zijn moge, het nieuwe kind is geboren. Ik heb het haastig gedoopt, omdat ik vreesde dat het vroegtijdig zou sterven. Het heet - verschiet niet - Het trouwboekje voor elkeen. Als ik die smaak in 't leven kan houden, zult gij, en veel mensen met u, er vreugde aan beleven, geloof me! Hij heeft een door en door schelmachtig gezicht, en schromelijke deugnierogen. die een vrouw letterlijk ontkleden en zelfs niet vrezen in de echtelijke alkoof te loeren. Maar genoeg daarvan! Eerst het werkje afmaken! Toekomende maal schrijf ik u hoeveel bladzijden ik heb. - Ik hoop, dat de Sinxendagen ook prachtig geweest zijn te Gent en dat ge van die nieuwerwetse leeuwerikken verschoond zijt gebleven (6). Er is toch zeker alle hoogdagen eerst bijeenkomst bij grootmoederke en daarna algemene wandeling? Waar trekt ge tegenwoordig naartoe? Naar Heusden-brug of naar de Nenuphar? Waar zijn de goede oude dagen! Zo vene en toch zo bij! Joseph laat ook nooit geen hoogdag voorbijgaan zonder op mij te denken! En hij vertelt ook van de ijver, waarmee hij na de oorlog aan 't werk zal vallen voor de teergeliefde vrouwen kinderen. Een mens moet eerst eens verre weg zijn, om te verstaan hoe goed het dicht bij is. Nu, de schone dagen naderen, en rap. Somtijds, kindje, droom ik dat ik de kinders rond mij heb en u, in mijn armen! Onder ons gezeid en elders gezwegen, 't zou nog mogen zo warm zijn als vandaag. Maar ik begin ... uit het bed te klappen; 't is best dat de brief uit is - Ge weet, dat ik Schoolmeester niet laat herdrukken gedurende de oorlog. Gezondheid goed en weinig of geen vlooien. - Dag Livine, dag Margor. dag mijn beste grootmoederke ! Een kus aan al de kinderen en een speciale aan de grote Jeanne! Alfons Sevens. Liefste Jeanne, Sedert mijn brief van 22-5 heb ik een kaart ontvangen van Josephine van 24 april, een van Mme De Cuyper van 11-5 en van M. Heyman van 20-5, en een van mijn
Se\'l'IIS' broer Rmt'. zi« Oorlogsbrieven 11. Boek Scvcns bedoelt hiermee de vliegtuigen in de /W/II.
1'1/ Bibliol/It'ek
Boek el/ Bibliotheek
2000 nr. 3, p. 17
- :WOO 1/1',
"
I'vell/IIIII
t")
2/
flinke jongens Frank en Dirk. Ik ben heel gelukkig dat de kinderen zich de tweede Sinxendag zo prachtig geamuseerd hebben en dus helemaal genezen zijn. Ik ben nu ernstig aan 't schrijven en het gaat. Reeds twee hoofdstukjes af. 't Werkje rijpt regelmatig. Voor de rest moed en vertrouwen. Ik kus u allen. Alfons Sevens. Aan de heer Dirk Sevens. 06-06-1918, kaart
Lieve Dirk, Sedert mijn kaart van 30-5 ontving ik een kaart van Vina van n-5 en een van grootmoederke van 25-5. Wat ben ik nieuwsgierig om u. en Frank en Vina terug te zien! Wat moet ge veranderd zijn! Het doet mij toch plezier te horen van moeder. dat gij even braaf gebleven zijt en altijd uw best doet. Na mijn thuiskomst, zullen we sparen voor een nieuwe piano. Ik kus u, en Frank en Vina van verre, en gij, lieve Dirk, sla uw armpjes eens ferm rond moederke en kus haar voor mij. A.S.
Je briefschrijver verkeerde meer dan ooit in de onzekerheid omtrent zijn post. Vaak komen in zijn brieven en kaarten herhalingen voor, omdat uit de berichten uit Gent blijkt, dat een deel van de correspondentie de bestemmeling in Gent niet bereikt.
10-06-19/8, kaart
Jeanne, Uw brief van 28 mei, gericht aan de Duitse Overheid om navraag te doen over de zending sigaren en tabak, is mij heden besteld geworden. Zoals ik u reeds schreef, is de zending sigaren en tabak van 18 maart mij hier op 14 mei afgegeven. De zending is in volstrekt goede staat aangekomen. Beste groeten. Alfons Sevens.
Het briefpapier van het kamp Havelberg is uitgeput. Sevens schrijft nu op breed A4 papier zonder gedrukt briefhoofd. De censuurstempel is die van Havelberg, In het kamp is er inkt. Sedert een tijdje gebruikt Sevens opnieuw pen en inkt in plaats van potlood. Hij schrijft ook de datum voluit. Op de volgende envelop staat een eerste stempel met datum 23-6, de censuurstempel van Havelberg is van 8-7-18, een tweede stempel van de "Postüberwachungstelle" van 30-7-18. De brief is dus vijf weken onderweg geweest. 22-06-/918,
22
brie!
Allerliefste Jeanne, Ik heb ontvangen een kaart van u van 1-6, van Madeleine van 3-6, van Margor van 6-6, van u van 10-6 met uw laatste portret. Gezien uw voetstappen bij de Gentse Censuur, heb ik het handschrift Uir her Oog, uit her Hart afgegeven met verzoek het rechtstreeks naar de Gentse Censuur te zenden. Ik heb er een brief bijgevoegd, vragende het handschrift, zo het niet aanvaard wordt, aan u te overhandigen, en zeggende, dat ik bereid ben, indien zij sommige veranderingen mochten eisen, te onderzoeken of ze met de geest van 't werk overeenstemmen. Veronderstel dat het handschrift in Gent geraakt en de uitgave toegestaan wordt, dan zendt ge het handschrift naar Bouchery, er bij voegende dat mijn vroegere toezeggingen vervallen zijn. Ziehier de nieuwe voorwaarden. Bouchery mag een volksuitgave drukken, maar de prijs moet zodanig gesteld worden, dat ik 25 cetiem per exemplaar hebbe, dus ongeveer 50 centiemen [per boek]; ofwel een gewone uitgave aan 1 fr. In geval van volksuitgave zal Bouchery te Antwerpen handelen met een volksboekhandel, doch in Gent moet gij algemeen depositair blijven. Gij kunt overeenkomsten maken met Degraeve, en met de verkoper van Vooruit. Verschijnt het werkje, ik reken vast op 10.000 exemplaren in een paar maanden. Zelfs voor een volksuitgave, moeten alle exemplaren genummerd en getekend zijn. Geen vertaling of overdruk in gazetten of tijdschriften mag zonder mijn schriftelijke toestemming geschieden. In alle geval het is beter een vogel in de hand dan honderd in de lucht. Daarom heb ik in de laatste maand goed doorgewerkt. Mijn Trouwboekje voor elkeen is halfwege. Reeds heb ik geschreven: I. Inleiding. 1. Trouwen is geen kinderspel. 2. Stel niet uit ... Il. De Kennismaking. 1. Die zoekt, die vindt. 2. Gezondheid is de grootste schat. 3. Met geld koopt men
Boek en Bibliotheek - 2000
lil'.
4
de boter. 4, Soort zoekt soort. Ill, De Vrijage.T, 't Gaat goed, en natuurlijk
Ik zal het handschrift
kan de Duitse
rechtstreeks
naar Bouchery
ve, aan dezelfde
voorwaarden
uit voor vandaag
met de handelszaken.
franke kijkers, vriendelijke wetende
als hierboven,
flink en vastberaden
vent, minder luidruchtig,
Vina, pakt uw moederke waarom
trekken
jongen
ons beste moederke
in welk kistje het juweel
waarom
in uw voorhoofd,
kinders.
Och, laat in al die stormen
heeft me zeer getroffen.
Het huwelijk.
getekend,
De censuur
momming
en kwam de kaart afgeven
/1-07-19/8,
te Havelberg
kaart
Heyman,
heeft ze doorgelaten,
Liefste
Mijn ander handschrift
Nicht Jeanne,
bergzame
Villa Mona, St-Denijs-
(J
Westrem.
Georges,
Bij ontvangst
van de kaart, herkende
Ik heb gisteren
zonder
heel de dag gepeinsd
zal blijven,
villa, met haar gulle bewoners?
kaart is gericht tot Madernoiselle afzender
van mad. De Caluwe Morgen
begin
heeft u zijn portret
is. Met mij alles goed. Uw Alfons Sevens.
voor Depauw)
voor zijn moederke
voor hun vriendelijke
-, vanwege
-
met mij,
De afzender
stamnummer.
is een fictieve
De kaart is niet
Mevrouw
Heyman
de ver-
in de Steurstraat.
zo liefdevol
de Penitentenstraat
Allright
is naar Gent, Hebt gij het
van en Joseph ook. Joseph
Die kleine vent heeft ons tot hiertoe veel genoegen
De volgende
kindje, -
Het is zeer goed dat de kinders de vrije lucht hebben en zo
Ik heb er zelfs deugd
(waarschijnlijk
en vlagen
samen zullen doorbrengen.
en kus de kinderen.
maar niets van u ("). Mijn nieuw werkje vordert.
ik hoop dat het goed toegekomen Madame
Lepaon
Wat kan
Ze moet zich goed verzor-
Sedert mijn brief van 22-6 heb ik een kaart gekregen
ik aan het laatste deeltje:
kaart is geadresseerd
wat, dunne haren!
Na de storm fleurt ge weer op, mijn allerliefste
(1), - Groet de vrienden
nog niet, neem dan inlichtingen.
"soon of een medegevangene:
Ge schreit niet; en
Uw Alfons Sevens.
en een van mad. Heyrnan,
De hierop volgende
staan uw ogen zo triestig en
van uw hart zit! Maar beeld u toch niet in dat ge
van drie zulke schone
met Joseph en de vrienden,
hun hartje ophalen,
maar toch kapoenachtige
! Allons, Frank, Dirk en
kant een beetje naar onder?
gen; ik reken er voort op, dat we nog veel goede avonden
gezonden;
- Daarmee
eens ferm vast, en geeft ze een kus, dat ik hem tot hier hoor klin-
Zend uw portret aan Barends
Jeanne,
geschreven.
goed als koekebrood,
het! - Zeg eens, liefste kindje,
Uw slecht nieuws over grootmoederke
Liefste
sturen. Over de uitga-
kijkt naar die vader, die ze nooit bij haar weten omhelsd
maar een beetje uw hoofd hangen.
04-07- /918, kaart
genegenheid
J. De Vriendt,
Lepoan
Georges,
op onze lieve Dirk, die verjaart.
en troost gegeven.
En wanneer
Ik hoop dat hij steeds
kan ik eens medegaan
naar de her-
De eerste maal zal het zeker zijn om te danken
gedurende
rue de l'Esturgeon
zonder stamnummer,
mijn lange ballingschap.
Met hartelijke
- de Franse naam van de Steurstraat, maar dit keer getekend
groeten. vandaag
Georges.
Barend Barends .ras de Neder/Ol/der, die 1','1'111'1'1/.\ in Gillans publicatie let' sprake komt (Oorlogsbrieveu. aflevering 10, BiJek 1'11 Bibliolheek 2000 1'11 in Hevelberg 1111'1 Altons Sevens bevriend werd. 0,,1'1' hetn schrijft Sevens in Uil hel aOV /lil hel Hart : "De Hollande .. ik ZO/ler zoveel goeds moeten ,'all schrijven. - de kerel is zo door en door degelijk in al/es, "dal//lljll lIIellillg I/iel als objectie]. '\'1'1 als vooringenomen ZO/I0011schouwd wordcn,., De vriendschap heef: de oorlog lang overleefd. 111',2)
H,
i")
Nagelloeg all« venneldingen rail kaarten ontvangen 1'011 datnes zoals Mad. De Caluwe. Madeleine. Julietu: en: zijn in werkelijkheid antwoorden op kaarten, dil' JeOl/II" 11001' lillar //11111 stuurde 1'11 1111'1 dl' 110011/ ''0// vriendinnentekende.
Boek
('11
Bibliotheek - 2000
-
van mijn hart! Dirk, de zachte,
meer ingetogen,
toch staan er tranen in uw ogen. Wat, rimpels lelijk zijt, gij moeder
en naar Antwerpen
heb ik aan Bouchery
uw lippen langs de rechter
mij dat schelen
2. De liefde heerst.
vinden tegen de uitgave,
van mijn hart! En de kleine, poezelige,
heeft, meisje van mijn hart. En daarboven ken. Want ze verdient
geen bezwaren
- Uw laatste portret ligt voor mij: Frank, met zijn
in houding,
wat hij wil, ook een jongen
Vina, die een beetje verwonderd
De liefde ontwaakt.
Overheid
IIr, "
23
21-07-1918, kaart
Reçu votre carte du 15 ainsi que celle de Margor du 10. Tu peux m'expé-
Ma chère Jeanne, dier Ie portrait.
Maintenant
suis très heureux d'apprendre qu'elle souffre
l'un ou l'autre jour à tante Lisy. Je
que j'ai son adresse, j'écrirai
que Margor va de mieux en mieux, rnais j'ai appris avec regret
de surmenage.
Tu peux me les expédier.
Tu m'as annoncé
l'autre jour avoir reçu pour moi 50 sigares. trop à la fois ! Je r'ernbrasse,
Inutile d'en envoyer
chère Jeanne.
Georges.
28-07-1918, brief
Liefste Jeanne,
Ik heb een kaart van u gekregen
mij ook een kaart mijn deugniet Margot
wordt geschreven;
teruggekeerd gegaan,
van een Frank,
't is zeer spijtig
te Gent ook het uitgeven
mej. Heyman
Dat men het u afgegeven
geweigerd
is geworden
verschillende
tonen zingen,
gemakkelijke
taak. Op dit ogenblik
De pomp, de gordijnen,
dagen. Niet dat ik teneergeslagen
tot het einde kunnen
de stoel enz. Humor
doen luisteren,
verkopen
kan u slechts
herhalen,
loslaat, dat men de Belgische
dat het verboden
van het Belgisch
Comiteit
schrijft over het goed gedrag jongens.
meer speelziek
verheugt
koud hebben.
te sturen. Als
en meer leerzaam,
en meer zenuwachtig,
- Wat ge mij
me zeer. 't Zijn alle twee beste
heel en gans zijn moeder.
Frank is
heel en gans zijn vader. AI heeft zijn vader zulk een en aan zijn Jeanneke
tot nog toe heeft hij zich geen een van die twee belangrijke
precies
zijn dan hier. - Ik
naar het Etappengebied
dat heeft hem toch niet belet in de gevangenis
altijd de voorzienigheid
als men alle
alleen niet kan houden.
heb ik met eigen ogen de orders gelezen.
van Dirk en Frank
Dirk is meer oppassend
karakter,
is pakketten
Dat zijn:
dan ooit. Het nieuws is
Ge begrijpt,
En wil men mij te Gent niet, 't zal toch nog altijd beter in Zwitserland voorzitter
is geen
menage.
gaat echter niet alle
of ziek ben! Ik ben opgewekter
krijgsgevangenen
liedje op honderden
in de jonge
goed; de vrede nadert, en voor de vrede komt nog de vrijheid. Franse en Engelse
hier veel van weg te
Hetzelfde
schrijf ik: De meubels
de kachel,
dat
ik jaag mij zelf op, en het gaat
is een lastig karweitje.
en de mensen
't Is rap
mij, maar enfin, er is
Men spreekt
gaan, naar waar, weet ik niet. Ik zou het willen eindigen; niet. Nu, dat trouwboekje
Aan was, toch
heeft, schijnt mij te bewijzen,
(9). 't Verwondert
weeral niets aan te doen. Mijn nieuw werk slabbakt. helemaal
en mad. De Caluwe.
dat de kwaal, die zo lang weggebleven Uit hef Oog ... u is besteld geworden.
is. Zo, dat mijn handschrift
en het doet me plezier.
van 28-6 en een van 1-7. Verder zonden
zelf, kindje. Nu reeds zorgen,
Mocht ik u helpen verwarmen!
van geen ijzer en staal gemaakt.
daden beklaagd.
dat de kinderen
te geraken.
En
- Gij zijt nog
deze winter geen
Een mens zou er lust naar krijgen!
Men is
Drie jaar de armen van een vrouw missen,
in 't bij-
zonder als die armen zich zo trouw rond uw hals leggen; drie jaar de kussen van een vrouw derven,
in 't bijzonder
als die vrouw het kent om warm te zoenen,
gen dat ik zelfs de verdienste zondigen
van mijn deugd niet heb, aangezien
heb! In alle geval, een mens verstaat
wereld door om zeep gaat. De maatschappij brokkelen.
- Ik verneem
sedert maanden in Frankrijk
dat Vermeylen
lang en ze hebben
allemaal
beter?
Gij, kindje, schijnt
Uil hel Oo~
lIil
de
heeft. Naar mij schrijven in Holland,
in Engeland,
veel te doen. Voeg er nog bij, dat een menigte
zullen gelukkig
manier
van mij afgeraakt
in uw laatste kaart opnieuw
hel Hart werd na dl' oorlog. in /9/9 gepubliceerd.
Boek en Bibliotheek - 2000/11'. 4
vergeten
doet hij
Nu drie jaar is
Oog ... u slechts een paar dagen moed, vertrouwen,
(')
van
mee om haar eigen basis te ver-
zo goed in België,
mij compleet
ik geen gelegenheid dat de huwelijkstrouw
te hebben.
zijn op zulk een gemakkelijke
schijnen
helpt duchtig
u geld gezonden
niet meer. Alle flaminganten,
en andere streken,
langzamerhand,
dat is een straf ... En zeg-
te zijn.
- Is grootmoederke
teneergeslagen.
opgewektheid
nu
Heeft mijn Uit hef
bezorgd?
Ik had op meer
gerekend. 't Is op 't laatst, dat men de prijzen uitdeelt. Wat al tegenslag en nieuwe miserie ook op uw hoofd neerkomen, al barsten de tranen u misschien eens uit de ogen, voor u kijken, Met mij of zonder mij, ge hebt toch een bestaan, en ge zijt rijk aan drie knappe kinders, 33 jaar! Ge hebt nog een gans leven voor u, en indien de goede God ons weer samenbrengt, een man die de rimpels van uw voorhoofd zal wegkussen en uw doornenweg in een rozenpad zal veranderen, Kloek aan, kindje, we gaan naar 't einde! Ik kus u en de kinderen en groet de ganse familie. Alfons Sevens. Uit de hoger gepubliceerde kaart van 30 mei 1918 blijkt dat Jozef Sevens (Josephine in de briefwisseling) op 24 april een kaart naar zijn broer Alfons in Havelberg had geschreven. Het is niet met zekerheid uit te maken, of Jozef op dat ogenblik als brancardier aan het front verbleef dan wel in Gent. In de hieronder volgende kaart wordt het duidelijk, dat Jozef zich van het front naar het etappengebied Gent heeft kunnen begeven. In Sevens' kaart van 22 augustus wordt het helemaal dui( 'lijk, dat Jozef het Ijzerfront op bezoek is geweest bij vrouwen kinderen in de Steurstraat. 0/-08-/9/8,
kaart
Liefste Jeanne, Gelief mij onmiddellijk enig geld te sturen, het geraakt op. Ge\ief ook Josephine te bedanken voor haar talrijk schrijven; zo optimist als zij ben ik toch niet voor wat het einde van de oorlog betreft. Enige weken! God, kon dat waar zijn! Hoe gaat het met Margot ? Voort, beter? Morgen, 2 Oogst, is het drie jaar geleden dat ik mijn lieve kinders Frank en Dirk voor de laatste maal gezien en gekust heb. Vinatje was nog te klein om mee te komen. Ik kus u allen. A. Sevens.
/5-08-/9/8,
kaar' ('0)
Liefste Jeanne, Sedert 25-7 ben ik zonder het minste nieuws uit Gent, buiten van Josephine. 'r Zal zeker weer al op eens komen. Ik hoop toch dat er thuis geen slecht nieuws is en Margot nu gans genezen. Ter herinnering, over 14 dagen heb ik u gevraagd geld te zenden ("). Gezondheid naar geest en lijf opperbest. Ik eet naarstig, ik werk weinig voor 't ogenblik. Iets blijft altijd gelijk: mijn bezorgdheid om u en de kinders, Wanneer zal ik u eens in mijn armen voelen? Uw Alf. Sevens.
Een vurige liefdesbrief 08-/9/8,
brie!
Liefste Jeanne, Ik heb eindelijk een paar kaarten uit Gent gekregen van 22-7 en van 30-7, een portret van Livine en een nieuwe kaart van Josephine. Zo, zo, dat Josephine het goed stelt en dat zij over enige dagen de familie bezocht heeft, dat allen welvarend zijn, ook Constant en René. Zoveel te beter! Wat zij vertelt van de beste omhelzingen voor de kinderen, verwondert me niet. Doch ik geloof niet, dat we ons allen binnen enkele weken zullen terugzien, Zo optimist ben ik niet! Het portret van Livine en de kinderen is gelukt. Theo ziet er wezenlijk flink uit; Jeanneke kijkt flemend alsof ze bij haar liefste papa ware, en Noratje wordt een lief, een zeer lief meisje. Men leest echter op het aangezicht van Livine te veel de zorgen, 't Leven is natuurlijk bitter, maar we moeten het pakken zoals het komt. Uit de diepste smart wordt de hoogste vreugde geboren, en we naderen trots alles het einde. - Ik heb de uitslag van het schooljaar met verbazing en met fierheid gelezen. Frank, Dirk. Vina, alle drie de eersten van hun klas! Spijtig dat ik niet thuis was, we zouden dat
(") 5el'I'II.1'schrijf! 15-8-1917. Alles Wijsl erop dal dl' kaan niet in augustus 1917, maarwel degelijk in augustus 1918 is geschreven. De stempels I'all hel kamp l'II van dl' pOSI bewijzen hel, Gok lI'as srhrijven met inkt niet gebmikelijk in 1917, i''} lil Sevens' brieven treffen 11,' steeds hel voorzetsel 01'1'/' als aanduiding I'all hel verleden, ioals hel dialekt mak (11'1"1' in dl' plaats I'all POOl'gebruikt. Alleen waar dl' zin van dl' boodschap dreigde verloren Ie gaan. hebben we 0111'/' door 11001' vervangen. Zo ook in de Ilildmkkillg "33 jaar I Ge hebt lIog eell gans leven 1'001' 11 ". Hier stond oorspronkelijk arhter u,
Boek en Bibliotheek - 1000 nr. 4
25
zeker gevierd hebben. Nu,
't
zal voor toekomend jaar zijn. Mijn drie lieve kinderen zullen
voort hun best doen. Zij weten, dat ze hun vader geen groter vreugde kunnen verschaffen dan met goed te leren en thuis braaf te zijn. Frank, die nu al een grote vent geworden is, moet begrijpen, dat het voor zijn moeder van dag tot dag lastiger wordt om voor klederen en onderhoud te zorgen, en dat die lange afwezigheid van zijn vader zeer droevig is voor zijn moeder. Hij moet dus zien, als hij eens met Dirk of met zijn zuster aan het twisten en laweiten gaat, dat hij moeder niet te veel last aandoet. Ik geloof. dat mijn lieve Dirk dat ook reeds verstaat, en dat hij zijn moeder nu en dan eens streelt en kust in plaats van zijn vader. Ik hoop dat mijn drie kinderen nog alle avonden gedurende hun avondgebed een ogenblikje op hun vader peinzen. Als moeder hun dan zegt, dat ze van hen tevreden is, mogen ze overtuigd zijn, dat ik door moeders mond spreek. Geen avond gaat voorbij, of eer ik slaap, kijk ik lange tijd hun portretjes aan, die allemaal aan mijn hoofdeinde hangen. - Ik heb geen verder nieuws meer vernomen aangaande de kwellingen van grootrnoederke en de ziekte van Margot, en durf dus hopen, dat het met hen beiden nu beter gaat. Ten slotte, liefste kindje, heb ik nodig opnieuw een beetje met u alleen te klappen. Ik heb geen ander middel dan mijn koude pen en mijn arme woord om u te zeggen en nog te zeggen: ik heb u lief, lief, lief! 0, vroeger kon ik, nooit verzadigd, in uw trouwe. heldere ogen kijken; vroeger kon ik uw zachte wangen langzaam, langzaam strelen; vroeger kon ik uw gouden haren langs mijn vingers laten glijden; vroeger kon ik uw lippen, uw heerlijk warme lippen kussen en nog kussen; vroeger kon ik u voelen. Wanneer, kindje, wanneer? God, wat een straf! Drie jaren lang van zijn geliefde, teergeliefde vrouw gescheiden te worden! Ik steek mijn armen naar u uit, kindje: leun een ogenblik uw hoofd tegen het mijne; laat een ogenblik uw hart tegen het mijne kloppen; geef mij een ogenblik uw adem, uw ziel te genieten. Als een bedelaar kniel ik voor u, mijn liefste, mijn allerliefste kindje. Ik heb u zo nodig! Ge zijt mijn troost en mijn hoop, mijn fierheid en mijn kracht, gij, de enige vrouw, die ik, na mijn moeder, heb bemind. Maar aan alle lijden komt een einde. Eenmaal zie ik u weder, eenmaal voel ik u (jan mijn hert. Ik kus u en herkus u van verre. Kus mijn drie kinders voor mij, groet grootmoederke, Livine, Margot en de trouwe vrienden. Uw Alfons Sevens. In het Frans, waarschijnlijk om vlugger door de censuur te geraken: 26-08-1918, kaart
Jeanne, l'ai reçu votre carte du 9-8. Je suis très ému de ce que l'état de santé de mère s'aggrave. Vous faites très bien de louer une maison à la campagne, afin de procurer à mère la plus grande tranquilité possible. Je suis convaincu que mère sera éntourée des soins les plus affectueux et qu'enfin les enfants ne l'ennuyeront plus continuellement. J'espère recevoir bient6t de meilleures nouvelles. Salutations cordiales à mère et à la familie. Je vous embrasse. Alfons Sevens.
Drie dagen later is een volgende kaart opnieuw in het Frans opgesteld, geadresseerd aan Mad. Jeanne Beaufays, de meisjesnaam van Jeanne, rue de l'Esturgeon 10, het huis van grootmoederke. Als afzender fungeert een zekere François, van wie de familienaam onleesbaar is geworden. De kaart is in potlood geschreven, voor het eerst sedert ettelijke brieven en kaarten, alle in inkt. Afgezien van een latere brief van 22 september, gebruikt Sevens pen en inkt voor alle verdere correspondentie uit Havelberg. De Franse teksten gingen niet vlugger door de verschillende diensten. Op de kaart van 29 augustus is een eerste stempel van Havelberg van 18-9, een tweede, van de Postüberwachungsstelle,
26
Boek en Bibliotheek - 2000
111'.
4
van 3-10-18.
29-08-1918, kaart
Chère Jeanne, J'ai reçu des cartes du 1-8 et deux du 9-8, ainsi qu'une carte de Livine et de Theo. Joseph a appris avec grand plaisir Ie succès de Ia petite Jeanne et de Nora. Pour ce qui regarde Theo, iIdoit faire mieux. II sait quand il veut. Je reçois du tabac de Suisse et de France. Mais envoyez toujours les 50 sigares. L'argent demandé n'est pas encore arrivé. J'attends avec impatience de meiIleures nou veIles quant à Ia santé de mère et de Margot. Un gros baiser. François. De kaart van 3 september draagt dezelfde stempels als de voor-
Jaar 1918" 16 Maart. - T.llrijkc I:ldlól'n v ·rJ~ic", Havelh
23 November . .-.:.Naar 24 November.'
~
Terug
gaande, en kwam dus ook pas aan begin oktober. De kaart bevat een positieve beoordeling over het kamp van Havelberg . 03-09-1918, kaart Liefste Jeanne, Ik heb uw kaart van 25 aug. ontvangen. Ik heb het artikel in kwestie niet gelezen, doch het lijkt mij dat gij bekommerd loopt om mijn gezondheid. Daar bestaat geen reden voor. Mijn gezondheid is uitmuntend. Wat het kamp van HaveIberg betreft, sedert ik in barak 1 verblijf, vraag ik in gener wijze elders overgebracht te worden, zelfs niet in CeIle-Schloss. Ik
LC:.J\'cn.
in Gent om h~1I eH
'f.
nachts.
'
Alfons Sevens noteert de data van de laatste maanden Ie Havelberg in Zij ell Wij. Sprokkelillgell ...
Boek en Bibliotheek
- 2000
hoop dat ge nu gerustgesteld zult zijn en kus u en de kinderen. Hartelijke groeten aan de familie. Alfons Sevens. (Laatste aflevering in
lil', "
OIIS
volgend nummer)
17
l .
{
Oorlogsbrieven
van Alfons Sevens
1915-1918
Dertiende en laatste aflevering, opgetekend door zijn kleindochter Nicole Yerschoore
We naderen met grote schreden het einde De zomerbrieven uit Havelberg lieten een veranderde atmosfeer doorschemeren. Van 1 september tot Sevens' vrijlating uit het kamp van Havelberg op 18 november 1918, zijn er nog drie brieven en enkele kaarten. Alfons Sevens is voorzitter van een comité dat hulp verleent aan de Vlamingen in het kamp. Ook is het mogelijk geworden, zoals vermeld in zijn brief van 8 september, per maand twee brieven naar huis te sturen. Het is niet duidelijk sedert wanneer dit toegelaten was. Van mei ijn twee brieven bewaard, van juni, juli en augustus niet. Ook hebben Constant en Jozef hun broer elk een pak gezonden, en Sevens kan dit vrijuit schrijven. Voor de broers is de oorlog voorbij. Jozef is thuis, Constant in Engeland bij zijn vrouw en dochter. In de kaart van 19 september houdt Sevens zich nochtans veilgheidshalve aan de gebruikelijke vermomming: "Josephine" voor "Jozef" en "haar man" voor "zijn vrouw". Dat de briefschrijver zijn vrouw Jeanne nog steeds uitvoerig over roken en eten inlicht, gebeurt in de eerste plaats om haar gerust te stellen. Hij weet, dat zijn vrouw het te Gent nu veel moeilijker heeft dan hij, in het Duitse kamp. 05-09-1918, kaart
Liefste Jeanne, Zoals ik u reeds schreef, moogt ge aangaande mijn gezondheid heel gerust zijn. Gedurende de laatste maanden ben ik zeer goed. Ge weet ten andere dat ik veel gewerkt heb. Na uw kaart van 25-7 heb ik nog verschillende andere kaarten - ook van mijn lievelingen Frank en Dirk - ontvangen, alsook uw mandaat van 100 M. Daarmee kan ik gans de winter voort. Onnodig tabak of sigaren te Gent te kopen. Ik krijg rookgerief in overvloed uit Frankrijk. Frank mag niet treuren voor die tegenslag in 't conservatorium. Houd uw hoofd omhoog, kindje. Alles goed. Uw Alf. Sevens.
08-09-1918, brief
Liefste Jeanne, Sedert mijn laatste kaart heb ik slechts een pak gazetten ontvangen. Het nummer van Het Vlaamse Nieuws van 25-8 hebt ge vergeten te sturen. Het verwondert mij dat mijn twee brieven van juli u de 27 oogst nog niet toegekomen waren. Ge weet, liefste Jeanne, dat ik mijn twee maandelijkse brieven altijd naar u zend, en als ik per uitzondering eens een brief elders moet sturen, u op voorhand verwittig. Het is mijn grootste plezier in mijn ballingschap u alle maanden twee maal een beetje langer over alles wat ons dierbaar is, te kunnen onderhouden. Zoals ik u schreef, is mijn gezondheid in de laatste tijden zeer goed geworden. Sedert ik voorzitter ben van het Belgisch Hulpcomiteit ben ik verplicht een beetje meer in 't kamp rond te lopen. Dat geeft me wel werk, ook al eens hoofdbreking, maar het is toch een afleiding. Ik kook nu samen met een Westvlaming, die over een drietal maanden in onze kamer komen wonen is, en we maken vette keuken. Mijn buik begint langzamerhand terug te keren! In de laatste veertien dagen kreeg ik van mijn broeders drie grote pakken eetwaren. Daarenboven 1 posteolis met een honderdtal sigaretten, 500 gr. tabak en een pijp. Dat ge moest weten, hoe weinig zulk een pak rookgerief ginder kost, zoudt ge begrijpen, waarom ik niet verlang dat ge tabak of sigaren uit Gent zendt. Deze middag b.v. eten we een dikke erwtensoep met de velletjes van 't spek en bouilloncuben gekookt. Als dessert rijsttaart vervaardigd met gesuikerde melk en bestreken met confiture. Natuurlijk een tas allerbest koffie - geen zweem van ersatz, maar pas gemalen -, een ferme klomp suiker en een lekkere pijp Algeriaanse tabak. Zeg, kindje, loopt ge nu nog bekommerd om mij!
I /6
Boek en Bibliotheek - 2001/1/". 2
II' I
Hoe dikwijls heb ik gedroomd dat al mijn bussen melk en al mijn pakken chocolade van hier naar Gent in de Steurstraat 7 vlogen! Slaap maar op uw twee oren. Ge krijgt uw man gezond terug. En, al zijn zijn haren beginnen grijs te worden, aan levenslust en arbeidslust ontbreekt het hem niet, en nooit zal hij lang genoeg leven om al de plannen ten uitvoer te brengen, waarmee hij in zijn kop loopt. En nu een antwoord aan Frank. Die tegenslag in het muziekconservatorium is geen erge zaak; dat kan aan elkeen gebeuren. De muziek is niet het bijzonderste en van zijn leren op school ben ik zeer tevreden. Alleen zou ik wensen dat hij zijn geschrift beter verzorgde. Hij is te zenuwachtig. De een g is veel langer dan de andere. Hij moet trager arbeiden. Ik weet wel, dat ik ook een slecht geschrift heb; maar Frank is jonger en 't is nu dat hij de plooi moet nemen. Dirk zijn hand is vaster, regelmatiger. Hij volgt beter de lijntjes. Dat is eenvoudig omdat hij beter oplet en minder haastig is. Ik hoop dat de twee jongens daar op den buiten bij grootmoeder braaf geweest zijn. - Na uw kaart van 19 oogst schrijft ge mij niet meer over de ontsteking van uw rechter oog. Mag ik hopen, dat het daarmee gauw over geweest is ? Ik verneem dat Margot beter geworden is; ik reken er op, dat ze voorzichtig is. De oorlog duurt niet lang meer, en 'k zou ze gaarne in bloeiende gezondheid terugzien. 't Gaat dan nog zo goed om haar een beetje te plagen. Ik hoop insgelijks dat de buitenlucht en de rust grootmoederke heel en al zal herplaasteren. 't Is lang dat ik geen nieuws meer vernomen heb van oom Jan, en Miel en de andere goede vrienden. Hoe stellen zij het nog? Doe hun mijn beste groeten, ook aan Joseph. In 't kort zitten we weer al te zamen in 't Vlaams Huis te Gent. Voort goede moed, liefste Jeanne, dat is en moet altijd het eerste en laatste woord zijn. We naderen met grote schreden het einde. Ik kus mijn lieve kinders en mijn allerliefste kindje, en Joseph doet van zijn kant hetzelfde. Alfons Sevens. 19-09-1918, kaart
Liefste Jeanne, Uw kaart van 1 september gekregen, alsook een kaart van Josephine, die naar ik zie, nog altijd even optimist is, nog altijd even verliefd op haar man en verzot op de kinderen. - Is het nu wezenlijk beter met grootmoederke en met Margot? Uw schrijven maakt me ongerust. - Zeker denk ik dat het einde nadert. In alle geval blijven we standvastig betrouwevol en moedig tot het einde, nietwaar? Met mij goed. Ik zend u een nieuw portret. Dat zal u wel gans gerust stellen. Beste groeten aan familie en vrienden en een kus voor u en de kinderen. Alf. Sevens.
De volgende brief, op klein briefpapier, telt slechts vier kantjes, en is getekend Uw Louis. Op de envelop staat als afzender vermeld Louis Lep/at en de brief is verstuurd naar Madame De Cal uwe, Mageleinstraat 19. 22-09-1918, brief
Jeanneke, Ik ben tevreden u weer eens een woordje te kunnen schrijven. Ik heb met grote vreugde in uw kaart van 16 augustus gelezen dat al mijn broeders het zeer goed stellen, allen gezond en opgewekt zijn. Dat doet deugd. Mag ik nu eindelijk ook gerust zijn over moeder? Als het weer in Gent zo onstandvastig en nat is lijk hier, is het spijtig voor Marguerite, toch hoop ik dat ze er weer doorgeschart is. En hoe gaat het zoal met de oude vrienden, met oom Jan, met Emiel, met Gustaaf, met Henri, met Hector? Kan er geen een van die mannen mij eens een woordje laten geworden? Een vriendengroet doet altijd goed. Ik peins hier veel op onze kleine mannen. 'k Ben ongelooflijk benieuwd om eens onze kleine Vina in levende lijve voor mij te zien staan of beter, aan mijn hals te voelen. Want zij is mij veel kussen schuldig. Nu moet ik mij tevreden stellen met naar haar portretje te kijken. Dat moet al een flinke meid zijn geworden! Al zijn de twee anderen te groot geworden om nog op mijn knieën te klauteren, we zullen al te zamen, zoals in de goede tijd, nog veel aangename uur-
Boek en Bibliotheek - 2001/11'. 2
17
tjes hebben! En dan al te zamen optrekken naar de buiten. En dan 's avonds met ons vijven zo goed bijeen in ons keukentje. Nietwaar, kerels, dat zal plezierig zijn? En lang duren zal de oorlog zeker niet meer. Welhaast keer ik terug en dan is alle verdriet algauw vergeten. Nu, Jeanneke, op mij moet ge niet denken. Alles is goed. Weldra krijgt ge een nieuw portret. Ik heb daarop reeds mijn dikke winterkleren aan, vervaardigd uit bruine soldatenkleren. Ge ziet dat we hier van alles krijgen. Houd er maar goed de moed in, denk dat na regen zonneschijn komt. Moet ik u zeggen dat ik bezig ben met een hele hoop kussen te sparen en te vergaren? Er zijn er veel bij voor de kinders, maar er zijn er ook een karrevracht voor mijn allerliefste Jeanneke. En ik reken (') van u hetzelfde. Uw Louis totterdood.
Arrendissernent
..
__
...:~-..
_.._
_
. ._:......-_:_:.. .. ,__ .._:_ '.:.
_
_
···..··..··
.. .
.
: ._..,.=--- __,__:__ ...-__~.
...J
In vorige afleveringen hebben we reeds gewezen op de manier waarop zowel Jeanne als Alfons Sevens onderfictieve namen met elkaar correspondeerden, om op die manier meer dan de toegelaten kaarten Ie kunnen sturen. Bovenslaand voorbeeld beval Iegelijk een lyrische boodschap: totterdood.
02-10-1918,
Liefste Jeanne, Ik heb de eerste kaart van onze kleine Livina gekregen, de kaart van mad. Heyman van 6-gen uw kaart van 16-9. Goede kaarten. Beter nieuws van grootmoederke en Margot en allerbest nieuws van u. Zo is 't helemaal in de haak. Ge zijt het voort gans met mij eens; ge denkt en ge voelt als ik. En ge zijt vol hoop! Nu, we naderen het einde met reuzenschreden. Wat zal er al gebeurd zijn eer ge mijn kaart krijgt! Zeker, de vrede hangt in de lucht. Het is : tot weldra! Ik kus u en de kinders. Alfons Sevens.
kaart
De stempel van Havelberg is van 8-10 en die van Gent van 21 november! Sevens bereikte Gent en de Steurstraat enkele dagen later, op 24 november, als de kinderen al in bed waren. Begin oktober krijgt Sevens de toelating, voor een boodschap het kamp te verlaten. In de "vrije wereld" kijkt hij zonder animositeit - in tegendeel - naar de mensen die op het land werken. Het is alsof de briefschrijver over niets anders meer kan schijven dan over hoop, moed, en weldra: geluk. 07-10-1918,
(')
/8
Liefste Jeanne, Het was vandaag een heerlijke najaarsdag; en daar ik als voorzitter van het Belgisch Comiteit nu en dan voor het toezicht en nazicht naar de statie of de post meetrek, heb ik deze morgen een wandelingske naar het nabij gelegen steedje gemaakt en van het
brief
Lees: ik verwacht von
/I.
Boek en Bibliotheek - 2001 nr. 2
zonnige najaarsweder genoten. De mensen zaten tussen de vuile, roestige groezen aardappel naarstig te arbeiden en de rottende bladeren van de kastanjebomen kregen van de zon hun bronzen weerschijn, de laatste glans voor de dood. AI keert en draait de wereld zich in schrikkelijke, vreselijke wentelingen, de eeuwige, kalme, zelfde weg der natuur leert ons met de nodige kalmte al het menselijk gedoe betrachten. Een beetje kalmte in die onrustige dagen komt goed te pas. En uw dagen, liefste Jeanne, met als orkestbegeleiding de razende kanonnendonder over Vlaanderen, zullen nog wel wat onrustiger zijn dan de mijne! Nu ge weet dat na de hevigste bliksemschicht en de zwaarste donderslag 't onweer aan 't afdrijven is. Zo is de oorlog zeker aan 't afdrijven. De vrede is zeker in aantocht. Zal de brief u nog bereiken? Zal tegen die tijd de kanonnendonder definitief zwijgen? Zal Gent van het grote oorlogswee gespaard blijven? Zoveel vragen, zoveel onzekerheden, zoveelongerustheden ! En is het niet het zwaarste van mijn straf, dat ik op dit ogenblik niet bij u kan zijn, niet bij mijn kinders? Maar ik weet, dat ge moedig zijt, en dat die drie jaren van onzeglijk lijden en weedom uw ziel gesterkt en gestaald hebben. Op het einde van de lijdensweg aangekomen, zal, wat er nog moge gebeuren, uw moed onder geen enkele macht bezwijken. Doch, is het nog wel nodig mij door al die gedachten te laten kwellen? Deze nacht, morgen, overmorgen of dan toch in de eerste dagen en weken neemt het bloedvergieten eindelijk een einde. Dan kan de terugkomst niet lang meer verschoven worden. Herstel van België betekent eerst en vooral teruggave aan hun land van deze mannen, die tegen de uiteenspatting, de verbrokkeling, de vernietiging gearbeid hebben. In alle geval, keer ik terug of niet, deze winter reeds zal de honger naar ziel en lichaam van ons volk gelenigd worden. Naast meer voedsel voor hun lichaam, zal de zekerheid van het vrije, onafhankelijke vaderland de harten en de geesten opwekken. Welhaast zal de vreugdige arbeid in onze gewesten weer zijn intrede doen, en de lusteloosheid, die als een vuile, smerige mist over onze bevolking hangt, zal optrekken en plaats maken voor gezond zelfbetrouwen. 0 hoe verlang ik mijn hart uit, om terug te midden van de arbeid te staan! Te leven in mijn streek, omgeven met Vlaamse lucht, ornruist met Vlaamse klanken. Te drukken trouwe vriendenhanden ! Te spreken en te joelen, te kijken en na te speuren mijn eigen kinders! Te voelen dicht bij mij u, mijn liefste Jeanne, en samen te denken, te dromen, te genieten. Het nadert, kindje, het nadert. Zeg dat grootmoederke zich kloek houdt, dat Margot haar best doet om goed te genezen, dat Livine haar armen wijd open houdt voor Joseph, die misschien, ja, die waarschijnlijk nog eer zal thuis zijn dan ik. Voor ons allen nadert 't geluk! Ik kus u en de kinders. Alfons Sevens. Dit is de laatste bewaarde brief. Alfons Sevens verliet het kamp en Havelberg op 18 november. Hij stond voor zijn huis in de Steurstraat (') op 24 november om 10 u 30 's avonds. Elk jaar werd de datum van zijn behouden thuiskomst in de huiskring feestelijk herdacht.
24 november 1918 Van Alfons Sevens zelf kregen de kleinkinderen die hem ondervroegen geen verhaal over zijn thuiskomst te horen. Onze grootmoeder Jeanne vertelde meer. Zij had de deur achter zich dicht getrokken en stond op het punt de straat over te steken, naar het huis van Grootmoederke en Margot. Zij ging er altijd heen van zodra de kinderen in bed waren. Om huiswerken te verbeteren bij haar zus en haar moeder. Zo werd thuis verwarming en licht gespaard.
(2)
NII Penitentenstraat. aan Siut-Jakobs. met la, bewoond door Grootmoeder
eII
Beide huizen, het voormalige ,.lIS Margot, bestaan heden
Boek en Bibliotheek - 2001
IIr.
lil/lil/lier
7, bewoond door het gezin
1'1111
Alfons Sevens, en het voormalige
1111111-
lIog.
2
19
Mijn moeder
Livina Verschoore
was niet in de Steurstraat.
- Sevens,
Ze verbleef
de kleine Vina van de briefwisseling,
met haar grootmoeder
bij vrienden
herinnert
in Heusden.
zich een andere thuiskomst.
Vader ging haar de volgende
Zij morgen
opzoeken. "Ik herkende
hem meteen
van de portretten
het schijnt zegde ik bij elk nieuw portret:
die hij had gestuurd
en die Moeder
"'k Heb weer een nieuw Vake",
bijna dagelijks
in ons leven betrok.
en toen hij er eindelijk
Naar
was wierp ik mij meteen
in zijn armen, hem Vake noemend". Het dochtertje
dat hij als wiegekind
had verlaten,
~fc.I.,(,
(J
Ac . ?
, :'i)~~L<..--f~ ; !J~, •.t '1"<
.1
~)-",''"!.
was vier jaar en twee maand bij zijn terugkeer.
.L
d'--~_'" Ct:/I'.~./ A :w.-I\':.:
~.-t'''___...... "f
'~/
•
C'1f.'~' ..t,k ~ .A,!; <.A•••• '-.~'4.". , }1 r ~/X....:..• cf. { •••... V7~,
1
..,..v"-nd
J1' J ti
(.:? ,"'-4'-'1.1)
..V:-"-I I:~ k ..•.••.. .{. :1~.. Ct.-. u......-..-"1.- /I".../...I----~u.I.~ :z (,
~
..•........ .v..........•.."( P~l~f..~,,~Hn..4..Á_ IJ>'
c.k E
p~
:J>~~, ••..•~h,
"~·(-:""'.Y'"-,.l,,
y" ..(I, W~o-.J.•...c~""Ir.lj
7(~1.-il'6.""~
';~(f:':I./f.t ~,_.... ~~lr~
/
t
.3
..';lv4---L..Z J/~~
j?r/'-0,:::pI~,,:::_:~
---NIEUWE
Op JO december 1918, geen drie weken na Sevens' thuiskomst, heeft Vermeylen te Brussel al acht abonnementen op Sevens' blad DE WITTE KAPROEN geronseld. Benevens de sympathie van de intekenaars bewijst dit schrijven dat Alfons Sevens onmiddellijk aan het werk was gegaan en August Yermeylen hierover geschreven had. De eerste twee abonnees zijn Fernand Toussaint en Alfred Hegenscheidt.
PUBLICATIES
Kennismaking met de computer (61 blz.. 750 BEF,exc/. verzending) rijpt u wat er in een advertentie voor computers staat? Overweegt u de aankoop van een computer maar durft u de niet te zetten omdat dat ding zo hulpeloos ingewikkeld lijkt? Of bent u reeds gebruiker en heeft u behoefte aan wat basisinformatie? Dan is deze publicatie zeker iets voor u. Zij kan uw computervragen beantwoorden en uw problemen oplossen. In de publicatie komen items aan bod als de geschiedenis van de computer, de hard- en software, de muis, het toetsenbord, Windows, enz. Het is een hulpmiddel voor al wie zich beter wil oriënteren binnen het veelkleurige computerlandschap.
/ SLoP
Emotionele Intelligentie. Het voelende brein van de mens! (63 blz.. 750 BEF,exc/. verzending) Om in het leven te staan is er meer nodig dan alleen verstandelijke intelligentie ook een dosis emotionele intelligentie is van essentieel belang. 'Emotionele intelligentie' is een relatief nieuw begrip dat in de lage landen werd geïntroduceerd met het gelijknamige boek van Daniel Goleman. Hij beweert dat naast ons verstand onze emoties een doorslaggevende impact hebben op ons succes op het werk, in onze relaties en voor ons lichamelijk welbevinden. Deze publicatie wil eenieder inwijden in de boeiende wereld van het emotionele brein. Te verkrijgen bij: Dienstenassociatie Lidas - Vrijdagmarkt 25, 9000 Gent Tel. en fax: 09/233.03.83 E-mail:
[email protected]
Boek en Bibliotheek - 2001 nr. 2