CO2-managementplan 20152318-R042070-IH-A
Projectonderdeel / -fase
Niveau 3 CO2 Prestatieladder
DOCUMENT OPGESTELD IN OPDRACHT VAN BMNED en GSNED Postbus 326 4530 AH Terneuzen Nederland Referentie opdrachtgever: -
Op deze rapportage zijn de laatste versie van de DNR en de laatste versie van de algemene voorwaarden van de VOTB van toepassing. Beiden zijn te downloaden via onze website en kunnen desgewenst vrij van kosten aan u worden toegezonden. Het eigendom inzake de informatie en kennis vervat in dit rapport berust bij BMNED en GSNED. Het is dan ook niet toegestaan deze informatie en kennis aan derden ter beschikking te stellen en/of op andere wijze toe te passen dan waaraan in de overeenkomst toestemming wordt verleend.
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
Colofon DOCUMENTGEGEVENS Documentnummer Revisie Status
20152318-R042070-IH A DEFINITIEF
Datum
19 maart 2016
EINDVERANTWOORDELIJKE M.J.J. (Michael) de Nijs
.................................
DOCUMENT OPGESTELD DOOR D. (Dannitza) van den Berge
.................................
M.E.C. (Marlies) de Nijs
.................................
M.P. (Margriet) de Jong
.................................
COLLEGIALE TOETS DOOR G.J.J. (Gilliam) de Nijs
.................................
DOCUMENT VRIJGEGEVEN DOOR M.J.J. (Michael) de Nijs
.................................
REV.
DATUM
OMSCHRIJVING
A
19 maart 2016
Eerste uitgave
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
Inhoudsopgave 1
INLEIDING
4
2
REDUCTIEDOELSTELLING 2014 TOT EN MET 2022 BMNED/GSNED
5
3
BELEIDSVERKLARING
6
3.1 3.2 3.3
BELEID CO2-PRESTATIELADDER NIVEAU 3 CO2-BELEIDSPLAN DIRECTIE BELEID T.O.V. BUDGETTERING VOOR CO2-PRESTATIELADDER
6 6 7
4
STUURCYCLUS
8
5
ENERGIE MEETPLAN
9
5.1 5.2 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 8
PLANNING MEETMOMENTEN MEETMOMENTEN SCOPE 1 & 2 SMART SPECIFIEK MEETBAAR ACCEPTABEL REALISTISCH TIJDGEBONDEN OPBOUW REDUCTIE MACHINEPARK TRANSPORTEN MOBILITEIT KRANEN EN MACHINES MOBILITEIT BEDRIJFSAUTO’S HUISVESTING KANTOORPAPIER ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN
9 9 1 1 1 1 1 2 3 3 3 3 3 4 4 5
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
1 Inleiding Dit handboek CO2-prestatieladder is een aanvulling op het kwaliteitshandboek van Bouwen Managementservice Nederland bv en GSNED bv, hierna te noemen BMNED/GSNED. Het doel van dit handboek is om inzicht te verkrijgen in de CO2-uitstoot van BMNED/GSNED. De doelstelling die BMNED/GSNED zich op lange termijn heeft gesteld is te certificeren voor de CO2-prestatieladder op niveau 3. Het beheer van het handboek CO2-prestatieladder valt onder de verantwoording van de afdeling KAM van BMNED/GSNED en wordt jaarlijks op effectiviteit geëvalueerd en indien nodig aangepast. Het tot stand komen van de CO2-uitstoot vindt plaats binnen de webapplicatie www.milieubarometer.nl. Op deze webapplicatie worden de verzamelde gegevens ingevuld voor de berekening van de CO2-uitstoot. Het documentatiebeheer behorende bij de aangeleverde energiegegevens worden verzameld door een afgevaardigde van de afdeling KAM. Hierbij valt te denken aan: Meterstanden; Personeelsaanname; Berekeningen / schattingen; Brandstofverbruik.
CO2 Managementplan | 2.C.2 & 3.B.2
4
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
2 Reductiedoelstelling 2014 tot en met 2022 BMNED/GSNED De directie van BMNED/GSNED heeft zich ten doel gesteld om haar energieverbruik of CO2-uitstoot te reduceren. De reductie van de CO2-uitstoot van BMNED/GSNED moet leiden tot 10% in 2022 ten opzichte van 2014. Voor wat betreft de doelstelling en de voortgang in de reductie zullen wij de CO2 uitstoot relateren aan de omzet. Immers, door een relatieve CO2 uitstoot te hanteren, zoals tonnen CO2 / euro’s omzet, kan worden voorkomen dat wij geen reductie weten te realiseren, terwijl er wel voldoende maatregelen worden genomen, omdat het bedrijf bijvoorbeeld hard groeit (en daardoor o.a. meer brandstof verbruikt). De energie reductiemaatregelen richten zich voornamelijk op het machine- en wagenpark, maar ook op huisvesting en kantoorpapier voor BMNED/GSNED. Daarvoor heeft BMNED/GSNED zichzelf verschillende doelstellingen opgelegd. Zoals beschreven in de inleiding van het emissie inventaris rapport zijn er in 2014 significante verschillen t.o.v. het jaar 2013. Om die reden zal het jaar 2014 als referentiejaar cq. leidraad worden gebruikt. Alle personeelsleden zullen een meeting hierover volgen. De directie heeft de footprint van BMNED/GSNED op haar websites (www.bmned.com en www.gsned.com) geplaatst onder MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen).
CO2 Managementplan | 2.C.2 & 3.B.2
5
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
3 Beleidsverklaring 3.1
Beleid CO2-Prestatieladder niveau 3
De directie van BMNED/GSNED verklaart hierbij dat Duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is geïntegreerd in haar beleid. Het beleid ten aanzien van de CO2-Prestatieladder niveau 3 ziet er als volgt uit:
De werkzaamheden zodanig uit te voeren dat het grondstoffen- en energieverbruik geminimaliseerd wordt, er geen ongecontroleerde emissie van milieugevaarlijke stoffen plaatsvindt; Het klimaatbewust produceren, d.w.z. het terugdringen van het energieverbruik, dan wel gebruik maken van alternatieve energiebronnen/groene stroom met als uiteindelijk doel het verminderen van de CO2-uitstoot; Te vermijden dat hout gebruikt wordt uit bosgebieden waar traditionele- of burgerrechten geschonden worden, bosgebieden waar hoge natuurbeschermingswaarden bedreigd worden door beheersactiviteiten, hout uit bossen waar genetisch gemodificeerde bomen geplant zijn, hout dat illegaal geoogst is of hout geoogst in gebieden die omgevormd worden van natuurlijk bos tot plantages of niet-bosfuncties.
Om dit te bereiken heeft de directie zich de onderstaande doelen opgelegd:
3.2
Opzetten en in stand houden van een gecertificeerd KAM-systeem dat voldoet aan de volgende eisen: o NEN-EN-ISO 9001 o VCA** 2008 o WSCS-OCE versie 2012 nummer 1 CO2-Prestatieladder; Stimuleren van CO2-bewust denken en -handelen bij medewerkers door middel van voorlichting en training en het geven van mogelijkheden om afwijkingen en verbeteringen te melden; Het beschikbaar stellen van de juiste middelen om de werkzaamheden naar behoren uit te voeren. CO2-beleidsplan Medewerkers stimuleren om klachten en afwijkingen te melden, verbeteringen aan te dragen en hieraan follow-up en terugkoppeling te geven; Onderhouden van nauwe contacten met (potentiële) klanten en toezichthoudende instanties/overheden teneinde op de hoogte te blijven van de wettelijke- en klanteisen; Het goed voorbereiden en plannen van de activiteiten; Het meten, beoordelen en waar nodig verbeteren van vastgestelde prestatieindicatoren op gebied van KAM, incl. het periodiek uitvoeren en evalueren van interne audits en VGM-controles; Het inzichtelijk maken en houden van de CO2-Footprint van BMNED/GSNED (volgens ISO14064-1) en verkleining hiervan; Zowel intern als extern communiceren over de prestaties van BMNED/GSNED m.b.t. de CO2-Footprint.
CO2 Managementplan | 2.C.2 & 3.B.2
6
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF 3.3
Directie beleid t.o.v. budgettering voor CO2-prestatieladder
De directie van BMNED en GSNED heeft zich ten doel gesteld om voor de CO2prestatieladder een budget ter beschikking te stellen. Dit budget zal jaarlijks bijgesteld worden afhankelijk van de werkelijke kosten van het voorgaande jaar. In het referentie jaar is dit gesteld op € 7.500,=. Aan de hand van de werkelijk gemaakte kosten zal de directie dit budget voor ieder toekomend jaar bijstellen. Het is nu gesteld op € 5.000,=. Dit budget is samengesteld uit de werkelijk verbruikte uren voor het opstellen van documentatie, inventarisatie van brandstofverbruik en emissie uitstoot per project en de hierna voorgestelde initiatieven. “Nederland CO2 Neutraal” is een initiatief van CO2 Seminar, zij organiseren regelmatige bijeenkomsten waaraan door BMNED/GSNED zal worden deelgenomen. Jaarlijks zullen beleid en doelstellingen bekend worden gemaakt aan betrokken medewerkers. Het beleid en de doelstellingen zullen jaarlijks door de directie worden beoordeeld. Als directievertegenwoordiger treedt op dhr. M.J.J. (Michael) de Nijs, hierbij ondersteund door een afgevaardigde van de KAM-afdeling. Terneuzen, mei 2015,
.............................................................
.............................................................
.............................................................
Ing. G.A. (Gilliam) de Nijs Algemeen directeur Bouw- en Managementservice Nederland bv
M.E.C. (Marlies) de Nijs Financieel directeur BMNED EN GSNED
M.J.J. (Michael) de Nijs Algemeen directeur GSNED bv
CO2-REDUCTIE Footpri nt
Doelen stellen met specifiek e maatreg elen Wat zijn de reductiemogelijk heden
Reducti edoelstel ling
CO2uitstoo t Afbeelding 1: CO2-reductie
CO2 Managementplan | 2.C.2 & 3.B.2
7
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
4 Stuurcyclus Het CO2 beleid van GSNED en BMNED kent cycli van een half jaar, waarin de gegevens voor de CO2 footprint verzameld worden, er beoordeeld wordt of de emissiefactoren nog actueel zijn en of er significante veranderingen in het bedrijf zijn die een impact op de footprint hebben; en of herberekening van emissies van voorgaande jaren vanwege deze veranderingen nodig is. Ook wordt de voortgang van de CO2 reductie en behalen van de doelstelling bepaald. Vervolgens wordt beoordeeld of sturing op de doelstelling en maatregelen nodig is; in de vorm van het aanscherpen van de doelstelling wanneer deze (te) eenvoudig behaald wordt, of in de vorm van het nemen van extra maatregelen wanneer bepaalde maatregelen niet mogelijk bleken te zijn en de doelstelling niet gehaald dreigt te worden. Hierover wordt vervolgens intern en extern gecommuniceerd. Daarnaast wordt de nuttige toepassing van het sector- of keteninitiatief in de afgelopen periode wordt geëvalueerd. Hieronder weergegeven is een zogenoemde PCDA-cyclus, waarin de verschillende fasen van het CO2 reductiebeleid zijn weergegeven:
Afbeelding 2: PCDA-cyclus
CO2 Managementplan | 2.C.2 & 3.B.2
8
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
5 Energie meetplan Het Energie meetplan bevat een aantal vaste onderdelen voor het up-to-date houden van het CO2 managementsysteem. Het plan is opgezet om te zorgen dat het gehele CO2 reductiesysteem voldoet aan de eisen van ISO50001, ISO 14064-1 en dat gedurende het jaar continue verbetering plaats vindt. De CO2 verantwoordelijke heeft de documenten die betrekking hebben op het CO2 beleid in beheer. Hij/zij draagt zorg voor het juist archiveren en versiebeheer van deze documenten zodat de meest actuele versie van documenten altijd beschikbaar is en oudere versies eenvoudig achterhaald kunnen worden. Daarbij worden oudere versies van documenten minimaal 2 jaar bewaard. 5.1
Planning meetmomenten
Voor het meten van de verschillende energiestromen is een plan opgesteld. In de onderstaande tabel is te zien wanneer energiefactoren gemeten worden, door wie en waar de informatie verkregen kan worden. De wijze waarop de verbruiken worden gemeten is de meest haalbare wijze, waarbij rekening wordt gehouden met het doel waarvoor de gegevens worden verzameld en dus de mate van detail die nodig is. De persoon verantwoordelijk voor het verzamelen van de gegevens is daarom op de hoogte van de wijze waarop deze gegevens in de Emissie inventaris verwerkt worden. 5.2
Meetmomenten Scope 1 & 2
Scope 1 emissies Categorie Gasverbruik (in m3 aardgas)
Meetmoment Elk half jaar
Wie Dannitza van den Berge
Toelichting Meterstanden worden maandelijks genoteerd
Brandstofverbruik materieel en auto’s (in liters benzine, diesel & LPG)
Elk half jaar
Dannitza van den Berge
Brandstof wordt bijgehouden door Dannitza
Meetmoment Elk half jaar
Wie Dannitza van den Berge
Toelichting Meterstanden worden maandelijks genoteerd
Scope 2 emissies Categorie Elektriciteitsverbruik (in kWh)
CO2 Managementplan | 2.C.2 & 3.B.2
9
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
6 SMART De reductiedoelstellingen van de CO2-prestatieladder wordt door BMNED en GSNED ”SMART“ gesteld. Dit wil zeggen: Specifiek: De doelstelling is eenduidig; Meetbaar: Het doel wordt bereikt onder meetbare en/of observeerbare voorwaarden; Acceptabel: De doelstelling is acceptabel voor de doelgroep en/of management; Realistisch: Het doel is haalbaar; Tijdgebonden: Het doel wordt op tijd bereikt. 6.1
Specifiek
Specifiek: De doelstelling is eenduidig BMNED/GSNED willen in het jaar 2022 een reductie bereiken van 10% ten opzichte van 2014. Dit doel wil BMNED/GSNED bereiken doordat alle medewerkers energie besparen en hier ook bewust mee blijven omgaan. Alle medewerkers zullen verplicht een toolbox volgen om deze doelstelling te realiseren. De doelstelling zal bij de medewerkers in de 2-jaarlijkse toolbox extra aandacht krijgen, waarbij ook de behaalde resultaten worden beschouwd. 6.2
Meetbaar
Meetbaar: Het doel wordt bereikt onder meetbare en/of observeerbare voorwaarden Allereerst worden alle gegevens van voorgaande jaren verzameld om tot een footprint te komen. Op deze footprint staan alle gegevens die betrekking hebben op de CO 2-uitstoot van de voorgaande jaren. Het meten van de mobiliteit van kranen en auto’s geschiedt door opname van het brandstofverbruik, voor de huisvesting worden de meterstanden bijgehouden. Kantoorpapier wordt inzichtelijk gemaakt door maandelijks het papier verbruik te meten. 6.3
Acceptabel
Acceptabel: De doelstelling is acceptabel voor de doelgroep en/of management De nieuwe aanbestedingswet die per 1 april 2013 in werking is getreden draagt mede tot deze CO2-certificering. De betrokkenheid van alle medewerkers is gewaarborgd via een 2x per jaar te houden toolbox en de BMNED/GSNED nieuwsbrief. De organisatie heeft zich ten doel gesteld om de reductie mede door de medewerkers te realiseren. 6.4
Realistisch
Realistisch: Het doel is haalbaar Op de footprint is te zien dat mobiele werktuigen het hoogste percentage heeft. Hierin valt dus het meeste terug te verdienen. In de toekomst zal BMNED/GSNED de onderzoeken per project uit gaan voeren.
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
6.5
Tijdgebonden
Tijdgebonden: Het doel wordt op tijd bereikt Het startsein is gegeven op 01-07-2014. Het doel is bereikt als de score op 10% reductie staat in 2022 door gemiddeld 1 á 2 % per jaar te reduceren.
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
7 Opbouw reductie 7.1
Machinepark
Het bewust omgaan met de besparingsdoelstellingen voor BMNED en GSNED. Door het gedrag van medewerkers kan een besparing worden gerealiseerd. Door het bewust omgaan met machines met name het “slimmer draaien” scoren we 1 à 2%. Voor wat betreft de werkvoorbereiding moet het gedrag veranderen door milieubewust in te kopen en te plannen. Invoeren milieubarometer 1%. Hiermee verwacht BMNED/GSNED in 2022 een reductie van 2% te bewerkstelligen. 7.2
Transporten
Het zo effectief mogelijk bepalen van aan- en afvoer routes en net bewust inplannen van materiaal en materieel. Bij voorbeeld door vrachten zo in te plannen dat een geladen retourvracht mogelijk is. Omdat alle (vracht) auto’s een eigen tankpas hebben en erdoor de brandstofleverancier gespecificeerde facturen worden gestuurd is het mogelijk per (vracht) auto het verbruik te monitoren. Door deze bewustwording van CO2-uitstoot zal het transport wat wordt uitgevoerd door BMNED/GSNED op lange termijn voldoen aan niveau 3. Hiermee verwacht BMNED/GSNED in 2022 een reductie van 1% te bewerkstelligen. 7.3
Mobiliteit kranen en machines
BMND/GSNED heeft 3 kranen, 2 tractoren, 4 sondeermachines en diverse klein materieel in eigendom. De machinisten zullen het brandstofverbruik terug dringen door bewust met de machines om te gaan. Mede door het traject “Slimmer draaien” kunnen we scoren op uitstoot met 1 à 2%. Door bijvoorbeeld in de pauzes de machines uit te zetten, alleen vol gas rijden als dat noodzakelijk is, niet onnodig bakken wisselen bij de kranen of nodeloos heen en weer rijden. Al deze instructies worden door de uitvoerders aan de medewerkers overgebracht. Reductie zal ongeveer 1 tot 2% kunnen zijn. 7.4
Mobiliteit bedrijfsauto’s
De bedrijfsauto’s van BMNED/GSNED zullen zo worden ingepland dat ze optimaal worden ingezet, en wel als volgt: Minimale aanschaf van bedrijfsauto door carpooling. Hierdoor worden minder kilometers verreden en CO2-uitstoot gereduceerd. Maandelijkse controle bandenspanning. Hiermee verwacht BMNED/GSNED in 2022 een reductie van 1% te bewerkstelligen.
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
7.5
Huisvesting
Zoveel mogelijk personen in een kantoorruimte om stookkosten en energie te reduceren. Verlichting en kachel branden alleen waar nodig. Alle lampen vervangen door Led lampen. Eigenaar van het bedrijfspand adviseren om groene stroom te gebruiken. Hiermee verwacht BMNED/GSNED in 2022 een reductie van 1% te bewerkstelligen. 7.6
Kantoorpapier
Verplicht dubbelzijdig printen. Archief digitaliseren. Zelf papier met logo opdruk printen i.p.v. voorbedrukt binnen laten komen. Hiermee verwacht BMNED/GSNED in 2022 een reductie van 2% te bewerkstelligen.
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
8 Energiemanagement actieplan Dit beknopte hoofdstuk heeft als doel om aan te tonen dat GSNED en BMNED aan alle onderdelen uit NEN50001 voldoet. Er is besloten hiervoor geen apart energiemanagement actieplan op te stellen omdat de eisen in de andere documenten geïntegreerd zijn. Zie onderstaand een opsomming van de eisen. Per eis is een verwijzing naar de betreffende documentatie opgenomen in de tabel onderaan dit hoofdstuk.
Eisen van NEN 50001: 4.4.3. Uitvoeren van een energie review (directiebeoordeling) a) Het energieverbruik en de gebruikte energiefactoren moeten gebaseerd zijn op metingen of andere data. b) Significant energieverbruik, in het bijzonder significante veranderingen, moeten in beeld worden gebracht. c) Een inschatting van het verwachte energieverbruik van de komende periode. d) Het identificeren van alle personen die werken voor de organisatie wiens acties kunnen leiden tot significante veranderingen in het energieverbruik. e) Identificatie van mogelijkheden om energie te besparen en het bepalen van de prioriteiten. 4.4.4. Opstellen van referentiekader a) Basisjaar is 2014. 4.4.5. Vaststellen van performance indicatoren voor monitoren (meten KPI’s) a) Beschrijven van de handelingen. 4.4.6. Energie doelstellingen, doelen en programma’s a) Het aanwijzen van verantwoordelijkheden. b) De middelen en het tijdspad voor het behalen van de verschillende doelen. 4.6.1. Monitoring, meten en analyseren a) De organisatie maakt en beschrijft de bewaking en de eisen om de gestelde doelen te behalen. Er moet een energie meetplan worden geschreven en geïmplementeerd. b) De organisatie moet er voor zorgen dat het energieverbruik en bijbehorende energiefactoren op vooraf bepaalde momenten wordt gemeten en gedocumenteerd. c) De organisatie moet ervoor zorgen dat juistheid en herhaalbaarheid van de meetmethode die is gebruikt past bij de taak. d) De organisatie moet de relatie tussen het energieverbruik en de energiefactoren aangeven. En zal op vooraf bepaalde momenten de werkelijke situatie toetsen met de verwachte situatie. e) De organisatie moet alle significante afwijking van het verwachte energieverbruik documenteren, inclusief de mogelijke oorzaken. f) De relatie tussen het energieverbruik en de energie factoren moeten op vooraf bepaald tijdstip worden beoordeeld en waar nodig aangepast. g) De organisatie moet zijn energieverbruik, waar mogelijk, vergelijken met andere, gelijksoortige, organisaties. 4.6.4. Afwijkingen, verbeteringsacties en preventieve maatregelen. a) De organisatie moet afwijkingen identificeren en binnen een vooraf gestelde tijdslijn verbeteringsacties uitvoeren. De organisatie moet alle relevante documentatie bewaren rekening houdend met de wettelijke termijn.
20152318-R042070-IH-A DEFINITIEF
NEN 50001 4.4.3 a 4.4.3 b 4.4.3 c 4.4.3 d 4.4.3 e 4.4.4 a 4.4.5 a 4.4.6 a 4.4.6 b 4.6.1 a 4.6.1 b 4.6.1 c 4.6.1 d 4.6.1 e 4.6.1 f 4.6.1 g 4.6.4 a
Documenten CO2 reductiesysteem Emissie inventaris rapport Emissie inventaris rapport Emissie inventaris rapport Emissie inventaris rapport Energie beoordeling Emissie inventaris rapport CO2 reductieplan CO2 reductieplan CO2 reductieplan CO2 managementplan, H4 ‘Energie meetplan’ CO2 managementplan, H4 ‘Energie meetplan’ CO2 managementplan, H4 ‘Energie meetplan’ Interne audit Emissie inventaris rapport en Interne audit Interne audit CO2 reductieplan, §1 ‘Vergelijking met sectorgenoten’ Interne audit