Cash or Creditcard?
Cash or Creditcard? Sander Huijsen
www.sanderhuijsen.nl © Copyright 2012 Alle rechten voorbehouden
1
Cash or Creditcard?
Inhoudsopgave Wat je niet kent, kun je niet missen...........................................3 Achttien...................................................................................... 7 Maar dit was wel de laatste........................................................ 9 Wodka en kaviaar..................................................................... 11 Proost, kerel............................................................................. 14 Vandaag is niet jouw dag, schat...............................................17 Cash of Creditcard?................................................................. 20 In de geest van haar leven........................................................22 (Op) Weg.................................................................................. 25 Informatie................................................................................ 27
2
Cash or Creditcard?
Wat je niet kent, kun je niet missen
‘Zou jij nog een kind willen?’ vraagt Floris. Carina kijkt hem aan, neemt een slok van haar dampende thee en denkt enkele seconden na. ‘Ja,’ zegt ze, ‘ik denk dat ik nog wel een kindje zou willen.’ Floris, een bekertje koffie zonder roerstokje in zijn rechterhand, knikt zachtjes met zijn hoofd zonder zijn blik van haar af te wenden. ‘Zou je een kindje van mij willen?’ Carina kijkt Floris aan, vragend. Zijn serieuze blik is het antwoord op deze onuitgesproken vraag. Hij meent het. Ze denkt na over alles wat er de laatste maanden is gebeurd. Hoe Floris eigenlijk nog maar pas haar collega is. Hoe ze naar en met elkaar lachten. Geinen. Lol trappen. Plagen en uitdagen. Ze bedenkt hoe ze langzamerhand steeds meer op Floris gesteld raakte, zichzelf er telkens aan herinnerend dat ze getrouwd is. En twee kinderen heeft, een zoon en een dochter.
3
Cash or Creditcard?
Het “ideale gezin”. En nu dit. Een derde kindje? Niet van haar man maar van Floris, nota bene. ‘En hoe stel je jezelf dat dan voor?’ vraagt ze en ze kijkt om zich heen om te zien of er iemand, al dan niet ongewild, meeluistert. Het zou voor een buitenstaander toch een raar gesprek zijn om op te vangen. ‘Tja,’ zegt Floris, ‘hoe maak je een kindje?’ Zijn blik blijft gericht op Carina. ‘Dus je wilt gewoon met me naar bed?’ vraagt Carina. Ze heeft de kop thee tot vlak voor haar mond gebracht en blaast er af en toe zachtjes in. ‘Je kunt ook op andere manier zwanger van me raken.’ Floris neemt een slok koffie en steekt tegelijkertijd zijn hand op om aan te geven dat hij nog iets wil zeggen. ‘Ik vraag je ook niet of je met me naar bed wilt. Ik vraag je of je een kindje van mij zou willen.’ ‘Wil je dan niet met me naar bed?’ vraagt Carina. Ze trekt haar wenkbrauwen op, bijna beledigd. ‘Oh, jawel hoor, maar daar gaat het nu niet om.’ ‘Sjeez, Floris, wat is dit? Dit kan toch niet? Ik ben getrouwd, heb twee kinderen en jij stelt tussen neus en lippen voor een kindje bij mij te verwekken. Wat denk je dat er gebeurt als mijn man er achter komt?’ Ze kijkt naar Floris. Een doodnormale man, niet eens erg knap maar met een
4
Cash or Creditcard?
verwoestende glimlach die elke keer weer het verlegen meisje in haar naar boven brengt. ‘Het was nog maar een vraag. En je man hoeft er natuurlijk niet achter te komen. Niemand hoeft erachter te komen. Het zou ons geheim zijn.’ ‘Pfff, dat kun je wel zeggen, ja,’ zegt Carina, geïrriteerd. Floris neemt de laatste slok van zijn koffie en gooit het kartonnen bekertje doelgericht in de afvalbak. Hij overdenkt de vraag dat hij zojuist gesteld heeft, een indecent proposal bijna, en hij voelt de opwinding van het idee een kind bij een vrouw te verwekken. Het is laf, achterbaks bijna, want het is een getrouwde vrouw. ‘Anyway,’ zegt Carina, ‘het zou helemaal niet gaan. Mijn man is vorig jaar gesteriliseerd. We vonden twee kinderen eigenlijk wel genoeg. Het valt dus nogal op als ik opeens zwanger raak.’ Floris neemt de mededeling van Carina met een schok in zich op en herinnert zich de enorme ruzie die hij jaren geleden had met zijn toenmalige vriendin. Ze waren tot de conclusie gekomen dat ze geen kinderen wilden en zij had gezegd dat hij zich dan maar moest laten steriliseren. Het idee was te veel voor hem. Geen kinderen hebben, daar kon hij prima mee leven. Geen verantwoordelijkheid. Geen slapeloze nachten en uitslapen wanneer hij wilde. Geen gesleep met speelgoed en luiers. Maar de gedachte dat hij nooit een kindje zou kunnen 5
Cash or Creditcard?
verwekken maakte hem angstig. Een maand na deze ruzie waren ze uit elkaar gegaan. ‘Hoe heet je man eigenlijk?’ vraagt Floris. ‘Stefan,’ antwoordt Carina, ‘wist je dat nog niet dan?’ Floris schudt zijn hoofd en maakt een wuivend gebaar met zijn hand. Carina haalt haar schouders op en zucht. ‘Eigenlijk was het Stefan die twee kinderen wel genoeg vond,’ zegt ze en Floris ziet de harde uitdrukking uit haar gezicht wegtrekken. ‘Ik had er best nog wel eentje gewild, misschien zelfs wel twee.’ Er zit spijt in haar ogen. ’Ik heb stiekem altijd gehoopt dat ik toch nog zwanger zou raken. Soms hoor je dat, hè, dat een vrouw zwanger wordt ondanks dat de man is gesteriliseerd. Maar ik niet.’ ‘Blijkbaar heeft de chirurg goed werk afgeleverd,’ zegt Floris. Hij lacht niet, het was niet grappig bedoeld. Carina knikt. ‘Jij hebt geen kinderen, toch?’ Floris schudt zijn hoofd. ‘Het is er op de een of andere manier nooit van gekomen.’ Carina kijkt hem ernstig aan. ‘Jammer hoor,’ zegt ze, ‘je zou een leuke vader zijn, als je het mij vraagt. Toen je hier kwam werken dacht ik eigenlijk dat je wel een gezinnetje zou hebben. Lekker degelijk.’ ‘Nou ja,’ schampert Floris, ‘misschien ben ik niet zo degelijk als ik eruit zie.’ Hij begint te kleuren. 6
Cash or Creditcard?
‘Heb ik je beledigd?’ vraagt Carina. Floris schudt weer zijn hoofd en krabt even aan zijn gezicht dat steeds warmer en roder wordt. ‘Zeg eens eerlijk,’ vervolgt Carina, ‘zou je het niet geweldig vinden om een gezinnetje te hebben? Een leuke vrouw, een stel koters?’ ‘Het maakt niet uit wat ik daarvan vind,’ zegt Floris, ‘het is niet gebeurd en het zal ook wel niet meer gebeuren.’ ‘Maar vind je dat niet jammer dan?’ ‘Ja, natuurlijk vind ik dat jammer!’ Floris reageert scherper dan hij had gewild. Hij schraapt zijn keel. Hij verontschuldigt zich, maar Carina wuift zijn excuus weg. Ze zegt dat niemand zich voor z’n gevoelens hoeft te verontschuldigen. ‘Die vraag van daarstraks, die was serieus. Of niet?’ Floris knikt. ’Kijk,’ zegt hij en hij wrijft met zijn rechterhand over zijn bakkebaard, ‘over twee weken word ik eenenveertig. Als ik nu nog een gezinnetje moet stichten, dan ben ik straks zo’n ouwe pa. Grijs en niet eens in staat om langer dan vijf minuten balletje te trappen met m’n kind.’ ‘Ach joh, dat maakt tegenwoordig toch helemaal niets meer uit?’ zegt Carina. ‘Ik vind van wel,’ zegt Floris. ‘Hm, dat is natuurlijk ook wel iets persoonlijks,’ zegt Carina. Ze weet even niets meer te zeggen tegen Floris.
7
Cash or Creditcard?
‘Weet je wat nou zo raar is,’ zegt hij, ‘ik heb helemaal geen zin in al dat gedoe dat ik om me heen zie. De kinderen overal en nergens mee naartoe slepen, luiers verschonen, ruzies beslechten, korte nachten, noem het maar op. Geen gesprek meer met iemand kunnen voeren zonder dat het over de kinderen gaat of dat niet con-ti-nu door de kinderen wordt onderbroken. En toch vind ik het moeilijk te accepteren dat ik niets achterlaat. Dat de lijn met mij ophoudt te bestaan.’ ‘Het is anders als het je eigen kinderen zijn,’ zegt Carina, ‘en alles wat jij gedoe vindt, dat vind ik heerlijk. Daar geniet ik nou echt van. Het liefst had ik helemaal niet meer gewerkt en was ik lekker bij de kinderen gebleven, in elk geval tot ze wat groter zijn. En dan zouden wij elkaar nu niet eens kennen.’ ‘Dat zou ik wel jammer vinden.’ ‘Wat je niet kent, kun je niet missen.’ ‘Toch wel, hoor,’ zegt Floris zacht. Carina denkt aan haar derde en vierde kindje. Beiden ongeboren en onbekend, maar zo gewenst. Ze voelt de pijn in haar hart. ‘Ja, toch wel, hè,’ zegt ze. Plotseling kijkt ze op haar horloge. ‘Ik moet gaan,’ zegt ze, ‘ik heb een meeting.’ Ze aarzelt. ‘Ik spreek je later nog wel, goed?’ Floris tovert een brede lach tevoorschijn. ‘Reken maar,’ zegt hij en zijn blik volgt Carina die, tot haar eigen verbazing, 8
Cash or Creditcard?
met een vederlicht gemoed naar haar bespreking gaat, de volle lach van Floris op haar netvlies gebrand.
9
Cash or Creditcard?
Achttien
Ik kijk naar de voicerecorder die maandenlang tussen Céline en mij in heeft gestaan. Ik was hogelijk verbaasd toen ze mij belde met de vraag of ik haar memoires wilde schrijven. ‘Jouw memoires?’ zei ik, ‘ben je daar niet veel te jong voor?’ Ze vertelde dat ze ziek was. Ernstig ziek. En dat ze memoires ook meer iets vond voor oude mensen, maar dat ze geen beter woord wist. Ik stemde toe en besloot Célines levensverhaal op te nemen met een voicerecorder. Om vast te leggen waar ze lachte, waar ze zuchtte, waar ze pauzeerde. Om maar niets te vergeten. Maar vooral ook om met mijn volle aandacht naar haar te luisteren, naar haar te kijken. Er voor haar te zijn en duidelijk te maken dat ze haar verhaal aan mij deed. Het apparaatje was maar bijzaak. Toen ze nog maar pas ziek was, kwam ik bij haar in het ziekenhuis. Ze stuurde iedereen weg als ik er was, ze wilde geen pottenkijkers en luistervinken wanneer ze haar verhaal 10
Cash or Creditcard?
vertelde. ‘Jullie lezen het maar als het af is,’ zei ze streng. Ze had de verpleging bewerkt zodat ik zelfs na bezoektijd wat langer mocht blijven als ze vond dat ze nog niet uitgepraat was. Ze praatte vrijuit, over haar kat, waar ze dol op was, over haar grote hobby paardrijden, over school, vriendjes (‘jongens zijn eigenlijk best stom’), muziek, kleding, shoppen. Ze trok mij met haar verhalen volledig in haar wereld, waardoor mijn eigen wereld, die van een vroege dertiger aan het ziekbed van een jonge vrouw, ophield te bestaan. Niet één keer, bleek later, heb ik de verpleging opgemerkt die elke vijftien of twintig minuten kwam kijken of alles nog goed was. Later werd ze thuis verpleegd en daar ging het niet veel anders. Iedereen werd de woonkamer, waar haar bed stond, uitgebonjourd zodat ze ongestoord kon vertellen, twee dikke kussens in haar rug. Ik hing aan haar lippen. Wanneer ze uitgepraat was, ging haar lichtje uit. ‘Je moet nu gaan, ik ben erg moe,’ zei ze. Dan gaf ik haar een zoen op haar wang, streelde even over haar haren, als troost, en nog voor ik de woonkamer had verlaten lag ze te slapen. Elke avond, direct na thuiskomst, verwerkte ik de opname, alles nog vers in mijn geheugen. Ik probeerde haar vertelstijl vast te leggen, haar ritme, haar woordgebruik, alsof ze de tekst zelf had opgetekend. En regelmatig liet ik Céline – en alleen haar – lezen wat ik had geschreven. ‘Prachtig,’ zei ze, tranen in haar ogen om wat zij zelf had verteld. 11
Cash or Creditcard?
‘Heb ik dat echt gezegd?’ vroeg ze soms, haar vinger op één van de pagina’s. En na mijn bevestigende knik, zei ze met een ondeugende glinstering in haar ogen, ‘hm, ja, zo zou ik het inderdaad wel gezegd kunnen hebben.’ De laatste keer dat ik bij haar was, zei ze niet veel. Ze vond dat ze alles wel had gezegd. Ze stuurde niemand weg uit de woonkamer en ik besloot ‘t recordertje in mijn tas te laten zitten. Het was haar manier om het onvermijdelijke te accepteren. Haar familie en enkele goede vrienden om haar heen, haar kat aan het voeteneinde. Ze keek iedereen even aan, met een blik in haar ogen die leek te zeggen, het is goed zo. Zij wist als enige hoe snel het afscheid naderde. Toen ik haar die avond verliet, gaf ze mij een zoen op mijn wang en streelde ze over mijn haren, als troost. ‘Dank je wel,’ fluisterde ze met een tevreden uitdrukking op haar gezicht, ‘dank je wel.’ Ik kijk naar de voicerecorder die ons zo sterk met elkaar heeft verbonden. Vandaag begin ik aan het deel van Célines memoires dat ik zo enorm gevreesd heb. Het laatste hoofdstuk. Céline was amper achttien toen ze mij belde en nooit zal ze negentien worden. Ik mis haar.
12
Cash or Creditcard?
Maar dit was wel de laatste
Het was op de internationale luchthaven van Orlando. Martijn en zijn vriendin Inge hadden drie weken vakantie gevierd in de Verenigde Staten, het land van controles en meer controles. Ze hadden al ingecheckt, hun koffers afgegeven en genoten voor de laatste keer in Amerika van een heerlijke, maar ijskoude, milkshake. Het was tijd om naar de gate te gaan en ze sloten aan in de rij voor de paspoortcontrole. ‘Och, begint het nu al?’ zei Martijn. ‘Hou je in!’ zei Inge. Ze was de heenreis nog niet vergeten. Ze
hadden
drie
kwartier
moeten
wachten
om
door
Immigration te komen en Martijns humeur was daarbij onder het vriespunt gedaald. ‘Je maakt er ook altijd zo’n drama van.’ ‘Nou ja, hoe vaak moet je iemands papieren controleren?’ vroeg hij verontwaardigd, maar hij verwachtte geen antwoord. Inge was voor hem gaan staan en schudde haar hoofd.
13
Cash or Creditcard?
Nog geen minuut later gaf Inge haar paspoort aan de Immigration Officer die, gezien zijn bouw, best een succesvol basketballer geweest zou kunnen zijn. Lang geleden. Hij wenste haar een prettige vlucht en gaf het paspoort terug. Martijn was aan de beurt en hij gaf de man, die hem met een vriendelijke blik aankeek, zijn paspoort. ‘Wow, I love your hat!‘ zei de man. ‘With the two tone and all.‘ ‘Bedankt,’ zei Martijn en hij begon te stralen. Het was voor het eerst in zijn leven dat hij een hoedje droeg en hij droeg ‘m pas vijf minuten. En dan dit! ‘Waar heb je die gekocht?’ ‘Gewoon, hier op het vliegveld,’ zei Martijn en hij wees met zijn duim achter zich. ‘Wat? Daar bij Lids?’ vroeg de man ongelovig. ‘Ja,’ zei Martijn, ‘maar dit was wel de laatste.’ ‘Heb ik even pech,‘ zei de man gespeeld teleurgesteld. Hij keek in Martijns paspoort, gaf ‘m terug en wenste ook hem een fijne vlucht. Martijn bedankte hem en liep naar Inge die nieuwsgierig op hem stond te wachten. ‘Wat was dat nou?’ vroeg ze. ‘Hij vond mijn hoedje mooi,’ zei Martijn grijnzend. Inge schudde haar hoofd en gaf hem een verliefde zoen. ‘Ik hou van je,’ zei ze. 14
Cash or Creditcard?
Wodka en kaviaar
Wanneer Bram Pietersen de aankomsthal van de luchthaven Domodedovo in Moskou verlaat, staat zijn goede vriend Sergej Aleksandrovitsj al op hem te wachten. Ze begroeten elkaar hartelijk en lopen naar de parkeerplaats waar Sergej’s oude, donkerblauwe BMW staat geparkeerd. Ze leggen Brams koffer en tas met fotoapparatuur in de kofferbak en enkele minuten later rijden ze, terwijl ze geanimeerd met elkaar praten, over de Kashirskoye snelweg richting het centrum van Moskou. Na zo’n anderhalf uur rijden komen ze aan bij het appartement van Sergej en zijn mooie vrouw Irina. Bram begroet haar bij binnenkomst terwijl Sergej met een groots gebaar een ijskoude fles Russische Wodka op tafel zet. Traditsiye, zegt hij grijnzend. Aan de keukentafel wisselen ze anekdotes uit, proosten erop en eten toast met kaviaar. Een uur later is de fles leeg die daarna, volgens traditie, op de grond wordt gezet. Ze genieten van Irina’s heerlijke diner en drinken nog wat glazen wijn. 15
Cash or Creditcard?
Uren later stapt Bram glimlachend in zijn bed in de logeerkamer en valt hij in slaap. Het laatste wat hij hoort is het in de verte rinkelen van een telefoon. De volgende ochtend genieten Bram, Sergej en Irina samen van het ontbijt. Bram krijgt de sleutels van het appartement zodat hij gewoon op pad kan gaan. Irina geeft hem snacks mee voor onderweg en Sergej geeft hem een kaartje voor de metro. In de zachte ochtendzon loopt Bram naar het vlakbij gelegen metrostation Park Pobedi met zijn camera hangend aan zijn schouder. Hij daalt met de roltrap af in de catacomben van het metrostation. Een reis op zich. Het duurt bijna vijf minuten voor hij bij de diep gelegen sporen is, in een hal met een gebogen plafond, glimmende tegels en marmeren muren. Aan het
eind
van
de
hal
hangt
een
muurschildering
in
communistische stijl. Hij bereikt het perron wanneer de trein komt binnenlopen. De deuren gaan open en honderden mensen verlaten de trein. Bram neemt het schouwspel met verbazing in zich op en vergeet bijna zelf in te stappen. Hij neemt de blauwe lijn naar metrostation Ploshchad Revolyutsii en van daar loopt hij naar het Kremlin en het Rode Plein, het feitelijke centrum van Moskou. Hij bestudeert de schitterende Basiliuskathedraal met de bekende gekleurde torentjes. Hij ziet het Kremlinpaleis wanneer hij langs de oever van de Moskva wandelt. Hij 16
Cash or Creditcard?
fotografeert het enorme warenhuis Gum en het donkerrode Nationaal Historisch Museum. Hij geniet van de jonge vrouwen met hun korte rokjes, lange benen en hoge hakken en verwondert zich over de mannen met een handtas, wat hier blijkbaar mode is. In de straten ziet hij het contrast tussen oud en nieuw, arm en rijk. Langs het trottoir staat een Wolga geparkeerd, icoon van de Russische automobielindustrie, en nog geen twintig meter verder een peperdure Mercedes, icoon van de westerse automobielindustrie. Even voor enen ontvangt hij een tekstbericht van Sergej. Lunchen bij Café Pushkin, Tverskaja Boulevard 26A, half twee.
Bram ziet op de plattegrond dat hij naar station Tverskaja moet reizen, van waar het nog zo’n tien minuten lopen is naar Café Pushkin. Hij bevestigt de afspraak. Hij loopt naar het dichtstbijzijnde metrostation en bewust van de onbekende omgeving kijkt hij om zich heen. Hij merkt een man op die een twintigtal meters achter hem loopt. De man is klein maar stevig gebouwd. Hij draagt een zwart bomberjack en een muts. Met zijn metrokaartje betreedt Bram Biblioteka imeni Lenina. Hier kruisen vier lijnen elkaar en hij moet zoeken naar het juiste spoor. Wanneer hij opnieuw de man ziet lopen, bekruipt hem een onbehaaglijk gevoel en hij doet de riem van zijn camera om zijn nek. 17
Cash or Creditcard?
Hij stapt in de metro en vijf minuten later stapt hij uit in het metrostation waar hij moet overstappen. Hij loopt door de imposante gangen en verbaast zich over de afstanden die hij alleen al in de stations aflegt. Hij kijkt oplettend om zich heen, maar ziet de man met de muts niet meer lopen. Voor het eerst in zijn leven voelt Bram eenzaamheid. Hij is een vreemdeling in deze overweldigende stad. Hij hoeft wederom niet lang te wachten op zijn trein. Hij gaat zitten met zijn gezicht naar het perron en kijkt van links naar rechts, maar hij ziet de man met de muts niet. Misschien kreeg hij door dat Bram hem in de gaten had. Hij haalt zijn schouders op en zucht diep. Het is bijna half twee wanneer Bram het metrostation verlaat en de schitterende Tverskaja Boulevard oploopt. Hij kijkt achter zich en schrikt wanneer hij de man met de muts weer in zijn richting ziet lopen. Hij versnelt zijn pas en kijkt af en toe achterom naar de man die hem blijft volgen. Bram voelt zijn blik strak op hem gericht en zijn hart bonst. Bang om het restaurant te missen of te verdwalen speurt hij koortsachtig de gebouwen af die hij passeert. Wanneer hij eindelijk de woorden Café Pushkin op een gevel herkent, ontspant hij lichtjes. Hij stapt het restaurant binnen en kijkt om zich heen. Geen Sergej. Hij pakt zijn telefoon om hem te bellen en ziet dan het bericht dat Sergej is opgehouden en verlaat is. Bram gaat wat ongemakkelijk aan de 18
Cash or Creditcard?
bar zitten. Hij kijkt naar buiten, zijn ogen zoekend naar Sergej, en verstijft wanneer de man met de muts voor het raam langs loopt. Hij voelt zijn maag verkrampen en wordt licht in zijn hoofd. Hij draait zich weg van het raam, zijn gezicht nu gericht naar de flessen achter de bar. Ze hangen voor een spiegelwand. In spiegelbeeld ziet hij de deur opengaan en de man met de muts binnenlopen. Hij stopt, kijkt om zich heen, laat zijn blik even rusten op Bram en loopt dan naar de andere kant van de bar. Bram voelt het zweet in dikke druppels over zijn voorhoofd lopen en met trillende hand veegt hij ze weg. De man zegt iets tegen de barkeeper en kijkt even naar Bram. De barkeeper antwoordt, haalt zijn schouders op en zet een biertje voor hem op de bar. Bram is op van de zenuwen. Hij wil hier weg, weg van de man die het op hem gemunt heeft, maar zijn benen werken niet mee. De barkeeper poetst wat glazen en de man neemt een slok van zijn bier. Ze werpen af en toe een blik naar Bram die zich zo slap voelt als een natte dweil. Plotseling staat de man op van de bar en vrijwel op hetzelfde moment voelt Bram een grote hand op zijn schouder. Zijn adem stokt en verschrikt kijkt hij om. ‘Wat is er met jou aan de hand?’ vraagt Sergej. Hij haalt zijn hand van Brams schouder en gebaart de barkeeper, die even later een glas water voor Bram neerzet. Dan schudt hij breed lachend de hand van de man met de muts. 19
Cash or Creditcard?
‘Dit is Andrej,’ zegt hij vrolijk, terwijl Bram een slok water neemt. ‘Hij belde gisteravond en ik heb hem uitgenodigd met ons te lunchen.’ Bram zet zijn glas neer en knikt naar Andrej. ‘Volgens mij zag ik jou al bij Biblioteka,’ zegt Andrej vriendelijk. ‘Jammer dat ik niet wist dat jij de beruchte Bram uit Nederland bent, anders hadden we samen kunnen reizen. Wel zo gezellig, toch?’
20
Cash or Creditcard?
Proost, kerel
Vriendelijk knik ik naar de man die naast me komt zitten. Hij knikt terug. De vrouw knikt niet, kijkt me niet aan, maar laat haar blik iets te lang op mijn schoenen rusten. Ik kijk naar ze. Het zijn mijn nette schoenen, maar de punten zijn kaal. Enigszins beschaamd schuif ik mijn voeten iets verder onder mijn stoel en ik vraag me af waarom ik wel aan een stropdas denk, maar niet aan schoenen poetsen. Ik kijk om me heen in de ruimte. Het is een mooie ruimte, stemmig. Hoog ook. Ik kijk naar de stoelen voor me die al bijna allemaal gevuld zijn, op de eerste rij na. Ik draai me om en kijk naar de stoelen achter me. Ik zit ongeveer in het midden. Een mooie plek, niemand die je aanstaart om je gevoelens te peilen maar ver genoeg naar voren om alles goed mee te krijgen. Voorzichtig kijk ik op mijn horloge. Ik wil niet ongeduldig lijken, maar voor mijn gevoel moet het zo onderhand wel beginnen, zelfs al was ik aan de vroege kant. Ik heb de reis
21
Cash or Creditcard?
zorgvuldig gepland, rekening houdend met de in Nederland onvermijdelijke files, alleen heb ik vandaag geen files gezien. De mensen, die in kleine groepjes binnenkomen, lopen over het podium om een blik te werpen. Het voelt voyeuristisch, maar is naar het schijnt onderdeel van het ritueel. Sommigen stoppen even en wisselen wat woorden met elkaar. Ik denk wel dat ik weet wat ze zeggen. Een man betreedt het podium. Hij is deftig gekleed en draagt een hoge hoed die hij afneemt en voor zijn borst houdt eer hij begint te spreken. Ik luister met een half oor naar zijn woorden, ik ken het verhaal maar al te goed. Het is als in een vliegtuig waar je keer op keer de veiligheidsdemonstratie te zien en te horen krijgt die je al honderd keer hebt gevolgd. Evengoed onmogelijk je er aan te onttrekken. De man vraagt ons te gaan staan en even later komt een groep mensen binnen die op de eerste rij plaatsneemt. Er klinkt muziek. De man maakt een gebaar met zijn handen en de zaal gaat weer zitten. Er is licht geroezemoes en wat gekuch te horen. De muziek sterft weg en daarmee ook het zachte gemompel. De man maakt een uitnodigend gebaar naar een meisje op de voorste rij. Ze staat op en loopt kalm naar het podium. Ik schat haar een jaar of zestien. Waarschijnlijk de dochter van de man waarvoor we hier allemaal zijn. Ze draagt een zwarte jurk, zwarte panty's en zwarte schoenen, maar in haar lange blonde 22
Cash or Creditcard?
haar draagt ze een rode strik. Ze leest een gedicht voor, haar gedicht. Ik hoor iets over de hemel. Ik heb niets met poëzie, kan er geen touw aan vastknopen. Maar in gedachten prijs ik haar voor haar moed om daar te gaan staan, ten overstaan van een zaal vol aandachtig luisterende mensen. En ik. Wanneer ze is uitgesproken en terugloopt naar haar stoel op de eerste rij, beginnen een aantal mensen zachtjes te klappen. De vrouw die naar mijn ongepoetste schoenen had gekeken fluistert iets tegen de man naast me. Ik kan het net niet verstaan, maar de man knikt. De man met de hoed kondigt muziek aan die is uitgezocht door Maartje en Debora, waarbij hij met zijn hoofd een subtiele buiging maakt naar de voorste rij. Even later luisteren we naar One Word van Anouk en ik vraag me af of het Maartje of Debora was die het gedicht voorlas. Ik strek mijn nek en zie dat het andere meisje ook een rode strik draagt. Wanneer de muziek is afgelopen neemt een vrouw, zijn vrouw, het podium. Ze is zwaar opgemaakt en heeft een piepklein doekje in haar hand waarmee ze af en toe haar ogen droogt. Ondanks de make-up is het verdriet van haar gezicht af te lezen en ze heeft moeite haar verhaal te doen. Ik hoor haar zeggen dat het uitgerekend vandaag zijn verjaardag is, dat hij vandaag 39 zou zijn geworden. Met een schok dringt het tot me door dat we dus precies even oud zijn. Waren. Tot enkele dagen geleden, in elk geval. 23
Cash or Creditcard?
De vrouw spreekt langzaam hakkelend verder, haar stemt trilt en de tranen stromen over haar wangen. In een poging haar te troosten en te steunen gaan de meisjes met de rode strikken naast haar staan en slaan ze hun armen om haar middel. Ik voel mijn ogen warm worden en prikken en in de zaal hoor ik zacht gesnik. Ik knipper met mijn ogen om de tranen terug te dwingen, wat slechts gedeeltelijk lukt en met een snelle veeg maak ik mijn rechterwang droog. Het is volstrekt irrelevant, maar toch vraag ik me af waarom hij daar ligt en niet iemand anders, ik bijvoorbeeld. Hij die zoveel achterlaat, een mooie vrouw, twee prachtige dochters. Echt goed kende ik hem niet, maar door het o zo zichtbare verdriet van zijn vrouw en kinderen voel ik het gemis. Het lijkt zo oneerlijk. Maar het leven is niet eerlijk of oneerlijk. Ieder gaat wanneer het zijn of haar tijd is en niemand die weet wanneer dat is. Zelfs zonder vrouw en kinderen ben ik blij dat het mijn tijd nog niet is en ter plekke besluit ik vanavond er eentje te drinken op onze verjaardag. Al is één van ons er niet meer bij.
24
Cash or Creditcard?
Vandaag is niet jouw dag, schat
‘Goedemorgen.’ Mijn hoofd bonst en ik grom. Deze morgen is van alles, maar niet goed. Verre van. Voorzichtig zet ik mijn oogleden op een kier en kijk mijn vriendje aan. Gisteren hield ik nog van hem. ‘Het is wel laat geworden, hè, gisteravond?’ zegt hij. Ik vraag hoe laat het is. Mijn mond is kurkdroog, het lijkt wel of mijn tong aan mijn gehemelte is vastgeplakt. ‘Half tien.’ Ik draai me om en smak een paar keer om mijn mond te smeren. ‘Veel te vroeg,’ zeg ik. ‘Ik ga opstaan. Ik zie je straks wel.’ Ik grom nog wat en trek het dekbed over me heen. Ik wil verder slapen, maar het lukt niet. Mijn hoofd doet zeer, mijn mond is nog steeds droog en nu moet ik ook nog plassen. Ik probeer het te negeren, maar dat mislukt. Ik loop naar de badkamer en vraag me af waar mijn slipje is gebleven. Ik ben 25
Cash or Creditcard?
thuis gekomen, veel te laat en veel te dronken, heb mijn kleren uitgetrokken en ben in bed gestapt. Zonder mijn tanden te poetsen. En naakt. Wanneer ik terugkom in de slaapkamer, nadat ik eerst nog even met mijn mond aan de kraan heb gehangen, kijk ik naar mijn kleren. Op de grond zie ik mijn rok, mijn marliesdekkers beha en mijn blouse maar niet mijn slipje. Ik stort weer in bed en geraak in een roes van slapen en waken. Ik zie mezelf in een discotheek met mijn vriendinnen. Ik hoor de beats van de muziek en zie lampen flitsen. Cocktails met minstens vier verschillende kleuren, voor elk van ons één. En ik zie hem. Hij biedt mij een sigaret aan, mijn eerste in ruim drie maanden. Het heeft me veel moeite gekost om met roken te stoppen maar nu ben ik weer begonnen. Ach, wat kan mij het ook schelen. Wanneer alles anders wordt, is het goed iets vertrouwds te hebben om op terug te vallen. Ik zie mezelf dansen, eerst met mijn vriendinnen en later met hem. Hij is goedgebouwd. Geen mooie jongen maar een ruwe bolster. Geen suffe praatjes maar recht voor z'n raap. Een roker, een vleeseter, een echte man. Precies wat ik nodig had – nodig heb. Ik leg mijn hand tussen mijn benen en begin mezelf te strelen – soms is het wel handig om geen slipje te dragen. Ik zie ons aan de bar staan, hij staat vlak naast me. We praten en lachen en drinken. Af en toe raakt hij me aan en ik
26
Cash or Creditcard?
laat het toe. Ik zorg ervoor dat ik dicht bij hem ben zodat hij mijn borsten tegen zich aan kan voelen. Hij laat het toe. De gedachten aan de discotheek en aan hem maken me hitsig. Ik voer het tempo op en met mijn vrije hand streel ik over mijn borsten. Ik voel mijn tepels hard worden. Ik hoor weer de muziek. Ik zie zijn gezicht vlakbij het mijne. Hij beweegt zijn mond naar mijn oor, maar in plaats van iets te zeggen, zet hij zijn lippen zachtjes op mijn nek. Zijn hand gaat via mijn middel naar mijn rug en dan omlaag naar mijn billen. Ik sluit mijn ogen en laat hem begaan, en enkele momenten later zoenen we elkaar. Tong en alles. Ik zie vrolijke, dansende mensen verlicht door duizend verschillende kleuren. Hij fluistert in mijn oor en ik kijk hem aan. Ik lach naar hem en ik knik. Hij pakt mijn hand en neemt me mee naar ons plekje, waar hij me zoent, mijn borsten streelt en mijn slipje uittrekt. Ik maak zijn broek los en even later voel ik hem in mij. Met lange, stevige stoten brengt hij mij naar een hoogtepunt en seconden later komt hij klaar. Ik kom weer klaar, deze keer in mijn eigen bed en alleen. Ik voel me voldaan, vrouwelijk, sexy, gelukkig, maar nog steeds brak. Ik vraag me af of hij zich ook brak voelt. Zou hij aan mij denken zoals ik aan hem denk? Zou hij mij willen zien zoals ik hem weer wil zien? Zou hij mij weer willen nemen zoals gisteravond?
27
Cash or Creditcard?
Ik val in slaap en wanneer ik wakker word, geeft de wekker elf uur aan. Mijn mond is nog steeds droog en ondanks het zware gevoel in mijn hoofd kan ik helder nadenken. Ik weet wat ik wil, wat ik de afgelopen jaren heb gemist. Het ligt zo voor de hand, maar ik had een ontmoeting met hem nodig om het te zien. Ik wil een man die me behandelt als de vrouw die ik ben en niet als een maatje. Daarvoor heb ik vriendinnen genoeg. Ik heb slechts één man, en na gisteravond weet ik wie dat is. Wie dat moet zijn. Ik sta op, schiet een nachthemd aan en raap mijn kleren bij elkaar die als een hoopje vodden onaangeroerd op de grond liggen. Ik voel iets hards en vind een half bierviltje met daarop een telefoonnummer geschreven in een mannelijk handschrift. Onder het nummer staat in het zelfde handschrift ‘Gevonden voorwerpen’ geschreven en een smiley. Ik weet waar mijn slipje is en ik glimlach. Ik berg het viltje op, leg mijn kleren op bed en ga naar beneden naar de woonkamer. Mijn vriendje kijkt op, in zijn handen een broodje, maar zegt niks. Voor hem staat een kop koffie, er komt geen damp meer vanaf. Ik kijk hem aan – gisteren hield ik nog van hem – en haal diep adem. ‘Schat,’ zeg ik, ‘ik denk dat we moeten praten.’
28
Cash or Creditcard?
Cash of Creditcard?
Ik kijk de receptioniste indringend aan. Ze negeert me en gaat onverstoorbaar verder met haar werk. Ik vraag me af of ze daar training voor heeft gehad, net als ik de afgelopen dagen een cursus heb gevolgd, in deze vreemde stad, drie uur vliegen van thuis.
Het
onvermijdelijke
voorstelrondje,
presentaties,
lunches, rollenspellen en een cursusleidster die het allemaal net even te leuk vond. Ik blijf haar aankijken. Ze kijkt op van het beeldscherm, glimlacht naar me en richt zich dan weer op haar werk. Ze heeft mooie ogen, ogen die alles zeggen en waarmee de rest van haar fysiek er niet meer toe doet. Ik wend mijn blik af en al na de eerste ronde sta ik op achterstand. Ze vraagt of ik een prettig verblijf heb gehad. Ik knik en realiseer me dat ze evengoed had kunnen vragen of ik zegeltjes spaar. Ik heb altijd al eens willen weten wat er zou gebeuren als je die vraag niet beantwoordt wanneer je bij de kassa van de supermarkt staat. Zou de kassière het nogmaals vragen? 29
Cash or Creditcard?
Zou ze boos worden? Of zou ze wachten, net zolang tot je antwoord geeft – wie van ons zou de langste adem hebben? ‘Hoe wilt u betalen?’ vraagt de receptioniste en ze kijkt me aan. Ik antwoord niet. ‘Cash of creditcard?’ Haar mond blijft glimlachen. Haar ogen niet. Ik voel het bloed naar mijn hoofd stromen en sla mijn ogen neer. Ik verlies ook de tweede ronde. Creditcard, zeg ik. Ik neem de kaart uit mijn portefeuille en overhandig ‘m aan haar. Ze bedankt me en voert alle handelingen uit die nodig zijn om de betaling te autoriseren. Ik hoef alleen het bedrag te controleren en mijn pincode in te toetsen. Ze geeft mijn creditcard terug en ik kijk naar haar handen. Geen ring. Misschien is het beleid van het hotel om tijdens het werk geen sieraden te dragen. Ik heb er nooit eerder op gelet. Misschien is ze vrijgezel. Zal ik haar vragen? Ik kijk naar mijn handen en ik zie een lichte beving. ‘Dan rest mij alleen nog om u een prettige reis te wensen,’ zegt de receptioniste. Ze geeft me een hand, ze voelt zacht aan. Ik wil haar vragen. Ik recht mijn rug, kijk haar aan en open mijn mond. Ze knipoogt, naar mij, en onmiddellijk word ik licht in mijn hoofd. Ik knik weer, mompel tot ziens en draai me om.
30
Cash or Creditcard?
Buiten staat mijn taxi al te wachten en ik loop er zonder om te kijken en met knikkende knieën naar toe. Game, set & match.
31
Cash or Creditcard?
In de geest van haar leven
Parelthón overzag zijn deel van de Agora. Het was gigantisch. Ooit was het kleiner dan een postzegel geweest. Hij moest nog het één en ander archiveren, al was het niet veel. Het was de laatste tijd steeds minder geworden. De perioden van ervaren waren korter geworden, die van rusten langer. Archiveren, hij hield er niet zo van. Maar het was zijn enige taak. Beelden,
geuren,
geluiden,
smaken, aanrakingen,
ervaringen, hij moest ze allemaal een plaats geven in de Agora. De wet schreef voor dat hij de nieuwe ervaringen volgens het principe van de associatie in de Agora moest rangschikken. Elke nieuwe ervaring werd alleen een herinnering wanneer ze vervlochten werd met bestaande herinneringen. En dan waren er nog de onaangekondigde, meestal onaangename ervaringen. Deze anomalieën veroorzaakten veel onrust. Het zou fijn zijn als ze nu eens een tijdje uitbleven.
32
Cash or Creditcard?
Hij keek opzij. Paróntes, die tussen hem en Méllon in stond, was rustig. Méllon was trouwens ook rustig. Ze wisten nooit wanneer Méllon actief werd. Hij was de enige die wist wanneer hij actief werd. Behalve in het geval van een anomalie, dan was hij zelf ook totaal verrast. Parelthón ging aan de slag met de ervaringen. Hij zag beelden en geuren van een ruime, witte kamer. Grote ramen voorzien van lamellen met uitzicht over een parkje met in het midden een fontein. Kinderen, spelend, en andere mensen. Serieuze blikken. Een man en vrouwen in witte jassen. Hij zag onmacht en zag de smaak van flauw, smakeloos voedsel. En tranen. Veel tranen. Parelthón liet zijn blik over de Agora glijden. Hij zocht aanknopingspunten voor deze ervaringen. De kinderen die hij een plaatsje moest geven, kon hij gemakkelijk vinden;
ze
hadden al vele dagen geleden hun eigen herinneringen gekregen. Ze leken zich in aantal te vermenigvuldigen en terwijl hun kleur veranderde in een felle tint rood, de kleur van vers, zuurstofrijk bloed, vormden ze het gezicht van de man met de witte jas. Daar! De man was ook al een herinnering. Onmiddellijk kwamen er uit de Agora beelden los van naalden, infusen, bloed, plukken haar en meer tranen. Hij zag gevoelens van misselijkheid loskomen.
33
Cash or Creditcard?
Het gezicht groeide en vervormde, tot het geen gezicht meer was maar een vormeloze klomp cellen. Hij wist waar hij dit moest plaatsen en werd er bijkans zelf misselijk van. Paróntes deed intussen niets, zijn ogen gesloten. Hij had geen weet van de Agora. Hij wachtte slechts op de aankondigingen van Méllon. Méllon keek over zijn eigen, kleine, deel van de Agora. Het zag er kalm uit, als een donkergrijze, gladgestreken zee. Alleen in de verte wat lichte deining, vage lijnen en zachte kleuren. Maar er heerste voornamelijk rust. Plotseling roerde de zee zich. Woeste, felgekleurde golven met witte schuimkragen spatten op, en een enorme gedaante rees op uit de branding. ‘Een anomalie!’ riep Méllon. Paróntes sperde zijn ogen open en herhaalde de woorden van Méllon. Zijn gezicht liet een palet van emoties zien: pijn, hoop, onmacht, angst. Wanneer zich een anomalie voordeed, had Paróntes door het uitblijven van de aanwijzingen van Méllon, geen tijd om zich voor te bereiden op wat komen ging. Parelthón stopte met archiveren. *
34
Cash or Creditcard?
‘Goedemorgen, mevrouw Mulder,’ zei de arts en hij knikte naar haar man die aan het bed zat. ‘Hoe voelt u zich vanmorgen?’ Irma opende haar ogen. ‘Goedemorgen, dokter,’ zei ze en ze haalde bijna onzichtbaar haar schouders op. Ze had slecht geslapen en afschuwelijk gedroomd. Beelden van haar kleinkinderen die in een bloederig gezwel veranderden. Een tumor met het gezicht van de arts die haar zojuist nog een goedemorgen had gewenst. Plukken haar die in het rond vlogen, een wrede herinnering aan haar chemotherapie. Ze was misselijk. ‘Ik heb de uitslag van de onderzoeken die we gedaan hebben,’ zei de arts. Hij keek afwisselend naar de vrouw en de man en naar de papieren die hij in zijn handen hield. ‘Ik ben bang dat ik geen goed nieuws heb.’ * Méllon keek naar de Agora. Het was piepklein en kalm. Voor het eerst zag hij de horizon van de Agora, het kwam dichterbij. Achter de horizon waren geen kleuren, zelfs geen zwart of wit, geen beweging, geen beelden, geen geuren, alleen niets. Hij dacht, nee, hij wist dat ze de laatste anomalie gezien hadden en het gaf hem rust. Hij keek naar Paróntes en Parelthón. 35
Cash or Creditcard?
Paróntes keek rustig voor zich uit. Zijn gezicht ontspannen, gelukkig haast, maar met een droevige zweem. Hij sloeg geen acht meer op Méllon, alsof hij besefte dat Méllon geen nieuwe ervaringen meer voorzag. Parelthón keek naar de ervaringen die hij nog niet had gearchiveerd. Het waren er nog een handjevol. Hij zag de beelden van kinderen en tranen. Maar hij zag ook de knuffels en omhelzingen, de zoenen en de geruststellende woorden. De gevoelens van troost en berusting. Het waren fijne, coherente ervaringen. En Parelthón wist dat hij ze niet meer hoefde te archiveren. Hij keek opzij naar Paróntes en Méllon. Ze waren verdwenen.
36
Cash or Creditcard?
(Op) Weg
Ding. Ik kijk naar het dashboard. Fuel low, zie ik in oranje letters. Ik ben gisteren in de Duitse Eifel beland en in dit gebied, met heerlijke, kronkelende bergweggetjes, voel ik me goed. Ik moet er flink sturen om de auto de bocht door te krijgen en dan precies op tijd met mijn rechtervoet op het gas om met een licht kwispelende achterkant het rechte stuk op te rijden. Zes cilinders die ik brullend aan het werk zet om het zwarte, toch nog twaalfhonderd kilo wegende monster weer op gang te krijgen. Voor de volgende haarspeldbocht remmen, op het juiste moment insturen en aan het einde van de bocht weer flink op het gas. Ik heb ‘s avonds de wagen volgetankt en daarna direct een hotel gezocht. Vanmorgen heb ik rustig ontbeten, ben ik uitgecheckt en heb ik mijn impulsieve reis hervat.
37
Cash or Creditcard?
Ik kijk naar de benzinemeter en zie dat de wijzer in het rode vlakje hangt. Verdomme, hoe kan dat nou? Ik trap het gaspedaal minder diep in en schakel vlotter door. Ik vraag me af hoe ik mijn tank in zo’n korte tijd al weer leeg heb kunnen rijden en ga op zoek naar een tankstation. Vele kilometers later heb ik nog steeds geen tankstation gevonden en ik begin me enigszins zorgen te maken. Ik weet niet precies hoeveel brandstof er nog in de tank zit wanneer het lampje gaat branden, maar heel erg ver zal ik er niet mee kunnen komen. Zeker niet in dit gebied waar je de ene heuvel na de andere oversteekt en de weg zich ontvouwt als een aaneenschakeling van haarspeldbochten. Optrekken en weer afremmen, bocht na bocht. Ik rij nu al een uur rond en ik begin me ongemakkelijk te voelen. Ik moet snel een tankstation vinden. Mijn TomTom zou me moeiteloos naar het dichtstbijzijnde benzinestation kunnen leiden, maar die ligt nog thuis. Toen ik van huis vertrok, had ik niet verwacht dat ik ' m nodig zou hebben en ik neem me stellig voor nooit meer zonder TomTom te vertrekken. Nog steeds geen tankstation in zicht. Ik bedien het gaspedaal of er een ei onder ligt. Ik voel de pijn in mijn rechterscheenbeen die niet gewend is aan zo’n subtiele beweging van de rechtervoet. Ik schakel absurd vroeg door, nog voor de teller tweeduizend toeren aangeeft, en ik laat de 38
Cash or Creditcard?
wagen zo lang mogelijk in de versnelling uitrollen. Ik vervloek elke heuvel die ik omhoog rijd en elke scherpe bocht waar ik de auto gevoelsmatig tot stilstand moet brengen. Wanneer ik na een schier oneindige reeks bochten en heuvels eindelijk een tankstation zie, durf ik te ontspannen. Nu pas merk ik de zweetdruppels op die zich op mijn voorhoofd hebben verzameld; ook mijn rug voelt klam. Ik verlaat de weg bij het tankstation en parkeer de wagen naast de pomp. Uit gewoonte zet ik de dagteller op nul. Ik stap uit, ontgrendel de benzinedop en begin te tanken. Na vijftien liter slaat de pomp af. Ik probeer door te tanken, maar de pomp slaat telkens af. Verdraaid, die tank was helemaal niet leeg! Ik hang de slang terug en loop naar het kantoor om de pompbediende te betalen. In mijn beste Duits bedank ik haar en ik wens haar een prettige dag. Zij mij ook en ze lacht me toe. Enigszins voldaan hierover loop ik terug naar mijn auto. Ik stap in, start de motor en doe mijn veiligheidsgordel om. Ik rijd weg bij de pomp. Voor ik de weg kan opdraaien, moet ik wachten voor een passerende vrachtwagen. Ding. Ik kijk naar het dashboard. Fuel low, zie ik in oranje letters. De benzinemeter geeft wederom een lege tank aan, al staat de dagteller nog steeds op nul. Ik geef een mep op het dashboard. Tot mijn grote 39
Cash or Creditcard?
verbazing zie ik de meter oplopen en een seconde later gaat het oranje lampje uit. Het is een los contactje. Ik zal het binnenkort even laten nakijken, maar voor nu kan ik er wel mee leven. De weg is weer leeg. Ik ga rechtsaf en geef gas. Ik word in de stoel gedrukt en ik voel weer de rauwe aantrekkingskracht van de heuvels en de haarspeldbochten. De incidentele klap op het dashboard neem ik op de koop toe.
40
Cash or Creditcard?
Aanvullende informatie
Achttien heb ik ingestuurd in het kader van de Philips Voice Tracer wedstrijd van Schrijven Online in 2011. Helaas is het verhaal niet in de prijzen gevallen. Het is echter een grote eer dat het wel de long list van de jury heeft gehaald, samen met slechts 13 andere verhalen. In totaal waren er 140 verhalen ingestuurd. Het verhaal Maar dit was wel de laatste is gebaseerd op een eigen ervaring bij de Amerikaanse douane. Wodka en kaviaar is zeer losjes gebaseerd op eigen ervaringen in Moskou. Overigens ben ik op geen enkel moment zo bang geweest als Bram in het verhaal. Ik heb het verhaal ingestuurd voor de schrijfwedstrijd van Schrijverspunt.nl in de categorie 'reisthriller' en heb hiermee de vijfde plaats gehaald.
41
Cash or Creditcard?
(Op) Weg heb ik geschreven als opdracht tijdens een schrijfvakantie in Duitsland (inderdaad, in de Duitse Eifel). Het is mijn eerste echte korte verhaal geworden en is zelfs gepubliceerd in het online literaire tijdschrift Circumplaudo (nr. 51, mei-juni 2011).
42