LEZERSSERVICE
Maart 2005
C18 LEDENWERVING Sportfacilities ontwikkelt diverse Lezersservices. Deze zijn bedoeld om bestuurders van sportverenigingen op praktische wijze te ondersteunen in de veelomvattende werkzaamheden die zij moeten verrichten. Zodat het wiel niet telkens opnieuw uitgevonden hoeft te worden. Deze informatie is tot stand gekomen dankzij medewerking van verschillende partijen en organisaties, maar voornamelijk dankzij u en uw collega-sportverenigingen. Dankzij uw talloze op- en aanmerkingen op de artikelen in Sportfacilities en op de lezersserviceproducten, kunnen wij blijven werken aan verbetering van onze activiteiten en publicaties. De redactie heeft niet de illusie dat zij hiermee altijd panklare oplossingen aanbiedt, maar hoopt met deze informatie u wel een eind op weg te helpen. Zodat anderen daardoor kunnen sporten. Wij nodigen u uit om contact met ons op te nemen wanneer u informatie heeft, waarvan u denkt dat deze ook voor andere verenigingen interessant is. Zodat zij ook niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden, maar gebruik kunnen maken van uw ervaringen. Uiteindelijk is tijd een kostbaar bezit, zeker bij vrijwilligers. Uitgeverij, Redactie en correspondentie: Sportfacilities & Media BV Postbus 952, 3700 AZ ZEIST Tel: 030 - 6977710 Fax: 030 - 6977720 Internetsites: www.sportfacilities.com www.sport-club.nl Deze Lezersservice is een service aan de abonnees van Sportfacilities en is voor hen toegankelijk via www.sport-club.nl. Aan deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het auteursrecht van Sportfacilities en de daarin verschenen artikelen alsmede de informatie via de Lezersservice worden door de uitgever voorbehouden. Het verlenen van toestemming tot publicatie houdt in dat de auteur de uitgever, met uitsluiting van ieder ander, machtigt de bij de auteurswet door derden verschuldigde vergoeding voor kopiëren te innen of daartoe in en buiten rechte op te treden.
Een produkt van:
www.sport-club.nl
Voor een vereniging is het van levensbelang om nieuwe leden te werven. Net zo belangrijk is het om de huidige leden te behouden. Om dat te realiseren, moet met veel zaken rekening gehouden worden. Denk alleen maar eens aan maatschappelijke ontwikkelingen, zoals individualisering en de verandering in de demografie van ons land. In deze Lezersservice worden de stappen besproken die u kunt nemen om tot een gedegen beleid met betrekking tot werving en behoud van leden te komen. 1. Maatschappelijke ontwikkelingen Mensen gaan heden ten dage liever een sport beoefenen waar ze de tijden en dagen zelf kunnen bepalen en niet afhankelijk zijn van andere mensen. Deze trend wordt ook wel individualisering genoemd. Het is dan ook niet vreemd dat steeds meer mensen lid worden van een sportschool. Een andere ontwikkeling is de veranderende demografie in ons land. Zo hebben we te maken met ontgroening, dubbele vergrijzing en de toename van allochtonen in Nederland. Al deze verschillende doelgroepen hebben verschillende wensen en behoeftes. Toch moeten de verenigingen proberen uit deze grote groepen leden te werven. Hoe moeten verenigingen dit voor elkaar krijgen, zodat de mensen toch naar/bij hun ‘cluppie’ komen/blijven. Vraaggericht werken is een veelgehoorde term die men dan naar voren schuift. Natuurlijk moeten clubs rekening houden met de wensen en behoeftes van de consument (de sporters). Een multifunctionele sportclub zoals hockeyvereniging ‘EHV (Enschedese Hockey Vereniging)’ is een goed voorbeeld van zo’n vraaggerichte vereniging. In deze club is zelfs al een verenigingsmanager werkzaam. In zo’n multifunctionele sportclub worden naast verschillende sporten ook andere activiteiten aangeboden zoals kinderopvang, gevarieerd activiteitenaanbod, maaltijden, vervoer van de kinderen en een boodschappenservice. Maar zo’n vraaggerichte vereniging beginnen is meestal makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe kunnen de verenigingen toch een plek veroveren naast deze commerciële sportaanbieders? Een sportvereniging moet haar best doen om zich te profileren, zodat (potentiële) leden het interessant vinden om bij deze vereniging te komen dan wel te blijven. 2. Ledenwerving Om nieuwe leden te trekken moet er reclame gemaakt worden. Mond tot mond reclame blijft nog altijd de beste die er is. Maar voordat mond tot mond reclame tot stand kan komen, moet de vereniging ervoor zorgen dat zij zich op een positieve manier profileert. Hieronder volgen enkele manieren waarop men zich op een positieve wijze kan profileren:
1. Zorg dat het clubblad er goed verzorgd uitziet. 2. Zorg voor een brede verspreiding van het clubblad (ook bij openbare gelegenheden, zoals: kapper, cultureel centrum, schouwburg, scholen, enz.). 3. Zorg voor een goed uitziende en verzorgde stand op bijvoorbeeld braderieën. 4. Zorg ervoor dat de plaatselijke huid aan huis bladen en kabelkranten regelmatig op de hoogte worden gebracht van speciale sport- en nevenactiviteiten, zoals toernooien en jubileum. 5. Breng de regionale media op de hoogte als er ‘goede’ sportprestaties zijn geleverd door leden van de vereniging. 6. Laat bij plaatselijke aangelegenheden zoveel mogelijk je gezicht zien. 7. Zorg voor een goede en overzichtelijke website, waarin de leden alle benodigde informatie van kunnen afhalen. 3. Leden behoud Wanneer de leden zich eenmaal hebben aangemeld, is het ook zaak dat ze binnen de vereniging blijven. Tevens is het noodzakelijk dat aan het huidige ledenbestand genoeg aandacht wordt besteed. De vereniging moet ervoor zorgen dat ze de volgende zaken goed geregeld hebben: 1. Zorg ervoor dat nieuwe leden goed wegwijs worden gemaakt in de vereniging. 2. Organiseer gezellige activiteiten om sneller nieuwe sociale contacten op te doen. 3. Zorg voor competente trainers die de leden op een hoger niveau kunnen brengen en enthousiasmeren. 4. Wijs leden erop dat er genoeg vrijwilligerswerk is, waar zij de club van grote dienst mee kunnen zijn. Een ander uithangbord van de club is de accommodatie. Zorg ervoor dat deze goed onderhouden is en er aantrekkelijk uitziet. SWOT-analyse Wanneer het door bovenstaande niet lukt om nieuwe leden te werven dan wel leden te behouden, is het een aanrader om een analyse op uw verenging los te laten. Een van de bekendste analyses is de SWOT-analyse,
waarbij de sterke en zwakke punten van alsmede de kansen en bedreigen voor de vereniging in beeld worden gebracht. Zie de Lezersservice Beleidsplan van Sportfacilities voor meer informatie over interne/externe analyse van uw vereniging. 4. Doelgroepen In een sportvereniging kan men een onderscheid maken tussen verschillende doelgroepen. Niet elke vereniging zal dezelfde doelgroepen bevatten. Maar het is zaak om aan de wensen en behoeftes van uw doelgroepen te voldoen en eventuele belemmeringen weg te nemen. Wanneer u precies wilt weten wat de wensen en behoeftes zijn van uw leden zijn het aan te raden om een enquête in het clubblad te plaatsen. Sportbeleid wordt in het algemeen toegespitst op vier doelgroepen: • Allochtonen • Mensen met een beperking • Jeugd • Ouderen (55+) Natuurlijk zijn er naast deze doelgroepen ook nog de overige leden, waar ook terdege rekening mee gehouden dient te worden. Het belangrijkste is om te luisteren naar uw leden, wat willen zij. Dus vraaggericht werken. Om u een steuntje in de rug te geven zal hieronder per specifieke doelgroep worden omschreven hoe u die doelgroepen kunt stimuleren en de belemmering om te gaan sporten weg kunt nemen. 4.1 Allochtonen Het is al vaak genoemd als de oorzaak waarom integratie van allochtonen in sportclubs niet goed lukt: cultuurverschil. Uit onderzoek blijkt dat allochtone kinderen en jongeren relatief probleemloos in sportverengingen instromen. Conflicten met de club ontstaan pas gedurende de puberteit en volwassenheid van allochtone jongeren. Meestal is dat de reden om de vereniging te verlaten en een eigen invulling te geven aan hun sportiviteit: als individuele clubsporter (atletiek, vechtsport), als etnisch team in een sportvereniging of helemaal individueel. Met name volwassen allochtonen geven er de voorkeur aan in eigen kring te sporten, dan wel in een clubverband met minder stringente culturele codes (zie bijvoorbeeld boksen versus voetbal). Niet alleen sport De vraag is echter of dit een probleem is of een uiting van cultuur die geaccepteerd moet
worden. Feit is dat dit verschijnsel zich voordoet bij alle sportclubs. Hoewel in mindere mate bij multiculturele sportverenigingen, toch blijft er sprake van in- en uitvoegen van allochtone sporters. Dit fenomeen, zo blijkt uit onderzoek aan de Erasmus Universiteit, beperkt zich niet tot de sport. Het spoort met de ervaringen omtrent de integratie van allochtonen in andere sectoren van de samenleving, zoals werkgelegenheid, het onderwijs, de kunstwereld en de journalistiek. Vele allochtonen omschrijven hun route door deze instituten als een geleidelijk proces van in- en uitvoegen. De weerstanden die men daarbij aantreft en de keuzes die nadien worden gemaakt, vertonen sterke overeenkomsten met wat er in de sportwereld gebeurt. Overheid Natuurlijk is het de vraag of het verschijnsel inen uitvoegen zoals beschreven, in diezelfde mate blijft bestaan bij de nu komende generaties. Het overheidsbeleid gaat uit van het idee dat sport (participatie) allochtonen niet alleen vitaler maakt, maar hen ook steunt in de integratie in het Nederlandse (sport)leven. Echter daarbij staat niet het mono-etnische sporten ‘in eigen kring’ voor ogen, maar eerder een cultureel gemengde vorm van sportbeoefening. Gemeente Ontegenzeggelijk is het van belang dat er gesport wordt en vanuit dat perspectief is het een goed doel om allochtonen te steunen in de integratie in sportclubs. Maar met bovenstaande dient wel rekening gehouden te worden met het op te zetten allochtonenbeleid in de sportclub. Het blijft voor de club uiteindelijk wel een kwestie van vraag en aanbod. Bovendien begint een allochtonenbeleid niet in de sportclub, maar op gemeentelijk niveau. Zij moet zich inzetten voor het verhogen van sportparticipatie. Door bijvoorbeeld sport een belangrijke plek op school te geven (schoolzwemmen, schoolsporttoernooien, etc). Tevens moet er sprake zijn van een goede doorstroom van buurtwerk naar sportclub. Daarnaast zou de gemeente verenigingen die kampen met materiele of ‘culturele’ problemen financieel moeten steunen. Gezien de belangrijke socialiserende en integrerende functie die sportverenigingen in de maatschappij vervullen. En zo zijn er nog tal van mogelijke initiatieven die de gemeente kan
ondernemen om een breed draagvlak voor allochtonensport te creëren. Sportclubs Sportclubs die een allochtonenbeleid ontwikkelen en van goede wil zijn, hebben bijna altijd direct succes. Zij krijgen doorgaans te maken met een grote instroom van allochtone sporters. De ervaring is echter dat de instroom van een grote groep allochtonen vaak gepaard gaat met een aantal interne problemen. Het is goed om aan de volgende punten extra aandacht te besteden bij het ontwikkelen van een beleidsplan. Doelstelling Soms wil de sportclub de lat erg hoog leggen. Men streeft bijvoorbeeld naar assimilatie (totale aanpassing) van de nieuwe leden. Bijna altijd leidt dit tot grote interne problemen en uiteindelijk tot ledenverlies. Het formuleren van een doelstelling is dus zoeken naar het evenwicht tussen integreren en accepteren. Brugfunctie De meeste problemen zijn heel concreet: het te laat betalen van contributie, niet na komen van afspraken of niet kunnen of willen begeleiden van de sportende jeugd door de ouders. Daarnaast is er ook vaak onvrede als gevolg van miscommunicatie van zowel de kant van het kader als de betrokkenen (sporters en ouders). Bij het ontwikkelen van een allochtonenbeleid moet er gezocht worden naar de aanvulling van een brugfunctie tussen vereniging en ouders. Vaak blijkt dat veel onwil namelijk voortkomt uit onbegrip en onduidelijkheid. Samenwerking Niet alleen sportclubs ondernemen initiatieven om allochtonen te laten sporten. Ook de buurtsport is daarmee vaak in de weer. Er is vaak sprake van een concurrentiepositie. Het is van belang dat dat opgelost wordt. Het is beter om tot een goede uitwisseling van informatie te komen tussen de verschillende initiatieven en reeds bestaande projecten. Zo moet er een open lijn zijn met de gemeente, zodat bij vroegtijdige signalering van ‘integratie’-problemen binnen de vereniging hierover tijdig gesproken kan worden met de gemeente. Deskundigheid Het laten slagen van een allochtonenbeleid blijkt toch vaak een kwestie van een wat langere adem. Sportclubs doen er goed aan ervoor te zorgen dat de kennis en kunde niet weglopen. Kortom, de deskundigheid dient
gewaarborgd te worden, niet alleen van de organisatie, maar ook van de uitvoering van de projecten. Literatuur: ‘Integratie door Sport’ van J.W. Duyvendak (Erasmus Universiteit 1998) 4.2 Mensen met een beperking De laatste jaren wordt steeds meer ondernomen om integratie, emancipatie en maatschappelijk participatie van mensen met een beperking te bevorderen. Daarnaast is de visie op mensen met een beperking in de afgelopen tien jaar veranderd. Mensen met een beperking integreren meer en meer in alle sectoren van onze maatschappij. De ontwikkelingen in de maatschappij zijn ook terug te zien binnen de sportwereld. Sportverenigingen staan in vergelijking met vroeger veel meer open voor sporters met een beperking. Sport kan dan ook een belangrijke bijdrage geven aan de participatie en integratie van mensen met een beperking binnen de samenleving. Sporters met een beperking krijgen een eigen plek bij een regulieren sportclub. Vaak vindt dit plaats door het opzetten van een team of een afdeling voor mensen met een beperking binnen de regulieren sportvereniging. Mensen doen mee aan het wekelijkse eigen sportuur, maar zijn net als andere leden betrokken bij andere verenigingsactiviteiten als feestavonden, vrijwilligerswerk, gebruik maken van de kantine en het clubblad. Tips voor sportverenigingen 1. Informeer bij de gemeente welke subsidieregelingen er zijn voor aangepaste sporters. Soms zijn er startsubsidies mogelijk voor aanpassingen die gedaan moeten worden. Soms zijn er regelingen voor vervoer en materiaal. 2. Informeer bij het gemeentelijk sportloket, de provinciale sportraad en de bond of er advies kan worden gegeven bij het zoeken naar een geschikte vereniging en de integratie van het team en/of de sporter. 3. Maak gebruik van de mogelijkheid aanvragen te doen bij fondsen als het Nationaal Fonds Sport Gehandicapten (JCWF) en andere fondsen. 4. Veel aangepaste sporten kunnen ook prima door valide sporters beoefend worden. Spelers die tijdelijk moeten afhaken door een of andere blessure kunnen een prima aanvulling zijn voor de desbetreffende aangepaste sport. De
vereniging kan hierdoor een breder sportaanbod organiseren. 5. Een team met aangepaste sporters bestaat uit meerdere potentiële vrijwilligers voor uw club, zorg dat ze zich welkom voelen bij de club. 4.3 Jeugd Veel clubs hebben geen probleem met aanwas in de jongste categorie sporters. Kijk maar eens op de sportvelden zaterdagochtend: talloze 6 en 7 jarige rennen achter de bal aan. Meestal blijven ze de club wel trouw tot ze 14, 15 jaar oud zijn. Dan blijkt dat de jeugd bloot staat aan een groot aantal verleidingen. Er is keus aan overvloed: uitgaan, werken, adventure sporten, computerspelletjes, en ga zo maar door. Vanaf deze leeftijd ziet de club zich geconfronteerd met een ledenverlies. Het antwoord? Speel in op de zapcultuur die de jongeren zo kenmerkt. Toch mag niet geconcludeerd worden dat de jeugd de sport de rug toekeert. Uit diverse onderzoeken blijkt dat sport nog altijd verreweg de meest populaire vrijetijdsbesteding is. Echter niet bij een sportvereniging. Wat blijkt: de jeugd vindt dan dat het aanbod en de sfeer niet aansluit bij de jeugdcultuur van vandaag. Jeugdbeleid Het jeugdbeleid moet, vooral voor deze groep, niet gelijk staan aan regelmatige training en min of meer verplichte wedstrijddeelname. Natuurlijk, de groep die prestatief wil sporten moet niet overgeslagen worden. Maar zoals bij de senioren al vaak een logisch onderscheid gemaakt wordt tussen recreatief en prestatief, zie je dat bij de jeugd zelden. Vaak gaat men voorbij aan de specifieke kenmerken, wensen en behoeftes van de jeugd. Onderzoek wijst uit dat de meeste jongeren meer belang hechten aan gezelligheid, (snel)plezier en nevenactiviteiten, mits aansluitend bij de leefwereld van de jongeren. Die zitten vaak niet te wachten op de jaarlijkse barbecue. Paint-ball komt echter al meer in de buurt. Kortom, wil je de oudere jeugdleden aan je blijven binden, dan zal het aanbod van zowel sport- als nevenactiviteiten moeten aansluiten bij hun wensen en behoeften. Contact Ga bij de jeugd zelf te rade wat zij graag willen. Wat vinden zij leuk, wat zoeken zij in de vereniging, wat spreekt hen minder aan? Kortom, betrek de jeugd bij het jeugdbeleid. Af en toe groepsgesprekken met jongeren, bijvoorbeeld na trainingen, is een mogelijkheid. Verder valt nog te denken aan het instellen van
een jeugdpanel en het rondsturen van een vragenlijst, ook naar de jeugdleden die de club inmiddels hebben verlaten. Ook zij kunnen waardevolle informatie geven. Andere soorten Wellicht komt er uit de analyse dat er nieuwe producten ontwikkeld moeten worden. Deins daar echter niet voor terug. Tegemoetkomend aan de huidige ‘zap cultuur’ is het sowieso raadzaam om jeugdleden met enige regelmaat de kans te geven ook eens andere sport- en spelvarianten te beoefenen. Bijvoorbeeld door ze ter afwisseling in te passen in de reguliere trainingen, door uitwisselingen met sportclubs in de omgeving te organiseren, of door een afgelaste wedstrijddag of trainingvrije avond eens in het teken van een andere sport te stellen. Coördinator Om de jeugd binnen boord te houden, is structureel beleid noodzakelijk. De eerste stap is de aanstelling van een jeugdcoördinator. Deze voortrekker creëert draagvlak voor het jeugdbeleid binnen de club en coördineert en bewaakt het proces. Iemand die als aanspreekpunt kan fungeren en die het jeugdbeleid vaste voet aan de grond geeft. Enkele kwalificaties waaraan een coördinator (hij/zij) van jeugdsport dient te voldoen zijn: • Kent specifieke ontwikkelingen op het gebied van jeugdsport in het algemeen en in het bijzonder in zijn sport. • Heeft een visie op jeugdsport, speciaal in zijn tak van sport. • Kan luisteren naar kinderen en is vaardig in het voeren van gesprekken met kinderen en jongeren. • Begeleidt jeugdtrainers en coördineert trainingen. • Kan het kader enthousiasmeren. • Kan coördineren en leiding geven aan de uitvoering van activiteiten (zoals het ontwikkelen van een jeugdbeleidsplan). • Organiseert de nevenactiviteiten voor de jeugd. Deze coördinator onderhoudt contact met alle betrokkenen: bestuur, jeugdcommissie, trainers, ouders en natuurlijk de jeugd zelf. Iemand die weet waar de knelpunten liggen. Iemand die permanent aandacht vraagt voor de positie va de jeugd. Kennis van (pedagogisch en sporttechnische) zaken is een pre, maar niet strikt noodzakelijk. Die kennis kan de jeugdcoördinator ook buiten de vereniging vinden.
Jeugd erbij betrekken Wanneer jeugd betrokken wordt bij de club, blijkt dat de clubtrouw te bevorderen. Mooie gedachte, twee vliegen in een klap: je behoudt de jeugd en bovendien wordt het vrijwilligerslegioen aangevuld. Klinkt te mooi om waar te zijn, en meestal lukt het dan ook niet. Daar waar het wel succesvol was, was sprake van een gedegen aanpak, de wij u niet willen onthouden. Het gedachtegoed dat gehanteerd werd: Geef jongeren het gevoel dat de club van hun is! Pas dan is kaderwerving zinvol. • Laat de jeugd bijvoorbeeld een eigen hoek in het clubhuis inrichten. • Stem op openingstijden van de sportaccommodatie af op hun rooster. • Stel speciale jeugdtarieven in voor consumptie. • Geef jongeren op gezette tijden de kans om hun eigen muziek te draaien in het clubhuis. Stel jaarlijks een budget beschikbaar waarmee de jeugd (in de vorm van een jeugdraad) haar eigen wensen mag realiseren. 4.4 Ouderen Als het over seniorensport gaat, worden daarmee sporters van 55 jaar en ouder aangeduid. Eigenlijk onterecht, want fysieke en psychische gezondheid, sportervaring en leefsituatie kunnen per persoon aanmerkelijk verschillen. Beter is het om seniorensporters te omschrijven als de fittere senioren, die hun werkzame leven hebben afgebouwd of aan het afbouwen zijn. En hun vrije tijd op een ontspannen, gezellige en vooral gezonde actieve manier willen doorbrengen. Sport kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren.
de sport(accommodatie) kan voortzetten. Kortom sport kan een nieuwe dimensie aan het leven geven. In de praktijk komen de eigen wensen en behoeftes neer op het niet verplichtend, recreatief beoefenen van diverse takken van sport. Zoals fietsen, wandelen, zwemmen, gymnastiek, joggen, tennis, dutchtennis, fitness, tai-chi en bowls. Dit sporten gebeurt nog veel meer buiten dan binnen verenigingsverband. Binnen de vereniging ben je veelal gebonden aan vaste sporttijden, wat niet opweegt tegen de voordelen die een sportvereniging kan bieden. Benadering Leidinggevenden vergeten nogal eens dat ouderen ook t.a.v. het sporten een eigen verantwoordelijkheid hebben en zich daar ook terdege van bewust zijn. Senioren willen op hun eigen niveau en wijze sporten. Dat betekent daarom nog niet dat ze vanuit de zorgfilosofie benaderd moeten worden. Biedt hen dan ook volwaardige sport die men tot op hogere leeftijd kan blijven beoefenen. Dat de deskundigheid va de leiding daarbij een belangrijke rol speelt, ligt voor de hand. We kennen o.a. de opleiding MbvO (meer bewegen voor ouderen) in verschillende takken van sport en de RSLO (Recreatiesportleider voor Ouderen).
De huidige senioren zitten gelukkig al lang niet meer ‘achter de geraniums’. Ze zijn zelfbewust en kritische deelnemers aan de maatschappij en hebben hun eigen wensen en behoeften. Ze willen hun sport bedrijven op een volwaardige wijze, onder deskundige leiding en op een voor hen acceptabel tijdstip. Zij willen bewegen in een goede en schone accommodatie, in een ontspannen sfeer en met een gezellige groep leeftijdsgenoten.
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen In 1998 is de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) vastgesteld. Met het vaststellen van de norm is een belangrijk instrument ontwikkeld om de mate van gezond (voldoende) bewegen te meten en te bevorderen. Voor volwassenen is deze norm minimaal een half uur per dag matig intensief bewegen op minstens vijf dagen in de week. Afgemeten naar de norm spreekt men van normactiviteiten (bewegen volgens de norm), semi-activiteit (men beweegt wel, maar behaalt daarbij niet de norm) en inactiviteit (men benadert de norm in het geheel niet). Volgens de meest recente peiling is circa 40% van de bevolking boven de 16 jaar normactief, 48% semi-actief en 42% inactief (dat men op geen enkele dag tenminste een half uur beweegt).
Motieven Driekwart van de senioren vindt gezondheid het belangrijkste motief om (weer) te gaan sporten. Als de eerste stap eenmaal is gezet blijken het plezier in de sport en het sociale aspect belangrijke redenen om door te gaan. De wekelijkse ontmoeting en het gezamenlijk actief zijn scheppen een band die men buiten
In de “Rapportage Ouderen” van het Sociaal Cultureel Planbureau 2001 wordt een hoofdstuk gewijd aan lichaamsbeweging. Wanneer de lichamelijke activiteit van ouderen langs de meetlat van de NNGB wordt gelegd, dan blijkt, aldus het SCP, dat van de mensen tussen de 55 en 59 jaar 20% normactief, 42% semi-actief en 38% inactief is, voor 64 tot 69-
jarige ligt dit op respectievelijk 31%, 29% en 40%. Voor 70-74 jarige is dat respectievelijk 31%, 18% en 52%. Bij 75+ is een verval waarneembaar van 18% voor normactief, 12% is semi-actief en maar liefst 71% is inactief. Organisaties actief met seniorensport In Nederland zijn vele organisaties die zich bezig houden met seniorensport. Hieronder een korte impressie van de organisaties die actief zijn op het gebied van seniorensport. GALM Het Groninger Actief Leven Model (GALM) project is door het Instituut voor Bewegingswetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) ontwikkeld. GALM is een stimuleringsmethodiek waarmee sportief nietactieve senioren (55-65 jaar) op lokaal niveau geactiveerd kunnen worden en te blijven. De kennismakingsperiode van twaalf weken wordt georganiseerd door de GALM-medewerkers. Hierna kan het GALM sportaanbod worden overgenomen door de plaatselijke sportverenigingen of een nieuw op te richten seniorensportvereniging. Nederland in Beweging! Is een actieprogramma van Nederlands Olympisch Comité*Sport Federatie (NOC*NSF), Nederlandse Hartstichting en Nederlandse Kankerbestrijding/KWF. Doel van ‘Nederland in Beweging!’ is gezondheidsbevordering door een actieve leefstijl met het accent op regelmatig en verantwoord bewegen. Een van de speerpunten is de 55 plusser. Tijdens een ’55plus Beweging!’ campagne staat gedurende een week een gemeente/regio in het teken van ‘bewegen: gezond en leuk’. De organisatie van een campagne ligt bij een (lokaal) comité dat kan bestaan uit de Provinciale Sportraad, GGD, gemeente, Stichting Welzijn Ouderen, ouderenbonden en aanbieders van sport- en bewegingsactiviteiten. Meer bewegen voor ouderen Elke week weer doen meer dan 280.000 55plusser mee aan activiteiten van ‘Meer bewegen voor Ouderen 9MbvO’. Dit gebeurt in speciaal voor hen in groepsverband georganiseerde bewegingsactiviteiten, onder deskundige leiding van ruim drieduizend bevoegde, speciaal opgeleide MbvOvakkrachten.
Seniorensportverenigingen De Nederlandse Culturele Sportbond (NCS) is in 2001 een onderzoek gestart naar senioren sportgroepen die een eigen sportvereniging willen starten. Door de begeleiding te bieden in het proces naar een eigen sportvereniging wil de NCS een aandeel leveren in het veilig stellen van de toekomst van senioren die sporten in verenigingsverband. De speciaal op ouderen gerichte bewegingsstimuleringsprogramma’s, zoals de GALM en MbvO-projecten hebben een positief effect op bewegingsachterstand van senioren, maar de continuïteit dreigt soms in gevaar te komen. Daarom ondersteunt de NCS senioren sportgroepen die willen verzefstandigen naar een seniorensportvereniging. Uit het rapport ‘Wat beweegt senioren?’ van de stichting Toegepaste Gerontologie van de Vrije Universiteit is gebleken dat verenigingssporters op een aantal punten fitter zijn dan niet verenigingssporters. Bovendien krijgen ze in verenigingsverband van gelijkgestemde steun om iedere training/les weer te verschijnen. En die steun is erg belangrijk bij het doorgaan met sporten. Ondersteuning De NCS biedt aan de aangesloten NCS-leden de mogelijkheid om samen te kijken naar het seniorenplan binnen de vereniging op dit moment, maar ook in de toekomst. Mogelijk kunnen GALM groepen bij de vereniging aansluiting vinden. Uitbreiding van het aantal leden door het opzetten van seniorenactiviteiten betekent eveneens werving van nieuwe kaderleden. Senioren zijn hele goede kandidaten om vrijwilligerswerk in uw organisatie te verrichten. De gemiddelde opleiding van senioren is tegenwoordig hoger dan vroeger. Eveneens hebben zij vaak goede contacten die bruikbaar zijn voor de vereniging. Doorstroming in een bestuur of commissie is een goede zaak. Alleen heeft dit niets te maken met de leeftijd van bestuursleden. Het gaat om het aantal jaren dat een bestuurslid in functie is. Een maximale zittingsduur, bijvoorbeeld twee of drie termijnen, is daarom een eerlijker en effectievere maatregel dan een leeftijdsgrens. Opleiding Het NCS recreatiesportloket biedt u de RSL-O opleiding. Deze opleiding is bestemd voor sportleiders die al een Recreatiesportleider Algemeen (RSL-A) of vergelijkbaar diploma hebben. De cursus leidt op om op een
verantwoordelijke manier met actieve 55plussers in sport- en bewegingssituaties om te gaan en te begeleiden. De NCS biedt graag onderdak aan seniorensportverenigingen. Ook zijn er verschillende omni-verenigingen die de seniorenafdeling als lid bij de NCS hebben aangemeld. 5. Doelgroepactiviteiten Leden en potentiële leden van een vereniging zijn in te delen in diverse doelgroepen. Zoals gezegd, zijn de bekendste groepen jeugd, ouderen, gehandicapten en allochtonen, maar er zijn meer groepen die binnen de vereniging soms op een aparte wijze benaderd moeten worden. Hieronder volgt een iets uitgebreidere opsomming van mogelijke doelgroepen binnen een vereniging: • • • • • • • • • • • • • • • • •
Welpen F-pupillen E-pupillen D-pupillen C-aspiranten B-aspiranten A-junioren Jeugd Senioren 50+-ers Recreanten Gehandicapten Allochtonen Vrijwilligers Technisch kader Jeugdkader Ouders
Sommige doelgroepen overlappen elkaar zoals jeugd alle voorgaande groepen overlapt. Toch moeten de welpen soms als aparte groep benaderd worden. De interesse en leefwereld van welpen is namelijk totaal verschillend dan die van C-aspiranten of A-junioren. Sommige groepen bij elkaar kunnen weer een nieuwe doelgroep vormen zoals een combinatie van welpen en F-pupillen. Deze kunnen wat betreft nevenactiviteiten gezien worden als één groep. De lijst die hierboven is opgenomen is niet uitputtend, dat wil zeggen dat er nog veel meer doelgroepen samengesteld kunnen worden. U kunt daar als vereniging zelf mee spelen. Voorbereiding van activiteiten Voordat men een activiteit gaat plannen is het van belang eerst te bepalen voor wat voor doelgroep de activiteit bedoeld is. Aan de hand daarvan kan er een beslissing genomen
worden over de volgende, hiervan afhankelijke punten: • Welke activiteit wordt er georganiseerd? • Hoeveel mensen zijn er voor nodig om deze activiteit op poten te kunnen zetten en te begeleiden? • Hoe kunnen we de communicatie over deze activiteit het beste aanpakken? Voorbeeldactiviteiten Hieronder zijn een aantal voorbeeldactiviteiten opgenomen die u een idee geven van het soort activiteiten dat per doelgroep georganiseerd kan worden. Voor het gemak hebben we ze naar de verschillende groepen ingedeeld. Maar dat is natuurlijk zeer arbitrair, net zo goed als er veel meer activiteiten zijn te verzinnen. Jongere jeugd: De jongere jeugd heeft behoefte aan activiteiten waar een grote mate van sturing in verwerkt is. Zij zijn nog niet zelfstandig genoeg om dingen uit eigen initiatief te ondernemen en dienen constant gestuurd en gemotiveerd te worden. Ballonnenwedstrijd Om ook de allerkleinsten bij een feestelijke gebeurtenis te betrekken is een ballonnenwedstrijd heel geschikt. Dit kan gebeuren bij de opening van het veld of een nieuwe kantine, de seizoenstart of een toernooi c.q. bijzondere wedstrijd. Welke ballon komt het verst, dat is de vraag. Naast de eigen jeugd kan ook de complete schooljeugd uitgenodigd worden. Ook kan men de kinderen zelf ballonnen laten versieren of maken of de ballonnen laten sponsoren. Vergeet het opblaasapparaat niet! Jeugdvaardigheidproeven Een extra dimensie aan uw sport- en speldag voor de eigen jeugd geeft u door het beschikbaar stellen van diploma's voor het behaalde resultaat. Het competitie-element wordt des te duidelijker onderstreept als u werkt met bepaalde clubrecords, niet alleen voor doorloopballen, strafworpen en afstandsschoten, maar ook voor sprinten, behendigheid, werptechnieken enz. Kamp Het middel om aan ledenbinding te doen is het verenigingskamp. Met z'n allen er op uit, een week(end) lang. Goed voorbereid met een afwisselend en niet al te vol programma bezorgt men de leden de fijnste herinnering van de sportloopbaan
Aspiranten/Junioren: B- en A-junioren daarentegen willen graag zelf bepalen wat ze doen, ze vinden het niet prettig als hen verteld wordt wat ze moeten doen. Deze groep is uitermate geschikt om zelf initiatief te laten nemen, feestavonden te laten organiseren voor zichzelf of andere activiteiten te ontplooien. Beachsport In tegenstelling tot de reguliere uitvoering van de sport, die voornamelijk gericht zijn op de wedstrijdsport, is beachsport bij uitstek geschikt om recreatief te beoefenen. Bij voorkeur in een ontspannen omgeving en bij ideale weersomstandigheden. Beachsport leent zich natuurlijk ook prima voor wedstrijdjes of een toernooi. Maar hoe je ook speelt, bij beachsport gaan plezier en sport hand in hand. Voorbeelden van beachsport: volleybal, voetvolley, beachkorfbal. Vriendentoernooi Een manier om jonge niet-sporters naar het veld of de zaal te krijgen is het organiseren van een vriendentoernooi. Elke jongen en elk meisje nemen een niet spelend vriendje of vriendinnetje mee. Er worden mixed teams gevormd en de nieuwe jongelui worden besmet met het sportvirus. Ook mogelijk op trainingen (zogenaamd sneeuwbaleffect). Let wel: het zal niet altijd alle leden gelukken iemand mee te nemen, het is daarom geen enkel bezwaar als sommige leden meer vrienden meenemen. Pandavullen Aparte publiciteitsstunts zijn er met het Guinness book of records als handleiding voldoende te verzinnen. Een recordaanval levert extra publiciteit, eventueel gepaard met een bepaalde gebeurtenis. Pandavullen is zo'n voorbeeld. Probeer zoveel mogelijk mensen van een bepaalde groep in een Panda of ander merk auto te krijgen. Een wedstrijd voor alle teams is dan ook mogelijk, desnoods verdeeld over categorieën van grootte of leeftijd. Clinics Verdedigen tegen de beste aanvallers van Nederland? Leren scoren van een echte topcoach? Samen spelen met een echte international? Jouw idool in het echt ontmoeten? Dat kan allemaal door een echte clinic in huis te halen!! Leuk voor de jeugd! Leerzaam voor het trainerskader! Fantastisch voor de promotie van uw vereniging en de sport in het algemeen.
Na afloop is er, na het uitdelen van handtekeningen en het maken van foto’s, gelegenheid voor het trainingskader om van gedachten te wisselen over algemene zaken betreffende de jeugdopleiding e.d. Filmmiddag/avond/nacht Huur of leen apparatuur om films of dvd’s mee af te spelen en huur één of meer films/dvd’s voor een bepaalde leeftijds- of doelgroep en maak de kantine eenmalig tot bioscoop. Entreeheffing en introducés zijn te overwegen. Wanneer buitenstaanders worden toegelaten is aandacht voor de club (via posters, stickers of folders) noodzakelijk. Senioren: De groep senioren en 50+-ers kan heel uiteenlopend zijn. Over het algemeen is het wel zo dat volwassenen bij nevenactiviteiten als feestavonden wel graag bezig gehouden willen worden. Het alleen maar organiseren van een feest is meestal niet genoeg. Een thema-avond met daaraan gekoppelde activiteiten zoals een casino is veel aantrekkelijker dan gewoon een avond met muziek. Après-Ski-Avond Het clubhuis omgetoverd tot Après-Ski-hut. Compleet met aangepaste muziek en typische Oostenrijkse of Zwitserse spellen. Natuurlijk is het leuk als iedereen ook in aangepaste kleding komt. Die ski-bril staat je goed! Dartscompetitie Een dartscompetitie of toernooi is gemakkelijk op te zetten. In de vereniging zijn vast mensen die het leuk vinden om af en toe eens een pijltje te gooien. De kantine wordt intensiever gebruikt, misschien levert het nieuwe contacten met sponsors op en het kan ook leiden tot ledenwinst. Neem contact op met de dartbond over de spelregels. Prijzen en standen kun je, zoals met klaverjassen, in het krantje publiceren. Biertapavond Onder het controlerend oog van een deskundige jury (plaatselijke vips, caféhouders of superdrinkers van de club e.d.) proberen de naar de kampioenstitel dingende leden een zo goed mogelijke reeks biertjes te laten tappen. Een variatie hierop zou een bierproefwedstrijd kunnen zijn. De kenners halen de verschillende soorten of merken bier er wel uit; het gratis proeven is een lokker op zich!
Bingo Voor alle leeftijden bruikbaar, mits de snelheid van oplezen is aangepast. Trucjes met aparte cijferreeksen en aparte prijzenrondes zijn denkbaar. Een smaakmaker als getallenlezer, een aparte bingo in de bejaardensoos met de nadruk op de korfbalvereniging (gericht op goodwill en indirect wellicht op donaties). Eigen bingoavonden in de kantine of als lokker voor de jeugd.
Ouderwedstrijd Een leuk item om ouders bij het sportgebeuren van hun kinderen te betrekken is het organiseren van een wedstrijd tussen (niet sportende) ouders onderling of tussen ouders en kinderen (pa tegen zoon en moe tegen dochter). Vrolijkheid alom en dus succes verzekerd. Zorg voor goede spelleiding (die het aanvoelt...) Let op blessuregevoeligheid (vooral met schoeisel op glad veld).
Overdag sporten Inspelend op de grotere hoeveelheid 'vrije tijd' is het wellicht mogelijk om het veld, de kantine of het materiaal open te stellen voor hen die daar overdag gebruik van willen maken. Huisvrouwentrimuur, competitie voor niet werkenden (eventueel in schutterscompetitie), woensdagmiddag voor de jeugd, vrijdagmiddag voor... enz. Voldoende opvang (zowel begeleiding in de training, als barbeheer) noodzaak. Peiling vooraf of gedurende een proeftijd. Keuze tussen vaste openingstijden of volkomen vrijheid.
Ouderpagina in clubblad De animo om een ouderavond te bezoeken is niet altijd bijster groot. Heeft u wel eens overwogen om een informatiepagina in het clubblad op te nemen, speciaal gericht op de ouders?
Culinaire verrassingstocht Eetfeesten trekken meer deelname dan zomaar een feestavond. Men kent het gebodene en komt sneller. Zelfs een gezamenlijke aanvangstijd is haalbaar omdat dan het eten wordt opgediend. Een verrassingstocht houdt in dat men de deelnemers naar een plaats laat komen en daar een envelop met een routebeschrijving geeft (naar een bepaald lid of bekende relatie). Voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht telkens op een aparte plaats met weer een andere routebeschrijving. Het vergt de nodige voorbereiding, maar dat is het zeker waard. Vrijwilligers: Kadertoernooi Een variatie op mixtoernooien is het vormen van teams uit bestuurs- of commissiegelederen. Uitwisseling met buur- of zusterclubs is eveneens mogelijk. Naast het korfbalspel zijn vele andere activiteiten denkbaar tot en met bonte-avondvulling toe. Ouders: Ouders vormen een aparte en vaak vergeten groep binnen of eigenlijk buiten de vereniging. Zij zijn echter heel belangrijk als motivator voor hun kinderen en als potentiële vrijwilliger. Als ouder niet tevreden zijn met de gang van zaken bij de vereniging heeft dit effect op het aantal jeugdleden, andersom werkt dit ook zo. Het is belangrijk om ook voor deze mensen activiteiten te ontwikkelen als informatieavonden of een ouder-kind wedstrijd.
Activiteiten met een hoog promotiegehalte Combitoernooi In samenwerking met andere sporttakken is wellicht een driekamp te organiseren, waarin de drie clubs elkaar in de aparte sporten bestrijden. Talloze varianten, natuurlijk ook met andere sportclubs zijn denkbaar. Zeer geschikt voor verbetering van de onderlinge contacten. Gezonde rivaliteit kan geen kwaad. U kunt een dergelijk toernooi ook met de andere gebruikers van het sportpark organiseren. Gekostumeerde wedstrijd Ter gelegenheid van een jubileum of ander festijn worden, jeugd-, junior- of andere ploegen uitgenodigd gekostumeerd te spelen. Dit is iets dat eens per jaar goed te herhalen is. De wedstrijd kan via gewone of aangepaste spelregels gespeeld worden maar mag niet te lang duren. Prijzen voor best gekostumeerde zijn natuurlijk een must. Het maken van groepsfoto's of video-opnamen is erg leuk. Marathon Het vestigen van records is publicitair aantrekkelijk. Zo lang mogelijk wedstrijden spelen valt daar ook onder. Zorg wel voor een keur van aantrekkelijke, publiciteitsgevoelige tegenstanders (hoofdklasseteam, recreanten, de politie of gemeenteambtenaren e.d.) Zorg voor goede medische begeleiding en waterdichte regels. De club kan natuurlijk ook andere goed in de markt liggende sportevenementen organiseren. Bijvoorbeeld een crossloop, een (halve) marathon, een zwemvierdaagse, wandeltocht of fietswedstrijd. Bedenk goed welke doelstellingen voor de activiteit gelden en pas op dat KNAU, KNWU, KNBLO of andere bonden u niet van oneerlijke concurrentie kunnen betichten.