Brusselse Welzijns- en gezondheidsRaad
JAARVERSLAG 2014
Foto cover: Studiedag rond personen met het syndroom van Korsakov - 17 november 2014
2
INHOUD 2014, HET JAAR VAN CONTINUERING OF AANZET TOT VERNIEUWING? 4 DE BWR MAAKT DE BRUG 5 WERKINGEN: • PERSONEN MET EEN HANDICAP 6 • BRUSSELSE ONDERSTEUNING DIENSTENCENTRA
14
• LOKAAL SOCIAAL BELEID 19 • SOCIALE UITSLUITING 23 • INTERCULTURALISEREN 27 • VORMING, COMMUNICATIE EN DATABEHEER
32
ORGANISATIE 37 PERSONEELSINZET 2014 39
3
2014, HET JAAR VAN CONTINUERING OF AANZET TOT VERNIEUWING? Jan Hertecant
De BWR staat ten dienste van een kwaliteitsvol en toegankelijk Nederlandstalig welzijnsaanbod in Brussel. Met onze uiteenlopende activiteiten, overleggen en projecten staan we als BWR in permanent contact met een ruime waaier aan welzijnsorganisaties op het terrein. De BWR bundelt signalen vanuit het werkveld, onderneemt acties die hierop inspelen en geeft advies aan de overheid. Het belang van afstemming en samenwerking met het werkveld en overheid blijft een belangrijke opdracht.
2014 werd overheerst door de druk van de verkiezingen, de spurt naar de eindmeet voor de uittredende regering en de bundeling van verwachtingen naar de nieuwe beleidsmakers. De medewerkers van de BWR, samen met partnerorganisaties, hebben zich actief ingezet om welzijn op de kaart te plaatsen door o.a. een memorandum te schrijven en het “Groot Welzijnsdebat” te organiseren. Een politiek debat is er echter nog niet van gekomen omdat de tijd er nog niet rijp voor was, alsook voor de organisatie van een welzijnscongres. De focus werd verschoven naar de voorbereiding van een meerjarenbeleidsplan. De voorbereiding van het meerjarenbeleidsplan 2016-2020 werd georganiseerd via een intern reflectieproces, onder begeleiding van Toolbox vzw. Dit heeft geleid tot de beslissing om een nieuwe ondersteuningsstructuur uit te werken in samenwerking met partnerorganisaties. De focus wordt gelegd op de evaluatie en integratie van het bestaande, met als basis de ondersteuningsnoden van het werkveld. Een ondersteuning op maat met de toegankelijkheid tot de hulp- en dienstverlening en tot zorg op maat georganiseerd op lokaal niveau zal de uitdaging zijn voor de nabije toekomst. De kernactiviteiten werden verder opgenomen en nieuwe initiatieven werden voorbereid en/of opgestart. Het jaarverslag geeft een evaluatie van de opdrachten die opgenomen zijn in een aflopend convenant (2015) met de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). De evaluatie van onze activiteiten worden in artikelvorm aangeboden.
4
Een greep uit de realisaties: • Opvolging en ondersteuning van zorgvernieuwende projecten in de gehandicaptensector; • Nota “Aandachtspunten en Aanbevelingen betreffende Personen met een Handicap”; • Informatie- en studiemomenten rond de opvangproblematiek van personen met het Syndroom van Korsakov; • Verslagboek “Drempels tot sociale grondrechten wegwerken”; • Voorbereiding en start van een nieuw samenwerkingsverband Inclusief Brussel; • Lokaal sociaal beleid: “Wegwijs - in uw buurt in welzijn en gezondheid”; • Partnerschap in pilootproject BuurtPensioen; • Implementatie van het registratiesysteem voor de lokale dienstencentra; • Pop-up LDC in het Muntpunt; • ENIEC opvolging: poster ‘Kleurrijke zorg’; • Afronding Europees project helpdesk expertisenetwerk cultuurgevoelige jeugdhulp; • Ondersteuning voorportaalproject Powercare waarvan vzw Voem opdrachthouder is; • Vernieuwde website Sociale Kaart en Zorgzoeker; • Het Brussels Welzijnsnieuws (BWN) gaf opnieuw via dossiers extra aandacht aan actuele en inhoudelijke thema’s; • Bij het vormingsaanbod lag de focus op vormingen op maat. Vooral de vormingen over de Sociale GPS zijn in trek.
DE BWR MAAKT DE BRUG Jan Hertecant
Intersectorale samenwerking
6de Staatshervorming
De BWR werkt met verschillende sectoren samen. Intersectorale samenwerking betekent meer welzijn realiseren door een gedragen net- en samenwerking met en tussen de verschillende sectoren met ruimte voor (ver)nieuwe(nde) initiatieven en een gezamenlijke aanpak van maatschappelijke achterstelling. Centraal staat het opstarten, organiseren, ondersteunen, begeleiden en/of stimuleren van overleg, samenwerking en afstemming tussen voorzieningen en sectoren. Telkens opnieuw wordt daarbij gezocht naar een aanpak op maat. De partnerorganisaties zijn het eerste aanspreekpunt voor hun sector. Door regelmatig contact met het werkveld (o.a. via sectoraal overleg, via allerlei overlegplatforms, adviesraden en werkgroepen) vangen teamleden regelmatig signalen, noden of bespreekpunten op die we als organisatie zelf verder opvolgen of doorgeven aan de bevoegde diensten. De BWR werkt complementair met sectoren en in overleg met welzijnsdiensten intersectorale projecten en acties uit. Het aanbieden van een werkplek aan de Intersectorale netwerker– bruggenbouwer en de projectmedewerker van Voem vzw om de samenwerking te versterken, zijn hiervan een voorbeeld.
Er werd met de verschillende partnerorganisaties overleg gepleegd over de gemeenschappelijke actiepunten gekoppeld aan de doelstellingen van de individuele actieplannen. De BWR organiseerde een overleg met Plastic, conseil Bruxellois de coördination sociopolitique, om het perspectief van de Franse Gemeenschap te vernemen. In opvolging hiervan werd met partners van ‘t Lakenhuis een aanvraag ingediend om een gelijkaardige cel op te richten bij de coördinatie Brussel (Kabinet Sven Gatz). Het is niet evident om zicht te krijgen op de evoluties door de beperkte doorstroom van informatie.
Woonzorgoverleg Brussel Met het oog op de verdere uitbouw en implementatie van het woon-zorg concept in Brussel, worden jaarlijks de gezamenlijke thema’s en actiepunten vastgelegd. Specifiek werkte de BWR in 2014 samen met het Kenniscentrum voor de opvolgingsactiviteiten van het ENIEC-congres. Vanuit de BROG-werking werd in een parnerschap het project buurtpensioen ondersteund. We werkten samen met partnerorganisaties het project ‘Buurtgerichte zorgondersteuning voor kwetsbare en zorgbehoevende ouderen’ uit dat werd ingediend binnen de EFRO oproep. Daarnaast engageerde de BWR zich in de stuurgroep buurtpensioen en er werd verder ad hoc overleg gepleegd.
Samenwerking met Foyer, HvG, CGG Met het oog op een gecoördineerde aanpak van het thema interculturalisering van de zorg in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad werkte de BWR op structurele wijze samen met het Huis voor Gezondheid, het Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel en het CGG Brussel. Het engagement werd opgenomen in ieders jaaractieplan. In 2014 lag de focus op het organiseren van gecoördineerde acties m.b.t. vorming en toepassing van instrumenten.
Brug Welzijn & Gezondheid De BWR nam actief deel aan de adviesraden welzijn en gezondheid, georganiseerd door de VGC. Jaarlijks organiseert de BWR een workshop voor de Gezondheidsmeeting. In 2014 werd het thema diversiteit in de zorg in de workshop behandeld. Het project “Wegwijs - in uw buurt - in welzijn en gezondheid” werd samen gerealiseerd op 4 locaties in het kader van lokaal sociaal beleid rond bekendmaking van het zorgaanbod en netwerking. Er werd ook deelgenomen aan de stuurgroep mantelzorg in Brussel om samen met de Nederlandstalige en Franstalige mantelzorgverenigingen de noden en het aanbod te verkennen en acties te ondernemen.
Brug Welzijn & Onderwijs De BWR stelt jaarlijks projecten voor aan de Brusselse sociale hogescholen Odisee en Erasmus. De BWR gaf daarnaast sessies aan de studenten over wegwijs in welzijn.
Brug tussen welzijn & cultuur De BWR participeerde aan verschillende overlegmomenten met het Muntpunt in het kader van activiteiten die kunnen georganiseerd worden. De vorming Sociale GPS is hiervan een voorbeeld. BOD organiseerde in december, samen met de lokale dienstencentra, een pop-up LDC in het Muntpunt. Meer informatie over concrete acties is terug te vinden in de themawerkingen.
5
PERSONEN MET EEN HANDICAP Chris Blockerije en Sjoert Holtackers
Werken aan de zorgproblematiek van personen met een beperking in Brussel is sinds vele jaren een belangrijk actiepunt en werkdomein van de BWR. De BWR stelt enerzijds een beleidsmedewerker ter beschikking van de sector - verenigd in het Brussels Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg (BROG) - om met de nodige slagkracht invulling te kunnen geven aan het Vlaamse gehandicaptenbeleid in Brussel. Daarnaast biedt de BWR het werkveld een kader en netwerk aan voor afstemming en samenwerking met partners uit andere sectoren, het opzetten van samenwerkingsinitiatieven die inspelen op de geëigende, grootstedelijke problematiek. Met tijdelijke projectsubsidies van de VGC kon er de afgelopen jaren een extra beroepskracht (nl. de sectorfacilitator personen met een handicap) ingezet worden: initieel met de opdracht om de Brusselse zorgnoden van de doelgroep te onderzoeken en in kaart te brengen … maar actueel met als taak acties uit te werken die inspelen op het zorgvernieuwingsbeleid Perspectiefplan 2020. Eind april 2015 wordt dit project echter stop gezet. Zoals eerder was afgesproken met de VGC, neemt de sectorfacilitator vanaf mei de functie op van de huidige BWR-beleidsmedewerker die dan, omwille van vervroegd pensioen, uit dienst treedt.
Brussels Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg (BROG) De werking en uitbouw van de gehandicaptenzorg in de Vlaamse Gemeenschap is formeel vastgelegd in het Besluit zorgregie van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006. In elke provincie is er één Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg (ROG), met een evenredige vertegenwoordiging van de voorzieningen, gebruikers, verwijzers en het beleid. Voor Vlaams-Brabant en Brussel is er één gezamenlijk ROG, waarvoor de VGC een overeenkomst afgesloten heeft met het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en de provincie Vlaams-Brabant. De ROG ’s zijn collectief verantwoordelijk voor het uitwerken en uitvoeren van de processen van het zorgregiebesluit en de opdrachten die kaderen in het Zorgvernieuwingsplan ‘Perspectief 2020’: nieuw ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap. De Vlaamse Regering kiest hiermee resoluut voor een vraaggestuurd, inclusief, intersectoraal beleid en wil tegen 2020 een zorggarantie voor de doelgroep met de grootste ondersteuningsnood. Om dit
6
Doelstelling BROG Het BROG heeft als belangrijkste opdrachten: • Overleg, samenwerking, zorgafstemming en zorguitbreiding realiseren binnen de sector personen met een handicap in Brussel; • Belangenbehartiging van de Nederlandstalige gehandicaptenzorg in Brussel; dit impliceert zowel de toepassing van de Vlaamse regelgeving in Brussel als het bewaken en verdedigen van de Brusselse belangen in het kader van de uitwerking en invulling van de ROGopdrachten; • Ondersteunen van het werkveld bij het opzetten van projecten die inspelen op specifieke noden van de doelgroep in Brussel en intersectorale samenwerking bevorderen.
mogelijk te maken moet de sector door een stevig veranderingstraject en wordt de persoonsvolgende financiering geïntroduceerd. De opdrachten en concrete taken van de ROG-partners hierin worden telkens geëxpliciteerd in de betreffende omzendbrieven van het VAPH. Het BROG, sectoraal overlegplatform binnen de BWR, is het representatief overleg- en samenwerkingsorgaan van een 35-tal Nederlandstalige zorgaanbieders, gebruikersorganisaties en verwijzende instanties voor personen met een beperking actief in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Het BROG is formeel vertegenwoordigd in de ROG-stuurgroep (dit met een mandaat vanuit de geleding ‘zorgaanbieders’) alsook in de eraan gelinkte structuren of werkgroepen. Samen met de partners van het BROG wordt - op sub-regionaal niveau - invulling gegeven aan de ROGopdrachten. Daarnaast worden in de schoot van de BROG-werking een aantal ‘Brusselse’ acties, initiatieven opgezet die inspelen op de geëigende grootstedelijke situatie en problematiek, waarmee de sector en de doelgroep te maken hebben. De organisatie- en werkingsstructuur van het BROG is vastgelegd in een ‘afsprakenregeling’ tussen de BROGpartners. De werking van het BROG werd intussen ook verbreed en verruimd met partners uit de reguliere welzijnssector. De BWR stelt een beleidsmedewerker ter beschikking van het BROG om dit proces mee aan te sturen en te begeleiden. De beleidsmedewerker is tevens namens de VGC gemandateerd in het ROG en zorgt voor de vertaalslag naar het BROG en vice versa.
Concrete initiatieven en acties
Vanaf 2014 volgt de stuurgroep ook de werking op van het BrAP (Brussels Aanmeldingspunt voor Personen met een Handicap)/DOP (Dienst OndersteuningsPlan) - regioteam Brussel, idem wat de opdrachten en werkzaamheden betreft van de Intersectorale Netwerker (voormalige Bruggenbouwer) personen met een beperking en kinderen met specifieke zorgbehoeften. Beide werkingen worden twee keer per jaar uitvoerig besproken. De Intersectorale Netwerker is sinds begin 2014 ook bij de BWR gehuisvest. BROG-Plenaire Vergadering De Plenaire Vergadering (groepeert een 35-tal organisaties) komt 4 keer per jaar samen. Naast informatie uitwisseling en afstemming, standpuntbepaling rond zowel VAPH als niet-VAPH aangelegenheden wordt er telkens één specifiek thema, werkdomein belicht waarop ook externe partners en organisaties uitgenodigd worden. Afgelopen jaar kwamen volgende gespreksthema’s aan bod: • Tewerkstellingsinitiatieven voor personen met een (arbeids)handicap in Brussel. Mogelijkheden en uitdagingen (maart); • Zorg en initiatieven voor personen met een handicap binnen de woonzorgsector in Brussel. Invulling van het Masterplan woonzorg Brussel (juni); • Focus op zorgvernieuwing in de praktijk (september); • Hervorming van de Geestelijke Gezondheidszorg. Innoverende praktijken in Brussel: HERMESplus en TANDEMplus (december).
Organisatie en aansturing van de BROG-stuurgroep/ Plenaire vergadering Het BROG komt maandelijks samen volgens een vastliggend vergaderpatroon: na twee opeenvolgende bijeenkomsten van de Stuurgroep volgt er telkens een Plenaire Vergadering. BROG-stuurgroep De stuurgroep telt 13 leden en kwam afgelopen jaar 9 keer samen. De stuurgroep heeft als opdracht: informatie doorgeven, standpunten en adviezen formuleren en meegeven aan de BROG-vertegenwoordigers binnen de verschillende ROG-werkgroepen, ontwikkelen van een visie rond zorgvernieuwing en de implementatie binnen Brussel, invulling en uitvoering uitbreidingsbeleid, samenwerking en afstemming met partners binnen/ buiten de sector …
7
Bijzondere aandachtspunten, acties: • Toepassing Decreet Persoonsvolgende Financiering (PVF) in Brussel De (vorige) Vlaamse Regering keurde in april 2014 de PVF goed. Dit decreet hervormt de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap. Het decreet vertrekt vanuit 2 pijlers: een basisondersteuningsbudget (BOB) en een persoonsvolgend budget (PVB). Het BOB is er voor personen met een erkende handicap en een beperktere ondersteuningsnood. Het betreft een vrij te besteden vast forfaitair bedrag (inmiddels vastgesteld op 300€/per maand en in voege vanaf september 2016 ) waarmee o.a. reguliere zorg (zoals gezinshulp) kan ingekocht worden. Het PVB is er voor personen met een zware en complexe zorgnood, die ondersteuning nodig hebben vanuit de VAPH-voorzieningen. Omdat de toekenning van het BOB gekoppeld wordt aan de Vlaamse Zorgverzekering heeft het BROG, naar aanleiding van de besprekingen en hoorzittingen van het Ontwerpdecreet in het Vlaams Parlement, in het voorjaar 2014 een schrijven gestuurd naar de (toenmalige) VGC-collegeleden en raadsleden, de Vlaamse volksvertegenwoordigers voor Brussel, de leden van de Commissie Welzijn-Vlaams Parlement, alsook de koepels en belangenorganisaties in de sector. In dit schrijven werd de grote bezorgdheid geuit over de toepassing en toekenning van het BOB in Brussel (gezien het niet verplichtend karakter van aansluiting bij de Vlaamse Zorgverzekering en de zware wachttijd en sanctionering bij niet tijdige aansluiting) en de mogelijke zware gevolgen voor de Vlaamse Brusselaars met een handicap, die hierdoor dreigen uit de boot te vallen. • BROG-aanbevelingsnota voor het nieuwe VGCcollegelid Welzijn Het BROG heeft - in het kader van de nieuwe legislatuur en op basis van het Vlaamse Regeerakkoord en het VGC-bestuursakkoord 2014-2019 - een nota opgesteld met ‘Aandachtspunten en Aanbevelingen betreffende Personen met een Handicap’. In de nota kwamen volgende aspecten aan bod: historische zorgachterstand in Brussel, gevolgen van de Persoonsvolgende Financiering in Brussel, toekomst intersectorale samenwerkingsprojecten, problematiek van opvang personen met een handicap binnen de Brusselse woonzorgcentra, samenwerking met tweetalige, Franstalige structuren en lokale besturen. Einde september werd een BROG-delegatie ontvangen door bevoegd VGC-collegelid Bianca Debaets, waarbij deze nota uitvoerig besproken is. Aansluitend vond midden oktober ook een kennismakingsgesprek plaats met de nieuwe VGCdirectie en medewerkers welzijn, waarop de nota
8
met de bezorgdheden extra onder de aandacht gebracht werd. Mandaten in het ROG Vlaams-Brabant en Brussel: stuurgroep ROG, werkgroep afstemming en planning De BWR-beleidsmedewerker is namens de VGC gemandateerd in de ROG-stuurgroep, alsook de Provinciale Werkgroep Afstemming en Planning, formuleert en bewaakt de BROG-standpunten en voorstellen. De ROG-stuurgroep evenals de Werkgroep Afstemming en Planning komen beiden maandelijks (10 keer per jaar) samen in het Provinciehuis te Leuven. Beide vergaderingen zijn samengesteld conform de bepalingen van het Zorgregiebesluit en geven uitvoering, invulling aan de opdrachten van de Zorgregie, zoals beschreven in de betreffende omzendbrieven van het VAPH. • ROG-Stuurgroep: Boog zich afgelopen jaar o.a. over de volgende punten: advisering voorstel hertekening zorgregie in functie van de persoonsvolgende financiering, uitbreidingsbeleid 2014: verdeling middelen RTH en toekenningsprincipes voor de persoonsvolgende financiering en PAB, advisering reconversieaanvragen, opstart IROJ en overdracht minderjarigen, CRZ-registraties en historische zorgachterstand. In september werd door het VAPH een extra overleg georganiseerd; dit naar aanleiding van de vraag van het ROG-Limburg om de extra middelen voor de historische zorgachterstand binnen Antwerpen en Vlaams-Brabant/Brussel te schrappen. Het BROG werd mee uitgenodigd op dit interprovinciaal overleg en stelde een nota op (met onderbouwde cijfergegevens en duidingsmateriaal) om de bijzondere Brusselse probleemsituatie naar de Vlaamse partners te belichten. • ROG - Werkgroep Afstemming en Planning: Werkt o.m. de voorstellen uit rond de invulling van het uitbreidingsbeleid en de budgetverdeling, evalueert en volgt de inzet op van de RTHmiddelen via de regionale penhouders, werkt voorstellen uit over de verdeling/verschuiving van de budgetten persoonsvolgende convenanten over de Regionale Prioriteiten Commissies… Ondersteuning ‘intersectorale samenwerkingsprojecten’: ZONAR en intersectorale Netwerker Afgelopen jaar werden ook nog een 2-tal projecten opgevolgd, die vanuit de BROG-partners opgezet werden n.a.v. het eerdere onderzoek van de sectorfacilitator en hierop inspelen:
Informatie- en uitwisselingsmoment rond personen met het syndroom van Korsakov - 5 februari 2014
• ZONAR – Handicapspecifieke ondersteuning binnen de Brusselse woonzorgcentra Het VAPH financierde gedurende 3 jaar dit experimenteel zorgvernieuwingsproject (projecthouder: Zonnelied). Hierbij organiseerde Zonar binnen 3 Brusselse woonzorgcentra trajecten op maat van rusthuisbewoners met een handicap (jonger dan 60 jaar) en coachte het personeel in handicapspecifieke know how. Toen einde 2013 de experimentele financiering verstreek werd naar nieuwe pistes gezocht om de specifieke ondersteuning, omkadering te kunnen verder zetten. Einde 2013 kreeg Zonar nog een kleine subsidie toegekend vanuit de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (toenmalig kabinet B. Grouwels) , die de meerwaarde van dit project erkende. Daarnaast kan er via de Vlaamse middelen in het kader van de Rechtstreeks Toegankelijke Hulp ook nog een beperkte ondersteuning geboden worden; waardoor Zonar nu reeds samen werkt met een 8-tal Brusselse woonzorgcentra actie. De BROG-beleidsmedewerker en de sectorfacilitator maken deel uit van de Zonar-stuurgroep (5-tal samenkomsten in 2014). • Van Bruggenbouwer (thuislozenzorg) Intersectorale Netwerker
naar
Dit project werd gedurende 3 jaar gesubsidieerd (met Stedenfondsmiddelen) om
de brug te slaan tussen de thuislozenzorg en de gehandicaptenzorg. Vervolgens werd het project verruimd (Bruggenbouwer+) naar jongeren/ jongvolwassenen met een vermoeden van handicap en kans op thuisloosheid (subsidies J. Van Deurzen, 2013). In 2014 werd het project verder open getrokken naar de reguliere sectoren (m.n. het Algemeen Welzijnswerk, Kind en Gezin, Gezinszorg) die binnen het Perspectiefplan 2020 aangeduid zijn als prioritaire partners in het kader van de inclusieve opvang en hulpverlening aan personen met een beperking. De intersectorale netwerker (personen met een beperking en kinderen met specifieke zorgbehoeften) heeft als opdracht om een kwaliteitsvolle ondersteuning van personen met een handicap te stimuleren, ongeacht in welke sector ze ondersteund worden, en hiertoe de nodige instrumenten aan te reiken, acties op te zetten, sectoren te verbinden. Sinds 2014 is de Intersectorale Netwerker gehuisvest binnen de BWR. Het juridisch werkgeverschap van het project - tot einde 2014 Begeleid Wonen Brussel - is vanaf 2015 in handen van het M.P.C. Sint-Franciscus (dit evenwel in het kader van het samenwerkingsverband FAM Flexibel Aanbod Meerderjarigen - met De Lork en Zonnelied).
9
De BROG-stuurgroep volgt dit project mee op. De partners uit de betrokken sectoren worden telkens uitgenodigd op de besprekingen. De BROG-beleidsmedewerker nam het afgelopen jaar ook deel aan gesprekken met actoren uit de tweetalige en Franstalige thuislozen- en gehandicaptenzorg, en een overleg met het GGC-beleid (voormalig kabinet B. Grouwels); dit vanuit de vraag en verzuchting om ook met het tweetalige en Franstalige werkveld een parallelle structuur te kunnen uitbouwen. Partnerschap pilootproject BuurtPensioen Het pilootproject BuurtPensioen is een initiatief van het Kenniscentrum Woonzorg Brussel in partnerschap met Ado Icarus, Seniorencentrum Brussel, EVA, het Brussels Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg (BWR) en de VUB-departement educatiewetenschappen. Het project kadert binnen het programma ‘Sociale Innovatie’ van voormalig minister Lieten en werd gefinancierd voor één jaar. Het ging in november 2013 van start binnen het LDC Ado Icarus in Nederover- Heembeek. Op een vernieuwende manier wil dit project bijdragen aan de uitdagingen van vergrijzing, toenemende zorgbehoeften en betaalbaarheid, alsook de meerwaarde die wederkerigheid kan bieden op buurtniveau. Het BuurtPensioen is een vorm van pensioensparen in tijd. Mensen helpen elkaar en elke prestatie wordt geregistreerd. Dit opgebouwde krediet kan later ingezet worden om hulp te vragen wanneer de persoon zelf hulpbehoevend wordt. De BROG-beleidsmedewerker maakte hierbij deel uit van de projectstuurgroep die afgelopen jaar een 7-tal samen kwam. Intussen is de financiering van het project afgelopen, maar het Buurtpensioen loopt verder; dit dank zij een dynamische vrijwilligersploeg binnen het LDC. Intussen wordt er nog naar subsidies gezocht om het project te kunnen multipliceren, want intussen zijn er in Brussel verschillende antennes en geïnteresseerde partners die ook willen starten.
Andere acties en initiatieven • Deelname aan het overleg (georganiseerd door het Kenniscentrum Woonzorg Brussel) rond de uitbouw van een zorgzame buurt in Hoog-Molenbeek/Project ‘Ontschottende zorg’ in het kader van de verdere invulling site Zonnelied: overlegmomenten in juni, september, november.
10
• Deelname aan een consultatie- en reflectiemoment (maart) van het Kenniscentrum Woonzorg Brussel in het kader van de opmaak van het Masterplan Woonzorg Brussel 2014 -2020. • Overleg met de Centrum voor Maatschappelijke Documentatie en Coördinatie - CMDC m.b.t. hun studie, in opdracht van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, en ‘Voorstel voor een dienst overschrijdend steunpunt voor de thuiszorg in Brussel’. Dit moet in het bijzonder personen met een handicap beter omkaderen in de thuisopvang.
Sectorfacilitator personen met een handicap De voorbije jaren heeft de sector personen met een beperking in Brussel, met tijdelijke projectsubsidies van de VGC, een sectorfacilitator kunnen inschakelen om de zorgproblematiek van personen met een beperking in Brussel in kaart te brengen en zorginnoverende projecten te ontwikkelen. De laatste twee jaar werd de sectorfacilitator ingezet om met de voorzieningen op het terrein uitvoering te geven aan het nieuwe Vlaamse ondersteuningsbeleid voor personen met een beperking in Brussel.
De sectorfacilitator heeft als belangrijkste opdrachten: • Bekendmaking hulpverlenersaanbod/ sensibilisering welzijnssector; • Vorming uitwerken en aanbieden, uitbouwen intersectorale samenwerking; • Ondersteunen van het Brussels samenwerkingsverband Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH): omkadering RTH-werkgroep, helpdesk RTHregistratiesysteem.
Bekendmaking hulpverleningsaanbod/ sensibiliseren welzijnssector De sectorfacilitator zet in op de bekendmaking van laagdrempelige zorg- en ondersteuningsinitiatieven voor personen met een beperking: o.a. door het uitwerken van een toegankelijke website, aanbieden van folders en informatiesessies aan hulpverleners en doorverwijzers.
Uitwerken bekendmakingsmateriaal sector personen met een beperking. In oktober 2013 heeft de BWR, op vraag van het werkveld, bij de VGC een promobudget aangevraagd om enerzijds de bestaande website en folder van het BrAP (Brussels Aanmeldingspunt voor Personen met een handicap) te actualiseren en anderzijds de nieuwe laagdrempelige ondersteuningsvorm Rechtstreeks Toegankelijke Hulp - dit o.m. door gerichte verspreiding van een folder - ruim bekend te maken. De VGC keurde dit budget goed, maar kende finaal de middelen toe aan Begeleid Wonen Brussel, als juridisch werkgever van het BrAP. Met Begeleid Wonen Brussel werd er afgesproken dat de sectorfacilitator de geplande acties verder zou uitwerken en uitvoeren. Afgelopen jaar heeft de sectorfacilitator concrete acties opgezet:
volgende
• Uitwerken van een nieuwe BrAP-folder: gezamenlijk initiatief met het BrAP; • Ontwikkelen en verspreiden bekendmakingsfolder Rechtstreeks Toegankelijke Hulp; in samenspraak met de werkgroep RTH-Brussel; • Meewerken aan de inhoudelijke ontwikkeling van de nieuwe toegankelijke website van het BrAP (geplande lancering voorjaar 2015).
Folder RTH
Voorbereiding informatiesessie voor Nederlandstalige Brusselse Huisartsen Samen met de Dienst OndersteuningsPlan - DOP (regioteam Brussel) werd de Brusselse Huisartsen Kring gecontacteerd met de vraag om, in het kader van hun navormingen, een informatieprogramma te kunnen aanbieden rond de nieuwe tendensen binnen de sector personen met een beperking en de laagdrempelige ondersteuningsmogelijkheden.
Vorming uitwerken, aanbieden en uitbouwen intersectorale samenwerking Organiseren van twee informatie- en studiemomenten rond de opvangproblematiek van personen met het Syndroom van Korsakov (5 februari en 17 november) Via het zorgvernieuwingsproject van Zonar (cf. handicapspecifieke ondersteuning binnen de Brusselse woonzorgcentra) en het project BruggenbouwerIntersectorale Netwerker werd vastgesteld dat er veel personen met het syndroom van Korsakov in diverse Brusselse sectoren (thuislozen, woonzorgcentra, beschut wonen...) opgevangen worden. Korsakov is een syndroom dat vooral voorkomt in het kader van een langdurige alcoholproblematiek. Deze personen functioneren psychisch, cognitief en motorisch
Folder BrAP
11
Studiedag rond personen met het syndroom van Korsakov - 17 november 2014
anders waardoor hulpverleners vaak op een andere manier met hen moeten omgaan. Dit is niet evident en hulpverleners geven regelmatig aan dat ze nood hebben aan meer informatie en handvaten bij de ondersteuning van deze doelgroep. De BWR heeft op 5 februari een eerste informatieen uitwisselingsmoment georganiseerd, dat op heel wat belangstelling kon rekenen; een 65-tal personen uit diverse sectoren namen deel aan dit gebeuren. Na een algemene uiteenzetting over het syndroom van Korsakov (Wat is Korsakov en hoe ontstaat het?) volgden er 4 getuigenissen van hulpverleners uit diverse sectoren, die over hun ervaring met de doelgroep kwamen spreken. Aansluitend werden de deelnemers in groepen opgedeeld om - aan de hand van een concrete opdracht - ervaringen uit te wisselen en eventuele noden en vragen te formuleren. Tijdens deze sessies kwam de vraag boven drijven naar meer specifieke informatie over thema’s zoals: welke begeleidingsstijl hanteer ik het best als hulpverlener, bij welke ambulante of residentiële sectoren kan ik terecht, hoe bouw je een netwerk op bij deze doelgroep…
12
Om in te spelen op de vragen en signalen organiseerde de BWR op 17 november 2014 een tweede studiemoment, met alweer een grote opkomst (70 deelnemers). Ditmaal werd stil gestaan bij de vraag ‘Hoe kan ik als hulpverlener iemand met Korsakov herkennen? Waar moet ik specifiek op letten?’ Een tweede deel van het programma was gericht op zorgvernieuwing, vermaatschappelijking van de zorg en het opbouwen van netwerken. Sprekers uit de sector geestelijke gezondheidzorg, personen met een beperking en het algemeen welzijnswerk brachten getuigenissen over hoe zij met deze cliënten omgaan. Als afsluiter van de studiedag werd - aan de hand van een aantal casussen - stil gestaan bij de vraag welke sector nu het best de zorg en ondersteuning voor deze doelgroep opneemt. Dit bleek heel duidelijk een én én verhaal. BuSO-overleg (Buitengewoon Secundair Onderwijs) Dit overleg werd opgestart naar aanleiding van het eerdere onderzoek van de sectorfacilitator waaruit bleek dat de instroom in de volwassenopvang na het
buitengewoon onderwijs, vaak moeizaam verloopt. Dit overleg heeft tot doel om tot een betere afstemming te komen tussen de onderwijssector/minderjarigenzorg en de zorg en ondersteuning voor volwassenen. In het voorjaar 2014 kwamen de partners nog één keer in plenum samen, waarbij CAW Brussel en Jeugd en Stad (JES) hun werking hebben toegelicht. Vervolgens werd beslist om de verdere aanpak en informatiesessies meer gericht per school te bekijken en op maat van de geëigende schoolpopulatie, met hun specifieke beperking. In het najaar 2014 organiseerde de sectorfacilitator, samen met de Dienst OndersteuningsPlan (DOP), het CAW Brussel, Begeleid Werken MAGDA, Begeleid Wonen Brussel en BuSO Zaveldal, een informatiereeks voor de leerkrachten en leerlingen van deze school. Het opzet was om schoolverlaters te wegwijs maken in het laagdrempelig (handicapspecifiek) welzijnsaanbod. De bekendmaking gebeurde aan de hand van casusbesprekingen, budgetbeheerspelletjes en groepsgesprekken; om zo de leerlingen actief te laten ervaren wat deze diensten, na hun schoolloopbaan, voor hen kunnen betekenen. Begin januari 2015 werd deze aanpak geëvalueerd. In de loop van dit jaar worden ook in de andere Brusselse BuSO-scholen (Kasterlinden, Koninklijk Instituut Woluwe, Cardijnschool) vergelijkbare informatiesessies ingericht.
Ondersteuning Werkgroep Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening In juni 2013 ging, in het kader van het nieuwe Vlaamse ondersteuningsbeleid, de Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening van start. Via deze nieuwe, laagdrempelige ondersteuningsvorm kunnen personen met een (vermoeden van) handicap in beperkte mate hulp en ondersteuning krijgen, zonder hiervoor een VAPH-erkenning te moeten hebben. Hiermee wil het VAPH de zelfredzaamheid van personen met een beperking verhogen, gezinnen maximaal ondersteunen en tegelijk een onnodige vraag naar duurdere zorgvormen vermijden. In de regio Brussel wordt Rechtstreeks Toegankelijke Hulp aangeboden in het kader van een samenwerkingsverband tussen 9 voorzieningen en met Begeleid Wonen Brussel als penhouder. Het doel van het samenwerkingsverband is om flexibel, snel en vraaggestuurd te kunnen inspelen op noden van de Vlaamse Brusselaar met een (vermoeden van) handicap. Het samenwerkingsverband is geconsolideerd via een huishoudelijk reglement en samenwerkingsovereenkomst tussen de partners. Daarnaast komen de partners op vaste tijdstippen samen - in de schoot van de werkgroep RTH - om de samenwerking en de verdeling van de middelen te evalueren en bij te sturen. In 2014 is de werkgroep 4 keer samengekomen.
De sectorfacilitator ondersteunt de Brusselse RTHwerking door: • Ontwikkelen, onderhouden RTH registratiedocument: de sectorfacilitator is de ontwikkelaar van het online registratiedocument waarmee de Brusselse Partners hun RTH-budget aanvragen bij de penhouder. Daarnaast registreren de partners hun gepresteerde acties in het document. Op deze manier heeft ieder steeds een actueel overzicht van het beschikbare budget; • Informeren: partners uit de werkgroep en sector informeren over nieuwe ontwikkelingen binnen RTH; • Ondersteuning en vormingen aanbieden: de sectorfacilitator ondersteunt de (nieuwe) partners in het samenwerkingsverband door hun vorming te geven over RTH. Daarnaast neemt de sectorfacilitator de functie op van RTH-helpdesk en biedt hij antwoorden op inhoudelijke en technische vragen; • Rapporteren aan werkgroep RTH-Brussel: de sectorfacilitator neemt deel aan de werkgroep van de RTH-partners in Brussel. Hij staat in voor de verwerking van de budgetverdeling, het beheer, analyse en ontsluiting van de registratiegegevens en is verslaggever van de vergaderingen; • Rapporteren aan ROG Werkgroep Afstemming en Planning: op regelmatige basis worden de 3 regionale penhouders RTH (HalleVilvoorde, Leuven, Brussel) uitgenodigd op de ROG werkgroep Afstemming en Planning voor een tussentijdse rapportage, evaluatie en mogelijke puntenoverdracht tussen de regio’s. De sectorfacilitator verzamelt en analyseert de gevraagde gegevens en maakt deze over aan het ROG.
Andere activiteiten • Inwerken in aantal materies, dossiers in het kader van de toekomstige functie als beleidsmedewerker personen met een beperking (vanaf 1 mei 2015): deelname aan BROG-stuurgroepen en Plenaire Vergadering, plaatsvervanger beleidsmedewerker in het ROG-Vlaams Brabant en Brussel …; • Verzamelen en verwerken van Brusselse cijfergegevens inzake personen met een beperking uit diverse gegevensbronnen en databanken (CRZCentrale Registratie van Zorgvragen, Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, RTH, Agentschap Gezondheid en Zorg, Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid…). Deze gegevens worden ter beschikking gesteld van de BROG en ROG-partners of aangereikt aan de VGC in het kader van vragen en interpellaties van VGCraadsleden.
13
BRUSSELSE ONDERSTEUNINGSDIENST DIENSTENCENTRA (BOD) Stijn Moons De werking van BOD kreeg in 2014 een nieuwe wending door het nieuwe subsidiereglement voor de lokale dienstencentra. De normering van de LDC’s bestond eruit dat de Brusselse LDC’s bovenop de realisatie van hun aanbod ook nog werk moeten maken van drie modules; samenwerking met een ander LDC’s, samenwerking met andere Nederlandstalige initiatieven en de uitbouw van een vrijwilligersbeleid. De LDC vroegen voor de realisatie van deze modules de steun van BOD. Bovendien werd het registratiesysteem Recreatex aangekocht en kreeg BOD de opdracht om de coördinatie van het implementatietraject op te nemen. BOD moest zorgen voor de configuratie van het systeem, de opleiding van de gebruikers en de communicatie over de stand van zaken naar de centrumleiders. De nood aan afstemming en ondersteuning van al de LDC’s was, gezien deze ontwikkelingen, zeer groot. BOD bleef daarnaast verder werken aan het verhogen van de efficiëntie en kwaliteit van de werking van de LDC’s. Daartoe maakte BOD verschillende thema’s bespreekbaar die de LDC’s aanbelangen: • de toegankelijkheid van het LDC-aanbod (naar kwetsbare doelgroepen); • opdrachten binnen de individuele zorgcoaching; • detectie van zorgnoden bij buurtbewoners; • vrijwilligerswerking en buurtwerking; • … Dit alles gebeurde vanuit de operationele doelstelling uit het Stedenfonds die stelt dat: “de VGC (via hun intern en extern ondersteuningsaanbod) de uitbouw van de LDC’s begeleidt als laagdrempelige (informatie)knooppunten voor lokale zorgnetwerken, met als doel de zelfredzaamheid en het sociale netwerk van de gebruikers te versterken. Hierbij gaat bijzondere aandacht naar het uitbouwen van (lokale) samenwerkingsverbanden en de toegankelijkheid van het zorgaanbod voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen in aandachtswijken.” Eén van de concrete acties was het ontwikkelen van een gezamenlijke visie “waar de LDC’s voor staan”. Hiervoor moesten we eerst de denkoefening maken hoever de 18 LDC’s vandaag staan. Deze denkoefening sloot aan bij een eerdere BOD-nota over een nieuw organisatiemodel voor de LDC’s: Waarheen met de Brusselse lokale dienstencentra? (april 2009). Deze nota schetste echter een algemeen beeld van het aanbod van de LDC en gaf niet weer welke eigenheid elke Brusselse LDC-werking had. Elk LDC heeft weliswaar een vergelijkbaar minimaal aanbod (dat naarmate de grootte van de LDC-werking omvangrijker wordt), maar kwalitatief verschilt de
14
invulling gevoelig (afhankelijk van de interpretatie en lokale gegevenheid van de inbedding van het LDC). Binnen de uitbouw van het woon- en thuiszorgaanbod spelen bovendien nog nieuwe maatschappelijke tendensen, die aangeven dat de dienstverlening vanuit de buurtgerichte zorg een tweesporenbeleid is dat zowel inzet op verzorging, als op de zogenoemde ‘welzijnsdiensten’. De toekomst van het LDC zal er dus één zijn waarbij het LDC inzet op het netwerk met de diensten gezinszorg en andere thuiszorgorganisaties. Daarom werd er eerst een onderzoek gevoerd naar wat de LDC’s al doen rond buurtgericht werken. Het speerpunt van de BOD-ondersteuning is de organisatie van het maandelijks werkoverleg. Daarnaast vervult BOD een brugfunctie tussen het werkveld en het beleid en staat BOD in voor de organisatie van thematische overleggroepen. Vanuit het werkoverleg wordt ook de projectwerking gevoed. Hier kwamen de volgende projecten uit voort: een traject rond het aflopend ZAP (Zorgactieplan) project; de start van een traject “Efficiëntieverhoging door samenwerking” en een traject rond bekendmaking van de LDC’s. BOD werd ook gevraagd om steun te bieden bij de visieontwikkeling rond Buurtzorg. Een eerste bijeenkomst tussen verschillende partners die de LDC’s overkoepelen (Zorgbedrijf Antwerpen, VVDC, VVSG, Zorgnet Vlaanderen, BOD zelf), het Kenniscentrum Woonzorg Brussel en professor Verté moet leiden tot een visietekst over de toekomstige organisatie van de zorgverstrekking. Deze tekst zal in 2015 worden afgetoetst bij de Brusselse LDC’s om deze visie te kunnen onderschrijven.
BOD hielp LDC Ellips bij het verwerven van de erkenning door het informeren van de centrumleider over de administratieve verplichtingen en door het aanleveren van generieke documenten. BOD hielp de LDC’s bij remediëringsplannen voor de inspectie vanuit het Agentschap en zorgde dat de expertise die over de verschillende LDC’s aanwezig is, gedeeld werd. In 2014 werd er werk gemaakt van de verdere bekendmaking van de LDC’s in Brussel. In 2015 wordt dit verdergezet met een online uitwisselingsplatform voor de LDC’s en door het uitwerken van producten (zoals een promotiestand en –folder).
Aanpak en doelstellingen: anno 2014 De BOD-stafmedewerker maakt deel uit van het BWRteam en is de contactpersoon met het werkveld. Dit maakt dat de acties die op het Brussels overlegplatform van de LDC’s (het BOD-werkoverleg) getoetst worden aan het kader van algemene welzijnslandschap bijdragen tot de participatie en toeleiding van maatschappelijk kwetsbaren naar een gepast aanbod. Het BOD neemt de spilfunctie op om alle organisaties die rond ouderen een beleid uitwerken, in contact te brengen met de LDC’s. Het BOD engageert zich op verschillende manieren om initiatieven van het werkveld te ondersteunen. Dit gebeurt via: 1. Begeleiding en ondersteuning; 2. Informatiedoorstroming (als sectoraal aanspreekpunt); 3. Uitwerken van gemeenschappelijke opdrachten en projecten; 4. Medewerking aan de opstart en implementatie van projecten.
1. Begeleiding en ondersteuning Praktische ondersteuning bij het realiseren van de specifieke normering voor LDC’s in Brussel De LDC’s zijn een permanent aanspreekpunt. Daarom werd er een traject opgezet rond de doorverwijzingsrol van het LDC. Het doorverwijzen komt neer op het uitzoeken van de hulpvragen. De hulpvragen zelf analyseren en opvangen, kon niet bij gebrek aan een vaste onthaalmedewerker. Er werd dus een onderscheid gemaakt tussen doorverwijzing en toeleiding; voor de toeleiding hebben de LDC’s een welzijnswerker nodig. De functie van zorgregisseur bleek niet in aanmerking te komen voor verlenging binnen het RIZIV-project. Bovendien werd duidelijk dat de LDC’s vooral een toegevoegde waarde zochten in een extra geschoolde
kracht, die werkte in het verlengde van het aanspreekpunt. Naast de opmaak van de zorgdossiers werden immers nog vele andere ouderen bereikt waarvoor individuele zorgcoaching relevant is. Zorg staat immers voor vele Brusselse ouderen niet gelijk aan gezondheidszorg. Gelijklopend met de voortgezette deelname aan de Stuurgroep Zorgactieplan, zocht BOD daarom naar een netwerk (in Vlaanderen) om het belang van een erkende functie welzijnswerker binnen het LDC aan te kaarten. In Brussel werd ondertussen een nieuw protocol-3project uitgewerkt, dat echter verder – en nog meer – inzette op gezondheidszorg. BOD volgde dit project wel nog op, maar nam er niet meer actief aan deel. Dit nieuwe project ging immers niet uit van de inbedding in de LDC’s, waar vanuit de LDC net zoveel vraag naar was. Een onderzoek naar een intensere samenwerking met de diensten gezinszorg om het lokaal netwerk van de LDC’s uit te bouwen, werd ondertussen opgestart via een Vlaamse werkgroep rond Buurtzorg. In eerste instantie werd er gewerkt aan een gezamenlijke visietekst. Dit proces wordt gecontinueerd in 2015. Een aantal LDC’s (zes in een eerste fase) zagen een opportuniteit om een traject Taalbeleid in hun LDCwerking op te starten. Al snel werd duidelijk dat er geen debat nodig was om een gemeenschappelijk taalbeleid uit te werken; alle LDC’s zijn als VGCgesubsidieerde organisatie immers gebonden aan het taalbeleid van de VGC. De LDC wilden liever inzetten op concrete voorstellen om de tevredenheid van hun gebruikers (t.a.v. het taalgebruik) te verbeteren. Bij verschillende LDC’s ontstonden na dit traject ook acties om hun programmabrochures te herwerken; hierrond werden samenwerkingen opgezet. Verschillende LDC gaven aan geïnteresseerd te zijn om ook in hun dienstencentra de gesprekstafels en visiemomenten rond Taalbeleid te programmeren. Het werkoverleg was hiertoe een inspiratiebron. BOD nam een faciliterende rol op zich: de conclusies van de pilootprojecten werden gecommuniceerd op het werkersoverleg. Op 31 januari en 17 februari werden er vormingsmomenten georganiseerd i.s.m. Het Punt vzw, Steunpunt vrijwilligerswerk Brussel. Er werd een evaluatie georganiseerd, waarop beslist werd om het traject Vrijwilligersbeleid bij te sturen. Dit zal in 2015 uitgevoerd worden (zie ook onder punt 4). De verslaggeving rond de zelfevaluatie en kwaliteitsplanning kwam opnieuw op de agenda en BOD werkte zelf een nieuw sjabloon uit dat de evaluatiefiche (in het sjabloon jaarverslag) kon vervangen. Dit sjabloon werd echter niet langer samen ingevuld, omdat de inspectie vond dat elk LDC zelf de prioriteiten van de evaluatie moest vastleggen.
15
De denkoefening rond een gemeenschappelijk kader focuste op het uitwerken van concept van de buurtgerichte zorg om de efficiëntie van de LDCstructuren aan af te toetsen. Via de werkgroep Onderlinge Samenwerking werd een projectaanvraag voorbereid om een externe procesbegeleider te engageren voor een traject dat moet leiden tot concrete voorstellen tot samenwerkingsverbanden.
Visieontwikkeling, kwaliteitsverhoging en zorgvernieuwing bij de LDC’s BOD nam het voortouw om eenzaamheid op de agenda van de LDC’s te plaatsen. Er werd onderzocht hoe het aanbod van de LDC’s kon worden aangepast om de doelgroep van mensen in eenzaamheid meer aan te spreken. Alleen een aanbod is niet voldoende om deze doelgroep aan te spreken. Het was nodig om ook een visie te ontwikkelen rond “Hoe naar buiten treden als LDC? Hoe werk je naar de buurt toe?”. Daarnaast werd vraagverheldering rond het thema interculturalisering al de vorige jaren aangehaald als een prioritair actiepunt en in 2014 volgden er dus verkennende gesprekken met Steunpunt Cultuursensitieve Zorg, Foyer en de BWRbeleidsmedewerker Interculturalisering om een gemeenschappelijk traject af te spreken. Er werd besloten om dit traject gelijk te laten lopen met het traject Onderlinge Samenwerking.
Het BOD agendeerde op het maandelijks werkoverleg telkens korte infomomenten: • 23/1: Samenwerking met het Muntpunt; de opstart van het registratiesysteem; • 20/2: Kwaliteitsplanning van de LDC’s i.k.v. de opdracht als permanent aanspreekpunt; bemanning permanentie, vraagverduidelijking, toekomst van het LDC in een netwerk met zorgpartners; • 20/3: Opstart van een taaltraject (met het Huis van het Nederlands); Toelichting door Familiehulp (over de inlooptrajecten DSP); • 17/4: Toelichting rond het Masterplan Woonzorg (door het Kenniscentrum); • 22/5: Voorstelling van een alternatief voor een eigen keuken (Agape); bespreking van het Draaiboek LSB en de overeenkomst onthaalpunten; voorstelling van Interculturele Ouderenzorg (door Els Nolf, BWR); • 19/6: Toelichting rond de ondersteuning van het CAW (bespreking van de functie Outreach); • 18/9: Voorstelling met het vernieuwd aanbod van BOp; kennismaking met Het Punt (en hun traject Lerend Netwerk); • 16/10 & 21/11: Opstart en uitwerking van een traject Bekendmaking van de LDC’s; • 11/12: Afronding van het Zorgactieplan & opstart van Zorg+; bespreking verderzetting van het registratiesysteem voor de LDC’s.
In 2014 werden er heel wat intervisiemomenten gehouden rond individuele projecten tijdens de maandelijkse BOD-werkoverleggen. Dit werd als zeer zinvol ervaren voor de andere LDC’s, zij gaven aan ïnspiratie halen uit deze good practices.
Op 17 maart organiseerde een BOD een infovergadering voor de Raden van Bestuur om een engagement te vragen om mee te stappen in een proces Efficiëntieverhoging van de LDC-sector.
Rond de samenwerking met het Brussels Ouderenplatform (BOp) werden er duidelijke verwachtingen geformuleerd, namelijk dat de organisatie van inspraak van senioren aan het beleid moet samengaan met een traject van bewustmaking. Het publiek van de LDC’s zijn namelijk niet per se de mondige senioren. De LDC’s gaven dan ook aan dat ze in een uitgesteld project “Van (h)onderd uit” van in het begin betrokken wilden worden. Daartoe nam het BOD deel aan de stuurgroep BOp en de werkgroep voor de organisatie van “Van (h)onderd uit”.
2. Informatieuitwisseling
Verder werd een samenwerking met Begeleid Wonen onderzocht om mensen met een beperking te integreren in de LDC-werkingen. Het is nu wachten op concrete afspraken rond begeleiding bij Begeleid Wonen zelf.
16
Sectoraal aanspreekpunt BOD zorgde voor informatiedoorstroming via het BOD-werkoverleg en de elektronische BODnieuwsbrief. Initiatieven vanuit partnerorganisaties en voorzieningen werden geïntroduceerd via Wegwijs - in uw buurt - in welzijn en gezondheid (zie p. 20), samenwerking met VVDC en VVSG, de Week van de Valpreventie, de Week van de Mantelzorg, de Week van de Diabetes, … Op vraag van de LDC’s ontwikkelde BWR een Vormingsdatabank, waar aanbieders en gebruikers van infosessies elkaar makkelijk kunnen terugvinden. Deze vormingsdatabank werd aan de LDC’s voorgesteld om in eerste instantie vorm te geven aan een LETSsysteem (Local Exchange Trading System) om met de elkaar te versterken via een pool van lesgevers, voorbereidingen, ondersteunend materiaal van
Pop-up LDC in het Muntpunt, december 2014 infosessies. Anderzijds was BOD contactpersoon voor de centrumleiders om afsprakenregelingen en evaluaties te verzamelen. BOD coördineerde daarnaast de deelname aan projecten: • Implementatie van het registratiesysteem; • Stuurgroep ZAP; • Brussel Helpt i.h.k.v. Bestrijding van de Eenzaamheid; • Kennismaking met de beleidsmakers/administratie in de nieuwe legislatuur; • Platform Interculturalisering; • Politiek debat rond het Memorandum van de BWR; • … Maandelijks werd er een werkoverleg georganiseerd, waarop gemiddeld 11 centrumleiders aanwezig waren. Hier werd o.a. besproken hoe het beleid vertaald kon worden in concrete acties en activiteiten. Het was echter een heel jaar lang een zoektocht naar een nieuw nulpunt, nadat de ondersteuningsstructuur van BOD werd ingekrimpt tot één medewerker. In 2015 hopen we dat nulpunt gevonden te hebben met een meer realistische invulling van BOD.
3. Uitwerken van gemeenschappelijke projecten en opdrachten Begeleiding van de Werkgroep Onderlinge Samenwerking Binnen de werkgroep werd de opdracht voor de externe procesbegeleider (zie hoger) omschreven en werd het traject met de deelnemende LDC’s voorbereid. De werkgroep zorgde – via het werkoverleg en via bijkomende netwerkmomenten – voor een voortraject om de LDC’s te laten nadenken over de invulling van het begrip Samenwerking. Deze werkgroep zal in 2015 blijven samenkomen om de coördinatie van het traject op te volgen.
Begeleiding van de Werkgroep Zorgregie De werkgroep zorgregie volgde het project met zorgregisseurs op en bekeek mogelijke landingspistes voor een functie zorgregie. Deze werkgroep werd in 2014 omgedoopt tot de Werkgroep Crisisteam, omdat al snel duidelijk werd dat het behoud van een functie zorgregie niet zou samenvallen met het behoud van de jobs (van de zorgregisseurs). De zorgregisseurs zelf vonden jobbehoud daarin niet het belangrijkste aandachtspunt, maar wel de verzekering dat kwetsbare ouderen verder opgevolgd konden worden; liefst vanuit de inbedding in het LDC. De werkgroep bleef daarom pleiten voor een structurele financiering en/of valorisering van de LDC’s om zorg op te nemen
17
en wou beleidsmakers er attent op maken dat projectfinanciering niet voldoende is. (Onderzoeks) projecten hebben vaak hun eigen doelstellingen, die niet altijd overeenkomen met de ondersteuningsnoden van Brusselse ouderen. De LDC’s zetten al heel sterk in op buurthulp en hebben aandacht voor de kwetsbaren in de wijk, maar dit is geen exclusieve opdracht voor de LDC’s. De LDC’s vroegen het beleid om alle zorgpartners hierrond te mobiliseren.
Mee zoeken naar antwoorden op individuele vragen van centrumleiders De vernieuwing van de LDC-website is voor de LDC’s een erg belangrijk actiepunt voor BOD. Hieraan werd gewerkt in 2014 en dit wordt in 2015 verdergezet. Tegelijkertijd willen de LDC’s ook een online uitwisselingsplatform (met de software van Yammer), dat moet zorgen voor een vraag- en antwoordforum waar collega-centrumleiders elkaar kunnen vinden.
Opzetten van gemeenschappelijke vorming BOD bood heel wat vorming aan voor beginnende centrumleiders. Ook centrumleiders van LDC’s die in 2014 hun erkenning behaalden, hadden nood aan vorming rond administratieve verplichtingen. Korte vormingen kwamen daarom aan bod op het werkoverleg.
Opmaken en uitvoeren BODcommunicatieplan BOD werkte in 2014 aan een communicatieplan, hierin werd een fasering van communicatieproducten uitgewerkt. Dit plan is nog niet volledig afgerond, maar BOD ging wel van start met het maken van deze producten. Rond bekendmaking (i.h.k.v. Brussel Helpt) van de LDC’s werd een gezamenlijke promotiestand uitgewerkt. Samen met het Muntpunt werd een pop-up LDC uitgebaat, waardoor vele mensen geïnformeerd werden over de werking van het LDC. In 2015 zet BOD in op een gezamenlijke promotiefolder en het verder ontwikkelen van de LDC-website (zie hoger).
4. Medewerking aan de opstart en implementatie van projecten Implementatie van prioritaire trajecten Opzetten van een plantjesactie in het traject Eenzaamheidsbestrijding Binnen de visieontwikkeling rond “naar buiten treden” en “eenzaamheid” (zie hoger) ontwikkelde
18
het BOD een gezamenlijke actie om (Klimop)plantjes te verdelen onder de buurtbewoners die door de maatschappij soms worden vergeten. Door de verdeling van deze plantjes werden de bezoekers en vrijwilligers van de LDC’s bewust van het probleem en lieten de LDC’s zien dat zij deze mensen niet vergeten zijn. De LDC’s willen een voortrekkersrol spelen in de vermaatschappelijking van de zorg door mensen in te schakelen in de buurt. Implementatie van de vrijwilligerswerking Met Het Punt, Steunpunt voor Vrijwilligerswerk, werden afspraken gemaakt om in 2015 een lerend netwerk op te starten rond intervisies over good en bad practices van de LDC’s, rekening houdend met de verhouding tussen beroepskrachten en vrijwilligers. Doelstelling van deze intervisies is om de vrijwilligerscoördinatoren (of centrumleiders) voor zichzelf verbeteracties te laten formuleren. Implementatie van het registratiesysteem Hiervoor werd een BOD-medewerker ingezet met de coördinatie en timing van de consultatie, configuratie en opleiding (van sleutelfiguren) en die hierover communiceerde naar de groep centrumleiders. Deze medewerker gold daarnaast ook als een eerstelijnshelpdesk, vanuit zijn functie als administrator van het registratiesysteem, om de LDC’s te begeleiden bij de opstart en oplevering van het systeem bij de individuele LDC’s. De medewerker werkte hiervoor een handleiding uit om de LDC’s te ondersteunen bij de invoer van gegevens en de opleiding van de eindgebruikers (zoals vrijwilligers, doelgroepmedewerkers, …). Binnen de LDC’s was het echter niet makkelijk om deze kennis op te bouwen. Zelfs onder de min of meer vaste medewerkers van de LDC’s was er een groot verloop. Ook de centrumleiders zelf werden zo opgeslorpt door hun taken, dat ze de sleutelfiguren binnen het eigen dienstencentrum niet konden opvolgen. Slechts enkele LDC’s slaagden hierin. Het hele proces van configuratie en opleiding heeft hierdoor vertraging opgelopen en de oplevering van het registratiesysteem is niet volledig afgerond. Bovendien bleek heel de gedragenheid rond het systeem afhankelijk van de bereikbaarheid van de helpdesk. Bij het wegvallen daarvan (eind 2014), kon de implementatie niet afgerond worden. De LDC’s zijn ook vragende partij voor een continue opleiding voor de sleutelfiguren aangezien er veel verloop is en een structurele inzet van een registratiemedewerker is in deze zin zeker verantwoord. Er is nu duidelijk nood naar een goede analyse van de knelpunten en een bijsturing van het traject registratiesysteem a.d.h.v. deze analyse.
LOKAAL SOCIAAL BELEID Christophe Mahaut Om de beleidsprioriteiten uit het Vlaams decreet Lokaal Sociaal Beleid (LSB) in Brussel te realiseren, werd er een overeenkomst gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en Vlaamse Gemeenschap (VG). Het lokaal sociaal beleid (LSB) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) wil de Nederlandstalige welzijnsdiensten versterken en ook beter afstemmen op de tweetalige en Franstalige diensten. Hierbij streeft het LSB ook naar een goede samenwerking met de gemeenten en OCMW’s. Het LSB beoogt een gespreid en kwaliteitsvol welzijnsaanbod. Voor de praktische uitwerking van het LSB werkt de VGC onder meer samen met de BWR. Begin 2012 werden een aantal onthaalpunten ingebed in welzijnsactoren binnen de 8 woonzorgzones. Zodoende is er nu in elke zone minstens één onthaalpunt actief. In 2014 werd er door de BWR verder gewerkt aan de kwaliteit van de doorverwijsfunctie van deze onthaalpunten. Het algemene uitgangspunt is daarbij de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zonale dienst- en hulpverlening te versterken. Naast het ondersteunen van de onthaalpunten heeft de BWR ook de opdracht om afstemming, samenwerking en overleg te bevorderen tussen verschillende lokale actoren. In 2014 werd namelijk naast de acties uit het lokaal sociaal beleidsplan, ook de focus gelegd op het project ‘Wegwijs – in uw buurt – in welzijn en gezondheid’. Dit werd opgezet en opgevolgd samen met het Huis voor Gezondheid (HVG) met ondersteuning van de VGC.
Aanpak
Acties 2014
De BWR ondersteunt de uitbouw van het lokaal sociaal beleid door in te zetten op vier pistes:
Deelname aan overlegfora
1. Adviseren van het beleid door actieve deelname aan de stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid. 2. Via verschillende lokale onthaalpunten streven we naar een territoriaal dekkend netwerk. De organisaties die elk vanuit hun expertise en doelpubliek informatie en hulpvragen opvangen, kunnen een rol spelen als informatie- en doorverwijspunt voor vragen die betrekking hebben op hun doelpubliek en hun themawerking. Via het lokaal sociaal beleid kunnen deze actoren ondersteund worden zodat ze beter gewapend zijn om als ‘onthaalpunt’ te fungeren. Aansluiting vinden in een ruimer netwerk van hulp- en dienstverlening blijft een streefdoel. 3. Ondersteunen van welzijnsoverleg. 4. Ondersteuning van de samenwerking tussen netwerken waarbij lokale actoren uit andere sectoren over de taalgrenzen heen worden betrokken.
Stuurgroep lokaal sociaal beleid (LSB) De BWR neemt deel aan de stuurgroep lokaal sociaal beleid om bij te sturen, nieuwe voorstellen te formuleren en te adviseren om het LSB-plan verder mee te implementeren. Maar gezien de stuurgroep door personeelswissels een jaar lang niet actief is geweest en slechts enkele keren is kunnen samenkomen, heeft de BWR deze opdracht niet verder kunnen opnemen. Participatie aan zorgknooppunten (ZKP) In overleg tussen de BWR en BOT worden agendamatig welzijnsthema’s voorgesteld. Ook in 2014 heeft de BWR binnen het mate van het mogelijke deelgenomen aan de verschillende zorgknooppuntoverleggen binnen de woonzorgzones (voornamelijk zones Etterbeek-Elsene en Anderlecht). De focus lag op deze beide zorgknooppunten op het project ‘Wegwijs - in uw buurt - in welzijn en gezondheid!’
De BWR laat zich hierbij leiden door: • De verwachtingen en vragen vanuit het werkveld (onthaalpunten en andere organisaties uit welzijnssector); • Het tijdspad en de speerpunten die werden ontwikkeld in uitvoering van het Lokaal Sociaal Beleidsplan van de VGC.
Sociale coördinatie in het BHG Gezien de ZKP zicht richt op thuiszorg, heeft de BWR een aantal acties ondernomen om contact te leggen met een aantal sociale coördinaties (in Sint-AgathaBerchem en Brussel-Stad). De sociale coördinatie is namelijk een overleg op grond van artikel 62 van de organieke wet betreffende de OCMW’s. Hierdoor kan
19
Wegwijs - in uw buurt - in welzijn en gezondheid in LDC Ellips - 22 mei 2014
het OCMW diensten die binnen hun werkingsgebied een sociale activiteit of specifieke activiteiten uitoefenen, voorstellen om gezamenlijk één of meer werkgroepen in te stellen waarin het OCMW en diensten hun werkzaamheden kunnen coördineren en overleg plegen over de individuele of collectieve behoeften van de plaatselijke inwoners. In het kader van dit artikel financiert de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) de sociale coördinaties in de OCMW’s. Deze denkpistes kunnen gezien worden als een vorm van partnership tussen de BWR en een sociale coördinatie om ervoor te zorgen dat Nederlandstalige en Franstalige organisaties meer met elkaar samenwerken ten voordele van de Brusselse hulpvrager (zie ook verder bij ‘Stimuleren van samenwerking, afstemming en welzijnsoverleg’). Lokaal Overleg Gezondheid (LOG) Dit jaar is het Huis voor Gezondheid (HVG) gestart met het pilootproject Lokaal Overleg Gezondheid. Zij willen met dit project de zorgverleners ondersteunen en sneller inspelen op hun behoeften in de buurt waar hij/zij werkt in het BHG. De BWR, BOT en het Kenniscentrum Woonzorg werden betrokken bij dit project in de opstartfase. De verdere uitwerking van LOG wordt verder opgevolgd door de BWR zodat er een goede afstemming is met de acties binnen het kader van LSB.
20
Stimuleren van de samenwerking, afstemming en welzijnsoverleg ‘Wegwijs - in uw buurt - in welzijn en gezondheid!’ Naar analogie van de ‘Dag van de Zorg’ werd door de BWR, in samenwerking met het HvG, een nieuw concept ontwikkeld op maat van Brussel in opdracht van de VGC, namelijk ‘Wegwijs - in uw buurt - in welzijn en gezondheid’. De bedoeling van het evenement is om de drempel te verlagen bij hulpvragers/bewoners om aan te kloppen bij sociale organisaties in hun buurt. Ook de lokale organisaties en hulpverleners worden in de kijker gezet tijdens dit evenement. Daarnaast wil de BWR via deze weg ook samenwerking en afstemming stimuleren op buurtniveau. Hiervoor werd een projectaanvraag ingediend bij de VGC-administratie. Voor de bekendmaking werd beroep gedaan op een communicatiebureau en er werden contacten gelegd met kandidaat-ankerpunten. Het nieuwe concept werd eveneens op de adviesraad gezondheid van de VGC voorgesteld. Dit project werd verder in 2014 uitgewerkt in samenwerking met het HvG, de ankerpunten en de VGC-administratie. Het evenement ging door in vier verschillende lokale dienstencentra (ankerpunten), namelijk in LDC Ellips (22/05/2014), LDC Cosmos (04/06/2014), LDC Chambéry (16/10/2014) en bij LDC Harmonie (20/11/2014). Het initiatief werd positief onthaald. De BWR en HvG zullen samen met de VGC het project evalueren en waar nodig bijsturen.
Mogelijke samenwerking met sociale coördinaties
Aangepaste sociale kaarten
Met de sociale coördinatie van Sint-AgathaBerchem wordt, naar aanleiding van ‘Wegwijs - in uw buurt - in welzijn en gezondheid’, samen met het Gemeenschapscentrum de Kroon een samenwerking voorzien om een speeddating met infostands te organiseren in juni 2015.
Er werd op vraag van een aantal organisaties kaarten op maat aangemaakt a.d.h.v. de ‘databank sociale kaart’. Dit werd opgevraagd in functie van het project ‘Wegwijs – in uw buurt – in welzijn en gezondheid’. De bedoeling was om een juist beeld te krijgen welke lokale en regionale organisaties een bepaalde wijk als werkingsgebied hebben om hen vervolgens gericht te kunnen uitnodigen om mee te participeren aan het project.
Daarnaast werden ook de eerste contacten gelegd met de sociale coördinatie de la Senne in BrusselStad. Hier wordt onderzocht of er een samenwerking mogelijk is. In de loop van 2015 wil de BWR met andere sociale coördinaties contact opnemen en onderzoeken of een mogelijke samenwerking wenselijk is. Europees project ‘Buurtgerichte zorgondersteuning voor kwetsbare en zorgbehoevende ouderen’ De BWR diende, in partnership, een Europees project (EFRO) in: ‘Buurtgerichte zorgondersteuning voor kwetsbare en zorgbehoevende ouderen’. Het is de bedoeling om een buurtgericht zorgsysteem voor zorgbehoevenden uit te bouwen (kwalitatief, betaalbaar en breed toegankelijk). De BWR heeft hier naast een administratieve ondersteuning de taak om de netwerking tussen gezondheids- en welzijnswerkers in de buurt te versterken samen met HvG, waarbij het volledige zorg-, dienst- en hulpverleningsaanbod van de wijk in kaart wordt gebracht. Dit project wordt in het werkjaar 2015 verder opgevolgd door de BWR, samen met de betrokken partners.
Uitbouw en ondersteuning van de onthaalpunten ‘Draaiboek onthaalpunt - Lokaal Sociaal Beleid in Brussel’ Het draaiboek werd, in opdracht van de VGCadministratie, uitgeschreven door de BWR in samenwerking met de stuurgroep LSB in 2013. Het draaiboek is uitgewerkt voor alle organisaties die een onthaalpunt willen opstarten met focus op doorverwijzing. Dit werkstuk fungeert als hulpmiddel voor een onthaalpunt binnen het LSB en werd vervolgens in het voorjaar 2014 gepubliceerd op de website van de BWR. Het draaiboek werd in eerste instantie voorgesteld aan de lokale dienstencentra, JES – straathoekwerk en d’Broej. Het is de bedoeling dat dit werkstuk in de toekomst wordt aangepast naar gelang de noden en op maat van onthaalpunten.
Registratie door de LDC Het registratiesysteem (zie p. 18) voorziet een module om ook de gegevens van de doorverwijzingen te registeren. Potentiële onthaalpunten Er werden in de loop van 2014 verder contacten gelegd met de LDC’s, Jes – straathoekwerk en d’Broej. Gezien het concept onthaalpunt werd opgenomen in elke convenant van deze organisaties met de VGC, werd er vervolgens een toelichting gegeven over LSB aan deze betrokken partners (zie ook eerder bij ‘Draaiboek onthaalpunt’).
Vormingen voor de onthaalpuntmedewerkers De BWR ontwikkelde voor het LSB, samen met Citizenne vzw en CAW Brussel, een vormingspakket voor onthaalpuntmedewerkers. Er zijn 3 modules voorzien, namelijk: • Module 1 - de onthaalkoffer: werd ontwikkeld om niet-professionele onthaalpuntmedewerkers te ondersteunen. Hiervoor werd ook een specifieke vorming ontwikkeld: ‘Omgaan met signalen’; • Module 2 - Sociale GPS: een interactieve module. Ze maakt je wegwijs in het welzijnslandschap in het BHG en Vlaanderen (zie p. 33); • Module 3 - Partners aan het woord: een moment waarbij een aantal organisaties zich komen voorstellen om de samenwerking tussen de onthaalpunten en welzijnsorganisaties te bevorderen. Aanvullend worden ook intervisiesessies aangeboden door de BWR waarbij er met concrete casussituaties wordt gewerkt. Het doel is om te leren van elkaar, leren samen te werken, elkaar te leren begrijpen, problemen te kunnen herkennen en samen te kunnen oplossen. Deze sessies gebeuren onder leiding van CAW Brussel met logistieke ondersteuning van de BWR.
21
Wegwijs - in uw buurt - in welzijn en gezondheid in LDC Cosmos - 4 juni 2014 De vormingen worden nog steeds opgenomen in het vormingsaanbod van de BWR. Maar de BWR heeft moeten vaststellen dat de vormingen minder interesse wekten dan in het verleden. Indien er zich in de toekomst nieuwe potentiële onthaalpunten aanbieden, kunnen deze vormingen uiteraard opnieuw georganiseerd worden mits voldoende financiële middelen. In 2014 werden een aantal sessies van de sociale GPS georganiseerd voor medewerkers van LDC Aksent, Solidariteit voor het Gezin en de VGC-administratie van Cultuur. De Sociale Kaart en de Zorgzoeker is in het voorjaar 2014 vernieuwd, waardoor de lancering van deze websites in de zomervakantie gepland werden. Om deze reden werd het geven van de vorming van de Sociale GPS uitgesteld naar het najaar 2014. Daarnaast werd er ook een nota opgemaakt met een plan van aanpak voor 2015. Dit gaat voornamelijk over een eventuele opfrissing van de onthaalkoffer en het organiseren van nieuwe vormingsmomenten voor de nieuwe onthaalpuntmedewerkers (indien hiervoor voldoende financiële middelen voorzien zijn).
Informatie over LSB Via website, nieuwsbrief en tijdschrift De evenementen, vormingen en informatie omtrent LSB in Brussel (draaiboek LSB, het project ‘Wegwijs - in uw buurt - in welzijn en gezondheid’, ...), werden integraal opgenomen binnen de algemene communicatiekanalen (nieuwsbrief, tijdschrift Brussels Welzijnsnieuws en website) van de BWR. Via deze kanalen werd de nodige aandacht besteed aan de rubriek LSB, zodat het werkveld tijdig op de hoogte werd gebracht. Sociale Plattegrond In samenwerking met de HUB wou de BWR de Sociale Plattegrond ‘verbrusselen’. Dit werd opgenomen binnen de werking van de vorming, communicatie en databanken (zie p. 32). Opmaak nieuw beleidsplan LSB 2014-2019 Zowel in Vlaanderen als in het BHG werden er in 2014 verkiezingen gehouden waarbij een nieuwe Vlaamse regering en VGC-college werd verkozen. Dit gaf de BWR de gelegenheid om een nota uit te werken met knelpunten en mogelijke nieuwe denkpistes voor de komende legislatuur omtrent het LSB in het BHG. Dit is een werknota die door de stuurgroep verder zal besproken worden ter voorbereiding van het nieuwe beleidsplan.
22
SOCIALE UITSLUITING Nicole Mondelaers
Sociale uitsluiting is aanwezig in alle (levens)domeinen met als gevolg een verhoogd risico op armoede en daken thuisloosheid. Samenwerking tussen publieke diensten en het associatieve werkveld, tussen sectoren en beleidsniveaus is dan ook aangewezen om te komen tot een duurzame aanpak. De BWR ondersteunt organisaties die zich tot kwetsbare hulpvragers richten door het organiseren van overleg, netwerking, uitwisseling van informatie en expertise en door het begeleiden of zelf opstarten van projecten. In 2014 werd ingezet op het versterken van bestaand sectoraal en regionaal overleg, het betrekken van nieuwe partners en het creëren van samenwerkingsverbanden voor het realiseren van concrete acties. Met het memorandum ‘Durf te investeren in welzijn, investeren in Brussels welzijn loont!’ naar aanleiding van de verkiezingen op 25 mei 2014, werd een eerste stap gezet in een denkproces, om samen te komen tot een duurzaam welzijnsbeleid dat de Nederlandstalige organisaties versterkt en de samenwerking met de Franstalige en bicommunautaire welzijnssector faciliteert.
Ondersteuning Regio-overleg Thuislozenzorg Brussel (ROTB) Situering Het Regio-Overleg Thuislozenzorg Brussel brengt, al 20 jaar, de Nederlandstalige en bicommunautaire ambulante en residentiële diensten samen voor een 3-maandelijks overleg over de Brusselse thuislozenzorg. Het Regio-Overleg is een informele ontmoetingsplaats voor Nederlandskundige coördinatoren en hulpverleners om praktijkervaring uit te wisselen, projecten of werkinstrumenten voor te stellen of te reflecteren over thema’s. De BWR staat in voor de organisatie en de verslaggeving van het overleg. De beleidsmedewerker Sociale uitsluiting werkt daartoe nauw samen met CAW Brussel en de andere Brusselse overlegstructuren en federaties zoals La Strada, Steunpunt Thuislozenzorg, de Bico-Federatie en AMA en het Brussels Platform Armoede (BPA).
Acties 2013
Week van de Brusselse Thuislozenzorg XL Voor de 13de editie (20 tot 24 oktober 2014) van de Week van de Brusselse Thuislozenzorg was de Franstalige federatie AMA, de hoofdorganisator. De rol van de BWRmedewerker is ondersteunend en vooral belangrijk voor het leggen van contacten met de Nederlandstalige thuislozenzorg en justitiële welzijnsactoren. Het doel van de Week is om via ontmoeting en uitwisseling van praktijkervaring de contacten te bevorderen tussen de Nederlandstalige, Franstalige en bicommunautaire thuislozenvoorzieningen maar ook om ‘een brug te slaan’ met het justitieel welzijnswerk dat steeds vaker met hetzelfde publiek (via elektronisch toezicht) of met dezelfde problematiek (o.a. gebrek aan een vaste verblijfplaats, betaalbare huisvesting, inkomen, sociaal netwerk) wordt geconfronteerd. Bijzonder aan dit project is dat de welzijnswerkers elkaar ‘opzoeken’ op de werkplek, in de voorziening, zodat ze elkaar persoonlijk leren kennen en er netwerking tot stand komt over de taalgrenzen en schotten tussen sectoren.
Regio-Overleg Thuislozenzorg
Week van de thuislozenzorg 2014 in cijfers
De BWR organiseerde 3 maal (4 maart, 10 juni, 19 september 2014) een bijeenkomst van de leden van het Regio-overleg Thuislozenzorg.
• 39 organisaties zetten hun deuren open • 250 bezoeken vinden plaats • 150 deelnemers voor de studiedag
23
Enkel een globale aanpak en een duurzaam beleid van de Brusselse overheden met alle andere betrokken bevoegdheidsniveaus kunnen hier een oplossing bieden. De 150 gedrukte exemplaren van het Verslagboek werden verdeeld onder de Brusselse OCMW’s (voorzitter en hoofd sociale dienst) en de organisaties actief in de thuislozenzorg, de bevoegde kabinetten en administraties. De online versie kan worden gedownload via links op de website van de BWR (http://www.bwr.be/upload/verslagboek.pdf), La Strada, CMDC en CBCS. De publicatie werd ook bekend gemaakt via artikels in het Brussels Welzijnsnieuws en Opbouwwerk Brussel 112.
(Inter)sectoraal overleg
Verslagboek
Verslagboek van het project ‘Thuislozenzorg – OCMW’s: Drempels tot sociale grondrechten wegwerken’, september 2014 Het doel van het Verslagboek is de bevindingen van de werkgroepen te verspreiden opdat deze, sociaal werkers en verantwoordelijken van de Brusselse thuislozenvoorzieningen en de OCMW’s kunnen inspireren tot een constructieve samenwerking en het samen aanpakken van een aantal knelpunten. De nadruk ligt daarbij op de praktijk. Hoe verloopt het hulpverleningsproces, welke drempels ondervindt de hulpvrager en op welke manier kan een betere samenwerking tussen sociaal werkers de toegang tot de sociale grondrechten verlagen? Het Verslagboek geeft een overzicht van de knelpunten maar zoomt vooral in op concrete voorstellen om de samenwerking te versterken op sleutelmomenten in het parcours van de hulpvrager zoals het indienen van de steunaanvraag, samenstellen van het dossier voor de steunaanvraag, installatie in eigen woning en toegang tot gezondheidszorg. Vaak kunnen kleine ingrijpen in de dagelijkse praktijk of duidelijke afspraken tussen sociaal werkers een belangrijk verschil maken. Heel wat knelpunten overstijgen echter de bevoegdheid van de OCMW’s en de thuislozenzorg.
24
Ter ondersteuning van de Nederlandstalige thuislozenorganisaties neemt de BWR-medewerker deel aan het overleg van La Strada, Steunpunt Thuislozenzorg Brussel en wordt er regelmatig overlegd met de Bico-Federatie en AMA, de federaties van de bicommunautaire en Franstalige organisaties actief in de Brusselse thuislozenzorg. Waar mogelijk wordt aansluiting gezocht met belendende sectoren of diensten zoals de geestelijke gezondheidszorg (Hermes plus), huisvesting, justitieel welzijnswerk, armoedebestrijding. In 2014 nam de beleidsmedewerker deel aan de Projectencommissie Brussel van Welzijnszorg, het begeleidingscomité van het onderzoek naar het verband tussen thuisloosheid en geestelijke gezondheidszorg van het Overlegplatform Geestelijke Gezondheid Gebied Brussel-Hoofdstad en de Algemene vergaderingen van Brussels Platform Armoede en de Brusselse Bond Recht op Wonen (maandelijks).
Sociale uitsluiting Situering In het memorandum ‘Durf te investeren in welzijn, investeren in Brussels welzijn loont!’ wordt gepleit voor de erkenning van de meerwaarde van de welzijnssector voor de aanpak van de sociale uitsluiting. De welzijnssector staat voor een ondersteuning op maat: een hulpverlening die vertrekt van de noden, ook al is de vraag niet duidelijk of eenduidig, een begeleiding die rekening houdt met de mogelijkheden en het ritme van de hulpvrager. Nog belangrijker is te verhinderen dat mensen in een precaire leefsituatie terechtkomen of vervallen. De welzijnssector maakt het verschil door preventief en proactief in te grijpen waardoor noodsituaties of ingrijpende hulpverlening kan worden vermeden.
Acties 2014 Intersectoraal overleg Armoede en sociale uitsluiting Dat de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting een strijd is van iedereen, wordt steeds breder onderschreven. Niet enkel door de vwawn en de welzijnssector worden er initiatieven genomen maar ook in belendende sectoren als het onderwijs en de socio-culturele sector. Armoede is dan ook een proces van sociale uitsluiting op alle levensdomeinen waaronder onderwijs, gezondheidszorg, tewerkstelling en huisvesting. Het treft kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen ongeacht de origine. In 2014 werd het informatieve overleg BRUCAW (CAW Mozaïek, CAW Archipel, Samenlevingsopbouw Brussel, BWR) omgevormd tot een samenwerkingsverband Inclusief Brussel (IB), samen tegen sociale uitsluiting en uitgebreid met Brussels Platform Armoede. De kernpartners verbinden zich om de problematiek van sociale uitsluiting onder de aandacht te brengen. Het thema sociale uitsluiting wordt daarbij vanuit 3 dimensies bekeken: de doelgroep, de organisaties en het beleid op korte en lange termijn. Het samenwerkingsverband gaat officieel van start in september 2014, onder het voorzitterschap van Samenlevingsopbouw Brussel. De BWR delegeert (deeltijds) de beleidsmedewerker sociale uitsluiting die de rol van trekker opneemt en instaat voor het voorbereiden van de vergaderingen, opvolgen van de beslissingen en coördineren van de gezamenlijke acties. In de aanloop tot het samenwerkingsverband werden al een aantal gezamenlijke acties opgezet zoals het Groot Welzijnsdebat op 25 maart en het overleg met de Conferentie van Vlaamse schepenen en OCMW’s voorzitters. Groot Welzijnsdebat In opvolging van het memorandum werden op 25 maart 2014, zes Vlaamse politieke partijen uitgenodigd om hun welzijnsbeleid toe te lichten. Mark Trullemans modereerde het debat toegespitst op drie thema’s: de Brusselse grootstedelijke context, samenwerking over sector en institutionele grenzen en de onderfinanciering van de welzijnssector. Voor de introductie van de thema’s werd er samengewerkt met BPA, Tonuso en het Kenniscentrum Woonzorg. Het debat was een groot succes: Meer dan 120 geïnteresseerden zakten af naar de Erasmushogeschool aan het Bloemenhofplein om het debat tussen zes partijen (CD&V, Groen, sp.a, N-VA, Open VLD, PVDA) te volgen en aan te dringen op meer samenwerking. Zie http://www.bwr.be/upload/debat.pdf voor een uitgebreid verslag.
Elke Roex (sp.a) aan het woord tijdens het Groot Welzijnsdebat - 25 maart 2014
Versterken van de samenwerking tussen het Nederlandstalige werkveld en de lokale overheden In het Vlaamse welzijnsbeleid worden de lokale overheden steeds meer opdrachten toebedeeld. Hierdoor zijn ze een belangrijke partner en noodzakelijk aanspreekpunt voor de welzijnssector. De Vlaamse regering heeft niet die bevoegdheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waardoor de Nederlandstalige organisaties hier moeilijker aansluiting vinden bij de lokale overheden. Via de overlegstructuren, netwerking en projecten krijgt de BWR regelmatig vragen vanuit het werkveld rond de mogelijkheden tot samenwerking met de OCMW’s en gemeenten. Er is duidelijk nood aan een platform voor uitwisseling waar tussen werkveld en lokale overheden waar de mandatarissen de structuren, procedures en hun rol kunnen toelichten. Zij kunnen praktische tips geven om de samenwerking tussen de Brusselse gemeentebesturen, OCMW’s en het Nederlandstalige werkveld te versterken. Het werkveld beschikt op haar beurt over een schat aan informatie en ervaring die een antwoord kan bieden op de vragen en signalen waarmee de mandatarissen worden geconfronteerd.
25
Om dit te realiseren nam de beleidsmedewerker contact op met de Conferentie van Vlaamse schepenen en OCMW-voorzitters die een belangrijke rol in deze aansluiting kan spelen. De lokale Vlaamse mandatarissen zijn de ervaringsdeskundigen bij uitstek over het samenwerken tussen Nederlandstaligen en Franstaligen aan een Brussels project. De Conferentie die de lokale mandatarissen van alle politieke partijen verenigt, leek ons daarom de aangewezen partner. De Conferentie had oor naar onze vraag en nodigde ons uit om deze op 18 juni 2014 te komen toelichten. Samen met de partners (BPA, CAW Brussel, Samenlevingsopbouw Brussel) werd een document voorbereid. Naast een algemene probleemschets en een aantal goede voorbeelden en pistes werd de opzet van een mogelijk uitwisselingsmoment voorgesteld. De Conferentie verklaarde zich bereid om contact op te nemen met het bevoegde collegelid om de piste af te toetsen. De lokale mandatarissen benadrukten dat ze altijd open staan voor contacten met organisaties gevestigd in hun gemeente en gaven alvast enkele tips. Toegankelijkheid van sociale grondrechten Welzijnszorg vzw wilde met de najaarscampagne 2014 het belang en het nut van sociale bescherming onder de aandacht brengen. Een sterke sociale bescherming zorgt voor een betere, stabielere samenleving met minder armoede. Daarnaast willen ze de groeiende onderbescherming een halt toeroepen. Mensen moeten krijgen waar ze recht op hebben. De sociale bescherming moet mensen uit de armoede houden en halen, niet ze erin laten wegzinken. De beleidsmedewerker sociale uitsluiting nam als steunpartner van Welzijnszorg vzw deel aan de voorbereiding van het Brusselse luik van deze campagne via een bijdrage aan de campagnetekst en door de campagne te promoten in Brussel. Ook het Verslagboek van het project ‘Thuislozenzorg – OCMW’s: Drempels tot sociale grondrechten wegwerken’ pastte onder dit actiepunt. Plaats van de Nederlandstalige organisaties in de sociale coördinaties van de Brusselse OCMW’s Aansluitend bij het onderzoek door URIAS, onderzoekcentrum van de Haute Ecole Paul-Henri Spaak naar de werking van de sociale coördinaties van de Brusselse OCMW’s in opdracht van de bevoegde GGC-ministers, leek het de BWR interessant de Nederlandstalige organisaties te bevragen over hun ervaringen en al dan niet deelname aan een sociale coördinatie. Het doel van het onderzoek is goede praktijken uit te wisselen en vanuit knelpunten constructieve voorstellen te formuleren om de lokale
26
netwerking met Franstalige en tweetalige partners te versterken. Voor het onderzoek werden afspraken gemaakt met Peter Raeymaeckers van HogeschoolUniversiteit Brussel (HUB) voor het indienen van een onderzoeksproject. Deze werden niet opgevolgd door zijn collega’s bij zijn vertrek naar de Universiteit Antwerpen. Impact van de 6de staatshervorming op Brussels welzijnswerk Maandag 28 april 2014 organiseerde de BWR een uitwisselingsmoment tussen de Nederlandstalige en Franstalige welzijns- en gezondheidssector actief in het Brussels Gewest. De centrale vraag: Welke garanties hebben de sector, de organisaties en de Brusselaars op een kwalitatieve dienst- en hulpverlening na de implementatie van de 6de staatshervorming? Voorlopig roept de staatshervorming meer vragen op dan antwoorden. Het is dan ook belangrijk dat het betrokken werkveld de koppen bij elkaar steekt om een aantal pertinente signalen te geven aan het beleid. De BWR nam het initiatief om de bedenkingen van individuele actoren en ad hoc werkgroepen samen te brengen. Een 15-tal sleutelfiguren uit de verschillende domeinen van de Nederlandstalige welzijnssector maakten gebruik van de gelegenheid om met de Franstalige collega’s uit te wisselen over de gevaren en de opportuniteiten die de staathervorming biedt. Aan Franstalige zijde werd de sector gemobiliseerd door het Conseil bruxellois de coordination sociopolitique (CBCS) en Plastic ‘plateforme associative de suivi du transfert et de l’implémentation en Région de Bruxelles-Capitale des compétences transférées par la 6e réforme de l’Etat’. Alain Willaert, algemeen coördinator van het CBCS en Jacques Moriau, coördinator van Plastic gaven een stand van zaken aan Franstalige kant en lichtten de voorlopige resultaten toe van het platform. Plastic brengt vertegenwoordigers samen van de Franstalige en bicommunautaire organisaties actief in de thuiszorg, justitieel welzijnswerk, gehandicaptenzorg, thuislozenzorg, gezondheidspromotie, socioprofessionele inschakeling, geestelijke gezondheidszorg schuldbemiddeling, wijkgezondheidscentra, sociale diensten, … (zie: http://cbcs.be/28-11-13-Le-CBCS-impulse-une).
INTERCULTURALISEREN Els Nolf “Continuïteit en samenwerking loont” was het motto van de werking interculturaliseren voor het jaar 2014. Er is namelijk tijd én cocreatie nodig om tot processen van verandering te komen. Cocreatie mag absoluut geen nieuw hol woord zijn. Veel basiswerkingen en zelforganisaties in Brussel roepen al jarenlang op tot een meer evenwichtige samenwerking met de “reguliere sector”: samenwerking die gebaseerd is op gelijkwaardig partnerschap, met gelijke middelen en met gelijke inbreng van bij het begin van projecten. Nu worden zij al te vaak maar in laatste instantie bij een project geroepen; namelijk wanneer er ‘volk’ moet toegeleid worden of zij de doelgroep moeten vertegenwoordigen. We zijn er van overtuigd dat de beste toekomst en de grootste slaagkansen voor een breed diversiteitsproject, het samen bouwen op de ‘werf van het welzijnswerk’ is, waarbij alle stappen van bouwplan tot feestelijke opening, samen doorlopen worden, en successen en valkuilen samen worden doorstaan. BWR-interculturaliseren stimuleert ook volop de samenwerking tussen ondersteuningsorganisaties. Voor 2014 slaat dit op het (Vlaams) Netwerk Kwetsbare en Allochtone ouderen en de (Brusselse) groep “Interculturaliseren van de Zorg”. De strategie is samenwerken en expertise bundelen rond interculturaliseren over de organisatiegrenzen heen, met als doel tot nieuwe instrumenten en een afgestemd vormingsaanbod voor de welzijnssector te komen. Interculturaliseren is een traag veranderingsproces. Projectmiddelen zijn goed voor pilootprojecten, maar we merken dat er veel geld en energie verloren gaat omdat organisaties permanent op projectmiddelen proberen in te tekenen. Verduurzaming hangt o.a. samen met tijd en continuïteit van middelen en personen. Het betekent ook de wil hebben om beslissingen te nemen en deze te implementeren. We merken dat personen met een migratieachtergrond soms weinig gehoord worden in raden van bestuur en/of andere beslissingsorganen van welzijnsactoren. Misschien is dit wel de uitdaging voor de komende jaren?
Diversiteit in de ouderenzorg: een blijvende focus vanuit doelgroepperspectief! Netwerk kwetsbare en allochtone ouderen Netwerk van 8 partners: het Kenniscentrum Woonzorg Brussel, de Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad (BWR), Maison-Bilobahuis, het Antwerpse integratiecentrum de8, het huidige EVA Inburgering en Integratie, Provincie Oost-Vlaanderen, Provincie Limburg, OCMW Gent. Dit netwerk is reeds actief sinds 2006 toen de koffer ‘allochtone ouderen’ voor Vlaanderen en Brussel ontwikkeld werd.
zichtbaar, het woonzorgcentrum is een open, actieve, multiculturele plek, en ouderen vinden er een buurt om actief te participeren in de samenleving. De poster wordt verspreid via aanvragen van Weliswaar en via eigen netwerken. Via Weliswaar ontvingen we een 80-tal aanvragen. Een interessante vaststelling is dat de aanvragen zeker niet alleen uit de centrumsteden komen, maar vaak van dieper in Vlaanderen. Ook is er relatief veel interesse uit het onderwijs bv. vanuit opleiding zorgkundigen. De bedoeling is dat de poster gehanteerd wordt als discussie-instrument binnen een organisatie (Hang hem uit op een zichtbare plaats, gebruik hem als placemat) en als educatief instrument voor ons om in 2015 in eigen netwerk er verder mee aan de slag te gaan.
Acties 1. Ontwikkelen van de poster op basis van de droomoefening Om het urgentiebesef in de brede sector een impuls te geven, werd de poster ‘kleurrijke buurtgerichte zorg’ ontwikkeld. De poster toont de verbeelding van het antwoord op de vraag ‘In welke buurt zouden wij zelf willen oud worden (14/11/2013)?’ De poster toont een kleurrijke buurt, met veel nabijheidsdiensten, ruimte voor de eigenheid van ouderen, een mobiliteit op ouderenmaat, interactie met de andere generaties en zorg in de buurt. De verschillende woonvormen zijn
2. Ontwikkelen van het dossier in Weliswaar De doelstelling van het dossier in Weliswaar is om heel concrete praktijken van interculturele zorg zichtbaar te maken en te delen. Dit dossier is tot stand gekomen i.s.m. auteur Stefaan Vermeulen en het tijdschrift Weliswaar. Verschillende aspecten komen aan bod: woonzorgcentrum, thuiszorg, interculturele bemiddeling, mantelzorg en multiculturele woonvorm. Tevens werd er over het muurtje gekeken en werden enkele ENIEC-leden geïnterviewd.
27
Poster ‘Kleurrijke zorg’ - © Ronald Heuninck, www.hetgeelpunt.be 2015 en verder
Er werd beslist om met deze groep in te zetten op:
De afspraak tussen de 8 partners is dat met de opgedane kennis en het ontwikkelde materiaal in 2015 in eigen lokaal netwerk verder gewerkt wordt.
• Het afstemmen van de jaaractieplannen; • Een aanzet geven tot gecoördineerde acties rond vorming, tool en acties; • Het gezamenlijk communiceren over het vormingsaanbod en tools die ter beschikking zijn (bv. een gezamenlijke folder of website); • Ouderenzorg (focus).
Daarnaast besloten we om jaarlijks een bijeenkomst te organiseren in de vorm van een werkbezoek aan een good practice. We nodigen daarbij mensen uit ons Brussels netwerk uit.
Overleg interculturaliseren van de zorg Samenwerking tussen 5 kernpartners: Kenniscentrum Woonzorg Brussel, BWR, Steunpunt Cultuursensitieve zorg, Eva Inburgering en Integratie Foyer Brussel, Huis voor Gezondheid. Ondersteund en gefaciliteerd door de Vlaamse Gemeenchapscommissie (VGC), dienst etnischculturele minderheden. Dit jaar stond in het teken van het opzetten van de samenwerking. Het doel is dat dit platform met afgestemde acties naar de Brusselse welzijnssector trekt.
28
In 2014 realiseerden we de kerngroep. Deze groep vond elkaar vond in deze gemeenschappelijke lijn, na aftoetsing met een aantal andere partners zoals BOT en BOD. Deze laatste zijn belangrijke partners in de uitwerking van acties, maar hebben zich in 2014 niet bij de kerngroep aangesloten. De eerste externe actie van deze groep was de “visietekst cultuursensitieve zorg Brusselse ondersteuningsorganisaties zorg en welzijn voor de beleidsnota VGC” (11.12.2014). Een belangrijk intern resultaat is expertisedeling rond de noden en behoeften van de welzijns- en zorgsector en de sector etnisch-culturele minderheden, hulpverleners en nieuwe evoluties in de thematiek diversiteit en het delen van kennis over een aantal projecten. Deze kennisdeling over de thematiek diversiteit in de
sector zal een belangrijk onderdeel van deze werking blijven. Een aantal mogelijke sporen voor de toekomst zijn: het voorstel om een gedragen sectorcharter te ontwikkelen, het voorstel om verder na te denken over de relatie werkveld-opleidingen (o.a. nar aanleiding van de actie van BWR ‘lunchgesprek werkveldopleidingen’ eind 2013), gecoördineerde acties naar de lokale dienstencentra, naar de thuiszorg, etc. Het uitwerken van een gemeenschappelijk vormingsaanbod en de communicatie daarover is de eerste stap en is gepland in 2015.
sleutelfiguur (met een farmaceutische achtergrond), CGGZ-Brussel, Steunpunt cultuursensitieve zorg Brussel, thuisverpleegkundige (en sleutelfiguur bij Subsaharaanse vrouwenorganisatie ADEPEF). De operationalisering gebeurt vanaf 2015.
Brug Welzijn – Brusselse Zelforganisaties en basiswerkingen Powercare Dagelijkse opvolging:
Aanloop- en onderzoeksfase project Mangoboom in Bloei Aanloopfase Mangoboom in bloei en BWR-interculturaliseren hadden reeds langer een cocreatie op te zetten rond cultuurgevoelige ouderenzorg. 2014 was een periode van zoeken naar wat mogelijk was en waar we ondersteunend konden werken voor de Mangoboom. De organisatie heeft het immers moeilijk om - ondanks de vele bloeiende multiculturele activiteiten - het hoofd boven water te houden.
• • • •
Coaching en werkoverleg medewerker; Deelname stuurgroep; Deelname activiteiten Powercare; Advies aan collega’s BWR rond vormingen, visie op onthaal en visie op LSB, rond vrijwilligers en nuldelijn vanuit de resultaten van (Bruggenbouwers en) Powercare; • Omkaderend overleg met VOEM (financieel, nieuwe tewerkstelling, etc.).
Voorportalen
De BWR zocht samen met hen naar manieren om de seniorenwerking en hun brugfunctie naar de zorgsector te ondersteunen, vertrekkend vanuit het spanningsveld dat zij vooral middelen zoeken om te overleven. Uiteindelijk hielp de BWR bij het indienen van een project ter ondersteuning van hun seniorenwerking, dat niet goedgekeurd werd.
De BWR-medewerker zetelt in de stuurgroep Voorportalen van de VGC en is in die rol afgevaardigd vanuit de adviesraad Etnisch Culturele Minderheden.
Werken rond cultuurgevoelige zorg vanuit het perspectief van zorgprofessionals met migratieachtergrond
• • • •
BWR en Mangoboom in Bloei oriënteerden het project opnieuw. Gezien hun interculturele competenties, hun netwerk en hun zicht op de noden van de senioren, werkten we verder aan een brugproject. Deze keer vertrokken we vanuit de analyse dat er veel personeel met een migratieachtergrond werkt in de zorgsector. Het idee kwam tot stand om te werken rond zorgprofessionals met een migratieachtergrond, zelfreflectie in deze groepen te stimuleren maar vooral ook hun visies op zorg te delen en te benutten in de zorgsector. Uitbreiding stuurgroep In 2014 werden vervolgens meerdere sleutelfiguren uit Brussels/Subsaharaanse kringen gezocht die dit project kunnen dragen. Een uitgebreidere stuurgroep kwam te stand met BWR, Mangoboom in Bloei, een
Cultuurgevoelige Jeugdhulp Dagelijkse opvolging: Coaching medewerker; Deelname expertgroep CJH; Deelname adviesgroep CJH; Deelname afsluitende studiedag.
Naar aanleiding van het einde van de projectperiode Cultuurgevoelige Jeugdhulp publiceerde BWR een dossier in het tijdschrift Brussels Welzijnsnieuws 206. Hierin komt het Brussels netwerk, de samenwerking met Steunpunt Jeugdhulp, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en CAW Antwerpen, de Netwerkdag en enkele reflecties uitgebreid aan bod. Het dossier kan online bekeken worden op http://www.bwr.be/ upload/BWN206_DossierCGJH.pdf. Continuering: de CLB-actie BWR engageerde zich om deze actie na de stopzetting van het project, verder op te volgen. De probleemstelling uit de actiegroep luidde: ‘Vele kwetsbare ouders kennen niet de rol en het begeleidingsaanbod van het CLB en/of hebben er een
29
verkeerde perceptie van’. Het doel was een ontmoetingsmoment creëren tussen sleutelfiguren van zelforganisaties en basiswerkingen en CLB-medewerkers van de 3 Brusselse CLB’s. Zes basiswerkingen en de drie CLB’s engageerden zich. Het proces werd in verschillende stappen opgebouwd: • Voorbereiding met de sleutelfiguren; • Voorbereiding met de CLB-medewerkers; • Ontmoetingsmoment. Het ontmoetingsmoment bestond uit twee delen. In het eerste deel gaven we een klein vormingsmoment terug aan de deelnemers. Koen Geurts kwam een aantal belangrijke conclusies en aanbevelingen voorstellen over de Roma-gemeenschappen in onze Brusselse samenleving (n.a.v. zijn boek ‘Roma in Beweging, RIC Foyer Brussel vzw, 2014). Het tweede deel bestond uit de uitwisseling. De belangrijkste resultaten waren: • Zicht op de noden van de doelgroep; • Zicht op de reeds genomen acties van de Brusselse CLB’s naar kwetsbare groepen; • De vraag vanuit zelforganisaties en basiswerkingen aan de CLB’s om meer outreachend te kunnen werken en bv. meer aanwezig te zijn op scholen en moeder/oudergroepen/alfaklassen, etc.; • Er was meer begrip voor de situatie van CLBmedewerkers die melden dat de caseload voor hen al een paar jaar stijgt en dat de communicatie met de school soms moeilijk loopt; • Een meer overkoepelende vraag kwam naar boven om dit op hoger niveau te trekken; • Een bijkomende vraag is in hoeverre wij (BWR) de brug Welzijn-CLB’s verder kunnen verkennen, in hoeverre er bv. een Wegwijs in Welzijn of ontmoetingstrajecten tussen welzijnssector en CLB’s of andere gezamenlijke acties zouden kunnen opgezet worden. BWR-interculturaliseren neemt dit verder met het Voorportaalproject ‘Gezin in opvoeding’ op. Helaas hebben we door tijdsgebrek hier nog geen gevolg aan kunnen geven.
Lessen/ workshops op uitnodiging • Vives, Kortrijk, opleiding sociaal werk ‘Les: inleiding allochtone ouderen’; • KULeuven, opleiding sociaal werk ‘Les: inleiding allochtone ouderen’; • HIG (Odisee), ‘inleiding allochtone ouderen’; • Kenniscentrum Woonzorg ‘Workshop allochtone ouderen’ op Intergenerationeel debat; • ‘Workshop toegankelijkheid’ op de studiedag Pigmentzorg;
30
• ‘Workshop ‘Diversiteit in de zorg’ binnen de Gezondheidsmeeting, Huis voor Gezondheid. In deze workshop brachten we 2 casussen (Familiehulp en WZC Arcus) en 2 reflecties door ondersteuningsorganisaties (Regionaal integratiecentrum Foyer het huidige Eva Inburgering en integratie en het Interfederaal Gelijkekansencentrum). In deze korte maar boeiende workshop werden enkele uitdagingen voor zorgorganisaties geformuleerd: -- De grote uitdaging is de hoge werkdruk van alle dag volhouden; -- Een daaraan gekoppelde uitdaging is het volhouden om dagdagelijks aan diversiteit te werken; -- De suggestie werd geformuleerd om permanente uitwisseling teams te installeren zodat omgaan met diversiteit een attitude en een gewoonte wordt; -- De rol van de leidinggevenden werd als zeer belangrijk geacht, o.a. in het overbrengen van een open houding en visie naar het personeel; -- Er werd ook geopperd om medewerkers weerbaar te maken en constructief te leren omgaan met communicatieve en interculturele conflicten, racisme en discriminatie.
Studentenbegeleiding/ Jury eindwerken In 2014 waren er enkele korte oriënteringsvragen van studenten en nam de beleidsmedewerker deel aan de jury voor een eindwerk bij het Hoger instituut voor Gezinswetenschappen (HUB, huidige Odisee) rond zorg voor allochtone ouderen.
Korte ondersteuning en uitwisseling De korte contacten hebben als doel onze ondersteuningsmogelijkheden bekend te maken, van informatie doorgeven over de welzijns-en zorgsector, bekendmaking van het zakboekje, Wegwijs in welzijn en sociale GPS, de bekendmaking van onze acties rond allochtone ouderen tot welzijn in het algemeen. We geven ook acties door van partnerorganisaties (bv. Huis voor Gezondheid, tool ‘help ik ben ziek, diabetesvorming, ...).
Netwerkdag Cultuurgevoelige Jeugdhulp - 19 juni 2014
Het zijn ook momenten om een wederzijdse stand van zaken te geven en af te toetsen waar toekomstige samenwerking zinvol kan zijn: • Ondersteuning Ardaps vzw met bezoek aan Woonzorgcentrum Arcus; • Ondersteuning Intergenerationeel project Namunkanda vzw door ze in contact te brengen met het Maison-Bilobahuis; • Ondersteuning ontwikkeling nieuwe versie van het kofferproject Foyer; • Uitwisseling BOD-werkoverleg; • Uitwisseling seniorencentrum; • Ondersteunen infosessie Link Brussel; • Uitwisseling Willemsfonds; • Uitwisseling Minderhedenforum; • Uitwisseling Feza; • Uitwisseling Familiehulp Stad Brussel; • Uitwisseling TV-Brussel over allochtone ouderen in Brussel; • Uitwisseling Merhaba; • Uitwisseling Kruispunt-Migratie Integratie ‘brugfiguren’.
Deelname aan activiteiten van derden Dit zijn de activiteiten/studiedagen waar we als participant aan deelnemen. Naast de inhoudelijke input is dit een belangrijk deel van netwerking en relaties leggen.
Een overzicht: • Deelname lanceringsmiddag “Growfunding” (HUBhuidige Odisee); • Deelname studienamiddag “Sociaal werk in internationaal perspectief” HOGent; • Deelname Congres Eniec (European Network on Intercultural Elderly Care), gaststad Oslo; • Deelname lezing Professor Maddy Janssen (Kuleuven) “Succes met uw diversiteitsbeleid”; • Deelname colloquium “Focus op Mantelzorg”, Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen; • Deelname Moskeebezoek met Citizenne; • Deelname Infomoment “Brussel in dialoog”; • Deelname “Colloquium Oudere Migranten” CGKR; • Deelname studienamiddag Familiehulp nav hun project ‘Arm in Arm’; • Deelname Netwerkdag Brusselse Zelforganisaties, Minderhedenforum; • Deelname netwerklunch Bral.
Deelname stuurgroepen van derden • Stuurgroep mantelzorg; • Stuurgroep ‘transmigranten en welzijn’ HUB (nu Odisee); • Stuurgroep Voorportalen VGC; • Adviesraad ECM VGC.
31
VORMING, COMMUNICATIE EN DATABEHEER Freddy Carremans, Laura Gruyaert , Sita Vreeling
Vormingsaanbod Informatie ontsluiten is één van de kerntaken van de BWR. Naast de communicatiekanalen gebeurt dit ook via informatie- en vormingsmomenten. Het doel is de hulpverlener zo breed mogelijk te informeren over thema’s, evoluties en het aanbod van Nederlandstalige welzijnsorganisaties die actief zijn in Brussel.
Introductiedagen Wat vooraf gaat Sinds jaar en dag wil de BWR met de ‘introductiedagen’ nieuwe werknemers uit de welzijnsen gezondheidssector meer vertrouwd maken met de Brusselse context: de politieke instellingen, de socio-demografische omgeving of het aanbod van de Nederlandskundige organisaties die er actief zijn. Aanpak De aanpak van een introductiedag werd herbekeken in 2014. Omdat een hele dag voor vele geïnteresseerden veel tijd in beslag nam en het programma beter kon aansluiten bij de vraag, is er geopteerd om een programma van een halve dag op maat uit te werken.
aandachtig de leerrijke namiddag. De praktijklector maatschappelijk werk bedankte de BWR per mail: “[...] wil ik je bedanken voor het waardevolle infomoment dat jullie samen met enkele Brusselse organisaties georganiseerd hebben [...]. Zowel de studenten als de begeleidende docenten waren vol lof over de inhoud. [...] Bedankt! Het is zeker voor herhaling vatbaar.” Ook werd nagegaan of de Sociale Plattegrond, een overzicht van het Vlaamse welzijnslandschap uitgewerkt door de Vlaamse provincies, een Brussels luik kon krijgen. Dit als ondersteuning voor de vorming Wegwijs in Welzijn. De resultaten van het project, uitgevoerd door de studenten Bachelor in het Sociaal Werk van de HUB in opdracht van de BWR, begeleid door de stafdewerker LSB, gaven te weinig resultaat om aan de slag te gaan. De vraag naar deze informatie over het welzijnslandschap en de vorm ervan wordt verder onderzocht om een zo klaar en duidelijk mogelijk antwoord voor te kunnen stellen. De BWR zal hiervoor medewerkers uit het welzijnswerkveld beluisteren. De partners die reeds op de hoogte werden gebracht van deze plannen, reageerden alvast positief: “Een fijn initiatief [...]. Ik bekeek even het voorbeeld van de sociale plattegrond van WestVlaanderen en het lijkt me wel interessant [...].”
Studiedagen Acties Op 20 november organiseerde de BWR een Wegwijs in Welzijn voor studenten van de Katholieke Hogeschool van Leuven. Vier sprekers gaven de deelnemers vanuit hun praktijkervaring inkijk en inzicht in de Brusselse welzijnssector. Partners van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad schetsten het institutionele kader en becijferden de uitdagingen in Brussel m.b.t. huisvesting, tewerkstelling, gezondheidszorg, onderwijs, …. D’Broej had het over het jonge bloed in Brussel en hoe D’Broej via initiatieven in de vrije tijd bijdraagt tot de emancipatie van jongeren uit achtergestelde buurten. BWR-medewerker Nicole Mondelaers benaderde het thema sociale uitsluiting via thuislozenzorg. Een Brussels thema waarbij duidelijk werd dat thuislozenzorg meer is dan winteropvang voor daklozen. BWR-medewerker Els Nolf sloot de namiddag af met een uiteenzetting over de noden en behoeften van ouderen met een migratieachtergrond en zoomde aansluitend in op het thema cultuurgevoelige zorg. 25 deelnemers volgden
32
Wat vooraf gaat Een studie, een nieuw beleid of decreet, uitwisselen van ervaringen, ... Het kan gebald toegelicht worden op een studiedag. Meteen ook de gelegenheid om in interactie te treden met andere betrokkenen om zo de werking te verbeteren. Aanpak Een studiedag verloopt over een hele dag en bestaat uit een combinatie van theoretische reflecties, praktijkervaringen, reflecties vanuit het beleid en verdere uitdieping in workshops. Acties Zo vonden er op 7 februari en 14 maart twee studiedagen plaats over Cultuurgevoelige Jeugdhulpverlening. De eerste dag lokte 38 geïnteresseerden, een maand later waren het er
nog eens 11 meer. Deze twee studiedagen kwamen voort uit de vaststelling dat Brusselse hulpverleners elkaar en elkaars werking soms onvoldoende kennen. Dit heeft een invloed op de doorverwijzing van jongeren met een migratieachtergrond en hun gezin. Als antwoord daarop focuste de eerste studiedag op de kennismaking binnen de Nederlandstalige welzijnssector met de doelgroep kinderen, jongeren en hun gezinnen. Tijdens de tweede dag ontmoetten de deelnemers de Franstalige sector. Naar aanleiding van deze laatste studiedag verscheen een artikel in het Brussels Welzijnsnieuws “Ontmoet de Franstalige Jeugdhulpverlening” (BWN 205). De Franstalige sprekers onthaalden het initiatief zeer positief, ook voor hen was het een meerwaarde om met de Nederlandstalige sector in dialoog te gaan. Op 19 juni beëindigden de medewerkers van Cultuurgevoelige Jeugdhulpverlening hun project met een afsluitende studiedag, waar ze hun bevindingen over het Project Cultuurgevoelige Jeugdhulpverlening kenbaar maakten. Hier waren stakeholders en andere betrokkenen op uitgenodigd. Een verslag hiervan lees je onder andere in het dossier “Project Cultuurgevoelige Jeugdhulp” (BWN 206). Het welzijnscongres, waarvan de voorbereidingen in 2013 waren gestart, werd door de Raad van Bestuur afgeblazen.
Vorming voor specifieke doelgroepen Wat vooraf gaat Vaak is er nood aan een bepaalde kennis of informatie. Het overbrengen van deze kennis en informatie is doeltreffender als deze aangepast wordt aan de doelgroep. Vaak is de context anders, wat kan resulteren in een ander jargon, methodiek of snelheid. Hier houdt de BWR rekening mee in de vormingen voor specifieke doelgroepen. Aanpak
ervan zijn minder geweten. Met de vernieuwing van de Sociale Kaart en Zorgzoeker is een informatiesessie nog nuttiger. Daar biedt de vorming ‘de sociale GPS’, waar eerst aan de hand van een handleiding een theoretische inleiding wordt gegeven, gevolgd door een hands-on oefeningensessie, een antwoord op. Telkens wordt deze opleiding aangepast aan de deelnemers: waar vinden ze de meest geschikte informatie met concrete voorbeelden, met een aangepast taalgebruik en indien nodig aangepast tempo rekening houdend met de computervaardigheden. Omdat de nood aan deze vorming ook aanwezig is bij tweetalige organisaties, werd een tweetalige formule uitgewerkt. De BWR werkte hiervoor samen met het Centrum voor Maatschappelijke Documentatie en Coördinatie, dat het Franstalige gedeelte voor zijn rekening neemt. Zeven groepen volgden deze vorming in 2014. Op 7 februari werd ze voorgesteld aan de deelnemers van de studiedag Cultuurgevoelige Jeugdhulpverlening (38 deelnemers). Dan volgden de Netwerkstage voor de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met het Huis voor Gezondheid (20/2, 10 deelnemers), de NT2-trefdag van het Huis van het Nederlands (28/2, 12 deelnemers), de Netwerkstage voor de KULeuven in samenwerking met het Huis voor Gezondheid (19/5, 10 deelnemers), een verkorte versie voor docenten Nederlands voor anderstaligen van het Huis van het Nederlands (16/6, 22 deelnemers), de onthaalmedewerkers van het Lokaal Dienstencentrum Aksent (30/10, 8 deelnemers) en voor de partners van Bruggenbouwers (4/11, 12 deelnemers). De meerwaarde van de vorming is dat de deelnemers daarna zelfstandig op zoek kunnen gaan en zo tegemoet kunnen komen aan een hulpvraag. Dat bevestigen de commentaren in een evaluatieformulier: “Interessante, goede tips en werkmiddel meegekregen. [...]”. Werken in een kleine groep zorgt voor interactie en uitwisseling tussen de deelnemers. De evaluaties gebruikt de BWR om deze vorming verder te verfijnen.
Vormingen worden georganiseerd op vraag van een specifieke sector en handelen over een specifiek thema of methodiek. Hier wordt vaak met partners samengewerkt omwille van hun expertise, ervaring en contacten.
Ook in 2014 was de BWR één van de partners van de Gezondheidsmeeting van het Huis voor Gezondheid (zie p. 30).
Acties
Wat vooraf gaat
In 2014 zetten we de ingeslagen weg verder met de vorming ‘de sociale GPS’. De BWR is partner in de Sociale Kaart, Zorgzoeker en Sociaal Brussel Online en de gids het Brussels Zakboekje. Deze producten zijn vaak gekend, maar het gebruik en de mogelijkheden
Naast de specifieke types van vormingssessies biedt de BWR ook vormingen op vraag aan. Wanneer een medewerker of partner nood heeft aan een info- of vormingsmoment kan dit door de BWR opgenomen worden.
Vorming - algemeen
33
Introductienamiddag - 20 november 2014
Aanpak De BWR onderzoekt de vraag naar informatie- of een vormingsmoment. Bij voldoende interesse werkt de BWR de vorming uit. Tevens ondersteunt de BWR ook initiatieven van anderen door haar expertise op evenementen van derden te delen. Acties De doelgroep personen met het syndroom van Korsakov vinden vaak niet hun plaats binnen één bepaalde sector. Daardoor vallen ze regelmatig door de mazen van het net. Deze vaststelling illustreert de nood en het belang van intersectorale samenwerking en kennisuitwisseling. De BWR-collega’s van het BROG werkten mee aan een informatie- en uitwisselingsmoment om hierop een antwoord te bieden. Deze eerste studiedag op 25 februari bereikte maar liefst 58 geïnteresseerden. Naast duiding over het syndroom en getuigenissen uit het werkveld werd er ruime tijd besteed aan het beluisteren van de noden en verwachtingen van de deelnemers. Deze informatie resulteerde in een vervolgstudiedag op 17 november, waar 71 deelnemers voor opdaagden. Deze laatste studiedag ging door in de VGC-gebouwen.
34
De BWR organiseerde naar aanloop van de verkiezingen het Groot Brussels Welzijnsdebat. Op 25 maart woonden meer dan 130 geïnteresseerden het debat bij. Het debat bood de mogelijkheid aan de deelnemers om mee te reflecteren over een duurzaam en samenhangend welzijnsbeleid, dat een antwoord biedt op de enorme uitdagingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het debat werd een interessante dialoog en uitwisseling tussen de Vlaams/ Brusselse politici en het werkveld (coördinatoren, hulpverleners en hulpvragers). De drie thema’s waaromtrent de Brusselse kandidaten van Vlaamse partijen hun visie kwamen toelichten, waren: de grootstedelijke context, Vlaams welzijnsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en onderfinanciering van het Brussels welzijn. Het succes van het debat bleef ook daarna nog nazinderen, de (film) verslagen werden immers na afloop meerdere malen geraadpleegd.
Communicatie Informeren is één van de basisopdrachten van de BWR. Het doel is het beleid en het werkveld te informeren over de activiteiten van de BWR en over de ontwikkelingen van het werkveld. Daarnaast geeft het ook een overzicht van het aanbod van Nederlandstalige welzijnsorganisaties.
Brussels Welzijnsnieuws, nieuwsbrief, website Wat vooraf gaat De BWR verspreidt deze informatie via verschillende kanalen. Onder meer via de website, de maandelijkse nieuwsbrief en een driemaandelijks tijdschrift dat telkens een dossier over een bepaald thema bevat. Aanpak Nieuws, activiteiten en vacatures worden op de website geplaatst zodat de geïnteresseerden meteen op de hoogte zijn. Tevens wordt een selectie hiervan maandelijks verwerkt in een elektronische nieuwsbrief. Onderwerpen die meer uitdieping vragen, verschijnen in het Brussels Welzijnsnieuws. Acties Het tijdschrift Brussels Welzijnsnieuws verscheen viermaal, telkens met ook een uitgebreid dossier met als onderwerpen: • • • •
Interculturele communicatie; Masterplan Woonzorg Brussel 2014-2020; Project Cultuurgevoelige Jeugdhulp; Zorgzoeker & de Sociale Kaart.
Ook de maandelijkse elektronische nieuwsbrief wordt gretig gelezen. Zo stellen we vast dat ruim 25 procent van de ontvangers (1200 mailadressen) onze nieuwsbrief ook daadwerkelijk leest. De meest gelezen onderwerpen zijn de vacatures, (BWR-) activiteiten, beleidsinfo, nieuwsberichten over de BWR-werking en publicaties. De website werd gemiddeld om de twee dagen geactualiseerd. 10.259 bezoekers vonden in 2014 tijdens 15.080 sessies hun weg naar www.bwr.be. In totaal werden 40.631 pagina’s bekeken. De startpagina werd het meest bezocht, daarna de vacatures en de pagina over het Brussels Zakboekje. Ruim de helft komt toe via Google, zowat een kwart typt de url rechtstreeks in, 1700 bezoekers vinden hun weg via de nieuwsbrief van de BWR en 15% komt via een link op een andere website bij de Brusselse Welzijns- en gezondheidsRaad terecht. Statistieken aangeboden informatie bwr.be: • 112 nieuwsberichten, waaronder 26 over de werking van de BWR; • 164 activiteiten werden aangekondigd op de kalender; • 105 vacatures werden bekendgemaakt op de website.
Ondersteuning BWR en partnerorganisaties De BWR ondersteunt de eigen deelwerkingen met allerlei grafisch materiaal, gaande van uitnodigingen tot handleidingen. Er werd ook ondersteuning geboden aan projecten en partners waarmee de BWR samenwerkt: • Uitwerken van bekendmakingsmateriaal voor de sector personen met een beperking: Folder BrAP en RTH (zie p. 11); • 8 posters voor het netwerkmoment tussen zelforganisaties en reguliere dienstverleningsorganisaties op 24 maart 2014 (i.h.k.v. het Voorportaalproject waar Powercare toe behoort); • Poster voor de Intersectoraal Netwerker.
Databanken Wat vooraf gaat Informeren is één van de kerntaken van de BWR. De hulpvrager en hulpverlener zo breed mogelijk informeren over het aanbod aan Nederlandskundige welzijnsorganisaties die actief zijn in Brussel hoort daar ook bij. Aanpak De BWR probeert de gegevens die ze verzamelt op zoveel mogelijk plaatsen zichtbaar te maken, zodat de werking van deze organisaties nog bekender wordt. Hiervoor werken we met een aantal partners samen, wat leidt tot verschillende projecten: • De Interprovinciale Sociale Kaart (www. desocialekaart.be) (SOKA) gaat intussen ook al enige tijd mee. Hier werkt de BWR samen met de vijf Vlaamse provincies om een overzicht te bieden van de welzijns- en gezondheidsvoorzieningen uit heel Vlaanderen en Brussel. De SOKA bundelt informatie over: OCMW’s, gemeentebesturen, ziekenhuizen, voorzieningen voor personen met een handicap of senioren, vakbonden, mutualiteiten, tewerkstellingsdiensten, opleidingscentra, justitiële diensten, buurtcentra, Centra voor Algemeen Welzijnswerk, Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg, Comités Bijzondere Jeugdzorg, lokale en regionale dienstencentra, jeugddiensten, consultatiebureaus, ... • Het Brussels Zakboekje is een klassieker. De gedrukte adressengids voor welzijn en gezondheid is reeds goed gekend bij de Brusselse welzijnswerker. Voor 2014 was een oplage voorzien van 1700 exemplaren. Het Zakboekje bevat ruim 2.000 actuele adressen en gegevens van Nederlands kundige voorzieningen op het gebied van gezondheidszorg en sociale dienstverlening die actief zijn in het Brusselse.
35
• Sociaal Brussel Online (www.sociaalbrussel. be) wil een toegangspoort zijn tot het volledige Brusselse welzijnsaanbod. De Nederlandstalige, Franstalige en tweetalige organisaties worden er zowel in het Nederlands als het Frans beschreven. Hiervoor werken we samen met het Centrum voor Maatschappelijke Documentatie en Coördinatie. • Het specifieke aan Zorgzoeker (Zorgzoeker. be) is dat de databank bestaat uit twee luiken: gezondheid en welzijn. Zorgzoeker koppelt de gegevens van artsen en andere zorgverleners uit Brussel en de Rand aan de gegevens van welzijnsvoorzieningen uit de sociale kaart. De BWR werkt voor dit project samen met het Huis voor Gezondheid en het Brussels Overleg Thuiszorg. Acties De BWR werkte verder samen met de Vlaamse provincies aan het project Interprovinciale Sociale Kaart. Hier worden de gegevens van de Nederlandskundige Brusselse welzijnsorganisaties gekoppeld aan deze van de rest van Vlaanderen. De Brusselse SOKA omvat ongeveer 2.300 organisaties. Deze gegevens werden continu actueel gehouden. In het najaar zijn alle organisaties uit de Sociale Kaart, die ook opgenomen zijn in het Brussels Zakboekje, systematisch gecontroleerd en waar nodig aangepast. Met het Huis voor Gezondheid werkte de BWR verder aan het project Zorgzoeker. Hier worden de welzijnsgegevens, aangeleverd door de BWR, gekoppeld aan de gegevens van de zorgverleners uit de gezondheidssector. In de loop van 2012 kwamen zowel de Sociale Kaart als Zorgzoeker tot het besluit hun databank en de website die ze ontsluit, grondig te herwerken. Hierbij overlegden ze met elkaar en kwamen ze tot de conclusie de krachten hiervoor te bundelen. Het leidde tot het project dat als werktitel “Platform Welzijn en Gezondheid” meekreeg. Midden juni 2014 werd de nieuwe applicatie online gezet. De BWR maakte deel uit van de stuurgroep van dit platform en de technische werkgroep. Hier werd grondig gewerkt aan de structuur en de functionaliteiten van het totaal vernieuwde platform. De BWR werkte mee aan de overzet van de gegevens en het oplossen van de bugs in het nieuwe systeem. Deze nieuwe structuur en functionaliteiten, de samenwerking met de partners, de toekomstplannen e.a. kwamen aan bod in het uitgebreide dossier Zorgzoeker en de Sociale Kaart van het Brussels Welzijnsnieuws (BWN 207).
voor stap de mogelijkheden weergeeft. Aangezien de Sociale Kaart en Zorgzoeker in 2014 volledig vernieuwd werd, is ook de handleiding helemaal verwerkt. De infosessie van ‘de Sociale GPS’ vond zeven keer plaats in 2014. Meer hierover staat onder het deel vormingen. In januari was de editie 2014 van het Brussels Zakboekje zowel online als in gedrukte versie beschikbaar. Vanaf de zomer startte de BWR met de voorbereiding van de uitgave van 2015. Zowat 1500 gedrukte exemplaren gingen de deur uit, online telde de pagina over het Brussels Zakboekje 2.058 bezoekers via de website. Op issuu.com werd het boekje 2772 keer weergegeven en telde het 180 lezers. De BWR werkt verder samen met het Centrum voor Documentatie en Coördinatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest aan het project Sociaal Brussel Online. Beide organisaties wisselen gegevens uit via e-mail. Tevens was er overleg over de ontwikkelingen van het nieuwe platform rond Zorgzoeker en de Sociale Kaart om de verdere uitwisseling van gegevens te vergelijken. Tevens overlegde de BWR verder met de administratie van de VGC hoe ze de gegevens van de Sociale Kaart kan koppelen aan de Viks-databank van de VGC. De gegevens van de Brusselse Lokale Dienstencentra uit de Sociale Kaart worden intussen via webservices ontsloten op de website van deze lokale dienstencentra www.ldcbrussel.be. De contactgegevens van de opgenomen Brusselse organisaties worden eveneens gebruikt in de applicatie die het vormingsaanbod weergeeft op de website van de BWR.
De BWR promoot de middelen die het aanbod van zorgvoorzieningen weergeven. De promotie gebeurt via de website, publicaties, via demonstraties en oefeningensessies van het instrumentarium op studiedagen, andere ontmoetingsmomenten en speciaal hiervoor voorziene informatiesessies. Dit informatieaanbod bevat ook een handleiding die stap Het Brussels Zakboekje 2014
36
ORGANISATIE Jan Hertecant
Personeel
Raad van Bestuur
De vzw zet in op een competent personeelskader om te kunnen voldoen aan de verwachtingen van het werkveld en om te kunnen inspelen op de verwachtingen van de overheid die opgenomen zijn in ons convenant.
De bestuurdersploeg bleef stabiel:
Anneleen Allart, de projectmedewerker voor het Europees project Cultuurgevoelige Jeugdhulp, ging eind juni uit dienst bij de stopzetting van het project. Voor de ondersteuning van de lokale dienstencentra (BOD) blijft Stijn Moons de stafmedewerker, gesubsidieerd door stedenfondsmiddelen. Voor 2014 werd Dieter Proost als projectmedewerker registratie verder ingezet voor de implementatie van het registratiesysteem van de 18 lokale dienstencentra. Klaar Desmaele, personeelslid van Begeleid Wonen Brussel kon als netwerker aansluiten bij de collega’s van de BWR. Ook Kim Van Wallendael, personeelslid van Voem vzw, kreeg voor het voorportaalproject Powercare een vaste standplaats bij de BWR. Christophe Mahaut, stafmedewerker lokaal sociaal beleid, verliet de organisatie in oktober. Voor de informatieverwerking van het Brussels Zakboekje werd Joris Eikenaar tijdelijk ingezet. Na 29 jaar nam de BWR afscheid van Elise Vankalck, secretariaatsmedewerker. Naast de vaste medewerkers en projectmedewerkers maakte de BWR graag gebruik van de diensten van vrijwilliger Nicoline de Haas. Haar vrijwilligerswerk werd beëindigd omwille van onvoldoende aanbod voor aangepaste taken. Jaarlijks ontvangen we ook stagiairs (laatstejaars) van het Koninklijk Atheneum Emanuel Hiel.
• • • • • •
Koen Van den Abeele (voorzitter) Greet Callaerts (beheerder) Harry Parys (beheerder) Johan Martens (beheerder) Piet Ketele (beheerder) Relinde Raeymaekers (beheerder)
• Mathieu Voets (waarnemend lid VGC administratie) werd opgevolgd door Luc Dekeyser. • Veronique Peters (waarnemend lid VGC – kabinetsmedewerker collegelid Bianca Debaets)
37
38
De organisatiestructuur van de BWR
PERSONEELSINZET 2014 Directie
Beleidsmedewerkers
Jan Hertecant Directeur – 1 VTE
Chris Blockerije Coördinator Brussels Regionaal Overleg gehandicapten (BROG) - 1 VTE
Administratieve en logistieke cel
Els Nolf Interculturalisering - 0.8 VTE
An Keymolen Administratief medewerker – 0.8 VTE
Freddy Carremans Communicatie en databanken – 1 VTE
Elise Vankalck Secretariaat – 1VTE In dienst tot 31/12/2014
Nicole Mondelaers Sociale uitsluiting - 1VTE
Joris Eikenaar Informatiebeheer – zakboekje In dienst van 01/10/2014 – 31/12/2015
Stafmedewerkers
Meyssam Ghassemi Administratief medewerker communicatie en lay-out – 0.5 VTE Laura Gruyaert Educatief medewerker - Vorming en informatiebeheer – 1 VTE Dieter Proost ICT-medewerker registratie BOD (Brusselse ondersteuning lokale dienstencentra) - 0.8 VTE In dienst tot 31/12/2014
Anneleen Allart Projectmedewerker cultuurgevoelige jeugdhulp 18 maanden - 0.8 VTE (Europees project in samenwerking met Steunpunt Jeugdhulp) In dienst tot 30/06/2014 Christophe Mahaut Algemeen en lokaal welzijn (lokaal sociaal beleid) - 1 VTE In dienst tot 05/10/2014 Johan Pletincx Boekhouder - 0.1 VTE Sita Vreeling Stafmedewerker Communicatie – 1 VTE Sjoert Holtackers BROG - Sectorfacilitator, personen met een handicap - 1 VTE Stijn Moons BOD Brusselse ondersteuning lokale dienstencentra – 0.8 VTE
Totale inzet op 31/12/2015: 12,8 VTE Op Jaarbasis: 13.8 VTE
39