RIB 0094 31-10-'05
Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004) behorende bij VCA 2004/04
Van Auteur Kenmerk Versie Datum Bestand Status
ProRail ProRail AKI KO RIB 0094 2.1 31 oktober 2005 BTR 2004, versie 2.1.doc Definitief
RIB 0094 31-10-'05
Inhoudsopgave 1
Algemeen
3
2
Begrippenlijst
4
3
Randvoorwaarden voor de toepassing en gebruik van de BTR
6
4
Specifieke minimumeisen-railinfrastructuur
8
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
2/12
RIB 0094 31-10-'05
1
Algemeen Opdrachtnemers die werkzaamheden in of nabij het spoor verrichten, dienen te voldoen aan de geldende veiligheidseisen. Daarom hebben ProRail en NS Stations afgesproken dat deze opdrachtnemers dienen te beschikken over een gecertificeerd managementsysteem dat voldoet aan de criteria van de VGM Checklist Aannemers (VCA), aangevuld met de specifieke minimumeisenrailinfrastructuur van deze Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR). Een en ander blijkt uit het hebben van een geldig BTR-certificaat. Met de toevoeging van de BTR wordt beoogd, dat het desbetreffende managementsysteem niet alleen de algemene arbeidsveiligheid omvat, maar ook de arbeidsveiligheid specifiek in relatie tot het railsysteem. Het betreft hier voornamelijk de veiligheid met betrekking tot aanrijd- en elektrocutierisico’s. De BTR is een specifieke toelichting bij de VCA. De BTR bestaat uit vier hoofdstukken: 1 Algemeen 2 Begrippenlijst 3 Randvoorwaarden voor de toepassing en gebruik van de BTR 4 Specifieke minimumeisen-railinfrastructuur. Verificatie van Regelgeving De eisen in de BTR zijn afgeleid van de (veiligheids)regelgeving die van toepassing is bij het werken in de directe omgeving van de Nederlandse railinfrastructuur en Ev-hoogspanningsinstallaties in beheer bij ProRail (genoemde eisen gelden alleen bij ProRail). De relevante regelgeving voor het werken in het risicogebied is: • Het Normenkader Veilig Werken (NVW); • Het Voorschrift voor Veilig Werken (VVW); • De bijbehorende brancherichtlijnen en documenten zoals vermeld op de website van ProRail; • Het Veiligheidsvoorschrift voor Werkzaamheden aan (of in de nabijheid van) elektrische hoogspanningsinstallaties van Railinfrabeheer. (VWS); • De procedure Borgen Veilige Berijdbaarheid; • Het besluit Spoorwegpersoneel, de Regeling Spoorwegpersoneel en de bijlagen bij deze regeling voor de Veiligheidsfuncties: Leider Werkplekbeveiliging, Leider Lokale veiligheid, Veiligheidsman en Grenswachter, Werktreinbegeleider en Gereedschapsmachinist. Het NVW, VVW en de brancherichtlijnen en de overige documenten zijn te vinden op www.prorail.nl > zakenpartners > NVW > documenten. Het VWS en de procedure BVB zijn te verkrijgen bij ‘het Loket’ (
[email protected]). Het Besluit Spoorwegpersoneel en de Regeling Spoorwegpersoneel zijn te vinden op http://www.overheid.nl/op/
Beheer De BTR wordt beheerd door de Technische Commissie Railinfrastructuur. In de Technische Commissie zijn zowel opdrachtnemers als de opdrachtgevers ProRail en NS Stations vertegenwoordigd. Het Secretariaat van de TCR wordt gevoerd door ProRail (
[email protected]). ProRail heeft de BTR op haar internetpagina gepubliceerd Hier staan ook veelgestelde vragen met de bijbehorende antwoorden gepubliceerd. (www.prorail.nl > zakenpartners > VCA-certificaat en BTR).
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
3/12
RIB 0094 31-10-'05
2
Begrippenlijst Brancherichtlijn
Document in de Veiligheidsregelgeving van ProRail Een beschrijving van de inrichting van een (veiligheids)proces om te komen tot een optimaal resultaat. Een Brancherichtlijn wordt opgevat als referentie of standaard voor een proces
BTR
Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur
Functies waaraan vakbekwaamheidseisen worden gesteld
Functies met een groot afbreukrisico tav veiligheid, waaraan ProRail eisen heeft gesteld. De voor deze functies benodigde vakbekwaamheid moet worden aangetoond middels certificaten. Deze certificaten worden vermeld in het veiligheidspaspoort.
IVW, divisie Rail
Inspectie Verkeer en Waterstaat. Onderdeel van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. IVW, divisie Rail is verantwoordelijk voor het toezicht op en handhaving van de Spoorwegwet.
NVW
Normenkader Veilig Werken (RIB 0093). Kaderstellend document van de Veiligheidsregelgeving van ProRail
Plan Veilige Berijdbaarheid
Plan, benoemd in de PRC-00036-A, waarin is aangegeven hoe de Veilige Berijdbaarheid van het spoorsysteem tijdens en na werkzaamheden geborgd is.
PVR
Profiel van Vrije ruimte. Het gebied van de infra waarbinnen zich geen voorwerpen of personen mogen bevinden bij het in dienst zijn van het spoor (VVW).
Risicogebied
Het werkgebied binnen de railinfrastructuur waar de veiligheidsvoorschriften zoals vermeld onder de kop “Verificatie van Regelgeving” van toepassing zijn.
Systeemveiligheid
De mate waarin risico’s in en door het railverkeerssysteem worden beheerst ten behoeve van diegenen die aanwezig zijn in het railverkeerssysteem, zoals reizigers, personeel en overweggebruikers.
TCVT
Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport.
Veilige Berijdbaarheid
Het zodanig beheersen van werkzaamheden aan de infrastructuur dat het risico van ontsporing, aanrijding of elektrocutie voor de in exploitatie zijnde infrastructuur aanvaardbaar laag is (PRC 00036-A).
Veiligheidsfuncties
Functies met een groot afbreukrisico tav veiligheid, waaraan het ministerie van V&W dan wel PriRail middels het NVW eisen heeft gesteld. De voor deze functies benodigde vakbekwaamheid moet worden aangetoond middels certificaten. Deze certificaten worden vermeld in het veiligheidspaspoort. (Besluit Spoorwegpersoneel)
VVW
Voorschrift Veilig Werken aan railinfrastructuur (RLN00073). Regelgevend document in de Veiligheidsregelgeving van ProRail.
VWS
Het Veiligheidsvoorschrift voor Werkzaamheden aan (of in de nabijheid van) elektrische hoogspanningsinstallaties van ProRail (RLN00128).
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
4/12
RIB 0094 31-10-'05
3
Randvoorwaarden voor de toepassing en gebruik van de BTR Toepassing Alle bedrijven die werkzaamheden verrichten binnen het risicogebied dienen te beschikken over een VCA-certificaat én een BTR-certificaat. Dat wil dus zeggen dat ook alle onderaannemers die werkzaamheden binnen het risicogebied uitvoeren een BTR-certificaat moeten bezitten. De BTR kent geen certificatieniveau’s, dat wil zeggen dat alle bedrijven aan alle vragen moeten voldoen. Gebruik De BTR dient door certificatie-instellingen te worden gehanteerd bij het certificatieonderzoek. Certificatie-instellingen De BTR-certificatie is voorbehouden aan certificatie-instellingen die door de Raad van Accreditatie voor VCA zijn geaccrediteerd. Auditors die het certificatieonderzoek uitvoeren dienen de opleiding “Audit BTR” met goed gevolg te hebben afgerond. Certificatieonderzoek De certificatie-instelling voert een certificatieonderzoek uit. Het certificatieonderzoek omvat zowel verificatie van het gedocumenteerde managementsysteem als verificatie van de implementatie van het managementsysteem op projectlocaties van het bedrijf. De verificatie van de implementatie omvat tijdens de initiële audit twee en tijdens de tussentijdse en herhalingsaudits één in uitvoering zijnd werk van het bedrijf. Op deze projectlocaties dienen werkzaamheden in het risicogebied te worden uitgevoerd. Het certificatieonderzoek kan tegelijk met de initiële, tussentijdse of herhalingsaudit voor het VCAcertificaat plaatsvinden. De certificatie-instelling moet rapporteren over het certificatieonderzoek. Over het certificatieonderzoek moet apart gerapporteerd worden ten opzichte van de reguliere VCArapportage. Het certificaat BTR wordt uitgereikt aan bedrijven die volgens de certificatie-instelling voldoen aan alle eisen en criteria zoals vermeld in deze BTR, ook die vragen waar VCA geen verplichting oplegt. Op het BTR-certificaat wordt het volgende vermeld: ‘Werken in de Risicogebieden van de Railinfrastructuur’, alsmede de gehanteerde versie van de BTR. Voor de verlenging/schorsing van de geldigheid van de BTR zijn de eisen en voorwaarden van toepassing zoals bij de VCA. Het kan voorkomen dat bedrijven op het moment van het certificatieonderzoek (nog) geen projecten/werkzaamheden uitvoeren in het risicogebied, zodat een volledige audit van de BTR niet kan plaatsvinden. In dat geval kan in eerste instantie alleen een onderzoek van het managementsysteem met bijbehorende documenten plaatsvinden. Een certificatie-instelling kan op basis van dit onderzoek een verklaring afgeven aan het desbetreffende bedrijf dat dit onderzoek positief is verlopen. Met deze verklaring voldoet een bedrijf aan de inschrijvingseis tot het bezitten van het BTR-certificaat, mits deze verklaring niet ouder is dan drie jaar. Nadat een werk binnen het risicogebied gecontracteerd is, kan het certificatieonderzoek op het project plaatsvinden.
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
5/12
RIB 0094 31-10-'05
4
Specifieke minimumeisen-railinfrastructuur Inleiding De BTR hanteert dezelfde indeling als de VCA. Per vraag wordt het doel van de vraag aangegeven, en worden de minimumeisen vermeld die aan de beantwoording van de vraag worden gesteld. De specifieke minimum eisen railinfrastructuur verwijzen naar en hebben betrekking op relevante documenten en dienen te worden beoordeeld. Onder het kopje documenten staan de documenten die mede het bewijs moeten leveren dat aan de eisen voldaan wordt. De nummering van de vragen in de BTR komt overeen met de nummering van de vragen in de VCA 2004/04. De vragen zijn letterlijk overgenomen uit de VCA, de doelstelling, de minimum eisen railinfrastructuur eisen en de documenten zijn specifiek voor werken aan de railinfrastructuur gesteld.
De nummering van de vragen in de VCA 2000/03 is tussen haakjes achter de vraag opgenomen.
Vragenlijst BTR 2.3 Worden de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen gratis ter beschikking gesteld, onderhouden en omgeruild? (2.3) Doelstelling Medewerkers tijdig voorzien van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) ter voorkoming van letsel en ter herkenning van de veiligheidsfunctionarissen. Minimum eisen railinfrastructuur • PBM van de medewerkers en uitrusting van de veiligheidsman in het risicogebied zijn conform VVW (§ 2.7.4 en § 6). Document conform VCA
3.4 Hebben alle medewerkers specifieke kennis en kunde gerelateerd aan door hen binnen het bedrijf uit te voeren specifieke risicovolle taken of werkzaamheden in een risicovolle omgeving? (3.2) Doelstelling Alle medewerkers (eigen medewerkers en tijdelijke medewerkers) beschikken over die specifieke vakkennis en kunde die zij nodig hebben voor de door het bedrijf uit te voeren risicovolle taken (zie 5.1) en/of werkzaamheden binnen het risicogebied.
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
6/12
RIB 0094 31-10-'05
Minimum eisen railinfrastructuur • Voor het uitvoeren van werkzaamheden in het risicogebied zijn veiligheidsfuncties en functies waaraan vakbekwaamheidseisen worden gesteld vastgesteld. Dit zijn onder andere de volgende functies: V&G-coördinator Uitvoeringsfase, Leider Werkplekbeveiliging, Locatie Leider Veiligheid, Veiligheidsman, Grenswachter, Werktreinbegeleider, Gereedschapsmachinist, Werkverantwoordelijke, Ploegleider, Vakbekwaam persoon, Controleur Veilige Berijdbaarheid, Alleengaande en een aantal technische functies. Deze staan op de lijst van Vakbekwaamheidseisen, en is verkrijgbaar bij Het Loket van ProRail (
[email protected], 030 235 9650). • Voor medewerkers die een veiligheidsfunctie of een functie waaraan vakbekwaamheidseisen worden gesteld uitoefenen is conform VVW en VWS aantoonbaar een bepaald opleidingsniveau vereist. Document veiligheidspaspoort waarmee de vakkennis en kunde (vakbekwaamheidseisen) kan worden aangetoond. Registratie van [periodieke] examenresultaten. Borgingssysteem dat aantoont dat voldaan wordt aan de eindtermen voor functies genoemd in VVW (info Stichting Rail Examens) en VWS (bijlage H). Deze vraag kan ook positief worden beantwoord als een bedrijf middels een contract met een werkplekbeveiligingsbedrijf kan aantonen dat: • over de functionarissen die een veiligheidsfunctie of een functie waaraan vakbekwaamheidseisen worden gesteld uitoefenen, indien nodig, voortdurend kan worden beschikt en • als kan worden aangetoond dat de functionaris die de veiligheidsfunctie uitoefent in dienst is bij dat bedrijf en • de inpassing kan worden aangetoond van werkzaamheden van het werkplekbeveiligingsbedrijf binnen de eigen activiteiten / processen.
3.6 Bestaat er een bedrijfseigen VGM-instructie? (6.1) Doelstelling Alle operationele en leidinggevende medewerkers hebben kennis van de spoorspecifieke VGM-instructies ten behoeve van hun eigen veiligheid, anderen en de veiligheid vaan het railsysteem. Minimum eisen railinfrastructuur • Alle medewerkers (ook van onderaannemers en toeleveranciers) die binnen het risicogebied werkzaamheden uitvoeren moeten de instructie ‘Veiligheid langs het spoor’ met goed gevolgd hebben afgelegd (www.veiligheidlangshetspoor.com). • Alle medewerkers (ook van onderaannemers en toeleveranciers) dienen conform de Huisregels van ProRail een Bewijs van Toegang bezitten. Document Bewijs van Toegang, aanwezig op de werkplek, waaruit deelname blijkt aan de instructie ‘Veiligheid langs het spoor’. Registratie van de gevolgde opleiding ‘Veiligheid langs het spoor’ in een bijlage van het (personeels)dossier.
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
7/12
RIB 0094 31-10-'05
3.7 Beschikken medewerkers over een veiligheidspaspoort? (4.7.1) Doelstelling Medewerkers, waaronder zij die een veiligheidsfunctie of een functie met vakbekwaamheidseisen vervullen, kunnen op praktische wijze aantonen, dat zij beschikken over de vereiste kwalificaties. Minimum eisen railinfrastructuur • De gevolgde opleidingen / instructies en medische geschiktheidverklaringen van tenminste de veiligheidsfuncties moeten worden opgenomen in het veiligheidspaspoort. Document Register van uitgifte veiligheidspaspoorten.
3.8 Bestaat er een adequate procedure voor het correct invullen van het veiligheidspaspoort? (4.7.2) Doelstelling De borging van de correcte invulling en aanvulling van het paspoort. Minimum eisen railinfrastructuur • Tegenover iedere vermelding / aantekening van opleidingen, (eigen) instructies en medische geschiktheidverklaringen moet een officieel document in het personeelsdossier zijn opgenomen. Document Correctheid van invulling van veiligheidspaspoorten. Beschikbaarheid bewijsdocumenten in personeelsdossier. Opmerking: als het bedrijf geen medewerkers met een veiligheidsfunctie of die een functie met vakbekwaamheidseisen vervult in dienst heeft, dan wordt deze vraag automatisch positief beantwoord.
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
8/12
RIB 0094 31-10-'05
3.9 Zijn eisen met betrekking tot taalbeheersing van alle medewerkers vastgesteld? (3.3) Doelstelling De communicatie over VGM- en spoorwegveiligheid vindt plaats zonder taalbelemmeringen. Minimum eisen railinfrastructuur • Alle relevante teksten zijn in het Nederlands op het werk aanwezig. • De Leider Werkplekbeveiliging. de Leider Lokale Veiligheid en de V&G-coördinator verstaan en spreken vloeiend Nederlands en kunnen in deze taal opgestelde documenten lezen en begrijpen. • De Werkverantwoordelijke en de Ploegleider verstaan en spreken vloeiend Nederlands. • De Veiligheidsman en de grenswachter verstaan en spreekt de taal van de Leider Werkplekbeveiliging en de taal van de Leider Lokale Veiligheid of vice versa. • De Leider Werkplekbeveiliging, de leider Lokale Veiligheid, de Veiligheidsman en de grenswachter moet zodanig communiceren dat de ontvangers de mededeling ontvangen en begrijpen. Voor veiligheidsberichten gelden de regels van de gespreksdiscipline (VVW hoofdstuk 10). • De Werkverantwoordelijke moet kunnen communiceren met betrokkenen conform de regels van de gespreksdiscipline (VVW hoofdstuk 10). Document Taaleisen opgenomen in managementsysteem en/ of V&G-plan Uitvoeringsfase.
5.1 Hanteert het bedrijf VGM-projectplannen? (6.2) Doelstelling Het vaststellen en beheersen van de VGM-risico’s en risico’s t.a.v. systeemveiligheid en veilige berijdbaarheid van het spoor, van door het bedrijf uit te voeren werkzaamheden binnen het risicogebied. Minimum eisen railinfrastructuur • Voor het werken in het risicogebied is een concrete beschrijving in het V&G-plan vereist en indien contractueel vereist, een plan Veilige Berijdbaarheid. Daarmee is aangegeven hoe de systeemveiligheid resp. veilige berijdbaarheid is gegarandeerd tijdens en na de uitvoering van de werkzaamheden. • Een en ander dient aantoonbaar te zijn gebeurd conform de hiervoor opgestelde Brancherichtlijnen en de ProRail procedure PRC-00036-A. Hieraan kunnen intern richtlijnen zijn opgesteld wie vaststelt voor welke werkzaamheden / situaties / omgeving een taakrisicoanalyse worden opgesteld. • Methodiek voor het opstellen van een V&G-plan onder verantwoordelijkheid van V&G-coördinator Uitvoeringsfase resp. Werkverantwoordelijke. • Methodiek voor het opstellen van een Plan Veilige Berijdbaarheid. • In het V&G-plan resp. plan Veilige Berijdbaarheid gedefinieerde risico’s worden beheerst door betreffende maatregelen. • Na ieder ongeval / incident wordt het V&G-plan resp. plan Veilige Berijdbaarheid geëvalueerd en zonodig aangepast. Document Eisen m.b.t. de inhoud van een V&G-plan resp. Plan Veilige Berijdbaarheid. Van alle betreffende werken alle V&G-plannen resp. Plan Veilige Berijdbaarheid.
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
9/12
RIB 0094 31-10-'05
9.2 Ligt op basis van geïnventariseerde risico’s vast, voor welke functies werknemers periodiek een medisch onderzoek moeten ondergaan? (8.2.1) Doelstelling Het voorkómen van aantasting van gezondheid van medewerkers en aantasting van de beschikbaarheid en veiligheid van het spoorsysteem. Minimum eisen railinfrastructuur • Medische en psychologische keuringseisen voor de volgende functies: Leider Werkplekbeveiliging, Leider Lokale Veiligheid, Veiligheidsman, Grenswachter, Werktreinbegeleider en Gereedschapsmachinist zoals gepubliceerd in de bijlagen van de Regeling Spoorwegpersoneel (http://www.overheid.nl/op/) . Document Overzicht betrokken medewerkers. Registratie in Veiligheidspaspoort. Overeenkomst met erkende dienst waarin is opgenomen het periodieke medische onderzoek als specifieke taak.
10.1 Worden VGM-verantwoorde materialen, materieel/middelen aangeschaft? (9.1) Doelstelling Het gebruik maken van verantwoord materieel met het oog op arbeids- en systeemveiligheid. Minimum eisen railinfrastructuur • Toelatingseisen voor railinframachines (Certificatieschema Keuring Railinframachines). • Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) voor werkplekbeveiligingsmiddelen. Document TCVT certificaat van Goedkeuring en TCVT Keurmerk op de machine ( www.tcvt.nl ). VGB voor gebruikers van werkplekbeveiligingsmiddelen. Opmerking: als het bedrijf geen materieel / middelen in bezit of in gebruik heeft, worden de daarop betrekking hebbende onderdelen van deze vraag automatisch positief beantwoord.
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
10/12
RIB 0094 31-10-'05
11.1 Wordt bij onderaanneming zeker gesteld dat op de werkvloer aan alle VCA-eisen wordt voldaan? Doelstelling Borgen dat bij onderaanneming wordt voldaan aan de eisen van BTR, zodat de spoorse veiligheid ook bij onderaanneming voldoende geborgd is. Minimumeisen • Onderaanneming van werkzaamheden in het risicogebied dienen onder BTR-certificatie uitgevoerd te worden. Er zijn twee mogelijkheden om aan deze eis te voldoen: o Het bedrijf dat de werkzaamheden in onderaanneming uitvoert dient BTR-gecertificeerd te zijn; o Het bedrijf dat de werkzaamheden in onderaanneming uitvoert dient VCA-gecertificeerd te zijn én volledig onder de werkplekbeveiligingsorganisatie van de BTR gecertificeerde hoofdaannemer te werken. Verder gelden de volgende voorwaarden: - De risico's uit het spoor vormen een laag risico voor de werkomgeving; - De werkzaamheden van de onderaannemer vormen een laag risico voor het optreden van veiligheidsstoringen; - De afweging van bovenstaande risico's, de wijze van inzetten van niet-BTR-gecertificeerde onderaannemers en de borging van de arbeidsveiligheid van deze onderaannemer is opgenomen in het V&G-plan (conform Arbobesluit 2.27.1.f en g). - e.e.a. geldt ook voor onder-onderaanneming en verder. Documenten Borgingssysteem Overzicht van onderaannemers per contract Opmerking: deze eis geldt vanaf 01-jan-2006. 12.1 Heeft het bedrijf een procedure voor het melden en registreren van ongevallen met en zonder verzuim? (10.1.1) Doelstelling Aan de beheerder van de railinfrastructuur melden van die ongevallen, die de beschikbaarheid en veiligheid van het spoor kunnen aantasten. Minimum eisen railinfrastructuur • De aanwezigheid van een werkwijze voor het melden aan de beheerder van de railinfrastructuur. • Correcte benoeming van de instanties voor het melden. • In de werkwijze moet nadrukkelijk zijn opgenomen, dat geen melding moet plaatsvinden aan genoemde instanties, als het niet om spoorspecifieke zaken gaat. Document Ongevalprocedure. Ongevalformulier. Register ongevalmeldingen.
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
11/12
RIB 0094 31-10-'05
12.3 Heeft het bedrijf een procedure voor het melden en registreren van bijna-ongevallen en / of incidenten? (10.1.3) Doelstelling Aan de beheerder van de railinfrastructuur melden van die incidenten, die de beschikbaarheid en veiligheid van het spoor kunnen aantasten. Minimum eisen railinfrastructuur • De aanwezigheid van een werkwijze voor het melden aan de beheerder van de railinfrastructuur. • Correcte benoeming van de instanties voor het melden. • In de werkwijze moet nadrukkelijk zijn opgenomen, dat geen melding moet plaatsvinden aan genoemde instanties, als het niet om spoorspecifieke zaken gaat. Document Ongevalprocedure. Ongevalformulier. Register ongevalmeldingen.
Aanbestedingszaken, Kostenmanagement & Inkoop Branchegerichte Toelichting Railinfrastructuur (BTR 2004)
12/12