360˚
Bestuurders met ervaring geven praktische tips
Krimp hoeft geen (k)ramp te zijn Er is geen ontkomen aan: de leerlingenaantallen gaan dalen. Ook voor minder leerlingen moet er straks kwalitatief goed en gevarieerd onderwijs zijn. Maar dan moeten scholen, ook nu de cijfers op dit moment nog mee lijken te vallen, wel aan de slag om te voorkomen dat er straks gaten vallen. Drie schoolbestuurders vertellen hoe zij omgaan met krimp. Wat blijkt: krimp hoeft geen ramp te zijn. Tenminste, als je samenwerkt, oog hebt voor regionale omstandigheden en op tijd begint. Tekst: Carolien Nout / Illustratie: Matthias Giessen
“Scholen die beweren dat zij geen last krijgen van dalende leerlingenaantallen, houden zich zelf voor de gek”, vindt Dries Koster, directeur-bestuurder van de openbare RSG Wolfsbos in Hoogeveen. De Drentse scholengemeenschap telt in totaal ongeveer tweeduizend leerlingen die over kleinschalige locaties en afdelingen zijn verdeeld. In de regio rond Hoogeveen doet zich nu nog geen krimp voor, maar die gaat er zeker komen. “Ik zie krimp echter breder: niet alleen in termen van aantallen leerlingen, maar ook van financiën. Vanwege de bezuinigingen zijn we gedwongen hetzelfde werk te doen met minder mensen. Dat betekent helaas dat de klassen groter worden. Als straks ook nog de leerlingen aantallen dalen, moeten scholen bijtijds maatregelen nemen om het onderwijsaanbod goed te organiseren. Dat betekent dus samenwerken.” Krimp komt eraan
De demografische krimp in Nederland is geen verras sing: in sommige regio’s is de daling van het aantal inwoners al een jaar of tien realiteit. Tel daarbij op dat het aandeel van ouderen binnen de bevolking relatief groter wordt en het is duidelijk dat er op het gebied van huisvesting en voorzieningen als winkels, ziekenhuizen en scholen keuzes gemaakt moeten worden. Slimme keuzes uiteraard, om leegloop en verschraling te voor komen. Gemeenten, provincies en organisaties als Platform31 hebben de afgelopen jaren diverse onder zoeken en experimenten uitgevoerd en rapporten geschreven over kansen en bedreigingen in krimpregio’s.
34
VO-magazine 7 / juni 2013
Wat het onderwijs betreft is in delen van Zeeland, Limburg en Friesland de daling van het aantal leerlingen – eerst in het basisonderwijs en aansluitend in het voort gezet onderwijs – al enige jaren zichtbaar en hebben diverse scholen maatregelen genomen. In de rest van Nederland lijkt er vooralsnog nog niet zo veel aan de hand, denken veel scholen. Zij hebben immers nog steeds te maken met groei?
Tot 2030 zullen tussen de 9 en de 30% minder leerlingen in de schoolbanken aanschuiven Begin dit jaar kwam het onderwerp met één klap op de politieke agenda toen de Onderwijsraad een advies uit bracht. Weliswaar met veel aandacht in de media voor het basisonderwijs, maar uiteraard staat ook het voort gezet onderwijs voor de uitdaging een kwalitatief goed en gevarieerd onderwijsaanbod in stand te houden. Over drie jaar, dus al in 2016, wordt de daling van leerlingenaantallen in het voortgezet onderwijs goed zichtbaar. In de ene regio dalen de cijfers weliswaar sterker dan in andere, maar globaal zullen er tot 2030 tussen de 9 en de 30% minder leerlingen in de school banken aanschuiven. In de grote steden daalt het aantal leerlingen voorlopig het minst. Bijkomend probleem is de verschuiving van leerlingen aantallen per schooltype: minder kinderen kiezen voor het vmbo, vooral voor de kader- en de basisberoeps
gerichte leerweg, en daardoor kan het moeilijk zijn om aparte richtingen als metaal en elektrotechniek in stand te houden. Ook het aantal vwoleerlingen neemt af. Overigens signaleert de Onderwijsinspectie in haar jaar verslag dat de verdeling over de schooltypes zich de afgelopen drie jaar lijkt te stabiliseren: ongeveer 50 procent van de leerlingen gaat naar havo of vwo en 50 procent naar het vmbo.
verzetten. Er zijn bovendien wettelijke regels die dat moeilijk maken of zelfs belemmeren. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs presenteerde onlangs zijn visie (zie kader) op de dalende leerlingenaantallen in het primair en voortgezet onderwijs. De Tweede Kamer moet zijn voorstellen nog bespreken. De problemen die specifiek voor het voortgezet onderwijs gelden, krijgen echter weinig aandacht, meent de VOraad.
Gunnen en uitruilen
‘In de praktijk blijken de tegenstellingen tussen openbaar en bijzonder onderwijs helemaal niet zo belangrijk te zijn’
Dries Koster kent de cijfers en heeft toenadering gezocht tot andere scholen in de Drentse regio, ook van andere denominaties, om slimmer te gaan samenwerken. Best lastig, omdat niet iedereen de urgentie voelt, zo is zijn ervaring. “Toch is met ‘concullega’s’ in gesprek gaan de eerste stap die gezet moet worden. Je moet elkaar iets durven gunnen; uitruilen van onderdelen van het onderwijsaanbod, bijvoorbeeld”, zegt hij. Slim samenwerken, ook met lokale partners, kan ervoor zorgen dat de voorzieningen in een bepaald gebied in stand gehouden kunnen worden. Maar niet iedereen is zich bewust van de noodzaak om bijtijds de bakens te
De Onderwijsraad vindt dat de oplossing voor een belangrijk deel in handen ligt van de betrokken partijen zelf; zij moeten het onderwijs doelmatig organiseren om toch een breed aanbod van vakken en sectoren te kunnen garanderen. Het feit dat leerlingen in het voortgezet onderwijs gemakkelijker verder kunnen reizen, maakt dat schaalvoordelen eerder te behalen zijn zonder dat de toegankelijkheid in gevaar komt. Dat is een wezenlijk
VOmagazine 7 / juni 2013
35
360˚
Staatssecretaris wil scholen meer ruimte geven voor samenwerking Onlangs presenteerde staatssecretaris Dekker zijn visie op de daling van leerlingenaantallen in het basis- en voortgezet onderwijs. Regionale samenwerking en maatwerk zijn de uitgangspunten. Dat vergt betrokken heid van alle partijen: scholen, personeel, gemeenten en ouders, zo schrijft hij in zijn brief aan de Tweede Kamer. De staatssecretaris wil belemmeringen in weten regelgeving wegnemen en stelt voor: • de fusietoets aan te passen: een structurele leer lingendaling wordt een rechtvaardigheidsgrond voor een fusie. Als binnen vijf jaar het aantal leer lingen in een gemeente of regio met 15% of meer daalt en door de fusie geen bestuur ontstaat dat groter is dan twintig vo-scholen, wordt de fusie alleen procedureel beoordeeld door de minister. Een advies van de Commissie Fusietoets in het Onderwijs (CFTO) is dan niet meer nodig. Bij een daling tussen 7,5 en 15% in vijf jaar kan de daling een expliciete rechtvaardigingsgrond zijn om de fusie toe te staan. • scholen meer ruimte te geven voor experimenten om samen te werken, bijvoorbeeld het gezamenlijk organiseren van vier profielen in de bovenbouw van havo en vwo.
punt voor de Onderwijsraad: ook bij dalende leerlingen aantallen moet er een gevarieerd en pluriform onderwijs aanbod zijn waaruit ouders en leerlingen kunnen kiezen. De meeste scholen voor voortgezet onderwijs liggen nu op fietsafstand: in 90% van de gevallen is er minimaal één school binnen een straal van 5 kilometer. In Zeeland is de gemiddelde afstand het verst met 5,4 km tot het vmbo en 6,6 km tot havo/vwo.
Landelijk steunpunt leerlingendaling De staatssecretaris wil verder met de PO-Raad, de VO-raad en de AOC-raad praten over de inrichting van een landelijk steunpunt leerlingendaling, waar scholen en besturen terecht kunnen voor vragen en ondersteuning. Het steunpunt beschikt over voor beelden, fusiedraaiboeken en toegankelijke infor matie over wet- en regelgeving. Het is de bedoeling dat het steunpunt begin 2014 van start gaat. VO-raad pleit voor meer focus op VO Binnenkort bespreekt de Tweede Kamer de voor stellen van de staatssecretaris. In de aanloop naar dit debat heeft de VO-raad de vaste Kamercommissie OCW in een brief gevraagd om meer aandacht voor krimp in het voortgezet onderwijs, omdat het debat vooral over het primair onderwijs lijkt te gaan. De VO-raad kan zich vinden in de voorstellen voor meer ruimte en versoepeling van de fusietoets en wacht de uitwerking ervan met belangstelling af.
de uitwerking van onze plannen ook zorgt voor deze ondersteuning.” De elf scholen die onder de openbare scholengemeenschap Piter Jelles vallen, willen hun aan bod en locaties beter laten aansluiten op het mbo en op het regionale bedrijfsleven. Scholen moeten zich richten op bedrijfssectoren die groeien en goedopgeleide mensen nodig hebben, vindt Kramer. Herpositioneren van het onderwijsaanbod van vmbo-kader en -beroepsgericht betekent dat leerlingen breder worden opgeleid rond Bedrijven in bestuur vakclusters als zorg en techniek.Een ander voorbeeld Samen zorgen voor een gevarieerd onderwijsaanbod kan van samenwerking is de onderwijscampus in op verschillende manieren. In Zeeland is de Onderwijs St. Annaparochie, waar de protestantschristelijke Ulbe autoriteit de aanjager van vergaande samenwerking. van Houtenschool met De Foorakker van Piter Jelles, in In Friesland nam de provincie het initiatief door geld een nieuw gebouw wordt ondergebracht. Ze gaan meer beschikbaar te stellen om een onafhankelijk bureau, delen dan alleen de kantine of schoollokalen. Kramer: Partoer, in te schakelen. In de kop van de provincie “Samen gaan wij het onderwijs vormgeven voor vmbo Friesland (noordoostelijk en -westelijk) krimpt het aantal kader en theoretisch, havo en vwo. Ondernemers zorgen leerlingen nu al; in sommige gebieden is er weliswaar voor stage- en werkplekken en er komt een leerwerkplein nog een lichte groei tot 2017, maar zet er daarna een in de school. Uniek is dat bedrijven participeren in het sterke daling in. Het bureau bracht niet alleen scholen, bestuur.” maar ook andere partijen bij elkaar: overheden en onder nemingen. Herman Kramer, bestuurssecretaris van Krimp komt op kousenvoeten OSG Piter Jelles, is enthousiast over die aanpak: “Een In de Achterhoek besloten twee schoolbesturen, Covoa onafhankelijke derde kan de samenwerking vlot trekken. en Orchidee Scholengroep, zelf om te fuseren tot de We willen een aantrekkelijke regio blijven en werk en stichting Achterhoek VO. Het is een samenwerkings bewoners behouden. Wij hopen dat de provincie voor stichting waarbinnen de tien deelnemende scholen hun
36
VO-magazine 7 / juni 2013
openbare of confessionele karakter behouden. Henk van der Esch, voorzitter van het College van Bestuur, realiseerde zich zes jaar geleden al dat de daling van het aantal leerlingen in het basisonderwijs in de regio geen incident was maar een trend. Als lid van de Themagroep Onderwijs van het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling weet hij hoe hard het kan gaan. “Krimp komt op kousenvoeten. Hoewel onze leerlingaantallen tot 2012 nog stegen, gaan ze vanaf 2014 dalen, tot wel 30% in 2030. Daarom stelden we ons de vraag: wat moeten we nu doen om straks niet in de problemen te komen?”
Achterhoek VO heeft zijn beleid aangepast op de krimp. Zo bleek onlangs tijdens de nieuwbouw van het Gerrit Komrij College in Winterswijk dat het aantal leerlingen bouwtechniek daalde. Het was niet meer verantwoord daar een speciaal praktijklokaal voor in te richten. Nu kunnen deze leerlingen praktijklessen volgen op een locatie van Schaersvoorde, tegenover het treinstation Aalten; de theorielessen blijven ze op hun eigen school volgen. Daar is in de ruimte die nu over is de plaatselijke bibliotheek ondergebracht, waardoor de school geen eigen mediatheek of mediathecaris meer nodig heeft.
‘Een strijd om leerlingen kan slecht uitpakken voor iedereen: het kost veel geld dat je niet kunt besteden aan de kwaliteit van het onderwijs’
creatieve oplossingen
Het antwoord op die vraag bleek te liggen in een fusie. Het proces om de twee scholengroepen bijeen te brengen duurde drie jaar, tot in januari 2011 Achterhoek VO van start ging. “Dat is vrij kort hoor”, meent Van der Esch, “want die tijd is nodig om alle deelnemers te overtuigen van een gezamenlijke aanpak. Een strijd om leerlingen kan immers slecht uitpakken voor iedereen: het kost veel geld dat je niet kunt besteden aan de kwaliteit van het onderwijs. En in een concurrentiestrijd kan er een school omvallen die je misschien het slechtste kunt missen in de regio.”
Het zijn interessante voorbeelden van samenwerking, maar zoals Dries Koster al aangaf, het gaat niet vanzelf. Bewustwording van het probleem, ook bij gemeenten, is een vereiste. Een onafhankelijke partij kan helpen mensen en organisaties bij elkaar te brengen, zoals in Friesland. Maar er zijn nog steeds de eerder genoemde regels die samenwerking belemmeren. Ondanks de mogelijkheden die de wet experimenteerruimte biedt, willen scholen meer ruimte voor creatieve oplossingen. Wat houdt dat concreet in? “Ruimte om flexibeler met onderwijstijd om te gaan”, vindt Dries Koster van de openbare RSG Wolfsbos uit Hoogeveen. “Het moet gaan om het bereiken van resultaat en niet om het aantal uren lestijd.” En: “Moge lijk maken dat een leerling meer uren op een andere school onderwijs mag volgen”, zegt Henk van der Esch van Achterhoek VO. Herman Kramer van Piter Jelles
VOmagazine 7 / juni 2013
37
Meer informatie Het dossier Krimp op www.vo-raad.nl verwijst onder meer naar: k de brief van de VO-raad aan de vaste commissie voor OCW. Handboek krimp: een website voor scholen met k informatie over de gevolgen van leerlingendaling en krimp, met een aantal casebeschrijvingen van schoolbesturen. kennisplein ‘Van meer naar beter’, met nieuws en k informatie over krimp, de effecten voor scholen en mogelijke oplossingen. k www.onderwijsarbeidsmarkt.nl met een dossier over krimp en personeelsbeleid Ook interessant om te lezen, is ‘Krimp, het nieuwe denken’ van Gert-Jan Hospers en Nol Reverda. Zij behandelen inzichten uit de demografie, sociologie en geografie en presenteren een samenhangend raam werk dat als ‘checklist’ voor krimpbeleid kan dienen. Naast de theorie geven zij praktijkvoorbeelden uit binnen- en buitenland.
zou blij zijn met meer mogelijkheden om personeel uit te wisselen: “Onze vwo-scholen bijvoorbeeld willen best meer samenwerken, maar als een docent gedeeltelijk op een andere school werkt, levert dat tal van praktische en arbeidsvoorwaardelijke knelpunten op.”
Koster van RSG Wolfsbos is negatiever gestemd: “Natuurlijk proberen we er het beste van te maken, maar door (financiële) krimp gaat de franje eraf. De werkdruk neemt toe en zo schieten de leuke dingen van het onder wijs erbij in. Meer ict vind ik geen oplossing voor deze leeftijdsgroep die persoonlijk contact juist zo nodig Praktische tips heeft.” Hoe ver de Tweede Kamer wil gaan met de verruiming Gemeenten, bedrijven en scholen in heel Nederland van regels, zal moeten blijken. Rest de vraag of dalende zullen hoe dan ook de druk voelen toenemen om zich leerlingenaantallen ook iets positiefs met zich mee voor te bereiden op dalende leerlingenaantallen. Omdat kunnen brengen als je het vanuit onderwijskundige de onderlinge regionale verschillen zo groot zijn, is er invalshoek bekijkt? Van der Esch ziet het niet zo somber geen pasklare, algemeen bruikbare oplossing. Wat in: “Krimp noopt ons tot creativiteit en nieuwe onder kunnen de drie schoolbestuurders hun collega’s in heel wijsconcepten. Je kunt niet meer vanuit de luxe denken Nederland, ook die in regio’s waar krimp (nog) geen dat de kinderen toch wel komen. Onze fusie pakt goed probleem is, meegeven als praktische tip? Kramer van uit: in de praktijk blijken de tegenstellingen tussen open OSG Piter Jelles: “Ga gewoon eens koffie drinken met baar en bijzonder onderwijs helemaal niet zo belangrijk scholen in je buurt. Sluit je niet op, maar leg het onder te zijn. We werken heel goed samen, met respect voor werp open op tafel. Jouw kans is ook die van een ander.” elkaars identiteit.” Ook zijn collega Kramer uit Friesland Van der Esch van Achterhoek VO: “Ik zou scholen echt is redelijk optimistisch: “Ik zie het als een kans om duur wakker willen schudden. Krimp is een urgent probleem zaam en eigentijds onderwijs in te richten en om leer en het kost tijd om je voor te bereiden. De VO-raad mag lingen als ze eenmaal opgeleid zijn, te behouden voor dat wat mij betreft ook meer vaart maken.” Koster van deze regio.” RSG Wolfsbos ten slotte doet een appèl op gemeenten en provincies, en: “Sta als school open voor gesprek en ‘Ga gewoon eens koffie drinken met benut ook andere gremia. Zo hebben wij ons onlangs scholen in je buurt. Sluit je niet op, maar aangesloten bij de werkgeversorganisatie VNO-NCW; zij worstelen ook met het thema. Onze belangen liggen leg het onderwerp open op tafel’ niet ver van die van het bedrijfsleven.”
VO-magazine 7 / juni 2013