Bestemmingsplan Alkmaar Zuid
Inhoudsopgave
TOELICHTING
5
Hoofdstuk 1
Inleiding
5
Aanleiding Het plangebied Opgave bestemmingsplan Opzet en techniek Leeswijzer
5 5 6 7 7
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4
Beleidskader
8
Inleiding Rijksbeleid Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid
8 8 9 10
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Historie Stedenbouwkundige ontwikkeling Wonen Bedrijven Maatschappelijke doeleinden Verkeer en vervoer Groen en natuur
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Juridische planopzet
Algemeen De regels Beschrijving van de bestemmingen
Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3
Milieu-aspecten
Geluid Bodem Externe Veiligheid Water Luchtkwaliteit Hoofdleidingen en straalpad Molenbiotoop Archeologie
Hoofdstuk 5 5.1 5.2 5.3
Plangebied
Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Grondexploitatie
Bijlagen Bijlage 1
16 16 20 21 21 22 22 24 24 24 25 27 29 30 30 30 33 33 33 33 38 38 38 38 39
Externe veiligheid
REGELS 2
16
40
41 Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Hoofdstuk 1
INLEIDENDE REGELS
42
Artikel 1 Artikel 2
Begrippen Wijze van meten
42 48
Hoofdstuk 2
BESTEMMINGSREGELS
49
Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19
Bedrijf Detailhandel Gemengd - 1 Gemengd - 2 Gemengd - 3 Groen Kantoor Maatschappelijk Sport Verkeer Verkeer - Verblijfsgebied Water Wonen Waarde - Archeologie 2 Waarde - Archeologie 3 Waarde - Cultuurhistorie Waterstaat - Waterkering
49 52 54 57 60 62 63 65 67 69 70 72 73 76 78 80 82
Hoofdstuk 3
ALGEMENE REGELS
83
Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23
Anti-dubbeltelbepaling Algemene bouwregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels
83 84 85 86
Hoofdstuk 4
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
87
Artikel 24 Artikel 25
Overgangsrecht Slotregel
87 88
Bijlage Bijlage 1
89 Bedrijvenlijst
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
90
3
4
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
TOELICHTING Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding
Het voorliggende bestemmingsplan Alkmaar Zuid geeft een nieuwe planologische regeling voor een groot deel van de wijk Zuid. Het plangebied strekt zich uit van de rand van de binnenstad tot aan de zuidelijke stadsrand en omvat in grote lijnen het woongebied tussen de Kennemerstraatweg, de Nieuwpoortslaan, de Vondelstraat en de Regulierslaan/Heilooër Tolweg (de ring). Het gebied kent verschillende buurten, gebouwd vanaf het begin van de 19e eeuw tot vroeg naoorlogse woonwijken. Incidenteel is er nieuwbouw van hogere woongebouwen. Het gevolg van deze bouwgeschiedenis is dat het plangebied een aantal uiteenlopende planologische regelingen kent. Het bestemmingsplan Alkmaar Zuid is een actualisering van onderstaande bestemmingsplannen. Achtermeer 98 (2001) Uitbreidingsplan in onderdelen Alkmaarderhout en omgeving (1940) Uitbreidingsplan in onderdelen Overdie en Achtermeer I (1958) Partiële wijziging U.P.i.o. Overdie en Achtermeer I (1963) 3e partiële herziening U.P.i.o. Overdie en Achtermeer I (1964) 4e partiële herziening U.P.i.o. Overdie en Achtermeer I (1964) 5e partiële herziening U.P.i.o. Overdie en Achtermeer I (1967) 6e partiële herziening U.P.i.o. Overdie en Achtermeer I (1973) 7e gedeeltelijke wijziging van het bestemmingsplan U.P.i.o. Overdie en Achtermeer I (1976) 9e gedeeltelijke wijziging van het bestemmingsplan U.P.i.o. Overdie en Achtermeer I (1976) 10e gedeelteijke wijziging van het bestemmingsplan U.P. i.o. Overdie en Achtermeer (1977) Uitbreidingsplan in onderdelen Kooimeer (gem. Alkmaar) (1964) Uitbreidingsplan in onderdelen Kooimeer (gem. Heiloo) (1965) Kooimeer West (1979) Uitbreidingsplan in onderdelen Overdie en Achtermeer II (1956) Herziening uitbreidingsplan in hoofdzaak (gem. Heiloo) (1956) De Vierstaten (1997) Sportlaan (2006) Deze bestemmingsplannen voldoen niet meer aan de eisen die vandaag de dag aan een goede ruimtelijke ordening voor de woonbuurten worden gesteld. Wijzigingen zijn bijvoorbeeld opgetreden in de gemeentelijke regeling ten aanzien van erfbebouwing of in de regeling voor werken aan huis. Het gevolg is dat in deze woonbuurten voor afwijkende bouwplannen tal van vrijstellingen op de geldende plannen zijn verleend. Ook wettelijk gelden er andere aandachtspunten die vanuit een goede ruimtelijke ordening aan plannen moeten worden gesteld. Het overleg met het hoogheemraadschap over het water en de waterhuishouding is verplicht, maar ook eventuele risico's voor de volksgezondheid moeten in bestemmingsplannen verantwoord worden.
1.2
Het plangebied
Het gebied van het bestemmingsplan Alkmaar Zuid wordt bepaald door belangrijke stedelijke infrastructuur. Aan de noordzijde grenst het gebied aan de Singelgracht rond de binnenstad, aan de oostzijde is de Vondelstraat de grens, aan de zuidzijde de Heilooër Tolweg en aan de westzijde deels de Kennermerstraatweg. De Regulierslaan / Heilooër Tolweg vallen tot aan de Zandersweg binnen het plan. Aansluitend behoort ook het gebied van de Drafbaan tot het bestemmingsplan.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
5
Figuur 1: Plangebied Alkmaar Zuid
1.3
Opgave bestemmingsplan
De opgave voor het bestemmingsplan Alkmaar Zuid is om met een actuele regeling de huidige situatie planologisch vast te leggen. Met het bestemmingsplan Alkmaar Zuid wordt voor de komende tien jaar, wat de wettelijke looptijd van een bestemmingsplan is, een regeling gegeven op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Het doel van het bestemmingsplan is om een goed en eenduidig beheer van de woonwijken, de voorzieningen en de aanwezige infrastructuur van wegen en paden, openbare groen en water te realiseren. Het bestemmingsplan kan beschouwd worden als een plan bedoeld om de komende jaren aan het behoud van een leefbaar woongebied bij te dragen.
6
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
1.4
Opzet en techniek
Het bestemmingsplan wordt opgezet volgens de regels van de Wet ruimtelijke ordening, die op 1 juli 2008 van kracht is geworden. De gemeente maakt haar bestemmingsplannen in digitaal raadpleegbare vorm. De plannen zijn ook beschikbaar in boekvorm met kaarten in drukwerk. Het plan is als een digitaal raadpleegbare versie uitgevoerd en voldoet aan de eisen van DURP (digitale uitwisseling ruimtelijke plannen). Het plan kan in het informatiesysteem van de gemeente en diverse andere overheden worden ingevoerd en worden ontsloten via internet. De opzet van de plankaart en de voorschriften is volgens de nieuwe gemeentelijke standaard, die aansluit bij de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008). Het maken van gestandaardiseerde, digitale plannen, is op grond van de Wet op de ruimtelijke ordening, per juli 2010 verplicht.
1.5
Leeswijzer
In de toelichting op het bestemmingsplan worden de aan het plan ten grondslag liggende uitgangspunten van het gemeentelijk beleid weergegeven en wordt de regeling van het plan gemotiveerd. De toelichting op het plan bestaat uit een onderzoeksgedeelte en een beschrijving van het juridisch deel van het plan. Het eerstgenoemde onderdeel bevat het onderzoek naar de huidige gebruiks- en bebouwingssituatie en de randvoorwaarden en belemmeringen. Het tweede onderdeel omvat de verantwoording van het juridisch deel van het plan, te weten de verbeelding en de regels. Na het inleidende hoofdstuk 1 wordt in hoofdstuk 2 het vastgestelde beleid van het rijk, de provincie en de gemeente aangegeven voor zover dit van betekenis is voor dit bestemmingsplan. In hoofdstuk 3 wordt de beleidskeuze per bestemming (bebouwd gebied, infrastructuur, groen en water) aangegeven. Hoofdstuk 4 geeft de uitkomsten weer van de onderzoeken naar een verantwoorde milieusituatie, veiligheid en bescherming van kwetsbare functies. In hoofdstuk 5, de planbeschrijving, wordt een uitleg en verantwoording gegeven van de planologische regeling (de verbeelding, de regels met de gebruiks- en bebouwingsregeling).
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
7
Hoofdstuk 2
2.1
Beleidskader
Inleiding
Aan het bestemmingsplan ligt een aantal uitgangspunten ten grondslag ten aanzien van het beheer van de bebouwde omgeving en de openbare ruimte. Deze uitgangspunten vinden hun grondslag in actueel vastgesteld gemeentelijk beleid, zoals de Stadsvisie Alkmaar (2000), de Welstandsnota Alkmaar 2004, het Waterplan Alkmaar en het Groenbeleidsplan (2003-2014). Ook is er gemeentelijk beleid op deelterreinen dat voor een ruimtelijk plan als een bestemmingsplan van belang is, zoals bedrijvigheid, detailhandel, horeca. Met dit gemeentelijk beleid ten aanzien van het beheer en de inrichting van het stedelijk gebied geeft Alkmaar een vertaling van het provinciaal vastgesteld ruimtelijk beleid. De provinciale Structuurvisie 2040 vormt het toetsingskader voor de gemeentelijke ruimtelijke ordening. Provinciaal en gemeentelijk beleid zijn op hun beurt weer een vertaling van de meer abstracte strategie op nationaal niveau, het Rijksbeleid. Rijks- en provinciaal ruimtelijk beleid worden hierna kort uiteengezet. Het gemeentelijk beleid, dat de basis vormt voor de gedachten van het bestemmingsplan, komt vervolgens uitvoeriger aan de orde. In de volgende paragrafen wordt alleen het beleid besproken dat relevant is voor een bestemmingsplan voor bestaand stedelijk gebied dat conserverend van aard is.
2.2
Rijksbeleid
In de jaren zestig van de vorige eeuw kreeg Alkmaar van het Rijk een overloop taak voor de Randstad, als groeikern, later als Vinex-stad. Ook nu benadrukt het Rijk in de Nota Ruimte (2006) opnieuw het belang van sterke steden in een vitaal platteland. Bundeling van wonen en werken in stedelijke gebieden en stedelijke vernieuwing en verdichting, zijn de huidige speerpunten van het Rijk. Ruimtelijk gezien is het van groot belang het stedelijk woonklimaat te verbeteren, door vernieuwing van eenzijdige en verouderde woonbuurten tot vitale en levendige wijken. Voor het beleid op het terrein van het wonen ligt de regie vooral bij de gemeente. Speerpunten van het rijksbeleid zijn, naast de vergroting van de zeggenschap over de woonomgeving, het scheppen van kansen voor kwetsbare groepen, en wonen en zorg op maat bevorderen. Een belangrijke doelstelling van het nationaal ruimtelijk beleid is het verminderen van de ruimtedruk naar buiten, door binnen de stadsgrenzen te bouwen. In de Nota Ruimte wordt als streefgetal genoemd om 40% van de uitbreiding van de woningvoorraad (2005-2015) binnen de bestaande stadsgebieden op te lossen. Dit vereist van gemeenten een zwaar beleidsaccent op herstructurering en transformatie in de bestaande stedelijke gebieden. Voor de leefbaarheid in de steden wordt in de rijksnota met nadruk gewezen op het herstel van de balans tussen “rood en groen/blauw” in en om de stad: voor de stedelingen moeten voldoende dagrecreatieve mogelijkheden in de directe omgeving zijn, in stadsparken en op het water. Ten aanzien van de zorg voor onze omgeving geldt nationaal een scala aan wetten. Vanuit een goede ruimtelijke ordening wordt ieder plan - zo ook dit bestemmingsplan - getoetst aan de wetgeving, voor zover ruimtelijk relevant. In het hoofstuk milieu-aspecten is verantwoording afgelegd van deze toets. Ten aanzien van het waterbeheer is de Watertoets gevolgd: Stedelijke Waterplannen, zoals het Almaarse waterplan, zijn op grond van het rijksbeleid verplicht. De luchtkwaliteit, de geluidhinder, de externe veiligheid, de bodemsituatie, en de ecologische situatie komen aan de orde in hun relatie tot het plangebied Alkmaar Zuid. Op Europees niveau gelden richtlijnen ten aanzien van het behoud van ons cultuurhistorisch en archeologisch erfgoed. De bescherming van archeologische waarden is landelijk vastgelegd in de Wet Archeologische Monumentenzorg. Op gemeentelijk niveau en in het voorliggende bestemmingsplan is een regeling opgenomen ter bescherming van het archeologisch bodemarchief.
8
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
2.3
Provinciaal en regionaal beleid
Structuurvisie 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie Op 21 juni 2010 hebben Provinciale Staten de Structuurvisie 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vastgesteld. Compacte, hoogwaardige en bereikbare steden omringd door aantrekkelijk recreatief groen. Daar zet Noord-Holland de komende dertig jaar op in. De drie hoofdbelangen die Noord-Holland met de structuurvisie heeft vastgelegd zijn ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. Zo wordt de komende dertig jaar het bestaand bebouwd gebied verder verdicht, onder meer door zo'n 200.000 woningen in de provincie bij te bouwen, en zet de provincie in op de ruimtelijke ontwikkeling van OV-knooppunten in Noord-Holland. Op die manier blijft volgens de provincie meer ruimte over om het buitengebied te behouden en zijn er voldoende mogelijkheden voor duurzame economische ontwikkelingen, recreatie en natuur. Gedeputeerde Staten stellen een provinciale woonvisie vast en jaarlijks een regionale woningbouwmonitor ten behoeve van het opstellen/actualiseren ervan.
Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan (2003) (PVVP) Het provinciale beleid ten aanzien van verkeer en vervoer is aangegeven in het Provinciaal Verkeer en Vervoerplan 2003. Het is meer dan ooit van belang wonen, werken en infrastructuur goed op elkaar af te stemmen. Nu treden er in toenemende mate bereikbaarheidsproblemen op en worden files in de ochtend- en avondspits steeds langer. Door de algemene verwachte mobiliteitsgroei zal er sprake blijven van forse en groeiende verkeersstromen. Op het hoofdwegennet, maar vooral ook meer verspreid binnen de regio, zullen de verkeersbewegingen toenemen. Verbeteren van de bereikbaarheid van het stedelijk netwerk voor alle vervoerswijzen is de hoofdopgave. Daarbij dient ieder zoveel mogelijk zijn eigen gekozen vervoerswijze binnen bereik te hebben. Dat betekent dat verschillende vervoerswijzen goed op elkaar moeten aansluiten en dat er voldoende voorzieningen, zoals transferia, P&R-terreinen en fietsenstallingen aanwezig moeten zijn. Concentratie van wonen en werken bij stations en verhoging van de capaciteit van de spoorlijnen, maken deel uit van de provinciale wensen om alternatieve vervoerswijzen voor de auto te bieden. Het spoor is en blijft één van de belangrijkste dragers van nieuwe ontwikkelingen. Met een optimaal regionaal fietsnetwerk wil de provincie het (recreatieve) fietsgebruik bevorderen. De provincie wil samen met de gemeente Alkmaar, Bergen, Heiloo en Rijkswaterstaat een studie starten om de doorstroming op de westelijke ring N9 te verbeteren. In het voorliggende bestemmingsplan zijn verkeerstechnische en infrastructurele veranderingen op de westelijke ring niet opgenomen.
Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie 2006 In het gebied van Alkmaar, een historische stad in het al vele eeuwen bewoonde gebied van de strandwallen, ligt een krachtige cultuurhistorische basis. De monumentale binnenstad is historisch gezien zeer waardevol. De stad kent ook cultuurhistorisch belangrijke waterlopen en oude dijken. De provincie bepleit om cultuurhistorische waarden in een vroeg stadium van planontwikkeling te inventariseren, bij het ontwerp te gebruiken en bij de vaststelling van plannen mee te wegen. De provinciale Cultuurhistorische waardenkaart geeft een overzicht van de aanwezige cultuurhistorische waarden (door Gedeputeerde Staten vastgesteld 2002). In 2006 is door de Gedeputeerde Staten van Noord - Holland het beleidskader Landschap en Cultuurhistorie vastgesteld. De gegevens zijn als informatie- en inspiratiebron te hanteren.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
9
Bij nieuwe ontwikkelingen dienen archeologische terreinen waar mogelijk behouden te blijven en ingepast te worden in de nieuwe structuur. Terreinen van zeer hoge waarde en van hoge waarde, dienen in bestemmingsplannen te worden opgenomen en beschermd. Terreinen van zeer hoge waarde zijn wettelijk beschermd. Bij ontwikkeling geldt dat werkzaamheden die kunnen leiden tot aantasting van de aanwezige waarden, vergunningplichtig zijn, aldus de provincie. Archeologische overblijfselen moeten door een archeologisch vooronderzoek in een zo vroeg mogelijk stadium worden gelokaliseerd. Waardevolle vindplaatsen, die niet behouden kunnen blijven, moeten voorafgaand aan de planuitvoering worden onderzocht door opgraving.
2.4
Gemeentelijk beleid
Stadsvisie Alkmaar 2000 De gemeente Alkmaar legt in de 'Stadsvisie Alkmaar sterke stad in de regio' de prioriteiten bij een sterk centrum, vitale wijken en een moderne economie. Als groeiende centrumstad moet Alkmaar creatief met de schaarse ruimte omgaan. Daarom maakt Alkmaar zich sterk voor het stedelijk woonmilieu. Om te voorzien in de regionale woningbehoefte, is het gemeentelijk uitgangspunt om binnen de stadsgrenzen nieuwe stedelijke woonmilieus te scheppen door transformatie van verouderde gebieden en door het verdichten van bestaande woonmilieus. Uitbreiding van het meer landelijk en buitenstedelijk wonen, laat de gemeente over aan de omringende gemeenten in het HAL-gebied. Binnen de gemeentegrenzen van Alkmaar zijn Vroonermeer-Noord en De Nollen voorlopig de laatste grote uitbreidingsgebieden. Naast de vernieuwing in bestaande woonmilieus vindt in de stad nieuwbouw plaats op ontwikkelingslocaties, met name in of nabij het centrum, zoals bij Huiswaard-Overstad en bij de Kanaaloevers. Het plangebied Alkmaar-Zuid kent zulke (her)ontwikkelingslocaties niet. In het plangebied Alkmaar-Zuid zijn wel op meerdere locaties kleinschalige ontwikkelingsplannen, maar zowel de plannen, als het tijdstip van uitvoering zijn nog onzeker. Deze plannen zijn niet meegenomen in het bestemmingsplan.
Visie detailhandel 2005 Winkels behoren tot één van de belangrijkste voorzieningen van Alkmaar. Alkmaar heeft daarmee een regiopositie en de gemeente wil deze graag vergroten. Tot 2005 waren de Structuurvisie Detailhandel HAL en de Structuurvisie perifere detailhandel HAL van kracht, welke in 1997 door de HAL-gemeenten zijn vastgesteld. In het kader van de ontwikkelingen in vraag en aanbod is het detailhandelsbeleid vernieuwd. De hoofdlijn uit de nieuwe detailhandelsvisie 'Uitwerking Regionaal Detailhandelsbeleid' is dat het wenselijk is dat winkelgebieden zich specialiseren qua bezoekmotief. Voor Alkmaar betekent dit dat de binnenstad en het centrale deel van Overstad zich ontwikkelen tot een (boven)regionaal winkelgebied voor recreatief winkelen. Het overige deel van Overstad is het (boven)regionale winkelgebied voor doelgericht winkelen in het thema wonen. Iedere wijk heeft een winkelvoorziening voor de dagelijkse boodschappen. Tenslotte is er een beperkt aantal (al of niet solitaire) vestigingen voor gerichte aankopen op bedrijventerreinen. Er zal terughoudend moeten worden omgegaan met nieuwe detailhandelsontwikkelingen buiten de beoogde winkelstructuur. Binnen de gewenste winkelstructuur is het wenselijk ruimte te bieden aan nieuwe marktontwikkelingen ter versterking van de winkelfunctie. Voor wat betreft de dagelijkse boodschappen is samen met ondernemers de 'Visie dagelijkse winkelvoorzieningen' ontwikkeld. In de visie wordt uitgegaan van de aanwezigheid van een zo aantrekkelijk en compleet mogelijk aanbod voor dagelijkse boodschappen in de directe woonomgeving. Het winkelcentrum bij de Wendelaarstraat krijgt daarom een algemene detailhandelsbestemming.
10
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Winkels die verspreid buiten de aangewezen winkelgebieden liggen, worden bestemd, maar op andere locaties is het niet toegestaan een winkel te vestigen.
Horecabeleid Tussen Lust en Last (2003) Bij een bruisende stad hoort een groot en gevarieerd aanbod aan horeca. Het aanbod aan horeca in Alkmaar kan worden uitgebreid mits er geen overmatige hinder voor de omgeving wordt veroorzaakt. In de horecabeleidsnota “Tussen lust en last” (2003) zijn de kaders voor de horeca in Alkmaar aangegeven. Voor de verschillende gebieden is een apart beleidskader opgesteld. In het centrum in de binnenstad ligt het concentratiegebied van de horeca, hét uitgaansgebied voor de regio. In wijken zoals Zuid, is de horeca doorgaans buurtgebonden en voornamelijk te vinden in buurtwinkelcentra. Langs de belangrijke wegen, zoals de Kennemerstraatweg, is weggebonden horeca te vinden. Om hinder naar de omgeving te voorkomen wordt, naast de vergunningverlening, een planologisch regime van het bestemmingsplan ingezet. Voor horeca bij andere gelegenheden (sportkantines etc.) wordt het beleid en de regels vastgesteld afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, zoals woningen in de buurt.
Nota Wonen 2008-2013 Alkmaar wil een aantrekkelijke stad zijn, ook om in te wonen. In de regio neemt Alkmaar als stad een bijzondere positie in en dat komt mede tot uitdrukking in de keuze die gemaakt wordt voor het realiseren van stedelijke woonmilieus. Het geeft een beeld hoe de stad zich zou moeten ontwikkelen Deze zijn in hoofdlijnen al beschreven in een Meerjaren Ontwikkelingsprogramma dat is opgesteld in het kader van het Grote Steden Beleid. In het collegeprogramma 2006-2010 “Alkmaar: samen werken aan vooruitgang” heeft het college haar ambities verwoord in vijf programmaonderdelen. De doelen op het gebied van wonen staan vermeld in het onderdeel Gevarieerd Wonen. Het zijn die beleidsuitgangspunten die nader worden uitgewerkt en geactualiseerd in deze nota Wonen voor de periode 2008-2013. Voor de komende jaren gelden de volgende uitgangspunten. De woningbouwproductie moet worden voortgezet en geïntensiveerd. Keuzes maken en blijven inzetten is vooral van belang doordat de nieuwbouw de komende jaren bijna uitsluitend zal plaatsvinden op inbreidingslocaties die elk hun eigen specifieke kenmerken en dynamiek hebben. De kwaliteit van al bestaande woningen en woonwijken moet op peil zijn voor huidige en toekomstige bewoners.
Groenbeleidsplan Alkmaar 2004-2014 In de visie van het Groenbeleidsplan Alkmaar 2004-2014 wordt de gewenste groene kwaliteit van de openbare ruimte van Alkmaar aangegeven. De parken, groene verbindingen, straatbomen en plantsoenen, vormen een onmisbaar onderdeel van de leefbaarheid in de stad. De groenvisie sluit aan op de groene en ecologische plannen buiten Alkmaar, zoals de provinciale Ecologische Hoofdstructuur, de Blauwe Loper en de Groene Loper in het HAL-gebied. Alkmaar streeft naar een groene hoofdstructuur die bestaat uit:
grotere groengebieden en parken (kerngebieden); een groen lineair netwerk van groenstroken, boomlanen; een blauwe structuur van waterlopen met oevers; gebruiksgroen in de wijken; bijzondere accenten en zichtgroen langs bedrijventerreinen.
De grote groengebieden en de natte oeverzones en waterlopen vormen samen een raamwerk voor de natuurontwikkeling in de stad: de natuur dichtbij. In het ecologisch groen richt het beheer zich op het begeleiden en stimuleren van natuurlijke processen en natuurontwikkeling. Het groen en het water is om te gebruiken en te beleven, op de fiets of wandelend, met speelplekken en picknickplaatsen. Spelen in het groen moet ook overal dichtbij huis kunnen, omdat de straat daartoe steeds minder ruimte biedt. In de grote groengebieden horen ook volkstuinen, of aan de randen een kinderboerderij.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
11
Groen vormt eveneens een onderdeel van de ruimtelijke kwaliteit en herkenbaarheid van de delen van de stad. Met groen kunnen historisch landschappelijke lijnen (dijken en wegen) worden geaccentueerd. Het gemeentelijk groenbeleid adviseert de aanleg van een volledige ruimtelijke hoofdstructuur van laanbomen langs ontsluitingswegen en stadsgrachten. In paragraaf 3.7 is het beleid voor het groen in het bestemmingsplan beschreven.
Waterplan voor Alkmaar 2002-2012 De stad Alkmaar heeft van oudsher een band met water. Alkmaar staat de komende jaren voor de taak om de wateropgave in het stedelijk gebied op te lossen. De gemeente heeft daarom onder de titel “Alkmaar, stad aan het water” samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een integrale visie opgesteld. De visie vormt de leidraad voor het omgaan met water in de ruimtelijke ontwikkelingen en bij een goed stedelijk beheer. Veel van de karakteristieke elementen van Alkmaar hebben van oudsher een relatie met water, zoals de grachten in de binnenstad, de diverse molens in de stad, de waterrijke parken en de ligging aan het Noordhollands Kanaal. Bij het oplossen van de wateropgave wordt aansluiting gezocht bij deze elementen. In het Nationaal Bestuursakkoord Water zijn afspraken gemaakt tussen het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen om wateroverlast te voorkomen. Het stedelijk watersysteem van Alkmaar is aan deze afspraken getoetst in de studie Bescherming Wateroverlast Noorderkwartier van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Hieruit blijkt dat er extra waterberging moet worden gerealiseerd in enkele polders in en rondom Alkmaar. Binnen de bestaande stad gelden maatregelen die in het Waterplan zijn overeengekomen. In deze visie zijn maatregelen beschreven die uitgevoerd moeten worden om een optimaal en duurzaam ingericht watersysteem te krijgen met aandacht voor waterkwaliteit, waterkwantiteit, ecologie en recreatie. Het watersysteem zal niet alleen aan de veiligheid in de stad bijdragen, maar ook aan de belevingswaarde, de gebruikswaarde en de natuurwaarde voor de komende generaties. De visie en de uitwerking per deelgebied zullen voor toekomstige stedelijke ontwikkelingen het kader vormen voor de watertoets. Alkmaar, stad aan het water is geenszins een 'af ' plan maar vormt een leidraad voor toekomstige ontwikkelingen en brengt afzonderlijke projecten in onderlinge samenhang. De visie is richtinggevend voor stedelijke ontwikkelingen. Dat betekent dat bij stedelijke ontwikkelingen uitgegaan wordt van het oplossen van opgaven en benutten van kansen zoals aangegeven in deze visie. Alleen dán kan worden gewaarborgd dat het watersysteem vóór 2015 op orde is. In het kader van de Watertoets is overleg gevoerd met het hoogheemraadschap over het bestemmingsplan Alkmaar-Zuid. De resultaten van deze watertoets en het beleid van het hier genoemde Waterplan zijn vertaald in de paragraaf 4.4 over water.
Alkmaar - Plan van aanpak luchtkwaliteit 2006-2010 Bij de controle van de luchtkwaliteit van 2004 is geconstateerd dat de gemeente Alkmaar niet aan de normen van het Besluit luchtkwaliteit voldoet voor Stikstofdioxide (NO2) en Fijn stof (PM10). Op grond van dit resultaat heeft de gemeente Alkmaar conform het Besluit Luchtkwaliteit 2005 de verplichting om een plan van aanpak op te stellen. Op grond van modelberekeningen is te verwachten dat op diverse wegen en verkeerspunten binnen de gemeente en binnen het plangebied niet aan de normen kan worden voldaan. De belangrijkste wegen binnen de gemeente die woongebieden (op korte afstand) doorkruisen zijn de Provinciale wegen N242, N245, N508, de Rijksweg N9 en de gemeentelijke Huiswaarderweg. Verder zijn nog van belang de zogenaamde “binnenring” en de radiaalwegen tussen de ring en de binnenring. Doel van dit Plan van aanpak is te komen tot een selectie van vastgestelde maatregelen waardoor in 2010 aan de in het Besluit luchtkwaliteit gestelde luchtkwaliteitseisen wordt voldaan, waarmee de actuele knelpunten worden opgelost en verwachte knelpunten op de middellange termijn (2015/2020) worden voorkomen, waarmee in algemene zin de luchtkwaliteit verbetert in de gemeente Alkmaar en
12
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
haar omgeving ten gunste van de leefbaarheid. In dit Plan van Aanpak Luchtkwaliteit zijn met name maatregelen geselecteerd die de gemeente zelf kan uitvoeren en/ of beïnvloeden. Door het nemen van een aantal specifiek geselecteerde maatregelen wordt per 1 januari 2010 voldaan aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen voor NO2 en PM10. De betekenis van dit plan van aanpak voor het bestemmingsplan is aangegeven in de paragraaf 4.5 over luchtkwaliteit.
Cultuurhistorie Alkmaar, Beleidsnota cultuurhistorie 2009-2019 Bij het behoud en gebruik van het cultureel erfgoed gaat het om het geheel van boven- en ondergrondse monumenten, straatbeelden, samenhangende bebouwing, stratenpatronen, pleinen, waterwegen, historische groenpartijen etc. Alkmaar is per slot van rekening een monumentale stad. Dat wil niet zeggen dat de ontwikkeling van die stad stilstaat. Dat is ook in het verleden nooit zo geweest. Het beleid heeft daarom, naast behoud, vooral ook tot doel om de cultuurhistorie als kwaliteitskenmerk in te brengen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Waar wordt voortgeborduurd op de historische ontwikkeling van de stad behoudt zij haar kwaliteit, terwijl ook aan de eisen van een moderne centrumstad kan worden voldaan. Het beleid (vastgesteld 2009) richt zich op een integrale benadering van te onderzoeken of te ontwikkelen objecten en gebieden. Dat wil zeggen samenhang tussen de vakgebieden archeologie, bouwhistorie en monumentenzorg. De initiatiefnemer krijgt hierdoor snel een heldere eenduidige visie. Cultuurhistorie in Ruimtelijke Ordening De Nota Belvedere heeft cultuurhistorie een plek gegeven in de ruimtelijke ordening. In de visie Modernisering Monumentenzorg wordt ingestoken op de juridische en wettelijke verankering van cultuurhistorie in bestemmingsplannen. Op zijn vroegst zal dit half 2011 rond zijn. Vooruitlopend hierop en in het kader van de wettelijke verplichting de bestemmingsplannen te actualiseren, wordt beleid op dit vlak vastgesteld. Archeologie Voor archeologie is met de invoering van de Wet Archeologische Monumenten Zorg (Wamz) per 01-09-2007 een einde gekomen aan de onzekerheid rondom de invoering van het Europese verdrag van Malta. De wet schrijft voor dat de gemeente met het vaststellen van bestemmingsplannen rekening moet houden met de in de bodem aanwezige dan wel te verwachten (archeologische) monumenten. Bouwhistorie Bouwhistorie is hét beleidsterrein dat zich naadloos voegt op het grensvlak tussen archeologie en monumentenzorg. Het versterkt en verduidelijkt de onderlinge samenhang. Het opstellen van relevant beleid is al jaren een beoogd doel, dat niet tot uitvoering is gekomen. Monumenten Er zijn verschillende beschermingscategorieën voor bebouwing met monumentale waarde, namelijk rijksmonumenten, provinciale monumenten, gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden. De bescherming van rijksmonumenten is geregeld in de Monumentenwet 1988, van provinciale monumenten in de Monumentenverordening Noord-Holland 2005 en van gemeentelijke monumenten in de gemeentelijke Cultuurhistorie Verordening (vastgesteld 2009). Het toekomstig beleid voor cultuurhistorie is aangegeven in de ministeriële nota 'Modernisering Monumentenzorg' (2009). Een van de belangrijke pijlers is de aandachtsverschuiving van object naar gebied, waarbij niet een monumentenlijst maar het bestemmingsplan als beschermingsmiddel wordt aangewezen. Voor de beeldbepalende panden wordt de moderne werkwijze al ingezet. De gemeente wil dat met de beeldbepalende panden, d.w.z. panden die bepalend zijn voor de architectonische omgevingskwaliteit, zorgvuldig wordt omgegaan. Voor beeldbepalende panden is het beleid en de wijze van bescherming voorgeschreven in de nota 'juridische bescherming
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
13
beeldbepalende panden buiten de binnenstad' (vastgesteld 2009). Dit komt in praktijk neer op een conserverend beleid waarbij rooilijn, nok- en goothoogte uitgangspunt zijn. In het bestemmingsplan wordt dit vertaald met een dubbelbestemming 'waarde cultuurhistorie'.
Welstand Ten behoeve van het behoud van de beeldkwaliteit (het uiterlijk van de bebouwde omgeving), voert de gemeente een welstandsbeleid (Welstandsnota Alkmaar 2004). Voor veranderingen aan het uiterlijk van de bestaande bebouwing gelden welstandscriteria. Nieuwe bouwwerken en ingrepen moeten passen bij de beeldbepalende kenmerken van de bebouwing in de buurt. Ook wordt gelet op de “passendheid” in de omgeving. Er zijn ook gebieden waar bijzonder op de omgeving wordt gelet en waar de gemeente zorgvuldig omgaat met beeldkwaliteit. Het plangebied bevat diverse wijken die uit oogpunt van historische stedebouw een cultuurhistorische waarde hebben ten aanzien van de opzet en inrichting van openbare ruimte, alsmede een veelheid aan monumentale panden. Meerdere buurten, zowel vooroorlogse als vroeg naoorlogse, hebben een bijzonder welstandsregime.
Kadernota Duurzame Bereikbaarheid In 2005 heeft er een beleidsmatige evaluatie van het Beleidsplan Verkeer en Vervoer (BVV) plaatsgevonden. De conclusie luidde dat er een nieuw beleidsplan moest worden gemaakt. Dit nieuwe beleid, vastgesteld september 2009, bestaat uit een Kadernota, genaamd Kadernota Duurzame Bereikbaarheid en enkele actieplannen. De kadernota geeft de globale richting tot 2020 weer, met een doorkijk naar 2030. De Actieplannen geven een gedetailleerde uitwerking met maatregelen. Naast de huidige Actieplannen Langzaam Verkeer, Openbaar Vervoer en Parkeren, is er voor de KDB ook een Actieplan Auto opgesteld. De basisprincipes van de kadernota zijn integraliteit, evalueerbaar en begrijpbaar. Het doel is het bereiken van duurzame bereikbaarheid door middel van een goede balans tussen economie, leefbaarheid en milieu. Wát die goede balans is zal bepaald worden door de kwaliteitseisen en de keuzes tussen conflicterende kwaliteitseisen. De eisen en de keuzes worden in samenwerking met de adviesgroep en de projectgroep vormgegeven in een aantal stadsconcepten. Een stadsconcept is een integrale brede visie over de toekomst van de stad. De keuze van een concept ligt bij de raad.
Gemeentelijk beleid antenne-installaties Ruimtelijke aspecten Door de gemeenteraad van Alkmaar is in oktober 2002 gemeentelijk beleid vastgesteld voor het plaatsen van antenne-installaties in Alkmaar. Dit beleid is van toepassing op zowel GSM als UMTS-installaties. Het beleid staat in de 'beleidsnotitie antenne-installaties in Alkmaar'. Uitgangspunt voor dat beleid zijn de 'ruimtelijke effecten' die dergelijke antenne-installaties op gebouwen en omgeving hebben. De gemeente wil niet dat er overal een mast van bijvoorbeeld dertig meter hoog kan worden geplaatst. Dit kan, omdat voor het plaatsen van een dergelijke mast een bouwvergunning nodig is. Voor installaties op gebouwen is veelal echter geen vergunning nodig. Dit is landelijk zo geregeld. Wel moet dan aan een groot aantal voorwaarden worden voldaan. Wanneer aan die voorwaarden wordt voldaan is de installatie vergunningvrij. Volksgezondheid Onderzoek heeft niet aangetoond dat er sprake is van risico voor de volksgezondheid. Aan de andere kant is ook niet bewezen dat de volksgezondheid geen gevaar loopt. Een aantal inwoners is daarom ongerust. Hoewel niet is aangetoond dat er schadelijke effecten zijn voor de volksgezondheid, wordt wel rekening gehouden met de onrustgevoelens van haar inwoners. Om die reden en binnen haar mogelijkheden is de gemeente dan ook terughoudend als het gaat om plaatsing van deze installaties. Instemmingsrecht bewoners Wanneer aan alle regels wordt voldaan mag een antenne-installatie voor telecom geplaatst worden.
14
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Bewoners van het betreffende gebouw moeten het dan wel met de plaatsing eens zijn. Zij hebben een zogenoemd instemmingsrecht. Dit recht is vastgelegd in een convenant tussen de aanbieders van mobiele telefonie, het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Geregeld is dat plaatsing op woongebouwen niet mogelijk is wanneer meer dan de helft van de bewoners tegen plaatsing heeft gestemd. Uiteraard moet ook de eigenaar zelf instemmen. De gemeente heeft in deze inspraakprocedure geen rol. In het bestemmingsplan wordt de mogelijkheid opgenomen van het plaatsen van antennemasten tot een hoogte van 15 meter en antennemasten voor telecommunciatie tot een hoogte van 25 meter.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
15
Hoofdstuk 3
3.1
Plangebied
Historie
Het plangebied heeft een lange ontwikkelingsgeschiedenis gehad en omvat dan ook gebieden met een uiteenlopend historisch karakter, dat veelal ook nog zichtbaar is. Aan de westzijde van het plangebied bevindt zich de strandwal, een hoger gelegen zandrug waarop al sinds de prehistorie bewoning plaats vond. De zandrug is in de Middeleeuwen geheel ontgonnen als akkergrond en historisch geografen gebruiken hiervoor het begrip 'geestgrond'. Hierop zijn enkele archeologische vindplaatsen uit de prehistorie, Romeinse tijd en Middeleeuwen reeds bekend, maar de verwachting is dat er zich nog meer vindplaatsen zullen bevinden. De Kennemerstraatweg is vanouds een randweg op de flank van deze zandrug, aangelegd in de loop van de middeleeuwen langs de akkergronden die op de hoge zandrug waren gesitueerd. De overgang van de zandrug naar het laag gelegen veen/kleigebied bevindt zich ruwweg op omstreeks 100 meter ten oosten van de Kennemerstraatweg en de geestgronden liggen langs de gehele westrand van het plangebied. (zie de archeologische kaart voor nadere plaatsaanduidingen in paragraaf 4.8). Op nog onbekend tijdstip in de late Middeleeuwen is er een buurtschap gevormd met de naam Nieuwpoort, aan de noordzijde van de Nieuwpoortslaan. In de 17de eeuw bleef hiervan alleen de herberg De Vier Staten in stand. Hoewel hiervan tegenwoordig niets meer zichtbaar is, heeft het noordelijk deel van de Nieuwpoortslaan dus een aparte bewoningsgeschiedenis. Eén van de oudste dijken in de regio is de Heilooërdijk, een waterkering die in het natte en laag gelegen plangebied kort voor 1280 werd opgeworpen. Van deze dijk is weinig meer herkenbaar dan het huidige wegtracé. Een andere dijk werd rond 1350 opgeworpen als bescherming van de Landen van Overdie tegen opstuwend water van de Schermer, het Zeglis en het Voormeer (huidige oostelijke binnenstad). In de noordoosthoek van het plangebied herinnert alleen de bocht van het Overdiepad nog aan deze dijk, die vanaf het Overdiepad de stad inging. Het midden en noordoosten van het plangebied omvat de voormalige droogmakerij De Achtermeer uit 1533, de oudste droogmakerij van West-Europa. De ringvaart van het meer is aan de westzijde (Blekerskade) en zuidoostzijde (Graaf Jankade en westdeel van Troelstrakade) nog intact. Ook de diagonaal lopende molenvaart langs de Cort van der Lindenkade is er nog; het dieselgemaal aan het oostelijk einde van de Cort van der Lindenkade is een provinciaal monument. Bijzonder is dat de oude verkaveling en het slotenpatroon het uitgangspunt was voor de 20ste-eeuwse stedebouwers die er een nieuwbouwwijk aanlegden. Aan de zuidkant van het plangebied, tot omstreeks het winkelcentrum bij de Wendelaarstraat, bevond zich de droogmakerij van de Kooimeer van omstreeks 1560. De ringvaart en de verkaveling van deze droogmakerij zijn in de weilanden ten zuiden van de ringweg nog goed zichtbaar. Door 20ste-eeuwse ontwikkelingen zijn deze echter ten noorden van de ringweg (Heilooër Tolweg) onherkenbaar veranderd.
3.2
Stedenbouwkundige ontwikkeling
Vanaf het begin van de 19e eeuw zijn de geplande stadsuitbreidingen van het plangebied van Alkmaar-Zuid in verschillende bouwperioden ontwikkeld. De bouwperiode van de buurten is weergegeven op bijgaande figuur 2, welke is ontleend aan de Welstandsnota Alkmaar 2004. De specifieke ontwikkelingskenmerken kunnen als volgt worden beschreven:
16
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Figuur 2: stedenbouwkundige ontwikkeling van het plangebied
Historisch gegroeide ontwikkeling
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
17
De Kennemerstraatweg en de Nieuwpoortslaan zijn al eeuwen belangrijke uitvalswegen van de stad Alkmaar. Deze routes hebben, net als bijvoorbeeld oude dijken, de verkaveling van de latere uitbreidingen van de stad bepaald. Langs deze routes is dan ook zeer oude bebouwing te vinden, maar ook bebouwing uit latere tijden. Na de aanleg van de Nieuwlandersingel als vestinggracht in 1573, vormde zich al snel een buitenwijk buiten de stadsvesten langs het noordelijk deel van de Kennemerstraatweg en langs de Nieuwlandersingel. In principe is in dit gebied al sprake van aangesloten bebouwing sinds de eerste decennia van de 17de eeuw. In de volgende eeuwen is de verspreide bebouwing die er vanouds aanwezig was buiten de stadspoort verder verdicht tot een aaneengesloten lint. De Kennemerstraatweg is ook nu nog een belangrijke ontsluitingsroute van en naar de binnenstad. De bebouwing is er zeer divers. Cultuurhistorische en monumentale waarden zijn er terug te vinden uit verschillende eeuwen. Langs de Kennemerstraatweg staan voornamelijk individuele grotere panden van een of twee bouwlagen met kap. De panden zijn veelal los maar dicht op elkaar gebouwd, met daartussen kleinere reeksen woningen. Naast woningen zijn veel panden in gebruik als kantoor. De bebouwing aan de Nieuwpoortslaan is iets bescheidener van karakter dan aan de Kennemerstraatweg. De woningen zijn vaak in kleine reeksen gebouwd en hebben meestal een bouwlaag met of zonder kap. Per pand verschilt de topgevel. Er zijn veel elementen uit de Neorenaissance en de Jugendstil aan de gevels te vinden. Ten westen van de Nieuwpoortslaan werd in 1923 het stadion voor harddraverijen aangelegd met een tribune met vrijdragend dak. Langs de Kennemerstraatweg en de Nieuwlandersingel bevindt zich een aantal monumentale panden, zowel rijks- en gemeentelijke monumenten, als beeldbepalende dan wel karakteristieke panden. Stadsontwikkeling vroeg 19e eeuw Na 1890 kon de toename van de bevolking niet meer binnen de binnenstad worden opgevangen. Eind 19e en begin 20e eeuw werden buurten zoals het Emmakwartier buiten de stadswallen gebouwd. Het betreft veelal kleine individuele projecten van exploitatiemaatschappijen. Het Emmakwartier, gebouwd voor de gegoede burgerij en de middenstand werd tussen 1894 en 1920 bebouwd. Er overheerst een gesloten straatbeeld met woonhuizen die vrijwel allemaal een voortuin met tuinhek hebben in smalle straten. Het merendeel van de panden heeft twee bouwlagen met kap. Hier en daar zijn enkele vrijstaande woningen. In het gebied stond ooit het St. Elisabeth Gasthuis (1923), maar dit is voor een deel gesloopt. Rond het oude ziekenhuis is een nieuw zorgcentrum gebouwd, maar het overgebleven deel van het oude ziekenhuis neemt een prominente plaats in. In het Emmakwartier staan nu enkele nieuwe appartementencomplexen. De wijk is over het algemeen cultuurhistorisch en architectonisch waardevol. Vooroorlogse ontwikkeling (1909-1945) De vooroorlogse woningbouw is gebaseerd op het Alkmaarse Plan van Uitbreiding van 1909 dat de gemeente moest opstellen als gevolg van de nieuwe Woningwet. In het plangebied gaat het om het Burgemeesterskwartier, het Lyceum- en Landstratenkwartier en Oud Rochdale. Deze buurten kennen allemaal een hoog welstandsniveau volgens de gemeentelijke Welstandsnota op grond van hun stedenbouwkundige samenhang. In deze buurten komt veel de Amsterdamse School stijl voor, ook wel de sobere rechte bakstenencultuur genoemd. De buurten zijn als samenhangend geheel ontworpen, met per bouwblok een eigen architectuur. Behoud van de verkaveling, positie en orientatie van de oorspronkelijke bebouwing is uitgangspunt voor het bestemmingsplan. Het Lyceum-/Landstratenkwartier werd begin 20e eeuw ontwikkeld voor de arbeiders- en middenstand, grotendeels op basis van een uitbreidingsplan. Het gebied rond de landstraten bestaat voornamelijk uit kleinschalige volkswoningbouw. De bebouwing van het Lyceumkwartier bestaat meer uit middenstandswoningen van twee bouwlagen met kap. De wijk kent een concentratie van schoolgebouwen in het gebied tussen Lyceumstraat en Blekerskade. Het karakter wordt mede bepaald door vrij grote voortuinen.
18
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
De wijk Oud Rochdale was vooral bedoeld voor arbeiders. In de wijk staat de Rochdale-school voor lager onderwijs, een bijzonder stedenbouwkundig accent in de wijk. De wijk heeft een tuindorpachtig karakter door voortuintjes en plantsoenen. Langs de Willem de Zwijgerlaan is ook de eerste gestapelde bouw van drie en vier lagen te vinden. Het Burgemeesterskwartier is opgezet in begin jaren '20 voor de gegoede burgerij. Veel van de ruime woonpanden, vrijwel allemaal twee bouwlagen met kap kennen forse erkerpartijen. De brede straten, de voortuinen en de bomen geven een groen karakter. Openbaar groen is aanwezig langs de Van Houtenkade. Langs de Juliana van Stolberglaan bestaat de bebouwing uit vrijstaande villa's van twee bouwlagen met kap. Vroeg naoorlogse uitbreidingen 1945-1960 Enkele van de eerste kleinschalige vroeg naoorlogse planmatige uitbreidingen van 1945 tot 1960 zijn te vinden in het plangebied. Een eenvoudig patroon van rechte straten met trottoirs en bomen en veel portiekflats afgewisseld met rijen woningen is kenmerkend voor de bouwperiode. De buurten kennen een hoog welstandsniveau door hun stedenbouwkundige samenhangend ontwerp. In tegenstelling tot de vooroorlogse buurten is juist in deze buurten de laatste jaren veel vernieuwd, veelal met verstoring van de stedenbouwkundige samenhang. In het Staatsliedenkwartier bevindt zich voornamelijk gestapelde woningbouw met portiekflats, drie bouwlagen met een zadeldak. In het zuidelijk deel aan de Vondelstraat is het nieuwe Vondelstaete gerealiseerd, een appartementencomplex met in de plint publieke voorzieningen. Aan de Willem de Zwijgerlaan is de nieuwe woontoren De Prinsenhof gebouwd. Ook de wijk Dillenburg/Stadshouderskwartier behoort tot deze vroeg naoorlogse uitbreidingen. Hier staan zowel portiekflats als rijwoningen en drive - inn woningen. Rond de Dillenburgstraat zijn nieuwe halfronde woontorens gerealiseerd. Aan de Willem de Zwijgerlaan zijn ook enkele buurtwinkels. Naoorlogse planmatige uitbreidingen 1955-1975 De buurt Kooimeer is een deel van de grootschalige naoorlogse uitbreidingen. Deze buurt bestaat uit een centraal gelegen zone met seniorenwoningen en een verzorgingshuis, waaromheen een aantal half open bouwblokken en galerijflats zijn gerealiseerd. Aan de Amalia van Solmsstraat is een aantal lage schoolgebouwen te vinden. De woningen zijn voor het merendeel huurwoningen waardoor de samenhang van de buurt (nog) groot is.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
19
Figuur 3: De verschillende functies in het plangebied (inventarisatie)
3.3
Wonen
Het gebied van het bestemmingsplan Alkmaar-Zuid is voornamelijk een woongebied. Het plangebied bestaat uit een groot aantal onderling sterk verschillende woonbuurten. Er kan naar huidige maatstaven gesproken worden van een zeer dicht bewoond gebied, volgebouwd tot de rand van de stad (de ring). In het gebied staan ongeveer evenveel huurwoningen als eigen woningen. De woningen zijn er zowel als allerlei eengezinswoningen in een overwegend gesloten bouwblok of vrijstaand, als woongebouwen met appartementen. In de oudere bedrijfspanden is doorgaans sprake van een afzonderlijke bedrijfswoning. Kantoren hebben in het verleden in de oudere buurten in grotere woonpanden op verschillende plekken de woonfunctie verdrongen, maar er is een kentering en veel kantoorpanden in oude grote woonhuizen worden weer woning of worden vervangen door of omgebouwd tot nieuwe appartementen. Recente bestemmingsplannen zijn gericht op het beschermen van de woonfunctie in deze buurten, omdat een toename van commerciele functies de toch al moeilijke parkeersituatie in de woonstraten zal doen verslechteren.
20
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Een ontwikkeling, waar in het bestemmingsplan rekening mee wordt gehouden, is dat veel mensen tegenwoordig aan huis een praktijk willen uitoefenen of voldoende ruimte in hun huis willen hebben om thuis te werken. In de actuele bestemmingsplannen van Alkmaar wordt met deze trend rekening gehouden door een bestemmingsregeling, waarbij wel moet worden voorkomen dat er teveel bedrijvigheid per woning is en met name teveel verkeer wordt aangetrokken.
3.4
Bedrijven
In het plangebied is op verschillende locaties bedrijvigheid aanwezig. Het betreft vooral kleinschalige verzorgende bedrijvigheid, zoals garagebedrijven, een autoverhuurbedrijf, een schilder, rijwielhersteller, aannemer of drukkerij. Voor de bedrijvigheid zijn, naast de kleinere, soms van oudsher aanwezige bedrijfspanden, ook andere oude panden en garageboxen in gebruik. Het betreft meestal van oudsher gevestigde bedrijven in de oudere delen van het plangebied. Langs de hoofdwegen bevinden zich meerdere autobedrijven met een tankstation. Hinder naar de woonbuurt toe is echter beperkt. Dicht bij het centrum zijn diverse kleine of middelschalige kantoren, speciaalzaken (winkels) en dienstverlenende bedrijven in de vrije beroepen te vinden, zoals aan de Nieuwlandersingel en de Kennemerstraatweg. De verspreide vestigingen krijgen een eigen bestemming gericht op het type bedrijvigheid.
3.5
Maatschappelijke doeleinden
Het voorzieningenniveau in het plangebied is over het algemeen goed. Mede als gevolg van de gunstige ligging van veel buurten ten opzichte van de binnenstad zijn veel voorzieningen op korte afstand te vinden. Lager en voortgezet onderwijs, sport- en gezondheidsvoorzieningen en enkele kerken en een moskee zijn verspreid in de wijk aanwezig. Sociaal culturele voorzieningen in de wijk zijn beperkt aanwezig. Er is een kleine voorziening op buurtniveau ( Oud-Rochdale). Aan de Louise de Colignystraat ligt het Trefpunt, een stedelijk ontmoetingscentrum dat instellingen de gelegenheid biedt tot het aanbieden van cursussen en activiteiten. Er wordt onderzocht of er een nieuwe sociaal-culturele voorziening kan komen. In het plangebied bevinden zich meerdere zorgcentra en medische voorzieningen van het Mca locatie 'Zuid'. Aan de Wendelaarstraat zijn winkels gevestigd, waaronder een supermarkt, die een bovenwijkse functie heeft. Kleine winkelvoorzieningen zijn er aan de Willem de Zwijgerlaan en aan de Vondelstraat. Voor het overige zijn de bewoners aangewezen op de voorzieningen in de wijken Overdie, West en de binnenstad. Het zorghotel de Palatijn is gerealiseerd door middel van een vrijstelling van het bestemmingsplan. Vanouds heeft het een maatschappelijke bestemming als deel van een wooncentrum met aanleunwoningen. De hotelfunctie is bedoeld voor overnachtingen voor bezoekers of semi-zorggebonden overnachtingen. Het zorghotel de Palatijn behoudt zijn maatschappelijke bestemming.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
21
3.6
Verkeer en vervoer
De gemeente Alkmaar heeft in september 2009 de Kadernota Duurzame Bereikbaarheid vastgesteld. Dit is een kaderstellende nota die het verkeer- en vervoersbeleid tot 2020 op hoofdlijnen bevat. Dit beleid gaat uit van een goede balans tussen de mens, de economie en de natuur. De mens gaat over de leefbaarheid en verkeersveiligheid in de stad. De economie gaat over de bereikbaarheid van voorzieningen en een gunstig winkelklimaat. De natuur gaat over de dieren en planten in de stad. Alle drie de facetten hebben zo hun eigen wensen en eisen ten aanzien van het verkeer en de bereikbaarheid. Een goede balans tussen de mens, de economie en de natuur creëert een duurzame, bereikbare stad. Voor de toekomst beschrijft de Kadernota tevens twee infrastructuurmodellen, een ringenmodel en een sectorenmodel, waartussen nog geen keuze is gemaakt. (in het bestemmingsplan moet dus met beide modellen rekening worden gehouden) Relevante belangrijke infrastructurele maatregelen die in beide modellen voorkomen zijn: een ongelijkvloerse buitenring (N9, Huiswaarderweg, Nollenweg), de Bestevearbrug (over het Noord-Hollandskanaal in het verlengde van de Bestevearstraat) en een capaciteitsvergroting van een aantal kruispunten in de stad onder meer Bergerhoutrotonde, Vondelstraat – Koelmalaan en Bestevearstraat – Koelmalaan. De aansluiting van de Regulierslaan met de N9 verdwijnt en de nieuwe ongelijkvloerse kruising N9 – Kennemerstraatweg wordt mogelijk in richtingen beperkt. In 2015, na uitvoering van de ongelijkvloerse N9, wordt de verkeersstructuur van Alkmaar geëvalueerd. Aan de hand daarvan wordt bepaald of het invoeren van een sectorenmodel, dan wel het aanbrengen van afsluitingen gewenst is. Eventuele afsluitingen zouden dan plaats kunnen vinden ter hoogte van de Singelgarage en de Bierkade. Ook is het mogelijk om de Julianalaan te knippen. Vooralsnog heeft Alkmaar een ringenmodel, wat bestaat uit een buitenring, een binnenring en daartussen verbindende radialen. De Kennemerstraatweg en de Vondelstraat zijn beide radialen en vormen de belangrijkste stedelijke invalsroutes, evenals de route Juliana van Stolberglaan - Willem de Zwijgerlaan, die ook onderdeel uitmaken de invalroutes. Zeker voor de radialen, maar ook voor de overige 50-km/uur wegen, zijn vrijliggende fietspaden of aanliggende fietsstroken gewenst. Verder richt het KDB beleid zich op de fiets bij onveilige kruispunten en kruispunten waar de wachttijd om over te steken voor de fiets erg groot is. In Alkmaar Zuid zijn deze aandachtspunten o.a. te vinden op de Kennemerstraatweg. Exact aan te pakken punten worden bepaald in het nog op te stellen Actieplan Langzaam Verkeer 2011 – 2014. Tussen de radialen liggen de grote stedelijke verblijfsgebieden, met grotere en kleinere woonstraten, kades en pleinen. De inrichting in deze gebieden is gericht op de veiligheid en leefbaarheid van de bewoners en bezoekers. De verblijfsgebieden zijn/ worden ingericht als een 30-km-zone volgens het principe van Duurzaam Veilig. Parkeren Nieuwe bouwplannen moeten voldoen aan de meest recente parkeernormen, zoals die zijn vastgesteld door de gemeenteraad.
3.7
Groen en natuur
In het plangebied Alkmaar Zuid is vanaf de aanleg van de diverse buurten naar verhouding weinig groter groen aanwezig. Het plangebied ligt tegen de Alkmaarderhout, een van de kerngebieden van de stad. Groen is alleen te vinden langs de vaarten en bij enkele kleine plantsoenen. De groene routes langs de vaarten vormen samen een raamwerk voor de natuurontwikkeling in de stad. In dit groen richt het beheer zich op het begeleiden en stimuleren van natuurlijke processen en natuurontwikkeling. Deze groene oevers en de grotere plantsoenen worden in het bestemmingsplan als Groen bestemd.
22
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Het gemeentelijk groenbeleid geeft aan dat de aanleg van een volledige ruimtelijke hoofdstructuur van laanbomen langs ontsluitingswegen zoals de Willem de Zwijgerlaan, de Juliana van Stolbergstraat, de Vondelstraat en de stadssingels gewenst is. Voor zover in de verkeersbestemming gelegen vormt het groen en de bomen onderdeel van deze verkeersbestemming.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
23
Hoofdstuk 4 4.1
Milieu-aspecten
Geluid
Het wettelijk kader ten aanzien van geluidhinder is vastgelegd in de Wet geluidhinder, evenals in de Wet ruimtelijke ordening en het Bouwbesluit. In de Wet geluidhinder is vastgesteld welke akoestisch optimale situatie moet worden nagestreefd. Doel van de wet is te voorkomen dat het aantal gehinderden van weg-, spoor-, of industrielawaai toeneemt. Voor het plangebied Alkmaar-Zuid gaat het alleen om geluidhinder van het wegverkeer. Iedere weg heeft op grond van de Wet geluidhinder een zone. Binnen deze zone moet aandacht worden besteed aan de akoestische belasting op de gevel van geluidgevoelige functies, zoals woningen, scholen en gezondheidsinstellingen. Wegen die zijn ingericht als een woonerf of een 30-km zone, zijn in principe vrij van deze zone. De geluidhinder van het verkeer op de ring (de Regulierslaan/Heilooër tolweg) is een van de provinciale hot-spots wat betreft geluidbelasting. De nieuwe weg is in het verleden vlak langs de woningen gelegd. Door diverse maatregelen zoals het plaatsen van de schermen en een beperking van de maximum snelheid en maatregelen aan de woningen zelf is de geluidbelasting hier tot de verleende grenswaarden beperkt. Wat betreft het plangebied is het van belang zorgvuldig om te gaan met uitbreidingen van woningen in de richting van de weg. Voor het plangebied betekent dit ook dat de invalswegen, waar een maximum van 50 -km/uur geldt, van Kennemerstraatweg, de Vondelstraat en de Juliana van Stolbergstraat - Willem de Zwijgerlaan een aandachtzone voor het wegverkeerslawaai hebben. Alleen als in deze zones sprake is van nieuwbouw - waar het bestemmingsplan nu niet van uitgaat - zal het geluid van het wegverkeer voor deze nieuwbouw moeten worden verantwoord.
4.2
Bodem
In Nederland is voor de bescherming van de bodem (grond en grondwater) de Wet bodembescherming van kracht. De doelstelling van de wet is een duurzaam schone bodemsituatie. Vanuit een goede ruimtelijke ordening is een duurzaam verantwoord gebruik van de gronden, zonder risico voor de volksgezondheid, uitgangspunt. Inzicht vooraf in de bodemsituatie maakt deel uit van de uitvoerbaarheid van plannen en projecten, waaronder bestemmingsplannen. De oudste bebouwing van Alkmaar Zuid bevindt zich aan de Kennemerstraatweg, Nieuwpoortslaan en Nieuwlandersingel. Vanaf 1900 heeft er veel stadsuitbreiding plaatsgevonden in dit stadsdeel. Rond 1970 was Alkmaar Zuid, met voorheen vooral een agrarisch karakter, grotendeels bebouwd. Menselijke activiteiten hebben nadelige gevolgen gehad op de bodemkwaliteit van dit plangebied. Daarbij zijn twee soorten bodemverontreiniging te onderscheiden: gebiedseigen en lokale verontreinigingen. Gebiedseigen bodemverontreinigingen Diffuse bronnen zoals autoverkeer, kolen- en oliestook en puin(deeltjes) hebben met name in de oudere delen van het plangebied milieuvreemde stoffen in de bodem gebracht. Dit is bevestigd door de (in 2005 geactualiseerde) bodemkwaliteitskaarten van Alkmaar die sinds 1996 beschikbaar zijn. Op basis van deze kaarten kunnen de volgende gebiedseigen verontreinigingen in Alkmaar Zuid worden verwacht: 1. de wijken die voor 1930 zijn bebouwd: verhoogde waarden van met name koper, kwik, lood, zink en PAK in de (boven)grond, in het grondwater cadmium, chroom, kwik en zink; 2. de wijken die tussen 1930 en 1970 zijn bebouwd: verhoogde waarden van met name PAK in de (boven)grond, in het grondwater arseen, cadmium, chroom en kwik; Deze gebiedseigen verontreinigingen zijn van dien aard dat zij in principe geen beperkingen stellen aan het huidige gebruik van de bodem in Alkmaar Zuid, zij vormen geen risico voor de
24
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
volksgezondheid. Lokale bodemverontreinigingen Naast de gebiedseigen verontreinigingen zijn in Alkmaar Zuid ook enkele lokale bodemverontreinigingen bekend waar op een geschikt moment, met name herontwikkeling, bodemsanering plaats zal dienen te vinden. Deze bodemverontreinigingen vormen geen belemmering voor het huidige gebruik. Tussen 2006 en 2009 zijn in opdracht van de gemeente in Alkmaar Zuid alle potentieel verdachte locaties onderzocht waar in het verleden bodembedreigende activiteiten uitgevoerd (kunnen) zijn. In geen van deze (enkele tientallen) bodemonderzoeken bleek sprake te zijn van een zogenaamde humane spoedsaneringslocatie.
4.3
Externe Veiligheid
Inrichtingen Op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van 2004 moet ten behoeve van het bestemmingsplan onderzoek gedaan worden naar de aanwezige inrichtingen die onder het Bevi vallen en de gevolgen daarvan voor kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden aangegeven. Recent is een wijziging opgetreden in de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) voor bestaande LPG inrichtingen. In het plangebied zelf zijn géén LPG-tankstations aanwezig, wel is er een installatie met verkoop van LPG aan de rotonde van het Kooimeerplein. Het tankstation is gelegen nabij het begin van de Rijksweg A9. Ten oosten en zuidoosten van deze tankstation bevindt zich het voetbalstadion en het bedrijventerrein Boekelermeer. Op 4 augustus 2006 is het voetbalstadion geopend. Voor het stadion is op 3 januari 2006 een milieuvergunning verleend en op 28 februari 2006 een melding 8.19 Wm geaccepteerd. In de milieuvergunning is een maximum toeschouwersaantal opgenomen van 17.000. Daarnaast bestaat de wens het voetbalstadion uit te breiden tot een capaciteit van 30.000 personen. In dit kader heeft de Milieudienst Regio Alkmaar namens de gemeente Alkmaar een risicoanalyse uitgevoerd voor het vaststellen van het risiconiveau ten gevolge van het LPG-tankstation Shell Kooimeer (zie bijlage 1). Het invloedsgebied ten gevolge van het LPG-tankstation schampt het plangebied Alkmaar Zuid. De grens van het invloedsgebied loopt door een groenstrook die de wijk Kooimeer scheidt van de randweg. Binnen 150 meter van het vulpunt van het LPG-tankstation bevinden zich aan de zijde van de woonwijk géén (beperkt) kwetsbare objecten. De meest nabij gelegen woning in de wijk Kooimeer bevindt zich op een afstand van ca. 200 meter van het vulpunt. In het Bevi is een weging aangebracht voor wat betreft de omvang van de personendichtheid in relatie tot de functie van het object. Die weging wordt aangeduid als kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Kwetsbare objecten genieten een hogere beschermingsgraad dan beperkt kwetsbare objecten vanwege de aard van hun functie: verzorgingshuizen herbergen grote aantallen mensen die ook nog eens verminderd zelfredzaam zijn. Deze categorie objecten hebben meer bescherming nodig en zijn daarom als kwetsbaar geclassificeerd. Bij bedrijven waar een paar mensen werken die in geval van nood eenvoudig een veilig heenkomen kunnen zoeken zijn geclassificeerd als beperkt kwetsbaar. Daarnaast zijn twee grootheden van toepassing voor het vaststellen de kans op bepaalde effecten op de mens ten aanzien van een ongeval; het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Die risicobenadering is als volgt opgebouwd: Plaatsgebonden Risico (PR): Dit is de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een risicovolle activiteit. Groepsrisico (GR): Het Groepsrisico is (in enge zin) de kans per jaar dat een groep personen van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) tegelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Plaatsgebonden risico
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
25
Het Plaatsgebonden Risico (PR) wordt uitgedrukt in een grafische weergave van de kans 10-6 en is gerelateerd aan de hoeveelheid LPG dat een tankstation op jaarbasis doorzet. De doorzet van Shell Kooimeer bedraagt meer dan 1.000 m3 LPG per jaar. In het Revi is voor LPG-tankstations onder andere een tabel opgenomen voor LPG-tankstations met een doorzet van meer dan 1.000 m3 LPG per jaar voor de situatie ná 1 januari 2010. Afstand PR-10-6 contour norm vulpunt
40 meter
-6
3
25 meter
-6
3
Afstand PR-10 contour norm Reservoir 20 m (2)
25 meter
Afstand PR-10-6 contour norm afleverzuil
15 meter
Afstand PR-10 contour norm Reservoir 20 m (1)
Deze afstanden dienen te worden aangehouden van de risicobron tot kwetsbare en nieuwe beperkt kwetsbare objecten. Voor de bestaande situatie geldt dat beperkt kwetsbare objecten in sommige gevallen wel binnen het invloedsgebied aanwezig mogen zijn. Bovengenoemde PR-10-6 contouren liggen buiten de woonwijk Kooimeer en buiten de plangrens van het bestemmingsplan Alkmaar Zuid. Groepsrisico Op het LPG tankstation zijn het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de bijbehorende regeling van toepassing. Daarin is voor LPG-tankstations een invloedsgebied vastgesteld van 150 meter rond het vulpunt. Geconcludeerd kan worden dat de woningen in de woonwijk Kooimeer buiten het invloedsgebied liggen. In 2008 is door Shell Verkoopmaatschappij BV een revisievergunning aangevraagd voor het gehele tankstation. De bestaande vergunning is van 1993 en daarop hebben inmiddels verschillende wijzigingen plaatsgevonden. In de verleende vergunning is tevens de doorzet op 3.000 m³ per jaar gelimiteerd.
Geconcludeerd wordt dat Externe veiligheid geen gevolgen heeft voor het bestemmingsplan.
Route risicovol transport In 2001 heeft de gemeenteraad de wegen van de ring (inclusief de N9) rond Alkmaar aangewezen als wegen waarover krachtens artikel 12 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen aangewezen gevaarlijke stoffen bij uitsluiting mogen worden vervoerd. Dit betekent dat vervoer van deze gevaarlijke stoffen in principe niet binnen de bebouwde kom worden toegestaan. Het Basisnet Vervoer gevaarlijke stoffen betreft de hoofdinfrastructuur over water, weg en spoor en heeft alleen betrekking op bulkvervoer van stoffen die bij een ongeval een levensbedreigend effect kunnen hebben op ruime afstand van de infrastructuur. In de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen (NVGS) van 2005 is aangegeven dat in het Basisnet de beperkingen voor dit vervoer worden vastgelegd in een gebruiksruimte. De ruimtelijke beperkingen worden vastgelegd in een veiligheidszone. De definitieve ontwerpen voor Basisnet Water en Weg en een stand van zaken Basisnet Spoor zijn op 4 december 2008 aan de Tweede Kamer aangeboden. Het Basisnet Spoor is inmiddels vastgesteld. Met het Basisnet Weg worden toekomstige externe veiligheidsknelpunten langs het hoofdwegennet voorkomen. Er wordt een grens gesteld aan de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Langs een aantal wegen komen zones waar niet in gebouwd mag worden. Ook worden gemeenten verplicht om bij bouwplannen langs hoofdwegen rekening te houden met het toekomstige vervoer. Het Basisnet Weg bestaat uit twee kaarten; een kaart met de veiligheidszones en een kaart met Plasbrand Aandachts Gebied (PAG). Op de kaarten kan een gemeente zien of er langs een weg rekening moet worden gehouden met een veiligheidszone of een PAG. De grenswaarde voor het PR wordt in de Nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS) overeenkomstig het Bevi gesteld op 10-6 per jaar. Voor het GR geldt een oriënterende waarde per kilometer route of tracé. Deze wijkt alleen qua waarde af van het Bevi. Daarbij geldt volgens de RNVGS dat voor het GR het afwegingsgebied in het kader van ruimtelijke ordening is vastgesteld op 200 meter.
26
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Dit komt er op neer dat de aanwezigheid van (beperkt) kwetsbare objecten op afstanden van meer dan 200 meter is toegestaan ongeacht de ligging van de contouren van het PR. Bij ruimtelijke ontwikkeling zal op grond van de RNVGS over elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het GR of toename van het GR verantwoording moeten worden afgelegd. In Noord-Holland is de N9 opgenomen in het Basisnet Weg. Deze weg is niet voorzien van een veiligheidszone of een PAG. Langs wegen zonder veiligheidszone of PAG gelden geen directe beperkingen voor de bebouwing. Wel moeten voor bouwplannen binnen 200 meter langs alle Basisnetwegen het groepsrisico verantwoord worden (mits het GR toeneemt en/of boven een bepaalde waarde uitkomt, dit wordt vastgelegd in het Besluit transportroutes externe veiligheid). Binnen 200 meter van de N9 worden in dit bestemmingsplan geen bouwplannen in ontwikkeling genomen. Verkoop van vuurwerk In het plangebied bevinden zich geen verkoop punten van vuurwerk. Het beleid van de gemeente Alkmaar is erop gericht zoveel mogelijk, en dat betekent rekening houdend met de huidige wetgeving, de verkoop van vuurwerk buiten woongebieden plaats te laten vinden. In bepaalde gevallen kan dit betekenen dat de verkoop van vuurwerk juridisch gezien niet is tegen te houden. Via de milieuwetgeving en het Vuurwerkbesluit zal dan in ieder geval gezorgd worden voor de benodigde maatregelen, zodat van een gevaarlijke situatie geen sprake zal zijn.
4.4
Water
Alkmaar staat de komende jaren voor de taak om de wateropgave in het stedelijk gebied duurzaam op te lossen. De gemeente heeft daarom onder de titel “Alkmaar, stad aan het water” samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een integrale visie opgesteld. Voor ieder plan ook het voorliggende bestemmingsplan is de Watertoets verplicht. Het hoogheemraadschap is waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheerder in het plangebied en is verantwoordelijk voor de zuivering van afvalwater. Het schriftelijk advies van het hoogheemraadschap geeft mede sturing aan het beleid en aan de inhoud van de bestemmingen. In het plangebied is geen sprake van stedelijke ontwikkeling en blijft in de periode van het bestemmingsplan de komende tien jaren de bebouwde en de verharde situatie min of meer onveranderd. Waterkeringen In het plangebied komen regionale waterkeringen voor. Waterkeringen vormen één van de aandachtspunten van het hoogheemraadschap binnen de watertoets. In zijn algemeenheid geldt dat naar de mening van het hoogheemraadschap voor wat betreft de waterkeringen bij de uitwerking van een bestemmingsplan rekening moet worden gehouden met het vigerend streekplan, provinciaal Waterplan, de Keur Hollands Noorderkwartier 2009 en het Beheersplan Waterkeringen 2006-2010 van het hoogheemraadschap. Bij waterkeringen gaat het zowel om waterkerende grondlichamen als waterkerende constructies en kunstwerken (sluizen, kademuren en damwanden).
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
27
Figuur 4: Waterstaatswerken en beschermingszones in het plangebied Het Beheersplan Waterkeringen 2006-2010 beschrijft het beleid en de randvoorwaarden voor het dagelijks beheer van de primaire en regionale waterkeringen van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. In de Keur Hollands Noorderkwartier 2009 worden waterkeringen onderverdeeld in het zogenaamde waterstaatswerk en de aangrenzende beschermingszones. Op grond van de Keur zijn binnen de begrenzing van het waterstaatswerk en de beschermingszones bepaalde handelingen verboden. Het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap kan van deze verboden ontheffing verlenen. De geografische ligging (tracé) van een waterkering is formeel vastgelegd. In het bestemmingsplan wordt deze ligging met bijbehorende keurzones gerespecteerd. De waterkeringen in het bestemmingsplan worden opgenomen, en als zodanig bestemd (primaire bestemming waterkering). Het gaat daarbij om de zogenaamde kernzone van het waterstaatswerk zoals dat in de Keur wordt benoemd.
Waterkwantiteit Een groot deel van het plangebied behoort tot het zogenoemde boezemland en watert via de ringvaart en de Singelgracht onder vrij verval af op de Schermerboezem en het Noordhollands Kanaal, het belangrijkste water voor de wateraanvoer en –afvoer van de boezem. Het plangebied ligt deels in de Oosterzijpolder en deels in de polder Overdie. Het deel van het plangebied dat in de Oosterzijpolder ligt, is gelegen in peilgebied 4170-01 en heeft een winterpeil van NAP –1,50 m en een zomerpeil van NAP –1,40 m. Het deel van het plangebied dat in de polder Overdie ligt, is gelegen in peilgebied 4650-01 en heeft een vast streefpeil van NAP –1,60 m. In het voorliggende conserverende bestemmingsplan wordt ervan uitgegaan dat het huidige watersysteem volledig intact zal blijven. Alle water wordt daartoe een op een bestemd. Een goede inrichting van de oevers en de taluds kan aan de waterbergingsmogelijkheden van de bestaande vaarten bijdragen. Binnen de bestemming Groen, zal dan ook altijd water en eventueel benodigde bouwwerken tot de bestemming behoren. Uit de kaderrichtlijn water (KRW) volgt welke waterkwantiteitsambities en bijbehorende maatregelen gelden voor het stedelijk water van Alkmaar.
Waterkwaliteit
28
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Vooruitlopend op de KRW zijn in het Waterplan Alkmaar al diverse maatregelen opgenomen om de waterkwaliteit te verbeteren, zoals baggeren en het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Verbetering van de waterkwaliteit is een belangrijke voorwaarde voor verbetering van andere functies als natuur en recreatie. De waterkwaliteit in de boezem wordt verbeterd door de riooloverstorten aan te pakken en verontreinigde watergangen te baggeren. De waterkwaliteit in de polder Overdie, waar veel boezemwater werd en wordt ingelaten laat vaak te wensen over. De waterkwaliteit van de Overzijpolder is relatief goed. Veel polderwaterlopen zijn te ondiep geworden. Baggerwerk is noodzakelijk niet alleen voor de doorstroming, vaak ook voor verbetering van de waterkwaliteit. Het uitgangspunt van het Waterplan is het saneren van de zwaarst vervuilde waterbodem (klasse 4), indien in onderzoek het optreden van schadelijke effecten naar de omgeving wordt vastgesteld. In het Waterplan Alkmaar zijn afspraken vastgelegd over de maatregelen die nog moeten worden uitgevoerd om te voldoen aan de basisinspanning voor de riolering. In het Waterplan is op diverse locaties uitgegaan van de plaatsing van een bergbezinkvoorziening. Volgens de huidige inzichten wordt echter gekozen voor een meer duurzame maatregel: het scheiden van de afvoer van schoonhemelwater van vuilrioolwater, ofwel, afkoppelen. Daarvoor is een afkoppelkansenkaart opgesteld. De gemeente Alkmaar streeft op lange termijn naar afkoppelen van alle verharde oppervlakken voor zover nuttig en doelmatig. Afkoppelen is een dure maatregel. Het is daarom wenselijk het afkoppelen zo veel mogelijk te combineren met andere werkzaamheden, bijvoorbeeld met onderhoud aan wegen of riolering, of met maatregelen voor het oplossen van grondwateroverlast.
Watergebonden natuur De vele waterlopen in de stad zijn de aangewezen gebieden om de natuur in de stad te versterken. De natte natuurwaarden in de stad zijn maar beperkt ontwikkeld. Belangrijke oorzaken hiervoor zijn de inrichting van waterlopen en oevers en de matige water(bodem)kwaliteit op veel plaatsen. In het Waterplan Alkmaar zijn maatregelen opgenomen voor de verdere ontwikkeling van de ecologische verbindingszones, die ook in het gemeentelijk Groenbeleidsplan 2004-2014 zijn aangegeven. Er zijn afspraken gemaakt over het aanleggen van een netwerk van natuurvriendelijke oevers en over maatregelen voor het verbeteren van de water(bodem)-kwaliteit. Aan de westkant van de drafbaan loopt een verbindingszone tussen het de kerngebieden van het de Alkmaarderhout en het gebied van de Heiloöer bossen aan de zuidzijde van de stad. In het waterplan staan als maatregels genoemd het herinrichten van de oevers, het herprofileren van taluds, baggeren, en het verbeteren van de doorstroming van de Zanderslootsingel door verruiming van duikers of door verlenging als open water. Langs de Zandersloot wordt niet uitgegaan van een natuurvriendelijke oeverinrichting. Ook de waterlopen van de Singelgracht rond de binnenstad en de ringvaart, met hun aangrenzende oevers, als ecologische verbindingen zijn aangemerkt. Het waterplan gaat hierbij uit van een natuurvriendelijke oeverinrichting aan één zijde van de waterkant. In het plangebied gaat het om het herprofileren van taluds en een groene inrichting van de Van Houtenkade, Cort van der Lindenkade, Graaf Jan kade en Mauritskade.
Watergebonden recreatie In het Waterplan Alkmaar is afgesproken om routes uit te zetten voor kano's en kleine recreatievaart. Belangrijk hiervoor zijn doorgaande waterstructuren. Deze routes zijn voor een belangrijk deel al gerealiseerd. In het plangebied maakt de Ringvaart die aansluit op de Singel (deel van de boezem) deel uit van het routenetwerk. Er kunnen mogelijkheden komen om voorzieningen langs deze vaarten aan te leggen om in of uit de boot te stappen.
4.5
Luchtkwaliteit
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
29
Bij plannen en projecten moet op grond van de Wet milieubeheer en de wettelijke bijlage ten aanzien van luchtkwaliteit sinds juli 2007 worden ingegaan op gezondheidssituatie van de bewoners wat betreft luchtkwaliteit. Natuurlijk bij nieuwe ontwikkelingen maar ook bij conserverende plannen moet er gekeken worden wat voor situatie wordt bestemd en welke relatie er is tot de luchtkwaliteit. De gemeente Alkmaar heeft voor de aanpak van de luchtkwaliteit een plan van aanpak opgesteld. Naast het wegverkeer ondervindt de luchtkwaliteit ook invloed van scheepvaartverkeer op het Noordhollands kanaal, van activiteiten van inwoners en van industriële activiteiten. De luchtkwaliteit is een combinatie van de achtergrondconcentratie en de lokale bijdrage (emissies in en rond Alkmaar). Er zijn behoorlijke verschillen in luchtkwaliteit, die voor het overgrote deel worden veroorzaakt door het wegverkeer. In het plan van aanpak is vastgesteld dat de ring en ook de stedelijke invalswegen de Kennemerstraatweg en de Vondelstraat en de 'binnenring' de grenswaarden worden overschreden van de belastende stoffen Stikstofdioxide en Fijn Stof. De aanpak van de gemeente richt zich dan ook met name op verkeersmaatregelen en op haar eigen wagenpark. Omdat in het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen zijn opgenomen is de luchtkwaliteit geen belemmering voor bestemmingen. Bij nieuwe ontwikkelingen (sloop en nieuwbouw) zal er wel een toets aan de wettelijke regels van luchtkwaliteit plaats vinden.
4.6
Hoofdleidingen en straalpad
Over het plangebied lopen geen hoofdleidingen of straalverbindingszones (straalpaden).
4.7
Molenbiotoop
Op het bolwerk tegenover de Nieuwlandersingel staat de bekende hoge korenmolen 'De Groot' ook wel de molen van Piet geheten. Omdat in het bestemmingsplan de bestaande situatie wordt bestemd en geen hogere nieuwbouw aan de orde is, komt de molenbiotoop niet in het geding.
4.8
Archeologie
In het plangebied bevinden zich gebieden met een hoge en middelmatige archeologische verwachting. Deze terreinen zijn weergegeven op de archeologische verwachtingskaart. Deze kaart is 10 september 2009 samen met de gemeentelijke onderzoeksagenda archeologie als toelichting en de beleidsnota cultuurhistorie 2009-2019 vastgesteld door de gemeenteraad. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebieden met zeer hoge verwachting (rood op de archeologische Verwachtingenkaart), hoge verwachting (oranje) en middelhoge verwachting (geel). In het plangebied bevinden zich alleen de oranje en gele gebieden van deze kaart.
Aan vergunningen voor werkzaamheden die binnen deze gebieden de bodem roeren (bodemingrepen), zullen door de gemeente voorwaarden worden verbonden ten aanzien van behoud in situ dan wel het door de initiatiefnemer laten uitvoeren van archeologisch onderzoek door een daartoe gecertificeerd archeologiebedrijf. In de rode gebieden geldt een vrijstelling voor bodemingrepen van minder dan 20cm en een oppervlakte van 25 m2(uitpandig gemeten vanaf het maaiveld, inpandig gemeten vanaf de top van de vloer) in een archeologisch verwachtingsgebied met een zeer hoge verwachting In de oranje gebieden voor bodemingrepen van minder dan 40 cm diepte en een oppervlak van minder dan 500 m2 en in de gele gebieden voor bodemingrepen van minder dan 40 cm diepte en een oppervlak van minder dan 0,5 ha (5000 m2).
30
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Figuur 5: Toelichting op de archeologische gebieden Aan vergunningen voor werkzaamheden die binnen deze gebieden de bodem roeren (bodemingrepen), aanleg- bouw-, bodemsanering- en ontgrondingenvergunningen, zullen door de gemeente voorwaarden worden verbonden ten aanzien van de archeologische monumentenzorg. Bij projecten met een bodemverstoring van minder dan 250m2 zal door de gemeente de optie worden geboden het archeologisch onderzoek door het team archeologie van de gemeente te laten uitvoeren. Boven de 250m2 bodemverstoring dienen alle stappen behorend bij het archeologisch onderzoek altijd aanbesteed te worden door de initiatiefnemer aan een gecertificeerd archeologiebedrijf en treedt de gemeente als bevoegd gezag op. Deze gebieden zijn 10 september 2010 aangewezen door de raad evenals de bijbehorende beleidsnota cultuurhistorie 2009-2019. Bij deze aanwijzing behoort de uitgebreide toelichting die is verwoord in de Archeologische Onderzoeksagenda Alkmaar. Deze onderzoeksagenda kan door actueel onderzoek bijgesteld worden evenals de archeologische verwachtingskaart. Archeologische gebieden met hoge verwachting zijn: - De kavels van Kennemerstraatweg 1A t/m 35, Nieuwlandersingel 48 t/m 81, Emmastraat 108/111, Nieuwlandersingel 1 t/m 18, Overdiepad 1 t/m 7 en Baansingel 1 t/m 5 zijn vanaf begin 17de eeuw bebouwd. De bebouwings- en bewoningsgeschiedenis van deze kavels is archeologisch en bouwhistorisch belangrijk.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
31
- De noordpunt van de Nieuwpoortslaan met aangrenzende kavels aan de Kennemerstraatweg is zowel van belang vanwege de locatie van het middeleeuwse buurtschap Nieuwpoort als vanwege de vondst van bewoningsresten uit de Romeinse tijd (bodemvondst bij sanering benzinestation Vier Staten, 2001). - De Regulierslaan nabij de zuidkant Nieuwpoortslaan en het oostelijk aangrenzende terrein aan de Kennemerstraatweg zijn van belang vanwege de vondst van bewoningsresten uit de Romeinse tijd (1975). Archeologische gebieden met middelmatige verwachting zijn: - De zandrug van de strandwal van Alkmaar (met bijbehorende zandgronden van de Oude Duinen), die zich uitstrekt tot een lijn op 50 tot 140 meter ten oosten van de Kennemerstraatweg. Dit is archeologisch terrein van middelhoge verwachting. Dit betekent dat de exacte ligging van vindplaatsen weliswaar niet bekend is, maar dat er bij grootschalige bodemingrepen een grote trefkans is op het roeren van archeologische vindplaatsen. Daarom worden er archeologische verplichtingen verbonden aan bodemingrepen die én een groter oppervlak dan 0,5 ha beslaan én dieper gaan dan 0,40 cm. De aanleiding tot deze aanwijzing is de ligging op de zogeheten Oude Duinen, een zandrug die zich uitstrekt van Alkmaar tot Limmen en waarop tal van archeologische vindplaatsen bekend zijn. Zo zijn in de westelijke binnenstad van Alkmaar bewoningsresten bekend uit de Bronstijd (2000-800 v Chr), IJzertijd (800 v Chr – 0), Romeinse tijd (0 – 400 n Chr) en Middeleeuwen. Nabij het plangebied bevinden zich onder andere vindplaatsen uit de Romeinse tijd bij de Nieuwpoortslaan/hoek Bernhardlaan en bij de Nieuwpoortslaan/hoek Regulierslaan, uit de Bronstijd en Vroege Middeleeuwen bij de Ropjeskuil (MCA) en uit de Middeleeuwen bij de Nieuwpoortslaan/hoek Bernhardlaan en Julianalaan/noordhoek Kennemerstraatweg. In het bestemmingsplan wordt voor de gebieden met een hoge en met een middelmatige archeologische verwachting een aanlegvergunningstelsel opgenomen.
32
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Hoofdstuk 5 5.1
Juridische planopzet
Algemeen
In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten. In dit hoofdstuk wordt de inhoud van de bestemmingen (de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden) toegelicht en wordt aangegeven hoe de uitgangspunten hun juridische vertaling in het eigenlijke plan hebben gekregen. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de tekst van de regels en in beeld op een plankaart. Plankaart en regels zijn één geheel en niet afzonderlijk leesbaar. - SVBP 2008 Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan. Deze digitale versie is bedoeld om de burger 'online' informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. Het bestemmingsplan is naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 opgezet volgens de verplichte landelijke Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008). Deze standaard - welke slechts een systematische standaardisering betreft en geen inhoudelijke standaard is, is verplicht volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het SVBP voorziet in een standaardopbouw van een bestemmingsplan door onder andere:
standaardbenamingen van een bestemming en de daarin voorkomende bepalingen (bouwregels, aanlegvergunningen e.d.); de alfabetische volgorde van de begripsbepalingen en bestemmingen; een vaste volgorde van een indeling van een bestemming; een aantal standaard begripsbepalingen; een standaard wijze van meten; vaste kleuren en kleurcodes van een bestemming op de plankaart; standaard benamingen van aanduidingen op de plankaart en in de regels.
5.2
De regels
De regels per bestemming bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin is per bestemming uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mogen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn bouwregels en gebruiksregels opgenomen. In de bouwregels zijn gerelateerd aan de toegelaten gebruiksfuncties - eisen gesteld aan de hoogte, aard, nadere situering, diepte, aantal bouwlagen, enzovoorts van gebouwen en bouwwerken. De gebruiksregels verbieden bepaalde vormen van gebruik binnen een bestemming (specifieke gebruiksregels). Daarnaast geldt een aantal algemene bouwregels en algemene gebruiksregels, die voor alle bestemmingen van toepassing zijn. De algemene gebruiksregels geven aan welk gebruik in ieder geval strijdig is met de bestemmingen. In de regels is daarnaast een aantal aanlegvergunningenstelsels opgenomen voor het uitvoeren van in de regels omschreven werkzaamheden zoals rooien van bomen of het afgraven van gronden.
5.3
Beschrijving van de bestemmingen
Bedrijf
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
33
Hoewel het plangebied hoofdzakelijk een woonfunctie kent, is hier en daar langs hoofdwegen een aantal bedrijven gevestigd. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is om bedrijven toe te staan naar de aard van de bedrijven die nu gevestigd zijn en die passen binnen woonbuurten of aan de rand van woonbuurten. Daartoe krijgen de bedrijven een basisbestemming die in het algemeen lichte vormen van bedrijvigheid en dienstverlening toelaat. De basisbestemming volgt de indeling van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (Bedrijven en milieuzonering 2007). Gangbaar is dat alleen bedrijven van de lichte categoriën 1 en 2 worden toegelaten (zie de Bedrijvenlijst, bijlage bij de regels). Wanneer een bedrijf een zwaardere categorie heeft, bijvoorbeeld een bouwbedrijf of een drukkerij, dan wordt een dergelijk bedrijf heel specifiek bestemd. Naast deze specifieke bedrijven zijn hier uitsluitend de toegestane bedrijven van categorie 1 en 2 genoemd in de bedrijvenlijst toegestaan. Bij de bedrijven mag alleen worden gewoond in een bedrijfswoning, op de plaatsen waar deze in het bestemmingsplan is aangeduid. Ook de grotere nutsgebouwen hebben deze bedrijfsbestemming. De gebouwen waarin technische voorzieningen aanwezig zijn ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen (gas, drinkwater, elektriciteit, waterhuishouding) zijn ondergebracht in de bedrijfsbestemming. Het gaat om de grotere voorzieningen, die ook vanuit milieuhinder en/of gevaar een afstand ten opzichte van de woningen moeten hebben en voor onderhoud goed bereikbaar moeten zijn. Ook het gemaal aan de Cort van der Lindenkade, dat een provinciaal monument is, heeft deze bestemming. Kleine nutsgebouwen tot 100m3 worden niet apart bestemd, maar behoren onder de woonbestemming of de verkeersbestemming. De percelen waar een tankstation gevestigd is en een bijbehorende tankshop, hebben een eigen aanduiding binnen de bedrijfsbestemming. De tankstations, al dan niet met overkapping, en de verkoopshop hebben daarom een aanduiding op het erf en het gebouw, wegens de specifieke milieu- en bouwkundige omstandigheden. Om veiligheidsoverwegingen in deze woonbuurten is de verkoop van LPG bij de tankstations verboden. Detailhandel De bestemming heeft uitsluitend betrekking op de grotere winkelpanden. In het plangebied bevinden zich enkele grote winkels met bijbehorende erf en (ondergrondse) parkeervoorzieningen. Het betreft met name het winkelcentrum aan de Wendelaarstraat en een winkelpand aan de Koninginnelaan. Andere verspreide winkels in het plangebied, vaak gevestigd in vroegere woonwinkelpanden of bedrijfspanden, hebben een eigen gemengde bestemming. Gemengd - 1 De bestemming 'Gemengd - 1' geeft een flexibele bestemming: panden kunnen zowel voor dienstverlenende en maatschappelijke functies, als een woonfunctie, of combinaties hiervan, gebruikt worden. In het plangebied bevinden zich verspreid diverse panden die als praktijk of klein kantoor worden gebruikt en die geen deel uitmaken van een van een complex in de buurtcentra. Deze functies in vroegere woonpanden of in een voormalig bedrijfspand hebben een bestemming Gemengd, waarbij al dan niet gewoond kan worden, maar de woning niet apart als bedrijfswoning mee bestemd is. Detailhandel en horeca horen echter niet zonder meer tot deze uitwisselbare bestemming. Ook detailhandel en diverse horeca-ondernemingen zijn in deze gemengde bestemming aanwezig, maar deze functies behoren niet tot de standaard uitwisselbare functies van de gemengde bestemming, omdat de gemeente hier een regulerend beleid in voert. Zowel voor winkels, als voor horeca wordt door de gemeente een beleid gevoerd om te veel hinder voor de woonbuurt te voorkomen en om een goed winkelapparaat te behouden. Waar nu een winkel of een horecaonderneming gevestigd is in een 'gemengde bestemming', blijft dit toegestaan en is dit aangeduid in het bestemmingsplan. In andere gemengde panden mag geen winkel of een horecaonderneming worden gevestigd. Binnen de gemengde bestemming is op enkele locaties een horeca-onderneming aanwezig. Deze horeca wordt in het bestemmingsplan op deze locaties toegestaan, naar de aard van het bedrijf. De horeca kent een klasse-indeling die door de gemeente is vastgesteld in de Horecanota 2003. Deze klasse-aanduiding voor een café (2), voor een restaurant (3) en voor een snackbar (4) is op de plankaart aangegeven.
34
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Horeca 1: disco/nachtclub/dancing; Horeca 2: café/grand café/ café-restaurant; Horeca 3: restaurant/lunchroom Horeca 4: Cafetaria/Snackbar.
Gemengd - 2 Enkele nieuwere buurtwinkelcentra, met appartementen erboven, hebben ook een gemengde bestemming. De menging van functies in deze panden is echter van andere aard. Het betreft gebouwen, waar nu winkels en dienstverlening of maatschappelijke functies op de begane grond zijn gevestigd en erboven woongebouwen aanwezig zijn. Op de verdiepingen is uitsluitend wonen toegestaan. Op de begane grond is uitwisseling van de commerciële functies mogelijk, maar wonen op de begane grond is niet toegestaan. Gemengd - 3 De bestemming Gemengd - 3 komt grotendeels overeen met de bestemming Gemengd - 1, met dien verstande dat er binnen Gemengd - 3 geen woonfunctie en geen horeca voorkomt. Groen De stedelijke groenvoorzieningen, die aangelegd zijn naast de waterlopen en tussen de woongebieden van Alkmaar-Zuid hebben een groene bestemming, waarin het groene karakter, de receatieve mogelijkheden en eventuele regenwateropvang de overhand hebben. Verharding is in deze bestemming zeer ondergeschikt. Kantoor De bestemming kantoor is alleen bedoeld voor de huidige kantoorpanden, waar vrijwel voornamelijk administratieve functies in worden uitgevoerd. In de gevallen waar bij het kantoor ook gewoond wordt, is dit apart aangeduid in het bestemmingsplan. Het wonen moet ondergeschikt blijven aan de kantooractiviteit. Het nieuwe bestemmingsplan sluit aan op het beleid tot nu toe. Andere commerciële functies zoals winkels, diverse vormen van dientsverlening, en maatschappelijke functies zijn hier niet toegestaan. Met name de verkeerssituatie en de parkeersituatie leent zich hier niet voor. Bij de kantoorbestemming is wel een gangbare bijgebouwenregeling (aan- en uitbouwen) opgenomen, bedoeld voor de woonfunctie bij het kantoor. Een wijzigingsbevoegdheid in de planregeling maakt het mogelijk om een kantoor waar nu ook al een woning bij is, tot woning te verbouwen. Maatschappelijk Veel gebouwen met een maatschappelijke functie, zoals kerken, scholen en dorpshuizen en gezondheidscentra krijgen deze bestemming. Omdat dit maatschappelijk gebruik nogal aan verandering onderhevig kan zijn en de panden voor een gebruik door een groot aantal bezoekers zijn ingericht, is de bestemming ruim opgezet en laat wisseling van maatschappelijke functies toe. Het zorghotel Palatijn heeft een maatschappelijke bestemming; vanwege de specifieke aard van het gebruik als zorghotel is in het bestemmingsplan hier een aparte regeling voor opgenomen. Gebruik als gewoon hotel is hier niet toegestaan. Binnen de bestemming Maatschappelijk zijn ook complexen met bijzondere woonvormen opgenomen, waarbij de woonfunctie voor ouderen of andere zorgbehoevende groepen centraal staat, maar waar ook veel zorgfuncties nodig zijn. Deze zorgfuncties vragen om specifieke extra ruimte, die in de bestemming planologisch is vastgelegd. De bijzondere woonfunctie is binnen de woonbestemming te herkennen aan de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bijzondere woonvorm'. Sport De bestemming 'Sport ' maakt het mogelijk dat Alkmaar blijft beschikken over overdekte en openluchtaccommodaties voor sportbeoefening. De bestemming is toebedeeld aan de Drafbaan en aan een sportzaal.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
35
Verkeer De grote invalswegen en de ringweg, hebben de bestemming ten dienste van het verkeer. Binnen de bestemming is een vrije inrichting van verhardingen(rijstroken, busstroken, fietspaden), kunstwerken (bruggen/viaducten) en bouwwerken mogelijk. Verkeer-Verblijf Met uitzondering van de grote invalswegen en de ringweg zijn de overige wegen en het gehele openbaar gebied dat de woonbuurten ontsluit, zoals straten, stoepen en parkeerplaatsen en plantsoenen binnen deze bestemming opgenomen. De grote verscheidenheid aan mogelijke functies in de onbebouwde woonbestemming maakt dat wegen, stoepen, parkeerplaatsen, kleine groenstroken of voortuinen, makkelijk zijn uit te wisselen, als de herinrichting van de wijk daarom vraagt. Water Vrijwel al het water wordt binnen het plangebied ook daadwerkelijk zo bestemd. Uitgangspunt van het waterbeleid is dat de ruimte voor waterberging niet mag verminderen en zo nodig voldoende water aanwezig moet zijn om als compensatie te kunnen functioneren bij extra verhardingen. Binnen de bestemming bestaat de mogelijkheid voor het aanleggen van bruggen en natuurvriendelijke oevers, dan wel verharde oeverranden en aanlegplaatsen. Wonen Het plangebied van Alkmaar Zuid is vooral een woongebied, met een woonfunctie. Daarom zijn vrijwel alle woningen met bijbehorende tuinen en erven. Bij de woningen is het mogelijk een beroep aan huis uit te oefenen. Wanneer er sprake is van een bedrijf, kantoor of een winkel bij de woning, is dit in het bestemmingsplan aangegeven met een specifieke aanduiding. Deze commerciële functies moeten wel op de begane grond gevestigd zijn. Wel mag het hele pand als woning worden gebruikt, als de winkel of het kantoor gesloten worden. De ligging van bijgebouwen, aan- en uitbouwen zijn in de regels opgenomen. Hierbij is aangesloten op de de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Waarde - Archeologie 2 en 3 De bestemmingen op de archeologisch waardevolle gronden kent een stelsel van aanlegvergunningen om het verstoren van de bodem door afgraven, door het leggen van leidingen, of het planten van diepwortelende bomen en struiken etc. te reguleren, zodanig dat de archeologische waarden niet verstoord worden. De Archeologische gebieden zijn juridisch-planologisch vertaald in een tweetal dubbelbestemmingen, 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3' ('Waarde - Archeologie 1' betreft archeologische verwachtingsgebieden met een zeer hoge verwachting). Aan vergunningen voor werkzaamheden die binnen deze gebieden de bodem roeren (bodemingrepen), aanleg- bouw-, bodemsanering- en ontgrondingenvergunningen, zullen door de gemeente voorwaarden worden verbonden ten aanzien van de archeologische monumentenzorg. Bij projecten met een bodemverstoring van minder dan 500 m² (Waarde - Archeologie 2) of 5.000 m² (Waarde - Archeologie 3) zullen er geen archeologische verplichtingen zijn behalve de wettelijke meldingsplicht van toevalsvondsten aan de gemeente. Waterstaat - waterkering De bestemming 'Waterkering' is een bestemming die over meerdere andere bestemmingen heen ligt en bedoeld is voor waterkerende werken ter bescherming tegen overstroming. De waterbouwkundige doeleinden beslaan het feitelijke tracé van de regionale waterkering, de ride bijbehorende vaarten. Waarde - Cultuurhistorie
36
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
In het plangebied komen diverse beeldbepalende panden voor. Deze panden krijgen de dubbelbestemming 'Waarde – cultuurhistorie'. Hiermee wordt de uitstraling van de panden beschermd. Met een omgevingsvergunning kan onder voorwaarden worden afgeweken van de pandbreedte en goot- of bouwhoogte. Voorwaarden zijn dat het pand wordt vernieuwd of verbouwd waarbij een restauratieve aanpak van de voorgevel en de kap voorop staat, waarbij gevelelementen en materialen gehandhaafd of hersteld worden, danwel dat elementen en materialen worden gebruikt die visueel overeenkomen met de oorspronkelijke materialen en gevelelementen. Daarnaast mag de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
37
Hoofdstuk 6 6.1
Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Participatie Over het voorontwerp van het bestemmingsplan wordt participatie gevoerd. In het bestemmingsplan is rekening gehouden met de ingediende reacties. Overleg ex artikel 3.1.1. Besluit ruimelijke ordening Het bestemmingsplan is op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aan de belanghebbende overheidsinstanties toegestuurd.
6.2
Economische uitvoerbaarheid
Aangezien het voorliggende bestemmingsplan primair een conserverend karakter heeft, heeft het bestemmingsplan geen financiële gevolgen voor de gemeente; het bestemmingsplan is in dit opzicht dan ook uitvoerbaar.
6.3
Grondexploitatie
In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe bouwmogelijkheden gecreëerd zoals bedoeld in artikel 6.2.1. Bro. Een exploitatieplan is om deze reden niet nodig.
38
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Bijlagen
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
39
Bijlage 1
Externe veiligheid
40
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
REGELS
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
41
Hoofdstuk 1 Artikel 1
INLEIDENDE REGELS
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1
plan:
het Bestemmingsplan Alkmaar Zuid van de gemeente Alkmaar; 1.2
bestemmingsplan:
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0361.BP00009-0101 met bijbehorende regels en bijlage; 1.3
aan- en uitbouw:
een onderdeel van een hoofdgebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.4
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.5
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.6
aan-huis-verbonden beroep/bedrijf:
een praktijkruimte, kantoor, webwinkel, atelier, kapsalon, schoonheidssalon of hondentrimsalon logies met ontbijt en naar de aard daarmee gelijk te stellen functies welke in een woning worden uitgeoefend, alsmede een bedrijf dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten door de gebruiker van de woning en dat niet onder de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepaling omgevingsrecht valt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, niet zijnde prostitutie en seksinrichtingen; 1.7
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.8
bebouwingspercentage:
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend;
42
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
1.9
bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijke gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming; 1.10
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak; 1.11
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.12
bijgebouw:
een al dan niet vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; 1.13
bijzondere woonvorm:
een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals ouderen of gehandicapten; 1.14
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.15
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak; 1.16
bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen als kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen niet inbegrepen; 1.17
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.18
bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
43
1.19
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.20
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.21
branchegerelateerde detailhandel:
detailhandel verwant met de hoofdactiviteit van het betreffende bedrijf; 1.22
bruto vloeroppervlak:
de som van het product van de afstand tussen de gevelvlakken en de afstand hart op hart van de bouwmuren per bouwlaag, niet inbegrepen balkons, loggia's en galerijen; 1.23
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.24
dienstverlening:
commerciële activiteiten met een baliefunctie voor de verrichting van diensten aan of ten gerieve van het publiek, niet zijnde detailhandel. Dienstverlening omvat zowel persoonlijke als zakelijke dienstverlening; 1.25
erf:
de oppervlakte van het bouwperceel voorzover achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw; 1.26
evenement:
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, waaronder mede wordt verstaan een herdenkingsplechtigheid, een graderie, een optocht, niet zijnde een betoging, en een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg, met uitzondering van bioscoopvoorstellingen, markten kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen, betogingen- samenkomsten- en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties, activiteiten als straatartiest, voetbalwedstrijden, en sport en spelwedstrijden in of op de daartoe bestemde gebouwen en terreinen; 1.27
evenement van categorie 1:
een evenement met onversterkte (straat)muziek, achtergrondmuziek en beperkte spreekinstallaties, waarbij het evenement per dag maximaal 5.000 bezoekers trekt;
44
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
1.28
evenement van categorie 2:
een evenement met spreekinstallaties, versterkte (live)muziek, orkest, taptoe, etc., waarbij het evenment per dag maximaal 5.000 bezoekers trekt;
1.29
evenement van categorie 3:
een evenement zoals popconcerten, live optredens, houseparty, DJ's, rap, dance-event en muziekprogramma's van radio en TV-omroepen, etc., waarbij het evenement per dag maximaal 5.000 bezoekers trekt; 1.30
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.31
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; 1.32
horecabedrijf:
een bedrijf of instelling, uitgezonderd een seksinrichting, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, ingedeeld in 4 categorieën: a. horeca, categorie 1 (discotheek, nachtclub, bar/-dancing) een horecabedrijf, waaronder een discotheek, nachtclub, bar/-dancing en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;
b. horeca, categorie 2 (café, grand-café, café-restaurant) een horecabedrijf, waaronder een café, grand-café, café-restaurant en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
c. een horecabedrijf, categorie 3 (restaurant, lunchroom) een horecabedrijf, waaronder een restaurant, lunchroom en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
d. horeca, categorie 4 (snackbars, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak) een horecabedrijf, waaronder een snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak en een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van bereide etenswaren voor consumptie ter plaatse en buiten, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken;
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
45
1.33
huishouden:
de zelfstandige bewoning van een woning door één of meer personen, die op een duurzame, gemeenschappelijke wijze samenwonen en er hun hoofdverblijf hebben, en die gezamenlijk gebruik maken van voorzieningen zoals woonkamer, keuken, toilet en badkamer; 1.34
incidenteel evenement:
een eenmalig, niet periodiek terugkerend evenement; 1.35
kamerverhuur:
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft; 1.36
kampeermiddelen:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.37
kantoor:
ruimte die, of complex dat, door indeling en inrichting is gebouwd en/of geschikt is voor administratie, zakelijke of maatschappelijke dienstverlening zonder een publieksaantrekkende werking; 1.38
kunstwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civiel-technische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening; 1.39
maaiveld:
de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft; 1.40
maatschappelijk:
overheids- medische, onderwijs- sociaal-culturele, religieuze, jeugd/kinderopvang en vergelijkbare maatschappelijke doeleinden, met inbegrip van bijbehorend en aan de maatschappelijke doeleinden ondergeschiktedetailhandel, dienstverlening en horeca van categorie 2, 3, 4; 1.41
markt:
een door het college van burgemeester en wethouders ingestelde markt; 1.42
peil:
a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
46
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
c.
1. de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; indien in of op het water wordt gebouwd: 1. het plaatselijk waterpeil;
1.43
prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.44
prostitutiebedrijf:
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteit vormt; 1.45
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotisch-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.46
standplaats voor detailhandel:
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruik makend van fysieke middelen zoals een kraam, een wagen; 1.47
voorgevelrooilijn:
een denkbeeldige of op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrens; 1.48
woning:
een zelfstandige woonruimte, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden; 1.49
zorghotel:
een zorginstelling gericht op het verstrekken van logies al dan niet in combinatie met het verstrekken van maaltijden en dranken voor gebruik ter plaatse.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
47
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.2
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.3
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.4
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.5
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.6
ondergeschikte bouwdelen:
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
48
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
BESTEMMINGSREGELS
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 die zijn opgenomen in bijlage 1 Bedrijvenlijst , met dien verstande dat inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) niet zijn toegestaan; b. bedrijfsgebonden kantoren, tot maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak per bedrijfsvestiging met een maximum van 2000 m² bruto vloeroppervlak; c. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij de functie gemaximaliseerd is tot 20% van het totale bruto vloeroppervlak, met een maximale winkelvloeroppervlak van 100 m²; d. branchegerelateerde detailhandel, tot maximaal 50% van het brutovloeroppervlak per bedrijfsvestiging, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel branchegerelateerde detailhandel'; e. een bouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf'; f. een drukkerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - drukkerij', met daaraan ondergeschikt productiegebonden detailhandel; g. een verkooppunt van motorbrandstoffen, exclusief LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'; h. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; i. bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning; met de daarbij behorende: j. k. l. m. n. o. p. q.
erven; parkeervoorzieningen; nutsvoorzieningen; ontsluitingswegen; voet- en rijwielpaden; waterlopen en waterpartijen; groenvoorzieningen; bouwwerken.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven. 3.2.2
Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels: a. bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; b. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven. 3.2.3
Bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
49
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels: a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd; b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m vanaf openbaar toegankelijk gebied worden gebouwd; c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 4,50 m bedragen; f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het erf mag worden bebouwd. 3.2.4
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en lichtmasten mag ten hoogste 8,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen d. in afwijking van het gestelde onder c mag ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4,00 m bedragen.
3.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing: a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving; c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; d. ter waarborging van de sociale veiligheid; e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding. 3.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d. e. f.
detailhandel, met uitzondering van detailhandel als bedoeld in lid 3.1 sub c; verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lid 3.1 sub g; wonen, met uitzondering van reeds gevestigde bedrijfswoningen als bedoeld in lid 3.1 sub h; de opslag en verkoop van vuurwerk; prostitutie; seksinrichting.
50
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
3.5
Afwijken van de gebruiksregels
Van het bepaalde in lid 3.4 sub b kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd.
3.6
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen de aanduiding op de verbeelding als bedoeld onder lid 3.1 sub e, f en/of g verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan deze wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
51
Artikel 4 4.1
Detailhandel
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; b. een standplaats voor detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats'; met de daarbij behorende: c. d. e. f. g. h. i. j.
erven; (ondergrondse) parkeervoorzieningen; nutsvoorzieningen; ontsluitingswegen; voet- en rijwielpaden; waterlopen en waterpartijen; groenvoorzieningen; bouwwerken.
4.2
Bouwregels
4.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; c. ondergronds parkeren mag in ten hoogste één bouwlaag plaatsvinden. 4.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en lichtmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen. 4.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing: a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving; c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; d. ter waarborging van de sociale veiligheid; e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
52
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
4.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d.
verkooppunt voor motorbrandstoffen; de opslag en verkoop van vuurwerk; prostitutie; seksinrichting.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
53
Artikel 5 5.1
Gemengd - 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangegeven gronden zijn bestemd voor: a. woningen; b. aan-huis-verbonden beroep/bedrijf; c. dienstverlening; d. cultuur en ontspanning; e. maatschappelijk; f. recreatieve functies; g. sportvoorzieningen; h. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; i. kantoren; j. horecabedrijven categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2'; k. horecabedrijven categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3'; l. horecabedrijven categorie 4, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4'; met de daarbij behorende: m. n. o. p. q. r. s. t. u. v.
erven; parkeervoorzieningen; nutsvoorzieningen; ontsluitingswegen; wegen en paden; waterlopen en waterpartijen; groenvoorzieningen; speelvoorzieningen; laad- en losplaatsen; bouwwerken.
5.2
Bouwregels
5.2.1
Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven. 5.2.2
Bijgebouwen, aan- en uitbouwen
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen gelden de volgende regels: a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd; b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m vanaf openbaar toegankelijk gebied worden gebouwd; c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 4,50 m bedragen; f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het erf mag worden bebouwd.
54
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
5.2.3
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en lichtmasten mag ten hoogste 8,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
5.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing: a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving; c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; d. ter waarborging van de sociale veiligheid; e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
5.4
Specifieke gebruiksregels
5.4.1
Aan huis verbonden beroep / bedrijf
Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf als ondergeschikte activiteit bij een woonfunctie gelden de volgende regels: a. de oppervlakte bedraagt maximaal 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m²; b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken; c. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf; d. de activiteit mag geen inrichting zijn conform artikel 1 Wet milieubeheer alsmede onder een categorie vallen uit het Inrichtingen- en vergunningenbesluit; e. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad. 5.4.2
Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d. e. f. g. 5.5
kamerverhuur detailhandel, met uitzondering van detailhandel als bedoeld in lid 5.1 sub h; de opslag en verkoop van vuurwerk; prostitutie; seksinrichting; bedrijven, anders dan aan huis verbonden beroep/bedrijf; de bewoning van een woning door meer dan één huishouden. Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
55
a. het bepaalde in lid 5.4.1 sub a in die zin dat ten hoogste 100 m² wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf; b. het bepaalde in lid 5.4.2 sub f in die zin dat in combinatie met de woonfunctie de gronden worden gebruikt voor bedrijven die zijn genoemd in categorie 1 in bijlage 1 Bedrijvenlijst, met dien verstande dat inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) niet zijn toegestaan.
56
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Artikel 6 6.1
Gemengd - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangegeven gronden zijn bestemd voor: a. woningen, op de tweede bouwlaag en hoger; b. aan-huis-verbonden beroep/bedrijf; c. dienstverlening in de eerste bouwlaag; d. cultuur en ontspanning in de eerste bouwlaag; e. maatschappelijk in de eerste bouwlaag; f. recreatieve functies in de eerste bouwlaag; g. sportvoorzieningen in de eerste bouwlaag; h. detailhandel in de eerste bouwlaag; i. kantoren in de eerste bouwlaag; met de daarbij behorende: j. k. l. m. n. o. p. q. r. s.
erven; parkeervoorzieningen; nutsvoorzieningen; ontsluitingswegen; wegen en paden; waterlopen en waterpartijen; groenvoorzieningen; speelvoorzieningen; laad- en losplaatsen; bouwwerken.
6.2
Bouwregels
6.2.1
Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven. 6.2.2
Bijgebouwen, aan- en uitbouwen
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen gelden de volgende regels: a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd; b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m vanaf openbaar toegankelijk gebied worden gebouwd; c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 4,50 m bedragen; f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het erf mag worden bebouwd. 6.2.3
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
57
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en lichtmasten mag ten hoogste 8,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
6.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing: a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving; c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; d. ter waarborging van de sociale veiligheid; e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4
Specifieke gebruiksregels
6.4.1
Aan huis verbonden beroep / bedrijf
Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf als ondergeschikte activiteit bij een woonfunctie gelden de volgende regels: a. de oppervlakte bedraagt maximaal 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m²; b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken; c. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf; d. de activiteit mag geen inrichting zijn conform artikel 1 Wet milieubeheer alsmede onder een categorie vallen uit het Inrichtingen- en vergunningenbesluit; e. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad. 6.4.2
Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d. e. f. g. h.
58
kamerverhuur; het gebruik van de eerste bouwlaag ten behoeve van het wonen; het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag voor andere functies dan het wonen; de opslag en verkoop van vuurwerk; prostitutie; seksinrichting; bedrijven, anders dan aan huis verbonden beroep/bedrijf; de bewoning van een woning door meer dan één huishouden.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
6.5
Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 6.4.1 sub a in die zin dat ten hoogste 100 m² wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf; b. het bepaalde in lid 6.4.2 sub h in die zin dat in combinatie met de woonfunctie de gronden worden gebruikt voor bedrijven die zijn genoemd in categorie 1 in bijlage 1 Bedrijvenlijst, met dien verstande dat inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) niet zijn toegestaan.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
59
Artikel 7 7.1
Gemengd - 3
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 3' aangegeven gronden zijn bestemd voor: a. dienstverlening; b. cultuur en ontspanning; c. maatschappelijk; d. recreatieve functies; e. sportvoorzieningen; f. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; met de daarbij behorende: g. h. i. j. k. l. m. n. o. p.
erven; parkeervoorzieningen; nutsvoorzieningen; ontsluitingswegen; voet- en rijwielpaden; waterlopen en waterpartijen; groenvoorzieningen; speelvoorzieningen; laad- en losplaatsen; bouwwerken.
7.2
Bouwregels
7.2.1
Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven. 7.2.2
Bijgebouwen, aan- en uitbouwen
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen gelden de volgende regels: a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd; b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m vanaf openbaar toegankelijk gebied worden gebouwd; c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 4,50 m bedragen; f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het erf mag worden bebouwd. 7.2.3
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen;
60
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
b. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en lichtmasten mag ten hoogste 8,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
7.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing: a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving; c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; d. ter waarborging van de sociale veiligheid; e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
7.4
Specifieke gebruiksregels
7.4.1
Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. prostitutie; b. seksinrichting.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
61
Artikel 8 8.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. voet- en rijwielpaden; c. geluidwerende voorzieningen; d. speelvoorzieningen; e. nutsvoorzieningen; f. kunstwerken; g. waterlopen en waterpartijen; h. beeldende kunst; met de daarbij behorende: i.
bouwwerken.
8.2
Bouwregels
8.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. als gebouw mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen en onderhoud worden gebouwd; b. de inhoud van een gebouw bedraagt ten hoogste 30 m²; c. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
8.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 6,00 m bedragen.
8.3
Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
62
het bepaalde in lid 8.2.1 in die zin dat er bijgebouwen mogen worden gebouwd indien gemeentegrond verkocht is aan een particulier en de grond onderdeel is geworden van een erf bij een hoofdgebouw, met dien verstande dat de regels van 15.2.3 van overeenkomstige toepassing zijn.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Artikel 9 9.1
Kantoor
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangegeven gronden zijn bestemd voor: a. kantoren; b. dienstverlening; c. kantoren al dan niet in combinatie met wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen'; d. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage'; met de daarbijbehorende: e. f. g. h.
wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; bouwwerken.
9.2
Bouwregels
9.2.1
Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven. 9.2.2
Garageboxen
Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels: a. garageboxen mogen uitsluitend worden gebouw ter plaatse van de aanduiding 'garage'; b. de bouwhoogte van garageboxen mag ten hoogste 3,00 m bedragen. 9.2.3
Bijgebouwen, aan- en uitbouwen
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen gelden de volgende regels: a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd; b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m vanaf openbaar toegankelijk gebied worden gebouwd; c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 4,50 m bedragen; f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het erf mag worden bebouwd. 9.2.4
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en lichtmasten mag ten hoogste 8,00 m bedragen;
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
63
c.
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
9.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing: a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving; c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; d. ter waarborging van de sociale veiligheid; e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
9.4
Specifieke gebruiksregels
9.4.1
Aan huis verbonden beroep / bedrijf
Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf als ondergeschikte activiteit bij een woonfunctie gelden de volgende regels: a. de oppervlakte bedraagt maximaal 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m²; b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken; c. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf; d. de activiteit mag geen inrichting zijn conform artikel 1 Wet milieubeheer alsmede onder een categorie vallen uit het Inrichtingen- en vergunningenbesluit; e. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad. 9.4.2
Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d.
9.5
kamerverhuur; de opslag en verkoop van vuurwerk; prostitutie; seksinrichting.
Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.4.1 sub a ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep/bedrijf tot een maximum van 100 m².
64
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Artikel 10 10.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke voorzieningen; b. bijzondere woonvormen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen'; c. een zorghotel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorghotel'; d. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; e. bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen; met de daarbijbehorende: f. g. h. i. j.
wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; speelvoorzieningen; bouwwerken.
10.2
Bouwregels
10.2.1 Gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen en bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; c. het bebouwingspercentage van het bouwvlak zal ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage bedragen. 10.2.2 Bedrijfswoningen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels: a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; b. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen. 10.2.3 Bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels: a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd; b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m vanaf openbaar toegankelijk gebied worden gebouwd; c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 4,50 m bedragen; f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het erf mag worden bebouwd. 10.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
65
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van verlichtingsarmtaturen en lichtmasten mag ten hoogste 8,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
10.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing: a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving; c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; d. ter waarborging van de sociale veiligheid; e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
10.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. prostitutie; b. seksinrichting.
66
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Artikel 11 11.1
Sport
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het uitoefenen van sportactiviteiten; b. gebouwen of inrichtingen ten behoeve van de sport activiteiten; c. horeca van categorie 2 ondergeschikt aan en ten dienste van de sport activiteiten; d. evenementen van ten hoogste categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein'; met de daarbij behorende: e. f. g. h. i. j.
wegen en paden; parkeervoorzieningen; nutsvoorzieningen; waterlopen en waterpartijen; groenvoorzieningen; bouwwerken.
11.2
Bouwregels
11.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat: 1. buiten het bouwvlak ten hoogste 100 m² aan gebouwen mogen worden gebouwd waarbij: a. de goothoogte ten hoogste 3,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte ten hoogste 5,00 m mag bedragen; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen. 11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van lichtmasten en ballenvangers mag ten hoogste 16,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van een overkapping mag ten hoogste 3,00 m bedragen, met dien verstande dat: 1. er per bouwperceel ten hoogste één overkapping mag worden gebouwd; 2. de oppervlakte van een overkapping zal, per bouwperceel, ten hoogste 30 m² bedragen; d. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 6,00 m bedragen.
11.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. prostitutie; b. seksinrichting; c. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
67
d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
68
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Artikel 12 12.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m.
wegen, straten en paden; voet- en rijwielpaden; pleinen; groenvoorzieningen; waterlopen en waterpartijen; parkeervoorzieningen; laad- en losplaatsen; straatmeubilair; nutsvoorzieningen; kunstwerken; beeldende kunst; geluidwerende voorzieningen; een standplaats voor detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats'; met de daarbij behorende: n. bouwwerken.
12.2
Bouwregels
12.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.
12.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. een standplaats voor kampeermiddelen; b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond; c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; d. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen/drijvende woningen; e. seksinrichtingen; f. prostitutie.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
69
Artikel 13 13.1
Verkeer - Verblijfsgebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m.
wegen, straten en paden; voet- en rijwielpaden; pleinen; groenvoorzieningen; waterlopen en waterpartijen; parkeervoorzieningen; laad- en losplaatsen; straatmeubilair; speelvoorzieningen; nutsvoorzieningen; kunstwerken; beeldende kunst; een standplaats voor detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats'; n. evenementen van ten hoogste categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein'; o. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage'; met de daarbijbehorende: p. bouwwerken.
13.2
Bouwregels
13.2.1 Garageboxen Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels: a. garageboxen mogen uitsluitend worden gebouw ter plaatse van de aanduiding 'garage'; b. de bouwhoogte van garageboxen mag ten hoogste 3,00 m bedragen. 13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.
13.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. een standplaats voor kampeermiddelen; b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond; c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; d. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen/drijvende woningen; e. seksinrichtingen;
70
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
f.
prostitutie.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
71
Artikel 14 14.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. waterberging; b. waterhuishouding; c. waterlopen en waterpartijen; d. groenvoorzieningen; e. oeverstroken; f. scheepvaartdoeleinden; g. infiltratievoorzieningen; h. kunstwerken; i. beeldende kunst; j. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden; met de daarbij behorende: k.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen.
14.2
Bouwregels
14.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
72
de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Artikel 15 15.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep / bedrijf; b. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 die zijn opgenomen in bijlage 1, met dien verstande dat inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) niet zijn toegestaan, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf'; c. detailhandel, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; d. kantoren, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'; e. (ondergrondse) parkeervoorzieningen; met de daarbijbehorende: f. g. h. i. j. k.
tuinen en erven; wegen en paden; waterlopen en waterpartijen; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; bouwwerken.
15.2
Bouwregels
15.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven, tenzij de bestaande goot- en bouwhoogte hoger is, in welk geval die hoogte geldt als maximale hoogte; c. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zal de eerste bouwlaag vrij blijven van bebouwing; d. bij verbouw van een gebouw dient het aantal woningen gelijk te blijven. 15.2.2 Ondergrondse parkeervoorzieningen Voor het bouwen van ondergrondse parkeervoorzieningen gelden de volgende regels: a. ondergrondse parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. buiten het bouwvlak mogen ondergrondse parkeervoorzieningen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'; c. de bouwhoogte van een parkeergarage mag ten hoogste 1,50 m bedragen, gemeten ten opzichte van maaiveld; d. ondergronds parkeren mag in ten hoogste één bouwlaag plaatsvinden. 15.2.3 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen gelden de volgende regels: a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd; b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m vanaf openbaar toegankelijk gebied worden gebouwd;
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
73
c.
in afwijking van het gestelde onder a en b mogen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' bijgebouwen en aan- en uitbouwen worden gebouwd; d. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; e. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen; f. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 4,50 m bedragen; g. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het erf mag worden bebouwd.
15.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op dakterrassen mag ten hoogste 1,20 m bedragen, gemeten vanaf het dak; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
15.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing: a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving; c. ter waarborging van de verkeersveiligheid; d. ter waarborging van de sociale veiligheid; e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
15.4
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 15.2.1 sub d in die zin dat bij verbouw van een gebouw het aantal woningen toeneemt, mits: a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt; b. de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving wordt gewaarborgd; c. de parkeerdruk in de directe omgeving niet onevenredig wordt vergroot. 15.5
Specifieke gebruiksregels
15.5.1 Aan huis verbonden beroep / bedrijf Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf als ondergeschikte activiteit bij een woonfunctie gelden de volgende regels: a. de oppervlakte bedraagt maximaal 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m²; b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken; c. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf;
74
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
d. de activiteit mag geen inrichting zijn conform artikel 1 Wet milieubeheer alsmede onder een categorie vallen uit het Inrichtingen- en vergunningenbesluit; e. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad. 15.5.2 Strijdig gebruik Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d. e.
kamerverhuur; detailhandel, met uitzondering van detailhandel als bedoeld in lid 15.1 sub c; prostitutie; seksinrichting; de bewoning van een woning door meer dan één huishouden.
15.6
Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.5.1 sub a in die zin dat ten hoogste 100 m² wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
75
Artikel 16 16.1
Waarde - Archeologie 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
16.2
Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. er mag slechts worden gebouwd, indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag wordt verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en met dien verstande dat aan de bouwvergunning de volgende verplichtingen kunnen worden verbonden: 1. het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door burgemeester en wethouder vastgesteld programma van eisen; of 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties; b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de bouwwerkzaamheden plaatsvinden met een maximale diepte van 0,40 meter en een maximum oppervlak van 500 m². 16.3
Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 16.2 sub a voor de bouw van bouwwerken onder de voorwaarden, dat: c.
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een ontheffing in redelijkheid niet kan worden geweigerd; d. burgemeesters en wethouders bij de afweging omtrent de afwijking toepassing geven aan de criteria als genoemd onder 16.2 sub a, dan wel dat voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de aanvraag reeds een omgevingsvergunning als bedoeld onder 16.4 is verleend; e. alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend door burgemeester en wethouders advies is ingewonnen bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige; f. het bepaalde in de onderliggende bestemming onverminderd van toepassing blijft.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 16.4.1 Vergunningplicht a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) voor de onder 16.1 bedoelde bestemmingen de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen: 1. het afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren, diepploegen, diepwoelen, en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur, tenzij deze worden uitgevoerd in het kader van
76
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
2.
3. 4. 5.
archeologische opgravingen volgens een door burgemeester en wethouders vastgesteld archeologisch Programma van Eisen; het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanbrengen van diepwortelende beplanting, bomen en houtgewas; het aanbrengen van verhardingen en/of verharde oppervlakten anders dan een bouwwerk; de aanleg van een drainage ongeacht de diepte.
16.4.2 Uitzondering Het onder 16.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. zich in een reeds opgegraven gebied bevinden, zulks uitsluitend ter beoordeling door de gemeentelijk archeoloog; d. werkzaamheden waarbij de grondverstoring plaatsvindt in een gebied kleiner dan 500 m² en op minder dan 0,40 meter diepte.
16.4.3 Voorwaarden Een vergunning als bedoeld onder 16.4.1 wordt slechts verleend indien: a. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de onder 15.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind; b. vooraf door de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport is overgelegd, dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarden van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; c. voldaan is aan de volgende verplichtingen die aan de vergunning kunnen worden verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door burgemeester en wethouders vastgesteld programma van eisen; of 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
77
Artikel 17 17.1
Waarde - Archeologie 3
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
17.2
Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. er mag slechts worden gebouwd, indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag wordt verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en met dien verstande dat aan de bouwvergunning de volgende verplichtingen kunnen worden verbonden: 1. het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door burgemeester en wethouder vastgesteld programma van eisen; of 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties; b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de bouwwerkzaamheden plaatsvinden met een maximale diepte van 0,40 meter en een maximum oppervlak van 5000 m². 17.3
Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 17.2 sub a voor de bouw van bouwwerken onder de voorwaarden, dat:
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een ontheffing in redelijkheid niet kan worden geweigerd; burgemeesters en wethouders bij de afweging omtrent de afwijking toepassing geven aan de criteria als genoemd onder 17.2 sub a, dan wel dat voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de aanvraag reeds een omgevingsvergunning als bedoeld onder 17.4 is verleend; alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend door burgemeester en wethouders advies is ingewonnen bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige; het bepaalde in de onderliggende bestemming onverminderd van toepassing blijft.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 17.4.1 Vergunningplicht a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) voor de onder 17.1 bedoelde bestemmingen de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen: 1. het afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren, diepploegen, diepwoelen, en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur, tenzij deze worden uitgevoerd in het kader van
78
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
2.
3. 4. 5.
archeologische opgravingen volgens een door burgemeester en wethouders vastgesteld archeologisch Programma van Eisen; het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanbrengen van diepwortelende beplanting, bomen en houtgewas; het aanbrengen van verhardingen en/of verharde oppervlakten anders dan een bouwwerk; de aanleg van een drainage ongeacht de diepte.
17.4.2 Uitzondering Het onder 17.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. zich in een reeds opgegraven gebied bevinden, zulks uitsluitend ter beoordeling door de gemeentelijk archeoloog; d. werkzaamheden waarbij de grondverstoring plaatsvindt in een gebied kleiner dan 500 m² en op minder dan 0,40 meter diepte.
17.4.3 Voorwaarden Een vergunning als bedoeld onder 17.4.1 wordt slechts verleend indien: a. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de onder 15.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind; b. vooraf door de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport is overgelegd, dat voldoet aan de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarden van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; c. voldaan is aan de volgende verplichtingen die aan de vergunning kunnen worden verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door burgemeester en wethouders vastgesteld programma van eisen; of 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
79
Artikel 18 18.1
Waarde - Cultuurhistorie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het herstel van de cultuurhistorische, bouwhistorische en beeldbepalende elementen in de op die grond gelegen bouwwerken.
18.2
Bouwregels
18.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. de minimale en maximale goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen is de goot- en bouwhoogte welke ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd; b. de maximale pandbreedte is de pandbreedte welke ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd; c. als voorgevelrooilijn geldt de voorgevelrooilijn welke ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan rechtmatig was gerealiseerd; d. in afwijking van het bepaalde in sub c mag de voorgevelrooilijn overschreden worden te behoeve van: 1. goot- en dakoverstekken met een maximale diepte van 0,60 m; 2. erkers met een maximale diepte van 0,80 m; 3. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, zonneschermen, overstekende daken en vergelijkbare onderdelen van gebouwen; 4. op voorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld; e. de toegestane dakhelling is de dakhelling welke ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp bestemmingplan rechtmatig was gerealiseerd.
18.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder: a. lid 18.2.1 sub a en b voor het realiseren van kleinere en grotere goot- en bouwhoogte en pandbreedtes, onder de voorwaarden dat: 1. de door middel van de bebouwingscategorie aangegeven minimale en maximale goot- en bouwhoogten en maximale pandbreedtes niet worden overschreden; 2. het pand wordt vernieuwd of verbouwd waarbij een restauratieve aanpak van de voorgevel en de kap voorop staat; 3. de karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld niet in onevenredige mate worden aangetast; 4. de goothoogte tenminste 50 centimeter afwijkt van tenminste één direct aangrenzend pand. 18.4
Wijzigingsbevoegdheid
Het college van burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigingen: a. door één of meerdere bestemmingsvlakken op de verbeelding met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' te verwijderen, mits:
80
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
1. de cultuurhistorie, bouwhistorische en/of beeldbepalende elementen niet langer aanwezig zijn in de bouwwerken op de met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' gelegen gronden en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het bouwwerk kunnen worden hersteld; 2. de cultuurhistorische, bouwtechnische en/of beeldbepalende elementen welke aanwezig zijn in de bouwwerken op de met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' gelegen gronden, redelijkerwijs niet langer geheel of gedeeltelijk te handhaven zijn in relatie tot de functie die het bouwwerk moet of uitsluitend nog kan vervullen; b. indien door verbeterwerkzaamheden, dan wel door gewijzigde inzichten, een bouwwerk, welke gelegen is op gronden waarop niet de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' van toepassing is, cultuurhistorische en/of beeldbepalende waarde krijgt, deze gronden tevens de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' toe te kennen.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
81
Artikel 19 19.1
Waterstaat - Waterkering
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen. 19.2
Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. op de gronden mogen ten behoeve van het bepaalde onder 19.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmin(en) geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; c. op grond van de Keur van de waterbeheerder dient, alvorens kan worden gestart met de bouwwerkzaamheden, contact te worden opgenomen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, zodat kan worden beoordeeeld of voor het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden een ontheffing van het Keur benodigd is of niet.
82
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Hoofdstuk 3 Artikel 20
ALGEMENE REGELS
Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
83
Artikel 21 21.1
Algemene bouwregels
Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
a. Indien afstanden, bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken en reeds onherroepelijk verleende bouwvergunningen die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel de Woningwet op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden. b. In die gevallen dat afstanden tot, bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel de Woningwet, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden. c. In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in sub a en sub b uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
21.2
Algemene bepaling met betrekking tot ondergronds bouwen
a. Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden behoudens in deze bestemmingsregels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen. b. Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze bestemmingsregels opgenomen afwijkingen, de volgende regels: 1. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; 2. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²; 3. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt ten hoogste 4,00 m onder peil; 4. bij het berekenen van de blijkens dit bestemmingsplan geldende bebouwingspercentages, of van het in deze bestemmingsregels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen. c. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2 sub b onder 3 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10,00 m onder peil onder de voorwaarde dat: 1. de waterhuishouding niet wordt verstoord; 2. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.
84
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Artikel 22
Algemene afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeers- en parkeersituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. de in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de in de bestemmingsregels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in sub a, met ten hoogste 5,00 m worden overschreden ten behoeve van antennemasten voor telecommunicatie, mits het grondoppervlakte ten hoogste 5% van het dakvlak bedraagt; c. het bepaalde in het plan in die zin dat geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijk toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2,00 m bedraagt; d. het bepaalde in het plan in die zin dat nutsvoorzieningen van openbaar nut, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 35 m³ bedraagt; e. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
85
Artikel 23
Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van: a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot; b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting vanwege onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot; c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven; d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
86
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Hoofdstuk 4 Artikel 24 24.1
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sublid a. met maximaal 10%. c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 24.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
87
Artikel 25
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Bestemmingsplan Alkmaar Zuid van de gemeente Alkmaar
Behorend bij het besluit van .....................................................20...
88
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
Bijlage
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)
89
Bijlage 1
Bedrijvenlijst
90
Bestemmingsplan "Bestemmingsplan Alkmaar Zuid" (Voorontwerp)