Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Bestuursopdracht Duurzame energie 1- Notagegevens Notanummer 2016-000018 Datum 19-02-2016 Programma: 04 Milieu Portefeuillehouder Weth. Rorink
Besluitenlijst [ ]Akkoordstukken Routing Programmamanager Ambtelijk opdrachtgever Portefeuillehouder
d.d. --
Team PS 2- Bestuursorgaan [X]B & W [X]Raad [ ]Burgemeester College van B & W - Burgemeester - Weth. Hartogh Heys - Weth. Grijsen d.d. 08-03-2016
[X]Openbaar
d.d. 22-02-2016 24-02-2016 23-02-2016
[ ]adj.secr. [X]gem.secr. BIS Openbaar Status
08-03-2016 --- Weth. Kolkman - Weth. Rorink
[ ]Besloten
d.d. --
par. -01-03-2016 Definitief2016-03-10
Bijlagen Raadsvoorstel Raadsbesluit Bestuursopdracht Notitie monitoring duurzame energie 2015 Raadsmededeling toezegging raad woningabonnement B & W d.d.: 08-03-2016 Besloten wordt: 1 De monitor Duurzame Energie vast te stellen; 2 het raadsvoorstel en ontwerp-raadsbesluit vast te stellen; 3 de stukken aan te bieden aan de raad; 3 de nota en het besluit openbaar te maken. Financiële aspecten: Financiële gevolgen voor de gemeente? Begrotingswijziging Voorstel openbaarmaking conform Wet Openbaarheid Bestuur (Wob) [X] De nota en het besluit openbaar te maken [ ] De nota en het besluit openbaar te maken vergezeld van bijgaand persbericht [ ] De nota en het besluit openbaar te maken nadat [ ] De nota en het besluit openbaar te maken, behalve… [ ] Het besluit openbaar te maken, maar niet de nota, gelet op artikel: [ ] De nota en het besluit niet openbaar te maken, gelet op artikel:
Nee Nee
Kennisgeving/ Bekendmaking Awb Kennisgeving (publicatie) conform Awb Bekendmaking conform Awb ADVIESRADEN: Moet een van de adviesraden gehoord worden of op de hoogte gesteld? Adviesraad/ Adviesraden Adviesraad Natuur en Milieu
Toelichting Inleiding Conform bijgaand raadsvoorstel Beoogd resultaat Kader Argumenten voor en tegen Extern draagvlak (partners) Financiële consequenties Aanpak/uitvoering
Nee Nee
Ja
RAADSVOORSTEL Onderwerp
Bestuursopdracht Duurzame energie
Agendapunt Voorstelnummer Team
2016-000018 PS
Portef.houder BenW-besluit d.d.:
Weth. Rorink 08 maart 2016
Voorstel De doelstelling Deventer energieneutraal 2030 te herbevestigen, de 8 beleidsprioriteiten duurzame energie tot en met 2018 te handhaven en hieraan toe te voegen de prioriteit Duurzame Mobiliteit; de bestuursopdracht duurzame energie vast te stellen; de "Monitor duurzame energie 2015" voor kennisgeving aan te nemen Kern van het raadsvoorstel Inleiding De Raad heeft Duurzame Energie als prioriteit benoemd in het kader van de Strategische Raadsagenda. In dit verband heeft in 2015 een breed debat met de samenleving plaatsgevonden waarin met veel enthousiasme de doelen, kansen/belemmeringen en initiatieven zijn besproken. In het najaar heeft de Raad hierover gesproken en het College opdracht gegeven om met een vervolglijn voor de komende jaren te komen. Het College dankt de raad voor het genomen initiatief en het plezierige en actieve debat dat geleid heeft tot veel interactie met de samenleving. Hierin is duidelijk geworden dat de ingezette lijn breed gedeeld wordt en er voldoende mogelijkheden zijn om om de ingezette aanpak door te gaan Duidelijk is dat er bij burgers en bedrijfsleven veel kansrijke initiatieven zijn waar we graag ruimte voor willen bieden. Voorts zijn we ons ervan bewust dat op het gebied van wet- en regelgeving de schaal van Deventer vaak te klein is en op landelijk en Europees niveau relevante besluiten worden genomen. Dit vraagt van ons een gerichte lobby en strategische samenwerking op regionaal, provinciaal, regionaal, landelijk en Europees niveau, waaraan wij onze medewerking verlenen. Soms biedt dit ook de mogelijkheid om Deventer op de kaart te zetten, zoals bij het in Deventer ontwikkelde woningabonnement. Tot slot kunnen we constateren dat de sinds een flink aantal jaren geformuleerde energiedoelstelling (energieneutraal 2030) wellicht ambitieus is, maar zich prima verhoudt tot het recent gesloten mondiale klimaatakkoord en geen bijstelling behoeft. Bestuursopdracht De raad heeft in 2011 een uitvoeringsagenda met 8 prioritaire thema’s tot en met 2018 vastgesteld. Tijdens de SRA bijeenkomsten met en door de raad is geconstateerd dat deze onderwerpen nog steeds het beleidsuitvoeringskader vormen, aangevuld met duurzame mobiliteit. Hiermee bepalen de volgende onderwerpen de agenda: 1. Verduurzaming bestaande woningbouw 2. Informatievoorziening, partnerschappen en energiecooperatie 3. Zonne-energie zonder subsidie 4. Biomassa, (indrustriele) restwarmte en warmtenetten. 5. Windenergie 6. Energieneutrale nieuwbouw/gebiedsontwikkeling 7. Verduurzaming van bedrijven en kantoren
/2 8. Eigen bedrijfsvoering gemeente. 9. Duurzame mobiliteit In het kader van de Strategische Raads Agenda hebben hierover in het afgelopen jaar meerdere overleggen met de raadswerkgroep plaatsgevonden. Gelet op de ambitieuze doelstelling kiest het College in samenspraak met de raadswerkgroep voor focus op 3 speerpunten voor de komende jaren. Dit zijn: Verduurzaming particuliere woningbouw (o.m. woningabonnement, energieloket ed.) Duurzame mobiliteit (stimuleren nieuwe ontwikkelingen, technieken, slimme oplossingen en slimme financiering) Verduurzaming bedrijven en bedrijventerreinen (procesinnovatie, restwarmte, nieuwe financieringsvormen). In de bestuursopdracht is e.e.a. nader onderbouwd. Monitor duurzame energie In 2014 hebben wij een uitvoerige evaluatie opgesteld . Nu volstaan wij met een kwantitatieve monitor over de bereikte resultaten vanaf 2011. Conclusie is dat de CO2 besparing in Deventer t.o.v. 2011 16 % is. Dit is een mooi resultaat afgezet tegen de landelijk achterblijvende resultaten. Hierbij is de invoering van Diftar een belangrijke factor geweest. Voorts kan gemeld worden dat er verhoudingsgewijze in Deventer veel zonnestroominstallaties op daken van particulieren en bedrijven liggen. Kortheidshalve wordt verwezen naar de monitor. Woningabonnement In het voorjaar van 2015 heeft de raad een besluit genomen om het Deventer woningabonnement mogelijk te maken door het beschikbaarstellen van een (achtergestelde) geldlening. Inmiddels wordt volop gewerkt aan de verdere opschaling na fase 1 (de eerste 20 contracten). Fase 2: Opschaling naar 200 tot 400 contracten door met de gemeentelijke inzet (400.000 euro) en middelen uit het Energiefonds Overijssel in totaal 4 mln. euro investeringsvolume uit de markt te halen. Doel is om afhankelijk van het moment van beschikbaar komen van de financiering door het Energiefonds Overijssel in 2016 te starten met het aanbieden hiervan. Fase 3: Opschaling op Overijsselse schaal (5.000 woningen) door met 5 mln. risicodragend kapitaal van het Energiefonds Overijssel max. 50 mln uit de markt te genereren. Voor het zetten van stappen hierin zijn op 10 december afspraken gemaakt tussen provincie en Overijsselse gemeenten. Daarnaast is Deventer betrokken bij het onderzoeken van de mogelijkheden voor verdere opschaling van dit initiatief op landelijk en Europees niveau. We werken daarin samen met ministeries en netwerkpartners. De raad heeft vragen gesteld over de technische uitwerking van de door Deventer verleende geldlening. In de bijgaande raadsmededeling is dit nader uitgewerkt. Beoogd resultaat Het resultaat beoogt Deventer in 2030 energieneutraal te laten zijn waarbij er maximale ruimte gegeven wordt voor initiatieven uit de samenleving.
/3 Kader Uitvoeringsagenda duurzame energie 2011-2018 Programmabegroting (programma 4 Milieu en duurzaamheid) Middellange termijn beleidsagenda DeVisie 2020 (duurzame maakstad) Agenda Stad Provinciale aanpak Nieuwe Energie Overijssel Argumenten ten behoeve van de raad De argumenten voor dit voorstel zijn: Het geeft invulling aan de wens van de raad om via de Strategische Raadsagenda zelf invloed uit te oefenen op het proces van verduurzaming. Op deze wijze kan de gemeente een stimulerende en facilitaire rol vervullen bij het bereiken van de energiedoelstelling. De verbindende rol met en tussen marktpartijen en initiatiefnemers in Deventer wordt hiermee versterkt Argument tegen is dat duurzame energie geen primaire taak van de gemeente is en de rol derhalve beperkt. Ketenpartners/ participatie De ketenpartners op de verschillende niveaus zijn: Lokaal: partners woningabonnement, Deventer Energiecooperatie, Stichting Livinggreen, lokale initiatiefnemers en marktpartijen, Adviesraad Natuur en Milieu, bedrijvenorganisaties (MKB/DKW/BPM) Regionaal: Provincie Overijssel, gemeenten Raalte/Olst Wijhe, Regio Stedendriehoek, Energiefonds Overijssel, partnersteden in Overijssel. Landelijk: ministeries, netbeheerder (Enexis), ASN, partnersteden landelijk Europees, Secretariaat Generaal Benelux, Kennisinstituut Vlaamse Steden, partnersteden Europees. Financiële consequenties Er zijn geen directe financiele consequenties omdat het beleid binnen de gegeven kaders (40.000 euro werkbudget) wordt uitgevoerd. Betrokkenheid van de raad Middels de uitvoeringsagenda duurzame energie (2011) is het kader gegeven tot 2018. Dit wordt middels dit raadsvoorstel bevestigd. De rol van de raad is primair evaluatie. Burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer, de secretaris, de burgemeester,
drs. A.L.C.S. Lantain
ir. A.P. Heidema
RAADSBESLUIT Onderwerp Voorstelnummer Raadstafel d.d. Raadsvergadering
Bestuursopdracht Duurzame energie 2016-000018
De raad van de gemeente Deventer, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 maart 2016, nummer 2016-000018. BESLUIT 1 De doelstelling Deventer energieneutraal 2030 te herbevestigen, de 8 beleidsprioriteiten duurzame energie tot en met 2018 te handhaven en hieraan toe te voegen de prioriteit Duurzame Mobiliteit 2 de bestuursopdracht duurzame energie vast te stellen 3 de "Monitor duurzame energie 2015" voor kennisgeving aan te nemen
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,
drs. S.J. Peet
ir. A.P. Heidema
Datum 19-2-2016
Bestuursopdracht
Versie 1
Format versie 1.3
Onderwerp Dossiernummer*
Duurzame energie 18 * in geval van een bestuursopdracht hetzelfde nummer als de B&W-nota
Betrokkenen
Bestuurlijk opdrachtgever
Frits Rorink
Ambtelijk opdrachtgever
Flora van Houwelingen
Opdrachtnemer Ron Sint Nicolaas
Aanleiding en context Deventer kent een Visie duurzaam Deventer (Deventer energieneutraal 2030) en een bijbehorende uitvoeringsagenda (december 2011). Deze uitvoeringsagenda (voor de periode 20112018) is de leidraad voor de raad, het college, de directie en de ambtelijke organisatie om in samenspraak met de externe partners tot realisatie van de duurzaamheids-doelstellingen te komen. In de uitvoeringsagenda is de gemeentelijke doelstelling in 9 beleidsprioriteiten uitgewerkt: 1. Verduurzaming bestaande woningbouw 2. Informatievoorziening, partnerschappen en energiecooperatie 3. Zonne-energie zonder subsidie 4. Biomassa, (industriële) restwarmte en warmtenetten. 5. Windenergie 6. Energieneutrale nieuwbouw/gebiedsontwikkeling 7. Verduurzaming van bedrijven en kantoren 8. Eigen bedrijfsvoering gemeente. 9. Duurzame mobiliteit Hier binnen kiest de gemeente Deventer nadrukkelijk voor een facilitaire en loslatende rol. Strategie hierbij is en blijft: l Biedt partners faciliteiten (relaties, verbindingen, open deuren, lobby in Zwolle, Den Haag en Brussel) l Geef ruimte aan lokale private initiatieven l Lobby, zoeken van nieuwe oplossingen, slimme financiële arrangementen, opschaalbaarheid l Moderne marketing (verleiden en niet dicteren) l Verbinden met economie, (open) innovatie, arbeidsmarkt, wonen, cultuur. l Partnerschappen provinciaal, landelijk, Benelux, Europees De raad heeft duidelijk gemaakt dat de doelstelling "Deventer energieneutraal 2030" onverkort gehandhaafd blijft.
pagina 1 / 5
Het College zal doorgaan met het uitvoeren van de uitvoeringsagenda duurzame energie (2011 - 2018) binnen de kaders zoals de raad die gesteld heeft. Daarbij is het financiële begrotingskader beperkt (40.000 werkbudget) waardoor een duidelijke rem staat op het aanjagen van nieuwe ontwikkelingen. Het College zal zich maximaal inspannen om externe fondsen te werven en co-financiering van private partijen en medeoverheden te vinden. Gelet op de ambitieuze doelstelling kiest het College voor focus op 3 speerpunten voor de komende jaren. Dit zijn: 1. Verduurzaming particuliere woningbouw (o.m. woningabonnement, energieloket ed.) 2. Duurzame mobiliteit (stimuleren nieuwe ontwikkelingen, technieken, slimme oplossingen en slimme financiering) 3. Verduurzaming bedrijven en bedrijventerreinen (procesinnovatie, restwarmte, nieuwe financieringsvormen).
Aanleiding en context
Relatie met andere besluiten en plannen
In het kader van de Strategische Raads Agenda hebben hierover in het afgelopen jaar meerdere overleggen met de raadswerkgroep plaatsgevonden. In goede samenspraak met de raadswerkgroep stellen wij de volgende producten voor: - Om een heldere focus aan te brengen op het nieuwgekozen onderwerp duurzame mobiliteit, zal het College uiterlijk voor de zomer 2016 aan de Raad een notitie voorleggen met te maken keuzen, volgorde en tijdvakken tot 2030. - T.a.v. verduurzaming van bedrijven ca. zullen in meerdere ronden gesprekken met bedrijfsleven plaatsvinden om scherp te krijgen op welke wijze energiereductie in bedrijfsprocessen in relatie tot economische processen (concurrentie, werkgelegenheid, winstgevendheid) het best gerealiseerd kan worden. Hier wordt de raad nadrukkelijk bij betrokken. - Bij de voorbereiding van de voorjaarsnota (vanaf 2017) zal een kwantitatieve monitor voorzien van een korte voortgangsrapportage aan de raad worden aangeboden. - Het college zal met voorstellen komen om een intensievere verbinding met het onderwijs te zoeken voor de hele uitvoeringsagenda.
Visie duurzaam Deventer (2009) Uitvoeringsagenda duurzame energie (2011 - 2018) Evaluatie uitvoeringsagenda duurzame energie (2014) Middellange termijn beleidsagenda Begroting programma 4 (milieu en duurzaamheid) Agenda Stad DeVisie 2020
De opdracht is onderdeel van de vastgestelde begroting en het budget/de capaciteit is voldoende.
Budget / capaciteit
pagina 2 / 5
Aanwezig
Probleem en doel
Probleemstelling
Het tempo van verduurzaming is nu nog voldoende, maar zal opgevoerd moeten worden om de gegeven energiedoelstelling 2030 te behalen (zie monitor). Dan zullen er op alle prioriteiten van de uitvoeringsagenda tegelijkertijd initiatieven van de grond moeten komen. Dit is aan de ene kant de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven zelf die tot uitdrukking komt in een samenwerkende en beslissende rol van de samenleving. Aan de andere kant heeft de overheid hierin een faciliterende en loslatende rol. Grafiek hogere curve
Doelstelling
In deze periode via de 9 prioriteiten waar we 3 stevige accenten geven een zo optimaal mogelijke bijdrage willen leveren aan de doelstelling 2030
Voor wie?
Deze bestuursopdracht maken we voor: a. Onszelf, door te zorgen dat de gekozen strategie goed aansluit op de wijze waarop wij als gemeentelijke overheid acteren op het gebied van duurzame energie. b. De samenleving, door duidelijk te maken in welke publieke dan wel private verhouding de gemeente Deventer zich opstelt met partners. c. Bedrijfsleven om duidelijk te maken op welke gebieden is inzet van overheden te verwachten en waar niet. d. Medeoverheden omdat duurzame energie zowel lokaal, regionaal, landelijk als op niveau van de Europese Unie een thema is. Zorgen voor het juiste vraagstuk op het juiste niveau.
Resultaat
Het resultaat is dat: - er veel private initiatieven ontstaan - een daadwerkelijke bijdrage aan de reductie van de CO2 geleverd wordt - er nieuwe werkende verdienmodellen ontstaan - er een stimulerende werking uitgaat op werkgelegenheid
Toetsing
Doordat hier sprake is van een publiek private samenwerking, is er niet alleen sprake van toetsing door College en Raad, maar in meerdere gevallen ook van andere partijen. Dit kunnen
Participatie en partnerschap Rol van de samenleving: Samenwerken (Rol van de overheid: Faciliteren)
Maatschappelijk aanbesteden
pagina 3 / 5
De rollen van burgers, bedrijven en instellingen zijn samenwerken en beslissen; de rollen van de overheid zijn faciliteren en loslaten. N.B. De rol van de Raad wordt expliciet gemaakt per fase onder het kopje Proces, producten, planning en Raad
Adviesraden
Communicatie
Adviesraad Natuur en Milieu Richting geven
Communicatie over duurzame energie vindt met name plaats via marketing door private partijen zelf.
Proces, producten, planning en Raad Geef in onderstaande fasen aan welke activiteiten worden gevraagd, welke producten worden gemaakt, wanneer deze gereed zijn en de rol van de Raad. Per fase kunnen meerdere producten worden aangegeven. Vul in principe alle fasen in, behalve als een traject niet alle fasen gaat doorlopen of wanneer daar nog besluitvorming over moet plaatsvinden op basis van producten uit de eerste fase(n).
Fase I Agenderen
Fase II Richting geven
Activiteiten: Om een heldere focus aan te brengen op het nieuwgekozen onderwerp duurzame mobiliteit, zal het College uiterlijk voor de zomer 2016 aan de Raad een notitie voorleggen met te maken keuzen, volgorde en tijdvakken tot 2030. T.a.v. verduurzaming van bedrijven ca. zullen in meerdere ronden gesprekken met bedrijfsleven plaatsvinden om scherp te krijgen op welke wijze energiereductie in bedrijfsprocessen in relatie tot economische processen (concurrentie, werkgelegenheid, winstgevendheid) het best gerealiseerd kan worden. Hier wordt de raad nadrukkelijk bij betrokken. Product(en): Notitie keuze meerjarige vraagstukken duurzame mobiliteit
Datum gereed 30-6-2016
Gereed
De raad wil bij deze nieuw toegevoegde prioriteit richting geven aan de keuzen, tempo en volgorde van de maatregelen. Vaststellen product
pagina 4 / 5
Voorstel gesprekken met bedrijfsleven.
Datum gereed 30-6-2016
Gereed
De raad wil betrokken zijn bij gesprekken die met het bedrijfsleven worden gevoerd t.a.v. de van de wijze waarop energiereductie in bedrijfsprocessen kan plaatsvinden. Deze gesprekken zullen qua proces en organisatie in nauwe afstemming plaatsvinden met andere trajecten mbt. contacten met het bedrijfsleven. Ter kennisname
Fase III Kaderstellen
Fase IV Controleren
Activiteiten: De uitvoeringsagenda duurzame energie loopt tot 2018. Bij deze bestuursopdracht is de (kwantitatieve monitor 2015 gevoegd). Bij de voorbereiding van de voorjaarsnota (vanaf 2017) zal een kwantitatieve monitor voorzien van een korte voortgangsrapportage aan de raad worden aangeboden. Fase V Evalueren
Product(en): Jaarlijkse monitor duurzame energie
Datum gereed 31-3-2017
Gereed
De monitor 2015 is als bijlage aan deze bestuursopdracht toegevoegd. De eerstvolgende monitor zal die over 2016 zijn ter voorbereiding op de voorjaarsnota 2017. Ter kennisname
pagina 5 / 5
MONITOR 2015 DUURZAME ENERGIE DEVENTER
8 maart 2016
Pagina 1 van 8
1. Inleiding. In deze monitoring zijn de resultaten opgenomen van het energieverbuik van huishoudens en bedrijven (gas en elektriciteit en vertaald in CO2 uitstoot) inclusief de maatregelen van de eigen organisatie. Hierin zijn niet de gegevens opgenomen van de CO2 uitstoot van mobiliteit en brandstofverbruik. De reden is dat die gegevens op lokaal niveau niet systematisch beschikbaar zijn. De energiereductie is in CO2 uitgedrukt omdat het referentiekader (de uitvoeringsagenda duurzame energie) ook zo is opgebouwd. Bovendien wordt door de netbeheerder de jaarlijkse informatie op die wijze verstrekt. Een ander relevant punt vooraf is dat van huishoudens vrij gedetailleerde gegevens beschikbaar zijn (tot op postcode te herleiden en per jaar de analyseren). Bij bedrijven is dit ook beschikbaar, maar vanwege het beperkte aantal bedrijven per postcode en de vaak incidentele beinvloeingsfactoren (zowel positief als negatief) is er bij bedrijven sprake van grote fluctuaties per jaar waardoor een generieke uitspraak of bedrijven doelstellingen hebben gehaald niet eenvoudig is te doen. Deze monitoring is als volgt opgebouwd. Par 1. Par 2. Par 3. Par 4. Par 5. Par 6.
Inleiding Kader (uitvoeringsagenda 2011) Huishoudens Bedrijven Totaal samenvatting Prognose
Per onderdeel worden conclusies getrokken.
Pagina 2 van 8
2. Kader (uitvoeringsagenda) Het ijkpunt vormt het jaar 2011. Het energieverbruik is als volgt samen te vatten. Gas (mln. m3) Particulieren 49.800.000 Bedrijven 78.600.000 Totaal 128.400.000 Mobiliteit
Stroom (mln kWu) 108.900.000 404.700.000 513.600.000
CO2 (mln. kilo) 156.000.000 385.000.000 541.000.000 3.000.000
Pagina 3 van 8
3. Huishoudens Het totale stroomverbruik voor huishoudens laat zich als volgt samenvatten
2015 2014 2013 2012 2011
Totaal verbruik stroom (kWu) 100.300.000 102.000.000 105.700.000 107.500.000 108.900.000
Opwek van stroom 6.200.000 5.300.000 3.500.000 2.100.000 700.000
Netto verbruik (kWu) 94.100.000 96.700.000 102.200.000 105.400.000 108.200.000
Procentuele afname t.o.v. 2011
Idem exclusief opwek van stroom
-12,9% -10,6% -5,4% -2,6%
-7,9% -6,3% -2,9% -1,3%
Hieruit blijkt dat er t.o.v. 2015 bijna 13 % minder stroom is gebruik door particulieren. De opwek van stroom op particuliere daken (exclusief de windmolens) is aanzienlijk, met name vanaf 2014. De activiteiten van de Stichting Zon Deventer zijn hierin duidelijk zichtbaar. Zonder opwek van zonneenergie op daken van particulieren is de afname in stroomgebruik 8 % sinds 2011. Het totale gasverbruik voor huishoudens laat zich als volgt samenvatten
2015 2014 2013 2012 2011
Verbruik gas particulieren per woning (m3)
Procentuele afname t.o.v. 2011
44.600.000 45.500.000 47.200.000 48.400.000 49.800.000
-10,3% -8,6% -5,2% -2,8%
Hieruit blijkt een gestage afname van het energieverbruik. Duidelijk is dat de verschillende maatregelen en campagnes (beschikbare leningen ed.) succes hebben. De besparing is over de hele stad gelijkmatig verdeeld. Gesteld mag dus worden dat energiebesparing breed gedragen wordt in de samenleving. Het energieverbruik en CO2 uitstoot per huishouden kan als volgt worden weergegeven
2015 2014 2013 2012 2011
Stroomverbruik (kWu) 2.895 2.960 3.075 3.132 3.155
Gasverbruik (m3) 1.345 1.376 1.429 1.465 1.500
CO2 uitstoot per huishouden 3.990 4.085 4.245 4.340 4.407
Dit betreft het gemiddeld verbruik per huishouden. Onderling zijn hier tussen soorten woningen uiteraard grote verschillen.
Pagina 4 van 8
4. Bedrijven Het totale stroomverbruik voor bedrijven laat zich als volgt samenvatten Totaal verbruik stroom (kWu) 2015 2014 2013 2012 2011
394.300.000 394.900.000 411.300.000 412.700.000 416.800.000
Opwek van stroom 6.800.000 16.400.000 7.700.000 10.000.000 12.200.000
Netto verbruik (kWu)
Procentuele afname t.o.v. 2011
387.700.000 378.500.000 403.600.000 402.700.000 404.700.000
-4,2% -6,5% -0,3% -0,5%
Hieruit blijkt dat er t.o.v. 2015 ruim 4 % minder stroom is verbruikt t.o.v. 2011. Het verbruik bij bedrijven fluctueert sterk. Zo is ruim 2 % veroorzaakt doordat er in stroominstallaties minder stroom is opgewekt bij bedrijven. Een van de grotere installaties is in 2013 om technische redenen niet in gebruik geweest. In 2015 is van die installatie het 2e halfjaar niet in de cijfers van de netbeheerder over 2015 verwerkt Uit informatie is gebleken dat de opwek van stroom in totaal vergelijkbaar is met 2014. Dit wordt in 2016 alsnog verwerkt.Daarnaast lijkt de toenemende economische productie een drukkend effect te hebben op de afname van het stroomverbruik. Het totale gasverbruik voor bedrijven laat zich als volgt samenvatten
2015 2014 2013 2012 2011
Verbruik gas particulieren per woning (m3) 65.800.000 63.800.000 70.200.000 69.000.000 78.600.000
Procentuele afname t.o.v. 2011 -16,3% -18,9% -10,7% -12,2%
Het gasverbruik bij bedrijven vertoond een grillig verloop. Door de grote diversiteit in bedrijven is hier lastig een strakke analyse op te maken. Wel is er t.o.v. 2011 sprake van een duidelijke daling in het gasverbruik. Tot en met 2015 is dit ruim 16 %. Hierbij is (evenals bij stroomverbruik) t.o.v. 2014 een lichte toename te zien. Die kan te maken hebben met toegenomen bedrijvigheid door de aantrekkende economie. Hierna is een overzicht per branche opgenomen van de totale CO2 uitstoot. Hieruit blijken grote onderlinge verschillen. Op dit moment hebben we daar geen nadere duiding in omdat (ook vanuit bedrijfsleven) hierover gestructureerde informatie ontbreekt. Bovendien betreft het in de meeste gevallen energie die in bedrijfsprocessen wordt gebruikt en dat maakt vergelijking sowieso lastig. De totale CO2 reductie t.o.v. 2011 is bijna 12 %. Per bedrijfstak zijn hierin grote verschilen. De grootste branche (de industrie met 1/3 deel van het energieverbruik) laat een reductie van 7,5 % zien (saldo van reductie en toename door economische bedrijvigheid.) Het merendeel van de overige sectoren laat een aanzienlijke afname zien (van soms tientallen procenten). Er is evenwel op lokaal niveau geen gestructureerde informatie beschikbaar per branche en al helemaal niet van het onderscheid tussen besparing, innovatie en vernieuwing en toename van bedrijvigheid. Pagina 5 van 8
5. Samenvatting. Het energieverbruik is als volgt samen te vatten. Gas (mln. m3) Basis 2011 Particulieren Bedrijven Totaal
Stroom (mln kWu)
CO2 (mln. kilo)
49.800.000 78.600.000 128.400.000
108.900.000 404.700.000 513.600.000
156.000.000 385.000.000 541.000.000
44.600.000 65.800.000
94.100.000 387.700.000 - 3..100.000
135.600.000 343.300.000 -1.800.000 -140.000 -240.000
110.400.000
478.700.000
-21.000.000 455.720.000
Afname 2011-2015
18.000
33.900.000
85.280
Afname procentueel
14,0 %
6,6 %
15,8 %
Realisatie 2015 Particulieren Bedrijven Windturbines Groenbedrijf Openbare verlichting Invoering Diftar Totaal
Hieronder volgt nog een specificatie per jaar van de verschillende onderwerpen die bijdragen aan de CO2 reductie. De reductie van openbare verlichting vindt geleidelijk plaats omdat de investering gefaseerd per jaar plaatsvindt. De afname bij het groenbedrijf is relatief groot in de totale groenportefeuille. Een heel grote bijdrage levert vanaf 2013 de invoering van Diftar (3,9 %). Openbare verlichting 2015 2014 2013 2012
-236 -62 -99 140
Groenbedrijf -140 -107 -60 -30
Diftar
-21.000 -20.500 -18.000
Windturbi nes -1800
Stroom/ gas huishoudens -20.441 -17.419 -11.129 -6.152
Stroom/ gas bedrijven -41.674 -48.648 -22.592 -22.251
Totaal CO2 reductie -85.280 -86.736 -51.880 -28.293
Procentueel t.o.v. 2011 -15,8% -16,0% -9,6% -5,2%
Samenvattend kan gesteld worden dat een CO2 reductie van 16 % t.o.v. het uitgangspunt 2011 in de Uitvoeringsagenda duurzame energie een meer dan verwachte afname is en daarmee een zeer positieve ontwikkeling. Die legt de lat heel hoog om ook verder te gaan op deze weg.
Pagina 6 van 8
6. Prognose. De prognose geven we grafisch weer. Daarbij hanteren we de uitgangspunten zoals die vanaf 2011 gehanteerd zijn. -
Referentie is de CO2 uitstoot in 2011 In de prognose wordt uitgegaan van een afname van het gasverbruik van 2 % per jaar en van electra een kleine toename van 0,5 % per jaar. Alleen de bekende beleidsvoornemens en investeringen worden in de prognose meegenomen (concreet de 2 windturbines, harde woningbouwprognose en besparingsactiviteiten. Er worden geen andere beleidsaannamen gedaan. Evenmin is rekening gehouden met (verwachte) technologische verbeteringen.
Hieronder is zichtbaar gemaakt wat de opgave is (de rode lijn) tot 2030. De blauwe lijn geeft aan hoeveel aan besparing en opwek is gerealiseerd. De groene lijn geeft aan wat bij ongewijzigd beleid de ontwikkeling in de tijd is inclusief autonome besparingen. Dan zal in 2030 ca. 30 % besparing zijn gerealiseerd.
Hierna wordt dit beeld nog afzonderlijk weergegeven voor particulieren en bedrijven.
Pagina 7 van 8
Voor particulieren kan het volgende overzicht worden gegeven. Tot 2030 kan de CO2 reductie oplopen tot 50 % bij ongewijzigd beleid.
Zoals hieronder blijkt is de opgaven voor bedrijven aanzienlijk groter. Hier is besparing niet voldoende, maar zal grootschalige opwek nodig zijn om op termijn de doelstelling te kunnen bereiken.
Pagina 8 van 8