bernard lievegoed school
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016
Bonnefanten College, locatie Bernard Lievegoed School
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015-2016 Naam van de school: Bonnefanten college Bernard Lievegoed School Ingevuld door: Rachelle Kennis | d.d. juni 2015 .............................................................................................................................
A. Beschrijving huidige situatie school en leerlingenzorg 2015-2016 ............................................................................................................................. 1) Aantal leerlingen per soort onderwijs soort onderwijs aantal leerlingen VWO/HAVO 137 vwo + 219 havo VMBO 110 tl Middenbouw 360 tl/havo/vwo 2) Aantal LWOO leerlingen per leerweg (inclusief OPDC ll.) nvt (G)TL Kader Basis OPDC 1 TL 3) Hoeveel leerlingen volgen (tijdelijk) onderwijs op het OPDC 8 leerlingen 4) Zorgleerlingen in beeld: De inspectie vraagt van het SWV om kwantitatieve gegevens over de zorgleerlingen in beeld te brengen en onderscheidt daarbij een aantal categorieën. Per categorie wil de inspectie weten om welke aantallen het gaat, welke specifieke problemen zich voordoen, welk beroep er wordt gedaan op zorgarrangementen en welke resultaten er gehaald worden. 4.1 Aantallen per categorie 22 A. leerlingen met LGF B. leerlingen met gedragsstoornissen 0 (grens ZMOK/LWOO) C. leerlingen in PRO 0 D. leerlingen op grens PRO-LWOO 0 E. LWOO leerlingen (zie vraag 2) 1 5) Beschrijf kort het pedagogisch klimaat van de school/locatie De vrijeschool wil meer zijn dan een ‘leerinstituut’, zij wil samen met de ouders kinderen opvoeden tot mensen die: • geïnteresseerd zijn in de wereld om hen heen en daar plezier aan beleven (levensvreugde) • idealen hebben en de wil om die vorm te geven (levensmoed) • zich betrokken voelen bij anderen (mededogen) • zich een eigen gefundeerd oordeel kunnen vormen (zelfstandig denken) • hun eigen mogelijkheden kunnen ontplooien (zelfverwerkelijking)
2
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
Het vrijeschool onderwijs wordt gekenmerkt door: • veel respect voor de individuele mogelijkheden en het unieke van elk kind • aandacht voor denken, willen en voelen: naast het gewone leerprogramma biedt de Vrijeschool leerlingen de mogelijkheid om zich creatief, emotioneel en sociaal te ontwikkelen • een onderwijsprogramma dat is gebaseerd op ontwikkelingspsychologische inzichten en is afgestemd op de fasen die kinderen in hun ontwikkeling doormaken • een nauwe samenwerking tussen ouders en leerkrachten om een kind te helpen zich optimaal te ontplooien vrijeschool onderwijs: vmbo t/l, havo, vwo en jeker-stroom vmbo Persoonlijkheidsvorming Door de aandacht voor het cognitieve aspect, leren leren en kennis vergaren, evenwichtig te laten samengaan met een breed aanbod van kunstzinnige vakken en veel aandacht voor het tot stand brengen van gezamenlijke en individuele projecten, krijgt de volledige persoonlijkheid van de leerling de gelegenheid zich te ontplooien. Het vrijeschoolonderwijs is eerder uitdrukkelijk gericht op persoonlijkheidsvorming dan op verregaande individualisering en louter kennisoverdracht. De leraar aan een vrijeschool zal ook in ontwikkeling moeten willen zijn en aandacht moeten schenken aan de voortdurend veranderende inhoud van zijn vak evenals aan de kunstzinnig didactische overdracht ervan. De kunstzinnige vorming en de sociale vaardigheden van de docent zijn van belang. De klas als sociale oefenplaats In de vrijeschoolpedagogie wordt ervan uitgegaan dat binnen de hele schoolgemeenschap de klas het sociale milieu vormt voor de leerlingen. De klas blijft bij elkaar tot en met klas 9. De klas vormt (net als de maatschappij) een heterogene groep van leerlingen met verschillende eigenschappen en capaciteiten. Het leren omgaan met die verschillen en eigenaardigheden is een uitdaging voor elke leerling. Hierdoor leren de leerlingen begrip en respect te hebben voor elkaars vaak zeer uiteenlopende vermogens en vaardigheden. Van de mentor en van de docenten wordt verwacht dat zij het sociale proces van de groep goed begeleiden. Het omgaan met elkaar in de klas wordt niet gezien als een bijkomstigheid maar als een pedagogisch instrument om te leren hoe het er in het leven tussen mensen aan toegaat. De Middenbouw – klassen 7, 8 en 9– kleinschalige zorg Er is speciale aandacht voor de middenbouwklassen. Er dient een veilig en vertrouwd klimaat te zijn in en rond de middenbouwklassen. De leerlingen krijgen daarom zoveel mogelijk les van de eigen mentor. De mentor maakt hen vertrouwd met het reilen en zeilen op school, heeft regelmatig klassengesprekken en een zeer direct contact met de ouders. De leerlingen van de zevende en achtste klassen mogen niet van het plein af en niet voor de ingang van de school hangen. De klassen zitten bij elkaar in de buurt. De leerlingbegeleiding is intensief en de informatieuitwisseling tussen ouders en school ook. In de eerste week van het nieuwe cursusjaar is er een kennismakingsavond met de bovenbouwleraren en de vrijeschoolachtergronden voor de ouders van de zevende klassen en de nieuwe ouders van de achtste klassen. De bovenbouw (klassen 10,11 en 12) Het onderwijs in de bovenbouw, is erop gericht leerlingen te leren zelfstandig te denken en te oordelen en samenhangen te zien tussen de verschillende vakken.
3
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
6) Hoe wordt het LeerWegOndersteunend Onderwijs (LWOO) vormgegeven in de onderbouw Docenten schrijven handelingsplannen voor de leerlingen met lwoo. Deze worden besproken met het docententeam en leerling en ouders er vindt ieder trimester een evaluatiegesprek plaats. 7) Hoe wordt het LeerWegOndersteunend Onderwijs (LWOO) vormgegeven in de bovenbouw zie punt 6 8) Hanteert de locatie specifieke speerpunten m.b.t. de LWOO begeleiding? nee 9) Beschrijving procedure begeleiding leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte en de bijbehorende begeleiding van de begeleider Passend onderwijs. Procedure begeleiding van de leerling met een specifieke ondersteuningsbehoefte: De werkwijze is als volgt: 1) Voorgesprek begeleider passend onderwijs en zorgcoördinator 2) Verheldering specifieke problematiek en vastleggen afspraken. 3) Afspraken worden vastgelegd: • In een OPP ondertekend door de zorgcoördinator van de school, begeleider passend onderwijs en de ouders. Dit OPP wordt 2x per jaar geëvalueerd en bijgesteld. • In een handelingsplan opgesteld door de school. (zorgcoördinator, interne begeleider en mentor). Dit handelingsplan wordt 2x per jaar geëvalueerd en bijgesteld. 4) De begeleider passend onderwijs/ mentor informeert de vakdocenten over de problematiek en de begeleiding van de betreffende leerling. 5) Gesprek in de klas door de interne begeleider/ begeleider passend onderwijs. Inzetten klasgenoten in “hulpplan”. (Vooraf toestemming leerling en ouders nodig) 6) 25x per jaar op een nader te bepalen moment in de week individuele begeleiding van de leerling door de interne begeleider/ begeleider passend onderwijs in school. De begeleider heeft afspraken met de leerling en begeleidt hem/haar op sociaal-emotioneel gebied en helpt met planning en structurering. 7) 1x per kwartaal een gesprek met de ambulante begeleider en de interne begeleider/mentor. Hierbij wordt de externe begeleiding, de interne begeleiding en de voortgang intern besproken en wordt het handelingsplan eventueel bijgesteld. Relevante gegevens die belangrijk zijn voor de vakdocenten dienen voorafgaand aan de leerlingbespreking door de interne begeleider aan de mentor door gegeven te worden. 8) Twee keer per jaar vindt er een evaluatie plaats met de zorgcoördinator, interne begeleider of begeleider passend onderwijs , mentor, leerling en ouders. 10)Beschrijf de zorgstructuur en de interne leerlingenstructuur van de school aan de hand van de volgende begrippen: Procesbeschrijving zorg De leerling, ouders, vakdocenten of anderen signaleren een probleem en bespreken dit met de mentor. (PM1) De mentor bespreekt de leerling tijdens de leerlingbespreking en formuleert zijn/ haar hulpvraag.(PM2) 4
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
De mentor bespreekt de hulpvraag met de leerling en de ouders en koppelt deze terug naar de teamleider en het team, is dit onvoldoende dan meldt de mentor de hulpvraag bij de zorgcoördinator.(PM3) De zorgcoördinator bespreekt de hulpvraag eerst in het kleine (PM3) indien nodig naar het grote ZAT (PM4)en neemt contact op met de ouders en of de leerling. Vervolgens vindt er een doorverwijzing plaats. De zorgcoördinator vermeldt deze doorverwijzing in het leerlingvolgsysteem, Magister. De interne/externe zorgverlener neemt contact op met de leerling en of de ouders, stelt een handelingsplan op en bespreekt dit met de mentor en de zorgcoördinator. De mentor koppelt dit terug naar de teamleider en het team. Taakomschrijvingen Vakdocent: • Heeft een signalerende functie. • Geeft signalen door aan de mentor. • De vakdocent geeft zijn/haar advies tijdens de leerlingbespreking. Mentor: • Heeft de speciale zorg voor leerlingen uit een bepaalde klas of mentorgroep. • Bevordert dat de leerling zich thuis voelt op school. • Let op het totale functioneren van de leerling. • Houdt verzuim bij van de leerling. • Vangt signalen van leerlingen of vakdocenten op over het welbevinden van de leerling. • Biedt eerstelijns zorg aan de leerling op het gebied van studie-, keuze- en sociale vaardighe-
den en schrijft handelingsplannen/OPP deel 3 en evalueert deze met docenten, leerling en ouders. • Overlegt als eerst aanspreekbare persoon met leerlingen en ouders. Teamleider: • Heeft de speciale zorg voor leerlingen van een bepaalde afdeling. • De teamleider geeft samen met mentoren en vakdocenten vorm aan de veilige sfeer binnen de school. • Bespreekt het functioneren en ontwikkelen van de individuele leerling met de mentor. • De teamleider verleent op verzoek ondersteuning aan de mentor. • Voert gesprekken met leerlingen en/of ouders/verzorgers. • Zit de leerlingbespreking voor. • Bespreekt met de zorgcoördinator die leerlingen die extra zorg nodig hebben; intern of extern. • Overlegt met zorgcoördinator over het te volgen hulptraject. Zorgcoördinator: • Coördineert de interne, externe en aanvullende zorg die op school wordt geboden. • Ontwikkelt het schoolzorgbeleidsplan. • Overlegt met teamleiders en hulpverleners over een te volgen zorgtraject. • Bespreekt de aangeboden zorg met de mentor die vervolgens een gesprek aangaat met de leerling en/of ouders. • Belegt de bijeenkomsten van het ZAT-team, zit deze voor en zorgt voor de verslaglegging. • Neemt deel aan het platform zorgcoördinatoren van het SWV. • Verzorgt de procedure bij zij-, in- en uitstroom van zorgleerlingen, heeft zitting in de aannamecommisie. 5
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
• Zorgt voor implementatie van ontwikkelingen op het gebied van zorg binnen de school. • Is het aanspreekpunt voor de ambulant begeleiders die binnen de school komen (o.a .voor de
rugzakleerlingen). • Coördineert de aanmelding van leerlingen bij de PCL. • Intern netwerk: mentoren, teamleiders, psycholoog, school maatschappelijk werk, counselors vertrouwenspersoon, schoolagent, ouders, directie, docenten. • Extern netwerk: GGD schoolarts/verpleegkundige, CLZ, PCL, ambtenaar leerplicht, ambulant begeleiders, Bureau Jeugdzorg, RIAGG, REC scholen, samenwerkingsverband, testbureaus, Raad voor kinderbescherming, Schoolslag. School maatschappelijk werk • Begeleidt in overleg met mentor, teamleider of zorgcoördinator leerlingen met persoonlijke problemen. • Overlegt met leerlingen en ouders. • Zorgt indien nodig voor verwijzing naar Bureau jeugdzorg, RIAGG of andere externe hulpverleners. • Neemt deel aan het ZAT. Schoolverpleegkundige: • Verzorgt jaarlijks het schoolgeneeskundig onderzoek onder achtste klassers en tiende klassers. Jeugdarts: • Is betrokken bij zieke en zorgleerlingen. • Adviseert school ten aanzien van gezondheidsproblematiek. • Neemt deel aan het ZAT
Leerplichtambtenaar: • Zorgt voor naleving van de leerplichtwet. • Neemt gepaste maatregelen bij overtreding van de leerplichtwet. • Adviseert school ten aanzien van de leerplicht. • Heeft regelmatig gesprekjes met leerlingen die regelmatig te laat komen. • Neemt deel aan het ZAT Bureau Halt • Verzorgt workshops over vandalisme, wordt uitgenodigd tijdens ZAT als de leerling bij Halt een
straf heeft gekregen of uit preventie. Vertrouwenspersoon: • Is aanspreekpunt bij individuele dan wel collectieve problemen/klachten op het gebied van
seksuele intimidatie, discriminatie, racisme en agressie. Interne begeleider • Deze begeleider begeleidt de rugzakleerlingen op school, maakt afspraken met leerlingen, ou-
ders en mentor en de ambulante begeleider. Schrijft handelingsplannen/OPP’s en reikt handreikingen aan om zo goed mogelijk te functioneren binnen het reguliere onderwijs. Organisatiecoach • De organisatiecoach helpt leerlingen met plannen en organiseren, de mentor meldt aan d.m.v een formulier bij de zorgcoördinator. Deze begeleiding duurt ongeveer een zestal keer na afloop vindt er een evaluatie plaats.
6
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
Counselors: • De school telt 2 counselors op school. Zij begeleiden leerlingen met sociaal-emotionele problemen, pestproblemen en motivatieproblemen. De counselors zijn docenten die naast hun reguliere lestaken verbonden zijn aan de interne zorg op school. Schoolpsychologe: • De schoolpsychologe is anderhalve dag op school aanwezig. Bij haar kunnen leerlingen,
ouders en docenten terecht met vragen over dyslexie, dyscalculie, concentratieproblemen, angsten, autisme, adhd en hoogbegaafdheid. Daarnaast observeert, signaleert en voert zij gesprekken met leerlingen en neemt testen af bij leerlingen. • De schoolpsychologe stelt de ontwikkelingsperspectieven op en bespreekt deze met de leerling, ouders en de mentor. Orthopedagoog: • De orthopedagoog is één dag op school aanwezig. Bij haar kunnen leerlingen, ouders en
docenten terecht met sociaal emotionele vragen als vragen over leerproblemen. Daarnaast observeert, signaleert en voert zij gesprekken met leerlingen en neemt testen af bij leerlingen. Soorten zorg Interne zorg: Het Zorg Advies Team: • Het grote ZAT komt ca. 6 x per jaar bij elkaar • Aan het ZAT nemen deel: GGD-schoolarts, SMW, schoolpsychologe, GGZ,leerplichtambtenaar, zorgcoördinator en op afroep de mentor. • Er worden leerlingen besproken met complexe problematiek waarbij meerdere disciplines betrokken zijn. • Het kleine ZAT komt 2x per maand bij elkaar • Aan het kleine ZAT nemen deel: counselors, orthopedagoge, schoolpsychologe, zorgcoördinator en op afroep de mentor. Het antroposofisch ZAT: • het antroposofisch ZAT komt 4x per jaar bij elkaar • Aan het antroposofisch Zat nemen deel: antroposofisch arts, heileuritmiste, zorgcoördinator, schoolpsycholoog, mentor en op afroep docenten. • Hier worden leerlingen besproken waarbij docenten, ouders of leerlingen hun voorkeur vanuit hetde antroposofische mensbeeldhebben en of leerlingen die door het team naar voren worden gebracht naar aanleiding van een leerlingbespreking. Ondersteuning zorgleerlingen: • De zorgleerlingen krijgen extra ondersteuning door de intern of begeleider passend onderwijs. Samen met intern begeleider en begeleider passend onderwijs wordt gekeken welke extra ondersteuning nodig is. Ondersteuning dyslexie/dyscalculieleerlingen: • De schoolpsycholoog of lid van het zorgteam vult samen met de leerling aan de hand van het
dyslexierapport een dyslexiepas in en heeft indien nodig met de leerling een gesprek. Deze pas wordt indien nodig bijgesteld. De leerlingcoördinator: • De leerlingcoördinator is voor de leerlingen het aanspreekpunt bij lesverwijdering of absentie. De coördinator is betrokken bij de leerlingbespreking. 7
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
Vertrouwenspersoon: • De vertrouwenspersoon is het aanspreekpunt bij individuele dan wel collectieve problemen/ klachten op het gebied van seksuele intimidatie, racisme en agressie. SOVA-training/top: • training om de sociale vaardigheden van de leerling te ontwikkelen. Leerlingen worden gescreend en tevens is er een informatiebijeenkomst voor de ouders. Faalangsttraining/tof: • training om de leerling vaardigheden aan te reiken om falen te voorkomen. De leerlingen worden gescreend en tevens is er een informatiebijeenkomst voor de ouders. Externe zorg: School Maatschappelijk Werk: • gericht op psychosociale problematiek • individuele begeleiding van de leerling • gericht op de thuissituatie Schoolverpleegkundige/schoolarts (GGD): • er vindt een screening plaats in de 2de klas en er is een vragenlijst in de 4de klas • op eigen verzoek van leerlingen en ouders kan er een gesprek/onderzoek plaatsvinden Leerplichtambtenaar: • gaat bij regelmatig verzuim een gesprek aan met leerling en/of ouders Begeleiders Passend Onderwijs: • begeleiden vanuit de verschillende REC-clusters • ondersteunen de mentoren • schrijven het begeleidingsplan voor de rugzakleerlingen • per 1 aug 2014 ondersteunen mentoren, team, meer coachende rol.
PCL permanente commissie leerlingenzorg: • Adviseren, toekennen en evalueren van ondersteuningsarrangementen. Naast de plaatsingsar-
rangemeneten voor leerlingen van het VO worden er met ingang van 1 aug 2014 ook Toelaatbaarhiedsverklaringen afgegeven voor Voortgezet Speciaal onderwijs ( cat 1,2,en 3) • De PCL komt wekelijks bijeen op maandag van 10.00-12.00 COB centrum onderzoek en begeleiding: • diagnostisch onderzoek bij leerlingen • ondersteuning van onderwijs d.m.v. trainingen
GGZ Mondriaan zorggroep: • specialist op het gebied van psychologische en psychiatrische problematieke.
11) Het zorg advies team ZAT Procedure ZAT 1) Het zorgteam groot komt ca. 6x per jaar bij elkaar. De data worden vastgelegd in de jaarplanning.
8
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
Aan het zorgteam nemen deel: • Zorgcoördinator • Schoolmaatschappelijk werk • Leerplicht ambtenaar • Jeugdverpleegkundige/schoolarts • Orthopedagoge/schoolpsychologe • GGZ-Mondriaan zorggroep Op afroep nemen deel: • Mentoren • Teamleiders • Decaan • Schoolagent • PCL • Begeleider passend onderwijs • HALT • Schoolslag 2) Ca. twee weken vóór een bijeenkomst inventariseert de zorgcoördinator de leerlingen die voor bespreking in het zorgteam in aanmerking komen (complexe problematiek; meerdere disciplines.) Ouders worden schriftelijk of telefonisch geïnformeerd over de bespreking van hun zoon/dochter in het ZAT. Daarnaast tekenen ouders een toestemmingsformulier voor de bespreking in het ZAT. 3) De zorgcoördinator stelt de agenda op. Hierbij hanteert hij een tijdschema waarbij telkens de leerlingen van een team in een blok besproken worden. 4) Hij mailt de agenda naar alle leden van het zorgteam. 5) Tijdens de bijeenkomst van het zorgteam wordt de problematiek verhelderd en verdere actie bepaald (wie doet wat?). De bespreking is vertrouwelijk. 6. De zorgcoördinator maakt een verslag van de bijeenkomst, waarbij de afspraken worden vastgelegd. Hij mailt dit naar de leden van het zorgteam. De mentor verzorgt de terugkoppeling naar de ouders en het team. 7. Aan het eind van het schooljaar worden werkwijze en resultaten geëvalueerd. Hoeveel leerlingen worden er per schooljaar besproken in het ZAT leerlingen 30 besprekingen(1) 110 (1) als het in het team 3 x over een bepaalde leerling wordt gesproken, is dat dus 1 leerling met 3 besprekingen. Hoeveel leerlingen worden besproken in het antroposofisch ZAT Leerlingen 2 Besprekingen 4 Wat is de rol van de zorgcoördinator in het Zorg- en Adviesteam? De zorgcoördinator is de voorzitter en maakt tevens de agenda en de notulen, bewaakt het hele proces rondom het ZAT. .............................................................................................................................
9
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
B. Plannen voor schooljaar 2015-2016
............................................................................................................................. 1) Geef een korte evaluatie van de actiepunten en projecten uit het plan voor het lopende schooljaar: wat ging goed; wat kan beter en wat is daarvoor nodig? De speerpunten van het lopende schooljaar 2015-2016 zijn de volgende: • Continueren van scholing van de zorgcoördinator op de wet zorgplicht passend onderwijs De zorgcoördinator is naar een zestal bijeenkomsten geweest over de invoering van passend onderwijs. Tijdens deze bijeenkomsten lag de nadruk vooral op de veranderingen van zorg binnen de scholen. De verdwijning van de constructie van de rugzakleerlingen en de nieuwe invoering hiervan. Daarnaast is besloten dat de zorgcoördinatoren gezamenlijk een werkgroep gaan vormen met als doel de sectordirecteuren te voeden met informatie over zorgen bijblijven over alle ontwikkelingen binnen passend onderwijs. Dit schooljaar hebben wij 1 vaste begeleider passend onderwijs toegewezen gekregen, zij begeleidt niet alleen de leerlingen met een diagnose, maar ook overige zorgleerlingen • Verbetering van de dossiervorming in het leerlingvolgsysteem. Docenten zijn veel vaardiger geworden in het omgaan en werken met Magister. De hulpvragen worden in een handelingsplan vastgelegd en alles rondom zorg wordt door de mentoren en counselors in het leerlingvolgsysteem geschreven. Ook de OPP’s worden in Magister geplaatst. • Invoering van het programma Kurzweil voor leerlingen met dyslexie. Voor Kurzweil staan nieuwe ontwikkelingen op het programma, schoolbreed zal er iemand worden aangewezen om Kurzweil binnen de scholen aan te sturen. Leerlingen worden in school begeleid door onze schoolpsychologe in het leren omgaan met het programma Kurzweil. • Scholing zorgteam richting passend onderwijs. • Aanscherpen dyslexiebeleid. Het dyslexiebeleid is aangepast en verbeterd, iedere leerling heeft een gesprek gevoerd met de schoolpsycholoog, er is gekeken naar de specifieke behoefte van elke leerling,deze wordt ingevoerd op een dyslexiepas deze wordt ( indien nodig) bijgesteld. De passen van de leerlingen van de nieuwe zevende klas zijn al voor de zomervakantie aangemaakt. • Handelingsplannen Een handelingsplan wordt geschreven wanneer er een handelingsverlegenheid optreedt. In dit plan wordt een doel voor de leerling opgesteld. Samen met het docententeam wordt dit doel besproken en uitgevoerd. De mentor schrijft het handelingsplan, dit wordt besproken met de leerling en zijn ouders. De handelingsplannen zijn terug te vinden in Magister. Mentoren worden steeds vaardiger in het schrijven van handelingsplannen. Voordat de leerling verder wordt doorverwezen naar de zorg stelt de mentor een handelingsplan op. • Onderwijs ontwikkelings perspectief (OPP) In een OPP staat beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is en de onderbouwing daarvan. In het OPP voor onze leerlingen wordt beschreven welke ondersteuning en begeleiding de leerling nodig heeft en hoe die wordt aangeboden. Het OPP wordt door de schoolpsycholoog samen met de ouders en de mentor ingevuld. Het plan wordt jaarlijks geëvalueerd en of bijgesteld.
10
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
2) Wat zijn de speerpunten van zorgbeleid voor 2015 - 2016? • Het schrijven en verder ontwikkelen van de ontwikkelperspectieven • De nieuwe werkwijze van de begeleider passend onderwijs vormgeven • Het pm denken binnen de leerlingbespreking verder ontwikkelen • Het continueren van de ouderavonden georganiseerd door het preventieteam over verschillend thema’s waaronder drugs, alcohol e.d. • investering ondersteuner dyslexie/dyscalculiebeleid • Vanuit het pestprotocol invoering kanjertraining voor leerlingen, training docenten. • aanstellen pestcoördinator/aanpassen pestprotocol conform nieuwe landelijke richtlijnen • scholing zorgteam • nieuwe regels/wetgeving ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband • schrijven en implementeren van het veiligheidsplan. 3) Is de locatie van plan specifieke projecten op te zetten/voort te zetten in het komende schooljaar? • Een doorontwikkeling van de vrijeschoolopleiding starten, in de vorm van verschillende workshops aanbieden aan docenten om hun waarneming bij te scholen en te ontwikkelen. Dit plan wordt in het nieuwe schooljaar verder ontwikkeld en uitgevoerd. • starten van de training van de kanjertraining en vervolgens de uitvoering ervan in de klas. 4) Welke plannen zijn er met betrekking tot de deskundigheidsbevordering in het kader van Passend Onderwijs? Ontwikkelperspectief De OPP’s worden geschreven volgens de nieuwe richtlijnen vanuit het SWV. Een OPP wordt geschreven voor leerlingen die eerst in aanmerking zouden komen voor een pab traject of een rugzak. Nu is sprake van een Thermometer voor het bepalen of een OPP gewenst/ nodig is. De schoolpsychologe maakt a.d.v. het onderwijsrapport op de basisschool en een gesprek met ouders en leerling het OPP, dit wordt aan het begin van het nieuwe schooljaar besproken met de mentor, de leerling en de ouders. In oktober 2015 zullen alle OPP’s in Magister te vinden zijn. De mentoren, ouders en leerlingen kunnen a.d.v. het opp de ontwikkeling van de leerling blijven volgen. Wat wordt er wanneer gedaan en hoe wordt dit vormgegeven binnen school. Studiedag Door middel van meerdere studiedagdelen willen we aandacht besteden aan alle nieuwe ontwikkelingen binnen passend onderwijs. Zowel studiedagen voor docenten als trainingen/workshops voor de zorgfunctionarissen. 5) Overige aandachtspunten en opmerkingen De nieuwe rol van het samenwerkingsverband is nog in ontwikkeling; er ligt een concept ondersteuningsplan 2015-2019. Schooljaar 2016-2017 zullen de veranderingen merkbaar worden op het gebied van externe begeleiding en verdeling van gelden voor de zorgleerlingen. De begeleiders passend onderwijs gaan de interne zorgstructuur van de reguliere scholen versterken. De PCL en het COB vormen nu samen het “loket passend onderwijs” van het samenwerkingsverband. Het loket helpt scholen bij het vinden van oplossingen voor leerlingen voor wie de basisondersteuning ontoereikend is.
11
Schoolzorgbeleidsplan schooljaar 2015 - 2016 / Bernard Lievegoed School
De PCL wordt CTO = Commissie Toewijzing Ondersteuning(sarrangenmenten), commissie die toelatingsverklaringen en aanwijzingen (LWOO) adviseert aan de directeur van het Samenwerkingsverband. Bijlage 1 SOP Bijlage 2 Preventieplan
Voor akkoord,
Locatiedirecteur
12