berichten
Ek onomika Senaat o v er Utile Dulci Pr esesv erkiezingen: ploeg Concordia wint En alles o v er de Ek onomika e-v eiling
Michel Verschueren: “Voetbal is pas risky business!” Foto: Fa Quix
Magazine van de Ekonomika Alumni Viermaandelijks • 59ste jaargang • augustus 2001
SENAAT 11 mei ➀
➁ ➂
1. Voorzitter Fa Quix leidt de debatten over de invulling van ‘Utile dulci" door Ekonomika Alumni. 2. Senaatsleden op de 1ste rij (vlnr) : Frank Vandenborre, professor Lode Berlage, ere-voorzitter prof. em. Karel Tavernier, ex-preses Torre Mutton en Pol Bastin.
➄ ➅
➃
Foto’s: Jan Maryssael
3. Senaatsleden met verstomming geslagen. Op de eerste rij o.a. expreses Freddy Nurski (3e van links), daarnaast Eddy Verhelst met echtgenote Dina achter hem, oud-voorzitter van Limburg Danny Geurts naast Walter Herssens, Scaff-voorzitter met-de-hand-voorde-mond, en Lina Van Eycken. 4. Studentikoos etentje met Antwerpen boven (vlnr) : Patricia Adriaanssens, Pol De Herdt, Luc Schrijvers, Peter Lauwers en broer – santé - Steven vooraan en tussen beiden Magda Vandestraete. 5. Aan de andere tafel (vlnr) Josette Leenders, Irène Helaers, ex-preses Werner Koninckx in gesprek met ex-preses Luc Deneffe aan de overkant, voorzitter Fa Quix en financiënbeheerder Remi Vermeir. 6. Ook de voorzitters en bestuursleden van de Ekonomika Permanente Vorming waren present op het etentje in Da Tonio.
Editoriaal
SPAGHETTI BOLOGNESE?
Eindredactie: Frederik Delaplace Kernredactie: Liesbeth Boogaerts, Sara Coene, Raoul Dexters, Patrick Moermans, Mieke Leeman, Fa Quix, Frank Vandenborre, Hans Verwaeren. Cartoons: Eduard Verbeke (EVER) Drukkerij: Van der Poorten, Kessel-Lo Verantwoordelijke uitgever: Fa Quix, Celestijnenlaan 7 bus 61 3001 Heverlee
10
Ekonomika Gekruisigd
11
8 om te horen
14
Mister Michel
24
Filmonomika
Omdat economisten ’Women in Need’ niet kunnen aanzien, doen zij er iets aan en schenken een stukje van hun ’Excess of wealth’
Veurne, maar wel in uw hoofd.
Neen, niet in de boeteprocessie van
Dàt was blufpoker, aldus professor Marcel Bellen over de aanstormende IAS-boekhoudnormen. Of zullen we maar ’Anders gaan werken’ volgens de normen van Frank Vandenbroucke (de minister).
Niet de minister, maar wel veel belangrijker want op jacht naar euro-goud in de Champions League. Voetbal ook blufpoker?
’Traffic’ en ’Cholocat’ splitsen ons niet alleen drugs en zoetigheden in de maag, maar ook een economische boodschap die niet altijd even vlot verteert.
D
Ekonomika Internet Veiling
U
9
Het Ekonomika-profiel dat u even naar adem doet happen... door haar zakensucces. Een onderneming met goede smaak.
O
Hoofdredacteur: Peter Schelstraete
Myriam Schepers
H
Vereniging van Alumni van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de K.U.Leuven - Marijke Decabooter Naamsestraat 69, 3000 Leuven Tel. 016/32.66.90 Fax 016/32.66.89 E-mail:
[email protected].
6
N
Ekonomika-Berichten Viermaandelijks magazine Ekonomika-Alumni
″tussenstations″ fungeren. Een ander knelpunt is de samenwerking en diplomadifferentiatie met de hogescholen. De KULeuven is tot dusver zeer succesvol geweest in de associatievorming met de hogescholen. Op zich is dit een goede zaak, maar het is nog maar een begin. Er moet een duidelijke afstemming van opleidingen komen. Kan een bachelor van een hogeschool daarna verder studeren om een master te behalen aan een geassocieerde universiteit? En wat met de vergelijkbaarheid tussen masters in toegepaste economische wetenschappen? Er is hoe dan
ook een verschil tussen de academisch gevormde TEWers van de universiteiten en de TEW-ers of licentiaten handelswetenschappen van de hogescholen. Rector Oosterlinck daarover: ″de waarde van de bachelor-master structuur hangt natuurlijk sterk af van de accreditering of de erkenning van de opleidingen. Er is dus een goed en Europees aanvaard erkenningssysteem nodig″. Het zal dus noodzakelijk zijn om naast een basiserkenning ook een accreditering van diverse niveaus in te voeren. De hoge kwaliteit van de KULeuvenopleidingen moet aldus vertaald worden in de juiste ratings of sterren. Zoals u ziet: er gaat heel veel veranderen en er staat heel wat op het spel. Wij moeten onze rector bijtreden in zijn streven om Vlaanderen tot de beste leerling van Bologna te maken. En om de KULeuven een permanente plaats te bezorgen in de Champions League van het hoger onderwijs. Fa Quix Voorzitter
I
Met de Bologna-verklaring die 29 Europese landen op 19 juni 1999 ondertekenden, komt er een aardverschuiving in het Europese hoger onderwijs op ons af. Rector André Oosterlinck van de KU Leuven stelt het als volgt: ″Bologna heeft de bedoeling de leesbaarheid van de diploma′s te verbeteren en een dubbele structuur in te voeren: bachelor-master. Deze vervangt de huidige kandidaat-licentiaatopleidingen″. Dit zou al vanaf 2003 worden ingevoerd. Uiteindelijk moet dit de slagkracht van het Europese hoger onderwijs verhogen, vooral t.o.v. de VS. De Bologna-tekst stelt verder dat de mobiliteit in Europa van studenten en professoren moet worden verhoogd en dat de landen moeten samenwerken om de kwaliteit van de opleidingen te verzekeren. De ambities zijn dus groot en de tijdspanne kort. Er moet dus snel gehandeld worden. De KULeuven moet aan de Europese top kunnen blijven meespelen. En rector Oosterlinck beseft dit maar al te goed. Een van de knelpunten is de omvorming van de tweejarige kandidatuursdiploma′s in driejarige bachelors. En wat wordt het statuut van die bachelors. Worden dat volwaardige ″eind diploma′s″. Vandaag is dat niet het geval met de kandidaatsdiploma ′s die als een soort van
Ekonomika Senaat
ZOEKTOCHT NAAR DE PLAATS VAN ’DULCI’ IN ONZE VERENIGING Op 11 mei 2001 heeft in Leuven de Ekonomika Senaat plaatsgevonden. De Senaat is de Statutaire Algemene Vergadering van de werkende leden van Ekonomika Alumni. Zo′n honderdtal leden maken deel uit van de Senaat. Naast alle geïnteresseerde oud-presides hebben ook alle voorzitters en naaste medewerkers van de regionale kernen, van de vakgroepen, van de junioren en de senioren zitting in de Ekonomika Senaat, alsmede ook de leden van het uitvoerend comité en leden met speciale opdrachten zoals de hoofdredacteur van de Ekonomika Berichten. Dit jaar was Ekonomika Alumni te gast bij Capricorn Venture Partners in het pas gerestaureerde pand Jonge Sint Jacob, De Hopbloem in het centrum van Leuven-stad. De Senaatsvergadering werd van harte verwelkomd door Capricorn-voorzitter Jos Peeters. Centraal in de discussie stond de zoektocht naar de plaats van ″dulci″ in onze afgestudeerdenvereniging. Uiteindelijk komt dit neer op de vraag: ″welke activiteiten moet Ekonomika Alumni organiseren om om meer leden, vooral junioren, aan te trekken?″. Het antwoord op die vraag was en is niet evident. Een eerste vaststelling is immers de spectaculair stijgende interesse voor de activiteiten van Ekonomika Alumni permanente vorming. De verantwoordelijke binnen onze vereniging voor permanente vorming Frank Vandenborre kon uitpakken met schitterende resultaten over de voorbije twee jaar. Niet alleen kent ″8 om te horen″ nog steeds veel succes, daarnaast kennen vooral de vakgroepen SCAFF (accounting en finaciewezen), productie en logistiek (P&L), en strategie en marketing (S&M) een enorme groei. Dit succes van de Ekonomika permanente vorming bewijst de vraag naar ″utile″ binnen onze vereniging. Het is evenwel van het allergrootste belang dat de band tussen de vakgroepen en de permanente vorming enerzijds en Ekonomika Alumni anderzijds heel intens blijft. Een prijssignaal ten gunste van de Ekonomika-leden is het 4
minimum om deze band aan te halen. Maar betekent dit dan dat de meer ″dulci″activiteiten van bijvoorbeeld de regionale kernen, senioren, junioren en jaarreünies geen plaats meer zouden hebben in Ekonomika Alumni? Het antwoord van de Senaatsvergadering daarop was kort en duidelijk: zij hebben wel degelijk hun plaats in onze vereniging. Het valt trouwens moeilijk te voor-
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
spellen welke activiteiten nu precies de leden aanspreken en welke minder. Belangrijk is evenwel dat men iets kwalitatiefs aanbiedt en dat er altijd gelegenheid is tot netwerking met bv. een receptie of een etentje achteraf. Voor elke deelafdeling van Ekonomika Alumni is het bijgevolg een permanente zoektocht naar activiteiten die de leden aanspreken. De aanwezige voorzitters van de regionale kernen waren trouwens lang niet pessimistisch over de wat luchtige dulci-activiteiten. Zij stellen vast dat een goede mix tussen utile en dulci ervoor zorgt dat er op jaarbasis heel veel verschillende leden op regionale activiteiten afkomen. En als dan een dulciactiviteit zoals een theaterbezoek slechts een dertigtal leden op de been krijgt, en een bezoek aan een brouwerij meer dan honderd, dan neem je dat er maar bij. Een gevarieerd aanbod is minstens even belangrijk als op zeker spelen met steeds gelijkaardige activiteiten.
Ekonomika Senaat Financieel gezond De Senaatsvergadering moet ook de balans en jaarrekeningen goedkeuren, alsmede de begroting van het daarop volgende jaar. Remi Vermeir, verantwoordelijk voor de Ekonomika-financiën, meldde dat het boekjaar 2000 werd afgesloten met een tekort van 80.091 frank, hetgeen een heel stuk beter was dan het begrote tekort van 270.000 frank. Voor de laatste maal werden de balans en de rekeningen uitgedrukt in Belgische frank en Ekonomika Alumni zal voortaan rapporteren in euro. De totale ontvangsten bedroegen 2,8 miljoen frank, voor het overgrote deel lidgelden die t.o.v. 1999 quasi-ongewijzigd zijn gebleven. De loon-en administratiekosten van Ekonomika Alumni bedroegen circa 1,65 miljoen frank en ter ondersteuning van de regionale kernen werd 438.593 frank uitgegeven (op een begroting van 500 000 frank). Deze financiële band tussen Ekonomika-centraal en de regionale kernen is van levensbelang voor beide. Ekonomika Alumni geeft ook veel uit aan communicatie. De nieuwsbrief, die zo′n vijf maal per jaar verschijnt, kost ongeveer 225.000 frank en de Ekonomika Berichten netto zelfs het dubbele. Maar ons ledenblad is dan ook het beste in zijn soort, of koopt u liever Bonanza? Ook de traditionele jaarvergadering van oktober kost de vereniging zo’n 200.000 frank ( iets minder in 2000). Maar er zijn ook posten die geld opbrengen. ’8 om te horen’ bracht in het voorbije jaar netto 60.000 frank op. Dit is niet veel, maar het jaar voordien was er nog een nettoverlies op deze post van circa 40.000 frank. En dan is er natuurlijk ook onze jobservice, die sinds 2000, op initiatief van Jan Maryssael tevens onze webmaster, de e-jobservice heeft opgestart en die een positief resultaat heeft verwezenlijkt van 176.500 frank. Toch ook nog een woordje zeggen over onze portefeuille. Deze wordt vakkundig beheerd door Leen Clijsters. In het moeilijke beursjaar 2000 slaagde Leen erin om de waarde van onze portefeuille met 5 procent te verhogen tot een totale waarde van 284.734 euro. Voorwaar een niet geringe prestatie! De leden van de Senaatsvergadering keur-
nomika Alumni Veiling gaat naar het project ’Women in need’ in India en dat in 1995 werd gestart door oud-preses Torre Mutton. Elders in deze Ekonomika Alumni berichten kan u meer lezen over dit project. Bedoeling is dat deze Ekonomika Veiling tot een hoogtepunt komt op de jaarvergadering/Ekonomikafeest van zaterdag 10 november aanstaande in Leuven.
den de balans en de rekeningen van Ekonomika Alumni over het boekjaar 2000 unaniem goed. En deze unanieme goedkeuring werd ook gegeven aan de begroting 2001 die weliswaar een tekort laat zien van 175.000 frank, maar dat is toch altijd minder dan de helft van de gerealiseerde opbrengst van de portefeuille die hiervoor mag worden aangewend. De ledenbijdragen blijven ongewijzigd op 1.200 frank met een reductie van 50 procent voor de junioren (de laatste vijf promotiejaren): zij betalen dus slechts 600 frank.
De Senaatsvergadering werd afgesloten met een studentikoos etentje in het voor economisten alom bekende Italiaanse restaurant Da Tonio in de Muntstraat. En ja, voor zij die al jaren uit Leuven weg zijn kunnen wij het bevestigen: je eet er nog altijd een escalope met frietjes en alles erop en eraan tegen de belachelijke som van 12.5 euro (toen u nog student was: 500 BEF!). En daarna hadden de jongeren uit beleefdheid voor ons nog een plaatsje gehouden op een terrasje op de Oude Markt. Ekonomika Alumni is nog altijd Utile Dulci! Fa Quix
Ekonomikaveiling op Internet Op de Senaatsvergadering werd ook de Ekonomika Veiling voorgesteld. Het idee voor de organisatie van een Ekonomika Veiling is gegroeid naar aanleiding van de leerstoel e-commerce van professor Jan Vanthienen en de internetveilingen die oud-preses Werner Koninckx organiseert onder andere met website Yezzz. De opbrengst van deze EkoEKONOMIKA berichten + augustus 2001
5
Ekonomika profiel
MYRIAM SCHEPERS: ALL ROUND MANAGER EN FIJNPROEVER In hartje Limburg, in de industriezone Zolder-Lummen, nabij Hasselt, ruikt het niet naar chocolade maar naar rasecht ondernemerschap. Voor Myriam Schepers, eigenaar en bedrijfsleidster van chocolademachineproducent Prefamac, heeft succesvol KMO-management in de eerste plaats te maken met werkkracht, visie, geloof in de kans op slagen en netwerken. En uiteraard met een goede opleiding, bijvoorbeeld E.T.E.W. aan de K.U. Leuven. In welk jaar verliet je het Handelskot? In 1984, na mijn licentiaat en een vijfde doctorandusjaar in informatica en marketing. Achteraf beschouwd ben ik heel tevreden over mijn studiekeuze. TEW, of economie in het algemeen, is eigenlijk een opleiding waar je alle kanten mee uitkan. Van mijn specialisatie marketing houdt ik overigens een uitstekende bagage over, hetgeen in grote mate te maken heeft met de inzichten en het niveau van lesgeven van Prof. Piet Vanden Abeele. Ook de vakken Technologie en Sectoren van Prof. Franz Van Winkel lieten een heel goede indruk op me na.
Kwam je na je studies onmiddellijk bij Prefamac terecht? Neen. Mijn eerste professionele stappen situeerden zich in de informaticasector, met name bij de groep Philips waar ik zes jaar heb gewerkt. Gedurende de eerste vier jaar schopte ik het bij deze multinational tot implementatieverantwoordelijke van de groep
logistiek. Mede omwille van omstandigheden, met name het overlijden van mijn voorganger, kreeg ik op jonge leeftijd een belangrijke verantwoordelijkheid toegewezen, hetgeen uiteraard een mooie buitenkans was. Vooral dan omdat de groep logistiek net voor een aanzienlijke uitdaging stond. Na die vier jaar ben ik dan met Prefamac gestart. En precies één maand later promoveert Philips me tot verantwoordelijke van
En de studies? Ik ben niet altijd de ijverige studente geweest. Ik kwam namelijk van een strikt katholieke school en de eerste vrijheid in Leuven moest ik in eerste kandidatuur bekopen met een tweede zit van elf vakken. Heel bewust als studente was ik toen niet. Ik besefte bijvoorbeeld op dat ogenblik niet dat je met het brossen van de lessen van Prof. Mark Eyskens op zaterdag een geweldige opportuniteit miste. Nogmaals, vandaag zou ik opnieuw voor dezelfde opleiding kiezen, maar ik zou het zeker en vast veel bewuster aanpakken. 6
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
Myriam Schepers met Prins Filip tijdens de uitreiking van de Hermes-Prijs.
Ekonomika profiel de administratie en personeelszaken, en aldus tot lid van het management team.
Concreet betekent dit dus dat je Prefamac en Philips cumuleerde? Gedurende twee jaar heb ik deze twee zaken inderdaad gecombineerd. Tot ik in 1990 definitief besloot me volledig aan Prefamac te wijden.
Waarom die benijdenswaardige positie bij Philips inruilen voor een KMO? Een economist is, denk ik, een geboren ondernemer. Bovendien ervaar ik als gedele-
geerd bestuurder en algemeen directeur meer het gevoel van ″allround manager″ dan als manager van een specifieke divisie binnen een grotere groep. En dan waren er ook de specifieke omstandigheden op dat moment. Aanvankelijk was ik samen met een aantal ″selfmade″ mannen in zee gegaan bij de oprichting van de buizenproducent PREFATUB. Kort nadien, als gevolg van enkele contacten met industriële bakkerijen, ontstaat de idee om een tweede bedrijf te starten actief in de productie van chocolademachines: Prefamac. Dat de eerste chocolademachines in een garage gebouwd werden, geeft aan dat de activiteit van deze onderneming aanvankelijk heel beperkt was.
Tot we op een gegeven ogenblik bij één van de actieve partners onregelmatigheden vaststelden, onder meer geknoei met de voorraden in combinatie met creatieve boekhouding. Het is in dat jaar 1992, toen de hoofdaandeelhouder tenslotte de ernst van de financiële situatie van het bedijf inzag en bereid was me de aandelen van de vennootschap over te dragen, dat ik op 29-jarige leeftijd besloot mij voltijds aan Prefamac te wijden.
Was dit geen erg risicovolle stap? Vermits zonder ingreep Prefamac binnen de enkele maanden de deuren had moeten sluiten en ik mijn verantwoordelijkheid als bestuurder wenste op te nemen, besloot ik voluit te gaan. Ik ben toen naar de bankiers toegestapt, heb hen in alle transparantie de moeilijke situatie toegelicht en heb een business plan voorgelegd. Gelukkig kreeg ik het vertrouwen. Veel ruimte was er evenwel niet: alle leveranciers eisten kontante betaling en het bedrijf leefde uitsluitend op kaskrediet. Dat we er uiteindelijk in geslaagd zijn, is het resultaat van keihard werken en veel geloof in de kans op slagen.
Prefamac stelt vandaag 18 mensen tewerk, haalt een omzet van EUR 1,5 miljoen en is winstgevend. Wat zijn de sterke punten van het bedrijf en wat zijn de uitdagingen?
Regelmatige uitwisseling van ideee¨n met andere bedrijfsleiders is essentieel.
Een van de voordelen is ongetwijfeld onze kleine structuur, met als gevolg dat we voor onze klanten echt op maat kunnen werken. De prijzen van onze machines zijn ook lager dan die van onze grotere, vooral Duitse, concurrenten. De uitdaging is vanzelfsprekend om gestaag verder te groeien en nieuwe markten aan te boren. Totnogtoe lukt dat vrij aardig, met een kleine discontinuïteit in 1999 als gevolg van de dioxinecrisis die ook de chocoladesector en alle toeleveranciers trof. Zowat 30 % à 40 % van onze omzet realiseren we in België, de rest is export naar diverse Europese landen, de Verenigde Staten, Mexico, Brazilie¨, De Arabische landen, enz. EKONOMIKA berichten + augustus 2001
7
Ekonomika profiel En de bedoeling is vanzelfsprekend om die export verder op te drijven? Uiteraard. Toch valt de groei van de export niet perfect te plannen. Er gebeurt altijd wel iets waardoor de situatie op het terrein afwijkt van wat oorspronkelijk werd gepland. Neem nu de Ruslandcrisis van enkele jaren terug of, meer actueel, de sterke dollar of de recessie in Japan. De uitdaging is daarom om constant de ogen te richten op de verschillende markten en in te spelen op opportuniteiten. Export kan je niet zomaar forceren.
In wat voor markt is Prefamac actief? Vandaag ontwerpt en produceert Prefamac elf productcategorieën. Het gaat vooral om machines die toelaten koeken, biscuits, marsepein of andere vullingen met chocolade of een andere dekking te overtrekken. Onze klanten zijn hoofdzakelijk industrie¨le zoetwarenbedrijven en, in mindere mate, bakkerijen en chocolatiers. De markt van investeringsgoederen is een markt die je niet of nauwelijks kan bewerken. Als er geen vraag is naar je product, volstaat het niet om wat aan marketing te gaan doen en aldus vraag te creëren. Wat dan weer niet wil zeggen dat marketing niet nodig is.
De turnaround en de verdere groei van het bedrijf gingen blijkbaar niet onopgemerkt voorbij ... Prefamac en Myriam Schepers vallen geregeld in de prijzen. We ontvingen inderdaad de Hermes-prijs van Unizo, die blijkbaar onder de indruk was
8
van onze exportcijfers. Aanvankelijk was het wel niet echt de bedoeling om voor deze prijs mee te dingen, maar onze huisbankier heeft me dan toch overhaald om onze kandidatuur in te dienen. Het is natuurlijk een mooie beloning, die overigens vele poorten opent. Zo kon ik onder meer op handelsmissie naar China, met Jean-Luc Dehaene en Karel Pinxten, en naar Zuid-Afrika. De contacten met de buitenlandse ambassades en de lokale bedrijfswereld die hieruit voortvloeien zijn zeer waardevol. Verder ontving ik ook de ″Woman Award″ van de Vlerick School voor de vrouwelijke manager van het jaar.
Wat is je recept om een KMO te leiden zonder te kunnen terugvallen op een middenkader? Visie. Dat heb je nodig om vele dingen zelf te kunnen beslissen of uit te werken. Niet alleen op niveau van het algemeen en commercieel management maar tevens voor heel concrete taken. Voor onze bedrijfsbrochure bijvoorbeeld zal ik zelf de ideee¨n uitwerken en zomaar niet alles blindelings uitbesteden. Ook de balans en jaarrekening bijvoorbeeld verzorg ik zelf, met de hulp van een softwarepakket dat ik heb aangeschaft, hetgeen me dicht bij de cijfers houdt. Ieder
jaar stel ik overigens een intern rapport op, waar ik eigenlijk niet toe verplicht ben aangezien ik zelf enige aandeelhouder ben. In dat rapport komen de harde cijfers en ratio’s. Dat doe ik in de eerste plaats voor mezelf, als een soort van objectieve evaluatie, om mezelf niets wijs te maken. Ook uitermate belangrijk is om voeling te houden met recente evoluties, bijvoorbeeld in marketing, e-commerce, fiscaliteit, de euro, etc. Natuurlijk speelt permanente opleiding hierin een belangrijke rol. Maar voor een KMO-bedrijfsleider zijn regelmatige contacten met andere bedrijfsleiders minstens even belangrijk. Als lid van het Directiecomité van de Kamer voor Handel en Nijverheid van Limburg, lid van het VKW, VEV en van Unizo, bevind ik me in een gunstig kader om permanent ideeën met collegabedrijfsleiders uit te wisselen.
Heeft een succesvol ondernemer ook gebreken, bijvoorbeeld een zwak voor chocolade? Ja, af en toe snoep ik wel. Patrick Moermans
EKONOMIKA JAARFEEST 10 NOVEMBER Het grote jaarlijkse rendez-vous van de Leuvense economisten vindt plaats op zaterdag 10 november in de Faculty Club in Leuven. Een bijzondere oproep wordt gedaan naar de lustrumpromotiejaren 1996 - 1991 - 1986 - 1981 - 1976 - 1971 - 1966 - 1961 - 1956 - 1951 - 1946. Noteer nu al die datum in uw agenda. Binnenkort ontvangt u een officie¨le uitnodiging.
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
E k o n o m i k a I n t e r n e t Ve i l i n g
EKONOMIKA INTERNET VEILING:
Schenk nù een voorwerp en bied mee in september ten voordele van WIN - Women in Need (India)! Het idee voor de organisatie van een veiling op het Internet is gegroeid tijdens de voorbereiding van de leerstoel E-Commerce van Prof. Jan Vanthienen. Op een van de sessies stelde oud-preses Werner Koninckx, de veilingsite Yezzz voor. Om de werking met een concreet voorbeeld te illustreren, werd de hulp ingeroepen van Ekonomika Alumni. Het resultaat: de Ekonomika Internet Veiling. Met de opbrengst van deze veiling wil Ekonomika het project van haar oud-preases Torre Mutton in Indië steunen: Women In Need. De Ekonomika Internet Veiling zelf zal plaatsvinden tijdens de maanden september en oktober. De Ekonomika-leden, die een steentje willen bijdragen ten voordele van het project van Torre Mutton, kunnen dit op 2 manieren: • vooreerst door een voorwerp te schenken dat kan geveild worden. • anderzijds door mee te bieden tijdens de veiling in september en oktober.
Deelnemen kan door nù een voorwerp te schenken! Uw bijdrage wordt met uw naam vermeld in de lijst die we op onze website publiceren en die vanaf september zal overgenomen worden op de website van Yezzz. Wat kunt u schenken? Alle voorwerpen zijn welkom. Natuurlijk wensen we een groot bedrag aan ′Women in Need′ te kunnen overhandigen. Daarom zijn we ook op zoek naar een aantal ″aandachttrekkers″. • u schildert, beeldhouwt, etst, boetseert, fotografeert,... en u staat een persoonlijke creatie af ten voordele van de Ekonomika Veiling.
• natuurlijk mag het ook een kunstwerk zijn dat u niet zelf gemaakt hebt. • u hebt een Ekonomika-relikwie dat door andere Ekonomika-leden gegeerd is en waar u voor het goede doel afstand wil van doen. • .... • kortom alle voorwerpen zijn welkom Ook het bedrijf waar u werkt kan actief deelnemen. Schenkt uw bedrijf een voorwerp, dan wordt zij met naam vermeld. • een product of een dienst die in het verlengde ligt van de activiteiten: een reis door een reisbureau, een PC door een computerfirma, een boek door een uitgeverij, een jaarabonnement (zoals een krant of een tijdschrift) door een uitgeverij, ... • een (kunst)voorwerp uit een eigen collectie. • kortom, ook hier zijn er mogelijkheden genoeg om een steentje bij te dragen. Kijk op www.ekonomika.be voor Hoe schenk ik een voorwerp?
Deelnemen kan door op een voorwerp te bieden! - vanaf begin september Begin september zal u, in een speciaal domein binnen de veilingsite van Yezzz, op alle
voorwerpen van de Ekonomika Veiling kunnen bieden. In grote lijnen kunnen we nu reeds zeggen dat er, gedurende een periode van ongeveer 6 weken, zal kunnen geboden worden en dat het bieden en tegenbieden zal beeindigd worden op 30 oktober. Dan weet u of u de nieuwe eigenaar bent van het voorwerp en voor hoeveel u het project ′ Women in Need′ gesteund hebt. Op onze jaarvergadering van 10 november zal de cheque aan Torre Mutton overhandigd worden. Ook de voorwerpen die het hoogste bedrag hebben gehaald, zullen door de schenker aan de hoogstbiedende worden overhandigd. Het bedrag stort u rechtstreeks op de rekening van ′Women in Need′. Voor bedragen groter dan 1.000F ontvangt u een fiscaal attest.
Ekonomika Alumni steunt: Women in Need - India Women in Need is een privé-ontwikkelingsproject in India. Het werd gestart in 1995 door Torre Mutton (preses Ekonomika 194748) en Marie-Paule Baudot. Zijn geloof in de vrije ondernemingsgeest, in het kleinschalig project en in de educatie als enige mogelijkheid om uit de armoede te geraken, lagen aan de basis van het initiatief. Het is gericht naar de vrouwen uit de sloppen van Calcutta. Dit is ondertussen al aardig uitgegroeid in een drietal projecten met 87 personeelsleden en met meer dan 500 deelnemende sloppenvrouwen en 550 gesponsorde schoolgaande kinderen. • Het eerste project is ontstaan in de sloppenwijken van Tollugunge Calcutta en is gericht op medische verzorging en educatie van vrouwen en kinderen.
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
9
• Het tweede project is in Diamond Harbour (haven van Calcutta), de prostitutiewijk, waar de hoofdbedoeling is, door educatie, de jonge kinderen en vooral de meisjes uit de greep van de prostitutie te houden. • Het derde, en meest recente project, situeert zich in de enorme recyclagewijk Doby Tala, waar onmenselijk veel vuile en ongezonde kinderarbeid te vinden is (vb. in het batterijbreken). De bedoeling is hier het elimineren van de kinderarbeid. In alle drie de projecten vindt men aan de basis gezondheidszorgen, meerdere vormen van educatie van volwassenen en voor kinderen, tesamen met inkomstengenerering. Op enkele jaren zijn de deelnemende vrouwen zelfbewust geworden en zouden stilaan
het project zelf in handen kunnen nemen. Torre Mutton bleef vroeger zelf 6 maand ter plaatse. Dit is nu fel verminderd, naargelang de zelfwerkzaamheid er stijgt. Er zijn 4 ateliers waar een vijftigtal vrouwen tewerkgesteld zijn en een behoorlijk loon verdienen. Er zijn een zevental Spaar- en Kredietgroepen (7×10 vrouwen), die maandelijks sparen en achteraf een lening kunnen krijgen om vb. zelf een zaakje te beginnen. Er is een pre- en postnataal programma, een crèche en een Montessori Kindergarten. Een sponsorprogramma laat toe aan de kinderen om te studeren en ze te blijven helpen zolang zij school lopen.
Wij rekenen op uw vrijgevigheid! Schenk nú een voorwerp en doe een bod in september!
Ekonomika gekruisigd
(Oplossing p. 13)
HORIZONTAAL 1. Met deze schop kom je hogerop. (4) 4. 0,403399 frank. (4) 7. Het beven van een zenuwlijder. (6) 8. Jouw niet zo vertrouwelijk! (2). 10. Opgegaan in de rijkswacht, pardon, eenheidspolitie. (2). 11. Onderdeel van het BNP in de horecasector. (10) 12. Hield Hegel zich bezig met het Vlaamse taalgebruik? (10) 14. De gemeenschap kwam vóór de unie. (2) 15. Een Engelsman wijst dit Japanse theater af. (2) 16. Plantblauw. (6) 18. Rechts heeft het na voor. (4) 19. Heldendicht over de moderne wielrennerij? (4)
VERTIKAAL 1. Handigheid met de Franse slag. (4) 2. Nuttigde een apenstaartje. (2) 3. Dit komt maar zelden voor, zeker bij inflatie. (10) 4. Een verkoopvorm van rolkragen en wijn? (10) 5. Daar is een letter. (2) 10
EVER
6. Men tikke een karakteristieke vorm. (4) 9. De Belgische hemel is meestal zo troebel. (6) 10. Stijgende vraag bij stijgende prijzen: een toxische paradox. (6) 12. Door vertaald uit het Engels of in het Vlaams. (4) 14. Hiermee deed men aan home banking. (4) 16. Deze uitdrukking schijnt nu uit te zijn. (2) 17. Als de voorraad niet meer strekt. (2)
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
8 om te horen
Succesvolle jaargang 2000-2001 De zesde jaargang van 8 OM TE HOREN is met een gemiddeld aantal inschrijvingen van 95 per sessie beslist een succes te noemen! De waaier van uiteenlopende actuele onderwerpen, stuk voor stuk gebracht door boeiende sprekers, lokte inderdaad heel wat geïnteresseerden naar het Hoge Heuvel Instituut op maandagavond. In vorige nummers van Ekonomika berichten kon u onder meer het relaas vinden van Koen Geens over Corporate Governance en van Theo Van Roy rond e-business. Intussen werden wij onder meer vergast op een uiteenzetting door Frank Vandenbroucke over de actieve welvaartstaat en door Marcel Bellen rond het zeer actuele thema van de IAS-boekhoudnormen. De plaats ontbreekt om de acht lezingen aan bod te laten komen maar alle lezingen verdienden stuk voor stuk een vermelding. Ondertussen zijn we volop bezig met het samenstellen van het nieuwe programma en we kunnen u nu reeds melden dat het er opnieuw veelbelovend uitziet! Naar goede gewoonte zullen een achttal sprekers de laatste evoluties in hun vakgebied schetsen en u de mogelijkheid bieden hierrond vragen en opmerkingen te formuleren. Aangezien de aangepaste formule vorig jaar blijkbaar aansloeg, zijn we ook nu op zoek gegaan naar een aantal mensen van buiten de Faculteit E.T.E.W. maar die er onmiskenbaar mee verbonden zijn. We kunnen nu al de deelname aankondigen van onder andere Prof. Piet Vanden Abeele, Prof Koenraad Debackere, hoofd Leuven R&D, en Prof Marc Buelens, docent Vlerick Leuven Gent Management School. Tenslotte nog een woord van dank voor onze trouwe sponsor Capricorn Venture Partners, die stilaan een echte partner van Ekonomika Permanente Vorming aan het worden is. Frank Vandenborre
8 Om te horen
IAS: BLUFPOKER OF WELDRA REALITEIT? ″Niemand kan vandaag voorspellen of de IAS-normen, de International Accounting Standards, het effectief zullen halen, laat staan een succes worden. De Europese Commissie heeft dit wel in haar strategieverklaring van 13 juni 2000 als doelstelling gesteld, maar het pleit is nog lang niet beslecht. Want zullen de Amerikanen de IAS-normen willen aanvaarden? Zij beschouwen hun US GAAP (General Accepted Accounting Principles) als het beste financieel rapporteringsinstrument ter wereld.″, aldus professor Marcel Bellen op de sessie van ’8 om te horen’ van Ekonomika Alumni op 26 maart jl; over de actuele ontwikkelingen inzake accounting standards en financiële rapportering. De Europese Commissie wil vanaf 2005 de IAS-normen verplichten voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekeningen van alle Europese beursgenoteerde bedrijven. Daarnaast wil zij lidstaten de mogelijkheid geven om deze IAS-normen uit te breiden tot de financiële instellingen en de verzekeringsondernemingen, de niet-genoteerde geconsolideerde ondernemingen, en vanaf 2010 zelfs tot de enkelvoudige jaarrekeningen. Maar de basisdoelstelling van de IAS-normen is en blijft transparante en vergelijkbare informatie te leveren over internationale beursgenoteerde bedrijven. Vooral de financiële markten hebben deze transparante en vergelijkbare informatie nodig, onder meer in het kader van nieuwe participaties en van de waardebepaling van Mergers & Acquisitions. Maar er zijn nog andere redenen dan de toegang tot de kapitaalmarkten. Een enquête in Frankrijk van F. Lefebvre leert dat 60 procent van de ondervraagden andere redenen opgaven: het beter beheersen van de buitenlandse filialen via een gemeenschappelijke ″taal″ en gemeenschappelijke boekhoudregels, het verbeteren van het imago van de bedrijvengroep, en het concurrentie-aspect: gelijke tred kunnen houden met de concurrentie. Opdat IAS algemeen zal worden toegepast,
moet de relatie tussen de IAS-normen en de Europese boekhoudrichtlijnen worden uitgeklaard. In principe zouden hier geen grote problemen mogen rijzen. Europese ondernemingen die het wensen, moeten IAS kunnen naleven zonder in overtreding te zijn met de dwingende bepalingen van de Europese richtlijnen. Desgevallend zal een aanpassing nodig zijn van deze Europese richtlijnen of desgevallend van de nationale reglementering. Wanneer er additionele vereisten gepaard gaan met de IAS-normen dan schept dit geen probleem van conformiteit. Wanneer de richtlijnen direct of via de lidstaten verschillende mogelijkheden bieden, dan wordt ervan uitgegaan dat de optie wordt gekozen die met IAS verenigbaar is. Er zijn met andere woorden geen belangrijke conflictpunten tussen IAS enerzijds en de Europese richtlijnen anderzijds. Er zijn slechts twee relatief onbelangrijke conflictpunten: negatieve goodwill, en de uitsluiting van een dochter uit de consolidatie op grond van verschillende activiteiten. In beide gevallen wordt voorgesteld om de richtlijn aan te passen. Erger is het gesteld met de vergelijking tussen IAS enerzijds en de Amerikaanse US GAAP anderzijds. Een vergelijkende studie uit 1996 heeft niet minder dan 255 verschilpunten gevonden!
En hoe zit het met de verschilpunten tussen de IAS normen en de Belgische situatie? Dat valt nog best mee, aldus professor Marcel Bellen. Al zijn er toch nog een aantal probleempunten. Professor Bellen gaf verschillende voorbeelden. Nemen we het voorbeeld van de voorraadwaardering. De Belgische optie van direct costing is niet compatibel met IAS. Want IAS norm 2 eist de toerekening van de indirecte productiekosten, zowel de variabele als de vaste. Nog een ander voorbeeld. De berekening van het afschrijfbare basis met het in rekening brengen van de aftrek van de restwaarde. IAS 16 vertrekt van het afschrijfbaar bedrag nà aftrek van de restwaarde. Maar in België geldt het principe dat de afschrijfbare basis gelijk is aan de aanschaffingswaarde. Professor Bellen stelt evenwel dat de aftrek van de restwaarde (wellicht) mogelijk zal zijn zonder de Belgische regels te overtreden (en alleszins niet door de Europese richtlijn te overtreden). Toch staan we in België nog helemaal niet ver. Er is nog geen inventaris gemaakt van de verschilpunten tussen de Belgische boekhoudnormen en de IAS-normen. Bovendien ontbreken een vijftiental IAS-normen nog in België. Het stemde professor Bellen ietwat pessimistisch. Overschakeling naar IAS is een complexe zaak. Het realiseren ervan duurt minstens één à twee jaar. En het zal allicht niet mogelijk zijn zonder externe (en dure) consultants die dit project tot een goed einde moeten brengen. De benodigde interne menselijke en technische middelen (informaticasystemen) zullen aanzienlijk zijn. En last but not least: de IAS-normen kunnen een aardverschuiving veroorzaken in de financiële positie en de resultaten van de groep!
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
Fa Quix 11
8 Om te horen
ANDERS GAAN WERKEN OM PENSIOENEN BETAALBAAR TE HOUDEN ″Men kan de discussie rond de pensioenen niet los zien van de manier waarop wij vandaag werken. In de mate dat meer mensen langer zullen studeren, en dat de mensen langer zullen leven, staat het in de sterren geschreven dat meer mensen ook langer zullen werken. Maar dat moet mogelijk zijn op mensenmaat. Ik pleit dus voor meer mogelijkheden tot herverdeling van de arbeidstijd over de levenscyclus. Daarom zouden we beter iets minder intens bezig zijn tussen ons 25ste en 45 ste levensjaar, om niet langer als een uitgeperste citroen al dan niet op een gedwongen vervroegd pensioen te moeten wachten. Meer ’rustpunten’ in de carrière verhogen de activiteitsgraad van 50-plussers, verhogen de kwaliteit van het leven en dragen bij tot de oplossing van het pensioendebat″, aldus Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Pensioenen op de sessie van ’8 om te horen’ van 5 maart jl.
Frank Vandenbroucke wilde vooral het belang van de ’actieve welvaartsstaat’ onder de aandacht van de aanwezige economisten brengen. De naam ’actieve welvaartsstaat’ vat in feite drie ideeën samen. Ten eerste verwijst hij naar ’ de verstandig actieve staat’, of met andere woorden naar de doordachte manier waarop de overheid haar sociaal beleid wil uitvoeren. Ten tweede refereert het begrip ook aan een doelstelling, nl. een ’ staat van actieve mensen’. En tenslotte is het helemaal niet toevallig dat verwezen wordt naar een ’welvaartsstaat’ die de ambitie koestert om aan de mensen adequate sociale bescherming te bieden.
Anders gaan werken
Minister Frank Vandenbroucke maakt zich zorgen over de betaalbaarheid van onze pensioenen. Rechts Ines Meyfroidt, coo¨rdinator van de Ekonomika-lessenreeks ’8 om te horen’.
12
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
Voor zijn nieuwe pensioenstrategie heeft de minister ook de idee van deze actieve welvaartsstaat nodig. Een langere carrière zorgt immers voor meer actieve mensen en een beter draagvlak voor de pensioenuitgaven. Volgens de minister moet het hele discours over de vrijwillige vierdagenweken, loopbaanonderbrekingen, zorg-of studieverlof, in deze ruimere context worden gezien. Deze ’rustpunten’ zorgen voor een langere carrière met een grotere flexibiliteit in de combinatie van arbeid en niet-arbeid over de gehele levenscyclus. Het gaat dus niet om het vrij wereldvreemde voorstel tot optrekken van de pensioenleeftijd tot 68. Het echte debat gaat niet over meer werken, of over veel langer werken, maar wel over ’anders gaan werken’. Het bedrijfsleven kan zich niet onttrekken aan deze discussie. Vandenbroucke citeerde terzake FET-journalist Stefaan Huysentruyt: ″De werkgevers zullen, of zij dit nu graag hebben of niet, de loopbaan à la carte in hun personeelsbeleid moeten zien in te bouwen. Ook de KMO′s, al was het maar om te voorkomen dat hun werknemers over-
8 Om te horen stappen naar een werkgever die wel onthaastingsmogelijkheden biedt.″ Maar de pensioenstrategie van de minister steunt nog op drie andere assen. ″ Een eerste as is het vrijwaren van de financiële leefbaarheid van het wettelijk pensioenstelsel. Het recept is eenvoudig: als we de staatsschuld verder afbouwen, kunnen we de pensioenschuld honoreren. Dat veronderstelt een streng budgettair beleid. De overheidsbegroting moet bijgevolg minstens in evenwicht worden gehouden. Doordat de nominale staatsschuld daardoor niet verder aangroeit, daalt het aandeel van deze schuld in het BBP en dalen ook de relatieve intrestlasten. Dit laat een vrij grote manoeuvreerruimte toe, zeker in de eerste fase, tot 2010.
Zilverfonds goud waard Toch moeten we voorzichtig zijn. Want de kosten van de vergrijzing nemen pas na 2010 fors toe. Vanaf dan slorpen zij een steeds groter deel van de beschikbare budgettaire marge op. We moeten dus in de eerstkomende tien jaar voldoende veiligheidsmarge opbouwen om de pensioenlasten op duurzame wijze te kunnen blijven betalen. De opbouw van deze demografische reserve heeft de regering voorzien via de creatie van het″ Zilverfonds ″. Het Zilverfonds is vanzelfsprekend slechts een technisch hulpmiddel voor het doel van de versnelde schuldafbouw. Het Zilverfonds heeft niet alleen het voordeel van de transparantie, maar ook het voordeel dat aan de bevolking het signaal wordt gegeven dat er wel degelijk werk wordt gemaakt van overheidsmiddelen voor de gewijzigde demografische omstandigheden.″
Laagste pensioenen te laag ″Wie spreekt over adequate sociale bescherming moet ook het element van de leefbaarheid van de laagste pensioenen in rekening brengen. In het voorbije jaar hebben we ons met name op het meest dringende van de problemen gericht: het optrekken van de laagste pensioenen. Maar de tweede versnelling van de actieve welvaartsstaat houdt in dat we, na ruim tien jaar, opnieuw aan-
dacht moeten geven aan de welvaartsvastheid van de pensioenen″, aldus de minister. Dit betekent natuurlijk méér uitgaven en dit moet dus zeer zorgvuldig gebeuren teneinde de zojuist genoemde demografische reserve die moet worden opgebouwd niet in het gedrang te brengen.
Sectorpensioenfondsen De derde as in het pensioenbeleid van de minister is de uitbouw van een gedemocratiseerde tweede pensioenpijler, via sectorale pensioenfondsen voor alle arbeiders en bedienden in ons land. ″Fundamenteel wetgevend werk is in de maak zodat de sociale onderhandelaars in de sectoren werk zullen kunnen werk maken van robuuste sectorale pensioenfondsen.″ En om af te ronden stelde Frank Vandenbroucke nog: ″Als we het echt menen met de actieve welvaartsstaat, dan zal ook een grote investering nodig zijn in de kwaliteit van de samenleving: in de mogelijkheden om gezin en arbeid te combineren, in het welzijn en de vorming van de oudere werknemers, in de verdere uitbouw van de gezondheidszorg ... Het gaat dus stuk voor stuk om belangrijke aspecten van ons maatschappelijk kapitaal.″ Fa Quix
Oplossing kruiswoordraadsel
Decaan Piet Vanden Abeele Rector Kulak Begin juli 2001 werd professor Piet Vanden Abeele door de academische overheid van de KULeuven verkozen tot nieuwe rector van de KULAK, de campus van de KULeuven in Kortrijk. Deze nieuwe benoeming heeft het gevolg dat Piet Vanden Abeele zijn mandaat van decaan van onze faculteit ETEW diende neer te leggen. De faculteitsraad heeft inmiddels professor Filip Abraham als nieuwe decaan benoemd. Recentelijk werd ook prof. Mark Lambrecht tot nieuwe departementsvoorzitter van TEW benoemd in opvolging van prof. Staf Van Herck. In EW werd prof. Patrick Van Cayseele de nieuwe departementsvoorzitter in opvolging van Lode Berlage. Ekonomika Alumni bedankt vooreerst Piet Vanden Abeele voor zijn enthousiaste inzet als decaan en wenst hem veel succes in zijn nieuwe functie. Ook alle dank en gelukswensen aan de uittredende en aantredende departementsvoorzitters en aan de nieuwe decaan.
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
13
Re g i o n a l e k e r n e n : B r u s s e l
MICHEL VERSCHUEREN: SCHAALVERGROTING MOET ANDERLECHT AAN EUROPESE TOP HOUDEN ″Royal Sporting Club Anderlecht heeft de voorbije 20 jaar resoluut gekozen voor de weg van de professionalisering van de club. In België staan wij al jaren aan de absolute top en op Europees niveau draaien wij opnieuw volop mee. Ons fantastisch seizoen in de Champions’ League heeft iedereen ervan overtuigd dat Anderlecht zijn plaats heeft in de Europese top. Maar wij hebben het nadeel van een topclub te zijn in een klein voetballand. Wij hebben dus een schaalnadeel ten aanzien van de vijf grote voetballanden in Europa: Spanje, Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië. De BENE-liga zou al een eerste antwoord zijn om de concurrentie met de grote landen aan te gaan″, aldus Mister Michel, manager van voetbalclub Anderlecht tijdens een lunchcauserie van Ekonomika Brussel op 19 juni jl.
Met de gedrevenheid van een prille vijftiger maakt Mister Michel, 70 inmiddels, zijn vele toekomstplannen duidelijk. Eén ervan is zonder twijfel de schaalvergroting van het Belgisch voetbal. Samen met Nederland zou zo spoedig mogelijk moeten worden overgegaan tot oprichting van de BENE-liga, een competitie tussen de acht topclubs van België en de acht topclubs van Nederland. Voor België ziet hij naast Anderlecht ook nog Brugge, Gent, Antwerpen (één club), Genk en ook de Waalse clubs uit Luik, Charleroi en Moeskroen. Maar daarover kan nog gediscussieerd worden. ″Vermits de Europese Unie leidt tot schaalvergroting in het bedrijfsleven, zo is dit ook onvermijdelijk in het voetbal met de Champions League. Ik zie niet in waarom dit anders zou zijn voor voetbalclubs dan voor bedrijven? Ik denk dat de idee van zo’n BENE-competitie stilaan rijp wordt. Want geef nu eerlijk toe: kampioen spelen in België is toch zoiets als een kermiskoers winnen.″
Strak beleid
Ekonomika-voorzitter Fa Quix (l) en Jules Ackermans, voorzitter Ekonomika-Brussel, glunderen naast ″the one and only Mister Michel″, manager van RSC Anderlecht.
14
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
De goede financiële gezondheid van Anderlecht is volgens Verschueren het gevolg van enerzijds de strakke leiding door voormalig voorzitter Constant Vanden Stock, als anderzijds door de goede beleidsbeslissingen in de voorbije jaren, met niet in het minst de modernisering van de stadioninfrastructuur met loges en business seats, alsmede de succesvolle transferpolitiek van spelers. Het verhaal van de loges - ontstaan naar aanleiding van het 75-jarig bestaan van de club en een idee van Mister Michel himself - heeft
Re g i o n a l e k e r n e n : B r u s s e l Anderlecht niet alleen een voorsprong qua uitstraling gegeven, maar ook een financiële slagkracht. Inderdaad, bij de opstart in 1983 waren alle 24 loges zeer snel verhuurd aan 1 miljoen frank per jaar voor drie jaar en vooraf te betalen. Ook de nu al 21 jaren durende shirt-sponsoring door Fortis Bank, vroeger de Generale Bank, wijst op het vertrouwen van topbedrijven in de Brusselse voetbalclub. Ook daarover had Mister Michel een anecdote: ″Toen ik voorstelde om de shirt-reclame te veranderen en dus de voorzitter zijn biermerk Geuze Bellevue wilde vervangen, zei hij: ’ Verschueren, gij gaat mij toch niet buitengooien uit mijn eigen club!’, maar ik heb toch mijn gedacht doorgezet en achteraf was de voorzitter daar ook zelf zeer blij mee. Wij
hebben met Fortis nog een contract lopen voor vier jaar.″
Champions League Dat Anderlecht de meest succesvolle voetbalclub is in de naoorlogse Belgische geschiedenis, met niet minder dan 26 landstitels en verschillende Europese bekers, wil Mister Michel graag gezegd hebben. Toch zal het zaak zijn om elk jaar mee te kunnen spelen in de Champions League (CL). In een succesvol Europees seizoen zoals in 2000-2001 levert dat zo′n 500 miljoen frank extra inkomsten op. Toch heeft België geen gegarandeerde plaats in dit Europees kampioenenbal. Ook dit jaar moet Anderlecht nog twee voorrondes spe-
Michel Verschueren van voetbalclub Anderlecht: gedreven, vechtlustig, ambitieus ... houdt de touwtjes strak in handen
len, al is de club enigszins beschermd. Dankzij de goede prestaties van Anderlecht in het voorbije seizoen zal België in 2002-2003 twee clubs naar de voorrondes van de CL kunnen sturen. En de eerste club zal slechts één voorronde hoeven te spelen. Al dan niet meespelen in de CL heeft dus een enorme impact op de financiële resultaten van de club. Een jaar zonder Europees voetbal geeft gegarandeerd een exploitatieverlies van 200 tot 400 miljoen frank. Een succesvol Europees jaar geeft ongeveer dezelfde cijfers, maar dan in plus.
Naar de beurs? Of een beursgang overwogen wordt? Neen, dit is volgens Mister Michel niet aan de orde. ″Een beursgang is niet evident. De resultaten van een voetbalclub zijn teveel afhankelijk van elementen die men als bedrijfsleider niet beheerst. Sportieve uitslagen zijn zeer wisselvallig, maar beslissen wel over winst of verlies. Een voetbalclub die 40% naast zijn budget eindigt, heeft het al bij al niet slecht gedaan. Maar als een bedrijf een afwijking toont van 10% tussen realiteit en budget dan schreeuwt men moord en brand. Ik geef een voorbeeld: als wij in de voorronde van de CL niet 0-0 spelen in Porto, maar met 1-0 verliezen, dan lagen wij vorig seizoen voortijdig uit de lucratieve CL en hadden wij nooit het successeizoen gehad dat wij gekend hebben. Een stomme schot op de paal in plaats van tegen de netten kan in het voetbal een wereld van verschil uitmaken.″ Kan het management van RSC Anderlecht dit allemaal blijven volhouden? ″Geen enkel probleem″, aldus Mister Michel. ″Wij hebben 4 directieleden. Wij komen goed overeen en beslissen snel. In feite zijn er 4 organisaties rond Anderlecht: de vzw Anderlecht die de sportieve activiteiten beheert, 2 NV’s waarvan één voor de catering: Saint Guidon, en één voor de merchandising, en een vierde organisatie. Het gaat allemaal om KMO′s. In de vzw Anderlecht hebben we 25 personeelsleden, en evenveel in de NV Saint Guidon. Trouwens, ik heb maar één hobby en dat is werken.″
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
Fa Quix 15
Re g i o n a l e K e r n e n : A n t w e r p e n
TONEEL
ECHT AAAAANTWAAAARPS
Op vrijdag 16 maart ging Ekonomika-Antwerpen de culturele toer op en bezocht de cultuurtempel van het ″Echt Antwaarps Teater″ dat de voorstelling ″Showgrieten″ ten tonele voerde. Dat dit theater zonder subsidies moet overleven werd ons wel snel duidelijk. Sven De Ridder zorgde voor het scenario, de regie, de muziek, de vertolking én zelfs het voorwoord. Een andere De Ridder had meegeholpen bij het scenario en de regie. Een familievertoning dus. En toch hadden we tijdens de bestuursvergadering lang gedebatteerd of we voor een humoristisch stuk zouden kiezen of voor ″nen dram″. Hadden we den dram maar gekozen, want andermaal werd bewezen dat het niet voldoende is om zelf humoristisch uit de hoek te komen, om een goed blijspel te creëren. Op het toneel deden drie ″grieten″ hun uiterste best om de nodige ″show″ te verkopen, maar het hele verhaal had zoveel inhoud als eender welke strofe van een K-3 liedje, en naast enkele geïsoleerde goede scènes zwalpte het verhaal maar wat aan. We mogen wel vermelden dat het zangvermogen van de drie grieten het niveau van K-3 meer dan haalde. Ik vond het ook jammer dat er in dit ″Antwerps teater″ niet consequent Antwerps gesproken werd, maar een soort koeternederlands dat sympathiek wil zijn maar toch ook voor de ’allochtoon’ begrijpbaar. Als Antwerps autochtoon kon ik deze toegeving maar matig appreciëren. Onthouden we dan maar de kaasschotel achteraf, want dat smaakt in alle talen.
ZEG EENS AA. Dan maar terug op bedrijfsbezoek. Vroeger de ″kinderfabriek van Antwerpen″ genoemd, wordt de Sint Augustinuskliniek na de fusie geleid door een échte ekonomist van Leuven, Jan Deleu. Zoals een echt manager beoogt te doen is hij enkele jaren geleden begonnen met het fusioneren (lees ″sluiten″ ) van verschillende andere zieken16
huizen, zodat hij nu met trots kan zeggen deze kliniek gerust kan wedijveren met het Middelheim (OCMW) en het Universitair Ziekenhuis van Edegem. Met 600 bedden, 15 operatiezalen in gebruik, 20.000 ingrepen per jaar en 2.000 bevallingen, 1.475 personeelsleden, 190 vrijwilligers en 167 stafgeneesheren hebben we hier weldegelijk met een ″gezondheidsfabriek″ te maken. De trots van Jan Deleu betreft evenwel het reeds in 1983 gestart HEY-management, een uniek beleidsvoorwerp in de verzorgingssector. Via functieomschrijvingen wordt er aan prestatiebeloning gedaan, vooral met betrekking tot de diensthoofden. Ook het probleem van de vele functionele chefs werd zo aangepakt, en bepaalde artsen, (die allemaal als zelfstandige in de kliniek werken) werden via hun uitgeoefende leidinggevende functie in de organisatie geïntegreerd. De kernstrategieën zijn IKZ, Human Resources beleid, externe communicatie en gericht marketingbeleid. Hieruit volgen strategische plannen en hieruit dan weer individuele doelstellingen. De verloning gebeurt vervolgens in functie van de prestatiebeoordelingen en niet meer volgens de gekende barema’s en anciënniteit. Na deze uiteenzetting was het tijd voor een geleid bezoek. Het operatiekwartier met zijn 15 operatiezalen en meer dan 230 toestellen is indrukwekkend, en met zo’n 100 operaties per dag écht wel een fabriekje op zich. De verdieping boven het operatiekwartier wordt volledig in beslag genomen door filter-, koel- en verwarmingsinstallaties, die de operatiekamers van zuivere en geconditioneerde lucht moeten voorzien. Die stroomt onafgebroken over de patiënt en zorgt ervoor dat bacteriën en zo afgevoerd worden. Bij de beeldvorming is men trots op zijn PETscanner én de samenwerking met het Middelheimziekenhuis om deze scanner rendabel te maken. Ook het digitaliseren van de beelden is in volle ontwikkeling. Nog een aantal computers met supergeheugens en aangepaste kabels en klaar is kees. Dat het HEY-management ook oog had voor
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
zijn toekomstige klanten bleek uit de verzorgde receptie die als een hoorn des overvloeds over de 60 genodigden werd uitgegoten.
STADSBEZOEK - Chinatown Zaterdag 12 mei en Antwerpen baadt in een stralende lentezon. En terwijl wij samenkomen in de buurt van het Centraal Station, verzamelen hier eveneens enkele troepen van de oproerpolitie. Dat we een reputatie hoog te houden hadden, was ons bekend, maar dat dit zo’n machtsvertoon opriep verbaasde ons toch. De oorzaak van deze actie ″meer blauw op straat″ bleek uiteindelijk een betoging van het Vlaams Blok te zijn, die net door de Chinese wijk ging waar ook wij wilden doorflaneren. Het onderwerp van protest bleek het recent geopende ″Canabismuseum″ te zijn; maar daar dit niet op ons bezoekerslijstje stond lieten wij deze happening graag aan ons voorbij gaan. Jammer genoeg was daarom ook de Chinese tempel gesloten, en die stond wèl op ons lijstje. Onze gidse was van Vlaamse origine, maar kende de Chinese wereld op haar duimpje, getrouwd als ze was geweest met een der Aziaten. We leerden er dat we met een 4.000 ″Hong-Kong Chinezen″ te maken hadden, die allen kantonees spreken, en voornamelijk in de 375 Antwerpse restaurants werken. We bezochten de Kung-Fu school, waar de leden niet enkel leren elkaar hersens instampen, maar eveneens hoe met de draak en de eenhoorn te dansen tijdens de festiviteiten. Het werd alles bij elkaar een fikse wandeling en we beseffen nu beter waarom een van de voornaamste straten ook de LANGE Beeldekensstraat heet. Eindigen deed de trip zoals het hoorde bij ″Wang-Snee-Wang van het Chinees Lestaurlang″. En we moeten toegeven, échte Chinese kost is wel anders dan wat de meeste restaurants die wij te lande kunnen bezoeken ons serveren. De echte naam van het restaurant is ″Swatow″. Niet te vergeten! Eric Dorpmans
R e g i o n a l e k e r n e n : W. -V l a a n d e r e n
WEST-VLAANDEREN IS ZOWEL FLANDERS LANGUAGE VALLEY ALS DIEPVRIESGROENTEN Beste vrienden, Ik ben blij dat u zo talrijk de weg naar Brugge gevonden hebt en heet u allen hartelijk welkom in dit prachtige historische kader van de Saaihalle. Vooreerst wens ik aan u en uw familie een heel voorspoedig en gezond 2001 toe. Een nieuwjaarsreceptie is steeds een ideaal moment om even terug te blikken op het voorbije jaar en tegelijkertijd om vooruit te blikken op wat komen zal. En dan moeten we vaststellen dat we alweer een jaar met een aantal geslaagde Ekonomika-activiteiten achter de rug hebben. Denk
hierbij aan onze twee bedrijfsbezoeken: Daikin en Ardo. Twee modelbedrijven, zij het in een totaal andere sector en bedrijfscultuur. Beiden zijn mooie getuigen van het ondernemerschap in West-Vlaanderen. Daarnaast kunnen we terugblikken op twee bijzonder geslaagde zomerse evenementen: de wandeling en barbecue in Tiegem en het bezoek aan de golf in Ieper. Vooral de junioren waren op deze laatste activiteit talrijk aanwezig. Qua opkomst was het hoogtepunt van het voorbije werkjaar ongetwijfeld het bezoek aan Flanders Language Valley in Ieper. Dit bezoek had plaats in mei. Toen scheen de
zon nog boven Ieper... Enkele heel boeiende sprekers kwamen aan het woord en we waren onder de indruk van de demonstratie van de SAIL-technologie-toepassingen. Na de receptie is men er waarschijnlijk begonnen de rekening te maken, want kort na ons bezoek begon het te dagen. Ik heb er wel goede hoop op dat dit hier bij Fortis vandaag niet onmiddelijk het geval zal zijn. Wat ook van de hele L&H-story weze, hierbij is nogmaals bewezen dat je met ingenieurs alleen geen bedrijf kan uitbouwen. Ze hadden wellicht beter enkele goede economisten en boekhouders gehad.
Nieuwjaarsreceptie Ekonomika West-Vlaanderen bij Fortis te Brugge.
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
17
R e g i o n a l e k e r n e n : W. -V l a a n d e r e n Dat waren onze activiteiten in 2000. In 2001 gaan we op hetzelfde elan verder. We plannen twee bedrijfsbezoeken, één in het voorjaar en één in het najaar. Daarnaast plannen we op 13 mei 2001 een VIP-bezoek bij voetbalploeg Excelsior Moeskroen. We beschouwen Moeskroen namelijk ook als een stukje West-Vlaanderen. We brengen een bezoek achter de schermen van het voetbalstadion, eten in het nieuwe clubrestaurant en wonen de match tegen Standard bij. En in september brengen we na vele jaren nog eens een rasechte cantus! Als ik voor het nieuwe jaar een wens mag doen, dan is het dat het niet tot aan de volgende nieuwjaarsreceptie moge duren voor we elkaar terugzien. Inderdaad moeten we vaststellen dat, buiten het bezoek aan Flanders Language Valley waar circa 100 personen aanwezig waren, de opkomst voor onze bedrijfsbezoeken en andere activiteiten steeds rond de 45 personen schommelt. Op zich niet slecht, we hebben telkens een mooie groep bij elkaar en bovendien zijn het niet steeds dezelfde gezichten. Maar toch, voor een vereniging met een brede basis als Ekonomika moeten onze ambities verder reiken.
Bij deze bent u alvast uitgenodigd op de nieuwjaarsreceptie 2002 die, bij leven en welzijn, zal doorgaan in het nieuwe fitness-centrum van Johan Deweerdt te Tielt. Ik wens u tot weerzien, maar niet tot op onze volgende nieuwjaarsreceptie, maar hopelijk veel eerder op één van onze activiteiten. Dan geef ik nu het woord aan Dhr. Marc Vuerings, Directeur Ondernemingen bij Fortis Bank, die zo goed was als onze gastheer vandaag op te treden. Ik kreeg onlangs een telefoontje van een ietwat verontrust Ekonomika-lid die mij vroeg of deze gastheer iets te maken had met de alomgekende Professor Vuerings. Ik moest inderdaad bevestigen dat het gaat om de zoon van. Het betreffende EkoMarc Vuerings, Directeur Ondernemingen bij Fortis nomika-lid was er blijkbaar niet Bank en zoon van de befaamde Prof. Veurings. gerust in, want zijn reactie was: “Oei, en dan nog in de Saai-halle!”. Ik heb deze persoon dan toch nog kunBrugge waarschijnlijk iets anders betekent. nen geruststellen zeggende dat “saai” in Maar dat zal Dhr. Marc Vuerings u nu kunnen uitleggen... Ivan Van de Maele (toespraak van de voorzitter van de regionale kern Ekonomika-West-Vlaanderen op zondag 28 januari 2001 bij Fortis Bank te Brugge).
Jan Haspeslach aan het woord in de diepvrieskamers tijdens het bedrijfsbezoek aan ARDO (oktober 2000).
18
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
Ekonomika Senioren
BEURSEVOLUTIE: SENIOREN SCHRIKKEN IN HUN PORTEMONNEE Een half uur voor de geprogrammeerde start gonsde het op 26 april op de Faculty Club al van de drukte, want ondanks de uitzonderlijk lange files van die dag waren al veel senioren vroeg present, vooral dan de jubilarissen van het promotiejaar van Jules Dewaele. Die had zijn jaar blijkbaar vroeg opgetrommeld en zijn gezag bleek nog ongehavend. Een mooi zicht was dat in elk geval: die 136 senioren, al dan niet vergezeld, druk herinneringen oproepend, eerst met een glas in de hand, daarna aan de grote gezellige tafels die ordelijk volgens generatie waren voorbehouden. (zie ook fotoreportage op achterflap) Frans Vreys, die de seniorendag voor het eerst als voorzitter leidde, mocht terecht gelukkig zijn. In zijn commentaar deed hij een opvallende oproep om de Ekonomikabanden aan te halen, om actief gebruik te maken van het ruime aanbod van Ekonomikaactiviteiten en solidair het lidmaatschap te blijven betalen. Vooraleer de gouden Ekonomikamedailles en de erediploma’s werden uitgereikt, tekende Jules Dewaele nog even op humoris-
tische wijze de historische sfeer in het Leuven van zijn studentenjaren: het sprak duidelijk ook andere promoties aan! In het ernstige gedeelte van de dag trok Anne Vleminckx gemakkelijk alle aandacht. Toen zij in haar voordracht inging op de evoluties op de beurzen, voelden de senioren zich duidelijk niet alleen aangesproken in hun economist-zijn. Daarvoor was de stille aandacht na al die luidruchtige conversaties veel te frappant. Sprak Anne Vleminckx daar niet ergens dat een van de karakteristieke evoluties op de beurzen was van deze van een revival van de kleine aandeelhouder (ondermeer de over tijd en centen beschikkende gepensioneerde)? Anne bracht het weer zeer pedagogisch: de vervanging van de vloerhandel door elektronische handelssystemen,
Jubilerende preses Jules Dewaele (r) overhandigt het erediploma aan prof. em. Gerard Boddez. Midden: René Piot.
de tendens naar desintermediatie, naar verkorting van het tijdsperspectief bij de belegger, o.m. door de behoefte aan kortere opvolging van koersen en portefeuilles, met als risico dat de bedrijfsleiders zelf te grote aandacht zouden gaan schenken aan de korte termijn. Dat de belegger meer en meer verwacht dat de institutionele belegger beter presteert dan een bepaalde beursindex (benchmark), speelt in de kaart van grotere aandelen, waaraan de Belgische beurs niet rijk is ... Zoals elk jaar kwam de decaan ook nu weer de groet van de Faculteit brengen: onder de gebeurtenissen die hij tekende, verbaasde het menigeen te horen welke profs, die zij nog jong waanden, nu al met pensioen gaan. Toen dan de gevulde pinten op tafel kwamen, wist iedereen hoe laat het was. Pol Bastin introduceerde met enkele fijne solo’s de cantus: de senior waande zich weer even student, om dan toe te geven : ″Verbij studentenweelde, die tyd, die lieflingsbeelde ... ″ André HONS
Seniorenvoorzitter Frans Vreys (l) met naast hem gastspreker Anne Vleminckx. Midden rechtstaand: Valentin Vandenbalck.
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
19
Ru b r i e k : s t u d e n t e n
PLOEG CONCORDIA WINT PRESESVERKIEZINGEN ″En dan komt de nacht plots met zilveren schreden, dooft elk licht en breekt elk geluid, spreidt zijn mantel uit dromen geweven en alles wordt stil″ ... Een mens zou wis en waarachtig zijn vertrouwen in het realisme van het Vlaamse lied verliezen moest hij niet beter weten. Zilveren schreden worden in realiteit vervangen door koortsachtig gedrum ter hoogte van de Ravenstraat te Leuven. Van gedoofd licht en stilte al helemaal geen sprake. Jeugdig volk opeengepakt, zwaaiend met rollen affiches, plakborstels en emmers, te voet of per fiets. Geen enkel element mag ontbreken. Alles draagt bij tot de sfeer. Her en der worden in alle vriendschappelijkheid enkele opzwepende of uitdagende slagzinnen geroepen. Niets in de hele omgeving ontsnapt aan de start van de plak van Ekonomika’s verkiezingsweek. Niet minder dan zeven ploegen nemen dit jaar deel aan de verkiezingen van Ekonomika om - de éne al serieuzer dan de andere - te dingen naar het presidiumschap van ’s lands schoonste faculteitskring. Ook het Neukom, het neutrale organiserende comité, ontbreekt uiteraard niet op het appel. Ook zij zetten door het misbruiken van menig megafoon deze verkiezingsweek op de hun grotesk passende wijze fantastisch in. Tussen al dit gewoel twaalf mensen met een zenuwachtig hartje. Twaalf mensen die reeds meerdere maanden van brainstormen, werken, vergaderen, enz. - in één woord ’sappelen’ in al zijn glorie dus - achter de rug hebben. Zij vormen één team en gaan er voor de volle honderd procent voor. In hun naam, ploeg Concordia, zit de kerngedachte vervat waardoor zij de grens van het exaltatieve op succesvolle manier hebben kunnen afwenden. Het Latijnse ’concordia’ staat immers voor eendracht, unie en harmonie. Samen met hun 20
fantastische medewerkers en sympathisanten hopen zij er een geweldige kiesweek van te maken. Dat het crimineel neig was kan achteraf gezien enkel maar bevestigd worden. Dank u medewerkers, sympathisanten en mede-kandidaatploegen voor de ongelofelijke sfeer! Een verlossend startschot zorgt ervoor dat de menigte galmend in de Leuvense straten en steegjes verdwijnt, om ter snelst op weg naar de meest strategische aanplakborden om aldaar het Leuvense straatbeeld te kleuren met de affiches van de ploeg. Na deze realisatie voelt menig student letterlijk zijn hart in zijn keel kloppen. ″Ja wat-
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
te, de fysiek is ook niet meer wat hij was!″ hoor je overal. ″Morgen begin ik terug te joggen, eet ik enkel nog fruit en groenten en stop ik met drinken″: dergelijke promessen hoor je de leden van de verschillende ploegen in een gezellig onderonsje diezelfde avond in den Dulci tegen elkaar zeggen, waarna ze zich nog enkele overheerlijke pinten van de door de serieuze ploeg uitgedeelde vaten wellustig laten smaken. Hoewel deze efemere nacht bij velen dinsdagmorgen aanzienlijke sporen nalaat gaande van een zwakke maag tot knallende schele hoofdpijn, staan alle ploegen toch paraat om de vlijtige studenten van de verschillende jaren te verrassen met enkele geslaagde jaarvoorstellingen. Ondertussen zijn de medewerkers van de serieuze ploeg reeds vlijtig aan het sleuren met nadars, tentjes, biervaten, spandoeken, enz
Ploeg Condordia: V.l.n.r. Thomas Huyghe (vice Fakbar), Elke Coremans (vice KD), Jo Van Den Bogaert (preses), Axel De Brabandere (vice serieuze zaken & soweko), Bruno Goris (vice sport), Michèle De Meulenaere (vice ontspanning), Gwen Braes (vice financie¨n), Frederik Crab (vice jaarwerking & erasmus), Tom Devos (vice logistiek), Nele Van Buggenhout (vice cultuur), Els Craenen (vice onderwijs), Nic Bal (vice bar).
Ru b r i e k : s t u d e n t e n om het kille en lege Ladeuzeplein om te toveren in een magistraal amusante en gezellige party-place. De verschillende standjes en activiteiten bezorgen alle aanwezigen een overgetelijke namiddag. Op een parcours met knotsgekke fietsen wordt heel wat afgegiechelt en geschuddebuikt. Daarnaast wordt in een grote opblaasbare verduisterde tent aan lasershooting gedaan. Wie dit allemaal veel te actief vindt, vindt zijn gading op het gezellige terras bij een lekker pintje (of twintig). Naarmate de tijd onverwijld verder kruipt, neigt ook de lolploegencantus zijn hoogtepunt te bereiken wat hier en daar reeds de eerste gelukkige of minder gelukkige slachtoffers eist. Het opzet van de kiesweek is dat de kiezers op geen enkel moment die week ook maar zouden denken aan zich vervelen. Daarom heeft ploeg Concordia na de namiddag op het Ladeuzeplein een hilarische vooravond voorzien in het Maria-Theresia College met een optreden van de Belgische Improvisatie Liga. Het blijkt hier duidelijk waar al dat talent uit succesvolle tv-programma’s als ’De Rederijkers’ en ’Onvoorziene Omstandigheden’ uit voortspruit. De interactie met het publiek maakt het des te leuker. Menige kiezers en lolploegen laten zich deze improvisatiestaaltjes van de acteurs welgevallen. Onder het motto: ″Als ge iets doet moet ge het goed doen″, dat mij reeds sinds mijn prille kinderjaren zeer vertrouwd in de oren klinkt, sluit ploeg Concordia de dinsdag van de kiesweek af met een geweldig spetterende party in de Lido. Niemand minder dan Milk Inc verzorgt er een fantastisch optreden. ″In the land of the living! There’s a key! In the land of the living!″ ....iedereen zingt uit volle borst de nummer één hits mee, niet wetend dat hun toestand op het einde van de avond misschien niet meer zo alive zal zijn en dat ze de ’key’ wel eens niet meer in het sleutelgat zouden kunnen krijgen.... Later op de avond laat DJ Wout van discotheek Illusion de menigte ondervinden hoe je met enkele goedgekozen en gemixte beats een massa kan opzwepen en geeft meer dan anderhalf uur een staaltje weg van Vlaamse superklasse op deejaygebied. De party gaat overstoorbaar verder tot in de vroege uurtjes.
Het is dan ook hierdoor dat woensdagmorgen de opkomst bij de lolploegen wat lager ligt dan de dag ervoor, maar allen doen hun best alsook uiteraard de serieuze ploeg, om de kiezers tijdens enkele jaarvoorstellingen te plezieren. Tijd om uit te rusten? Daar doen we niet aan mee tijdens de kiesweek! Woensdagnamiddag wordt er weeral een ongelofelijke lap opgegeven. De Dekenstraat, gemodificeerd tot een geweldige feestmarkt, is the place to be voor een gezellige barbecuehap en amusement. Verschillende sterke bieren smeken erom om gedegusteerd te worden. DJ Bernie is deejay van dienst en zorgt naar goede oude gewoonte ervoor dat de lessen in het naburige Instituut voor Levende Talen die namiddag gratis van achtergrondmuziek worden voorzien. De zon is
dan toch even van de partij, het bier staat koud en de activiteiten hebben een hoog amusementsgehalte. Zo zorgt ploeg Concordia voor een tafelvoetbalspel waar men tegelijk met twaalf personen elkaar kan bekampen. De opgeblazen acro-kleefwand is een test voor éénieder die zich afvraagt of zijn/haar maag nog om een pintje zit te schreeuwen of niet. Een plotse hagelbui probeert enig roet in het eten te gooien, maar niemand maalt erom aangezien de volgende activiteit weeral aanvang neemt. Na een overheerlijke maaltijd in één van de deenemende restaurantjes van Concordia’s restauranttoer, kan iedereen terecht op een heuse kiesreceptie. Ploeg Concordia is blij met de realisatie van deze nieuwe activiteit in het verkiezingsactiviteiten-gamma en hoopt dat de opkomende presidiumploegen de volgende jaren hieraan navolging zullen geven, want ″het was zo geestig moeke″... Met deze activiteit sloot ploeg Concordia dan ook zijn waanzinnig leuke verkiezingscampagne af. ’s Avonds zorgde de verkiezings-TD georganiseerd door het Neukom nog voor dolle ambiance bij alle ploegen. Donderdag, dé dag van de waarheid, begint weer onmenselijk vroeg. Het weinige slapen, de vermoeidheid, de zware benen en al dat lekkers wordt onmiddelijk gecompenseerd door de vrolijke gezichtjes van de kiezers die talrijk afkomen. Het quorum wordt probleemloos gehaald die dag, waardoor ’s avonds de kiescantus in Ons Huis zonder problemen van start kan gaan. Na ettelijke rondes stemmen tellen en enkele uren cantussen is het dan uiteindelijk zo ver: ploeg Concordia wordt verkozen voor het presidium van het 72e werkingsjaar van Ekonomika!! Samen met alle medewerkers, comitéleden en sympathisanten hopen wij er voor élke economist een ongelofelijk jaar van te maken. Concordia res parvae crescunt! Ut vivat, crescat en gloriat Ekonomika! Jo Van Den Bogaert Preses Ekonomika 72e Zie ook fotoreportage over de presesverkiezingen op voorlaatste pagina.
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
21
Studenten
DIPLOMA BEHALEN IS GRAND SLAM WINNEN ″Geachte rector, decaan, professoren, medestudenten, ouders en alle andere aanwezigen, Wegens de hitte, maar ook wegens een inspiratieloos moment, en het feit dat enkele van mijn illustere voorgangers onze studentencarrière graag met een groots sportevenement vergelijken, zie ik mij genoodzaakt om na het enorme succes van onze Belgische meisjes op zowel Roland Garros als op Wimbledon ons studentenleven in tennistermen uit te drukken. Mijn excuses voor mijn stem, die mij na de cantus van gisteren in de steek heeft gelaten.
Net als in de tenniswereld waar er vier grandslamtornooien zijn, kunnen we in ons leven vier belangrijke momenten onderscheiden. De eerste grandslam, onze studies, hebben we vandaag succesvol afgerond. De tweede grandslam is het zoeken naar werk en het uitbouwen van een grootse carrière, voorts het uitbouwen van een rijk sociaal leven, en tenslotte een gelukkig gezinsleven. Het behalen van de grandslam, het winnen van de vier tornooien, is hetgeen we net als alle topspelers nastreven. Vandaag zou ik mij echter willen beperken tot de eerste twee. Nadat we de kwalificatierondes van het middelbaar onderwijs hadden doorsparteld, kwalificeerden we ons vier of vijf jaar geleden voor sommigen onder ons een aantal jaren langer - voor het hoofdtornooi en stonden we in de eerste ronde. Vrij snel werd het duidelijk dat de tegenspelers uit de kwalificatierondes slechts klein grut waren in vergelijking met de topspelers die we tijdens onze universitaire loopbaan moesten bekampen. Bepaalde wedstrijden draaiden uit op krachtenslopende vijfsetters. Denken we maar even terug aan de cursus wiskunde van professor Marcel Goossens en professor Johan Quagebuer. Menige uren hebben we gezwoegd om de honderden bewijzen in ons hoofd te prenten. Het feit dat we hier nu sa22
moest bekampen. Tijdens deze wedstrijden bleek ook dat er onder ons verschillende types spelers en speelsters waren. Een aantal onder ons moeten het hebben van lange rally’s, waarbij zij hard moeten zwoegen voor elk punt. Anderen hebben het iets makkelijker en kunnen door aanvallend spel met een aantal aces en een minimum van inspanning de match beslissen. Dergelijke supertalenten lopen echter niet dik bezaaid. De meeste studenten vertonen echter de kenmerken van beide uitersten. Maar de studies vormen pas het eerste grandslamtornooi. Nu staan we voor een nieuwe uitdaging, namelijk het vinden van een geschikte en goede job. Door onze brede, degelijke en gevarieerde opleiding is het de bedoeling dat we op alle ondergronden ons mannetje kunnen staan. Een aantal onder ons heeft reeds werk gevonden, anderen beginnen nu pas aan hun zoektocht. Als economisten worden we overstelpt met aanbiedingen en allerlei cadeautjes zoals een barbecue of reisjes naar Barcelona. Het is duidelijk dat er voor ons allen een rijk gevulde carrière in het verschiet ligt. Wij gaan voor game, set en match!
Frederik Lathioor
men zijn, op 6 juli 2001, is echter het beste bewijs dat we ook deze moeilijke wedstrijden tot een goed einde hebben gebracht. De professoren zullen het misschien niet eens zijn met dit beeld van een tenniswedstrijd. De meeste studenten hebben echter waarschijnlijk ooit al eens het gevoel gehad dat de professor een tegenstander was die men
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
Om af te sluiten zou ik graag iedereen van harte proficiat wensen met zijn/haar diploma. Voor diegenen die al werk hebben nogmaals proficiat en voor diegene die druk aan het solliciteren zijn: veel succes! Bedankt voor jullie aandacht! ″ Frederik Lathioor preses Ekonomika 71ste
Boeconomist
WAAROM CORRUPTIE WELIG TIERT ″Corruptie begint waar ik mijn identiteit prijs geef, waar ik mezelf niet meer ben.″ Dat is het wezen van corruptie volgens Rudy Aernoudt (EW promotie 1982 KULeuven) en auteur van het boek ″Waarom corruptie welig tiert?″ (Rudy Aernoudt, Roularta Books, 2000, 146 p.) Hiermee legt hij de basis van corruptie bij de mens zelf, en niet bij het systeem waarin hij of zij functioneert. Met andere woorden: men bepaalt steeds zelf of men ingaat op passieve corruptie of dat men zelf de aanzet geeft tot actieve corruptie. Of men nu ja dan neen leeft in een gecentraliseerde bureaucratische samenleving speelt weinig of geen rol. Het is toch van belang om even dit wezen van de corruptie, met name het identiteitsverlies, te verduidelijken met een voorbeeld. Ik citeer Aernoudt (p.28): ″Een notoir studiebureau, dat verondersteld wordt een gegronde en objectieve studie of audit af te leveren, wordt gemanipuleerd om als alibi te dienen, bijvoorbeeld om een reorganisatie van een bedrijf gepaard gaande met afvloeiingen te rechtvaardigen. De auditeur weet dat een zekere inschikkelijkheid vanwege het auditbureau nog diverse opdrachten zou kunnen opleveren. Voorwaarde daarbij is dat de audit ’objectief’ tot bepaalde conclusies zou komen. De auditeur die op dergelijke voorstellen ingaat, laat staan dergelijke constructie insi-
nueert, verliest zijn identiteit. Hij of zij houdt in feite op auditeur te zijn, en wordt verkoper. Deze vorm van klantenbinding reduceert inderdaad de auditeur tot iemand die verondersteld wordt te gehoorzamen aan de instructies van de klant, in plaats van te luisteren (’audire’) naar die elementen die tot een objectieve beschrijving van de werking van de organisatie zouden kunnen leiden. Het is de klant die de conclusies van de te realiseren, diepgaande audit, insinueert, en niet de auditeur die adviseert op basis van de auditresultaten. De klant wordt auditeur, en de auditeur wordt verkoper. Dit dubbel identiteitsverlies wijst erop, ( ...), dat wij hier met corruptie te maken hebben waarbij geen enkele partij vrijuit gaat.″ Met dit voorbeeld, naast talrijke andere voorbeelden, wil Aernoudt ons erop wijzen dat corruptie alomtegenwoordig is, ook in het bedrijfsleven zelf en dus niet alleen in de relatie tussen bedrijven en overheidsambtenaren. Interessant in het boek is ook dat de auteur cijfermatig een aantal relaties probeert uit te leggen. Spontaan zou men denken dat landen met een hoog overheidsaandeel in de economie ook een slechte score op de corruptie-index zouden halen, m.a.w. corrupter zouden zijn. Uit de cijfermatige analyse valt echter duidelijk op te maken dat er geen enkele correlatie tussen overheidsaandeel en corruptie kan worden gelegd. Een sterk hoofdstuk is ongetwijfeld hoofdstuk 4 waarin een kosten-batenanalyse van corruptie wordt gemaakt. Aernoudt heeft de intellectuele moed om niet alleen de kosten, maar ook de baten van het fenomeen corruptie te beschrijven. Dat corruptie de gemeenschap geld kost, lijkt ons nogal evident, maar dat er ook baten zouden zijn is
evenwel verrassend. Slechts dit ene voorbeeld. Wanneer een bedrijf met smeergeld een overheidsorder binnenhaalt, is dit misschien toch het meest efficiënte bedrijf, al zouden wij intuïtief het omgekeerde denken. ″De corrupte aankoop betekent namelijk dat het order gaat naar die onderneming die het meeste steekpenningen biedt. Diegene die zich kan veroorloven de meeste steekpenningen te bieden, luidt de redenering, is diegene die het meest kosteneffectief is. Corruptie zou er dan toe leiden dat, alle omstandigheden in acht genomen, de optimale aankoop geschiedt.″ (p. 77). Niet dat de auteur zich met deze redenering vereenzelvigt, wel integendeel: hij heeft een absolute afkeer van corruptie, maar het voorbeeld maakt wel duidelijk dat het niet correct is om in zwart-wit termen over corruptie te redeneren. Rudy Aernoudt, die professioneel actief is als bestuurder bij de Europese Commissie met een verantwoordelijkheid voor het Europese ondernemingenbeleid, meer bepaald voor het domein van risicokapitaal, joint ventures, business angels en garantiesystemen, heeft met zijn boek ″Waarom corruptie welig tiert?″ het aangedurfd om het taboethema van de corruptie objectief en economisch te analyseren. Het is zijn zeer grote verdienste dit te hebben gedaan en zijn boek nodigt uit tot fundamenteel wetenschappelijk economisch onderzoek. Waar Aernoudt evenwel in faalt, is het aanreiken van een geloofwaardige oplossing om het fenomeen van de corruptie in te dijken, want verdwijnen zal corruptie nooit; dat beseft hij maar al te goed. Hij promoot zijn symbolisch genoemde ROT-model, waarbij de R staat voor Respect voor eigen identiteit, de O voor Ondernemerschap en de T voor Tolerantie. Deze waarden moeten meer worden gepromoot via het onderwijs. Volledig akkoord, maar mijns inziens gelooft Aernoudt nog te veel in de ’maakbaarheid’ van de mens.
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
Fa Quix 23
Filmonomika
TRAFFIC: HOGE WINSTEN BESTENDIGEN DRUGSHANDEL Wanneer Michael Douglas op het einde van de film, tijdens zijn eerste persconferentie, er meteen de brui aan geeft als presidentieel bestrijder van de drugstrafiek, raakt hij de kern van het probleem aan: ″Wij moeten oorlog voeren tegen de drugshandel. Maar de drugs zitten overal, ook in onze gezinnen. En hoe voer je in godsnaam oorlog tegen je eigen gezinsleden?″ ’Traffic’ is een sombere, ontnuchterende film over de onoverzichtelijke omvang van het drugsprobleem in ’the America’s’.
Plaats van actie is de Mexicaanse grens, langs weerszijden: San Diego en Tijuana. Bob Wakefield (Michael Douglas) krijgt van de Amerikaanse president de opdracht om een hard drugsbeleid te voeren. Hij begint met goede moed maar stelt al snel vast dat het een aartsmoeilijke opdracht is: wegens de enorme schaal van de drugshandel, de macht van de drugskartels, die bovendien nog hoge bescherming genieten van corrupte politici, en ook de enorme vraag naar drugs in de VS zelf. Hij stelt trouwens snel vast, tot zijn scha en schande, dat zijn eigen zestienjarige dochter ook een drugsverslaafde is.
van de maatschappij’. Vele zwarte Amerikaanse burgers maken inderdaad deel uit van een uitgebreid hiërarchisch dealernetwerk dat uiteindelijk uitmondt in blanke drugsbaronnen die er miljarden dollars mee verdienen. De raciale ongelijkheid in de Amerikaanse samenleving houdt dit illegaal distributiesysteem in stand. Of zoals Seth, het rijkeluisvriendje van Wakefields dochter het uitdrukt: ″Waarom al die zwarten dealen? Waarom zouden zij rechten of economie studeren zoals wij als de winstmarges in
Interessant is dat Wakefield oog heeft voor zowel de ’aanbodzijde’ als de ’vraagzijde’ van de drugshandel. Het gigantische aanbod heeft maar een bestaansreden als er een even gigantische vraag naar is, zo redeneert hij. In Amerika blijken veel middle en upper class jongeren graag eens te experimenteren met cocaïne, marihuana, er zelfs heroïne. Misschien is dit wel een normale uiting van puberprotest en van stoerdoenerij die eigen is aan die jonge leeftijd. Het grote drama is evenwel het verslavend effect van drugs. Voor de verkopers is dit eigenlijk een gedroomd effect: door de verslaving creëert de vraag voortdurend zichzelf! Voor het aanbod zorgen de ’zwarte leden 24
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
de drugshandel 300 procent bedragen en zij gemakkelijk 500 dollar per week kunnen verdienen aan blanken die hen om drugs komen smeken?″ ’Traffic’ maakt hier mee ook duidelijk dat de bestrijding van de drugshandel een schier onmogelijke opgave is, precieze omdat er zoveel snel geldgewin mee gepaard gaat. Het is weinigen gegeven om niet te bezwijken voor de corruptie. Een van de zeldzame correcte en tevens handige ’survivors’ is de Mexicaanse politieagent Javier, schitterend vertolkt door Benicio Del Toro. Zijn vriend en collega Manolo Sanchez bezwijkt echter wel voor een lucratieve deal, maar is onvoorzichtig en bekoopt dit met zijn leven. En dat ’snel geld’ of ’geld’ tout court mensen op korte termijn kan veranderen van onschuldige huismoeders in meedogenloze, gewiekste drugskartelleidsters, bewijst Helena (Catherina Zeta-Jones), wanneer haar man Carlos - die zij als een bonafide zakenman achtte - plots in de cel belandt en zij het roer moet overnemen. Met succes, want een terugkeer naar modaal leven ziet zij helemaal niet zitten. ’Traffic’ is een beklemmend drugsdrama dat de quasi-uitzichtloosheid van de drugsmisdaadbestrijding aantoont. Eigenlijk kan die strijd alleen maar succesvol zijn als we er met z′n allen in slagen onze kinderen van het drugsgebruik te houden. Een jointje cannabis? Neen bedankt! Fa Quix Reageren op een Filmonomika of er zelf eentje indienen? Mail naar
[email protected]
Filmonomika
’CHOCOLAT’: ECONOMIE VOOR HET VOLK Er is geen toekomst in het Franse dorpje waar Juliette Binoche op een avond als volstrekte vreemdelinge toekomt om er een chocoladewinkel te beginnen. Het dorpje baadt in een ″eeuwige rust ″. Het is zo′n dorpje dat je ooit wel eens hebt ontdekt op een van je vroegere zomervakanties in Zuid- Frankrijk. Maar de onconventionele ongehuwde moeder Binoche en haar dochtertje brengen daar verandering in. De chocoladewinkel wordt de spil van een niet te stoppen omwenteling die het dorp uit zijn diepe rust haalt. Of hoe de economie de bron is van vele maatschappelijke veranderingen. Alhoewel deze economische lijn als een rode draad door ’Chocolat’ loopt, zullen de meeste toeschouwers slechts een sprookjesachtige film hebben gezien. Regisseur Lasse Hallstro¨m slaagt erin om een continue magisch-realistische sfeer te scheppen. Alsof het verloop van de gebeurtenissen in het dorp geregisseerd worden door ″hogerhand″. Je voelt constant dat je bij de hand wordt genomen; de ontwikkelingen zijn al te voorspelbaar. Neem bv. de moeilijke start van de winkel. Trouwens, wat kan je anders verwachten in een oerconservatief dorp dat geregeerd wordt door een bemoeizieke graaf die zich met hand en tand tegen elke vernieuwing verzet? En in een katholiek nest in het begin van de jaren ’60 een chocoladewinkel beginnen bij het begin van de vasten is ook om moeilijkheden vragen. Maar je voelt zo aan dat Vianne (Binoche) in haar opzet zal slagen. Zij speelt een sterke, vastberaden chocoladeverkoopster. Je voelt al op kilometers afstand dat het allemaal wel goed zal komen. Vianne fabriceert haar eigen chocolade: pralines, gebakjes, drankjes, ... volgens een geheim recept. Geheel volgens de logica van de wat surrealistische sfeer raadt zij bij de eerste oogopslag wat de lievelingslekkernijtjes van haar klanten zijn. Alsof zij over paranormale psychologische gaven beschikt. Maar eigenlijk stoort het niet in deze film
dat zij onwezenlijk sterk en slim is. Onaards bijna. Zoals trouwens de hele verschijning van de bloedmooie, zwoele Binoche, die met haar kleurrijke kleding en rode schoenen daadwerkelijk van een andere planeet blijkt komen in dit grijze dorp. De winkel zorgt voor sociaal contact in deze contactarme dorpskern. De chocolade symboliseert de zoete geneugten van het leven, waarvan de medeburgers al zo lang verstoken zijn gebleken. De zelfstandige chocoladeverkoopster, die aan niemand wat dan ook verschuldigd is, werkt inspirerend voor andere vrouwen die nu ook hun onafhankelijkheid opeisen. Het maatschappelijk veranderingsproces in deze kleine gemeenschap is overweldigend. De chocoladewinkel is de katalysator van al deze veranderingsprocessen. Of hoe de lokale economie het volk verandert. De opkomst van de chocoladewinkel breekt uiteindelijk de oude machtsstructuren af. Ten langen leste smelt de hardvochtige graaf letterlijk en figuurlijk voor de onweer-
staanbare pralines. De macht van de kerk, nog gesymboliseerd door de donderpreken vanaf de preekstoel, taant zienderogen. En ook de xenofobe denkpatronen tegen vreemdelingen (in de film tegen de zigeuners, vandaag tegen de asielzoekers) worden met succes bestreden door de vrijmoedige Vianne. Al moeten we hier wel stellen dat de romantiek een al te simplistische oplossing is voor dit toch wel complexe maatschappelijke probleem. Wie ’Chocolat’ gaat zien, zal eigenlijk in de eerste plaats een onderhoudende en romantische ’feel good movie’ zien - en jawel, een volledig Engelstalige film weliswaar gedraaid in een Frans dorpje en met een Franse hoofdactrice. Maar voor ons economisten is deze film eens temeer het bewijs dat de dynamische vrije-markteconomie veel dieper ingrijpt in het maatschappelijk leven dan alleen maar de uiterlijke tekenen van handel drijven en geld verdienen laten uitschijnen.
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
Fa Quix
25
8 Om te horen
8 OM TE HOREN 7e Jaargang Academiejaar 2001-2002
Een initiatief van de Faculteit E.T.E.W. en Ekonomika-Alumni met de steun van Capricorn Venture Partners les
datum
spreker
onderwerp
1
8/okt/01
Prof. Katrien Kesteloot
Naar een meer bedrijfseconomische aanpak in de gezondheidszorg: opportuniteit en bedreiging?
2
5/nov/01
Prof. Jos Dumortier
Juridische vragen rond de ontwikkeling van de elektronische handel
3
3/dec/01
Prof. Koenraad Debackere
De ondernemende universiteit
4
21/jan/02
Prof. Wim Moesen
Sociaal kapitaal: concurrentiekracht en economische performantie van landen
5
18/feb/02
Volgt later
Volgt later
6
4/mrt/02
Prof. Piet Vanden Abeele
Marktstrategie voor technologische bedrijven en markten
7
25/mrt/02
Prof. Hylke Vandenbussche Het Europese antidumpingbeleid: een goede zaak?
8
13/mei/02
Prof. Marc Buelens
Stress-management, grenzen en mogelijkheden
PRAKTISCHE INFORMATIE:
+ Prijzen:
+ Tijdschema: 19.30 u. : Ontvangst met drankje en broodje 20.00 u. : Aanvang college 21.00 u. : Mogelijkheid tot vragen en discussie 21.30 u. : Drink en informele contacten
Ekonomika-leden Niet-leden 1 les: 600 BEF 750 BEF 4 lessen: 1.900 BEF 2.400 BEF 8 lessen: 3.400 BEF 4.300 BEF Gelieve te storten op rekeningnummer 4310695271-42 van Ekonomika-Alumni en bijgevoegde antwoordkaart zo snel mogelijk terug te sturen.
+ Plaats:
+ Inlichtingen:
Hogen Heuvel College Faculteit E.T.E.W. Naamsestraat 69 - 3000 Leuven
Centraal Secretariaat 8 om te horen Ekonomika-Alumni Marijke Decabooter Naamsestraat 69 - 3000 Leuven
Parking: ingang rechtover Sedes in de Vlamingenstraat (onder het faculteitsgebouw)
26
Tel. 016/32.66.90 - Fax 016/32.66.89
[email protected] www.ekonomika.be
EKONOMIKA berichten + augustus 2001
Jos Peeters, voorzitter Capricorn Venture Partners. Sponsor van Ekonomika ’8 Om te horen’.
➁ ➀ ➂
➄
➃ ➀ “Praesesdebat Dekenstraat”, v.l.n.r.: Dennis Renders (ploeg Maffia), Jo Van Den Bogaert (ploeg Concordia), Frederik Lathioor (Neukom, preses 71e), Tom Verkolle (ploeg r06), Dirk Lievens (Neukom, vice serieuze zaken 71e) ➁ V.l.n.r.: Michèle De Meulenaere (vice ontspanning 72e), Nele Van Buggenhout (vice cultuur 72e), Lode De Roo (campagneleider Concordia, vice logistiek 70e), Els Craenen (vice onderwijs 72e), Elke Coremans (vice KD 72e) ➂“Kiesreceptie ploeg Concordia”, v.l.n.r. Ilke Peeters, Gwen Braes (vice financiën 72e)
➅
➄“Lolploegencantus Ladeuzeplein” ➅“Kiescantus in Ons Huis”
Foto’s: Ekonomika Studenten
➃“Feestmarkt in de Dekenstraat”
➂
➀
➃
➄
Senioren
26 april 2001
1. Jubileumpreses Jules Dewaele richt het woord tot zijn jaargenoten. 2. Mevr. Annicq, oud-seniorenvoorzitter René Piot, Jules Dewaele en mevr. De Roo - Onghena 3. Groepsfoto van de jubilarissen 4. Mevr. Annie Tavernier, Jules Dewaele en echtgenote, Jacques Vervisch 5. Seniorenvoorzitter Frans Vreys met rechts Anne Vleminckx, gastspreker, en Pol Bastin, organisator, met zijn echtgenote Lieve Stuer.
➁
Foto’s: Jan Maryssael