Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband Samenvatting van een duurzaamheid onderzoek onder 114 EU steden en de 100.000plus gemeenten in Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd ten behoeve van het Nederlands Voorzitterschap van de EU in 2016. Deze Telos, Tilburg University, studie is financieel ondersteund door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Projectteam Prof. Dr. Kees (Bastiaan) Zoeteman Rens Mulder, BSc Ruben Smeets, MSc Corné Wentink, MSc
Tilburg, 27 februari 2016.
Documentnummer: 16.143 Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013 - 466 87 12
[email protected] www.telos.nl
Inhoudsopgave
Samenvatting
4
Introductie 1.1 Doel 1.2 Monitoring 1.3 Opzet
5 5 5 6
2
Meetmethode, selectie van steden en indicatoren
7
3
Duurzaamheidscores van Europese steden
10
4 4.1 4.2
Nederlandse steden vergeleken met Europese steden Duurzaamheidscores van de Nederlandse 100.000plus gemeenten Vergelijking van de Nederlandse gemeenten met de totale groep onderzochte EU steden Hoe presteren de Nederlandse gemeenten in vergelijking met EU steden met een zelfde grootte en geografische ligging?
15 15
4.3
17 18
5
Amsterdam gedetailleerder vergeleken met hoofdsteden in de omgeving 19
6 6.1 6.2 6.3 6.4
Factoren die geassocieerd zijn met de duurzaamheid van EU steden Grootte van de bevolking Geografische positie Stedelijke typologie Concurrentievermogen
22 22 23 23 24
7
Te beantwoorden vragen en aanbevelingen
25
8
Gebruikte literatuur
27
Annex 1: Vergelijking van 31 Nederlandse en 20 EU steden met een zelfde grootte en geografische positie op totale duurzaamheid- en kapitaalscores
30
Samenvatting
De duurzaamheidscore van 114 onderzochte EU steden varieert aanzienlijk, terwijl dat veel minder het geval is bij de 31 onderzochte Nederlandse 100.000plus gemeenten. De Nederlandse gemeenten scoren op duurzaamheid zoals dat bij steden van gelijke grootte in de omgeving van het Noordzeebekken gebruikelijk is. Een interactieve website maakt het voor gemeenten mogelijk zichzelf te benchmarken met andere gemeenten uit deze studie, bijvoorbeeld met die welke een vergelijkbare karakteristiek hebben (www.sustainablecitiesbenchmark.nl). Enkele Scandinavische gemeenten scoren beter en Engelse steden scoren doorgaans wat lager dan die in Nederland. De scores van Amsterdam worden op gedetailleerd niveau vergeleken met die van omringende hoofdsteden, waarbij Amsterdam Kopenhagen voor moet laten gaan, maar beter scoort dan Berlijn, Londen en Brussel. In het algemeen is er een sterke Noord-Zuid gradiënt in de duurzaamheidscores van EU steden. Factoren die de hoogte van de duurzaamheidsscores beïnvloeden zijn, naast de geografische positie, de omvang van de bevolking, de mate van groei of krimp, het type waartoe een stad behoort (welvaartstad, agrarische stad, groene stad, compacte stad, etc.) en bijvoorbeeld het concurrentievermogen van de economie. Verdere verbetering van het vermogen om met modellen de gevolgen van ingrepen op de duurzaamheid van steden in Europa te kunnen nagaan zal belangrijke diensten kunnen bewijzen. Diverse verbeteringen worden aanbevolen op het gebied van de dataverzameling op het niveau van de gemeenten.
4
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
Introductie
1.1
Doel Bijgaand rapport is een korte weergave van het Engelstalige rapport Towards Sustainable EU Cities, A quantitative benchmark study of 114 European and 31 Dutch cities. Dit studierapport is met steun van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties door Telos, Tilburg University, uitgebracht in het kader van het Nederlands Voorzitterschap van de EU in de eerste helft van 2016. Een van de doelstellingen hierbij is volgens minister Ronald Plasterk om innovaties in de woningbouw, het werkgelegenheidsbeleid en het verminderen van de verkeersproblematiek te stimuleren, steden en gemeenten duurzamer te maken en alle burgers het mogelijk te maken om te participeren. Dit is het zogenaamde Urban Agenda initiatief. Namens het kabinet en de Europese Commissie heeft minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken het Parlement begin 2015 gemeld dat de doelen van Urban Agenda zijn dat de economisch en sociale potenties van stedelijke gebieden beter kunnen en moeten worden benut. Een voorwaarde daarbij is goed inzicht in de feitelijke situatie in de steden van de EU en Nederland. Voorliggend onderzoek is daartoe een belangrijke bouwsteen. Het doel van het onderzoek is om, voortbouwend op een eerder door Telos samen met de Europese Commissie en het Europees Milieu Agentschap ontwikkeld prototype onder ca. 50 EU steden, een groep van ruim 100 steden in de EU vanuit duurzaamheid in kaart te brengen en de uitkomsten te vergelijken met die van de grote (100.000plus) gemeenten in Nederland. Niet alleen zal hierover worden gerapporteerd, ook wordt door Telos een interactieve website (www.sustainablecitiesbenchmark.nl) gemaakt waarmee de betreffende steden zich onderling kunnen vergelijken op basis van een uniform ingerichte database over hun duurzaamheidskenmerken.
1.2
Monitoring Monitoring van duurzaamheid krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht. Niet alleen omdat het verzamelen van dergelijke gegevens nodig is voor de controle op de uitvoering van internationale verdragen en de opvolging in 2015 van de
5
Millennium Development Goals1, maar ook omdat gemeenten zelf duurzaamheidsdoelen nastreven zoals in het kader van de World Mayors Council on Climate Change2 en in het verband van ICLEI, Local Governments for Sustainability3. Het meten van duurzaamheid is in de praktijk lastig. Eerst moet duidelijk worden hoe duurzaamheid wordt gedefinieerd, voordat de meting operationeel kan worden gemaakt. In deze studie wordt in navolging van de VN Brundtland Commissie voor Milieu en Ontwikkeling (1987) een brede definitie van duurzaamheid gehanteerd, waarbij het geheel van ecologische, sociaal-culturele en economische aspecten van ontwikkeling wordt beschouwd. Vervolgens is de opgave om aan betrouwbare data of schattingen van waarden voor indicatoren van duurzaamheid te komen. Gebruik is gemaakt van onder meer gegevens van EUROSTAT, de Urban Audit, andere Europese instellingen en de Wereldbank, en soms van via websites van gemeenten te verkrijgen data. 1.3
Opzet In deze samenvatting wordt de meetmethode kort toegelicht, waarna de uitkomsten voor de EU steden worden besproken. Daarna wordt stilgestaan bij de prestaties van de Nederlandse 100.000plus gemeenten in vergelijking met de situatie in Europa. Vervolgens wordt ingegaan op enkele bijzondere thema’s zoals mogelijke verklaringen voor de uitkomsten. Voor uitgebreidere informatie wordt verwezen naar het Engelstalige rapport.
_______________________________________________________________________________________________ 1
http://www.un.org/millenniumgoals/
2
http://www.worldmayorscouncil.org/home.html http://www.iclei.org/
3
6
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
2 Meetmethode, selectie van steden en indicatoren
Telos heeft voor het meten van gemeentelijke duurzaamheid sinds 2000 een methode ontwikkeld, die veel gelijkenis vertoond met het later in Europees verband ontwikkelde EU Reference Framework for Sustainable Cities (RFSC4). Een samenvatting van de werkwijze geeft figuur 2.1.
Figuur 2.1 De werkwijze van Telos om tot duurzaamheidscores voor steden te komen
Duurzaamheid wordt hierbij gedefinieerd als opgebouwd uit een ecologisch, een sociaal-cultureel en een economisch kapitaal. Elk van de drie kapitalen wordt
_______________________________________________________________________________________________ 4 http://www.rfsc-community.eu/about-rfsc/rfsc-at-a-glance/
7
opgebouwd uit thema’s of voorraden, zoals bij het ecologisch kapitaal de voorraden bodem, water, lucht, etc. Per voorraad worden duurzaamheidseisen geformuleerd, bijvoorbeeld: de bodem is schoon. Het meten of aan de eisen wordt voldaan gebeurt aan de hand van indicatoren, bijvoorbeeld: de stikstofbelasting van de bodem door mest. In deze studie zijn 20 voorraden onderscheiden waarvoor in totaal 86 indicatoren zijn gehanteerd. Per indicator wordt door de onderzoekers een duurzaamheidsnormering gemaakt die laat zien hoever de actuele situatie is verwijderd (uitgedrukt in %) van het duurzaamheidsdoel. Vervolgens worden de scores per indicator gesommeerd tot een score voor de voorraad. Dan worden de voorraadscores met gelijk gewicht samengevoegd tot een kapitaal score. De drie kapitaalscores worden met gelijk gewicht samengevoegd tot de totale duurzaamheidscore van een gemeente. Op deze manier worden alle steden in deze studie langs dezelfde duurzaamheidsmaatlat gelegd, zodat ze onderling kunnen worden vergeleken. In de studie zijn in totaal 114 Europese steden, waarbij gelet is op een zekere spreiding in grootte en ligging, en een groep van 31 Nederlandse steden betrokken. Tabel 2.1 geeft deze spreiding weer. Tabel 2.1 Overzicht grootte verdeling steden in studie
Type
Klein
Bevolkingsomvang op basis van wettelijke stadsgrenzen
Aantal EU steden in studie
Aantal NL 100.000plus steden in studie
45.000 –
100.000
23
Middelgroot
100.000 –
250.000
23
27
Groot
250.000 –
500.000
22
1
XGroot
500.000 – 1.000.000
29
3
XXGroot
1.000.000 – 2.000.000
12
Mondiale stad
Meer dan 2.000.000
5
Total
114
31
De herkomst van de gebruikte gegevens en incidentele benaderingen die zijn toegepast zijn te vinden in het hoofdrapport (daarin bijlagen 2 en 3).
8
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
In deze Europese studie konden minder indicatoren worden gebruikt dan in de door Telos jaarlijks uitgebrachte Nationale Monitor Duurzame Gemeenten5, waardoor de uitkomsten van beide studies niet altijd vergelijkbaar zijn. Er is in deze Europese studie voorrang gegeven aan Europese onderlinge vergelijkbaarheid.
_______________________________________________________________________________________________ 5 http://www.telos.nl/Publicaties/PublicatiesRapporten/369066.aspx
9
3 Duurzaamheidscores van Europese steden
In tabel 3.1 is een overzicht gegeven van de totale scores en de drie duurzaamheidkapitaalscores van alle 114 EU gemeenten in deze studie. Scandinavische (Espoo) en enkele Duitse steden voeren de lijst aan. Steden die de lijst afsluiten liggen aan de Middellandse (Napels) en Zwarte Zee. De 6 Nederlandse steden in de groep van 114 EU steden scoren relatief hoog: Nijmegen (57,6 %), Amsterdam (58,1), Den Haag (55,9), Lelystad (54,8), Middelburg (53,6) en Rotterdam (53,9). Daarmee bezetten zij de plaatsen tussen nummers 17 tot 34 op een totaal van 114 plaatsen. Amsterdam positioneert zich tussen Hamburg, Wenen en Frankfurt enerzijds en Malmö, Bremen en Den Haag anderzijds. Rotterdam moet Antwerpen, Berlijn en Bordeaux voor laten gaan maar scoort beter dan London, Gent en Bristol. Er blijkt een duidelijke Noord- Zuid gradiënt in duurzaamheidsscores van de onderzochte gemeenten te zijn. Welke factoren hieraan ten grondslag liggen wordt verderop in dit rapport besproken.
Espoo, Finland
10
Napels, Italië
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
Tabel 3.1 Totaal en duurzaamheidkapitaal-scores voor de 114 onderzochte EU steden (gesorteerd op hoogte totaal score)
Nr Stad 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
SociaalTotale Ecologisch cultureel Economisch duurzaamheid kapitaal kapitaal kapitaal score % score % score % score %
Espoo
65.0
63.5
66.5
65.0
Copenhagen
63.9
62.8
62.7
66.0
Stockholm
63.8
60.8
67.0
63.7
Munich
63.6
61.6
67.7
61.5
Helsinki
63.2
58.7
64.7
66.0
Luxembourg
62.9
54.5
70.3
64.1
Linköping
62.9
65.6
63.8
59.3
Umeå
61.9
70.6
61.9
53.1
Tampere
61.8
66.9
65.2
53.4
Nuremberg
61.6
61.5
64.1
59.3
Innsbruck
60.9
58.6
62.3
61.6
Hamburg
59.3
60.6
57.0
60.3
Oulu
58.9
64.4
61.7
50.6
Frankfurt
58.5
59.8
57.2
58.6
Vienna
58.4
58.6
56.0
60.5
Freiburg
58.3
62.3
58.6
54.1
Amsterdam
58.1
58.0
55.4
61.0
Nijmegen
57.6
57.5
57.5
57.8
Malmö
57.3
61.0
56.7
54.2
Munster
57.1
61.7
57.4
52.2
Ljubljana
56.6
54.4
58.9
56.4
Bremen
56.0
60.6
51.7
55.7
The Hague
55.9
60.0
52.3
55.4
Prague
54.9
47.9
57.2
59.6
Lelystad
54.8
61.8
49.3
53.2
Nantes
54.7
56.0
55.2
52.7
Rennes
54.6
52.7
56.7
54.3
Hannover
54.2
59.5
51.4
51.6
Berlin
54.2
60.2
48.8
53.4
Bratislava
54.1
56.6
50.0
55.7
Rotterdam
53.9
57.5
48.6
55.6
Bordeaux
53.7
55.6
52.7
52.9
Essen
53.7
57.1
54.1
49.8
Middelburg
53.6
55.2
56.0
49.7
11
Nr Stad 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
12
SociaalTotale Ecologisch cultureel Economisch duurzaamheid kapitaal kapitaal kapitaal score % score % score % score %
Antwerp
53.6
51.2
54.8
54.7
Waterford
53.4
53.9
50.9
55.5
London
53.3
49.0
49.4
61.5
Ghent
52.8
47.0
56.9
54.3
Bristol
52.8
53.2
49.0
56.2
Tours
52.6
54.7
49.8
53.2
Brighton and Hove
52.3
53.6
51.2
52.1
Limerick
52.2
54.4
49.2
53.0
Dublin
52.2
50.2
52.1
54.3
Magdeburg
52.1
60.7
50.0
45.6
Belfort
51.9
52.2
51.5
52.0
Vitoria-Gasteiz
51.8
50.9
53.9
50.8
Tallinn
51.6
60.6
46.3
47.9
Brno
51.5
50.8
52.6
51.2
Paris
51.4
43.5
51.0
59.8
Brussels
51.1
57.1
44.0
52.0
Kortrijk
50.7
44.6
54.7
52.7
Glasgow
50.7
51.5
52.3
48.2
Newcastle
50.5
51.7
53.7
46.0
Toulon
50.4
58.3
42.1
50.9
Madrid
50.2
53.4
43.7
53.5
Pamplona
49.9
45.8
53.6
50.2
Warsaw
49.7
46.7
49.1
53.2
Galway
49.5
55.6
45.9
47.1
Budapest
49.4
50.9
49.3
48.1
Vilnius
49.2
59.2
42.8
45.5
Manchester
49.0
48.5
50.1
48.3
Szombathely
48.2
56.8
47.4
40.2
Barcelona
48.2
50.0
45.3
49.3
Marseille
48.1
54.9
39.1
50.3
Florance
48.0
45.1
51.1
47.7
Kaunas
47.9
58.0
43.7
42.1
Valletta
47.9
39.1
52.8
51.7
Sofia
47.7
55.4
39.3
48.4
Narva
47.5
61.6
40.4
40.6
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
Nr Stad 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104
SociaalTotale Ecologisch cultureel Economisch duurzaamheid kapitaal kapitaal kapitaal score % score % score % score %
Arras
47.4
46.2
44.6
51.3
Klaipėda
47.4
57.7
42.5
41.8
Murcia
47.4
57.6
44.2
40.4
Lille
47.3
46.1
43.4
52.4
Cluj-Napoca
47.3
56.0
47.7
38.2
Olomouc
47.2
49.0
50.3
42.3
Stoke-on-Trent
46.9
48.7
48.4
43.7
Lisbon
46.8
48.5
44.2
47.7
Santander
46.6
43.6
50.6
45.5
Riga
46.5
56.1
38.6
44.8
Reggio Emilia
46.2
41.1
49.2
48.1
Zaragoza
46.0
54.8
40.8
42.5
Porto
45.9
49.7
47.9
40.1
Karlovy Vary
45.9
52.7
45.2
39.9
Seville
45.9
50.1
43.3
44.2
Viseu
45.9
59.6
45.6
32.5
Milan
45.7
40.8
46.8
49.4
Bucharest
45.7
46.8
43.3
46.8
Kraków
45.6
43.1
50.2
43.5
Toruń
45.4
49.4
48.8
37.9
Turin
45.2
45.7
43.8
46.1
Piatra Neamț
45.1
62.4
44.6
28.3
Karviná
45.0
49.8
45.2
40.1
Valencia
44.8
50.2
39.7
44.4
Jelgava
44.6
57.7
33.7
42.3
Bydgoszcz
44.6
48.1
45.9
39.8
Ostrów Wielkopolski
44.3
44.0
45.2
43.7
Málaga
44.1
50.0
41.4
40.8
Prešov
44.0
53.0
42.2
36.9
Braga
44.0
52.3
43.7
36.0
Brașov
44.0
58.1
44.5
29.3
Białystok
43.8
47.0
47.9
36.6
Valongo
43.7
46.8
44.0
40.1
Trenčín
43.1
52.9
40.8
35.6
Miskolc
42.3
55.9
37.7
33.3
13
Nr Stad 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114
14
SociaalTotale Ecologisch cultureel Economisch duurzaamheid kapitaal kapitaal kapitaal score % score % score % score %
Pitești
41.7
61.4
35.2
28.5
Łódź
41.4
39.7
45.5
39.1
Rome
41.3
41.7
36.8
45.3
Yambol
41.3
51.7
39.6
32.5
Larissa
39.1
49.1
38.4
29.9
Athens
39.0
37.5
33.3
46.0
Vidin
38.0
50.8
34.4
28.8
Constanța
37.4
52.1
33.4
26.7
Thessaloniki
35.1
41.0
31.3
32.8
Naples
35.0
36.3
33.1
35.5
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
4 Nederlandse steden vergeleken met Europese steden
In dit hoofdstuk worden de onderzochte 100.000plus gemeenten beschreven en vergeleken met een geselecteerde groep EU steden. 4.1
Duurzaamheidscores van de Nederlandse 100.000plus gemeenten Tabel 4.1 toont de meetresultaten voor de onderzochte 31 grootste Nederlandse gemeenten. Lezers die bekend zijn met de resultaten van de Nationale Monitor Duurzame Gemeenten van Telos moeten zich realiseren dat de uitkomsten in dit overzicht af kunnen wijken van de scores in de Nationale Monitor omdat de indicatoren die in de National Monitor zijn gebruik niet altijd konden worden toegepast in de hier gepresenteerde EU studie. Bovendien is het aantal gebruikte indicatoren in de EU studie (86) kleiner dan bij de Nationale Monitor (106). Dit is er onder meer de oorzaak van dat de waarden van individuele indicatoren een ander gewicht krijgen bij het berekenen van de einduitkomst in de EU studie ten opzichte van de Nationale Monitor. In het EU onderzoek is de keus gemaakt om het vergelijkbaar zijn van de Nederlandse 100.000plus gemeenten met de EU steden zwaarder te laten wegen dat het vergelijkbaar zijn met de eerdere Nationale Monitor uitkomsten. Tabel 4.1 laat zien dat de verschillen tussen de duurzaamheidscores van de Nederlandse steden relatief klein zijn. Door deze relatief kleine verschillen in scores zijn in een aantal gevallen flinke verschuivingen in de relatieve positie tussen de steden ten opzichte van die in de Nationale Monitor opgetreden. Daaraan moet geen groot gewicht worden toegekend. Het onderzoek is er meer op gericht geweest de verschillen met de andere EU steden zo goed mogelijk, maar niet zo evenwichtig als in de Nationale Monitor kon plaatsvinden, in beeld te brengen.
15
Tabel 4.1 Overzicht van de totale duurzaamheidscores en kapitaal scores van 31 Nederlandse steden
Stad Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn Amersfoort Amsterdam Apeldoorn Arnhem Breda Delft Dordrecht Ede Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Haarlemmermeer Leeuwarden Leiden Maastricht Nijmegen Rotterdam 's-Hertogenbosch The Hague Tilburg Utrecht Venlo Westland Zaanstad Zoetermeer Zwolle
16
Ecologisch Totaal kapitaal score score 55.8 51.0 56.4 63.7 56.1 59.5 58.1 59.5 56.2 54.8 55.5 57.2 58.5 54.1 56.4 54.3 57.7 59.1 58.9 54.3 55.4 54.8 57.6 53.9 55.7 55.9 55.4 59.0 55.5 54.1 58.2 55.8 57.5
59.2 56.9 58.0 61.6 55.4 51.9 55.3 62.6 60.9 47.4 60.3 56.7 57.4 59.6 54.4 57.9 54.1 57.5 57.5 57.5 51.9 60.0 52.5 56.3 55.9 55.7 59.8 59.8 60.2
Sociaalcultureel Economisch kapitaal kapitaal score score 58.05894 58.51277 51.42569 53.95522 53.95756 59.07112 55.42538 59.60097 56.75253 54.12466 55.12264 55.54444 59.64263 53.70023 57.59858 54.3123 59.36042 59.20368 58.42919 53.98336 55.31545 54.17457 57.50342 48.63849 55.62709 52.29863 55.9032 57.38214 55.62568 54.68162 57.99274 50.75763 57.71957
55.02488 62.47453 60.96312 57.29896 56.46285 58.2548 55.98842 53.37627 54.86146 61.23987 51.18373 51.864 56.21212 58.41312 63.98135 51.05927 56.6912 52.88018 57.82744 55.5912 59.59195 55.35613 57.9357 63.39259 54.86942 51.98842 56.76069 56.83703 54.50497
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
Dat de Nederlandse steden een kleinere variatie in scores te zien geven dan de EU gemeenten is toe te schrijven aan factoren zoals minder variatie in grootte en een meer homogene sociaaleconomische context. 4.2
Vergelijking van de Nederlandse gemeenten met de totale groep onderzochte EU steden In figuur 4.1 wordt de groep van 31 Nederlandse steden vergeleken met de totale groep van 114 EU steden. Voor alle drie de duurzaamheidskapitalen scoort de groep Nederlandse gemeenten gemiddeld hoger dan de groep EU steden. Dat is geen verrassing gegeven de vrij noordelijke ligging van Nederland in de EU, waar de duurzaamheidscores in het algemeen hoger zijn.
Score in %
Total and capital scores EU and Dutch cities average and range values 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25
Figuur 4.1 Verschillen voor de totale en kapitaal scores voor de groep Nederlandse en de totale groep EU steden
Bij de groep Nederlandse steden zijn de spreidingen in scores het grootst voor het ecologisch kapitaal, terwijl voor de groep EU steden de spreiding het grootst is voor het economisch kapitaal. De gemiddelde score voor het economisch kapitaal is bij de groep EU steden lager dan voor de andere kapitalen. Bij het vergelijken van de gemiddelde kapitaal scores tussen de Nederlandse en EU groep blijkt dat de verschillen het kleinst zijn voor het ecologisch kapitaal. De groep Nederlandse steden presteren het best ten opzichte van het EU gemiddelde en het eigen gemiddelde bij het economisch kapitaal.
17
4.3
Hoe presteren de Nederlandse gemeenten in vergelijking met EU steden met een zelfde grootte en geografische ligging? Ter vergelijking met de Nederlandse steden is uit de onderzochte totale groep EU steden een selectie gemaakt, bestaande uit de steden met een grootte van 100.000-900.000 inwoners die tevens liggen in landen die grenzen aan de Noordzee: België, Denemarken, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. De geselecteerde lijst met deze steden is te vinden in Annex 1 en een deel hieruit is weergegeven in figuur 4.2.
Figuur 4.2 Vergelijking van 31 Nederlandse steden met 20 EU steden van gelijksoortige grootte gelegen aan de randen van de Noordzee
Uit figuur 4.2 blijkt dat de Nederlandse steden in de kern van de groep steden met vergelijkbare karakteristieken presteren, al doen Linköping, Umea en Nuremberg het beter dan Apeldoorn, dat als de best scorende Nederlandse stad bij dit onderzoek naar voren komt. Diverse Engelse steden scoren het laagst in deze selectie. Amsterdam scoort iets lager dan Frankfurt, terwijl Antwerpen en Rotterdam praktisch gelijk scoren.
18
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
5 Amsterdam gedetailleerder vergeleken met hoofdsteden in de omgeving
Overzicht centrum van Amsterdam
In het hoofdrapport is een presentatie gegeven van de duurzaamheidprestaties op voorraad niveau van vrijwel alle hoofdsteden van de EU lidstaten. Daaruit wordt hier een selectie gepresenteerd voor Amsterdam (0.83 mln), Brussel (1.1 mln), Kopenhagen (0.58 mln) en Londen (8.5 mln). Daarbij worden deze steden vergeleken aan de hand van hun voorraad (stock) profielen zoals hieronder weer gegeven. Elk profiel geeft de voorraadscores weer ten opzichte van de gemiddelde score (gestippelde lijn) voor alle 114 steden.
19
20
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
Onder deze vijf steden wijkt het scoreprofiel van Brussel het meest af. Kopenhagen heeft de hoogste duurzaamheidscore van de vijf, gevolgd door Amsterdam (tabel 5.1). Amsterdam en Kopenhagen scoren op bijna elke voorraad beter dan gemiddeld. In Amsterdam scoort alleen ‘bodem en grondwater’ lager dan gemiddeld en in Kopenhagen geldt dit voor ‘oppervlaktewater’. In Brussel, dat het laagst van de vier scoort op totale duurzaamheid, zijn er meerdere laag scorende voorraden, waaronder ‘oppervlaktewater’, ‘economische participatie’, ‘educatie’, ‘veiligheid’ en ‘sociale participatie’. Voor Londen behoren tot de relatief laag scorende voorraden ‘natuur en landschap’, ‘oppervlaktewater’, ‘economische, politieke en sociale participatie’. Berlijn volgt redelijk het gemiddelde beeld. Tabel 5.1 Totale duurzaamheid- en kapitaal scores voor Amsterdam, Brussel, Kopenhagen en Londen
Stad
Totale Ecologisch duurzaamheid kapitaal score score
Sociaalcultureel kapitaal score
Economisch kapitaal score
Amsterdam
58.1
58.0
55.4
61.0
Berlijn
54.2
60.2
48.8
53.4
Brussel
51.1
57.1
44.0
52.0
Kopenhagen
63.9
62.8
62.7
66.0
Londen
53.3
49.0
49.4
61.5
Wat opvalt, is de erg lage score voor het sociaal-cultureel kapitaal van Brussel. In Londen valt op dat het de hoogste duurzaamheidscore heeft van de vier bij de voorraden ‘energie en klimaat’ en ‘veiligheid’. Brussel scoort erg hoog op ‘politieke participatie’ en ‘afvalverwerking’. Amsterdam springt er gunstig uit bij de voorraad ‘geluidhinder en calamiteiten’.
21
6 Factoren die geassocieerd zijn met de duurzaamheid van EU steden
6.1
Grootte van de bevolking Een belangrijke factor die de duurzaamheid van een stad blijkt te bepalen is het inwoneraantal, zoals figuur 6.1 laat zien. De totale duurzaamheidscore van de onderzochte EU steden neemt toe met toenemende grootte, tot een stad de omvang van ca. 2 miljoen inwoners heeft bereikt. Daarna neemt de duurzaamheidscore weer af. De oorzaak hiervan blijkt uit de onderliggende kapitaalscores. Het economisch kapitaal neemt toe met toenemend aantal inwoners maar stabiliseert na een omvang van ca. 2 miljoen inwoners. Tegelijk blijken het ecologisch en sociaal-cultureel kapitaal, na het bereiken van een omvang van 250.000 inwoners af te nemen. Eerst kan de stijging van de score van het economisch kapitaal deze afnemende waarden nog compenseren maar boven een grootte van ca.2 miljoen inwoners is dit niet meer het geval. Verder blijkt uit het onderzoek dat groeiende steden betere duurzaamheidscores behalen dan krimpende steden.
22
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
City size and Sustainability Score 60
Score in %
55 50 Total Sustainability
45
Ecological Capital 40
Economic Capital Social Capital
Figuur 6.1 Duurzaamheidscores voor de groep van 114 EU steden van verschillende groottes
6.2
Geografische positie Een tweede belangrijke factor voor de hoogte van de duurzaamheidscore is de geografische ligging van een stad in de EU. De Scandinavische steden vertonen de hoogste scores (ca. 62,1%), gevolgd door de steden in het Centrum (54%) en het Westen (52,5%) van de EU. Lager scoren de steden in het Oosten (45,7%) en Zuiden (44,7%).
6.3
Stedelijke typologie Telos heeft, in afwijking van door sommigen gebruikte statistisch onderbouwde typologieën, steden onderscheiden naar verschillende typen op basis van hun functionele kenmerken. Zo is er een onderscheid gemaakt naar niet alleen groeien krimpsteden, maar ook naar bijvoorbeeld agrarische, groene, haven, toeristische, welvarende en compacte steden. Het blijkt dat de welvarende steden, waar de bevolking een hoog besteedbaar inkomen geniet, en de groeisteden het meest gunstig scoren ten opzichte van het gemiddelde (meer dan 3% hoger) en de compacte en krimpsteden het meest ongunstig (meer dan 3% lager).
23
6.4
Concurrentievermogen Op basis van het brede databestand zijn correlaties tussen de duurzaamheidvoorraden en -indicatoren bekeken. Onder de 20 voorraden blijkt het ‘concurrentievermogen’ van een stad het meest frequent significant te correleren met andere voorraden, in totaal met 9 andere, verdeeld over alle drie de kapitalen. Binnen de voorraad ‘concurrentievermogen’ blijken de indicatoren ‘besteedbaar inkomen’ en ‘arbeidsproductiviteit’ hiervoor het meest verantwoordelijk. Deze twee economische indicatoren zijn het meest geassocieerd met brede duurzaamheidsprestaties. Andere voorraden die in dit verband in het oog springen zijn: ‘kennis’, ‘afvalbehandeling’, ‘infrastructuur en mobiliteit’ en ‘gezondheid’. Soms is een hoge score het gevolg van omstandigheden die bestuurders niet erg in de hand hebben. Het is daarom belangrijk na te gaan welke van deze voorraden en indicatoren door eigen beleidsmaatregelen kunnen worden versterkt.
24
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
7 Te beantwoorden vragen en aanbevelingen
Het onderzoek geeft aan dat het wenselijk is een verdergaand kennis programma ter hand te nemen dat aan kan geven hoe om te gaan met belangrijke duurzaamheidsuitdagingen verbonden met de Urban Agenda / Agenda Stad. Het gaat daarbij om het vinden van antwoorden op o.a. de volgende vragen: Hoe duurzaam is de groei van steden die momenteel een hoog welvaartsniveau
kennen maar waarvan de bevolking vergrijst? Hoe kunnen verschillende soorten krimpsteden op langere termijn duurzamer
worden gemaakt bv met behulp van regionaal ontwikkelingsbeleid? Welke sterk verstedelijkte gebieden zijn van beslissend belang om de duurzame
ontwikkeling van de EU te bevorderen en hoe zijn deze gebieden onderling en met hun omgeving verknoopt? Hoe kunnen kleinere gemeenten en dorpen worden betrokken bij de EU data systemen en beleidsinstrumenten? Hoe kan de duurzaamheidsperspectief van kleinere gemeenten, waarin een groot deel van de Europese bevolking nog altijd woont, worden verbeterd zonder de ecologische en sociale kwaliteiten die ze vaak nog hebben negatief te beïnvloeden? Voor het vinden van antwoorden op dergelijke vragen is het ontwikkelen van een model belang, waarmee de gevolgen van initiatieven voor de integrale duurzaamheid van gemeenten en stedelijke gebieden kunnen worden getoetst. Deze studie heeft al belangrijke bouwstenen daartoe opgeleverd, inclusief beïnvloedende factoren en referentie voorraden en indicatoren. Aanbevolen wordt om de bestaande activiteiten verder uit te breiden en te bundelen en een Europees Kennis en uitwisseling Programma ter Verbetering van Stedelijke Duurzaamheid (European Knowledge and exchange Program on Improving Urban Sustainability [EKPIUS]) tot stand te brengen, daarbij gebruikmakend van bestaande kennis en structuren zoals voorhanden in URBACT en andere EU initiatieven. Bovendien heft deze studie een aantal wenselijke verbeteringen aan het licht gebracht op het gebeid van het verzamelen en bewerken van data. Daarvoor worden bijvoorbeeld de volgende aanbevelingen gedaan:
25
1. Breidt het aantal Europese gemeenten uit dat betrokken wordt bij de Urban Audit Perception Survey van de huidige 79 gemeenten naar tenminste ca. 250 gemeenten die verschillende grootte klassen en een goede regionale spreiding binnen de EU vertegenwoordigen. 2. Zet een betere monitoring op van de huidige migranten crisis. 3. Verzamel en deelgegevens die betrekking hebben op economische indicatoren op een gedetailleerder niveau dan NUTS 2, zodat het gemeentelijke niveau beter in kaart kan worden gebracht. 4. Organiseer concrete en realistische uitvoeringsinformatie over de resultaten van recente EU en nationale beleidsmaatregelen over CO2 emissie beperking, die niet alleen bruikbaar is vanuit de vereisten voor het VN klimaatverdrag maar die ook beleid op gemeentelijk niveau ondersteunen. 5. Verzamel EU breed meer gemeente specifieke gegevens over de stand van zaken van bijvoorbeeld de energie transitie (energieconsumptie huishoudens, inzet windenergie, zonnepanelen, etc.), de transitie naar een circulaire economie, de beschikbaarheid van duurzame bedrijfsterreinen, etc.
26
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
8 Gebruikte literatuur
Barles, S. 2009, Urban Metabolism of Paris and Its Region, Journal of Industrial Ecology, 13, 6, 898-913. Checkland, P., J. Scholes, 1990. Soft systems methodology in action. Wiley, Chichester. Cushman and Wakefield, 2011, European Cities Monitor 2010, London: European Research Group Cushman and Wakefield, see http://www.europeancitiesmonitor.eu/wp-content/uploads/2010/10/ECM-2010-FullVersion.pdf. Dijkstra, L., H. Poelman, 2012, Cities in Europe, The new OECD-EC definition, Brussels: Regional Focus, A series of short papers on regional research and indicators produced by the DG for Regions and Urban policy, RF 01/2012. See http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/focus/2012_01_city.pdf. ETC, 2014, ETC -ULS report - City typology. European Parliamentary Research Service, 2014, European Union’s Cities – a typology. See http://epthinktank.eu/2014/02/16/european-unions-cities-atypology/. ESPON, 2013, ESPON Typology Compilation, Scientific Platform and Tools 2013/3/022, Interim Report. See http://www.espon.eu/export/sites/default/Documents/Projects/ScientificPlatform/Ty pologyCompilation/fir-090615.pdf. Gregor, M. (GeoVille), Schröder, C., Aksoy, E (UMA), Fons, J., Sainz, M. (UAB) and Cugny-Seguin, M. (Project Manager of EEA), 2014, City typology Task (183.3) Final Report, ETC-SIA of EEA, November. Hardi, P., T. Zdan, 1997. Assessing Sustainable Development: Principles and Practise, Winnipeg: IISD.
27
Hermans, F.L.P., W.M.F. Haarmann, J.F.L.M.M. Dagevos, 2011, Evaluation of stakeholder participation in monitoring regional sustainable development, Reg Environ Change, 11, 805-815. Koenders, B. (2015), Letter of minister of Foreign Affairs to Dutch Parliament, Second Chamber nr 34 139, concerning The Preparations of the Dutch Presidency, 28 January, reference Minbuza-2015.25600 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34139-1.pdf) Mommaas, H., R. Eweg, 2011, Organizing innovations and transitions, Toward a more sustainable fit between innovation strategies and the institutional environment, in: H.C. van Latesteijn and K. Andeweg (eds.), The TransForum Model: Transforming Agro Innovation Toward Sustainable Development, DOI 10.1007/978-90-9781-1_3, Springer Science-Business Media BV, 41-58. Mommaas, H. (2014), De duurzame stad, In: Essays toekomst van de stad. Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, p. 36-40. Ortman, S.G., A.H.F. Cabaniss, J.O. Sturm, L.M.A. Bettencourt, 2015, Settlement scaling and increasing returns in an ancient society, Economic Anthropology, (Sci. Adv. 2015; 1:e 1400066, 20 February). Plasterk, R. (2014), Samen agenda Stad maken!, ROm magazine, special, november, 12-13. Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (2014). De toekomst van de stad: de kracht van nieuwe verbindingen. RFSC 2016), http://app.rfsc.eu/. Watson, J., K. Shields, H. Langer, 2009, European Green City Index, Assessing the environmental impact of Europe’s major cities, Munich: Siemens Zoeteman, K., 2012, Can sustainable development be measured?, in (K. Zoeteman, ed.), Sustainable Development Drivers, Cheltenham UK: Edward Elgar Publ., 74-98. Zoeteman, B.C.J., J.L. Slabbekoorn, R.J. Smeets, C.H.M. Wentink, J.F.L.M.M. Dagevos, J. Th. Mommaas, 2014, National monitor of sustainability performance of Dutch municipalities 2014, In search of local sustainability issues based on 90 indicators for all 403 municipalities of the Netherlands, Tilburg: Telos, Report nr 14.094, see www.telos.nl/publications/reports. Zoeteman, K., H. Mommaas, J. Dagevos, 2015, Are larger cities more sustainable? Lessons from integrated sustainability monitoring in 403 Dutch municipalities, Environmental Development, 19 August, http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2211464515300014.
28
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
Zoeteman, K., M. van der Zande, R. Smeets, 2015, Integrated Sustainability Monitoring of 58 EU Cities, Tilburg, Telos Report Number 15.123, Tilburg University (www.telos.nl). Zoeteman, B.C.J., M. van der Zande, R.J. Smeets, R.J., C.H. M. Wentink, J.F.L.M. Dagevos & J.T. Mommaas, 2015. Nationale monitor duurzame gemeenten, Tilburg, Telos Report nr 15.131, Tilburg University, 18 september (www.telos.nl).
29
Annex 1: Vergelijking van 31 Nederlandse en 20 EU steden met een zelfde grootte en geografische positie op totale duurzaamheid- en kapitaalscores
Total score
Ecological score
Sociocultural score
Economic score
Linköping
62.9
65.6
63.8
59.3
Umeå
61.9
70.6
61.9
53.1
Nuremberg
61.6
61.5
64.1
59.3
Apeldoorn
59.5
61.6
59.6
57.3
Amersfoort
59.5
56.9
59.1
62.5
Haarlem
59.1
59.6
59.2
58.4
Utrecht
59.0
56.3
57.4
63.4
Haarlemmermeer
58.9
54.4
58.4
64.0
Ede
58.5
60.9
59.6
54.9
Frankfurt
58.5
59.8
57.3
58.6
Freiburg
58.3
62.3
58.6
54.1
Zaanstad
58.2
59.8
58.0
56.8
Amsterdam
58.1
58.0
55.4
61.0
Groningen
57.7
57.4
59.4
56.2
Nijmegen
57.6
57.5
57.5
57.8
Zwolle
57.5
60.2
57.7
54.5
Malmö
57.3
61.0
56.8
54.2
Dordrecht
57.2
62.6
55.5
53.4
Munster
57.1
61.7
57.4
52.2
Emmen
56.4
60.3
57.6
51.2
Almere
56.4
63.7
51.4
54.0
Arnhem
56.2
55.4
56.8
56.5
City
30
Benchmarking op duurzaamheid van Nederlandse steden in EU verband
Alphen aan den Rijn
56.1
59.2
54.0
55.0
Bremen
56.0
60.6
51.7
55.7
The Hague
55.9
60.0
52.3
55.4
Alkmaar
55.8
51.0
58.1
58.5
Zoetermeer
55.8
59.8
50.8
56.8
's-Hertogenbosch
55.7
51.9
55.6
59.6
Venlo
55.5
55.9
55.6
54.9
Delft
55.5
55.3
55.1
56.0
Tilburg
55.4
52.5
55.9
57.9
Leiden
55.4
54.1
55.3
56.7
Maastricht
54.8
57.5
54.2
52.9
Breda
54.8
51.9
54.1
58.3
Lelystad
54.8
61.8
49.3
53.2
Leeuwarden
54.3
57.9
54.0
51.1
Enschede
54.3
56.7
54.3
51.9
Hannover
54.2
59.5
51.4
51.6
Eindhoven
54.1
47.4
53.7
61.2
Westland
54.1
55.7
54.7
52.0
Rotterdam
53.9
57.5
48.6
55.6
Essen
53.7
57.1
54.1
49.8
Middelburg
53.6
55.2
56.0
49.7
Antwerp
53.6
51.2
54.8
54.7
Ghent
52.8
47.0
56.9
54.3
Bristol
52.8
53.2
49.0
56.2
Brighton and Hove
52.3
53.6
51.2
52.1
Magdeburg
52.1
60.7
50.0
45.6
Belfort
51.9
52.2
51.5
52.0
Kortrijk
50.7
44.6
54.7
52.7
Glasgow
50.7
51.5
52.3
48.2
Newcastle
50.5
51.7
53.7
46.0
Stoke-on-Trent
46.9
48.7
48.4
43.7
31