Beleidsplan

Beleidsplan 2013 - 2018

Stichting Kinderhulp Afrika Kantooradres: Van Cleeffkade 15 1431 BA AALSMEER Postbus 70 1430 AB AALSMEER Telefoon: 0297-348552 www.kinderhulp-afrika.nl Website: KvK inschrijving: 41224830 Amsterdam RSIN: 8584606

BELEIDSPLAN 2013-2018 Inhoud

1

MISSIE ....................................................................................................................................................... 2

2

VISIE.......................................................................................................................................................... 2

3

25 JAAR ERVARING ................................................................................................................................... 3

4

TERUGBLIK OP HET BELEIDSPLAN 2007-2012 ............................................................................................ 5

5

STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2013 - 2018 ................................................................................................... 6 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8

6

FONDSENWERVING................................................................................................................................. 13 6.1 6.2 6.3 6.4

7

KIND-SPONSOREN EN ‘VRIENDEN’ .................................................................................................................. 13 MEDEFINANCIERINGSORGANISATIES ............................................................................................................... 13 ERFENISSEN EN LEGATEN .............................................................................................................................. 14 INKOMSTENWERVING IN UGANDA .................................................................................................................. 14

VERMOGENSBEHEER VOLGENS BESTEDINGSCRITERIUM ......................................................................... 15 7.1 7.2

8

STRATEGISCH DOEL 1: VERHOGEN VAN DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS .............................................................. 6 STRATEGISCH DOEL 2: BEGELEIDING VAN UITSTROOM VAN DE WEESKINDEREN NAAR DE MAATSCHAPPIJ ........................ 8 STRATEGISCH DOEL 3: GEESTELIJK WELZIJN EN MENTALE ZELFSTANDIGHEID VAN DE KINDEREN ..................................... 9 STRATEGISCH DOEL 4: GEVEN VAN MEDISCHE BASISZORG BINNEN CWM EN AAN DE OMGEVING ................................. 9 STRATEGISCH DOEL 5: MANAGEMENTONDERSTEUNING EN FINANCIËLE CONTROLE OVER CWM .................................. 9 DOEL 6: CWM ALS WERKGEVER: BINDEN VAN PERSONEEL AAN DE ZORGDOELSTELLINGEN VAN CWM ...................... 10 DOEL 7: CWM IN DE MAATSCHAPPIJ: GEZONDHEID, MILIEUHYGIËNE EN DUURZAAMHEID ........................................ 11 DOEL 8: BEWUSTMAKING VAN DE NEDERLANDSE BEVOLKING .............................................................................. 12

VERMOGENSBESTEDING ............................................................................................................................... 15 VERMOGENSRESERVERING ............................................................................................................................ 15

BESTUUR EN ORGANISATIE ..................................................................................................................... 16 8.1 8.2 8.3

BESTUUR................................................................................................................................................... 16 KANTOORORGANISATIE ................................................................................................................................ 16 BELONINGSBELEID ....................................................................................................................................... 16

Stichting Kinderhulp Afrika

Pagina 1

BELEIDSPLAN 2013-2018

Inleiding Met dankbaarheid kunnen wij terugkijken op de gerealiseerde doelen uit het voorgaande beleidsplan 2007 – 2012. Aan het begin van het schooljaar 2013 hebben enkele bestuursleden in Uganda gesproken met een groep jonge mannen en vrouwen die het hele zorgprogramma van Children’s Welfare Mission doorlopen hebben. Mannen en vrouwen die op jonge leeftijd hun ouders verloren, en voor wie ook geen naaste familie beschikbaar was om de zorg over te nemen. Nu vertelden zij één voor één over de plek in de maatschappij die zij als jonge volwassenen innemen. De meesten met trots op hun werk of hun eigen kleine onderneming. Sommigen naast hun werk bezig met een zelf gefinancierde vervolgstudie. Allen met dankbaarheid voor de zorg en aandacht die hen gedurende 14 tot 16 jaar van hun leven geboden is. In die individuele verhalen ligt een belangrijke bron van inspiratie voor dit nieuwe beleidsplan van Stichting Kinderhulp Afrika voor de jaren 2013 – 2018. Een beleidsplan vol ambities gericht op de ontwikkeling van steeds weer nieuwe groepen weeskinderen. Een beleidsplan ook, om de continuïteit van het werk te waarborgen, zonder in vaste routines te vervallen. Uganda is strek in ontwikkeling. Ondanks een hoge jeugdwerkloosheid biedt dat kansen aan jongeren die goed opgeleid en mentaal sterk in het leven staan. Juist de meest kansarme kinderen willen wij dat punt op de horizon bieden. Wij hopen hiermee ook steeds weer nieuwe sponsors enthousiast te maken om achter onze visie te gaan staan, en te investeren in het leven van een kind.

1

Missie

Stichting Kinderhulp Afrika is een christelijke organisatie die handelt vanuit een diepe bewogenheid en liefde voor de medemens. Zij uit die bewogenheid in hulpverlening aan weeskinderen in Uganda. Ook biedt zij individuen, gezinnen en maatschappelijk betrokken organisaties een mogelijkheid om aan die bewogenheid uiting te geven.

2

Visie

Wij willen zo veel mogelijk kansloze weeskinderen een toekomst geven. Dat doen wij door ze te begeleiden op de weg naar volwassenheid en zelfstandigheid. Met een goede opleiding als basis, willen wij hen als volwassen christenen een bijdrage zien leveren aan de ontwikkeling van hun samenleving.


Pagina 2


3

25 jaar ervaring

3.1

Children’s Welfare Mission is de naam waaronder Kinderhulp Afrika in Uganda werkt. Children’s Welfare Mission (CWM) is mede opgebouwd vanuit de pioniersvisie en het leiderschap van een aantal achtereenvolgende Nederlandse echtparen. Toch geven wij alle onderstaande vormen van zorg via lokaal personeel. Westerse beïnvloeding moet minimaal blijven. Zo houden de kinderen maximale aansluiting op de Ugandese maatschappij. In de laatste jaren hebben wij steeds meer bestuurstaken van CWM in Ugandese handen overgedragen. Wel staat Kinderhulp Afrika altijd open voor vrijwilligers en stagiairs van Nederlandse opleidingen, die hun kennis en kunde willen delen. Vaak richt zich die hulp zowel rechtstreeks op het kind, alsook op het onderwijzend personeel.

3.2

Basisonderwijs geven wij in een eigen internaat sinds 1992. De basisschool duurt in Uganda 7 jaar (klassen P1-P7). Het schoolprogramma sluit aan op de standaard van het Ugandese ministerie van onderwijs. Ieder jaar wordt afgesloten met een examen.

3.3

Middelbaar onderwijs geven wij in een eigen internaat sinds 2002. De ‘Namugongo Secondary & Vocational School’ (NSVS) staat binnen de muren van CWM. Naast theoretisch onderwijs krijgt iedere student een beroepsgericht keuzevak, dat recht geeft op een erkend certificaat. Na 4 jaar (‘ordinary level’, klassen S1-S4) kunnen de leerlingen afbuigen naar beroepsgericht vakonderwijs op vakscholen in de omgeving. Dat gebeurt uiteraard nog met steun vanuit St. Kinderhulp Afrika. Ook kunnen scholieren nog twee jaar op de NSVS doorleren (‘advanced level’, klassen S5-S6). Daarna kunnen wij in overleg met de sponsors in Nederland nog begeleiden bij aanvullende studie, gedurende 2 tot 3 jaar. De doelstelling van Kinderhulp Afrika en van CWM is om de weeskinderen individueel te begeleiden tot het moment dat zij over hun eerste certificaat of diploma beschikken, dat hen kwalificeert voor een plaats op de arbeidsmarkt.

3.4

Huisvesting biedt CWM: - aan ongeveer 200 basisschoolkinderen, in slaapkamers van 4 of 6 kinderen - aan ongeveer 500 middelbare scholieren, in slaapkamers van 12 studenten - aan een deel van de ca. 90 medewerkers die in loondienst van CWM zijn. Een ander deel van het personeel woont buiten CWM, in de nabije omgeving.


Pagina 3


3.5

3.6

800 monden worden dagelijks gevoed. Vanaf eind 2013 zijn daarvoor een nieuwe keuken en eetzaal beschikbaar. In plaats van op hout zal er met gas en stoom gekookt worden. Dat draagt positief bij aan het milieu en aan de gezondheid van het keukenpersoneel. De kerk, de Namugongo Pentecostal Church, levert een belangrijke bijdrage aan de persoonlijkheidsvorming van de kinderen. Voor de kerkdiensten op zondag gaat het terrein van CWM open voor de omwonenden uit de omgeving. Naast gezamenlijke kerkdiensten maken de kinderen ook deel uit van een kleine groep. Die staat steeds onder leiding van een oudere student of medewerker. Zo leren zij niet alleen te ontvangen, maar ook persoonlijke kennis, zorg, en aandacht uit te delen. Zelfs op de basisschool heeft ieder kind in de onderbouw al speciale aandacht van een kind uit de bovenbouw.

3.7

Child care is de naam waaronder alle kindgerichte zorg gecoördineerd wordt. Sociaal werkers zijn verantwoordelijk voor het geestelijk, mentaal en lichamelijk welzijn van de kinderen. Zij voeren gesprekken met de kinderen om te horen hoe het met hen gaat. De sociaal werkers doen ook de eerste selectie van de weeskinderen, en houden contact met hun voogden. Samen met het onderwijzend personeel helpen zij de kinderen bij de studiekeuze en de uitstroom in de maatschappij. Onder ‘Child care’ vallen ook de ‘moeders’ en ‘vaders’ die bij de slaapverblijven wonen.

3.8

Medische zorg kan met ongeveer 800 personen binnen de poort niet ontbreken. Sinds 1996 beschikt CWM over een eigen kliniek, het ‘Jjanda Medical Centre’. De kliniek biedt ook eerste hulp aan bewoners uit de wijde omgeving. Door de jaren heen raakten wij daarnaast gespecialiseerd in tandheelkundige zorg en verloskunde. Ook is de kliniek een centrum voor vaccinatie en voorlichting over gezinsplanning en HIV/AIDS preventie. Schoon drinkwater is een basisvoorwaarde voor gezondheid. In 1998 boorden wij voor het eerst grondwater aan op het eigen terrein. Vanaf dat moment konden ook bewoners uit de omgeving veilig drinkwater tappen. Tot die tijd pompten wij water op uit de dichtstbijzijnde rivier. In 2008 zijn een tweede boorput en watertoren toegevoegd, voor de hoger gelegen middelbare school en slaapvertrekken.

3.9

3.10 Aansluiting op het elektriciteitsnet hebben wij in 1994 aangevraagd. De elektriciteitsvoorziening is echter tot op heden onbetrouwbaar. Om die reden moesten wij ook investeren in een zware dieselgenerator. Bij stroomuitval voorziet die het kinderdorp van stroom.


Pagina 4

BELEIDSPLAN 2013-2018 4

Terugblik op het beleidsplan 2007-2012

Gedurende de vorige beleidsperiode is de middelbare school gerealiseerd. De nieuwe school vulde zich van onderaf jaar na jaar op. De investeringen in klaslokalen, slaapzalen onderwijzend personeel konden wij spreiden in de tijd. De bouw van een volwaardige keuken en eetzaal stond gepland als sluitstuk van de noodzakelijke bouwactiviteiten. Wij bieden nu een compleet pakket aan basis-, middelbaar, en oriënterend vakonderwijs. Met grote dankbaarheid konden wij volgens plan in 2012 starten met de bouw van de eetzaal.

Bron: Google Earth, 2011


Pagina 5


5

Strategisch Beleidsplan 2013 - 2018

Voor deze periode hebben wij de volgende strategische doelen gedefinieerd: 1. Verhogen van de kwaliteit van het onderwijs 2. Begeleiding van uitstroom van de weeskinderen naar de maatschappij 3. Geestelijk welzijn en mentale zelfstandigheid van de kinderen 4. Geven van medische basiszorg binnen CWM en aan de omgeving 5. Managementondersteuning en financiële controle over CWM. Deze strategische doelen richten zich rechtstreeks op de verzorging en de ontwikkeling van de weeskinderen. Daarnaast hebben wij nog twee afgeleide doelen vastgelegd, die zich richten zich op een duurzame stabiliteit van de omgeving waarin de kinderen opgroeien. 6. CWM als werkgever: binding van personeel aan de zorgdoelstellingen van CWM 7. CWM in de maatschappij: Gezondheid, milieuhygiëne en duurzaamheid. Ons laatste strategische doel richten wij op de Nederlandse bevolking: 8. Publiciteit en bewustmaking van de Nederlandse bevolking. Deze acht doelen staan hieronder elk afzonderlijk uitgewerkt.

5.1 Strategisch doel 1: Verhogen van de kwaliteit van het onderwijs Een verbeterd onderwijssysteem geeft betere schoolresultaten, en geeft de leerling betere kansen op de arbeidsmarkt. Dit doel hopen wij te realiseren door: 5.1.1 Betere onderwijsmiddelen, en daarmee een hogere efficiëntie van het onderwijzend personeel. 5.1.2 Verbetering van enkele van de gebouwen, om het leerproces te ondersteunen. 5.1.3 Een curriculum dat boven het Ugandese gemiddelde uitstijgt. 5.1.4 Introductie van de computer in het reguliere onderwijs. Voor de basisschool betekent dit concreet: 5.1.1.a Leerboeken voor alle leerlingen. Lesgeven bestaat in Uganda grotendeels uit dicteren of overschrijven op het schoolbord, waarna de kinderen overschrijven in hun schrift. Schrijven en leren gaat niet voor ieder kind in gelijke mate samen. De beschikbaarheid van leerboeken voor ieder kind, of zelfs al 1 boek per 2 kinderen, moet de effectiviteit van het onderwijs verbeteren. 5.1.1.b Mogelijk vergt deze aanpak bijscholing van het onderwijzend personeel, voor wie de tijdsindeling zal veranderen. Door beschikbaarheid van boeken zal ook de interactie tussen onderwijzend personeel en kinderen versterkt worden. Kinderen die zelf lezen stellen meer vragen, en leggen zelf betere verbanden dan kinderen die zich moeten concentreren op het schrijven van dictaat. 5.1.1.c Leesboeken voor de basisschool. Een bibliotheek op het juiste leesniveau per klas van de basisschool zal de algemene lees- en leervaardigheid van de kinderen verhogen.


Pagina 6


5.1.1.d Wij zoeken naar een methode om lees- en taalachterstanden bij de jongste instromers in de basisschool weg te werken. Met enige regelmaat wordt hieraan gewerkt door Nederlandse stagiaires, op basis van hier opgedane didactische kennis en vaardigheden. Wij streven naar een meer duurzame methode voor remedial teaching die door Ugandees personeel toegepast kan worden. 5.1.2.a Bouwkundige aanpassing van de inmiddels 21 jaar oude basisschool. Ruimere lokalen, meer inval van daglicht, en betere temperatuurbeheersing door hogere plafonds moeten de leerprestaties van de kinderen bevorderen. Ook voldoet het gebouw niet meer aan de moderne eisen van het Ugandese bouwbesluit voor scholen. Voor de middelbare school (NSVS) betekent doel dit concreet: 5.1.1.e Leerboeken voor alle leerlingen. Ook op de NSVS beschikken de scholieren niet over eigen leerboeken. Wel zijn enkele exemplaren van de meeste lesboeken aanwezig in de bibliotheek. Overschrijven van dictaten is ook hier gebruikelijk. 5.1.1.f Een overstap naar een effectievere lees- en leermethode vergt wellicht ook op de NSVS bijscholing van het lerarenkorps. 5.1.2.b De bibliotheek annex studiecentrum, is veel te klein voor het aantal studenten. Zij kan eventueel na verbouwing naar een groot naastgelegen lokaal worden verplaatst. 5.1.2.c Een deel van de NSVS moet van verlaagde plafonds en betere verlichting worden voorzien. De warmte-uitstraling van de metalen golfplaten daken wordt al geruime tijd gezien als een belemmering van de leerprestaties. Isolerende verlaagde plafonds hebben op enkele plekken al verkoeling gebracht. 5.1.2.d De onderwijsinspectie heeft het huidige scheikundelokaal afgekeurd. Spoelinrichtingen en elektra moeten voor alle leerlingen beschikbaar zijn. Dat moet in zulke aantallen dat alle leerlingen gelijktijdig hun landelijke examens kunnen doen. Om aan de regels te voldoen is verbouw of nieuwbouw nodig. 5.1.3.a Op de arbeidsmarkt zien wij vooral behoefte aan vakkrachten. Wij overwegen om een aantal additionele keuzevakken toe te voegen. 5.1.3.b Voor de timmerwerkplaats en de metselwerkplaats is ieder schooljaar weer aanvulling van handgereedschappen nodig. Zagen, beitels, schaven en andere gereedschappen slijten uiteraard door veelvuldig gebruik. Wij zoeken naar een structurele vervanging van handgereedschappen, via sponsoring van leermiddelen of via tweedehands materiaal.


Pagina 7


5.1.3.c Voor het sportonderwijs en voor de vrije tijd streven wij naar uitbreiding van materialen, zoals doelen, baskets, netten, en belijning van sportvelden. 5.1.4.a Het computerlokaal biedt ruimte aan een verdubbeling van het meubilair en het aantal computers. Bij de huidige 32 computers zitten nog steeds 2 tot 3 studenten aan 1 computer. Wij streven daarom naar die verdubbeling. Als die verdubbeling een feit is, kan de computer ook ingezet worden bij de kennisoverdracht van algemene vakken.

5.2

Strategisch doel 2: Begeleiding van uitstroom van de weeskinderen naar de maatschappij Alle weeskinderen brengen hun schoolvakanties door bij hun ‘guardians’. Dat zijn voogden, die niet zelf in hun onderhoud kunnen voorzien, maar die wel onderdak bieden in deze vakantieperioden. Zo hebben de kinderen gewoonlijk een sterk band onderhouden met de ‘extended family’ in hun dorp van herkomst. Het is wenselijk om hen die band te laten vasthouden. Met regelmaat ontstaat daar echter een spanningsveld. De guardians sturen vaak aan op de hoogste vorm van opleiding. Hun streven past niet altijd bij de leer-prestaties van de student. De schoolleiding zoekt in samenspraak met de ‘child care’ afdeling van CWM naar het meest passende opleidingsniveau. Via Kinderhulp Afrika kan ook de sponsor in de keuze betrokken worden. Uiteindelijk wordt de student begeleid naar een passende plaats op de arbeidsmarkt. Doel is om uitvoering te geven aan de groeiende trend om te verschuiven van ontwikkelingswerk naar werkontwikkeling.

Dit doel hopen wij te realiseren door: 5.2.1 Hulp bij het vastleggen van de schoolkeuze die past bij het leervermogen en de prestaties van het individuele kind. De afspraken daarover tussen school, pupil en ‘guardians’ willen wij beter communiceren en vastleggen. Ook voor de sponsor in Nederland geeft dat duidelijkheid over de duur van de verdere studie en sponsoring. 5.2.2 Kindgerichte stage- en uitstroombegeleiding. Wij denken hierbij aan persoonlijke hulp bij - maatschappelijke oriëntatie, speciaal in S3/4 en in S5/6 - coachen bij sollicitaties - persoonlijkheidsvorming en persoonlijke presentatie - mogelijk assistentie in business planning bij startend ondernemerschap. 5.2.3. Opzetten van leer/werkprojecten, bijvoorbeeld: - Bedrijfjes binnen of buiten de poort van CWM. Daarin kunnen de eerste jaren werkervaring worden opgedaan, als opstap naar verdere zelfstandigheid op de arbeidsmarkt - Technische installatie van geïmporteerde producten (bijvoorbeeld zonnepanelen) - Kleinschalige productie van landbouwproducten - Aansluiting als ‘productiefiliaal’ bij bestaande organisaties - Aansluiting bij initiatieven vanuit de vakscholen waar de studenten studeren.


Pagina 8


5.3

Strategisch doel 3: Geestelijk welzijn en mentale zelfstandigheid van de kinderen

Wij willen elk kind de mogelijkheid bieden om zich tot een volwassen christen te ontwikkelen. Wij ondersteunen dit doel door: 5.3.1 Bijbels gefundeerd onderwijs geven in de kerk en in de scholen 5.3.2 Stimuleren van actieve deelname in en leiding geven aan een kleine contactgroep 5.3.3 Begeleiding naar volwassenheid en financiële zelfstandigheid

5.4

Strategisch doel 4: Geven van medische basiszorg binnen CWM en aan de omgeving Medische zorg in de vorm van ‘eerste hulp’ faciliteiten zien wij als noodzaak voor de eigen bewoners binnen het kinderdorp. Daarnaast staat de kliniek ook open voor bewoners uit de wijde omgeving. Door de jaren heen hebben wij in de kliniek de volgende kernactiviteiten ontwikkeld waarmee wij aan een marktvraag voldoen: 5.4.1 Behandeling van malaria 5.4.2 Tandheelkundige zorg 5.4.3 Vaccinatie 5.4.4 Verloskunde met pre- en postnatale begeleiding 5.4.5 Voorlichting voor gezinsplanning en HIV/AIDS preventie

5.5

Strategisch doel 5: Managementondersteuning en financiële controle over CWM Ook dit doel zien wij als een rechtstreekse investering in de levens van de weeskinderen. Wij vinden het belangrijk dat er verantwoord rentmeesterschap is over de aan ons toevertrouwde middelen en financiën van iedere donor die onze missie onderschrijft. In het begin lagen fondsenwerving in Nederland en het pionierswerk in Uganda heel dicht bij elkaar. De betrokkenen waren beperkt in aantal. De communicatielijnen over elk onderwerp waren kort. Nu is CWM uitgegroeid tot een relatief grote werkgever in de omgeving. Lokale overheidsbemoeienis en wetgeving vereisen steeds krachtiger bestuur ter plaatse. De daarvoor vereiste daadkracht en managementvaardigheid zijn zonder meer aanwezig in Uganda. Daarom past de geleidelijke terugtrekking van ‘blanke’ sturing. Wel vervult St. Kinderhulp Afrika een brugfunctie tussen alle donoren en de uitvoerders in Uganda. De culturele verschillen zijn groot. Donoren hebben een sterkere eigen mening over de inrichting van de zorg in Uganda, en over de besteding van het geld. Dit geldt zowel voor de sponsors van individuele weeskinderen als voor de projectondersteuners.


Pagina 9


De schoolleiding echter, richt zich vooral naar lokale gebruiken en de vergelijking met andere scholen. Balans tussen schooluren en vrije tijd, en tussen activiteit en nachtrust, zijn voorbeelden van onderwerpen van groot cultureel verschil in visie. Juist in dergelijke inhoudelijke beslissingen speelt St. Kinderhulp Afrika een adviserende rol, mede op basis van westerse visies. De vereiste financiële verantwoording aan donoren, brengt aansturing op financiële con-trole en rapportages met zich mee. Betrouwbare budgettering en verantwoording vragen een hoge mate van adviserende betrokkenheid van het bestuur van Stichting Kinderhulp Afrika. Wij streven ook op financieel gebied naar een langzame terugtrekking van het ‘blanke’ management. Overigens blijft de lokale beleidsvrijheid beperkt, omdat bijna alle financiële ondersteuning bestemmingsgericht is geworven en gegeven. Die fondsen kunnen dan ook alleen strikt binnen de doelstelling worden besteed en verantwoord. Samenvattend hopen wij dit strategische doel in deze beleidsperiode te ondersteunen door: 5.5.1 Invoering van onafhankelijke externe controle op de boeken van CWM door een registeraccountant, in lijn met de geldende Ugandese regelgeving ten aanzien van NGO’s. Officiële jaarstukken van de uitvoeringsorganisatie CWM als aanvulling op de jaarverslagen van Stichting Kinderhulp Afrika geven een optimum aan transparantie t.a.v. financiële bestedingen. 5.5.2 Aansturing van het jaarlijks budgetteringsproces binnen CWM, gekoppeld aan - Nederlandse ontwikkelingen op het gebied van fondsenwerving, en - realiseerbare lokale inkomsten. 5.5.3 Een dienend en faciliterend leiderschap, met organisatorische en bestuurlijke mogelijkheid tot ingrijpen indien nodig. 5.5.4 Informatie-uitwisseling en opslag door registratie ‘in the cloud’. Dit bevordert de transparantie tussen beleidsbeslissingen in Nederland, en operationele uitvoering in Uganda.

5.6

Doel 6: CWM als werkgever: Binden van personeel aan de zorgdoelstellingen van CWM Naast een zorginstelling met primaire focus op de weeskinderen, is CWM ook een middelgrote werkgever in de omgeving. Lokale medewerkers worden geworven met een beroep op de idealistische zorgtaak voor de weeskinderen. Maar ook voor hen en hun gezinnen moet er ‘brood op de plank’ komen (of: ’posho and beans’ op het bord, in Ugandese termen). Het werk bij CWM kent een idealistische en zorgzame kant. Dat mag niet betekenen dat wij ver achterlopen bij ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Eerder is het omgekeerde waar. Wij vragen naast strikte taakuitvoering ook een vrijwillige bijdrage van het personeel in de ouderschap-vervangende rol. Dit geldt in het bijzonder voor de basisschoolkinderen. Stabiliteit van het personeelsbestand, biedt houvast aan kinderen die het verlies van hun ouders al hebben moeten meemaken.


Pagina 10


Dit doel is daarom afgeleid van de primaire zorg voor de weeskinderen. Wij proberen er inhoud aan te geven door: 5.6.1 Marktconforme salariëring 5.6.2 Marktconforme secondaire arbeidsvoorwaarden 5.6.3 Een kortingsregeling voor het onderwijs binnen CWM, voor één biologisch kind per medewerker 5.6.4 Waar mogelijk een bijdrage in huisvesting op het terrein of een mede door CWM gehuurde ‘compound’ in de nabije omgeving 5.6.5 Vrije toegang tot bovengemiddelde sanitaire voorzieningen en veilig drinkwater 5.6.6 Toegang tot de eigen medische zorgvoorzieningen.

5.7

Doel 7: CWM in de maatschappij: Gezondheid, milieuhygiëne en duurzaamheid Vanuit onze westerse kennis, voelen wij ook een verantwoordelijkheid voor gezondheid, milieuhygiëne, en duurzaamheid van de energievoorziening. In deze beleidsperiode willen wij ons meer oriënteren op verduurzaming en onze ‘footprint’ op het ons toevertrouwde land. Aan dit afgeleide doel willen wij inhoud geven door: 5.7.1 Malariapreventie Behandeling van malaria is routinewerk in onze kliniek, maar voorkomen is beter dan genezen. Preventie begint bij: - Het aanbrengen van muskietengaas voor ventilatieopeningen in onze gebouwen, in het bijzonder de slaapvertrekken - Het sprayen van deze vertrekken in vakantieperiodes - Het verstrekken van klamboes - Het investeren in deugdelijke regenwaterafvoer rondom ieder gebouw waarin wij investeren, - het vrijhouden van alle open regenwaterafvoergoten op het glooiende terrein, zodat geen stilstaande waterpoelen kunnen ontstaan waarin muggen zich voortplanten. 5.7.2 Milieuhygiëne De kraamkliniek is redelijk succesvol in de omgeving. Medisch afval (verbandmiddelen, injectiespuiten e.d.), wordt gescheiden verbrand in een speciale hoog-rendement oven naast de kliniek. Dit ter bescherming van de omgeving tegen menselijke bacteriën en daaraan verbonden gezondheidsrisico’s. 5.7.3 Afvalverwerking In een omgeving waar geen afval ter verwerking wordt opgehaald, is verbranding de enige logische optie. In zekere zin ondersteunt dit ook de milieuhygiëne, maar de luchtkwaliteit wordt ernstig aangetast. Wij composteren en verbranden ons afval noodgedwongen op eigen terrein. Daarvoor zouden wij graag aansluiting vinden bij partijen en technieken voor meer duurzame afvalverwerking, zo mogelijk door het daaruit winnen van biogassen voor de energievoorziening. Stichting Kinderhulp Afrika

Pagina 11

BELEIDSPLAN 2013-2018 5.7.4

Energievoorziening Met een ligging op de evenaar, is de zon een dagelijkse bron van energie. Wij streven ernaar om in deze beleidsperiode aansluiting te vinden bij partijen die ons kunnen helpen bij de verduurzaming van onze energieconsumptie. Te denken valt aan zonne-energie en aan toepassing van LED-verlichting.

5.8 Doel 8: Bewustmaking van de Nederlandse bevolking Stichting Kinderhulp Afrika is nu 25 jaar aanwezig in Uganda en betrokken bij de nood van de weeskinderen. Met hulp van velen, hebben wij een keer mogen brengen in het lot van honderden kinderen. Maar de situatie in het land is nog steeds schrijnend. Daarom willen wij de Nederlandse bevolking bewustmaken van die nood. Concreet willen wij aan deze publicitaire taak inhoud geven door: 5.8.1 Presentaties en acties op scholen en in kerken 5.8.2 Promotionele stands op beurzen en andere passende gelegenheden 5.8.3 Promotioneel drukwerk 5.8.4 De website www.kinderhulp-afrika.nl eventueel uit te breiden met meerdere talen en met een gekoppeld Youtube account. 5.8.5 Benutting van social media, zoals Facebook. In deze beleidsperiode wordt een modernisering van het logo van de organisatie overwogen, en een aanpassing van de uitstraling in diverse media.


Pagina 12


6

Fondsenwerving

Op het gebied van fondsenwerving werkt de relatie tussen Stichting Kinderhulp Afrika en Children’s Welfare Mission twee kanten op. Initiatieven vanuit Kinderhulp Afrika stellen de uitvoeringsorganisatie Children’s Welfare Mission in staat om te investeren. Omgekeerd kan Children’s Welfare Mission ook concrete investeringsaanvragen doen waarvoor Kinderhulp Afrika gericht op zoek gaat naar donoren. Zulke aanvragen uit Uganda kunnen ook voortkomen uit richtlijnen vanuit de Ugandese overheid, waar wij in toenemende mate mee te maken hebben. Stichting Kinderhulp Afrika heeft in de afgelopen 25 jaar hechte relaties opgebouwd met een groot aantal individuen en met verschillende organisaties. 6.1 Kind-sponsoren en ‘vrienden’ De lopende kosten van alle vormen van zorg worden voornamelijk gefinancierd door de kindsponsoren. Dat geld ook voor degenen die zich zonder een speciale relatie met een weeskind als ‘vriend van het kinderdorp’, hebben aangemeld. Met grote dankbaarheid hebben wij de vorige vijfjarige beleidsperiode in 2012 kunnen afsluiten met sponsors voor alle weeskinderen. De zichtbaarheid van de kinderen die in 2012 als kinderkoor door Nederland toerden heeft daar volledig aan bijgedragen. Onze visie is om deze trouwe groep van ondersteuners te behouden en uit te breiden. Het blijft uitdrukkelijk onze visie om een directe relatie te stimuleren tussen een individueel kind en haar of zijn sponsors. Voor de ontwikkeling van het kind is het belangrijk om zich geliefd te weten, ook al is dat via relaties op afstand. Als organisatie zullen wij ons toenemend moeten profileren op plaatsen waar potentiele sponsors te werven zijn. 6.2 Medefinancieringsorganisaties Als Stichting Kinderhulp Afrika hebben wij een hechte relatie opgebouwd met een aantal organisaties. • Wilde Ganzen wil zowel in Nederland als in ontwikkelingslanden zoveel mogelijk mensen en middelen mobiliseren om met concrete kleinschalige projecten de armoede in ontwikkelingslanden te bestrijden. • EO Metterdaad financiert projecten die materiële hulp bieden en het evangelie brengen in gezondheidszorg, onderwijs, inkomen genererende activiteiten, voedselzekerheid, zendingsen evangelisatiewerk en noodhulp. • Stichting Kampala ‘96 is vanuit de Protestantse Gemeente te Lelystad actief betrokken bij Children’s Welfare Mission (CWM). Zij organiseert periodiek werkvakanties voor jongeren of ouderen naar CWM, en werft fondsen voor bouw- en onderwijsprojecten in CWM, in het bijzonder voor de NSVS. • Ontwikkelingssamenwerking Aalsmeer (OSA) stelt zich ten doel om ontwikkelingsprojecten, die een lokaal Aalsmeers draagvlak kennen, te ondersteunen door de projectgelden die hier worden ingezameld (minimaal € 150 en maximaal € 2.500) te verdubbelen. • Enkele andere organisaties willen niet bij name genoemd worden, maar wij waarderen hen met dankbaarheid.


Pagina 13


6.3 Erfenissen en Legaten Incidenteel ontvangt Kinderhulp Afrika een legaat of een bijdrage uit een erfenis. In deze beleidsplanperiode zullen wij informatie over de mogelijkheden duidelijker op onze website opnemen. Wij streven naar structurele bijdrage aan onze inkomsten via legateren of erfschenking van financiële middelen of (on)roerende goederen.

6.4 Inkomstenwerving in Uganda Het genereren van lokale inkomsten is in eerste instantie een taak van CWM in Uganda. Kinderhulp Afrika is echter wel betrokken in investering die vooraf gaan aan het realiseren van dergelijke inkomsten. Voorbeelden van gezamenlijke inkomstenwerving zijn: • Investeringen in slaapzalen voor NSVS studenten. Zolang er ruimte in de slaapzalen is, en de groepsgrootte per klas het toelaat, kunnen betalende studenten geworven worden. Betalende studenten dragen indirect bij aan de onderwijskosten voor de weeskinderen. • Met de medische faciliteiten in de kliniek wordt een externe financiële dekkingsbijdrage gegenereerd via patiënten uit de omgeving. • De faciliteiten in het kinderdorp, inclusief de slaapzalen, worden in vakantieperioden regelmatig verhuurd voor kampen en conferenties. • Voor bepaalde onderdelen van de noodzakelijke infrastructuur is het moeilijk om fondsen te werven. Te denken valt aan verharding van wegen en looppaden, de beschermingsmuur rondom het terrein, onderhoud aan gebouwen, etc. Voor dergelijke noodzakelijke investeringen worden buiten de omheiningsmuur delen van de grond verkocht. Daarnaast worden met de faciliteiten in het kinderdorp door CWM zelfstandig inkomsten gegenereerd. In de vakantieperiodes worden de faciliteiten regelmatig verhuurd voor conferenties en jongerenkampen. In 2012 werd met dergelijke activiteiten en met de verhuur van gastenverblijven extra inkomsten gegenereerd. Inkomsten uit dergelijke activiteiten vloeien terug naar de zorg voor de weeskinderen. Daarom stimuleert en faciliteert Kinderhulp Afrika deze.


Pagina 14


7

Vermogensbeheer volgens bestedingscriterium

7.1 Vermogensbesteding Voor het laatste financieel jaaroverzicht verwijzen wij naar de website www.kinderhulp-afrika.nl. Hieronder staan de belangrijkste gegevens samengevat. Bedragen in [EUR] Som der baten Som der lasten Resultaat Reserves Fondsen Kengetallen Kosten % eigen fondsenwerving Bestedingspercentage baten Bestedingspercentage lasten

7.2

2007 342.463 318.972 23.491

2008 498.612 361.725 136.887

2009 328.901 377.869 - 48.968

2010 402.630 402.878 248

2011 363.287 389.163 - 25.876

2012 494.659 452.771 41.888

56.430 787

173.046 21.058

124.077 20.412

122.154 21.259

96.278 21.259

129.097 30.328

1,1% 92,1% 98,9%

0,7% 71,9% 99,1%

1,4% 113,5% 98,8%

2,7% 97,5% 97,5%

3,7% 103,7% 96,8%

3,4% 88,9% 97,1%

Vermogensreservering

Kinderhulp Afrika streeft ernaar om een minimale continuïteitsreserve aan te houden van EUR 75.000. Het maandelijkse budget ten behoeve van de zorg voor de weeskinderen bedraagt ca. EUR 12.500. De vermogensreservering dient dus om nog minimaal 6 maanden voor de kinderen te kunnen zorgen in geval van onvoorziene omstandigheden in Uganda, of van verminderde fondswerving in Nederland. Vermogen dat boven de continuïteitsreserve uitstijgt, is in de meeste gevallen al in bestemmingsfondsen vastgelegd voor specifieke investeringsprojecten in het kinderdorp.


Pagina 15


8

Bestuur en organisatie

8.1 Bestuur Het bestuur van Stichting Kinderhulp Afrika bestaat uit: Dhr. M. Piet, voorzitter/oprichter Dhr. A.J. Hansen, secretaris Dhr. H.G. van Heuvelen, penningmeester Dhr. A.J. van der Kraan, algemeen lid Het bestuur vergadert ca. 8 keer per jaar op het kantoor van de organisatie. Bestuursvergaderingen worden genotuleerd en in de volgende vergadering geaccordeerd. Meerdere keren per jaar brengen vertegenwoordigers van het bestuur een bezoek aan CWM in Uganda. In die bezoekperioden worden via Skype contact voorstellen en besluiten uitgewisseld. Het bestuur streeft in deze beleidsperiode naar uitbreiding van het aantal leden.

8.2 Kantoororganisatie Ten behoeve van fondsenwerving, contact met de sponsors en administratieve taken huurt Kinderhulp Afrika naar behoefte personeel in. Daarnaast werken wij met vrijwilligers. Communicatie en bewustmaking van de Nederlandse samenleving horen tot de doelstelling. De personeels- en overige uitvoeringskosten van de eigen organisatie worden berekend volgens de CBF-normen. Ten behoeve van kostenmatiging verhuist het kantoor medio 2013 naar Van Cleeffkade 15, in Aalsmeer. 8.3 Beloningsbeleid Bestuursleden werken op vrijwillige basis en ontvangen geen vorm van beloning. Indien gewenst kunnen bestuursleden en vrijwilligers onkosten declareren volgens toegestane vrijwilligers bijdragen.


Pagina 16

Beleidsplan

Recommend Documents