74100130-PGR/R&E 11-2658
Becommentariëring ketenanalyse Schreuder Beheer B.V. inzake CO2-Prestatieladder
Arnhem, 21 november 2011 Auteur: R.G. Catau
In opdracht van Schreuder Beheer B.V.
KEMA Nederland B.V. Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem Postbus 9035, 6800 ET Arnhem T (026) 3 56 91 11 F (026) 3 89 24 77
[email protected] www.kema.com Handelsregister Arnhem 09080262
© KEMA Nederland B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Het is verboden om dit document op enige manier te wijzigen, het opsplitsen in delen daarbij inbegrepen. In geval van afwijkingen tussen een elektronische versie (bijv. een PDF bestand) en de originele door KEMA verstrekte papieren versie, prevaleert laatstgenoemde. KEMA Nederland B.V. en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken. De inhoud van dit rapport mag slechts als één geheel aan derden kenbaar worden gemaakt, voorzien van bovengenoemde aanduidingen met betrekking tot auteursrechten, aansprakelijkheid, aanpassingen en rechtsgeldigheid.
-3-
PGR/R&E-74100130 11-2658
SAMENVATTING Schreuder Beheer B.V. heeft KEMA gevraagd om één van de ketenanalyses te becommentariëren in het kader van de CO2-Prestatieladder (eis 4.A.3). Hierbij wordt gevraagd om het becommentariëren van een scope 3 analyse door een erkend en onafhankelijk kennisinstituut, in dit geval KEMA. Gekozen is voor de ketenanalyse van beton, omdat deze keten verantwoordelijk is voor de meeste CO2-uitstoot in scope 3. De evaluatie is gericht op de waardeketen, emissiecategorieën, ketenpartners en kwantificering van de emissies conform het 'Green House Gas Protocol'. Geconcludeerd kan worden dat Schreuder Beheer B.V. nog niet aan alle eisen voldoet. De productie kant van beton is in kaart gebracht, maar de kwantificering kan beter onderbouwd worden en bevat een omissie in de berekening. De belangrijkste aanbevelingen is om een percentage CEM III cement t.o.v. toeslagmateriaal te hanteren voor de berekening van emissies, en een andere emissiefactor te hanteren voor cement. Aan de verwerkingskant is de waardeketen in de juiste processen verdeeld maar niet gekwantificeerd.
-4-
PGR/R&E-74100130 11-2658
INHOUD
1
Inleiding .................................................................................................................. 5
2
Eisen CO2-Prestatieladder ...................................................................................... 6
3 3.1 3.2
Ketenanalyse .......................................................................................................... 7 Waardeketen .......................................................................................................... 7 Emissiecategorieën ................................................................................................ 8
3.3 3.4
Ketenpartners ......................................................................................................... 8 Kwantificering emissies .......................................................................................... 8
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Conclusie .............................................................................................................. 10 De vier algemene stappen (eis 4.A.1.1) ............................................................... 10 Significant deel van de emissies (eis 4.A.1.2) ...................................................... 11 Emissie categorieën (eis 4.A.1.3&4)..................................................................... 11 Maatschappelijk inzicht (eis 4.A.1.5) .................................................................... 11
5
Aanbevelingen ...................................................................................................... 12
6
Referenties ........................................................................................................... 13
-5-
1
PGR/R&E-74100130 11-2658
INLEIDING
Schreuder Beheer B.V. (hierna te noemen Schreuder) is een opdrachtnemer in de grond, weg en waterbouw en levert aan haar opdrachtgevers complete civiele kunstwerken. Schreuder is gecertificeerd voor niveau 4 van de CO2-Prestatieladder. Dit betekent dat scope 3 emissies in de keten van Schreuder van belang zijn. Uit scope 3 zoals gedefinieerd in het Green House Gas (GHG) protocol heeft Schreuder twee bedrijfsprocessen geanalyseerd en uitgewerkt. Het betreft de ketenanalyses van beton en zakelijk verkeer met privé auto’s. Schreuder heeft KEMA gevraagd om één van de ketenanalyses te becommentariëren in het kader van de CO2-Prestatieladder (eis 4.A.3). Hierbij is gekozen voor beton. De werkzaamheden bestaan uit: −
analyseren aangeleverde informatie van Schreuder
−
becommentariëren conform eisen CO2-Prestatieladder
−
rapporteren van de bevindingen.
De leeswijzer is hieronder weergegeven: −
hoofdstuk 2: de eisen van de CO2-Prestatieladder met betrekking tot de becommentariëring van de ketenanalyse zijn hier gerapporteerd
−
hoofdstuk 3: in dit hoofdstuk is een beschrijving en evaluatie van de waardeketen conform de vier algemene stappen van het 'Green House Gas Protocol' gegeven
−
hoofdstuk 4: in dit hoofdstuk zijn alle bevindingen gerapporteerd en de conclusies van de becommentariëring van de ketenanalyse zijn weerlegd
−
hoofdstuk 5: als afronding heeft KEMA een aantal verbeterpunten over de waardeketen en bijbehorende stappen van het 'Green House Gas Protocol' aanbevolen.
-6-
2
PGR/R&E-74100130 11-2658
EISEN CO2-PRESTATIELADDER
Een onderdeel waaraan Schreuder volgens de CO2-Prestatieladder aan moet voldoen is invalshoek A van niveau 4. Dit is het opstellen van een ketenanalyse bestaande uit de subonderdelen (SKAO 2011): 4.A.1. Het bedrijf kan uit scope 3 tenminste twee analyses van GHG genererende (ketens van) activiteiten voorleggen conform de eisen daaraan gesteld. Van belang is dat het ketens (activiteiten) zijn waarin het bedrijf hoofdzakelijk actief is. Aan de volgende (rand)voorwaarden moet voldaan worden: 1 De vier algemene stappen - waardeketen, emissiecategorieën, ketenpartners
2 3
4
5
en kwantificering emissies (GHG Protocol 2004) - vormen de structuur van de ketenanalyse. Het dient te gaan om een significant deel van de emissies. Indien het bedrijf werken en of leveringen aanbiedt, bijvoorbeeld een aannemer, dan dient de analyse tenminste een activiteit of een keten van activiteiten, uit de categorie "Extraction and production of purchased materials and fuels" en één uit een andere categorie te omvatten (is van toepassing bij Schreuder). Indien het bedrijf alleen diensten aanbiedt, bijvoorbeeld een ingenieursbureau, dan dient de analyse tenminste twee activiteiten uit verschillende categorieën te omvatten (niet van toepassing voor Schreuder). Het resultaat van zulk een analyse dient een aanvulling te zijn op de bestaande gepubliceerde kennis en inzichten of anders gesteld: dient bij te dragen aan het voortschrijdend maatschappelijk inzicht).
4.A.3. Tenminste één van de analyses uit 4.A.1. (scope 3) is professioneel ondersteund of becommentarieerd door een ter zake als bekwaam erkend en onafhankelijk kennisinstituut. Schreuder heeft KEMA als onafhankelijk kennisinstituut gevraagd voor professioneel commentaar voor de ketenanalyse van beton.
-7-
3
PGR/R&E-74100130 11-2658
KETENANALYSE
In dit hoofdstuk wordt de ketenanalyse van Schreuder voor beton beoordeeld op basis van de vier algemene stappen van het 'Greenhouse Gas Protocol' (GHG protocol) en van de randvoorwaarden van de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO).
3.1
Waardeketen
Het eerste onderdeel van de ketenanalyse is de beschrijving van de waardeketen van de beton. Hierbij is vooral transparantie van de keten een belangrijk aspect. De volgende bedrijven vallen in onder Schreuder: −
Schreuder Beheer B.V.
−
Schreuder bouwen langs water en wegen
−
Ingenieursbureau en Adviesbureau COS B.V.
−
Schreuder Materieel B.V.
−
Special Trees.
Deze lijst is overgenomen uit de ketenanalyse. Schreuder is gevestigd in Amsterdam, en bedrijft meerdere projectlocaties verspreid door Nederland. Schreuder heeft de volgende belangrijke processtappen stappen in kaart gebracht m.b.t. scope 3. Dit is een samenvatting van de stappen zoals beschreven op pagina 3 en 4 van de analyse scope 3, versie 3 uitgevoerd in augustus 2011: −
‘Extraction and production of purchased materials and fuels’: Materialen worden ingekocht bij leveranciers en toegepast door Schreuder.
−
‘Transport-related activities’: Ingekochte materialen worden op de bouwplaats afgeleverd. Eigen materiaal wordt door eigen vrachtwagens op de bouwplaats afgeleverd. Werknemers carpoolen waar mogelijk naar projecten.
−
‘Electricity related activities’: Inzet van agregaten op bouwlocaties t.b.v. elektriciteitsvoorziening. Brandstof wordt ingekocht en aggregaten aangeleverd.
−
‘Outsourced emissions’: Niet van toepassing, geen sprake van huur/huurkoop.
−
‘Use of sold products and services’: Verhuur van o.a. grond- en regenwaterpompen.
−
‘Waste disposal’: Afvalverwerking gebeurt door erkende verwerkers en is vastgelegd op projectbasis.
-8-
PGR/R&E-74100130 11-2658
'Because the assessment of scope 3 emissions does not require a full life cycle assessment, it is important, for the sake of transparency, to provide a general description of the value chain and the associated GHG sources.' Het GHG protocol stelt voor dat dit door middel van een checklist kan worden uitgevoerd. Schreuder heeft alle processen en beschreven. Verder hoeven de emissiecategorieën, ketenpartners en kwantificering van de emissies niet gespecificeerd worden per bedrijf aangezien enkel een algemene beschrijving wordt gevraagd door het GHG protocol.
3.2
Emissiecategorieën
De relevante upstream scope 3 emissiebronnen van beton die door Schreuder in de ketenanalyse genoemd worden zijn: −
productie CEM III “hoogovencement”
−
gebruik toeslagmaterialen in beton
−
transport door betonproducent naar bouwplaats
−
samenstellen van beton uit bestanddelen.
Deze categorieën vertegenwoordigen de 'input' kant van de ketenanalyse voor beton. De downstream kant wordt bij Schreuder wordt beschreven door de categorie: −
3.3
storten/plaatsen van beton op locatie.
Ketenpartners
De ketenpartners voor de productie, verwerking, opslag en afvalverwerking zijn de toeleveranciers van beton (betoncentrales) en verwerkers van puin (koppensnellers / slopers).
3.4
Kwantificering emissies
De kwantificering van de emissies in de ketenanalyse beton zijn per onderdeel van de waardeketen in kaart gebracht. Niet alle onderdelen die in de waardeketen zijn beschreven zijn opgenomen als emissiecategorie.
-9-
PGR/R&E-74100130 11-2658
Productie CEM III “hoogovencement” De productie van cement is volgens het Cement en Beton Centrum 750kg CO2 per ton cement (incl. grondstofwinning). Deze emissiewaarde is te vinden op de website van het Cement en Beton Centrum. De waarde is daar aangegeven als gemiddelde waarde voor alle cement in Europa. Aangezien Schreuder in Nederland opereert kan in plaats van de Europese emissiewaarde beter de gemiddelde waarde voor CEM III cement in Nederland worden gebruikt. Deze is met 330kg CO2 per ton cement lager: De verschillen vinden hun oorzaak in de stand van de technologie en in de gebruikte grond- en brandstoffen. Gebruik toeslagmaterialen in beton In beton worden naast cement toeslagmaterialen gebruikt (o.a. grind, zand en water). De emissie hiervan is gering. Dit wordt in de bijlage 1 op pagina 19 van de analyse scope 3 van Schreuder inzichtelijk gemaakt. Deze emissies zijn niet gekwantificeerd. Samenstellen van beton uit bestanddelen Het samenstellen van beton bestaat uit het mixen van de bestandsdelen. De uitstoot die verband houdt met de energie die gebruikt wordt voor het mixen zelf is niet gekwantificeerd en is waarschijnlijk gering. Om de emissiewaarde van gemixt beton te berekenen dient rekening te worden gehouden met bijdrage van de verschillende componenten. De emissiewaarde van beton kan goed benaderd worden door de emissiewaarde van cement als fractie van het beton te nemen. In de analyse is echter de emissiefactor voor cement toegepast als ware beton volledig uit cement bestaat. Door een percentage cement in het beton wat hier rekening mee te houdt, zoals beschreven in bijlage 1 op pagina 19 van de analyse, toe te passen wordt deze berekening wel correct uitgevoerd. Transport door betonproducent naar bouwplaats Transport van beton naar de bouwplaats vindt normaal gesproken plaats door de betonproducent. Schreuder werk hierbij in principe met de meest dichtbij gelegen betoncentrale. Een factor voor transport is niet meegenomen in de analyse scope 3 van Schreuder. Storten/plaatsen van beton op locatie Dit is een activiteit die weinig energie benodigd, dit is niet meegenomen in de ketenanalyse van Schreuder.
-10-
4
PGR/R&E-74100130 11-2658
CONCLUSIE
Aan de hand van invalshoek A (inzicht) niveau 4 van de CO2-Prestatieladder beschreven in hoofdstuk 2 kan worden geconcludeerd dat Schreuder niet geheel aan de eisen voldoet. Uit de ketenanalyse van Schreuder is gebleken dat de juiste keuze van GHG genererende ketens is gemaakt wat betreft beton, waarop dit rapport commentaar geeft, en van woonwerk verkeer. De analyse van de waardeketen (upstream en downstream), emissiecategorieën, ketenpartners en kwantificering van beton is gedeeltelijk inzichtelijk en niet geheel onderbouwd.
4.1
De vier algemene stappen (eis 4.A.1.1)
De waardeketen is transparant in kaart gebracht en de activiteiten van Schreuder worden algemeen beschreven zoals vereist door het GHG protocol. De emissiecategorieën van beton zijn voor de 'input' kant van Schreuder allemaal genoemd. Deze categorieën zijn productie CEM III cement, gebruik toeslagmaterialen, samenstellen, transporteren en hebben dan ook de meeste invloed op de CO2-uitstoot. De 'output' kant bestaat uit het en storten/plaatsen van het beton waarvan CO2-emissie zeer klein is. Het kwantificeren van de CO2-emissie is voor de 'input' keten is niet helemaal correct uitgevoerd. Wat betreft de emissiefactor kan beter het Nederlands gemiddelde voor CEM III cement worden gebruikt. Daarnaast is geen rekening mee gehouden dat cement een deel van het materiaal in beton vormt, terwijl de emissiefactor van cement is toegepast op de hoeveelheden van ingekocht beton. Transport en elektriciteit worden niet meegenomen in de berekening. Voor de 'output' kant van de keten zijn geen emissiecategorieën gekwantificeerd in de in de ketenanalyse. Op het storten/plaatsen van beton na zijn de overige onderdelen zoals beschreven in de waardeketen niet beschreven zoals de gebruiksfase en afval.
-11-
4.2
PGR/R&E-74100130 11-2658
Significant deel van de emissies (eis 4.A.1.2)
Uit de dominantieanalyse en ketenanalyse blijkt dat beton de grootste CO2-uitstoot van scope 3 is. Aangezien scope 3 veel grotere CO2-uitstoot heeft dan scope 1 en 2 samen gaat het om een significant deel van de emissies.
4.3
Emissie categorieën (eis 4.A.1.3&4)
Schreuder heeft een analyse gemaakt uit de categorie "extraction and production of purchased materials and fuels" (beton) en een analyse uit een andere categorie (woon-werk verkeer). Op één van deze categorieën (beton) levert dit rapport commentaar conform de eisen van de CO2-prestatieladder.
4.4
Maatschappelijk inzicht (eis 4.A.1.5)
Uitkomst van de analyse is een reductiedoelstelling om in samenspraak met leveranciers (keteninitiatief) te kijken waar winst te behalen is. Hierbij kan worden gedacht aan het beter op maat bestellen van hoeveelheden beton, zodat verlies geminimaliseerd wordt. Deze actie draagt dus bij aan voortschrijdend maatschappelijk inzicht.
-12-
5
PGR/R&E-74100130 11-2658
AANBEVELINGEN
KEMA heeft de volgende aanbevelingen opgesteld voor verbeteringen aan de ketenanalyse conform invalshoek A niveau 4 van de CO2-Prestatieladder: −
het hanteren van een percentage CEM III cement bij de kwantificering van de emissies van beton t.o.v. toeslagmateriaal
−
het hanteren van de het Nederlands gemiddelde voor CEM III cement als emissiefactor i.p.v. het Europees gemiddelde voor cement
−
het kwantificeren van andere categorieën binnen de beton keten anders dan de productie van CEM III cement, zoals transport en afval
−
het uitbreiden van de beschrijving van emissiecategorieën zodat de hele waardeketen afgedekt wordt.
-13-
6
PGR/R&E-74100130 11-2658
REFERENTIES
GHG protocol 2004, A Corporate Accounting and Reporting Standard (Revised edition), World Resources Institute, World Business Council for Sustainable Development, ISBN 1-56973-568-9. Corperate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard 2011, World Resources Institute, World Business Council for Sustainable Development. SKAO 2010, CO2-Prestatieladder Samen zorgen voor minder CO2, Handboek 2.0, 23 juni 2011. Schreuder Analyse scope 3, augustus 2011. Website Cement en Betoncentrum, cijfers CO2 uitstoot cement: http://www.cementenbeton.nl/nieuws/183-nieuws-cbc/1453-cementabetoncentrumpresenteert-cijfers-co2-uitstoot-cement.