Preek van Martijn Piet d.d. 27 november 2005
Autoriteit in Jezus Naam Handelingen 19:11 11 Door Gods toedoen verrichtte Paulus buitengewoon grote wonderen: 12 zelfs de doeken en de werkkleren die hij gedragen had werden naar de zieken gebracht, zodat ze genazen en de boze geesten hen verlieten. 13 Ook enkele rondtrekkende Joodse geestenbezweerders probeerden boze geesten uit te drijven door het uitspreken van de naam van de Heer Jezus. Ze zeiden: ‘Ik bezweer jullie bij Jezus, die door Paulus wordt verkondigd!’ 14 Het waren de zeven zonen van Skevas, een Joodse hogepriester, die dit deden. 15 Maar de boze geest gaf hun ten antwoord: ‘Jezus ken ik, en Paulus ook, maar wie zijn jullie?’ 16 De man die door de boze geest bezeten was, sprong op hen af en ging hen met zo veel geweld te lijf dat ze naakt en gewond uit het huis wegvluchtten. 17 Alle Joodse en Griekse inwoners van Efeze hoorden van dit voorval, dat hen met diep ontzag vervulde; allen prezen en eerden de naam van de Heer Jezus. 18 Veel nieuwe gelovigen kwamen in het openbaar hun praktijken opbiechten. 19 Onder hen waren ook velen die magie hadden bedreven, maar die nu hun boekrollen verzamelden en publiekelijk verbrandden. Toen de waarde ervan werd berekend, kwam men uit op een bedrag van vijftigduizend zilverstukken. 20 Zo zegevierde het woord van de Heer en vond het steeds meer gehoor. Voorbeeld van een bevrijding op Baan7 Het meest kostbare dat de gemeente bezit, het meest kostbare dat God de gemeente heeft gegeven, in feite het enige dat God de gemeente heeft gegeven, is zichzelf. Zijn naam! De naam boven alle naam. 6 Hij (Jezus) die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, 7 maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. 8 En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood–de dood aan het kruis. 9 Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, 10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, 11 en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer, ‘tot eer van God, de Vader. Filipenzen 2:6-11 Hij, Jezus, heeft de hoogste plaats ingenomen. Hoog verheven boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige. De naam van Jezus. De hoogste autoriteit aan wie elk gezag uiteindelijk onderworpen is. Hij heeft zichzelf totaal verbonden aan de gemeente. Zoals de vader in de gelijkenis van de verloren zoon, de jongste zoon binnenhaalt, omarmt, schoenen aan zijn voeten doet (Als teken dat hij geen slaaf is maar een zoon) een mantel om zijn schouders doet en een ring aan zijn vinger (dat spreekt van autoriteit die ring van een zegelring. Het zegel van de vader) en een feestmaal aanricht. Zo haalt God de vader ons binnen, als zonen, om maaltijd te houden. Hij bekleedt ons met autoriteit en geeft ons bevoegdheid om te spreken in Zijn naam. Efeziërs 2:4,5,6 omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, 5 heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu door zijn genade gered. 6 Hij heeft ons samen met hem uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus. Waarom? 1
10 Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen (Waarom?) om de weg te gaan van de goede daden die God mogelijk heeft gemaakt. Wat zijn die daden? • Het goed nieuws verkondigen, • mensen die gebonden zijn hun vrijlating bekend te maken, • blinde het herstel van hun zicht en • onderdrukte vrij te zetten. Jezus zegt: Al deze dingen zullen jullie doen. Nog grotere werken dan ik heb gedaan, in Mijn naam. Joh 14:13 en wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. Marcus 16:17 Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen,18 met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’ Wat betekent dat nou “in Zijn naam”? Wat bedoelde Jezus? Bedoelde Jezus, dat we onze gebeden zouden eindigen met het zinnetje: Dit alles bidden wij in Jezus naam, Amen? Zoals we zo gewend zijn om te doen? Wat betekent het om te spreken in Zijn naam? Het betekent dat we namens Hem spreken. We spreken niet namens onszelf, maar namens Hem, op Zijn gezag. Wanneer ik Nynke vraag om namens mij een brief te schrijven. Dan probeert Nynke zich in mij te verplaatsten en dát op te schrijven, waarvan ze weet dat ik het in de brief wil hebben. Ze ondertekent de brief met mijn naam. Hoewel Nynke de brief geschreven heeft, is het in feite mijn brief en zal deze door de ontvanger gelezen worden als zijnde van mij. De brief heeft mijn gezag. Wanneer ik Nynke zou vragen een afspraak te maken met wethouder Bezuien, om te spreken over de locatie voor de het nieuwe gebouw, en Nynke belt het gemeentehuis en zegt dat zij, Nynke van Beinum, een afspraak wenst met Bezuien, dan zal er waarschijnlijk geantwoord worden dat ze Nynke niet kennen. Maar wanneer Nynke zegt dat ze belt namens meneer Piet van de Levend Evangelie Gemeente, of namens de heer Teunisse van de LEG, dan zal er zonder problemen een afspraak gemaakt kunnen worden. Dat is wat Jezus bedoelt, wanneer hij zegt: Spreek, bid in Mijn naam, namens Mij, op mijn gezag. Wij zijn ambassadeurs van Hem. Vertegenwoordigers van Zijn Koninkrijk. Bekleed met Zijn gezag. De boze geest zegt ‘Jezus ken ik en Paulus ook’ Is dat niet geweldig dat Paulus een bekende is in de geestelijke wereld? Hoe komt dat? Omdat Paulus gezeten is in de hemelsferen, in Christus Jezus. Paulus leefde niet meer voor zichzelf. Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven. Galaten 2:20
2
De vraag is of God zich op zelfde wijze kan verbinden aan de dingen die wij zeggen en bidden, zoals Hij dat bij Paulus deed. Het antwoord ligt in de vraag of wij ons op dezelfde wijze onderwerpen aan Jezus, zoals Paulus dat deed. Daarin ligt de sleutel tot het opereren in het bovennatuurlijke. Geen verantwoordelijkheid, zonder verantwoording. Geen autoriteit, zonder onder autoriteit te staan. Je kunt alleen op iemands gezag spreken, als je ook onder zijn gezag staat. Matteus 8:5-13 5 Toen hij (Jezus) Kafarnaüm binnenging, kwam er een centurio (officier in het Romeinse leger) naar hem toe die hem om hulp smeekte. 6 ‘Heer, ‘zei hij, ‘mijn slaaf ligt thuis verlamd op bed en lijdt hevige pijn.’ 7 Jezus antwoordde hem: ‘Ik zal meegaan en hem genezen.’ 8 Daarop zei de centurio: ‘Heer, ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt, u hoeft alleen maar te spreken en mijn slaaf zal genezen. 9 Ook ik ben iemand die onder andermans gezag staat en zelf weer soldaten onder zich heeft, en als ik tegen een soldaat zeg: “Ga!” dan gaat hij, en tegen een andere: “Kom!” dan komt hij, en als ik tegen mijn dienaar zeg: “Doe dit!” dan doet hij het.’ 10 Toen Jezus dit hoorde, verbaasde hij zich en hij zei tegen degenen die hem volgden: ‘Ik verzeker jullie: bij niemand in Israël heb ik zo’n groot geloof gevonden. 11 Ik zeg jullie dat velen uit het oosten en uit het westen zullen komen en met Abraham, Isaak en Jakob zullen aanliggen in het koninkrijk van de hemel, 12 maar de erfgenamen van het koninkrijk zullen worden verbannen naar de uiterste duisternis; daar zullen zij jammeren en knarsetanden.’ 13 Tegen de centurio zei Jezus: ‘Ga naar huis. Zoals u het geloofd hebt, zo zal het gebeuren.’ Op hetzelfde moment genas zijn slaaf. De Centurion begreep welke autoriteit Jezus had. De macht van ziekte is ondergeschikt aan de macht van Jezus en dus hoeft Jezus alleen maar te spreken en deze macht van ziekte moet gehoorzamen. De centurion weet wat het is om onder gezag te staan en wat het is om gezag uit te oefenen. Deze Romeinse centurion was niet uniek in het onderkennen dat Jezus buiten gewone autoriteit bezat. Zelfs de grootste critici van Jezus kwamen tot die conclusie. Lucas 4:36 En er kwam verbazing over allen en zij spraken erover tot elkander en zeiden: Wat voor spreken is dit? Want Hij legt met gezag en macht aan de onreine geesten zijn bevelen op en zij varen uit. Jezus neemt uitgebreid de gelegenheid om uit te leggen wie Hij is en hoe het komt dat Hij zo’n buiten gewone mate van macht en gezag heeft. Jezus heeft autoriteit, omdat Hij staat onder autoriteit. Johannes 5:19 ‘Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. De autoriteit die Jezus had, was niet van hemzelf, maar van Zijn Vader. Het feit dat Jezus, de zoon van God, niets uit zichzelf kon, zou voor ons een hele geruststelling moeten zijn. Gaan lijken op Jezus, betekent in de eerste plaats Zijn voorbeeld volgen van onderwerping, zoals hij zich onderwierp aan Zijn vader. Johannes 6:38 ‘want (zegt Jezus) ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat ik wil, maar om te doen wat hij wil die mij gezonden heeft.’ Hoewel Jezus zelf het Woord van God is, zegt Hij: Ik doe niets uit mijzelf, maar spreek over deze dingen zoals de Vader het mij geleerd heeft. Hij die mij gezonden heeft is bij mij; Hij heeft me niet alleen gelaten, omdat ik altijd doe wat Hij wil.’ Johannes 8:28
3
Jezus zei dat Hij was gekomen om de Vader te eren. De wonderen die Hij deed, waren het resultaat van het werk van de Vader door de Zoon heen. Hij ging zelfs zover, dat Hij zei: Als wat ik doe niet van mijn Vader komt, geloof me dan niet. Johannes 10:37 Jezus liet zien dat Hij en de vader één waren; er was (en is) een perfecte verbintenis tussen hen. En toch, kon Hij zeggen dat de Vader Zijn meerdere was. …de wereld moet weten dat ik de Vader liefheb en doe wat de Vader me heeft opgedragen. Johannes 14:31 De gehoorzaamheid van Jezus aan zijn Vader was een absoluut vereiste om in Zijn Vaders liefde te blijven. Ongehoorzaamheid, op welk moment dan ook, zou onherroepelijk desastreuze gevolgen hebben. Het zou de hele reden waarom Jezus naar deze aarde kwam als Lam van God om geofferd te worden en onze zonde op zich te nemen, teniet doen. En dan zegt Jezus tegen Zijn volgelingen: 9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: 10 je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. Johannes 15:10 Jezus maakt duidelijk, dat net zoals het voor Hem noodzakelijk was om zich te onderwerpen aan Zijn Vader, het voor Zijn volgelingen op dezelfde wijze noodzakelijk is om onder Zijn gezag te komen en Hem te gehoorzamen. Als we kijken naar het leven van Jezus, dan zien we welke geweldige zegen het geeft wanneer wij ons onderwerpen aan Hem. Dan gaan we wandelen in onze bestemming. Dan gaan we doen waarvoor we in de eerste plaats ook geschapen zijn. Namelijk om gezag te hebben. Genesis 1:28 En God zegende de mens en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt. Daarom bid Jezus in Joh 17:21 Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden. Jezus had alle reden om dit smekend te bidden ‘laat hen zo ook in ons zijn’, want is dat nu juist niet het probleem? Hoe komt het toch, dat zo weinig christenen de autoriteit die ze in Jezus hebben, uitoefenen? Hoe komt het, dat er zo weinig bewijs is van het feit dat we de naam boven alle naam mogen gebruiken en dat op gezag van die naam iedere andere macht zijn knieën moet buigen? Waarom wordt de kerk genegeerd, in plaats van dat er naar gekeken en geluisterd wordt, omdat ze vol zit met mensen die autoriteit en kracht van God hebben. Per slot van rekening, erkende iederéén, ook de opponenten van Jezus, dat Hij buitengewoon gezag had. Het sleutelwoord is toewijding of onderwerping. Veel mensen willen Jezus wel als hun redder en verlosser, maar willen we Hem ook als onze Heer en meester? We wéten als christenen wel dat Hij het hoogste gezag is, maar onderwerpen we ons ook daaraan? Wij zijn egoïstisch en zondig van natuur en daardoor hebben wij het verlangen om onze eigen heer en meester te zijn. Ons vlees haat het idee van onderwerping en gehoorzaamheid. Van nature willen we onafhankelijk zijn – en dat is een vreselijke zonde, want het maakt dat we trots worden. Jezus maakt duidelijk dat wij ons moeten bekeren; en dat is niet alleen ons afkeren van zonden, maar juist ook ons keren naar God toe en ons hart onderwerpen aan Gods autoriteit. 4
Autoriteit kan alleen maar komen door onderwerping, want zelf heb je het niet. Daarom zegt Jezus in Joh 15:4 tegen zijn volgelingen: Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. Er is autoriteit in het woord van God. Als we daar aan gaan morel, dan ontnemen we het z’n gezag. Want er is geen autoriteit in onze eigen ideeën en filosofieën. De autoriteit van God is in Zijn woord en niet in het onze. Wanneer wij meer waarde hechten aan onze eigen woorden, dan aan wat het woord van God zegt, dan maken wij ons schuldig aan trots, omdat we denken dat we het beter weten, dan Hij die ons gemaakt heeft. Zij die rebelleren tegen Zijn autoriteit kunnen niet functioneren in Zijn autoriteit. Jacobus zegt zelfs Hfd.4:6-7 ‘God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt hij zijn genade.’ 7 Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten. Veel mensen proberen zich wel te verzetten tegen de duivel, maar dan zonder zich te onderwerpen aan God. De duivel is niet bang voor hoogmoedigen, die zich niet onderwerpen aan God en aan het gezag van Zijn woord. Maar wanneer jij je in je hart onderwerpt aan God, dan krijgt de duivel niet met jou te maken, maar met degene aan wie jij je onderworpen hebt en hij zál van je wegvluchten. Geloof komt door het horen van het woord van God, maar autoriteit komt door onderwerping, gehoorzaamheid aan het woord van God. Dat is niet iets dat we kunnen opwekken. Het gaat hier niet om het naleven van alle regels, maar om de houding van ons hart. Dit heeft alles te maken met die gebrokenheid, die verschroeide plaats waar Jan onlangs over gesproken heb. Ons trotse onafhankelijke hart moet buigen, als wij mannen en vrouwen met autoriteit willen zijn, zoals God bedoeld heeft. En dat is niet makkelijk geleerd. Bestudeer het leven van Petrus maar. Meer dan eens gaat hij met Jezus in discussie, maar uiteindelijk schrijft hij zelf in 1 Petrus 5:5-6 5 in de omgang met elkaar moet ieder van u altijd de minste willen zijn, want God keert zich tegen hoogmoedige, maar aan nederige schenkt hij zijn genade. 6 Onderwerp u dus nederig aan Gods hoge gezag, dan zal hij u op de bestemde tijd een eervolle plaats geven. Ik hoop dat ik u vanmorgen heb aangemoedigd om de autoriteit, die God voor ons beschikbaar heeft gemaakt, te gaan gebruiken waarvoor God het bedoeld heeft. Om het goede nieuws te brengen, om zieken te genezen, om demonen uit te drijven. Maar er is een vraag die daaraan vooraf gaat. Behoor jij Christus werkelijk toe. Je hebt Hem misschien aanvaard als jouw redder en verlosser, maar is hij ook jouw heer en meester. Mag Hij jouw koers bepalen. Kun jij bidden als je ’s morgens wakker wordt: ‘Vader, wat u vandaag ook van mij vraagt, ik wil dat U weet dat het antwoord ‘ja’ zal zijn.’ ‘Ongeacht de vraag, doe ik het’ Dat is totale onderwerping. Dat is wat jou tot klei maakt in de hand van de pottenbakker. Mogelijke vragen voor in de cel: 1. Martijn gaf een voorbeeld over demonie. Heb je daar wel eens mee te maken gehad? 2. Is er een Bijbelse reden waarom je bang moet zijn van demonen? 3. Is er een praktische reden waarom je bang moet zijn voor demonen? 4. Sta jij helemaal onder autoriteit van Jezus? Waaruit blijkt dat? 5. Stond Jezus helemaal onder autoriteit? Waaruit bleek dat? 6. Hoe zit het met gedelegeerde autoriteit van bijv. kerkleiders? 7. Wat kun je leren over autoriteit uit het verhaal van Jezus met de centurion? 8. Is autoriteit noodzakelijk in Gods Koninkrijk? Waarom wel/niet? 5