ARR 2007
3962
BWK
AT A
T
ONTWERP VOOR EEN METROSTATION EN WOONCOMPLEX IN BARCELONA
G.C .Poppenk I s456940 115 juni 2007
SANT ANDREU TRANSIT(ION) ONTWERPVOOR EEN METROSTATION EN WOONCOMPLEX IN BARCELONA
G.C. Poppenk
s 456940 15juni2007 Faculteit Architectonisch Ontwerpen Technische Universiteit Eindhoven
Afstudeercommissie: prof.ir. R.H . van Zuuk dr.ir. J.G. Wallis de Vries prof.dr.ir. B.E.J . de Meulder
Samenvatting
De directe aanleiding voor deze afstudeeropgave is de aanleg van metrolijn 'linia 9' in Barcelona. De inbreuk van de stations in het bestaande stedelijke weefsel legitimeert het opstellen van een ontwerpopgave voor de betreffende locaties en maakt een programmatische toevoeging mogelijk. Binnen het afstudeeratelier 'Next Stop Utopia' onder leiding van Rene van Zuuk hebben dertien studenten ieder een ontwerp gerealiseerd dat verband houdt met de inpassing van een specifiek metrostation van linia 9. led ere architectonische ontwerpopgave binnen een stad is onlosmakelijk verbonden met de vraag naar de wijze waarop het ontwerp zich inpast in de stedelijke context. In dit afstudeerproject wordt stelling genomen voor de dynamiek en veelzijdigheid van de stad. De 'ge-esthetiseerde' en 'gefunctionaliseerde' openbare en collectieve ruimtes zoals deze de afgelopen decennia hun intrede hebben gedaan in vele steden vormen door hun eenduidig karakter een bedreiging voor de stedelijke conditie. Daarom wordt gepleit voor een meerduidige architectuur die openstaat voor meerdere interpretaties en daarmee de voedingsbodem vormt voor de veelzijdigheid van de stad. 'Sant Andreu Transit(ion)' betreft de inpassing van het metrostation Onze de Setembre in de dichtbebouwde wijk Sant Andreu . Het station is gepland op de locatie van een sportcomplex aan de Rambla Onze de Setembre, en bevindt zich op de grens van het gemeentelijk Sagrera masterplan, een plan voor de toevoeging van een grootstedelijk programma aan de wijk. Deze context is aanleiding om binnen dit afstuderen een stedenbouwkundig plan te maken teneinde: de marginale ruimtelijke kwaliteit van de bestaande situatie te verbeteren; het Sagrera masterplan zorgvuldig aan te laten sluiten op de wijk Sant Andreu; een oplossing te bieden voor de inpassing van het metrostation.
Het stedenbouwkundig plan omvat onder andere het metrostation, het sportcomplex, een voetbalveld, 3800 m2 commerciele ruimte en 300 woningen. Het ontwerp speelt in op het niveauverschil van 5 meter tussen het maaiveld aan iedere zijde van het plangebied. Door het 'hoge' maaiveld over het 'lage' maaiveld heen te trekken ontstaat een laag bebouwing die plaats biedt aan de diverse functies. Daarboven warden enkele woonvolumes geplaatst die kwa vorm aansluiten op de bestaande bebouwing. De resulterende compositie zet het bestaande stedelijke weefsel voort maar zet deze tegelijkertijd in een nieuw daglicht. Voorheen afgesloten binnenterreinen warden geopend en vormen een aanvulling op de schaarse hoeveelheid openbare ruimte in de wijk. Uit het stedenbouwkundig plan is een gebouw architectonisch uitgewerkt. Deze uitwerking betreft een toren waarin 36 woningen, een grand cafe en restaurant en het metrostation in zijn opgenomen. Centraal in het ontwerp staat een ruimte die bestaat uit de metrohal en overgaat in een patio die zich door het gebouw weeft. De relatie tussen de diverse functies die aan de patio grenzen wordt mede bepaald door de gevelbekleding die bestaat uit geperforeerde aluminium platen. Afhankelijk van het stand punt en de richting waarop het licht door oftegen de plaat valt, verhult of onthult de gevel datgene wat zich erachter bevindt. Door deze materialisering en door de ruimtelijke relatie tussen de metrohal, de patio en de aanliggende functies krijgen deze ruimtes een ruimtelijke kwaliteit en meerduidigheid die niet besloten ligt in de afzonderlijke delen.
lnhoudsopgave
8
lnleiding 1 Ontwerphouding 2 Analyse 2.1 Barcelona 2.2 Barcelona en stedelijke openbaarheid 2.3 Linia 9 2.4 De wijk Sant Andreu 2.5 Locatie metrostation Onze de Setembre 3 Stedebouwkundig plan 3.1 Opgave en programma 3.2 Concept 3.3 Ontwerp 4 Architectonisch Ontwerp 4.1 Opgave en programma 4.2 Concept 4.3 Ontwerp 4.4 Materialisering en detaillering 4.5 lmpressies 5 Conclusie Bijlagen
Noten Literatuurlijst
13
19 22
26 29 31
38 40 43 50 50 52 58
62 69
74 75
lnleiding
Een fascinatie voorde veelzijdigheid en dynamiek van een stad en de aanleg van een nieuwe metrolijn in Barcelona vormen de ingredienten van dit afstudeerproject. De interesse voor de stedelijke dynamiek werd gewekt gedurende een stage in Sao Paulo. De diversiteit en intensiteit aan ervaringen binnen deze metropool kennen een kwaliteit die haast ongrijpbaar is. De ervaring van deze 'stedelijke' conditie riep de vraag op naar de rol die architectuur speelt in de context van de stad. Dit afstuderproject is een pleidooi voor de veelzijdigheid van de stedelijke ruimte en neemt zijn meerduidigheid als uitgangspunt voor een stedenbouwkundig en architectonisch ontwerp. Deze ontwerphouding wordt geformuleerd in hoofdstuk een van dit verslag. De directe aanleiding voor deze afstudeeropgave is de aanleg van metrolijn 'linia 9' in Barcelona. De inbreuk van de stations in het bestaande stedelijke weefsel legitimeert het opstellen van een ontwerpopgave voor de betreffende locaties en maakt een programmatische toevoeging
mogelijk. Binnen het afstudeeratelier 'Next Stop Utopia' onder leiding van Rene van Zuuk hebben dertien studenten ieder een ontwerp gerealiseerd dat verband houdt met de inpassing van een specifiek metrostation van linia 9. In hoofdstuk twee wordt een analyse gegeven van de context waarbinnen het station tot stand komt. Sant Andreu Transit(ion) betreft de inpassing van het metrostation Onze de Setembre. De aanleg van de transitruimte is mede aanleiding voor de transitie van de wijk Sant Andreu waarin het station ligt. Binnen dit afstudeerproject wordt een stedenbouwkundig plan opgesteld dat reageert op de veranderende context. Het plan omvat het metrostation, enkele woongebouwen, commerciele ruimtes, een sportcomplex en een voetbalveld. Uit het stedenbouwkundig plan wordt een woongebouw waarin zich tevens het metrostation bevindt architectonisch uitgewerkt. Het stedenbouwkundig plan en het architectonisch ontwerp worden beschreven in respectievelijk hoodfstuk drie en vier. Het verslag besluit met een conclusie in hoofdstuk 5.
HOOFDSTUK 1
ONTWERPHOUD ING
ledere architectonische ontwerpopgave binnen een stad is onlosmakelijk verbonden met de vraag naar de wijze waarop het ontwerp zich inpast in de stedelijke context. Deze vraag laat zich echter niet eenvoudig beantwoorden . Een stad laat zich weliswaar beschrijven in afzonderlijke eigenschappen als het aantal woningen, de oppervlakte en de populatie, maar een opsomming van al deze elementen geeft geenszins inzicht in de stedelijke dynamiek en veelzijdigheid waarvoor ze tezamen de voedingsbodem vormen . De haast ongrijpbare kwaliteit van de 'stedelijke' ervaring maakt het moeilijk een ontwerpstrategie op te stellen voor een individueel gebouw binnen de context van de stad . Wat is de kracht van 'stedelijkheid' en welke uitgangspunten biedt dit voor het ontwerpen binnen een stad? Stedelijke openbaarheid
Cultuurfilosoof Rene Boom kens beschrijft in zijn boek 'Een Drempelwereld' stedelijkheid als een cultureel fenomeen dat onder andere in het 19e eeuwse Parijs tot ontwikkeling kwam. Deze ontwikkeling la at zich beschrijven aan de hand van de grootschalige stadstransformatie en modernisering van Parijs onder leiding van baron Von Haussman. De aanleg van brede boulevards en lange rechte wegen opende het middeleeuwse stadsweefsel voor het moderne verkeer en verbeterde de sociale orde en hygienische situatie. Het plan had echter een onvoorzien gevolg: de opkomst van een tot dan toe ongekende stedelijke openbaarheid (1 ). De schijnbaar eindeloze boulevards en brede straten doorbraken de ruimtelijke en sociale structuur van de stad en maakten een eind aan de beslotenheid van bestaande volksbuurten. Het leven dat tot dan toe verborgen had gelegen in het weefsel van de middeleeuwse stad werd onderworpen aan de wetten van universele zichtbaarheid en openbaarheid. Deze openbaarheid was de basis van geheel nieuwe sociale, culturele en economische dimensies. De mogelijkheid tot het samenbrengen van grate groepen mensen in deze openbare ruimtes leidde tot de opkomst van een anonieme massa mensen en de samenkomst van verschillende sociale klassen die 13
voorheen van elkaar gescheiden bleven. Tevens vond een expansie plaats van winkels, restaurants en cafe's gericht op het grate publiek. De scene van twee geliefden die Marshall Berman beschrijft is exemplarisch voor deze nieuwe dimensies van de metropool: 'For lovers, the boulevard created a new primal scene: a space where they could be private in public, intimately together without being physically alone . .... They could display their love before the boulevard's endless parade of strangers ... and draw different joy from them all ... The more they saw of others and showed themselves to others the richer became their vision of themselves' (2). Het 'wonen' in de stad laat zich niet vergelijken met het traditionele wonen. Boomkens beschouwt het wonen en het thuis-zijn als het 'horen bij', als de inbedding van het individu in een bepaalde collectiviteit. Aan deze inbedding ontleent het individu zijn identiteit. In de traditionele gemeenschap voorzag de cultuur in deze inbedding middels tradities, religieuze overtuiging, sociale relaties en afkomst. Inherent hieraan stand naast de woning oak de buurt of gemeenschap garant voor een mate van beslotenheid, voor de private sfeer waarbinnen het individu zich ontplooide en zijn identiteit vond. De openbaarheid van de metropool doorbreekt deze beslotenheid en reduceert de private sfeer tot de woning zelf. Zowel de private sfeer van de woning als deelname aan het onvoorspelbare openbare bestaan van de metropool bieden een ongekende vrijheid. Hier kan het individu binnen de anonimiteit van de openbaarheid sociale, economische en culturele relaties aangaan en persoonlijke idealen nastreven. Het individu vindt hier zijn 'thuis' in de momenten van uitwisseling met het collectief; in de toevallige momenten van ontrnoeting, herkenning of fascinatie die al dwalend in de chaos van de metropool op zijn pad komen. Deze momenten bedden het individu in in de leefwijze van het collectief. Het wonen in de metropool is fragmentarisch en momentaan in plaats van lokaal en besloten. Boomkens spreekt van een nieuwe cultuur die in de metropool tot ontwikkeling kwam . Een open en onvoorspelbare cultuur die niet feodaal is, maar modern. De metropool is exemplarisch voor deze 14
moderne cultuur: de stad wordt op een moderne manier bewoond en op een moderne manier ervaren. In deze context is stedelijkheid de naam die verleend wordt aan de mogelijkheid van de modeme ervaringswijze. Stedelijkheid is daarmee een culturele mogelijkheid die voomamelijk in stedelijke omgeving tot ontwikkeling komt. (3) Publiek domein
De kracht van de stedelijke cultuur ligt besloten in het raakvlak tussen het individu en de openbaarheid. Dit raakvlak biedt de mogelijkheid tot 'ongehinderde ontplooiing van de individuele identiteit terwijl ze die individualiteit tegelijkertijd inbedt in een open collectieve betekenissamenhang en leefwijze' (4). Dit raakvlak laat zich moeilijk concretiseren; het is een eigenschap die meestal tot stand komt in openbare ruimtes, die door Berman wordt waargenomen in de boulevards van Parijs, maar ook besloten kan zijn in pleinen, winkelcentra, stations of bioscopen, waar individuele ontmoetingen raken aan collectieve gebeurtenissen. Maarten Hajer en Arnold Reijndorp spreken in deze context over het ontstaan van 'publiek domein'. Publiek domein ontstaat meestal in de openbare ruimte, maar niet ieder publiek domein hoeft strikt genomen openbare ruimte te zijn. Evenzogoed is niet iedere openbare ruimte een publiek domein. Publieke domein zijn die plaatsen, meestal in de openbare ruimte, waar daadwerkelijk uitwisseling plaatsvindt tussen diverse maatschappelijke groepen, tussen het individu en het collectief. Zander dit publieke domein vervalt de stad in solipsistisch individualisme en anonieme massaliteit. Publiek domein als voorwaarde voor stedelijke vitaliteit geniet sinds eind jaren '80 een grate belangstelling. De herwaardering van openbare ruimte vormt de kern van vele stedelijke revitalisering sstrategieen sinds duidelijk werd welke impact de functionalistische stedenbouw had op de naoorlogse stad. Vanaf de jaren '30 waren de modernistische principes van functiescheiding en zonering de leidraad geweest voor architecten en stedenbouwkundigen . Reeds in de jaren '50 waarschuwde 15
het architectenduo Peter en Alison Smithson voor de gevolgen van de zoneringsstrategie: 'Life falls though the net of the Four Functions' (5). De Smithsons vreesden voor het ontstaan van anonieme, steriele steden. Door de principes van functiescheiding ging de meerduidigheid van de stedelijke ruimte verloren en werd identificatie met de omgeving onmogelijk: 'What draws us to Paris is the sti/1/ive sense of the city as a collective art-form: it is that which pins us to the pages of Simenon, envious of the carnal connection of places and life-pattern. A connection we know we have lost' (6). De teloorgang van het publiek domein is nog immer actueel en onderwerp van een levendig debat. In het boek 'Op zoek naar nieuw publiek domein' bekritiseren Hajer en Reijndorp het actuele debat omtrend de openbare ruimte. Hun kritiek laat zich goed samenvatten door een citaat van lgnasi de Sola Moreles: 'Ook architectuur en stadsontwerp spreken zich uit over de 'stedelijke ziekte' door antwoorden te geven op een situatie die door middel van hun eigen taal negatief wordt beoordeeld' (7). Hajer en Reijndorp stellen dat de actuele discussie wordt gedomineerd door de taal van traditionele openbare ruimte, die niet avereenkomt met de hedendaagse ruimtelijke en sociale context waarin nieuwe ruimtes van collectief gebruik tot stand komen. De straat en het plein vormen nog immer de referenties van beleidsmakers en stedebouwkundigen en de focus ligt veelal op het historisch centrum. De nieuwe collectieve stedelijke ruimtes ats shopping malls, metro en TGV stations en recreatieparken die de afgelopen vier decennia hun intrede hebben gedaan in de stad worden als negatief beaardeeld vanwege het gebrek aan identiteit, authenticiteit en inbedding in een historische context. Door deze houding warden de potenties die in deze ruimtes besloten liggen over het hoofd gezien, terwijl het nag bestaande publiek domein in haar essentie wordt bedreigd door krampachtige revitaliseringsstrategieen om de stad aantrekkelijker te maken voor de consument en toerist.
16
Functionalisering en esthetisering van de openbare ruimte
Hajer en Reijndorp onderscheiden twee ontwerpprincipes die ten grondslag liggen aan het onvermogen van de nieuwe ruimtes van collectief gebruik om uit te groeien tot publiek domein. De eerste is de esthetisering van de openbare ruimte. Manuel de Sola Morales zegt hierover: 'In de afgelopen jaren heeft de opzienbarende rea/isatie van openbare ruimtes en openbare gebouwen in verschillende Europese steden een aantal schitterende eta/ages vol esthetisch consumptiegoed opgeleverd. Bee/den die concurrerend zijn binnen de massacommunicatie maar die geen stedebouwkundige argumenten leveren die op langere termijn van betekenis zijn' (8). De enige betekenis die is opgelegd aan de ruimte is die van 'fun' en 'looking good', het esthetisch ideaal van de hedendaagse consument. De monotonie van het modemisme is verwisseld door een eindeloze hoeveelheid unieke identiteiten die echter stuk voor stuk onderling inwisselbaar zijn. De ruimte wordt ontdaan van haar meerduidigheid en staat niet open voor verschillende interpretaties. Door het eenduidige karakter van de geesthetiseerde openbare ruimte laat deze zich moeilijk vormen tot publiek domein. Het tweede principe wat Hajer en Reijndorp onderscheiden is de functionalisering van openbare en collectief gebruikte ruimtes. Pretparken, stations, shopping malls en verscheidene andere plekken in de hedendaagse stad zijn stuk voor stuk ontworpen op het tevreden stellen van de consument en het voorkomen van ongewenste confrontaties. Het gedrag van de consument wordt middels het ontwerp als het ware voorgeprogrammeerd teneinde de consument zo soepel mogelijk door het vliegveld of pretpark heen te leiden. In deze 'zero-friction' omgevingen bevindt het individu zich temidden van de anonieme voortschreidende massa zonder ermee in aanraking te komen. Hoewel deze omgevingen 'perfect' doen waarvoor ze ontworpen zijn, staan ze door hun eenduidigheid de uitwisseling tussen verschillende groepen mensen, en daarmee de vorming van publiek domein , in de weg .
17
Meerduidigheid in ontwerp
Het geloof in het veelzijdige stedelijke leven vereist een meerduidig karakter van de de stad; alleen dan kan men zich ieder op zijn eigen manier identificeren met zijn omgeving en ingebed warden in de collectieve leefwijze en zijn thuis vinden in de metropool. De hedendaagse architectuur spreekt vaak alleen de taal van haar eigen totstandkoming, niet het verhaal van de context waarin ze tot stand komt. De 'esthetisering' en 'functionalisering' van veel openbare en collectieve ruimtes leidt tot een eenduidig karakter die de vorming van publiek domein in de weg staat. Roger Diener geeft een insteek voor de wijze waarop een architectonische toevoeging in het bestaande weefsel van de stad het meerduidige karakter versterkt: 'Perhaps we are able to change a site by placing pre-existing elements in an altered context and introducing changes in meaning' (9). Door een zorgvuldige inpassing van een architectonisch ontwerp kan de bestaande context ervan in een nieuwe context warden geplaatst. Het bestaande krijgt daarmee een nieuwe betekenis, maar behoudt tevens het bestaande karakter. De situatie krijgt een mate van ambiguHeit waardoor ze op meerdere manieren ervaren kan warden. De meerduidige betekenis bedt de individuele ervaring in in de collectieve leefwijze van de metropool.
18
HOOFDSTUK 2
ANALYSE
..
+
BARCELONA N
0
2k1
Sagrera masterpl; historisch centru lini2
Q
station Onze de Setemb
2.1 Barcelona Barcelona is gelegen op een licht hellend vlak tussen de Middellandse Zee in het oosten en de Collserola heuvels in het westen . De stad heeft zich lange tijd laten definieren door deze natuurlijke barrieres en de rivieren de Besos en Llobregat in respectievelijk het noorden en het zuiden. Barcelona is met 1.6 miljoen inwoners in de stad zelf en 5,2 miljoen inwoners in de directe regio een bescheiden metropool en de tweede stad van Spanje. Maar Barcelona profileert zich vooral als hoofdstad van Catalonie en vormt het hart van de Catalaanse identiteit en cultuur. De stad kent een relatief klein historisch centrum, de Ciutat Vella. De wijk bevindt zich aan de zuidzijde van de stad en wordt gekarakteriseerd door een dicht middeleeuws weefsel. De wijk draagt zowel de sporen van de oorspronkelijke Romeinse nederzetting als van recente ingrepen ter verbetering van de wijk zoals de Rambla del Raval. Rondom de Ciutat Vella ligt de wijk Eixample. De Eixample, Catalaans voor 'uitbreiding', werd vanaf 1850 gerealiseerd als eerste uitbreiding van de stad na het slechten van de stadsmuren. Het plan van Ildefonso Cerda voor deze wijk wordt gekarakteriseerd door de met diagonalen doorsneden gridstructuur. Dewijk herbergt een rijke architectuur van Catalaans modemistische architecten zoals Puig i Caldafalch, Domenech i Montaner en Gaudi. De Eixample kent een bijzonder hoge inwonersdichtheid van bijna 35.000 inwoners per vierkante kilometer. De gemiddelde inwonersdichtheid van Barcelona is ruim 15.000 inwoners per vierkante kilometer. Rond de Eixample liggen diverse voormalige dorpen zoals Gracia en Sant Andreu die begin 20e eeuw werden ingelijfd bij Barcelona en werden opgenomen in het stedelijk weefsel. Veelal hebben deze dorpen een deel van hun oorspronkelijke karakter weten te behouden, waardoor iedere wijk een unieke plek vorrnt voor de stad. De hedendaagse stad laat zich niet meer definieren door haar natuurlijke grenzen. Binnen de stad is het stedenbouwkundig beleid gericht op het hergebruik van stedelijke gebieden en complementering 21
van de stad. Daarnaast wordt middels infrastructuur en telecommunicatie het metropolitane gebied uitgebreid tot wijd buiten de stadsgrenzen zelf. De stedenbouwkundige plannen en recente architectuurproductie kenmerken zich niet langer door het uitdragen van een typisch Catalaanse stijl maar door een kosmopolitische orientatie. 2.2 Barcelona en stedelijke openbaarheid Sinds de jaren '80 is openbare ruimte een centraal thema geweest binnen de stedelijke ontwikkeling van Barcelona. Oriol Bohigas was als hoofd stedenbouwkundige dienst de drijfveer achter de revitalisatie van de stad middels de verbetering van het openbare domein. Dit verkeerde in een erbarmelijke staat na de val van de dictatuur van Franco. Het thema openbare ruimte kent in Barcelona kent een problematische geschiedenis. In de strijd om de Catalaanse onafhankelijkheid stand Spanje het niet toe dat Barcelona zijn stadsmuren zou slechten . Dit leidde tot een bijzonder dicht bebouwd weefsel waarin ruimte kostbaar was. De hedendaagse openbare ruimtes in de Ciutat Vella zijn dan oak voomamelijk ontstaan als gevolg van programmatische en ruimtelijke transformaties; de drooglegging van een rivier schiep ruimte voor de Ramblas en de binnenplaatsen van diverse kloosters vormen rustpunten binnen het dichte weefsel. Gedurende een mild regime mocht Barcelona in 1850 de stad uitbreiden middels het Cerdaplan. In dit plan lag een grate hoeveelheid openbare ruimte besloten. leder bouwblok zou voor slechts 30% bebouwd warden en de bebouwing zou drie tot vier etages hoog zijn. Het plan vond latere herwaardering in het plan Macia, opgetekend in de jaren '30 door het GATCPAC in samenwerking met Le Corbusier. Dit plan werd echter nooit uitgevoerd door het uitbreken van de Spaanse burgeroor1og in 1936 en de opeenvolgende dictatuur van Franco. Onder Franco had een enorme bouwproductie plaats. Barcelona maakte een forse groei door, maar,
22
veel openbare ruimte werd opgeofferd aan infrastructuur en het particuliere initiatief. Tekenend voor de situatie was de wijk Eixample, waar alleen de gridstructuur nog herinnerde aan Gerda's plan. Uit winstoverwegingen werd de voorziene openbare ruimte vrijwel geheel bebouwd, en de maximale bouwhoogte van vier etages werd verdubbeld naar acht. De resulterende stedelijke ruimte was 6f bebouwd 6f ingericht voor verkeer. De universele en functionalistische stedenbouw die gedurende de dictatuur de richtlijn was, werd door Bohigas in de jaren '80 verworpen. Hij ontwikkelde een benadering waarin stedebouwkundige ingrepen werden gedicteerd door de maatschappelijke behoeften van de locatie zelf. In deze benadering stelde Bohigas de open bare ruimte centraal: plaatselijke ingrepen werden door het stedelijk weefsel aangedragen. 'Stedelijke leegtes' zoals braakliggend terrein of verlaten industrie werden getransformeerd tot openbaar deel van de stad, pleinen en parken werden heringericht en vervallen bebouwing maakte plaats voor openbare ruimte. Het doel van Bohigas' aanpak was tweeledig. Ten eerste diende de herinrichting van de publieke ruimte als katalysator voor het vemieuwingsproces van de omgeving. Een kleine ingreep in publieke ruimte zou de omgeving 'besmetten' en een impuls zijn voor de opwaardering van de omgeving. Door op vele plekken in de stad een kleine ingreep te verrichten kon de hele stad een impuls krijgen. Ten tweede beschouwde Bohigas de openbare ruimte als een sociale condensator van de stad. In de stad vonden er grote veranderingen plaats in levenswijze en bevolkingssamenstelling. De openbare ruimte stad werd in deze context ingezet als een stedelijke dilatatie waar conflicten en sociale spanningen hun bewegingsvrijheid krijgen. Door de inrichting van deze ruimtes af te stemmen op het sociale en economische omgeving herstelden de lokale ingrepen het stedelijk weefsel. De Olympische Spelen van 1992 vormden de katalysator voor Bohigas' revitaliseringsstrategie. Dit evenement bracht het kapitaal en de energie op voor de stedelijke ingrepen. Door de voorzieningen voor de Spelen op uitgekiende plekken binnen de stad te plaatsen, werden vervallen stadsdelen opnieuw ingericht en nieuwe openbare ruimte gecreeerd . Een goed voorbeeld is het Olympisch Dorp,
dat onder andere een jachthaven en een promenade omvat. Hiermee richtte Barcelona zich voor het eerst in de geschiedenis op de zee en werd een nieuwe plek toegevoegd aan de stad . De plek vormt nu een unieke ruimte waar diverse sociate groepen ontsnappen aan de densiteit van de stad en heeft mede door de terughoudende maar kwalitatief hoogwaardige inrichting uit kunnen groeien tot een succesvol publiek domein. Na de Olympische Spelen in 1992 werd de revitaliseringsstrategie naar een hoger schaalniveau getild. Werden ingrepen in eerste instantie op wijkniveau gedaan, het afgelopen decennium werd de stad als geheel beschouwd en werden zones van 'nieuwe centraliteit' gedefinieerd . Belangrijke knooppunten op de grens tussen verschillende wijken dienen als centra van vernieuwing van de stad. Grootstedelijke programma's als een TGV station in het 'Sagrera'plan of een conferentiecentrum in het plan 'Forum 2004' vormen de basis van deze ingrepen. Middels de zorgvuldige aanpak en inrichting van de openbare ruimte heeft Barcelona de conditities geschapen die nodig zijn voor het ontstaan van een succesvol publiek domein. Het succes en de strategie dienen wereldwijd als voorbeeld voor stedelijke revitalisering. Hoewel de strategie en uitvoering uniek te noemen zijn binnen de hedendaagse stedenbouw is het succes van de openbare ruimte in Barcelona wellicht oak door de problematische geschiedenis ervan te verklaren. Diverse oorzaken hebben geleid tot de ongekende bebouwingsdichtheid van Barcelona. De stedelijke openbaarheid die besloten lag in diverse stedenbouwkundige plannen werd nooit gerealiseerd. De densiteit van de stad resulteert in een bijzonder intense ervaring van de aanwezige openbare ruimte. De neutrale inrichting biedt een uitweg voor de diversiteit aan mensen en activiteiten die besloten liggen in het stedelijke weefsel. De openbare ruimte verkrijgt zodoende een meerduidigheid die zeker niet besloten lag in het modernistische Cerdaplan en plan Macia.
25
2.3 De aanleg van metrolijn 'linia 9' in Barcelona Linia 9 is het grootste project binnen het infrastructurele uitbreidingsplan 2001-2010 van Barcelona. Met een lengte van bijna 43 kilometer wordt het de langste metrolijn binnen Europa. De lijn brengt het aantal metrostations in Barcelona van 140 naar 190 en breidt de lengte van het totale metronetwerk uit met zo'n 40% . In relatie tot het huidige openbaar vervoer stelsel kan 'linia 9' opgevat worden als een nieuwe infrastructurele ruggengraat. Linia 9 loopt onder de periferie van Barcelona en kruist alle reeds bestaande metrolijnen en suburbane en regionale spoorwegen, die radiaal vanuit het centrum naar de periferie lopen. Hierdoor verschaft de metrolijn de periferie een zekere onafhankelijkheid van he! centrum. Tot op heden is men vaak van het centrum afhankelijk is voor een overstap op metrolijnen naar een andere perifere locatie. Tevens verbindt de lijn alle belangrijke infrastructurele, intellectuele en economische knooppunten van de stad, zoals de internationale luchthaven 'Prat', het havengebied, he! nieuwe TGV station Sagrera, het universiteitsterrein en het toekomstig juridisch centrum in de naastgelegen stad Hospitalet de Llobregat. De techniek die gebruikt wordt voor de aanleg van L9 is gericht op het minimaliseren van overlast door de aanleg van de metrotunnel en stations. Hiertoe is een nieuw stationconcept ontwikkeld dat een minimaal oppervlak op het maaiveld vergt voor de constructie van een station. Een put met een binnendiameter van 24 meter wordt recht naar beneden gegraven tot de diepte waarop de metrobuis komt te liggen, maximaal 90 meter diep. Binnen deze put bevinden zich de stijgpunten in de vorm van liften of roltrappen. Direct onder het maaiveld bevindt zich de vestibule van het station . Hiervandaan worden de passagers middels hoge snelheidsliften van en naar he! niveau van de metro gebracht. De perrons voor de heen en teruggaande metro bevinden zich boven elkaar in de metrobuis. Uit veiligheidsen comfortoverwegingen zijn de perrons van he! spoor gescheiden door een glazen wand. Middels schuifdeuren die synchroon met de metrodeuren openen en sluiten, wordt voorkomen dat passagiers 26
zich op de sporen kunnen begeven of hinder ondervinden van tocht door de metrobuis.
Gegevens linia 9:
- Lengte metrolijn: 42,6 km - Aantal stations: 50 - Verwacht aantal reizigers per jaar: 90 miljoen - Bouwperiode: 2002-2013 - Diepte tunnel: 0-90 meter - Totale kosten: € 3.467.000.000
3.4 De wijk Sant Andreu De wijk Sant Andreu bevindt zich in het noorden van Barcelona en is de kern van het district dat eveneens Sant Andreu heet. De wijk wordt begrensd door de weg 'Meridiana' in het westen en de Calle de Josep Soldevila in het oosten. Met ruim 52.000 inwoners, bijna 30.000 per vierkante kilometer, is Sant Andreu een van de dichtst bebouwde wijken van Barcelona. Sant Andreu werd in 1897 geannexeerd door Barcelona. Tot die tijd was het een onafhankelijke gemeenschap die bekend stand om zijn textielindustrie. Diverse industriepanden, kleinschalige bebouwing en smalle straten getuigen nog van de geschiedenis van de wijk. Het merendeel van de bebouwing, zo'n 60%, stamt echter uit de jaren '60 Um '80. Diverse wooncomplexen van acht tot twaalf etages hoog en in enkele gevallen meer dan honderd meter lang, getuigen van de enorme bouwproductie ten tijde van de dictatuur van Franco en vormen een groat contrast met de kleinschaligheid van de oorspronkelijke bebouwing. Sant Andreu kent sinds de val van de dictatuur geen significante bouwproductie. De wijk Sant Andreu wordt doorsneden door de rambla 'Onze de Setembre', een belangrijke verkeersader en tevens een commerciele as door de wijk. De bebouwing aan weerszijden van de rambla wordt gevormd door grootschalige bebouwing met op de begane grand kleinschalige commerciele voorzieningen, restaurants, cafe's, winkels en een bioscoop. Vanaf de tweede etage bevinden zich appartementen. Ondanks dat de afzonderlijke bebouwing veelal geen architectonische waarde heeft en niet op elkaar is afgestemd, geven ze de rambla een veelzijdige aanblik. Tezamen met de kleinschalige commerciele functies en het brede straatprofiel ontstaat een vitaal, dynamisch en openbaar karakter. Een ander beeld ontstaat in de zijstraten van de rambla. Deze herbergen veelal eengezinswoningen en kleine appartementencomplexen van enkele etages hoog. De geslotenheid van 29
de bebouwing middels luiken en betraliede ramen enerzijds en de sociale controle en kleinschaligheid anderzijds geven een voortdurend spanningsveld tussen het openbare en private domein. (impressies van de wijk zijn te vinden op biz 33-34) De bebouwing langs zowel de rambla als de zijstraten is vrijwel geheel aaneengesloten. De binnenterreinen die door de bebouwing warden omsloten, zijn op een uitzondering na niet toegankelijk en geheel bebouwd. Op een enkele plek bevindt zich een schoolplein of klein sportveld temidden van de bebouwing. Vanaf de openbare straat zijn deze echter niet als zodanig op te merken, op geluiden die oprijzen uit de bebouwde massa na. De oostzijde van de wijk is onderwerp van het Sagrera Masterplan. Momenteel wordt Sant Andreu vrijwel volledig afgesneden van de naastliggende wijk Bon Pastor door een verdiept spooremplacement en verlaten industrieterreinen. Het Sagrera Masterplan is een plan van de gemeente dat antwoord moet geven op deze stedelijke discontinu'iteit en op een uitgebreid programma van eisen. Het plan voorziet in een park dat het verdiepte spooremplacement over een lengte van vier kilometer overkapt en zodoende de fysieke barriere tussen de omliggende wijken opheft. Op het park voorziet Barcelona een geheel nieuw program ma, een 'stad in de stad'. Diverse torens die her en der op en langs het park verrijzen zullen een breed programma huisvesten: een TGV station, shoppings en hotels, kantoren en huisvesting voor 25.000 mensen. De wisselwerking tussen het programma van het masterplan en haar bestaande omgeving is tweeledig. Enerzijds dient het nieuwe programma als impuls voor de opwaardering van de omliggende wijken. Anderzijds dient de omgeving als aanvulling op het programma te functioneren: kleine retail outlets in de traditionele straten complementeren het aanbod van de shoppings rond het station. Ze warden op elkaar betrokken maar gaan niet in elkaar op. De relatieve kleinschaligheid van de wijk Sant 30
Andreu blijft daarmee behouden naast het metropolitane programma van het Sagreraplan. Binnen dit afstudeerproject wordt het park als gerealiseerd beschouwd en wordt het programma van eisen voor de invulling van het gebied overgenomen.
3.5 Locatie metrostation Onze de Setembre De locatie voor het metrostation Onze de Setembre ligt aan de oostzijde van de rambla, op de hoek van de rambla en de Carrer del Virgili. Het station is gepland op de locatie waar momenteel een sportcomplex gevestigd is (10). In het complex bevindt zich een zwembad en een sporthal. Het zwembad beschikt tevens over een kleine fitnessruimte en een bar. De multifunctionele sporthal functioneert onafhankelijk van het zwembad en wordt door diverse sportverenigingen gebruikt. Direct ten zuiden van het sportcomplex ligt een eveneens onafhankelijk functionerend voetbalstadion. Het gehele sportcomplex is in handen van de gemeentelijke overheid. Dit vereenvoudigt de noodzakelijke sloop van een deel van het sportcomplex voor de constructie van het metrostation. De gemeentelijke plannen voorzien het behoud van het voetbalveld maar bieden geen oplossing voor het zwembad en de sportzaal. Het gehele sportcomplex stamt uit 1979 en maakt een vervallen indruk. Het complex wordt omgeven door een vrijwel geheel gesloten muur van drie vier meter hoog. Ook de gevel aan de rambla is vrijwel geheel gesloten. Er is geen interactie mogelijk tussen de activiteiten binnen het complex en erbuiten. Op de toegangen na is het complex ommuurd en er bevinden zich geen ramen op de begane grond. Het karakter van de wegen die het sportcomplex omringen wordt voornamelijk beheerst door de grote hoeveelheid geparkeerde auto's tegen de achtergrond van de muur die het complex afsluit van de buitenwereld.
a
31
Slf'Ookb ., 10 ebouw;n etages g, Patiot"
~
•
JPo/og;e
Langs de rambla vormt het sportcomplex een unieke plek. Door de geringe hoogte van twee etages vormt het complex een open ruimte tussen de hoge bebouwing waardoor licht de straat invalt en de densiteit aan geluid en activiteit van de wijk een uitweg vindt; diverse geluiden uit binnenterreinen, een naastgelegen schoolplein en het sportterrein geven blijk van de activiteiten die her en der verscholen liggen in het dichte stedelijke weefsel. Ondanks dat de ruimte op deze wijze tastbaar is, is ze niet toegankelijk maar doorbreekt ze de dynamiek van de rambla en intimiteit van de zijstraten. De metershoge muur random het complex sluit de open ruimte af en maakt bovendien de omliggende ruimte ongeschikt als verblijfsruimte. Het bouwblok ten oosten van de stationslocatie grenst aan het Sagrerapark en is zelf onderdeel van het Sagrera masterplan. De twee woongebouwen die hier staan blijven in het plan behouden maar de industriepanden tussen beide complexen in warden gesloopt. Het plan voorziet in de constructie van 250 woningen, 3300 m2 commerciele ruimte en 5400 m2 openbare ruimte. Vier appartementengebouwen van ongeveer negen etages sluiten aan op de bestaande woongebouwen en resulteren in een half gesloten bouwblok. Centraal in het bouwblok komen, temidden van de voorziene openbare ruimte, nag twee woongebouwen van enkele etages hoog. De resulterende doorgang door het bouwblok in de oost-west richting is bedoeld om een connectie van het grootstedelijke Sagrerapark met de wijk te versterken. Deze doorgang komt echter uit op de Carrer del Virgili, die gedomineerd wordt door de muur rand het sportcomplex en geen enkele activiteit kent. De doorgang vindt zodoende geen goede aansluiting op de wijk. In de directe omgeving van de stationslocatie laten zich drie types gebouwen onderscheiden. Het eerste type is een lage kleinschalige bebouwing van een tot enkele etages hoog. Het betreft voomamelijk woningbouw maar in sommige gevallen zijn meerdere kleine gebouwen samengetrakken om een andere functie te huisvesten. Het tweede type betreft straokbebouwing. Deze langgerekte bebouwing 35
is acht tot twaalf etages hoog, tot dertig meter diep en in een enkel geval meer dan honderd meter lang. De begane grand bevat veelal commerciele ruimtes en de entree tot de bovenliggende appartementen. Deze appartementen zijn georienteerd op de voor- of achterzijde. In het midden van het gebouw bevinden zich diverse patio's en de trappenhuizen, die ieder op elke etage twee op de voorzijde en twee op de achterzijde georienteerde woningen ontsluiten . ledere woning grenst deels aan een gevel en deels aan een patio. Het derde type is de toren. In tegenstelling tot de strook kent de toren een alzijdige orientatie. De woningen warden ontsloten vanuit een centraal gelegen trappenhuis. Evenals de strook heeft de toren een of meerdere patio's om de vertrekken die niet aan de buitengevel liggen van licht en lucht te voorzien. De patio als bran van daglicht en ventilatie is een veel toegepast element in Barcelona. Binnen de hoogbouw van Sant Andreu verliest de patio echter deze functies. De patio's zijn veelal tien etages hoog waardoor nauwelijks nag sprake is van ventilatie en daglicht niet doordringt tot de onderste verdiepingen. Tevens biedt de patio weinig privacy en veel geluidsoverlast door de beperkte afmetingen en het grate aantal woningen wat eraan grenst. Karakteristiek voor de bebouwing in de omgeving van de stationslocatie is de toepassing van geperforeerde gevelvlakken (zie afb. biz 34). Deze gevelvlakken bestaan meestal uit holle keramische stenen in dezelfde kleur als de gevel. Achter deze gevelvlakken ligt of een klein balkon of een aan de gevel gelegen patio. De perforatie geeft de gevel een zekere gelaagdheid. De gevel onthult en verhult in twee richtingen, zowel wat achter de gevel plaatsvindt als datgene wat buiten gebeurt.
36
HOOFDSTUK 3
STEDENBOUWKU NDIG PLAN
3.1 Opgave en programma
De gemeentelijke plannen voor de aanleg van het metrostation Onze de Setembre en het Sagreraplan zijn reeds besproken. De uitvoer van deze plannen is echter problematisch. Ten eerste dient voor de bouw van het metrostation een deel van het sportcentrum afgebroken te warden en er is geen nabije locatie waar het station zonder inbreuk op bestaande bebouwing gebouwd kan warden. Ten tweede sluit het Sagrera Masterplan ter plekke van de stationslocatie niet aan op de wijk. De voorziene doorgang voor voetgangers en fietsers tussen het park en het sportcomplex sluit niet aan op een route binnen de wijk maar 'botst' tegen de muur rand het complex. Tevens sluit de nieuwe bebouwing het bouwblok vrijwel af, waardoor het gewenste open karakter verloren gaat. Ten derde bieden de gemeentelijke plannen geen oplossing voor de problematiek die zich rand de stationslocatie voordoet, namelijk het tekort aan parkeerruimte en de negatieve impact van het sportcomplex op de directe omgeving. In het kader van dit afstuderen is besloten een stedenbouwkundig plan te maken waarin zowel de aanleg van het metrostation Onze de Setembre als het Sagrera Masterplan op elkaar warden afgestemd . Dit heeft twee voordelen. Ten eerste kan een totaaloplossing geboden zonder de problematische aspecten die de afzondertijke gemeentelijke plannen kenmerken. Ten tweede kan een oplossing warden geboden die niet alleen antwoord geeft op de deelopgaven van de gemeentelijke plannen, maar oak op de ruimtelijke problematiek die het plangebied kenmerkt. De omvang van het plangebied is gesteld op het terrein van het sportcomplex en het oostelijk gelegen bouwblok, ofwel het gebied dat het omsloten wordt door de Rambla Onze de Setembre, Calle de Josep Soldevila, Calle del Pare Manyanet en de Calle de Santa Coloma. Het programma van eisen bestaat uit vier delen: 38
1. Het programma van het Sagrera masterplan voor dit plangebied: - sloop van de industriebebouwing - 250 woningen - 3300 m2 commerciele ruimte - 5400 m2 openbare ruimte 2. Het programma van het Metrostation Onze de Setembre: - metrostation, kaartverkoop 3. Het programma dat in het plangebied aanwezig is: - voetbalveld - sportcomplex bestaande uit: multifunctionele sporthal, wedstrijdbad, doelgroepenbad, fitnessruimte, sportcafe 4. Het programma dat door de locatie wordt aangedragen: - parkeervoorziening - verbetering van de ruimtelijke kwaliteit random het sportcomplex De twee woonge~ouwen in het plangebied blijven behouden en zijn daarom niet meegenomet in het programma van e1sen.
l
39
3.2 Concept Het concept voor het stedenbouwkundig plan laat zich omschrijven in vier stappen: 1. Het hele plangebied wordt vrijgemaakt op de twee woongebouwen na. Het terrein is licht hellend, aan de zuidzijde is het maaiveld vijf meter hoger dan aan de noordzijde. 2. Door de helling is er binnen het plangebied sprake van twee maaiveldniveau's, hierna aangeduid als het 'hoge' en het 'I age' maaiveld. Het hoge maaiveld wordt dee ls over het Iage maaiveld heengetrokken. Zodoende krijgt het gebied enige schaal en kunnen functies worden ondergebracht direct onder het hoge maaiveld. Er ontstaat een meerduidige situatie waarbij het hoge maaiveld afhankelijk van het gezichtspunt ofwel begane grond is ofwel de eerste etage vormt. 3. De twee niveau's worden met elkaar verbonden middels trappen. Daamaast wordt het hoge maaiveld op enkele plaatsen opgetrokken om het sportcomplex in onder te brengen en om het hoge maaiveld schaal le geven. Het voetbalveld wordt in het hoge maaiveld gelegd. Het voordeel hiervan is dat de tribunes geen blinde muur veroorzaken zoals in de oorspronkelijke situatie het geval was. De tribunes vormen een trap tussen het hoge en het lage niveau. 4. Vijfvolumes worden in het plangebied geplaatst, boven het hoge maaiveld. De vorm van de volumes is gebaseerd op de vorm van de gebouwen in de omgeving; de toren- en de strookbebouwing. Het torenvolume dat aan de oostzijde van het plangebied ligt, sluit aan op de torenbebouwing die voorzien is langs het Sagrera park. De overige volumes gaan een dialoog aan met de bestaande bebouwing. Evenals in de uitgangssituatie worden drie binnenterreinen omsloten . In de nieuwe situatie zijn echter twee van deze terreinen niet afgesloten maar geopend door de compositie (zie afb. biz. 42). De nieuwe bebouwing sluit daarmee aan op de bestaande vormentaal van de wijk maar geeft er tevens een eigen interpretatie aan.
40
3.3 Ontwerp Het stedenbouwkundig plan is gebaseerd op twee onderliggende structuren. Ten eerste is het gebaseerd op de hoekverdraaiing tussen de twee bestaande woongebouwen ten noorden en zuiden van het voetbalveld . De hoekverdraaiing van 6,3 graden tussen deze gebouwen is toegepast in de compositie van de nieuwe bebouwing. De tweede structuur betreft het stramien voor de parkeergarage die zich over vrijwel de hele lengte van het stedenbouwkundig plan uitstrekt. Er is gekozen voor een beukmaat van 5,5 meter. Deze afmeting biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen en is tevens geschikt als beukmaat voor de boven gelegen woongebouwen. I De parkeergarage kent meerdere etages. Niveau 0 beschikt over 134 parkeerplaatsen en biedt ruimte aan bezoekers en gebruikers van het sportcentrum en de commerciele voorzieningen. Op nlveau -1 en -2 kunnen bewoners van bovenliggende woongebouwen parkeren. Op deze niveau's bevinden zich tevens de bergingen voor de woningen. Zowel de noord- als de zuidzijde van de parkeer~garage beschikt over een toegang en een uitgang voor het verkeer. De parkeergarage wordt verder o tsloten middels de lift en trappartijen van de woongebouwen. Op niveau 0 is de parkeergarage teve s direct vanaf de pleinen en vanaf het voetbalveld bereikbaar. Het sportcomplex bevindt zich aan de zuidzijde van het plan en is toegankelijk vanaf zowel het Boven hoge en het lage maaiveld, als vanuit de parkeergarage. De zwembaden liggen op niveau de kleedruimtes van het zwembad is een fitnessruimte gevestigd. De multifunctionele spo~hal ligt verzonken op niveau -1 (-3600) waardoor men bij het betreden van het sportcentrum van bovenaf de tribune afloopt en neerkijkt op de sportactiviteiten. Enkele ramen geven bovendien zicrlt vanuit de parkeergarage op de sporthal en vice versa. Op het niveau van het hoge maaiveld bevihdt zich een sportcafe. Dit cafe is direct bereikbaar vanuit het sportcentrum, maar kan onafhankelilk ervan functioneren. Door de ligging op het hoge maaiveld kan het tevens gebruikt warden door bezoekers van het voetbalveld.
tj.
43
Het stedenbouwkundig ontwerp kent diverse commerciele ruimtes . Op het hoge maaiveld en aan het 'binnenplein' liggen een aantal kleinschalige commerciele ruimtes. Tussen het binnenplein en het plein aan de rambla bevindt zich een commercieel 'plein'. Deze ruimte kan bijvoorbeeld gebruikt warden als supermarkt of markthal. Het metrostation bevindt zich onder de toren aan de rambla en wordt ontsloten vanuit de doorgang van het plein naar de parkeergarage. Het station en de toren warden binnen dit afstudeerproject verder uitgewerkt onder het volgende hoofdstuk. Het stedenbouwkundig plan bevat 3800 m2 commerciele ruimte, 16.000 m2 openbare ruimte en 300 woningen. Hiermee is ruimschoots voldaan aan het vooraf vastgestelde programma.
metro parkeergarage commerciele ruimte sportfunctie ontsluiting woningen en parkeergarege bergingen behorend bij woningen ..-...
44
connectie
..io I 1.2000
. • l) ~
8'
)
N
auO
S~al 1:200C
_..
'
t
.
--'
-
--
_· .
_..,._
-
- _....
. '
-·
• I
1,. ''
...1
_ _ _J
I
Nivei +5000 I, Schaal 1:2000
HOOFDST UK 4
I
ARCHITECTONIS~H
ON TWERP
4.1 Opgave en programma
Dit afstudeerproject omvat de architectonische uitwerking van een gebouw uit het stedenbouwkundig plan. Deze uitwerking betreft de woontoren die aan de rambla gelegen is, inclusief het metrostation dat zich onder de toren bevindt. Het gebouw wordt ruimtelijk uitgewerkt. Tevens wordt het ontwerp gematerialiseerd en wordt een aantal principedetails gemaakt die voor het architectonisch beeld relevant zijn . Het programma bestaat uit een aantal onderdelen. Het gebouw biedt plaats aan het metrostation Onze de Setembre en aan 36 woningen. Daarnaast wordt een restaurant en grand cafe opgenomen in het ontwerp. De geformuleerde ontwerphouding vormt het uitgangspunt voor de wijze waarop dit programma in het ontwerp ontwerp wordt opgenomen. Binnen het architectonisch ontwerp is het doe! de diverse functies en activiteiten op elkaar te betrekken en een meerduidige situatie te creeren. 4.2 Concept
Het ontwerp voor het metrostation en woongebouw komt voort uit de combinatie van de typologie van de metroput en het patiogebouw. De totstandkoming van dit concept laat zich omschrijven in drie stappen: 1. Er wordt uitgegaan van twee typologieen: de typologie van de metroput zoals deze wordt toegepast bij linia 9 en de patiotypologie van de woontoren zoals deze veel voorkomt rond de locatie van het project. 2. De toren en de metroput worden boven elkaar geplaatst. De vorm van de metroput wordt hierbij aangepast aan de vorm van de toren . Dit heeft enkele voordelen. Ten eerste dient de metroput als fundering voor het woongebouw. Ten tweede biedt deze compositie de mogelijkheid om zowel via de
so
• patio als via het maaiveld daglicht in de metroput te laten vallen. Ten derde ontstaat er een ruimtelijke [ relatie tussen de metroput en de patio van het woongebouw. 3. Enkele openingen in de gevel geven extra daglichttoetreding tot de patio en maken een goede ventilatie van de patio mogelijk. Daamaast warden enkele functies ondergebracht in de metrobut. Hierdoor wordt deze ruimte, die in het oorspronkelijke ontwerp volledig leeg gelaten is, efficie~ter gebruikt. De resulterende ruimte die bestaat uit de patio en de metroput vormt een link tusseni diverse functies en activiteiten en verliest daarmee de eenduidigheid die de oorspronkelijke metroput en patio karakteriseren. 51
4.3 Ontwerp Het ontwerp voor het metrostation en woongebouw laat zich in een aantal stappen omschrijven: 1. De metrobuis van linia 9 ligt op 20 meter onder het maaiveld. De twee perrons liggen boven elkaar. 2. Het station wordt ontsloten middels roltrappen. De naar boven en naar beneden gaande roltrappen zijn kruislings ten opzichte van elkaar geplaatst. Door de diverse bewegingsrichtingen van de metroreizigers door de metroput krijgt deze een dynamisch karakter. Alleen de op- en neergaande roltrap vanaf het maaiveld zijn naast elkaar gelegen. Daarnaast overlappen de op- en neergaande route deels ter plekke van het niveau waarop zich de toegangspoortjes en de kaartverkoop bevinden. 3. De constructie van het gebouw bestaat uit een aantal parallelle schijven. Deze schijven vormen de structuur en constructie van zowel de metroput als het woongebouw. In de metroput kennen deze schijven een dikte van veertig centimeter, vanaf het maaiveld zijn ze verjongd naar vijfentwintig centimeter. 4. Het metrostation beschikt over twee liften; een van het maaiveld naar het niveau van de kaartverkoop en een tussen de kaartverkoop en de perrons. Tevens zijn twee vluchtroutes opgenomen in de metroput. Deze bestaan uit twee door elkaar geweven trappenhuizen. In het oorspronkelijke ontwerp voor de metrostations voor linia 9 is het noodtrappenhuis deels buiten de metroput geplaatst. Hierdoor blijft de ruimte in de metroput zelf onbenut terwijl extra constructie en graafwerkzaamheden nodig zijn voor de bouw van het metrostation. Door het noodtrappenhuis in de metroput op te nemen, blijven deze nadelen achterwege.
52
0
T l 111 IN
M 11
LIFT & NOODTRAPPEN
5. Onder en op het maaiveld wordt een deel van het programma geplaatst. In de metroput bevindt zich de kaartverkoop van het metrostation. Deze ruimte is voor het personeel zowel bereikbaar via de roltrappen als via beide noodtrappen. Direct onder het maaiveld zijn de bergingen geplaatst die bij het woongebouw horen. De bergingen bevinden zich over twee verdiepingen . Direct naast de bergingen bevindt zich het restaurant, op vier meter onder het maaiveld. Het restaurant ontvangt daglicht via de patio en een langerekte opening in het maaiveld . Tevens is op een aantal plaatsen een glazen vloer aangebracht waardoor zicht op de onderliggende metroput ontstaat. Het restaurant is bereikbaar vanuit het grand cafe, dat zich op het maaiveld en de eerste etage bevindt en half rond de patio weeft. Het grand cafe beschikt over enkele vides, waardoor daglicht door het grand cafe diep de patio in kan vallen. 6. De ontsluiting van het woongebouw bestaat uit een lift, vier gallerijen en twee noodtrappenhuizen. De vier gallerijen bevinden zich om de twee etages en worden beeindigd door de noodtrappenhuizen. Deze noodtrappen liggen grotendeels tegen de oostgevel. Een van de noodtrappen verplaatst zich deels het gebouw in. Zodoende ontstaat een trappartij die zich door het gebouw weeft en aan zowel de patio als aan de gevel raakt en afhankelijk van het standpunt interessante blikken op de patio of de omgeving biedt. Het woongebouw is toegankelijk vanaf zowel het lage als hoge maaiveld en vanuit de twee lagen van de ondergrondse parkeergarage. De entree vanuit de parkeergarage bevindt zich naast de bergingen. De lift is geplaatst in dezelfde liftschacht als de lift van het metrostation. De beide liften over1appen op het niveau van het maaiveld, wat mogelijk wordt door de toepassing van een pneumatische lift voor de ontsluiting van het metrostation. Middels een computerprogramma warden de gangen van beide liften op elkaar afgestemd.
54
CAFE/RESTAURANT
7. De patio slingert zich door het gehele gebouw. Het materiaal waarmee de patio wordt afgewerkt wordt doorgezet in de metroput om de continu"iteit van de ruimte te versterken. Op enkele plekken raakt de patio aan de gevel en ontstaat een voor de bewoners openbaar terras dat via de gallerij bereikbaar is. 8. De 36 woningen zijn gegroepeerd random de patio en zijn met elkaar verweven. Het woongebouw kent diverse soorten woningen. Het type woning varieert van een studio met vrij indeelbare plattegrond tot een voor Barcelona typische 'hokjes' woning, en diverse tussenvormen. Hierbij varieert het aantal etages van de woning van een tot drie. Oak de relatie van de woning tot de omgeving varieert. Sommige woningen zijn meer op de patio gericht en beschikken over relatief weinig geveloppervlak aan de buitengevel. Andere woningen raken geheel niet aan de patio en strekken zich uit langs de gehele gevel. 9. De gevel is opgebouwd uit twee lagen. De eerste laag bestaat uit de gevelwand met daarin de gevelopeningen. 10. De tweede laag van de gevel bestaat uit een geperforeerde plaat. Deze functioneert als een zonwering en geeft de gevel een gelaagdheid waardoor deze afhankelijk van de lichtinval en het standpunt verhult en onthult wat zich achter de gevel bevindt.
56
8
9 10 GEVEL LAAG.:> .1
'
4.4 Materialisering en detaillering
De materialisering en detaillering van het architectonisch ontwerp kent drie uitgangspunten. Ten eerste is binnen het afstudeeratelier afgesproken naar Nederlandse maatstaven te detailleren. Ten tweede dient de eerder geformuleerde ontwerphouding tot uitdrukking te komen in materiaal en detail. Ten derde dienen de materialisering en detaillering bij het architectonisch concept aan te sluiten. Het resulterende geveldetail (zie biz. 60, 61) is van toepassing op zowel de buitengevel als de gevel van de patio. De constructie van het gebouw bestaat uit betonnen wanden. In de metroput zijn deze 400 mm. dik, boven het maaiveld zijn ze 250 mm. dik. In de metroput wordt het beton in het zicht gelaten. Ter plekke van de gevels wordt de constructie afgewerkt met 100 mm. isolatie en een lichtgrijze stuclaag. De raampartijen in de gevel zijn diep in de gevel gelegd zodat ze een grove perforatie van het gevelvlak vormen. Ter versterking van het idee is de beeindiging van de stalen platen random de gevelopeningen gelijk gehouden met het gevelvlak. De tweede laag die om de gevel gelegd wordt, bestaat uit geperforeerde aluminium platen. Middels een U profiel dat aan de achterzijde tegen de aluminium plaat wordt gelast, kunnen de platen tegen de achterliggende kokerprofielen warden geschroefd. De toepassing van de geperforeerde aluminium platen brengt een zekere gelaagdheid in de gevel. Afhankelijk van het standpunt en de richting waarop het licht door of tegen de plaat valt, verhult of onthult de gevel datgene wat zich erachter bevindt. Aan de buitengevel functioneert de geperforeerde aluminium plaat als een zonwering die 44% van het licht doorlaat. In de patio reflecteert de plaat juist een deel van het invallend licht waardoor oak de lager gelegen verdiepingen daglicht ontvangen . Naast het reflecteren of temperen van het zon- en daglicht functioneert de geperforeerde plaat tevens als ondergrond waar eventuele beplanting tangs kan groeien. De geperforeerde platen zijn vanuit de patio doorgezet in de metroput, waardoor de continu"iteit van de ruimte versterkt wordt. Het materiaal is toegepast op de wanden die haaks staan op de constructieve 58
betonnen schijven om de schijvenstructuur helder te houden. Daarnaast is het materiaal toegE1past op delen van de noord en zuidwand van de metroput, die evenwijdig lopen aan de constructieve ~chijven . Hier vormt het aluminium een achtergrond waartegen de betonnen schijven zich aftekenel . In de metroput worden de aluminium platen tevens ingezet tegen galm. Door de toepassing van isolatie achter de geperforeerde platen wordt een geluidsdempende werking gerealiseerd.
59
Details schaal 1:20 aluminium daktrim
Opbouw vloer t.p.v. terras boven binnenruimte: -tegels -folie EPDM -foamglass -bitumen - breedplaat 200 mm. - stuc 15 mm.
60
_L_ _ _
Gevelopbouw: - aluminium 4 mm perforatie 30x30 mm . steek45 mm. - kokerprofiel staal 45x45 mm . - slue grijs 15 mm. op glasvezelmal - isolalie 100 mm . - baton 250 mm. - gipskarton 12 mm. staalplaal op kozijn gelasl stelkozijn hoogwaardige isolatie stalen kozijn
j~ __ i ---t? -
--
/ 'I
/
/ /
/
/
/
staalplaat
Vloeropbouw t.p.v. binnenruimte boven terras: - afwerkvloer 50 mm. - breedplaat 250 mm. - isolatie 100 mm. - stuc grijs 15 mm. op glasvezelmat
61
4.5 lmpressies biz. 63 Zicht op de metrohal vanaf de opgaande route biz. 64 Zicht vanuit het restaurant op de patio/metrohal biz. 65 Beeld vanuit de metrohal naar de patio biz. 66 Beeld vanaf een terras in de patio naar de metrohal biz. 67 Zicht vanuit de patio naar boven
62
HOOFDSTUK 5
De keuze voor het afstudeeratelier 'Next Stop Utopia' werd ingegeven door de thematiek van het aangeboden afstudeerproject. Het ontwerpen binnen de context van Barcelona en het ontwerp van onder andere een metrostation schiep verwachtingen die aansloten op mijn fascinatie voor de veelzijdigheid en dynamiek van de stad. Binnen het atelier werd echter een onverwachte richting ingegaan. De nadruk lag op het detail en het maken van maquettes in plaats van op {het reflecteren op) de stad. De energieke en betrokken houding waarmee het atelier is begeleid, is erg gewaardeerd, evenals de prikkelende begeleidingssessies buiten het atelier. Echter de discrepantie tussen de insteek van het atelier en mijn opvattingen over welke insteek het atelier binnen de context van het academisch onderwijs zou moeten hebben, hebben tot grote dwalingen en twijfels in het ontwerpproces geleid . Hierdoor hebben mijn ontwerpkwaliteiten in dit ontwerp niet volledig tot hun recht kunnen komen. Desondanks is getracht op eigen wijze vorm te geven aan de fascinaties die aanleiding waren om aan dit afstudeeratelier deel te nemen. Het resultaat van dit afstudeerproject kent vier onderdelen. Er is een ontwerphouding gevormd, een analyse gemaakt, een stedenbouwkundig plan opgesteld en een architectonisch ontwerp gemaakt. De volgorde waarin deze elementen tot stand kwamen is niet chronologisch. Binnen het atelier is begonnen met het vaststellen van een programma dat toegevoegd werd aan het metrostation. Na het bezoek aan de locatie in Barcelona is een stedenbouwkundige maquette gemaakt van de stationslocatie. Met maquettestudies is vervolgens het stedenbouwkundig plan in compositie bepaald dat later in tekening is uitgewerkt. Middels een zorgvuldige inschrijving van het nieuwe programma in het bestaande stedelijke weefsel is een grote verbetering van de ruimtelijke kwaliteit gerealiseerd. Het architectonisch ontwerpproces voor het metrostation en woongebouw verliep deels parallel aan de uitwerking van het stedenbouwkundig plan. Het ontwerp is deels door maquettestudies en deels door tekeningen en digitale 3D modellen tot stand gekomen. Binnen het ontwerp ligt de nadruk op 70
de ruimte die bestaat uit de patio en het metrostation. Door de wijze waarop deze ruimtes of' elkaar betrokken zijn, vormen ze een verrijking voor elkaar. Tevens is door de vormgeving en materi · lisering een kwalitatief hoogwaardige ruimte ontstaan die een grate verbetering vormt ten opzichte van de I bestaande patio's en metrostations. De analyse en de ontwerphouding zijn gedurende het ontwerpproces opgesteld in reacti' op de tot dan toe onbeantwoorde vraag naar de kwaliteiten van 'stedelijkheid' en de wijze waaroPi binnen een stad ontworpen kan warden . Terugkijkend op het ontwerp en de ontwerphouding blijken deze niet geheel met elkaar te corresponderen. In de ontwerphouding wordt stelling genomen 'Joor het meerduidige karakter en de dynamiek van de stad . Het stedenbouwkundig ontwerp brengt ec~ter een aantal rustpunten aan in het stedelijk weefsel. Ook de patio in het architectonisch ontwerp vormt een tegenhanger van de stedelijke dynamiek. De meerduidigheid en dynamiek waarvoor stelling genomen werd , is veel subtieler teruggebracht in de ontwerpen dan in de ontwerphouding werd geforrnuleerd. De verdieping in het fenomeen stedelijkheid was leerzaam en prikkelend . Echter in het kade~ van dit afstudeerproject was bijvoorbeeld een focus op de openbare ruimte als toneel van het alledaagse 1 wellicht beter geweest. Het afstudeerproject was bijzonder leerzaam, zij het op totaal andere wijze dan vooraf voor mogelijk kon warden gehouden. De ervaring van dit afstudeerproject heeft voor altijd duidelijk gemaakt ~at een ontwerper zijn eigen weg dient te gaan zonder zich door zijn omgeving tegen de door hem gewenste richting in te laten sturen. lntu'itief ben ik gedurende mijn studie altijd, met succes, mijn eigen weg gegaan. Echter binnen de eigenzinnige insteek van het afstudeeratelier is in eerste instantie ~oor de weg van het atelier gekozen, tegen de gewenste richting in, metals gevolg enkele grate dwali~gen en twijfels binnen het ontwerpproces. Door de ervaring van dit afstudeerproject zal ik deze tout ni~t meer maken. Een dure maar wijze les.
71
t
BIJLAGIEN
Noten 1 Rene Boomkens, Een drempelwereld, p. 66 2 Marshall Berman, All that is solid melts into air p. 181 3 Rene Boomkens, Een drempelwereld, p. 394 4 Rene Boomkens, Een drempelwereld, p. 392 5 Alison en Peter Smithson, The Charged Void: Urbanism, p. 24 6 Peter Smithson, Team Ten Primer, p. 8 7 lgnasi de Sola Morales, Oat is Architectuur, p. 591 8 Manuel de Sola Morales, Openbare en collectieve ruimte; de verstedelijking van het prive domein als nieuwe uitdaging, Oase 33 p. 4 9 Roger Diener, De Architect 1992-2 p. 53 10 http ://www1 O.gencat. neUptop/AppJava/cat/actuacions/ departamenU public/metro/19/estacions/ tram4/onzedesetembre .jsp#
74
Literatuurlijst Geraadpleegde literatuur I - (2004) 400.000 : concurs internacional d'habitatge a Catalunya =400.000: international housing competition in Catalonia, Barcelona : Col-legi d'Arquitectes de Catalunya I -Arets, W [red] (2001) Strange conditions, Barcelona: European Union, 84-7653-787-5 -Auge, Marc; Rosier, Martha; Schein, Francoise (2001) En transito =In transit, Barcelona : Collegi d'Arquitectes de Catalunya - Basiana, X; Gausa, M (1995) Barcelona transfer 1984-1994: Sant Andreu - La Sagrera : urban development Arenas, Barcelona : Actar, 84-605-1841-8 - Bekkering, J; Ark, P. van der (1993) Beschreven leegte; workshop oktober 1992, Rotterdam. Uitgeverij 010, 90-6450-184-X - Berman, M (1988) All that is solid melts into air: the experience of modernity, London : Penguin Books 0-14-010962-5 - Boomkens, Rene (1998) Een drempelwereld; modeme ervaring en stedelijke openbaarheid, Rotterdam. NAi Uitgevers 90-5662-094-0 - Bru, Eduard (2001) Coming from the south, Barcelona: Actar 84-95273-03-9 - Cauter, Lieven de (1998), 'Rem Koolhaas vlucht voorwaarts; over de 'generic city', Archis, mi 4, p. 28-34 - Diener, Roger (1992), De Architect 1992-2, p . 53 - Gausa, Manuel; Cervello, Marta; Pia, Maurici (2002) Barcelona: a guide to its modem archit~cture 1860-2002, Barcelona: Actar, 84-89698-32-5 - Hajer, M.A.; Reijendorp, A. (2001) Op zoek naar nieuw publiek domein, Rotterdam: NAi Uitgevers 90-5662-200-5 - Heuvel, Dirk van den [red] (1999), Oase; Rearrangements. A Smithson Celebration, nr 51.
l
I
75
- Heynen, H.; Loeckx, A.; Cauter, L. de; Herek, K. van . [red] (2001) 'Oat is architectuur'; sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam 010, 90-6450-315-X - Marshall, Tim [red] (2004) Transforming Barcelona, London: Routledge 0-415-28841-X (pb). - 0415-28840-1 (hb) - Morales, M de Sola (1992) Openbare en collectieve ruimte; de verstedelijking van het prive domein als nieuwe uitdaging, Oase 33 - Smithon, alison [red] (1968)Team 10 primer, S.I.: Studio Vista, 1968 - Smithson, A (1974) 'The violent consumer or waiting for the goodies', Architectural Design, nr. 5, p. 274-278. - Smithson, A [red] (1991 )Team 10 meetings 1953-1984, Delft: TUD, publikatieburo bouwkunde, 905269-076-6 - Smithson, Alison en Peter (1974), The space between', Oppositions, nr 4, p 75-78 - Sola-Morales de, lgnasi; Costa, Xavier [red] (1996) Present and futures : architecture in cities, Barcelona: Collegi d'Arquitectes de Catalunya, 84-89698-10-4
Geraadpleegde websites: www.bcn.es/urbanismo http://www1 O.gencat.neU http://www.qeographvfieldwork.com/barcelona.htm http://ranger.icc.es/sid/iccplus/bin/toponimiaa.html
76