Archeologie en ruimte
Archeologie en ruimte
drs. G. Korf drs. N.F.H.H. Vossen mr. T.H.H.A. van der Schoot (eindredactie)
archeologie en ruimte Berghauser Pont Publishing Postbus 14580 1001 LB Amsterdam www.berghauserpont.nl
Grafisch vormgeving: ZEDline Omslagfoto en auteurfoto: Collectie R.J. Stöver | erfgoedfoto Druk: Scan Laser BV, Zaandam
1ste druk 2013 ISBN: 978-94-91073-72-4 NUR: 823
© 2013 Berghauser Pont Publishing
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg besteed is, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele (druk) fouten en onvolledigheden, noch voor gevolgen hiervan.
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means, without the publishers prior written pemission.
VOORWOORD
Voorwoord Ruimtelijke ordening is een dynamisch vakgebied. Wet- en regel geving wijzigt regelmatig. Daarnaast is het een veelomvattend vak gebied met een veelheid aan aspecten en afwegingskaders. Eén van die aspecten is archeologische monumentenzorg. Hoewel ‘archeologie’ in de afgelopen tien jaar een bijna vanzelfsprekende factor in ruimtelijke afwegingen is geworden, is het in de praktijk nog niet altijd makkelijk. Vaak is wel bekend dat er ‘iets’ met archeologie gedaan moet worden. Maar wat precies en op welk moment in een ruimtelijke procedure is vaak niet helder. Andersom weten de medewerkers van archeologische bedrijven niet altijd met welke procedures en afwegingen de ruimtelijke ordening te maken heeft. De auteurs hopen met deze uitgave de beide werelden wat nader tot elkaar te brengen. Aanleiding voor het schrijven van dit boek was het verschijnen van het deel ‘Cultureel Erfgoed en Ruimte’ in de serie Ruimtelijk Relevant. Archeologie is in dat deel buiten beschouwing gelaten omdat de veranderingen als gevolg van de uitwerking van de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg vooral het gebouwde erfgoed betreffen. Omdat op het gebied van archeologie in de praktijk ook nog onduidelijkheden voorkomen, is besloten hier een apart deel voor te schrijven. Het is de bedoeling beide delen in de toekomst te integreren. De auteurs zijn blij dat zij met dit deel kunnen voortbouwen op het werk ‘Cultureel Erfgoed en Ruimte’. Zij danken mr. Gerda de Bruin, mr. ing. Ruud van der Plank, mr. Joske Poelstra, ir. Rob Schram en drs. ing. Chris Sueur voor hun commentaren en opbouwende kritiek. De tekst van deze uitgave is afgesloten op 7 maart 2013. drs. G. (Geertje) Korf drs. N.F.H.H. (Nathalie) Vossen
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
v
VOORWOORD
vi
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
INHOUD
Inhoud Voorwoord
v
Lijst van afkortingen
xi
1
Inleiding
1.1 1.2 1.3
Cultureel erfgoed en archeologie; what’s in a name? Wat is archeologie? Leeswijzer
1 1 2 4
2
Waarde(n) en waardering
2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.6.5
Inleiding Ontstaan van de Nederlandse archeologie Archeologie in de ruimtelijke ontwikkeling De waarde van archeologie Wetenschappelijke waarde Identiteit Toeristisch belang Duurzaamheid en natuurontwikkeling Inventarisatie van archeologie Onderzoeksfasen en onderzoeksmethoden Bureauonderzoek Inventariserend Veldonderzoek (IVO) Definitief Onderzoek (DO) of opgraving Archeologische begeleiding (AB) Waardering van archeologie Inleiding Beleidsmatige waardering: waardevast en waardevol Inhoudelijke waardering Selectiebesluit Verwachtingswaarde
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
5 5 5 8 11 11 11 12 13 13 13 16 16 17 18 19 19 19 20 22 24
vii
INHOUD
3
Het archeologisch bestel
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5
Taken en verantwoordelijkheden Uitgangspunt: het ruimtelijke spoor Taken en verantwoordelijkheden van het Rijk Taken en verantwoordelijkheden van de provincie Taken en verantwoordelijkheden van de gemeente Onderzoeksbevoegdheden in het archeologisch bestel De ontwikkeling van opgravingsbevoegdheden Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Universiteiten Amateurarcheologen De opdrachtgever
4
Ruimtelijk relevant beleid
4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6
Inleiding Internationale verdragen Inleiding Conventie over het Werelderfgoed (1972) Verdrag van Malta / Verdrag van Valletta (1992) Verdrag van Florence (2000) Kader-conventie van Faro (2005) Conventie over de bescherming van Cultureel Erfgoed Onderwater (1991) Beleidskaders Rijk Inleiding Nota Belvedere (1999) Nota Ruimte (2005) Beleidsregel aanwijzing beschermde monumenten (2009) Beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg (2009) Visie Erfgoed en Ruimte (2011) Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2011) Kabinetsnotitie Stelselherziening omgevingsrecht (2012) Provinciaal archeologiebeleid Gemeentelijk archeologiebeleid
4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8 4.4 4.5
viii
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
25 25 25 26 31 33 34 34 35 36 36 37 39 39 39 39 39 40 41 42 42 43 43 43 44 45 46 46 48 51 51 52
INHOUD
4.5.1 Gemeentelijke waarden- en beleidskaart 4.5.2 Gemeentelijke archeologieverordening
52 54
5
Ruimtelijk relevante wet- en regelgeving
5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3
57 57 58 58 61 62 63 66 69 70 73 73 73 78
5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.5 5.4.6
Inleiding Wet- en regelgeving ruimtelijke ordening Wet ruimtelijke ordening Besluit ruimtelijke ordening Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Provinciale omgevingsverordeningen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Besluit omgevingsrecht en Regeling omgevingsrecht Crisis- en herstelwet Omgevingswet Wet- en regelgeving monumentenzorg en archeologie Monumentenwet 1988 Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) Wijzigingen in de Monumentenwet naar aanleiding van Modernisering Monumentenzorg Overige sectorale wetgeving Inleiding Wet milieubeheer Natuurbeschermingswet 1998 Waterwet 2009 Woningwet Ongrondingenwet
6
Archeologie in ruimtelijke instrumenten
6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4
Inleiding De structuurvisie Algemeen Wettelijk kader Toepassing van de structuurvisie Opzet van de structuurvisie
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
79 81 81 81 82 83 85 85 87 87 87 87 88 90 91
ix
INHOUD
94 94 98 99 102 106 107 108 109
6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.4.4
Het bestemmingsplan Algemeen Onderdelen van het bestemmingsplan Opzet van het bestemmingsplan Flexibiliteit in het bestemmingsplan Voorlopige bestemming Voorwaardelijke verplichting Paraplubestemmingsplan Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen Functie van het bestemmingsplan bij de bescherming van archeologie Vertaling van archeologie in overige instrumenten De beheersverordening De omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing De coördinatieregeling Wro. De Algemene Plaatselijke Verordening
7
Archeologie en water
7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.3 7.4
Inleiding Archeologie onder water Inleiding Onderwaterarcheologie in internationale wateren Onderwaterarcheologie in Nederlandse wateren Maritieme archeologie op land Aandachtspunten met betrekking tot het bodemarchief in het waterbeheer
121 121 123 123 124 125 126
6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.3.4 6.3.5 6.3.6 6.3.7 6.3.8 6.3.9
Trefwoordenregister
x
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
111 115 115 118 119 119
128 131
LIJST VAN AFKORTINGEN
Lijst van afkortingen AB AHN AMK
Archis
Awb AWN Bamz
Barro
Bor
Bro B&W CAA
Archeologische Begeleiding; het documenteren van vondsten en sporen tijdens de uitvoering van een bodemverstorende activiteit Actueel Hoogtebestand Nederland, een bestand met voor heel Nederland gedetailleerde en precieze hoogtegegevens Archeologische Monumentenkaart, een gedigitaliseerd bestand van alle bekende behoudenswaardige archeologische terreinen in Nederland, bijgehouden door de provincies en de RCE Het centraal archeologisch informatiesysteem, hierin staan onder meer alle gegevens over AMK-terreinen die in het CMA staan. Ook worden alle archeologische onderzoeken in Archis geregistreerd. Archis wordt bijgehouden door de RCE. Archis is beperkt toegankelijk, maar via de website van de Atlas voor de Leefomgeving kan iedereen gegevens over alle terreinen uit Archis vinden Algemene wet bestuursrecht, voluit Wet van 4 juni 1992, houdende algemene regels van bestuursrecht Archeologische werkgemeenschap Nederland, een koepelorganisatie voor amateur-archeologen Besluit archeologische monumentenzorg, voluit Besluit van 9 augustus 2007, houdende regels ter uitvoering van de Wet op de archeologische monumentenzorg en enkele technische wijzigingen van het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, voluit Besluit van 22 augustus 2011, houdende algemene regels ter bescherming van nationale ruimtelijke belangen Besluit omgevingsrecht, voluit Besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Besluit ruimtelijke ordening, voluit Besluit van 21 april 2008 tot uitvoering van de Wet ruimtelijke ordening College van burgemeester en wethouders Centraal Archeologisch Archief
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
xi
LIJST VAN AFKORTINGEN
CvD
Chw
CHW
CMA
DCE DO
GS IenM IVO KNA LNV m.e.r. MER MoMo
Mor
xii
Centraal College van Deskundigen (Archeologie), dit college draagt zorg voor het ontwikkelen en actueel houden van de kwaliteitsnormen archeologie, waaronder de KNA Crisis- en herstelwet, voluit Wet van 18 maart 2010, houdende regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten Cultuurhistorische waardenkaart, een veelgebruikte afkorting voor gemeentelijke en provinciale kaarten waarop naast archeologische waarden ook andere cultuurhistorische waarden zijn weergegeven Centraal Monumenten Archief, het belangrijkste archief met informatie over alle archeologische terreinen die op de AMK staan. Deze AMK-gegevens zijn vastgelegd in het archeologische informatiesysteem Archis Directie Cultureel Erfgoed, de directie van het ministerie van OCW waar archeologische monumentenzorg onder valt Definitief onderzoek, de officiële term voor een opgraving, de laatste stap in het archeologisch onderzoeksproces als behoud in situ niet mogelijk is Gedeputeerde Staten Ministerie van Infrastructuur en Milieu Inventariserend veldonderzoek, de tweede stap in het archeologisch onderzoeksproces (na het bureauonderzoek) Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, een kwaliteitsnorm voor archeologisch onderzoek door bedrijven Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit de procedure van milieueffectrapportage Milieueffectrapport Modernisering Monumentenzorg, een beleidslijn gericht op de verschuiving van object naar gebied en van behoud naar ontwikkeling, die is ingezet in 2009 Ministeriële regeling omgevingsrecht, voluit Regeling van de minister van VROM van 30 maart 2010, houdende nadere regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en van het Besluit omgevingsrecht
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
LIJST VAN AFKORTINGEN
Mw OCW PS PvE
RACM RCE
RdMz ROB SIKB
Stb Stcrt SVB SVIR
TBR VER VROM Wamz
Monumentenwet 1988, voluit Wet van 23 december 1988, tot vervanging van de Monumentenwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Provinciale Staten Programma van Eisen, het PvE speelt een belangrijke rol in de kwaliteitsborging van commercieel uitgevoerd archeologisch onderzoek Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, tegenwoordig de RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Deze volgde in 2009 de RACM op, welke in 2008 was ontstaan uit een fusie van de ROB en de RdMz. Bij deze fusie kreeg de nieuwe dienst ook ‘cultuurlandschap’ in haar naam en portefeuille. Rijksdienst voor de Monumentenzorg, tegenwoordig de RCE Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, tegenwoordig de RCE Stichting Kwaliteit Infrastructuur Bodembeheer, een netwerkorganisatie voor het verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van archeologie en bodembeheer Staatsblad Staatscourant Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, sinds de vaststelling op 13 maart 2012 is deze structuurvisie het uitgangspunt voor het rijksbeleid ten aanzien van ruimtelijke ordening Tijdschrift voor Bouwrecht Visie Erfgoed en Ruimte, nota uit 2011 waarin de lijnen voor het rijksbeleid op het gebied van erfgoed worden uitgezet Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Wet op de archeologische monumentenzorg, feitelijk een wijzigingswet van diverse andere wetten, waaronder de Monumentenwet 1988, in werking getreden op 01-09-2007
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
xiii
LIJST VAN AFKORTINGEN
Wm
Wro
WVC
xiv
Wet milieubeheer, voluit Wet van 13 juni 1979, houdende regels met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne Wet ruimtelijke ordening, voluit Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening) Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
1 INLEIDING
1
Inleiding
1.1
Cultureel erfgoed en archeologie; what’s in a name? Eind 2011 verscheen in de serie ‘Ruimtelijk Relevant’ het deel ‘Cultureel Erfgoed en Ruimte’. De aanleiding hiervoor was de wijziging van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) waarbij cultureel erfgoed expliciet in het Bro werd opgenomen. Omdat het betrekken van archeologie bij ruimtelijke planvorming al langer verankerd was in de wet- en regelgeving richtte het boek ‘Cultureel Erfgoed en Ruimte’ zich meer op gebouwd en landschappelijk erfgoed en minder op archeologie. Daarom is dit deel van de serie specifiek op archeologie gericht. De term ‘cultureel erfgoed’ omvat zowel het historisch-landschappelijk en (steden)bouwkundig als het archeologisch erfgoed. Voor het gemak wordt het totaal aan onroerend erfgoed meestal in de volgende drie categorieën opgedeeld (ook wel de ‘facetten’ van erfgoed genoemd): • Gebouwd erfgoed bestaat uit bovengrondse monumenten zoals monumentale panden en historische (steden)bouwkunde zoals bebouwingsensembles en monumentale stads- en dorpsgezichten. • Historisch-landschappelijk erfgoed bestaat uit cultuurlandschap(selementen), waar onder meer wegen- en verkavelingspatronen en bijzondere beplanting onder vallen. • Archeologisch erfgoed bestaat uit bekende en nog onbekende in de bodem bewaarde sporen en resten van menselijke bewoning, inclusief de landschappelijke context hiervan. De meeste mensen hebben wel een bepaald idee bij termen als ‘monumenten’ en ‘archeologie’. Toch is het niet altijd gemakkelijk aan te geven waar het ene facet ophoudt en het andere begint. Traditioneel worden hunebedden als archeologisch relict beschouwd. Maar je kunt ze ook beschouwen als landschapselement of zelfs als (heel) vroege gebouwde monumenten. Is een terp een landschapselement of toch een archeologisch monument? Het restant van de fundering van een
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
1
INLEIDING
lang verdwenen kasteel geldt als ‘archeologie’, maar als het kasteel er nog bovenop staat is de fundering een onderdeel van het gebouwd erfgoed. De Domkerk in Utrecht: duidelijk gebouwd erfgoed. Maar hoe zit het met de funderingen en grafkelders van het gedeelte dat in 1674 door een wervelstorm werd verwoest? Om maar niet te spreken van de resten van het Romeinse castellum dat er eerder lag, die gedeeltelijk in die funderingen en kelders verwerkt zijn. De Monumentenwet 1988 maakt dan ook in de basis geen onderscheid. Deze wet definieert een monument als: 1. zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde; 2. terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als bedoeld onder 1. Voor alle duidelijkheid staat er nog bij deze definitie: ‘archeologische monumenten: de monumenten, bedoeld [….] onder 2.’1
1.2
Wat is archeologie? De term ‘archeologie’ slaat meestal op de wetenschappelijke discipline (ook wel: oudheidkunde). Voor deze discipline is het doen van opgravingen en veiligstellen van sporen en vondsten slechts een middel. Het doel is de reconstructie van dat deel van de (menselijke) geschiedenis, waarover geen geschreven bronnen bestaan. Archeologie draait dus om informatie: de informatie over menselijke bewoning en menselijke samenlevingen.2 Deze ligt besloten in vondsten (voorwerpen) en sporen (grondverkleuringen), maar ook in de wijze waarop deze zich, ten opzichte van elkaar, in de bodem bevinden. In wat voor bodemlaag ligt iets? Hoe oud is die bodemlaag? Bevindt een vondst zich in de
1 2
Monumentenwet 1988, art 1, lid b en c. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt behoort de studie van (dierlijke) resten van vóór het ontstaan van de mensheid (zoals dinosauriërs) niet tot het werkterrein van de archeologie, dit is paleontologie.
2
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
1.2 WAT IS ARCHEOLOGIE?
vulling van een paalgat? Wat betekent dat voor de relatieve leeftijd van de vondst ten opzichte van het gebouw, waar het paalgat deel van uitmaakte? Voor de interpretatie van sporen en vondsten is ook de landschappelijke context van belang. Was dit gebied in de bestudeerde periode nat of droog? Maakt dat het waarschijnlijker of minder waarschijnlijk dat er bewoning plaatsvond? Leverden de omstandigheden bepaalde problemen op voor de bestudeerde samenleving? Was er landbouw mogelijk? De natuurlijke ondergrond en bodem op zichzelf zijn echter geen primaire onderzoeksobjecten van de archeologie. Deze worden bestudeerd door de geologie, fysische geografie en bodemkunde. Zoals bij elke wetenschappelijke discipline geldt ook voor archeologisch onderzoek: geen resultaat is ook een resultaat. Wanneer uit een onderzoek blijkt dat ergens géén door mensen veroorzaakte bodemsporen of artefacten aanwezig zijn, kan dat voor de archeoloog ook waardevolle informatie zijn. Bijvoorbeeld dat hier in een bepaalde periode geen mensen woonden, terwijl het landschap er wel geschikt voor was. Archeologie kan dus meer betekenen dan vondsten alleen. In de context van dit boek draait het vooral om in de grond aanwezige, bekende en nog onbekende sporen en artefacten, die daar gekomen zijn als gevolg van menselijk handelen. Dit wordt ook aangeduid met de term ‘het bodemarchief’. Ook wordt in dit boek alleen ingegaan op onderzoek van (plan)gebieden of vindplaatsen dat plaatsvindt in het kader van ruimtelijke ingrepen. De informatie die dit onderzoek oplevert is van belang voor wetenschappelijke theorievinding, de eigenlijke oudheidkunde. Deze theorievinding speelt zich echter buiten het domein van ruimtelijke ordening af en is daarmee niet relevant voor dit boek.
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE
3
INLEIDING
1.3
Leeswijzer Het volgende hoofdstuk beschrijft het ontstaan van de Nederlandse archeologie, de waardering van archeologie en de manier waarop deze in de ruimtelijke ontwikkeling geïntegreerd is geraakt. In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd hoe het archeologische bestel in elkaar zit, welke partijen dragen welke verantwoordelijkheden? In hoofdstuk 4 wordt een overzicht gegeven van het relevante beleid op het gebied van ruimtelijke ordening en archeologie op internationaal en nationaal niveau. Ook wordt kort ingegaan op de zaken die in provinciaal en gemeentelijk beleid geregeld dienen te worden. In hoofdstuk 5 wordt de wet- en regelgeving besproken waarin dit beleid zijn grondslag vindt. Hoofdstuk 6 behandelt de wijze waarop verschillende ruimtelijke instrumenten kunnen worden ingezet bij archeologische monumentenzorg. In hoofdstuk 7 tenslotte wordt ingegaan op de relatie tussen water(beheer) en archeologie, een voor het Nederlandse bodemarchief belangrijke relatie, waarvan de ruimtelijke implicaties vaak over het hoofd gezien worden.
4
RUIMTELIJK RELEVANT ARCHEOLOGIE EN RUIMTE