april 2016, 26e jaargang, nr 1
Vakblad voor longverpleegkundigen
Inspiratie
Thema ‘Leefstijl en (on)gezond gedrag’
Inhalatie Management Service NL/RESP/15/0038a
Controleer met behulp van de Inhalatie Management Service of uw patiënten de juiste inhalatietechniek beheersen en optimaliseer deze waar nodig voor een beter behandelresultaat!
Van de redactie
Beste collega’s, “U kunt niet genezen van COPD. Wel kunt u uw klachten verminderen door u te houden aan een aantal leefregels“, zijn vaak de woorden die we uitspreken naar onze patiënten. We weten dat de behandeling van longpatiënten primair gericht is op het zo veel mogelijk voorkómen van perioden met klachten en het verminderen van de ernst van de klachten die tóch ontstaan. In de praktijk blijkt het vaak nog knap lastig te zijn om aan leefregels, leefstijl en gezond gedrag te houden. Het is steeds weer een uitdaging om ongezond gedrag van onze patiënten om te buigen naar gezond gedrag. Hoe kunnen we dit het beste aanpakken? Waardoor komen onze patiënten in beweging? De sprekers in de regiobijscholingen in maart en april hebben ons hierin inzichten gegeven, en doen dit ook via deze Inspiratie. Maar wat als mensen de mogelijkheden niet hebben om hun ongezonde leefstijl aan te pakken, vanwege beperkte gezondheidsvaardigheden? In het artikel van Majorie de Been en Janneke de Jong wordt er vanuit de theorie en praktijk beschreven, hoe je als long verpleegkundige hiermee om kunt gaan. Aansluitend bij het thema Leefstijl en (on)gezond gedrag passen ook zeker de artikelen over de rookvrije generatie en obesitas bij astma. Deze Inspiratie is een kennismaking met de nieuwe eindredacteur Mark van Seggelen. We zijn blij dat er een opvolger is gevonden na het vertrek van de vorige eindredacteur Lisa Willinge Prins. We wensen hem een inspirerende tijd toe in de redactie van ons vakblad. Mark stelt zich in dit nummer verder voor. Met collegiale groet, de redactie
april 2016 25e jaargang nummer 1 Inspiratie is een uitgave van V&VN Longverpleegkundigen. Het blad verschijnt driemaal per jaar. www.care4lungs.nl
Heeft u interesse of wilt u meer weten over de Inhalatie Management Service, ga dan naar de website www.care4lungs.nl De afdeling Customer Service is bereikbaar op werkdagen van 8.00 tot 17.30 uur via het gratis telefoonnummer 0800 - 022 8400.
Oplage: 750 stuks. Leden van de afdeling V&VN Longverpleegkundigen krijgen het blad toegezonden. De contributie bedraagt m.i.v. 2016 €133 per jaar (€72 lidmaatschap van V&VN en €61 V&VN Longverpleegkundigen). Aanmelding voor lidmaatschap: www.venvn.nl Redactie: Elly Jordens – Van Weel Bethesda Ziekenhuis Astrid Koopmans – Icare Tiny Rooijendijk – ZZG zorggroep Nijmegen en Hap Stationsstraat Cuijkk
Volg ons ook op Twitter: @VVNLongvplk
Eindredactie: Mark van Seggelen
[email protected]
Fotografie Corrie Snoek, Tiny Rooijendijk, Mark van Seggelen e.a.
Redactieadres: inzending kopij naar onderstaand correspondentieadres. (word for windows, beeldmateriaal graag los aanleveren, minimaal 150 dpi)
Sluitingsdatum inleveren kopij: (
[email protected]) Juli nummer: 23 mei 20166
Correspondentieadres: V&VN Longverpleegkundigen Churchilllaan 11, 3527 GV Utrecht Postbus 8212, 3503 RE Utrecht Tel: (030) 291 90 50 Website: https:// longverpleegkundigen.venvn.nl e-mail:
[email protected] Vormgeving en druk: Groen Media Leiden Rooseveltstraat 12 2321 BM Leiden Tel: (071) 579 75 00
De redactie behoudt zich het recht voor artikelen naar believen in te korten of tekstueel te wijzigen.
Longverpleegkundigen
Inhalatie Management Service Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
3
In dit nummer
Van het bestuur…
Afscheid 5
Van de voorzitter
6
Het ondersteunen van mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden
Het is maart wanneer ik dit voorwoord schrijf. De zon schijnt buiten. Het geeft mij altijd het gevoel dat de wereld vrediger en lichter lijkt. Alsof we er allemaal aan toe zijn om ons even onder te kunnen dompelen in het licht. Ik zie het ook in de natuur. Heerlijk.
10 De rookvrije generatie in het Rotterdamse Maasstad Ziekenhuis 12 Onderzoek naar de causale relatie tussen obesitas en astma
6
10
14
16
21
22
28
30
33
34
14 Bij motivational interviewing moet de cliënt zelf op zoek gaan naar zijn intrinsieke motivatie om te veranderen 16 Sylvia Heddema, verpleegkundige gaat in op dat niet iedereen kan en wil (nu) veranderen 18 V&VN Nieuws over voorschrijven van geneesmiddelen en het jubileumjaar van V&VN 19 Het programma van de ledendag op 7 juni 22 De richtlijn ‘Dyspneu in de palliatieve fase’ is herzien. 25 De column van Carla van den Berg gaat ‘over dat rotding van een apparaat’ 26 MedicijnBalans vergeleek de werkzaamheid van luchtwegverwijders als los middel en in combinaties 27 UMCG heeft een methode ontwikkeld die gezondheidswinst oplevert voor patiënten met ernstig COPD 28 De website Eersteuitgifte.nl en de inhalatie-instructiefilmpjes van V&VN Longverpleegkundigen 29 Op de shortlist van de NRS staan vijf kansrijke thema’s voor longonderzoek in de toekomst 30 Annemieke van Dort en Nelleke Tak richtten de taakgroep ILD op en gaan in op de taken van een ILD verpleegkundige 32 Oproep voor deelname aan de Ster studie 33 Eindredacteur Mark van Seggelen stelt zich voor 34 Online over interessante website
4
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Om mij heen is het één en al drukte. Eigenlijk op elk terrein waar ik kom of werk, lijkt zich een eigen soort dynamiek voor te doen. Vaak vind ik het heel leuk om op allerlei terreinen bezig te zijn. Op die manier benut ik zoveel mogelijk kanten van mezelf. Toch merk ik dat het ook goed is om goed te blijven reflecteren. En in die reflectie heb ik besloten om mij terug te trekken als voorzitter van de V&VN Longverpleegkundigen. Niet omdat ik het niet leuk meer vind. Nee, beslist niet. Ik ben heel erg trots op onze vereniging. De vereniging is volwassen geworden in alle opzichten. We worden gezien, we hebben een heldere, duidelijke visie en een stem binnen zowel de longzorg en het beroepenveld. Dat waren de taken die ik me destijds ten doel heb gesteld. En nu we zover zijn, is het goed dat een ander de voorzittershamer overneemt. Dat is gezond voor onze vereniging. En hoewel scheiden echt doet lijden, is het voor mij als mens ook goed om te gaan. Ik heb veel geleerd, maar het bestuur ligt samenwerking gewoon open. moet ook verder leren om op andere plekken de We werken allemaal voor onze patiënten. Dat zal stem van de verpleegkundigen te laten horen. voor het bestuur ook altijd het doel zijn en blijven. Het bestuurlijk jaar is in volle gang. We buigen ons We denken als bestuur ook mee met de ontwikkeover scholing. Het blijft altijd een punt van lingen rond het preferentiebeleid. Ik vind het heel aandacht. Voor onze patiënten hebben we de verantwoording om altijd op de hoogte te zijn van erg moeilijk dat er krachten in het veld zijn waarbij zorgverleners een voorselectie willen maken van de nieuwste ontwikkelingen. Als beroepsvereniging proberen we hier steeds meer en beter op in de medicatie. Wat mij betreft gaat medicatiekeuze altijd over het juiste device. En ja, natuurlijk te springen. We zijn allemaal anders en de ene gebruik je als verpleegkundige je kennis over de collega heeft een ander soort scholing nodig dan de andere. Scholing is dan ook altijd één van onze werkzame stoffen in dat device. Maar voor de patiënt telt dat die medicatie wel moet binnen grootste aandachtsgebieden. Over scholing komen. En wij kunnen daarom juist onze expertise gesproken… In november is weer een groep gebruiken om hen bij de keuze voor een geschikt longverpleegkundigen gestart met de post-hbo. device te helpen. Ik heb altijd respect voor mensen die die stap zetten. Uit ervaring weet ik dat er lef en moed voor Op 7 juni is de jaarlijkse ledendag. Dat is het nodig zijn. Want studeren naast je gezin en een moment dat ik officieel afscheid zal nemen als baan, dat vraagt nogal wat van je. voorzitter. Ik hoop jullie dan te ontmoeten. Ik wens Verder organiseren we opnieuw een scholing jullie een zonnige lente toe. Inhaleren, waarbij er qua kennis meer de diepte gezocht wordt. Er komen rond deze scholing Ontvang een hartelijke groet, allerlei signalen binnen over de samenwerking met IMIS. Ik ben er blij om dat mensen dit gewoon aan ons vragen. Als je samen werkt is het belang- Sandra van Duijn, voorzitter V&VN Longverpleegkundigen rijk dat je open en eerlijk bent. Vanuit de kant van Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
5
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag
Beperkte gezondheidsvaardigheden vaardigheden. In die groep zijn laagopgeleiden, De zorg afstemmen bij mensen met beperkte vaardig ouderen en migranten sterk vertegenwoordigd heden vergt doorzettingsvermogen, nieuwsgierigheid, creativiteit en een onderzoekende houding. In dit artikel (Rademakers, Nivel, 2014). staan praktijkvoorbeelden hoe je dat kunt doen. Exacerbaties De prevalentie van astma en COPD is hoger in achterstandswijken. Omgeving en gedrag blijken hier vaker ongunstig uit te pakken, waardoor de kans op COPD en astma groter is. Als verpleegkundige – ook in de longzorg - stem je je zorg af op je cliënt, benader je iedere zorgvrager met respect en zorg je voor iedereen. Grote groepen zorgvragers zoals niet-westerse migranten, laagopgeleiden en mensen die in armoede leven, bereiken we echter minder goed met onze zorg. Want ondanks dat de welvaart en het gezondheidszorgsysteem in Nederland tot één van de beste in de wereld behoort, is er ook in Nederland sprake van verschillen in gezondheid (RIVM, 2010). Zo is de prevalentie van astma en COPD in de vier grootste Nederlandse steden voor mensen van 19-64 jaar 4,9%. In achterstandswijken ligt dat percentage echter op 6,8. Voor 65-plussers is het respectievelijk 10,3% en 13,0% (GGD gezondheidsmonitor 2012). Voor Nederland als geheel is de incidentie 1,8% voor mannen tussen de 15-65 jaar en 1,5% voor vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie. Voor 65-plussers is dat respectievelijk 6,1% en 4,9% (LINH, 2011). Het lijkt er op dat er bij niet-westerse migranten een onderdiagnose is van COPD (Uijen 2008).
Op je spreekuur komen mensen die je adviezen en voorlichting niet goed begrijpen of die het moeilijk vinden om deze in te passen in hun leefstijl, gewoonten en cultuur. Hoogstwaarschijnlijk komen er mensen op je spreekuur die niet of slecht kunnen lezen of schrijven en om die reden je adviezen niet kunnen opvolgen. Het kost jou in dat geval meer tijd om te begrijpen met welke klachten mensen bij je komen en om mensen goed te adviseren en informeren. Exacerbaties komen vaker voor bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door minder goed gebruik van de inhalatiemedicatie. Je zorg afstemmen op mensen met beperkte vaardigheden vergt doorzettingsvermogen, nieuwsgierigheid, creativiteit en een onderzoekende houding. Hóe je dat kunt doen lichten we hieronder toe met voorbeelden uit de praktijk.
Alert zijn op laaggeletterdheid Wees alert op laaggeletterdheid, pas je communicatie aan en bouw een relatie op. 11% van de volwassenen in Nederland is laaggeletterd. Tweederde van de laaggeletterden is autochtoon. Laaggeletterden hebben zo veel moeite met lezen en schrijven dat zij niet goed kunnen functioneren in het dagelijkse leven. Daarnaast hebben zij vaak
Gezondheidsvaardigheden Chronische aandoeningen als diabetes, hart- en vaatklachten, kanker en depressie komen vaker voor bij mensen in een achterstandssituatie. Bij het ontstaan van gezondheidsachterstanden spelen sociaaleconomische verschillen een rol. De invloed van gezondheidsvaardigheden, ook wel Health Literacy genoemd, is groot. Gezondheidsvaardigheden zijn vaardigheden als lezen en schrijven, communiceren over je klachten, opzoeken en begrijpen van gezondheidsinformatie, adviezen beoordelen en toepassen en kritisch reflecteren op je eigen gezondheidssituatie. Maar liefst 29 procent van de volwassenen in Nederland beschikt over geringe gezondheids6
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Algemene vragen ‘Vaak begin ik mijn consult met vragen naar algemene omstandigheden. Hoe is het met het kleinkind. Was de vakantie leuk, is de bruiloft al gevierd? Ik vraag mij af: Wie is de mens die voor mij zit? Patiënten komen ook vaak met informatie uit het informele circuit. Ik ga hier altijd zorgvuldig mee om. Zij kunnen niet checken of het klopt. Als honing goed is voor de longen en het hoesten verwijs ik dit niet naar het rijk der fabelen, maar neem het mee in het Plan.’
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag Niet kunnen lezen en schrijven ‘Er komt een meneer van 60 jaar op consult met mild COPD en nauwelijks ziektelast. Hij is terugverwezen door het ziekenhuis na een recente longaanval. De spirometrie is conform verwachting. Meneer gebruikt zijn medicatie (spiriva en salbutamol) niet en rookt ongeveer 10 sigaretten per dag. Hij is niet allergisch. De eerste keer komt meneer een half uur te vroeg. En tijdens het bespreken van de spirometrie kijkt hij uitsluitend naar mij, niet naar het papier. Op basis hiervan vermoed ik dat hij niet kan lezen en schrijven. Ik vind het van belang dat meneer zijn medicatie gaat gebruiken. Ik kijk samen met hem naar het filmpje van inhalatorgebruik.nl en benadruk dat deze medicatie voorkomt dat hij weer zo ziek wordt. Ik doe dit zonder veel uitleg, want ik weet dat hij het dan beter kan volgen. Verder laat ik hem veel vertellen over zijn werk als conciërge in een school met veel trappen. Zo schep ik een band, maar weet ik ook dat het met bewegen wel goed zit. Ik vind het belangrijk dat deze meneer mij gaat vertrouwen en ook weer terug komt. Ook als hij zich niet ziek voelt. Bij het IZP stel ik maar één doel vast. Dit houdt het overzichtelijk. De acties die ik voorstel zijn zo concreet en klein mogelijk. Hij moet zijn inhalator op gaan halen bij de apotheek en gaan gebruiken zoals we hebben afgesproken. Gelukkig zit de apotheek bij ons in het gebouw. Ik weet dat zij bij salbutamol met de novolizer werken. Ik kan het ook heel snel bespreken als er iets niet goed gaat met de inhalator. Bij vertrek vraagt meneer herhaaldelijk naar de afspraken die gemaakt zijn. Deze herhaal ik kort en bondig, met zoveel mogelijk dezelfde woorden. Zo prent deze meneer wat er gedaan moet worden in zijn geheugen. Mijn volgende doel is dat meneer terugkomt zodat ik ingrijpender zaken als SMR met hem kan bespreken.’
ook beperkt kennis van het lichaam en vinden zij plannen, ordenen en vooruit denken lastig. Zij kunnen bijvoorbeeld ook slecht klok kijken en op tijd op een afspraak komen. Laaggeletterden – met name autochtonen – schamen zich vaak en komen niet altijd uit voor
hun beperkte lees- en schrijfvaardigheden. Op het moment dat de behandeling niet het gewenste resultaat heeft zonder een duidelijke oorzaak, zou je eens kunnen checken of je met een laaggeletterde patiënt van doen hebt. Nog beter is het natuurlijk om dit te achterhalen bij de start van de behandeling en voorafgaand aan de advisering over de medicatie en leefstijl.
Herkennen laaggeletterdheid Hoe kun je een laaggeletterde patiënt herkennen? • heeft moeite met onderscheiden van hoofden bijzaken • heeft moeite met chronologisch presenteren van symptomen • stelt weinig vragen of steeds dezelfde vraag • vult zelf geen formulieren in • komt regelmatig niet of te laat op een afspraak • gebruikt medicatie niet goed, leest bijsluiters niet Bij een vermoeden van laaggeletterdheid kun je vragen aan de patiënt hoe veel jaar onderwijs hij of zij heeft gehad en of hij/zij kan lezen of schrijven. ‘Vindt u het moeilijk om formulieren in te vullen?’ Daarbij kun je ter geruststelling benadrukken dat het veel voorkomt, ook in Nederland. Én dat het voor het samen zorgen voor een goede gezondheid goed is dat zorgverleners weten dat ze extra aandacht moeten besteden aan het goed uitleggen van de behandeling en het gebruik van de medicatie. Om die reden kun je ook voorstellen om het op te nemen in het dossier zodat ook andere hulpverleners weten dat ze hier rekening mee moeten houden.
Aanpassen communicatie Hoe kun je je communicatie aanpassen? • maak korte zinnen en gebruik eenvoudige woorden • maak geen ‘uitstapjes’ in je verhaal • vermijd beeldspraak en abstracte begrippen • wees zo concreet mogelijk • beperk het aantal boodschappen per consult • herhaal de belangrijkste punten • geef veel ruimte voor vragen • spreek af op hele en halve uren Voor deze patiënten is het nog belangrijker dan voor andere patiënten dat zij zich veilig en vertrouwd voelen en zich uitgenodigd voelen om hun verhaal te doen. Al te snel wordt gedacht dat iemand niet gemotiveerd is of onverschillig, bijvoorbeeld bij herhaaldelijk te laat komen. Terwijl een patiënt moeite heeft om op tijd te komen.
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
7
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag hebben in de regel vaker te maken met sociale, financiële en/of opvoedproblemen. Daardoor hebben zij minder aandacht voor hun gezondheid. Mensen met lage gezondheidsvaardigheden hebben moeite met: • de weg te vinden in zorg- en dienstverlening • informatie zoeken en vinden op internet • (uitnodigings)brieven, folders en formulieren te begrijpen • het eigen leven te (re)organiseren
3b
1a
2c
Schakel professionele tolk in ‘Dat kinderen of familie tolken blijf ik een moeilijk gegeven vinden. Vaak brengen zij niet goed over wat jij zegt, of wat de patiënt bedoelt. Ik vind een ttolkentelefoon of allochtone zorgconsulent prettiger. Wel heb ik er een gewoonte van gemaakt de patiënt bij zijn betoog aan te kijken ook al versta ik hem niet. Ik wil duidelijk maken dat ik hem of haar belangrijk vind. Als de tolk spreekt kijk ik die persoon aan.’ Op het moment dat je patiënt niet of beperkt Nederlands spreekt, is het nog moeilijker om te begrijpen wat de klachten zijn of toe te lichten hoe medicatie gebruikt moet worden. Schakel daarom een professionele tolk in bij een consult met een anderstalige patiënt (zie voor meer informatie www.pharos.nl en vul zoekterm tolk in). Ook in de eigen taal is het (voor de tolk) van belang om rekening te houden met het taalniveau, eenvoudige woorden te gebruiken en te vragen om te herhalen wat er uitgelegd is. Een nauwe samenwerking met huisarts en apotheek is natuurlijk van belang. Zodat je kunt checken of medicatie te veel of te weinig wordt gebruikt. Mensen in een achterstandssituatie
8
Als hulpverlener is het daarom van belang om de sociale kaart te kennen en contact te kunnen leggen met het wijkteam, de sociale raadsman of de allochtone zorgconsulent. Maar ook weten in welke buurtcentra er goedkoop gesport kan worden hoort er bij. Doordat jij contact legt, help je de toegang tot deze zorg- en dienstverlening te verlagen. Het begeleiden bij doorverwijzen leidt tot een grotere kans van het oplossen van sociale, financiële of andere problemen. Dit draagt bij aan een betere gezondheid. Veel patiënten begrijpen de uitleg of het advies van verpleegkundige, dokter of apotheker niet. Professionals schatten vaak onterecht in dat hun boodschap wel wordt begrepen. Het is dus van belang om te checken of een patiënt jou of je collega heeft begrepen. Dat kan via de teach-back of terugvertelmethode. Je benadrukt daarbij dat je wilt weten of je het goed hebt uitgelegd en vraagt bijvoorbeeld: • ‘Om zeker te zijn dat ik het goed heb uitgelegd, kunt u voor mij in uw eigen woorden zeggen wat ik heb verteld?’ • ‘Wilt u mij vertellen wat we hebben afgesproken?’ • ‘Wat gaat u nu anders doen als u thuis bent?’ • Kunt u mij vertellen en laten zien hoe u de inhalatiemedicatie morgen gaat gebruiken? Op You Tube staat een filmpje over deze teach-back methode. Tik de volgende woorden in het zoekvenster: Is mijn boodschap goed overgekomen? De teach-back methode.
Filmpjes
Voordoen, nadoen en automatiseren
‘Ik werk graag met filmpjes bijvoorbeeld bij inhalatie-instructie. En met de torso. Waar zitten je longen eigenlijk? Ik laat mensen diep in- en uitademen om te ervaren wat er gebeurt. Neus dicht houden en adem inhouden hoe voelt dat? Op die manier ben ik zo beeldend mogelijk bezig. Modellen zijn vaak veel te abstract; het zegt mensen weinig.’
Laaggeletterden kunnen informatie minder goed begrijpen en zij kunnen het niet nalezen. Zij leren door voordoen, nadoen en automatiseren. Het is daarom belangrijk dat informatie wordt ondersteund door het te laten zien en ervaren. Oefenen met gebruik van het inhalatieapparaat is natuurlijk van belang. Vraag steeds of mensen willen voordoen hoe ze het materiaal nu thuis gaan gebruiken bij zichzelf of hun kinderen.
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag Ook ondersteunen van je uitleg met beeldmateriaal helpt. Dat moet wel passend materiaal zijn. De meeste voorlichtingsmaterialen zijn voor laaggeletterden te ingewikkeld. Pharos ontwikkelt en toetst beeldmateriaal in samenwerking met professionals en cliëntgroepen. Bijvoorbeeld beeldmateriaal met basiskennis over het menselijk lichaam; Begrijp je lichaam. In deze map zitten platen over de longen en de werking van de longfunctie. Zoals de plaatjes op pagina 8.
Pharos Niet-westerse migranten komen minder snel naar voorlichtingsbijeenkomsten over bijvoorbeeld COPD, astma, diabetes, soa of dementie. Adviezen en tips zijn onder andere te vinden in de 29 procent van de volwassenen in Nederland beschikt over geringe gezondheids brochure ‘Toolkit voorlichting aan migranten over vaardigheden. In die groep zijn ouderen, laagopgeleiden en migranten sterk vertegenwoordigd. kanker’ op de site www.pharos.nl. Pharos is het landelijk Expertisecentrum Gezond- lingen duurzaam te verbeteren. Het doel is deze op hetzelfde niveau te brengen als voor andere heidsverschillen. Vanuit het uitgangspunt Nederlanders. Wij ondersteunen professionals ‘gezondheid en kwaliteit van zorg voor iedereen’ die in hun dagelijkse praktijk te maken hebben zetten wij onze kennis en expertise in om grote gezondheidsverschillen te verminderen. En om de met deze groepen. We werken samen met een breed netwerk van (migranten)experts en profeskwaliteit en toegankelijkheid van preventie en sionals, partnerorganisaties, gemeenten, univerzorg voor laagopgeleiden, migranten en vluchtesiteiten en lokale partijen, we delen onze kennis met hen en geven advies op maat. Daarnaast bieden we trainingen aan op verschillende Kijk verder dan alleen de longklachten thema’s en ontwikkelen wij voorlichtingsmateriaal ‘Vandaag heb ik een consult met een ‘stoere’ voor laaggeletterden of adviseren hen over het dame die zich met veel humor weet te handeenvoudiger maken van bestaand materiaal. R haven in slechte sociale omstandigheden. Zij heeft ernstig COPD, maar rookt vrolijk verder. XXDoor Majorie de Been, programmamanager Pharos (m.been@pharos. nl) en Janneke de Jong, bestuurslid V&VN Longverpleegkundigen en In haar leven heeft zij alles gedaan ‘wat God longverpleegkundige in de Schilderswijk in Den Haag verboden heeft’ en nog rijdt zij wel eens een scheve schaats. Zij komt altijd trouw bij mij, gebruikt de medicijnen trouw en rookt ook Referenties Oosterberg, E.H., Devillé, W.L.J.M., Brewster, L.M., Agyemang, C., trouw door. De consulten zijn altijd Muijsenbergh, M.E.T.C. van den (2013). Chronische ziekten bij ontspannen, met een lach en een traan. allochtonen: handvatten voor patiëntgerichte zorg bij diabetes, Maar nu zit deze stoere vrouw mat en bedrukt hypertensie en COPD. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde: 2013, 157(A5669). voor mijn bureau. Ik zie in het journaal dat zij haar medicatie niet heeft opgehaald. Ik krijg RIVM (2010). Gezondheid en determinanten. netjes antwoord op mijn vragen, maar er zijn Uijen, A.A., Schermer, T.R.J., Hoogen, H.J.M. van den, Mulder, J., Zantinge, E.M., Bottema, B.J.A.M. (2008). Prevalentie en geen grapjes of gewaagde opmerkingen. Ik leg zorgconsumptie bij astma en COPD in relatie tot etniciteit. het longconsult stil en zeg: “Zeg het maar, wat Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 152 (2008) 20, p. is er, je bent vandaag jezelf niet.” Daarop 1157-1163. vertelt ze me over haar financiële moeilijkTabak, C, Smit, H.A. (2002). De morbiditeit van astma en COPD in heden. Ze overziet het niet meer en weet niet Nederland; leemtes in kennis gevuld. RIVM-rapport nr. 260855005. Bilthoven: RIVM, 2002. hoe het nu verder moet. Gelukkig werkt onze praktijk samen met een sociaal wijkteam. Ik leg Rademakers J., Kennissynthese. Gezondheidsvaardigheden: niet voor iedereen vanzelfsprekend. (Nivel, 2014) contact met een van de medewerkers. Deze bezoekt mevrouw en pakt samen met haar de financiën aan en zet ze op een rijtje. Bronnen beeld COPD uit ‘Begrijp je Lichaam’, Medical Visuals De volgende keer zit mevrouw weer vol De PDF van Begrijp je Lichaam is te vinden op de site van Pharos grapjes aan mijn bureau. De medicijnen (http://www.pharos.nl) en in april op de www.begrijpjelichaam.nl worden weer opgehaald.’ Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
9
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag
Een rookvrije generatie
Mariël Verwaal (links) en Rianne Hensen willen binnen het Maasstad Ziekenhuis voldoende draagvlak creëren voor het thema van de rookvrije generatie.
Is een rookvrije generatie een droom of werkelijkheid in het Rotterdamse Maasstad Ziekenhuis? Rianne Hensen, longverpleegkundige en Mariël Verwaal verpleegkundig specialist proberen support te krijgen voor dit idee.
Draagvlak
Door middel van lobby, kennisontwikkeling en communicatie werkt de Alliantie aan draagvlak voor tabaksontmoediging bij politiek, overheid, bedrijfsleven en in de samenleving. Dit doet zij op basis van een routekaart naar een rookvrije Iedere dag beginnen ongeveer honderd kinderen generatie. In november 2015 startte de campagne met roken. De helft van de mensen die blijft roken voor het publiek. Dit creëert een paraplu voor activiteiten van alle partners van de Alliantie sterft aan de gevolgen van het roken. TwintigduiNederland Rookvrij die gezamenlijk de weg naar zend mensen sterven jaarlijks in Nederland door het roken en nog eens duizenden aan de gevolgen de rookvrije generatie willen afleggen. Het is mogelijk voor individuen en groepen om van het meeroken. partner te worden van de rookvrije generatie Eind 2015 lanceerde de Alliantie Nederland Rookvrij de campagne ‘Op weg naar een rookvrije waarbij verwacht wordt van de partners dat zij de missie van de Alliantie actief ondersteunen. generatie’. Het doel van deze campagne is om mensen die vanaf 2017 een kind krijgen, een kans Verschillende partijen zoals de VN&VN VS kinderlongziekten en aanverwante aandoeningen, sloten te geven hun kind volledig rookvrij te laten zich aan bij de Alliantie. Zij hopen op veel meer opgroeien. Zonder het slechte voorbeeld van aansluitingen bij de Alliantie zodat de missie van rokende mensen die ze om zich heen zien en de Alliantie nog breder gedragen wordt in de zonder de verleiding van glimmende pakjes en toekomst. toegevoegde smaakjes van sigaretten. De Alliantie is een samenwerkingsverband van de Ook V &VN Longverpleegkundigen vindt dit een mooi initiatief en sluit zich hier graag bij aan. In Longfonds, Hartstichting en KWF Kankerbestrijhet beleidsplan 2016 is de doelstelling opgeding met als doel kinderen te beschermen tegen nomen dat het bestuur onderzoekt op welke wijze tabaksrook en de verleiding om te gaan roken.
10
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag een eventuele aansluiting bij de rookvrije generatie mogelijk is. Wellicht in dit zelfs in een breder V&VN-verband mogelijk. Meer informatie is te vinden op: www.alliantienederlandrookvrij.nl.
Kennis en vaardigheden
Inmiddels zijn de contacten gelegd met diverse afdelingen en de eerste reacties zijn veelbelovend. Binnenkort gaan ze met alle belangstellenden om de tafel om te bespreken welke ideeën en mogelijkheden we hebben. Door zoveel Draagvlak mogelijk afdelingen te betrekken hopen ze dat ook Verpleegkundig specialist kinderlongziekten de Raad van Bestuur zich uiteindelijk schaart MANP Mariël Verwaal en longverpleegkundige Rianne Hensen, beiden werkzaam in het Maasstad achter de doelstelling van de rookvrije generatie. Ziekenhuis in Rotterdam, zijn samen gaan brainAan de hand van het overleg zal worden gekeken stormen wat zij lokaal zouden kunnen doen binnen welke kennis en vaardigheden de medewerkers nog extra nodig hebben om het rookvrij opgroeien hun instelling in het licht van deze campagne. vooral op een motiverende en stimulerende wijze De doelstelling van hun samenwerking is om op de patiënten en hun familie over te brengen. binnen het Maasstad Ziekenhuis voldoende draagvlak te creëren voor het thema van de Mariël en Rianne hebben ook contact gehad met rookvrije generatie. Zij willen niet alleen bereiken de Alliantie die in deze alle lokale initiatieven en dat deze actie ziekenhuisbreed support krijgt, steunbetuigingen toejuicht en ondersteunt. De maar dat dit ook echt wordt uitgedragen in het door de Alliantie gemaakte reclamefilmpjes willen contact met patiënten en hun familie door het ze in de toekomst graag laten zien op de diverse geven van informatie, steun en het aanbieden van schermen in het ziekenhuis. Duidelijker dan dat in begeleiding. Daarbij dient de ontwikkeling van het de filmpjes gebeurd kan je toch eigenlijk niet kind dat vanaf 2017 wordt geboren als leidraad. aangeven dat ‘roken best gek is’. R Bescherming van kinderen tegen het roken begint al bij de wens van de ouders om zwanger te Rookvrije generatie een droom? Mariël en Rianne worden. In dat stadium is de vruchtbaarheidspoli- geloven er zeker in voor wat hun werkplek betreft. kliniek een aangewezen afdeling om het rookvrij Meer informatie over de rookvrije generatie is te opgroeien met de aanstaande ouders te vinden op: bespreken. Maar ook voor afdelingen zoals www.rookvrijegeneratie.nl/help-mee#landelijkeneonatologie en de spoedeisende hulp is in hun organisatie ogen een belangrijke rol vastgelegd. XXDoor Rianne Hensen, longverpleegkundige en Mariël Verwaal verpleegkundig specialist kinderlongziekten MANP
Alliantie Nederland Rookvrij wil mensen die vanaf 2017 een kind krijgen, een kans geven hun kind volledig rookvrij te laten opgroeien.
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
11
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag
Astma bij morbide obese patiënten Morbide obesitas en astma, comorbiditeit of causale relatie? En is astma onderdeel van het metabool syndroom. Die vragen staan centraal in dit artikel. De afgelopen decennia is niet alleen het aantal patiënten met obesitas toegenomen, tegelijkertijd is ook de incidentie van astma gestegen. Dit suggereert een mogelijke relatie tussen obesitas en astma.1 Bovendien hebben obese astmapatiënten een slechtere kwaliteit van leven,2 minder astmacontrole3 en wordt hun astma als ernstiger geclassificeerd. Het feit dat astmasymptomen verminderen na gewichtsverlies4 ondersteunt een mogelijke causale relatie. Het dilemma waar dit proefschrift antwoord op probeert te geven is of de relatie tussen obesitas en astma causaal is, of dat het om comorbiditeit gaat.
Astma bij morbide obese patiënten Volgens de GINA-richtlijn dient de diagnose van astma zowel gebaseerd te zijn op symptomen als variabele expiratoire luchtwegobstructie. Echter, in de dagelijkse praktijk is de diagnose vooral gebaseerd op klachten; luchtfunctieonderzoek wordt niet altijd uitgevoerd. Dit kan leiden tot overdiagnose van astma, en daardoor ook overbehandeling en hoge medische kosten. Aan de andere kant is het missen van de diagnose astma ook een belangrijk aspect. We hebben laten zien dat niet alleen overdiagnose van astma vóórkomt onder morbide obese patiënten, maar ook onderdiagnose van astma.5
Aanwijzingen voor de praktijk 1. Baseer de diagnose van astma bij morbide obese patiënten niet alleen op symptomen; longfunctieonderzoek is essentieel. Hou daarbij in gedachten dat dyspneu niet altijd veroorzaakt wordt door het morbide overgewicht (onderdiagnose astma). 2. Longfunctieonderzoek voor bariatrische chirurgie is, mede vanwege de onderdiagnostiek van astma en de daarmee gepaard gaande verhoogde postoperatieve morbiditeit, geïndiceerd bij alle patiënten. 3. Bij morbide obese patiënten met astma is er geen sprake van eosinofiele of neutrofiele bronchiale inflammatie. Hierdoor lijkt er geen indicatie te zijn voor de behandeling van astma door middel van inhalatiecorticosteroïden, met name bij patiënten met mild astma. 4. Een belangrijke behandeloptie van astma bij morbide obese patiënten is substantieel gewichtsverlies door bariatrische chirurgie. Daarmee verbeteren de longfunctie, medicatiegebruik, kwaliteit van leven en systemische inflammatie.
Dit werd bevestigd door onze bevindingen dat er een klein, maar wel statistisch significant verschil is in eosinofielen in het bloed en luchtwegobstructie tussen morbide obese patiënten met en zonder het metabool syndroom.7 Dit zou een aanwijzing kunnen zijn voor een causale relatie Bronchiale en systemische inflammatie tussen obesitas en astma, wellicht via het metaDe relatie tussen obesitas en astma kan worden bool syndroom. verklaard door onder andere dieet, genetica, comorbiditeit, veranderde longfunctie door Astma met obesitas is een specifiek fenotype, centrale adipositas en inflammatie. Bronchiale meestal gekarakteriseerd door veel symptomen inflammatie is een essentieel onderdeel van astma. die pas tot uiting komen op volwassen leeftijd. In de literatuur is er veel discussie over de cellulaire Het metabool syndroom kan worden gezien als origine van bronchiale inflammatie bij astma met op uiting van systemische inflammatie. Het metabool syndroom is een combinatie van ziekten obesitas. Waar bij klassiek allergisch astma eosinofiele bronchiale inflammatie aanwezig is, die vaak voorkomt bij mensen met overgewicht. blijkt er echter in bronchusbiopten van patiënten We spreken van het metabool syndroom als met het morbide obese astmafenotype geen patiënten drie van de volgende vijf problemen sprake te zijn van eosinofiele of neutrofiele hebben: diabetes mellitus, hypertensie, hyperbronchiale inflammatie.8 Dit is opmerkelijk omdat cholesterolemie, verlaagd HDL-cholesterol, en centrale adipositas. Deze systemische inflamer wel sprake was van meer systemische inflammatie zou ook lokaal bronchiale inflammatie matie bij morbide obese astmapatiënten in kunnen veroorzaken.6 Zo zou astma een ondervergelijking met morbide obese controlepatiënten. deel kunnen zijn van het metabool syndroom.
12
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag Bariatrische chirurgie Bariatrische chirurgie (maagverkleining) wordt, in tegenstelling tot diëten, gezien als definitieve oplossing voor morbide obesitas. Longfunctieonderzoek vóór bariatrische chirurgie is volgens de huidige richtlijnen niet nodig bij patiënten zonder bewijs voor longziekten. We hebben laten zien dat patiënten met complicaties binnen dertig dagen na bariatrische chirurgie vaker luchtwegobstructie of -reversibiliteit hebben.9 Wij zijn dan ook van mening, juist omdat symptomen vaak onbetrouwbaar zijn in de morbide obese populatie, dat longfunctieonderzoek routinematig onderdeel zouden moeten zijn van de preoperatieve risico-inschatting. Eerdere studies naar de effecten van bariatrische chirurgie bij astmapatiënten waren in kleine groepen, hadden geen controlegroep zonder astma of geen follow-up. In onze studie includeerden we 78 patiënten, zowel morbide obese patiënten met en zonder astma welke bariatrische chirurgie ondergingen, als een controlegroep van obese astmapatiënten zonder interventie. We vonden helaas dat bariatrische chirurgie geen verbetering bracht in luchtwegobstructie. Twaalf maanden na bariatrische chirurgie vonden we echter wel verbetering in astmacontrole, kwaliteit van leven, medicatiegebruik en bronchiale hyperreactiviteit.10 Met name de kleine luchtwegen bleken een grote rol te spelen bij de relatie tussen obesitas en astma. Deze resultaten benadrukken dat door bariatrische chirurgie geïnduceerd gewichtsverlies een belangrijke behandeloptie is bij morbide obese astmapatiënten, wellicht met name bij die groep die eerstobees is geworden en daarna op latere leeftijd astma heeft gekregen. Dit geldt niet voor de groep astma-patiënten bij wie de klachten al op jonge leeftijd begonnen, en die daarna obees
zijn geworden. Er waren echter te weinig patiënten geïncludeerd om dit onderscheid goed te kunnen maken.
Bariatrische chirurgie De relatie die we vonden tussen luchtwegobstructie en eosinofielen in het perifere bloed, met name bij patiënten met het metabool syndroom, wijst op een mogelijke causale relatie tussen obesitas en astma. Dit werd echter tegengesproken door het feit dat we geen verschil in bronchiale inflammatie vonden tussen morbide obese patiënten met of zonder astma. Daarentegen vonden we ook bewijs dat substantieel gewichtsverlies door bariatrische chirurgie longfunctie, kwaliteit van leven en systemische inflammatie verbetert bij zowel morbide obese astmapatiënten als morbide obese patiënten zonder astma. Deze temporele relatie is een belangrijke aanwijzing voor het bestaan van een causale relatie tussen obesitas en astma. Verder onderzoek is noodzakelijk om het mogelijk onderliggende pathofysiologische proces verder te ontrafelen, waarbij nadrukkelijk aandacht besteed zal moeten worden aan de rol van de kleine luchtwegen. R XXDoor Astrid Aardenburg-van Huisstede, opleiding tot longarts in het Franciscus Gasthuis in Rotterdam
Referenties 1 Chinn S. Asthma and obesity: where are we now? Thorax 2003;58:1008-10. 2 Lavoie KL, Bacon SL, Labrecque M, et al. Higher BMI is associated with worse asthma control and quality of life but not asthma severity. Respir Med 2006;100:648-57. 3 Saint-Pierre P, Bourdin A, Chanez P, et al. Are overweight asthmatics more difficult to control? Allergy 2006;61:79-84. 4 Camargo CA Jr., Weiss ST, Zhang S, et al. Prospective study of body mass index, weight change, and risk of adult-onset asthma in women. Arch Intern Med 1999;159:2582-8. 5 Huisstede A van, Castro Cabezas M, Geijn GJ van de, et al. Underdiagnosis and overdiagnosis of asthma in the morbidly obese. Respir Med 2013;107:1356-64.
Proefschrift Op 13 oktober 2015 verdedigde Astrid Aardenburg-van Huisstede haar proefschrift aan de Universiteit Leiden, getiteld: Morbid obesity and asthma – co-morbidity or causal relationship?. Zij verrichtte haar promotieonderzoek in het Leids Universitair Medisch Centrum en het Franciscus Gasthuis te Rotterdam, begeleid door prof. dr. P.S. Hiemstra, prof. dr. C. Taube en dr. G.J. Braunstahl. Astrid Aardenburg-van Huisstede is in opleiding tot longarts in het Franciscus Gasthuis te Rotterdam.
6 Huisstede A van, Braunstahl GJ. Obesity and asthma: co-morbidity or causal relationship? Monaldi Arch Chest Dis 2011;73:116-23. 7 Huisstede A van, Cabezas MC, Birnie E, et al. Systemic inflammation and lung function impairment in morbidly obese subjects with the metabolic syndrome. J Obes 2013;2013: 131349. 8 Huisstede A van, Rudolphus A, Schadewijk A van, et al. Bronchial and systemic inflammation in morbidly obese subjects with asthma: a biopsy study. Am J Respir Crit Care Med 2014;190:951-4. 9 Huisstede A van, Biter LU, Luitwieler R, et al. Pulmonary function testing and complications of laparoscopic bariatric surgery. Obes Surg 2013;23:1596-603. 10 Huisstede A van, Rudolphus A, Castro Cabezas M, et al. Effect of bariatric surgery on asthma control, lung function and bronchial and systemic inflammation in morbidly obese subjects with asthma. Thorax 2015;70:659-67. Met toestemming overgenomen van Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:163-165 met toestemming van Astrid Aardenburg-van Huisstede.
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
13
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag MeIanie vindt dat MI voor alle cliënten toepasbaar is. “Je moet het natuurlijk wel aanpassen op het niveau en het taalgebruik van de cliënt. Maar in mijn beleving kun je elke cliënt helpen zijn eigen De R staat voor redenen. Wat is de belangrijkste gedachten en gevoelens over de huidige situatie reden waarom iemand veranderen overweegt? en de gewenste situatie in beeld te krijgen en te De N staat voor noodzaak. Hoe belangrijk is veran- structureren. En dat is wat je doet als je MI inzet. Je laat cliënten hardop denken.” deren voor de cliënt? “Door je bewust te zijn van die verschillende aspecten kun je als hulpverlener je eigen nieuwsReparatiereflex gierigheid gericht inzetten op die verschillende Melanie vermoedt dat veel hulpverleners meer items.” gebruik kunnen maken van MI. “Wat in de weg staat is de ‘reparatiereflex’. Hulpverleners willen zo graag hulp verlenen dat ze al snel met allerlei Weerstand Melanie merkt op dat het als hulpverlener goed is adviezen en oplossingen komen. Deels door om te weten dat er diverse stadia van gedragsver- tijdsdruk, deels doordat ze denken te weten wat de ander bedoelt. En soms laat een cliënt niet andering zijn. “Je zult moeten uitzoeken in welke meteen het achterste van zijn tong zien en geeft fase de cliënt zich bevindt. Dit vraagt om schasociaal wenselijke antwoorden. Wil je daar kelen als hulpverlener. De ene keer moet je doorheen kijken, dan zal je meer achterover achterover leunen, een andere keer zal je een moeten leunen en zonder oordeel luisteren. actievere rol hebben. Dit komt ook ter sprake in En dat is ook een vorm van gedragsverandering de scholing.” voor hulpverleners. Oefening baart kunst. Melanie geeft enkele voorbeelden. “Bij weerstand Vandaar dat we in deze scholing ook vooral veel zit je in het begin van deze stadia. De cliënt is nog gaan oefenen.” Als slot geeft Melanie nog aan dat we motivatiniet toe aan het uitspreken van wensen en verlangens. Hier is het beter om gebruik te maken onal interviewing niet alleen in ons werk kunnen gebruiken. “Veel van het besprokene is ook van reflecties. In het begin van het veranderingsproces staat men ook als men geen ongemak van herkenbaar voor jezelf. We hebben zelf ook te maken met weerstand voor verandering naar een de situatie ondervindt. Dan is er geen motivatie gezondere leefstijl, zoals meer gaan bewegen.” R om te veranderen. In deze situaties is het zinvol om ambivalentie te exploreren.“ XXDoor Astrid Koopmans, redactielid ziet de cliënt veranderen voor zich? Welke mogelijkheden ziet hij of zij in het dagelijkse leven?
‘MI laat cliënten hardop denken’ “Als hulpverlener moet je uitzoeken in welke fase van gedragsverandering de cliënt zich bevindt.“ Dit zegt Melanie van Hoeve. De trainer en coach maakt bij motiverende gespreksvoering gebruik van WoeKeReN. De voorjaarsregiobijscholing van V&VN Longverpleegkundigen en Health Investment heeft als thema Leefstijl en (on)gezond gedrag. In deze editie van Inspiratie sluiten we aan bij dit thema en benaderde de redactie de sprekers op deze regiobijscholingsdag om van hen te horen wat zij gaan behandelen tijdens deze scholing. Eén van de sprekers is Melanie van Hoeve. Zij is trainer en coach, die het onderwerp motiverende gespreksvoering zal behandelen. Redactielid Astrid Koopmans zocht contact met haar. Dit interview vond plaats voor de regiobijscholing.
Motivational interviewing (MI) “De meeste longverpleegkundigen hebben ooit een scholing gevolgd over motivational interviewing, maar deze middag wordt er verdieping gegeven om de eigen vaardigheden verder te ontwikkelen. We zullen daarbij met elkaar oefenen. Bewust is er gekozen om dit onderwerp de hele middag te kunnen behandelen”, begint Melanie haar toelichting. “In de scholing wordt aandacht besteed aan het herkennen van verandertaal van de cliënt en hoe je deze kunt gebruiken.” “De essentie van MI is dat de cliënt zelf op zoek gaat naar zijn of haar intrinsieke motivatie om te 14
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
veranderen”, laat Melanie weten. “Een valkuil is dan ook dat je als hulpverlener zelf advies gaat geven aan de cliënt, terwijl deze het zelf moet gaan doen. Als hulpverlener heb je vaak de neiging om je expertise in te zetten. Maar dit werkt juist averechts. Hoe harder je gaat overtuigen, hoe meer de cliënt jou wil overtuigen dat het niet zo erg of belangrijk is.” Geldt hetzelfde niet voor bijvoorbeeld familieleden die vinden dat de leefstijl van de cliënt moet veranderen? “Ja dat klopt. Daarom is het zo belangrijk dat de motivatie vanuit de cliënt zelf komt. En om deze intrinsieke motivatie naar boven te krijgen, is het belangrijk als hulpverlener het huidige en het gewenste gedrag steeds terug te koppelen naar de cliënt. En nieuwsgierig te zijn naar de motivatie voor de gedragsverandering.”
WoeKeReN Naast de aandacht voor intrinsieke motivatie wordt in de scholing ook aandacht besteed aan de diverse aspecten waarop je verandertaal kunt herkennen. Het woord WoeKeReN is hier een handig ezelsbruggetje. De W staat voor de wens, het verlangen van de cliënt. Weet je als hulpverlener wat de cliënt daadwerkelijk wil bereiken met veranderen? Wat is zijn of haar beeld van de toekomst? De K staat voor kansen en mogelijkheden. Hoe
Melanie vindt dat MI voor alle cliënten toepasbaar is.
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
15
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag Waarheen veranderen?
Veranderen… Eerst jezelf, dan anderen
En stel dat zowel jij als verpleegkundige en de ander het eens zijn over dat verandering gewenst is, omdat de huidige situatie niet meer ideaal is. Wat is dan de gewenste situatie? Want natuurlijk willen wij als zorgverlener dat de ander zo zelfstandig mogelijk is, zo preventief mogelijk te werk gaat om de klachten te verminderen, weg te nemen of in ieder geval niet te verergeren. Maar ziet de ander hier ook het nut van in? En onderschat hier vooral de kracht van de gewoonte en de omgeving niet. Het blijkt nog niet zo makkelijk om iets wat je al jaren doet ineens niet meer of anders te gaan doen. Want ook hier zit het brein soms in de weg. Oude delen van het brein functioneren op basis van automatisme en beloningen. Des te belangrijker is het dat de gewenste situatie positief en haalbaar is.
“Als ik iets heb moeten leren als stoppen met roken coach dan is het wel: niet iedereen kan en wil (nu) veranderen. En ook dat verdient respect.” Dit vindt Sylvia Heddema, verpleegkundige en stoppen met roken specialist.
Dat geldt overigens niet alleen voor de ander, maar ook voor jezelf. Want ook voor jou geldt de basisregel van progressiegericht coachen: als het werkt, doe er meer van. En als het niet werkt, doe iets anders. Kortom: als de ander niet verandert, verander dan zelf.
Samenvatting Veranderen kost moeite. Zowel voor de cliënt als voor de zorgverlener. Want we zijn allemaal maar mensen. Helpen veranderen kan een zeer mooie reis met een zeilboot worden, mits je verwachtingen niet te hoog liggen. Want als ik iets heb moeten leren als stoppen met roken coach dan is het wel: niet iedereen kan en wil (nu) veranderen. En ook dat verdient respect. En duidelijkheid daarin helpt.
Zelfmanagement, ongezond leefstijl en chronische ziekte en veranderbereidheid. Allemaal belangrijke onderwerpen die regelmatig aan de orde komen als je als verpleegkundige werkt met mensen met een chronische aandoening. In mijn geval mensen met COPD en astma. Waarbij leefstijl-items als roken, bewegen, ontspannen, pauzes nemen en gezond eten steeds opnieuw weer onderwerp van gesprek waren. Bij nagenoeg iedere cliënt. En zeker niet altijd met succes. Want wéten dat iets ongezond is één, maar er daadwerkelijk iets aan veranderen… dat bleek nog niet zo gemakkelijk.
Diverse modellen en methodieken, zoals het Fasemodel van gedragsverandering van Prochaska en Diclemente, de scalingvragen en de indeling van Appelo over betweters, luiaards en angsthazen kan ons helpen hierop een antwoord te vinden. Vooral om te voorkomen dat we gaan trekken aan een dood paard. Want om de één of andere reden heb ik in het verleden veel tijd in vooral in de dode paarden gestoken en herken ik dat ook bij veel collega’s. Jammer, want nu ik ze steeds eerder herken, kan ik het benoemen en heb ik meer energie over om te besteden aan cliënten die wel veranderbereid zijn.
Daarentegen is het steeds opnieuw een feestje als het behalen van de gewenste situatie (in mijn Hoe veranderen? werk: rookvrij zijn en blijven) wél lukt. Met bovenVaak leidt veranderen tot weerstand. Omdat het oude veilig voelt, bekend is. Het helpt om een plan staande vragen zet ik jou als zorgverlener graag aan het denken over hoe jij om gaat met verante maken, een plan waarin de ander gelooft. deren, zowel bij jezelf als bij de cliënt. Mocht je er Waarvan hij het gevoel heeft dat het haalbaar is. En het liefst een plan met vele (hele) kleine stapjes. meer mee willen doen, bezoek dan de workshop of lees verder in één van de boeken. R De methodieken van Kaizen en van progressiegericht coachen zijn hier zeer waardevol. Het zetten XXDoor Sylvia Heddema, verpleegkundige en stoppen met roken specialist. Meer informatie: www.via-syl-via.nl van kleine stapjes en het inzetten van vaardigheden die de ander al heeft. Om zo succeservaringen te ervaren en op basis daarvan het nieuwe Leestips Apello, Martin (2007),Socratisch motiveren. Uitgeverij Boom gezond(ere) gedrag verder uit te bouwen.
Veranderbereid
Waarom willen we (niet) veranderen?
Hoe helpen veranderen?
Na 25 jaar werken als eerstelijnsverpleegkundige, waarvan tien jaar als longverpleegkundige, verruilde ik mijn baan in de zorg voor het ondernemerschap. Dat heeft geleid tot een specialisatie in het stoppen met roken zorg. Daarbij heb ik me steeds afgevraagd waarom stopt de ene roker wel en de andere niet? En waarom is de één veranderbereid en de ander niet? Tijdens mijn presentatie op de regiobijeenkomsten in april en mei 2016 en in dit artikel deel ik aan de hand van enkele essentiële vragen mijn visie op veranderbereidheid en onze uitdagingen daarin als zorgverlener graag met jullie.
Veranderen hoort bij het leven. Iedere dag verandert er van alles, zeker anno 2016. Duizenden jaren geleden was dat echter niet zo. Verandering kon gevaar betekenen, en riep de vecht-vlucht-vriesreactie in ons op. Ons brein functioneert op de dag van vandaag nog steeds zo. Dat betekent dat we nagaan of veranderen wel nodig of zinvol is. Hoe hoger de last, de lijdensdruk bijvoorbeeld, hoe groter de kans dat iemand wil veranderen. In dit licht is het zeker ook van belang om te denken aan ziektewinst.
Stel de ander is een zeilboot, met veel zeilen en alle andere benodigdheden om een boot te besturen. En stel jij als zorgverlener mag meevaren. Wat gaat dan helpen? Dat je een ruk geeft aan het stuur? Eindeloos vergadert over waarheen te gaan? Of zou het meer helpen als je samen een landkaart bekijkt, een route bepaald en de taken verdeeld? Ten slotte is de ander de eigenaar van de boot en mag jij mee. En dan is misschien wel het allerbelangrijkste dat je op de boot mag blijven komen en dat jullie allebei een goed gevoel hebben over zowel de reis als het doel ervan.
Terugdenkend aan mijn tijd als longverpleegkundige bedenk ik me nu dat ik de klanten met de meest ongezond leefstijl het vaakst bezocht. Wie wil er (niet) veranderen? De eerste interessante vraag is: wie wil er eigenlijk Kregen zij niet zo een extra beloning voor hun ongezonde gedrag? Terwijl degene die keurig veranderen? Even nog los van of het gaat lukken. stopte met roken, naar de fysiotherapeut ging en Wil jij als zorgverlener dat de ander verandert? Zou je zelf willen veranderen? En wil de ander wel steeds minder door mij werd bezocht. Vreemd, in het kader van goed gedrag belonen lijkt dit meer veranderen? op het omgekeerde…
16
Thema: Leefstijl en (on)gezond gedrag
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Amsterdam, ISBN 978 90 8506 444 2
Appelo, Martin (2014), Waarom veranderen (meestal) mislukt. Uitgeverij Boom Amsterdam, ISBN 978-90-8953-371-5 Dekker, Pauline en Wanda de Kanter (2010), Motiveren kun je leren. Uitgeverij Thoeris Amsterdam ISBN 978 90 72219497 Maurer, Robert (2004), De kunst van het Kaizen. Met kleine stappen naar grote doelen. Uitgeverij de Fontein. ISBN 978 90 325 1068 8 Pink, H. Daniel (2012), Drive. de verassende waarheid over wat ons motiveert. Uitgeverij Buseniss Contact, Amsterdam. ISBN 978 90 470 0068 6 Coert Visser (2005), Doen wat werkt. Oplossingsgericht werken, coachen en managen. Van Duuren management. Culemborg. ISBN 978-90-8965-018-4
De rol van de longverpleegkundige Kortom, de rol als (long)verpleegkundige bij ongezond gedrag van de ander is niet gemakkelijk. Net zo min als veranderen an sich gemakkelijk is. Tenzij je het écht wilt en weet waar je het voor doet. Wat zeker helpt is als je de die universele behoeften van de mens niet uit het oog verliest: autonomie, verbondenheid en competenties. Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
17
V&VN Nieuws
Strenger toezicht voorschrijven De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft vanaf 1 februari 2016 het toezicht op de wijze van voorschrijven van UR-geneesmiddelen verscherpt. Dit zijn geneesmiddelen die uitsluitend op recept verkrijgbaar zijn. Dat meldt de IGZ in een brief aan V&VN.
geneesmiddelen voorschrijven, longverpleegkundigen alleen inhalatiemedicatie. Deze bevoegdheid mogen zij gebruiken indien er een diagnose van een arts is, er van de voorschrijfbevoegdheid een aantekening is gemaakt in het BIG-register, en als er volgens richtlijnen, standaarden en protocollen wordt gewerkt. Daarnaast is het belangrijk om in de praktijk afspraken te maken over de samenwerking “Aangezien er voor de patiënt, maar ook voor de tussen artsen en deze verpleegkundigen, stelt de IGZ. verpleegkundige grote risico’s zijn bij onbevoegd voorschrijven, vindt V&VN het een goede zaak dat de IGZ Oncologieverpleegkundigen hebben sinds 1 december hier scherper op gaat toezien”, zegt Nellie Kolk. Zij is advi- 2015 een voorschrijfbevoegdheid onder dezelfde voorwaarden als de diabetes- en longverpleegkundigen. seur verenigingszaken V&VN. Oncologieverpleegkundigen mogen alleen antidiarrHet onbevoegd voorschrijven van UR-geneesmiddelen hoica, anti-emetica, benzodiazepinen, laxantia, middelen kan leiden tot een bestuurlijke boete. Behalve het van pijnbestrijding en secretieremmers voorschrijven. toezien op de wijze van voorschrijven, gaat de inspectie Andere dan de hierboven genoemde beroepsbeoefeer ook op toezien dat instellingen over duidelijke regenaren zijn op dit moment niet bevoegd om voor te lingen beschikken en dat individuele professionals de schrijven, ook niet in opdracht. grenzen aan hun bevoegdheid in acht nemen.
Wie mag voorschrijven?
Longverpleegkundigen
In de brief geeft IGZ aan welke beroepsbeoefenaren bevoegd zijn om UR-geneesmiddelen voor te schrijven en welke voorwaarden hierbij gelden. Diabetes- en longverpleegkundigen hebben sinds 1 december 2014 een voorschrijfbevoegdheid voor een beperkt aantal middelen. (http://longverpleegkundigen. venvn.nl/Themas/Medicatievoorschrijven) Diabetesverpleegkundigen mogen alleen bloedglucoseregulerende
Kolk vindt het voorschrijven van medicatie door verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten voor een aantal patiëntengroepen grote voordelen heeft. “Neem bij voorbeeld de longverpleegkundige die op het spreekuur de patiënt adviezen geeft over medicatie bij benauwdheid en tevens de inhalatiemedicatie kan bijstellen. Daarom heeft V&VN zich jarenlang ingezet om de wettelijke voorwaarden hiervoor te realiseren.” R
Kom naar de V&VN jubileumbijeenkomsten
Longverpleegkundigen
Ledendag n e g i d n u k g e e pl r e v g n o L N V V& e d E e t t s r o H e e R 6 1 0 2 i 7 jun Programma
10.40 uur LAN update Rita Dobbelaar 11.00 uur Longfonds: Preferentiebeleid en wisselen devices Marie-José Schrasser
12.30 uur Workshopronde 1 (workshops A, B, C) 13.30 uur Pauze
Dit meedenken gebeurt aan de hand van onderwerpen die jullie zelf gekozen hebben via de poll op onze V&VN-website. Bijvoorbeeld: hoe bereiken we nog hogere kwaliteit? Hoe houden we ons vak uitdagend?
Spreker Sandra van Duijn
16.30 uur Borrel
18
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
D. Benauwdheid in relatie tot conditie (bij kinderen) Joni Waagmeester en Anita Planje-Spek E. Interstitiële longziekten Paul Bresser F. Palliatieve zorg 2e lijn Kris Mooren
11.45 uur Lunch
14.00 uur Afdelingsvergadering V&VN Longverpleegkundigen
V&VN volgt de ontwikkelingen in de zorg op de voet en ziet dat de budgetten onder druk staan. Er moet steeds meer, voor steeds minder geld. Daar past een beroepsvereniging bij die meebeweegt, ook in de tarieven. Bestuur en Ledenraad hebben daarom besloten dat V&VN per direct haar contributie verlaagt van 72 naar 69 euro. Voor al haar leden.
Workshopronde 2
11.20 uur Alliantie Nederland Rookvrij: de rookvrije generatie Dewi Segaar
Geven wij als verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden leiding aan die veranderingen? En hoe bieden we de zorgvrager datgene waar hij of zij om vraagt en recht op heeft?
V&VN verlaagt contributie
A. Longfuncties interpreteren en auscultatie (bij kinderen) Eric de Groot B. Palliatieve zorg 1e lijn Jeanet Leijs C. Zuurstoftherapie Tim Louwiesse
10.15 uur Welkom, verkiezing longverpleegkundige van het jaar en verkiezing project van het jaar
De V&VN bestaat 10 jaar. In dit jubileumjaar organiseert V&VN in drie regio’s een bijeenkomst waar leden nadenken en discussiëren over de zorg van de toekomst.
Meld je nu aan voor deze uitdagende bijeenkomsten. Deze worden geleid door oud-verpleegkundige, oud-Tweede Kamerlid en consultant Sabine Uitslag. Ook de voorzitter van V&VN Longverpleegkundigen Sandra van Duijn is een van de sprekers op deze bijeenkomsten. Op 4 april zijn we in Eindhoven, op 6 juni in Zwolle en op 12 september in Sassenheim-Leiden. Per bijeenkomst zijn er 250 kaarten beschikbaar. En reserveer alvast 9 november in je agenda. Want dan houden we een feestelijke slotconferentie in Tivoli, Utrecht. R
Workshopronde 1
09.45 uur Ontvangst en registratie
Kosten
Early bird korting: € 20,- tot en met 8 mei 2016! Leden van V&VN Longverpleegkundigen betalen € 30,- voor de gehele dag. Indien u lid bent van V&VN Algemeen betaalt u € 40,- en als u geen lid bent betaalt u € 50,-. Vanaf 9 mei 2016 bedragen de kosten voor inschrijving voor leden van V&VN Longverpleegkundigen € 50,-, voor leden V&VN Algemeen € 60,- en voor nietleden € 70,-. Tot twee weken voor aanvang van de ledendag kunt u kosteloos annuleren.
15.15 uur Pauze 15.30 uur Workshopronde 2 (workshops D, E, F)
Accreditatie Accreditatie wordt aangevraagd voor 4 uur bij het Kwaliteitsregister V&V en het Verpleegkundig Specialisten Register.
Inschrijven: forms.healthinvestment.nl of 030-2231797
CONGRESSEN
EN
NASCHOLINGEN
|
W W W. H E A LT H I N V E S T M E N T. N L
Werkgroep Saneren
Longfonds
Nieuws van de werkgroep Saneren Op de website eind 2015 is een poll uitgezet naar de behoefte aan scholing over saneren. De poll is door 34 personen beantwoord. 74 procent heeft aangegeven behoefte te hebben aan scholing. Wij interpreteren deze resultaten als reflectie op het gewijzigd functioneren van de longverpleegkundige in de thuiszorg en de gewijzigde financiering van de thuiszorg. Telkens minder longverpleegkundigen voeren op dit moment nog huisbezoeken uit. De doelgroep neemt dus mogelijk af en onder een kleinere doelgroep is de interesse wel hoog.
ningen. De resterende leden, Yvonne Verkooijen, Tiny Rooijendijk en Frank van Boven hebben besloten gedrieën door te gaan, zolang dit de vereniging en longverpleegkundigen dient. Voor 2016 heeft de werkgroep twee belangrijke agendapunten. Wij hebben een intervisiebijeenkomst met belangstellenden voor ogen in september. Wij zullen hiertoe een (financieel) voorstel aan het
Slim omgaan met energie bij een longziekte bestuur voorleggen hoe dit kleinschalig te organiseren. Ook willen wij graag in contact komen met nieuwe werkgroepleden. Heb je interesse? Neem dan contact op met Tiny Rooijendijk (
[email protected]) of Frank van Boven (
[email protected]) of stuur een mail naar
[email protected]. R
Afscheid Eind 2015 hebben Anneke Jonker en Matty Liefting afscheid genomen van de werkgroep Saneren. Beiden na een jarenlange deelname. Wij danken hen beiden voor hun inspan-
Uit de praktijk
Het is misschien wel een van de moeilijkste dingen van het hebben van een longziekte: moe zijn en minder energie hebben. Niet meer alles kunnen doen wat je vroeger deed. Er zijn tips voor mensen met longziekten om slimmer om te gaan met energie, zodat ze energie overhouden voor leuke dingen. Het Longfonds ontwikkelde drie voorlichtingsfilmpjes.
Drie filmpjes Om mensen met longziekten te ondersteunen ontwikkelde het Longfonds drie filmpjes over omgaan met energie. Er is een algemeen filmpje, een filmpje over koken en een over douchen. Met handige tips en ervaringen van patiënten. De filmpjes zijn te vinden op longfonds/nl/energie. R
Energie Hoeveel energie kost een activiteit of huishoudelijke taak? Beste lastig om dat in algemene termen te zeggen. Iemand met sterke armspieren heeft minder moeite met het ophangen van de was dan iemand met zwakke spieren. Wat energie kost ligt aan lichaamsbouw, spieropbouw en zelfs of je een man of een vrouw bent. Wel zijn er algemene tips te geven aan longpatiënten om slimmer om te gaan met energie. Bijvoorbeeld door activiteiten te verdelen over de dag, je tempo aan te passen en voldoende rust te nemen. Maar ook door hulpmiddelen te gebruiken en meer activiteiten zittend te doen, zoals koken.
Ideeën voor Stoptober
Afgelopen winter is het een prima periode voor schimmels geweest. Een warme winter, dus vaak vochtige buitenlucht, waardoor het binnen ook vochtig wordt. Achter een poster, een schimmelplek bijna zo groot als de poster zelf. Wekelijks achter de bank stofzuigen en toch zit er een schimmelplek van 25 cm2 groot op 40 cm afstand van hun mond en neus, zonder dat de cliënt het in de gaten heeft. Men had het niet geweten wanneer we geen huisbezoek hadden gebracht. Bij het huisbezoek blijft het van belang om kritisch te zijn en daarbij oog te houden voor praktische zaken. R
De campagne Stoptober richt zich op alle volwassen rokers, die de intentie hebben om te stoppen met roken. Als zorgprofessional kun je Stoptober onder de aandacht brengen van alle rokers. Het is een nieuwe manier om stoppen met roken met de patiënten te bespreken, die weinig tijd vraagt en te combineren is met een stopadvies. 20
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
• Verschillende groepen rokers kunnen extra gebaat zijn bij deelname aan Stoptober: • rokende patiënten voor wie stoppen extra geïndiceerd is, maar stoppen nog niet gelukt is; • rokers die nog niet toe zijn aan definitief stoppen; • rokende vrouwen met een kinderwens en hun (rokende) partner;
• ouders van kinderen met astma; • patiënten met COPD en andere longaandoeningen: • patiënten met diabetes mellitus; • patiënten met cardiovasculaire aandoeningen; • patiënten die een operatie in of na oktober zullen ondergaan • Hoewel Stoptober zich inzet op 28 dagen rookvrij zijn, kan Stoptober een eerste stap naar definitieve abstinentie zijn. Immers, als men 28 dagen rookvrij is geweest, heeft men een 5x grotere kans om definitief te stoppen. • De redactie is benieuwd op wat voor manier jullie afdeling of organisatie invulling geeft aan Stoptober. Graag ontvangen we jullie ideeën en suggesties via
[email protected]. R
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
21
Revisie van de richtlijn Dyspneu
Revisie van de richtlijn Dyspneu
Als de adem(haling) stokt De richtlijn ‘Dyspneu in de palliatieve fase’ is herzien. In dit artikel staan de veranderingen, oorzaken en behandeling van dyspneu. In januari verscheen de nieuwe richtlijn Dyspneu in de palliatieve fase, bedoeld voor alle professionals die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met dyspneu in de palliatieve fase (onder andere door kanker, COPD en/of hartfalen). De richtlijn geeft aanbevelingen over diagnostiek, beleid en behandeling van patiënten met dyspneu in de palliatieve fase en heeft hiermee als doel de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren. Je kunt de richtlijn bekijken op www.pallialine.nl en de samenvattingskaart is beschikbaar op www.iknl.nl (in de IKNL-webshop) en in de Palliarts app.
Initiatief
• Er is een knelpuntenanalyse uitgevoerd bij de start van de richtlijn. • De belangrijkste uitgangsvragen zijn evidencebased uitgewerkt. • Conform het format van richtlijnen heden ten dage worden door literatuur onderbouwde conclusies en aanbevelingen gegeven. • Er is een uitgebreide commentaarfase ingevoegd. • De richtlijn is geautoriseerd/geaccordeerd door de betrokken verenigingen. • De richtlijn wordt afgeleverd met een implementatieplan. Hopelijk zal deze nieuw ingeslagen weg de implementatie van de richtlijn ten goede komen.
Omschrijving dyspneu Dyspneu wordt omschreven als een onaan gename gewaarwording van de ademhaling. Patiënten beschrijven het als benauwdheid of kortademigheid en kunnen het omschrijven als ’het gevoel lucht te kort te komen’ of honger naar lucht’, ‘moeite met ademen’, of ‘een zwaar gevoel op de borst’. Er is geen duidelijke relatie tussen het gevoel van dyspneu en objectieve parameters zoals zuurstofgehalte van het bloed of de mate van inspanning. Ervaart een patiënt dyspneu die tijdelijk ernstiger of onaangenamer is dan de normale fluctuaties in dyspneu of die uitsluitend aanvalsgewijs optreedt (zonder chronische dyspneu), dan wordt dit aanvalsgewijze dyspneu (‘episodic dyspnoea’) genoemd. Dit kan onvoorspelbaar zijn of worden uitgelokt door prikkels zoals inspanning, emoties of omgevingsfactoren (bijvoorbeeld stof, temperatuur, infectie en/of koorts)
Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en het platform Palliatieve Zorg Richtlijnen (PAZORI) namen het initiatief voor een herziening van de richtlijn De leden van de werkgroep waren gemandateerd namens Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN), het Nederlands Huisarts Genootschap (NHG), de Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde (Verenso), de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Long ziektes en Tuberculose (NVALT), Palliactief, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuis apothekers (NVZA) en de Leven met Kanker patiëntenbeweging. Aan de hand van een knelpuntenanalyse werd besloten om de niet-medicamenteuze en de medicamenteuze behandeling van dyspneu evidence-based (volgens de GRADE methode) te Oorzaken dyspneu herzien. De overige teksten van de richtlijn werden Mogelijk oorzaken van dyspneu kunnen zijn: consensus-based herzien. • obstructie bovenste luchtwegen: tumor, allergische reactie, secreet, aspiratie, dubbelzijdige stembandparese Veranderingen • pulmonaal: Van belang voor de longverpleegkundige zijn de - afname ventilerend oppervlak: na uitwerking van de integrale benadering en de longoperatie, atelectase, zeer uitgebreide aanpassing van het beleid over zuurstof en longmetastasen morfine. Om de richtlijn in de praktijk goed te - interstitiële afwijkingen: pneumonitis/fibrose, implementeren zijn procedure van de door radiotherapie of medicamenten, andere ontwikkeling van de huidige richtlijn en het format interstitiële longaandoeningen, lymphangitis van de richtlijn substantieel verbeterd: carcinomatosa, vochtretentie door nierfalen of • De leden van de werkgroep zijn gemandateerd antitumortherapie door hun beroepsverenigingen - astma/COPD 22
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
- infecties (pneumonie, luchtweginfectie) - longembolie • extrapulmonaal/intrathoracaal: pleuravocht (pleurale metastasen, infectieus, hartfalen), pneumothorax, v. cava superior syndroom • cardiaal: cardiomyopathie, kleplijden, pericarditis (carcinomatosa, infectieus), ritmeof geleidingsstoornissen • overige oorzaken: - zwakte van de ademhalingsspieren (neuromusculaire aandoeningen, paraneo plastisc bij anorexie-cachexie-syndroom) - diafragmahoogstand (ascites, massale levermetastasen, parese n. phrenicus) - thoraxdeformiteit (kyfoscoliose) - overgewicht - anemie - metabole acidose (bijvoorbeeld diabetische keto-acidose) - psychogene (angst, spanning en/of depressie) en existentiële factoren
Diagnostiek
1. Indien haalbaar, zinvol en gewenst: behandeling van de oorzaak • bij obstructie van de grote luchtwegen door tumor: tracheotomie, stentplaatsing, radiotherapie, laser, cauterisatie, coagulatie, cryotherapie • bij dyspneu door longtumor: radiotherapie • bij dyspneu door longtumor, uitgebreide longmetastasen of lymphangitis carcinomatosa: systeemtherapie (chemotherapie, antihormonale therapie, targeted therapy) • behandeling van COPD of hartfalen • behandeling van infecties • bij longembolie: antistolling • bij pleura- of pericardvocht, pneumothorax of ascites: punctie, drainage, evt. pleuro- of pericardiodese, pericardfenestratie • bij vena cava superior syndroom: radiotherapie, chemotherapie of stentplaatsing • bij anemie (Hb <5-6 mmol/l): bloedtransfusie • correctie van metabole acidose (bijvoorbeeld insuline en vocht bij diabetische keto-acidose) • behandeling/begeleiding van psychische en existentiële factoren
Het is belangrijk bij de diagnostiek, dat dyspneu benaderd wordt vanuit verschillende gezichtspunten zoals de emotionele, cognitieve, 2. Integrale benadering existentiële en gedragsmatige. • Geef adequate voorlichting en instructie; maak De mate van dyspneu is een subjectieve beleving. gebruik van schriftelijke informatie en attendeer Hiervoor kunnen gevalideerde meetinstrumenten op relevante websites. (dyspneu score m.b.v. numeric rating scale, evt. • Bevorder het zelfmanagement van de patiënt Chronic Respiratory Questionnare bij COPD, door adviezen over leefregels en zelf toe te Utrecht Symptoom Dagboek bij patiënten met passen interventies. kanker) gebruikt worden waarbij de patiënt zelf de mate van dyspneu weergeeft. Op deze manier kan ook het effect van de behandeling worden beoordeeld. Daarnaast kan op indicatie aanvullend onderzoek gedaan worden. • Aanvullende diagnostiek (indien haalbaar, zinvol en gewenst): • Saturatiemeting, arteriële bloedgassen • Laboratoriumonderzoek (Hb, BNP, D-dimeer, glucose) • Beeldvorming: X-thorax, CT thorax, CT-angiografie, echocardiografie • Kweken sputum en evt. bloed, longfunctie, ECG, bronchoscopie
Behandeling De behandeling bestaat uit: 1. Indien haalbaar, zinvol en gewenst: behandeling van de oorzaak; 2. Integrale benadering; 3. Symptomatische niet-medicamenteuze behandeling; 4. Symptomatische medicamenteuze behandeling. Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
23
Revisie van de richtlijn Dyspneu • Exploreer gedachtes over de dyspneu, hoop en verwachtingen over de toekomst en wensen rond het levenseinde. • Bied desgewenst ondersteuning aan door lotgenoten, gespecialiseerd verpleegkundige, gespecialiseerd fysiotherapeut, ergotherapeut, apotheker, maatschappelijk werker, psycholoog, geestelijk verzorger en/of vrijwilliger. • Zorg voor goede coördinatie en overdracht van zorg; maak afspraken over beschikbaarheid en bereikbaarheid van zorgverleners. 3. Symptomatische niet-medicamenteuze behandeling • adviezen over ademhalingsoefeningen, -technieken, ontspanningsoefeningen en doseren van inspanning • gebruik van een rollator, karretje om zuurstoffles te vervoeren, ventilator • zuurstof: - proefbehandeling bij acuut ontstane dyspneu (indien zuurstof beschikbaar) - chronisch gebruik alleen bij diffusiestoornis (bijv. lymphangitis carcinomatosa, longfibrose) - evalueer het effect aan de hand van de dyspneu - uitzuigen tracheacanule
Column - Kies bij een gestoorde nierfunctie (klaring <50 ml/min) voor intermitterende toediening van morfine (zo nodig, op geleide van de klachten) of voor onderhoudsbehandeling met fentanyl transdermaal. - corticosteroïden (1dd 4-8 mg dexamethason of 1dd 30-60 mg prednisone p.o., s.c. of i.v.) bij: - exacerbatie van COPD - pneumonitis door radiotherapie of medicamenten - lymphangitis carcinomatosa - v. cava superior-syndroom - obstructie van de grote luchtwegen • toevoeging van benzodiazepines bij onvoldoende effect van morfine, vooral bij angst en spanning: oxazepam 3dd 10 mg/ lorazepam 2dd 0,5 mg p.o, of (bij een levensverwachting van dagen tot een week) midazolam 10-30 mg/24 uur s.c. • palliatieve sedatie bij refractaire dyspneu (bij continue en diepe sedatie alleen bij een levensverwachting <1-2 weken); acute sedatie bij dreigende verstikking. Gebruik middelen en doseringen conform KNMG-richtlijn Palliatieve sedatie. R XXDoor Elly Jordens, verpleegkundig specialist longgeneeskunde, Van Weel Bethesda Ziekenhuis, Dirksland. Zij was namens V&VN Palliatieve Zorg en V&VN Longverpleegkundige betrokken bij de revisering van de richtlijn. E-mail: e.jordens@vanweelbethesdaziekenhuis.nl
4. Symptomatische medicamenteuze behandeling: - Opioïden:
24
Indien orale medicatie mogelijk en gewenst is
Indien een snel effect gewenst is en/ of de orale weg niet mogelijk of gewenst is
Bij opïoidnaïeve patiënt
Slow release morfine 2dd 10 mg p.o. Alternatief: immediate release morfine z.n. of 6dd 2,5-5 mg p.o. Switch naar slow release morfine als de effectieve dagdosis is gevonden. Geef 2dd de helft van de effectieve dagdosis.
Geef z.n. 2,5 mg (bij ernstige dyspneu doseringen tot 20 mg) of 6dd 2,5 mg morfine s.c. of i.v. op vast schema Alternatief: 15 mg/24 uur continu s.c. of i.v.
Indien patiënt reeds morfine gebruikt in verband met pijn
Hoog de dosis met 25-50% op.
Hoog de dosering op met 25-50% en bepaal de equi-analgetische dagdosis morfine s.c./i.v. Geef bij intermitterende injecties z.n. of 6dd 1/6 van de dagdosis op vast schema s.c. of i.v. Geef bij continue infusie de dagdosis in 24 uur.
Indien patiënt reeds een ander opioïd gebruikt in verband met pijn:
Roteer naar morfine en geef daarbij de equi-analgetische dosis p.o. Alternatief: Hoog dosering van het opioïd op met 25-50%.
Bepaal de equi-analgetische dagdosis morfine s.c. of i.v. Geef bij intermitterende injecties z.n. of 6dd 1/6 van de dagdosis op vast schema s.c. of i.v. Geef bij continue infusie de dagdosis in 24 uur.
Beoordeling effect
Na 24 uur. Hoog bij onvoldoende effect op in stappen van 25-50%.
Na 4 uur. Hoog bij onvoldoende effect op in stappen van 25-50%.
Dosering rescue medicatie
In alle gevallen: z.n. 1/6 van de dagdosis.
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Lucht Mevrouw De Roode belt me voor de tweede keer “Zie je wel Carla wat een rotding het is. Die firma deze week. “Carla ik wil je even laten weten dat ik zou me zo dood laten gaan!” Ik neem het tweetal mee naar mijn kamer en leg gek word van die zuurstoffirma. Ik was echt blij hoor dat ik een mooi klein draagbaar tankje kreeg, uit dat bij een pulssysteem de zuurstof alleen zodat ik vaker van huis kan. Maar dit is echt te erg afgegeven wordt bij inademing via de neus. Dat je niet zomaar overlijdt als het systeem niet werkt en voor woorden. Steeds als ik onderweg ben dat er ook geen zuurstof wordt afgegeven als je springt dat rotding op alarm en zit ik dus mooi heel veel praat. Zou dat het euvel zijn van het zonder lucht! Ik zei het je eergisteren ook al en toen adviseerde je me om de firma te bellen. Nou, terugkerende alarm? dat heb ik gedaan en ze zijn geweest. Volgens hen Navraag bij de leverancier bevestigt mijn is er niks mis met het apparaat. Denken ze dat ik vermoeden. Mevrouw praat zoveel dat ze niet gek ben ofzo? Ik verzin het toch niet! Ze laten een oud mens maar mooi in de kou staan. Ik bel alleen meer via de neus ademt en het pulssysteem dus niet werkt. Inmiddels doet het apparaat het, na even zodat je weet wat een rotbedrijf het is.” gedwongen spreekverbod, weer prima. Ik bel toch even de leverancier die me laat weten dat mevrouw bijna dagelijks belt, dat er een nieuwe oplader is geleverd maar dat het apparaat Na even nadenken zegt ze wat beteuterd: “Dus ik heb het steeds zelf veroorzaakt.” echt helemaal in orde is. De vriendin vraagt zich af of mevrouw echt niet zal overlijden in haar auto. R Twee weken later hoor ik tumult bij de balie van de longpoli. Iemand roept in paniek dat ze haar XXDoor Carla van den Berg vriendin zo niet gaat meenemen in de auto want straks blijft ze dood. Het apparaat geeft alarm en doet het niet meer. Ze moeten nu de longverpleegkundige spreken! Als ik naar de balie loop zie ik mevrouw De Roode in een rolstoel met zuurstoftankje op schoot drukkend op knopjes en iemand die blijkbaar haar vriendin is zenuwachtig heen en weer lopend. Mevrouw laat me zien dat ze zelfs bij een instelling van vijf liter per minuut (mevrouw gebruikt er twee!) geen zuurstof voelt stromen als ze haar neusbrilletje bij haar mond houdt.
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
25
Informatief
Informatief
Luchtwegverwijders MedicijnBalans vergeleek de werkzaamheid van luchtwegverwijders als los middel en in combinaties. MedicijnBalans is een programma van het IVM dat wordt gesubsidieerd door VWS.
Symptoomscore
Belangrijk om te weten is nog dat de FEV1 met minstens 100 ml moet verbeteren om een effect klinisch relevant te noemen. Pas boven die grens heeft de patiënt echt wat aan het middel. Bij de symptoomscores en kwaliteit van leven scoren de combinatiemiddelen niet duidelijk beter dan een De afgelopen jaren zijn er verschillende nieuwe losse component, het verschil is dus niet klinisch middelen voor CODP-patiënten beschikbaar relevant. Ook qua bijwerkingen zijn er weinig gekomen. Veelal zijn dit combinaties van luchtwegverwijders. Maar is zo’n twee-in-een-inhalator verschillen tussen de verschillende inhalatoren. Wel zijn er grote prijsverschillen: de combinatieeen doorbraak voor uw COPD-patiënt? De advermiddelen zijn duurder dan een enkelvoudige tenties van de fabrikanten zijn duidelijk: voor de luchtwegverwijder. Waar een behandeling met COPD-patiënt is het combineren van twee luchtformoterol vanaf 20 euro per drie maanden wegverwijders een grote verbetering. Maar hoe groot is het effect nu echt? We zochten het uit in de mogelijk is, kosten de combinatie-inhalatoren tussen de 135 en 170 euro per drie maanden. ‘Factcheck COPD: twee stoffen, dubbel effect?’.
Vergelijken
IVM-website
We vergeleken de werkzaamheid van luchtwegverwijders als los middel en in combinaties. Het effect van luchtwegverwijders is op verschillende manieren te meten, bijvoorbeeld met spirometrie of met vragenlijsten rond symptomen. Bij het gebruik van een inhalator met twee stoffen verbeterde de FEV1 meer dan bij het inhaleren van één van de stoffen los. Maar het effect is weer kleiner dan van beide losse stoffen opgeteld. Bijvoorbeeld: gebruik van indacaterol/glycopyrronium geeft een toename van 200 ml. Beide losse componenten geven een toename van respectievelijk 130 ml en 120 ml.
Richtlijnen van bijvoorbeeld de NVALT of NHG geven vaak nog geen informatie over de nieuwste geneesmiddelen. U zult dus zelf de afweging moeten maken of een nieuw, vaak duurder middel een meerwaarde heeft boven de bestaande middelen. U kunt hiervoor de IVM-website MedicijnBalans raadplegen die zorgprofessionals feitelijke en actuele informatie biedt over de werkzaamheid, veiligheid en kosten van inhalatoren. We baseren ons hierbij op de wetenschappelijke literatuur en registratiedossiers. Ook de nieuwste studies naar middelen bij astma of COPD en Nederlandse ontwikkelingen volgen we op de voet. We geven onafhankelijk informatie over nieuwe geneesmiddelen.
Themajournaal COPD Naast de informatieve teksten kunt u op MedicijnBalans ook het themajournaal COPD downloaden. In dit journaal van 10 minuten dat we samen met de CAHAG ontwikkelden, besteden we aandacht aan de keuze van het juiste middel en van de juiste inhalator. Vanaf maart- april vindt u op de site ook twee geaccrediteerde e-learningmodules over zowel medicamenteuze behandeling bij COPD als bij astma. In twee uur bent u weer helemaal op de hoogte! We bieden deze tijdelijk aan voor een prijs van € 10 per stuk (normaal € 20,95). Naast de middelen bij astma en COPD volgen we ook de geneesmiddelen bij diabetes mellitus en de direct werkende orale anticoagulantia (DOAC’s). R
26
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Doorbraak in behandeling van patiënten met ernstig COPD atiënten met ernstig COPD (met longemfyseem) waarvoor geen behandeling meer P mogelijk was, kunnen met een relatief kleine ingreep enorme gezondheidswinst boeken. Dit blijkt uit onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het UMCG-onderzoek werd uitgevoerd onder leiding van longarts Dirk Jan Slebos en onderzoeker Karin Klooster. Zij publiceerden hierover in het toonaangevende wetenschappelijk magazine The New England Journal of Medicine. Het dagelijks leven van patiënten met ernstig COPD is door kortademigheid ernstig beperkt. Zij kunnen niet werken, hebben veel (mantel/thuis)zorg nodig en ervaren door de continue kortademigheid een zeer slechte kwaliteit van leven. Voor de meeste patiënten is er nauwelijks een effectieve behandeling beschikbaar.
Door het beschadigde deel van de long af te sluiten zal het volume van de long afnemen. Deze afname van longvolume zorgt voor een belangrijke afname van de kortademigheid van de patiënt. Dit komt omdat de ademhalingspieren veel beter gebruikt worden bij een kleiner longvolume. Het beschadigde deel van de long wordt afgesloten met éénrichtingsventielen. Daardoor kan de lucht wel uit het beschadigde deel van de long stromen, maar er kan geen nieuwe lucht in. Hierdoor wordt het beschadigde deel van de long kleiner. De ventielen worden met behulp van een slangetje (een bronchoscoop) via de mond en keel ingebracht in het beschadigde deel van de long. De relatief kleine ingreep wordt ‘bronchoscopische longvolume reductie’ genoemd, duurt maar drie kwartier en vindt onder narcose plaats.
COPD-patiënten met emfyseem
Met dit onderzoek is voor het eerst aangetoond dat deze behandeling effectief is voor COPD-patiënten met emfyseem. De behandeling was De behandeling voor mensen met COPD bestaat onder meer uit luchtweg verruimende medicijnen, effectief voor drie kwart van de patiënten. Zij kregen door de behandeling letterlijk weer longrevalidatie, het stoppen met roken en eventueel zuurstof. Slechts een hele kleine groep komt ‘meer lucht’, waardoor ze zelfredzamer zijn, minder zorg nodig hebben en weer meer kunnen in aanmerking voor een zeer belastende chirurgische ingreep waarbij een deel van de beschadigde deelnemen aan de samenleving. Hun kwaliteit van leven neemt daardoor enorm toe. longen wordt weggenomen, of de meest ingrijDe behandeling heeft echter ook bijwerkingen. pende behandeling: een longtransplantatie. De Door de gewenste volume afname kan er vlak na nieuwe, minder belastende behandeling is voor het plaatsen van de ventielen een klaplong patiënten met een ernstige vorm van COPD een optreden. Dit gebeurt bij een op de vijf patiënten. uitkomst. Ruim 350.000 Nederlanders hebben COPD, naar schatting overlijden jaarlijks 6.500 van hen aan deze ziekte. COPD-kenniscentrum De onderzoekers hopen dat dit onderzoek er toe bijdraagt dat deze behandeling in de standaardLong afsluiten zorg voor COPD wordt opgenomen en voor Deze behandeling is bedoeld voor mensen die ernstig COPD hebben gekenmerkt door longemfy- vergoeding door zorgverzekeraars in aanmerking gaat komen. Ze benadrukken dat, gezien het seem. Bij longemfyseem lijkt de long op de plek specialistische karakter van deze behandeling, waar longweefsel moet zitten op gatenkaas; en het verstandig is deze alleen uit te voeren in een zijn plekken waar het longweefsel helemaal verdwenen is. Hierdoor kan de ingeademde lucht COPD-kenniscentrum. Het onderzoek werd mogelijk door een financiële bijdrage van ZonMW moeilijker uitgeademd worden en zijn patiënten en het innovatiefonds van het UMCG. R kortademig.
Longtransplantatie
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
27
Website Eersteuitgifte.nl De website Eersteuitgifte.nl is erg geschikt voor de begeleiding van astma- en COPD-patiënten nog beter te informeren over een correct gebruik van een geneesmiddel of bij inhalatiedevice. In 2014 is website www.eersteuitgifte.nl van start gegaan. De website is ontwikkeld door de apothekers Carlo Schneider en David Wagemaker. Doel van de website is het ondersteunen van apotheekmedewerkers bij de farmacotherapeutische begeleiding van de geneesmiddelgebruiker. De website is echter ook uitermate geschikt voor longverpleegkundigen om astma- en COPD-patiënten nog beter te informeren over een correct gebruik van zijn of haar genees middel of inhalatiedevice en eventuele vragen en onduidelijk heden weg te nemen. De website is gratis toegankelijk.
Inhalatiemedicijnen Op Eersteuitgifte.nl staan alle inhalatiemedicijnen en toedieningsvormen (zoals breezhaler, diskus, respimat en turbuhaler) eenvoudig gerubriceerd. Elk device en medicijn heeft een eigen pagina. Op deze pagina staan protocollen en instructies van de LAN, instructievideo’s over het geneesmiddel en device, animaties van het Longfonds over aandoeningen. En informatie over COPD en inhalatiemedicijnen. Verder staan er op de pagina app’s, bijsluiters, registratieteksten, patiëntenverenigingen en folders zoveel mogelijk in diverse talen zoals Arabisch, Marokkaans en Turks. Verder staat op elke pagina het inhalatieprotocol van de Long Alliantie Nederland.
Eén klik Op elke pagina staan dus alle beschikbare voorlichtingsmaterialen rondom het geneesmiddel en aandoening. De longverpleegkundige, heeft zo alle noodzakelijke materialen bij het geven van een goede inhalatie instructie en voorlichtingsgesprek met één klik binnen 28
handbereik. Ook kunt u na het voorlichtingsgesprek de informatie snel en eenvoudig doorsturen naar de patiënt.
Gratis aanmelden
Longverpleegkundigen met een BIG-nummer kunnen een gratis account aanmaken via http://www. apotheekkennisbank.nl/user/register. Voordelen longverpleegkundige Longverpleegkundigen zonder BIG-registratie kunnen het • kwalitatief goede informatie uit BIG-nummer van hun specialist of betrouwbare bronnen • eersteuitgifte.nl draagt bij aan een huisarts gebruiken. Na deze eenmalige registratie heeft u toegang tot gestructureerde uitgiftebegeleialle geneesmiddelen. Mochten er ding vragen en/of onduidelijkheden zijn • aantoonbaar aanbieden van extra dan kunt u contact opnemen met zorg bij (eerste en tweede) uitgifte
[email protected]. R van geneesmiddelen • profilering van de longverpleegkundige als moderne zorgverlener Inhalatie-instructiefilmpjes door extra service aan de geneesDe nascholingen ‘Inhaleren 3.0’ en middelgebruiker ‘Inhaleren 3.0, de diepte in’ zijn • vergemakkelijkt het geven van door V&VN Longverpleegkundigen extra uitleg over het gebruik van ontwikkeld om bij te dragen aan een geneesmiddel door longvereenduidige inhalatie-instructie. pleegkundige bij het voorschrijven De nascholing richt zich op inhalavan een geneesmiddel. tie-instructie, kennis en uitleg van soorten inhalatoren, introductie van de LAN inhalatieprotocollen, Geneesmiddelgebruiker oefenen in vaardigheid met De informatie vanuit de bijsluiter is vaak moeilijk te begrijpen. Daarom is inhalatoren en het delen van kennis en ervaringen. De reeks het noodzakelijk de genees voor 2015 is met succes afgerond middelgebruiker ook via andere en ze zijn via de site te downwegen te informeren. loaden. Momenteel wordt er een Combinatie van mondelinge, audiovervolg ontwikkeld om in 2016 visuele en schriftelijke informatie weer avondnascholingen te blijkt uit onderzoek de beste combikunnen laten plaatsvinden voor natie van voorlichting te zijn. longverpleegkundigen en • bekijken van de informatie op een verpleegkundig specialisten. Wij voor de geneesmiddelgebruiker zullen je via de website en websitegewenst moment en gewenste agenda op de hoogte houden van plaats het nieuwe programma en • geen problemen met privacy en de nieuwe data. tijdsdruk bij aflevering • informatie is te allen tijde te vinden op computer, tablet en smartphone • visuele ondersteuning van schriftelijke en mondelinge informatie over geneesmiddel • instructies telkens opnieuw te raadplegen • kwalitatief goede informatie vanuit betrouwbare bronnen
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Informatief
Nationaal Programma Longonderzoek staat vast De shortlist met de beste kansen voor toekomstig longonderzoek in Nederland telt vijf thema’s. Gekozen door wetenschappers en patiënten samen. De Netherlands Respiratory Society (NRS) stelde het samen met het Nationaal Programma Longonderzoek vast. Aan het programma werd onlangs de laatste hand gelegd op de conferentie ‘Een Leven Lang Longen’ in Almere. Het was voor wetenschappers en patiënten de ultieme kans om bij te dragen en die kans werd gegrepen. Wat 2,5 jaar geleden begon met een analyse van sterkte en zwakte in Nederlands longonderzoek, mondde zo uit in een heldere koers. Gedragen door honderden onderzoekers, beroepsverenigingen, patiënten en betrokken organisaties.
Gedeeld inzicht De combinatie van patiënten en professionals leidde tot verrassende thema’s voor toekomstig longonderzoek. “Ze hebben elk hun kijk op onderzoek, op wat nodig is. Ze hebben elkaar verrast met hun gedeelde inzichten”, vinden Postma en Sterk.
Zo kwamen onderwerpen als vermoeidheid en individuele behoeften van longpatiënten uitgebreid aan de orde. Maar ook de (on)vergelijkbaarheid van longziekten en ‘big data’ kwamen aan Toonaangevend Helaas zijn longziekten de belangrijkste doodsoor- bod. “Het was verrassend dat iedereen zo goed zaak wereldwijd (WHO 2011). Van die positie willen aansloot op elkaar. Over vakgebieden en specialismen heen.” we af, zeggen prof. Dirkje Postma en prof. Peter Sterk, coördinatoren van dit Nationaal In Almere volgde een prioritering: op de sterkte Programma Longonderzoek. van Nederlands onderzoek, maatschappelijke “De input van zo veel betrokkenen is waardevol gebleken, om longonderzoek in Nederland verder impact, kansen voor de toekomst van het onderzoek en op inbedding in bestaande structuren als te stimuleren, op elkaar af te stemmen en de krachten te bundelen. Nederlands longonderzoek Topsektoren, Horizon 2020, ZonMW en de KNAW. Elk met hun eigen focus. kan toonaangevend blijven, met kansrijke en vernieuwende studies.”
Vijf thema’s Op de shortlist van de NRS staan nu vijf kansrijke thema’s voor longonderzoek in de toekomst. Die moeten leiden tot kruisbestuiving van nieuwe behandelingen, tot maatwerk in diagnoses en behandeling. De thema’s kunnen mensen helpen beter met hun ziekte om te gaan en maatschappelijk actiever te blijven. De gekozen onderzoeksthema’s moeten longziekten helpen voorkomen en verminderen. Maar ze kunnen ook leiden tot minder gezondheidsschade of zelfs genezing. De bedoeling van de shortlist is dat de vijf thema’s leidend worden in toekomstige calls voor longonderzoek in Nederland. Zo ontstaan focus en sturing, juist op de onderwerpen die het meest kansrijk lijken om maatschappelijk verschil te maken. Deze thema’s worden uitgewerkt tot de vijf belangrijkste speerpunten voor longonderzoek in Nederland voor de komende 10 jaar en zullen eind januari gepubliceerd worden. R
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
29
Taakgroep ILD
Interstitiële longziekte Annemieke van Dort en Nelleke Tak hebben de taak groep ILD opgericht. Zij willen de kennis delen, scholing bieden aan verpleegkundigen die werkzaam zijn binnen de interstitiële longziekten. Er is de laatste jaren een duidelijke groei in het aantal verpleegkundigen die werkzaam zijn binnen de interstitiële longziekten of die (in)direct te maken hebben met patiënten met een interstitiële longziekte. De aandoeningen die onder deze verzamelnaam vallen, kunnen van grote invloed zijn op het dagelijks leven van de patiënt en vraagt om kennis en een goede begeleiding. Om deze reden hebben wij, Annemieke van Dort en Nelleke Tak werkzaam in de expertisecentra voor interstitiële longziekten, het initiatief genomen om de taakgroep ILD op te richten met als doel om kennis te delen, scholing te bieden en daarmee de kwaliteit van zorg te verbeteren voor deze doelgroep.
Interstitiële Longziekten De term interstitiële longziekten is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende zeldzame aandoeningen. Al deze aandoeningen hebben met het ‘interstitium’ te maken, de ruimte tussen de longblaasjes en de bloedvaten. Deze ruimte bevat onder andere: • fijne elastische vezels (bindweefsel) • enkele interstitiële cellen De interstitiële longziekten tasten echter niet alléén deze tussenruimte aan. De longblaasjes, de bloedvaten, de luchtwegen en het longvlies kunnen allemaal betrokken zijn bij het ziekteproces. Interstitiële longziekten worden vaak afgekort tot ILD: Interstitial Lung Diseases. Enkele voorbeelden van interstitiële longziekten zijn: • Alle vormen van Longfibrose • Sarcoïdose • Extrinsieke Allergische Alveolitis (EAA) • Lymfangioleiomyomatose (LAM) • Langerhanscelhistiocytose (LCH) • Alveolaire proteïnose (PAP)
Longfibrose Fibrose betekent bindweefselvorming (verlittekening). Longfibrose kenmerkt zich dus door bindweefselvorming van het longweefsel. Sommige vormen van longfibrose worden veroorzaakt door inhalatie van schadelijke stoffen, zoals steenstof, glasvezels en metalen, alsmede sigarettenrook. Arbeiders in de agrarische sector en bakkers kunnen organische stoffen inademen zoals schimmels en meel. Deze stoffen kunnen een soort allergische reactie in de longen veroorzaken, waarvan de “boerenlong” en “bakkerslong” bekende vormen zijn. Ook contact met veren of uitwerpselen van duiven en andere vogels kan tot een dergelijke reactie leiden (duivenmelkerslong). Als de blootstelling lang duurt, leidt dit vaak tot longfibrose. Deze vorm wordt ook wel chronische EAA genoemd. Verder kunnen pneumonieën, radiotherapie of bepaalde medicijnen (zoals nitrofurantoine) leiden tot longfibrose. Een auto-immuunziekte, zoals reumatoïde artritis, kan ook ten grondslag liggen aan longfibrose. IPF (Idiopathische pulmonale fibrose) is een chronische, progressieve ongeneeslijke vorm van longfibrose. Het is de meest voorkomende idiopathische interstitiële pneumonie en wordt gekenmerkt door fibrose van het longparenchym. Alhoewel de exacte oorzaak van de fibrosevorming bij IPF onbekend is, zijn er verschillende risicofactoren voor het ontwikkelen van IPF, waaronder roken, blootstelling aan andere inhaleerbare (an)organische stoffen, chronische microaspiratie en genetische afwijkingen. IPF komt vooral voor bij mensen ouder dan 50 jaar.
Een Nederlands cohort liet een mediane overleving zien van ongeveer 4 jaar na het stellen van de diagnose. Hoewel de incidentie lijkt toe te nemen, zijn Nederlandse incidentie- en prevalentiecijfers niet voorhanden. Afgaande op getallen uit het buitenland is de geschatte prevalentie voor patiënten met IPF in Nederland 2000-3500. In een Nederlands cohort IPF- patiënten was het aandeel Bij sommige interstitiële longziekten is de oorzaak mannen 80%. De meest genoemde klachten bij longfibrose zijn bekend, bij andere (nog) niet. Hieronder worden in het kort de meest voorkomende aandoeningen kortademigheid, vooral bij inspanning, een droge hoest en vermoeidheid. beschreven.
30
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Van links naar rechts: Annemieke van Dort (verpleegkundig specialist ILD st. Antonius Ziekenhuis), Nelleke Tak (senior verpleegkundig consulent ILD Erasmus MC), Ingrid Wegman (verpleegkundig specialist i.o. Longziekten OLVG) en Sebastiaan Wendt (longverpleegkundige st. Antonius Ziekenhuis).
Sarcoïdose Sarcoïdose is een ziekte waarbij ontstekingen in verschillende organen van het lichaam optreden. Dit gebeurt vooral in de lymfeklieren en de longen. De oorzaak van de ziekte is niet bekend. Sarcoïdose is een zeldzame ziekte. Jaarlijks wordt de ziekte in Nederland bij zo’n 2000 mensen vastgesteld. Naar schatting hebben zo’n 5.000 tot 7.000 mensen in Nederland sarcoïdose. De ziekte komt voor bij zowel mannen als vrouwen. De diagnose wordt het meest gesteld in de leeftijd tussen de 20 en 40 jaar. Een andere benaming voor sarcoïdose is: ziekte van BesnierBoeck of Besnier-Boeck-Schaumann, naar de artsen die de ziekte als eersten beschreven. De meest voorkomende klachten zijn vermoeidheid, kortademigheid of droge hoest. Deze klachten zijn niet specifiek voor de ziekte sarcoïdose; ze kunnen ook bij andere ziekten voorkomen. Daarom is het vaststellen van de diagnose vaak moeilijk.
Functie ILD verpleegkundige De ILD-verpleegkundige is nauw betrokken bij de diagnostiek en behandeling van de patiënt. Voor het kunnen stellen van een goede diagnose en het opstellen van een behandelplan is er een multidisciplinair team nodig dat bekend is met deze ziekten. Behalve een gespecialiseerde longarts, radioloog, patholoog, immunoloog, neuroloog en oogarts, maakt ook een ILD verpleegkundige (of verpleegkundig specialist) deel uit van dit team. Nadat de longarts de patiënt heeft geïnformeerd over de diagnose en de behandeling volgt een gesprek met de ILD verpleegkundige. Deze geeft
voorlichting over het ziektebeeld, de (nieuwe en soms experimentele) behandelingen en is aanspreekpunt wanneer er problemen tijdens de behandeling optreden. Omdat huisartsen vaak weinig/onvoldoende ervaring hebben met het ziektebeeld en de bijbehorende behandelingen is de verpleegkundige het eerste aanspreekpunt. Daarnaast houdt de ILD verpleegkundige dagelijks een telefonisch spreekuur waarbij men terecht kan voor vragen of problemen.
Taken ILD verpleegkundige Wat kan de ILD verpleegkundige betekenen voor de patiënt? Juist omdat de ziekte nog zo onbekend is, hebben patiënten en hun naasten vaak veel vragen. De verpleegkundige heeft het overzicht van het hele traject en als casemanager worden de patiënten begeleid vanaf het moment dat zij op de polikliniek komen. Er is, zeker in de beginfase, heel intensief contact. Daardoor kan er tijdig gesignaleerd worden of er behoefte is aan extra (psychosociale) begeleiding aangezien de ziekte vaak een enorme impact heeft op het dagelijks leven. De ILD verpleegkundige kan een rol spelen in de communicatie tussen de werkgever of bedrijfsarts en zij heeft een adviserende rol als het gaat om fysiotherapie of andere voorzieningen zoals zuurstof en thuiszorg. Tot slot behoort tot de taak van de verpleegkundige ook het ontwikkelen van nieuwe richtlijnen en protocollen met als doel de zorg zo optimaal mogelijk te laten verlopen voor de patiënt. R XXDoor Annemieke van Dort-van Rijssen, verpleegkundig specialist Expertisecentrum Interstitiële Longziekten Sint Antonius ziekenhuis en Nelleke Tak, senior verpleegkundig consulent Interstitiële Longziekten Erasmus MC Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
31
Informatief
Redactie
Oproep voor STER studie Bent u longverpleegkundige of verpleegkundig specialist werkzaam in de huisartsenpraktijk en geeft u stoppen met roken begeleiding? Doe dan mee met de STER studie. Een onderzoek naar het effect van een online programma met advies op maat, handige tips en informatieve modules om u te ondersteunen bij het begeleiden van rokende patiënten. Ook is er een online forum waar informatie en ervaringen uitgewisseld kunnen worden met collega’s uit andere praktijken die ook stoppen met roken begeleiding geven. De zorgprofessional kan gebruik maken van het online programma waar en wanneer het hem of haar dit het beste uitkomt. Dit onderzoek wordt gesubsidieerd door KWF Kankerbestrijding en uitgevoerd binnen de vakgroep Gezondheidsbevordering van de Universiteit Maastricht. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de vakgroep Persuasieve Communicatie van de Universiteit van Amsterdam.
Wat levert deelname op? • Het doel van het advies op maat is om rokers nóg beter te kunnen ondersteunen • Bij volledige deelname aan het onderzoek (als u drie vragenlijsten invult) ontvangt u een cadeaubon t.w.v. € 50,• U draagt bij aan een onderzoek naar het effect van een online advies op maat programma • Deze studie kan de kwaliteit van stoppen met roken begeleiding in de huisartsenpraktijk verbeteren
Aanmelden Voor meer informatie over (de opzet van) het onderzoek en om je aan te melden voor deelname aan de STER studie kan via de de website www.sterstudie.nl of een e-mail sturen naar
[email protected]. Vermeld in de e-mail ook je naam en telefoonnummer. R
Stappenplan stoppen met roken
Even voorstellen… Mark van Seggelen Liever had ik nog even gewacht met het schrijven in deze rubriek. Het voelt alsof je nog nauwelijks warmgelopen bent en even later het veld al in moet. Aan de bak. Afijn. Gelukkig heeft mijn voorganger Lisa Willinge Prins het blad goed aan mij overgedragen. Als ik dit schrijf staat het nieuws nog in het teken van het overlijden van Johan Cruijff. Nederlands grootste voetballer overleed aan longkanker. In oktober van het vorig jaar werd bekend dat hij longkanker had. Cruijff vergeleek zijn gevecht tegen de ziekte met een wedstrijd. In februari zei hij: “Ik heb het gevoel dat ik met 2-0 voorsta in de eerste helft van een wedstrijd die nog niet is afgelopen. Ik weet zeker dat ik uiteindelijk zal winnen.” Zeer spijtig is dat niet gelukt. Ik heb wel moeite met zijn metafoor om kanker als een wedstrijd te zien. Het impliceert dat de overlevers harder hun best doen, dan degenen die sterven. Onzin is dat.
maanden was een deel van de boodschappen ‘gratis’. Ik telde de zeven euro die ik dagelijks besteedde aan het roken af van het totaalbedrag. Och, ja. Sylvia Heddema schreef in deze Inspiratie ‘de kracht van de gewoonte’. Dat is het inderdaad. En ook ‘veranderen kost moeite’. Inderdaad, geen woord van gelogen.
Cruijff maakte ook zichtbaar hoe onze kijk op roken is veranderd. Als actieve voetballer – hij voetbalde van 1964 tot 1984 – rookte hij vrij stevig. In 1979 prees hij in een advertentie het sigaretten merk Roxy vanwege het lage teer- en nicotine gehalte. Door een aderverkalking en een bypass operatie stopte Cruijff in 1991 voorgoed met roken. Hij ging zich inzetten voor de antirooklobby.
Inspiratie. Een mooiere titel voor een blad kun je je haast niet wensen. Het valt me nu ook op dat hoeveel media-aandacht er is voor onderwerpen als astma, longen, roken, huisstofmijt, et cetra. Het is een typisch geval van de roze-olifant.
Ook ik heb gerookt. Cruijffiaans lang; van puber tot vier jaar terug ging ik de deur niet uit zonder sigaret. Zeven jaar geleden werd ik door de huisarts verwezen naar een COPD-verpleeg kundige die als praktijkondersteuner werkzaam was. Mijn longen bleken niet te zijn aangetast door het roken. Van de ene kant was ik erg blij, maar van de andere kant had ik stiekem gehoopt dat het toch een beetje zou zijn. De longverpleegkundige liet nog weten dat de uitslag geen garantie bood voor de toekomst. Ik was in die periode in mijn hoofd al bezig met stoppen. Met behulp van accupunctuur doofde ik vier jaar geleden mijn laatste sigaret. Ik ervaar nu vooral de vrijheid van het niet-roken. En de eerste
32
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
Nog even in het kort. Na mijn opleiding als z-verpleegkundige ben ik journalistiek en communicatie gaan studeren; in 1998 afgestudeerd. Sinds 2006 freelance journalist. Ik houd me onder meer bezig met eindredactie, webbeheer, schrijven van nieuwsbrieven, artikelen en websiteteksten. Veelal voor organisaties in de gezondheidszorg. Ik woon in het zuiden van ons land. Mijn passie is film en toneel/theater en het schrijven van toneelstukken. Dat ik nu in het ‘veld sta’, heeft ook te maken met de kennis van de redactie. Tiny, Elly en Astrid zetten zich met heel veel enthousiasme in. Ze kunnen wel wat hulp gebruiken bij hun werkzaamheden. Als redactielid zijn van Inspiratie sta je niet aan de zijlijn, maar bepaal je mee. Mark van Seggelen, eindredacteur (1963)
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen april 2016
33
Online Wat een fijn gevoel. Ik mag mijn eigen recepten tekenen. Ik heb nooit gedacht dat dat zo leuk zou zijn. Niet dat ik het gemist heb in de afgelopen jaren. Er was altijd wel een longarts bereid om te tekenen (soms zelfs wat te snel!) maar nu mag ik het zelf. Maar wat te doen als er onduidelijkheid is over het recept? Dosering, sterkte, bijwerkingen, wel of niet ophogen tijdens exacerbatie? En hoe zit het met alle nieuwe medicijnen zoals de biologicals? Alle nieuwe inhalatie-apparaten? Er is hulp! Hier een aantal websites waar ik dagelijks gebruik van maak, ze staan gewoon de hele dag open en wat belangrijk is, ze zijn onafhankelijk!
informeren over alle aspecten van gezondheid, ziekte en medicijnen. De opgenomen informatie op de website (400 folders over veel voorkomende gezondheidsklachten, informatie over het gebruik van medicijnen en een begrippenlijst waarin 15.000 medische termen helder worden toegelicht) wordt samengesteld en gecontroleerd door gerenommeerde medici. Op alfabet kan er gezocht worden naar medicatie, aandoeningen, dossiers waarin thema’s worden besproken zoals gezondheidsproblemen. Mooie, simpele website, makkelijk te navigeren. Een aanrader om onze patiënten naar te verwijzen.
www.consumed.nl
www.farmacotherapeutischkompas.nl
www.lareb.nl
De website is bedoeld voor gebruik door zorgconsumenten/patiënten vanaf 16 jaar en voor zorgverleners. De in deze website verstrekte informatie is gebaseerd op de NHG-Standaarden, het Farmacotherapeutische Kompas en de 1B teksten van de fabrikanten van de opgenomen geneesmiddelen. Deze website is qua opbouw te vergelijken met dokterdokter.nl. ook makkelijk te navigeren, hij komt wat drukker over maar er is veel informatie te halen. Dit is één van mijn favorieten.
Het doel van het Farmacotherapeutisch Kompas is een kompas te verstrekken waarop men kan varen bij beslissingen die moeten leiden tot gepast gebruik van geneesmiddelen en farmacotherapie die in medisch opzicht optimaal en vervolgens het meest economisch is. Hier kan gezocht worden op naam, aandoening, alfabet, begrippenlijst, wet- en regelgeving. Makkelijk te navigeren en in het gebruik. Dit is de absolute must, deze gaat bij mij als www.meldpuntmedicijnen.nl eerste open als ik ’s morgens opstart. Het Meldpunt Medicijnen is een Een aanrader voor professionals. website waar medicijngebruikers hun positieve en negatieve ervaringen met medicijnen (anoniem) www.dokterdokter.nl/medicijnen kunnen delen en ervaringen van Doelstelling van Dokterdokter.nl is anderen kunnen inzien. Het doel: om consumenten op een betrouwsamen werken aan een beter, veilig bare en hoogwaardige manier te
34
en verantwoord medicijngebruik. Het Meldpunt Medicijnen bestaat sinds 2004. Het Meldpunt Medicijnen verzamelt ervaringen met medicijnen. Dit kunnen bijwerkingen zijn, problemen met de verpakking, vergoeding of verkrijgbaarheid, of ervaringen met de voorlichting over het medicijn in bijvoorbeeld de bijsluiter. Het is een initiatief van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) en is onafhankelijk en opgericht vanuit een maatschappelijk perspectief, zonder commercieel of beroepsbelang. Patiënten kunnen hun persoonlijke ervaringen kwijt en hebben inzage in de ervaringen van anderen. Het is wel zinvol om te wijzen op het feit dat het “persoonlijke” ervaringen zijn.
Inspiratie vakblad voor longverpleegkundigen jaargang 26 nummer 1
UW PARTNER IN KWALITEIT VAN ZORG VOOR LONGZIEKTEN Chiesi College is speciaal ontwikkeld voor longartsen, huisartsen en andere professionals binnen de longzorg en biedt ondersteuning in Educatie en Zorgservices. Vraag nu de servicematerialen zoals de ACQ vragenlijst, CCQ vragenlijst of overzichtskaart van alle beschikbare inhalatoren aan via:
Als patiënten bijwerkingen ervaren verwijs ik ze naar de Lareb. De kerntaak van Bijwerkingencentrum Lareb is het signaleren van risico’s van het gebruik van geneesmiddelen en vaccins in de dagelijkse praktijk en het verspreiden van kennis hierover. Ik maak hier regelmatig gebruik van als ik meldingen krijg van klachten die ik niet kan duiden. Mijn ervaring is dat ik uitgebreide terugrapportage ontvang over mijn melding. Ook patiënten kunnen bijwerkingen melden bij de Lareb. R Ben je zelf leuke sites tegengekomen? E-mail ze dan naar
[email protected] of bel 020-566 3274 XXDoor Letty van der Schaaf
www.chiesi-college.nl/mijnpraktijk/aanvraagservicematerialen
Het serviceaanbod van Chiesi College is exclusief voor zorgprofessionals. Wilt u meer weten? Meld u dan aan op www.chiesi-college.nl
Platinum sponsor
Silver sponsor
Bronze sponsor FOUND FROM BEST BRAND
Nieuwe leden V&VN Longverpleegkundigen 27 oktober 2015 t/m 2 maart 2016 Myrthe Nijzink Miranda Hennevelt-Leenen Jantine de Bruijn Annemieke van Dort- van Rijssen Confiance Elings
Jolin Djon Nelleke Tak Alma Wesseling Ellen Venema-Rommens Timo Hartog
Kismet Demir Natasja Oosterheert Chantal Driesen Franca Boots