Cordula Rooijendijk
Vrije jongens Een geschiedenis van de Nederlandse handel
Uitgeverij Atlas Contact Amsterdam / Antwerpen
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 3
14-07-14 14:00
Inhoud Vooraf 13
1
Albert van de Korenmarkt Hanzekoopman in hout en zout 1400-1458
17
Wijn en zout 18 Hanzedag: vier weken vergaderen 19 Een trouwe vriend 26 De Korenmarkt in Zutphen 27 De IJssel 32 Vuurtorens wijzen de koggen de weg 36 Tol in de Sont 42 Haringen kaken op Schonen 44 Danzig 47 Oorlog en de pest 53 Terug in Zutphen 54
2
Hinrick van Hasselt Bergenvaarder en stokvishandelaar ± 1500-1550
57
Kantoren in Londen, Novgorod, Brugge en Bergen 58 Koopmansstad Deventer 59
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 5
14-07-14 14:00
Stokvis 63 Inkopen op de Jaarmarkt 64 De Bergenvaarders 68 Graan voor stokvis 72 De ongehoorzamen 75 In Bryggen aan wal 77 Ontgroenen 79 Laaglandbewoners in Finnegården 83 De stokvissen komen 86 Het leven in een gaard 90 Veroordeeld in het Koopmanshuis 93 De gevreesde Hollanders 97 De berechting van Hinrick 101
3
Claes Adriaenszoon van Adrichem Hollandse handelaar in graan 1538-1607
105
De brieven 107 Burgemeester tijdens de Opstand 108 De prijs van graan 113 Schipper Maerten 116 Fluitschepen 118 Leerjongen in Danzig 120 Handelsvrouwen 122 Amsterdam 125 Dubbele boekhouding 127 Goudkust 127
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 6
14-07-14 14:00
4
131
Vluchten naar het Noorden Overname vaders bedrijf Naar Amsterdam, het centrum van de wereldhandel Wapens voor de Dertigjarige Oorlog Verzoek van de Zweedse koning Stadspaleis in Norrköping Zweeds Imperium Invloedrijkste handelaar van Europa Stockholms stadspaleis Problemen in de Sont Herovering van de Sont Aflossing van schuld Zweeds-Afrikaanse Compagnie Louis’ erfenis
132 134 136 144 150 153 154 159 161 162 163 171 172 173
5
179
Louis de Geer Kanonnenkoning in Zweden 1587-1652
Jan Jacobszoon Reeps Specerijenhandelaar en kolonist ± 1654-1697
Verenigde Oost-Indische Compagnie 179 Onderkoopman 181 Schipbreuk 189 West-Indische Compagnie 196 Slavenhandel 197
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 7
14-07-14 14:00
Octrooi voor een kolonie in Zuid-Amerika 202 Op zoek naar investeerders 205 Neveninkomsten 208 Helletocht 212 Naar Suriname 226
6
Anthony van Hoboken Handelaar in slaven en kazen 1756-1850
233
De Rotterdamse Botersloot 233 Driemasters aan de Boompjes 236 Wijnhaven 240 Kapiteinskisten 241 Valse documenten voor Engeland 245 Buitenhuis aan de Schie 249 Illegale Indische producten 251 De Fransen omzeilen 252 Getrouwd met het dienstmeisje 254 Toestemming van de keizer 255 De val van Napoleon 256 Het eerste schip naar Indië 259 Passagiers 264 Nederlandse Handel Maatschappij 266 Rederij van Vier Schepen 268 Heer van Rhoon en Pendrecht 270 Cultuurstelsel 273 Negerrekruten 274 Koninklijke onderscheiding 281
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 8
14-07-14 14:00
Anthony’s testament Heer van Rhoon, Pendrecht en Cortgene
281 283
7 285 Handelshuis Van Eeghen Kooplieden in duurzaamheid 1662-heden Van Jacob tot Willem In de Gouden Bocht
285 298
Slot 303 Literatuur 307 Illustratieverantwoording 312 Register 313
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 9
14-07-14 14:00
Hermes, zoon van oppergod Zeus en bergnimf Maia, is de patroon van de kooplieden en de dieven. Sint-Nicolaas is de beschermheilige van de dieven, de schippers, de piraten en de kooplieden.
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 11
14-07-14 14:00
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 12
14-07-14 14:00
Vooraf
I
k weet nog wat ik aan het doen was: aardappels schillen. Ik zette net mijn mes in een knoestig exemplaar toen ik op het journaal de toenmalige premier van Nederland, Jan Peter Balkenende, met stemverheffing tegen een criticus van zijn economisch beleid hoorde zeggen: ‘Ik begrijp niet waarom u hier zo negatief en vervelend over doet! Laten we blij zijn met elkaar! Laten wij optimistisch zijn! Laten we zeggen: Nederland kan het weer! Die voc-mentaliteit, over grenzen heen kijken, dynamiek!’ Ik sneed bijna in mijn vingers. De voc-mentaliteit? De mentaliteit die maakte dat we met geweld delen van de wereld koloniseerden? Ik keek naar de televisie achter me. Balkenende was even stil; hij liet zijn gebalde vuist zakken. In de Kamer was een luid geroe zemoes ontstaan. ‘Toch?’ voegde Balkenende er met enige twijfel aan toe. Nederland buitelde over de minister heen. Hoe had hij zoiets kunnen zeggen? Balkenende verweerde zich. Hij had op de positieve kanten van de voc-mentaliteit gedoeld. Op de handelsgeest en de moed van de kooplieden.
13
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 13
14-07-14 14:00
Het was de aanleiding om dit boek te schrijven. Want wat hield dat roemrijke handelsverleden van Nederland nu eigen lijk in? Was er niet veel meer geweest dan die zo bekende voc? Wat was de Hanze bijvoorbeeld precies, behalve een term die stadjes aan de Duitse snelweg gebruiken om zich aan te prijzen als toeristische trekpleister? Wie waren de Bergenvaarders? Wie wáren die handelaren die de zeeën bevoeren op zoek naar nieuwe koopwaar? Waren het wel lieden met lef? Ik las meters boeken over de handel. Maakte kennis met de kooplieden van toen. En reisde ze achterna, naar Zutphen, Deventer, Amsterdam en Rotterdam, naar het Duitse Lübeck, het Poolse Danzig en het Noorse Bergen.
14
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 14
14-07-14 14:00
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 15
14-07-14 14:00
Het laden van een schip.
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 16
14-07-14 14:00
1 Albert van de Korenmarkt Hanzekoopman in hout en zout 1400-1458
H
et boek is een decimeter dik en heeft een omslag van vergeeld leer. Op de rug staat in handgeschreven letters in zwarte inkt geschreven: ‘1445-1452.’ Het kraakt, stribbelt tegen, wil weer dicht. De archivaris zit een paar meter verderop onverstoord achter haar computer te werken. ‘Veel plezier ermee,’ had ze gezegd. ‘Als het perkament te veel gaat krullen – en dat zal wel niet zo lang duren met dit weer – dan moet je me waarschuwen en brengen we het terug naar het depot.’ In een grote, koele, donkere ruimte van dit middeleeuwse pand in Zutphen hadden eindeloze kasten met archiefstukken gestaan. Door het boek heel langzaam steeds verder te openen lukt het toch, alsof de stramme spieren wat moeten worden op gerekt. Het ruikt oud en rokerig. De bladzijden knisperen droog. De eerste pagina’s zijn nog heel keurig en regelmatig geschreven, maar al snel worden de letters slordiger, alsof de notaris zich had voorgenomen om alles netjes te noteren, wat er gaandeweg, door de drukte van dag, toch bij is ingeschoten. Een vlek hier en daar, van wijn misschien. In dit boek
17
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 17
14-07-14 14:00
staan alle overeenkomsten genoteerd die Zutphense hande laren tussen 1445 en 1452 sloten. De bladzijden zijn ge nummerd. Op pagina 29 moet het staan. En inderdaad: ‘Albert bande Korenmarkt.’ De K heeft een uit de kluiten gewassen krul. Er staat dat Albert van de Korenmarkt met twee schippers uit Kampen afsprak dat zij zijn partij zout uit de baai van Bourgneuf, die nu bij een bevriende handelaar in Reval, Hendrik Tolner, lag opgeslagen, zouden ophalen en verkopen tussen Kerstmis en Vastenavond, ‘zodat het verkocht is op de eerste woensdag tijdens de Vasten’. Het is dan begin 1446.
Wijn en zout Albert van de Korenmarkt kwam in 1400 op de Korenmarkt van Zutphen ter wereld. Zijn grootvader Steven, geboren in 1330, handelde in wijn. Steven haalde de vaten in het Rijnland, het gebied waarmee IJsselsteden als Zutphen en Deventer veel zaken deden. Soms ook verkocht hij de wijn terug, als de wijnoogsten waren mislukt en Keulse kooplieden de houten tonnen uit voorgaande jaren weer kwamen halen. Hij leverde onder meer alle wijn die het Deventer stadsbestuur consumeerde. Op 7 april 1366 bijvoorbeeld, de dinsdag na Beloken Pasen, onderhandelde hij met zes Deventer stads bestuurders over een partij. De cameraar, de schepen die dat jaar de financiën beheerde van de stad, noteerde de gemaakte kosten tijdens de bijeenkomst: drie schellingen en negen pen ningen, waarvoor een aardig feestmaal zal zijn aangericht. Steven stierf toen zijn oudste zoon, Alberts vader, pas acht jaar oud was, waarschijnlijk aan de pest. Alberts vader werd
18
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 18
14-07-14 14:00
ook koopman, al is niet meer te achterhalen waarin. Zijn moeder Bele deed het huishouden en voedde Albert en zijn broer Willem op. Over Alberts jeugd is helaas niets meer bekend. Hij duikt pas op in de archieven als hij net twintig is en samen met broer Willem een bedrijfje begint. Ze deden in zout, een erg gewild en kostbaar product, dat nodig was om voedsel te conserveren. Het werd vooral gebruikt om haring in te zouten. Er werd veel vis gegeten, omdat vlees eten verboden was op de vastendagen, op zo ongeveer de helft van het aantal dagen per jaar. Rood vlees was niet toegestaan, omdat het ‘heet’ was en dus te maken had met seks, wat uit den boze was tijdens de vasten. Vissen waren kil; die mochten wel ge geten worden. Haring was koud, goedkoop en voedzaam. Per schip haalden Albert en Willem ladingen zout uit Frankrijk en verkochten deze aan handelaren in landen rond om de Oostzee. De meeste Hanzehandelaren haalden het in Frankrijk vanwege de goede kwaliteit. Albert en Willem waren lid van de Hanze. Voor zover je van een lidmaatschap kon spreken tenminste.
Hanzedag: vier weken vergaderen Al in de twaalfde eeuw sloten groepjes handelaren in het noordwestelijke deel van Europa tijdelijke samenwerkingsverbanden om zout en haring te verkopen in de landen rondom de Oostzee en van het verdiende geld daar hout en graan in te kopen, en om in het Noorse Bergen stokvis te halen. Hansen noemden ze zichzelf, wat zoiets als ‘groepen’ of ‘scharen’ betekent. Als de klus was geklaard, hieven de handelaren
19
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 19
14-07-14 14:00
hun hanze weer op en konden ze een nieuwe beginnen, met dezelfde of andere mannen. Het waren voorlopers van wat later bekend kwam te staan als dé Hanze, het verbond van Hanzesteden. Toen in de dertiende eeuw de macht van de Duitse keizer van het Heilige Roomse Rijk, waartoe onder meer de Lage Landen, Duitsland, België, Zwitserland, Oostenrijk en delen van Frankrijk en Polen behoorden, afnam, en die van individuele graven, hertogen en bisschoppen toenam, ontstond er onder grote groepen kooplieden in het latere Nederland en Duitsland behoefte aan een eigen organisatie die voor hun belangen en rechten zou opkomen. Die kooplieden traden steeds vaker toe tot het stads bestuur. Ze werden burgemeester of schepen – een soort wethouder – en konden wetten aannemen en regels vaststellen ter bevordering van de handel. Ze sloten verbonden met andere steden zodat ze beter voor de belangen van kooplieden konden opkomen. Keulen, Venlo, Roermond, Nijmegen, Arnhem, Zutphen, Deventer, Kampen, Stavoren, Bolsward, Groningen, Bremen, Lübeck, Hamburg, Stralsund, Danzig (Gdańsk), Riga en Talinn sloten zich aan, als een lange kralenketting langs de rivieren de Rijn en de IJssel, en langs de kusten van de Zuiderzee, Noordzee en Oostzee – in totaal ongeveer tweehonderd steden in het Nederduitse taalgebied. In het midden van de vijftiende eeuw voer de Hanze jaarlijks al met zeker duizend schepen, van samen ongeveer veertigduizend last, oftewel tachtigduizend ton. De Hanze is nooit officieel opgericht. Wie er lid was werd zelden schriftelijk vastgelegd, behalve als een stad van twee walletjes at, zoals Kampen, dat zowel met Hanzesteden als met Hollandse plaatsen handeldreef. Dat tolereerde de Hanze
20
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 20
14-07-14 14:00
niet; de Hollanders waren aartsvijanden, daar mocht niet mee gehandeld worden. In 1441 koos Kampen officieel voor de Hanze. Vanaf 1356 waren er Hanzedagen. Deze werden onregelmatig georganiseerd, maar meestal rond Pinksteren, afhankelijk van de behoefte om bijeen te komen. De vergaderingen waren vrijwel altijd in Lübeck, de onofficiële bestuurder van de Hanze. Lübeck was een freie Reichsstadt, een stad in het Heilige Roomse Rijk die zich had vrijgemaakt van de bisschop en geen belastingen meer hoefde af te dragen. De plaats was een stapelmarkt, waar talloze producten in pakhuizen werden opgeslagen tot de prijs voor verkoop gunstig was. Nergens werden zoveel goederen verhandeld als hier, in de grootste haven van het Oostzeegebied. Ruim voor de geplande vergaderdatum maakten de stadsbestuurders van Lübeck de agenda en stuurden bodes naar de Hanzesteden om de Hanzedag aan te kondigen. De steden ontvingen de bode vorstelijk, gaven hem een uitgebreide maal tijd met uitstekende wijn, en lieten hem overnachten in een comfortabele, warme kamer in de stadsherberg. De stads bestuurders wilden een goede indruk maken en zorgden dat hun gast niets tekortkwam. Ze gaven hem een brief mee waarin geschreven stond wie ze als vertegenwoordiger zouden sturen. De representant, meestal een koopman die ook in het stadsbestuur zat, werd in het nieuw gestoken, in een pak van het allerbeste laken, met goudgeborduurde boorden en zilveren knopen. Er werden relatiegeschenken gekocht voor be vriende handelssteden die ook op de Hanzedag vertegenwoor digd zouden zijn: Leids laken voor Lübeck, een ton haring voor Keulen. De stadsbestuurders bogen zich over de agenda-
21
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 21
14-07-14 14:00
De Oostzee en de Hanzesteden.
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 22
14-07-14 14:00
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 23
14-07-14 14:00
punten en bespraken wat hun doel op de vergadering zou zijn. De vertegenwoordiger werd vergezeld door de stadsbode. Samen reden ze te paard naar de Hanzedag. Ze namen zo min mogelijk waardevolle spullen mee vanwege de van struik rovers vergeven wegen. De paarden reden ongeveer vijftig kilometer per dag. Het tweetal uit Zupthen zag na een dag of tien de immense vesting van Lübeck opdoemen. Elke stad had zijn eigen, vaste plek aan de u-vormige vergadertafel die speciaal voor deze gelegenheid was gemaakt. De burgemeesters van Lübeck, tevens de voorzitters, zaten aan het hoofd. Steden hadden vaak meerdere burgemeesters, omdat velen van hen ook koopman waren en daarom vaak in het buitenland verbleven. De vertegenwoordigers namen plaats aan de poten van de u, op houten stoelen met in de hoofdsteunen het wapen van hun stad gebeiteld. Het eerste deel van de vergadering duurde nooit erg lang. De representanten zetten de standpunten van hun steden over het vergader onderwerp uiteen. En daarna werd de vergadering geschorst. De bodes moesten nu eerst terug naar huis om hun stadsbesturen op de hoogte te brengen van de diverse standpunten. Pas als alle bodes weer terug waren in Lübeck, werd de vergadering hervat. De vertegenwoordigers verwoordden de reacties van hun stad. Daarna moest de bijeenkomst vaak nog een paar keer worden geschorst om de bodes de gelegenheid te geven met hun steden te overleggen. Een Hanzedag duurde vier weken tot enkele maanden. Beslissingen werden bij meerderheid van stemmen genomen. Op de Hanzedag werden afspraken gemaakt en nieuwe regels geformuleerd waaraan iedereen zich zou moeten houden. Er werden kwaliteitseisen vastgesteld voor producten
24
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 24
14-07-14 14:00
als laken, bier en haring, zodat kopers van Hanzeproducten niet teleurgesteld zouden zijn en sneller vaste klant zouden worden. Ze spraken af wanneer de zout- of houtschepen zouden vertrekken in konvooi, ter bescherming tegen piraten en gewelddadige concurrenten. In onrustige tijden besloten ze om de komende tijd vredesschepen met de handelskonvooien te laten meevaren: schepen met meer dan honderd zwaar bewapende soldaten uit de verschillende Hanzesteden aan boord. Ze kondigden maatregelen af om de handel tussen Hanzehandelaren en Hollanders verder te beperken. Halverwege de veertiende eeuw verbood de Hanzedag de stad Brugge zelfs om nog langer zaken te doen met de Hollanders, terwijl Brugge niet eens een Hanzestad was. In Brugge bleken Hollanders op grote schaal hout in te kopen – hout dat de Bruggenaren van Hanzehandelaren hadden gekocht. Brugge weigerde zich aan het verbod te houden, waarop werd besloten tot een boycot. Tussen 1358 en 1360 en tussen 1388 en 1392 was het voor Hanzekooplieden verboden om handel te drijven in Brugge. Maar erg bindend waren de besluiten niet. Officieel moest elke Hanzestad zich aan de afspraken houden, anders kon deze uit het verbond worden gezet. Maar als een lid bijvoorbeeld grotendeels afhankelijk was van de handel op Brugge, dan tolereerde de Hanzedag een schending van een boycot van die stad. Ook met de aanwezigheidsplicht op de Hanzedag werd soepel omgegaan. Als een stadsbestuur geen enkel belang had bij de agendapunten, bijvoorbeeld omdat ze gingen over de kwaliteit van laken, terwijl geen handelaar uit die stad die stof verhandelde, dan werd afwezigheid gedoogd. Ook omdat het een kostbare aangelegenheid was om een vertegenwoordiger te sturen, dat kostte algauw zeker tweehonderd
25
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 25
14-07-14 14:00
pond, een bedrag waar meerdere gezinnen een jaar lang van konden leven. De Hanze was een pragmatisch netwerk waarin de belangen van de individuele steden nog altijd vooropstonden.
Een trouwe vriend In Alberts tijd gingen Hanzehandelaren op drie manieren te werk. De eerste was de wijze waarop het al eeuwen gedaan werd. De koopman stapte zelf op een schip, reisde naar de plaats waar hij iets wilde kopen, laadde zijn schuit vol, voer weer terug en verkocht de waren. Dat gebeurde in de eeuw van Albert steeds minder, omdat het een kostbare methode was. Een schip was duur en lag op deze manier lange tijd on gebruikt in een haven. Daarom was er een tweede werkwijze ontstaan. Sommige kooplieden huurden schippers die voor hen handelswaar haalden in een andere stad. Af en toe voeren ze nog mee, om een collega te spreken of om nieuwe contacten te leggen. Ten slotte handelden kooplieden steeds vaker in commissie. Ze lieten bevriende handelaren in steden waar bij voorbeeld de prijs van graan laag lag, koren inkopen, opslaan en verkopen op het moment dat de vraag aantrok. Omgekeerd deden zij dat ook voor hen, en kochten wijn of hout in omdat de prijs daarvoor in hun eigen stad gunstig was, sloegen de spullen op en verkochten deze. Dat werd kosteloos voor elkaar gedaan; het was een wederdienst. Een vrient of vrunde noemden ze zo’n handelsvriend. De koopman hoefde zo niet meer op reis en kon alles vanuit zijn kantoortje regelen. Deze derde methode was het meest gangbaar in de tijd van Albert. ‘Bijzonder goede en gemeende vriend,’ begon Albert een
26
UA.Vrije jongens-opmaak.indd 26
14-07-14 14:00