RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | nr 10 | JAARGANG 19 | november 2013
Annemarie Penn-te Strake en Paul van de Beek over mediation Kopschoppers, koppenmakers en togadragers Nachtje rijden-onder-invloed bij CVOM
Gezamenlijke actiedag De 24-uurs actiedag van het Haagse politiebureau Berensteinlaan leverde 40 verdachten en 65 processen-verbaal op. Het OM handelde de zaken direct op locatie af. Meerdere partners werkten aan de actiedag mee, zoals Reclassering Nederland, Bureau Halt, Slachtofferhulp Nederland, Belastingdienst, vervoerder HTM en de gemeente Den Haag. De Belastingdienst inde voor 25.000 euro aan niet-betaalde belastingen. Bovendien werden zestien auto’s in beslag genomen en afgevoerd. De politie vond in een achterbak 150 pakjes illegale sigaretten. Daarop onderzocht ze samen met de Douane een snackbar waarin ze een ploertendoder en een stroomstootwapen aantroffen. Andere aanhoudin2|
gen werden verricht voor het in bezit hebben van een (nep)wapen, drugs en voor openstaande boetes. Ruim 4.000 euro werd alsnog geïnd. Circa honderd HTM-reizigers kregen een proces-verbaal, omdat ze geen geldig vervoersbewijs konden overleggen. Een fiets die werd aangetroffen bij een minderjarige bleek te zijn gestolen. De rechtmatige eigenaar werd direct geïnformeerd door Slachtofferhulp Nederland. Ook was Reclassering Nederland zichtbaar aanwezig in de wijk met de mobiele schoonmaakploeg van taakgestraften. Foto: Cees de Kleyn Opportuun 10 - november 2013 - In Beeld | 3
Inhoud
Maurice van Heemst
Mediation maakt het slachtoffer sterk en
6
Hoe het strafrecht mediation tanden geeft
Foto: Arjen Jan Stada
Media en publiek zitten steeds dichter op
12
strafzaken. Uitspraken en beslissingen worden luider dan ooit becommentarieerd. Hoe wenselijk is die ontwikkeling en hoe dient het OM zich op te stellen? Tijdens de thema-avond ‘Het volk en zijn rechtspraak’ werd er volop over gediscussieerd. Over kopschoppers, koppenmakers en togadragers
De zaak van de brute moord op Kathleen
Cremers voelde voor AG Caroline Krol als een achtbaan. Na de vrijspraak, volgde in cassatie uiteindelijk toch achttien jaar cel voor echtgenoot Erik E.
14
Caroline Krol vertelt over de afwikkeling van een ‘mensonterende daad’
En verder...
22
is coördinerend ZSM-officier in Rotterdam. Over het reilen en zeilen op de ZSM schrijft hij tevens columns voor huis-aan-huisblad De Havenloods, die ook te lezen zijn op www.om.nl.
vermindert recidive, aldus PG Annemarie Penn-te Strake en plaatsvervangend hoofdofficier Paul van de Beek. Ze bepleiten de inzet van het nieuwe instrument. ‘De officier krijgt steeds meer mogelijkheden om conflicten op te lossen.’
De zaak: > 11 Kortom > 18 Reportage: Alchoholzaken afhandelen > 22 Jurisprudentie: Kom maar binnen > 26 Column ZSM: "Mascara" > 27 Expertise: De enkelband > 28 Gespot: Golfer Petra Gruppelaar > 32
OPPORTUUN | RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | JAARGANG 19 | NUMMER 10 | november 2013 Opportuun wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het magazine verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adresdrager met de aangebrachte wijzigingen naar het retouradres, of e-mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieadres Openbaar Ministerie, Parket-Generaal, afdeling Communicatie, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Eindredacteur Pieter Vermaas, 088-6998856 of
[email protected]. Plaatsvervangend eindredacteur Thea van der Geest, 070 - 3399825 of
[email protected]. Foto omslag Robin Utrecht Bladformule en vormgeving Kris Kras Design Druk Tuijtel Oplage 7525
Mediation; verder na een strafbaar feit Als officier zie ik het vaker dan mij lief is: zaken waarin wel een straf wordt opgelegd, maar alle partijen tegelijkertijd beseffen dat daarmee geen oplossing is bereikt voor het onderliggende probleem. Bij het verlaten van de zittingszaal bestaat nog steeds een conflict, waar het slachtoffer – en soms ook de verdachte – onder blijft lijden. Met name als beiden nog ‘met elkaar verder moeten’. Deze constatering plaveit de weg om meer oplossingen buiten het strafrecht te zoeken. Met de pilot mediation, die binnenkort van start gaat (zie het interview met Annemarie Penn en Paul van de Beek op pp. 6-10), krijgt de officier van justitie een extra instrument in handen. Vooruitlopend op die pilot heb ik onlangs in een ZSM-zaak de proef op de som ge nomen. Een lang sluimerend conflict op de werkvloer was uitgemond in een geweld dadige confrontatie tussen twee collega’s. Beiden waren door de politie afgevoerd en door hun werkgever geschorst in afwachting van de beslissing van het OM. Op het bureau wilden ze allebei aangifte doen en hun schade vergoed zien. Ik realiseerde me dat deze vechtpartij, naast letsel en beschadigde kleding, verstrekkende gevolgen voor hen zou kunnen hebben. Nu hadden ze nog geen strafblad, maar straks zouden ze zonder ‘verklaring van goed gedrag’ hun baan kunnen ver geten. Ik vroeg me af of deze mannen van middelbare leeftijd dát met hun aangiftes hadden beoogd. Het strafrecht zou hun problemen niet oplossen, maar wellicht zou een mediator daar wel in slagen. Omdat beide partijen vooraf met mediation moeten instemmen, sprak ik hen via de televerbinding. Bij beiden zag ik verontwaardiging en verdriet. Toch werd de geboden kans aangepakt. Een week later vernam ik dat beide heren elkaar meermalen de hand hadden geschud en afzagen van wederzijdse schadeclaims. Het management had besloten hen niet te ontslaan, maar zelf aan een vervolgsessie van de mediation deel te nemen om het recidivegevaar te verkleinen. Met deze uitkomst kon ik beide zaken voorwaardelijk seponeren, proeftijd één jaar.
Opportuun 10 - november 2013 - Inhoudsopgave | 5
Mediation maakt het slachtoffer sterk en vermindert recidive. Dus bepleiten PG Annemarie Penn-te Strake en plaatsvervangend hoofdofficier Paul van de Beek de inzet van het nieuwe instrument. ‘De officier krijgt steeds meer mogelijkheden om conflicten op te lossen.’
‘WAT JE WILT, IS CONFLICTEN
PG Annemarie Penn en plv hoofdofficier Paul van de Beek over mediation
OPLOSSEN’
Zij ziet dat mediation het slachtoffer “in zijn kracht zet”, en dat strafrecht dat middel “tanden geeft”. Hij merkt dat het middel recidive vermindert en eraan bijdraagt dat strafrecht alleen wordt ingezet “waar het echt effect heeft”. In de werkkamer van procureurgeneraal Annemarie Penn-te Strake tonen Penn en plaatsvervangend hoofdofficier van Rotterdam, Paul van de Beek, zich warme voorstanders van mediation. Ja, mediaton is terug van weg geweest, zeggen ze. Maar nu sterker dan ooit. Nú ligt er een visie achter. Nu lijken ketenpartners volop mee te gaan doen. En nu is de repressieve wind geluwd die agenten jarenlang opjaagde tot zero tolerance bonnenschrijvers.
Annemarie Penn-te Strake:
‘Mediation maakt een slachtoffer dat daarvoor open staat, sterk. Dat wil ik als slachtoffer-PG’ 6 | Naam artikel - Opportuun 10 - november 2013
Het slachtoffer ‘in zijn kracht’, en strafrecht ‘als het echt effect heeft’, kunnen jullie dat toelichten? Annemarie Penn: Wat heeft een slachtoffer aan een verdachte die schuld bekent en boete doet zonder het slachtoffer in de ogen te hebben gekeken? Hoe effectief is dat in termen van gedragsverandering? Mediation maakt een slachtoffer dat daarvoor open staat, sterk. Dat wil ik als slachtoffer-PG. Pák je rol. Ga rechtop staan. Zeg wat het met je
gedaan heeft. Eis je geld. En in sommige, kleine zaakjes: vergeef en vergeet daarna ook maar, dat is voor jezelf ook het beste. Het geneest, herstelt en levert gewoon geluk op. Het slachtoffer kan weer zonder angst door de stad fietsen – al ligt dat bij slachtoffers van heel erge zaken natuurlijk niet zo simpel. Paul van de Beek: We hebben strafrecht misschien teveel als hospitalisering van het slachtoffer gebruikt: “Gaat u maar liggen, ik ga wel voor u zorgen.” Nee! Het is een ondersteuning van de eigen positie van het slachtoffer. En wat betreft strafrecht inzetten “waar het echt effect heeft”: bedenk dat het OM, het strafrecht, slechts een deel is. Er is ook politie, bestuur en rechtbank. Wij vinden dat allereerst de politie meer bemiddelend kan optreden. Ten tweede kan het openbaar bestuur veel meer bemiddelen. Bij hangjongeren, overlast, burenruzies. Daarvoor hebben we bij de voorzitter van de VNG aandacht gevraagd. In Spijkenisse, waar de burgemeester zelf actief een aantal problemen in haar stad wil oplossen, loopt nu een pilot. Dat stimuleren wij. Ten derde kan ook de rechtbank voorstellen
zaken via mediation op te lossen. En als laatste is er de mediation bij ons zelf. Er zijn zaken waarvan wij denken dat die met schadebemiddeling heel goed kunnen eindigen. Daar hebben we dan niet de behoefte ook nog een vergeldende straf te eisen. En waar we dan tóch nog een straf vorderen is het des te effectiever. Bemiddelen bestond toch al langer? Penn: Je had vroeger al wel de schadebemiddeling, dat ging dus louter daarover. En met name Maastricht deed al aan het herstellen van de relatie. Het gebeurde dus al, maar heel gefragmenteerd en niet vanuit een fundamentele visie over: wat willen we nou met slachtoffers? Wat vinden we dat daders verschuldigd zijn? Wat is het belang van het herstel van die relatie? Nu hebben we een visie, waarin strafrecht en mediation elkaar versterken. Een compliment aan staatssecretaris Teeven. In deze tijd van bezuinigen heeft hij zich er sterk voor gemaakt en zijn portemonnee getrokken voor mediation-pilots. En dan wil ik ook onze eigen PaGbeleidsmedewerker Erik Lanting noemen. Hij geeft zo’n beetje zijn léven ervoor om mediation voor elkaar te krijgen.
Opportuun 10 - november 2013 - Dubbelinterview | 7
Paul van de Beek:
‘Wij zijn blij met dit instrument. In de ontwikkeling naar “het slachtoffer centraal” past het mooi’ Gelukkig, want Nederland liep echt achter. In Argentinië, bijvoorbeeld, zijn er provincies waarin de officier niet eens verder mag vervolgen als hij niet eerst mediation heeft geprobeerd. Pas als dat niet is gelukt, mag hij verder. Van de Beek: Wij zijn blij zijn met dit instrument. In de ontwikkeling naar “het slachtoffer centraal” past het mooi en krijgt mediation zijn plek weer terug. Als je met oude politiemensen praat, zeggen ze: “Ja maar, dit deden we vroeger ook.” Dat klopt, wijkagenten deden dat. Maar begin 2000 kwam het accent op de repressieve benadering: agenten moesten bonnen schrijven. De aandacht voor bemiddelen verdween. Vreest de mediatende agent niet voor softie te worden uit gemaakt door zijn stoere zero tolerance-collega’s? Penn: Dat denk ik niet. Onze politie is nog steeds erg goed in het inschatten van situaties, in het weten wat er speelt in relaties. Ze kunnen als geen ander geweld voorkomen. Het buitenland bewondert onze de-escalerende politietactieken. Daar zegt men: wil je weten hoe je moet omgaan met voetbalrellen, haal dan de Nederlanders erbij! Dus die kracht had en heeft de Nederlandse politie al. En dat wordt alleen maar versterkt met het extra instrument van mediation. Minder boetes, minder zaken - voor wie het presteren van het OM vooral kwantitatief wil meten, is mediation misschien wel slecht? Penn: Maar in welke schakel van de keten je ook zit, het moet ons
allemaal gaan om de effectiviteit van wat we doen. Tja, die bonnenquota: gelukkig is de politiek daarvan afgestapt. Als mediation effectief blijkt te zijn, moeten we dat vooral verder brengen en doorontwikkelen. Kunnen jullie een voorbeeld geven van wanneer een officier moet willen mediaten? Penn: Wacht eens, wij gaan als OM niet zélf mediaten, dat doet een onafhankelijke mediator. Maar de officier komt er aan te pas als hij een beslissing moet nemen over de afdoening van een strafzaak, vaak binnen ZSM. Iedere officier kent de situatie dat hij in een zaak volgens de richtlijnen voor strafvordering, zeg, 700 euro boete moet eisen, maar dat hij denkt: dat is in dit geval niet wenselijk. Want hij weet: dit gaat om mensen die vlak bij elkaar wonen. En op het moment dat die boete betaald zou zijn, is het conflict daarmee bijna al weer aan de gang. Want de een loopt te stralen vanwege die boete voor de ander, en de ander ziet dat. Wat je wil is dat het conflict wordt opgelost. Dat gedrag verandert. Vooral als mensen met elkaar verder moeten is het van belang dat schade wordt gecompenseerd en de relatie wordt hersteld. En dat laatste moeten professionele mediators doen. Van de Beek: Afgelopen vrijdag deed ik een meervoudigekamerzitting. De zaak: een zoon had gedurende een aantal jaren duizenden euro’s verduisterd van zijn bejaarde moeder. Wel had hij twintig jaar lang voor haar gezorgd. Maar op een gegeven moment zag zijn zus
8 | Dubbelinterview - Opportuun 10 - november 2013
allerlei rekeningen langs komen, en nam ze de financiën over. Ze merkte wat er was gebeurd en was witheet omdat haar moeder belazerd was. We hebben de zoon gedagvaard en op zitting voorgesteld om toch een mediation te proberen. Toen ik de zus eerder telefonisch voorstelde om te gaan mediaten was het nog “No way”. Ik heb haar gevraagd er toch over na te denken: hoe wilde ze dat het nu verder ging in de familie. “Ja maar”, zei ze, “dan ontspringt hij de dans”. Ik zei: “Het feit dat u tot een oplossing van het probleem komt, betekent niet dat ik geen straf eis. Alleen houd ik daarbij wel ernstig rekening met de mediation.” Ze ging naar de zitting, als civiele partij. En toen de rechtbank op mijn voorstel haar vroeg: “Bent u bereid mee te werken?”, antwoordde ze: “Ja, ik wil deze kans mij niet laten ontnemen.” Nou, er was net een pilot gestart, dus die mediation komt er. Da’s mooi toch? Ik heb kunnen meehelpen bij het oplossen van een probleem, in plaats van alleen maar een door mij persoonlijk gevoeld wraakgevoel in een strafeis neer te leggen. Zijn er ook strafzaken die zich nooit voor mediation zullen lenen? Penn: Dat denk ik wel. Zo kan ik me niet goed voorstellen dat een vrouw die door een onbekende wordt verkracht, behoefte aan bemiddeling heeft. Het zou nogal pijnlijk worden als daarna een officier van justitie haar gaat voorhouden: “Zeg, zullen we eens een rondje mediation beginnen?” Van de Beek: Maar in andere zaken,
Wat is mediation? Het College van PG’s heeft vastgesteld dat mediation drie onderdelen kent. Ten eerste is mediation “herstelrecht”, daarin staat het herstel van de relatie tussen slachtoffer en verdachte centraal. Een tweede vorm is de schadebemiddeling waarin dader komt tot vergoeding van de schade die hij het slachtoffer heeft berokkend. De derde en lichtste vorm van mediation is het maken van excuses.
waarbij het slachtoffer verder moet met de dader, kan het voor een officier zinvol zijn om te kijken of je een slachtoffer wat kunt weghalen uit de vergeldingsgedachte. Of je “restorative justice” kunt inzetten. Zitten er risico’s aan mediation? Penn: Die zitten er zeker aan. Het is niet meteen gegarandeerd succes. Denk aan partijen die een ongelijke relatie hebben. Bijvoorbeeld een huiselijk geweldszaak, waarin – het spijt me, heren – het toch meestal de man is die het geweld gebruikt. Het lijkt me heel lastig om die ongelijkheid eruit te krijgen met een beetje mediation. Dan loop je het risico dat die vrouw, omdat ze onderdrukt wordt, heel goed meewerkt met die mediation, en het tot een overeenkomst leidt. Maar dan zijn ze nog niet eens thuis, of het is al weer begonnen. Stel dat je dan als officier hebt gezegd: “O, de mediation is geslaagd, dus doe maar een voorwaardelijk sepot, op voorwaarde dat het niet nog een keer gebeurt”. En stel dat die vrouw drie maanden later wordt doodgeslagen. Dan sla je je wel voor je kop: hád je maar ingegrepen. Dus het moet wel heel goed gaan en het
moet blijvend effect hebben. Het moet ook gaan om een bekennende verdachte. We gaan het niet doen als een verdachte ontkent; dat zou onzinnig zijn. Je moet ook profes sionals als mediators hebben. Van de Beek: we moeten het instrument niet inzetten bij calculerende verdachten.
ment? Het OM kent de ZSM-academy. Daarin komen cursussen waar dit ingebracht wordt. Want je moet dit ook gewoon trainen.
Moet mediation helemaal slagen, of is het al mooi als partijen elkaar halverwege tegemoet zijn gekomen? Penn: Dat lijkt mij wel het uitgangspunt: het lukt wel of het lukt niet. Mediation inzetten, da’s voor de Het heeft wel of niet effect. Zoals de aanklager wel uit zijn klassieke rol partijen ook zélf bepalen of ze hun stappen. handtekening onder een overeenVan de Beek: Toen ik eind tachtiger komst willen zetten. Kijk, we moet jaren officier werd, stond conflicten het niet gaan romantiseren: die twee oplossen ook behoorlijk voorop. Voor hoeven niet van elkaar te gaan sommigen is het misschien wennen. houden. Maar als mediation tot een Maar je kunt het zien als extra overeenkomst leidt, als er schade is mogelijkheid, waarbij een goede vergoed, als er sorry is gezegd en er beslissing soms vergt dat je even de handen zijn geschud - ook al gaat tijd neemt. Ook als daardoor een daarna ieder zijns weegs – dan vind enkele zaak wat langer duurt, ik het goed. Dat kan een acceptabel hebben we dat er graag voor over. In resultaat voor de officier zijn. En wat het jeugdstrafrecht ís men er al mee acceptabel is, daar moet de officier bezig trouwens. Dat is er op gericht van te voren goed over nadenken. om jeugdigen in een “herstelsituatie” Van de Beek: Een officier kan direct te brengen met degene die hij aangeven tegen mediation te zijn. benadeeld heeft. Als de verdediging mediation Penn: Het is niet zo zeer moeilijk voor voorstelt, kan hij zeggen: “Ik wil geen mediation, want ik heb er te officieren. Het vraagt om alertheid, weinig vertrouwen in. En te veel om een lampje dat gaat branden: is zorgen over recidivisme. Ik houd vast mediation hier het geschikte instru-
|9
Pilots gestart In oktober zijn zes arrondissementen een proefproject met mediation in de het strafrecht gestart. Dat zijn de arrondissementen NoordHolland, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Oost-Brabant en ZeelandWest-Brabant. Daarbinnen kan onderscheid worden gemaakt. In Noord-Holland, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Oost-Brabant richten de pilots zich op de inzet binnen de ZSM-werkwijze. In ZeelandWest-Brabant en (ook weer) Amsterdam richten de pilots zich op de jeugd. Het OM organiseert de pilots samen met de Raad voor de Rechtspraak, Slachtofferhulp Nederland en Slachtoffer in Beeld. De pilots zijn mede een gevolg van de resultaten van een project in Maastricht. Daar vonden tussen 2000 en 2010 1474 bemiddelingen plaats, waarvan er 1024 (69,5 procent) tot een overeenkomst leidden. Met name bij diefstal, bedreiging, vernieling en mishandeling bleek bemiddeling succesvol. Eveneens vorige maand startte in gemeente Spijkenisse een pilot “in de politiefase”. Daar is de filosofie dat waar mogelijk het conflict aan burgers kan worden “teruggegeven”, (in plaats van van hen afgenomen door het reguliere strafrecht). In Spijkenisse bemiddelen politie mensen, agogisch medewerkers van de gemeente en bureau Halt.
aan mijn strafeis.” Als de rechter later toch met een veel lagere straf komt, kun je vanuit je recidive-verantwoordelijkheid in appel gaan.
moet wel kunnen zeggen: “Ik vind dat dit geval zich voor mediation leent, en als dat lukt dan pakt mijn strafeis straks zus en zo uit.”
Maar het is geen of-of: kies je als officier voor mediation dan verspeel je je eigen bevoegdheden in een zaak? Penn: Je moet voorkomen dat een situatie alsnog uit de hand loopt, nadat je een zaak seponeerde omdat de partijen elkaar in de mediation vonden. Soms wil je weten of het herstel na de mediation beklijft. Daarom kun je ook je beslissing aanhouden en zeggen: “Ik neem de beslissing niet nu, maar over bijvoorbeeld driekwart jaar.” We moeten er niet angstig over gaan doen: de officier houdt gewoon het laatste woord. Hij bepaalt hoe een strafbeschikking eruit ziet. Hij bepaalt of hij naar de rechter gaat en hoeveel straf hij daar vordert. Het kan nooit zo zijn dat hij niet meer kan doen wat hij vindt dat hij moet doen. Dat moet hij ook aan de voorkant duidelijk maken. Maar hij
De mediators, vertrouwen we die? Van de Beek: Het zijn professionele mediators die in de pilots gaan meedoen. Ze zijn afkomstig van Slachtoffer in Beeld en het Nederlands Mediation Instituut. En ze zijn aangewezen door ons en de minister. Dat deel geven we echt uit handen. En met het resultaat zijn wij weer aan zet. De opleiding tot mediator is zwaar, en duurt twee of drie jaar. Het zijn vaak advocaten. En psychologen.
verborgen zorgen die bij mensen leven. Ze kijken of ze die naar boven kunnen halen, of ze die bespreekbaar kunnen krijgen, en proberen dan tot een oplossing te komen. Controleert de officier de mediator, bijvoorbeeld door de partijen later te vragen hoe hun mediator het deed? Van de Beek: Nee, we werken met gekwalificeerde mediators, daar moet je op vertrouwen. Maar het is geenszins zaken-uit-handen-geven. Het mooie is juist: de trend is precies andersom. De officier van justitie heeft steeds meer mogelijkheden en kan steeds meer zelf kiezen. Het is niet meer kiezen uit slechts een geldboete of dagvaarding. Dat zijn vaak maar botte instrumenten. Het OM is juist bezig het conflictop lossend vermogen van het strafrecht veel meer te gebruiken en vaak juist oplossingen buiten het strafrecht te zoeken: het bestuur, de bemiddelende politie. En dan kan het OM zelf… wat kijk je kritisch? Eh, omdat ik bang ben dat het vreselijke woord “betekenisvolle interventie” nu snel gaat vallen Van de Beek: Dat zal je van mij niet horen, want ik vind dat maar pretentieus. Omdat je dan zegt: ik intervenieer en ik weet nu al dat dat betekenisvol zal zijn. Maar los van het woord, je benadering moet zijn: hoe halen we het conflict er uit? Zodat we het strafrecht niet hoeven aan te wenden. En in dat antwoord krijgen officieren steeds meer ruimte voor eigen initiatief. Het College wil minder stringent richtlijnen gaan schrijven. Zo kan de professional ook meer rekening houden met de positie van slachtoffers. Mediation past daar mooi bij. Dat kan ook in ZSM en Veiligheidshuizen. Daar komt het allemaal bij elkaar: met partners als slachtofferhulp en reclassering direct bij je. Wat dat betreft wordt het vak steeds aantrekkelijker.
Waar is de belangrijkste kwaliteit van een mediator? Van de Beek: Ze hebben geleerd neutraal gesprekken te leiden. Ze houden het evenwicht tussen de deelnemers in de gaten. Om die balans te bewaren, zullen ze zich ook af en toe tegen iemand moeten keren. Tekst: Pieter Vermaas Verder luisteren ze heel goed. En ze Foto’s: Robin Utrecht hebben psychologisch inzicht in de
10 | Dubbelinterview - Opportuun 10 - november 2013
Manke oplichter
Ontkennen tot het gaatje
´Ik ben hier slachtoffer.´ Meneer El M. leunt zelfverzekerd achterover in zijn stoel, de armen over elkaar geslagen. ‘Ik ben niet schuldig, en ik ga dat keihard bewijzen.’ Hoofdschuddend, ongelovig glimlachend soms, heeft hij aangehoord hoe de officier van justitie de tenlastelegging uitsprak. Die telt zeven feiten: allemaal oplichting, afpersing of pogingen daartoe, allemaal gepleegd in Zwolle, en allemaal min of meer op dezelfde manier. De slachtoffers, vrouwen, reden achteruit vanaf een parkeerplaats. Allemaal kregen ze te maken met een man die hen in gebrekkig Nederlands duidelijk maakte dat ze niet goed hadden uitgekeken: ze hadden hem geraakt, of zijn fiets, of zijn mobiele telefoon kapot gereden. Hij had ze een kapot mobieltje laten zien, of een wondje aan zijn been, en had ze op intimiderende toon te verstaan gegeven dat er moest worden betaald. Geen grote bedragen - tientjes, vijftig euro. De slachtoffers, overrompeld, betaalden bijna allemaal. Soms cash, soms waren ze met de dader naar een pinautomaat gereden. ‘Die mensen zijn toch niet allemaal gek, naar die automaat te gaan?’, roept de verdachte uit. ‘Allemaal niet klopt mijnheer! Sorry dat ik word kwaad, maar ik ben slachtoffer. Niet alleen boos, maar ook nog
hart bloeden van binnen.’ ‘Het lijkt er wel een beetje op dat het elke keer op dezelfde manier is gegaan’, zegt de politierechter. De verdachte onderbreekt hem, heftig gebarend: ‘Ik probeer te helpen officier van justitie om dader te vinden!’ ‘Nu moet je luisteren’, fluistert de advocaat zijn cliënt nadrukkelijk in het oor – hij weet dat het er niet beter op wordt zo. De rechter loopt een voor een de feiten op de tenlastelegging door. ‘We zitten wel met zeven aangiftes van mensen die allemaal aangeven dat u ze hebt opgelicht of hebt geprobeerd ze op te lichten’, merkt hij op. ‘Met één van de slachtoffers hebt u zelfs een verzekeringsformulier ingevuld waar uw naam op staat. En alle signalementen lijken op elkaar.’ ‘Leugens!’, zegt meneer El M. verontwaardigd. ‘Wat mij betreft heb ik alles besproken’, zegt de rechter kortaf. Eerder die ochtend zijn alle zaken enorm uitgelopen, hij heeft geen zin in theater. ‘De verdachte stelt zich op het standpunt dat hij nergens wat mee te maken heeft’, vat de officier van justitie samen. ‘Maar uit het dossier rijst toch een ander beeld op.’ Ze somt nog maar eens op: zeven aangiftes, onafhankelijk van elkaar gedaan, steeds dezelfde
modus operandi, en steeds een zelfde signalement. Ze eist acht maanden gevangenis, met aftrek van voorarrest. Nou nou, vindt de advocaat, dat gaat wel erg snel. Het ene slachtoffer heeft het over een Turkse man, de ander over een Marokkaan, de leeftijd wordt geschat van 30 tot 50 plus, de een heeft het over redelijk Nederlands, de ander over gebrekkig Nederlands. ‘Om nou te zeggen, dat is allemaal mijn cliënt, dat is mij te kort door de bocht.’ Hij wil vrijspraak, en anders een celstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, eventueel met een voorwaardelijk deel en een werkstraf. ‘Uw advocaat laat wijselijk steeds één detail uit het signalement weg’, zegt de rechter tegen de verdachte, ‘en dat is dat de dader mank loopt. En toen u de zaal binnenkwam, heb ik gezien dat u ook moeilijk loopt. Ik denk dat u het wel was. Ik acht alle feiten primair bewezen. U hebt een geraffineerde, verwerpelijke methode gebruikt om deze vrouwen te overvallen, en ik veroordeel u daarvoor tot zeven maanden met aftrek van voorarrest. U mag daartegen in hoger beroep gaan.’ ‘Absoluut!’, zegt mijnheer El M. stellig, en hinkt achter de parketpolitie aan de zaal uit. Tekst: Lars Kuipers. Illustratie: Guusje Kayk
Opportuun 10 - november 2013 - De Zaak | 11
Over kopschop pers, koppenmakers en togadragers
OM, advocatuur en rechtspraak organiseerden
Media, publiek en politiek tonen zich steeds geïnteresseerder in strafzaken. Ook togadragers nemen vaker deel aan het debat buiten de rechtszaal. Een goede ontwikkeling? ‘De rechtszaal is de enige plek waar schuld en onschuld worden vastgesteld’, klonk het onlangs tijdens de thema-avond “Het volk en zijn rechtspraak”. ‘Er zijn hier meer meesters dan mensen’, grapte gastheer en schouwburgdirecteur Melle Daamen in zijn openingswoord. In zijn Amsterdamse Stadsschouwburg werd op 19 september de themaavond “Het volk en zijn rechtspraak” gehouden, in opdracht van het OM, de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad voor de Rechtspraak. En inderdaad, de 450 aanwezigen hadden voor het overgrote deel een meesterstitel en onder hen waren veel togadragers: rechters, officieren van justitie en advocaten. Met zijn opmerking raakte Daamen een punt dat tijdens de avond regelmatig terug zou komen. Namelijk dat togadragers in de rechtszaal een rol aannemen die ook een belangrijke symboli-
12 | Actueel - Opportuun 10 - november 2013
sche waarde heeft. Hoe verhouden die rol en symboliek zich tot de toenemende roep om transparantie? Wat is het effect op het publieke vertrouwen als de mens onder de toga nadrukkelijker naar voren treedt?
Maatschappelijke onrust Over die wisselwerking tussen rechtspraak en mediaaandacht werd aan de hand van drie zaken gedebatteerd. Robert M., de Eindhovense “kopschoppers” en de Hells Angels. In de eerste zaak vonden de Amsterdamse hoofdofficier Theo Hofstee en NRCjournalist Folkert Jensma dat het tonen van foto’s van de verdachte op de eerste persconferentie te billijken was. Er was sprake van grote maatschappelijke onrust
“Het volk en zijn rechtspraak”
en ook waren nog niet alle slachtoffers in beeld. Advocate Lucy Oldenburg vond het onacceptabel dat het OM ‘voortdurend persberichten uitbracht, terwijl de advocaten niet bij hun cliënt konden die immers in beperkingen zat’. Ook in zaak van de Eindhovense “kopschoppers” stelde rechter Wouter van de Berg dat het gebruik van beelden, gezien het opsporingsbelang, geoorloofd was. Persofficier Ernst Pols vulde hierop aan dat de dynamiek van de sociale media niet te voorspellen is. ‘Beelden als die uit Eindhoven tonen we geregeld in opsporingsprogramma’s.’ Soms leiden die tot een hype, meestal niet, aldus Pols. Naar zijn mening kon je het OM er niet voor verantwoordelijk houden als dat gebeurde.
Winnen of verliezen Presentator Maartje van Weegen wierp rond de Hells Angels de vraag op of het OM nu gewonnen had of verloren in deze zaak. Het verbod van de motorclub was immers gestrand, maar het publieke imago van de Hells Angels had een flinke deuk opgelopen. Eigenlijk kan je überhaupt niet spreken over winnen of verliezen, meende hoogleraar strafrecht Theo de
Roos. ‘Het hoort bij de taak van het OM om voor sommige zaken te gaan. It’s all in the game, dat je die soms niet haalt.’ Volgens advocaat Peter Plasman had de Hells Angels-zaak de samenleving duidelijk gemaakt dat het OM fouten kan maken. ‘En dat het de rechter is die uiteindelijk bepaalt wat kan en wat niet kan, die de grenzen bewaakt.’ De Amsterdamse deken Ger Kemper borduurde in een tweegesprek met OM-collegevoorzitter Herman Bolhaar voort op dit thema: ‘De rechtszaal is de enige plek waar schuld en onschuld kan worden vastgesteld, niet in de krant, niet in de media.’ In zijn reactie pleitte Bolhaar voor “nabijheid in communicatie”. ‘Contro versiële vonnissen of requisitoiren moet je goed uitleggen, ook via de media. Dat kan prima in combinatie met gepaste distantie.’ Het laatste woord was aan Kemper die bekende ‘de pest’ te hebben aan het woord transparantie. ‘Als advocaat of rechter ben je geen mens maar heb je een rol in een rollenspel. Soms voel ik mij ongemakkelijk bij het verdedigen van een cliënt. Dan helpt die toga mij, want die maakt duidelijk dat ik een functie heb te vervullen.’ Foto: Julie Hrudova
| 13
Vijftien jaar cel kreeg Erik E. in 2007 voor het afslachten van zijn vrouw Kathleen. In hoger beroep Caroline Krol:
volgde een vrijspraak, maar
‘Ik werd geraakt door de gruwelen’
AG Caroline Krol slaagde er na cassatie door de Hoge Raad in de man toch weer achter de tralies te krijgen. ‘Achttien jaar cel voor een mensonterende daad…’
Het drama Kathleen Cremers
Afgeslacht worden door je eigen man
14 | Naam artikel - Opportuun 10 - november 2013
Op 15 maart 2006, ’s avonds rond half tien, roept Erik E. (35) aan de Wasbloem in Venray in paniek een buurman bij zich binnen. Hij is net teruggekeerd van een klusje in Meerlo en trof zijn vrouw Kathleen Cremers (30) zwaar toegetakeld aan in een grote plas bloed in zijn woning. Zijn twee kinderen Jarno en Milou lagen boven te slapen. Diep geschokt alarmeert de buurman om 21.34 uur via 112 de politie. Het is het tragische begin van een weerzinwekkende moordzaak, die zich al vele jaren voortsleept (zie ook kader ‘Slopend en verlammend’ – red.) en die momenteel opnieuw bij de Hoge Raad ligt. ‘Daadwerkelijk een achtbaan, een case met compleet tegengestelde wendingen waarin je van de ene naar de andere kant schiet,’ karakteriseert Caroline Krol, advocaat-generaal in het ressort Arnhem-Leeuwarden, de gruwelmoord op Kathleen, een vrouw die oprecht hield van haar man maar die in diens ogen bitter weinig goed kon doen. Door onder andere de succesvolle aanpak van de AG zit de moordenaar van een naar regelmaat en harmonie verlangende moeder van twee kinderen in de cel. ‘Achttien jaar voor zijn mensonterende daad. Na eerder vijftien jaar cel – in Roermond - en vervolgens vrijspraak – in Den Bosch - als rechterlijke uitspraken te hebben gehoord. Een terechte veroordeling van een geraffineerde, echt uitgekookte man, die zelfs jarenlang min of meer is geloofd door naasten en vrienden van hem én van Kathleen’, verklaart de gedreven, jeugdig ogende AG gedecideerd.
Opportuun 10 - november 2013 - Alles afwegende | 15
Fantasierijke maar geloofwaardige verhaaltjes kon Erik E. uitstekend vertellen. Hij was daar trots op, zoals hij een keer letterlijk in het PBC in Utrecht beweerde. “Ik kan goed liegen… mijn leugens zijn goed doordacht.” Daarom heeft hij in de loop der jaren ook drie scenario’s over de schanddaad in zijn eigen huis uitgedokterd. 1. Een volstrekt argeloze Erik E. komt in maart 2006 ’s avonds thuis van een extra klusje in Meerlo en krijgt bijna een attack van het ijzingwekkende tafereel waarmee hij wordt geconfronteerd. Kathleen, toegetakeld, dood op de grond. 2. Voordat hij de bewuste avond naar het adres van de opdrachtgever voor de klus vertrekt, komen twee hem onbekende mannen hem vragen een meterkast voor een hennepkwekerij te maken. Bij een schermutseling die ontstaat, wordt Kathleen aan de kant geduwd en komt ten val. Erik jaagt de kerels weg en vertrekt naar Meerlo. (In die woning laat hij, onder andere bij het handenwassen op het toilet, bloedsporen van Kathleen achter.) Thuis vindt hij z’n vrouw. 3. Twee mannen - één van hen kent Erik als John van Beers – komen deze avond een meterkast voor “plantjes” bij E. afhalen en een nieuwe bestellen. Kathleen wil dat absoluut niet meer en krijgt woorden met haar man (die zij graag meer thuis zou
‘Slopend en verlammend’ Recent hoorde Caroline Krol dat het nog maanden kan duren voordat de Hoge Raad zich buigt over het cassatieberoep van Erik E. ‘We zijn zeveneneenhalf jaar verder en nog is dus de vreselijk lange, dwingende rechtsgang niet ten einde,’ stelt de AG bitter vast. ‘We moeten niet onderschatten hoe slopend, verlammend dit is voor de ouders, broer en zus en andere naasten van Kathleen. Hun leven staat stil… Kathleens zusje Anita vertelde me dat ze zo intens door de lange duur van de rechtsgang in beslag werd genomen, dat ze maar weinig herinneringen aan de jonge jaren van haar kinderen heeft. Juist voor al díe mensen zal ik er als AG ook alles aan doen om deze tragedie eindelijk af te kunnen sluiten.’ De essentie van haar vurige pleidooi: ‘Geef alsjeblieft voorrang aan dit soort zware zaken. Dat moet gelden voor de onderzoeken van het NFI en de IFS, de PBC, feitelijk voor het hele rechtssysteem van ons.’
16 | Alles afwegende - Opportuun 10 - november 2013
willen zien). De ruzie escaleert zo dat Erik in de garage een keper (balkje) gaat halen om zijn vrouw te slaan en hij steekt haar bovendien met een schroevendraaier. Dan wordt hij door een geagiteerde Van Beers weggeduwd en ziet dat deze “iets bij het gezicht van mijn vrouw” doet. En opeens stroomt daar veel bloed om Kathleen heen… Erik moet overgeven op het toilet, geeft zijn ernstig gewonde vrouw een kus en gaat gewoon klussen. En John van Beers? Die is na zijn daad doodgemoedereerd de deur uitgelopen en… voor altijd verdwenen. Dan Eriks “vreselijke shock” bij thuiskomst…
Gedeeltelijke bekentenis In scenario nummer 3 legt E. dus – in een zitting van het Hof in Arnhem van 20 september 2011 – eindelijk een gedeeltelijke bekentenis af. Het toetakelen van zijn echtgenote met het balkje en met de schroevendraaier geeft hij toe, maar voor de granietharde en fatale laatste fase van de mishandeling wijst hij naar de mysterieuze Van Beers, een figuur die door de opsporingsmensen met geen mogelijkheid te traceren is. ‘Nee, E. heeft tot op de dag van vandaag nooit toegegeven dat John van Beers niet bestaat. Mijn standpunt ter zitting was dat híj ook de man is die Kathleen de hals heeft doorgesneden,’ verklaart Caroline Krol. ‘Elke keer als ik met het dossier wordt geconfronteerd, ben ik steeds weer geraakt door de gruwelen die Kathleen heeft moeten doorstaan. Uit onze onderzoeken kwam naar voren dat het slachtoffer honderd letsels zijn toegebracht. Met drie wapens: de keper, een schroevendraaier en een mes. Ze had zeventig steken met de schroevendraaier en vier diepe sneden in de hals opgelopen plus vele bloeduitstortingen, stompe trauma’s en huidbeschadigingen door het afweren. Erik E. was zonder zijn gedeeltelijke bekentenis pertinent ook veroordeeld. In mijn requisitoir, op 1 oktober 2012, heb ik over het slot van dat derde scenario van hem letterlijk gezegd, dat dat zó onvoorstelbaar, niet invoelbaar en daardoor ongeloofwaardig is dat al die beweringen zelfs zonder weerlegging terzijde kunnen worden geschoven. Het Hof in Arnhem dacht er hetzelfde over en bepaalde in zijn arrest een gevangenisstraf van achttien jaar. Ik had twintig jaar geëist.’
Aanvullend onderzoek In een vraaggesprek over het opzienbarende levensdelict wenst AG Krol specifiek te benadrukken dat je als advocaat-generaal in een hoger beroep wel degelijk het verschil kunt maken. ‘In de tweede lijn, en dat is een beetje
‘Soms kun je in hoger beroep het verschil maken’ OVER CAROLINE KROL (46): Haar dagelijks werk als ovj en, sinds drie jaar, als AG slokt Caroline Krol (samenwonend, geen kinderen) feitelijk helemaal op. Een hbo-opleiding tuin- en landschapsinrichting heeft zij nog een respectabele tijd volgehouden, maar met die creatieve nevenactiviteit is zij toch gestopt. Ten faveure van haar “veeleisende, rationele en analytische beroep”. In 1993 studeerde zij in Groningen af in fiscaal recht. Haar eerste baan kreeg zij bij de belastingdienst in het naburige Haren. Twee jaar later verhuisde zij naar de douane in Rotterdam. ‘In Leiden ging ik er toen allerlei vakken in strafrecht bijdoen, omdat mijn belangstelling daarvoor bij de belastingen al was gegroeid,’ aldus de advocaat-generaal. In 2000 werd zij ovj in Den Haag, drie jaar later gevolgd door een benoeming in Zutphen, waar zij zeven jaar afwisselend als TGO-, CIE-, FO- en kwaliteitsofficier optrad. Sinds 2010 doet AG Krol in het ressort Arnhem-Leeuwarden grote zaken als mensenhandel en speelt zij een rol in het “virtuele team”. Dé drijfveer van de OM’er? ‘Dat is naast de spanning van het vak mijn diepgewortelde rechtvaardigheidsgevoel. Onbegrijpelijk dat zoveel mensen slecht willen of doen. Ons strafrecht kan zéker belangrijk bijdragen aan een andere, betere samenleving. Utopisch misschien, maar ik strijd voor die maatschappij waarin je de ander geluk gunt en hij jou…’
een frustratie van me, lukt dat lang niet altijd, maar deze zaak laat zien dat dat wel kan,’ zegt de OM’er bescheiden, trots maar ook licht excuserend. De succesformule volgens haar? ‘Een brug slaan, met veel regelmatige contacten, tussen de eerste en tweede lijn én het belang dat de AG’s in overleg met de Cassatiedesk ook bij vrijspraken in ernstige zaken serieus overwegen appel in te stellen en kritisch te bekijken of aanvullend onderzoek mogelijk en wenselijk is.’ En detail en systematisch, soms druk gesticulerend, analyseert zij de werkwijze van haar en haar naaste medewerkers. Vanaf het arrest van de Hoge Raad, in maart 2010, waarin het Arnhemse gerechtshof de zaak kreeg toegewezen, tot en met de veroordeling van E., nu zo’n jaar geleden. Krol: ‘We begonnen met een meeting met vijf mensen die betrokken zijn geweest bij dit drama. Tactische en technische rechercheurs, de officier in Roermond en de AG in Den Bosch. Dat is uitzonderlijk nadat een zaak al een keer in hoger beroep is behandeld en afgedaan. Welk aanvullend onderzoek kan nog extra inzicht verschaffen in de mogelijke dader(s)? was de vraag. Het Hof stemde in met tien onderzoekswensen en –vragen, die we volledig konden gaan uitdiepen. Zoals getuigen horen, DNA-, bloedsporen- en dactyloscopisch onderzoek op tal van locaties en kleding en vooral een second opinion-sectierapport, zo mogelijk veel verfijnder. Ik heb een enorme bewondering voor de mensen van het NFI en de IFS, die met hun vakmanschap met zeer belastende uitkomsten voor verdachte E. kwamen. “I rest my case”, dacht ik onmiddellijk toen ik de resultaten voor me had liggen.’ ‘Toen ik in Arnhem was benoemd, zat ik echt te wachten op een grote zaak. En die kwam dus… Dit aangrijpende delict. De case staat in mijn persoonlijke Top-Tien,’ geeft de AG toe. ‘Ik zal Kathleen nooit vergeten. Nota bene afgeslacht worden door de man die je uit liefde hebt gekozen, de vader van je kinderen. En die dader? Hij ziet zichzelf als slachtoffer. Is vooral begaan met zijn eigen lijden. Erik heeft nooit meer gesproken over het slachtoffer en heeft ook geen oprechte spijt betuigd voor wat hij bijvoorbeeld de kinderen heeft aangedaan.’ Tekst: Gerard Trentelman | Foto’s: Robin Utrecht
| 17
kortom
Kijk voor meer actueel nieuws op www.om.nl
OM is benieuwd naar uw mening Het Openbaar Ministerie brengt dagelijks verdachten van een misdrijf voor de rechter en formuleert daar een strafeis. Maar wat vindt de samenleving eigenlijk van de hoogte van deze strafeisen? Vinden burgers de strafeisen te mild, te hoog of moet er misschien op andere wijze bestraft worden? Het OM wil graag de mening van burgers horen.
Tijdens het burgerforum wordt -onder leiding van een officier van justitie- gediscussieerd over wat burgers strafverzwarend of strafverlichtend vinden in een aantal fictieve zaken. De resultaten van de burgerpanels gebruikt het OM om te bepalen of de richtlijnen nog passend zijn of voor de ontwikkeling van nieuwe richtlijnen. Dit keer is het onderwerp van het burgerforum ‘ontucht met minderjarigen’. Eerder heeft het OM al de
richtlijnen voor bedreiging, oplichting en verkrachting aangepast en daarbij aspecten uit de burgerconsultaties meegenomen. De burgerfora vinden eind 2013/ begin 2014 plaats in de arrondissementsparketten Limburg, NoordHolland, Den Haag, Oost-Brabant en Noord-Nederland. Het is voor burgers gelijktijdig mogelijk om via een enquête op om.nl hun mening te geven. Zie voor meer informatie www.om.nl
Meer verkeersovertredingen Er zijn 3.423.794 verkeers overtredingen geconstateerd in de maanden mei, juni, juli en augustus 2013. In dezelfde periode in 2012 ging het om 3.255.486 verkeersboetes. De verkeersboetes zijn onder meer opgelegd voor het overtreden van de maximumsnelheid, rijden door rood licht, fout parkeren, het niet dragen van een gordel of helm, handheld bellen en het ontbreken van fietsverlichting. Dat blijkt uit het tweede viermaandelijks overzicht verkeersboetes 2013 dat is samengesteld door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, de Nationale Politie, het CJIB en het Openbaar Ministerie - Landelijk Parket Team Verkeer. Het meren-
deel van de verkeersboetes wordt opgelegd wegens te hard rijden: in totaal 2.826.069 in mei, juni, juli en augustus 2013. Hiervan zijn er 730.206 opgelegd na constatering van een overtreding van de maximumsnelheid bij trajectcontroles. De trajectcontroles op de A2 tussen Amsterdam en Utrecht en op de A4 bij Leidschendam kenden de meeste snelheidsovertredingen. Op 15 juli is de trajectcontrole op de A2 in de richting van Utrecht naar Amsterdam aangezet. Sindsdien zijn op de A2 van Utrecht naar Amsterdam 116.170 overtredingen geconstateerd. Daarnaast hebben trajectcontroles op de A10, A13, A20 en in Zeeland (deels) uitgestaan wegens onderhoud en vervanging van de systemen.
Flitspalen Vanaf oktober 2013 worden digitale flitspalen die eerder dit jaar zijn neergezet ter vervanging van analoge flitspalen, gefaseerd in gebruik genomen. Tegelijkertijd vindt er een herverdeling van taken plaats. Het CJIB wordt verantwoordelijk voor de administratieve verwerking van flitsgegevens van deze nieuwe digitale palen. Dit betekent een vermindering van de administratieve lasten bij de politie. Het Openbaar Ministerie blijft verantwoordelijk voor het verkeershandhavingsbeleid en de politie voor het gebruik van de handhavingsmiddelen. In de regio waar nieuwe palen worden aangezet, kondigt de politie van te voren aan dat de handhaving gaat beginnen.
Vijf nominaties voor justitiële Persprijs Jacques van Veen
Cybercrime-actie via Facebook Op 9 oktober 2013 lanceerde het OM het Facebookaccount Openbaar Ministerie met een actie over cybercrime. Lodewijk van Zwieten, landelijk officier cybercrime, is via Facebook in gesprek gegaan met jongeren. Hij reageerden op vijf herkenbare situaties als het inbreken in computers, het uiten van bedreigingen via social media, heling van gestolen spullen via
internet en het online verspreiden van naaktfoto’s. Deze actie heeft meer dan 45.000 Facebookaccounts bereikt en rond de 600 likes opgeleverd. De meeste bezoekers zijn binnengekomen via tweets die verspreid waren via @ Het_OM Twitteraccount. Daarnaast heeft ook de website van het OM (om.nl) gezorgd voor traffic naar het Facebookaccount.
18 | KortOM -Opportuun 10 - november 2013
Lodewijk van Zwieten: ‘Iedereen kent wel iemand in de leeftijd van 12 tot 23 jaar die een vervelende ervaring heeft gehad op het internet. Maar in veel gevallen wordt daarvan geen aangifte gedaan. Door direct met jongeren te chatten, hopen we meer zicht te krijgen op wat er leeft, wat zij meemaken en of zij zich veilig voelen op het internet.’
De jury van de Persprijs Jacques van Veen 2013 heeft vijf journalistieke producties over recht en justitie genomineerd. De genomineerde producties zijn de televisieserie “De Rechtbank” van productiemaatschappij De Haaien; het documentaire drieluik “Het proces Wilders” van Hans Hermans en Martin Maat; de weblog en rubriek in NRC Handelsblad “De Rechtsstaat” van Folkert Jensma; de weblog en een rubriek in Dagblad van het Noorden “Zittingszaal 14” van Rob Zijlstra; en artikelen in Het Parool over het proces Passage en het boek “De Amsterdamse onderwereld” van Paul Vugts. De Persprijs Jacques van Veen wordt eens in de drie jaar uitgereikt aan de beste
Nederlandstalige publicatie of uitzending op het gebied van justitie. Dit jaar vindt de uitreiking plaats op 7 november in de Industriële Groote Club in Amsterdam. De Persprijs Jacques van Veen heeft als doel de kwaliteit van de journalistiek op het terrein van het recht in het algemeen en de rechtbankverslaggeving in het bijzonder te bevorderen. De prijs is genoemd naar de legendarische rechtbankverslaggever Jacques van Veen van Het Parool, die decennialang een toonaangevende rol speelde in de Nederlandse verslaggeving van strafrechtzaken. Dit jaar ontving de Stichting Persprijs Jacques van Veen meer dan dertig inzendingen.
De jury onder voorzitterschap van Harm Brouwer was onder de indruk van de hoge kwaliteit van het ingezonden werk. De prijs bestaat uit een geldbedrag van 10.000 euro. De Persprijs Jacques van Veen kent een wisselende jury. De jury bestaat dit jaar uit: Harm Brouwer (voorzitter), voorzieningenrechter rechtbank Amsterdam (voorheen voorzitter van het College van procureurs-generaal); Ferd Crone, burgemeester van Leeuwarden, Bas Haan, journalist Nieuwsuur; Lotje van den Puttelaar, advocate; Flip Voets, ombudsman van de Raad voor de Journalistiek in België; en Nicole Zandee, hoofd officier van justitie van het arrondissementsparket Oost-Nederland.
| 19
Maatregelen tegen voetbalgeweld Burgemeesters kunnen straks voor een langere periode een gebiedsverbod, meldplicht of groepsverbod opleggen aan voetbalsupporters die voor het eerst worden betrapt op ernstige verstoring van de openbare orde. Bijvoorbeeld als hooligans rond wedstrijden stenen gooien naar de politie. Dat staat in het wetsvoorstel een voetbalclub te “versterken” met een meldplicht of een gebiedsverwaarmee de ministerraad bod. Zij moeten wel de stellige heeft ingestemd. De maatregel is onderdeel van een verscherpte aanpak om misstanden rond voetbalwedstrijden te voorkomen. Nieuw is dat een gebiedsverbod, meldplicht of groepsverbod rond een thuiswedstrijd kan worden uitgebreid naar uitwedstrijden. Burgemeesters die een betaald voetbalorganisatie in hun gemeente hebben, kunnen daarover onderling afspraken maken. Ook krijgen burgemeesters de mogelijkheid een stadionverbod van de KNVB of van
indruk hebben dat de openbare orde zal worden verstoord. Dat kan het geval zijn als een voetbalhooligan op de tribune heeft gevochten of vuurwerk heeft gegooid naar een vak met supporters van de tegenpartij. Straks kan een burgemeester ook een gebiedsverbod, meldplicht of groepsverbod opleggen voor de duur van 90 afzonderlijke dagen, verspreid binnen één jaar. Daarmee kan een hooligan doelgerichter worden aangepakt; zo’n sanctie sluit beter aan bij het wedstrijdschema in
het betaald voetbal. Daarnaast introduceert dit wetsvoorstel een mogelijkheid om een meldplicht bij stadionomgevingsverboden bijvoorbeeld uit te voeren door digitale melders met vingerafdruk herkenning. Nieuw is ook een gebiedsgebod dat de stafrechter kan opleggen. Het is een soort huisarrest waarmee wordt voorkomen dat hooligans op verschillende plaatsen strafbare feiten plegen. Daarnaast kan de maximale duur van de rechterlijke vrijheidsbeperkende maatregel wordt verhoogd van twee naar vijf jaar.
Aanpak straatroven in uitgaansgebieden Om het aantal straatroven in uitgaansgebieden verder terug te dringen is samenwerking gezocht met Koninklijke Horeca Nederland. Een groot deel van de straatroven vindt plaats in en om horecagelegenheden. Het gaat de daders vooral om mobiele telefoons. Bezoekers van horecagelegenheden zijn makkelijk doelwit. Klanten worden erop gewezen dat ze hun telefoon in de gaten moeten houden om te voorkomen dat ze besto-
len worden. Om straatroven en overvallen te voorkomen starten tien pilots in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Haarlem en Breda. Jongeren Bij bijna de helft van alle straatroven gaat de dader er vandoor met een mobiele telefoon. Jongeren zijn de grootste risicogroep. Met de campagne “Hier waak ik” worden jongeren opgeroepen om een speciale volg-app te installeren. De te downloaden software-applicatie maakt het mogelijk om het toestel
20 | KortOM -Opportuun 10 - november 2013
Forse stijging inbraakclaims Het aantal inbraakclaims is in vijf jaar tijd fors gestegen van gemiddeld 2.500 per maand in 2008 naar ruim 3.500 per maand in 2012 - een toename van veertig procent. Dit staat in de Risicomonitor Woninginbraken van het Verbond van Verzekeraars. Het Verbond maakte een analyse gemaakt van inbraakclaims die verzekeraars de afgelopen vijf jaar registreerden in het Centraal Informatie Systeem.
vorig jaar ruim 91.000 keer is gepoogd in te breken. In ruim 60.000 gevallen lukte dat ook. Omgerekend betekent dit dat elk jaar in één op de 88 woningen wordt geprobeerd in te breken. Uit de analyse van inbraakclaims (vorig jaar gemiddeld 115 per dag) blijkt dat inbrekers het meest actief zijn in de donkere maanden van oktober tot en met maart, met een duidelijke piek tijdens de beide kerstdagen.
Piek met kerst Nederland telt 7,25 miljoen woningen. Uit politiegegevens blijkt dat er
Beeld per provincie en stad Inwoners van de provincie NoordBrabant hebben de meeste kans op
inbraak: per duizend huishoudens noteren verzekeraars daar jaarlijks 6,3 claims. Ook in Utrecht (5,2) en Limburg (5,1) ligt het aantal claims hoog. In Groningen (1,7) en Friesland (1,8) zijn inbrekers veel minder actief. Wie verhuist van Groningen naar Noord-Brabant, ziet het inbraakrisico met 262 procent stijgen. Van de grote steden komt Groningen als veiligste stad uit de bus, in Breda, Almere en Nijmegen liggen de inbraakkansen tot vier keer zo hoog.
Omgeslagen Hallo
Ammehoela
‘Natuurlijk ben ik gevleid als iemand met een bepaalde naam in het wereldje naar me vraagt. Hallo, ik ben ook ijdel.’ Advocaat Nico Meijering, Vrij Nederland, 5 oktober 2013
De cultuur bij het OM is er nog steeds een van onkreukbaarheid en men doet nooit iets opzettelijk fout. Ammehoela! Opnieuw Nico Meijering, Vrij Nederland
Als de dood
Boetes
Als strafrechtadvocaat draag ik bij aan een beter functionerende rechtstaat, hoe hoogdravend dat misschien ook klinkt. Ik ben als de dood dat bepaalde vrijheden waarvoor in de Tweede Wereldoorlog is gestreden steeds verder ingeperkt gaan worden.’ Nogmaals Meijering
‘Als iemand vijftien tot twintig boetes per jaar binnen krijgt, gaat dat niet meer per ongeluk.’ Jolieke Mesken, onderzoekster wetenschappelijke instituut voor Verkeersveiligheid, Trouw 17 oktober 2013
(maar ook tablet of laptop) na diefstal terug te vinden. Horeca Ondernemers hebben een eigen rol en verantwoordelijkheden als het gaat om veiligheid en het bestrijden van criminaliteit. Ondernemers kunnen veel voordeel (minder diefstal, minder schade en dus meer rendement) behalen door het nemen van preventieve maatregelen. Geen dure, technologische aanpassingen, maar eenvoudige, sociale maatregelen die minstens zo belangrijk zijn als het gaat om preventie.
Opportuun 10 - november 2013 - OMgeslagen | 21
‘We zijn populair, hè?’ Nachtje rijden-onder-invloed bij de CVOM
Een verbalisant die midden in de nacht een dronken bestuurder aanhoudt, kan een kwartiertje later zijn verdachte een dagvaarding meegeven. Het kan, nu de CVOM 24 uur beschikbaar is voor meldingen van de politie. Opportuun keek nuchter mee. Hoofdbureau van politie Utrecht, zaterdag 5 oktober, 02.37 uur. ‘‘Ja, de rijbewijsgegevens kun je ons mailen’, antwoordt administratief-juridisch medewerker Jeroen Bakker door de telefoon aan de agent op straat. De agent heeft zojuist een automobilist een blaastest en ademanalyse laten doen. De agent heeft zijn zaak telefonische aangemeld bij de Centrale Verwerking OM, dat deze nacht de rijden-onderinvloedzaken verwerkt op de ZSM-locatie van de Utrechtse politie.
Bakker neemt snel een slok van zijn cappuccino uit zijn plastic beker. ‘O, je hebt geen scanapparaat in de buurt en je wilt faxen? Nee, sorry, daar doen we hier niet aan. (…) Aha, je kunt tóch scannen? Mooi! Eens kijken, je hebt de verdachte aangehouden, hè? Speelt er meer dan alleen artikel 8 (rijden onder invloed – red.)? (…) Goed, als je ons dan mailt, zet dan graag de naam van de verdachte in het onderwerp-venster. Zet er ook even je telefoonnummer bij. Dan gaan wij daarna voor je aan de gang. Als alles in orde is krijg je van ons een dag-
vaarding teruggemaild met een ZSM-voorblad eraan vast. Hoeveel microgram per liter was er vastgesteld in de ademanalyse? (…) 730? Ja, dat wordt dagvaarden. Goed, stuur je gegevens naar
[email protected]. Ja? Oké, helemaal goed! Werkze nog!’ Aan een blok van vier bureaus zitten vier CVOM’ers. Drie administratief-juridisch medewerkers (AJM’ers). Plus Alexander Vroomen, projectleider/sectiehoofd ZSM. Zij nemen beslissingen in rijden-onder-invloedzaken (artikel 8 Wegenverkeerswet) die agenten telefonisch bij hen aanmelden. Het gaat om bestuurders die op een controlefuik van de politie stuitten. En om aangeschoten lieden die als “bijvangst” tijdens een gewone politiedienst moesten blazen. 02.40 uur. Tring, tring. ‘Goedemorgen, ZSM-CVOM, met Jeroen Bakker. (…) Oké. Wat was er geblazen? (…) Is het een ervaren of beginnend bestuurder? (…) Heb je het rijbewijs ingevorderd? (…) Is de verdachte aangehouden?
(…) Speelt er meer dan artikel 8 (…) Kunt u ons de gegevens mailen. Wat is de naam van de verdachte ? (…) Spel je dat net als de voetballer? Er bellen nu wel drie, vier mensen direct achterelkaar, maar we gaan ons stinkende best doen. Goeie dienst nog!’ En nadat Bakker heeft neergelegd: ‘We zijn populair, hè?’
Filteren ‘De CVOM doet mee met de ZSM-werkwijze, zegt Alexander Vroomen terwijl de telefoons om hem heen rinkelen. ‘Als bestuurders een blaastest en ademanalyse hebben gedaan en zijn aangehouden, kunnen verbalisanten naar de CVOM bellen. Dan volgt direct een strafrechtelijke reactie. Dat gaat snel, maar het geeft ook maatwerk. Onze AJM’ers moeten dus in veel systemen kijken, maar ook steeds filteren: is dit wel een zaak voor ons. En zo ja, wat speelt er allemaal? Is er sprake van recidive? Gaat het om een ervaren of beginnende bestuurder (want beginners worden strenger gestraft). Wat is het promillage?’
Veel alcoholzaken spelen ’s nachts. Voor deze artikel 8 zaken is de gehele
De drie administratief-juridisch medewerkers die deze nacht de telefoontjes en mailtje
Nederlandse politie inmiddels aangehaakt bij de ZSM-CVOM.
van de politie afhandelen, vlnr: Michael Lachman, Yvonne Mager en Jeroen Bakker.
22 | De afdeling - Opportuun 10 - november 2013
| 23
‘Kijk,’ zegt Michael Lachman, ‘deze verdachte móet in december al voorkomen. Nou, dan plak ik deze nieuwe zaak er gelijk bij. Kan een aardige straf worden.’
‘Zeven dagen per week zijn we bereikbaar tot 23.00 uur. En van vrijdagochtend 8.00 uur tot en met zondag 23.00 uur zijn we bereikbaar. Deze week zijn we zelfs vanaf woensdag al 24 uur non-stop in touw. Want er spelen de nodige evenementen in Nederland, zoals Leiden Ontzet. Veel alcoholzaken spelen ’s nachts. Als het OM dan, zoals vroeger, gesloten zou zijn, had je de ochtend erna een flinke werkvoorraad. Maar nu kunnen agenten de CVOM bellen. En binnen een half uur na de blaasproef krijgt de verdachte zo nodig een dagvaarding in handen gedrukt.’ Voor artikel 8-zaken is de gehele Nederlandse politie inmiddels aangehaakt bij de CVOM. Alle regio’s maken nu gebruik van het zelfde “verkorte PV-model”. Dat model waarborgt dat alle juridisch benodigde informatie bij het OM terechtkomt én dat er snel en eenduidig gewerkt kan worden. Vroomen: ‘Vanaf 12 oktober doen we ook de hele zaterdagnacht erbij. Vanaf nu zullen we in politieland nog bekender worden en zullen we nog meer gebeld en gemaild gaan worden. Daarnaast werkt het OM eraan om meer typen verkeerszaken ’s nachts direct af te handelen en worden steeds meer verdachten al na een paar dagen op afstand via “telehoren” door assistent-officieren gehoord.’
“Beste verkeershelden”
02.43 uur. Jeroen Bakker heeft weer een andere verbalisant aan de lijn. ‘Oké, en die verdachte heb je nu “binnen zitten”? Is het een ervaren of beginnend bestuurder. Wat is zijn achternaam, en speelt er meer
24 | De afdeling - Opportuun 10 - november 2013
dan alleen artikel 8. Nee? Wat heeft ie geblazen? 310 microgram per liter? Dan mag je een bedrag noemen. Er staat 357 euro op, waarvan 7 euro administratiekosten. Maak nog wel een verkort PV op, akkoord? Ja? Werk ze nog!’ Het is zijn eerste nachtdienst. Normaal zou hij al slapen, nu blijft Bakker wakker. Met goede zin. En met politiemensen die het wel waarderen dat ook OM’ers ’s nachts paraat staan: “Beste verkeershelden”, leest Bakker als hij een mailtje van een verbalisant opent. Bakker glimlacht, trekt snel een blikje cola en een zakje chips open. ‘Hier. Jij ook wat?’ 2.52 uur. Schuin tegenover de tafel van Bakker, is het even rustig voor collega-AJM’er Michael Lachman. Het is zijn zesde nachtdienst, zegt hij, terwijl hij grijpt naar een broodje knakworst dat projectleider Alexander Vroomen hem heeft voorgeschoteld. ‘Er komen veel zaken uit Rotterdam, en Den Haag is ook heel erg bezig.’ Zojuist had Michael Lachman een “Artikel 9 lid 7, met een achtje erbij”, zegt hij. In niet-verkeersjuristentaal: een bestuurder is vannacht onder invloed aangehouden (artikel 8). En hij reed bovendien terwijl zijn rijbewijs is ingehouden, want bij een eerdere controle, op 5 september, reed hij ook onder invloed, én weigerde hij ook nog eens mee te werken aan de blaastest. Lachman ziet het allemaal staan als hij in de RDWen GPS-systemen kijkt. ‘Kijk’, wijst hij op het scherm, ‘hij moet in december al voorkomen. Nou, dan “plak”
ik deze nieuwe zaak er gelijk bij. Dat kan een aardige straf worden. Als AJM’er adviseren wij een straf. Meestal volgt de officier ons advies. Uiteindelijk beslist de rechter. Die zou in dit geval onze strafeis kunnen matigen omdat de optelsom nogal excessief wordt. Aan de andere kant, deze meneer heeft ook nog eens 28 kantjes documentatie. Misschien vindt de rechter wel dat juist deze meneer een zware straf dubbel en dwars verdient. Ik ga nu een dagvaarding maken. Daarin schrijf ik waarvan hij beschuldigd wordt en wanneer hij op zitting moet komen, en waar. Ik ga eerst wat stukken naar de verbalisant mailen, dan kan die aan de gang.’ 3.15 uur. ‘Het is vannacht drukker dan gemiddeld’, zegt AJM’er Yvonne Mager (voor de tweede keer nachtdienst). Ze heeft net een “verkort proces verbaal” ontvangen van politie eenheid Haaglanden en ze checkt of alles goed is ingevuld door de verbalisanten. Die hebben een bestuurder aangehouden die 600 microgram per liter heeft geblazen en geen rijbewijs heeft kunnen tonen. Dat betekent dat ze de bestuurder voor een OM-hoorzitting zal gaan oproepen. Ze legt de feiten vast, plant een hoorzitting in GPS, en maakt de papieren klaar voor de politie. En even later kan ze de verbalisanten mailen: “Goedemorgen. Hierbij treft u het ZSM-voorblad aan en de oproeping voor de OM-hoorzitting. Deze graag uitreiken aan verdachte. Het originele kan met het ZSM-voorblad naar de CVOM worden gestuurd. Groet, Yvonne.”
Checken
3.54 uur. “Gekkenhuis” bij de CVOM. Telefoontjes rinkelen. De gezamenlijke mailbox stroomt vol. Doorgaans krijgen verbalisanten binnen 20 minuten duidelijkheid van de CVOM’ers, maar nu lukt dat even niet. Yvonne Mager: ‘En dan krijgen we een extra probleem: agenten gaan natuurlijk nog een keer bellen, want ze willen weten hoe het met hun zaak…’ Opnieuw gerinkel. ‘Ja, mijn collega is op dit moment met uw verdachte bezig’, beantwoordt Mager even later, nadat een collega van haar, zelf ook aan de lijn, heftig “ja” heeft geknikt. Ondertussen moet de AJM’er zorgvuldig blijven handelen. Moet bijvoorbeeld blijven checken of er wel de wettelijk vereiste meer dan 20 minuten zit tussen de eerste blaastest en de daarop volgende ademanalyse. Moet checken of iemand een beginnend bestuurder is, dus checkt ze het kopie van het rijbewijs, en zo nodig het RDW-systeem. ‘En hier, op het voorblad kan ik de naam van een verdachte niet goed lezen, dus moet ik verderop kijken hoe hij heet.’ 4.04 uur. Het noodlot slaat toe: de Adobe-software loopt vast. Yvonne Mager gooit haar handen in de lucht. Verbeten klikt ze met haar muis, maar tevergeefs. ‘Dan maar opnieuw opstarten, dat gaat dan nog het snelst.’ ‘Gelukkig’, zegt ze even later, ‘hij doet het weer. Nog een meevaller dat ik al een parketnummer had
aangemaakt, dan ben ik niet alles kwijtgeraakt.’ Snel, snel, inhalen die achterstand. Maar tring, tring, daar is het gerinkel al weer. Het toestel krijgt niet de kans twee keer over te gaan: ‘Goedemorgen ZSM-CVOM, met Yvonne Mager.’ Tekst: Pieter Vermaas Foto’s: Ivar Pel
Het is een misdrijf Rijden onder invloed is een misdrijf. Voor de gepakte bestuurder zijn er twee mogelijkheden. - Het vastgestelde alcoholgehalte ligt tussen de 220 en 570 μg/l (0,5 en 1,3 ‰) of voor beginnende bestuurders tussen 88 en 350 μg/l (0,2 en 0,8 ‰) De politie maakt proces-verbaal op. De bestuurder ontvangt binnen enkele weken van het CJIB een acceptgirokaart, tenzij hij vaker is gestraft voor rijden onder invloed. Hoe hoger het alcoholgehalte, hoe gevaarlijker, en dus hoe hoger de boete. Als er een ongeval heeft plaatsgevonden of als de bestuurder in de afgelopen vijf jaar eerder is gestraft voor rijden onder invloed, dan is de boete hoger en kan de officier van justitie ook een rijontzegging opleggen. De bestuurder mag dan geen enkel motorrijtuig besturen, zelfs geen snorfiets. - Het alcoholgehalte is hoger dan 570 μg/l (1,3 ‰) of voor beginnende bestuurders hoger dan 350 μg/l (0,8 ‰) De politie maakt proces-verbaal op en vordert het rijbewijs in. De bestuurder mag dan niet meer rijden. Tot en met 715 μg/l (1,65 ‰) wordt de strafzaak meestal afgedaan door de officier van justitie op een OM-zitting. De bestuurder krijgt een geldboete en de rijontzegging kan oplopen tot zes maanden. De officier van justitie kan ook besluiten de zaak aan de rechter voor te leggen. Als het alcoholgehalte hoger is dan 715 μg/l (1,65 ‰) moet de bestuurder zich in de regel voor de rechter verantwoorden. De rechter kan hoge boetes, een taak- of gevangenisstraf of een combinatie van deze straffen opleggen. Daarnaast zal de rechter meestal een rijontzegging opleggen. De bestuurder mag dan geen enkel motorrijtuig besturen, zelfs geen snorfiets.
| 25
‘KOM MAAR BINNEN!’ Recente jurisprudentie over binnentreden met toestemming
Het huisrecht is belangrijk. Zo belangrijk dat voor een doorzoeking in een woning een voorafgaande machtiging van de rechter-commissaris nodig is. Dat is de hoofdregel. Een belangrijke uitzondering doet zich voor wanneer de bewoner toestemming heeft gegeven. Dan mag de (hulp)officier van justitie ook zonder machtiging binnentreden en zelfs de woning doorzoeken. Eind vorig jaar boog de Hoge Raad zich over de vraag of er een redelijke verdenking moet bestaan voordat de politie iemand mag vragen of ze zijn huis binnen mogen voor een doorzoeking. Volgens het Hof Leeuwarden wel. Er was nog geen redelijk vermoeden van schuld toen bij verdachte werd aangebeld. Dat betekende dat de in zijn woning aangetroffen kinderporno niet als bewijs gebruikt mocht worden, ook al had hij ingestemd met de doorzoeking. De Hoge Raad oordeelde anders: er is geen verdenking nodig om toestemming te mogen vragen. (ECLI: BY5315) De Raad wees de zaak terug naar het Hof. Dat behandelde de zaak onlangs opnieuw en nu lag de focus op de toestemming. Was die er eigenlijk wel geweest? Uit het dossier bleek niet hoe toestemming was gevraagd en hoe van die toestemming was gebleken. Verdachte verklaarde ter zitting dat de politiemensen misschien gedacht hebben dat hij stilzwijgend instemde. Omdat onvoldoende bleek dat de politie zich had gelegitimeerd en het doel van het binnentreden en de doorzoeking kenbaar had gemaakt, was er volgens het hof geen rechtsgeldige toestemming. De inbeslagneming van de kinderporno was daarom onrechtmatig met als resultaat dat het Hof opnieuw vrijsprak (ECLI:2013:6553). Ook in de grote Amsterdamse zedenzaak tegen Robert M. speelde toestemming een rol (ECLI:BZ8885). Een feitelijk twistpunt bij de behandeling in hoger beroep was wat de partner van M. had gezegd toen de politie vroeg of men naar binnen mocht om te doorzoeken. Had de partner gezegd ‘geen bezwaar’ of ‘geen bezwaar, mits Robert M. ook instemt’? Het Hof koos zekerheidshalve voor die laatste lezing. Omdat dat voorbehoud niet aan M. was gecommuniceerd toen die op zijn beurt om toestemming werd gevraagd, was volgens het Hof de door hem gegeven toestemming niet rechtsgeldig. Er had dus een machtiging van de rechter-commissaris moeten zijn. Het hof verbond echter geen gevolgen aan dit verzuim, omdat het zonneklaar was dat een rechter-commissaris in dit geval zonder meer een machtiging had verstrekt. Maar ook als vaststaat dat er toestemming is gegeven, is nog altijd van belang hoe ver die strekt. Wanneer opsporingsambtenaren op grond van art. 2 Politiewet 1994 in iemands huis zijn om hem hulp te verlenen, zij daar op zoek naar schoeisel van betrokkene twee jerrycans met GHB vinden, hem aanhouden voor overtreding van de Opiumwet en dan vragen of ze mogen zoeken naar GHB, dan houdt die toestemming niet in dat zij ook bestanden in de computer van verdachte mogen raadplegen. Dat laatste is namelijk niet meer zoekend rondkijken in de zin van art. 9 Opiumwet, maar doorzoeken en dat werd in dat geval niet gedekt door de toestemming (ECLI:BZ9188).
ZSM Mascara
Xxx
Mijn oog viel meteen op haar sokjes. Groen, met roze bloemetjes. Daarboven een jonge vrouw in trainingspak. Ze stond te wachten in een verhoorkamertje in de kelder van het politiebureau in Groningen. Er zijn leukere plekken op de wereld. En zij had het er ook duidelijk niet naar haar zin. Onder aan haar kin waren de strepen mascara die langs haar wangen liepen samengekomen. Dat beeld vertelde al een heel verhaal. Dit meisje is geschrokken. Heel erg geschrokken. Er zijn tranen gehuild. Met tuiten. Soms past een mens niet in het decor. Zij was zo iemand. Iets gestolen in een supermarkt. Voor het allereerst. Als ik de systemen mag geloven. En haar, want zij zei het ook. Schoenen uit, want daar zitten veters in. Ze had geen riem om, anders had ze die ook in mogen leveren. Op sokken in een grijze kelder. Geen plek voor haar. Ze had een prachtige schoolcarrière achter de rug en een leuke baan. Ik vertelde haar dat ik verbaasd was door haar gedrag. Waarom ze zoveel op het spel had gezet? Ze wist het ook niet. Maar beaamde het wel. Opnieuw in tranen, met horten en stoten. Een voorwaardelijk sepot. Dat heb ik ervan gemaakt. Noem me een softie. Het luchtte haar echter nauwelijks op. Ze wilde nog iets vragen. Kon ze nu nog wel een ‘verklaring omtrent het goed gedrag’ krijgen? Een vraag die ik vaak hoor en waarop ik bijna nooit een goed antwoord heb. Maar ik beloofde haar het uit te zoeken. Ze kon me dan een dag later bellen. Inderdaad. Ik ben een softie. De volgende dag kreeg ik een telefoontje. Er was bezoek bij de receptie. Ze had besloten maar even langs te gaan. Grappig detail: ze was eerst wezen shoppen. Schoenen gekocht. Hoop ik. In elk geval geen winkelvrees opgelopen, dacht ik onwillekeurig. Ik gaf haar de gevraagde uitleg – helaas niet veel meer dan: hangt af van de baan die je zoekt – en vroeg of het inmiddels weer wat beter ging. Ze zei van wel. En ik vond ook dat ze er beter uitzag. Veel beter. Zo met de mascara weer op de juiste plek op haar gezicht. Jan Hoekman, officier van justitie
Eenvoudiger is het geval dat iemand de deur opendoet voor aanbellende opsporingsambtenaren en spontaan zegt ‘Ik heb een paar plantjes om van rond te komen’ en ‘Kom maar binnen!’. Dan hoeft de politie niet ook nog eens te gaan vragen of men wellicht naar binnen mag om te kijken of zich hennepplanten in de woning bevinden (ECLI:BZ8163). Tekst: Juriaan Simonis (WBOM)
26 | Jurisprudentie - Opportuun 10 - november 2013
Opportuun 10 - november 2013 - Column ZSM | 27
Raar eigenlijk, dat de enkelband nooit is aangeslagen. Terwijl hij risico’s vermindert en meehelpt fout gedrag te veranderen. Met het nieuwe digitaal Loket Elektronische Controle gaat de enkelband alsnog een vlucht nemen, verwachten reclassering en OM.
‘De enkelband gaat een vlucht nemen’ Iedereen is blij met het digitaal Loket Elektronische Controle
‘Ik kan me niet voorstellen dat elektronische controle over vijf of tien jaar niet een enorme vlucht zal hebben genomen’, zegt Sjef van Gennip. De algemeen directeur van Reclassering Nederland wijst op de resultaten van de onlangs afgeronde pilots met het Loket Elektronische Controle (EC). Dat loket is een website, waarop (tot nu toe) officieren van justitie en rechtercommissarissen een onderzoek kunnen aanvragen naar de haalbaarheid van de inzet van EC. ‘Vertrouwengevend’, noemt Van Gennip de pilot-uitkomsten. Want alle testers noemen het digitaal loket gebruiksvriendelijk. En het aantal aanvragen over de
Heb geen koud watervrees voor de techniek, zegt parketsecretaris Rebecca van de Beek 28 | Expertise - Opportuun 10 - november 2013
haalbaarheid van EC is in de pilotperiode flink gestegen. ‘Daarom hoop ik dat het OM alert is en zich goed verdiept in de mogelijkheden ervan. Juist als je het druk hebt – en ik weet: het OM heeft het heel druk – is het heel behulpzaam bij het indienen van een adviesaanvraag. Het kost slechts een paar minuten en het loket werkt “tijd-onafhankelijk”: je hebt geen wachttijden en je kunt de aanvraag 24 uur per dag indienen.’ ‘Fantastisch dat je binnen een week na aanvraag bij het digitaal loket al een advies kunt ontvangen’, zegt Kirsten Sanders, officier van justitie in het arrondissement Den Haag. Vroeger ontving een tijdje haar adviesaanvraag een rapport van de reclassering, en stond maanden later de zaak op zitting. Maar nu, met het snelle en gerichte advies via het digitaal loket EC, kan ze direct plannen maken met geschikte verdachten. ‘Je kunt ZSM werken, en dat geeft mij veel meer voldoening. Al in de fase van de bewaring kan ik iemand laten schorsen uit voorlopige hechtenis. Die kan dan met de enkelband naar huis en zijn werk behouden. Soft? Da’s maar de vraag. Bij de zwaarste feiten zetten we het middel natuurlijk niet in. En vergis je niet, met een enkelband word je, maanden lang, nog strakker gecontroleerd. Eén verkeerde stap, en de politie hijgt in je nek. Elektronische controle is iets anders dan elektronische detentie. Bij controle is het doel dat je beter toezicht kunt houden. Met de enkelband
kun je eenvoudiger checken of iemand zich aan gebiedsverboden en –geboden houdt.’ De ZSM-werkwijze kan aansluiten op het loket EC. Via een ZSM-module binnen het loket, waarmee de arrondissementen Midden-Nederland en Noord-Nederland pilots houden, ontstaan er ZSM-specifieke EC-mogelijkheden, zegt landelijk ZSM-officier Machiel Vink. ‘Naast de reeds bestaande toepassingen van EC, zou je bij ZSM ook kunnen denken aan de mogelijkheid van het vrijwillig dragen van een enkelbandje, om daarmee goed gedrag van de verdachte te kunnen laten zien. Nu wellicht nog te creatief, maar ik voorspel dat dit op termijn gaat gebeuren.’
Geen onwil Binnen de rechterlijke macht was EC nooit goed van de grond gekomen. Procureur-generaal Annemarie Penn-te Strake draait daar niet omheen. En waarom dat precies is, weet ze niet zo goed. ‘Zo’n tien jaar geleden, toen ik nog rechter was, kwam er eigenlijk nooit een voorstel voor. En toen ik later bij het OM zat, hadden we het er gewoon niet of nauwelijks over. Eigenlijk stond alles er klaar voor, de enkelbanden waren er, we hebben er training mee gehad… en we gingen over tot de orde van de dag. Misschien was het voor ons een wat wezensvreemd middel. Voelden we ons meer thuis
tussen geldboete, taak- en gevangenisstraffen. Onwil was het zeker niet, maar in de vaart van het werk is het er gewoon niet van gekomen. Een compliment voor de mensen die nu een gebruiksvriendelijk digitaal loket EC hebben ontworpen.’ Misschien zag het OM wel te veel beren op de weg bij de inzet van de enkelband. Kampten aanklagers met koudwatervrees. Wat wisten zij, juristen, van technische verschillen tussen de gewone enkelband die werkt op basis van Radio Frequency Identification, en de GPSenkelband die werkt op basis van een satellietverbinding? Was het huis van een verdachte technisch wel geschikt? En arriveert de politie wel op tijd na een melding dat de verdachte in een verboden gebied komt? In de Haagse pilot proefde parketsecretaris Rebecca van de Beek regelmatig het gevoel: ‘Wij denken heel snel: ja maar, hoe zit dit en dat dan? Maar de pilot heeft ons duidelijk gemaakt dat dat niet hoeft. De reclassering hield ons voor: “Júllie moeten kijken naar het doel, wíj naar de manier waarop.” En als je dat een keer hebt gedaan, weet je hoe het werkt.’
Café In de pilot speelde het geval van een stalker. Die viel zijn voormalige vriendin voortdurend lastig met ongewenste telefoontjes en sms’jes. Hij bezocht ook haar café en
| 29
vertelde daar nare verhalen over zijn ex. Als de zaak in het voorjaar van 2013 op raadkamerzitting staat, is iedereen het eens. De verdachte wordt geschorst uit voorlopige hechtenis, onder voorwaarde dat de verdachte niet binnen een straal van 200 meter rondom de woning en het café van de aangeefster komt. Dit wordt gecontroleerd via een enkelband. Vanwege de aanrijdtijd zou de politie in dit geval niet steeds tijdig op een signaal kunnen reageren en dus verhinderen dat de stalker te dicht bij het slachtoffer kan komen. Maar omdat de situatie niet als heel urgent wordt beoordeeld, is dat geen probleem. De reclassering zal het gedrag van de verdachte monitoren en kunnen zien of en hoe vaak hij zich in het verboden gebied begeeft. Zo’n overtreding zouden ze bij hem kunnen aankaarten. En als de verdachte vaker in verboden gebied zou komen, kon hij worden aangehouden voor het overtreden van de schorsende voorwaarden. ‘Tijdens de EC-periode kregen we vervolgens al snel de vraag of de stalkingsverdachte met zijn enkelband de grens over mocht’, zegt Rebecca van de Beek. ‘Want hij had een vakantie geboekt en wilde naar Turkije. ‘Hoewel
dit een zeer ongebruikelijk verzoek was, besloot het OM om in deze casus akkoord te gaan. Immers: hoe verder de verdachte bij de aangeefster vandaan was, hoe beter. De band werd tijdelijk uitgeschakeld, maar bleef wel om.’ De verdachte hield zich tijdens zijn schorsing uit voorlopige hechtenis aan de voorwaarden en kwam nooit in het verboden gebied. In juli werd hij veroordeeld tot 28 dagen gevangenis straf (gelijk aan de duur van het voorarrest), tot een werkstraf van honderd uur, waarvan vijftig (OvJ had veertig geëist) voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Ook wees de rechter de vordering van de aangeefster toe: 750 euro (OvJ had 1500 geëist) inclusief een strafvergoedingsmaatregel.
Kansen pakken Vier-maanden-een-bandje-en-dan-klaar, dat is niet de manier waarop PG Annemarie Penn de enkelband wil inzetten. Ja, dat zal als controlemiddel voor slachtoffers nog nuttig kunnen zijn ingeval betrokkene een gebiedsverbod overtreedt. Maar van een “kaal bandje alléén” moet het OM geen heil verwachten. Waarvan dan wel? De procureur-generaal haalt haar stokpaardje van stal.
Stoomcursus digitaal loket Snel en makkelijk, het nieuwe loket. Melanie Lunenberg, coördinator EC bij Reclassering Nederland, bewijst het met een telefonische stoomcursus. Opportuun is cursist, en speelt de officier die zich afvraagt of de enkelband geschikt is voor zijn stalkingsverdachte. ‘Allereerst’, zegt Lunenberg, ‘ga je via een linkje naar de naar de site van 3RO. Daarop zie je vier kopjes van ketenpartners. Jij bent officier, dus...?’ Dus klikt Opportuun op de knop “OM”. ‘Goed, daarna kom je in het scherm van de adviesaanvraag. Als eerste moet je kiezen uit drie categorieën die bijna alle EC-zaken dekken: zeden, geweld of vermogen.’ Opportuun: Stalking, ik ga voor “geweld”. ‘Daarna volgt een reeks geweldsdelicten: bedreiging, stalking, huiselijk geweld, geweld tegen specifiek aanwijsbare slachtoffers, of geweld in het publieke domein, of overig. En omdat jullie juridisch denken, hebben we bij al die keuzes de betreffende artikelnummers uit het Wetboek van Strafrecht erbij gezet.’ Opportuun selecteert “stalking”. Lunenberg: ‘Daarna start de echte aanvraag. De eerste vraag die je moet beantwoorden is: “Wilt u in deze zaak een verboden gebied voor een verdachte/
30 | Expertise - Opportuun 10 - november 2013
veroordeelde creëren, waarbij de politie bij een overtreding direct reageert om een aanwijsbaar slachtoffer te beschermen?” “JA”, zegt Opportuun. ‘De tweede vraag: “Wilt u naast het verboden gebied ook een geboden gebied, waarbij de verdachte/ veroordeelde wordt verplicht op bepaalde tijdstippen op een bepaalde locatie aanwezig te zijn.” Ook niet verkeerd, meent Opportuun. “JA”. Daarna tikt de Opportuun-officier zijn naam en telefoongegevens in. Ook de gegevens van de verdachte. Alsmede waar die naartoe gaat als hij vrijkomt: ouders, vrienden, een eigen woning? Dat zijn “de ouders”, weet Opportuun. ‘Klaar, je kunt de aanvraag verzenden’, zegt Melanie Lunenberg. ‘Wij kiezen nu intern bij de reclassering de EC-specialist die het “haalbaarheidsonderzoek” gaat doen. Daarna gaat de specialist de woonomstandigheden onderzoeken. Hij kijkt naar woonomgeving, de thuissituatie, of er geen huisuitzetting dreigt in verband met een huurachterstand en uiteraard of EC technisch mogelijk is. En vervolgens heb je op korte termijn ons advies in handen. Het gaat daarbij om een volledig reclasseringsadvies, waarin EC is meegenomen.’
‘Het moet gedrág veranderen. Dat is niet zo gemakkelijk, maar door middel van een enkelband in combinatie met voorwaarden, hulp en steun van de reclassering kun je daaraan werken.’ ‘Een paar maanden geleden’, zegt de PG, ‘sprak ik een jongen die een enkelband droeg. Een jongen met oudere broers die ook allemaal de fout in waren gegaan. “Wat doet dat bandje voor jou?”, vroeg ik hem. Hij zei: “In het begin vond ik het afschuwelijk. Maar in de tweede maand merkte ik dat het me hielp om een geregeld bestaan te organiseren. Dit gaf me de kans om mijn rijbewijs te halen, om een school en een woning te regelen. Ik kreeg daar steun bij en mijn bewegingen werden gevolgd. Ik pak nu de kansen waarvan ik dacht dat ik ze nooit had.” Het geval van deze jongen toont aan dat het niet om het bandje gaat, maar om het hele traject waarin iemand geholpen wordt zijn leven op de rails te krijgen, inclusief gedragstrainingen. Zodat, als het bandje ervan afgaat, hij regie op zijn leven heeft en er minder kans op recidive is.’
Lege huls Het is inderdaad “slechts” een instrument, waarmee begeleiding en controle beter kan worden ingezet, beaamt reclasseringsdirecteur Van Gennip. ‘Juist die combinatie van begeleiding en controle is bewezen effectief. EC heeft veel voordelen. Immers, gebiedsver-
boden en –geboden zijn een lege huls als je niet kunt controleren of die worden nageleefd. Voor ouders is EC een ondersteuning bij de opvoeding, zij zeggen: “Sinds hij die band om heeft, weten we wanneer hij thuis is.” EC voorkomt voorts “detentieschade”: verdachten raken niet hun opleiding, werk of woning kwijt. En last but not least: het geeft mogelijkheden om slachtoffers te beschermen.’ Parketsecretaris Rebecca van de Beek bevestigt die laatste woorden met een retorische vraag: ‘Wat zou een slachtoffer van stalking liever hebben? Zo’n straf die na maanden wordt opgelegd? Of direct een enkelband die meteen “afgaat” als haar stalker te dichtbij komt?’ ‘De bewustwording van het middel groeit’, zegt officier Kirsten Sanders. ‘Het is nu makkelijker om het te gebruiken. Bovendien heeft de officier steeds meer mogelijkheden van de wetgever gekregen, zoals het geven van gedragsaanwijzingen. De gedachte hierachter is dat het opleggen van passende voorwaarden in veel gevallen de voorkeur verdient boven een kale afstraffing. Het veel vaker toepassen van EC sluit naadloos aan bij deze filosofie.’ Tekst: Pieter Vermaas Foto's: Hollandse Hoogte
| 31
Slaan tegen ‘n stilliggende bal
Wereldkampioen in golfen
Gespot Op de golfbaan van Leeuwenbergh in Voorburg Naam Petra Gruppelaar Leeftijd 43 Functie officier van justitie in Den Haag
Tekst: Thea van der Geest Foto: Josje Deekens
‘Hoe moeilijk kan het zijn? De bal ligt stil, je geeft er een klap tegen en loopt er achteraan!’ Dat dacht Petra Gruppelaar toen haar ouders vertelden hoe complex golfen eigenlijk was. Dus ging Petra een keer mee en bleek ze pardoes talent te hebben. ‘Mijn techniek was vrij soepel en ik sloeg de bal mooi rechtdoor.’ Op haar dertigste meldde Petra zich voor het eerst bij de Zoetermeerse golfclub, ging meerdere keren trainen in de week, speelde elke weekend een wedstrijd en werd uiteindelijk clubkampioen. Drie jaar geleden kreeg ze een aanbod van de golfvereniging in Voorburg: extra training, fitness én een hogere spelersklasse. De “transfer” bleek succesvol: Petra won ‘Top of Holland Golf’ en werd afgelopen zomer wereldkampioen golf op de ‘World Police & Fire Games’ in Belfast. Dat zijn Olympische Spelen voor politie en brandweer waaraan 8.000 deelnemers uit 67 landen meededen in 56 verschillende sporten.’ Petra: ‘Tijdens de fitness train ik mijn bovenbenen en buik. Je windt je als het ware op, waardoor je kracht kan zetten. Mijn afslag is goed, ik kan ver slaan. Om de concentratie vast te houden pas ik NLP-technieken toe: ik denk dan terug aan wedstrijden die heel goed gingen.’ Waarom golfen leuk is? ‘De uitdaging om het beter te doen dan de vorige keer.’