Amsterdam samen gezonder Vastberaden samen de gezondheid van Amsterdammers verbeteren Convenant tussen: Gemeente Amsterdam Stadsregio Amsterdam Achmea
2011 - 2015
Introductie In het najaar van 2011 loopt het eerste convenant “Amsterdam samen gezond“ tussen de gemeente Amsterdam, de Stadsregio Amsterdam en Agis ten einde. We kijken terug op een samenwerking van drie jaar waarbij we elkaar beter hebben leren kennen. Korte lijnen zorgen voor goed samenwerken en dat hebben we dan ook gedaan. Op diverse onderwerpen hebben we mooie resultaten geboekt. Zo zien we dat de geïntegreerde eerste lijn in steeds meer Amsterdamse wijken gestalte krijgt. Er is intensief samengewerkt op het gebied van actieve leefstijl en gezond gewicht en het signaleren èn oplossen van betalingsachterstanden bij de zorgverzekering. Belangrijke bevinding is dat meer energie moet uitgaan naar gezamenlijke analyse van gegevens: dat helpt om nog betere resultaten te bereiken. Het fundament voor onze samenwerking is in de eerste convenantperiode gelegd en we willen ons committeren aan de volgende stap. De convenantpartners zeggen dan ook vastberaden Ja! tegen een nieuwe samenwerking. In 2015 willen we dat de Amsterdammer gezonder leeft en zich gezonder voelt. Het aanbod van zorg, welzijn en sport is erop gericht dat Amsterdammers kunnen meedoen. De basis is dat zorg in de buurt en de aansluiting met stadsbrede infrastructuur op orde is. De meeste Amsterdammers zijn zelfredzaam en weten hun weg naar de basiszorg in de buurt goed te vinden; en wie dat echt nodig heeft krijgt hulp. Preventie richt zich op kwetsbare groepen. De samenwerking krijgt gestalte in tien projecten; we stemmen af over de inkoop delen kennis en richten ons op een gezond resultaat in 2015. Als gevolg van een fusie is Agis Zorgverzekeringen per 1 januari 2011 onderdeel van Achmea. Achmea zal dan ook convenantpartner zijn. Met de fusie is het aantal verzekerden toegenomen tot 465.000, wat Achmea marktleider maakt voor het Amsterdamse verzekerdengebied. Het belang van effectieve gezondheidsverbetering is daarmee nog groter geworden.
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
2
De convenantpartners De gemeente Amsterdam, de diensten en de stadsdelen Vertegenwoordigers: wethouder Zorg Eric van der Burg en wethouder Armoedebeleid Freek Ossel Wethouder Van der Burg “De gemeente wil een nieuw convenant met Achmea afsluiten om in Amsterdam de gezondheidszorg en langdurige zorg nog beter te verbinden met gemeentelijke domeinen zoals Wmo, sport, jeugdzorg en werk en inkomen. We zetten in op zorg in de buurt, dichtbij huis. Voor cliëntgroepen met een extra ondersteuningsvraag zoals mensen met dementie of de OGGZ-doelgroep maken we samenwerkingsafspraken. Gezamenlijk streven is dat de Amsterdammer geen last heeft van de schotten tussen de stelsels.” [Bron: beleidsbrief ‘Gedeelde zorg, gedeelde verantwoordelijkheid’] Wethouder Ossel “Ik ben er trots op dat we met de methode Vroeg Eropaf ook samenwerken met de zorg verzekeraar. We kunnen mensen helpen bij het oplossen van achterliggende problemen die ten grondslag liggen aan de financiële problemen. Want schuldenproblematiek los je niet alleen op met geld. Vaak zijn er problemen in andere levensdomeinen, zoals medische of psychosociale problemen, verslaving of problemen met het vinden en behouden van werk. Alleen samen met andere partners kunnen we armoede in Amsterdam en de schuldenproblematiek in Amsterdam aanpakken. Vroeg Eropaf is daar een heel mooi voorbeeld van.”
De stadsregio Amsterdam Vertegenwoordiger: portefeuillehouder Jeugdzorg Lodewijk Asscher “Alle jeugdigen in de regio Amsterdam moeten veilig en gezond kunnen opgroeien. Als er zorg nodig is, dan bij voorkeur één plan voor het hele gezin en bij voorkeur een plan dat is gebaseerd op de eigen kracht van het gezin en het netwerk. In het nieuwe stelsel waarin de gemeente alle domeinen (Wmo, Jeugdzorg, Jeugd-GGZ en Jeugd-LVB) aanstuurt zal dit goed mogelijk zijn. In het huidige stelsel, waarin de zorg in meerdere domeinen is georganiseerd, is samenwerking met Achmea nodig zodat de budgetten integraal (tegelijkertijd) en multifocaal (uit meerdere domeinen) ingezet kan worden. Naast de integrale zorg wil ik meer inzetten op preventie om de druk op de zwaardere jeugdzorg te verminderen. Achmea, de stadsregio Amsterdam en de gemeente Amsterdam zetten met dit convenant een belangrijke stap richting transparante samenwerking en kennisoverdracht.”
Achmea Vertegenwoordiger: directeur Zorginkoop, divisie Zorg en Gezondheid Marjolein Verstappen “Achmea Zorg en Gezondheid staat dichtbij mensen en bij de zorg. De zorg kun je pas echt verbeteren als we inspelen op wat er leeft bij mensen. De gemeente Amsterdam is daarbij onze natuurlijke bondgenoot. Het fundament voor samenwerking is in de eerste convenantperiode gelegd. Daar willen we graag verder mee aan de slag door middel van kennisdeling en ons te richten op een gezonder resultaat in 2015 voor de Amsterdammer.”
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
3
Ontwikkelingen Vooruitblikkend naar de nieuwe convenantperiode moeten we rekening houden met een aantal ontwikkelingen op landelijk en gemeentelijk niveau. Daarnaast spelen demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing, wat een verandering van ziektepatronen teweeg brengt, die een andere inrichting van zorg en welzijn vereisen. Dit is immers een tijd waarin veel veranderingen in het stelsel van zorg, welzijn en ondersteuning plaatsvinden. Een aantal van deze ontwikkelingen kan de Amsterdammer raken; er zijn groepen waar de effecten van veel maatregelen cumuleren. Deze ontwikkelingen vormen de context voor de uitwerking van de afspraken die in het convenant worden uitgewerkt. Een aantal taken en verantwoordelijkheden zal naar de gemeente worden gedecentraliseerd. Het gaat om majeure operaties die de gemeente met haar partners gedegen moet voorbereiden om de overgang soepel te laten verlopen. Enerzijds is er de transitie jeugdzorg in de periode 2014-2016 waarbij de verschillende jeugdzorgonderdelen, die nu nog onder verschillende regimes vallen, zullen overgaan naar de gemeente en in één wettelijk kader worden ondergebracht. Anderzijds zal de functie begeleiding (waaronder ook dagbesteding en tijdelijke opvang), nu nog geregeld in de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ), overgaan naar de gemeente in de periode 2013-2014. Er zijn meer ontwikkelingen. In de langdurige zorg, AWBZ, wordt het scheiden van wonen en zorg doorgevoerd. Dat betekent dat bewoners van instellingen in de toekomst gewoon huur gaan betalen. De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het welzijn van ook deze Amsterdammers krijgt meer nadruk. In de AWBZ zal de toegang tot het persoongebonden budget (PGB) worden beperkt. Een andere belangrijke wijziging is dat de zorgkantoren worden opgeheven; zorgverzekeraars gaan de AWBZ voor eigen verzekerden uitvoeren. We verwachten bovendien dat er in de komende jaren belangrijke stappen worden gezet binnen de resultaatgerichte bekostiging en de vereenvoudiging van de indicatiestelling. Ook voor de Zorgverzekeringswet staan de nodige veranderingen op de rol. Er komt een grotere focus op ‘zorg dichtbij’, wat een versterking en verbreding van de geïntegreerde eerste lijn betekent. Een thema dat meer nadruk krijgt, is de eigen verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld bij eigen betalingen, eigen bijdragen en de visie dat mensen zelf iets kunnen doen om gezond te blijven. Van recente datum is het convenant dat zorgverzekeraars en het Rijk hebben afgesloten om de groei van de uitgaven in de ziekenhuiszorg de komende jaren met 2,5 % te beperken. De spreiding van klinische en acute ziekenhuiscapaciteit in de stad zal worden heroverwogen. Achmea heeft hierbij een belangrijke rol. De verzekeraar hecht eraan dat zorg in de buurt goed is geregeld en dat er goede verbindingen zijn met ziekenhuizen in de stad. Samenvattend ligt er een opdracht om met minder middelen meer kwaliteit te gaan leveren. Aan de gemeentelijke kant zien we een belangrijke ontwikkeling in de beschikbare middelen voor participatie en begeleiding naar werk. Voor de re-integratie van uitkeringsgerechtigden lopen de middelen fors terug. De gemeente buigt zich op dit moment over de vraag op welke wijze dit het beste opgevangen kan worden. Voor de kwetsbare groepen moet extra aandacht zijn en armoede moet worden bestreden. In het algemeen zien we dat de convenantpartners te maken hebben met financiële krapte en genoodzaakt zijn hervormingen door te voeren. Dat betekent dat we keuzes moeten maken over de wijze waarop we de zorg en ondersteuning willen organiseren en hoe dat beter en
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
4
efficiënter kan. Onze samenwerking is gericht op een goede infrastructuur en op doelmatige inzet van middelen. We willen ook in deze tijd voor elke Amsterdammer een goede basis bieden en, voor wie dat echt nodig heeft, passende hulp bij zijn vraag. Al deze ontwikkelingen vormen de context waarbinnen Achmea en Amsterdam samen een convenant aangaan, gericht op een betere gezondheid van de Amsterdammer.
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
5
De gezamenlijke missie en basisprincipes De kern van de missie van het eerste convenant blijft overeind:
Amsterdam en Achmea verbeteren de gezondheid en welzijn van Amsterdammers. Centraal staat het bevorderen van integrale zorg, kwaliteit van zorg en preventie gericht op kwetsbare groepen. Doel is bereikbare en betaalbare zorg en welzijn van goede kwaliteit en dienstverlening voor alle Amsterdammers.
In de eerste convenantperiode hebben Achmea en Amsterdam elkaar goed leren kennen. De convenantpartners willen hun vastberadenheid tonen en doen dat door een herkenbaar gemeenschappelijk optreden. Wij zullen samenwerken vanuit de volgende basisprincipes. •
Resultaatgerichtheid. Het uiteindelijke effect en resultaat voor de Amsterdammer telt.
•
Meetbaarheid door optimaal gebruik van passende indicatoren en instrumenten.
•
Integraal denken, en dus ook een integrale inzet van middelen. Zowel Achmea als Amsterdam streven naar een voor verschillende aandachtsgroepen optimale mix van collectieve preventie, selectieve preventie en te verlenen individuele zorg en ondersteuning. Gestreefd wordt naar het bieden van zo licht mogelijk oplossingen.
•
Nadruk op het bevorderen van zelfregie en eigen kracht. Amsterdammers zijn er zelf verantwoordelijk voor dat het goed met hen gaat. Gemeente, stadsregio en zorgverzekeraar ondersteunen dat.
•
Samenhang in zorg en welzijn, gericht op kwaliteit en doelmatigheid van de stadsbrede zorginfrastructuur. De convenantpartners willen de bestaande zorg infrastructuur toetsen op doelmatigheid en kwaliteit en actie ondernemen waar nodig, zodat een betaalbare en transparante gezondheidszorg voor alle Amsterdammers kan worden gewaarborgd.
•
Gezamenlijke lobby. De convenantpartners trekken samen op bij gesprekken met bijvoorbeeld het Rijk als dat nodig is de beoogde resultaten te bereiken. De partners willen er samen voor zorgen dat landelijk ook de voorwaarden voor de aanpak kunnen worden gerealiseerd.
•
Gegevensuitwisseling. Gezamenlijke analyse van gegevens draagt bij aan meer inzicht in de (ontwikkeling van) de zorg en ondersteuningsvraag. Bovendien biedt het de mogelijkheid om de effecten van activiteiten te meten. Natuurlijk gebeurt dit in overeenstemming met privacyregelgeving.
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
6
De clusterindeling In de appendix bij dit convenant zijn de projecten en activiteiten opgenomen die Achmea en Amsterdam onder de vlag van dit convenant gaan uitvoeren. De projecten vertonen een bijzondere onderlinge samenhang. Om de samenhang te illustreren zijn de projecten gepositioneerd onder drie (deels overlappende) clusters. De clusters: • Integrale zorg en welzijn: De Amsterdammer mag er geen last van hebben dat de financiering van het zorg- en welzijnsaanbod uit verschillende potjes komt. Juist als een Amsterdammer behoort tot een kwetsbare groep is een afgestemd en samenhangend aanbod van zorg en welzijn van belang. Er vindt afstemming plaats over inkoop, ketenaanpak en brede indicatiestelling voor aandachtsgroepen die meervoudige problemen hebben op diverse leefgebieden, zodat we beter en doelmatiger kunnen inspelen op de zorg die de kwetsbare Amsterdammer nodig heeft. •
Zorg in de buurt: De Amsterdammer draagt een eigen verantwoordelijkheid om te zorgen dat het goed met hem gaat. Zorg- en welzijnaanbod moeten optimaal aansluiten bij de behoeften in de buurt. De buurt is de basis, omdat de Amsterdammer juist daar de eerste ondersteuning vraagt. Bij de huisarts, bij het lokaal sportaanbod en de welzijnsactiviteiten in de buurt. De professionals moeten elkaar goed weten te vinden en op de hoogte zijn van elkaars aanbod, zodat de de Amsterdammer krijgt wat hij nodig heeft.
•
Stadsbrede infrastructuur: De Amsterdammer doet in eerst instantie een beroep op de zorg in de buurt, maar soms is er meer nodig dan deze basiszorg. De aansluiting met meer gespecialiseerde vormen van zorg, zoals ziekenhuizen of GGZ-zorg, ouderenzorg in verpleeg- en verzorgingshuizen moet in de toekomst breder en beter georganiseerd zijn.
Gezamenlijke missie
Randvoorwaarde: Gegevensuitwisseling Achmea - Gemeente / SRA
Verbeteren van de gezondheid en het welzijn van Amsterdammers. Centraal staat het bevorderen van integrale zorg, kwaliteit van zorg en preventie gericht op kwetsbare groepen. Doel is bereikbare en betaalbare zorg en welzijn van goede kwaliteit en dienstverlening voor alle Amsterdammers. Gezond gewicht en sport
(O)GGZ Aanpak Ketenaanpak Dementie Integrale aanpak zorg jeugd
Samenwerking OKC en 1ste lijn
Integrale zorg & welzijn
Perinatale sterfte
Vroeg Eropaf
Stadsbrede zorginfrastructuur
Zorg in de buurt
Spreiding curatieve zorg Kwaliteit van intramurale zorg
Geïntegreerde zorg en welzijn nieuwe stijl
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
7
Dwarsverbanden Een aantal dwarsdoorsnijdende thema’s en begrippen is vermeldenswaard, omdat deze bij de uitvoering van alle projecten aan de orde zijn. Van zorg en ziekte naar gedrag en gezondheid. Voorkomen is beter dan genezen. Dat betekent dat samenwerking tussen Achmea en Amsterdam zich sterk richt op preventie en op het realiseren van een laagdrempelig aanbod van sport en welzijn. Zo hoeft de dokter er niet aan te pas te komen. Een voorbeeld is de aanpak voor Amsterdammers met overgewicht. Innovatie. Bezuinigingen in de zorg zullen alle Amsterdammers in enige mate raken. We zoeken naar nieuwe oplossingen en meer kwaliteit, terwijl we de uitvoering van zorg en welzijn doel matiger inrichten. Daarom staat dit convenant ook in het teken van innovatie en het verhogen van efficiëntie. Arbeidsmarkt en Zorg. Als Amsterdammers zorg nodig hebben, is een passend aanbod essentieel. Vergrijzing veroorzaakt een toenemende zorgvraag. Er is een groeiende wens en noodzaak om zorg in de eigen omgeving te verlenen. Daarbij spelen de nodige bezuinigingen binnen de AWBZ en de Wmo. De Amsterdamse zorg, de care in het bijzonder, staat aan de vooravond van forse personeelstekorten. Voor 2015 wordt – bij ongewijzigd beleid – een tekort verwacht van honderden verzorgenden en verpleegkundigen. Omwille van de kwaliteit van de (intramurale) zorg willen we dit tekort tegengaan. Deze ontwikkelingen vragen om innovatie, en om een nieuwe arbeidsmarktstrategie binnen de zorg. Gebiedsgericht werken. Elk gebied in de stad heeft zijn specifieke kenmerken en problemen. Dat vraagt om gericht aanbod. Zo komt in Nieuw-West relatief meer obesitas voor en zijn er een drietal stadsdelen waar de perinatale sterfte hoger is dan elders. Lokale samenwerking tussen huisartsen, andere zorgaanbieders en welzijnsinstellingen is essentieel om deze problemen effectief aan te pakken. Armoede. Mensen met lage inkomens lopen extra gezondheidsrisico. Achmea en Amsterdam hebben de intentie uitgesproken samenwerking te zoeken voor passend zorgaanbod voor mensen met lage inkomens zoals uitkeringsgerechtigden. Op dit moment heeft de gemeente na openbare aanbesteding bij Agis een collectieve verzekering voor lage inkomens, die rekening houdt met de specifieke aanpak van problemen voor deze verzekerden. De gemeente en Agis hebben ook een minima gezondheidsfonds opgericht dat specifieke projecten voor deze doelgroep financiert.
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
8
Organisatie en sturing Sturing. Om in 2015 gezonde resultaten te bereiken is krachtige sturing op de projecten nodig. Medewerkers van Achmea, de diverse betrokken gemeentelijke diensten –GGD, WZS, DWI, DMO- en van de stadsregio hebben in projectplannen afspraken gemaakt over de regie, de doelen, ieders inzet, meetbare resultaten en de financiering. Een convenantgroep bestaande uit de twee coördinatoren van het convenant (Achmea en gemeente Amsterdam) en de trekkers van de projecten komt elke twee maanden bij elkaar om de voortgang te bespreken. Twee keer per jaar vindt een bestuurlijk overleg plaats tussen Achmea en de wethouder Zorg, die een coördinerende rol heeft namens de gemeente en de Stadsregio. De convenantgroep legt twee keer per jaar een voortgangsverslag aan de verantwoordelijke bestuurders voor. Inbreng convenantpartners: financieel en personeel. De partners zijn gezamenlijk financier. De convenantpartners hebben in de projectplannen benoemd wat hun inbreng is op het vlak van financiën en personele inzet. Transparantie daarover bevordert de samenwerking. De partners committeren zich met dit convenant aan een actieve en resultaatgerichte houding met als doel gezonde resultaten voor de stad in 2015. Als we door voortschrijdend inzicht of nieuwe ontwikkelingen gemaakte afspraken niet kunnen nakomen, nemen we actie om tot een passende hernieuwde afspraak te komen. Nieuwe initiatieven. Voortschrijdend inzicht, nieuwe ontwikkelingen en vruchtbare samenwerking kunnen gedurende de nieuwe convenantperiode tot nieuwe initiatieven leiden die onder de vlag van het nieuwe convenant passen. Nieuwe projecten kunnen na een bestuurlijk akkoord worden toegevoegd aan het convenant, als zij binnen de reikwijdte van het convenant vallen, er een meerwaarde is om ze als project toe te voegen en er vooraf afspraken zijn gemaakt over de sturing, resultaten en investeringen door de convenantpartners. Communicatie. We informeren het bredere publiek elk jaar met een jaarverslag over de tussentijdse resultaten en maken afspraken in een communicatieplan; periodiek komt er een nieuwsbrief en is er een informatieve pagina op de websites van de convenantpartners. Inwerkingtreding. Het convenant treedt in werking op de dag van ondertekening.
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
9
Ondertekening Amsterdam, 29 november 2011
Eric van der Burg Wethouder Zorg Gemeente Amsterdam
. . . . . . . ....................................... ......................
Freek Ossel Wethouder Wonen en Wijken, Armoedebeleid Gemeente Amsterdam
. . . . . . . ....................................... ......................
Lodewijk Asscher Portefeuillehouder Jeugdzorg Stadsregio Amsterdam
. . . . . . . ....................................... ......................
Marjolein Verstappen Directeur Zorginkoop, Divisie Zorg en Gezondheid Achmea
. . . . . . . ....................................... ......................
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
10
Appendix: Projecten bij het convenant Amsterdam samen gezonder! 2011- 2015 Gezond gewicht en Sport Veel jonge en volwassen Amsterdammers zijn te zwaar. Zij hebben daarmee een verhoogd risico op obesitas en chronische aandoeningen, zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Dit komt veelal voor in achterstandswijken (wijken met bewoners met een lage sociaal economische status en niet westerse allochtonen). Voor beide groepen is een gezonde leefstijl met voldoende beweging en een gezond voedingspatroon belangrijk. Leefstijlverandering is geen eenvoudige zaak. Ondersteuning met preventieve zorgprogramma’s en aansluitend sportaanbod zijn noodzakelijk. Amsterdam is al vele jaren heel actief in de aanpak van overgewicht. Gezamenlijke inzet van de gemeente en Achmea zal het bereik verhogen en de kwaliteit en de uitvoering van de aanpak van overgewicht verbeteren. Voor jeugd zal in ieder geval het JOGG-programma ( Jongeren op Gezond Gewicht ) onderdeel zijn van de aanpak. De convenantpartners houden zich in eerste instantie richten op 1 à 2 focusgebieden binnen Amsterdam.
Integrale aanpak zorg jeugd 70 procent jeugdigen die binnenkomen bij Bureau Jeugdzorg heeft te maken met meervoudige problemen, onvoldoende zelfredzaamheid en gebrekkige sociale participatie. Drie kwart van hun ouders hebben naast ernstige opvoedkundige problemen, een psychiatrische of verstandelijke beperking. Dergelijk complexe zorgvragen hebben onze vaste aandacht nodig. Deze jeugd en (multiprobleem)gezinnen worden vanuit meerdere organisaties, uit verschillende domeinen ondersteund. In de samenwerking staat het aanbieden van samenhangende, effectieve zorgprogramma’s, afgestemd op deze doelgroep, centraal. Dit wordt bereikt door het delen van kennis en ervaringen met de zorgbehoeften van de jeugd. Daarnaast zullen zorginstellingen worden gestimuleerd de meest effectieve ondersteuning en behandelmethoden te gebruiken. De verwachting is dat deze gezamenlijke activiteiten een positief effect hebben op het functioneren van het gezin, wat de kans op terugval vermindert. De effecten zullen meetbaar en kostenbesparend zijn. Het daadwerkelijke effect zal aan de hand van de prestatie-indicatoren, zoals doelrealisatie en cliënttevredenheid, te meten zijn.
Ketenaanpak dementie Naar schatting hebben zeker 13.000 Amsterdammers te maken met dementie. Het aantal ouderen met dit complexe ziektebeeld zal komende jaren door de vergrijzing sterk toenemen. Door deze ouderen en hun naasten in elke fase van het ziekteproces passende zorg en ondersteuning aan te bieden, kunnen zij meer regie houden op hun eigen leven en langer in hun eigen omgeving wonen. De mantelzorger wordt zo niet overbelast.
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
11
De gemeente Amsterdam en Achmea zullen samenwerken om de zorg en welzijnsvoorzieningen op elkaar te laten aansluiten. Dit doen zij door de wensen en behoeften van verschillende vormen van opvang en begeleiding in kaart te brengen. Vervolgens zal het inkoopbeleid op elkaar afgestemd worden. Door actieve informatieverstrekking kan de Amsterdammer gemakkelijk kennis nemen van het afgestemde aanbod. Voor 2012 zal het inkoopbeleid van Achmea en de gemeente over het aanbod van dagopvang en begeleiding op elkaar zijn afgestemd. Deze samenwerking zal moeten zorgen voor een vertraging van opname in verpleeghuizen met een half jaar, waardoor ouderen langer in hun eigen vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. De samenwerking zal jaarlijks geëvalueerd worden.
Kwaliteit van intramurale zorg De kwaliteit van de zorg van intramurale instellingen staat onder druk. Diverse signalen, van bewoners en personeel, gaven aan dat de zorg niet aan de maat is. Een aantal instellingen is onder verscherpt toezicht komen te staan. De kwaliteit van de intramurale zorg verdient daarom passende aandacht. De gemeente Amsterdam en Achmea trekken gezamenlijk op om samen met de verpleeg- en verzorgingstehuizen een actieplan op te stellen ter verbetering van de kwaliteit van zorg. De actuele zorgvraag zal inzichtelijk worden gemaakt alvorens actie te ondernemen. Het professionele niveau van medewerkers zal aangesloten worden bij de zorgbehoefte. Daarnaast zal personeel meer gebonden worden aan de bewoners zodat zij zorg ontvangen van vertrouwde gezichten. Door gebruik van de CQ-index en metingen op tevredenheid bij bewoners en naasten van de Amsterdamse verpleeg- en verzorgingstehuizen, zullen in 2015 de eerste resultaten zichtbaar zijn.
(O)GGZ-Aanpak Een aanzienlijke groep Amsterdammers lukt het (tijdelijk) niet huisvesting, inkomen en andere zaken zelf te organiseren. Vaak kampen zij met ernstige psychische beperkingen en/of verslavingsproblemen. Zij kunnen overlast veroorzaken voor hun omgeving. Het al ingezette beleid van 2008 vanuit het vorige convenant wordt voortgezet en geconcretiseerd. Achmea en de gemeente Amsterdam helpen deze groep zelfstandig te zijn en te participeren aan de samenleving. Dit bereiken wij door gegevensuitwisseling over deze groep. Ook worden de consequenties van de overheveling van de dagbesteding van AWBZ naar de Wmo in kaart gebracht. Met deze kennis kunnen wij de doorstroom en uitstroom naar passende vormen van wonen, zorg, begeleiding en dagbesteding bevorderen. Dit heeft minder overlast, grotere zelfstandigheid en minder terugval tot resultaat. De effecten op het zorggebruik van deze doelgroep worden onderzocht. De verwachting is dat er een verschuiving van zware naar lichtere voorzieningen zal plaatsvinden. Om de uitstroom te realiseren zullen de komende vier jaar extra RIBW+ plaatsen en 300 extra woningen ter beschikking komen.
Verkenning van samenwerking tussen OKC’s en de 1ste lijn Er zal een verkenning plaatsvinden van mogelijkheden om de samenwerking tussen OKC’s (Ouder kindcentra) en de 1ste lijn alsmede met de jeugd-GGZ te verbeteren. Wanneer gezondheidsproblemen worden geconstateerd bij het kind (maar ook bij gezinsproblematiek) is een goed contact tussen OKC en de huisarts, als vertrouwenspersoon van het gezin en
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
12
poortwachter van de tweedelijns gezondheidszorg, belangrijk. Ook lijkt er noodzaak te zijn de afstemming tussen OKC’s en GGZ-instellingen (1ste en 2de lijn) te verbeteren om vroegtijdige en kortdurende psychologische hulp in de leefomgeving van de jeugdigen (en hun ouders) te bieden. Er is een groeiende vraag naar zorg in het Amsterdamse die bekeken moet worden in samenhang met de overheidsmaatregelen om deze vraag in te dammen samen met zorgveld.
Perinatale sterfte Het aantal baby’s dat voor en rond de geboorte sterft, ligt in Amsterdam met 10,8 ‰ boven het landelijke gemiddelde van 9,9 ‰. In drie stadsdelen (Zuidoost, Slotervaart en Zeeburg) is dit percentage anderhalf tot twee keer zo hoog als het landelijke gemiddelde. Amsterdam en Achmea zullen zich inzetten om in de hoogrisicowijken de geboortezorg te verbeteren samen met verloskundigen in de wijk, gynaecologen in het ziekenhuis, kraambureaus en OKC’s. Door verbetering van geboortezorg, preconceptie-zorg en het prenatale preventieaanbod wordt moeder en kind een zo goed mogelijke start geboden. Perinatale sterfte in de hoogrisicowijken zal worden teruggedrongen naar het landelijk gemiddelde. Vermijdbare sterfte zal worden voorkomen. Kinderen met psychische of lichamelijk problematiek zullen sneller en effectiever worden geholpen.
Geïntegreerde zorg en welzijn nieuwe stijl Voorop staat verbetering van het welbevinden en de perceptie op gezondheid van de Amsterdammer. De meeste Amsterdammers zijn zelfredzaam en zoeken zelfstandig zorg en ondersteuning waar nodig; een enkeling heeft extra steun nodig. Omdat het aanbod tamelijk versnipperd kan zijn, zien de convenantpartners het als een verantwoordelijkheid om laagdrempelige toegang tot kwalitatief goede, doelmatige zorg en welzijn tegen een betaalbare premie te bieden. Achmea en Amsterdam zullen gebiedsgericht te werk gaan en afspraken maken met de diverse betrokken instellingen en professionals over de wijze waarop zij het zorg- en welzijnsaanbod willen organiseren. Samen met de zorgaanbieders zal een goede verbinding worden gemaakt tussen welzijnsinstellingen, de zorg voor mensen in hun thuissituatie –zoals de huisarts- en ziekenhuiszorg. Dit zal leiden tot meer doelmatige zorg. Amsterdammers krijgt één kwalitatief hoogwaardig geïntegreerd zorg- en welzijnsplan, waardoor zij direct op de gewenste plek, bij voorkeur in de buurt, geholpen worden.
Spreiding curatieve zorg Naast de basiszorg in de buurt, heeft de Amsterdammer gespecialiseerde zorg nodig. Op dit moment verlenen bijna alle Amsterdamse ziekenhuizen ‘alle’ zorg. Hier zal verandering in moeten komen om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg te waarborgen. De ziekenhuizen zullen gestimuleerd worden meer focus aan te brengen op de zorg die zij willen verlenen, zodat zij hun aanbod hierop af kunnen stemmen. Elk ziekenhuis krijgt hierdoor een herkenbaar profiel. Kosten worden beheerst en de Amsterdammers ervaren betere kwaliteit van zorg. In de toekomst zullen de Amsterdammers naar het ziekenhuis gaan dat is gespecialiseerd in de benodigde zorg, wat betekent dat zij in sommige gevallen hier verder voor moeten reizen.
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
13
Vroeg Eropaf Om te voorkomen dat Amsterdammers diep in de schulden komen, willen we in een vroeg stadium aan de bel trekken. Het project Vroeg Eropaf houdt in dat de woningbouwcorporatie, het energiebedrijf of de zorgverzekeraar een signaal geeft aan Vroeg Eropaf dat er betalingsachterstanden zijn ontstaan. Dit signaal geeft aanleiding om in een vroegtijdig stadium contact te zoeken met de betrokken Amsterdammer. Huisuitzettingen wegens huurachterstand en zeer ernstige schulden kunnen zo worden voorkomen. Verzekerden met een betalingsachterstand van vier maanden worden digitaal aangemeld bij Vroeg Eropaf. Op basis daarvan legt een instelling voor maatschappelijke dienstverlening (Madi) persoonlijk contact om de oorzaak van de betalingsproblemen in kaart te brengen en op te lossen. Waar problemen niet direct opgelost kunnen worden, informeert Madi deze mensen over de schuldhulpverlening. De schulden van de betrokkenen worden aangepakt en reguliere premiebetalingen hersteld. Er zijn maandelijks 250 verzekerden met wie na een signaal via Vroeg Eropaf Madi persoonlijk contact zoekt. Bij ruim 40 procent komt dit contact tot stand en is de Amsterdammer bereid tot een persoonlijk gesprek over de ontstane schuld. Het streven is bij minimaal 50 procent een persoonlijk contact tot stand komt.
Convenant - Amsterdam samen gezonder 2011- 2015
14