AMERSFOORT EN OMSTREKEN
Jaargang 21
april 2012
nummer 2
Afdelingsfunctionarissen Bestuur Voorzitter:
dhr. drs. ing. J.W. van Maren, Vlieterweg 108, 3925 GD Scherpenzeel tel. 033 – 2778813 e-mail:
[email protected] Secretaris: vacature Penningmeester: dhr. drs. Th.H. van Veen, Poortersdreef 1, 3824 DL Amersfoort tel. 033 – 4726015 e-mail:
[email protected] Public Relations: vacature Lid: dhr. ir. P. van Zuylen, Couwenhoven 9064, 3703 GE Zeist tel. 030 – 6962658 e-mail:
[email protected] Lid: dhr. C.M. van Rooij, Klarinetpad 21, 3822 CS Amersfoort tel. 033 – 4330069 e-mail:
[email protected] Afdelingsafgevaardigden Afgevaardigde: dhr. drs. ing. J.W. van Maren, voornoemd Plaatsvervanger: dhr. H. Hooijer, Dorresteinseweg 112, 3817 GD Amersfoort tel. 033 – 4632621 e-mail:
[email protected] Bibliotheek dhr. G.G.M. van der Kroon, Bohemen 53, 3831 ER Leusden tel. 033 – 4942496 e-mail:
[email protected] Co¨ordinator Afdelingsledenservice van de Contactdienst (CALS) vacature Lezingen en Activiteiten Co¨ordinator: dhr. ir. P. van Zuylen, voornoemd Periodiek Hoofdredacteur: vacature Redactieadres:
[email protected] Eindredacteur: dhr. dr. J.S. Kaastra, Montessorilaan 23, 3706 TB Zeist tel. 030 – 6962934 Redacteuren: dhr. dr. J.S. Kaastra, voornoemd dhr. M. van de Krol, Marterhoeve 20, 3831 TA Leusden tel. 033 – 4945110 mw. A.M. Sjamaar, Burg. De Widtstraat 5-30, 3811 LW Amersfoort tel. 033 – 4722225 dhr. drs. Th.H. van Veen, voornoemd Verzending: mw. H.S.H. Koning-van Dalen, Watergentiaan 6, 3824 GL Amersfoort tel. 033 – 4570105 PR-ondersteuning mw. A.M. Peterse-Schoots, De Oude Grutmolen 17, 3824 XE Amersfoort tel. 033 – 4553161 e-mail:
[email protected] mw. F.E.F. Schuitemaker-Frankefort, Zaagmolenhof 13, 3833 KT Leusden tel. 033 – 4947948 e-mail:
[email protected] Website http://amersfoorteo.ngv.nl Twitter www.twitter.com/NGV AFT Facebook NGV Amersfoort Omslag: Avondmaalsbeker Enschede. Zie het verslag op blz. 58. Foto Herman Dalenoort.
A MERSFOORT EN O MSTREKEN Uitgave van de Nederlandse Genealogische Vereniging Afdeling Amersfoort en Omstreken opgericht 18 december 1971 Verschijningsgebied de gemeenten Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Ede, Eemnes, Ermelo, Harderwijk, Leusden, Nijkerk, Putten, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Soest, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Wageningen, Woudenberg en Zeist. Oplage 650. Jaargang 21
april 2012
nummer 2
Ten geleide Voor u ligt weer een nieuw nummer met tal van lezenswaardige artikelen. U treft in woord en beeld een verslag aan van de viering van het veertigjarige jubileum van onze afdeling. Naast de gebruikelijke rubrieken treft u ook een aantal boeiende verslagen van zeer gevarieerde lezingen aan. Leest u ze eens aandachtig, en vooral: bezoek ook eens een van onze bijeenkomsten. Dat kan v´oo´ r de zomer nog op 17 april en 10 mei (zie blz. 46). Ons redactielid Thijs van Veen is tijdelijk door ziekte geveld geweest. Wij wensen hem een voorspoedig herstel toe. Overigens zoeken wij nog steeeds een nieuwe hoofdredacteur, dus u bent van harte welkom in de kring van de redactie. Het thema “Mijn overgrootouder” is een groot succes. Onze vorige nummers stonden al vol met prachtige verhalen, en ook in dit nummer treft u een grote verscheidenheid aan bijdragen aan. We hebben zelfs al enkele bijdragen moeten doorschuiven naar het volgende nummer, maar blijft u gerust inzenden. Het kan even duren, maar uw bijdrage wordt geplaatst.
Colofon A MERSFOORT EN O MSTREKEN verschijnt in januari, april en september. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de ondertekende stukken. Bij overname van gegevens uit deze uitgave wordt men verzocht de bron te vermelden. Kopij voor het volgende nummer gaarne v´oo´ r 1 augustus 2012 inleveren Voor nadere instructies zie onze webpagina http://amersfoorteo.ngv.nl A MERSFOORT EN O MSTREKEN wordt gratis aan de leden van de afdeling toegezonden. Anderen kunnen zich abonneren door betaling van e 7,– per jaar te storten op postrekening 2666378 ten name van Penningmeester NGV afdeling Amersfoort en Omstreken onder vermelding van ’abonnement periodiek’.
jaargang 21
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
45
Lezingen & Activiteiten Genealogische activiteiten in de regio Een overzicht van de bijeenkomsten voor de komende periode. Alle bijeenkomsten van onze NGV-afdeling en van de HCC! werkgroep Amersfoort vinden – tenzij anders vermeld – plaats in het Kerkelijk Centrum De Brug, Schuilenburgerweg 2, 3816 TB in Amersfoort Onze middagbijeenkomsten beginnen om 14.00 uur en de avondbijeenkomsten beginnen steeds om 20.00 uur. De zaal is ’s middags open vanaf 13.00 uur en ’s avonds vanaf 19.00 uur zodat u in de gelegenheid bent om met de leden van het bestuur of de andere aanwezigen van gedachten te wisselen onder het genot van een kopje koffie of thee. De consumpties zijn voor eigen rekening. In de hal kunt u zelf de consumpties bestellen. De PR-medewerkers van onze afdeling verzorgen een informatietafel. Al onze bijeenkomsten zijn voor iedereen, leden van de NGV en belangstellenden, vrij toegankelijk. De activiteiten van de Oudheidkundige Vereniging Flehite (OVF) en de HCC!genealogie in onze regio zijn afzonderlijk vermeld. Voor alle duidelijkheid hebben wij bij de aanhef van elke activiteit (met datum, onderwerp en spreker) rechtsboven aangegeven waar die activiteit plaatsvindt en daarachter de organiserende instantie. Omdat sommige activiteiten van de OVF en de HCC! pas in een laat stadium nader ingevuld kunnen worden, verdient het ook aanbeveling om daarvoor regelmatig hun websites te raadplegen: • http//www.historisch-amersfoort.nl • http//amersfoort.hcc-utrecht.nl • http//www.hcc-veenendaal.nl/cms De activiteiten van HCC!genealogie zijn voor NGV-leden gratis toegankelijk. De OVF kan aan niet-leden een toegangsprijs vragen. Wij adviseren u in die gevallen altijd duidelijk te kennen te geven dat u komt als lid van de NGV! Datum Tijd Plaats Onderwerp Inleider
Dinsdag 17 april 2012 van 20.00 tot 22.00 uur Kerkelijk Centrum De Brug Afdelingsledenvergadering met aansluitend lezing: HISGIS en Amersfoort op de kaart de heer Dirk Steenbeek
De Brug – NGV
De agenda voor deze afdelingsledenvergadering en het verslag van de vorige zijn te zijner tijd te vinden op internet http://amersfoorteo.ngv.nl. De agenda en de bijlagen liggen v´oo´ r aanvang van de vergadering eveneens ter inzage en er zijn ook meerdere exemplaren beschikbaar. De heer Steenbeek zal ingaan op de ontwikkeling van geografische informatiesystemen bij erfgoedinstellingen in het algemeen en bij Archief Eemland in het bijzonder. Kich, WatWasWaar, HISGIS, AmersfoortopdeKaart, etc. Wat maakt een GIS zo geschikt voor een erfgoedinstelling/archief, welke ontwikkeling heeft het GIS doorgemaakt en wat staat ons nog te wachten? En welke rol speelt Archief Eemland daarin? Een lezing over manuscriptkaarten en Google maps, foto’s en apps, monumenten en layar. En meer. . . 46 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
Datum Tijd Plaats Onderwerp Inleider
Donderdag 10 mei 2012 De Brug – NGV van 20.00 tot 22.00 uur Kerkelijk Centrum De Brug Valkuilen en zegeningen van DNA-onderzoek als hulpmiddel bij familieonderzoek de heer Robert Philippo
Een boeiende, interactieve en praktijkgerichte lezing over de valkuilen en zegeningen van DNA-onderzoek als hulpmiddel bij familieonderzoek. Aan de hand van praktijkvoorbeelden uit enkele genetische reconstructies van de Philippo Stam en de Joodse Rudelsheim Stam neemt spreker u mee hoe hij met behulp van deze techniek verwantschapsvragen in zijn familieonderzoek oploste, maar ook hoe hij tegen plezierige en minder plezierige verrassingen aanliep. Laagdrempelige, kennisdelende en “niet wetenschappelijke” lezing voor iedereen die hier meer over wil weten. Neem gerust uw eigen stamboom mee en laat u verrassen wat dit hulpmiddel voor u mogelijk zou kunnen betekenen. Datum Tijd Plaats Onderwerp
Zaterdag 22 september 2012 van 14.00 tot 16.00 uur Kerkelijk Centrum De Brug Computergenealogie
De Brug – NGV
Wie belangstelling heeft voor het gebruik van de computer bij zijn hobby is welkom op deze werkmiddag. Er zullen verschillende pc’s met genealogieprogramma’s aanwezig zijn. Zo zijn er onder andere vertegenwoordigers van de genealogische programma’s GensDataPro, Aldfaer en PRO-GEN aanwezig die u deskundig kunnen bijstaan en adviseren. Deze bijeenkomst is bedoeld om u kennis te laten maken met verschillende genealogische programma’s en om samen verder te komen door elkaar te helpen bij het oplossen van grote en kleine computerproblemen. Het is een inloopmiddag, dus u hoeft niet speciaal om 14.00 uur aanwezig te zijn. Lezingen najaar: noteert u alvast de volgende data in uw agenda. In ons septembernummer volgen meer details: donderdagavond 18 oktober, dinsdagavond 13 november en donderdagavond 13 december.
Agenda van de bijeenkomsten van: HCC!genealogie, werkgroep Amersfoort – Elke derde maandag van de maand in het Kerkelijk Centrum De Brug, Schuilenburgerweg 2, 3816 TB in Amersfoort. Openingstijden: van 19.30 tot 22.30 uur. HCC!genealogie, werkgroep Veenendaal – Elke vierde maandag van de maand in de Christelijke Scholengemeenschap, Sportlaan 11-13, 3905 AD in Veenendaal. Aanvang: 20.00 uur. Hier kunt u terecht voor al uw computervragen, ook niet-genealogische. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de HCC-websites http://amersfoort.hcc-utrecht.nl en http:// www.hcc-veenendaal.nl/cms.
Activiteiten van de Oudheidkundige Vereniging Flehite Op vrijdag 27 april de Brongerslezing door prof. James Kennedy over Heeft de OVF nog toekomst? Nederlandse maatschappelijke organisaties op de tweesprong. Zie verder http://www.historisch-amersfoort.nl/evenementen. De lezingen, die beginnen om 20.00 uur, zijn gratis toegankelijk voor leden van de OVF. Voor niet-leden bedraagt de toegangsprijs e 5,00. jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 47
Ledenbestand We verwelkomen de volgende leden in Nieuwe leden: onze afdeling. Wij hopen hen ook op onze bijeenkomsten te ontmoeten. mw. G.A.Z. Evers dhr. H.C. Mout Bijkomende inschrijving of verandering van dhr. L.A. Pach afdeling: dhr. H. Offereins Leusden dhr. D. Post mw. G.D. Overweel Baarn mw. M.C. Reijenga mw. W.J.W. de Valk-Rabauw Assen dhr. J.W.G. Zeegers
Amersfoort Amersfoort Wageningen Soest Bennekom Amersfoort
Van uw voorzitter door Willem van Maren In december hebben we ons achtste lustrum gevierd met een bijeenkomst in het hofje Armen de Poth (zie blz. 49). De heer Ton Reichgelt gaf een mooie lezing in de St. Rochuskapel (zie blz. 51). Het was een zeer geslaagde jubileumviering en ik wil graag allen die bij de voorbereiding of uitvoering betrokken waren nog eens van harte bedanken. Er was veel belangstelling voor deze gebeurtenis. Jammer genoeg was de plaatsruimte in de kapel beperkt en daardoor hebben we helaas een aantal late aanmelders moeten laten weten dat er geen plaats meer voor hen was. In het verleden hadden we enkele keren per jaar een computermiddag. U kon dan terecht met vragen over genealogische computerprogramma’s en ook over allerlei andere genealogische problemen waar u mee worstelde. De belangstelling liep sterk terug en daarom hebben we de frequentie van deze activiteit verminderd (maar zie blz. 47). Toch denken we dat er behoefte
blijft bestaan aan hulp, vooral bij beginnende genealogen, ook buiten de NGV. In samenwerking met Archief Eemland gaan we nu maandelijks een genealogisch spreekuur houden. Zie hiervoor het persbericht op blz. 88. Moderne media Sinds enige tijd zitten de NGV en ook onze afdeling beide op twitter. Zie www.twitter.com/NGV genealogie en www.twitter.com/NGV AFT. Verder heeft onze afdeling een facebook-account: NGV Amersfoort. Word vriend! We zullen regelmatig op facebook een stelling plaatsen waar u op kunt reageren. Wij kijken uit naar uw reacties. U behoeft niet bezorgd te zijn dat u iets belangrijks over onze activiteiten mist als u nog geen facebook-account heeft of niet twittert. Onze bestaande communicatiemiddelen (periodiek, afdelingswebsite en email) blijven gewoon doorgaan.
Personalia Thijs van Veen, penningmeester van onze afdeling en lid van de redactie van dit blad, is benoemd tot redacteur van het mededelingenkatern in Gens Nostra. Wij wensen hem veel voldoening toe bij het uitvoeren van deze nieuwe taak. Ons lid Peter Uitenbogaart ontving tij48
dens onze jubileumviering de zilveren speld van de NGV. Zie hiervoor blz. 49. Mevrouw Heleen Koning-van Dalen, die de verzending van ons blad verzorgt, verloor helaas op 23 december jl. haar geliefde man Gerhard Koning. Wij wensen haar veel sterkte toe bij het verwerken van dit verlies.
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
Veertig jaar afdeling Amersfoort en Omstreken Nette Sjamaar doet verslag Het 40-jarige jubileum van de afdeling Dit gaf nog veel plezier, omdat het speldje Amersfoort en Omstreken is op 10-12-2011 maar niet wilde blijven zitten. waardig en feestelijk gevierd in het hofje Na de lezing was er een borrel en zoveel ‘Armen de Poth’. schalen met heerlijke hapjes, dat ik alleen al daarvoor – maar natuurlijk ook voor de rest van deze geweldige ontvangst – mijn dank wil zeggen aan ieder die aan de organisatie van deze dag heeft meegewerkt. En ik ga ervan uit dat dit namens alle bezoekers is.
Tegen 14.00 uur begon het vol te lopen en rond half drie konden er nauwelijks nog mensen bij. Veel mensen die blij waren elkaar weer te zien. Overal zaten en stonden mensen in die prachtige middeleeuwse ruimtes met elkaar te praten, maar ook te kijken naar al die boeiende zaken om ons heen. Toch moest iedereen weer naar buiten, want de lezing zou in de kapel op het terrein zijn. Na een welkom, het uitspreken van meerdere felicitaties, o.a. van de heer Jan Netelbeek, namens het hoofdbestuur van het NGV, die ook nog herdacht dat de afdeling Amersfoort en Omstreken er bij kwam toen alles nog in de archieven moest worden gezocht en dat de tweede 20 jaar de digitalisering deze hobby voor zoveel meer mensen toegankelijk heeft gemaakt. De heer Peter Uitenbogaart kreeg een speldje van hem. Voor al zijn verdiensten voor de afdeling. jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN
49
50
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
Een myngelen goets wijns voir hoiren arbeit ende onlede Lezing door drs. A.F.M. (Ton) Reichgelt op 10 december 2011. Nette Sjamaar doet verslag. In een volledig bezette Rochuskapel fenen van werken van barmhartigheid, zohield de heer Reichgelt een boeiende lezing als het houden van uitdelingen ten behoeve over het enige hofje van Amersfoort. Een van de huiszittende armen of het steunen hofje dat nooit als hofje was bedoeld, maar dan wel beheren van inrichtingen van arin de loop der jaren zo is gegroeid. Hoe menzorg. Deze giften werden ’de Poth’ gedan? Daar bleek veel over bekend en toen noemd. kwam het spannende. Hij toonde ons een In de Langestraat stond de H. Geestkadia van een doodgewone oude kast. Die kast pel en daarnaast was een Gasthuis waar ziestond in de regentenkamer. En in die kast ken verzorgd werden, hoewel de meeste inwaren eeuwen lang papieren gelegd, allerlei woners bij ziekte thuis bleven. Maar in die papieren, alles door elkaar: akten, rekenin- tijd was Amersfoort ook een beroemde pelgen, menu’s, dagboeken. . . . Er zijn ook veel grimsstad en daar moest ook zorg voor zijn. persoonlijke stukken bij van Gijsbert Jorden Dit Gasthuis werd in de volksmond ‘Wanvan der Maeth, een rijk en belangrijk man, delhuis’ genoemd en werd door de H. Geestdie 30 jaar in het stadsbestuur heeft gezeten meesters beheerd. en daar uit moest omdat hij katholiek bleef. In de Teut was het Pesthuis, want pestlijders moesten weg uit de gemeenschap vanwege het gevaar van besmetting. In 1507 geeft het kapittel van de St. Joriskerk toestemming tot het bouwen van een kapel in de Teut. Dit wordt de St. Rochuskapel. Hij was de beschermheilige van de pestlijders, later van alle besmettelijke ziekten.
Onze spreker heeft de inhoud van die kast, vele meters papier dus, veilig naar het archief gebracht en daar alles uitgezocht. En wij mochten delen in wat daar allemaal gevonden was. De Pothof wordt al in de 14e eeuw genoemd. Het is een erf, gelegen in de Teut, een gebied dat de bisschop van Utrecht in leen had gegeven. Het lag buiten de oude stad. In de middeleeuwen waren in heel WestEuropa Broederschappen. Dit waren verenigingen van geestelijken en/of leken, die ten behoeve van het zielenheil van de leden godsdienstoefeningen hielden en daarnaast zich veelal toelegden op het beoeSint Rochus jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN
51
In 1460 komt er een nieuw Gasthuis en wordt het Wandelhuis afgebroken. De broeders van de H. Geest gaan naar de Pothof in de Teut en zetten daar hun werk voort. Zij bouwen er een bakkerij en een provenkamer, de ruimte waar het brood aan de armen wordt uitgedeeld. De celzusteren – een lekenorganisatie, die zich met ziekenverpleging bezig houdt – verhuizen in 1547 van de Mari¨enhof naar de Pothof en zij concentreren zich voornamelijk op de pestlijders. Er wordt een celzusterenkamer gebouwd. Naast het pesthuis worden kleine huisjes gebouwd voor de rijke pestlijders. In 1447 komt er een stichtingsprotocol, een akte waarin het stadsbestuur, de bisschop van Utrecht en de broeders van de H. Geest afspraken maken. Er komt een bestuur bestaande uit 13 Pothbroeders en een rentmeester, die de goederen moest beheren. Er wordt een ‘herenkamer’ gebouwd. Daar wordt 4× per jaar een maaltijd gehouden met de burgemeester, de schout, griffiers en andere belanghebbenden. Daar worden de zaken besproken. E´enmaal per jaar – met St. Maarten – is er de ‘grote maaltijd’, dit is de belangrijkste vergadering, hier wordt de jaarrekening overlegd en besproken. Want in de loop der jaren krijgt de Stichting Armen de Poth steeds meer bezittingen: • Gebouwen in de stad, boerderijen en landgoederen in Stoutenburg, Leusden, Woudenberg. . . • Grond in en om Amersfoort • Meubelen, schilderijen, beelden • Geld In de testamenten en akten staan ook beschrijvingen wat ermee gedaan moet worden. Uiteraard moeten er altijd missen voor het zielenheil van de schenker opgedragen worden.
52
In de 17e eeuw komt 1/3 van alle bezittingen van broer en zus Jorden en Lobbrich van der Maeth in het bezit van Armen de Poth. Naast de rentmeester wordt ook nog een penningmeester benoemd. En de herenkamer wordt regentenkamer. Maar, zoals de titel al aangeeft, vond men dat er vooral goed gegeten en veel gedronken moest worden tijdens die vergaderingen. Bij de vele rekeningen zaten er ook voor deze ‘maaltijden’: heel veel wijn – goed en veel vlees – hutspot met schenkel – kaas en noten – kastanjes. In de 17e eeuw wordt de ziekenverzorging overgenomen door het St. Pieters en Bloklandsgasthuis. Het pesthuis staat lange tijd leeg. In 1738 kwam er het muziekcollege St. Concordia. Ook op zondag werd daar muziek gemaakt en werden er feestjes gegeven. Toen de predikanten daar officieel tegen in verzet kwamen was het antwoord van het stadsbestuur dat dit een kwestie van openbare orde was en niet van de kerk. Het pesthuis werd in 1892 afgebroken. Er stonden toen al huisjes, de huisjes van de rijke pestlijders en van het personeel. Er komen 12 huisjes bij en tegen de regentenkamer aan wordt een huis voor de binnenvader en binnenmoeder gebouwd. Het geheel wordt aangelegd als een hofje met een binnentuin. Er komen proveniers te wonen, mensen die al hun geld en goederen aan de Stichting geven om de rest van hun leven onderdak en voedsel te hebben. De binnenvader en -moeder waren verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van het hofje, zowel voor de bewoners als voor het personeel. Zij zijn inmiddels verdwenen. De regenten vormden en vormen nog steeds het bestuur van De Poth. Zij beheren het bezit, dus de gebouwen van het Hofje, maar ook de vele landerijen en het vermogen. Zij bepalen ook wie er mogen wonen.
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
De Nederlandse Eetcultuur door de eeuwen heen Lezing door mevrouw Winnifred Planjer op 12 januari 2012. Nette Sjamaar doet verslag. Met vele dia’s – van bodemvondsten, cultuur, maar ook in onze streken waren al schilderijen met en over eten (stillevens, op verschillende culturen, die later bekend zoutafels, op markten, mensen aan tafel) en den worden aan de manier waarop zij hun foto’s – gaat mevrouw Planjer met een volle kook- en bewaarpotten maakten, zoals de zaal en met grote stappen door de geschie- klokbekercultuur. Er werd gegeten wat de denis van het eten. Ze doet dit onderhoudend natuur bood: bonen, prei, erwten, pastinaak, met veel anekdotes, spreekwoorden en grap- wortels. Alles in een pot en koken tot een brei. Afhankelijk van de plek kwam daar jes met de toehoorders. ook vis en/of vlees bij. Allen aten uit deze pot. En daarbij brood of pannenkoeken, gemaakt van haver of spelt. In de Romeinse tijd, zo’n 2000 jaar geleden, wordt het wat verfijnder. Er wordt glas gemaakt, maar in eerste instantie werd dit alleen gebruikt om in te bewaren. Pas later kwam het drinkglas. Bij welgestelde mensen ging men gasten uitnodigen om samen Vuurstenen messen aan tafel te eten en de maaltijd werd ook een vorm van samenzijn, van gezelligheid. Aan deze maaltijden zaten ook parasieten aan. Dit waren de bijzitters, die moesten zorgen dat de gesprekken op gang bleven, ze moesten zorgen dat ze wisten waar gasten over wilden praten en ook hielden ze wel voordrachten. Er was e´ e´ n drinkglas aan tafel dat telkens werd doorgegeven.
Benen vishaakjes
Vuurstenen werden zo’n 2 miljoen jaar geleden al gebruikt om vuur te maken, maar ook als mes. Onze verre voorouders aten wat ze in de natuur tegenkwamen of konden vanMiddeleeuwse messen gen, maar zo’n 10.000 jaar geleden kookten ze hun eten al. In de Middeleeuwen kent men het verIn Mesopotami¨e (nu Irak en omgeving) fijndere mediterrane eten en het zout dus was 3000 jaar voor Christus een bloeiende al. Zout zou nog eeuwen kostbaar blijven jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 53
en er worden dia’s vertoond van zoutvaatjes, vanaf kleine simpele tinnen bakjes tot heel grote, gemaakt van kostbare materialen en met vele versieringen, tot het meest beroemde gouden zoutvat ‘de salirie’. Naast het glas en het zoutvat komen er meer keukenartikelen, zoals de vetvanger, een terracotta bak die onder het spit werd gezet en diende om het vet dat bij het roosteren uit het vlees droop, op te vangen en er weer over te schenken.
• niet smakken of boeren – niet je neus in het tafelkleed snuiten – afgebeten stukken niet in de pot terug doen – plassen alleen onder tafel, niet ernaast. . . Er komen ook waarschuwingen dat er met mate gedronken zou moeten worden. In de Nederlanden wordt heel erg veel bier gedronken. Wijn is alleen voor de heel rijken.
Pieter Aertsz: vleeskraam
Pieter Aertsz: boeren bij de open haard
Pieter Aertsz (1508 – 1575) was een van de eerste schilders, die, naast de religieuze werken, ook gewone mensen ging schilderen, en zijn belangstelling ging vooral uit naar eten: marktkramen met vlees, met vis, met groenten, etende mensen, stillevens met eten. Naast vet wordt er ook al veel zoet gegeten. En er worden al manieren gebruikt om het eten te conserveren door van de resten een pastei te maken en daar zout over te doen of door bouillon te trekken. Op de markttaferelen staan meest vrouwen te verkopen. De man bewerkt de grond en het huis en kookt.
Er komen prachtige gegraveerde glazen. Maar hier wordt niet uit gedronken, dit zijn symbolische giften voor speciale gelegenheden. Zo ook de prachtige zilveren en gouden lepels met initialen. Gewone lepels en vorken, met 2, 3 of 4 tanden gaan wel in de keuken gebruikt worden. Maar aan tafel blijven het de handen en het mes. Iedere man heeft altijd zijn mes bij zich. Dit was ook wel nodig: als je overvallen werd moest je ‘de persoon de bek snijden’, daarna het mes weer in de foedraal en als het zover was kon je er dus ook mee eten. Ook kwamen er houten plankjes waarop je het vlees kon neerleggen. En de rijken lieten damasten tafellakens maken. Er kwamen nu ook boeken over manieren aan tafel. Erasmus schreef er o.a. een. Enkele tafelmanieren: • de vingers mogen niet verder dan tot het tweede kootje in de pot – met de hand waarmee je eet niet aan je oren of hoofd krabben of de hond aaien, ook mag je er Pieter Aertsz: marktvrouw je neus niet in snuiten 54 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
In de Renaissance gaan mannen verder van huis werken en vrouwen nemen het werk in huis en dus ook het koken over. Dit veroorzaakte nogal wat opschudding, de vrouw werd de baas in huis, zij kreeg ‘de broek’ aan. Dat leverde een aantal satirische en zedenschilderijen en ook spreekwoorden en gezegden op. In deze tijd komen er ook veel schilderijen met eten met een dubbele betekenis. Er zijn veel producten, die als afrodisiaca beschouwd worden, zoals oesters, eieren, prei, asperges. Die producten met een man of een vrouw of beiden erbij en subtiele hints, dat was de porno van die tijd. Een duidelijk voorbeeld is de Oestereetster van Jan Steen. Het komt er op neer dat zij zich zelf aanbiedt. Aan het eind van de 16e eeuw komt het in de mode dat men ook met de vork gaat eten, en iets later wordt ook een eigen lepel meegenomen. Rijke mensen lieten hiervoor een foedraal maken, want tot eind 18e eeuw bleef het gewoon dat men het eigen eetgerei meenam. Een volwaardig eetfoedraal bestond uit : mes, vork, lepel, oorpeuteraar en tongschraper.
Zo’n schilderij laat zien hoe rijk je bent. Je ziet hier een tafel met een damasten tafelkleed, maar ook het Perzische kleed eronder blijft zichtbaar. Een pauw (niet lekker, maar ziet er prachtig uit), Chinese schaal met o.a. druiven, een nautilusbeker. Het glas is half gevuld, een teken dat men beschaafd is en er geregeld bijgevuld wordt. Er zijn oesters, citroenen, olijven en veel specerijen. Dit is het hoogtepunt van onze VOCtijd. Er was hier geen echt hof, zoals in Frankrijk, dus etaleerde men zo.
Stilleven met kalkoenpastei van Pieter Claesz De volmaakte Hollandse keukenmeid
In de gouden eeuw worden er specerijen In 1410 werd het eerste kookboek gepuingevoerd en die waren peperduur. Dit veranderde dus veel aan de eetgewoonten. Ook bliceerd, geschreven door een man. Naast de wordt het uitstallen van de eigen rijkdom bijbel werden kookboeken, niet alleen met belangrijk. De rijken laten hun bezittingen recepten, maar ook met tafelmanieren, reschilderen en daar hoort ook bij welk eten gels voor de keukenmeid en voor de vrouw zij zich kunnen veroorloven. Een goed voor- naar haar gemaal toe, het meest uitgegeven. beeld hiervan is het schilderij: ‘stilleven met Het boek “de Volmaakte Hollandse Keukalkoenpastei’ dat Pieter Claesz in 1627 in kenmeid” uit 1761 is hier een goed vooropdracht maakte. beeld van. Bij de recepten staan nog geen jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 55
maten of precieze hoeveelheden. Dat ging Daarnaast soep- en sausterrines en allerlei nog op de gok. Keukenmeid was een belang- schalen. Dit kwam allemaal tegelijk op tafel. rijke en vertrouwelijke functie. Aan gangen deed men niet. En men kreeg servetten, die waren duur, m.n. omdat ze zo groot moesten zijn om over de kragen heen geknoopt te worden. Te kleine servetten waren armoedig. Dan kon men de eindjes niet aan elkaar knopen. Kinderen zaten niet aan tafels, ook niet in de ‘gewone’ milieus. Pas aan het eind van 19e eeuw komen er restaurants. Tot dan at men thuis en reizigers aten met de pot mee in de herberg. Na de Franse revolutie werden er vele koks werkeloos. Zij gingen eetzalen openen waar menDrankorgel sen konden komen om wat op te monteren In de 18e eeuw komen er keukens in de en wat opwekkend voedsel te nuttigen. Het huizen, nog geen fornuizen, maar wel een woord ‘restaurant’ komt van het Latijnse “ik tafel waar buizen met warm water onder- zal u verkwikken”. door lopen om het eten warm te houden. Er Er komen dan ook gangen na elkaar. In zijn twee kranen, een voor bron- en een voor deze tijd komen er ook fornuizen, eerst op regenwater. Er is een drankorgel en de holle kolen, dan gas, dan elektra. De hoeveelheid vaten klinken het hardst. brood wordt gehalveerd en die van suiker en Maar er komen ook nieuwe kostbare vet verdriedubbeld. Op straat eten was ondranken, die gezond zijn en die bij de apo- fatsoenlijk. theek zijn te halen, zoals koffie, thee en choNa W.O. II beginnen de Europese keucolade. Daar worden aparte kostbare servie- kens steeds meer van elkaar over te nemen. zen voor gemaakt. En dus op elkaar te lijken. En men begint met het dekken van de Het was een avond met ‘leringhe ende tafel met ieder een eigen bord en bestek. vermaek’.
Bedelaars en Landlopers in het Utrechtse Lezing door de heer Wijnand Thoomes op 14 februari 2012. Nette Sjamaar doet verslag. In de afgelopen jaren hebben vrijwilliIn de 19e eeuw komen er gestichten in gers van de NGV alle vonnissen, die vanaf Veenhuizen waar landlopers en bedelaars 1530 tot 1811 door het Utrechtse (gerechts) kunnen worden opgenomen en geresocialiHof zijn geveld, getranscribeerd en gedigi- seerd. In de eeuwen daarvoor zie je dat – als taliseerd. bedelarij al bestraft wordt – dit dan vrijwel alleen mensen zijn die afkomstig zijn uit steHoge heerlijkheden en de Steden be- den. Op het platteland was de houding van schikten over het halsrecht (de rechtbank de bevolking veel milder en gaven de kerken van de heerlijkheid mag de doodstraf op- en de beter bedeelden wel aalmoezen. Hierleggen) en het recht om lijfstraffen op te over is weinig tot niets op schrift gesteld. leggen. De lage heerlijkheden hadden dit Er waren ook wel mensen die het bedelen niet. Zware misdrijven waar de doodstraf als een beroep zagen en die als groep samen op stond mochten niet door de schepenban- gingen. Dan werd het wel heel bedreigend, ken behandeld worden. Deze zaken werden m.n. op het platteland. dus doorverwezen naar het Stichtse Hof in Utrecht. Vanaf het einde van de 16e eeuw komen 56 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
er placaten. Dit waren stukken met een zegel van stad of heerlijkheid. Zij bevatten de stedelijke of gewestelijke wetten, verordeningen en staatsstukken, die in een bepaald gebied van kracht waren. Die plakkaten werden iedere 50 jaar vernieuwd, maar in de praktijk zie je dat de rechten, plichten en straffen vrijwel overal hetzelfde waren en de veranderingen slechts minimaal.
de straffen zwaarder, zoals voor zgn. ‘Egyptenaren’ en heidenen (zo werden zigeuners genoemd) en joden. Meestal moesten ze, als ze opgepakt waren, ook nog andere misdaden bekennen, m.n. ‘dieverijen’, zoals bijv. van een veldvrucht, brood, schoenen, een rok, een hemd. Als ze niet bekenden gingen ze naar de pijnbank, maar in alle vonnissen werd gezegd dat dit niet nodig was geweest. De bijkomende straf kon dan zijn dat je – evt. met het gestolen voorwerp – op het schandblok terecht kwam. Bij het oppakken kon het gebeuren dat de verdachte gekwetst of zelfs gedood werd, maar dit was niet strafbaar. Als een eigenaar van bijv. een boomgaard een persoon, die daar niet hoorde, betrapte dan was hij bevoegd om deze dood te knuppelen. Het was de taak van de schout om deze mensen op te pakken, maar hij mag de burgers erbij betrekken. Als loon kregen dezen dan een ‘oud schild’, een muntstuk ter waarde van ongeveer twee gulden.
In de reglementen op de nachtwacht krijgen de wakers ook de instructie om niet alleen naar brand, maar ook naar dieven uit te kijken. Het kwam er op neer dat als de schout iemand oppakte die niet kon bewijzen wie hij/zij was en welk ambacht hij/zij uitoefende deze persoon de stad c.q. heerlijkheid moest verlaten. Verliet die persoon de stad of het gewest niet dan werd hij gegeseld en gebrandmerkt, bijv. op het voorhoofd. Dit betekende dat zo iemand dus ook in de andere gewesten, zoZowel Vianen als Culemborg waren vrijals Gelre of Holland, opgepakt kon worden steden, anders gezegd Hoge heerlijkheden en daar dus weer dezelfde straf kon krijgen. met hun eigen wetten. De Heren van Vianen Voor bepaalde bevolkingsgroepen waren komen met een eigen plakkaat voor ‘vagejaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 57
bonden’. Een extra regel hierin is dat als burgers de schout niet meehelpen met het zoeken en oppakken, ze een boete van 10 oude schilden kunnen krijgen. Rond Vianen waren groepen van wel 30 fameuze landlopers en bij de vonnissen zie je dan ook dezelfde namen terug komen. Er zijn mensen bij, die meerdere brandmerken hebben en meerdere malen gegeseld zijn en daarna verbannen. Culemborg had geen eigen gevangenis, dus als mensen zich daar misdroegen door te bedelen of door zich zedelijk te misdragen dan werden ze direct verbannen. En daar konden burgers een boete krijgen als ze deze mensen geld of eten gaven. Tussen 1530 en 1811 zijn er zo’n 700
veroordelingen geweest waarin het over bedelarij en landloperij ging. Dit is maar heel weinig in verhouding tot de andere misdaden en in verhouding tot de vele landlopers die er waren. Meestal zijn er dan ook andere misdaden bij, zoals dieverij, onzedelijk gedrag, waarzeggerij, Gods Heilige naam belasteren, onderdak in een schuur gezocht en daar turf gestookt . . . . Na de pauze werden er nog wat vragen gesteld en kwam er nog een levendige discussie over pijnbanken, doodstraffen, raspen spinhuizen. Hoe veroordeelden in de 16e eeuw naar de galeien werden gestuurd en in de 19e eeuw naar het Indische leger. . . Al met al een leerzame avond.
Speurtocht naar een zestiende-eeuwse charmeur en charlatan Lezing door de heer dr. Paul Abels op 6 maart 2012. Nette Sjamaar doet verslag. De spreker is historicus en promoveerde op de Reformatie. Hij kwam de naam Pibe Whyttiezoon op zoveel verschillende plaatsen en in zoveel verschillende hoedanigheden tegen dat de man hem steeds meer intrigeerde. Hij besloot om een ‘aangeklede biografie’ van deze ‘onbelangrijke’ man uit de Achterlanden in de tijd van de reformatie te maken. Het duurde 25 jaar tot hij in vele, vele archieven in binnen- en buitenland ge- Het koor van de Sint-Pieterskerk te Grou, waar Pibe noeg informatie vergaard had om het verhaal Wytthiezoon Abbema in het midden van de zestiende rond te krijgen.1 eeuw ten doop werd gehouden. Foto P. Abels. En wat voor een verhaal. Vanaf het eerste moment hing de zaal aan zijn lippen. Deze Staten waren grote boerderijen – Het verhaal was goed gestructureerd, ver- ook wel kleine dorpen – met veeteelt en/of gezeld van mooie plaatjes, maar ook dia’s landbouw. De enorme boerderijen zelf, de waarop de grote lijnen en de informatie- States, werden bewoond door aanzienlijke bronnen weer terug kwamen. families, die niet alleen rijk waren, maar ook Het is jammer dat er hier slechts plaats veel te zeggen hadden op het gebied van geis voor een kort verslag. Het was geweldig zag, rechtspraak, verdediging en alles wat de boeiend, amusant en dan ook nog leerzaam. elf steden van Friesland aanging. Het begon in Grou, een dorp in FriesVader Wytthie Pibeszoon was een omland. Rond 1542 werd Pibe Whytthiezoon streden man en voerde vele processen. Hij daar op de Abbema State geboren. kwam in grote financi¨ele problemen. De 1 Ovittius’ metamorphosen. De onnavolgbare gedaantewisselingen van een (zielen)dokter in de Reformatietijd, P.H.A.M. Abels, Delft, 2003, ISBN 9051669925
58
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
laatste druppel was dat hij een volledige naar zijn vrouw en kinderen in Aldeboarn apotheekinventaris op afbetaling kocht. Kort zijn er wel erg veel aanwijzingen dat hij in daarna moest hij zelfs de helft van de Ab- Groningen als spion gewerkt had. bema State verkopen. Maar ook andere geruchten achtervolgen hem en een jaar later wordt hij opgepakt voor bigamie. Hij krijgt 300 gulden boete en wordt voor 3 jaar uit Friesland verbannen. Omdat hij zich aan deze verbanning probeerde te onttrekken wordt deze levenslang. In december 1586 arriveert hij in Delft en hij meldt zich bij de gereformeerde kerkenraad, waar hij aantoont dat hij in Amersfoort lidmaat was van deze kerk en dat hij zich in Delft als medicus wil vestigen. Hij zal niet op de hoogte zijn geweest van de strenge regels die er in Delft waren om dit vak te mogen beoefenen en dat de beroemde dokter Pieter van Foreest hier toezicht op hield. Deze schrijft onder zijn verslag: Welcke Pibe daernae bevonden is een boeff te zijne, die 2 off 3 vrouwen getrouwt ende beslapen heeft. Zijn verblijf in Holland is nu gevaarlijk geworden. Hij moet vluchten. In 1588 – 1589 heerst de pest in Duisburg. Als pestdokter wordt hij daar met open armen ontvangen. Hij krijgt ontslag als ontdekt wordt dat Inventaris van een apotheek in de 16e eeuw. hij geen medicus is. Na een biecht komt Houtsnede. hij tot inkeer en laat zich als priester wijIn 1567 verhuisde zoon Pibe naar het den in Keulen. De bisschop van Roermond naburige dorp Aldeboarn en trouwde met benoemt hem daarna tot pastoor in Kessel. Waeb Syrksdochter Bornstra, eveneens af- Hij dient een verzoek in om een pastoorskomstig uit een zeer vooraanstaande familie. huishoudster te laten overkomen. Dit wordt Hij koopt een huis in de kern van het goedgekeurd. Maar als deze vrouw uit Aldorp en vestigt zich als apotheker. Hij wordt deboarn arriveert wordt het al heel snel duirijk en hoort al snel tot de notabelen van het delijk dat zij zijn wettige echtgenote is met dorp. Hij krijgt een stem in vele politieke, wie hij twee kinderen heeft. Hij moet direct godsdienstige en gerechtelijke kwesties. En weg en al zijn goederen worden verbeurd verklaard. hij is de stem van de katholieken. Hij gaat terug naar het land van Kleef en In 1580 kiest de stadhouder de zijde van de Spanjaarden en vele Friezen vluchten werkt daar 2 jaar als pastoor en medicus. naar Groningen. In Groningen heerst de pest Maar zijn verleden begint hem alweer in en in 1581 duikt Pibe daar op als pestmees- te halen. Hij zal iets anders moeten en de ter. Hij verwekt daar een kind en trouwt met politieke en militaire ontwikkelingen boden de bewuste vrouw. hem daar een kans voor, maar daarvoor was Het is onduidelijk waarom Pibe gevlucht wel een gedaanteverwisseling nodig: dokzou zijn. Maar als hij van de autoriteiten in ter/pastoor Pibe Wytthiezoon Abbema ver1582 toestemming krijgt om terug te keren andert in dominee Pibo Ovittius. De Lajaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 59
tijnse naam ontleent hij volgens Abels aan het eiland Wieringen. Daar heeft hij een half de Romeinse dichter Ovidius, auteur van de jaar gewerkt, maar men twijfelde aan zijn Metamorphosen, die ook verbannen werd. rechtzinnigheid en er waren tegenstrijdigheden in zijn getuigschriften. Na nader onderzoek wordt hij ontslagen.
Maria van Nassau
De twee Avondmaalsbekers van de Hervormde Gemeente van Enschede, met de inscriptie die herinnert aan het verblijf van Pibo Ovittius als eerste predikant in deze stad. Foto Herman Dulenoort.
Hij wint het vertrouwen van Maria van Nassau, gravin van den Bergh. Zij had, net als haar broer Willem van Nassau, voorkeur voor ‘verlichte’ pastoors en dominees in de Hij zoekt zijn heil weer bij Maria, grahoop de roomsen en gereformeerden bij el- vin van den Bergh en zij benoemt hem in kaar te houden. Pibo Ovittius is voor haar de 1596 tot predikant in Didam. Maar helaas, ideale figuur. Hij wordt benoemd tot domi- ook daar kwam hij weer een bekende tegen nee in Terborg en in Ochten. en al snel zijn er vele beschuldigingen, o.a. Als Maurits echter Gelderland verovert van weerwolverij, dus nam hij de benen. moeten alle dominees hun papieren overlegTwente gaf zich in 1598 over en dat begen om te laten zien hoe recht zij in de leer tekende dat de kerkenraad van Deventer snel zijn. genoeg predikanten moest vinden om de geMaria zoekt een plek voor hem in reformeerde leer te verspreiden. Pibo werd Utrecht, want de Staten van Utrecht zijn ook de eerste predikant van Enschede. Hij is daar zeer mild en kennen geen synodes en pre- erg geliefd en zijn naam is zelfs terug te vindikantenlijsten. Dit tot grote ergernis van den op de voet van een avondmaalsbeker. de omliggende synoden. Het wordt Werk- Maar toen rukten de Spanjaarden toch weer hoven. Hij werd daar niet hartelijk ontvan- op en alle predikanten moesten vluchten. gen; de meeste inwoners wilden de paapse Maar nu heeft hij wel goede getuiggebruiken in ere houden en na een ruzie met schriften en hij gaat terug naar Utrecht, de koster tijdens het avondmaal kon hij ver- wordt daar ge¨examineerd en mag aan de trekken. gang in Hagestein, Nigtevegt, Tull en ’t Stichtse collega’s helpen hem een Waal. De volgende jaren is hij een gerespecnieuwe standplaats te zoeken en dat wordt teerde en nette predikant in ’t Sticht. 60 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
Dan verzoekt hij in Utrecht om een kleine parochie. Die krijgt hij 1610 in het gehucht Zuilen. Hij mag daar ook les geven. Daar is hij in 1618 overleden.
Rechts het kerkje van Zuilen, getekend naar de situatie in 1615. Het gebouw links is waarschijnlijk de pastorie annex school, waar Ovittius de laatste jaren van zijn leven doorbracht. Tekening A. Rademaker, circa 1725.
Hij wordt ziek en kan het vele werk niet meer aan. Hij schrijft nog verschillende verzoekschriften aan de bisschop van Roermond en vraagt een vergoeding voor alles dat hem in Kessel is afgenomen, maar het lukt hem niet.
Zijn zoon Wytze was een van de eersten, die als tegelbakker de nieuwe, uit Itali¨e afkomstige, techniek van beschilderen en glazuren van aardewerk beoefende. Hij maakte in 1612 een tegelwerk ter ere van zijn vader. Daarin staat hun familiewapen centraal en erop wordt geschreven dat Piboni Ovittius in 1612 in Zuilen als gereformeerd predikant werkzaam was2 . Hij liet dit aanbrengen in de muur van de kerk van Aldeboarn waar ook het graf van zijn moeder Waeb Syrksdochter is. Abels komt tot de conclusie dat dit beschouwd moet worden als een vorm van eerherstel en eerbetoon van de zoon aan de vader.
Oplossing van de jubileumprijsvraag door Ton Reichgelt In ons vorige nummer (januari 2012) de lezer om dit te transcriberen. Hieronder stond een oude tekst, met de opdracht voor volgt de oplossing met een korte toelichting. Een paterken ginck eens drie susterkens vrijen ende seijde aen wie die meeste const was becleven die zal tavondt met mij te bedde ghedijen, dus die susterkens sijn daer bij gebleven. Mer dies moet tpaterken tvonnisse gheven wie die beste conste dede oft meest ffaelde. Met dien heeft dae een haer been opgegeven3 ende piste doer een oge van eender naelde tot int paterkens schoen die daer stondt en draelde4 nochtans en was doghe der naelde nijet nat. Met dien sprack sij die daer met paelde5 sulcken const en is noch dit noch dat. Doe sprack tpatercken ick heb immer te bat6 mijn schoenen mochten mij achter hurcken7 . Tis haest comen alst oeck wil lucken. 2 Zie
afbeelding in het vorige nummer opgeheven (T.R.) 4 Plagen (missschien hier toch dralen in de betekenis van treuzelen, daar nog staan T.R.) 5 Daer met paelde = zich daerop spitste (palen = grenzen aan = de volgende zuster?) 6 Ick heb immer te bat = ik weet het nog beter (T.R.) 7 Hucken = doorbuigen (in de tekst staat hurcken, wat hetzelfde betekent maar niet past in het rijm) 3 Lees:
jaargang 21
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
61
Volledige tekst www.dbnl.org/tekst. De aantekeningen zijn hieruit overgenomen, aangevuld met eigen opmerkingen (Ton Reichgelt). Het gedicht komt voor in: Refereynen int sot amoureus wijs (nr CXXXIV). Jan van Doesborch. Ed. C. Kruyskamp. Lei-
den, 1940. Sinds 2002 © de bibliotheek der Nederlandse letteren. Het is typische rederijkerspo¨ezie, naar vorm (refreinen: Tis haest comen alst oeck wil lucken) en inhoud (grappen en grollen en spitsvondigheden).
Stel je voor Mijn naam is Lodewijk van Beek, gepensioneerd. Ik ben eind negentiger jaren actief stamboomonderzoek gaan doen. Het was de “wie-waar-wat” nieuwsgierigheid en daarna de sport te vinden waar je naar zoekt. Onderzocht worden de namen Hartgersen (na Napoleon: Van Beek) en Gerritsen, allen uit de regio Telgt–Putten–Ermelo, getraceerd tot 1610. Andere namen zijn Mei-
necke (Cleve 1799), Van Walraven (DordtRotterdam), Harder (Den Helder). Ik maak gebruik van het genealogieprogramma Reunion 9 (Apple). Mijn grootste probleem is een zeevarende te vinden die gedurende de jaren 1940–1945 heeft gevaren maar niet naar Nederland is teruggekeerd. Mijn doel is om een zo volledig mogelijke stamboom te verkrijgen.
Schippersvrouw? door Ina Budde-Korver Hinderkien Huiting, of Opoe Rika, zoals maakt in Duitsland; ik schat haar daarop ze door mijn moeder werd genoemd, over- een jaar of 40, of misschien iets ouder. De leed v´oo´ r mijn geboorte, dus ik heb haar tweede foto van haar met zoon Karel, zijn nooit gekend. Dat ik toch herinneringen aan vrouw Paula en hun jongste dochter Rika is haar heb, is te danken aan haar originele in 1932 gemaakt in het Julianapark (destijds taalgebruik. Hoewel ze al lang in Duitsland nog de Tuin van Kol genoemd) in Zuilen. woonde, drukte ze zich nog steeds uit in een Toen waren mijn opa en oma pas in Nederratjetoe van Gronings en Duits. Mijn moe- land. Ze lijkt wel wat op koningin Wilhelder had dit altijd heel vermakelijk gevonden, mina in haar nadagen: een kleine, stevige en trakteerde haar kinderen later nog regel- vrouw, fier rechtop, een bril met ronde glamatig op een citaat van haar oma, als dat zo zen op en een pothoed op haar hoofd, gete pas kwam. Ziehier een bloemlezing. kleed in een lange donkere winterjas met Rika had geen last van “kalte F¨usse”, een bontje. Op de derde foto zit Hinderkien maar van “kolde vouten”. Bij haar “Kaf- in de tuin van mijn opa en oma op de Van fee’ ’wilde ze “kouke” in plaats van “Ku- Egmondkade in Zuilen. Deze foto kan niet chen”. Als een van haar kleinkinderen pro- veel later zijn gemaakt, maar wel in de zotesteerde tegen het dragen van een versteld mer. Was Hinderkien twee keer op bezoek, of gestopt kledingstuk, zei ze: “Besser een of woonde ze een tijdje in Nederland? Toch dan een Loch”. Toen ze voor het eerst Hoewel hij het grootste deel van zijn leeen ijsje proefde, zei ze vol afgrijzen: “Dat ven in Duitsland had gewoond, en bovenis ja so kold wie ies!” Eens had ze een ver- dien een Duitse achternaam had, sprak mijn giet nodig, maar was vergeten hoe dat in het opa Karel vloeiend en praktisch accentloos Duits heette. Dus riep ze naar haar klein- Nederlands. Op mijn vraag hoe dat kon, antzoon: “Karl-Heinz, bring mal das Ding mit woordde hij dat hij uit een schippersfamilie die Lochen”. kwam en dat de kinderen uit dat gezin de Drie foto’s ken ik van Hinderkien Hui- nationaliteit hadden gekregen van het land ting. De eerste foto is waarschijnlijk ge- waar ze waren geboren. In zijn geval was dat 62 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
Nederland, in de Groningse plaats Veendam. der. Hoe zat dat? Of begon toen pas zijn Hij overleed in 1957, toen ik 13 jaar was loopbaan als schipper? Die heeft dan niet en heel andere dingen aan mijn hoofd had lang geduurd, want hij overleed 26-9-1904 dan de geschiedenis van mijn voorouders. in Dortmund, op 41-jarige leeftijd. Zijn wePas een jaar of zes geleden, toen ik mijn eer- duwe bleef achter met 3 zonen van resp. 17, ste voorzichtige schreden op het genealogie- 12 en 10 jaar. Hoe ze daarna aan de kost pad zette, besloot ik een en ander eens uit kwamen? Ik weet het niet. Ze had toen al te zoeken. Helaas leefden er toen geen fa- heel wat tegenslag gehad in haar leven. milieleden meer die mij iets hadden kunnen Hinderkien werd 23-10-1865 in Wildervertellen. vank geboren. Haar vader, Hendrik Huiting, Op Genlias vond ik in Veendam de arbeider, was evenals zijn vrouw Hendrikje huwelijksakte van Robert Heinrich Wolfs- (Hinderkien) Zeggers afkomstig uit Gieten. dorff (die overigens ook in Veendam ge- Zij hadden al twee zoons, Jan en Kornelis. boren werd) en Hinderkien Huiting, gebo- Na Hinderkien volgden nog twee broertjes, ren te Wildervank. Robert Heinrich was een die allebei jong overleden. Toen Hinderkien zoon van Robert Theodor Wolfsdorff, gebo- acht jaar was stierf haar moeder. Haar vader ren in Fraustadt, Posen, en Katharina Lisette hertrouwde een jaar later met Anna Freij. Sophia Funke uit Ibbenb¨uren. Bij Family- Uit dit huwelijk werden nog vier kinderen search vond ik een hele lijst kinderen van geboren, maar alleen de jongste (die waardeze Robert Theodor, die geboren waren in schijnlijk net als haar oma Wendelina had Veendam en in Ibbenb¨uren, Duitsland, en moeten heten, maar abusievelijk werd ingetwee huwelijken van hem, die allebei in Ib- schreven als Wemelliena) bereikte de volwassen leeftijd. benb¨uren waren gesloten. Na bezoeken aan het rijksarchief Groningen en het CBG in Den Haag had ik de familie aardig compleet. Nergens vond ik echter een Wolfsdorff die het beroep van schipper uitoefende. Robert Theodor stond in de geboorteakte van Robert Heinrich vermeld als landarbeider, en in alle volgende akten als bierbrouwer, wat ook in Ibbenb¨uren zijn beroep was geweest. Hij overleed als koopman. Het beroep van Robert Heinrich was steeds arbeider. Mijn laatste hoop op de oplossing van het schippersmysterie was het gemeentearchief in Veendam. Daar vond ik onlangs in het bevolkingsregister Veendam 1890– 1900 boek I het gezin van Robert en Hinderkien, wonende aan het Westerdiep, in januari 1890 gekomen uit Wildervank, in mei 1897 vertrokken naar Dortmund. Waarom Hinderkien Wolfsdorff-Huiting. Dortmund? Daar woonde toen wel een jonToen Hinderkien 18 jaar was werd ze gere (half)zuster van Hinderkien: Wemelliena Huiting, die getrouwd was met Johan- zelf moeder. Ze woonde toen in Gieten, nes Hoffaard, eveneens arbeider. Misschien maar Hendrik Huiting kwam 13-12-1883 in hadden ze daar contact mee. En nog steeds het ziekenhuis van Groningen ter wereld. was het beroep van Robert Heinrich: arbei- In datzelfde ziekenhuis zou hij 13-12-1894, jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 63
op zijn elfde verjaardag, overlijden. Op 1- het brood stevig tegen haar boezem gedrukt. 10-1887 werd in Wildervank haar zoon Jan Als zij ’s avonds een wijntje op had, begeboren. Haar derde kind, Robert Theo- gon ze spontaan Nederlandse kinderliedjes door, kreeg zij 21-10-1889, eveneens in Wil- te zingen, haar favoriet was: onder moedervank. Deze zoon overleed 18-2-1891 te ders paraplu. Zij had ooit een tijdje in NeVeendam. Daar werd ook haar vierde zoon derland gewoond, en had daar, net als haar Robert Theodorus geboren op 28-4-1892. schoonmoeder in Duitsland, problemen met Pas daarna werd er getrouwd. Het huwe- de taal. Eens had haar man bretels nodig, lijk met Robert Heinrich Wolfsdorff werd in maar Traudchen kon de winkelier niet aan Veendam gesloten op 18-3-1893, en daar- het verstand brengen wat ze wilde kopen. bij werden drie kinderen ge¨echt: Hendrik, Tot ze uiteindelijk zei: “Elastiek voor aan Jan en Robert Theodorus. De huwelijksakte de broekdraagbanden.” En na het vertellen werd niet ondertekend door de bruid; zij ver- van zo’n anekdote gierde ze van het lachen klaarde nooit schrijven te hebben geleerd. en zei: “Komt, Kinder, wir trinken noch eiE´en van de huwelijksbijlagen was een be- nen, der Onkel Johann kann uns am Kopf wijs van onvermogen, dus geld voor de be- blasen!” Deze uitdrukking heb ik nooit in nodigde trouwpapieren hadden ze niet. In een woordenboek kunnen vinden, maar ik 1894 werd hun zoon Karel Friederich ge- begreep wat ze bedoelde. Onkel Johann was boren, en daarna kregen ze nog een leven- haar zwager Jan Wolfsdorff, die geheelontloos geboren kind. En in 1897 besloten ze houder was. kennelijk om hun geluk elders te zoeken en Jan en Mientje Wolfsdorff verhuisden vertrokken ze naar Duitsland, misschien wel als eersten naar Nederland, in elk geval v´oo´ r per schip, via het Dortmund-Eemskanaal. . . 1918, want hun vierde kind werd in april van Waarschijnlijk bleven ze na de dood dat jaar in Utrecht geboren. In 1932 volgde van Robert Heinrich in Dortmund wonen, eerst mijn moeder Paula. Zij verbleef een want Jan trouwde op 10-12-1907 in Eving tijdje bij haar oom Jan en tante Mientje, tot bij Dortmund met de Groningse schippers- de rest van het gezin arriveerde en een wodochter Harmina (Mientje) Batisten, en Ka- ning betrok op de Van Egmondkade in Zuirel trouwde op 30-6-1919 in Dortmund met len. Jan en Mientje woonden om de hoek, in Paula Witzenberger, dochter van een mijn- de Marnixlaan. Ik denk dat ze in Utrecht zijn werker. Mijn moeder Paula, die toen 5 jaar terechtgekomen omdat daar hun oom Karl was, werd bij dit huwelijk ge¨echt. Zij be- Friedrich Wolfsdorff woonde, een broer van zocht vaak het gezin van Robert Theodo- hun vader Robert Heinrich. rus Wolfsdorff, die getrouwd was met een Duitse vrouw, van wie ik alleen de voornaam weet: Traudchen. Of Robert Theodorus toen al overleden was, is mij niet bekend. Hinderkien woonde destijds bij dit gezin in Wengern a/d Ruhr in huis, en is daar overleden op 27-11-1943. Ik kan me voorstellen dat Hinderkien en haar schoondochter goed met elkaar overweg konden. Traudchen was een leuke vrouw, met gevoel voor humor. Wij brachFam. K. Wolfsdorff in 1932, rechts Hinderkien ten bij haar in de jaren 50 een paar keer de Huiting. vakantie door. Wat op ons kinderen vooral Tot zover het verhaal over mijn overveel indruk maakte was haar manier van broodsnijden: niet op een plank, maar met grootmoeder Hinderkien alias Rika, die 64 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
schippersvrouw was (of toch niet?). Hoe dan ook, volgens mij was zij een nuchtere, flinke vrouw, die de touwtjes stevig in handen had. Hinderkien Huiting, dienstmeid, werkvrouw, b 23-10-1865 Wildervank, d 2711-1943 Wengern a/d Ruhr, Duitsland, dr. v. Hendrik Huiting en Hendrikje (Hinderkien) Zeggers, × 18-3-1893 Veendam Robert Heinrich Wolfsdorff , arbeider, b 153-1863 te Veendam, d 26-9-1904 te Dortmund, zn. v. Robert Theodor Wolfsdorff en Katharina Lisette Sophia Funke. Bij dit huwelijk werden 3 kinderen ge¨echt, t.w.: Hendrik, Jan, en Robert Theodorus. Kinderen van Hinderkien Huiting: 1. Hendrik Wolfsdorff, b Groningen 13-12-
1883, d Groningen 13-12-1894. 2. Jan Wolfsdorff, b Wildervank 1-10-1887, d Utrecht 13-2-1965, × Eving (Dortmund) 10-12-1907 Harmina Batisten, b Groningen 18-3-1888, d Utrecht 3-12-1976. 3. Robert Theodoor Huiting, b Wildervank 21-10-1889, d Veendam 18-2-1891. 4. Robert Theodorus Wolfsdorff, b Veendam 28-4-1892, × Traudchen N.N. 5. Karel Friederich Wolfsdorff, b Veendam 10-6-1894, d Utrecht 7-4-1957, × Dortmund 30-6-1919 Paula Witzenberger, b Eving (Dortmund) 10-9-1896, d Utrecht 187-1991. 6. N.N. Wolfsdorff, levenl. geb. kind, b Veendam 10-7-1896.
Anna van de Hoef door Gijs van Valkenhoef Terwijl ze stil zit te poseren voor een portret heeft ze alle tijd om na te denken. Dat overpeinst Antje van de Hoef en ook waarom ze deze portretten eigenlijk laat maken van haarzelf en haar nieuwe echtgenoot Reinier Esveld. Tijdens haar eerdere huwelijk is er niets van gekomen. Haar vorige man zaliger, Hendrik van Valkenhoef, was al overleden voordat ze had kunnen bedenken dat ze wel een aandenken voor later zou willen hebben. Dat koppige onder huwelijkse voorwaarden willen trouwen van die man ook. Was ze toch mooi bijna alles kwijtgeraakt toen hij overleed. De beide panden aan de Langestraat nrs. 137 en 139 kort na elkaar gekocht, waren al belast met het erfdeel van de moeder van zijn vier kinderen uit zijn eerste huwelijk met Geipje van Eijden. Dat was een huwelijk in gemeenschap van goederen. En die vrouw was toch al zo’n op geld belust type. Toen Hendrik een keer ernstig ziek was, had zij alvast een boedelverkoop gehouden als zijnde weduwe en heeft ze bij de notaris de opbrengsten laten vastleggen. Mooie boel zeg. Uiteindelijk overlijdt Geipje zelf toch nog eerder dan haar man. Vlak voor haar overlijden heeft zij haar jaargang 21
testament laten aanpassen en laat zij haar bezittingen – de helft van het gemeenschappelijk kapitaal – na aan kinderen en echtgenoot. De vier kinderen erven samen 0,8 van een van de panden. Geipje was zo ziek dat ze niet meer kon schrijven en tekent met een kruisje. De kinderen worden opgevangen bij familie van Geipje in Hoogland.
Wel goed dat zij, Antje, er nog kan blijven wonen. Maar bij de dood van Hendrik wordt zijn aandeel in de panden van 1,2 nu ook nog belast met een erfdeel van 6/7 voor de vier kinderen uit dat huwelijk en de twee zonen die zij van Hendrik heeft. Tegenover haar inbreng van 9000 gulden in de onder huwelijkse voorwaarden gesloten echt staat dan nog maar 1530 gulden van zijn kant. Van de andere kant begrijpt zij de gedrevenheid van Hendrik wel. Hij was de zoon van een arme baggerman/bouwknecht die buiten de kleine Koppelpoort woonde naast het terrein van de Eeckmolen. Hij had zich goed opgewerkt, natuurlijk ook met behulp van het kapitaal dat zijn eerste vrouw had ingebracht, maar toch. De meubelzaak en de winkel in houten gebruiksvoorwerpen lopen goed. En hij wilde het erfdeel van zijn eerste A MERSFOORT EN OMSTREKEN 65
Reinier Esveld en Antje van de Hoef
vier kinderen niet laten verwateren bij een eventueel eerder overlijden van haar, zijn tweede vrouw. En nu heeft zij bijna niets. Daarom heeft zij de schilder de opdracht gegeven van de beide portretten twee exemplaren te maken, e´ e´ n voor Gijs, haar enige overgebleven zoon uit haar eerste huwelijk nu de jongere zoon onlangs is overleden - en e´ e´ n voor Henk Esveld, haar zoon bij Reinier. Deze laatste was voorheen meubelmaker in Nijkerk en zet de zaak aan de Langestraat voort. Als Antje op bijna 60-jarige leeftijd in 1896 overlijdt, staan de beide panden aan de Langestraat met twee panden in de Teut en de winkelinventaris aan de activazijde.
De erfgenamen en andere crediteuren leveren een saldo van ruim 6000 gulden waarvan dus de helft kan worden verdeeld tussen Gijs en Hendrik. De andere helft is voor echtgenoot Reinier die na krap een jaar in 1897 op 55-jarige leeftijd hertrouwt met Barbara de Beer die dan 38 jaar is. Barbara vindt niets van de schilderijen van haar voorgangster en verkoopt ze samen met veel van de inboedel om haar eigen stempel op het huishouden te kunnen zetten terwijl ze bovendien kleiner moeten gaan wonen. De schilderijen worden opgekocht door Johann Matthias Schwitzner die komend uit Olst in Amersfoort is neergestreken op ’t Zand 21 met zijn vader Johann en beide zussen Mien en Heintje.
Hoe het Leger des Heils in onze familie kwam. . . door Peter Nekkers “Jan, het gaat niet goed met je” zegt de Jan is opgestaan en heeft de pet in de chef gemeentewerken van Ellecom staande hand genomen. Hij kijkt naar de vloer. Join de deuropening. “Je doet je gezin te kort hanna en de kinderen houden zich stil op de door je weekloon aan drank uit te geven en achtergrond. op je werk ben je ook niet meer die harde “Ik weet wat u bedoelt, meneer.” werker van 5 jaar geleden.” Net naast de hoofdstraat van Ellecom 66 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
ligt de onverharde weg die naar de VeluweNiet lang daarna dient zich de volzoom leidt. Een kort weggetje, zonder of- gende zwangerschap aan. Die van Anton. fici¨ele naam, dat alleen wordt gebruikt door En daarna die van Margo. Het huisje raakt de bosarbeiders wanneer zij van en naar nu echt vol. Overal zijn slaapplaatsen voor hun werk in de donkere bossen van de Ve- de kinderen gemaakt en het is de gehele luwe lopen. Aan dat weggetje ligt het kleine dag een drukte van belang. Jan vindt het alhuisje van Jan Nekkers en Johanna. lemaal een beetje teveel van het goede en Het is nog een mooie woning, zo’n loopt na zijn werk wel eens een straatje om. huisje uit het midden van de 19e eeuw, met Liefst doet hij dan het caf´e De Lantaarn in een voorgevel bestaande uit een deur en een de Hoofdstraat aan, om eens even met anraam op de begane grond en nog een zolder- dere mannen over de lokale en wereldpoliraampje op de eerste etage. Wanneer je de tiek te praten. De opkomst van het sociadeur opent sta je direct in de woonkamer. ’s lisme, onder aanvoering van Domela NieuWinters hangt Johanna wel eens een wollen wenhuis en de jonge Pieter Jelles Troelstra, gordijn achter de deur om de koude buiten is een actueel onderwerp. Op zich niet verkeerd voor Jan om hierover mee te praten, te houden. Binnen is er eigenlijk maar e´ e´ n grote maar Jan neemt kleine glaasjes jenever als ruimte, met een tafel in het midden en een spraakwater. Daar in caf´e De Lantaarn vindt kachel met fornuis tegen een zijmuur. Bo- Jan zijn leven beter dan thuis of op het ven dat fornuis is een eenvoudige schouw werk. . . Twee problemen duiken nu op. Dit gemet schoorsteen. Achter in de kamer is een bedstee en een kleine trap naar boven, naar drag van Jan kost ten eerste veel van het kade eerste verdieping. Daar is ook een aantal rige weekloon. En ten tweede wordt zijn gedrag thuis en op het werk nogal ongepast. slaapplaatsen. Jan en Johanna wonen er nu 6 maanden, Thuis is hij kortaf en nors. Op het werk is eigenlijk sinds hun trouwdag in de winter hij ’s ochtends nog slaperig en de rest van van 1876. Tuinman Jan is geboren in Elle- de dag kijkt hij slechts uit naar het volgende com, waar zijn vader ook tuinman is. Hij is bezoek aan De Lantaarn. Of, hij denkt enigsals veertienjarige leerling begonnen. En, hij zins afwezig aan zijn half gevulde fles jeneheeft Johanna in dit dorp ontmoet. Zij komt ver, thuis in de voorraadkast onder de trap. uit Zutphen en is werkzaam als dienstbode Johanna ziet de situatie in de loop van de bij de gemeentesecretaris. Zij is in de kost volgende jaren steeds verder verslechteren. Inmiddels zijn er nu 5 kinderen geboren. bij een collega van het gemeentehuis. En dan komt het moment dat de chef Het jonge stel voelt zich rijk in het ‘eigemeentewerken op zondagmiddag bij het gen’ huurhuisje dat de gemeente aan zijn huisje aanklopt en Jan de wacht aanzegt: tuinman ter beschikking stelt. En, laten we eerlijk zijn, wie wil er niet aan de Veluwe- “Jan, we hebben het er al vaker over gehad, zoom wonen? Het is heden ten dage nog maar er verandert niets in je gedrag en ik wil steeds een geliefd woongebied. De situatie je zeggen dat de gemeente maatregelen wil van Jan en Johanna verandert echter snel nemen.” “Oh” zegt Jan bedeesd. Hij durft verder wanneer Johanna zwanger wordt en haar niets te vragen over die maatregelen, maar eerste kind krijgt, de kleine Toos. Het wordt druk voor Johanna, nu zij naast haar werk- hij vreest het ergste. “Jan”, gaat de chef verder, “het lijkt me kring voor een baby moet gaan zorgen. Toch weet zij haar tijd zo in te delen dat het al- goed dat ik je nu hier thuis waarschuw en lemaal lukt: werken, opvoeden, huishouden vertel wat de heren op het gemeentehuis van en voor Jan zorgen. En dat met een minimaal plan zijn.” inkomen. Jan blijft strak naar de grond kijken. jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 67
“Het is fijn dat u de moeite neemt om me op zondag op te zoeken om dit te vertellen, meneer. Komt u toch binnen en neem een stoel.” Jan gaat zijn chef voor naar de tafel en wijst een stoel aan. De chef gaat tegenover Jan zitten en steekt van wal. “Jan, ze hebben bij de gemeente het beste met jou en je gezin voor. Jullie zijn gewaardeerde Ellecommers. Maar men wil dat jij van de drank afblijft. Daarom gaan ze je deze week voor de keus stellen: ofwel jij gaat een tijdje naar de Rijkswerkinrichting8 in Veenhuizen, waar je een opvoeding krijgt, ofwel je wordt overgeplaatst naar de gemeente Zutphen, waar je als tuinman weer aan de slag kunt. Een voorwaarde daarbij is dat je je daar in Zutphen aansluit bij het Leger des Heils. Daar kan men erop toezien dat je niet meer in de fout gaat.” Jan is er stil van. Zoveel informatie ineens, en wat een slechte berichten, en wat een moeilijke keuzes. En kennelijk is het al voor hem beslist dat hij zijn werk in Ellecom kwijtraakt. Voor Jan is dit moeilijk te overzien en hij zoekt de ruimte om hier over na te denken. “Ik schrik ervan meneer.” De chef houdt wijselijk zijn mond. Hij is meer geoefend in zulke moeilijke gesprekken dan Jan. Na enige tijd zegt hij: “Denk goed na over je toekomst en vertel me eind van de week wat je wilt gaan doen. De gemeente zal je helpen bij de uitvoering van je besluit.” Het jonge gezin van de tuinman blijft geschrokken achter in het huisje. De zondagmiddag lijkt ineens niet zo mooi meer. . . Er volgt een spannende week, waarin Jan van de schrik niet meer drinkt. Hij loopt dag en nacht te piekeren en overlegt vaak met Johanna. Hij kan niet met anderen over deze persoonlijke mis`ere praten. Het is toch wel heel erg gˆenant als je baas met zo’n me-
dedeling komt. Jan heeft ook nooit beseft dat iedereen, inclusief zijn werkgever, op de hoogte is van zijn caf´ebezoek. Nu voelt hij dat het hele dorp naar hem kijkt. Jan houdt zoveel van zijn Johanna en de kinderen, dat de keuze voor een eenzaam verblijf in Veenhuizen al snel afvalt. Hij zou zich daar geen raad weten. Het andere alternatief is dan toch aantrekkelijker: overgeplaatst worden naar Zutphen en weer in een bekende werkkring. Alleen, dat Leger des Heils, wat is dat precies? De dan nog jonge organisatie van oprichter William Booth heeft nog maar weinig aanhang en is nog niet wereldwijd verspreid. Dus het is niet zo vreemd dat Jan er niets van afweet. In Zutphen is het Leger in die tijd echter al een bekende sociale instelling, waar godsdienst en sociaal welzijn elkaar aanvullen. Zij richt zich op de bestrijding van armoede, drankzucht en prostitutie. Het uiterlijke vertoon van het Leger, zoals het ge¨uniformeerd zingen, marcheren en muziek maken in de straten van het centrum van Zutphen, valt bij de bewoners al minder op. De keuze valt dus op Zutphen, inclusief de gestelde voorwaarden. Het gezin verhuist al snel naar de nieuwe woonplaats. Met paard en wagen brengt een verhuisbedrijf de kleine inboedel op kosten van de gemeente Ellecom over. Hun nieuwe huisje staat in de Bornhovestraat9 (nummer 19). Het is ongeveer even groot als het vorige, alleen de achtergevel van het huis heeft geen ramen en deuren. Het zit vast aan de oostelijke stadsmuur van Zutphen. Het huisje staat er nu, in de 21e eeuw nog en werd nog vele jaren door de jongste dochter Willemien en haar nichtje Gretha (kleindochter van Jan en Johanna) bewoond. Jan stelt zich onder toezicht van het Leger en bezoekt wekelijks de bijeenkomsten
8 In 1823 gesticht door de Maatschappij van Weldadigheid, bestemd voor landlopers, bedelaars en verwaarloosden, later rijkswerkinrichtingen. 9 De Bornhovestraat dankt haar naam aan het Bornhof, een bekend bejaardentehuis in Zutphen. De oorspronkelijke locatie (nu omgebouwd tot particuliere kleine woningen) grenst aan de achterzijde aan de Bornhovestraat. Het Bornhof is vele eeuwen geleden gesticht met gelden van de heer Borro.
68
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
in het gebouw aan het Hagepoortplein. Zijn leven wordt rustiger en beter. De opgroeiende zoons, met name Willem, willen hun vader nog wel eens plagen met een uitnodiging om een borrel te nemen, en de verleiding blijft natuurlijk wel bestaan, maar Johanna houdt haar man er keurig van af. Het gezin krijgt uiteindelijk 15 kinderen (waarvan 3 tweelingen) en 9 daarvan bereiken de volwassenheid. En de verdere invloed van het Leger? Jan blijft trouw en tijdens zijn begrafenis in 1925 klinken dan ook de vrolijke godsdienstige liederen. Zijn eerder genoemde
dochter Willemien (ongetrouwd), zijn kleindochter Gretha (ongetrouwd) en hun nichtje Betsy blijven hun gehele leven Heilsoldaat. De andere kinderen hebben enige sympathie voor het Leger en kennen de teksten van de liederen nog tot op hoge leeftijd uit het hoofd. De vraag blijft nu welke gevolgen de eventuele keuze van Jan voor een verblijf in Veenhuizen op zijn gezin zou hebben gehad? We weten het antwoord niet, maar wellicht was het kindertal niet op 15 uitgekomen. . .
Een verhaal over echte liefde, de kerk, het platteland, vroeger en een kersttraditie door Tineke Nieuwesteeg We gaan terug naar 1890, naar een knecht kwam om zich te gaan wassen. Die kleine plattelandsgemeente tegen de Belgi- waston was ’n grote ton, die gevuld werd sche grens: Chaam. Er werd een huwelijk met water uit de put. Hij stond altijd in de gesloten tussen Jan de Jong en Anneke Sie- wagenschuur, annex stal. “Iedereen” had in mons. Dat dit geen gearrangeerd huwelijk die tijd een paar koeien, vandaar die stal. was maar echte liefde blijkt uit het volToen het de brouwer en z’n familie duigende: delijk werd dat er tussen die twee “iets” Jan was een weeskind en was door zijn was, werd Anna weggestuurd, want met z’n voogd al jong uit werken gestuurd als brou- twee¨en onder hetzelfde dak slapen was abwersknecht in dienst bij een brouwer in Al- soluut uit den boze. Anna liep (te voet dus) phen. Daar was hij natuurlijk in de kost en naar haar geboortedorp Zundert terug. Toen zijn werk bestond vooral uit het rondbren- Jan dat ’s avonds hoorde, nam hij de volgen van vaten en tonnetjes bier naar herber- gende morgen in alle vroegte een paard uit de wei mee, sprong erop en ging zo snel hij gen in de omtrek. Een paar dorpen verderop woonde de fa- kon ook richting Zundert. En tot ieders schrik kwamen ze met zijn milie Siemons met drie kinderen. De oudste dochter Anna was toe aan werken en twee¨en op dat paard weer terug. Maar Jan werd als dienstbode in dienst genomen bij, had wel wat geregeld hoor. Onderweg had jawel, diezelfde brouwer in Alphen. Ze was hij met zijn voogd een gesprekje gehad. Die daar dus ook in de kost en woonde boven in wilde Jan wel in de kost ‘overnemen’ om als de meidenkamer. Deze Anna Siemons vond boer te komen werken. Zodat Anna gewoon de brouwersknecht (= Jan de Jong) kenne- in de kost kon blijven bij de brouwer. lijk heel aardig en probeerde vaak met hem Maar je snapt wel, getrouwd moest er in contact te komen. Met haar werk kon toch wel worden en dat deden ze in 1890. ze wel wat regelen. Haar taak was o.a. het Al gauw kwamen er kinderen, elf op een rij. verschonen en klaarleggen van droge hand- Dat waren Willem, Toon, Bart, Anna, Kees, doeken bij de waterton (waston) in de stal. To, Lies, Marie, Janus, Mina en Sjef. Al Het klaarleggen van zo’n droge handdoek die kinderen werden geboren in het kleine ”moest”dus altijd gebeuren als de brouwers- slaapkamertje boven hun winkeltje. De zus jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 69
van moeder Anna, tante Begijntje uit Gent, Voor de zondagse mis kwamen natuurkwam bij elke geboorte bakeren. lijk ook alle verderweg wonende kerkgangers, veelal boeren die niet iedere dag in het dorp kwamen. Die wilden hun zondagse kerkgang combineren met het doen van de boodschappen. Voordat de mis begon gaven ze hun “boodschappenlijstjes” af in de winkel. Onder de mis werden dan alle korfjes (mandjes) gevuld met de bestellingen. Na de kerk werden die boodschappen opgehaald en werd het traditionele borreltje na de kerk gedronken. Ook voor ´ın de kerk waren er ’contracten’. Vooral ’s winters. Zo hadden de De Jongs ’s morgens voor de mis al vele stoofjes gevuld met hete kooltjes en die geplaatst bij de vaste (betaalde) plaatsen in de kerk (dit ook op bestelling natuurlijk). Dat de kerk en de pastorie belangrijke instanties waren, blijkt ook uit het volgende relaas: Werd er iemand begraven, dan was de bijbehorende koffietafel in het caf´e van Jan de Jong, trouwde er een dorpsgenoot, dan werd er groot feest gevierd. Na zulke Saillant detail in dit verhaal: de tweede bijeenkomsten waren er vaak allerlei broodzoon, Toon, zou vele jaren later mijn groot- jes en vleeswaren over. Die werden dan vanuit de herberg gebracht naar de pastorie. Die vader worden. Er waren altijd een inwonende knecht en ‘restjes’ werden deels uitgedeeld aan beeen meid in dienst. Er waren dus veel mon- hoeftige parochianen maar de clerus heeft den te voeden. Maar Anna en Jan bleken daar ongetwijfeld ook prima van gegeten. In dit grote hardwerkende gezin heeft handelsgeest en ondernemingszin te hebben. Ze kochten een oude herberg en maakten ook altijd veel muziek gezeten, zowel lettervan die bouwval een florerend bedrijf. Hun lijk als figuurlijk. Iedereen kon aardig zingen en zat op het pand bestond al snel uit een caf´e/herberg met een winkeltje, annex bakkerij. Ze ver- kerkkoor. En veel gezinsleden speelden al kochten behalve brood ook kruidenierswa- snel hun deuntje mee in de plaatselijke harren, garen en bandjes, wol en knopen. Deze monie. Aanvankelijk op klarinet, picolo en winkel/herberg hebben Anna en Jan ook uit- tuba e.d., later kwamen er ook saxofoons! gebreid met een graan- en veehandel. Jan In huis stond ook een oude piano. was vooral de veehandelaar. In de winter werd er vaak om 6 uur geBehalve hun caf´e was ook het winkel- stopt met werken. De winkel ging dicht. Dan tje zondags open. En dat was toen heel be- was het wassen en daarna ging de piano langrijk. Dat had te maken met de rol van open. De hele buurt kwam dan bij elkaar om het kerkelijk leven in zo’n Brabants dorp. samen te zingen. Je moet weten dat het caf´e midden in het Op eerste kerstdag ging na half twaalf dorp, tegen de kerk aan stond. En nog voor- altijd het caf´e dicht. Kerstdag was immers dat ’s morgens de mis begon werd het dan een familiefeest. Dan werd er ’s middags ook heel druk in de winkel. al volop gezongen rondom het kerststalle70 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
tje. Alle kerstliedjes kwamen dan natuurlijk langs. Op ene kerstdag kreeg moeder Anna een goed idee. Bij de buren, in de kerk dus, stond zo’n mooie grote kerststal. Zou het nou eens niet leuk zijn om met de kleine kinderen bij die grote stal de liedjes te gaan zingen? Zo gedacht, zo gedaan. En ze ging met haar kroost zachtjes de kerk in. Terwijl ze daar aan het zingen waren, stond meneer pastoor
achterin de kerk stiekem te luisteren en eerlijk is eerlijk, hij vond het prachtig. En tot ieders genoegen vroeg hij het volgende jaar of ze dat weer wilde doen, kerstliedjes zingen in de kerk met de kinderen, en dan met alle kinderen uit de buurt. Zo gebeurde! En werd het zingen in de kerk om half 5 op eerste kerstdag een traditie. Tot op de dag van vandaag. En Anna en Jan. . . dat waren dus mijn overgrootouders.
Nico van Poeteren, een vermaarde phytopatholoog door Guus van Poeteren pean Journal of Plant Pathology. De volledige tekst van de necrologie is te vinden op http://www.springerlink.com/content/ p7633j41808n2386/fulltext.pdf. Wij nemen hieruit het gedeelte over de mens Nico van Poeteren over: Zoo is het leven van Nico eigenlijk in tamelijk rustige banen verloopen. Hij was in de eerste plaats organisator en leider; als onderzoeker zal men zijn naam in de annalen der phytopathologie niet tegenkomen, wat niet wegneemt, dat hij een groot aandeel in het tot stand komen van de vele publicaties van den P.D. heeft gehad, welke geschriften steeds zonder vermelding van auteursnamen werden gepubliceerd. Wat mij in Nico steeds het meeste heeft geboeid, dat was de mensch, al is dit moeilijk onder woorden te Ir. Nico van Poeteren (1882-1946) brengen. Wellicht kan men getuigen, dat hij de eenvoud in persoon was; een en al onNico van Poeteren gekunsteld, beminnelijk en van groote beHet levensverhaal over mijn grootva- scheidenheid; eerlijk, oprecht en zuiver in der van vaderszijde vond ik op een web- al zijn bedoelingen. Steeds trachtte hij het site. Over hem weet ik persoonlijk niets. goede in den medemensch te zien, de verMijn vader was geen verteller. Ik heb dit meende of werkelijke fouten van anderen verhaal bij toeval gevonden. Het is door veroordeelde hij niet, maar hij trachtte ze een collega van mijn grootvader, prof. dr. psychologisch te doorgronden en te verklaW.K.J. Roepke, geschreven. Mijn grootva- ren, Geen mensch was volgens hem werder vormde destijds samen met prof. Roepke kelijk slecht, iedereen wil op zijn manier en mej. H.K.G. de Bruyn de redactie van het goede, zoo ongeveer luidde zijn axioma. het wetenschappelijke Tijdschrift over plan- Een blijmoedig optimisme schraagde hem tenziekten. De necrologie verscheen in dat ook in moeilijke oogenblikken van zijn letijdschrift (52e jaargang nr. 4, 1946). Het ven. Maar dit alles verklaart niet voldoende tijdschrift bestaat ook nu nog, als het Euro- de persoonlijke charme die van hem uitging; jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 71
een fijn en innerlijk zeer beschaafd mensch zij werkzaam bij het Rijksproefstation voor is met hem heengegaan. Moge hij thans de Zaadcontrole te Wageningen. rust vinden, waarvan hij op deze aarde niet Aan het begin van de tweede wereldmeer heeft kunnen genieten! oorlog (1940) is het gebied waar Nico en Betsy woonden tot spergebied verklaard en moesten zij verhuizen. Vanaf de achtertuin had men uitzicht op de Grebbeberg. Moeder Betsy was niet erg huishoudelijk aangelegd, zij beschikte daarom over een groot servies. Uit voorzorg (stelen van de Duitsers) hebben zij het servies begraven in de achtertuin. Echter, het ongeluk wilde dat er precies in hun achtertuin een tank heeft gereden en daarbij een draai heeft gemaakt. Vrijwel het gehele servies is toen verloren gegaan. Op 27-3-1956 verhuisde zij naar het rusthuis Mooiland te Doorwerth waar zij bijna 15 jaar prettig heeft gewoond. Het huis Anstruwe is verkocht op 18-3-1960, aan ook een tuinbouwkundige, Ir. J. van der Harst. In 1969 is het huis verkocht aan de huidige bewoner, de heer C.M. Karssen (oud rector). Kort voor het overlijden van haar vader is er een bronzen portret van hem gemaakt.
Het gezin van Nico van Poeteren met Guus zittend op de voorgrond.
Elizabeth Cornelia (Betsy) van Goor Betsy heeft haar echtgenoot in Den Haag ontmoet, waar zij ook woonde. Kort na hun huwelijk, op 21-8-1911, zijn zij verhuisd naar Wageningen en op 4-5-1927 werd het huis Anstruwe gekocht aaan de Rijksstraatweg 69 (vanaf 5-5-1955 Generaal Foulkesweg). De naam Anstruwe is bedacht door Betsy en is een fantasienaam door samenvoeging van enkele roep- en/of voornamen. De naam was in zwarte letters geschilderd, juist onder het dakraam. Betsy was e´ e´ n van de drie eerste vrouwelijke studenten aan de Rijks Hogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool te Wageningen (de latere Landbouwhogeschool) en G.G. van Goor, vader van Betsy van Goor. Portret in behaalde haar diploma in 1907. Daarna was bezit van G.G. van Poeteren. 72 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
genealogie Ir. Nicolaas (Nico) van Poeteren, zn. van Johannes Gijsbertus van Poeteren (ge¨employeerde van een handelskantoor, boekhouder, accountant met procuratie) en Jacoba Wilhelmina Reeser, b ’sGravenhage 25-1-1882, Inspecteur- Hoofd van de Plantenziektekundige Dienst te Wageningen vanaf 1919. De IPD viel rechtstreeks onder het ministerie van Land- en Tuinbouw, d Wageningen 10-7-1946, begr. Wageningen 13-7-1946, × ’s-Gravenhage 4-8-1911 Elizabeth Cornelia (Betsy) van Goor, dr. van Gerhardus Gijsbertus van Goor (hoofdonderwijzer, koster, voorlezer en secretaris van de Kerkvoogdij) en Machtelina Elisabeth (Betje) Kapteijn10 , b Bar-
neveld 20-9-1885, doopsgezind, tuinbouwkundige bij het Rijksproefstation voor Zaadcontrole te Wageningen vanaf september 1907 tot haar huwelijk in 1911, d Wageningen 9-10-1970, begr. Wageningen 14-101970. Uit dit huwelijk 2 zonen: 1. Ir. Johannes Nicolaas Adrianus (Hans) van Poeteren, b Wageningen 19-1-1913, d Maastricht 17-9-1998. 2. Ir. Gustaaf Gerhard (Guus), b Wageningen 19-12-1915, electrotechnisch ingenieur op de scheepswerf ‘De Schelde’ te Vlissingen, d op de Noordzee kort na 28-2-1942 (op de persoonskaart staat in potlood vermeld: “Op 28 februari 1942 overgestoken per kano naar Engeland, doch nooit aangekomen, vermist”).
Hendrikus van den Bielerd (1827–1908) door Willem van Maren
Hendrikus van den Bielerd en Aaltje Bloemendal. Fotograaf J.K. Kiek, Leiden (circa 1868). Particuliere collectie. 10 zus
De overgrootvader van wie ik het minste weet is Hendrikus van den Bielerd (roepnaam Drikus). De verklaring hiervoor is simpel. Vrijwel alle kleinkinderen van Hendrikus - en dat zijn er heel veel - zijn pas geboren nadat hij was overleden. Geen van mijn ooms en tantes en maar heel weinig van de neven en nichten van mijn vader hebben hun opa persoonlijk gekend. Hendrikus was echter een markante persoon en hij is nog niet vergeten. Hendrikus was geboren op 2-10-1827 op de boerderij Harselaar tussen Barneveld en Voorthuizen. Hij was het vierde kind van Lubbert van den Bielerd (1786–1862) en Jannetje van ’t Ooster (1794–1860). Zijn ouders waren in 1821 in Barneveld getrouwd en hebben in totaal zeven kinderen gekregen, waarvan er e´ e´ n al jong was overleden. Het eerste kind van Lubbert en Jannetje heette Hendrik en was naar de vader van Lubbert vernoemd. Het derde kind was weer een zoon en werd naar de andere opa vernoemd. Toen het vierde kind weer een jongetje was kwam een overgrootvader aan
van de beroemde Nederlandse sterrenkundige J.C. Kapteijn; red.
jaargang 21
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
73
Het gezin van Hendrikus van den Bielerd en Aaltje Bloemendal omstreeks 1890. Het meisje dat als vierde van rechts staat afgebeeld is Jansje (1877-1952), de grootmoeder van de auteur. Fotograaf J.H. van der Laag, Wageningen Particuliere collectie.
de beurt om vernoemd te worden, die heette ook Hendrik. Geen probleem, het jongetje kreeg de naam Hendrikus met als roepnaam Drikus. In de negentiende eeuw zien we in deze streek wel meer dat de voornamen wat opgepoetst werden. Dan werd Hendrik Hendrikus, Albert werd Albertus en Lubbert kreeg dan Lubbartus als naam.
lienaam moest laten registreren. De schrijfwijze was nogal wisselend en we vinden ook na 1815 de familienaam nog gespeld als Van den Bielder, Van den Byldert, van Bielard, enz. Pas de generatie van Hendrikus hanteerde een vaste spelling. In 1840 verhuisde het gezin van Lubbert en Jannetje naar boerderij Den Akker bij Voorthuizen. We weten niet hoe lang Hendrikus bij zijn ouders is blijven wonen, maar in 1860 is hij boerenknecht bij een Aaldert van Hell in Zwartebroek. Iets later werd hij knecht bij Harmen van den Bijtel op de boerderij Groot Overhorst bij Voorthuizen. De vader van Hendrikus was altijd alleen maar pachtboer geweest, maar Van den Bijtel was een belangrijke boer en bezat wel zestig hectare grond. Harmen van den Bijtel was gehuwd geweest met Geertje Bos,
De familienaam Van den Bielerd is ontleend aan de boerderij Klein Bieler/Bielaer/Bielder aan de Kallenbroekerweg in Barneveld. De familie had lang op Klein Bieler gewoond, maar was in 1774 naar een andere boerderij verhuisd en ook de vader van Hendrikus was al niet meer op Klein Bieler geboren. De familie noemde zich echter nog altijd Van den Bielerd en die naam werd later ook officieel vastgelegd toen men in de Franse tijd zijn fami74 A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
maar sinds 1860 weduwnaar en had nog twee dochters thuis. Twee zoontjes waren al heel jong overleden en een derde dochter was getrouwd met een dominee. Het volgende jaar trouwde weer een dochter en nu was alleen dochter Maartje nog thuis. Ondanks het standsverschil moet Maartje wel iets in Hendrikus hebben gezien en op 192-1863 trouwen ze. Hendrikus is dan al 35 jaar en Maartje 29. Op 3 januari van het volgende jaar krijgt het echtpaar een dochtertje dat ze naar oma Geertje vernoemen, maar de naam wordt verfraaid tot Geertruida (roepnaam Trui). Ruim een jaar later overlijdt opa Harmen van den Bijtel, hij heeft zijn kleindochter dus nog kunnen zien. Weer een jaar later op 7-9-1866 overlijdt ook Maartje en Hendrikus blijft met zijn dochtertje achter op de grote boerderij.
nogal ziekelijk en is altijd ongehuwd gebleven. Men verwachtte dat hij niet oud zou worden. Toch was Jan Brand in 1935 al 64 toen hij overleed, niet door ziekte, maar nadat hij door een auto was aangereden toen hij de weg tussen Renswoude en Veenendaal overstak.
De Maanderbuurt in Ede. Tekening van Sientje
Mesdag-van Houten, de echtgenote van de schilder Op grond van de huwelijksvoorwaarHendrik Willem Mesdag. Sientje heeft destijds ook den was Hendrikus geen erfgenaam van zijn vrouw. Dat waren zijn dochtertje en zijn meegewerkt aan het Panaroma Mesdag in Den Haag. schoonzusters. Hij mocht wel als vruchtge- Datum onbekend, eind 19e eeuw. Bron: Het Gelders bruiker op de boerderij blijven wonen totdat Archief, Topografisch-historische Atlas Gelderland, inv. nr. 1551-GM 08799. hij eventueel zou hertrouwen. Daarna zou hij pacht moeten betalen. Twee jaar na de Hendrikus had geen zin om pachter van dood van zijn eerste vrouw hertrouwt Hendrikus in Barneveld op 16-7-1868 met Aal- zijn schoonzusters te blijven en verhuisde tje Bloemendal, de dochter van Jan Brand met zijn gezin in 1883 naar de boerderij Bloemendal en Aaltje Lokhorst. We weten Klein Heest in de Maanderbuurt in Ede. De niet meer hoe die twee elkaar hebben le- laatste drie kinderen zijn hier geboren. Henren kennen. Aaltje kwam evenals de eer- drikus moet een hele goede boer zijn geste vrouw van Hendrikus uit een welge- weest. In een boek over de geschiedenis van stelde boerenfamilie in Barneveld. Hendri- Ede lezen we “Reeds is opgemerkt dat de kus was nu al veertig jaar en Aaltje pas veeteelt in onze streken niet van veel betwee¨entwintig (geboren op 20-8-1845). Dat tekenis was. Slechts enkele boeren hadden was een groot leeftijdsverschil en veel men- een veestapel die inderdaad uitstekend was.” sen kletsten daarover. Hendrikus vond het Vervolgens worden twaalf boeren genoemd helemaal geen probleem en als iemand er waaronder Hendrikus. iets van zei, dan wees hij op het gezegde: De weg in de Maanderbuurt waaraan de “Beter de broek aan een wieg gescheurd, boerderij Klein Heest lag was v´oo´ r 1900 nog dan een oud wijf in bed gebeurd.” Hendri- een modderige zandweg. De burgemeester kus heeft vaak in de wieg kunnen kijken van Ede reed eens met zijn koets over de want tussen 1869 en 1899 werden elf kin- weg toen hij Hendrikus met zijn paard en deren geboren. Het laatste kind overleed al wagen of koets tegenkwam. De weg was binnen twee jaar, maar de meeste van de an- glibberig en misschien heeft Hendrikus niet dere kinderen zijn vrij oud geworden. Zoon voldoende uitgeweken, hoe dan ook, de burJan Brand was het tweede kind en hij was gemeester gleed met zijn koets in de sloot. jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 75
Het commentaar van Hendrikus: “De weg is net zo goed van mien als van hum”. Hendrikus en zijn gezin behoorden bij de Nederlands Hervormde Kerk. In 1886 ontstond in deze kerk een scheuring die bekend staat als de Doleantie. Deze groep verenigde zich in 1892 met een andere groep die al in 1834 (de Afscheiding) was afgesplitst. De nieuwe groep noemde zich de Gereformeerde Kerken in Nederland. De gehele schoonfamilie van Hendrikus ging over naar dit nieuwe kerkgenootschap evenals zijn oudste dochter Geertruida. De familie oefende wel druk uit op Hendrikus om ook Gereformeerd te worden, maar dat heeft hij geweigerd. Deze gebeurtenissen zullen binnen de familie ongetwijfeld tot hevige discussies aanleiding hebben gegeven. Er zijn vier foto’s bekend waar Hendrikus op staat. Op de oudste foto staat hij samen met zijn vrouw Aaltje. De foto is waarschijnlijk al voor 1870 gemaakt door de bekende fotograaf J.D. Kiek uit Leiden, die zijn naam heeft gegeven aan het “kiekje”. Misschien moet deze foto wel als de trouwfoto van Hendrikus en Aaltje beschouwd worden. Twee andere foto’s lijken op elkaar en tonen het gehele gezin omstreeks 1888– 1890. De vierde foto is waarschijnlijk gemaakt in 1903 tijdens de 35-jarige bruiloft van Hendrikus en Aaltje. Er staan 31 personen op de foto, kinderen, neven, nichten
en verdere schoonfamilie. Hendrikus zetelt als een patriarch in hun midden. Vijf jaar later overlijdt hij op 12-12-1908. Hij is in Ede begraven. Anderhalf jaar later op 5-7-1910 overlijdt ook zijn vrouw Aaltje.
Handtekening van Hendrikus van den Bielerd, 1877.
Wat voor man is Hendrikus geweest? Hoe was zijn karakter? Er leeft niemand meer die het kan vertellen. Enkele van zijn kinderen (de moeder van mijn vader was er e´ e´ n van) heb ik wel gekend. Het waren in het algemeen opgewekte en humoristische mensen. Daarom geloof ik graag dat Hendrikus en zijn vrouw Aaltje ook plezierige en gezellige mensen zijn geweest. Verantwoording Met dank voor de bijdragen van de heer L. van den Bielerd in Lelystad en de heren J.L. van Maren (†) en H. van Maren (†) in Barneveld. Literatuur De Geschiedenis van Ede, Vereniging Oud Ede (Ede 1933) J. Hols, Barneveld Historische Kadaster 1705-1805, publikatie 226 van de Ver. Veluwse Geslachten (Barneveld 1995)
Een tieneravontuur met gevolgen door Miny Vos-Seppenwolde Mijn overgrootmoeder heette Dirkje. Ze was geboren in 1852 in Schooten, waarschijnlijk als jongste kind van Jan Adrianus van der Brugge en Dirkje Vermeer, die op haar beurt weer naar haar moeder Dirkje vernoemd was. Als zij 4 jaar is overlijdt haar vader en moet moeder voor 4 kinderen zorgen. . . Van haar jeugd weet ik weinig, alleen is bekend dat zij het heel moeilijk gehad hebben en dat er een tweede vader komt als zij 9 jaar oud is. 76
in 1854 een jongen geboren: Roelof Hendrik Wasterval, die in 1870 als 16-jarige ge¨engageerd wordt als marinier 3e klasse voor de tijd van 10 jaar met een handgeld van twintig gulden. Volgens zijn paspoort is hij dan circa 1.66 1/2 cm. In die tijd heeft hij al kennis gemaakt met Dirkje en die kennismaking is niet zonder gevolgen gebleven: op 15-10-1872 wordt baby Agatha geboren. Hij is dan 18 jaar en Dirkje 20. Trouwen kunnen ze niet: er is dan toestemming van de koning nodig en bovendien mag hij van
In Haarlem (vlak bij Schooten) wordt A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
de marine niet trouwen in die 10 jaar! Toch blijven de twee bij elkaar want 4 jaar later wordt er een babyzoon geboren. Roelof wordt gere¨engageerd in 1880 en krijgt dan een handgeld van 150 gulden; er wordt dan getrouwd in 1881. Agatha is 9 jaar en haar broertje 5. Vijf maanden later wordt zusje Clasientje geboren. Moeder Dirkje en de oudste kinderen zijn dol op dit zusje dat jammer genoeg, als zij 4 jaar is, aan de kroep overlijdt. Vlak erna overlijdt er een jonger broertje aan dezelfde ziekte.
had sneed zij af en liep over het ijs naar de andere kant van de gracht. Ja, Agatha zakte door het ijs en moest weer naar huis met een loodzware mand. . .
Roelof Wasterval: sergeant-majoor bij de marine
Roelof was geen gemakkelijke man, met militaire precisie runde hij zijn gezin, ze gingen naar Den Helder, weer terug naar Amsterdam en in die tijd werden er nog Dirkje van der Brugge met haar dochter en zoons, 6 zoons geboren, de jongste als Agatha 18 uitgezonderd de oudste die al met 16 jaar naar de jaar is. Zij wordt door Roelof gesommeerd “Oost” vertrokken is. om haar dienst te verlaten en thuis te koVader Roelof is weinig thuis. Het gezin- men helpen. In 1894 wordt hij wegens “linetje is, als vader in de Oost is, woonachtig chamelijke gebreken niet door de dienst verin Rotterdam, na het huwelijk wonen ze in oorzaakt” met pensioen gestuurd. Hij koopt Amsterdam en daar doet Dirkje, om geld te dan in de Haarlemmerstraat tegenover het verdienen, de was voor de beter gesitueer- Oost-Indisch Huis een koffiehuis. Er bestaat den die veelal op en rond de grachtengordel een foto uit 1910 waarop hij met vrouw en woonden. De schone was werd door Agatha twee zoons voor het pand staat. Roelof blijft weer terug gebracht en dat was zwaar werk ook in het burgerleven zeer militair bezig. voor een 10-jarig meisje. Veel lopen vooral Hij eist dat de kleinkinderen bij het eten aan in de winter over de spiegelgladde bruggen tafel staan en niet spreken en met behulp was niet niets, maar als het goed gevroren van een stok achter de rug rechtop staan; jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 77
zodra hij weg is zorgt Dirkje dat het dolle pret wordt. De drie dochters van Agatha zijn Dirkje dan ook een grote steun als Roelof in 1924 overlijdt. Dirkje kan haar kleinkin-
deren nog enkele jaren verwennen: zij overlijdt in 1932. Haar naam leefde voort in haar oudste kleindochter en in een der achterachterkleindochters van Agatha.
Mijn avontuur met het zoeken naar mijn overgrootouders door Hetty Kroes Zoals bijna iedereen heb ik ook 8 overBij vonnis van de arrondissementsrechtgrootouders namelijk: bank te Sneek d.d. 11-10-1872 werd beslist 1. Johanna Plas en Everardus van Deventer dat de geboorteakten verbeterd werden door 2. Kuintje van de Kuinder en Gerrit Pieter in plaats van de woorden ‘van der Horst’ te Kroes stellen ‘Kamstra’, aantekening door ambte3. Aukje Kamstra en Pieter Kuipers naar van de B.S. in IJlst d.d. 16-10-1872, dit 4. Gerritje van de Wal en Dooitse van der voor vader Harmen en zijn 3 dochters. Zee Terug in de tijd naar de ouders van Daarvan kies ik Aukje Kamstra uit om Harmen. Dit waren zoals gezegd Ruurd wat over te vertellen. Hier is namelijk iets Kamstra en Anna of Antje Stoelinga, Bij ongewoons mee aan de hand. Want toen hun trouwen op 14-3-1813 was hij schoenik begon met genealogie en in Leeuwarden maker en zij dienstmaagd. Deze Ruurd is mijn licht hierover ben gaan opsteken, bleek een maand na zijn trouwen al in dienst gegaan, namelijk op 27-4-1813, als remplac¸ant al gauw een merkwaardige situatie. Dat twee kinderen uit e´ e´ n gezin op de- van Albert Hendriks Braam. Maar al kort zelfde dag trouwen komt nogal eens voor, daarna, in 1814, wordt hij al als vermist opmaar drie is toch wel bijzonder, lijkt mij. gegeven. Zij trouwden op dezelfde dag 17-11-1872: Gevonden documenten: Anna, Aukje en Berber Kamstra, respectieBraam, Albert Hendriks, loteling, vervelijk geboren 1846, 1848 en circa 1850. moedelijk lichting 1812, kanton Sneek Toen de meisjes wilden trouwen bleek lot nr. 73; plaatsvervanger Ruurd Klazes het dat Berber nooit was aangegeven en dat Kamstra, geb. 1792 te Sneek, lot nr. 110 hun vader eigenlijk geboren was als Harmen Kamstra, Ruurd Klazes, schoenmaker, ‘Kamstra’ en niet als ‘van der Horst’. Hargeb. Sneek 6-5-1792, wonende aldaar, burmen was de vader van de meisjes, zijn vader gerlijke staat niet vermeld, zoon van Klaas en moeder waren officieel Ruurd Kamstra Ruurd Kamstra en Sjoukje Sintjes. Loen Anna of Antje Stoelinga, gehuwd in teling lichting 1812 mairie Sneek lot. 1813. En er heeft naamsverandering plaats Nr. 110. Plaatsvervanger (nummerwissegevonden voor vader Harmen en zijn 3 laar) voor Albert Hendriks Braam; 27-4dochters op 11-10-1872. 1813 fuselier 124e regt. Inf. Onder nr. 5059, Harmen bleek ook niet te zijn aangege- 5e bat., 4e comp.; is in 1813 gedeserteerd en ven, en krijgt in Sneek op 21-1-1845 een wordt eind 1814 vermist; zijn laatste bericht akte van bekendheid i.v.m. de Militie op was van 25-8-1813 uit Maastricht; bij aannaam van Harmen Stoelinga. Hij was bij lo- neming familienaam 19 jaar; komt niet voor ting in 1839 te Leeuwarden d.d. 13-1-1845 in de dossiers plaatsvervangers. vrijgesteld van militaire dienst. Bij zijn trouwen op 9-2-1845 heette hij ook Stoelinga, De kinderen van Anna, allen te Sneek gemaar zijn kinderen werden als van der Horst boren: aangegeven. Hier ligt nog steeds een open 1. Ruurdtie Kamstra 25-8-1813 met de vraag. aantekening vader afwezig, thans in mi78 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
litaire dienst. 2. Pieter van der Horst 29-12-1815, d 54-1819, aangegeven door zijn vader Sijmen van der Horst. 3. Harmen van der Horst 22-3-1820, maar werd niet aangegeven. Zijn naam later veranderd in Kamstra. 4. Klaaske Stoelinga 25-4-1821, aangegeven door de vroedvrouw, d 2-5-1823. 5. Pieter Stoelinga 10-7-1823, aangegeven door de vroedvrouw, 6. Cornelis Stoelinga 29-3-1826, aangegeven door de vroedvrouw, d 29-11-1828. 7. Klaaske Stoelinga 27-1-1829, noemt zich later ‘van der Horst’, aangegeven door de vroedvrouw. 8. Cornelis van der Horst 15-8-1834, als zoon van Simon/Symen van der Horst en Antje Stoelinga. Conclusie van mij is: Ruurd en Anna trouwden om het kind dat op komst was een naam te geven, bovendien was er geld nodig voor het een en ander, waardoor hij als remplac¸ant in militaire dienst ging. Of Harmen werkelijk een zoon van Ruurd was valt mijns inziens te betwijfelen. Ook is voor mij nog steeds een vraag: hij is getrouwd als Stoelinga, en het 1e kind heet al van der Horst. Op die vraag heb ik nog geen antwoord gevonden. Of de ambtenaar van de B.S. was zo hier en daar ook het spoor bijster. Ruurd was al gauw vermist in 1814, waardoor Antje niet met Symen kon trouwen, maar zij woonden wel samen, en er kwamen ook kinderen van. Ik meen dat bij vermissing de verjaring daarvan 25 jaar was, en misschien nu nog is. In elk geval is haar huwelijk pas ontbonden bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden d.d. 15-9-1841 en twee maanden later, op 28-11-1841, trouwt zij alsnog met haar Symen van der Horst, zij 50 jaar, hij 49 jaar. Deze hele geschiedenis is nooit ter sprake gekomen in de familie en was een
jaargang 21
verrassing toen ik er tegenaan liep. Ik vraag me zelfs af of mijn grootmoeder dit ooit heeft geweten, want er werd altijd veel van de familie verteld en daarmee doorgegeven aan de volgende generaties. Maar vele vragen zullen wel voor altijd onbeantwoord blijven.
Dit was dus mijn avontuur met Aukje Kamstra; mijn overgrootmoeder, op de foto met haar kleindochter Aukje op schoot, mijn moeder. Mijn moeder werd naar haar grootmoeder vernoemd. bronnen DTB en BS Sneek, Leeuwarden. Loteling lichting 1812 mairie Sneek lot. nr. 110. OA Sneek inv. nr. 1812 mairie Sneek nr. 26. Vermisten; Reg. naamsaanname Sneek fol.120 aktenr. 966. Op de lijst vermisten toegang 11 inv. nr. 6510 nr. 22; OA Sneek fol. 120.
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
79
Grietje van Someren door Corien Radstok een groot gezin te stichten! Op haar 43-ste beviel ze van haar 6e en 7e kind. Aangezien dat de derde tweeling was, vond de Nieuwe Amersfoortsche Courant dit wel een vermelding waard.
De overgrootouder waar ik op dit moHet bericht stond op 11 augustus 1894 ment het meest in ge¨ınteresseerd ben is Grietje van Someren. De reden daarvoor is in de krant. Of het nog veel stoffelijke bevooral dat ik sinds een aantal jaren in Voort- langstelling heeft opgeleverd, is niet bekend. huizen woon en vanuit onze achtertuin uit- Rijk zijn ze er in ieder geval niet van geworzicht heb op het buurtschap Zeumeren. Dit den. roept de vraag op of er een relatie is tussen het buurtschap en de familie Van Someren. Een vraag die nog niet beantwoord is. Maar het zoeken is belangrijker dan het vinden. Grietje kwam uit Barneveld! Ze werd daar in het dorp geboren op 29 september 1850 als dochter van Hendrikus van Someren en Hendrika van der Vaarst. De Vaarst: ook al een buurtschap hier vlakbij, tussen Voorthuizen en Barneveld, nu een wijk van het uitdijende dorp Barneveld. Maar dit terzijde. Zoals zoveel meisjes werd ze dienstbode. Tot 1885, toen ze dienstbode was in Amersfoort en daar op 34-jarige leeftijd trouwde met de 10 jaar jongere Peter Wijnands. Hij was geboren in Nijkerk en arbeider in Amersfoort. Denk niet dat ze al te oud was om nog 80 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
In 1902 verhuisde het hele gezin naar Huis ter Heide, alwaar Peter een betrekking kreeg op het landgoed Dijnselburg. Daar is Grietje in 1934 overleden, drie jaar na haar man. Mijn overgrootmoeder is nooit vergeten dat ze uit Barneveld kwam. Ze heeft tot haar
dood de Veluwse kap gedragen. Sommige familieleden zijn van mening dat dat vooral een vorm van doorgeslagen zuinigheid was, een trek die in de familie meer voorkomt. Ik houd het erop dat ze hechtte aan het behouden van het goede uit het verleden.
Tja. . . . Het verhaal gaat in Chaam. . . door Tineke Nieuwesteeg Soms heeft een familie een pikant verhaal. Zo ook onze familie. Dit verhaal gaat over mijn overgrootvader Anthony Marcellus Frederik Hendrik Anna van der Westerlaken. Een man met 5 indrukwekkende voornamen. Dat geeft te denken als eeuwenlang alle mannen in de familie gewoon Jan, Willem of Toon heten. Daar wilden we meer van weten en jawel hoor. . . We spreken over Chaam, een klein Brabants dorp tegen de Belgische grens. Dit dorp had rond 1850 een burgemeester, dhr. Bekkers. Deze man was ongetrouwd en heeft voor zijn huishouden altijd meisjes in dienst gehad. In de vorige eeuwen was het de gewoonte dat de gegoede burgerij en de adel een dienstmeisje of kindermeisje in dienst hadden. Zo’n ‘meid’ woonde intern en behoorde min of meer tot de huishouding. Een van die meisjes die bij de burgemeester werkte, was Wilhelmina Joosen. Eind 1850 bleek zij van haar ‘meneer’ een kind te verwachten. Die meneer Bekkers was echter niet van plan met haar te trouwen. Het standsverschil was immers te groot. En dus werd er gezocht naar een geschikte huwelijkskandidaat. Dat werd ene Jan van der Westerlaken. Op 2-11-1850 trouwde die met hoogzwangere Wilhelmina (Mina) en twee maanden later, op 6-1-1851, werd de kleine Toon geboren. Die kreeg vijf offici¨ele namen mee van zijn ‘natuurlijke’ vader maar werd verder voor 100% geaccepteerd als kind van jaargang 21
Jan. Ook bij de burgerlijke stand is Anthony Marcellus een ‘echte’ Westerlaken. Maar in een klein dorp als Chaam was de geboorte van deze baby overal het gesprek van de dag. En voor vader Jan heeft daar dan ook wel wat tegenover gestaan; Jan bleek een goede handelsgeest te hebben en heeft in de loop der jaren zijn bezit aardig uitgebreid. Zo bouwde hij voor al zijn kinderen woningen en bedrijfspanden (o.a. enkele molens en een brouwerij). Die bouwde hij op grond die hij had ‘ontvangen’ van zijn burgemeester, die heel erg rijk was en veel grond bezat. Die grondtransacties zijn uiteraard vastgelegd maar in Chaam was het een publiek geheim dat Jan van der Westerlaken al die grond in bezit kreeg omdat Toontje een kind was van de burgemeester. Officieel is het bovenstaande nooit bevestigd. Slechts die grondverkopen en de naamgeving zijn twee duidelijke aanwijzingen voor de grote mate van waarschijnlijkheid van dit verhaal. Omdat genealogie doorgaans uitgaat van offici¨ele gegevens en aktes, is Anthony Marcellus Frederik Hendrik Anna (Toon) van der Westerlaken dus gewoon mijn overgrootvader.
Anthony Marcellus Frederik Hendrik Anna van der Westerlaken
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
81
Mijn overgrootouders: hoe zij elkaar leerden kennen door Tineke Nieuwesteeg Mijn voorouders, familie Van der Werff, komen uit de stad Groningen. Nou ja, mijn overgrootvader tenminste. Want het had nogal wat voeten in de aarde eer ook mijn overgrootmoeder naar die stad wilde. Hoewel we vrij weinig weten over de leefomstandigheden van het gezin Van der Werff is het volgende verhaal wel bewaard gebleven. Zo tussen 1870 en 1880 ging zoon Fokko wel eens “stappen” met zijn vrienden. Ze gingen dan met een rijtuigje/koetsje op zondag na de mis naar het Groningse platteland, het Hoge Land, dronken wat bij een uitspanning en hadden waarschijnlijk veel plezier. Op zekere zondagmiddag reden ze door het dorp Westernieland. Langs de weg stonden wat jongedames en een ervan was Johanna Brigitta Buldt. Ze was geboren op 1612-1852 als dochter van een van de notabelen van het dorp. Haar vader bezat namelijk een grote kleermakerij en had nogal wat kleermakers in dienst. Die woonden trouwens altijd bij de familie in huis. Tussen deze Johanna en Fokko werd het liefde op het eerste gezicht en ze gingen elkaar vaker zien. De liefde groeide en Fokko schreef zelfs enkele verzen voor zijn geliefde: “Aan Johanna” Zaagt gij mijn hart van binnen Dan zaagt ge ook hoe mijn mond Wanneer hij elke stond U spreekt van eeuwig minnen De waarheid slechts verkond Dan waar gewis mijn tederheid Het loon der wedermin bereid Er was echter een groot probleem: Johanna was een echt plattelandskind en was verknocht aan haar familie en het dorp, terwijl Fokko een echt stadsmens was en in de stad zijn werk had. Hij was, zoals men in 82
Groningen zei, een echte stadjer. De hele familie Van der Werff moest er aan te pas komen om Johanna Buldt naar Groningen te krijgen. Zo schreef Fokko’s zus een brief naar Johanna om te vragen of ze alsjeblieft naar de stad wilde komen want ze konden hun broer echt niet missen. Hij was kostwinner omdat hun vader al in 1865 was gestorven. En gelukkig. . . de liefde overwon en Johanna verhuisde naar Groningen waar op 18-10-1880 haar bruiloft met Fokko van der Werff plaats vond. Fokko en Johanna zouden veel kinderen krijgen, zeker 10, waarvan de eersten een tweeling waren. Tot groot verdriet zijn de meeste kindjes als baby al gestorven. Maar gelukkig. . . een van hun dochters is mijn grootmoeder geworden.
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
Een kant en klare genealogie op internet door Marlies van der Heijden Ik ben Marlies van der Heijden. Ik vond op internet al een kant en klaar verhaal over mijn voorouder aan moederszijde, de strohoedenmaker Jacob Damave. Het verhaal is geschreven door Leontien Belgraver, en is te vinden op http://www.zevensprong.biz/Damave/ geschiedenis/Levensverhaal%20Jacob %20en%20Lijntje%20Damave.doc. Het is wel grappig dat er veel is onderzocht naar wat mijn voorouders hebben gedaan. In het jaarboek van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg Deel XLVI2001 wordt verslag gedaan van het onderzoek door Annemarie Cottaar en Leo Lucassen naar de Strohoedenmakers uit het Je-
kerdal in Nederland 1750–1900. Ik merk dat een groot deel van hun nazaten er mee bezig zijn, ik kan dus heel veel vinden op internet over mijn voorouders. De vele verhalen van mijn moeder maken het voor mij erg levendig, het is net of ik ze persoonlijk heb gekend. Ook kan ik in het verenigingscentrum in Weesp het een en ander vinden van mijn moeders moeders kant. Dat waren marskramers uit Oost-Duitsland, de Familie Kerstholt. Daar is van alles over te vinden. Zij hebben o.a. het jacht voor de prins van Monaco gebouwd en zijn daardoor failliet gegaan. Ik hoop nog veel meer gegevens te achterhalen.
Mijn overgrootouders Hilhorst door Ery van Schalkwijk Verhalen over o.a. mijn overgrootouders staat in Hees aan de Turfweg. kreeg ik dikwijls te horen als ik in de 70-er Toon Hilhorst was een zoon van Wous jaren na mijn werk nog even voor een gezel- Hilhorst, die aan het Kerkpad in Soest lige borrel naar mijn ouders ging. woonde en aldaar overleed. Toon was dus De portretten zijn mijn overgrootouders boer en had koeien en landerijen. De boerdeen de grootouders van mijn moeder (Aleida rij was van vader op zoon overgegaan. Rijk Petronella de Bruin) in de vrouwelijke lijn waren deze mensen niet, maar ze hadden wel landerijen. (dus via mijn grootmoeders zijde). Toon Hilhorst was getrouwd met Nel De getoonde beelden zijn: Toon Hilhorst en Nel Bakker, die beiden in Soest woonden Bakker en zij werd door mijn moeder als Opoe aangesproken, wat in die tijd heel geen wel op de boerderij Dorrestein. Zijn bijnaam was Toon van Dorrestein, bruikelijk was. Nel Bakker kwam van de boerderij de naar de naam van zijn boerderij. In Soest was slechts e´ e´ n boerderij Dorrestein, waar- Kooi waar zij in 1851 was geboren. Dit is tevan in 1719 al een vermelding is. Het moet genwoordig in Soest te vinden aan het begin aanvankelijk een grote boerderij zijn ge- van de Dorresteinweg bij de kruising met de weest. Echter door de splitsing over de zo- Laanstraat. Aan de gezichten is veel af te lezen. nen is dat in de loop van de tijd minder geworden. Met een aan zekerheid gren- Het zijn geen atelierfoto’s, maar getekende zende waarschijnlijkheid is hij, Toon Hil- portretten. En daarvan heeft u nu een foto. horst, op die boerderij Dorrestein geboren. Neemt u van mij aan dat de man, Toon Deze boerderij was eigendom van de va- Hilhorst, een opgewekt mens was. Ik vind der van Toon Hilhorst en is van vader op bovendien dat het te zien is op de tekezoon overgegaan. Deze boerderij stond in de ning/foto. buurt van het Keienhuys, dat in de bossen Zijn vrouw daarentegen “liep met een jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 83
Toon Hilhorst en Nel Bakker
looie kistje” en was dus zwaarmoedig. Mensen liepen vroeger erg veel. Zo ook kwamen ze uit de Kooi gelopen naar de rooms-katholieke kerk Petrus en Paulus. Het lopen ging vaak op klompen. Normalerwijze was dat niet gewoon. Echter omdat de boerderij nogal excentrisch lag (dus relatief ver Boekijzer en keelknoop buiten het toenmalige dorp) en men door De keelknopen van overgrootvader en modderpaden moest lopen, deed men klompen aan, zodat schoenen gespaard bleven en de boeken van de hoofdversiering van overmen deed die klompen voor de kerk uit en grootmoeder zijn nog in de familie. De schoenen aan. De klompen stonden dan of bloedkoralen ketting is gedeeld en de diverse achterkleinkinderen hebben daar een buiten of in de hal van de kerk. Toon Hilhorst draagt op het boord van stuk van. De portretten moeten van circa zijn hemd twee gouden knopen, z.g. “keel- 1870 – 1880 zijn. Het paar is op 20-5-1876 getrouwd. knopen”. Mijn moeder (Aleida) was, zoals ik al Nel Bakker draagt een kap met daaronder een “Boekijzer” (wij kinderen noemden eerder schreef, een kleindochter van deze dit een “kopijzer”). Dit was een gouden beu- Toon Hilhorst en Nel Bakker en een dochgel, in de vorm van het hoofd, die onder de ter van hun dochter (Adriana) van het getevierkante muts werd gedragen. De beugel kende stel (de portretten zijn nl. tekeningen). Toon Hilhorst en Nel Bakker hadden saliep dus achter het hoofd om en aan beide zijden voor het oor langs, waar aan beide zij- men zeven kinderen: twee dochters en vijf den “boeken” zaten (vierkante plaatjes met zonen. Rijk was Toon Hilhorst dus niet, wel had versiering, die boeken werden genoemd). De foto toont zo’n boek. Echter, zoals u ze hij landerijen. Hij bekleedde geen openbare nu ziet zijn er hangers/een ketting van ge- functies in de gemeenschap. Hij was een maakt. Het rechter voorwerp is e´ e´ n van de harde werker en had geen tijd voor gemeenschapsfuncties. keelknopen van Toon Hilhorst. 84 A MERSFOORT EN OMSTREKEN jaargang 21
Roosjeroos door Dick van den Bergh Tijdens mijn onderzoek stuitte ik op de interessante site www.roosjeroos.nl. Deze site is nuttig als u vermoedt dat een familielid naar Nederlands-Indi¨e vertrokken is. Ik vond de grootvader van mijn vrouw Will hierop terug. Hij was geboren in Mardij (bij Breslau) in 1862 en aangemonsterd bij het KNIL. Mardij kunnen wij niet traceren. Willem Slotboom is hiermee bezig. Heinrich Wilhelm Knote, overleden 2212-1912 te Selong (Lombok), heeft meegedaan met een aanval op fort Tjara Ne-
gara (Lombok) op 18-11-1894: schampschot rechter borst, schot door de rug. Colijn, de latere minister-president, gaf daarna de opdracht om kogels uit te sparen en vrouwen en kinderen aan de bajonet te spietsen en de klewang te gebruiken. Geen fraaie, maar wel echte geschiedenis. In die tijd is zijn moeder Emilie Grohmann naar Indi¨e gegaan om haar zoon te bezoeken. Zij is niet meer teruggekeerd naar Pruisen en is overleden op Java. Er is een documentaire op TV geweest over Tjara Negara.
Een levenslustige overgrootmoeder door Hetty Venema-Braam Mijn favoriete overgrootmoeder is Clara en toch al weer gelukkig dat ze daar zoveel Catharina (Clara) Schultetus Aeneae, de konden leeren, dat men haast niet kan begrijovergrootmoeder van mijn man. pen hoe blinden het kunnen leeren.” Clara Waarom deze overgrootmoeder? Wel, eindigde haar reisverslag met: “Het reisje is uit bewaard gebleven brieven en aanteke- mij uitstekend bevallen en is zonder hinderningen van haar komt een vrolijke en flinke nissen van stapel geloopen.” vrouw tevoorschijn. Een vrouw die genoot Thuis speelde Clara veel piano en orvan haar gezin, van reizen, uitgaan, gezel- ganiseerde graag een feestje. Zo is er een schap en lekker eten. Maar ook een vrouw programma waarin haar vier zonen en haar die ge¨ınteresseerd was in haar medemens. zwager Bol een rol speelden. Het werd Clara ging graag op reis en dat gebeurde aangekondigd als: “Onherroepelijk de laatmeestal in gezelschap van haar schoonzusje ste Galavoorstelling door het Honden- en Harmke Bol-Venema. Een uitgebreid ver- Apentheater. De optredens worden verzorgd slag van haar drieweekse reis (september door: Tonny de aap, bekroond met hoepel1891) door Nederland samen met Harmke springen. Wiglius de hond, beroemd wegens is bewaard gebleven. polkadansen. Lenus de aap, bekend wegens Wat opvalt in dit reisverhaal is dat die dansen en musiceeren. Hond Lidius, groot drie weken vol gepland stonden met musea- succes voor gymnastiek. Ten slotte het opbezoek, met rijtoertjes langs mooie buitens, treden van de orang-oetang Bol, merkwaarmet gezellige gesprekken, met het genieten dig om groote en zijne buitengewone springvan heerlijke diners, met visites afleggen, toeren. Na afloop Straussbal.” met operabezoek en dat de vrouwen vaak Clara is met haar tweelingbroer Botto dubbel lagen van het lachen. geboren te Sint Jacobi Parochie 31-8-1844, Al hield Clara dan van uitgaan en plezier dochter van Wiglius Schultetus Aenee (Aemaken, ze had zeker oog voor serieuze za- neae), medicina doktor en Lijdia Reijntjes, ken. Zo bezocht ze tijdens deze reis ook een overleden Groningen 24-2-1925, trouwde doven- en blindeninstituut. Over het blin- Het Bildt 17-8-1870 Jan Azings Venema, deninstuut schreef ze: “Maar daar werd men arts (Sappemeer 1841–1901). De vier zonen ontroerd van door al die stumperds te zien, zijn geboren tussen 1871 en 1879. jaargang 21 A MERSFOORT EN OMSTREKEN 85
Van links naar rechts: Ellenus, Wiglius, moeder Clara, Lydius, vader Jan en Tunnys
Bovenstaande gegevens zijn afkomstig nema, zijn voorouders en nakomelingen, van de heer R.K. Aeneae Venema (1913– blz. 156–157. 2002); zie ook zijn boek: Azing Jans Ve-
Mijn overgrootvader de (Hartman)laan uitgestuurd door Ton Hartman Onderlaatst vroeg iemand wie of welke Hartman vernoemd was in de naam van deze laan? Natuurlijk zei ik met enige trots dat mijn overgrootvader Piet Hartman (1852– 1910) ge¨eerd werd met deze pittoreske laan. Wat had deze Piet Hartman, geboren en getogen in Hoogland, voor bijzondere diensten voor de gemeenschap van Soest gehad dat deze straat zijn naam draagt?
hebben, want de oom van zijn echtgenote hield het vanwege zijn leeftijd en gezondheid voor gezien. Dertig jaar is hij raadslid geweest. Toen de burgemeester Mr. Constant Jacob Willem Loten van Doelen Grothe voor drie maanden op huwelijksreis ging met zijn echtgenote werd Piet Hartman tijdelijk als wethouder aangesteld. Blijkbaar heeft hij dat tijdelijke wethouderschap tot tevredenheid vervuld want toen korte tijd later de langstzittende wethouder ermee ophield mocht hij de functie definitief overnemen. Helemaal vlekkeloos verliep deze verkiezing niet, de burgemeester hield zich niet aan de formele regels. Dat boerenraadsleden dit niet stilzwijgend aanvaarden zal de burgemeester, meester in de rechten, niet ver-
Naast andere bestuursfuncties was het wethouderschap voor hem een belangrijk tijdverdrijf, gedurende 20 jaar had hij op het pluche vertoefd. Zijn carri`ere begon hij als raadslid. Nauwelijks vier jaar woonachtig in de gemeente Soest werd hij al verkozen op een zetel in de gemeenteraad van Soest. Enig nepotisme zal wel meegespeeld 86 A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
wacht hebben. Het gaf toch wel een smetje op zijn verdere glanzende loopbaan. Maar daarmee was ook al duidelijk dat niet iedereen blij was met de benoeming van mijn overgrootvader tot wethouder.
Piet Hartman
Na 20 jaar zag de oppositie de kans schoon om van deze wethouder af te komen en liet die kans niet onbenut, doch de figuurlijke doodsteek lijkt toch uit het college van B & W gekomen te zijn. Met die 20 jaar was Piet Hartman nog steeds het groentje van het college, over ervaring gesproken!
Maar met een reguliere herverkiezing staakten de stemmen. In de tweede ronde werden mijn overgrootvader en de tegenkandidaat Peter van den Breemer (1861–1944) de gang ingestuurd. Bij deze stemronde bleek Peter een stem meer te hebben en mocht hij mijn overgrootvader opvolgen. Piet Hartman bleef wel raadslid maar was volgens de familieoverlevering zo verbitterd dat hij geen raadsvergadering meer bezocht heeft. Zelfs zijn vroegtijdige dood wordt aan dit debacle toegeschreven. Waarom is er dan toch een laan naar hem vernoemd? Het was en is zeker geen algemeen gebruik om raadsleden, wethouders of zelfs burgemeesters in Soest te vernoemen. Momenteel zijn er maar 5 burgemeesters vernoemd waarbij twee achterneven samen in een straat vernoemd zijn. Er zijn maar drie raadsleden vernoemd, e´ e´ n dankzij het feit dat hij uit Soesterberg kwam. Door de jaren heen zijn er 6 wethouders vernoemd waarbij de laatste wethouder door zijn overlijden een door hem ge¨ınitieerd fietspad zijn naam gaf. Maar waarom kreeg een de laan uitgestuurde wethouder dan toch een straat vernoemd? Bij de vernoeming zal de wijze en reden van aftreden al enigszins in de vergetelheid geraakt zijn. Ook van invloed kan geweest zijn dat het straatje waar de nieuwe woonwijk verscheen op het voormalige bouwland van Piet Hartman gelegen was. Soms wordt gesuggereerd dat het een bepaling in het koopcontract was dat zijn kinderen bedongen hadden. Toch blijft het een leuk aandenken, een straat met je eigen achternaam! En misschien is het wel de enige ontslagen wethouder in den lande die toch een straatnaam heeft!
Nieuwe boeken: aanvulling Het door Willem van Maren in het vo- het Overwoud is niet in de boekhandel verrige nummer besproken boek Hofsteden in krijgbaar, maar wel via
[email protected].
jaargang 21
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
87
Archief Eemland start met een genealogisch spreekuur Archief Eemland start, in samenwerking met de NGV afdeling Amersfoort en Omstreken, een maandelijks spreekuur voor vragen over stamboomonderzoek. Iedere tweede donderdag van de maand kunt u hier terecht bij verschillende experts die u verder wegwijs maken in de genealogie. Het spreekuur vindt plaats tussen 14.00 en 16.00 uur in de studiezaal van Archief Eemland. Genealogie is een hobby die door steeds meer mensen beoefend wordt. Tienduizenden mensen zijn in ons land bezig om op internet en in archieven na te zoeken waar hun roots liggen. Deze zoektocht en het verwerken van alle gegevens kan een moeilijke opgave zijn. Tijdens het spreekuur kunnen vragen gesteld worden over het starten van een stamboomonderzoek, adviezen bij het
vastlopen van een zoektocht, en het verkrijgen van handige internettips. Ervaren genealogen van de NGV afdeling Amersfoort en Omstreken zijn aanwezig om deze vragen te beantwoorden. De toegang is gratis. Data spreekuren: 12 april, 10 mei, 14 juni, 13 september, 11 oktober, 8 november en 13 december. Op die dagen is er even later om 17 uur het Historisch Caf´e in de Observant, het restaurant in hetzelfde pand als het archief. Een mooie gelegenheid om uw genealogische zorgen weg te spoelen en interessante gesprekken te voeren met andere mensen die voor geschiedenis belangstelling hebben. Adres: Studiezaal Archief Eemland, Stadhuisplein 7, Amersfoort Voor meer informatie: www.archiefeemland.nl/publieksactiviteiten
Genealogisch Erfgoed Magazine Het tijdschrift Genealogisch Erfgoed Magazine verscheen vorig jaar al geheel in kleur. Dit jaar is ook het formaat van het blad gewijzigd naar A4. De lay-out is aangepast en het lettertype iets vergroot.
Het blad is ook rijk ge¨ıllustreerd. Al deze wijzigingen hebben het tijdschrift nog aantrekkelijker gemaakt. Een abonnement kost slechts e 17,50. Voor meer informatie zie www.erfgoed.info.
Nieuws van de afdelingsbibliotheek door Cas van der Kroon Het hele kleine sterretje dat ik hoopte te zien aan het firmament en dat een opslag van onze bibliotheek in De Brug mogelijk zou maken, is helaas verbleekt. Voorlopig zal alles in de kelder van de Openbare Bibliotheek in Amersfoort blijven en gaan we verder uitkijken naar een andere mogelijkheid. Het bestuur van de NGV-afdeling “Kwartier van Nijmegen” heeft besloten hun afdelingstijdschrift in het vervolg in digitale vorm te laten verschijnen. Hun tijdschrift Jaargang 21 (2012) nr. 1 is nu digitaal verschenen. 88
De catalogus van de bibliotheek – gewijzigd op 13 maart 2012 – zal binnenkort op onze website worden bijgewerkt. Wij ontvingen voorts vele edities van periodieken van andere NGV-afdelingen, historische verenigingen of stichtingen. Wie heeft per ongeluk nog in bezit: Nr. 229.11 Nederlands repertorium voor familienamen NH A t/m L (1981) Nr. 229.12 Nederlands repertorium voor familienamen NH M t/m Z (1981) Gaarne retour aan de bibliothecaris G. G. M. van der Kroon, tel. 033-4942496
A MERSFOORT EN OMSTREKEN
jaargang 21
Inhoudsopgave Ten geleide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lezingen & Activiteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ledenbestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Van uw voorzitter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Personalia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veertig jaar afdeling Amersfoort en Omstreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een myngelen goets wijns voir hoiren arbeit ende onlede . . . . . . . . . . . . . De Nederlandse Eetcultuur door de eeuwen heen . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedelaars en Landlopers in het Utrechtse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Speurtocht naar een zestiende-eeuwse charmeur en charlatan . . . . . . . . . . . Oplossing van de jubileumprijsvraag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stel je voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schippersvrouw? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Anna van de Hoef . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoe het Leger des Heils in onze familie kwam. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een verhaal over echte liefde, de kerk, het platteland, vroeger en een kersttraditie Nico van Poeteren, een vermaarde phytopatholoog . . . . . . . . . . . . . . . . . Hendrikus van den Bielerd (1827–1908) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een tieneravontuur met gevolgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mijn avontuur met het zoeken naar mijn overgrootouders . . . . . . . . . . . . . Grietje van Someren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tja. . . . Het verhaal gaat in Chaam. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mijn overgrootouders: hoe zij elkaar leerden kennen . . . . . . . . . . . . . . . . Een kant en klare genealogie op internet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mijn overgrootouders Hilhorst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Roosjeroos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een levenslustige overgrootmoeder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mijn overgrootvader de (Hartman)laan uitgestuurd . . . . . . . . . . . . . . . . Nieuwe boeken: aanvulling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Archief Eemland start met een genealogisch spreekuur . . . . . . . . . . . . . . Genealogisch Erfgoed Magazine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nieuws van de afdelingsbibliotheek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
45 45 46 48 48 48 49 51 53 56 58 61 62 62 65 66 69 71 73 76 78 80 81 82 83 83 85 85 86 87 88 88 88
NGV afd. Amersfoort en Omstreken Vlieterweg 108 3925 GD Scherpenzeel
PostNL Port betaald