Mededelingenblad van de
Alumni Vereniging
Alumnieuws
Economenleden: graag aandacht voor de aan u gerichte ingesloten brief!
In deze uitgave onder andere 6 EAV komt oude belofte na 10 “Geen woorden, maar daden” 16 Geslaagde Voorjaarsborrel 18 Hovo Rotterdam: doorstuderen na je vijftigste junI 2008 • jaargang 51
• nummer 3
Mededelingenblad van de
Alumni Vereniging
Alumnieuws colofon Redactie Adam van der Scheer Marietta Haffner Alexandra Staab RedactieAdres Postbus 4382, 3006 AJ Rotterdam T (010) 414 94 07 F (010) 414 94 07 E
[email protected] Ontwerp en opmaak PanArt creatie en communicatie, www.panart.nl abonnementen en adreswijzigingen Secretariaat Erasmus Alumni Vereniging mw A.J. Staab Postbus 4382, 3006 AJ Rotterdam T (010) 414 94 07 F (010) 414 94 07 E
[email protected] Postbank 3728020
Nieuwe leden
Coverfoto
Economische Wetenschappen Drs R.F. Kalkman, Rotterdam Dhr. P.M. Koornneef MSc, Rotterdam Drs. B. Kortenbach, Den Haag
Op de coverfoto het Excelsiorstadion op terrein Woudestein, gefotografeerd vanaf de hoogbouw van de EUR. Op deze locatie vindt dit jaar het jaardiner plaats. Zie pagina 3.
Bedrijfskunde / RSM Dhr. K. Baas MSc, Maarssen Drs.ing. G.L. Flores, IJsselstein
ISSN 1380-8885 Coverfoto door: Mildred Ramzan, EUR (FRG)
www.erasmusalumnivereniging.nl voor aankondigingen, foto’s en verslagen bijeenkomsten
Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Mevr. drs. M.F. Begemann, Leimuiden Mevr. drs. M. van Grotel, Rotterdam Rechtsgeleerdheid Mevr. mr. H.A.J. Pors, Rotterdam Sociale Wetenschappen Mevr. drs. A.C. van Dok, Rotterdam Historische- en Kunstwetenschappen Mevr. drs I.L.D. Verbakel, Krimpen a/d IJssel
Inhoudsopgave
De website van de EAV op internet is te bezoeken via: E www.erasmusalumnivereniging.nl Verschijnt 5x per jaar in een oplage van 3.200 exemplaren. Het volgende nummer komt uit op 1 oktober 2008. De sluitingsdatum voor kopij en advertenties is maandag 8 september 2008.
Bezoek onze website
JUNI 2008 • jaargang 51 • nummer 3
Vooraankondiging Opening Academisch Jaar 3
Interview vice-voorzitter De Vos tot Nederveen Cappel 4
Aanmeldingsformulier Opening Academisch Jaar 5
Alumni handtekeningenwand 6
Vereniging Trustfonds 7
Hoogintelligent: last of zegen? 8-9
“Geen woorden, maar daden” 10
Eerste alumnidag FEW 11
Bestuurskunde een veelzijdige opleiding! 12-13
Onderzoek 14-15
Voorjaarsborrel 16-17
Erasmus Onderweg 18-19
Alumni Informatie Systeem Universiteit en Jaarkalender 2008 20
j u n i 200 8 • n u m m e r 3
Bestuur
Opening Academisch Jaar Maandag 1 september 2008 Slotcollege
Openingsplechtigheid:
Ook dit jaar sluit de EAV met het 'slotcollege' het academisch jaar af. Wij ontvangen de leden graag rond 12.00 uur voor een lunch in L'Etage in het 'L gebouw', waarna professor dr. Dick Douwes, decaan van de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen (FHKW), ons om 13.15 uur toespreekt in één der collegezalen van het L-gebouw, over het boeiende onderwerp Islam:
15.30 uur in zaal Sao Paulo van het M-gebouw
jaardiner Drie gastsprekers voor het jaardiner bespreken met de dinergasten de even intrigerende als actuele vraag:
‘ Zijn moslims anders? Of kijken we anders naar moslims?’
‘Stad en Universiteit, een ontluikende liefde?’
Professor Douwes: "In het debat over de positie van moslims in Nederland valt op dat er geregeld andere maatstaven worden gebruikt dan wanneer niet-moslims in de belangstelling staan. Opvallend is dat moslims vaak als groep worden gezien en begrepen, ook wanneer het gaat om incidenten met individuen. Moslims worden veelal begrepen vanuit hun geloof en culturele achtergrond. Zo zal wanneer een Turkse man zijn vrouw of vriendin doodt dit worden gezien als een breder cultureel probleem. Wanneer een autochtone man zijn vrouw en kinderen doodt - een niet onbekend verschijnsel - wordt dat gezien als een individueel en psychologisch probleem. In de drang om moslims te begrijpen spelen bovendien een aantal aannames een prominente rol die niet of nauwelijks getoetst zijn zoals de aanname dat religie een hoofdrol speelt in het leven van veel moslims en hun dagelijkse keuzes bepaalt. Daarmee wordt de rol van zaken als school, werk, carrière, vriendschap, verliefdheid enz. in de dagelijkse keuzes onderbelicht. Het beeld dat er over moslims bestaat wordt bovendien beïnvloed door het eigen christelijke verleden van Nederland. Zo wordt de imam als een dominee of priester gezien en de moskee als een kerk. Dat de islam een andere traditie van organisatie en leiderschap heeft, wordt in debat èn in beleid te weinig onderkend met als gevolg verwarring en weinig effectief beleid."
In hoeverre hebben stad en universiteit elkaar nodig?
Prof.dr. Dick Douwes (Sorong, 1957) studeerde Arabisch aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij doceerde daar Geschiedenis van het MiddenOosten. Vanaf 1994 was hij tevens verbonden aan de Universiteit Leiden in het kader van de Indonesian-Netherlands Cooperation in Islamic Studies (INIS). In 1998 werd hij academisch coörDick Douwes dinator (later uitvoerend directeur) van het Institute for the Study of Islam in the Modern World (ISIM), een gezamenlijk onderzoeksinstituut van de universiteiten van Amsterdam (UvA), Leiden, Nijmegen en Utrecht. Begin 2006 benoemde de EUR prof. Douwes aan de FHKW tot hoogleraar Geschiedenis van Niet-westerse Samenlevingen. Sinds maart 2006 is hij decaan van de FHKW.
Kansen en bedreigingen Professor Meine Pieter van Dijk (FEW), leidt dit onderwerp in. Daarop geven zowel de scheidend burgemeester van Rotterdam, mr. Ivo Opstelten, als de voorzitter CvB van de Erasmus Universiteit, drs. Jan Willem Oosterwijk, hun visie. Dit jaar kozen wij als locatie voor ons diner: De Businesslounge van het Excelsior stadion. Goede bereikbaarheid, naburigheid aan EUR Campus Woudestein, ruime gratis parkeergelegenheid en aanbevelingen brachten ons tot deze keuze. De toespraken worden dit jaar gehouden tussen het aperitief en het diner! Ontvangst en aperitief: vanaf 18.00 uur. 19.00 uur Toespraken en reacties: prof. Van Dijk, mr. Opstelten en drs. Oosterwijk 20.00 uur aanvang Jaardiner.
Sprekers op het jaardiner
professor Meine Pieter van Dijk
mr. Ivo Opstelten
drs. Jan Willem Oosterwijk
Bijgesloten in dit nummer vindt u het aanmeldingsformulier voor 1 september, dat u uiterlijk 26 augustus dient in te sturen!!!
Alumnieuws
Een lunchgesprek met vice-voorzitter De Vos tot Nederveen Cappel
Niet wetende dat ik tegenover een toekomstige jaarclubgenoot zat, kruisten onze wegen op een zonnige namiddag in juli 1965 voor de eerste maal in het voormalige gebouw van de Nederlandse Economische Hogeschool aan de Pieter de Hoochweg. Daar bevond zich - als mijn geheugen me niet in de steek laat - in een kleine donkere dakkamer het zogeheten Kamerbureau. Met een huurfiets had ik een deel van de dag doorgebracht met een tevergeefse tocht over de fameuze Rotterdamse kinderhoofdjes langs adressen, die bij nader inzien niet in aanmerking bleken te komen voor de huur van een kamer. De Vos en ik moesten wachten op onze beurt. Ik bofte met een kamer aan de Mathenesserdijk, die een half uur tevoren was aangemeld. Ook hij zal doel hebben getroffen op de nabije Westzeedijk, zo leert een betrouwbaar te achten bron me vandaag. Nu woont De Vos in het niet al te verre Bergschenhoek. In de hoop hem op dezelfde wijze te kunnen onthalen als zijn medevice-voorzitter Roorda, spreken we af in de Amsterdamse Industrieele Groote Club. Maar dit blijkt helaas met het openbaar vervoer een hele expeditie te zijn, te meer omdat de treinenloop in Rotterdam en omgeving door een computerstoring getroffen is. Het komt hem per saldo op een vertraging van een half uur te staan en levert ons extra gespreksstof op. We zijn het eens dat de verplaatsingen in de Randstad in een kansspel dreigen te ontaarden. Op grond van zijn eigen ervaringen komt De Vos overigens tot de conclusie dat op de keper beschouwd het risico van vertragingen met eigen vervoer geringer is. Curriculum Vitae Na deze verzuchtingen komen we te spreken over de studietijd en loopbaan van De Vos. Aanvankelijk koos hij voor de econometrie, maar na het kandidaatsexamen volgde een voorkeur voor de algemeen-economische richting. De belangrijkste overweging was dat een loopbaan in het bedrijfsleven hem bij nader inzien aantrekkelijker voorkwam dan - met alle respect - in de wereld van de modellen van het Centraal Planbureau. Niettemin hield De Vos zich voor zijn doctoraalstudie nog wel tamelijk
grondig met deze materie bezig, want hij fungeerde gedurende enkele jaren als assistent van prof. drs. C.J. van Eijck, die destijds (theoretische) macro-economie doceerde. Na zijn afstuderen werkte De Vos twintig jaar bij het Adviesbureau Diepenhorst De Vos en Partners, van 1976 tot 1992 als directeur. Hierna was hij tien jaar managing partner bij Twynstra Gudde. Ik krijg in concreto naders te horen over interessante gevallen waarmee hij in deze lange periode te maken heeft gehad. We komen te spreken over de slechts gedeeltelijk te rationaliseren wisselwerking tussen baas en ondergeschikten in grotere ondernemingen, die vooral bij eerdere successen tot riskante beslissingen kan leiden. De geschiedenis leert overigens dat het verschijnsel zich niet alleen in het bedrijfsleven voordoet. Als nevenfuncties vermeldt het curriculum commissariaten bij Jan Tabak vanaf 1993 en bij Altera Vastgoed NV sinds 2006. Tevens treedt De Vos al vier jaar op als voorzitter van de investeringscommissie bij Triodos Duurzaam Vastgoedfonds. De Erasmus Alumni Vereniging Het aantal alumniverenigingen in Rotterdam is zo groot, dat men gemakkelijk de tel kwijtraakt. Het is zeer de vraag of deze situatie tot een versterkte animo voor het lidmaatschap leidt. Vermoedelijk niet, want van de naar schatting 50.000 afgestudeerden is slechts een beperkt percentage lid van die verenigingen. Het fundamentele en ook practische probleem is om alumni ertoe te stimuleren de band met de Universiteit (opnieuw) aan te halen. De EUR en de alumni hebben elkaar veel te bieden. In dit verband is het van groot belang dat de EUR een nieuwe database heeft geïntroduceerd, waardoor men elkaar gemakkelijker kan vinden en aanspreken. Een bundeling van krachten is dus aan te bevelen. De ervaring leert dat het internet soelaas kan bieden voor het herstel van vroegere relaties. Overigens zou het toch mooi zijn wanneer de EUR zich bij het 100-jarig bestaan in 2013 tot de topuniversiteiten mag rekenen. Het bestuur van de EAV zal zich ook daarvoor graag inzetten. De rest van de wereld Na deze ernstige zaken sluiten we ons gesprek af met een uitwisseling van aanbevelingen voor reisbestemmingen. De Vos hoopt te zijner tijd nog eens het hem nog niet bekende en door mij zo warm aanbevolen New York te kunnen bezoeken. Van verre en/of exotische doelen blijkt hij allerminst een afkeer te hebben. Het bracht hem in China en last but not least de Galapagos Eilanden, waarover hij met enthousiasme én voorbehoud de loftrompet steekt. Het laatste is helaas een noodzaak, omdat de fantastische flora en fauna in het gedrang komen door het massatoerisme. Wellicht is het bij nader inzien voor het milieu maar beter om naar België uit te wijken als daar geen treinstaking is. n W.L. Korthals Altes
j u n i 200 8 • n u m m e r 3
opening academisch jaar maandag 1 september 2008 De Erasmus Alumni Vereniging machtig ik om eenmalig het verschuldigde bedrag van mijn bank- of girorekening af te schrijven. Naam Adres Postcode Woonplaats Telefoon E-mail Bank- of Girorekening Datum Handtekening Kosten Aantal Totaalbedrag q Afsluiting Academisch jaar
gratis
q Lunch leden EAV
gratis
e
q Lunch niet-leden
e 5,00
e
q Jaardiner leden EAV
e 40,00
e
q Jaardiner niet-leden
e 45,00
e
Totaal af te schrijven
e
q s.v.p. aankruisen Vegetarisch ja/nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
NB: Indien u meent dat er ten onrechte is afgeschreven kunt u tot 6 weken na datum van afschrijving de bank/giro om stornering verzoeken. Dit formulier in envelop (ongefrankeerd) voor 26 augustus 2008 zenden aan: Erasmus Alumni Vereniging - Antwoordnummer 3230 - 3000 WB Rotterdam. U kunt zich ook per e-mail aanmelden onder vermelding van alle bovenstaande gegevens:
[email protected] U ontvangt een bevestiging en programma in de tweede helft van augustus.
Erasmus MC
Alumni handtekeningenwand voor Erasmus MC EAV komt oude belofte na Het Erasmus MC krijgt zijn eigen alumni handtekeningenwand. Tijdens de onthulling van de handtekeningenwand op Woudestein in 1998 beloofde de EAV ook een handtekeningenmonument te realiseren voor medici en medisch bestuurskundigen. Diverse locaties en ontwerpen zijn nadien de revue gepasseerd. De vele nieuwbouwplannen en de wens van het Erasmus MC om het handtekeningenmonument een prominente plaats te geven compliceerden de besluitvorming. Maar het resultaat mag er nu zijn. Het Erasmus MC handtekeningenmonument krijgt een centrale plaats in het gebouw van de medische faculteit. Direct bij de ingang van het faculteitsgebouw. Als de nieuwbouw van het Onderwijscentrum van het Erasmus MC klaar is, vermoedelijk in het najaar van 2011, verhuist het monument naar het binnenplein van dit centrum. Het Erasmus handtekeningenmonument bestaat uit vrijstaande units met ieder zes panelen van gezeefdrukt glas, op een stalen voetplaat met ledverlichting. Een uniek kunstwerk dat is ontworpen door Annemoon Geurts, de ontwerper ook van de handtekeningenwand op Woudestein. Het design en het concept van het Erasmus MC handtekeningenmonument is zoveel mogelijk identiek gehouden aan de wand op Woudestein. De officiële onthulling zal plaatsvinden op vrijdag 3 oktober aanstaande, voorafgaand aan de jaarlijkse Erasmus MC-lezing “lof der Geneeskunst”. Het monument zal dan reeds gesierd zijn met handtekeningen van 450 Rotterdamse medici en medisch bestuurskundigen. n Alfred Pop voorzitter Stichting Erasmus Handtekeningenwand
j u n i 200 8 • n u m m e r 3
Tr u s t f o n d s
Vereniging Trustfonds
Erasmus Universiteit Rotterdam Mandeville Lezing 2008 Op woensdag 21 mei 2008 werd de 14e Mandeville Lezing gehouden door dr. Bernard Bot, voormalig minister van Buitenlandse Zaken, met als titel: “Europa: van vrees naar vertrouwen, de potentie van een verenigd continent”. Vanwege de renovatie van de Aula van de EUR op Woudestein was de plaats van samenkomst het Beursgebouw WTC. Verheugend was dat de zaal goed gevuld was met vele honderden toehoorders. Het uitgangspunt van de lezing was het gedachtegoed van Bernard Mandeville waarin deze stelt dat: “het de ondeugden zijn zoals afgunst, ambitie en gierigheid die ervoor zorgen dat welvarende en bloeiende samenlevingen kunnen ontstaan, mits ingekaderd in goed bestuur en goede regelgeving”. De heer Bot vertaalde deze stelling naar ons continent en de EU in het bijzonder, waarbij voor het bepalen van de koers het pure nationale eigenbelang niet langer het enig baken kan zijn. Met de uitspraak dat Europa er niet slecht voorstaat en dat het in staat zal zijn het hoofd te bieden aan nieuwe uitdagingen besloot de heer Bot “met trots op Europa” zijn rede. De volledige tekst van de lezing is te vinden onder www.eur.nl/mandeville/lezingen. Na zijn toespraak ontving de heer Bot uit handen van de heer drs. J.C. ten Cate namens de Erasmus Universiteit, de Club Rotterdam en het Trustfonds als blijk van waardering voor zijn grote maatschappelijke verdiensten de penning en oorkonde die een evenwaardige functie hebben naast het eredoctoraat, dat bij de Erasmus Universiteit Rotterdam uitsluitend kan worden verleend op grond van zeer uitstekende wetenschappelijke verdiensten. Wisseling secretaris Met ingang van 1 juli 2008 is de heer drs. Bernhard W.G. Dalenoord als secretaris van de Vereniging Trustfonds EUR opgevolgd door de heer drs. Reinoud Rijntjes.
Vooraankondiging en data van evenementen: maandag 1 september 2008 opening academisch jaar 2008-2009 en uitreiking van de EUR Onderzoeksprijs en Onderwijsprijs met geldprijzen ter beschikking gesteld door het Trustfonds; vrijdag 7 november 2008 Dies en openingsplechtigheid XIXe lustrum Erasmus Universiteit Rotterdam; donderdag 13 en vrijdag 28 november 2008 gereserveerde avonden voor leden Trustfonds met partners voor bezichtiging tentoonstelling “Erasmus en de kunst van zijn tijd” in museum Boijmans van Beuningen
Alumnieuws
Jong Alumni
Hoogintelligent: Jong Alumni op zoek naar de graal Op 13 mei jl. was het weer zover. Op de inmiddels oude vertrouwde locatie Sociëteit de Maas kwamen de Jong Alumni bij elkaar voor een interactieve avond. Een avond die, zoals gebruikelijk, een mix is van enige educatie met vooral ook veel gezelligheid. Te gast ditmaal waren sprekers en andere leden van de Nederlandse afdeling van Mensa, de club van hoogbegaafden die ook wereldwijd actief is. De avond zou een queeste worden naar het fenomeen hoogbegaafdheid en naar de last of zegen die deze gave voor de bezitter daarvan betekent. Zoals oud Mensa voorzitter Fieke van der Lecq ons later op de avond zou uitleggen, worden er nog veel meer termen dan ‘hoogintelligent’ of ‘hoogbegaafd’ gebruikt voor een en hetzelfde begrip. Vooralsnog houden we het even bij hoogbegaafdheid. Van Unilever tot Unicef (met nog wel wat banen daar tussenin) Jan-Willem Hoogeweegen opende de avond. Behalve alumnus van de EUR is hij inmiddels ook Mensa lid. Jan-Willem maakte ons deelgenoot van waar hij zoal in het leven ‘tegenaan was gelopen’. Een vriendin vermoedde dat hij hoogbegaafd moest zijn en dat bleek inderdaad het geval. Hoogbegaafd zijn is dan wel ‘anders’ volgens Jan-Willem, maar toch wel echt heel erg leuk. Zeker onder gelijkelijk hoogscorenden bij Mensa. Hij kan het iedereen aanbevelen om de Mensatest te doen en bij positieve score lid te worden van Mensa. Hij denkt met plezier terug aan en kijkt uit naar de Oktober thema week-ends van Mensa. Het is er altijd oh zo gezellig. Je zou bijna denken, als je hem zo hoorde, dat het er allemaal heel ‘normaal’ aan toe gaat bij Mensa. Hoe ‘normaal’ hoogbegaafd zijn is, inventariseerden de volgende sprekers voor ons.
Koers uit(een)zetten Volgens Noks Nauta, bedrijfsarts, psycholoog en mede-auteur van het boek ‘Ongeleide Projectielen op koers, werken en leven met hoogbegaafdheid’ was het, toen zij acht jaar geleden lid werd van Mensa, nog een maatschappelijk taboe om uit te komen voor je hoogbegaafdheid. Zij vertelde haar aandachtig luisterende publiek dat zij zo graag kijkt naar het televisieprogramma De Reünie. Met name boeide haar de uitzending waarin de schoolklas, die toen onderwerp was van het programma, verteld werd dat er iemand uit hun klas hoogbegaafd is. Je zag de klasgenoten nadenken over wie die persoon dan wel zou kunnen zijn. Noks genoot vooral van het verrassingsmoment waarop bleek dat de hoogbegaafde iemand was die had gedoubleerd op school, haar studie nadien niet had afgemaakt en van het ene baantje naar het andere baantje was gegaan. Niet bepaald iemand van wie je zou vermoeden
Maud Kooijman
dat ze hoogbegaafd is of - na deze avond - misschien toch wel? Noks zelf voelt zich stukken beter sinds de herkenning van haar eigen hoogbegaafdheid. Ik ben niet hoogbegaafd omdat… / ik ben hoogbegaafd omdat… Om een en ander wat inzichtelijker te maken, deed Noks een klein onderzoekje onder de aanwezigen. Individueel kreeg men tijd om voor zichzelf na te gaan of men zich al dan niet schaarde in de categorie ‘hoogbegaafd’. Daarna werd collectief besproken hoe je een hoogbegaafde herkent. En daar waar we al enigszins bang voor waren, werd bewaarheid. Het was niet allemaal even juichend. Enkele kenmerken van hoogbegaafdheid die aan bod kwamen zijn: snel verveeld, eigenwijs, snel afgeleid zijn, grapjes maken waar niemand om lacht, eenzaam, niet begrepen worden door anderen, relationele problemen, neerwaartse (school)loopbaan maar ook graag willen analyseren, vijf zetten verder op het schaakbord zijn, gevoelig, creatief, muzikaal zijn. Kreten en zuchten van herkenning werden gehoord uit de zaal waarin een hoog Dr. gehalte aanwezig was. Noks stelde dat er dus duidelijke positieve en negatieve aspecten zitten aan hoogbegaafdheid die zich op alle gebieden van het leven manifesteren. Zodra een hoogbegaafd kind naar school gaat, gaat het vaak al mis. Later met werken het bekende ‘12 ambachten 13 ongelukken’, soms zelfs tot dakloos- en drugsverslaafdheid leidende. Noks concludeerde dat de punten die in het rijtje bij niet-hoogbegaafd staan, soms erg veel lijken op de punten die in het rijtje bij (wel) hoogbegaafd staan. Je bent zelf de norm. Daarom is herkenning niet zo gemakkelijk. Hoogbegaafd? Dat zie je zó! Over dat kunnen herkennen alsmede het definiëren van hoogbegaafdheid sprak ook onze volgende spreker Maud Kooijman. Maud is psychotherapeut en lifecoach voor hoogbegaafde (jong) volwassenen. Zij informeerde ons over haar onderzoek naar wat hoogbegaafdheid is (Hoogbegaafdheid? Dat zie je zó!) en gaf ons een samenvatting van de resultaten. Gebruik makend van de Delphi-methodiek hebben 20 hoogbegaafde experts vijf ronden lang ‘georakeld’ op zoek naar consensus over de kern van wat hoogbegaafdheid is. ‘Hoge priesteres’ Maud presenteerde een kleurrijk schema over de wisselwerking tussen de hoogbegaafde en de maatschappij. Over de interactie tussen hoogbegaafde en maatschappij heeft zij het existentiële schema gelegd van zijn, denken, voelen, willen, doen en waarnemen. Aldus vaststellend wat de essentie van de mens is, zocht zij naar de specifieke kenmerken van de hoogbegaafde mens. Samengevat is haar conclusie dat niet alle prestaties van een hoogbegaafde zichtbaar zijn in de samenleving. j u n i 200 8 • n u m m e r 3
last of zegen? Kenmerken die zichtbaar zijn, zijn dat de hoogbegaafde hoogintelligent is en autonoom (hij of zij bepaalt zelf wat hij of zij wil, is vaak ‘eigenstandig’). Maud benadrukte dat hoogbegaafdheid meer is dan alleen hoogintelligent zijn. Hoogintelligent heeft te maken met denken, met metacognitie, met goed kunnen associëren en met een goed geheugen. Hoogbegaafdheid heeft ook te maken met voelen, met veel emoties, soms te veel emoties waardoor het allemaal voor de hoogbegaafde een te grote prikkel wordt en hij of zij zich emotioneel wil afsluiten ter zelfbescherming. Door anderen wordt daar dan vaak het etiket autistisch en asociaal op geplakt. Verder wil een hoogbegaafde veel. Hij of zij is gedreven, nieuwsgierig en leergierig en is in staat zich vast te bijten in iets. Daar komt nog bij dat hij of zij wil doen. Hij of zij is scheppingsgericht, geneigd tot creëren. Zijn of haar buitengewone hoogsensitieve gave tot waarnemen dankt de hoogbegaafde aan een neurologische basis die gradueel verschilt van de niet hoogbegaafde mens. Zijn of haar zenuwstelsel heeft dunnere zenuwen, gevoeliger uiteinden en snellere synapsen. Overkoepelend kan worden gesteld, aldus Maud, dat een hoogbegaafde snel is (in emoties, denken en doen), creatief is (verzint ongewone verbanden, is speels), intens is (alle knoppen staan op 10 en uitzetten is lastig) en complex is (veelzijdig, kan veel aan, is niet eenvoudig). Mauds definitie van hoogbegaafdheid is na dit onderzoek: “Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.” Hoogbegaafd? Wat kun je ermee? Duizendpoot en bolleboos econoom Fieke van der Lecq was onze laatste gastspreker van de avond. Als gezegd is Fieke oud voorzitter van Mensa en nog steeds een enthousiast lid. Ook is ze onder meer al 5 jaar in deeltijd werkzaam aan de EUR. Fieke deelde ons op in kleine groepjes met een Mensa gespreksleider per groep om te praten over hoe ieder van ons meende hoogbegaafdheid bij zichzelf te kunnen herkennen. Verzuchtingen van een deelnemer zoals “ik heb twee studies gedaan, ben gepromoveerd en kan geen baan vinden, dus misschien ben ik wel hoogbegaafd” werden in de groep gegooid. Zoals ook Noks uiteenzette, is herkenning van hoogbegaafdheid bij jezelf niet altijd gemakkelijk juist omdat jezelf de norm bent. Na de groepsgesprekken besprak Fieke enkele van de groepsbevindingen met de zaal en waren er de tips waar iedereen op had gewacht. Dat wachten op de tips was voor sommigen onder ons al meteen een test, omdat we leerden van Fieke dat hoogbegaafden vanwege hun natuurlijke snelheid de zaken nou eenmaal ook sneller doorzien en daarom meer en vaker geduld moeten betrachten met de wat minder begaafden onder ons. Je geduld ‘organiseren’ komt dus bovenaan het lijstje. Hoogbegaafden willen niet altijd op de ventweg rijden, maar ook lekker af en toe gas geven op de Duitse Autobahn. En natuurlijk moet je als hoogbegaafde die supersnelle Porsche die je bent, goed onderhouden en beschouwen als een fijn instrument. Dus wel jezelf blijven, maar goed het ongeduld in je managen en van geduld een bijzondere kwaliteit maken zodat je dat gaspedaal op de juiste momenten kunt intrappen. Mensa Fieke legde ons uit waarom de vereniging voor hoogbegaafden Mensa heet. Het Latijnse woord ‘mensa’ is door de legende van Koning Arthur en de ridders van de Orde van de Ronde Tafel die op zoek gingen naar de Heilige Graal, bekend als symbool van gelijkwaardigheid. De vereniging Mensa is
Alumnieuws
als een ronde tafel voor gelijkwaardigheid voor al haar leden. Iedereen die hoogbegaafd is, is welkom. Met betrekking tot de terminologie voor hoogbegaafd zijn, worden veel termen gebruikt. De meest voorkomende alternatieven voor hoogbegaafd en hoogintelligent zijn de afkortingen HB en HIQ, en verder ‘highly gifted’ als internationaal veelgebruikte term. Hoe hoog moet je begaafdheid eigenlijk zijn om lid te kunnen worden van Mensa? De intelligentietest van Mensa is een test voor de hogere ‘range’ van intelligentie. Dat wil zeggen dat er niet een specifiek IQgetal per test wordt aangegeven, maar wel dat je in vergelijking met je ‘medebegaafden’ vanaf ongeveer het 98e of 99e percentiel hoog uit de test moet komen. Dan word je beschouwd als hoogintelligent en kun je lid worden. Volgens Fieke is het ook zo prettig bij Mensa dat je elkaar mag verbeteren en dat je dan nog steeds aardig wordt gevonden omdat je niet als betweter wordt gezien maar als iemand waar anderen van kunnen leren. Mensa is opgericht in Groot-Brittannië in 1946, in Nederland in 1963. Op de vraag hoeveel leden Mensa in Nederland momenteel heeft, kon één van de aanwezige Mensaleden in de zaal melden dat het er om 17.00 uur op 13 mei 2008, exact 3332 waren. Als dat niet duidelijk maakt wat hoogbegaafd is…! Het is maar dat u het weet.
Fieke van der Lecq
Doelstelling en lidmaatschap Mensa Mensa heeft vier hoofddoelstellingen. Dat zijn belangenbehartiging, ontplooiingsmogelijkheden bieden aan haar leden, medewerking verlenen aan en stimuleren van wetenschappelijk onderzoek en - van Jan-Willem hadden we al zoiets gehoord - gezelligheid onder elkaar! En die gezelligheid kent geen grenzen. Internationaal, nationaal, regionaal of zelfs op huiskamerniveau; er zijn allerlei activiteiten tot en met ‘special interest groups’ en virtuele contacten via chatkanalen. Lid worden? Even naar www.mensa.nl, thuistest doen. Na goede thuistest, toelatingstest Mensa in Utrecht. Goede toelatingstest? Dan ontvang je een uitnodiging om lid te worden. De borrel Normaal gesproken gaan de Jong Alumni aan het eind van zo’n leuke interactieve avond nog even aan de borrel. En dan blijkt dat die borrel uitstekend past bij de Mensa doelstelling van gezelligheid. De hoogbegaafde aanwezigen toonden zich ook op dit vlak zeer begaafd. Daarin bleek het onderscheid tussen normaal- en hoogbegaafd volstrekt niet te bestaan. En gelukkig maar. Zo konden de Jong Alumni en de Mensaleden tezamen toasten op een geslaagde avond! n Bettina Hertstein
Alumni
“Geen woorden, maar daden” In 1993 kwam ik aan in Rotterdam, als eerstejaars student economie. Ik herinner mij nog goed de ontvangst in de Laurenskerk tijdens de Eureka-week, waar wij verzocht werden naar de personen te kijken die direct links en rechts naast ons zaten, om vervolgens de mededeling te krijgen dat deze waarschijnlijk volgend jaar zouden zijn afgevallen. Wat mij toen met name opviel was de andere man/vrouw-verhouding die ik gewend was van mijn rechtenstudie in Utrecht, waar ik in 1991 was aangekomen. Dat alleen al gaf een heel andere sfeer. Toen ik besloot ook economie te gaan studeren, was de keuze voor de Erasmus Universiteit eigenlijk vanzelfsprekend vanwege de goede reputatie van de economische faculteit. Ik bewaar dierbare herinneringen aan het Rotterdamse deel van mijn studententijd, waar ik kennis maakte met de "geen woorden maar daden"-mentaliteit. Die kwam aan de Erasmus terug in de goede organisatie, de aanpak van hoogleraren en docenten en ook bij de (ondernemende) studenten zelf.
In 2005 ben ik bij NautaDutilh partner geworden. Niet lang daarna heb ik de banden met de Erasmus Universiteit weer aangehaald. Ik werk namelijk naast mijn praktijk aan een promotie over de aansprakelijkheid van bona fide bestuurders van grote ondernemingen. Het gaat daarbij in het bijzonder om de reikwijdte van de aansprakelijkheid van bestuurders voor fouten van mede-bestuurders, fouten in de jaarrekening en het niet adequaat functioneren van risicobeheersingssystemen. Mijn promotoren zijn Profs. Kroeze en Timmerman. Het is heel leuk om op deze manier de rechtspraktijk te combineren met wetenschappelijke publicaties. In mijn werk kom ik regelmatig bestuurders of commissarissen tegen die in de knel zitten. Ik vind het dan een uitdaging om hen met zo min mogelijk kleerscheuren naar een veilige haven te loodsen. In mijn dissertatie - waarbij ik ook een vergelijking maak met het Amerikaanse recht - kan ik deze juridische materie verder uitdiepen.
Toen het einde van mijn studies naderde kwam ook het moment van de beroepskeuze dichterbij. Het was de keuze tussen investment banker of een juridisch beroep. Uiteindelijk trok de toga het hardst: ik koos voor het vak van advocaat. In 1996 begon ik als advocaatstagiaire bij de Rotterdamse vestiging van NautaDutilh. In de sectie Ondernemingsrecht werkte ik mee aan overnames en leerde ik de kneepjes van het procederen. Het is voor mijn praktijk heel nuttig dat ik ook econoom ben. Ik begrijp de economische begrippen en methoden. Dat komt bijvoorbeeld van pas bij de discussie over de omvang van schadevergoedingen. Maar ook op het gebied van corporate governance, dat zich heeft ontwikkeld tot een belangrijk onderdeel van de ondernemingsrechtpraktijk, komen de geleerde bedrijfseconomische lessen van pas. Mijn belangrijkste aandachtspunten zijn nu corporate litigation en corporate governance. Zo was ik betrokken bij de kwesties rond de activistische aandeelhouders bij VNU, Stork en ASMI.
Binnenkort zal ik mijn praktijk verplaatsen naar de Amsterdamse vestiging van NautaDutilh aan de Zuid-as. Na een uitzending naar een advocatenkantoor in New York in 2001 is dit de tweede keer dat ik mijn werk van buiten Rotterdam zal uitoefenen. Eén ding gaat zeker mee in de verhuisdoos: de Rotterdamse mentaliteit! n
10
Mr drs Daniella A.M.H.W. Strik
j u n i 200 8 • n u m m e r 3
Economie
Eerste alumnidag georganiseerd door FEW De alumnidag die de Faculteit der Economische Wetenschappen (FEW) organiseerde op zaterdag 19 april samen met een aantal alumniverenigingen waaronder de EAV had als thema ‘Nederland op weg naar de top’. De lezingen werden verzorgd door personen uit de wetenschap, het bedrijfsleven en de politiek. De dag startte met een tour over de campus en eindigde met een borrel. Er was zo voldoende gelegenheid om met de aanwezigen van gedachten te wisselen. De dag begon met een vriendelijke ontvangst door leden van de EFR die de organisatie van de dag voor hun rekening hadden genomen. Het eerste programmapunt was een campustour. De deelnemers varieerden in leeftijd van net afgestudeerd en ‘laat m’n nichtje kennis maken met de EUR’ tot ‘ben al 20 jaar niet meer geweest’. De verbouwing van de ‘oude’ kantine, het verdwijnen van Donner en de verbouwing van de bibliotheek werden genoemd als opvallende veranderingen tijdens de rondleiding, naast uiteraard de uitbreiding van de campus naar het zuiden. Genoemd werd ook de verplaatsing van de fietsenstalling die ooit als technisch hoogstandje werd aangekondigd (1 april grap).
De openingsbijeenkomst werd verzorgd door prof.dr. Philip Franses, de dekaan van de Erasmus School of Economics (ESE), de huidige naam van de FEW. De centrale boodschap was dat de faculteit na een periode van reorganisatie, waarin een deel van het onderwijs en het contractonderzoek is ondergebracht in BV’s waarin de faculteit deelneemt, nu weer op de rails staat. Het streven is om de naamsbekendheid van de EUR in relatie tot ‘ik heb economie gestudeerd’ te versterken. Dat streven wordt overigens vereenvoudigd, omdat de EUR als enige universiteit nog een Faculteit der Economische Wetenschappen heeft. Ook wordt met deze alumnidag een kleine start gemaakt met de opbouw van het alumnibeleid van de Faculteit. Er volgden parallelworkshops. Een daarvan was getiteld ‘Uitverkoop van Nederland-Hedgefunds’. Deze lezing die werd verzorgd door prof. Casper de Vries bood voldoende gelegenheid voor discussie, zeker nadat de stelling werd verkondigd dat Nederland in economisch opzicht al lang niet meer bestaat. Een hegdefonds (indekfonds) is een beleggingsvehikel zonder veel regulering en toezicht. Een hoge hevelwerking (30 keer de inleg) is daardoor mogelijk.
Alumnieuws
Hedgefondsen spelen een innoverende rol in de economie door snel vermogensposities op te bouwen in bedrijven en druk te leggen op directies ‘die hebben zitten slapen’. Onderzoek van prof.dr. De Vries toont aan dat hedgefondsen als industrie beschouwd minder risicovol zijn dan men denkt, omdat ze weliswaar wel posities opbouwen, maar deze ook weer indekken (arbitrage). Daarmee zijn hedgefondsen minder risicovol dan banken of verzekeringsmaatschappijen vanuit een macro-invalshoek bezien. De tweede sessie van parallelworkshops vond plaats na de lunch. Een van de seminars was getiteld ‘Kennismigratie’. Prof.dr. Jules Theeuwes lichtte het dubbele tekort op de arbeidsmarkt toe. Oorzaken van een algemene structurele krapte op de arbeidsmarkt kunnen worden gevonden in een combinatie van factoren: het einde van de babyboomergeneratie, een laag geboortecijfer (1,7) en een langere levensverwachting. Een structureel tekort aan knappe koppen onderbouwde prof. Theeuwes door de verwachting dat de vraag naar hoger opgeleide werknemers met 1% per jaar zal groeien, terwijl het aanbod met 0,6% per jaar zal groeien in de komende 25 jaar. Drie mogelijke oplossingen voor de tekorten op de arbeidsmarkt passeerden de revue: hogere arbeidsparticipatie, meer investeren in opleiding en meer kennismigratie. Een vergelijking met andere landen leverde op dat er voor Nederland nog de meeste ruimte zit bij het verhogen van de arbeidsparticipatie voor vrouwen ouder dan 50 jaar, het investeren in opleiding voor jongeren en het aantrekken van meer hoger opgeleide migranten. Voor de laatste groep zou het klimaat in Nederland aantrekkelijker gemaakt moeten worden, zodat Nederland weer immigratieland gaat worden in plaats van een netto emigratieland. De plenaire slotsessie startte met een lezing van drs. Gerrit Ruitinga, de CEO van Kuwait Petroleum (Q8) over ‘Duurzaamheid en Energie’. Op de eerste plaats behandelde drs. Ruitinga de gevaren voor de duurzaamheid van de traditionele energieverzorging (olie). Onder andere werd gesteld dat er een groot gebrek is aan capaciteit in manpower om de olie uit de grond te halen. Ook werd stilgestaan bij de ontwikkeling dat de tijd van het goedkoop en gemakkelijk produceren van olie voorbij is. Als derde aspect kwam de onevenwichtigheid in de geopolitieke verdeling van de olievelden aan bod. De productie van de politiek veilige olievelden, zoals in de Noordzee, neemt af in ruil voor productie in het Midden-Oosten en andere landen die politiek minder stabiel zijn. Ook internationaal terrorisme kan de huidige olieproductie in gevaar brengen. Zo werd het voorbeeld genoemd van een aanslag in Saudi-Arabië. Als deze succesvol zou zijn zou 15% van het aanbod aan olie wegvallen, waardoor in vergelijking de effecten van de huidige kredietcrisis in de schaduw gezet worden. De zorg voor het klimaat, de CO2-uitstoot, vormt tot slot ook een bedreiging voor de olieproductie, zeker omdat de EU de landen niet weet te verenigen op gemeenschappelijk beleid. De slotdiscussie stond onder voorzitterschap van drs. Victor DeConinck. De discussie die gevoerd werd aan de hand van vijf stellingen - bijvoorbeeld ‘In de 21e eeuw behoort Nederland tot de wereldtop’ - was wat tam, maar dit werd ruim gecompenseerd door discussies die tijdens de borrel gevoerd werden. n Marietta Haffner
11
Bestuurkunde
Bestuurskunde een veelInterview met prof.dr. Kees van Paridon, door Philip van Dok Het gesprek met Kees van Paridon vindt plaats op zijn kamer op de 8e verdieping van het M-gebouw op de campus Woudestein. De kamer biedt een fraai uitzicht op de Maas, maar gezien de stapels boeken en rapporten die het ruime bureau vullen, laat het zich raden dat er nauwelijks tijd is om van het uitzicht te genieten. De leiding van de afdeling Bestuurskunde berust bij een Bestuursraad, die naast Kees van Paridon als voorzitter en opleidings directeur bestaat uit onderzoeksdirecteur Victor Bekkers, onderwijs directeur Bram Steijn, Arwin van Buuren voor de Financiën, Bijou Essaias als student-lid en Karen van Mullem als secretaris. Bestuurskunde is onderdeel van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, naast de grotere opleiding Psychologie en de iets kleinere afdeling Sociologie. Kees van Paridon studeerde van 1971-1978 Ruimtelijke Economie aan de Faculteit der Economische Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij was weliswaar na vier jaar klaar met colleges volgen, maar was daarnaast nog eens vier jaar student-assistent, zat twee jaar in de Faculteitsraad en ook twee jaar in de Universiteitsraad en was actief in de studentenpolitiek voor de ARSB (Algemene Rotterdamse Studenten Bond). Het was een enorme leerzame tijd voor hem, om te leren hoe organisaties werken, maar bijvoorbeeld ook om te leren spreken in het openbaar. Na zijn afstuderen kwam hij bij de sectie Economie bij de afdeling Sociologie en deelde daar samen met Hans Wijers (later Minister van Economische Zaken en tegenwoordig de CEO van AKZO Nobel) een kamer. Hij volgde daar Bert de Vries op, die tussentijds naar de Tweede Kamer ging. Hij kon direct aan de slag met college geven. Hij promoveerde in 1987 bij Arie van der Zwan op een proefschrift “ Changing for growth” en vertrok in hetzelfde jaar naar het Centraal Planbureau als gevolg van een ingrijpende reorganisatie bij de faculteit, waarbij alle niet-sociologen maar iets anders moesten proberen te vinden. Het was de tijd dat in Leiden sociologie werd opgedoekt. Bij het CPB was hij betrokken bij de start van een nieuwe opzet van de langetermijnverkenningen, in 1992 uitgekomen onder de titel ‘Scanning the Future’. In 1989 stapte hij over naar de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid). In 1992
werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar bij de VU met als leerstoel de Nederlands Duitse Economische Betrekkingen. In 1999 werd hij tot hoogleraar Economie benoemd bij Bestuurskunde en sinds 2005 is hij daar voorzitter van de opleiding. Wat is Bestuurskunde nu eigenlijk? Kort gezegd komt het hier op neer dat je kunt spreken van een praktisch gerichte studie op academisch niveau die probeert studenten te leren hoe maatschappelijke vraagstukken zo goed mogelijk te analyseren en op te lossen. Enerzijds beleidsgericht en anderzijds organisatorisch op resultaat gericht. Een integratief vak dat met kennis uit de sociologie, economie, recht en politicologie wordt ondersteund. (Psychologie zou toch een mooie aanvulling zijn, PhvD)
Welke afstudeerrichtingen zijn er mogelijk? Na het Bachelors examen kun je een Masters doen in een aantal verschillende afstudeerrichtingen: 1. Beleid en Politiek 2. Arbeid, Organisatie en Publiek Management 3. Besluitvorming en Management van Complexe Ruimtelijke Vraagstukken (denk hier bijvoorbeeld aan filevorming, milieu, Tweede Maasvlakte etc.) 4. Master in International Public Management (IMP), een Engelstalige opleiding 5. Parttime Programma Bestuurskunde, bestemd voor personen werkzaam in het openbaar bestuur met enkele jaren relevante werkervaring. Daarnaast is in samenwerking met de Utrecht School of Governance (USG) en de Tilburg School of Politics and Public Administration (TSPPA) een tweejarige Engelstalige Research master in Public Administration & Organizational Science opgezet. Voor HBO-afgestudeerden is er nog een éénjarig schakelprogramma mogelijk alvorens men een Masterstudie kan aanvangen. Ontwikkelingen Zo’n 900 studenten volgen de diverse colleges binnen Bestuurskunde. Het aantal buitenlandse studenten zou de afdeling nog wel graag zien groeien. Aan uitwisselingsstudenten wordt alle mogelijke steun gegeven om bij één van de 40 instellingen in de wereld waar Bestuurskunde mee samenwerkt, geplaatst te worden. Er wordt voor de beste studenten na Bachelors I zelfs een prijs van € 1000 uitgereikt tijdens een feestelijke bijeenkomst ter afsluiting van het eerste jaar. Het volgen van stages behoort tot de kernpunten van
* Voor een volledige definitie, zie www.eur.nl/fsw/bsk
12
j u n i 200 8 • n u m m e r 3
zijdige opleiding! voorzitter opleiding Bestuurskunde deze praktisch gerichte opleiding. Ook bijzonder is dat men zich in de bachelorfase in het zogenaamde Atelier de benodigde competenties ofwel de noodzakelijke vaardigheden als bestuurskundige kan eigen maken. Bestuurskunde doet met een viertal vakken mee aan de introductie van keuzevakken (minoren) die buiten het vakgebied gevolgd kunnen worden, namelijk Beleid en Management, Inleiding Bestuurskunde, Ontwikkelings vraagstukken en Globalisering en Europa. Mede op basis van adviezen van Henk Schmidt, de decaan van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, heeft in 2007 de bachelorfase een majeure verandering ondergaan. Zo is er nu een sequentieel systeem, waarbij in vijf weken één vak wordt gegeven met meteen daarna een tentamenmogelijkheid. De gehele bachelorfase door worden er werkcolleges gegeven en is er een straffer examenreglement gekomen met minder herkansingen, maar wel met een beperkte mogelijkheid tot compensatie van een minder goed cijfer. Pas over twee jaar zal men de resultaten over de gehele bachelorsperiode kunnen meten, maar de Bestuursraad heeft goede hoop dat deze verandering een positieve invloed zal hebben op de spraakmakende Elsevier ranking. Op mijn vraag of er nog wel ruimte is om deel te nemen aan het studentenleven door bijvoorbeeld lid te worden van een gezelligheidsvereniging, luidt het volmondig antwoord van Kees van Paridon: jazeker! Wanneer de studenten meer tijd aan hun studie zouden besteden, zouden ze meer van hun studietijd kunnen genieten en houden ze toch nog genoeg tijd over om actief te zijn in het studentenleven. Nu wordt nog te vaak de studie erbij gedaan en kost het relatief meer tijd om resultaat te boeken. Externe visitatie Onlangs heeft een externe internationale visitatie plaatsgevonden in samenwerking met Tilburg en Utrecht op het gebied van onderzoek. De resultaten moeten nog bekend worden gemaakt, maar de eerste mondelinge uitlatingen van de commissie waren lovend. Bestuurskunde zit wel in een soort spagaat, want de afdeling wil zich graag internationaler opstellen en dus ook meer internationale publicaties verzorgen, maar de afdeling heeft natuurlijk wel te maken met de specifieke Nederlandse omstandigheden. Zo wil de Erasmus Universiteit Rotterdam ook stadsuniversiteit zijn en zul je je dus ook moeten bekomme-
Alumnieuws
ren om problemen en ontwikkelingen waar gemeenten als Rotterdam mee te maken hebben. Het “huis van Thorbecke”, zoals de bestaande indeling Rijk-Provincie-Gemeenten wel genoemd wordt, zegt een buitenlander dan niet zoveel. Wellicht dat met de organisatie van de EGPA 2008 (European Group of Public Administration) conferentie in september aanstaande in Rotterdam de opleiding bestuurskunde hier internationaal nog wat beter op de internationale kalender gezet kan worden. AIO’s Er zijn momenteel 12 AIO’s werkzaam binnen Bestuurskunde. Het is tegenwoordig bijna ondoenlijk AIO’s vanuit de normale exploitatie te financieren. Er moet op de een of andere manier altijd extern geld worden gevonden, dat dan via matching wordt aangevuld. Daarbij komt dat zeker in een gespannen arbeidsmarkt de verdiensten elders beduidend hoger kunnen zijn. Een briljant afgestudeerde student kan bij de Overheid of in het bedrijfsleven vaak veel meer verdienen, en dan is de keuze snel gemaakt. Wil je iemand voor vier jaar aan je binden om zijn dissertatie af te ronden dan moet je van tevoren zorgen dat de financiering rond is. Een Fonds voor dit doel opgezet door bijvoorbeeld de Vereniging Trustfonds zou een geweldige uitkomst zijn! Alumni Bestuurskunde kent sinds 18 mei 2002 een alumnivereniging met 1700 leden, die luistert naar de welluidende naam ABEUR, een acroniem voor Alumni Bestuurskunde Erasmus Universiteit Rotterdam. Het lidmaatschap is gratis en de vereniging wordt met enkele duizenden Euro’s per jaar door de afdeling ondersteund. Er is een bestuur van acht personen, dat zeer regelmatig activiteiten voor de afgestudeerde Bestuurskundigen organiseert. Het lidmaatschap is eenvoudig te verwerven. Bij het afstuderen krijg je een pakket, waarin het een en ander over ABEUR staat vermeld. Je kunt je via e-mail aanmelden en lid ben je. Samenwerking met andere alumniverenigingen zou op zich nog niet zo’n slecht idee zijn, aldus Van Paridon. Meer weten? Ga dan naar www.eur.nl/fsw/bsk, een informatieve website met uitgebreide informatie over de verschillende studiemogelijkheden. n
13
Onderzoek
Succesvolle managers mixen tegenstrijdige bestuursstijlen Een publiek manager kan kiezen uit drie stijlen van besturen: de hiërarchische aanpak (‘ik bepaal’), de netwerkaanpak (‘we zoeken overeenstemming’) of de marktgerichte aanpak (‘regelt u het zelf maar’). De drie stijlen lijken elkaar uit te sluiten. Toch weet de meest succesvolle manager ze slim te combineren, ontdekte Louis Meuleman. Hij vergeleek de besluitvorming in het milieubeleid in Nederland, Engeland, Duitsland en bij de Europese Commissie, en onderzocht het lokaal veiligheidsbeleid in Utrecht. Meuleman verdedigde op donderdag 15 mei zijn proefschrift Public Management and the Metagovernance of Hierarchies, Networks and Markets. Elk van de drie genoemde stijlen is aan mode onderhevig en kent fervente aanhangers, die vinden dat hun stijl alle vragen kan oplossen. Zo leggen bestuurders in het milieubeleid de laatste tijd minder nadruk op het stellen van wettelijke normen, omdat hiërarchische sturing uit de mode is. Populairder is een aanpak gericht op zelfregulering (marktsturing) en consensus (netwerksturing). Maar het ontbreken van wettelijke normen maakt het lastig om voor iedereen gelijke normen te hanteren, zoals vooruitstrevende ondernemingen vragen. Louis Meuleman ging op zoek naar de handelingslogica van publieke managers die wars zijn van heersende modes en op maat gesneden governance-
combinaties toepassen. Hij vergeleek de sturingsmix bij het milieubeleid in Nederland, Engeland en Duitsland, die elk een andere (management)cultuur hebben, en bij de Europese Commissie. Ook onderzocht hij het met prijzen beladen veiligheidsbeleid rondom Hoog-Catharijne in Utrecht. Succesvolle publieke managers blijken bewust of onbewust aan ‘metagovernance’ te doen: het ontwerpen en combineren van passende bestuursstijlen. Managers die dit doen weten precies hoe de hazen lopen en passen specifieke strategieën toe. Ze kennen hun beperkingen, maar zijn bereid de grenzen op te zoeken van hun beslissingsruimte. Een belangrijke eigenschap is dat ze vanuit meer perspectieven kunnen kijken. Het proefschrift laat zien dat elk van de drie bestuursstijlen zijn voor- en nadelen heeft, en dat een slimme combinatie meer oplevert dan volharden in alleen een markt- of een netwerkbenadering. Ook de derde stijl, de hiërarchische aanpak, hoewel tegenwoordig niet meer zo populair, geeft in sommige situaties simpelweg de beste resultaten. Metagovernance is management met een helikopterview. Meuleman pleit ervoor in deze benadering te investeren bij beleidsprocessen, organisatieverandering, management ontwikkeling en bestuurskundig onderzoek. Louis Meuleman (1954) werkte als lijn- en projectmanager bij twee provincies en het Ministerie van VROM. Op dit moment is hij directeur van de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO) en voorzitter van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM). n
De valkuil van simpele besluiten De verleiding om ogenschijnlijk simpele en krachtige besluiten te nemen keert zich op termijn tegen de beslisser. Het is een mythe dat ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken gemakkelijk zijn op te lossen als er maar iemand is die orde aanbrengt. Dit stelt Lasse Gerrits in zijn proefschrift The Gentle Art of Coevolution, waarin hij de besluitvorming over de havenuitbreiding in Hamburg en Antwerpen onderzocht. Door versimpeling nemen de problemen eerder toe dan af. Gerrits promoveerde op donderdag 17 april. Voor zijn onderzoek reconstrueerde Gerrits de besluitvorming over havenuitbreiding in Hamburg en Antwerpen. Daarbij onderzocht hij de manier waarop besluiten over de verdieping van de vaarwegen tot stand komen. Havenautoriteiten zijn voortdurend op zoek naar uitbreiding van de capaciteit van hun haven om internationaal te blijven meetellen. Besluiten over uitbreidingen moeten snel genomen worden en daarbij worden alle factoren die als storend worden ervaren zo veel mogelijk buiten de besluitvorming gehouden. Het ontwikkelen van de havens raakt echter ook aan
14
ingewikkelde milieuvraagstukken en maatschappelijke vraagstukken. Uit de reconstructie blijkt dat juist dit negeren leidt tot grote fysieke en sociale problemen of de dreiging daar van, zoals veranderingen in de waterstand en maatschappelijk protest. De beslissers staan hierdoor onder nog grotere druk. De verleiding is dan groot om de besluitvorming verder te vereenvoudigen. Als problemen groot zijn, wil men immers niet gestoord worden door ‘ruis’ zoals zeurende burgers en milieugroepen. Politici en ambtenaren proberen zich te concentreren op de kern van het probleem. Maar dit soort ingewikkelde problemen zijn vaak niet terug te brengen tot één kern. Als de besluitvormers zich concentreren op één aspect, vergeten zij vaak andere aspecten die net zo belangrijk zijn. Deze versimpeling van de besluitvorming werkt averechts. Uit het onderzoek blijkt dat de problemen er niet door oplossen maar juist toenemen. Fysieke problemen in rivieren en maatschappelijke onrust blijven voortbestaan of worden juist versterkt, omdat ze buiten de besluitvorming blijven. Ook in andere ruimtelijke vraagstukken doen zich dit soort problemen voor. Politici en ambtenaren moeten zich daarom niet laten verleiden door de schijn van simplisme, aldus Gerrits. Complexe problemen vragen om complexe besluitvorming en niet om geforceerde vereenvoudiging. n
j u n i 200 8 • n u m m e r 3
Slechts helft van beroertes te voorkomen Slechts de helft van alle beroertes kan in theorie voorkomen worden door aanpak van de op dit moment bekende oorzaken van beroerte. Als hoge bloeddruk, roken, diabetes en hartritmestoornissen volledig zouden worden geëlimineerd in de bevolking, zou daarmee maximaal 54% van de beroertes voorkomen kunnen worden. Er moeten dus meer samenhangende factoren zijn die een rol spelen bij het ontstaan van beroerte. Michiel Bos, wetenschappelijk onderzoeker van het Erasmus MC, deed in ERGOverband promotieonderzoek naar oorzaken van beroerte en belangrijke voorspellende factoren voor beroerte. Hij promoveerde op 19 maart j.l. Van slechts een klein deel van de beroertes is bekend hoe deze ontstaan zijn. Jaarlijks worden 41.000 Nederlanders getroffen door een beroerte. Beroertes zijn de belangrijkste oorzaak van invaliditeit en vormen de derde doodsoorzaak. Veel factoren hebben invloed op de snelheid waarmee aderen achteruitgaan en de mate waarin stollingen en bloedingen voorkomen. Sommige van deze factoren kunnen worden gebruikt om de kans op een beroerte in te schatten en andere factoren kunnen zelfs worden aangepakt om de kans op beroerte te beïnvloeden. Meer inzicht Michiel Bos is als wetenschappelijk onderzoeker werkzaam op de afdeling Epidemiologie en Biostatistiek van Erasmus MC. Voor zijn onderzoek, bedoeld om meer inzicht te krijgen in de mechanismen die tot beroerte leiden en in de mogelijkheden om de kans op beroerte te identificeren, maakte Bos gebruik van gegevens uit ERGO, het grootschalige en lang lopende bevolkingsonderzoek in Rotterdam. Risico Belangrijke nieuwe oorzakelijke mechanismen die Bos in zijn proefschrift beschrijft, zijn gerelateerd aan het functioneren van de nieren, zoals effecten van urinezuur, de filtratiesnelheid van de nieren en de uitscheiding van natrium. Bij een slechte nierfunctie neemt het risico op een hersenbloeding toe. Met name bij mensen met een gewone bloeddruk is de kans op een beroerte hoger naarmate de urinezuurconcentratie in het bloed hoger is.
Onschuldig De beste voorspeller van beroerte blijft leeftijd. Risicoscores die gebaseerd zijn op aanvullende karakteristieken verbeteren de voorspelling niet aanzienlijk. Echter, mensen die een TNA (transient neurological attack: voorbijgaande neurologische aanval, waaronder TIA: transient ischemic attack) hebben gehad, hebben een grotere kans op een beroerte dan mensen die nooit een TNA hebben gehad. Dat geldt niet alleen bij TIA’s, maar ook bij aanvallen die lijken op TIA’s maar doorgaans ten onrechte als onschuldig worden beschouwd (de nonfocale TNA’s). Geen invloed Omdat schade in de slagaderen van de hersenen niet alleen tot beroerte en TIA, maar ook tot stoornissen in denken en stemming kan leiden, heeft Bos in zijn proefschrift ook de relatie tussen beroerte, depressie en dementie beschreven. Mannen met depressieve symptomen hebben meer kans om een beroerte te krijgen dan mannen zonder depressieve symptomen. Mannen die daadwerkelijk een depressieve stoornis hebben, hebben geen verhoogd risico op een beroerte ten opzichte van mannen die alleen de symptomen vertonen. Bij vrouwen is geen relatie gevonden tussen depressieve symptomen en beroerte. Het denkvermogen voorafgaand aan een beroerte heeft geen invloed op de kans op dementie als gevolg van beroerte. Onjuist Alleen factoren die heel sterk met beroerte samenhangen kunnen de voorspelling van de individuele kans op beroerte verbeteren. De meeste hoogprevalente risicofactoren, inclusief CRP (C-reactief proteïne) die momenteel erg in de belangstelling staat, hebben deze eigenschap niet. Huidige richtlijnen om de CRP-spiegels van patiënten te gebruiken om hun toekomstig risico op cardiovasculaire ziekten in te schatten lijken daarom onjuist. n
Over ERGO: In ERGO worden sinds 1990 allerlei gezondheidskenmerken gemeten van inmiddels 15.000 45-plussers. Met de verzamelde gegevens wordt onderzocht welke factoren samenhangen met het ontstaan van ouderdomsziektes, met als uiteindelijk doel dergelijke ziektes te kunnen voorkomen of in ieder geval uit te stellen. Bij één op de vier mannen en één op de drie vrouwen ontstaat vroeg of laat dementie, en één op de vijf personen krijgt ooit een beroerte. Gezien de vergrijzing neemt het aantal mensen met dementie of een beroerte alleen maar toe. Dat maakt het ERGO-onderzoek van groot belang.
Alumnieuws
15
Kring van Juristen
Geslaagde Voorjaarsborrel met lezing over Tunnelvisie Het was even zoeken; vanwege de verbouwing van het A-gebouw moest de Kring van Juristen dit jaar uitwijken naar een benedenzaal. Om 16.15 uur had eenieder een plekje gevonden en kon de Voorjaarsborrel een aanvang nemen. Een gezelschap van zo'n veertig alumni, studenten en facultaire medewerkers woonde de lezing bij van prof.mr.dr. Eric Rassin, bijzonder hoogleraar Rechtspsychologie aan onze universiteit. Het onderwerp: selectieve waarneming en tunnelvisie. De spreker werd ingeleid door drs. Arie Fakkert, voorzitter van de Erasmus Alumnivereniging. Dat het een boeiende lezing zou gaan worden, bleek volgens Arie al uit de titels die prof. Rassin enkele van zijn wetenschappelijke artikelen had meegegeven, zoals: "Ik besluiteloos? Daar moet ik even over nadenken." en "Rotte vis op een ontspoorde trein" (over de zaak Lucia de B.). Bij een onderzoek naar een verdachte wordt per definitie meer gekeken naar belastende dan naar ontlastende informatie. Daarnaast is het zo, dat informatie die in een vroeg stadium wordt verkregen vaak zwaarder weegt dan later vergaarde informatie. Een gerechtelijke dwaling kan het gevolg zijn, zoals in de Schiedamse parkmoord."
Een aap? Niet gezien! Selectieve waarneming is het verschijnsel dat wij mensen informatie vaak zodanig selecteren en interpreteren dat deze past binnen ons eigen referentiekader. Zien wat we wíllen zien, dus. Prof. Rassin illustreerde dit verschijnsel met onder meer een Amerikaans onderzoek naar de publieke belangstelling voor de media ten tijde van het Watergate-schandaal. Wat bleek? Toen het net zich rond president Nixon begon te sluiten, hadden de Nixon-stemmers nauwelijks belangstelling voor de journalistieke berichtgeving, terwijl het antiNixon kamp aan buis en krant gekluisterd zat! In een zeer interactieve lezing tracteerde prof. Rassin zijn gehoor op tal van originele en levendige experimenten, waaruit bleek dat we er in onze eerste waarneming vaak naast zitten. Zo kwam de bekende tekening 'Mijn vrouw en mijn schoonmoeder' uit 1915 voorbij, waarin in één gezicht zowel een oude als een jonge vrouw te herkennen is. Illustraties, maar ook getallenreeksen en teksten bleken op meer dan één wijze interpretabel. Het hoogtepunt? Een kort filmpje waarbij het publiek zó gefocust was op een groep basketballende jongeren, dat het velen ontging dat een levensgrote aap zich halverwege de film in het clubje mengde. Als we ons al te erg focussen op het bekende en de ogen sluiten voor afwijkende feiten, kan dit leiden tot tunnelvisie. In een rechtzaak kan dit zware gevolgen hebben, immers getuigen kunnen zich evenzeer vergissen en ook politie-agenten zijn niet gevrijwaard van selectieve waarneming. "Ervaring helpt niet, sterker nog: hoe meer ervaring je op een bepaald gebied hebt, hoe groter de kans op vooroordelen en dus op tunnelvisie", aldus prof. Rassin. "Het strafrecht werkt deze confirmatiebias sowieso enigszins in de hand.
16
Meestal gaat het goed Volgens prof. Rassin is er geen echte oplossing voor tunnelvisie. "Enige mate van selectieve waarneming zal er altijd zijn. En dat is op zich ook niet slecht, voorkennis is ons ook behulpzaam bij het herkennen en interpreteren van zaken." Het selectief zoeken naar bewijs en het zoeken van een bevestiging van de vooronderstellingen moeten echter wel zoveel mogelijk vermeden worden. "Maar meestal gaat het goed" waren de bemoedigende laatste woorden van de hoogleraar, waarna het publiek werd uitgenodigd vragen te stellen. De spreker, zelf naast gezondheidswetenschapper ook jurist, moest zich hierbij nog wel even verantwoorden voor zijn ooit gedane uitspraak dat "juristen eigenlijk geen wetenschappers zijn". Met alumni die in de advocatuur hebben gewerkt geen sinecure!
Met een welverdiend applaus en als geschenken het EAV-kookboek en een fles wijn, stapte prof. Rassin met de meeste aanwezigen in de lift naar de Faculty Club. Door de geanimeerde spreker, het fanatiek deelnemende publiek en de gezellige borrel, was het een bijzonder geslaagde namiddag. Óp dus naar het volgende alumni-evenement, de De Doelderdag op 3 oktober a.s. (zie volgende bladzij). n
j u n i 200 8 • n u m m e r 3
De Voorjaarsborrel gemist..... of was u er wel? In beide gevallen begroeten we u graag op de jaarlijkse alumnidag van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, de
DE DOELDERDAG, 3 oktober 2008 13.30 - 17.30 uur
Een weerzien met oud-studiegenoten en -docenten en een viertal interessante lezingen. Uiteraard is er volop gelegenheid om bij te praten bij een kopje koffie en bij de afsluitende borrel. Naast alumni zullen studenten, facultaire medewerkers en relaties van de faculteit aanwezig zijn. Het - zeer actuele - thema van de De Doelderdag luidt:
ARBEIDSONGEVALLEN: WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VANUIT MULTIDISCIPLINAIR PERSPECTIEF Onderwerpen: Aansprakelijkheid van de werkgever voor arbeidsongevallen: de meest recente ontwikkelingen in het recht Arbeidsrechtelijke perspectieven op aansprakelijkheid Preventie van arbeidsongevallen vanuit rechtseconomisch perspectief
Samenstelling van het programma door: prof. mr. Siewert Lindenbergh, hoogleraar Privaatrecht aan de EUR
Een sociologische case study van preventief veiligheidsbeleid
Overige sprekers: prof. dr. Michael Faure LLM, hoogleraar Comparative Law and Economics aan de EUR mr. Ruben Houweling, universitair docent Arbeidsrecht aan de EUR dr. Peter Mascini, universitair docent Sociologie van arbeid en organisatie aan de EUR prof. mr. Marc Loth, decaan Faculteit der Rechtsgeleerdheid (inleiding) (onderwerpen en sprekers onder voorbehoud)
Deelname aan de De Doelderdag is gratis, leden van de Kring van Juristen ontvangen in augustus a.s. een uitnodiging. U kunt (ook als u geen jurist bent) nu alvast uw deelname opgeven bij Arnoud Houweling, alumni officer van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, per e-mail:
[email protected], of per post: dhr. A.R. Houweling, EUR FRG, kamer L5-05, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam. Voor meer informatie zijn wij graag bereikbaar, via bovengenoemd e-mail adres of telefonisch: 010-4089758.of belt u met het secretariaat van de EAV.
Alumnieuws
17
Hovo
Hovo Rotterdam doorstuderen na je vijftigste Hovo biedt al twintig jaar lang een nieuw perspectief op doorstuderen na je vijftigste. Waar in eerdere levensfasen noodzaak en nut veelal voorop staan in de studie, biedt Hovo juist een studieaanbod waarin de pure leergierigheid, de wil tot weten en begrijpen, het uitgangspunt is. Met jaarlijks ca. 90 op zichzelf staande cursussen en lezingencycli, verdeeld over een Zomeracademie (7-18 juli a.s.) en twee semesters (najaar en voorjaar) biedt Hovo Rotterdam een enorme keuze aan onderwerpen die de leergierige mens kunnen interesseren: o.a. filosofie, recht, mens en maatschappij, kunst(geschiedenis), exacte vakken en gezondheidswetenschappen. Zowel inzicht in de actualiteit van mens en maatschappij, als een brede kijk op kunst, cultuur, geschiedenis, filosofie en religie vinden een plaats in het aanbod. ‘U heeft mijn wereld groter gemaakt’, zei een cursist ooit tegen voormalig decaan van de Economische Faculteit en inmiddels enthousiast Hovo-docent prof.dr. Harm Bart. Dat gebeurt ook in de vorm van studiereizen, komend jaar onder meer naar Parijs, de Krim, Napels en Japan. De cursisten komen voor bezinning en verdieping, maar ook voor een eerste kennismaking met vakgebieden die wellicht volkomen nieuw zijn voor hem of haar zijn. Ze variëren van een oud-directeur Onderwijs, Onderzoek en Studentenzaken van de Erasmus Universiteit Rotterdam die afrekent met zijn schoolverleden en Duitse literatuur leest, tot een hoogleraar die helemaal opgaat in cursussen over kunst. De gepensioneerde postbode krijgt inzicht in de hedendaagse samenleving, de jurist verdiept zich in de wereld van de hedendaagse architectuur. Hoezeer ze ook verschillen - in twee dingen komen ze overeen: ze kiezen voor Hoger Onderwijs, op academisch niveau, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en ze zijn vijftig jaar of ouder. Voor veel docenten is Hovo een intellectuele speeltuin, waar onderwerpen die elders niet zelden worden wegbezuinigd een intellectueel onderdak vinden. Een cursus Soemerisch, een lezingencyclus over 400 jaar NederlandsJapanse handelsbetrekkingen, een korte cursus over utopie en dystopie in de Europese literatuur - het zijn pareltjes op niveau. Waar Marita Matthijsen enkele maanden geleden in het NRC Handelsblad verzuchtte hoe jammer het
was dat met het emeritaat van docenten als Fik Meijer een schat aan kennis de universiteit verliet, kunnen we bij Hovo zeggen dat Fik Meijer de weg naar Hovo allang heeft gevonden, net als vele anderen. Een kleine selectie uit het aanbod van deze zomer en komend najaar: • Aspecten van veiligheid, door prof.dr. Ko Colijn en een aantal specialisten van het Clingendaelinstituut (10 juli 2008) • De grenzen van de maakbaarheid, een reeks van acht lezingen met prof.dr. Anton Zijderveld, prof.dr. J.J.M. de Valk, dr. Willem Schinkel, dr. Hans van de Braak, prof.dr. Arjo Klamer, prof.dr. Mark van Twist, dr. Bram Peper sr. (najaar 2008) • Het menselijke brein, een lezingencyclus door prof.dr.ir. Jan van Bemmel en (o.a.) Pim van Lommel, Monique Breteler, Chris de Zeeuw, prof.dr. Dick Swaab en prof.dr. Henk Schmidt (najaar 2008) • Cursus Tweeduizend jaar muziekgeschiedenis (drs. Madeleine Pfundt, najaar 2008) Informatie Meer informatie en het complete aanbod vindt u op www.hovorotterdam.nl. Een papieren versie kunt u ook aanvragen via 010-4082465 of
[email protected]. U kunt zich aanmelden via de website of het inschrijfformulier. Voor wie er snel bij is: de Hovo Zomeracademie vindt plaats van 7-18 juli a.s. Alle programma’s waarvoor nog plaatsen zijn, staan op de website vermeld. n Carolien van Bergen
Opening Hovo Academisch Studiejaar 2008-2009 Indien u een studiegids aanvraagt en/of zich inschrijft, ontvangt u automatisch de uitnodiging voor de opening van het Hovo Academisch Jaar 2008-2009, die in het teken van het Hovo-lustrum staat. Datum: 8 september 2008. M.m.v. burgemeester Ivo Opstelten, rector magnificus prof.dr. Steven Lamberts en met centrale spreker prof.dr. Anton Zijderveld. Tijdens deze bijeenkomst krijgt u tevens gratis de lustrumbundel van Hovo Rotterdam ‘Erasmus als filosoof en bruggenbouwer. Historische en Rotterdamse perspectieven’.
18
j u n i 200 8 • n u m m e r 3
Erasmus Onderweg
Ecofys Netherlands wint Erasmus Innovatie Award Ecofys Netherlands B.V. heeft op dinsdag 3 juni 2008 de Erasmus Innovatie Award 2008 ontvangen tijdens het INSCOPE congres ‘’Research for Innovation’. Het onderzoeks-, advies-, en ontwikkelingsbureau van energie besparing en duurzame energietoepassingen uit Utrecht is daarmee de meest innovatieve en competitieve organisatie van Nederland. De jury benoemde Ecofys uit Utrecht tot winnaar op basis van de jaarlijkse Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor. Deze monitor is ontwikkeld door de Rotterdam School of Management Erasmus University en wordt gehouden onder 10.000 Nederlandse organisaties. De onderzoekers brengen door middel van de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor in kaart hoe management- en orgamisatieaspecten, en arbeidskenmerken bijdragen aan duurzame organisatievernieuwing. n
Afscheid van prof. Mentink als hoogleraar Met de rede "Tien jaar later" nam prof.mr.dr. Dick Mentink op 23 mei jl. afscheid als bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht aan de EUR. Het College van Bestuur kende prof. Mentink de Ad Fontespenning toe, vanwege zijn bijzondere verdienste voor het Nederlandse onderwijsrecht en voor de onderwijsvernieuwingen bij Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Prof. Mentink blijft nog twee jaar in functie als onderwijsdecaan bij de juridische faculteit. n
Overleden Prof.dr. J.A.A. van Doorn (1925-2008) Professor Van Doorn was van 1960 tot 1988 als hoogleraar sociologie verbonden aan de Nederlandse Economische Hogeschool, resp. de Erasmus Universiteit Rotterdam. Onder zijn bezielende, daadkrachtige leiding kwam in 1963 de Faculteit der Sociale Wetenschappen tot stand, waarvan hij vele jaren decaan was. Prof.dr. K.F. Kerrebijn (1929-2008) Bijna 25 jaar was professor Kerrebijn verbonden aan de Medische Faculteit als hoogleraar Kindergeneeskunde, in het bijzonder longziekten. In die periode was hij bovendien enige tijd decaan én enkele jaren lid van het College van Bestuur. Hij was een deskundig bestuurder die een belangrijke impuls gaf aan de samenvoeging van faculteit en (academisch) ziekenhuis. Prof.dr. Paul Verhaegen (1950-2008) Zijn leven en werken is onlosmakelijk verbonden met de EUR: in de jaren ’70 en ’80 als student, promovendus en wetenschappelijk (hoofd)medewerker bij de Faculteit der Economische Wetenschappen, en meer recent als decaan van de Faculteit der Bedrijfskunde en hoogleraar Financial Management. Sinds 2006 was hij hoogleraar aan de TU Eindhoven en tevens lid van het College van Bestuur aldaar.
zaterdag 8 november 2008 11.30 -18.00 uur
ERASMUS ALUMNIDAG 2008 Thema plenaire en parallelle sessies:
‘A Sustainable Society’ 11.30-12.00 12.00-12.15 12.20-12.45 12.45-14.00 14.00-15.30 15.30-16.30 16.30-18.00
Registratie (M-Gebouw) Ontvangst en welkom door de heer drs. Jan Willem Oosterwijk, voorzitter College van Bestuur Cortège van het M-gebouw naar restaurant De Carrousel Lunch in restaurant De Carrousel Jan Willem Oosterwijk spreekt over de strategie van uw alma mater (‘Erasmus 2013’) Plenaire sessie : ‘A Sustainable Society’ Parallelle (facultaire) sessies Borrel, informatiemarkt, optredens
Voor kinderen is er het Kids Programme. * Nog niet alle key note speakers zijn bekend
Alumnieuws
19
Alumni Informatie Systeem Universiteit Mogelijk heeft u als alumnus van de EUR onlangs een schrijven ontvangen van het Alumnibureau van de universiteit omtrent het nieuwe Erasmus Alumni Netwerk en het online actualiseren van uw persoonlijke pagina. De EAV is nauw betrokken bij de ontwikkeling van dit Erasmus Alumni Netwerk. Door technische en financiële oorzaken is is de EAV database momenteel echter nog niet gekoppeld aan het Erasmus Alumni Netwerk van de universiteit. Dat betekent dat een wijziging in uw gegevens in het Erasmus Alumni Netwerk niet doorgevoerd wordt in de administratie van de EAV. Zowel de EUR als de EAV streven er natuurlijk naar te komen tot één Netwerk, waarin alumni slechts eenmaal gegevens invoeren en muteren, welke daardoor direct bekend zullen zijn voor de Universiteit, de desbetreffende Verenigingen én mede-alumni. Tot die tijd verzoeken wij u het secretariaat van de EAV ook alle mutaties door te geven, die voor u en ons van belang zijn. Tegelijkertijd zal de EAV de eigen leden blijven informeren over haar activiteiten en het wel en wee van de Universiteit. Zo blijven de Alumnigids en het AlumNieuws bestaan. n
JAARKALENDER 2008
1 september Opening Academisch Jaar (M-gebouw) Jaardiner ‘Woudestein’
3 oktober De Doelderdag, alumnidag van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid
3 oktober Lof der Geneeskunst (Doelen)
27 oktober Desideriusbijeenkomst
7 november Uitreiking Erasmusprijs Laurenskerk en 95e Dies natalis EUR
8 november Alumnidag EUR; Erasmus tentoonstelling in Museum Boijmans
10 december Algemene Ledenvergadering EAV
20
j u n i 200 8 • n u m m e r 3