1
ALTERNATIEVEN OM DE CONGESTIE IN DE OMGEVING VAN BRUSSEL OP TE LOSSEN Ir. YVES DECOENE Road Federation Belgium
Samenvatting
Résumé:
Verscheidene, elkaar aanvullende oplossingen worden overwogen om de files op de Ring om Brussel op te lossen: verbreding van bepaalde weggedeeltes, ontdubbeling van de tunnel aan de Vier Armen in Tervuren, aanpassing van bepaalde verkeers-wisselaars (bvb. het Leonard kruispunt), sluiting van zuidelijke Ring met een tunnel, enz… Een bijkomende oplossing bestaat erin om bestuurders aan te sporen om de Ring om Brussel te vermijden indien ze niet in de hoofdstad hoeven te zijn. Dit principe werd al door Road Federation Belgium (RFB) in 2002 voorgesteld. Is het inderdaad wel echt nodig dat een vrachtwagen die van Tienen naar Antwerpen rijdt de Ring van Brussel moet gebruiken?
Diverses solutions complémentaires sont envisagées pour “déboucher” le Ring de Bruxelles: élargissement de certains tronçons, doublement du tunnel des Quatre Bras de Tervueren, aménagement de certains nœuds (comme le carrefour Léonard), bouclage au Sud par un tunnel, etc… Une solution supplémentaire consiste à inciter le trafic ne devant pas transiter par la capitale belge à éviter le Ring de Bruxelles. Ce principe avait déjà été suggéré par la Road Federation Belgium (RFB) en 2002. En effet, est-il nécessaire qu’un camion venant de Tirlemont doive emprunter le Ring de Bruxelles pour se rendre à Anvers ?
RFB heeft een studie uitgevoerd van de huidige toestand van de verbindings-wegen die door het wegverkeer zouden kunnen gebruikt worden: Leuven – Mechelen – Dendermonde – Aalst – Ninove – Nijvel – Leuven. De nodige aanpassingswerken werden bestudeerd om op een doeltreffende en snelle manier de verbindingswegen primaire wegen of van de Waalse klasse “RGG” (réseau de grand gabarit) – te kunnen gebruiken. De huidige “paper” stelt de belangrijkste conclusies van deze studie voor.
La RFB a réalisé une étude de la situation actuelle des liaisons pouvant être empruntées par ces trafics : Nivelles – Louvain – Malines – Termonde – Alost – Ninove – Nivelles. Elle examine les aménagements nécessaires pour en faire des liaisons efficaces et rapides par des routes du réseau primaire ou à grand gabarit (RGG). La présente communication livre les principales conclusions de cette étude.
2 1. Inleiding U heeft gedurende dertig jaar in Patagonië gewoond of u bevond zich in de stratosfeer indien u niet had opgemerkt dat elke werkdag tijdens de schoolperiode de Ring om Brussel onoplosbare files kent die op sommige plaatsen permanent zijn (ref. 1 ). Er bestaan talrijke ontwerpen om het hoofd te bieden aan deze situatie : verbreding van de Ring ten noorden van de hoofdstad (ref. 2), sluiting van de Ring ten zuiden van Brussel (ref. 3), aanpassing van bepaalde verkeerswisselaars, waaronder het “Leonard-kruispunt” (kruising R0E411), verbreding of verdubbeling van de tunnel ter hoogte van de 4 Armen van Tervuren, verdubbeling van de Ring in de doortocht van het Zoniënwoud enz… Het zoeken naar financiële middelen voor deze projecten, de te ondernemen administratieve stappen en de noodzakelijke openbare onderzoeken betekenen een rem voor de uitvoering van deze verbeteringen. Maar om het verkeer op de Ring van Brussel te verminderen zou een groot aantal bestuurders de Ring kunnen vermijden door gebruik te maken van kortere reisroutes op voorwaarde dat deze wegen op een aanlokkelijke manier aangepast zouden worden. Dit is het alternatief dat bestudeerd werd en dat wij voorstellen aan de hand van dit paper.
2. Waarom gelijkaardige alternatieven? Men kan de volgende vraag stellen : waarom moet een vrachtwagen die van Tienen naar Antwerpen rijdt de Ring om Brussel van Sint-Stevens-Woluwe tot Zaventem gebruiken ? Het antwoord van de weggebruiker : het weggedeelte Leuven-Mechelen (N16) neemt teveel tijd in beslag en is onvoldoende aantrekkelijk om zijn reisweg te wijzigen of te verkorten. Deze vrachtwagen is een van de 76.456 voertuigen die, volgens de verkeerstellingen van 2007 (ref. 4), elke werkdag (tussen 6 en 22 uur) op de autoweg E40 rijdt tussen Heverlee en Haasrode. Als men de reisweg van deze 76.456 voertuigen van naderbij bekijkt, kan men er vanuit gaan dat : - 19.030 ervan de E314 gebruikt hebben tussen Heverlee en Leuven - 3.320 de N3 Leuven-Tervuren - 1.105 de N227 Nossegem-Tervuren - 15.820 de Ring van Brussel tussen Sint-Stevens-Woluwe en Wezembeek-Oppem - 5.370 de E40 tussen Sint-Stevens-Woluwe en Kraainem. Van het wegverkeer dat vanuit of naar Haasrode rijdt, blijven er dan 31.800 voertuigen over die de Ring om Brussel ten noorden van Sint-Stevens-Woluwe gebruiken. Van deze 31.800 gebruikers, kan men veronderstellen dat : - 10.490 ervan de uitritten nemen in Zaventem (Henneaulaan en A201)
3 - 11.350 de Ring naar het noordwesten volgen langs het viaduct van Vilvoorde. Er blijven dan 9.966 voertuigen die de autoweg E19 richting Mechelen gebruiken ! Als de weg Leuven-Mechelen dus aantrekkelijker zou zijn, kan men er van uitgaan dat elke werkdag tussen 6 en 22 uur ongeveer 10.000 voertuigen vanuit of naar Haasrode de Ring om Brussel zouden vermijden met een verkorting van hun reisroute…en zonder filevorming. En dan moet nog het gedeelte van de weggebruikers die vanuit of naar het centrum van Leuven en vanuit of naar de noordelijke omgeving van deze stad toevoegen en vanuit of naar de regio Mechelen rijden. Deze raming zou gestaafd kunnen worden door een grondige enquête bij de weggebruikers uit te voeren. Gelijkaardige conclusies mogen genomen worden voor wat de gebruikers betreft die de volgende reisroutes gebruiken : - Mechelen – Machelen – Groot-Bijgaarden – Aalst - Boom – Strombeek-Bever – Groot-Bijgaarden – Aalst - Aalst – Groot-Bijgaarden – Vorst – Haut-Ittre - Nijvel – Haut-Ittre – Sint-Stevens-Woluwe – Leuven. Deze gebruikers zouden kortere reisroutes kunnen nemen en een daling van het verkeer op de Ring om Brussel met zich meebrengen indien de alternatieve reisroutes aanlokkelijker zouden zijn.
3. Evolutie van de studie van die alternatieven Ter gelegenheid van een persconferentie over de Missing Links heeft Road Federation Belgium reeds in 2002 voorgesteld “in de provincies Vlaams-Brabant, Antwerpen, Oost-Vlaanderen, Henegouwen en Waals-Brabant, sommige van de reeds bestaande wegen met elkaar te verbinden” om het verkeer op de Ring van Brussel te verminderen (ref. 5). Sinds 2002 zijn oplossingen om het verkeer op de Ring te doen dalen vooral gericht op de uitbreiding van de Ring ten noorden van de hoofdstad en haar zuidelijke sluiting. Daar deze oplossingen niet volstaan, heeft Road Federation Belgium een verdere studie uitgevoerd om door middel van aanpassingen om een aantal wegen aantrekkelijker te maken en om aan een groot aantal gebruikers voor te stellen om de verzadigde Ring om Brussel te vermijden en hun reisafstand te verkorten. Ter gelegenheid van het XXIe Belgisch Wegencongres is een gedetailleerd document met de oplossingen (ref. 6) beschikbaar bij de Road Federation Belgium en op haar stand.
4
De bedoeling is ook dat de voorgestelde oplossingen door de politieke verantwoordelijken en de beheerders van het wegennet dan grondiger worden bestudeerd.
4. Bijdrage van de oplossingen tot de duurzame mobiliteit Om tot de duurzame mobiliteit bij te dragen, moet een oplossing aan criteria voldoen op economisch, milieuvriendelijk en sociaal vlak. Het vermijden van de Ring van Brussel door het gebruik van alternatieve, aantrekkelijke en snelle wegen, beantwoordt aan al deze criteria. 4.1. Verkorting van de afstand Dankzij de verkorting van de af te leggen afstand vermindert men het benzineverbruik (economisch voordeel) en bijgevolg de CO2-uitstoot en fijne roetdeeltjes (ecologisch voordeel), alsook de gebruikte tijd (sociaal voordeel), vooral indien de aanpassing van de gebruikte wegen toelaat vlot te rijden zonder grote vertraging. Dit kan door het vermijden van belangrijke kruispunten en het afschaffen van systemen die de capaciteit van beschikbare rijstroken verminderen. 4.2. Vermindering van het verkeer op de Ring om Brussel Indien een aantal gebruikers vermijden om bepaalde gedeeltes van de Ring van Brussel te gebruiken, veroorzaakt dit een stressvermindering bij de weggebruikers die genoodzaakt zijn om de Ring te nemen (sociaal voordeel); dit brengt ook een daling van de files met zich mee met als gevolg een verminderde reistijd (economische en sociale voordelen), en de uitstoot van kooldioxide en van fijne roetdeeltjes wordt gereduceerd (ecologisch voordeel).
5. Gewenste aanpassingen Een deel van het verkeer van de Ring van Brussel laten omleiden heeft geen zin indien men smalle onveilige wegen moet gebruiken, omringd door veel woningen, veel opeenvolgende kruispunten enz… Men zou dan de files verplaatsen wat de voordelen in verband met de duurzame mobiliteit zou teniet doen. Het doel kan dus alleen bereikt worden indien men de alternatieve wegen aanpast daar waar het nodig is. Doeltreffende en aantrekkelijke verbindingswegen creëren, indien mogelijk van het primair net of van groot gabariet (RGG), zou ideaal zijn.
5
In Vlaanderen worden de wegen van het primair net beschouwd als een verbindingsweg (primair I) en van verzameling (primair II) op Vlaams niveau (ref. 7). In Wallonië wordt het net van groot gabariet (RGG) gekenmerkt door de scheiding van het verkeer en de beperking van de toegangen (ref. 8); het verzekert hoofdzakelijk de verbinding tussen de grote aanlokkelijke zones die binnen of buiten het gewest liggen. Voor de doeltreffendheid van deze netten kunnen de volgende aanpassingen overwogen worden: - indien mogelijk wegen met 2 x 2 rijstroken, bij voorkeur met vaste scheiding van de twee richtingen - de omleiding van zones met veel woningen en van bebouwde kommen - het elimineren van vertragingen, namelijk door de vermindering van het aantal kruispunten; dit kan men bereiken door het omleiden van bepaalde aangrenzende wegen, bi voorbeeld langs de hoofdweg, of door het bouwen van tunnels of bruggen of door andere middelen - indien de verbindingsweg recht is, zal men rotondes vermijden die vertragingen doen ontstaan. Als zij onvermijdelijk zijn kan men ze aanpassen om de betrokken verbinding zo doeltreffend mogelijk te maken : voorrangssignalen of lichten die zeer lang op groen blijven staan. Als de rijstroken van de hoofdverbinding in het centrum van de rotonde liggen (voorbeelden: Thirylaan te Sint-Lambrechts-Woluwe of N5 te Loverval), met zeer lange groene licht, is het mogelijk de vertragingen op de hoofdas te verminderen. Men kan zich ook inspireren op de “turborotondes” die voornamelijk in Nederland werden bestudeerd (ref. 9) - waar de richting verandert, en indien men kruisingen van het verkeer niet kan vermijden, zal men zorgen dat de betrokken verbindingen voorrang krijgen, namelijk door een zeer lang groen licht - waar het nodig is, de uitvoering van nieuwe ontbrekende verbindingen. Natuurlijk kunnen een aantal aanpassingen, o.a. het aantal rijstroken, tegenstrijdig zijn met beleidskeuzes op vlak van ruimtelijke ordening of huidige structurele plannen. Maar politiek is geen exacte en onveranderde wetenschap: wijzigingen van deze beleidslijnen of van deze plannen kunnen zich altijd in de toekomst voordoen als men een duurzamere mobiliteit wenst te bekomen.
6
6. Specifieke verbindingen Het document dat ter beschikking wordt gesteld ter gelegenheid van het XXIe Belgisch Wegencongres geeft details met plannen, betreffende de aanpassingen die door Road Federation Belgium werden onderzocht (ref. 6). Wij geven hieronder enkele ideeën. 6.1. Verbinding van Zuid naar Oost en omgekeerd (Nijvel-Leuven) Vanaf Thines tot de “avenue du Comte d’Ursel” te Grez-Doiceau, is de N25 een uitstekende verbinding met 2 x 2 stroken en de Waalse Overheid (SPW) overweegt een tunnel te bouwen onder de N4 te Mont-Saint-Guibert. Tussen Grez-Doiceau en Hamme-Mille bestaat de N25 uit 2 x 1 strook waarvan een gedeelte in 2008 werd ingehuldigd. De voorbehouden terreinstrook is voldoende om er een weg met 2 x 2 rijstroken aan te leggen; de 2 rotondes van dit gedeelte zouden moeten afgeschaft of aangepast worden (met voorrang voor de N25). Om de gebruikers er toe aan te zetten om de Ring van Brussel te vermijden, zou men het bestaande project (in 2 x 2 rijstroken) moeten uitvoeren van de omleiding van Hamme-Mille (ref. 10). Dan blijft er nog een sectie van ongeveer 3 km van 2 x 1 rijstrook doorheen het Meerdaalbos tot aan de weg Blanden-Haasrode (2 x 2 stroken) en de autosnelweg E40. Aangezien het Meerdaalbos geklasseerd is, is het moeilijk een verbreding te voorzien. Indien de verkeersdrukte toeneemt, zou men kunnen overwegen om een weg met 2 verdiepingen aan te leggen, zoals het gedeelte van de N92, langs de Maas ten zuiden van Profondeville. Aan het andere uiteinde, op de Ring van Nijvel (R24) zou het interessant zijn het aantal rotondes te verminderen en de verbindingsweg tussen de Ring en de uitrit Petit-Roeulx te verbeteren (voor de weggebruikers die vanuit of naar Charleroi (A54) of Brussel (E19) rijden). Naar aanleiding van het aanleggen van een tunnel ter hoogte van het kruispunt met de N27 (huidige rotonde van de “shopping”) zou het goed zijn de linkse afslag te verbeteren voor de weggebruikers die naar Bergen (E19 Zuid) rijden. 6.2. Verbinding Oost naar Noord en omgekeerd (Leuven-Mechelen) Zelfs als de terreinbreedte voldoende zou zijn, zal het moeilijk zijn de N26 aan te passen naar een weg met 2 x 2 stroken tussen Leuven en Mechelen. Dit zou immers veel nadelen met zich meebrengen voor de bewoners, de fietsers en de winkels die talrijk aanwezig zijn, vooral tussen Kampenhout en Boortmeerbeek. Nochtans is de huidige ringweg van Herent redelijk breed en bevindt deze zich buiten de bebouwde kommen; enkel de brug onder de Wilselsesteenweg zou moeten aangepast en verbreed worden.
7 Ten noorden van Herent en ter hoogte van de Reikemstraat te Winksele-Delle, stellen wij voor om, naar het noordwesten, het tracé door het platteland te gebruiken dat in de jaren 70 voorzien was om de autoweg A2 te verbinden tussen Mechelen en Genk. Dit tracé eindigt op het huidige kruispunt tussen de N227 en de N261 naast het meer van Hofstade. Daar bestaat al een weg met 2 x 2 stroken die leidt naar de oprit “Weerde” (nr 11) van de autosnelweg E19 BrusselAntwerpen. 6.3. Verbinding Noord naar West of omgekeerd (Willebroek – Aalst) De N16 komende van Mechelen (uit het Oosten) vermijdt Willebroek langs het zuiden door het gebruik van een hefbrug over het “kanaal van Willebroek” en eindigt op een brug die loodrecht uitkomt op de autoweg A12 (uitrit nr 6). Eigenaardig genoeg wordt deze as met 2 x 2 stroken niet verlengd naar het westen zoals vroeger voorzien was. Met de verlenging van deze weg kan men inderdaad de N17 Breendonk-Dendermonde verbinden, ten oosten van Lippelo, wat de N17 zeer aantrekkelijk zou maken. Mocht deze verlenging onmogelijk lijken, dan moet men weten dat er een ontwerp bestaat (ref. 11) van een weg die evenwijdig loopt met de autoweg A12 tussen de afritten 6 en 7 en die een prioritaire verbinding heeft met de N16 naar Sint-Niklaas (naar westen). In dit ontwerp is de toegang naar de N17 richting Dendermonde zeer ingewikkeld en niet attractief. Het zou interessant zijn dit ontwerp aan te passen om de toegang naar de N17 vlotter te laten verlopen. De N17 tussen Breendonk-Puurs en de grens met Oost-Vlaanderen bestaat uit 2 x 1 rijstrook en fietspaden. Het is mogelijk om deze weg aan te passen naar een rijbaan van 2 x 2 rijstroken maar dat creëert nadelen voor de bewoners en de fietsers (zonder rekening te houden met het aantal bomen die zouden moeten omgehakt worden). Waarom niet een parallelweg aanleggen (op ongeveer 50 m van de huidige weg) om 2 wegen te bekomen met één enkele richting? De omleiding van de bebouwde kom van Lippelo zou hieraan toegevoegd moeten worden. Vanaf de provinciegrens tot het «kruispunt van Buggenhout » is de weg zeer breed. Ten westen van dit laatste kruispunt wordt het verkeer omgeleid langs een smalle weg met veel bochten die met name de industriezone van het Hoogveld doorkruist (de doortocht van Baasrode (de officiële N17) is momenteel voorbehouden voor het plaatselijk verkeer!). Wij bevelen aan een nieuwe weg te bouwen tot aan de rondweg van Dendermonde (N41) waar de terreinbreedte voorzien was om een weg met 2 x 2 stroken aan te leggen, wat het streefbeeld van het Vlaamse Gemeenschap ook voorziet (ref. 12) als een weg van het primaire net. Ten zuidwesten eindigt de rondweg van Dendermonde aan het kruispunt met de N47 Dendermonde-Asse, te Lebbeke. Vanaf dit kruispunt voorziet het streefbeeld het aanleggen van
8 de verlenging van de N41 (maar als secundaire weg) tot in het zuiden van Gijzegem; daar wordt ze verbonden met de huidige N41 richting Aalst. Men wenst dat de breedte van dit voorstel van rijbaan zo voorzien wordt dat het mogelijk is er een weg met 2 x 2 rijstroken aan te leggen tot aan de industriezone van Aalst Noord. De toegang van Aalst langs de N41 en de R41 zal maar aantrekkelijk zijn als deze as een prioritaire karakter krijgt, met name ter hoogte van de talrijke kruispunten, waarvan enkele afgeschaft zouden moeten worden. 6.4. Van West tot Zuid en omgekeerd (Aalst – Nijvel) De verbinding Aalst-Ninove (N45 + N28) bestaat momenteel uit 2 x 2 rijstroken en is zeer aantrekkelijk. Er zijn enkele kruispunten waarvan het aantal zou kunnen verminderd worden en waar de duur van de verkeerslichten een voorrang aan deze as moet geven. Maar de grootste huidige rem is de rotonde van Erembodegem waar het bouwen van een tunnel zou moeten overwogen worden. De verbinding Aalst-Ninove wordt de N28 tussen Denderhoutem en Meerbeke, want de Vlaamse Regering voorziet om in de toekomst voorrang te geven aan de verbinding AalstGeraardsbergen. Er waren terreinen te Meerbeke onteigend om een goede verbinding tussen de N28 Aalst-Meerbeke en de N255 Ninove-Edingen tot stand te brengen maar deze worden nu opnieuw verkocht door het Vlaams Gewest! Er moet dringend een halt geroepen worden aan deze wederverkoop, daar de as Meerbeke-Edingen een uitstekende alternatieve oplossing is om de Ring om Brussel te vermijden. De N28 tussen Meerbeke en Halle is zeer kronkeling want zorgt voor traag verkeer en doorkruist talrijke bebouwde kommen, wat niet van toepassing is voor de N255 tussen Ninove en Edingen. Deze weg bestaat momenteel uit 2 x 1 stroken maar zou gemakkelijk aangepast kunnen worden tot 2 x 2 stroken mits een omleiding van de dorpkernen van Denderwindeke, Vollezele en Herne. Wat deze laatste gemeente betreft, zijn er twee oplossingen: - ofwel eindigt de omleiding van Herne op de N285 Ternat-Edingen te Kokkejane, een gehucht dat met de N7 Brussel-Doornik wordt verbonden door de “steenweg van Brunehaut”. - ofwel komt de omleiding van Herne weer op de N255 ter zuiden van dit dorp; daar begint de vroeger ontworpen oostenomleiding van Edingen, waarvan het gedeelte tussen de N285 en de “steenweg van Brunehaut” al aangelegd werd. Zoals hierboven vermeld, wordt dit gedeelte verbonden tot de N7. Een andere sectie van de N285 verbindt dit kruispunt met de N7 met de uitrit “Hove” (nr 25) van de autoweg A8 (E429).
9
De gebruikers die dan naar Nijvel rijden gebruiken de autoweg A8 tot in Halle, waar de Vlaamse Regering een omvorming van de omleiding (N203a) in autoweg voorziet (ref. 10). Maar tijdens de ochtend- en avondspits is de verbinding met de E19 (zowel naar Nijvel als naar Brussel) verzadigd. Het zou dus wenselijk zijn de ontbrekende schakel Haut-Ittre (R0) – Quenast (A8) aan te leggen die al ontworpen is (ref. 10) en waarmee bij de ontwerpen van de verkeerswisselaar van Haut-Ittre rekening werd gehouden. De autoweg E19 verbindt dan Halle of Haut-Ittre met Nijvel en eindigt dus in een aanlokkelijke verbinding West-Zuid om de Ring om Brussel te vermijden.
7. Besluiten Een oplossing voor de verzadiging van de Ring van Brussel is de aanpassing van alternatieve verbindingen voor weggebruikers die niet door Brussel rijden. Dat laat een duurzame mobiliteit toe zowel op economisch, milieuvriendelijk en sociaal vlak: kortere af te leggen afstand voor de weggebruikers en minder verkeer op de Ring. De Road Federation Belgium stelt verschillende oplossingen voor om dit doel te bereiken en die door de politieke verantwoordelijken moeten bestudeerd worden alsook door de beheerders van het wegennet. De details van deze oplossingen worden in een document beschreven (ref. 6) dat tijdens het XXIe Belgisch Wegencongres ter beschikking zal en dat talrijke plans en schetsen bevat. Tussen Nijvel en Waver bestaat er al een interessante verbinding die veel gebruikt wordt. Met het bouwen van de omleiding van Hamme-Mille zou de verbinding Oost-Zuid effectief aanlokkelijk worden vooral met een verdubbeling van de rijstroken in het Meerdaalbos op lange termijn. De verbinding West-Zuid Aalst-Nijvel zal zeker veelvuldig worden gebruikt als men het probleem van de doortocht van Ninove en Edingen oplost. Voor wat de verbindingen Noord-West Mechelen-Leuven en Noord-Oost Willebroek-Aalst betreft, zullen zij echt aantrekkelijk worden als men nieuwe wegen aanlegt, namelijk de al door de Vlaamse Regering ontworpen N41 Lebbeke-Gijzegem, Volgens de toekomstvisie m.b.t. tot het vermijden van de Ring om Brussel blijkt dat, nu al, rekening dient gehouden te worden met verschillende acties :
10 -
naar aanleiding van het bouwen van een tunnel wat voorzien is ter hoogte van het kruispunt met de N27-R24, naast de “shopping” van Nijvel, zou het goed zijn om het draaien naar links te verbeteren voor de weggebruikers van de R24 die van Waver (N25) naar Bergen (E19 Zuid) rijden,
-
het zou interessant de streefbeeldstudie van de verbinding N16 ter hoogte van de autoweg A12 te Breendonk aan te passen om de toegang naar de N17 richting Dendermonde vloeiender te laten verlopen.
-
het is wenselijk dat de breedte van de N41, die voorzien is tussen Lebbeke-Noord en Gijzegem-Zuid (“streefbeeld N41”) ontworpen op een manier dat het mogelijk is om er een weg met 2 x 2 rijstroken aan te leggen,
-
men moet dringend een halte toeroepen het opnieuw verkopen van de terreinen te Meerbeke die onteigend waren voor een goede verbinding tussen de N28 AalstMeerbeke en de N255 Ninove-Edingen.
11 Referenties 1
Belgische Wegenvereniging, Road Federation Belgium, Hoe de congestie van de Ring om Brussel oplossen ? Studienamiddag, BWV-RFB, Sterrebeek, 2007.
2
R. van den Broeck, START voor een nieuwe R0. Studienamiddag « Hoe de congestie van de Ring om Brussel oplossen ?”, BWVRFB, Sterrebeek, 2007.
3
Y. Decoene, Hoe de Ring sluiten ten zuiden van Brussel ? Studienamiddag « Hoe de congestie van de Ring om Brussel oplossen ?”, BWVRFB, Sterrebeek, 2007.
4
http://www.wegen.vlaanderen.be/documenten/tellingen/2007
5
Road Federation Belgium, De « grote alternatieve rondweg om Brussel ». Persconferentie “Verkeersveiligheid: de fundamentele rol van de infrastructuur », Road Federation Belgium, Bruxelles, 2002.
6
Road Federation Belgium, Welke zijn de alternatieve oplossingen om de Ring van Brussel te vermijden? Road Federation Belgium, Brussel, 2009.
7
Ministerie van De Vlaamse Gemeenschap, Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Ministerie van De Vlaamse Gemeenschap, Brussel, 1997.
8
Ministère Wallon de l’Equipement et des Transports, Arrêté ministériel du 22 décembre 1993 répartissant les voies publiques de la Région wallonne en catégories fonctionnelles. Moniteur Belge, Bruxelles, 24 mars 1998.
9
R. de Groot, Spiraalbelijning slingert bestuurders veilig van de turborotonde. CROWetcetera, nr 3, 14-15, 2008.
12
10
Road Federation Belgium, Missing Links, hoe staan we ? Road Federation Belgium, Brussel, 2007.
11
Grontmij Belgroma, AWV Antwerpen – Streefbeeldstudie N 16. Grontmij Belgroma.
12
Libost Groep, Streefbeeld N41 – Deelrapport, Ontwerp Streefbeeld, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen, Zwijnaarde, 2006.