Alles over de puberteit
ma
M pub e e ks
rliefd ve te n r e e n ng m
r
adlozi ZaEx p e r i
a u t r ie t s n e monen r o a a h H am r a t i h e c t S r e b u p S er p
s
M
m
rliefd ve enteren ng m
e ks
a
pub e
r
adlozi ZaExp e r i
struatie n e monen r Ho amhaar ha eit c t S r be pu s er p
Wat gebeurt er met je tussen je 10de en 12de?
Er verandert vanalles. Je lichaam verandert, je denken en hoe je je voelt kan veranderen. Maar ook je contacten met anderen kunnen anders worden. Je wordt geleidelijk aan volwassen. De periode waarin deze veranderingen plaatsvinden, wordt de puberteit genoemd. Wat de puberteit kan inhouden, lees je in deze brochure. Tot aan de puberteit lijken jongens en meisjes (zeker als ze kleren aan hebben) veel op elkaar. Jullie lichaam heeft bijna dezelfde vorm, jullie stem dezelfde hoogte. Tijdens de puberteit ontstaan duidelijke verschillen. Meisjes krijgen borsten en rondere vormen; jongens worden hoekiger en krijgen een lagere stem. De zogenaamde ‘groei-spurt’ is één van de veranderingen in de puberteit. Je groeit ineens heel hard en de vorm van je lichaam verandert. Jongens zijn in het algemeen aan het einde van de puberteit langer dan meisjes. Tijdens de puberteit worden jongens en meisjes ‘geslachtsrijp’, oftewel vruchtbaar. Dit betekent dat een jongen een meisje zwanger kan maken en meisjes kinderen kunnen krijgen. Die vruchtbaarheid wordt veroorzaakt door de werking van een aantal
s
‘geslachts’hormonen. Die hormonen zorgen er voor dat je huid vetter wordt. Door dit vet raken je huidporiën verstopt en hierdoor krijg je puistjes, meestal in je gezicht. Van meisje tot vrouw De vorm van je lichaam verandert. Lichamelijk verandert een meisje een à twee jaar eerder dan een jongen. Bij meisjes is deze ontwikkeling duidelijk te zien. Je borsten gaan groeien en je tepels worden donkerder en groter. Ook krijg je schaamhaar en haren onder je oksels. Je heupen worden breder en op je heupen, billen en dijbenen krijg je vetweefsel. Meisjes hebben daardoor rondere vormen dan jongens. Ook je geslachtsorganen veranderen. Zowel de binnenste als de buitenste schaamlippen gaan groeien. Maar ook je baarmoeder en je eierstokken veranderen. Die veranderingen zorgen ervoor dat je voor het eerst ongesteld wordt, ook wel menstruatie genoemd. Menstruatie
Ongesteld zijn of menstrueren, wil zeggen dat meisjes enkele dagen bloed en slijm verliezen via de vagina. Dit is heel normaal en zeker geen ziekte. Iedere keer als er
ns C y
Puber
v and a M
es isj Tam e M e
c
u Vro
an d rb
O lus wn
po
steld ge en
s sje Tam i e
c
Puber
steld ge en
M
dv e n a Ma
b an d
u Vro
r
ns C y
O lus wn
po
een eitje uit de eierstok vrijkomt, wordt het slijmvlies in de baarmoeder dikker. Dit slijmvlies is bedoeld als voedingsbodem voor een eventueel bevrucht eitje. Als het eitje niet bevrucht wordt, is het gevormde slijmvlies overbodig. Bij de menstruatie komt het slijmvlies met bloed via de vagina naar buiten. Sommige meisjes hebben voor of tijdens de menstruatie een minder fit gevoel, soms met buikpijn of hoofdpijn. Dit is zelden zo erg dat ze allerlei dingen niet meer kunnen doen, bijvoorbeeld huiswerk maken of gymmen. Ongesteld worden betekent ‘geslachtsrijp’ zijn; dat wil zeggen zwanger kunnen worden. Hoe vaak ben je ongesteld?
Meestal wordt je tussen je 10de en 15de jaar voor het eerst ongesteld. Vlak voor je eerste menstruatie ben je voor het eerst vruchtbaar en kun je dus zwanger raken. Als je een paar keer ongesteld bent geweest, komt er meestal regelmaat in. Dit wordt de cyclus genoemd. De meeste meisjes hebben een cyclus tussen de 25 en 35 dagen. Daarnaast wordt een groep meisjes onregelmatig ongesteld. De meeste
meisjes zijn 5 tot 7 dagen ongesteld. Het is niet abnormaal als dat maar 4 of zelfs 8 dagen zijn. Als je niet ongesteld wordt
Als je langere tijd niet ongesteld wordt, kunnen daar twee redenen voor zijn: • De menstruatie slaat gewoon een keer over. Dit is niet vreemd. Als je langer dan een half jaar niet ongesteld wordt, ga dan even naar de huisarts. • Je bent zwanger. Voor alle duidelijkheid; zwanger word je niet zomaar. Daarvoor moet je gevrijd hebben met een jongen, waarbij je verder bent gegaan dan alleen zoenen en voelen. Wil je hierover praten, neem dan contact op met de jeugdarts, jeugdverpleegkundige of huisarts. Ben je rond je 16de verjaardag nog nooit ongesteld geweest, neem dan contact op met de huisarts, jeugdarts of verpleegkundige. Verzorging tijdens de menstruatie
Als menstruatiebloed met de buitenlucht in aanraking komt, gaat het ruiken. Het is dus belangrijk dat je tijdens de menstruatie extra aandacht aan hygiëne besteedt. Regelmatig maandverband of tampon verwisselen en je handen wassen hoort daar bij. Verder is wassen met lauw water in de buurt van de vagina het beste. Dit kan met een washandje of met je handen. Gebruik hierbij geen zeep en zeker geen geparfumeerde zeep of intiemspray. Dat geeft alleen maar schraalheid, overgevoeligheid of jeuk. Gebruik ondergoed
ma
M pub e e ks
rliefd ve enteren ng m
r
adlozi Za E x p er i
struatie n e monen r Ho amhaar it ha Sc e r t e b p u S er p
s
Baard
i
lZ kee a e Ma n n a e
n aamhaa d h c r S
ens g n Jo rma pe
Puber
ing S oz dl n
van katoen dat goed gewassen kan worden. Trek iedere dag een schoon slipje aan. Als je naar het toilet bent geweest, veeg je dan van voren naar achteren af. Zo komen er geen darmbacteriën uit de ontlasting in de buurt van de vagina. Gebruik van maandverband of tampons
Afhankelijk van de hoeveelheid bloed dat je verliest, heb je dikker of dunner verband of tampons nodig. Maandverband bestaat uit materiaal dat vocht opneemt en draag je in je slipje. Een tampon zit in je vagina. De tampon is een staafje geperste watten dat vocht en dus bloed kan opnemen. Een voordeel van het gebruik van tampons is dat je geen last hebt van nare geurtjes. Ook geeft het gebruik van tampons iets meer bewegingsvrijheid. Als je tampons gebruikt, is zelfs zwemmen geen probleem. Veel meisjes vinden het moeilijk om tampons te gebruiken. Om te ervaren dat er in de vagina voldoende ruimte is voor een tampon kun je je vagina eens met je vingers onderzoeken. Let er eens op in welke richting het gangetje van de vagina loopt. In die richting breng je de tampon in. Als je er een spiegel bij pakt, kun je het beter zien. Het inbrengen van een tampon gaat
beter naarmate je meer ontspant en bijvoorbeeld één been op een stoel zet. Je kunt ook op je hurken gaan zitten. Het uiteinde van het touwtje moet je ‘buiten’ laten hangen; daarmee haal je de tampon er uit. Was voor en na het inbrengen je handen. Wat verandert er bij jongens? Ook bij jongens verandert het lichaam. Eerst groeien je zaadballen en balzak (het zakje waarin de zaadballen zitten). Er begint schaamhaar te groeien en vervolgens krijg je haar onder je oksels. Later gaat ook je penis groeien en worden er zaadcellen gemaakt. Daardoor kun je een zaadlozing krijgen. Bij jongens verandert ook de stem heel duidelijk. Je krijgt ‘de baard in de keel’: je stem wordt zwaarder en dieper. Tenslotte begint er bij jou ook iets van een snor en baard te komen. Wat je misschien niet weet, is dat ook bij jongens de tepels wat dikker kunnen worden. Het lijkt een beetje op borstvorming bij meisjes. Bij veel jongens gebeurt dat. Dit komt door hormonen en gaat vanzelf weer weg. Deze verdikking begint vaak met een soort knobbeltje of harde schijf achter je tepel en kan pijnlijk zijn.
ma
M pub e e ks
rliefd ve enteren ng m
r
adlozi ZaE x p e ri
struatie n e monen r Ho amhaar it ha Sc e r t e b p u S er p
s
ns C y
Puber
steld ge en
M
dv e n a Ma
s sje Tam i e
c
u Vro
an d rb
O lus wn
po
Penis, eikel en voorhuid
Als je je penis goed bekijkt, merk je dat het topje nogal gevoelig is. Dit gedeelte wordt de eikel genoemd. Bij de meeste jongens zit er over de eikel een dun stukje huid. Dit is de voorhuid. Deze kan tot achter de eikel teruggeschoven worden, waardoor ook het gootje achter de eikel bloot komt. Bij een aantal jongens is de voorhuid weggenomen om medische, hygiënische of godsdienstige redenen. Verzorging van de penis
Onder de voorhuid hoopt zich afscheiding op. Als je deze afscheiding niet regelmatig weghaalt, komt de eikel en het gootje erachter vol te zitten met geelwit, korrelig spul. Om geurtjes, irritatie, jeuk en ontsteking te voorkomen moet je de eikel goed schoonhouden. Dit kan door regelmatig, liefst dagelijks, goed te wassen met water. Om de hele eikel en het gootje erachter te kunnen wassen moet je de voorhuid helemaal naar achteren schuiven. Wat doe je als de eikel bij terugschuiven van de voorhuid niet helemaal bloot komt?
Het komt een enkele keer voor dat de voorhuid zo nauw is, dat deze niet helemaal teruggeschoven kan worden. Meestal is dit een kwestie van durven.
Onder de douche of in bad wordt de huid wat soepeler en kun je het terugschuiven het beste proberen. Zolang het geen pijn doet, kan het geen kwaad. Als het na een paar keer proberen nog niet lukt, is je voorhuid misschien te nauw. Ga dan voor advies naar de jeugdarts, jeugdverpleegkundige of huisarts. Grotere en kleinere penissen
Veel jongens maken zich zorgen dat hun penis te klein is. Ze hebben jongens onder de douche of in de kleedkamer gezien met een grotere penis. Ook hierover hoef je je niet ongerust te maken. Wanneer je penis in de slappe houding niet zo groot is, wil dat niets zeggen over de grootte van je penis bij een erectie (als je penis stijf is). Een penis die klein is in slappe houding, is vaak wel groter bij een erectie. Bovendien: de grootte, de lengte of de dikte maakt bij het vrijen niets uit. Wat is een zaadlozing?
Het krijgen van je eerste zaadlozing betekent dat je geslachtsrijp bent geworden: je lichaam maakt nu zaadcellen, waarmee je een meisje zwanger kunt maken. Bij een zaadlozing komt er sperma via de urinebuis uit je penis. Dit wordt altijd vooraf gegaan door het stijf worden van je penis. Je hebt dan een erectie. Sperma is een kleverige vloeistof en ziet er meestal wat witachtig en doorschijnend uit. In het sperma zitten miljoenen zaadcellen. Als je een zaadlozing hebt, wordt de urinebuis met een klepje afgesloten. Hierdoor kun je tijdens een zaadlozing niet plassen.
ma
M pub e e ks
rliefd ve enteren ng m
r
adlozi Za E x p er i
struatie n e monen r Ho amhaar it ha Sc e r t e b p u S er p
s
ns C y
Puber
v and a M
es isj Tam e M e
c
u Vro
an d rb
O lus wn
po
Je eerste zaadlozing
Het moment waarop je je eerste zaadlozing krijgt, kun je niet zelf uitzoeken. Voor iedere jongen is dit moment weer anders. Zo kun je je eerste zaadlozing ’s nachts tijdens je slaap krijgen. Dit wordt een ‘natte droom’ genoemd. Je wordt dan ’s ochtends wakker met een koude, harde plek in je broek of bed en misschien voelt je penis kleverig aan. Het lijkt dan of je in bed geplast hebt, maar dat is niet zo. Ook kun je een zaadlozing krijgen als je aan het spelen bent met je penis of door seksueel contact. Eigen ideeën Zoals gezegd, wordt niet alleen je lichaam anders. Je kijkt opeens tegen veel dingen anders aan en hebt een eigen mening hierover. Misschien vergelijk je jouw opvoeding wel met die van je vrienden: ouders blijken dan heel verschillend te zijn! Volwassen worden is vooral ook zelfstandig worden en daar hoort het krijgen van eigen ideeën bij. Bovendien wil je je eigen beslissingen kunnen nemen. Dat kan voor de mensen om je heen lastig zijn, want misschien wil jij ander dingen dan zij. Dat kan ruzie tot gevolg hebben. Bijvoorbeeld als jij vindt dat je ouders jou als een ‘kind’ blijven zien en je muziekkeuze of de kleren die je draagt afkeuren. Misschien verschil je van mening over de manier waarop jouw ouders je willen opvoeden of zien je ouders die goede vriend(in) van jou niet zo zitten. Verliefd Opeens merk je dat je verliefd op iemand bent. Het is een heftig en heerlijk gevoel en het wordt heftiger als je aan hem of haar denkt. Soms voel je dan ‘kriebels’ of ‘vlinders’ in je buik. Dat denken aan hem of haar doe je heel veel. Je gedachten dwalen
steld ge en
steeds weer af naar hem of haar. Je voelt je gelukkig, hebt een goed humeur, loopt de hele dag met een glimlach rond en je ogen stralen. Toch is verliefd zijn niet altijd leuk. Soms word je verlegen of zenuwachtig als je hem of haar ziet, of je krijgt een rood hoofd als hij of zij naar je kijkt. Opeens weet je niet meer wat je moet zeggen, terwijl je heel graag iets wilt zeggen. Of je praat honderduit en gedraagt je stoer. Je voelt je misschien onhandig in je eigen lichaam. Al deze gevoelens zijn nieuw en vreemd voor je. Soms weet je echt niet wat je met jezelf aan moet. Verliefd zijn kan leuk en spannend zijn, maar het kan je ook onzeker maken of ellendig en verdrietig. Seks
In de puberteit wordt je je ook meer bewust van je seksuele gevoelens en behoeften. Veel jongens en meisjes zijn nieuwsgierig naar seks. Soms gaan jongeren op zoek naar boeken over seks. Sommige vriendinnen praten over de interessante jongens uit hun klas. Misschien heb jij ook al verhalen over seks gehoord. In de puberteit beginnen jongens en meisjes voorzichtig te experimenteren met seks: met hun eigen lichaam of samen met een ander. Wat is prettig en wat kan er allemaal? Het is een ontdekkingstocht die erg prettig kan zijn, maar die je ook kan verwarren. Er valt veel te zeggen over seks, maar één ding is zeker: je moet zelf willen! Seks tegen je zin (of het nu zoenen is of met elkaar naar bed gaan), is niet leuk en moet je nooit doen! Als je met iemand naar bed wilt gaan, laat je dan niet verrassen. Denk van tevoren na over een veilig voorbehoedmiddel, bijvoorbeeld een condoom.
ma
M pub e e ks
rliefd ve enteren ng m
r
adlozi Za E x p er i
struatie en monen r Ho amhaar it ha Sc e r t e b p u S er p
s
Praat erover… Die puberteit is nogal een heftige periode in je leven. Er kan zoveel veranderen in jouw leven, dat je je niet meer prettig voelt. Als je ergens mee zit, lees er dan eens wat over. Of probeer er over te praten met iemand die je vertrouwt. Dat kan een goede vriend(in) zijn, maar ook je vader, moeder, oudere broer of zus of een leraar van je school. Natuurlijk praat je over sommige onderwerpen niet zo gemakkelijk. Toch lucht het op als je er over begint. Als je ergens mee zit en probeert er over te praten, blijkt vaak dat anderen voor jouw vragen of problemen best even tijd willen nemen. Probeer het gewoon. Heb je vragen? Neem dan contact op met de mensen van het team Jeudgezondheidszorg van je school of ga naar je huisarts. Je kunt ook contact opnemen met de GGD Limburg-Noord, afdeling Jeugdgezondheidszorg, telnr. 077 - 850 48 48. Bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 9.00 - 12.30 uur en van 13.00 - 16.00 uur. Op vrijdag van 9.00 - 13.00 uur.
JGZpuber(02-11)
Of kijk op onze website: www.ggdlimburgnoord.nl