AFSTEMMING VAN BEGELEIDING EN INSTRUCTIE OP DE ONDERWIJSBEHOEFTE VAN JONGENS Samenvatting In een ontwerpgericht praktijkonderzoek wordt onderzocht wat de onderwijsbehoeften zijn van de jongens van de opleiding onderwijsassistent van ROC Aventus en hoe de docenten de begeleiding en instructie beter kunnen afstemmen op de onderwijsbehoefte van deze jongens. In de eerste fase wordt onderzocht wat de specifieke onderwijsbehoeften van de jongens van de opleiding zijn, in relatie tot de begeleiding en instructie van de docenten. In de tweede fase wordt een aanpak ontworpen om tot betere afstemming te komen. Deze aanpak wordt beproefd en geëvalueerd.
Inleiding, probleemstelling, doel, theorie, vragen In het onderwijs is de tendens dat jongens minder goed presteren dan meisjes (Langen & Driessen, 2010; Reichert & Hawley, 2010). Ook bij de opleiding onderwijsassistent van ROC Aventus is het studierendement van de jongens (jongens-OA) lager dan dat van de meisjes (ROC Aventus, 2011), terwijl er een roep is om meer-mannen-voor-de klas (www.mannenvoordeklas.nu). Er bestaat bij de docenten handelingsverlegenheid om de jongens-OA voor het onderwijs te behouden. Beter aansluiten bij de onderwijsbehoefte van de jongens leidt tot hoger studierendement, is de verwachting. Op basis van bestaande theorieën (Langen & Driessen, 2010; Geerdink, 2007; Reichert & Hawley, 2010; Gurian, Stevens & King, 2008; Gijzen, 2009) kan verwacht worden welke onderwijsbehoeften jongens hebben en welke interventies mogelijk zijn. De specifieke onderwijsbehoefte van de jongens-OA wordt onderzocht evenals de begeleiding en instructie van de docenten in relatie tot de onderwijsbehoefte van de jongens-OA. Dit laatste omdat het handelen van de docent een belangrijke rol speelt in het succes van studenten (Reichert & Hawley, 2010; Tartwijk, 2011). In dit onderzoek staan de volgende vragen centraal: 1.
In hoeverre komt de, door de jongens-OA ervaren, begeleiding en instructie van de docenten overeen met de onderwijsbehoefte van de jongens-OA? Deelvragen: a. Welke onderwijsbehoeften hebben de jongens van de OA-opleiding? b. Hoe ervaren de jongens van de OA-opleiding de begeleiding en instructie van de docenten? c. Welke suggesties en ideeën hebben de jongens-OA om de begeleiding en instructie van de docenten meer af te stemmen op hun onderwijsbehoeften?
2.
Op welke wijze sluiten de docenten in de begeleiding en instructie wel/niet aan bij de onderwijsbehoeften van de jongens-OA?
3.
Welke drijfveren van de docenten sturen het handelen van de docenten in de begeleiding en instructie van de jongens-OA?
4.
Op welke wijze kunnen de docenten van de OA-opleiding in de begeleiding en instructie meer aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de jongens-OA?
5.
Hoe ervaren de jongens-OA en de docenten de aanpak waarbij de begeleiding en instructie meer is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de jongens-OA?
Methode van onderzoek (deel)vragen
Onderzoeksopzet Kwalitatief onderzoek bij jongens OA: Onderwijsbehoeften Ervaringen met docenten Ideeën en suggesties
-
Kwalitatief onderzoek bij docenten: -
Assessmentfase Niet in dit onderzoek beschreven
-
Aansluiting op onderwijsbehoeften jongens Drijfveren, opvattingen
Analysefase
Verwerken en vergelijken uitkomsten jongens en docenten
Interventieontwikkeling: Gezamenlijk vormgeven van aanpak om beter aan te sluiten op onderwijsbehoeften van de jongens
Ontwikkelfase
ontwerpen
reviseren
Evalueren met jongens OA en docenten
Figuur 1
ontwikkelen
beproeven
Variabelen
• adolescent
JONGENS OA
Innovatie: aanpak die beter aansluit bij de onderwijsbehoeften
ONDERWIJSBEHOEFTEN • docent nodig die.. • instructie nodig die.. • opdrachten nodig die.. • leeractiviteiten nodig die.. • groepsgenoten die...
• pedagogisch • interpersoonlijk • didactisch • organisatorisch • en de drijfveren die ten grondslag liggen aan bovenstaande
BEGELEIDING EN INSTRUCTIE VAN DE DOCENTEN OA
Figuur 2
Onderzoekseenheden 1. Alle jongens van de BOL-opleiding onderwijsassistent ROC Aventus (N=25). 2. Alle docenten van de BOL-opleiding onderwijsassistent ROC Aventus (N=12).
Methode, dataverzameling, meetinstrumenten, dataregistratie en dataanalyse Tabel 1: Methode, dataverzameling, meetinstrumenten, dataregistratie en dataanalyse in de analysefase. (Deel)vragen
Methode: kwalitatief
Meetinstrumenten
Dataregistratie
Data analyse
1a.Welke onderwijsbehoeften hebben de jongens van de OA-opleiding?
In kaart brengen welke onderwijsbehoeften de jongens OA hebben:
Semigestructureerde groepsinterviews met alle jongens van de opleiding Onderwijsassistent
Verslaglegging van de uitspraken
Per topic uitgewerkt
idem
Verslaglegging van de uitspraken
Per topic uitgewerkt
-
een docent nodig die... een instructie nodig die... opdrachten nodig die... leeractiviteiten nodig die... groepsgenoten nodig die...
(ontleend aan: Gijzen(2009))
1b.Hoe ervaren de jongens van de OAopleiding de begeleiding en instructie van de docenten?
In kaart brengen van de ervaringen van de jongens OA met de instructie en begeleiding van docenten:
-interview met 1e jaars jongens OA (N=8) -interview met 2e en 3e jaars jongens OA(N=14)
- handelen van docenten dat stimuleert en motiveert - handelen van docenten dat demotiveert.
1c.Welke suggesties en ideeën hebben de jongens-OA om de begeleiding en instructie meer af te stemmen op hun onderwijsbehoeften?
In kaart brengen van de ideeën en suggesties voor een betere afstemming, aangegeven door de jongens OA
idem
Verslaglegging van de uitspraken
‘geordende schoenendoos’ (Harinck, 2010)
2.Op welke wijze sluiten de docenten in de begeleiding en instructie wel/ niet aan bij de onderwijsbehoeften van de jongens-OA?
In kaart brengen van de ervaringen van docenten met de begeleiding en instructie van de jongens OA
Vragenlijst, open vragen, naar aanleiding van het ui-model (Korthagen & Lagerwerf, 2008)
Ingevuld ui-model
Analyse van de antwoorden op de gestelde vragen
Vragenlijst naar aanleiding van het uimodel (Korthagen & Lagerwerf, 2008)
Ingevuld uimodel(N=10)
-
3.Welke drijfveren van de docenten sturen het handelen van de docenten in de begeleiding en instructie van de jongens-OA?
(N=10)
Omgeving: wat de docenten tegenkomen Gedrag: wat de docenten doen Bekwaamheden en succeservaringen van de docenten
In kaart brengen van aspecten die ten grondslag liggen aan het gedrag van de docenten bij de begeleiding en instructie van de jongens OA: overtuigingen, identiteit, betrokkenheid
Groepsgesprek over de verschillende antwoorden
Video-opname
Intervisiebijeenkomst met de docenten
Verslaglegging van de bevindingen
Analyse van de antwoorden op de gestelde vragen Analyse uitkomsten groepsgesprek Analyse van het intervisieverslag
Resultaten a. onderzoeksvraag 1 en 2 Onderwijsbehoefte jongens-OA
Wat minder goed aansluit in de begeleiding en instructie op de onderwijsbehoefte van de jongens-OA
Docent
Aandacht voor jongens, affectieve relatie, begrip,vakdeskundigheid, snelle en positieve feedback, humor, enthousiasme, hulp bij plannen, streng zijn, eisen stellen
Soms alleen aandacht voor meisjes, ongelijke behandeling, kinderachtige benadering, uitgestelde feedback, steeds werk verbeteren, negatieve feedback, dreigen ipv streng zijn, weinig begeleiding bij planning
Instructie
Kort,duidelijk,gestructureerd, differentiëren, weinig luisteren
Docent is te lang aan het woord, te weinig differentiatie
Opdrachten
Weinig beroep op verbaliteit, structuur, weinig reflectie, praktijkrelevantie, niet teveel beroep op multitasken
Heel verhaal om opdrachten heen, planning, organisatie en administratieve verwerking van de opdrachten
Leeractiviteiten
Doen, variatie, differentiatie, ‘face-toface’ interactie
Alleen theorie, ICT-lesprogramma’s ‘zijn bagger’, mailen is lastig
Groepsgenoten
Interesse voor vak OA, competitie met andere jongens, andere jongens die motiveren, groepsgevoel
Als enige jongen in de klas, andere jongens die niet geïnteresseerd zijn
Competenties
Didactisch
Waarin docenten in de instructie en begeleiding kunnen aanpassen op de onderwijsbehoefte van de jongens-OA
Pedagogisch
Interpersoonlijk
Duidelijke structuur bieden bij de instructie en begeleiding in de lessen en coachbijeenkomsten. Aandacht voor de planning van de opdrachten. Gestructureerde opdrachten en instructies. Puntsgewijs. Instructies: kort-bondig-helder. In de begeleiding de structuur aangeven (bondig en tijdgebonden). Regelmatig LTB gesprekken met aandacht voor het organiseren van de studie. Actieve opdrachten. Koppelen praktijk aan theorie, met uitdaging (competitie-element). Motiverende en praktische, uitdagende leeractiviteiten. Concrete instructie uitmondend in een doe-activiteit. Docenten zoeken naar werkvormen om jongens te activeren tot succesvol handelen. Persoonlijke aandacht en inspelen op de belevingswereld. Persoonlijke aandacht en positief benaderen. Ruimte geven aan eigen strategie/route/oplossing/ experimenteren. Dit waarderen. Humor en enthousiasme als docent. Op een positieve manier streng zijn. In de begeleiding zijn humor en directheid versterkers voor de relatie. Daarentegen zijn pietluttigheden en ‘preken’ verzwakkers.
Organisatorisch
Groepsgevoel zoeken voor de jongens. Zet ze bij elkaar.
b. Resultaat interventieontwikkeling (onderzoeksvraag 3 en 4) Docenten kiezen voor een aanpak met meer gevarieerde en activerende werkvormen waarin het ‘doen’ meer aandacht krijgt en de instructie kort gehouden wordt. Resultaten evaluatie in de ontwikkelingsfase (onderzoeksvraag 5) Zeven van de twaalf docenten hebben geëxperimenteerd met de aanpak. Alle docenten zien nut en noodzaak van gevarieerde en activerende werkvormen voor jongens. Als beperkende factoren wordt ervaren: de beschikbare tijd, beschikbare werkvormen voor mbo-studenten en intercollegiale uitwisseling De jongens-OA hebben geen merkbare veranderingen geconstateerd in de begeleiding en instructie van de docenten. Zij geven het advies aan de docenten om vanaf het begin van de opleiding te evalueren hoe het met ze gaat: ‘Wacht niet tot het niet goed gaat.’ c. Resultaten drijfveren (onderzoeksvraag 3) De drijfveren die ten grondslag liggen aan het handelen van de docenten zijn tijdens de ontwikkelingsfase aan de orde gekomen. Het gesprek hierover is gaande, maar het zal langere tijd vragen om in interactie met elkaar tot een duurzame veranderende aanpak te komen, die meer tegemoet komt aan de onderwijsbehoefte van de jongens.
Conclusies en discussie De onderwijsbehoeften van de jongens-OA zijn in kaart gebracht. De docenten zijn bereid hun aanpak meer af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de jongens. Tot nog toe is dit voor de jongens-OA niet merkbaar. Het gesprek over een veranderde aanpak is gaande bij de docenten. Drijfveren zijn onderwerp van gesprek. Duurzame verandering van het gedrag van de docenten heeft een langere tijd nodig dan de drie maanden waarin dit onderzoek heeft plaatsgevonden.
Verbinding met het deelthema waaronder ingediend Verbinding met de Master-track. Het betreft een masterthesis voor de Master Learning & Innovation, Hogeschool Windesheim te Zwolle.
Referenties Akker van den, J., Gravemeijer, K., McKenney, S., & Nienveen, N. (2010). Educational Design Research. Enschede: Universiteit Twente. Boeije, H. (2005). Analyseren in kwalitatief onderzoek. Amsterdam: Boom Onderwijs. Donk van der, C. & Lanen van, B. (2009). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Fullan, M. (2008). The Six Secretes of Change. San Francisco:Jossey-Bass Geerdink, G. (2007). Diversiteit op de pabo. Sekseverschillen in motivatie, curriculumperceptie en studieresultaten. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Gijzen, W. (2009). 1- zorgroute. Opgeroepen op oktober 29, 2011, van Weblog van Wijnand Gijzen: http://1zorgroute.blogspot.com/2009/01/een-onderwijsbehoefte-is-datgene-wat.html Gurian, M., Stevens, K., & King, K. (2008). Strategies for Teaching Boys & Girls Part 2. San Francisco: Jossey-Bass. Harinck, F. (2010). Basisprincipes praktijkonderzoek. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.
Jolles, J. (2010). Waarom jongeren steun, sturing en inspiratie nodig hebben tot ver na hun 20e jaar. Opgeroepen op januari 11, 2011, van www.hersenenenleren.nl: www.hersenenenleren.nl/pdf/100212Jolles Korthagen, F., & Lagerwerf, B. (2008). Leren van binnenuit. Soest: Nelissen Langen, A. v., & Driessen, G. (2010). De onderwijsachterstand van jongens: omvang, oorzaken en interventies. Nijmegen: ITS Radboud Universiteit Nijmegen. Ministerie van OCW. (2011). Focus op vakmanschap. Den Haag: Ministerie van OCW. Onderwijsraad. (2005). Advies AMvB Bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Den Haag: onderwijsraad. Plomp, P. &. (2009). An introduction to educational design research. Enschede: SLO. Reichert, M., & Hawley, R. (2010). Reaching Boys, Teaching Boys. Strategies that work-and why. San Francisco: Jossey-Bass. ROC Aventus(2011). Rendementgegevens opleiding onderwijsassistent. Deventer: ROC Aventus. ROC Aventus (2012). Activiteitenplan opleiding onderwijsassistent. Deventer: ROC Aventus. Sector Welzijn ROC Aventus. (2011). Sectorplan Welzijn. Apeldoorn: ROC Aventus. Stuurgroep Beroepskwaliteit Leraarschap. (1997). Tekenen voor kwaliteit. Advies inzake een beroepsstandaard, register en beroepsgroep van leraren. Groningen: Wolters-Noordhoff. Tartwijk, J. (2011). Van onderzoek naar onderwijs, of de kunst van de toepassing. Utrecht: Universiteit Utrecht. Watzlawick, P., Beavin, J. H., & Jackson, D. (2009). Pragmatische aspecten van de menselijke communicatie. Houten/Antwerpen: Bohn Stafleu van Loghum. Woltring, L.(2009). Opgeroepen op 10 mei 2012 van: http://www.laukwoltring.nl/modules/download_gallery/dlc.php?file=9 Wubbels, T. B. (2006). An interpersonal perspective on classroommanegement in secondary classrooms in the Netherlands. In Handbook of Classroom Management: Research, Practise, and Contemporary (pp. 1161-1191). Mahawn NJ: Lawrence Elbaum Associates.