Mobiliteit Van Mourik Broekmanweg 6 Postbus 49 2600 AA Delft
TNO-rapport
www.tno.nl
2008-D-R0474
Achtergrondrapportage ketenstudie IMPULS Supply Chain Management in 10 sectoren Een quickscan van huidig gebruik en kansen
Datum
22 april 2008
Auteur(s)
Kees Verweij, Gerwin Zomer, Hans Quak, Hein van Rijswijck, Bart Kuipers, Bas van der Moolen
Opdrachtgever
Ministerie van V & W, projectmanager IMPULS, mr. J.W.G. Floor
Projectnummer
034.75139
Rubricering rapport
Bijlagen Aantal pagina's Aantal bijlagen
© 2008 TNO
57(incl. bijlagen) -
T +31 15 276 30 00 F +31 15 276 30 10
[email protected]
| 1/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding en aanpak ketenstudie ................................................................................... 3 Aanleiding IMPULS ketenstudie..................................................................................... 3 Doel IMPULS ketenstudie............................................................................................... 3 Aanpak IMPULS ketenstudie .......................................................................................... 3 Organisatie IMPULS ketenstudie .................................................................................... 4 Rapportages IMPULS ketenstudie................................................................................... 4
2 2.1 2.2 2.3
Keuze 10 sectoren voor analyse op potentie SCM-diensten ....................................... 5 Overzicht van potentieel interessante SCM-diensten ...................................................... 5 Overzicht en beargumentering keuze van de 10 sectoren............................................... 6 Leeswijzer........................................................................................................................ 7
3 3.1 3.2 3.3
Kansen SCM diensten en innovaties in sector SIERTEELT ..................................... 8 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij ............................ 8 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 10 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 11
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Kansen SCM diensten en innovaties in sector BOUW ............................................. 13 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij .......................... 13 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector .................................................................. 14 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 15 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 16
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Kansen SCM diensten en innovaties in sector ELECTRONICS............................ 18 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij .......................... 18 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector .................................................................. 19 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 21 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 22
6 6.1 6.2 6.3 6.4
Kansen SCM diensten en innovaties in sector FASHION........................................ 24 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij .......................... 24 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector .................................................................. 25 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 27 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 28
7 7.1 7.2 7.3 7.4
Kansen SCM diensten en innovaties in sector BASISCHEMIE............................. 29 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij .......................... 29 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector .................................................................. 30 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 31 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 33
8 8.1 8.2 8.3 8.4
Kansen SCM diensten en innovaties in sector PHARMA........................................ 34 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij .......................... 34 Kenschets Logistiek SCM-netwerk in sector................................................................. 35 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 36 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 38
9 9.1
Kansen SCM diensten en innovaties in sector HORECA/DRANKEN .................. 40 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij .......................... 40
| 2/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
9.2 9.3 9.4
Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector .................................................................. 41 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 42 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 43
10 10.1 10.2 10.3 10.4
Kansen SCM diensten en innovaties in sector AUTOMOTIVE............................. 44 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij .......................... 44 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector .................................................................. 45 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 47 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 48
11 11.1 11.2 11.3 11.4
Kansen SCM diensten en innovaties in sector DETAIL/SUPERMARKT ............ 49 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij .......................... 49 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector .................................................................. 50 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 51 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 52
12 12.1 12.2 12.3 12.4
Kansen SCM diensten en innovaties in sector ZUIVEL........................................... 54 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij .......................... 54 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector .................................................................. 55 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector ............................ 56 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector.................................................................... 57
| 3/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
1 Inleiding en aanpak ketenstudie
1.1
Aanleiding IMPULS ketenstudie
In de Beleidsbrief Logistiek en Supply Chains (Ministerie V&W, 2006) staat dat we in Nederland goud in handen hebben. Onze infrastructuur is al goed en wordt nog beter. Daarnaast levert ons logistieke bedrijfsleven diensten van hoge kwaliteit. Op dat stevige fundament moeten we verder bouwen aan een kennisgestuurde en innovatieve logistieke sector om Nederland sterk en concurrerend te houden. De ambitie van de Beleidsbrief is dat het (logistieke) bedrijfsleven het maatschappelijk rendement van het goederenvervoer verhoogt door naast transportfaciliteiten en traditionele logistieke diensten nieuwe aanvullende diensten te ontwikkelen. 1.2
Doel IMPULS ketenstudie
Doel van deze studie is om een inhoudelijke verdieping te geven van het belang van SCM voor Nederland. Dit is op de volgende manier gebeurd: •
•
•
1.3
Er is een nadere onderbouwing gemaakt van het belang van logistiek voor de Nederlandse economie, de doorwerking van SCM-ontwikkelingen in de Nederlandse economie en de relatie met de mainports gegeven. Hierbij hoort het operationaliseren van begrippen als SCM en maatschappelijk rendement (in termen van werkgelegenheid en toegevoegde waarde). Vervolgens zijn de kansen die in de Beleidsbrief worden aangestipt verder uitgewerkt. Wat zijn de aanvullende diensten waarmee we meer aan logistiek kunnen verdienen? Welke typen diensten, in welke sectoren vormen de grote kansen, enerzijds in de logistieke sector en anderzijds in de toeleverende sectoren? Tot slot zijn de belemmeringen uitgewerkt die de realisatie van deze kansen in de weg staan. Aanpak IMPULS ketenstudie
De studie heeft de volgende activiteiten omvat: • • •
Belang en betekenis van SCM. Op basis van bestaande kennis en publicaties wordt het belang van SCM voor het bedrijfsleven en de Nederlandse economie en samenleving beschreven. Raamwerk diensten. Beschreven wordt welke diensten met SCM-diensten worden bedoeld. Waar hebben we het over als we over logistieke diensten spreken en wat zijn supportdiensten? Kansen en kansrijke sectoren. Aan de hand van cases is geanalyseerd waar concrete kansen zijn voor SCM diensten. Allereerst is er een quick scan geweest op het gebruik en de mogelijkheden van SCM en ketenregie in 10 sectoren. Deze achtergrondrapportage bevat de resultaten van die quick scan. Daarna is ervoor gekozen om een aantal ketens in vier sectoren te onderzoeken, die - ook op het punt van synergie-effecten in de mainports - aansprekend zijn en wat betreft karakteristieken de Nederlandse logistieke sector representeren. Deze vier sectoren zijn: sierteelt, elektronica, supermarkten en basischemie, en de resultaten van deze diepteanalyse is te vinden in een separaat achtergrondrapport.
| 4/57
2008-D-R0474/B
•
1.4
22 april 2008
Belemmeringen van overheidswege. Op basis van de uitkomsten van de vorige stap is aangegeven of er belemmeringen van overheidswege zijn die de realisatie van de benoemde SCM-kansen in de weg staan. Dit is gedaan voor de specifieke cases, maar ook op generiek niveau. Organisatie IMPULS ketenstudie
De activiteiten in deze ketenstudie zijn begeleid door een interdepartementale klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (Impuls, DGTL- programma’s en FMC), het ministerie van EZ en het ministerie van LNV. 1.5
Rapportages IMPULS ketenstudie
Naast dit achtergrondrapport, met een overzicht van huidig gebruik en mogelijkheden van SCM en ketenregie in tien sectoren, zijn de volgende rapporten voortgekomen uit de studie: • Een samenvattend eindrapport “Logistieke Ketenregie, het supporten waard!”. • Een conceptueel achtergrondrapport “Logistieke Ketenregie, het supporten waard!”. • Vier sectorrapporten met verdiepende analyses van huidig gebruik en mogelijkheden van SCM en ketenregie in de sectoren sierteelt, basischemie, supermarkten en elektronica.
| 5/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
2 Keuze 10 sectoren voor analyse op potentie SCMdiensten
2.1
Overzicht van potentieel interessante SCM-diensten
In de ketenstudie IMPULS is een ‘groslijst’ van innovatieve SCM-diensten gemaakt die Nederlandse bedrijven kunnen gebruiken om tot de wereldtop te (blijven) behoren bij de besturing en beheersing van logistieke netwerken. Deze groslijst bevat diensten in de volgende 19 categorieën: Logistieke diensten 1. Ketenregie (L1) 2. Value Added Logistics & Services (L2) 3. Opslag en warehousing (L3) 4. Fysiek transport en overslag (L4) Support diensten voor logistieke activiteiten 1. Leasing (S1), 2. Accountancy (S2) 3. Uitzendbureaus (S3) 4. Onderhoud & beheer (S4) 5. Verzekeringen (S5) 6. Marketing (S6) 7. Bancaire diensten (S7) 8. IT hard/software (S8) 9. Materials handling (S9) 10. Juridische diensten (S10) 11. Consultancy en advies (S11) 12. Opleiding en training (S12) 13. Douane diensten (S13) 14. Certificeringsdiensten (S14) 15. Beveiligingsdiensten (S15) Een verdere toelichting is te vinden in het achtergrondrapport “Logistieke Ketenregie, het supporten waard!”.
| 6/57
2008-D-R0474/B
2.2
22 april 2008
Overzicht en beargumentering keuze van de 10 sectoren
In de ketenstudie IMPULS zijn de mogelijkheden voor het inzetten van SCMdiensten uit deze 19 categorieën geanalyseerd voor volgende 10 sectoren: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Sierteelt Bouw Elektronica Fashion Basischemie Pharma Horeca/dranken Automotive Detailhandel/supermarkten Zuivel
De redenen waarom juist voor deze 10 sectoren bij de analyse is gekozen is dat zij gezamenlijk een dwarsdoorsnede vormen van de Nederlandse productie- en handelseconomie. Een onderbouwing: •
•
•
• •
Zowel productie- als handelssectoren: in de sectoren sierteelt, bouw, basischemie, pharma, automotive en zuivel wordt geproduceerd, terwijl de sectoren electronics, fashion, horeca/dranken en detailhandel/supermarkten voornamelijk handelgedreven zijn. Zowel ‘grote’ als ‘kleine’ sectoren: in enkele sectoren heeft Nederland een leidende positie op de wereld (bijv. sierteelt) of Europese (zuivel, electronics) markt, in andere sectoren (bouw, supermarkten) onderscheidt Nederland zich niet van omringende landen. Zowel mondiale/Europese als nationale distributie: de meeste sectoren zijn mondiaal/Europees gericht, maar een aantal (bouw, horeca, supermarkten) zijn vooral nationaal gericht. Hierbij worden andere SCM-oplossingen en diensten gewenst, bijvoorbeeld op het gebeid van stadsdistributie. Zowel producten van hoge als lage waarde: in de sectoren bouw en basischemie worden over het algemeen (bulk-)producten met een lage waarde verhandeld, terwijl het bij de sectoren electronics en automotive juist andersom ligt. Producten met veel verschillende karakteristieken: de producten die in de tien sectoren worden verhandeld, zijn qua karakteristieken verschillend.
Concluderend is het onze mening dat deze 10 sectoren een goed overzicht geven van de mogelijkheden die SCM-diensten bieden voor het Nederlandse bedrijfsleven. Bij enkele sectoren is bewust gekozen voor een focus, omdat bij marktsegmenten binnen die sectoren de logistiek sterk kunnen verschillen. Een voorbeeld is de basischemie, die samen met fijnchemie de sector chemie vormt. Wij analyseren alleen de basischemie.
| 7/57
2008-D-R0474/B
2.3
22 april 2008
Leeswijzer
In de volgende 10 hoofdstukken 3 t/m 12 wordt het gebruik en de mogelijkheden van SCM en ketenregie voor elk van de 10 sectoren op vier gebieden doorgenomen: • • • •
Belang van de sector voor de Nederlandse economie en maatschappij Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector Kansen voor inzet SCM-diensten in sector (huidige en toekomstige)
| 8/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
3 Kansen SCM diensten en innovaties in sector SIERTEELT
3.1
Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij
1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • De omzet in de sierteelt was in 2006 ca. 4,5 miljard euro. Dit is iets minder dan 1% aandeel in de Nederlandse economie. • Het Nederlandse sierteeltcluster wordt gezien als mondiaal leidend. Voor Europa vervult de sector een draaischijf-functie tussen productie (Nederland en overzee) en afzet in alle 40 Europese landen. NL heeft naar schatting 60% van de mondiale sierteeltbusiness in handen. 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector • De toegevoegde waarde in de sector is relatief hoog, omdat veel productie (75%) nog in Nederland plaatsvindt. Dit aandeel wordt in de toekomst kleiner, de productie gaat naar Afrikaanse landen en ook China. De toegevoegde waarde is ca. 1,3 miljard euro. • R&D is belangrijk voor de sierteeltsector in Nederland, er vindt relatief veel innovatie in NL plaats (bijv. verlengen bewaartermijnen etc.) 1c. Werkgelegenheid in de sector • De werkgelegenheid is ca. 55.000 mensen in de kweek (bloemen/bollen), 25.000 mensen bij veilingen/handel en 25.000 mensen in primaire retail. Dit is 1,25% van de werkgelegenheid in NL. 1d. Belang van im- en export • Het belang van im- en export voor de sierteeltsector is zeer groot. De import van bloemen/planten is 25% en stijgend, de export is 75-80% en stijgende. 1e. Rol NL mainports als draaischijf • Schiphol speelt een cruciale rol in de aanvoer van sierteeltproducten uit Afrika en Israel. Zeker 1/3de van het ingevoerde vrachtvolume op Schiphol betreft sierteelt. In de internationale afvoer speelt Schiphol een minder grote rol, dit gaat voor het overgrote gedeelte over de weg. • Rotterdam speelt als mainport op dit moment alleen een rol bij de export van bloembollen. In de toekomst kan een rol gespeeld worden bij snijbloemenvervoer per container, omdat op dit moment technieken ontwikkeld worden om Snijbloemen 3-4 weken in slaap te krijgen. 1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector • Veiling FloraHolland (Fusie VBA/FLoraHolland per 1-1-2008) • Handelaren: o.a. Dutch Flower Group, OZ, Waterdrinker • Vervoerders: De Winter Logistcis, Van Es, te Baerts, Zurel • Kwekers: Bunnik Plants, Lemkes
| 9/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector
Klant UK
2
Kweker Kenia
S’hol 3
1
Aals meer
R’dam 5
NoOdessa
4
Klant Rusland
Dubai
Beslissend voor keuze: kosten, doorlooptijd en kwaliteit netwerk 2a. Toelichting op logistiek SCM netwerk • De productie vindt voor 75% in Nederland en 25% overzees plaats • Het overgrote deel van de productie wordt afgezet via de veiling, via de klok of het bemiddelingsbureau. • Meer en meer worden er echter directe contracten tussen kwekers en retailers afgesloten, en vinden er ook directe leveringen plaats. Dit kan in de toekomst wellicht ook via Dubai (vliegtuig) en havens als Odessa (als containervervoer snijbloemen serieuze optie wordt) • De Europese afzet gaat voor 70% via bloemisterijen/markt en voor 30% via bouwmarkten/supermarkten (retailers). • Rusland is de belangrijkste groeimarkt, men verwacht 500% groei in de afzet in de komende 10 jaar. 2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: in veel afzetlanden is sierteelt een premium product, service is dus belangrijker dan kosten. • Gemiddelde productwaarde: Deze is relatief laag, ca.10-20 Eurocent per steel. Wel neemt de waarde van dit bederfelijke product snel af in de tijd, efficiënte logistiek is dus essentieel. • Omloopsnelheid/doorlooptijd: De omloopsnelheid is kort, na de oogst moet een snijbloem zo snel mogelijk bij de klant op tafel staan (2-3 weken levensduur). Omloopsnelheid van planten is wat lager. • Productassortiment: groot, ca. 1000 variëteiten snijbloemen worden op enige schaal verhandeld, maar in feite is elke partij uniek, ook in bederfelijkheid. • Frequentie van belevering: Hoog, de meeste detaillisten krijgen elke dag verse bloemen. Bij retailers zijn het meer partijen, maar dit gebeurt ook frequent. • Betrouwbaarheid leveringen: hoog • Mate van klantenservice: betrekkelijk hoog, elke partij kan nagetrokken worden • Mate van VAL/VAS diensten (postponed manufacturing): Op zich beperkt, omdat het product zich er niet voor leent. De VAL activiteit worden grotendeels uitgevoerd door detaillisten, die boeketten samenstellen. Vanuit retailers komt meer
| 10/57
2008-D-R0474/B
•
22 april 2008
en meer vraag aan handelaren om boeketteerdiensten uit te voeren omdat er naast de traditionele verkoopkanalen steeds meer bloemen (en planten) verkocht worden via bouwmarkten, pompstations en supermarkten. Gebruikte transportwijzen: Op dit moment vliegtuig voor de import van overzee, en verder vooral weg. Het zeeschip kan bij verlengen bewaartermijn interessant worden.
2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management • De grote handelaren proberen op dit moment via SCM de keten te besturen en beheersen. Ook de retailers en veilingen proberen een deel van deze rol naar zich toe te trekken. Er is veel discussie in de sector welke partij het beste SCM over het distributienetwerk kan voeren. • Er zijn verschillende gedeelde sectorale informatiesystemen ontwikkeld om de besturing en beheersing van de sierteelt te vergriten, oa. Floricom. • Een goede beheersing en besturing van het sierteeltnetwerk via SCM wordt meer en meer belangrijk voor Nederland, omdat de mondiale positie als draaischijf onder druk komt te staan.
3.2
Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector
3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • Meer overzeese productie die via vliegtuig naar Nederland wordt vervoerd • Afzetgroei van 40% in komende 10 jaar, vooral in Zuid- en Oost-Europa • Grotere rol retailers, meer handel buiten veiling om • Consolidatieslag in sector, meer grotere multinationale partijen • Meer specialistische producten • Verlengen van bewaartermijn snijbloemen zal leiden tot andere inrichting logistiek netwerk en inzet SCM. Sierteeltsector zal qua SCM aansturing meer op supermarkt/groente en fruit sector gaan lijken. Zo wordt bijvoorbeeld het rijpingsproces van bananen gereguleerd door specifieke conditionering tijdens het transport. Tijdens het transport stopt het rijpingsproces en eenmaal in de winkel komt dit langzaam weer opgang. Met een vergelijkbaar proces kan ook de ontwikkeling van bloemen en planten worden gereguleerd waardoor de bewaartermijn zal toenemen en andere modaliteiten kunnen worden ingezet. • Maatschappelijke verantwoord ondernemen wordt belangrijker, meer bundeling 3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • Groeimogelijkheden in productie liggen vooral buiten NL, telers zullen dan ook gedeeltelijk verhuizen (multinationaal worden). • Fysieke groeimogelijkheden beperkt, NL cluster kan wel SCM draaischijffunctie aan zich binden. Er ligt echter wel concurrentie op de loer (oa. Dubai en China)
| 11/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) • Ketenregie activiteiten in sierteelt zijn aanwezig, maar veel activiteiten gebeuren nog op ad hoc basis en kunnen efficiënter. • Handelaren zien vraag ontstaan voor SCM en VAL (boeketteren) activiteiten door de toenemende verkoop van bloemen en planten via alternatieve kanalen. • Veilingen willen ook meer betekenen in SCM-functie, vraag is of zij de ruimte kunnen nemen en krijgen • Gebruik IT-systemen en betere samenwerking met partijen essentieel voor daadwerkelijk kunnen uitvoeren samenwerking. Nederland loopt voorop in ontwikkeling IT-systemen, maar gebruik kan efficiënter. 3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • Verlengen van bewaartermijn sierteeltproducten leidt tot gebruik zeehaven, crossdock hubs in Oost-Europa en mogelijkheid tot voorraadvorming. • Meer adequate informatie uitwisseling leidt tot efficiëntere aansturing. • Veiling en keuring op afstand neemt toe, ontstaan van complexer logistiek netwerk met bijbehorende SCM-besturingsvragen.
3.3
Kansen voor inzet SCM-diensten in sector
4a. Belangrijkste huidige/toekomstige inzet van SCM-diensten Logistieke diensten • L1 Ketenregie: handelaren en telers werken meer en meer in opdracht van retailers, doordat naast de verkoop via de traditionele kanalen (bloemenzaken) de verkoop via alternatieve kanalen steeds belangrijker wordt. • L2 VAS en VAL: ontstaan van een vraag naar aanvullende diensten zoals het aanleveren van boeketten en het garanderen van een constante kwaliteit. • L4 Transport en overslag: essentieel voor de sector, omdat het om bederfelijke goederen en geconditioneerd transport gaat. SCM-innovaties betreffen o.a. het op afstand monitoren en beheersen van de temperatuur. Support diensten • S3 Uitzendbureaus: de inzet van flexibele arbeid is bij seizoensproducten van oudsher van groot belang. • S6 Marketing: het vermarkten van Nederland als logistieke draaischijf voor bloemen is van groot belang, en de SCM-kennis en kunde van Nederland kan hierbij meer tot uiting worden gebracht. • S8 IT-hard/software: Nederland moet op dit gebied een leidende rol blijven spelen. Als dit soort systemen in het buitenland worden ontwikkeld raakt Nederland een deel van de regie kwijt. • S9 Materials handling: met het toenemen van de bewaartermijn kunnen er meer bloemen enkele dagen in buffer worden gehouden (om zo volume/prijzen piekperiodes te omzeilen). Hiervoor dient het juiste warehouse handling equipment te worden ontwikkeld. • S13 Douane/fytosanitaire dienst: de rol van de douane en fytosanitaire dienst wordt steeds belangrijker bij toenemende im/export. Getracht moet worden om de wettelijk noodzakelijke benodigde controleactiviteiten te matchen aan de toenemende snelheid/diversiteit in de goederenstromen. De ontwikkelingen op
| 12/57
2008-D-R0474/B
•
22 april 2008
Europees niveau zoals de AEO wet- en regelgeving zijn hierin de belangrijkste drijfsfeer. S14 Certificering: een vorm van elektronische certificering van snijbloemen is een interessante garantie voor het toenemende aantal producten dat niet meer via de veiling gaat.
4b. Overzicht 5 belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 L1 Ketenregie: toepassing is gewenst om steeds meer diverse im/exportstromen te coördineren en waar mogelijk te bundelen door het ontstaan van steeds meer gefragmenteerde stromen. 2 L2 VAS en VAL: het ontstaan van “flower providers” die rechtstreeks leveren aan retailers. 3 S8 Materials handling: specifieke toepassingen in warehouse/hubs zullen ontwikkeld worden als gevolg van de behoefte naar een langere bewaartermijn. 4 S12 Opleiding/training: de sector is snel aan het veranderen zo gaat er bijvoorbeeld meer handel buiten de klok om en rechtstreeks van teler naar retailer. Deze ontwikkeling heeft aanzienlijke consequenties voor het gehele logistieke proces. Ontwikkeling van nieuwe skills voor veranderende logistieke processen bij managers en operationele medewerkers is dan ook wenselijk. 5 S13 Douane/fytosanitaire dienst: matchen wettelijk noodzakelijke benodigde controleactiviteiten aan de toenemende snelheid/diversiteit in de goederenstromen. Ontwikkeling van AEO wet- en regelgeving om ondanks de EU harmonisering de huidige voorsprong te behouden.
| 13/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
4 Kansen SCM diensten en innovaties in sector BOUW
4.1
Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij
1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • De netto omzet van de bouwsector in Nederland was in 2004 ca. 65 miljard euro. Dit betekent een aandeel van 12% aandeel in de Nederlandse economie. • De bouwsector bestaat uit een aantal subsectoren: − burgerlijke en utiliteitsbouw (B&U) (bouw van woningen, kantoren en dergelijke), − grond-, weg- en waterbouw (GWW), − installatiebedrijven (elektrische installaties, verwarming en dergelijke) − afwerkbedrijven (zoals schilders en stukadoors) en − andere, gespecialiseerde bedrijven (als onder meer heiwerk en betonstaalvlechten). • De Nederlandse bouwsector is voornamelijk actief op de Noord-West Europese markt. In enkele specialistische sector, zoals waterbouw, zijn Nederlandse bedrijven mondiaal leidend. 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector • Toegevoegde waarde in de sector zijn van groot belang. De toegevoegde waarde is ca. 12 miljard Euro, dit is 7% van het totaal in Nederland. • Traditioneel is de bouwsector meer arbeidsintensief dan kapitaalintensief. Echter, de toegevoegde waarde gecreëerd door de bruto materiële vaste activa (kapitaal intensieve machines tijdens de bouw, bijvoorbeeld bouwkranen) is wel vrij hoog. Aan de andere kant wordt in de bouwsector veel met grondstoffen gewerkt, dit drukt de creatie van toegevoegde waarde. 1c. Werkgelegenheid in de sector • De werkgelegenheid was ca. 446.000 mensen incl. zelfstandige personeel. Dit is ca. 7% van de totale werkgelegenheid in Nederland. • De bouwsector is erg conjunctuurgevoelig, en nu de Nederlandse economie de laatste jaren groeit, groeit ook de werkgelegenheid in de bouwsector. 1d. Belang van im- en export • Het belang van im- en export voor de bouwsector is relatief klein. Er wordt in de sector veel gewerkt in grondstoffen uit Nederland. Voor enkele subsectoren is echter im- en export van groot belang, vooral de GWW-sector kent een grote im- en export. 1e. Rol NL mainports als draaischijf • De rol van de mainports voor de bouwsector is beperkt, omdat de meeste grondstoffen en producten via gespecialiseerde havens worden aan- en afgevoerd.
| 14/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector • B&U: BAM, HBG, Kondor Wessels • GWW: Heijmans, KWS, Ballast Nedam
4.2
Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector
Grondstoffen
stoffen
Gebruik op Gebruik op bouw bouwplaats plaats
Grondstoffen
stoffen
Productie Productie . Halffab. Halffabricaat Productie Productie Eindproductie
Export Diensten Export Diensten (vnl.waterbouw) waterbouw) (vnl.
2a. Toelichting op logistiek SCM netwerk • De productie van bouwmaterialen uit grondstoffen en/of halffabricaten vindt voor het overgrote deel (> 90%) in Nederland plaats. De reden is dat de productiewaarde vaak laag is, en het beheersing van de transportkosten dus van groot belang. • De bouwgrondstoffen komen deels uit Nederland (o.a. zand, grind, steen), maar worden ook geïmporteerd. Nederland kent zowel productie van halffabricaten (bijv. cement, beton) als eindproducten (allerhande technische apparatuur). • De producten van de bouwsector worden voor het overgrote deel gebruikt bij de bouw en het onderhoud van bouwwerken in Nederland. Hierbij zijn er grote verschillen tussen bouw van woningen, bedrijfspanden, infrastructuur, utiliteit, etc. Slechts een klein deel van de bouwproductie wordt geëxporteerd, hierbij gaat het vooral om waterbouwdiensten. • De logistiek op de bouwplaats wordt steeds complexer en lastiger te organiseren. In verschillende bronnen wordt er gerapporteerd dat er hierbij nog veel fout gaat. Wat dit betreft staat de toepassing van SCM in de bouw nog in de kinderschoenen.. 2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: In het algemeen zijn de kosten in de bouwsector belangrijker dan de geleverde service. Er wordt bijv. relatief veel fouten geconstateerd bij oplevering van een nieuwbouwhuis. Service wint echter de laatste jaren wel aan belang, zo zijn er boetes voor te laat opleveren, etc.
| 15/57
2008-D-R0474/B
• • • • • • • •
22 april 2008
Gemiddelde productwaarde: Deze is relatief laag, omdat het aandeel van grondstoffen hoog is. Omloopsnelheid/doorlooptijd: De omloopsnelheid is relatief lang, mede omdat de gemaakte producten laagwaardig en duurzaam zijn. Productassortiment: Deze wordt steeds groter omdat de klant hierom vraagt. Zo leveren asfaltcentrales tegenwoordig 600 mengsels in plaat van 6 in 1985. Frequentie van belevering: Wisselend. De frequentie van leveringen op bouwplaatsen is bijvoorbeeld hoog, maar dit is mede vanwege weinig coördinatie. Betrouwbaarheid leveringen: Matig, hier is verbetering mogelijk door SCMtoepassing. Mate van klantenservice: betrekkelijk hoog: elke partij kan nagetrokken worden Mate van VAL/VAS diensten (postponed manufacturing): Beperkt, de materialen lenen zich hier in meerderheid ook niet voor. Technische groothandels voeren nog enige VAL/VAS activiteiten uit (bijv. assembleren). Gebruikte transportwijzen: De binnenvaart voor de aanvoer van grondstoffen, en de vrachtwagen voor alle overige transporten.
2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management • SCM speelt traditioneel maar een beperkte rol in het logistieke netwerk in de bouwsector. Enkele redenen hiervoor zijn; laagwaardige producten, veel betrokken partijen. Daarnaast zijn enkele ‘bekende’ problemen bij de implementatie van SCM in de sector: gebrek aan urgentie bij het topmanagement, behoudende bouwcultuur en dominantie van het inkopen op basis van laagste prijs (en niet laagste kosten). . • De inschattingen lopen sterk uiteen, maar men is het er wel over eens dat de faalkosten in de bouwsector tussen de 2,5 en 5 miljard euro bedragen. Oftewel zo’n vijf tot tien procent van de totale kosten. • De trend is dat er steeds meer hoge boetes worden geëist voor het niet nakomen van leveringsafspraken. Dit betekent dat een goede invoering en toepassing van SCM steeds belangrijker wordt.
4.3
Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector
3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • Blijvende nadruk op lagere kosten, daarnaast toenemend belang van servicegraad door toegevoegde waarde werkzaamheden. • Meer betrokken partijen, dus veel leveringen op de bouwplaats. • Consolidatieslag in sector, meer coördinatie van grotere partijen, nadruk ligt echter nog niet op logistiek. Struikelblok hiervoor is mate van samenwerking, deze wordt door de geschiedenis (bouwfraude, NMa) niet bevorderd. • Inrichten opslagplaatsen op bouwplaatsen ipv. elders kan coördinatie al doen verbeteren. • Meer congestie op de weg doet belangstelling voor gebruik binnenvaart opleven. • Maatschappelijke verantwoord ondernemen wordt belangrijker, meer bundeling. 3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • De groeimogelijkheden is de sector zijn beperkt, maar aan de andere kant is Nederland een locale markt die niet snel door buitenlanders kan worden overgenomen. • De coördinatie van SCM-activiteiten kan wellicht ook door andere dan de huidige bouwpartijen gedaan worden, mede omdat hier traditioneel weinig aandacht voor is.
| 16/57
2008-D-R0474/B
•
22 april 2008
Voordeel is dat “het geld op straat ligt”, er valt door SCM nog veel kosten te besparen. De belangrijkste kansen liggen op het gebeid van beter plannen van de logistiek van/naar bouwwerkzaamheden, zodat op de bouwplaats men niet op de spullen moet wachten.
3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) • Via SCM moet de regie over de inkoop, voorraad en transport verbeterd worden. Dit betekent dat er vooral nadruk is op een goede planning van de activiteiten. • De toepassing van SCM moet leiden tot het opnemen van aanvoerlogistiek als onderdeel van het bouwplan. Traditioneel zijn bouwplan en transport van elkaar gescheiden, beiden worden ‘los’ geoptimaliseerd en zo krijg je suboptimalisatie (bijv. zandbergen die lang blijven liggen) • De toepassing van SCM is dus vooral gericht op een betere planning van werkzaamheden, omdat hier de hoogste kostenvoordelen te behalen zijn. 3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • Coördinatie van logistieke activiteiten door 1 partij, hierbij er tevens tijdig een afstemming met het bouwplan plaatsvindt. • Meer interesse in gebruik van het binnenvaartschip. • Ontwerp, opzet en gebruik van bouw IT-portalen (via het internet of dedicated), waar de planning van projecten transparant gemaakt wordt en waar afstemming van transport te coördineren valt.
4.4
Kansen voor inzet SCM-diensten in sector
4a. Belangrijkste huidige/toekomstige inzet van SCM-diensten De bouwsector kenmerkt zich door het feit dat er in de logistieke processen nog relatief veel te verbeteren valt in vergelijking met andere sectoren. Logistieke diensten • L1 Ketenregie: het ontbreken van ketenregie in de sector zorgt voor veel extra kosten in spoedzendingen, herstel van fouten en miscommunicatie. Er kan tot ca. 5% van de omzet verloren gaan aan dergelijke misstanden. Het meeste rendement in SCM-toepassingen kan gerealiseerd worden door het verbeteren van de informatiestromen, planning, wijzigingsbeheer en afstemming met het bouwproces. • L3 Opslag en warehousing: er komt meer interesse in de mogelijkheden van opslag en gebundelde distributie op de bouwplaats. • L4 Transport en opslag: Het rationaliseren en bundelen van vrachttransporten wordt steeds belangrijker vanwege de toename van het aantal Just In Time leveringen. Als gevolg van beperkte opslag mogelijkheden op de bouwplaats. Support diensten • S1 Leasing: door het flexibeler kunnen inzetten van materiaal (kapitaalsintensieve sector) kunnen veel kosten bespaard worden. Dit gaat echter tegen de sectortraditie in om met eigen materiaal te werken; • S3 Uitzendbureaus: de inzet van flexibele arbeid is in de bouw van groot belang. Binnen de logistieke sector hebben uitzendbureaus werkwijzen ontwikkeld die ook in de bouwsector toegepast kunnen worden. • S4 Onderhoud en beheer: van groot belang, meer en meer wordt van de bouwsector verwacht dat ze niet alleen een object bouwen/aanleggen (bijv. rijksweg), maar ook onderhouden voor een vaste prijs.
| 17/57
2008-D-R0474/B
•
•
22 april 2008
S9 Materials handling: door de toenemende interesse voor het gebruik van binnenvaart voor het versturen van halffabricaten wordt ook materials handling belangrijker. Er is specifiek behoefte aan geavanceerde technieken over overslag tussen water en weg. S12 Opleiding/training: nadruk op het belang van een goede logistieke planning en afstemming op het bouwproces.
4b. Overzicht 5 belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 L1 Ketenregie: het ontbreken van ketenregie in de sector zorgt voor veel extra kosten in spoedzendingen en herstel van fouten. Er liggen kansen om aanzienlijke besparingen te realiseren door wijzigingen, planning en het bouwproces beter op elkaar af te stemmen. 2 S8 IT -hard/software: ontwikkeling van logistieke software om de planning van complexe bouwprocessen beter te besturen en beheersen. 3 S4 Onderhoud en beheer: van groot belang, meer en meer wordt van de bouwsector verwacht dat ze niet alleen een object bouwen/aanleggen (bijv. rijksweg), maar ook onderhouden voor een vaste prijs. Dit is een ontwikkeling die nieuw is in deze sector. 4 L3 Opslag en warehousing: er komt meer interesse voor de mogelijkheden van opslag en gebundelde distributie op de bouwplaats, dit creëert mogelijkheden om zendingen gecombineerd uit te leveren en maakt de kans op diefstal kleiner. 5 L4 Transport en opslag: Het rationaliseren en bundelen van vrachttransporten wordt steeds belangrijker vanwege de toename van het aantal Just In Time leveringen.
| 18/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
5 Kansen SCM diensten en innovaties in sector ELECTRONICS
5.1
Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij
1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • De electronics sector in Nederland is onderverdeeld in twee delen: (1) het cluster productiebedrijven in Nederland, met o.a. Philips, Océ en ASML en (2) het cluster Europese Distributie Centra van buitenlandse bedrijven, die vanuit Nederland hun producten in Europa distribueren, zoals Ricoh, Samsung, Epson, Lexmark, Xerox, Sony, etc. • In deze sectoranalyse zal de focus liggen op het laatste deel, het cluster van EDC’s die Nederland gebruiken als uitvalsbasis om de pan-Europese markt te beleveren. • Nederland is verreweg het belangrijkste Europese land waar deze EDC’s van buitenlandse electronics multinationals zijn gevestigd. De concurrenten zijn Vlaanderen en Duitsland. 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector • De toegevoegde waarde activiteiten in deze elektronica EDC’s zijn groot. Nederland verdiende in 2006 ruim 10,5 miljard Euro door wederuitvoeractiviteiten (VAL/VAS-activiteiten in EDC’s). Van deze wederuitvoer-activiteiten was ruim 40% in de elektronica (oa. computers). De toegevoegde waarde door wederuitvoer activiteiten bedroeg dus ruim 4 miljard Euro. 1c. Werkgelegenheid in de sector • De werkgelegenheid in het VAL/VAS deel van de sector bedraagt ca. 80.000 mensen. Dit is ca. 1/3de van de werknemers die in Value Added Logistics actief zijn in Nederland. 1d. Belang van im- en export • Im- en export van electronics is essentieel voor deze sector. Vrijwel alle goederen worden vanuit het buitenland (vooral Azië) in Nederland geïmporteerd, en gaan dan via de EDC-operaties naar klanten over geheel Europa. In de Nederlandse EDC’s vinden tal van toegevoegde waarde werkzaamheden plaats, van assembleren en handleidingen toevoegen tot reparatie en financiële afhandeling. 1e. Rol NL mainports als draaischijf • De rol van de mainports voor deze sector is essentieel, de meerderheid van de goederen komt binnen in containers via Rotterdam en Antwerpen. Vanuit deze mainports vindt het vervoer naar de EDC’s plaats via de vrachtwagens en voor een klein deel het binnenvaartschip. • Ook mainport Schiphol wordt gebruikt voor de aanvoer van Electronics, vooral voor de duurdere spare parts. In de aanvoer op Schiphol vormt na snijbloemen electronics de nr. 2 in volume, en ruim de nr. 1 in waarde. • Voor de afvoer naar de klant wordt voornamelijk de vrachtwagen gebruikt, en soms het vliegtuig. Vrijwel altijd worden hiervoor logistieke dienstverleners ingehuurd.
| 19/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector • Electronics bedrijven met een EDC in NL: Sony (Tilburg), Epson (Tilburg), Xerox (Venray), Canon (Schiphol), Ricoh (Bergen op Zoom), Samsung (Breda), Kyocera (Hoofddorp). • Belangrijkste logistieke dienstverleners: DHL, DSV Logistics, Van Eigenhuijzen (MKB). 5.2
Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector
Spare Spare parts parts
Schiphol S’ Half fabricaat EDC 1 EDC
Rotterdam R’dam
1 Export Export Europa Europa
EDC 2 EDC
2
2a. Toelichting op logistiek SCM netwerk • De productie van (half)fabricaten en spare parts vindt vrijwel geheel in het buitenland plaats, Nederland wordt gebruikt als Europese toegangspoort. De goederen komen grotendeels via containers in Rotterdam of Antwerpen aan. Deels komt het via Schiphol aan, dit betreft meestal spare parts (hoge waarde). • De Electronics wordt vervolgens via weg en beperkt per binnenvaart (vooral Brabant) vervoerd naar de EDC-operatie. In deze EDC-operatie, die eigen (25%) of uitbesteed (75%) kan zijn, vinden verschillende VAL/VAS diensten plaats. Na een bewerkingsslag (bijv. assemblage) wordt de computer naar klanten in het buitenland geëxporteerd. Dit gaat vrijwel geheel over de weg. • Er is in toenemende mate sprake van retourlogistiek. Dit kan gebeuren na een klacht, of na beëindiging van de levensduur. Zeker bij de duurdere elektronica (bijv. kopiers) worden de goederen teruggehaald om ze te repareren of vervangen, of de waardevolle onderdelen te demonteren.
| 20/57
2008-D-R0474/B
•
22 april 2008
Deze Electronics EDC is deels wegens geografische en arbeidsmarkttechnische redenen in Nederland neergestreken, maar daarnaast spelen fiscale aspecten een belangrijke rol. Het gunstige fiscale klimaat in Nederland is lange tijd onderscheidend geweest, de vraag is of dit gehandhaafd kan worden (oa. concurrentie van andere landen en EU harmonisatie).
2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: In veel gevallen is service in deze sector belangrijker dan kosten. De klant wil zijn product specifiek, vandaar dat in het EDC via VAL/VAS het product naar zijn wens kan worden samengesteld/geassembleerd. Uiteraard moet beheersing van de kosten daarbij niet uit het oog verloren worden. • Gemiddelde productwaarde: Deze is relatief hoog, omdat het om elektronica gaat. Dit zorgt ervoor dat de productie in lage lonen landen plaatsvindt, en naar Europa gedistribueerd wordt. • Omloopsnelheid/doorlooptijd: De omloopsnelheid is relatief kort, omdat electronics modegevoelig zijn (elke paar maanden een nieuw model) • Productassortiment: Op zich is het productassortiment wat betreft basisproducten beperkt. Wel is het zo dat de klant naar eigen wens producten kan assembleren, het aantal variëteiten kan dus wel hoog zijn. • Frequentie van belevering: Relatief hoog, ook omdat de producten waardevol zijn is het de moeite waard om Just-in-time te leveren, de extra kosten zijn relatief minder belangrijk. • Betrouwbaarheid leveringen: Hoog, dit wordt ook bestuurd en beheerd met SCMtoepassingen. • Mate van klantenservice: hoog, service is belangrijker dan kosten • Mate van VAL/VAS diensten (postponed manufacturing): Zeer groot, in totaal wordt voor 4 miljard euro in toegevoegde waarde aan VAL/VAS diensten gegenereerd. • Gebruikte transportwijzen: Het zeeschip en beperkt het vliegtuig voor de aanvoer, binnenvaart voor een klein deel van haven naar EDC, overige transport via vrachtwagen. 2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management • SCM is zeer belangrijk in deze sector. De productie is wereldwijd uitbesteed aan lage lonen land om de kosten in de hand te houden. Echter, de goederen moeten wel snel aan klanten in geheel Europa geleverd worden, in de gewenste configuratie. Om dit te realiseren is beheersing en besturing van de keten via SCM essentieel. • Een goede toepassing van SCM concepten als lean manufacturing, postponed manufacturing and reverse logistics/installed base management is noodzakelijk om rendement in de sector te behalen. • De VAL-activiteiten die in Nederlandse EDC’s worden uitgevoerd zijn zowel basic (o.a. assembleren, handleidingen bijvoegen) als meer geavanceerd (o.a. repareren). Daarnaast komen er steeds meer VAS-activiteiten bij (o.a. financiële afhandeling, marketing, beslissingen obv. garantieclaims).
| 21/57
2008-D-R0474/B
5.3
22 april 2008
Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector
3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • Rol van EDC verandert: vroeger gingen stromen altijd centraal via EDC (daar vond opslag en VAL plaats), nu gaan stromen ook wel direct van overzee naar Europese klanten zonder fysiek via het EDC te verlopen. • Er komt steeds meer nadruk op VAS-activiteiten in EDC’s, waar logistieke diensten (o.a. call centers) meer en meer gewenst zijn. • Het afzetgebied in Europa wordt steeds groter richting Oostelijk Europa, dit maakt het logistieke distributienetwerk steeds lastiger te besturen. Inzet van SCM is hiervoor noodzakelijk. • Reverse logistics wordt als trend steeds belangrijker, door wetgeving/sociale trends maar ook vanwege het besef dat er waardevolle onderdelen in af te danken apparatuur zit. • Opkomende concurrentie vanuit Oost-Europa. 3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • De groeimogelijkheden is de sector zijn aanwezig, maar worden bedreigd. Nederland is in het aantrekken van electronics EDC’s nog steeds onderscheidend, zo zijn in 2007 o.a. Samsung en Epson in Nederland neergestreken. • Als deze EDC’s eenmaal in Nederland zijn, komt het regelmatig voor dat hier na verloop van tijd andere activiteiten bij komen, zoals Call centers, trainingsactiviteiten maar ook een Europees hoofdkantoor. • De opkomst van China als land van onafhankelijke producenten betekent dat Chinese elektronica bedrijven meer en meer geïnteresseerd zijn in een EDC in Europa. • Echter, deze groeimogelijkheden staan door buitenlandse concurrentie meer en meer onder druk. Nederland moet zich door gericht beleid op dit gebied proberen zich te blijven onderscheiden. 3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) • Ketenregie is essentieel om de Europese klanten elektronica producten op maat te blijven leveren. De productie moet zo goed mogelijk worden afgestemd op de veranderende vraag, vandaar dit een goede planning en forecasting essentieel zijn. • Het VAL/VAS activiteitenpakket van EDC’s in Nederland zal steeds breder worden, en o.a. uitgebreid worden met financiële afhandeling etc. Logistieke dienstverleners moeten ook bepalen welke voorraadrisico’s ze hierin willen nemen. • Er moet een systeem van retourlogistiek opgebouwd worden, terwijl ook het hergebruik van onderdelen een belangrijke innovatie is. • Niet alle EDC-activiteiten zullen fysiek in Nederland uitgevoerd blijven worden, maar het is belangrijk om de SCM control towers (regiefunctie) in Nederland te faciliteren. De grote logistieke dienstverleners zetten meer en meer dit soort towers op. 3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • Uitbreiding VAL-activiteiten met ‘aanpalende’ VAS-activiteiten. • Meer inzetten op toepassing van reverse logistics. • Beter samenwerking met douane voor inklaring goederen (AEO). • Opkomst van SCM control towers bij logistieke dienstverleners.
| 22/57
2008-D-R0474/B
5.4
22 april 2008
Kansen voor inzet SCM-diensten in sector
4a. Belangrijkste huidige/toekomstige inzet van SCM-diensten Logistieke diensten • L1 Ketenregie: SCM-ketenregie wordt steeds meer van belang omdat Europese distributienetwerken complexer worden. De reden is onder meer de uitbreiding van het aantal klanten in Oost-Europa en de nadruk op directe leveringen naast levering via het centrale EDC. • L2: VAL/VAS activiteiten: binnen deze groep neemt vooral het belang van VASactiviteiten sterk toe, bijvoorbeeld door inzet call centers, beoordelen van garantieclaims en financiële afhandeling in opdracht van buitenlandse producenten. . Support diensten • S1 Leasing: de mogelijkheid tot het leasen van warehouses is belangrijk in de sector, omdat zo flexibel kan worden ingesprongen op marktrends, die in de elektronica sector van groot belang zijn. • S3 Uitzendbureaus: de inzet van flexibele arbeid is in de electronics sector van essentieel belang. Verschillende elektronica fabrikanten hebben hun EDC in het verleden in Nederland neergezet omdat men flexibel arbeidkrachten kon inzetten. • S5 Verzekeringsdiensten: logistieke dienstverleners die VAL/VAS activiteiten uitvoeren worden meer en meer verantwoordelijk voor distributie in Europa. Een passende verzekering is bij elektronica van hoge waarde van groot belang. • S7 Bancaire diensten: ook innovatieve bancaire diensten worden van steeds belangrijker, ook omdat Europese dienstverleners vaak wordt gevraagd om een deel van het voorraadrisico op zich te nemen. • S8 IT-hard/software: de inzet van logistieke software in de ‘control tower’ om de planning van het complexe distributienetwerk te beheersen is onmisbaar. • S9 Materials handling: door de toename van VAL/VAS diensten is er behoefte aan passende oplossingen op dit gebied, bijvoorbeeld voor reparatie activiteiten. • S13: Douane: Nederland staat voor de uitdaging om zich blijvend op het gebied van douane afhandeling te blijven onderscheiden van andere landen, terwijl EU harmonisatie optreedt. • S15: Beveiligingsdiensten: de vraag naar een sluitende beveiliging van elektronica door de gehele keten (en niet alleen in het centrale EDC) neemt toe.
| 23/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
4b. Overzicht 5 belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 L2: VAL/VAS activiteiten: binnen deze groep neemt vooral het belang van VASactiviteiten sterk toe, bijvoorbeeld door inzet call centers, beoordelen van garantieclaims en financiële afhandeling. 2 S7 Bancaire diensten: ook innovatieve bancaire diensten worden van steeds groter belang, omdat Europese dienstverleners vaak wordt gevraagd om een deel van het voorraadrisico op zich te nemen. 3 L1 Ketenregie: SCM-ketenregie wordt steeds meer van belang omdat Europese distributienetwerken complexer worden. De redenen zijn de uitbreiding van het aantal klanten in Oost-Europa en de nadruk op directe leveringen naast levering via het centrale EDC. 4 S13: Douane: Nederland staat voor de uitdaging om zich blijvend op het gebied van douane afhandeling te blijven onderscheiden van andere landen, ondanks EU harmonisatie. Juist in deze sector met goederen van een relatief hoge waarde zijn regelingen met betrekking tot het af dragen van invoerheffingen van groot belang. 5 S3 Uitzendbureaus: de kennis over het organiseren van flexibel inzetbare arbeidskrachten kan verder uitgebouwd en ingezet worden. Hierbij kan gedacht worden aan specifieke trainings- en opleidingstrajecten van de “flexwerkers” maar ook aan het aanpassen van productiemethoden die gemakkelijk door tijdelijke krachten kunnen worden uitgevoerd.
| 24/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
6 Kansen SCM diensten en innovaties in sector FASHION
6.1
Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij
1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • De fashion sector in Nederland bestaat uit een beperkt aantal productiebedrijven, en een veel groter aantal winkelketens, zoals H&M, Esprit, Mexx, We, Bijenkorf, C&A, Zeeman, Wibra, Hout-Brox, Set Point, The Sting, Didi, Miss Etam, etc. Een aantal van deze winkelketens hebben hun EDC in Nederland. Een apart fashion marksegment is de schoenen, met ketens als Footlocker, Perry Sport, etc. • Er zijn daarnaast ook diverse merken, zoals Donna Karan, Timberland, NIKE, Reebok, net een EDC in Nederland. En er zijn diverse gespecialiseerde logistieke dienstverleners zoals DHL Fashion, TNT Fashion en Klarenbeek. • De positie van deze sector op de wereldmarkt is beperkt. Alleen in het aantal fashion EDC’s onderscheidt Nederland zich van andere Europese landen. 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector • De toegevoegde waarde in de gehele detailhandel is ca. 15 miljard euro. De modesector is verantwoordelijk voor ca. 20% van de toegevoegde waarde, dit is ca. 3 miljard Euro. 1c. Werkgelegenheid in de sector • De werkgelegenheid in de Nederlandse mode is ongeveer 100.000 mensen, voor het overgrote deel in winkels (75.000 mensen). 1d. Belang van im- en export • De import van fashion gebeurt op grote schaal in Nederland, meer dan 85% van alle fashion wordt geïmporteerd. In de laatste decennia is door de globalisering de productie vrijwel geheel naar het buitenland verplaatst. Het merendeel van de overzeese invoer komt via Rotterdam en Antwerpen, terwijl productie uit Europa en Turkije meestal per vrachtwagen komt. • De meeste geïmporteerde fashion wordt in de Benelux door de detailhandel verkocht, alleen via de EDC’s in Nederland wordt veel geëxporteerd. 1e. Rol NL mainports als draaischijf • De rol van de mainports voor deze sector is essentieel, de meerderheid van de goederen komt binnen in containers via Rotterdam en Antwerpen. Vanuit deze mainports vindt het vervoer naar de EDC’s plaats via vrachtwagens. • Mainport Schiphol wordt heel soms gebruikt voor spoedzendingen, er is dan meestal iets mis gegaan in de normale logistiek. • Voor de afvoer naar de klant wordt voornamelijk de vrachtwagen gebruikt, meestal richting de stadscentra in Nederland. Voor export naar het buitenland wordt de vrachtwagens gebruikt. Vrijwel altijd worden hiervoor logistieke dienstverleners ingehuurd.
| 25/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector • Nederlandse ketens: Mexx, Miss Etam, We, V&D, C&A, Wibra, Zeeman. • Buitenlandse Fashion bedrijven met een EDC in NL: Mexx (Voorschoten), Donna Karan (Enschede), Timberland (Enschede), Footlocker (Heijen), Helly Hansen (Beek). • Belangrijkste logistieke dienstverleners: DHL Fashion, TNT Fashion, Klarenbeek.
6.2
Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector
Spoed Spoed zending zending
Steden Steden
Schiphol S’’ Regulier Regulier EDC 1 EDC
Rotterdam R’dam
1 Export Export Europa Europa
EDC 2 EDC
2
2a. Toelichting op logistiek SCM netwerk • De productie van fashion vindt vrijwel geheel in het buitenland plaats, Nederland wordt door een deel van de modesector gebruikt als Europese toegangspoort. De goederen komen grotendeels via containers in Rotterdam of Antwerpen aan. Als er spoedzendingen zijn komen die op Schiphol aan. • De fashion wordt vervolgens via weg vervoerd naar een distributiecentrum of EDCoperatie. In deze EDC-operatie, die eigen of uitbesteed kan zijn, vinden verschillende VAL/VAS diensten plaats. Na een reconditioneringsslag en eventuele verdere VAL/VAS activiteiten wordt de kleding naar de winkeloutlets gedistribueerd of naar klanten in het buitenland geëxporteerd. Dit gaat vrijwel geheel over de weg. • Retourlogistiek is van oudsher van belang in de sector, en de meeste ketens hebben dit opgenomen in hun logistieke systeem. Het systeem van factory outlets is de laatste jaren opgekomen, dit biedt de winkelketens de mogelijkheid om op een gebundelde manier af te komen van oude voorraden. • Winkelketens als H&M, Benetton en Zara hebben marktaandeel veroverd door te investeren in productie en logistiek, deze extra kosten halen ze eruit door veel later te produceren en zo uiteindelijk minder in de uitverkoop te hoeven verkopen. Dit
| 26/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
vereist een optimale logistiek omdat heel snel gereageerd moeten worden op veranderende trends. 2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: Voor de meeste ketens is service belangrijker dan kosten, behalve voor de partijenopkopers (Wibra, Zeeman), die voor de laagste prijs gaan. • Gemiddelde productwaarde: Deze is gemiddeld, de producten nemen wel veel volume in, zeker als ze hangend vervoerd moeten worden • Omloopsnelheid/doorlooptijd: De omloopsnelheid wordt steeds korter. Vroeger duurde een seizoen 6 maanden, nu 2 maanden. Ketens als H&M en Zara hebben nog kortere doorlooptijden, zo heeft Zara elke twee weken zijn assortiment in de winkel voor 50% vernieuwd. • Productassortiment: groot, telkens nieuwe ontwerpen, designs. • Frequentie van belevering: Relatief hoog, elke winkel wordt tenminste 1 tot 2 maal per week beleverd. • Betrouwbaarheid leveringen: Betrekkelijk hoog, ook omdat er minder en minder voorraad in de winkel wordt bewaard (meer M2 voor verkoop) • Mate van klantenservice: hoog, service is belangrijker dan kosten • Mate van VAL/VAS diensten (postponed manufacturing): Beperkt, in Nederlandse EDC’s vindt hoofdzakelijk reconditionering plaats. Dit wordt echter minder en minder, mede omdat meer fashion in dozen wordt vervoerd. • Gebruikte transportwijzen: Het zeeschip en beperkt het vliegtuig voor de aanvoer, overige transport via vrachtwagen. 2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management • Ook in deze sector is innovatieve toepassing van SCM essentieel om een concurrentievoorsprong te krijgen. Er zijn verschillende strategieën: (1) H&M, Zara, Miss Etam die in logistiek en productie (deel in EU) investeren en zodoende zeer snel nieuwe ontwerpen in de winkels kunnen krijgen, (2) Mexx en Esprit die wat langer durende collecties hanteren en zo meer kostenvoordeel kunnen behalen, (3) Wibra en Zeeman die partijen opkopen tegen de laagste kosten. • De productie is wereldwijd uitbesteed aan lage lonen land om de kosten in de hand te houden. Echter, de goederen moeten wel snel aan klanten in geheel Europa geleverd worden, in de gewenste configuratie. Om dit te realiseren is beheersing en besturing van de keten essentieel. • De VAL-activiteiten die in Nederlandse EDC’s worden uitgevoerd zijn specialistisch voor de sector (o.a. reconditioneren) • Het via SCM goed regelen van de retourlogistiek is een belangrijk concurrentiewapen voor modeketens. Hierbij is Tracking & Tracing via RFIS een interessant instrument, omdat een dergelijke tag ook tegen diefstal kan helpen. Veel ketens hebben deze stap nog niet genomen vanwege de kosten.
| 27/57
2008-D-R0474/B
6.3
22 april 2008
Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector
3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • Investeren in een betere logistiek via SCM toepassingen kan de ontwikkel- en doorlooptijd verkleinen, en zo het % fashion in de uitverkoop drastisch verminderen. Dit brengt uiteindelijk rendement voor modeketens. • De aanvoer van fashion uit andere werelddelen kunnen gebundeld plaatsvinden, zo kunnen verschillende winkelketens kosten besparen en frequenter beleverd worden. De interesse voor bundeling neemt dan ook toe. • De modeketens kunnen door bundeling in belevering ook een bijdrage leveren aan minder kilometers in de binnensteden in Nederland, • De opkomst van RFID tags voor het op enige afstand tracken en tracen van goederen. 3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • De groeimogelijkheden in de sector zijn beperkt. De modeverkopen in West-Europa nemen de laatste tijd niet veel toe, en daarnaast vestigen grote EDC’s zich niet automatisch in Nederland. • Met SCM-toepassingen die de ketentransparantie vergroten valt er nog wel veel te optimaliseren in de goederenstroom. De invoering van Tracking en Tracing lijkt voor de fashion op termijn zeker nuttig, omdat de fashion dan door de hele keten heen gevolgd kan worden. • Er is toenemende interesse voor het gezamenlijk verschepen van goederen en zo frequenter geleverd te krijgen. 3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) • Ook hier is Ketenregie is essentieel om de Europese klanten met fashion op maat en tegen de laatste trends te blijven leveren. De productie moet zo goed mogelijk worden afgestemd op de veranderende vraag, vandaar dit een goede planning en forecasting essentieel is. Bij sommige ketens spelen de store managers hierin een essentiële rol. • Het reeds werkende systeem van retourlogistiek zal verder uitgebouwd moeten worden, bijvoorbeeld met RFID tags. • Er zal meer aandacht zijn voor productie en logistiek, omdat hiermee de uitverkoop kan worden teruggedrongen. • De retouren zullen meer en meer in outlet centers worden verkocht. 3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • Goede planning en forecasting in keten. • Meer inzetten op toepassing van reverse logistics. • Opkomst van gebruik RFID tags. • Verminderen van buffers bij EDC’s in Nederland, dit kost teveel. EDC’s krijgen meer en meer een cross-dock karakter.
| 28/57
2008-D-R0474/B
6.4
22 april 2008
Kansen voor inzet SCM-diensten in sector
4a. Belangrijkste huidige/toekomstige inzet van SCM-diensten Logistieke diensten • L1 Ketenregie: SCM-ketenregie wordt steeds meer van belang omdat de omloopsnelheden hoger worden en productlevenscycli afnemen. Support diensten • S3 Uitzendbureaus: de inzet van flexibele arbeid is in de fashion van essentieel belang vanwege de sterke seizoensinvloeden. Via uitzendbureaus zijn innovatieve oplossingen voor inzet van flexibele arbeid gevonden. • S6 Marketing: een goede afstemming tussen marketing en logistieke regie is speciaal bij promotie acties essentieel. • S7 Bancaire diensten: ook innovatieve bancaire diensten worden van steeds groter belang, omdat Europese dienstverleners vaak wordt gevraagd om een deel van het voorraadrisico op zich te nemen. • S8 IT-hard/software: de inzet van logistieke software om via tracking en tracing de goederenstroom beter te beheersen wordt steeds belangrijker. • S9 Materials handling: door de gewenste snelheid in het proces is zeker binnen EDC’s behoefte aan passende oplossingen op dit gebied, bijvoorbeeld voor het sorteren van hangende kleding via kettingbanen. • S13: Douane: Nederland staat voor de uitdaging om zich blijvend op het gebied van douane afhandeling te blijven onderscheiden van andere landen, terwijl EU harmonisatie optreedt. • S15: Beveiligingsdiensten: de vraag naar beveiliging van fashion tegen diefstal in winkels kan worden uitgebreid naar beveiliging van fashion in de gehele keten. 4b. Overzicht 5 belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 L1 Ketenregie: SCM-ketenregie wordt steeds belangrijker omdat de omloopsnelheden omhoog gaan en product-levenscycli afnemen. Het is cruciaal om de productie goed op basis van sales en forecast informatie aan te kunnen sturen. 2 S8 IT-hard/software: de inzet van logistieke software om via tracking en tracing de goederenstroom te beheersen wordt steeds belangrijker (zie L1). Doormiddel van RFID tags kan de transparantie in de keten aanzienlijk worden verbeterd. 3 S6 Marketing: een goede afstemming tussen marketing en logistieke regie wordt steeds belangrijker, omdat de mate waarin een winkel zich kan onderscheiden voor een steeds groter deel afhankelijk is van de logistieke organisatie achter de winkel. 4 S9 Materials handling: door de gewenste snelheid in het proces is zeker binnen EDC’s behoefte aan passende oplossingen op dit gebied, bijvoorbeeld voor het sorteren van hangende kleding via kettingbanen. 5 S13: Douane: Nederland staat voor de uitdaging om zich blijvend op het gebied van douane afhandeling te blijven onderscheiden van andere landen, ondanks de EU harmonisatie optreedt.
| 29/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
7 Kansen SCM diensten en innovaties in sector BASISCHEMIE
7.1
Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij
1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • De chemie sector in Nederland is onderverdeeld in twee segmenten: (1) het cluster basischemie met producenten als Shell, Total, Dow Chemicals, DSM, Air Liquide en Eastman, (2) het cluster fijnchemie met producenten als Sabic, Akzo Nobel, Ciba en BASF. Beide segmenten verschillen in logistieks aansturing sterk van elkaar. • Onder basischemie vallen petrochemie, polymeren/thermoplastics, vezels en industriële chemicaliën. Onder fijnchemie vallen o.a. verven en lakken, farmaceutische grondstoffen. • In deze analyse wordt gefocust op de mogelijkheden van SCM in het cluster Basischemie. In Nederland is de basischemie in volume en omzet het sterkst vertegenwoordigd (ca 60% van de chemische activiteiten). Dit is voornamelijk te verklaren door de ligging aan zee en de Nederlandse industriële historie met betrekking tot olie-import, delving van kolen, en winning van zout en aardgas. Uit het onderzoek blijkt dat vrijwel alle investeringen in de chemische industrie plaatsvinden op bestaande productielocaties. 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector • De basischemie is goed voor een omzet van circa € 40 miljard in 2005 en is binnen de Nederlandse industrie verantwoordelijk voor circa 10% van de werkgelegenheid, 15% van de productie, 20% van de export, 25% van de investeringen en 30% van de onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven. De investeringen bedroegen 1,5 miljard euro. 1c. Werkgelegenheid in de sector • De werkgelegenheid in het totale basischemische cluster bedraagt ca. 77.000 mensen. Hiermee is de omzet per werknemer ruim 500.000 Euro, relatief hoog. 1d. Belang van im- en export • Im- en export zijn van essentieel belang voor deze sector. De productiefaciliteiten in basischemie zijn groot genoeg om economies of scale te behalen. De totale import in 2005 was 37 miljard euro, en de export 55 miljard euro 1e. Rol NL mainports als draaischijf • De bestaande productielocaties liggen vooral bij de havens, in het bijzonder mainport Rotterdam. • Nederland blijft veruit de beste vestigingsplaats voor de basischemie. Dit blijkt uit een recent onderzoek van Cap Gemini Ernst & Young (CGE&Y). Uit het onderzoek blijkt dat vrijwel alle investeringen in de chemische industrie plaatsvinden op bestaande productielocaties. Hierbij speelt de verwachte marktgroei in het betreffende land een doorslaggevende rol. De factor ´lage arbeidskosten´ blijkt van zeer geringe invloed te zijn op de vestigingskeuze. De verwachting is dan ook dat er steeds meer investeringen zullen plaatsvinden in die nieuwe EU-landen waar de marktgroei het grootst is.
| 30/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector • Elektronica bedrijven met een EDC in NL: Shell, Total, Air Liquide, Hoek Loos, Dow Chemicals • Logistieke dienstverleners: Hoyer, De Rijke, Vos Logistics
7.2
Producten Producten overzee overzee
Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector
Prod Prod R ’dam R’dam Im Im/export Europa Europa prod prod prod prod
2a. Toelichting op logistiek SCM netwerk • De productie in de basischemie vindt voor een groot deel aan water plaats, hoofdzakelijk in Rotterdam en Terneuzen, maar ook wel in andere havens (bijv. Eemshaven). Er is daarnaast ook een cluster in Limburg, met oa. DSM, Sabic en Solvay. Naast productie vinden er ook handelsactiviteiten plaats, oa. op de Maasvlakte (MOT) • Een groot deel van de aan- en afvoer van de producten gaat over water, via deep sea, shortsea of de binnenvaart Europa in. Daarnaast wordt vooral richting België, maar ook richting Limburg en Duitsland, de pijpleiding intensief gebruikt (ca. 120 miljoen ton per jaar over de grens). Een klein gedeelte van het transport Europa in gaat per spoor, dit betreft vooral klanten die niet aan water liggen. • SCM in het netwerk speelt een grote rol. Het bijzondere van producten in de basischemie is vaak dat ze uitwisselbaar zijn, omdat ze volgens vaste specificaties zijn gemaakt. Dit betekent dat het mogelijk is voor concurrenten om producten te ‘swappen’ tussen productlocatie. Hierdoor wordt de transportafstand richting klant sterk verkleind. Ook Vendor Managed Inventory is voor het eerst grootschalig toegepast in de basischemie.
| 31/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: De kosten zijn bij basischemie van veel groter belang dan de servicegraad, ook omdat vaak in bulk aangevoerd. • Gemiddelde productwaarde: Deze is relatief laag, omdat het om halffabricaten en grondstoffen gaat • Omloopsnelheid/doorlooptijd: De omloopsnelheid is relatief lang, producten kunnen onder de juiste condities lang in opslag blijven. • Productassortiment: Dit is beperkt • Frequentie van belevering: In principe laag, alhoewel levering via pijpleiding continu is. • Betrouwbaarheid leveringen: Hoog. • Mate van klantenservice: laag, kosten is belangrijker dan service. De producten moeten wel aan strenge kwaliteitsstandaarden voldoen. • Mate van VAL/VAS diensten (postponed manufacturing): Vrijwel geen, omdat productie alleen in grote batches onder gecontroleerde omstandigheden kan plaatsvinden. • Gebruikte transportwijzen: Veelal over water, daarnaast de pijpleiding. Spoor en weg een zeer klein deel. 2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management • In de basischemie hebben de fabrikanten een relatief grote macht, en zijn productiefaciliteiten zeer moeilijk tot niet te verplaatsen. Dit maakt dat fabrikanten SCM inzetten om de goederenstroom in de keten naar de klant zoveel mogelijk te beheersen. Vendor Management Inventory is hier een onderdeel van. • Samenwerking in de supply chain speelt tevens een grote rol. De uitwisselbare producten maakt dit gemakkelijk, maar aan de andere kant wordt dit lastiger door concurrentieoverwegingen. • Er is meer en meer aandacht voor het veilig vervoer van gevaarlijke stoffen, dit maakt op termijn het gebruik van trein of weg nog minder aantrekkelijk. • De klanten zitten meer en meer verspreid over Europa, terwijl productiefaciliteiten niet zo gemakkelijk verplaatst kunnen worden. Dit maakt dat naar nieuwe vormen van supply chain samenwerking moet worden gezocht, naast de bestaande.
7.3
Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector
3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • De goederenstromen in logistieke netwerken worden steeds meer gesynchroniseerd. Waar fabrikanten voorheen veelal slechts één logistieke oplossing aanboden worden nu verschillende supply chain oplossingen gehanteerd voor klantensegmenten of producten. Bijvoorbeeld een kortere levertijd naast de reeds bestaande levertijd. • Co-siting: samenwerken in een productielocatie. Vanwege het belang van nabijheid van toeleveranciers, maar ook vanwege synergie-effecten vestigen zich vaak een aantal kleinere spelers op de site van een grote fabrikant. • Uitbesteding: Samenhangend met de trend naar uitbesteding nemen logistiek dienstverleners de logistiek on site op een chemische productiefaciliteit steeds vaker geheel of gedeeltelijk over. Dit kan dan gaan om bijvoorbeeld inbound logistiek, interne logistiek, onderdelenbeheer, voorraadbeheer en ook outbound logistiek. • Lean manufacturing: het zo efficiënt mogelijk inrichten en organiseren van een productieproces speelt uiteraard een zeer belangrijke rol in deze procesindustrie.
| 32/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • De groeimogelijkheden liggen vooral op het gebied van meer samenwerking in het productieproces zelf of in de supply chain. Een uitbreiding door een productiefaciliteit op te bouwen komt veel minder voor, dit kost ook een te grote investering. • Het verder uitbouwen van product swapping wordt eveneens weer interessant door de maatschappelijke ontwikkelingen en de nadruk op ‘green logistics’. • Het gebruik van vervoerswijzen zal nog verder veranderen in het voordeel van spoor en buisleiding, waardoor het concept van rolling stocks verder kan worden geoptimaliseerd. • De synchronisatie van logistieke processen vraagt meer softwarematige ondersteuning, die door specialistische logistieke dienstverleners kan worden aangeboden. 3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) • De regie van de SCM verloopt in de sector basischemie anders dan de meeste sectoren. De fabrikanten hebben een veel grotere marktmacht, terwijl het product uniform is. Dat betekent bijvoorbeeld dat een nauwe samenwerking via product swapping en co-siting in de sector gemeengoed is. Deze ervaringen en lessen kunnen worden overgebracht op andere sectoren, terwijl ook op deze ervaringen met innovaties kan worden voortgebouwd. • Naast Vendor Managed Inventory is ook het managen van voorraden tijdens het transport (Forward Managed Inventory of Rolling Stock optimalisation) een goede manier om de voorraadkosten te minimaliseren. • Het aanbieden van meer variëteiten is een ontwikkeling die langzaam doorzet. Hierdoor wordt het op het eerste gezicht een grotere uitdaging om met SCM deze stromen waar mogelijk te bundelen. 3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • Hernieuwde opkomst van product swapping en co-siting. • Synchronisatie van supply chains via Forward Managed Inventory of Rolling Stock optimalisation. • Inzetten op innovatief gebruik van buisleidingen. • Uitbesteding van activiteiten aan logistieke dienstverleners, wat vroeger vrijwel niet voorkwam.
| 33/57
2008-D-R0474/B
7.4
22 april 2008
Kansen voor inzet SCM-diensten in sector
4a. Belangrijkste huidige/toekomstige inzet van SCM-diensten Logistieke diensten • L4: Fysieke transport en overslag: het gebruik van spoor en weg zal verschuiven naar water en buisleiding, mede door de maatschappelijke druk om het vervoer via deze modaliteiten af te wikkelen. . Support diensten • S7 Bancaire diensten: bij het investeren in nieuwe en het delen van bestaande productiecapaciteit wordt er risico genomen. om deze risico’s zo goed als mogelijk af te dekken zijn er innovatieve financiële diensten nodig. • S8 IT-hard/software: logistieke software om de supply chain synchronisatie te besturen en beheersen in het distributienetwerk. • S15: Beveiligingsdiensten: het kunnen garanderen van een veilige supply chain is ook bij meer samenwerking tussen producenten essentieel. 4b. Overzicht 5 belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 L1 Ketenregie: om de mogelijkheden van horizontale en verticale logistieke samenwerking uit te nutten zullen de basischemie producenten meer en meer SCMactiviteiten uit gaan voeren. Ook kan men veel beter de voordelen van de uniformiteit van de producten benutten door “swapping” (wisselen van producten met dezelfde chemische samenstelling) van producten. 2 L2: VAL/VAS activiteiten: vooral de VAS-activiteiten, bijvoorbeeld door inzet van call centers, beoordelen van garantieclaims en financiële afhandeling. 3 S8 IT-hard/software: de inzet van logistieke software om de supply chain synchronisatie te besturen en beheersen in het distributienetwerk is essentieel. Dit gebeurt nu nog op individuele basis, maar door samenwerking en harmonisatie zou hier nog een efficiëntie slag gemaakt kunnen worden. 4 S15: Beveiligingsdiensten: het kunnen garanderen van een veilige supply chain is ook bij meer samenwerking tussen producenten essentieel. De aanpak voor een integrale veilige supply chain moet deels nog ontwikkeld worden. 5 L4: Fysieke transport en overslag: het gebruik van spoor en weg zal verschuiven naar water en buisleiding, mede door de maatschappelijke druk om het vervoer via deze modaliteiten af te wikkelen.
| 34/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
8 Kansen SCM diensten en innovaties in sector PHARMA
8.1
Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij
1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • Life Sciences is de aanduiding voor biotechnologie en verweven technologiegebieden. • Drie subsectoren kunnen onderscheiden worden: agrofood, menselijke gezondheid en algemene biotechnologie. Daarin zijn 11 deelmarkten te onderscheiden, namelijk: − vaccins − geneesmiddelen − diagnostische stoffen − cel-engineering − biomaterialen en implantaten − kunstorganen en actieve implantaten (bv pacemakers) − bioinformatica − imaging − andere diagnostische apparatuur − andere medische instrumenten (bv nierdialyse) − andere deelmarkten in het Life Sciences en gezondheid domein • Totale omzet van het Life Sciences en gezondheidsdomein is 15,9 miljard euro en gelijk aan 3,1% van het BBP van 2006. • Het cluster drugs, waarvoor geneesmiddelen en vaccins de belangrijkste afzetmarkten vormen, maken hier 12 miljard van uit. 44% van het aantal bedrijven in deze sector begeeft zich binnen deze deelmarkt. • Nederland kent zowel productiebedrijven (oa. Organon, Centocor), groothandels (Oa. Brocacef) als EDC’s (Amgen, Applied Bioscience) op dit gebied. Red Swan Logistics is een gespecialiseerde logistieke dienstverlener. 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector • Qua aard van de activiteiten blijkt dat in NL de productie en verkoop van eindproducten de belangrijkste activiteit is. Een tweede belangrijke activiteit is contract research. Toegevoegde waarde kan dus voornamelijk gevonden worden in handelsactiviteiten en kennis. 1c. Werkgelegenheid in de sector • De werkgelegenheid in Life Sciences bestaat uit 55.000 fte’s, waarvan binnen het cluster drugs 37.000 fte’s werkzaam zijn. 1d. Belang van im- en export • In de keten van het drugs cluster speelt import/export een grote rol. Dit behelst het traject van inkoop van de grondstoffen voor de producten tot het beleveren van internationale afzetmarkten. Voor medicijnen zijn extra documenten nodig en bestaan extra aanvullende eisen.
| 35/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
1e. Rol NL mainports als draaischijf • Voor de Nederlandse pharma bedrijven is de mainport Schiphol een belangrijk knooppunt voor export. Daarnaast komen er ook pharma producten binnen via Schiphol. Ook de haven van Rotterdam wordt gebruikt voor overslag van containers met pharma producten. 1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector • Producenten: Organon, Centacor • Groothandel: Brocacef • EDC’s: Amgen, Applied Bioscience • Logistieke dienstverleners: Red Swan Logistcis • Research partners: TechnoPartner, Netherlands Genomics Initiative, Wageningen Centre for Food Sciences
8.2
Kenschets Logistiek SCM-netwerk in sector
klant
Export
Export
producenten
Producten en Grondstoffen
Producten en Grondstoffen groothandelen klant
2a. Toelichting op logistiek SCM netwerk • In de farmaceutische sector wordt er veelal op voorraad geproduceerd. Distributie vindt vaak plaats vanuit een centrale voorraad (bij een fabriek of in een EDC) via een regionaal/lokaal DC dichtbij de markt naar de klant. Ook nemen in deze industrie de groothandels nog een prominente plaats in de keten in. • De belangrijkste trend in de sector is richting meer directe supply chains tussen producten en afnemers, waarbij echter decentrale voorraad voor een deel van de producten nog wel zal blijven bestaan. De vraag is of de groothandels hun toegevoegde waarde rol kunnen blijven verdedigen. • Om kosten te reduceren en servicegraden hoog te houden zal er ook meer samengewerkt (moeten) worden in de farmaceutische keten. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan ‘hospital logistics’ concepten. • De pharma EDC zijn deels wegens geografische en arbeidsmarkttechnische redenen in Nederland neergestreken, maar daarnaast spelen fiscale aspecten een belangrijke rol. Het gunstige fiscale klimaat in Nederland is lange tijd onderscheidend geweest, de vraag is of dit gehandhaafd kan worden (oa. concurrentie van andere landen en EU harmonisatie).
| 36/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: Het belang van kosten en service houden elkaar in deze sector in evenwicht. Door de grote productiebatches is er een focus op lage kosten, maar aan de andere kant is levering van het gewenste product op het juiste tijdstip aan de klant van groot belang. • Gemiddelde productwaarde: Deze is relatief hoog, mede omdat de producten maar een beperkt volume hebben. • Omloopsnelheid/doorlooptijd: Deze is gemiddeld, de bewaartermijn van medicijnen is relatief hoog. • Productassortiment: Dit is betrekkelijk ruim, er zijn een groot aantal verschillende medicijnen op de markt. • Frequentie van belevering: Relatief hoog, ook omdat de producten waardevol zijn is het de moeite waard om Just-in-time te leveren, de extra kosten zijn relatief minder belangrijk. • Betrouwbaarheid leveringen: Hoog, dit wordt ook bestuurd en beheerd met SCMtoepassingen. • Mate van klantenservice: Hoog, hoge service is net zo belangrijk als lage kosten • Mate van VAL/VAS diensten (postponed manufacturing): Beperkt, de producent maakt meestal al het eindproduct waar verder niet veel aan valt te veranderen/verbeteren. • Gebruikte transportwijzen: Vrachtagens, zeeschip en ook vliegtuig voor de aanvoer, vliegtuig en vrachtwagen voor de export. 2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management • Ingewikkelde en complexe Supply Chain is kenmerkend voor de sector. De hoogste prioriteit in de keten is de veiligheid van de medicijnen. Ontwikkeling en registratie van medicijnen is een langdurig, risicovol en complex proces. • Eisen aan het onderzoek en de productie van het medicijn alvorens goedgekeurd te worden zijn gigantisch hoog. Wanneer de medicijnen eenmaal op de markt zijn, willen bedrijven de ontwikkelkosten terugverdienen in de periode dat het medicijn gepatenteerd is. Steeds meer medicijnen worden echter niet langer door patenten beschermd en farmaceutische bedrijven zien zich derhalve geconfronteerd met een gevaarlijke combinatie van hoge kosten en dalende omzetten. • Doordat inkomstenniveaus vrijwel overal ter wereld stijgen, worden ook de verwachtingen en eisen van patiënten groter. Bovendien worden de gunstige perioden van marktexclusiviteit voor medicijnen die het eerst op de markt worden gebracht steeds korter. Andere bedrijven brengen snel concurrerende producten op de markt. • Farmaceutische bedrijven kampen met een groeiende fragmentatie van klantenbestanden. Deze bedrijven moeten nu niet alleen aan artsen verkopen, maar ook aan een gelaagd publiek dat steeds meer gebruik maakt van internet.
8.3
Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector
3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • De pharmacie is een zeer innovatieve sector, maar deze innovatiekracht wordt met name gericht op de ontwikkeling en productie van nieuwe medicijnen. • Vrij veel logistieke activiteiten worden in eigen beheer uitgevoerd, het aandeel uitbestedingen aan logistieke dienstverleners blijft achter in deze sector. Er ligt een groot potentieel in de farmaceutische industrie op het gebied van logistieke innovaties, met name door het gebruik van RFID en temperatuurkritische diensten.
| 37/57
2008-D-R0474/B
• • •
22 april 2008
Locatie van productie en distributielocatie hangen sterk af van belasting regelingen. Productie veel richting Ierland, Zwitserland of Nederland. Veel toepassing van six sigma, agile en lean concepten, met name in de productie. Daarnaast kopen ziekenhuizen en andere zorginstellingen steeds meer gezamenlijk aan, wat gebundelde distributie interessant maakt. Hierdoor is Ketenregie noodzakelijk groothandels en logistieke dienstverleners kunnen dit bieden.
3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • De vraag naar medicijnen zal onder invloed van de vergrijzing toenemen. Het Ministerie van Economische Zaken voorziet voor de chemisch-farmaceutische industrie een ontwikkeling van 20% groei in 2010. • Wat betreft SCM komt er steeds meer aandacht voor efficiënte logistiek in de zorg. De bundeling van goederenstromen richting zorginstellingen is een mogelijkheid, dit wordt vaak gecombineerd met andere goederenstromen (o.a. linnen). Deze trend betekent ook dat er voorraden worden aangehouden door logistieke dienstverleners voor een cluster van zorginstellingen. • Zorginstellingen kopen steeds meer gezamenlijk in. Het beheer van voorraden in het algemeen kan sterk verbeterd worden bij zorginstellingen, Dit kan met behulp van SCM voorraadoptimalisatie software, waarbij RFID tags kunnen worden ingezet. 3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) • Ketenregie is essentieel om gebundeld aan te leveren bij zorginstellingen, en om de voorraden hier te blijven besturen en beheersen. De productie moet zo goed mogelijk worden afgestemd op de gebundelde vraag, vandaar dat een goede planning en forecasting vanuit zorginstellingen naar producenten essentieel is • Ziekenhuizen houden steeds minder voorraad aan, maar willen toch snel kunnen beschikken over de nodige medicijnen en ander producten. Daarom ontstaan er, bijvoorbeeld bij gespecialiseerde dienstverleners, lokale voorraden waaruit ziekenhuizen meerdere keren per dag kunnen worden beleverd. • De inzet van RFID en eventuele andere tags kan nog sterk verbeterd worden in deze sector. 3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • RFID: Wet en regelgeving vereist dat ieder medicijn herleid kan worden tot de bron. Inzet van nieuwe technologieën als RFID kan er voor zorgen dat tracking en tracing van de medicijnen op een efficiënte en kosteneffectieve manier plaats kan vinden. RFID kan ook zeer goed toegepast worden om criminele activiteiten in de geneesmiddelenmarkt tegen te gaan. Invoering van RFID technologie in de productie en distributie van geneesmiddelen is volgens de FDA de meest veelbelovende methode om de authenticiteit van geneesmiddelen zeker te stellen en te voorkomen dat deze in het illegale circuit belanden • De farmaceutische industrie leent zich goed voor de invoering van RFID omdat de producten van de farmaceutische industrie relatief waardevol zijn en de negatieve impact van misbruik, vervalsingen of productiefouten groot is. Daarnaast is RFID relatief gemakkelijk in te voeren in de relatief sterk gecontroleerde en gestructureerde distributieketen van geneesmiddelen. • Temperatuurkritische diensten: Distributie van medicijnen moet vaak geschieden onder bepaalde vaste omstandigheden met betrekking tot temperatuur en vochtigheid. Deze omstandigheden dienen ook continue geregistreerd te worden ten einde bewijslast te hebben. Er komen steeds meer diensten op de markt, waarbij
| 38/57
2008-D-R0474/B
•
8.4
22 april 2008
technologische snufjes worden toegepast om deze omgevingsfactoren constant te houden en te meten. Een goed voorbeeld daarvan is de intelligente container van DHL, voorzien van allerlei tags en sensoren, die de temperatuur en vochtigheid meten van de medicijnen tijdens het hele transport. Ketenintegratie: Logistieke kosten maken maar een klein deel uit van de totale productkosten. Logistieke performance is echter zeer belangrijk. Het gaat erom om in een relatief korte periode de zware investeringskosten terug te verdienen. Doorlooptijdverkorting van productie tot levering aan de klant kan ervoor zorgen dat de return on investment hoger wordt. Een tweede belangrijk aspect is dat het geïnvesteerde vermogen in de medicijnen relatief hoog is en dat de medicijnen dus snel over de toonbank moeten gaan.
Kansen voor inzet SCM-diensten in sector
4a. Belangrijkste huidige/toekomstige inzet van SCM-diensten Logistieke diensten • L1 Ketenregie: de toepassing van SCM is noodzakelijk om de logistiek richting zorginstellingen te optimaliseren en goederenstromen waar mogelijk te bundelen. Het ‘Hospital Logistics’ concept is hier een voorbeeld van. • L3 Opslag en Warehousing: ziekenhuizen houden steeds minder voorraad aan, maar willen toch snel kunnen beschikken over de nodige medicijnen en andere producten. • L4 Transport en overslag: bij het transport dient rekening gehouden te worden met alle materialen die richting zorginstellingen verstuurd worden, dus naast pharma producten ook linnen, hygiëne producten en mogelijk medische apparatuur. Support diensten • S6 Marketing: de uitbesteding van logistieke activiteiten vraagt van veel van zorginstellingen (cultuuromslag), hierbij moet duidelijk de rol van verschillende partijen gecommuniceerd worden. • S8 IT-hard/software: het aansturen van gebundelde belevering en het op afstand op voorraad houden betekent dat de zorginstellingen moeten kunnen vertrouwen op de aanwezigheid van voorraad en inzicht moeten hebben in de supply chain. • S9 Materials handling: de materials handling systemen op de voorraadpunten moeten aangepast worden aan de grotere te behandelen volumes vanwege gebundelde belevering. • S14 Certificeringsdiensten: de pharma producenten moeten aan steeds meer wet- en regelgeving voldoen. Dit betekent dat certificering een steeds belangrijkere rol zullen gaan spelen.
| 39/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
4b. Overzicht top-5 belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 L1 Ketenregie: de toepassing van SCM is noodzakelijk om de logistiek richting zorginstellingen te optimaliseren, en goederenstromen waar mogelijk te bundelen. Het ‘Hospital Logistics’ concept is een vorm van ketenregie die nog verder kan worden ontwikkeld. 2 L3 Opslag en Warehousing: ziekenhuizen houden steeds minder voorraad aan, maar willen toch snel kunnen beschikken over de nodige medicijnen en ander producten. Daarom ontstaan er, bijvoorbeeld bij gespecialiseerde dienstverleners, lokale voorraden waaruit ziekenhuizen meerdere keren per dag kunnen worden beleverd. 3 S8 IT-hard/software: het aansturen van gebundelde belevering en het op afstand aanhouden van voorraad betekent dat aanpassingen en transparantie in het huidige voorraad en bestelsysteem noodzakelijk zullen zijn. 4 S9 Materials handling: materials handling systemen op voorraadpunten moeten aangepast worden aan de grotere te behandelen volumes vanwege gebundelde belevering. 5 S12 Opleiding en trainingsdiensten: in veel zorginstellingen moet de logistieke gegevensuitwisseling gestandaardiseerd worden. Werknemers moeten hier mee kunnen omgaan en vertrouwen krijgen in het systeem, zodat het aanhouden van een “eigen” grijpvoorraad niet meer hoeft.
| 40/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
9 Kansen SCM diensten en innovaties in sector HORECA/DRANKEN
9.1
Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij
1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • In Nederland zijn voorbeelden van producten in drankensector: bier (Heineken, Grolsch, Bavaria), jenevers (Bols), koffie (Douwe Egberts) en frisdranken (CocaCola). • De drankensector bestaat uit drankverkopende bedrijven (voornamelijk cafés/bars). • De Nederlandse omzet in de drankensector was in 2006 ca 3,4 miljard euro. • Voor de toekomst wordt wel stijging verwacht, maar minder uitbundig dan voorheen. • Stijging vooral door prijsstijgingen en uit een geringe toename van het volume. 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector • Toegevoegde waarde in de sector wordt voornamelijk gevonden in originaliteit en entertainment gerelateerd aan deze producten. • Toegevoegde waarde bij toeleveranciers, bijvoorbeeld innovatieve verpakkingen. 1c. Werkgelegenheid in de sector • De werkgelegenheid in de drankensector is ca. 120.000 werknemers. Dit is ca 1.4% van de werkgelegenheid in NL. • Werkgelegenheid is sterk afhankelijk van het economische klimaat. 1d. Belang van im- en export • Bedrijven in de drankensector (cafés, bars) houden zich niet bezig met import en export. • Over de hele keten gezien speelt import/export een grote rol. Voor inkoop van de (natuurlijke) grondstoffen tot het beleveren van afzetmarkten. • Slimme logistiek speelt een belangrijke rol in het veroveren van nieuwe afzetmarkten waardoor export vergroot kan worden. Kostenbesparing, hoge leverbetrouwbaarheid en lage voorraden voor de afnemers zijn belangrijke zaken. 1e. Rol NL mainports als draaischijf • Nederland heeft een groot aantal drankproducenten, zie 1f. Het overgrote deel van de import van grondstoffen en export van gereed product gaat in deze sector via zeevaart. Daarom zijn de zeehavens van Nederland belangrijke logistieke punten voor deze sector.
| 41/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector Drankensector: Cafés en bars Gerelateerd aan drankensector: • Producenten: Heineken, Grolsch, Bavaria, Douwe Egberts, Bols, Hero, Coca-Cola, Unilever • Logistiek dienstverlener: Centraal Drankenhuis Nederland, Van Uden Logistics • Groothandel: Makro, Sligro, DeliXL, Nederlandse Wijnbeurs • Inkoopcombinaties (50% ondernemers is aangesloten) • Brancheorganisaties, bijvoorbeeld Koninklijke Horeca Nederland, Productschapdranken 9.2
Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector
klant
producenten Producten en
Producten en
Grondstoffen
Grondstoffen groothandelen klant
2a. Toelichting op logistiek SCM netwerk • De drankensector wordt beleverd door de groothandel of rechtstreeks vanuit de producent. • Regie over de distributie wordt steeds vaker in handen van de producent (of dochteronderneming) genomen. Soms in partnerschap met logistiek dienstverleners. • Buitenlandse producten via importeurs bij de groothandel. • Producenten importeren (natuurlijke) grondstoffen via NL havens of over de weg. Export via dezelfde modaliteiten. 2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: Zowel kosten als service is belangrijk, daarom sterke relatie en vaste levercontracten van ondernemers met leveranciers. • Gemiddelde productwaarde: relatief laag. • Omloopsnelheid/doorlooptijd: De omloopsnelheid is kort, producten zijn beperkt houdbaar en bedrijven zijn gericht op minimaliseren voorraden. • Productassortiment: beperkt, een bedrijf in de drankensector biedt doorgaans een beperkt en overzichtelijk assortiment producten/merken aan. • Frequentie van belevering: Hoog, horecaondernemers hebben vaak beperkte opslagruimte, producten zijn beperkt houdbaar, voorspelling van vraag/afname is zeer lastig en ondernemers willen kosten van voorraden laag houden. • Betrouwbaarheid leveringen: Hoog, toeleveranciers zien belang van service bij levering in omdat vraagvoorspelling lastig is in de sector. • Mate van klantenservice: betrekkelijk hoog, horecaondernemers hebben afspraken met vaste toeleveranciers. Bijv: vaak heeft de leverancier een sleutel van de zaak.
| 42/57
2008-D-R0474/B
• •
22 april 2008
Mate van VAL/VAS diensten: Niet, transformatie van het product is na productie en verpakken doorgaans niet interessant in deze sector. Gebruikte transportwijzen: voornamelijk wegtransport. Import van producten overzee voornamelijk per schip.
2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management • Voorraadniveau beheersen en deze strategisch plaatsen in de keten. • Handling- en distributiekosten beperken, waarbij leverbetrouwbaarheid hoog moet blijven. • Foutpercentages verlagen. • ‘Nee’ verkoop verlagen. • Bereik van binnensteden verbeteren voor levering van dranken (en andere horecabenodigdheden). 9.3
Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector
3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • Verzadiging van de binnenlandse afzetmarkt. • Aantal bedrijven in drankensector neemt af. • Consument wordt veeleisender en minder voorspelbaar. • Steeds zwaardere concurrentie op exportmarkten. • Talrijke handelsbelemmeringen op buitenlandse markten. • Innovatieve nieuwe producten, verpakkingen en commerciële en logistieke concepten, die elkaar in een steeds sneller tempo opvolgen. Bedrijven die niet investeren in deze trends krijgen het lastig. • Afname van het aantal onafhankelijke nationale distributeurs omdat producenten de nationale distributie in handen leggen van 100% dochterondernemingen. 3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • Fysieke groeimogelijkheden beperkt door beperkte stijging afnamevolume. • Focus op kansen in innovatieve logistiek: om besparingen, duurzame distributieketens of concurrentievoordeel dmv verbetering servicegraad te realiseren. 3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) • Initiatieven in SCM regie zijn opkomend, maar nog niet grootschalig geïmplementeerd, zie voorbeelden in 3d. 3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • Bundeling van aanvoer en verlaging voorraden dmv nieuwe logistieke concepten. Voorbeeld is Centraal Drankenhuis Nederland en andere concepten voor consolidatiecentra. • Verbeterde ketenaansturing, slimmere inkoop en informatie-uitwisseling. Voorbeeld is Horeca Smart Chain. • Meer inzet logistieke strategieën zoals vendor managed inventory (VMI). De bierleverancier bespaart daarmee distributiekilometers door de tanks bij afnemers helemaal te vullen en bezit over het product te houden tot daadwerkelijke afname.
| 43/57
2008-D-R0474/B
9.4
22 april 2008
Kansen voor inzet SCM-diensten in sector
4a. Belangrijkste huidige/toekomstige inzet van SCM-diensten Logistieke diensten • L1 Ketenregie: steeds meer in handen van (dochterondernemingen van) drankleveranciers. • L3 Opslag en Warehousing: consolidatiecentra kunnen logistiek mogelijk verbeteren. • L4 Transport en overslag: essentieel voor de sector, vraagvoorspelling is zeer lastig en het product is vaak beperkt houdbaar, wat het spel van voorraadvorming en bestelfrequentie uitdagend maakt zeker met beperkingen zoals venstertijden en toename van de leveronbetrouwbaarheid door congestie. Support diensten • S6 Marketing: marketing is in drankensector zeer belangrijk. Supply Chain- en marketing concepten kunnen ‘elkaar dragen’, bijvoorbeeld bij het uitwisselen van informatie (bijv. communiceren van bestellingen en informeren over nieuwe producten via dezelfde portal) • S8 IT-hard/software: ondersteuning van de supply chain wordt in deze sector steeds belangrijker vanwege de ketensturing en vraagonzekerheden. • S9 Materials handling: veel leveringen in deze sector zijn voornamelijk in stedelijk gebied. Slimme materials handling systemen kunnen de bevoorrading versnellen waardoor overlast in stad kan worden beperkt. 4b. Overzicht belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 L1 Ketenregie: toepassing is gewenst om transportbewegingen te coördineren en waar mogelijk te bundelen (kostenvoordelen/maatschappelijke verantwoordelijkheid) 2 L3 Opslag en Warehousing: door bundeling van transport en consolidatie in opslag kunnen efficiëntere ketens ontworpen worden en distributie in stedelijk gebied (betreft veel ondernemers in deze sector) vereenvoudigen. 3 L4 Transport en overslag: groeiende behoefte aan innovatieve –praktisch uitvoerbare- logistieke concepten voor bevoorrading in steden (eerdere initiatieven zijn distrivaart, stadsbox en goederentram) 4 S8 IT-hard/software: betere sturing in de keten mbv geavanceerde IT kan de vraagonzekerheid in de drankensector opvangen. Daarnaast voorkomt het veelvoorkomende fouten in bestelling en belevering. 5 S9 Materials handling: Specifieke toepassingen voor afhandeling tijdens distributie zoals innovatieve ladingdragers om geluid bij lossen in steden te verminderen.
| 44/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
10 Kansen SCM diensten en innovaties in sector AUTOMOTIVE
10.1 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij 1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • De automotive industrie is qua omvang een van de grootste bedrijfstakken ter wereld. Met een jaarproductie van ca. 55 miljoen voertuigen en een omzet van ca. 2000 miljard dollar, verschaft deze industrie werk aan miljoenen mensen. Jaarlijks wordt er 75 miljard dollar uitgegeven aan R&D. • In Nederland is de automotive industrie een kleine, maar veelzijdige sector, met enkele eindfabrikanten een grote verscheidenheid aan toeleveranciers aangevuld met enkele kennisinstituten zoals TNO automotive en de TU/e. • De omzet in de automotive sector was in 2006 ca. 12 miljard. 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector • De automotive industrie is van nature een innovatieve industrie. Veel ontwikkelingen op het gebied van materialen, bewerkingen, brandstoffen, communicatie, veiligheid én logistiek hebben hun oorsprong in de automotive industrie en hebben reeds hun spin-off gehad in andere bedrijfstakken. In veel gevallen zijn deze spin-offs van daaruit weer doorontwikkeld (diffusie van innovatie) of waren aanleiding tot allerlei nieuwe innovaties. • Met het ontbreken van grote OEM’s is R&D en de productie van high tech onderdelen uitermate belangrijk, omdat daarmee een groot deel van de toegevoegde waarde wordt gerealiseerd. 1c. Werkgelegenheid in de sector • De Nederlandse automotive sector is goed voor een kleine 40.000 fte’s, waarvan 2.500 werkzaam zijn op het gebied van productontwikkeling. 1d. Belang van im- en export • 90% van de in Nederland gerealiseerde omzet wordt geëxporteerd naar OEM’s in Duitsland, Frankrijk en België. • De import t.b.v. de Nederlandse Tier 1 (directe leverancier aan een producent) en Tier 2 (leveranciers die leveren aan Tier 1 leveranciers) leveranciers bestaat voornamelijk uit grondstoffen. Export en Import gaan voornamelijk via de weg. 1e. Rol NL mainports als draaischijf • De haven van Rotterdam speelt een belangrijke rol in de aanvoer van complete voertuigen voor de Nederlandse en West Europese markt. De autoterminal van Broekman op de maasvlakte is hier een mooi voorbeeld van. • De Nederlandse mainports spelen geen grote rol in de aanvoer van de grondstoffen t.b.v. de Nederlandse Tier 1 en 2 leveranciers.
| 45/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector De onderstaande lijst geeft een compleet overzicht van de belangrijkste werkgevers (OEM’s, Tier 1 en Tier 2) voor de Nederlandse automotive industrie.
Bedrijf
Invoer
Uitvoer
Denso Europe Sensata Technologies DAF Trucks N.V. Ginaf / Terberg Burg / Nooteboom Bosch Philips
Onderdelen Sensoren
Airconditioning systemen Sensoren
Onderdelen Onderdelen Onderdelen Onderdelen -
Vrachtwagens Speciale voertuigen Trailers en aanhangwagens Diverse automotive componenten Prototypes (div. automotive componenten waaronder lampen) Schokdempers Banden Plaatstaal Coatings Kunststof delen Vrachtwagens Bussen Prototypes en advies Dak systemen
Koni Vredenstein Banden Corus Akzo nobel DSM Plastics Scania VDL PDE / TNO Inalfa Polynorm NedCar
Onderdelen Grondstoffen Grondstoffen Grondstoffen Grondstoffen Onderdelen Onderdelen Grondstoffen (staal, aluminium) Grondstoffen (staal, aluminium) Onderdelen
Carrosseriedelen Auto’s
10.2 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector
Klant Duitsland OEM (voertuigen) R’dam
Regio Eindhoven/ Helmond Born
Tier 2 (onderdelen) Klant Frankrijk Klant België
| 46/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
2a. Toelichting op logistieke SCM netwerk • Op drie locaties in Nederland worden complete voertuigen geassembleerd. In tegenstelling tot grote productielocaties in het buitenland hebben de Tier 1 leveranciers geen lokale vestiging in de buurt van deze locaties. De benodigde onderdelen moeten in dit geval compleet en just in time worden aangevoerd. • Voor de Nederlandse automotive industrie ligt de nadruk op de productie en ontwikkeling van deelsystemen. Belangrijk hiervoor is dat de levering plaats vindt op het moment dat de afnemer het betreffende onderdeel nodig heeft. • De belangrijkste groeimarkt zal afhangen van de locatiekeuze voor nieuwe grote plants. Op dit moment is er in West Europa een overcapaciteit en worden productielocaties gesloten. In China, India en Oost-Europa worden in hoog tempo productielocaties gebouwd, de grootste groeimarkt zal dan ook in deze regio’s zijn. 2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: over het algemeen definieert een afnemer tot in detail het product en de kwaliteitseisen waar het aan moet voldoen. Leveranciers selectie vindt voornamelijk plaats op basis van prijs, leverbetrouwbaarheid en historie. • Gemiddelde productwaarde: heel divers. • Omloopsnelheid: de omloopsnelheid voor servicedelen is hoog (binnen een dag) voor productiedelen is dat afhankelijk van de planning. • Productassortiment: Groot, verschillen per type auto en uitrusting. • Doorlooptijd in keten: voor een compleet voertuig vaak meerdere maanden. • Frequentie van belevering: afhankelijk van de productie methodiek van de afnemer en het aanwezig zijn van een lokaal DC. Variërend van enkele malen per maand tot meerdere keren per dag. • Betrouwbaarheid leveringen: Zeer belangrijk, omdat voorraden minimaal zijn. • Mate van klantenservice: Niet heel belangrijk, zolang men niet afwijkt van afgesproken prijs, kwaliteit en leveringscondities. • Mate van VAL/VAS diensten: veel, er is een duidelijke trend van verticale desintegratie, toeleveranciers ontwikkelen zich tot modulebouwers. • Gebruikte transportwijzen: de in Nederland gevestigde bedrijven maken voornamelijk gebruik van het wegtransport. 2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management • De trend van verticale desintegratie en just in time productie methodieken vereist een vergaande samenwerking tussen de automobiel fabrikanten Tier 1 en Tier 2 leveranciers. • De automotive industrie is een pioneer op het gebied van SCM en het lijkt erop dat, dat de komende jaren niet zal veranderen. De trend van verticale desintegratie zal juist werken als een trigger voor SCM diensten.
| 47/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
10.3 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector 3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • Een uitbreiding van de automotive industrie naar China, India en Oost-Europa heeft direct logistieke consequenties voor Tier 1 en 2 leveranciers. • De in Nederland gevestigde leveranciers hebben bijna alle maal slechts één productiefaciliteit of in een enkel geval een beperkt aantal productfaciliteiten waar vanuit ze hun afnemers bedienen. • OEM’s hebben de voorkeur voor leveranciers die een lokale vestiging hebben in de directe omgeving van de productie. De grotere afstand tussen de Nederlandse leveranciers en de OEM’s zal meer vergen van het logistieke proces in termen van kosten, maar ook in termen van betrouwbaarheid. Een strategische kwestie is de (her-) overweging van het verplaatsen van de productie naar lage lonenlanden, omdat daar nu niet alleen goedkoper geproduceerd kan worden, maar omdat daar nu ook een interessante afzetmarkt aan het ontstaan is. 3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • Auto’s worden geproduceerd waar de afzetmarkt is. Met de opkomst China, India en Oost-Europa zal de automotive markt zich die richting op uitbreiden. • Technologisch zijn er duidelijke groeimogelijkheden voor bedrijven die producten ontwikkelen en/of produceren op het gebied van voertuig elektronica, software, emissies en brandstoffen. 3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) • De Nederlandse bedrijven voeren absoluut niet de regie. • DAF is ondanks een productie van 200 vrachtwagens per dag nog steeds een kleine speler, daardoor zijn ze afhankelijker van hun toeleveranciers zijn dan bijvoorbeeld een vrachtwagen fabrikant zoals Mercedes. • Ook al ben je als toeleverancier markleider de OEM voert de Ketenregie. 3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • Siemens heeft voor de automobielindustrie de eerste RFID (radio frequency identification) transponders en readers ontwikkeld. Dit systeem bleek goed uitleesbaar onder alle omstandigheden, er kon veel meer data worden opgeslagen en bovenal was het mogelijk om na een bepaalde bewerking data weg te schrijven. Naar verwachting zal de RFID technologie ook buiten de automotive industrie gemeengoed worden met een jaar of 5. De RFID technologie zal een scala aan nieuwe diensten mogelijk maken doordat een product door de keten heen kan worden gevolgd en er een aanzienlijke (t.o.v. een barcode) hoeveelheid data kan worden weggeschreven. • Supply Chain optimalisatie beperkte zich in het verleden alleen tot de opwaartse keten. Optimalisatie van de retourstroom zal in de toekomst steeds belangrijker worden door o.a. milieuwetgeving en stijgende grondstofprijzen. Ook deze trend zal aan diverse diensten tal van mogelijkheden bieden, variërend van reverse logistics en ontmanteling tot duurzame productontwikkeling. • Lean production methoden en verticale desintegratie hebben geleid tot efficiëntere en flexibelere ketens, mits alle schakels goed op elkaar ingrijpen. Deze trend biedt
| 48/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
een scala van mogelijkheden voor de (door-) ontwikkeling van allerlei diensten en producten om de flexibiliteit en efficiëntie in de keten te waarborgen door bijvoorbeeld toeleveranciers te verplichten gebruik te maken van RFID tags.
10.4 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector 4a. Belangrijkste huidige inzet van SCM-diensten Logistieke diensten • L2 VAL en VAS: de automotive industrie in Nederland is nu vooral geconcentreerd op de ontwikkeling en productie van onderdelen. • L3 Opslag en warehousing: veel auto’s en onderdelen voor West-Europa worden geïmporteerd via de Rotterdamse haven. Daarnaast verlaten via dezelfde haven ook weer veel nieuwe en gebruikte auto’s Europa. Support diensten • S7 Bancaire diensten: financiering van gebouwen, productiemiddelen en producten. • S8 IT hard/software: de verdere desintegratie en de opkomst van China, Azië en Oost-Europa zal zijn effect hebben op logistieke diensten. IT technologieën worden gebruikt om de supply chain inzichtelijk te houden. • S13 Douane diensten: in- en uitklaren van auto’s. 4b. Belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 S8 IT hard/software: de RFID technologie is dan voor de meeste OEM’s niets nieuws meer, maar veel toeleveranciers werken er nog niet mee. Nederlandse toeleveranciers die makkelijk kunnen aanhaken bij systemen van OEM’s zullen absoluut een streepje voor hebben t.o.v. de meer traditioneel georganiseerde bedrijven. 2 S9 Materials handeling: met de uitbreiding van de automotive markt naar de lage lonenlanden zal de productie in West-Europese landen nog efficiënter moeten worden. 3 S11 Consultancy en advies: ook R&D activiteiten zullen meer en meer worden uitbesteed in de toekomst. De absolute top ontbreekt op dit moment in Nederland. De toegevoegde waarde ervan is echter zeer groot even als het effect ervan op Nederlandse leveranciers. 4 S12 Opleiding/training: door de uitbreidende productie- en afzetgebieden en de steeds toenemende logistieke mogelijkheden zorgen ervoor dat werknemers niet genoeg hebben aan oude logistieke skills. 5 L2 VAL en VAS: de trend van verticale desintegratie lijkt voor als nog niet gestopt en biedt bij uitstek mogelijkheden voor de ontwikkeling van VAL en VAS activiteiten zoals: de productie van voertuigspecifieke modules, het aanbrengen van merk specifieke labels en beheer/distributie van onderdelen.
| 49/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
11 Kansen SCM diensten en innovaties in sector DETAIL/SUPERMARKT
11.1 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij 1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • De detailhandel in Nederland bestaat uit 110000 verschillende ondernemingen en een veelvoud aan winkels. Binnen de detailhandel telt de supermarktbranche 3100 verschillende ondernemingen. • De bruto toegevoegde waarde van de detailhandel was in 2006 ca. 14.6 miljard euro. Dit is 2.7 % van de totale Nederlandse economie. • De supermarktbranche was het afgelopen jaar goed voor een omzet van 25.2 miljard euro. • In de eerste maanden van 2007 steeg de supermarkt omzet met gemiddeld 3.75%. (de prijzen zijn gemiddeld gestegen met 1.5%). • Op Ahold na zijn de meeste ondernemingen in deze branche nationaal georganiseerd. Ahold heeft met zijn supermarktketen Albert Hein een marktaandeel in Nederland van 25%.[bron cijfers: www.hbd.nl] 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector • Inherent aan de aard van de branche is de netto toegevoegde waarde in de keten relatief laag. 1c. Werkgelegenheid in de sector • De detailhandel is door zijn omvang een belangrijke bedrijfstak voor de Nederlandse economie. Deze bedrijfstak vertegenwoordigt niet alleen een groot aantal ondernemingen, banen en openstaande vacatures (7.5%) maar ook groot aantal starters (15.5%). • In totaal zijn ongeveer 697.500 mensen werkzaam in de detailhandel waarvan 206.000 in de supermarktbranche. 1d. Belang van im- en export • Het belang van import en doorvoer voor de Non-food producten is groot. • Voor een aantal specifieke food producten (zuivel, vlees en groeten) is de export van groot belang. 1e. Rol NL mainports als draaischijf • De haven van Rotterdam speelt een belangrijke rol in de aanvoer van producten voor de detailhandel. De rol van Schiphol is hierin te verwaarlozen • Versproducten worden veelal aangevoerd via de weg.
| 50/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector De onderstaande lijst geeft een compleet overzicht van de grootste werkgevers naar het aantal vestigingen in Nederland.
Albert Heijn 697 Aldi 417 Blokker 565 C1000 463 DA 458 Etos 440 Gall en Gall 516 Kruidvat 728 Wereldwinkel 378 Zeeman 486 Aantal verkooppunten per keten (peildatum eind 2006) [Bron: HBD/Locatus]
11.2 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector
Producenten
Eemaven
West-Europa
Dordrecht
2a. Toelichting op logistieke SCM netwerk • Veel goederen komen het land binnen via de Rotterdamse haven en worden vanaf daar met de trein of via de weg getransporteerd naar diverse distributie centra (DC). • Kenmerkend voor de Eemhaven is de concentratie van DC’s gericht op Elektronica en fast moving goods. • De regio Dordrecht concentreert zich op de voedings- en genotmiddelen industrie. 2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: de kosten, de prijs die een consument moet betalen voor een product ligt onder druk door bijvoorbeeld de supermarktoorlog maar ook door de opkomst van internetwinkels en vergelijkingssites. Desondanks verwacht de klant een hoog serviceniveau. • Gemiddelde productwaarde: heel divers. • Omloopsnelheid: heel divers. • Productassortiment: een gemiddelde supermarkt heeft een assortiment van ongeveer 14400 artikelen. • Doorlooptijd in keten: sterk afhankelijk van het product.
| 51/57
2008-D-R0474/B
• • • • •
22 april 2008
Frequentie van belevering: sterk afhankelijk van het product, maar er is een trend richting dagelijkse belevering (ook voor niet dagverse producten). Betrouwbaarheid leveringen: steeds belangrijker, omdat voorraden bij de winkels zelf steeds kleiner worden. Mate van klantenservice: steeds belangrijker door o.a. toegenomen (prijs) transparantie. Mate van VAL/VAS diensten: sterk afhankelijk van de sector, gedacht moet worden aan activiteiten zoals; ompakken, bundeling en het toevoegen van software en handleidingen. Gebruikte transportwijzen: over het algemeen via de weg.
2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management • Voor een aantal producenten is Nederland de mainport naar West-Europa voor deze producenten is uiteraard de rol en aanwezigheid van SCM belangrijk. • Detaillisten lopen gemiddeld een derde van de omzet mis door nee-verkopen. Consumenten bestellen liever op internet dan dat ze moeten wachten op hun bestelling. Lege vakken worden niet meer geaccepteerd. Geconcludeerd kan dan ook worden dat de rol van SCM steeds belangrijker wordt.
11.3 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector 3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • Een van de belangrijkste trends is de 24-uurs levering van goederen. Bij meeste postorder bedrijven is dit inmiddels de standaard. Dat dit zijn invloed heeft op de logistiek mag duidelijk zijn. • Er worden elk jaar meer producten via internet verkocht en rechtstreeks verzonden naar de eindgebruiker. Vroeger kregen winkels enkele keren per week een (grote) levering en werden producten uitsluitend via winkels gedistribueerd. De toename van internetverkoop en frequentere belevering van winkels heeft zijn invloed op de vraag naar logistieke diensten. • Het aantal buitenlandse ketens neemt toe bijvoorbeeld; H&M, IKEA, Mediamarkt, Lidl, Aldi en bouwmarkt Hornbach. Hierdoor zal de concurrentie toenemen evenals de drive om te zoeken naar kosten besparende SCM-oplossingen. 3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • De marges staan continu onderdruk, hoge omloop snelheden en kleine lokale voorraden triggeren een verdere optimalisatie van het logistieke proces. • Nieuwe winkelconcepten waar advies het product is. Consumenten worden dan tegen betaling geholpen door een adviseur waarna ze vrij zijn om het geadviseerde product elders te kopen. 3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) • Binnen een winkelketen is er absoluut aandacht voor ketenregie activiteiten zoals: retourafhandeling, doorlooptijd, supply chain efficiëntie, product specifieke conditionering en het afstemmen van vraag/aanbod. Met de ontwikkeling van ketenregie activiteiten tussen complementerende winkelketens zou nog een flinke efficiëntie slag gemaakt kunnen worden. Hierbij zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan samenwerkingsverbanden op het gebied van opslag en distributie tussen bijvoorbeeld een keten van schoenenwinkels en modezaken.
| 52/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • De detailhandel introduceert in verhouding tot andere sectoren veel meer nieuwe producten dan welke andere branche dan ook. In vergelijking met ander sectoren is de detailhandel wel minder innovatief als het gaat om diensten en werkmethoden. De grootste innovatie op dit gebied is de ontdekking van internet als informatie en verkoopkanaal. • SCM-innovaties in de branche zijn op te delen in innovaties gericht op de efficiency en innovaties gericht op service en communicatie richting de klant. De algemene trend is dat het serviceniveau omhoog gaat en er meer ingespeeld wordt op de belevingswereld van de klant, tegen lagere of gelijke kosten. Een kenmerk van de detailhandel is dat bij 93% van de bedrijven minder dan 9 personen werkzaam zijn (40 uur per week) en dat slechts bij 1% van de bedrijven meer dan 100 mensen werkzaam zijn (deze bedrijven zijn overigens wel goed voor 50% van de werkgelegenheid binnen de sector). Een beperkt aantal bedrijven is dus instaat om ingrijpende SCM-innovaties uit te werken en in te voeren. Zoals bijvoorbeeld de Duitse retailer Metro die op een innovatieve manier gebruik maakt van RFID technologie t.b.v. voorraadbeheer en de financiële afhandeling.
11.4 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector 4a. Belangrijkste huidige inzet van SCM-diensten Logistieke diensten • L2 VAL en VAS: afhankelijk van het product. Bijvoorbeeld het ompakken en verwerken van dag verse producten of het toevoegen van documentatie. • L3 Opslag en warehousing: veel producten worden in grote hoeveelheden geproduceerd, geoogst of geïmporteerd alvorens de distributie naar filialen plaatsvindt • L4 Transport en overslag; via de Rotterdamse haven worden veel goederen geïmporteerd waarna ze hun weg vervolgen via rail (veelal doorvoer) of weg. Transport naar distributie centra en vandaar naar de filialen gaat uitsluitend via de weg. Support diensten • S6 marketing: in de detailhandel worden jaarlijks veel nieuwe producten geïntroduceerd ieder met een specifieke marktintroductie. • S8 IT hard/software: variërend van websites tot de ontwikkeling van RFID toepassingen. • S13 Douane: in- en uitklaren van goederen. 4b. Belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 S8 IT hard/software: er ontstaat meer concurrentie tussen kleinere zelfstandige ondernemers en de grote winkelketens waardoor ook efficiëntie voor de deze ondernemers steeds belangrijker gaat worden. Tal van IT SCM-innovaties zijn denkbaar om de efficiëntie van de zelfstandige ondernemer te verbeteren. Bijvoorbeeld het afstemmen van vraag/aanbod en het gezamenlijk inkopen van goederen en diensten. Een andere kans voor de categorie S8 is de opkomst van de RFID technologie en de mogelijkheden die deze tags bieden. 2 S12 Opleiding en Training: het runnen van een winkel is veel complexer geworden door ondermeer de toegenomen transparantie, hogere omloopsnelheden, complexere producten, kleinere marges en beter geïnformeerde consumenten. Al
| 53/57
2008-D-R0474/B
3
4
5
22 april 2008
oude verkoop skills zijn wellicht niet meer afdoende om op een efficiënte manier voorraden aan te houden en goederen te bestellen/afleveren. S7 Bancaire diensten: starten (met uitzondering van een internet winkel) of overnemen van een kleinbedrijf wordt steeds moeilijker vanwege beperkte financieringsmogelijkheden. Het financiële risico is vanwege de kleinschaligheid en het grote aanbod over het algemeen hoger dan in andere sectoren. L2 VAL en VAS: ook in de detailhandel beperkte supply chain optimalisatie zich alleen tot de opwaartse keten, door veranderende milieuwetgeving zal optimalisatie van retourstromen steeds belangrijker worden. L4 Transport en overslag: vroeger verkocht de detailhandel over het algemeen nationaal geproduceerde producten nu is eigenlijk alles overal verkrijgbaar. Naarmate meer producten van verder moeten komen wordt transport en overslag belangrijker (snelheid/voorraad vs. prijs).
| 54/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
12 Kansen SCM diensten en innovaties in sector ZUIVEL
12.1 Kengetallen belang sector voor Nederlandse economie/maatschappij 1a. Omzet van de sector en huidige positie op wereldmarkt • Het aantal melkveehouderbedrijven was in 2005 ruim 23.500. Dit is een daling van 3.3% t.o.v. het aantal bedrijven in 2004. Daar tegen over staat wel een kleine stijging van het gemiddeld aantal koeien (61) per bedrijf en een toegenomen melkproductie (7500 kg) per koe van 2%. • Er zijn 15 zuivel verwerkende ondernemingen met in totaal 50 fabrieken • De twee grootste coöperaties hebben ook productielocaties in het buitenland. Campina heeft belangen in België en Duitsland en Friesland Dairy Foods in ZuidOost Azië. 1b. Mate van toegevoegde waarde activiteiten in de sector De toegevoegde waarde is relatief hoog. Met een enkel basis product als melk kan een grote variëteit aan producten geproduceerd worden. 1c. Werkgelegenheid in de sector In totaal zijn ongeveer 10.800 mensen werkzaam in de zuivelindustrie
1d. Belang van im- en export Im- en export zijn van groot belang voor de Nederlandse zuivelindustrie zoals in de onderstaande tabel te zien is. In totaal is er in 2006 voor 3.7 miljard aan zuivelproducten geëxporteerd naar voornamelijk Duitsland, België en Frankrijk
Kaas Boter Mager melkpoeder Niet mager melkpoeder Gecondenseerde melk (x 1000 ton)
Export 496 126 57 157 227
Import 157 32 153 70 214
[Bron:Productschap zuivel] 1e. Rol NL mainports als draaischijf De mainports spelen geen significante rol in de zuivelindustrie. 1f. Belangrijkste NL bedrijven in sector Twee grote coöperatieve ondernemingen domineren de Nederlandse markt. Samen verwerken ze ongeveer 2/3 van de totale melkproductie. De onderstaande lijst is een top 5 van de grootste zuivel verwerkende bedrijven in Nederland.
| 55/57
2008-D-R0474/B
Friesland Dairy Foods Campina Leerdammer Comp. DOC Kaas Nestlé Nederland
22 april 2008
Omzet x mln euro (2005) 4419 3569 346 329 250
12.2 Kenschets logistiek SCM-netwerk in sector
Duistland
Frankrijk
België
2a. Toelichting op logistieke SCM netwerk • 84% van de in Nederland geproduceerde kaas gaat naar landen binnen de EU. Naar Duitsland gaat 38% gevolgd door België met 10% en Frankrijk met 9%. De export van boter laat ongeveer dezelfde percentages zien. Dit transport gaat vrijwel uitsluitend via de weg evenals de import van zuivelproducten zoals Franse kaas en melkpoeder. 2b. Kenschets Logistieke indicatoren • Belang kosten vs. service: de marges zijn gering in deze branche. • Gemiddelde productwaarde: gering. • Omloopsnelheid: heel divers, van melk hoog van kaas kan dit laag zijn. • Productassortiment: grootste deel van de omzet wordt gerealiseerd met een beperkt aantal producten. Het productassortiment is de laatste jaren wel explosief gegroeid. • Doorlooptijd in keten: sterk afhankelijk van het product. • Frequentie van belevering: enkele malen per week (zowel bij de veehouder als aan de detailhandel). • Betrouwbaarheid leveringen: steeds belangrijker, omdat door het grotere assortiment de schapruimte per product kleiner wordt en daarmee ook de voorraad per winkel. • Mate van klantenservice: in vergelijking met andere sectoren niet heel belangrijk omdat er (over het algemeen) geen direct klantencontact is. Melkveebedrijven werken veelal met vaste afnemers. • Mate van VAL/VAS diensten: eigenlijk niet van toepassing. • Gebruikte transportwijzen: over het algemeen via de weg.
| 56/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
2c. Aanwezigheid en rol Supply Chain Management Een kenmerk van deze branche is dat coöperatieve ondernemingen de markt domineren. Bij de zuivelcoöperaties zijn de melkveehouders mede-eigenaar en beslissen zij mee over het beleid. Om zo gezamenlijk doelen bereiken die voor elk individu onbereikbaar zouden zijn geweest, zoals het vergroten van de economische macht en het behalen van schaalvoordeel. Door deze manier van organiseren is rol en de aanwezigheid supply chain management per definitie belangrijk.
12.3 Logistieke trends en ontwikkelingen, en groeimogelijkheden sector 3a. Belangrijkste strategische logistieke trends en ontwikkelingen in de sector • Aantal melkveehouders neemt af. • Stabilisatie van de binnenlandse markt. • Consument koopt meer verschillende producten, maar in totaal niet meer. • De houdbaarheidsdatum in combinatie met de doorlooptijd is voor sommige producten een handelsbelemmering. 3b. Belangrijkste groeimogelijkheden in de sector • Er is een stijgende vraag naar zuivelproducten uit grote delen van Zuidoost-Azië, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. • Grotere variëteit aan zuivelproducten en verpakkingsvormen. • Exporteren van meer soorten zuivelproducten. • Verlengen van de houdbaarheidsdatum. • Opzetten van productiefaciliteiten in het buitenland. 3c. Gevolgen voor ontwikkeling Ketenregie activiteiten (visie op rol SCM in sector) De samenwerking in deze sector is dermate goed georganiseerd dat een tweetal coöperaties de markt domineren. Deze twee grote coöperaties zouden een goede basis kunnen zijn voor de ontwikkeling van SCM-producten en diensten. De samenwerking beperkt zich echter tot advies op het gebied melkmachines, hygiëne, kwaliteit en productie. Een dergelijk grote vereniging zou bijvoorbeeld ook goed kunnen bemiddelen tussen producenten en boeren. 3d. Huidige en toekomstige SCM-innovaties • Bundeling van aanvoer en verlaging voorraden dmv. nieuwe logistieke concepten. • Verbeterde ketenaansturing, slimmere inkoop en informatie-uitwisseling. • Uitbreiden productassortiment door samenwerking met buitenlandse fabrikanten. • Samenwerking tussen kleinere ondernemingen. • Aanbieden van additionele diensten, bijvoorbeeld als collectieve verzekeringen.
| 57/57
2008-D-R0474/B
22 april 2008
12.4 Kansen voor inzet SCM-diensten in sector 4a. Belangrijkste huidige inzet van SCM-diensten Logistieke diensten • L1 Ketenregie: wat ketenregie betreft is deze sector niet te vergelijk met andere sectoren omdat een deel van de sector is aangesloten bij een coöperatie. • L4 Transport en overslag: de grote coöperaties hebben hun huidige netwerken naar kosten geoptimaliseerd (binnen historisch gegroeide beperkingen zoals productielocaties). Support diensten • S6 marketing: in de detailhandel worden jaarlijks veel nieuwe producten geïntroduceerd ieder met eigen marktintroductie en strategie. • S8 IT hard/software: de grote coöperaties helpen hun leden met hun administratie via beveiligde websites. • S11 Consultancy en advies: de coöperaties adviseren hun leden op het gebied van hygiëne, apparatuur, kwaliteit en bedrijfsvoering. • S14 Certificeringdiensten: in de voedings en levensmiddelen industrie is dit een niet te verwaarlozen support dienst. 4b. Belangrijkste kansen om inzet SCM-diensten in de toekomst te verhogen 1 S11 Consultancy en advies: adviseren van boeren in het buitenland. Op het gebied van stallenbouw en dierverzorging. 2 S12 Opleiding en training: het boerenbedrijf is de laatste jaren aanzienlijk gemoderniseerd door enerzijds wetgeving en anderzijds een lage vergoeding per liter melk. Dit maakt dat een moderne boer geen bestaansrecht meer heeft als die niet mee gaat met de tijd. 3 L3 Transport en Overslag: samenwerking tussen fabrikanten uit hetzelfde koelvak om zo transport kilometers te minimaliseren en de beladingsgraad te maximaliseren. In het bijzonder de kleinere onafhankelijke ondernemingen. Het te behalen voordeel voor de grotere coöperaties zal aanzienlijk minder zijn. 4 S4 Onderhoud en beheer: juist opkomende technologieën zoals mestvergistingsinstallaties bieden kansen voor gespecialiseerde bedrijven. Gespecialiseerde bedrijven zouden het onderhoud en de exploitatie van randapparatuur kunnen overnemen van de boer. 5 L3 Opslag en warehousing: Het integreren van het productieproces in de supply chain, bijvoorbeeld de rijp tijd bij kazen.