Achtergrondnota Grondwater
Basisdocument KRW Maas Versie 3.1, april 2008
Het onderwerp grondwater is tot nu toe niet of beperkt aan de orde gekomen in de gebiedsprocessen. Het RBO-Maas heeft op 3 april besloten wat betreft grondwater een inhaalslag te maken, waarbij het voortouw ligt bij de provincies. De voorliggende versie (3.1.) van het Basisdocument is derhalve vastgesteld onder voorbehoud van de onderdelen waarin grondwater aan de orde komt. De versie 4.0 (juni 2008) zal hierin gaan voorzien.
Dit document is gebaseerd op de gegevens uit de database zoals die maart 2008 bekend waren. Aan de getallen mogen geen conclusies worden verbonden en de gegevens mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Colofon Deze nota is het product van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas (RBO-Maas). De volgende partijen nemen daaraan deel:
Provincie Noord-Brabant Provincie Limburg Provincie Zuid-Holland Provincie Gelderland Waterschap Aa en Maas Waterschap Roer en Overmaas Waterschap Brabantse Delta Waterschap Hollandse Delta Waterschap De Dommel Waterschap Peel en Maasvallei Waterschap Rivierenland Rijkswaterstaat dienst Limburg Rijkswaterstaat dienst Noord-Brabant Rijkswaterstaat dienst Zuid-Holland Gemeente Tilburg Gemeente Oostflakkee Gemeente Maastricht Gemeente Venlo Gemeente ’s-Hertogenbosch Gemeente Roosendaal (onafhankelijk) voorzitter van de maasbrede klankbordgroep Ministerie Verkeer en Waterstaat, DG water Ministerie Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat Ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit directie Zuid
Voor vragen over deze nota kunt u contact opnemen met: Projectbureau Kaderrichtlijn Water Maas Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch tel. 073.6812718
[email protected] Meer informatie over de Kaderrichtlijn Water en het stroomgebied van de Maas vindt u op: www.kaderrichtlijnwater.nl
Het Basisdocument (“versie 3.1”) is gebaseerd op de uitkomsten van de gebiedsprocessen in het Maasstroomgebied, de adviezen van de maatschappelijke groeperingen in de Maasbrede Klankbordgroepvergadering van 31 maart 2008 en de bestuurlijke standpuntbepaling van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas (RBO-Maas) op 3 april 2008. Het onderwerp grondwater is tot nu toe niet of beperkt aan de orde gekomen in de gebiedsprocessen. Het RBO-Maas heeft op 3 april besloten voor grondwater een inhaalslag te maken, waarbij het voortouw ligt bij de provincies. De versie (3.1) van het Basisdocument is derhalve vastgesteld onder voorbehoud van de onderdelen waarin grondwater aan de orde komt. De versie 4.0 (juni 2008) zal hierin gaan voorzien. In aanvulling op dit Basisdocument zijn er vier achtergrondnota’s beschikbaar.
pagina 2 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING................................................................................................................................4
2
DOELEN GRONDWATER .......................................................................................................4 2.1 Inleiding ...............................................................................................4 2.2 Toestandsbepaling grondwater ...............................................................5
3
KNELPUNTEN .........................................................................................................................6 3.1 Knelpunten chemische toestand grondwaterlichamen ................................6 3.2 Knelpunten chemische toestand grondwaterwinningen voor menselijke consumptie...........................................................................................9 3.3 Knelpunten kwantiteit en Natura 2000 gebieden .....................................13
4
MAATREGELEN ....................................................................................................................14 4.1 Maatregelen in grondwaterlichamen ......................................................14 4.2 Maatregelen bij grondwaterwinningen voor menselijke consumptie ...........15 4.3 Maatregelen kwantiteit en Natura 2000 gebieden ....................................17
5
SAMENVATTING GRONDWATERMAATREGELEN, OP TE NEMEN IN HET SGBP ........18
Annex 1: Lijst van winningen voor de openbare drinkwatervoorziening in het Maasstroomgebied……………………………………………………………………….21 Annex 2: Lijst van winningen van industriële onttrekkingen voor menselijke consumptie…..24 Annex 3: Voorlopige toestandsbeoordeling van de onttrekkingen voor de openbare drinkwatervoorziening in Brabant………………………………………………………26
pagina 3 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
1.
INLEIDING
Dit hoofdstuk beschrijft de beoogde maatregelen om te voldoen aan de doelen van de KRW en de Grondwater Richtlijn (GWR). Na de vaststelling van de GWR in december 2006 is in de loop van 2007 en begin 2008 meer duidelijkheid gekomen over een aantal doelen en kaders in de vorm van Europese ‘guidances’ en ‘guidelines’. Voor een aantal doelen en normen wordt een voorlopige beoordeling gegeven vooruitlopend op definitieve informatie die in de loop van 2008 beschikbaar komt, zoals drempelwaarden en informatie over grondwaterverontreinigingen. In deze nota is aangegeven wat de doelen zijn waaraan het grondwater moet voldoen, wat de knelpunten zijn en welke maatregelen worden genomen om het grondwater in goede toestand te houden of te krijgen. In een aantal gevallen wordt een onderzoeksmaatregel voorgesteld, omdat nog niet voldoende bekend is over de omvang van het knelpunt of over de beste aanpak. Dit zal in de periode tot 2015 dit verder worden onderzocht.
2.
DOELEN GRONDWATER
2.1. Inleiding De doelen van de KRW en de GWR waaraan het grondwater in 2015 moet voldoen zijn: De Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG), Bijlage V, paragraaf 2.3.2 eist ten aanzien van grondwaterkwaliteit: De chemische samenstelling van het grondwaterlichaam is zodanig dat de concentraties van verontreinigende stoffen: als hierna vermeld geen effecten van zout of andere intrusies vertonen; de uit hoofde van andere communautaire wetgeving toepasselijke kwaliteitsnormen niet overschrijden, in overeenstemming met artikel 17; niet zodanig zijn dat de ingevolge artikel 4 voor bijbehorende oppervlaktewateren aangegeven milieudoelstellingen niet worden bereikt, een significante vermindering van de ecologische of chemische kwaliteit van die waterlichamen optreedt of significante schade wordt toegebracht aan terrestrische ecosystemen die rechtstreeks afhankelijk zijn van het grondwaterlichaam.
De Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG), Bijlage V, paragraaf 2.1.2 eist ten aanzien van grondwaterkwantiteit: De grondwaterstand in het grondwaterlichaam is van dien aard dat de gemiddelde jaarlijkse onttrekking op lange termijn de beschikbare grondwatervoorraad niet overschrijdt. Dienovereenkomstig ondergaat de grondwaterstand geen zodanige antropogene veranderingen dat: de milieudoelstellingen (volgens artikel 4) voor bijbehorende oppervlaktewateren niet worden bereikt, de toestand van die wateren significant achteruitgaat, significante schade wordt toegebracht aan de terrestrische ecosystemen die rechtstreeks van het grondwaterlichaam afhankelijk zijn, en er kunnen zich tijdelijk, of in een ruimtelijk beperkt gebied voortdurend, veranderingen voordoen in de stroomrichting ten gevolge van veranderingen in de grondwaterstand, maar zulke omkeringen veroorzaken geen intrusies van zout water of stoffen van andere aard en wijzen niet op een aanhoudende, duidelijk te constateren antropogene tendens in de stroomrichting die vermoedelijk tot zulke intrusies zal leiden.
De KRW biedt de mogelijkheid om de termijn waarop het grondwaterlichaam in goede toestand komt te verlengen tot 2021 of uiterlijk 2027, mits goed onderbouwd. De KRW biedt ook de mogelijkheid tot doelverlaging. Die optie is in deze fase nog niet overwogen.
pagina 4 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
2.2. Toestandsbepaling grondwater Kwaliteit De Grondwaterrichtlijn (december 2006) stelt normen voor nitraat en bestrijdingsmiddelen. Voor overige stoffen dienen de Lidstaten zelf drempelwaarden te bepalen. Drempelwaarden zijn een nieuw begrip in het Nederlandse waterbeleid en dienen als uitgangspunt voor de toestandbepaling van de grondwaterkwaliteit. In de voorliggende tekst is uitgegaan van de Europese grondwaterkwaliteitsnormen en de Nederlandse concept-drempelwaarden. De definitieve drempelwaarden kunnen leiden tot wijzigingen in dit hoofdstuk. Bij het benoemen van knelpunten is tevens een inschatting gemaakt van de effecten van bestaand en voorgenomen beleid (zoals het mestbeleid en het toelatingsbeleid bestrijdingsmiddelen). Kwantiteit Bij de karakterisering van 2004 is geconcludeerd dat de grondwaterlichamen in ‘goede’ of in ‘mogelijk slechte’ kwantitatieve toestand zijn. Belangrijkste reden voor een mogelijk slechte toestand is de relatie met ecosystemen. Grondwaterlichamen en Register beschermde gebieden In het Maasstroomgebied bevinden zich de volgende grondwaterlichamen: Zand–Maas (NLGW0006), Zout–Maas (NLGW0013), Duin–Maas (NLGW0017), Slenk–Diep–Maas (NLGW0018) en Krijt–Maas (NLGW0019), zie figuur 1. Omdat in al deze grondwaterlichamen onttrekkingen voor menselijke consumptie plaatsvinden worden Duin-Maas, Zand-Maas, Krijt-Maas en Slenk-Diep-Maas als Drinking Water Protection Areas (DWPA’s) opgenomen in het Register van beschermde gebieden. Omdat in Zout-Maas geen onttrekkingen voor menselijke consumptie plaatsvinden wordt dit grondwaterlichaam daarin niet opgenomen. Monitoring en toetsing Toetsing vindt plaats per grondwaterlichaam op basis van het KRW-meetnet dat bestaat uit het Provinciaal Meetnet Grondwaterkwaliteit op 10 en 25 meter diepte. Het meetnet in het grondwaterlichaam Slenk-Diep-Maas wordt ingevuld met de gegevens uit de onttrekkingsputten van de diepe winningen voor de drinkwatervoorziening in Noord-Brabant en Limburg. Het meetnet in Krijt– Maas bestaat uit natuurlijke bronnen. Als minder dan 20% van de meetpunten in een grondwaterlichaam de norm overschrijdt is het – conform EU-aanwijzingen- grondwaterlichaam in goede toestand. Als 20% of meer van de meetpunten niet aan de norm voldoet moet worden bekeken of de van het grondwater afhankelijke functies, zoals natuur of onttrekkingen voor menselijke consumptie, in gevaar zijn. Als dit niet het geval is bevindt het grondwaterlichaam zich toch in goede toestand. Als het grondwaterlichaam niet in goede toestand is zijn maatregelen nodig. Voor de monitoring van de kwantiteit zijn meetpunten uit de provinciale primaire meetnetten aangewezen.
pagina 5 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Figuur 1:
3.
Kaart Grondwaterlichamen stroomgebied Maas.
KNELPUNTEN
Deze paragraaf beschrijft de verwachte knelpunten waarop, na uitvoering van bestaand beleid, in 2015 nog niet zal worden voldaan aan de doelen van de KRW en de GWR.
3.1. Knelpunten chemische toestand grondwaterlichamen Kwaliteit van de grondwaterlichamen Ten aanzien van de kwaliteit stelt de GWR eisen in de vorm van rechtstreeks werkende normen voor nitraat en bestrijdingsmiddelen en de verplichting voor lidstaten om drempelwaarden vast te stellen voor een aantal andere stoffen. Drempelwaarden representeren een basiskwaliteit voor grondwaterlichamen, rekening houdend met de functie en de natuurlijke omstandigheden van het grondwaterlichaam (zie kader). Uit: notitie VROM aan LBOW ‘Voorstel afleidingsmethodiek drempelwaarden voor grondwater(28-1-08) “Drempelwaarden representeren een algemeen beschermingsniveau (basiskwaliteit) voor grondwaterlichamen.” “Het gaat erom dat de Nederlandse grondwaterlichamen als geheel kwalitatief gezien in een zodanige staat verkeren, dat de voor de KRW en GWR relevante receptoren – aquatische en grondwaterafhankelijke terrestrische ecosystemen en de mens – in algemene zin voldoende zijn beschermd. Anders gezegd streven we voor grondwaterlichamen als geheel naar een basiskwaliteit, die in de drempelwaarden tot uitdrukking moet komen.” (…) “Gekozen wordt voor drempelwaarden die het daadwerkelijke risico voor de relevante receptoren representeren. Daarbij moet ook vastlegging, afbraak en verdunning van stoffen op het pad tussen bron en receptor worden verdisconteerd in de hoogte van de drempelwaarden.” (…) “Voldoet de chemische kwaliteit van het grondwater in alle meetpunten aan de drempelwaarden, dan verkeert het betreffende grondwaterlichaam automatisch in een goede chemische toestand. Het overschrijden van
pagina 6 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
drempelwaarden levert daarentegen niet meteen de kwalificatie ‘ontoereikende chemische toestand’ op. Want als uit een nader onderzoek (risicoanalyse) naar de overschrijding blijkt dat de receptoren (ecosystemen en mens) ondanks de overschrijding geen gevaar lopen, is de goede chemische toestand van het betreffende grondwaterlichaam alsnog een feit. Drempelwaarden fungeren dus ook als ‘attentiewaarde’ voor nader onderzoek.” e
Gekozen is voor een groeimodel, waarbij in 2008 voor 6 stoffen, drempelwaarden worden vastgelegd voor de 1 SGBP-periode. Later worden drempelwaarden vastgesteld voor een tweede groep stoffen. Betrokken partijen hebben aangegeven het tegen deze achtergrond efficiënt te vinden om de landelijke drempelwaarden voor grondwater centraal af te leiden en juridisch vast te leggen in het Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water (kortweg: AMvB Doelstellingen). In de AMvB komt derhalve een overzicht van 26 grondwaterlichamen met per afzonderlijk grondwaterlichaam een lijst van stoffen met de daarbij behorende drempelwaarde. Per grondwaterlichaam kan de hoogte van de drempelwaarde per stof verschillen, vanwege de achtergrondconcentraties die per grondwaterlichaam variëren. e
In Nederland is ervoor gekozen om in het 1 SGBP drempelwaarden vast te stellen voor een beperkt 1 aantal stoffen (chloride , fosfaat, arseen, cadmium, lood, nikkel) door deze in 2008 op te nemen in de AMvB Doelstellingen. Voor een aantal andere stoffen wordt in de loop van 2008 drempelwaarden afgeleid, maar nog niet vastgesteld (besluit LBOW, 20 februari 2008). In het navolgende worden de resultaten vermeld van de toetsing aan de normen en voorlopige drempelwaarden. Deze laatste zijn onder voorbehoud van de definitieve vaststelling en van de definitieve toestand- en trendbepaling (gereed juni 2008). De kwaliteitsdoelen staan vermeld in tabel 1. Tabel 1:
Europese grondwaterkwaliteitsnormen (GWR, 2006) en Nederlandse concept drempelwaarden (RIVM, 3 maart 2008) voor de grondwaterlichamen in het Maasstroomgebied.
Duin-Maas Zout-Maas Zand-Maas Slenk-Diep-Maas Krijt-Maas
EU-normen (GWR) NO3 Bestrijdings– middelen mg/l µg/l 50 0,1 50 0,1 50 0,1 50 0,1 50 0,1
NL Drempelwaarden (RIVM) -- concept -As Cd Cl Ni P-tot µg/l 8,25 19,50 6,00 1,50 1,65
µg/l 0,53 0,53 0,53 0,53 0,53
mg/l 162 nvt 141 141 141
µg/l 30,0 30,0 30,0 30,0 30,0
mg/l 0,45 1,05 0,45 0,00 0,15
Pb µg/l 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1
Voorlopige toetsing van de KRW-meetnetgegevens 2006 aan de EU-normen levert het volgende beeld: Nitraat (norm 50 mg/l): grondwaterlichaam Duin-Maas: < 20% normoverschrijdingen; grondwaterlichaam Zout-Maas: < 20% normoverschrijdingen; grondwaterlichaam Zand - Maas: nu nog > 20% normoverschrijdingen, maar het landelijke mestbeleid is erop gericht de norm te realiseren in 2015 [‘Werking van de Meststoffenwet 2006’ van het Milieu- en Natuur Planbureau (MNP) en brief van minister LNV aan TK van 3 december 2007]; grondwaterlichaam Krijt-Maas: nu > 20% normoverschrijdingen, dus geen goede toestand. Het rijksmestbeleid met stikstofgebruiksnormen (derde Nitraat Actie Programma, NAP) heeft weliswaar geleid tot een reductie van nitraatuitspoeling, maar in Krijt-Maas is dit onvoldoende om aan de norm te voldoen. Het Rijk (ministerie van LNV) heeft aangegeven niet meer e maatregelen te zullen nemen dan wat in het 3 NAP is opgenomen. Uit diverse studies en evaluaties [zie bijvoorbeeld ‘Werking van de Meststoffenwet 2006’ van het Milieu- en Natuur Planbureau (MNP)] blijkt dat dit niet voldoende is om in het grondwaterlichaam Krijt-Maas in 2015 aan de KRW-doelen voor nitraat te voldoen; grondwaterlichaam Slenk – Diep - Maas: < 20% normoverschrijdingen.
1
Voor zoute grondwaterlichamen zoals Zout-Maas (Goeree-Overflakkee) wordt geen drempelwaarde voor chloride vastgesteld.
pagina 7 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Bestrijdingsmiddelen (norm 0,1 μg/l per stof en 0,5 μg/l als somnorm voor alle stoffen): de beoordeling is nog onder voorbehoud van de toetsing aan de hand van de nulmeting 2007 en de toestand- en trendbepaling (gereed juni 2008). Voor het grondwaterlichaam Duin-Maas kan geen betrouwbare uitspraak worden gedaan. Er zijn weliswaar in enkele ondiepe meetpunten bestrijdingsmiddelen aangetroffen maar vooralsnog zijn geen maatregelen nodig (Hoofdnotitie Detailanalyse Grondwater KRW Zuid-Holland, 10 maart 2008).
Voorlopige toetsing van de KRW-meetnetgegevens 2006 aan de concept drempelwaarden (RIVM, maart 2008) levert het volgende beeld op:
Chloride: < 20% normoverschrijdingen in alle Maas-grondwaterlichamen;. 2 Fosfaat: < 20% normoverschrijdingen in alle Maas-grondwaterlichamen . Arseen: < 20% normoverschrijdingen in alle Maas-grondwaterlichamen; Cadmium: < 20% normoverschrijdingen in alle Maas-grondwaterlichamen; Lood: < 20% normoverschrijdingen in alle Maas-grondwaterlichamen; Nikkel: < 20% normoverschrijdingen in alle Maas-grondwaterlichamen.
De zware metalen arseen, cadmium, lood en nikkel zijn van nature aanwezig in de bodem en zijn mobiel geraakt onder invloed van nitraatuitspoeling en verzuring. In de voorlopige toetsing wordt in minder dan 20% van de meetpunten de norm overschreden. De trendbepaling is in juni 2008 gereed. Dan vindt ook de inschatting plaats of een eventuele negatieve trend voor 2015 kan zijn gekeerd; e daarbij zal rekening worden gehouden met het feit dat de lagere stikstofgebruiksnormen in het 3 Nitraat Actie Programma ook leiden tot vermindering van de mobiliteit van zware metalen in het grondwater. KRW-knelpunt: nitraat in grondwaterlichaam Krijt-Maas. KRW-knelpunt: onzekerheid over de bestrijdingsmiddelen in de grondwaterlichamen Zand-Maas en Krijt-Maas. Interactie: invloed van grondwater op oppervlaktewaterkwaliteit De invloed van grondwater op de kwaliteit van oppervlaktewateren is groot. Bij het afleiden van de drempelwaarden per grondwaterlichaam is rekening gehouden met de (ecologische) eisen van het ontvangende oppervlaktewater. Belangrijk knelpunt in een aantal oppervlaktewaterlichamen is een overmaat aan nutriënten (zie ook Toelichting Basisdocument hoofdstuk 2 en 3). Een groot deel daarvan komt via het grondwater in het oppervlaktewater terecht (‘Invloed grondwaterkwaliteit op oppervlaktewater, RH/TNO, 2007). Dit zijn, afhankelijk van de regionale bodemopbouw en hydrologie, processen die enkele jaren tot vele tientallen jaren in beslag nemen. Maatregelen aan maaiveld leveren dus pas op termijn ook resultaat in het oppervlaktewater. In enkele oppervlaktewaterlichamen vormen zware metalen een knelpunt. De uitspoeling van zware metalen uit de bodem via het grondwater naar het oppervlaktewater is een langdurig proces. Dit is onderzocht voor Brabant in de Stromon-studie (Stromon, TNO, 2007). Voor Limburg loopt momenteel een vergelijkbare studie Wahyd (gereed juni 2008). Vanuit het oppervlaktewater zijn er, naast de algemene nutriëntenproblematiek geen andere specifieke knelpunten ten aanzien van de interactie tussen grondwater en oppervlaktewater naar voren gebracht. KRW-knelpunt: fosfaat binnen grondwaterlichamen Zand-Maas en Krijt-Maas. Grootschalige historische verontreiniging in De Kempen Als gevolg van de historische atmosferische belasting vanuit de zinkfabrieken is de bovengrond van de Kempen sterk opgeladen met zware metalen, voornamelijk zink en cadmium. Vanuit de bovengrond heeft uitloging naar het grondwater plaatsgevonden. Uit modelberekeningen blijkt dat een gebied van 30 bij 30 km tot een diepte van maximaal 40 meter lokaal verontreinigd zal zijn. Dit grensoverschrijdende gebied ligt aan Nederlandse zijde in het grondwaterlichaam Zand-Maas. Door 2
Kanttekening: de drempelwaarde voor fosfaat zal voor het 2e SGBP worden herzien [notitie VROM 28-1-08)
pagina 8 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
de Stuurgroep van ABdK (Actief Bodembeheer de Kempen) is op 13 februari 2008 voorgesteld voor e het invloedsgebied in het 1 SGBP geen aparte status aan te vragen ( keuze voor “niet administratief e onderscheiden”). De stuurgroep ABdK heeft het voorstel gedaan aan het RBOM om in het 1 SGBP de historische grondwaterbelasting in de Kempen als een historische verontreinigingspluim op te nemen waarvoor uitzonderingsregelingen gelden. In de rapportage zal ingegaan worden op de in het gebied aanwezige historische belasting met zware metalen, het effect hiervan op de kwaliteit van het oppervlaktewater, en de belangrijkste maatregel: vrachtverwijdering door de sanering van zinkassen, zinkaswegen en verontreinigde waterbodems. Het RBOM heeft hier 21 februari 2008 mee ingestemd. Omdat er sprake is van een beperkte uitbreiding in verticale zin, van het gebied waar het grondwater verontreinigd is wordt niet voldaan aan de eisen die de KRW stelt ten aanzien van het inbrengen van gevaarlijke stoffen in het grondwater (artikel 6 van de GWR). Het verplaatsen van de pluim door de natuurlijke grondwaterstroming wordt gezien als het inbrengen van verontreinigende stoffen in het grondwater die leiden tot een verslechtering van de toestand van het grondwater omdat aanvankelijk schoon grondwater nu een verontreiniging bevat. Er zullen dus maatregelen moeten worden genomen. KRW-knelpunt: uitbreiding van de grondwaterverontreiniging met cadmium en zink in de Kempen in het grondwaterlichaam Zand-Maas. Historische puntverontreinigingen in stedelijk gebied Op de schaal van de grondwaterlichamen vormen puntverontreinigingen in principe geen KRWknelpunt voor de grondwaterkwaliteit. Onder veel stedelijke gebieden zijn ernstige grondwaterverontreinigingen aanwezig die het gevolg zijn van historische activiteiten. Soms is sprake van verschillende pluimen met verontreinigingen die elkaar overlappen. In het geval dat de verontreinigingspluim zich nog uitbreidt wordt niet voldaan aan de eis dat er geen sprake mag zijn van het inbrengen van verontreinigende stoffen in het grondwater. Het verplaatsen van de pluim wordt gezien als een verslechtering van de toestand van het grondwater omdat aanvankelijk schoon grondwater nu een verontreiniging bevat. Er zullen dus maatregelen moeten worden genomen. In hoeverre dit als KRW-knelpunt moet worden benoemd is onderwerp van de bestuursconferentie Bodem op 21 mei 2008. Hierover bestaat nog geen officieel IPO-standpunt. KRW-knelpunt: mogelijke verplaatsing van grootschalige verontreinigingen onder stedelijk gebied in grondwaterlichamen Zand-Maas en Krijt-Maas.
3.2. Knelpunten chemische toestand grondwaterwinningen voor menselijke consumptie Overzicht winningen Binnen het Maasstroomgebied bevinden zich een groot aantal onttrekkingen voor menselijke consumptie: voor de openbare drinkwatervoorziening, voor drinkwaterwinningen in eigen beheer en voor industriële doelen. Onder water voor menselijke consumptie wordt conform de Drinkwaterrichtlijn verstaan alle water dat gebruikt wordt voor, of in contact komt met, levensmiddelen. De grondwaterbeschermingsgebieden van winningen voor de openbare drinkwatervoorziening staan afgebeeld in figuur 2 en annex 1.
pagina 9 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Figuur 2:
Grondwaterbeschermingsgebieden (openbare drinkwaterwinningen) in stroomgebied Maas.
De industriële winningen voor menselijke consumptie die actief worden gebruikt en door de Provincie in het kader van de Grondwaterwet zijn vergund, staan afgebeeld in figuur 3 (zie ook annex 2).
Figuur 3:
Industriële winningen voor menselijke consumptie in het Maasstroomgebied
pagina 10 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Van drinkwaterwinningen in eigen beheer bestaat nog geen compleet overzicht. Winningen met een capaciteit kleiner dan 10m³ per uur zijn in Brabant en Limburg meestal niet vergunningsplichtig; daardoor zijn niet alle winningen bij de Provincies bekend. Het gebruik van een eigen winning als drinkwater moet aan het ministerie van VROM gemeld worden. Het ministerie van VROM zorgt voor een overzicht van deze winningen (planning: in 2008 gereed). Het toezicht op deze winningen berust bij de VROM-inspectie. KRW-knelpunt: van drinkwaterwinningen in eigen beheer bestaat nog geen compleet overzicht. Kwaliteit: preventie van risico’s Voor de onttrekkingen voor menselijke consumptie stelt de KRW dat er geen achteruitgang van de grondwaterkwaliteit mag zijn, zodanig dat de zuiveringsinspanning zou toenemen. Er is in geheel Nederland al een basisbescherming van het grondwater via het generieke milieubeleid: met name de Wet bodembescherming, Wet milieubeheer, het derde Nitraatactieprogramma en het bestrijdingsmiddelenbeleid. Daarnaast is in de Provinciale Milieuverordening specifiek grondwaterbeschermingsbeleid gericht op het voorkómen van risico’s vastgelegd voor de bescherming van onttrekkingen voor de openbare drinkwatervoorziening; hiertoe zijn rond deze winningen grondwaterbeschermingsgebieden en/of boringsvrije zones aangewezen (figuur 2). De doelstelling van de Kaderrichtlijn Water is gelijk voor de openbare drinkwatervoorziening en voor overige winningen voor menselijke consumptie. Voor de industriële en eigen winningen bestaat geen specifiek grondwaterbeschermingsbeleid zoals voor de openbare drinkwaterwinningen; ook zijn nog geen andere specifieke maatregelen geformuleerd. Er is geen sprake van rechtsongelijkheid indien voor drinkwater en industriële winningen verschillende maatregelen worden genomen, zolang het doel maar bereikt wordt. Hierbij mag rekening gehouden worden met de kosteneffectiviteit. Zonering is één van de mogelijke maatregelen. KRW-knelpunt: onduidelijkheid over de noodzaak van aanvullend beleid voor industriële winningen voor menselijke consumptie en voor drinkwaterwinningen in eigen beheer met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de KRW. Als de noodzaak er is moet nog aanvullend beleid of andere maatregelen worden geformuleerd. Kwaliteit: beoordeling van de ruwwaterkwaliteit bij winningen openbare drinkwatervoorziening Voor de beoordeling van de kwaliteit van het grondwater dat wordt onttrokken ten behoeve van menselijke consumptie wordt momenteel een voorstel uitgewerkt door VROM. Deze beoordelingsmethodiek zal in de AMvB-Doelstellingen worden opgenomen. Als voorlopige beoordeling voor het Maasstroomgebied zijn de meetresultaten van ruwwaterkwaliteit getoetst (annex 3) aan de GWR-normen en de drinkwaternormen (als indicatie van kwaliteitsniveau waarbij eenvoudige zuivering volstaat bij de drinkwaterbereiding). Deze voorlopige toetsing levert het volgende beeld: - Winningen binnen grondwaterlichaam Duin-Maas: geen kwaliteitsproblemen. - Winningen binnen grondwaterlichaam Zand-Maas: de volgende kwaliteitsproblemen: - Nitraat: normoverschrijdingen bij enkele winningen in Zand-Maas, maar onder invloed van het rijksmestbeleid (stikstofgebruiksnormen) is de achteruitgaande trend al gekeerd. - Bestrijdingsmiddelen: bij een aantal ondiepe en middeldiepe winningen in Noord-Brabant en Limburg zijn in de afgelopen jaren in toenemende mate bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Deze situatie is mede ontstaan als gevolg van het rijkstoelatingsbeleid voor bestrijdingsmiddelen in de voorgaande periode. Het toelatingsbeleid is sinds 2005 aangescherpt met een extra veiligheidsfactor voor toepassingen in deze kwetsbare gebieden. Gezien de traagheid van het grondwatersysteem zal het effect daarvan in 2015 nog niet volledig merkbaar zijn bij de onttrekkingsputten; bovendien is onzeker of het voldoende effectief zal zijn om hier het doel te realiseren. - Nikkel: overschrijding van de drinkwaterkwaliteitsnorm bij Vierlingsbeek (Noord-Brabant), veroorzaakt door hoge natuurlijke achtergrondwaarden in combinatie met verzuring onder invloed van nitraat. Ten gevolge van de reeds aangescherpte stikstofgebruiksnormen zal de
pagina 11 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
nikkelconcentratie op termijn weer afnemen, maar dat is een traag proces, dat pas na 2015 leidt tot doelrealisatie. - In toenemende mate zijn op een aantal locaties nieuwe stoffen aangetroffen zoals MTBE (toegevoegd aan benzine als loodvervanger) en geneesmiddelen. - Winningen binnen grondwaterlichaam Slenk-Diep-Maas: geen kwaliteitsproblemen. - Winningen binnen grondwaterlichaam Krijt-Maas: de volgende kwaliteitsproblemen: - Nitraat: normoverschrijdingen bij alle winningen in Krijt-Maas (Zuidelijk Limburg); dit vormt een KRW-knelpunt omdat het rijksmestbeleid voor dit grondwaterlichaam waarschijnlijk onvoldoende effectief zal zijn om het doel in 2015 te realiseren. - In toenemende mate zijn op een aantal locaties nieuwe stoffen aangetroffen zoals MTBE (toegevoegd aan benzine als loodvervanger) en geneesmiddelen. - Bestrijdingsmiddelen: bij een aantal ondiepe winningen in het Mergelland zijn in de afgelopen jaren in toenemende mate bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Zoals hierboven vermeldt is het rijkstoelatingsbeleid inmiddels aangescherpt maar is het effect nog niet volledig merkbaar en bovendien is het onzeker of het voldoende effectief zal zijn om hier het doel te realiseren. KRW-knelpunten winningen voor de openbare drinkwatervoorziening: nitraat (Krijt-Maas), bestrijdingsmiddelen (Zand-Maas en Krijt-Maas), nikkel ( Zand-Maas), MBTE (Zand-Maas, Krijt-Maas), geneesmiddelen (Zand-Maas, Krijt-Maas) Kwaliteit: beoordeling van de kwaliteit bij industriële en eigen winningen Van de industriële en eigen winningen wordt aangenomen dat – op grond van wettelijke verplichtingen – voldoende monitoringgegevens van het ruwwater bekend zijn bij de onttrekkers, maar het overdragen van deze gegevens aan VROM of aan de provincies ten behoeve van KRW-rapportages moet nog nader worden geregeld. Er zijn geen knelpunten in de waterkwaliteit bekend. KRW-knelpunt industriële winningen: Eventuele kwaliteitsproblemen bij industriële en eigen winningen zijn niet bekend doordat nog niets is geregeld over de overdracht van monitoringgegevens van het ruwwater. Kwaliteit: Historische puntverontreinigingen Historische puntverontreinigingen kunnen een bedreiging vormen voor grondwaterwinningen voor menselijke consumptie. Eventuele knelpunten in grondwaterbeschermingsgebieden als gevolg van historische puntverontreinigingen die van invloed zijn op onttrekkingen voor menselijke consumptie zijn urgent binnen het vigerend bodemsaneringsbeleid, voor zover sprake is van ernstige grondverontreiniging en er tevens sprake is van onacceptabele risico’s voor verspreiding. Het aantal verontreinigingen dat een reële bedreiging vormt voor de drinkwaterwinningen en industriële onttrekkingen voor menselijke consumptie is nog niet bekend; dit wordt in de periode 20082009 onderzocht middels historisch en nader onderzoek. Ook is nog niet bekend in hoeverre het vigerende bodemsaneringsbeleid toereikend is om alle KRW-knelpunten op te lossen omdat de doelen die het bodemsaneringsbeleid nastreeft af kunnen wijken van de KRW-doelen. KRW-knelpunten puntverontreinigingen bij winningen voor de openbare drinkwatervoorziening: het aantal reële bedreigingen is nog niet bekend en niet bekend is in hoeverre het vigerend bodemsaneringsbeleid leidt tot doelrealisatie KRW. KRW-knelpunt puntverontreinigingen bij industriële en eigen winningen: het aantal reële bedreigingen is nog niet bekend en niet bekend is in hoeverre het vigerend bodemsaneringsbeleid leidt tot doelrealisatie KRW.
pagina 12 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Figuur 4: Natura 2000 gebieden en grondwaterlichamen
3.3. Knelpunten kwantiteit en Natura 2000 gebieden Grondwaterlichamen Wat betreft de kwantiteitsdoelen zijn de grondwaterlichamen in 2004 op basis van ‘expert-judgement’ beoordeeld als in goede kwantitatieve toestand. Een analyse van de kwantitatieve toestand van de grondwaterlichamen in het Maasstroomgebied aan de hand van gemeten stijghoogten (‘Proefdraaien KRW monitoring Grondwater Maas’ Haskoning 2006) heeft de positieve beoordeling bevestigd. Op landelijke schaal wordt in de loop van 2008 een globale waterbalans voor de verschillende grondwaterlichamen opgesteld. Mede op basis hiervan wordt de kwantitatieve toestand beoordeeld. Invloed van grondwaterkwantiteit op toestand oppervlaktewater Geen knelpunten op het niveau van de grondwaterlichamen. Op kleinere schaal speelt verdroging, zie hieronder. Natura 2000 gebieden In Nederland is voor de meeste Natura 2000 gebieden afgesproken om de verdroging met prioriteit te bestrijden. De concrete instandhoudingsdoelen per gebied zijn momenteel nog niet definitief door het Rijk vastgesteld, dit gebeurt in een separaat traject. De Natura 2000 gebieden zijn weergegeven in figuur 4. KRW-knelpunt: een aantal Natura 2000 gebieden heeft een grondwatergerelateerde problematiek. Zoutwaterintrusie Binnen de grondwaterlichamen in het Maasstroomgebied zijn geen problemen met zout water intrusie. De zout-zoet grens is stabiel.
pagina 13 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
4.
MAATREGELEN
Dit hoofdstuk beschrijft de beoogde maatregelen om de in hoofdstuk 3 benoemde KRW-knelpunten op te lossen. Daarbij gaat het steeds om aanvullende maatregelen ten opzichte van bestaand beleid.
4.1. Maatregelen in grondwaterlichamen Kwaliteit grondwaterlichamen In de grondwaterlichamen worden de volgende maatregelen beoogd: Problematiek nitraat in grondwaterlichaam Krijt-Maas: 0nderzoeksmaatregel. Aanvullende brongerichte stikstofmaatregelen zijn nodig voor het oplossen van de overschrijdingen van de norm. De verantwoordelijkheid voor dergelijke nitraatmaatregelen ligt zowel bij het Rijk als bij de Provincie. Daar het Rijk geen aanvullende maatregelen overweegt neemt de Provincie Limburg initiatief om te komen tot een onderbouwing van doelfasering en het opstellen van een kosteneffectief maatregelenpakket gericht op zo spoedig mogelijke doelrealisatie. Daartoe zal een kwantiteits- en kwaliteitsmodel van het Mergelland worden gemaakt waarmee de effecten van maatregelen kunnen worden bepaald. Het model moet zowel uitspraken doen over het effect als de termijn waarop deze effecten merkbaar zijn in onttrekkingsputten en natuurlijke bronnen. Bestrijdingsmiddelen in Zand-Maas en Krijt-Maas: aan de hand van de resultaten van toestands- en trendbepaling (juni 2008) zal worden bepaald of maatregelen nodig zijn. Interactie: invloed van grondwater op oppervlaktewaterkwaliteit Fosfaat in de grondwaterlichamen Zand-Maas en Krijt-Maas: onderzoeksmaatregel. Fosfaat uit bodem en grondwater levert een substantiële bijdrage aan knelpunten in een aantal oppervlaktewaterlichamen in de regio. Daarom zal in 2008-2009 een onderzoeksmaatregel worden ingezet, in de vorm van een grondige bureaustudie naar: o regionale omvang van fosfaatvoorraden in de bodem, uitspoeling naar grondwater en oppervlaktewateren en de termijn waarop fosfaat nog blijft uitspoelen naar oppervlaktewateren; o relevante landelijke en regionale maatregelen als aanvulling op generiek mestbeleid. Grootschalige historische verontreinigingen Ten aanzien van de historische grootschalige cadmium- en zinkverontreinigingen in De Kempen zal in e de 1 SGBP-periode geen aparte status worden aangevraagd voor dit gebied. De bron van de verontreiniging is sinds 1973 gestopt. Om aan de verplichtingen van de KRW te voldoen zullen de monitoring en de maatregelen die door ABdK als zinvol en effectief zijn gekozen, en deels al in gang e zijn gezet, onverkort worden opgenomen in het 1 SGBP. Op deze wijze wordt voldaan aan de KRWeisen: de input van verontreinigingen, zo veel als mogelijk, te stoppen zodat er geen nalevering meer kan plaatsvinden naar het grondwater. Opruimen van alle zinkassen is vanuit het oogpunt van maatschappelijke kosteneffectiviteit niet zinvol. In de periode tot 2015 zullen wegen en tuinen waar zinkassen zijn aangetroffen worden gesaneerd. De kosten van de sanering bedragen enkele tientallen miljoenen euro’s. Verder zal worden onderzocht welke maatregelen, beheer en monitoring nodig zijn in de periode na 2015. Door ABdK is in de periode 2001 - 2007 onderzocht op welke wijze de belasting van het grondwater en het oppervlaktewater kan worden verminderd door maatregelen in het grondwatersysteem zelf. De volgende scenario’s zijn hierbij onderzocht: Aanleggen van drains in kwelgebieden waarmee versnelde uitspoeling naar oppervlaktewateren kan worden gerealiseerd; Injectie van grondwater op ongeveer 20 m beneden maaiveld om verdere infiltratie van verontreinigd grondwater te voorkomen; (Traditioneel) onttrekken, zuiveren en herinfiltreren van verontreinigd grondwater op grote schaal. Op basis van de uitgevoerde scenario’s blijkt dat (deze) maatregelen een zeer beperkt effect hebben, zeer hoge maatschappelijke kosten met zich meebrengen en een zeer gering maatschappelijk rendement opleveren. Dit laatste met name omdat de voorgestelde maatregelen, onder meer grootschalige aanleg van interceptiedrains, vaak tegenstrijdig zijn met het ingezette beleid van verdrogingsbestrijding en het realiseren van veerkrachtigere watersystemen.
pagina 14 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Historische verontreinigingen in stedelijk gebied De grootschalige historische verontreinigingen onder stedelijke gebieden worden via de Wet Bodembescherming aangepakt. Hiervoor heeft het Rijk in het kader van de Wet bodembescherming geld beschikbaar gesteld, prioritering aangegeven en een tijdpad uitgezet. Dit tijdpad houdt in dat gezondheidsrisico’s als gevolg van bodemverontreiniging uiterlijk in 2010 op grond van daadwerkelijk onderzoek in beeld zijn (onderzoeksmaatregel). Het betreft locaties die met spoed dienen te worden aangepakt op grond van humaantoxicologische risico's. In dit overzicht is tevens per locatie aangegeven welke (tijdelijke) maatregelen zijn genomen of voorzien. Voor 2015 vormt bodemverontreiniging geen bedreiging meer voor de volksgezondheid omdat spoedlocaties met humaantoxicologische risico’s voor 2015 zijn gesaneerd of beheerst. Een vergelijkbaar overzicht zal uiterlijk voor 2015 beschikbaar zijn voor de overige risico’s (ecologie en verspreiding). De overige spoedlocaties worden na 2015 aangepakt. Deze doelstellingen en het tijdpad zullen in de komende bestuursconferentie van 21 mei 2008 aan de orde komen. Mogelijk zal een en ander in een later stadium in een intentieverklaring worden vastgelegd. Hiermee is duidelijk dat het tempo waarmee dit gebeurt zodanig is dat in 2015 niet alle verontreinigingen zullen zijn opgeruimd. Uit het oogpunt van maatschappelijke kostenbateneffectiviteit wordt een versnelling van dat programma niet als haalbaar en betaalbaar gezien. Derhalve zal voor deze verontreinigingen in het kader van de KRW-verplichtingen doelfasering e moeten worden aangevraagd. In de 1 SGBP-periode wordt duidelijk om welke gebieden het gaat.
4.2. Maatregelen bij grondwaterwinningen voor menselijke consumptie Risicopreventie Het specifieke grondwaterbeschermingsbeleid rond de winningen voor de openbare drinkwatervoorziening, gericht op het weren van risicovolle activiteiten, zal worden gecontinueerd door de Provincies. De bestaande grondwaterbeschermingsgebieden (zie figuur.2) vormen de ‘safeguard 3 zones’ waarover de KRW spreekt . Voor de drinkwaterwinningen voor de openbare drinkwatervoorziening zijn wat betreft risicopreventie geen aanvullende maatregelen nodig. Voor industriële winningen voor menselijke consumptie in Brabant wordt voorgesteld te onderzoeken welke andere maatregelen in aanmerking komen, op basis van risico-evaluaties en kosteneffectiviteit; te denken valt aan verplaatsen van de winning, aansluiten op het drinkwaternet, maatregelen ter voorkoming van het doorboren van beschermende lagen, ruimtelijke maatregelen via het bestemmingsplan, en andere waterkwaliteitsmaatregelen. Die maatregelen kunnen per winning verschillend zijn. Voor de industriële winningen voor menselijke consumptie is in Limburg al in een eerder stadium voorgesteld om per winning maatwerk te leveren. Hierbij per winning in overleg met gemeente en industrie te onderzoeken welke maatregelen in aanmerking komen. Te denken valt aan de maatregelen die bij de tweede optie zijn genoemd. Voor de industriële en eigen winningen in Zand-Maas, Slenk-Diep-Maas en Krijt-Maas zijn de volgende maatregelen beoogd: - Industriële winningen: Onderzoeksmaatregel (onder voorbehoud van instemming van Statencommissie Ruimte en Milieu in Noord-Brabant): - De provincies Noord-Brabant en Limburg onderzoeken (zonodig per winning) welke maatregelen nodig zijn om de doelstellingen van de KRW voor industriële winningen voor menselijke consumptie te behalen, op basis van kosten effectiviteit en risicoanalyses, en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering. Kostenraming € 200.000 per Provincie voor het onderzoek, exclusief kosten van maatregelen. Periode 2008-2011: onderzoek; 2009-2015: eventuele maatregelen daaruit voortvloeiend. - Eigen winningen: idem, uitvoering nader te bepalen in overleg tussen VROM en de Provincies (of het IPO).
3
De GWR-Guideline [titel] stelt dat safeguard zones kunnen worden ingesteld om maatregelen te focussen. Dat is een nadere invulling van KRW-Artikel 7 lid 3: De lidstaten dragen zorg voor de nodige bescherming van de aangewezen waterlichamen met de bedoeling de achteruitgang van de kwaliteit daarvan te voorkomen, teneinde het niveau van zuivering dat voor de productie van drinkwater is vereist, te verlagen. De lidstaten kunnen voor die waterlichamen beschermingszones vaststellen.
pagina 15 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Kwaliteitsverbetering Maatregelen gericht op oplossing van de knelpunten met grondwaterkwaliteit rond de winningen voor de openbare drinkwatervoorziening: - Nitraat bij winningen in Krijt-Maas (Zuidelijk Limburg): Onderzoeksmaatregel. Dit vormt onderdeel van de onderzoeksmaatregel die is beschreven bij nitraatproblematiek in heel Krijt-Maas. - Bij een aantal winningen is reductie nodig van het bestrijdingsmiddelengebruik. Het betreft 13 winningen in Brabant en 11 in Limburg. De provincies stellen een stimuleringsaanpak voor, gericht op alle gebruikers van bestrijdingsmiddelen (landbouw, gemeenten, bedrijven, burgers). Binnen Brabant vormt deze maatregel een voortzetting en opschaling van de bestaande Schoon Wateraanpak, die de Provincie in samenwerking met haar partners Brabant Water, waterschappen, ZLTO, Duinboeren in 2005-2009 al inzet bij 6 winningen (Waalwijk, Helvoirt, Nuland, Macharen, Vessem en Budel). De Provincies zoeken voor deze maatregel de samenwerking met de partners en doelgroepen. Samenwerking met de Waterschappen is relevant vanwege de meerwaarde die de aanpak ook heeft voor emissiereductie naar oppervlaktewateren. Uitvoering door de doelgroepen is op vrijwillige basis. De provincie biedt advies aan de gemeenten om binnen het grondwaterbeschermingsgebied de overstap te gaan maken naar een zeer terughoudende toepassing van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen in groen en op verhardingen, zo mogelijk met het certificaat goud of zilver op de Barometer Duurzaam Terreinbeheer. Een aantal gemeenten past dit al toe of heeft al stappen in die richting gezet. De eventuele meerkosten van deze vorm van onkruidbeheer in de praktijk zullen door de gemeente zelf moeten worden gedragen. De gemeenten kunnen zelf bepalen of ze deze maatregel opnemen als KRW-maatregel. De Provincie Noord-Brabant, Brabant Water en de Brabantse Waterschappen brengen duurzaam terreinbeheer al in de praktijk. De provincies bieden advies aan de landbouw om de gewasbescherming uit te voeren met zo min mogelijk uitspoelingsgevoelige middelen. Bij 6 van de Brabantse winningen past een groot deel (>75%) van de landbouw die maatregelen al toe. Veel van de maatregelen in de landbouw blijken niets extra te kosten; investeringen in precisiemaatregelen kunnen in enkele jaren worden terugverdiend. - Nikkel, winning Vierlingsbeek: fasering van doelrealisatie tot 2021. - MTBE (loodvervanger in benzine) bij winningen in Zand-Maas en Krijt-Maas: maatregelen op Rijks- en EU-niveau zijn nodig. - Geneesmiddelen: zie onder “Interactie grondwater - oppervlaktewater”. Bij industriële en eigen winningen zijn geen kwaliteitsproblemen bekend. De volgende maatregelen zijn beoogd: Uitvoeringsmaatregel: het overdragen van monitoringgegevens van de ruwwaterkwaliteit van industriële eigen winningen voor menselijke consumptie aan VROM of aan de provincies ten behoeve van KRW-rapportages wordt nader geregeld. Het initiatief hiervoor ligt bij VROM. Kosten: nog niet bekend (actie VROM); naar verwachting enkel inzet eigen medewerkers. Onderzoeksmaatregel als uit de monitoringgegevens kwaliteitsproblemen blijken: onderzoek door de provincies welke kwaliteitsmaatregelen nodig zijn voor industriële en eigen winningen voor menselijke consumptie, op basis van een beoordeling van risico’s en kosteneffectiviteit, en wie verantwoordelijk zijn voor de uitvoering. Hierin wordt tevens betrokken de aanwezigheid van puntverontreinigingen in de omgeving (zie hierna) en de kosten eventuele uitvoeringsmaatregelen. De kosten van het onderzoek worden geraamd op € 100.000. Interactie: invloed van oppervlaktewaterkwaliteit op grondwater Bij enkele winningen is sprake van een vermoeden van verontreinigingen (onder andere geneesmiddelen) afkomstig uit oppervlaktewateren. Als onderzoeksmaatregel voert de Provincie Noord-Brabant ‘fact-finding’ onderzoek uit, in samenwerking met partners (Provincie Limburg, drinkwatermaatschappij, waterschappen, gemeenten). Het onderzoek zal tevens mogelijke maatregelen in beeld brengen en beoordelen op kosteneffectiviteit. Hierbij wordt gebruik gemaakt van: - de praktijkervaring uit de Brabantse pilot met gescheiden inzameling en verwerking van urine bij zorginstellingen; - de maatregelen zoals genoemd door het Rijk in een brief aan de Tweede Kamer (V&W, 2007). Kostenraming: € 150.000 onderzoekskosten, exclusief de uitvoering van maatregelen. In een aantal waterwingebieden van grondwaterwinningen in Limburg wordt de kwaliteit van het onttrokken grondwater beïnvloed door nabijgelegen infiltrerende waterlopen. In hoeverre hier
pagina 16 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
maatregelen nodig zijn hangt samen met de maatregelen die worden genomen om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Historische puntverontreinigingen Puntverontreinigingen (zoals geïnventariseerd in het kader van het Landsdekkend Beeld) kunnen een knelpunt vormen voor de drinkwaterwinningen. Op basis van historisch onderzoek naar spoedlocaties, dit zijn ernstig verontreinigde locaties waarbij sprake is van onacceptabele risico’s voor mens, plant, dier of voor verspreiding, rond drinkwaterwinningen wordt een inschatting gemaakt van het aantal te saneren verontreinigingen. Spoedlocaties vormen maar 2% van alle potentieel verdachte locaties. Bij de winningen voor de openbare drinkwatervoorziening gaat het vermoedelijk om een omvangrijk aantal locaties. Nader zal worden onderzocht welke van de potentiële locaties daadwerkelijk ernstig verontreinigd zijn en welke van deze ernstige verontreinigingen een onacceptabel risico vormen voor de onttrekkingen. Hiermee worden alleen de ernstig verontreinigde locaties onderzocht en niet alle potentieel verontreinigde locaties die vanuit het gezichtspunt van de KRW een reële bedreiging kunnen vormen voor de onttrekkingen omdat ze kunnen leiden tot uitbreiding van de zuiveringsinspanning. Vanuit het reguliere bodemsaneringspoor voeren de Provincies Noord-Brabant, Zuid Holland en Limburg en de bevoegd gezag-gemeenten in 2008-2009 historisch en nader onderzoek uit naar spoedlocaties, waaronder ook de potentiële ernstige verontreinigingen in grondwaterbeschermingsgebieden. Dan zal blijken of de maatregelen vanuit het reguliere bodemsaneringsbeleid afdoende zijn om alle geconstateerde reële bedreigingen voor winningen op te lossen. Als geen ‘ schuldige eigenaar’ van een ernstige verontreiniging bekend is kan in het reguliere spoor met Wbb-geld de verontreiniging worden aangepakt. Veelal wordt hiervoor gebruik gemaakt van de dynamiek in de omgeving. Dat wil zeggen dat als onderdeel van een (nieuwbouw)project de verontreiniging wordt opgeruimd door de initiatiefnemer en dat er door de overheid een bijdrage aan de kosten wordt geleverd. Vanwege het veelal ontbreken van een dergelijke dynamiek in het buitengebied is geld nodig om toch verontreinigingen aan te kunnen pakken. e
Uit het reeds lopend onderzoek in het kader van de bodemsanering in 1 SGBP-periode en wellicht de e noodzaak voor extra middelen in grondwaterbeschermingsgebieden volgt dat in de 2 SGBP-periode extra inzet vanuit de KRW nodig zal zijn. Dit zal nader worden bepaald op basis van de resultaten van het genoemde onderzoek. De vraag of puntverontreinigingen binnen het invloedsgebied van industriële en eigen winningen voor menselijke consumptie als spoedeisend aangemerkt moeten worden, zal de provincie meenemen in de eerder beschreven onderzoeksmaatregelen voor die winningen.
4.3. Maatregelen kwantiteit en Natura 2000 gebieden Grondwaterlichamen Geen maatregelen nodig inzake kwantiteit op het niveau van de grondwaterlichamen. Invloed van grondwaterkwantiteit op toestand oppervlaktewater Geen maatregelen nodig op het niveau van de grondwaterlichamen. Op kleinere schaal speelt verdroging bij natuurgebieden, zie hieronder. Natura 2000 gebieden Er loopt op dit moment een traject om de doelen en maatregelen voor Natura 2000 gebieden in beeld te brengen. Een aantal maatregelen dat al bekend is, is vermeld in hoofdstuk 5 van de Toelichting Basisdocument bij de maatregelen van de desbetreffende deelstroomgebieden.
pagina 17 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
5.
SAMENVATTING GRONDWATERMAATREGELEN, OP TE NEMEN IN HET SGBP
Uitvoeringsmaatregelen bekend april 2008 Bestrijdingsmiddelen, winningen in Zand-Maas en in Krijt-Maas. Reductie gebruik bestrijdingsmiddelen bij 24 drinkwaterwinningen (13 in Brabant, 11 in Limburg); Provincies nemen voortouw, samenwerking met partners (drinkwaterbedrijven, Waterschappen, landbouworganisaties). Uitvoering door Provincies, partners en doelgroepen (gemeenten, burgers, bedrijven, landbouw). Nikkel, winning in Zand-Maas: fasering doelrealisatie 2021. Grootschalige bodem- en grondwaterverontreiniging de Kempen, Zand-Maas. Het maatregelenpakket van ABdK wordt overgenomen. Vanuit de KRW-verplichtingen zijn daarop geen aanvullende maatregelen nodig. Onderzoeksmaatregelen bekend april 2008 Nitraat, Krijt-Maas: Onderzoek naar onderbouwing fasering en opstellen maatregelenpakket, initiatief van Provincie Limburg, samenwerking zoeken met het Rijk. Hier ligt een taak zowel voor de regio als voor het Rijk. Bij het invullen van de maatregelen speelt het Rijk een wezenlijke rol. Fosfaat (interactie grondater-oppervlaktewater), Zand-Maas en Krijt-Maas. Bureaustudie naar omvang fosfaat-problematiek en mogelijke maatregelen. Het RBOM neemt hierin het voortouw om het probleem “op de kaart te zetten”. Bij het invullen van de maatregelen speelt het Rijk een wezenlijke rol. MTBE, winningen in Zand-Maas en Krijt-Maas: maatregelen door Rijk en EU nodig. Geneesmiddelen, winningen in Zand-Maas en Krijt-Maas. Fact-finding’ onderzoek geneesmiddelen, voortouw bij Provincie Noord-Brabant. Industriële winningen in Zand-Maas en Krijt-Maas: Onderzoeksmaatregel als uit monitoringgegevens kwaliteitsproblemen blijken. Algemeen onderzoek door de provincies welke kwaliteitsmaatregelen nodig zijn. De kosten van het onderzoek worden geraamd op € 100.000. Maatregelen nader te bepalen medio 2008 Bestrijdingsmiddelen in Zand-Maas en Krijt-Maas: op basis van de toestand- en trendbepaling in juni 2008 worden, indien nodig, maatregelen genomen. Historische verontreinigingen stedelijk gebied in Zand-Maas en Krijt-Maas: beoordeling of dit een KRW-knelpunt betreft in juni 2008 (na de bestuursconferentie Bodem op 21 mei 2008). Historische puntverontreinigingen in grondwaterbeschermingsgebieden Zand-Maas, Krijt-Maas en Duin Maas: In juni 2008 bepalen of dit een KRW-onderzoeksmaatregel vormt en of fasering e in 1 SGBP nodig is. In de 1e SGBP-periode zal worden bepaald welke reële bedreigingen nog een KRW-knelpunt vormen. Dit gebeurt op basis van onderzoek dat vanuit het bestaande bodemsaneringsbeleid wordt uitgevoerd, door Provincies en de bevoegde gemeente. Industriële winningen in Zand-Maas, Slenk-Diep-Maas en Krijt-Maas. De provincies NoordBrabant en Limburg onderzoeken op basis van kosteneffectiviteit en risicoanalyses welke maatregelen nodig zijn om de doelstellingen van de KRW voor industriële winningen voor menselijke consumptie te behalen en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering. Kostenraming € 200.000 per Provincie voor het onderzoek, exclusief kosten van maatregelen. Periode 20082011: onderzoek; 2009-2015: eventuele maatregelen daaruit voortvloeiend. Eigen winningen in Zand-Maas, Slenk-Diep-Maas en Krijt-Maas: idem, uitvoering nader te bepalen in overleg tussen VROM en de Provincies (of het IPO). Industriële en eigen winningen in Zand-Maas, Slenk-Diep-Maas en Krijt-Maas. Uitvoeringsmaatregel: het overdragen van monitoringgegevens van de ruwwaterkwaliteit van industriële eigen winningen voor menselijke consumptie aan VROM of aan de provincies ten behoeve van KRW-rapportages wordt nader geregeld. Het initiatief hiervoor ligt bij VROM. Kosten zijn nog niet bekend (actie VROM); naar verwachting enkel inzet eigen medewerkers. Industriële en eigen winningen in Zand-Maas, Slenk-Diep-Maas en Krijt-Maas. Onderzoeksmaatregel: Als uit de monitoringgegevens kwaliteitsproblemen blijken, onderzoeken de provincies alsnog welke kwaliteitsmaatregelen nodig zijn voor industriële en eigen winningen voor menselijke consumptie, op basis van een beoordeling van risico’s en kosteneffectiviteit, en wie verantwoordelijk zijn voor de uitvoering. Hierin wordt tevens betrokken de aanwezigheid van puntverontreinigingen in de omgeving (zie hierna).
pagina 18 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Op de korte termijn zijn concrete uitvoeringsmaatregelen niet nodig. Kosten: € 100.000 (onderzoek); kosten eventuele uitvoeringsmaatregelen: p.m. Maatregelen na 2015 Nikkel, winning in Zand-Maas: fasering doelrealisatie 2021. Op basis van voortschrijdend inzicht zal een aantal van bovengenoemde maatregelen doorlopen in de periode na 2015. Tabel 2.
Kostenraming maatregelen grondwaterlichamen Maasstroomgebied in 1e SGBP.
Grondwater Maasstroomgebied KRW-maatregelen en kosten per grondwaterlichaam KRW-doel DUIN-MAAS grondwaterlichaam kwaliteit drinkwaterwinningen grondwaterlichaam kwantiteit ZOUT-MAAS grondwaterlichaam kwaliteit drinkwaterwinningen grondwaterlichaam kwantiteit
knelpunt
maatregel
periode
geen historische verontr. puntbronnen
onderzoek
2009 2015
verantwoor kosten (€) delijke actoren financiering
Prov Zuid Holland
geen
geen geen geen
ZAND-MAAS grondwaterlichaam kwaliteit
invloed gw-ow: fosfaat onderzoek juni 2008: afhankelijk van bestrijdingsmiddelen toestandbepaling juni 2008: afhankelijk van zware metalen toestandbepaling grootschalige bodemverontreiniging de Kempen pakket ABdK historische veronteiniging stedelijke gebieden PM juni 2008
2008-2009
…
€ 80.000 RBOM
ABdK
bestrijdingsmiddelen stimuleringsproject drinkwater-winningen 6 winningen Brabant Schoon Water 2007-2009 € 1.785.293 N-Brabant
bestrijdingsmiddelen stimuleringsproject 13 winningen Brabant Schoon Water 2010-2015 € 9.111.510 N-Brabant
bestrijdingsmiddelen stimuleringsproject 2010-2015 € 4.000.000 Limburg 5 winningen Limburg Schoon Water nikkel, Vierlingsbeek fasering 2021
N-Brabant
MTBE
Rijk, EU
interactie gw-ow / geneesmiddelen invloed gw-ow: drinkwaterwinning historische verontr. stedelijke gebieden
PM
onderzoek
2009-2010
onderzoek
2010-2015
PM juni 2008
pagina 19 van 27
RBOM, (krwinnov.progr. ovb)
ABdK
partners (BrabWater, ZLTO, Duinb, Ws BD, Ws dD, Ws A&M), gem. (Waalwijk, den Bosch, Oss) partners en N-Brabant gemeent partners, en gemeenten partners en Limburg, gemeent partners, en gemeenten
BrabWat N-Brabant er, Ws, € 150.000 en Limburg Gem. Ws en € 50.000 Limburg WML
N-Brabant BrabWater, Ws. Limburg, WML en Ws
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
KRW-doel
knelpunt
grondwaterlichaam kwantiteit
N2000 verdroging
maatregel zie hoofdstuk 4 deelstroomgebieden
nitraat
onderzoek, opstellen maatregelenpakket en onderbouwing fasering
nitraat
uitvoeren maatregelen
periode
verantwoor kosten (€) delijke actoren financiering
KRIJT-MAAS
grondwaterlichaam kwaliteit
invloed gw-ow: fosfaat onderzoek juni 2008: afhankelijk van bestrijdingsmiddelen toestandbepaling juni 2008: afhankelijk van toestandbepaling zware metalen historische verontr. stedelijke gebieden PM juni--2008
drinkwater-winningen nitraat
Rijk, WRO, WML
2008
€ 200.000 Limburg PM (hangt af van Rijk, maatregele Limburg en WRO, 2010-2015 n) Rijk WML
2008-2009
€ 80.000 RBOM
N2000 verdroging
Limburg, Rijk RBOM, (krwinnov.progr. ovb)
zie: grondwater– lichamen kwaliteit
bestrijdingsmiddelen 6 winningen Limburg stimuleringsproject 2010-2015 € 4.500.000 Limburg historische verontr. stedelijke gebieden PM juni 2008
grondwaterlichaam kwantiteit
Limburg, Rijk
partners en Limburg., gemeent partners, en gemeenten
zie hoofdstuk 4 deelstroomgebieden
ZAND-MAAS, SLENK-DIEP-MAAS, KRIJT-MAAS onderzoek risicopreventie en puntverontreiniging en 2008-2011
N-Brabant, Limburg, N-Brabant, VROM, industrie, Limburg industrie VROM
Industriële en eigen winningen
uitvoering maatregelen
N-Brabant, PM Limburg
Industriële en eigen winningen
onderzoek ruwwaterkwaliteit
Industriële en eigen winningen
onderzoek ruwwaterkwaliteit
Industriële en eigen drinkwater-winningen winningen
€ 200.000 (N-B) € 200.000 (L) PM (hangt af van maatregele 2009-2015 n)
PM N-Brabant, Limburg, N-Brabant, VROM, industrie, 2008-2013 € 100.000 Limburg industrie VROM PM (hangt af van maatregele N-Brabant, 2011-2015 n) Limburg PM PM
pagina 20 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Annex 1 Lijst van winningen voor de openbare drinkwatervoorziening in het Maasstroomgebied
Winning
Vergunning 3 Mln m /jaar
Grondwaterlichaam
Provincie gebied
Waterschap gebied
Gemeente gebied
Zuid-Holland
Hollandse Delta
Goedereede
Winningen binnen grondwaterlichaam Duin-Maas Ouddorp
Duin-Maas
Winningen binnen grondwaterlichaam Zout-Maas geen
Winningen binnen gebied Waterschap Brabantse Delta Bergen op Zoom *)
5
Zand-Maas
N-Brabant
Brab.Delta
Dorst
10,5
Zand-Maas
N-Brabant
Brab.Delta
Gilze
2
N-Brabant
Brab.Delta
N-Brabant
De Dommel
N-Brabant
Brab.Delta
N-Brabant
Brab.Delta
N-Brabant
Brab.Delta
Zand-Maas
Zand-Maas
Bergen op Zoom Gilze en Rijen Oosterhout Breda Gilze en Rijen Alphen en Chaam Tilburg Alphen en Chaam Gize en Rijen Goirle Breda Oosterhout Breda Gilze en Rijen Alphen en Chaam Roosendaal Rucphen en Zundert Halderberge en Rucphen Waalwijk Loon op Zand
Gilzerbaan
18
Ginneken
0,4
Oosterhout
15
Princenbosch
5
Roosendaal
4
Zand-Maas
N-Brabant
Brab.Delta
Schijf
7
Zand-Maas
N-Brabant
Brab.Delta
Seppe
15
Zand-Maas
N-Brabant
Brab.Delta
Waalwijk
3
Zand-Maas
N-Brabant
Brab.Delta
N-Brabant
Brab.Delta
Roosendaal
De Dommel
Zand-Maas Zand-Maas Zand-Maas
Wouw 4 Zand-Maas *) Bergen op Zoom valt binnen stroomgebied Schelde
Winningen binnen Waterschap De Dommel Aalsterweg diep
5,8
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
De Dommel
Waalre, Eindhoven Veldhoven
Budel
3,5
Zand-Maas
N-Brabant
De Dommel
Cranendonck
Groote Heide
10
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
De Dommel
Heeze-Leende
Haaren
8
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
De Dommel
4,2
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
Haaren Boxtel Waalre, Eindhoven Veldhoven Bergeijk Oirschot Oisterwijk Schijndel SintOedenrode Boxtel SintMichielsgestel Someren Cranendonck
Aalsterweg
Klotputten
5
Zand-Maas
N-Brabant
De Dommel
Luijksgestel
2
Zand-Maas
N-Brabant
De Dommel
Oirschot
3
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
De Dommel
Schijndel
8
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
De Dommel
Someren
4
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
De Dommel
pagina 21 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Winning Son Vessem Helvoirt ondiep Helvoirt diep Welschap
Vergunning 3 Mln m /jaar
Grondwaterlichaam
Provincie gebied
Waterschap gebied
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
De Dommel
6,5
Zand-Maas
N-Brabant
De Dommel
1 1
Zand-Maas
N-Brabant
De Dommel
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
De Dommel
5
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
De Dommel
Eindhoven Veldhoven
Boxmeer, St. Anthonis
8
Gemeente gebied Son en Breugel Best Eersel, Bladel, Veldhoven Haaren Heusden
Winningen binnen gebied Waterschap Aa&Maas Boxmeer
2
Zand-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Helmond
6 3
Zand-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Helmond diep
Helmond
Lieshout
6
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Lith
4
Zand-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Laarbeek Son en Breugel Nuenen c.a. Helmond Lith
Loosbroek
8
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Bernheeze
Macharen
6,7 10 totaal, maximaal 5 middeldiep 9,5
Zand-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Zand-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Oss, Lith Maasdonk, Den Bosch, St. Michiels-gestel Veghel Uden
3
Zand-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Boxmeer
Nuland middeldiep Nuland diep Veghel Vierlingsbeek Vlierden
4,5
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Deurne Asten
Vlijmen
2
Slenk-diep-Maas
N-Brabant
Aa&Maas
Heusden
Winningen binnen grondwaterlichaam Zand-Maas en grondwaterlichaam Slenk-Diep-Maas, gebied Waterschap Peel en Maasvallei (WPM)
Grubbenvorst
3
Kwetsbaar
Limburg
WPM
Groote Heide
5
Minder kwetsbaar
Limburg
WPM
Mook en Middelaar, Bergen Arcen en Velden Horst aan de Maas Venlo
2,5
Minder kwetsbaar
Limburg
WPM
Venlo Venray
Mookerheide
1
Zeer kwetsbaar
Limburg
WPM
Bergen
1
Zeer kwetsbaar
Limburg
WPM
Minder kwetsbaar
Limburg
WPM
Hanik
Californië
2,5
Breehei
2
Kwetsbaar
Limburg
WPM
Ospel
2
Minder kwetsbaar
Limburg
WPM
Nederweert
Minder kwetsbaar
Limburg
WPM
Leudal
Zeer kwetsbaar
Limburg
WPM
Maasgouw Maasgouw Maasgouw
Hunsel Beegden
2,5 4
WPH (Heel)
20
Zeer kwetsbaar
Limburg
WPM
Heel (diep)
2,5
Minder kwetsbaar
Limburg
WPM
Winningen binnen grondwaterlichaam Zand-Maas, grondwaterlichaam Slenk-Diep-Maas en grondwaterlichaam Krijt-Maas, gebied Waterschap Roer&Overmaas (WRO) Herten
1,5
Minder kwetsbaar
Limburg
2
Minder kwetsbaar
Limburg
WRO WRO
Roermond
Asselt
Echt-Susteren
Roermond
Pey-Echt
4,5
Minder kwetsbaar
Limburg
WRO
Susteren
6
Minder kwetsbaar
Limburg
WRO
Echt-Susteren Echt-Susteren
Roosteren
6,5
Zeer kwetsbaar
Limburg
WRO
Roosteren – diep
2,5
Minder kwetsbaar
Limburg
WRO
Echt-Susteren
2
Minder kwetsbaar
Limburg
WRO
Sittard-Geleen
Hoogveld
pagina 22 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Winning Schinveld Geulle
Vergunning 3 Mln m /jaar 5 2
Grondwaterlichaam Minder kwetsbaar
Provincie gebied Limburg
Waterschap gebied WRO
Gemeente gebied Onderbanken
Kwetsbaar
Limburg
WRO
Meerssen Meerssen
Waterval
2,5
Kwetsbaar
Limburg
WRO
IJzeren Kuilen
4,5
Zeer kwetsbaar
Limburg
WRO
Maastricht Maastricht
De Tombe
3
Zeer kwetsbaar
Limburg
WRO
Heer-Vroendaal
4
Zeer kwetsbaar
Limburg
WRO
Maastricht Eijsden
De Dommel
2
Zeer kwetsbaar
Limburg
WRO
Roodborn
5
Zeer kwetsbaar
Limburg
WRO
Gulpen-Wittem
Limburg
WRO
Voerendaal
Craubeek
3,5
Zeer kwetsbaar
pagina 23 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Annex 2 Lijst van winningen van industriële onttrekkingen voor menselijke consumptie (conform de werkdefinitie) Tabel 1.
Industriële winningen binnen grondwaterlichaam Zand-Maas en grondwaterlichaam Slenk-Diep-Maas, binnen provincie Noord-Brabant
Soort gebruik
Woonplaats inrichting
Naam inrichting
Vergunde hoeveelheid (m3)
Beheers– gebied waterschap
Cont
Nutricia Cuijk B.V.
Cuijk
650.000 Aa en Maas
Cont
Aviko Precooked Potato Products B.V. (voorheen EPC B.V.)
Cuijk
200.000
BFC *)
Jonker Fris
Heusden
940.000 Aa en Maas
Cont
Flandrex Nederland B.V.
Ommel
610.000 Aa en Maas
Cont
Unilever- Bestfoods Sourcing Unit Unox
Oss
943.000 Aa en Maas
Cont
Campina Holland Cheese B.V.
Rijkevoort
375.000 Aa en Maas
Cont *)
Van Kreij Superkip B.V. (Voorheen Lotus Poultry B.V.)
Rosmalen
130.000
Cont
Campina Melkunie B.V.
's-Hertogenbosch
255.000 Aa en Maas
BFC
Heineken Nederland Supply (IND)
's-Hertogenbosch
9.000.000 Aa en Maas
Cont
Campina-Melkunie B.V. Veghel
Veghel
BFC BFC
Gebroeders Ploegmakers B.V. Lokatie Den Veghel Dubbelen Ploegmakers Food Ingredients B.V. Lokatie Veghel Rooseveltlaan
Aa en Maas
Aa en Maas
884.000 Aa en Maas 80.000 90.000
Aa en Maas Aa en Maas
Cont *)
Koninklijke Nedalco B.V.
Bergen op Zoom
Cont *)
Kerry Ingredients B.V.
Breda
Cont
Trobas Gelatine B.V.
Dongen
400.000 Brab. Delta
BFC
Coca-Cola Enterprises Nederland B.V.
Dongen
750.000 Brab. Delta
BFC
S.V.Z. International B.V.
Etten-Leur
950.000 Brab. Delta
BFC
Mattheeussens Wido B.V.
Ossendrecht
78.000 Brab. Delta
Cont
Sensus
Roosendaal
210.000 Brab. Delta
Cont
Van den Burg Eiproducten B.V.
Waalwijk
BFC
Vriesveem de Maasoever B.V.
Waspik
BFC
Landa Conserven B.V.
Woensdrecht
BFC
Ardo B.V.
Zundert
BFC
Bierbrouwerij De Koningshoeven B.V.
Berkel-Enschot
Cont
Vion Boxtel B.V.
Boxtel
769.000 Dommel
BFC
Budelse brouwerij B.V.
Budel
15.000 Dommel
Cont
Campina Consumer Products Europe
Eindhoven
BFC
Bavaria NV
Lieshout
BFC
Frisdranken Industrie Winters B.V.
Maarheeze
BFC
Koolen Conserven B.V.
Mierlo
70.000 Dommel
Cont
Campina Holland Cheese B.V.
Tilburg
170.000 Dommel
BFC
InBev Nederland NV (Interbrew Dommelen) Valkenswaard
700.000 Dommel
BFC
Hak B.V.
590.000 Rivierenland
Giessen/Rijswijk
pagina 24 van 27
1.200.000 Brab. Delta 450.000 Brab. Delta
70.000 Brab. Delta 550.000 Brab. Delta 15.300 Brab. Delta 2.000.000 Brab. Delta 90.000 Dommel
750.000 Dommel 5.800.000 Dommel 500.000 Dommel
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Soort gebruik BFC = Aanwending voor de productie van bier, frisdrank of conserven Cont = Product contactwater DR = Aanwending voor de productie van drinkwater *) = Eigen winning gestopt of niet meer ingezet voor menselijke consumptie, of besluit tot stoppen genomen; vergunning nog aanwezig.
Tabel 2.
Industriële winningen binnen de provincie Limburg
Naam inrichting
Woonplaats inrichting
Vergunde hoeveelheid (m3)
Beheersgebied waterschap
LUTÈCE BV
Horst aan de Maas
100000
Peel en Maasvallei
ARCENSE BIERBROUWERIJ BV
Arcen en Velden
100000
Peel en Maasvallei
OERLEMANS FOODS NEDERLAND BV Horst aan de Maas
160000
Peel en Maasvallei
RECREATIECENTRUM DE LOMMERBERGEN BV
Beesel
207000
Peel en Maasvallei
KLEIN VINK REKREATIE BV
Arcen en Velden
223400
Peel en Maasvallei
LUTÈCE BV
Arcen en Velden
325000
Peel en Maasvallei
LUTÈCE BV
Horst aan de Maas
400000
Peel en Maasvallei
DE FRITESSPECIALIST BV
Arcen en Velden
420000
Peel en Maasvallei
CARGILL BV MALT DIVISION
Roermond
450000
Peel en Maasvallei
HOLCO HORST BV
Horst aan de Maas
500000
Peel en Maasvallei
NESTLE NEDERLAND BV
Venray
800000
Peel en Maasvallei
STICHTING DAELZICHT
Maasgouw
45000
Peel en Maasvallei
MISSIEHUIS ST.MICHAEL
Venlo
50000
Peel en Maasvallei
ST. LAURENTIUS ZIEKENHUIS
Roermond
120000
Roer en Overmaas
BV GULPENER BIERBROUWERIJ
Gulpen-Wittem
136800
Roer en Overmaas
THERMAE ONROEREND GOED BV
Valkenburg aan de Geul
188160
Roer en Overmaas
AC ZIEKENHUIS MAASTRICHT
Maastricht
195000
Roer en Overmaas
MEENS BIERBROUWERIJ BV
Schinnen
200000
Roer en Overmaas
SOFT DRINK INTERNAT. BV
Heerlen
200000
Roer en Overmaas
SCHIFFERS FOOD BV
Heerlen
300000
Roer en Overmaas
DIS B.V.
Sittard-Geleen
505000
Roer en Overmaas
BRAND BIERBROUWERIJ BV
Gulpen-Wittem
550000
Roer en Overmaas
GEMEENTE ECHT
Echt-Susteren
37000
Roer en Overmaas
CAMPINA MELKUNIE BV
Sittard-Geleen
50000
Roer en Overmaas
VRIJETIJDSPARK ELFENMEER
Roerdalen
54000
Roer en Overmaas
pagina 25 van 27
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Annex 3 Voorlopige toestandsbeoordeling van de onttrekkingen voor de openbare drinkwatervoorziening in Brabant In onderstaande tabellen is op basis van metingen en “expert judgement” de toestand van de winning beoordeeld op kwaliteit (problemen voor de winning) en kwantiteit (problemen voor natuur, veroorzaakt door de winning). Het betreft een eerste herziene beoordeling. Groen: goede toestand Geel: mogelijk knelpunt Rood: knelpunt op basis van voorlopige beoordeling. Beoordeling winning in Duin-Maas Winning
Vergunning 3 Mln m /jaar
Kwetsbaarheid
Toestand kwaliteit
Toestand kwantiteit
Ouddorp
Beoordeling winningen Brabant Water in gebied Waterschap Brabantse Delta Bergen op Zoom
5
Bergen op Zoom diep
Kwetsbaar Minder kwetsbaar
Dorst
10,5
Kwetsbaar
Gilze
2
Kwetsbaar
Ginneken
0,4
Kwetsbaar
Oosterhout
15
Kwetsbaar
Princenbosch
5
Kwetsbaar
Roosendaal Roosendaal diep
bestrijdingsmiddelen, bodemverontreinigingen
4
Kwetsbaar
bestrijdingsmiddelen
Minder kwetsbaar
Schijf
7
Kwetsbaar
Seppe
15
Kwetsbaar
Waalwijk
3
Kwetsbaar
Wouw
4
Kwetsbaar
bestrijdingsmiddelen
VHR
Beoordeling winningen Brabant Water in gebied Waterschap De Dommel Aalsterweg
5 5,8
Kwetsbaar
Budel
3,5
Zeer kwetsbaar
Gilzerbaan
18
Kwetsbaar
Groote Heide
10
Minder kwetsbaar
Haaren
8
Minder kwetsbaar
4,2
Minder kwetsbaar
Aalsterweg diep
Klotputten
Minder kwetsbaar
Luijksgestel
2
Kwetsbaar
Oirschot
3
Minder kwetsbaar
Schijndel
8
Minder kwetsbaar
Someren
4
Minder kwetsbaar
Son
8
Minder kwetsbaar
Vessem Welschap
6,5 5
bestrijdingsmiddelen, bodemverontreiniging
Zeer kwetsbaar
bestrijdingsmidelen
EHS
nitraat, bestrijdingsmiddelen, bodemverontreinigingen.
VHR
Minder kwetsbaar
Beoordeling winningen Brabant Water in gebied Waterschap Aa&Maas Boxmeer
2
Zeer kwetsbaar
Helmond
6 3
Kwetsbaar
Helmond diep
Minder kwetsbaar
pagina 26 van 27
nitraat, bestrijdingsmiddelen bestrijdingsmiddelen
Achtergrondnota Grondwater Basisdocument KRW Maas ten behoeve van planvorming versie 3.1doc.doc
Winning Helvoirt
Vergunning 3 Mln m /jaar 1 1
Helvoirt diep
Kwetsbaarheid
Toestand kwaliteit
Zeer kwetsbaar Minder kwetsbaar
Lieshout
6
Minder kwetsbaar
Lith
4
Kwetsbaar
Loosbroek
8
Minder kwetsbaar
Macharen
6,7
Zeer kwetsbaar
10 totaal maximaal 5 middeldiep 9,5
Zeer kwetsbaar
bestrijdingsmiddelen, oppervlaktewater, bodemverontreiniging bestrijdingsmiddelen
Minder kwetsbaar
Chloride *)
3
Zeer kwetsbaar
Nuland middeldiep Nuland diep Veghel Vierlingsbeek
Toestand kwantiteit
bestrijdingsmiddelen
Minder kwetsbaar
Vlierden
4,5
Minder kwetsbaar
Vlijmen
2
Minder kwetsbaar
Nikkel,, bestrijdingsmiddelen
*) Het aantrekken van chloride betreft hier geen zout water intrusie, maar zout water uit fossiele diepe lagen.
Beoordeling winningen WML in gebied Waterschap Peel&Maasvallei Mookerheide
1
Zeer kwetsbaar
Natura 2000
Bergen
1
Zeer kwetsbaar
Natura 2000
Hanik Grubbenvorst Groote Heide Californië
2,5
Minder kwetsbaar
3
Kwetsbaar
5
Minder kwetsbaar
2,5
Minder kwetsbaar
Breehei
2
Kwetsbaar
Ospel
2
Minder kwetsbaar
Hunsel
2,5
Minder kwetsbaar
Beegden
Natura 2000 bestrijdingsmiddelen
4
Zeer kwetsbaar
bestrijdingsmiddelen
WPH (Heel)
20
Zeer kwetsbaar
oppervlaktewaterwinning
Heel (diep)
2,5
Minder kwetsbaar
Beoordeling winningen WML in gebied Waterschap Roer&Overmaas Herten
1,5
Minder kwetsbaar
Asselt
2
Minder kwetsbaar
4,5
Minder kwetsbaar
Pey-Echt Susteren
6
Minder kwetsbaar
Roosteren
6,5
Minder kwetsbaar
Roosteren – diep
2,5
Zeer kwetsbaar
Oppervlaktewaterwinnin g, bestrijdingsmiddelen
Hoogveld
2
Minder kwetsbaar
Schinveld
5
Minder kwetsbaar
Natura 2000
Geulle
2
Kwetsbaar
Natura 2000
Waterval
2,5
Kwetsbaar
Natura 2000
IJzeren Kuilen
4,5
Zeer kwetsbaar
De Tombe
3
Zeer kwetsbaar
Nitraat, bestrijdingsmiddelen nitraat
Heer-Vroendaal
4
Zeer kwetsbaar
nitraat
Natura 2000
De Dommel
2
Zeer kwetsbaar
nitraat
Natura 2000
Roodborn
5
Zeer kwetsbaar
nitraat
Natura 2000
Craubeek
3,5
Zeer kwetsbaar
nitraat
pagina 27 van 27
Natura 2000 Natura 2000